VZI nieuwsbrief november 2015

Page 1

Elektronische Nieuwsbrief voor leden

speciale editiE

eHealth en de verpleegkundige praktijk

Verpleegkundige Zorg- en Informatietechnologie

NOVEMBER 2015


INHOUD

3 V

an het bestuur Erna Vreeke

Colofon Oprichtingsdatum 26 februari 2004 Aantal leden 109 Lidmaatschap V&VN € 62,00 per jaar /Afdeling VZI € 25,- per jaar Nieuwsbrief Verschijnt exclusief voor leden Eindredactie Ulco de Boer (u.boer@venvn.nl) Bestuur Erna Vreeke, Coördinator Renée Verwey, secretaris Eef Peelen, penningmeester Paul Blankers Sonja Jutte Nico Kok Ybranda Koster Contact E-mail: infovzi@venvn.nl Website: http://vzi.venvn.nl Twitter: @VenVN_VZI LinkedIn VZI: http://www.linkedin.com/e/vgh/2557980/

NOVEMBER 2015

4 E

health monitor 2015

6 #

Nurse Included Angelien Sieben & Ulco de Boer

8 B

10 e

ewegingsmeter ingebed in de zorg blijkt effectief Sanne van der Weegen en Renée Verwey

health voor hbo-v Amber Schaap, Dionne ten Velden, Jorina Rust, Naouar Ajrir & Niels Kamphuis

14 u

iTSLAG VAN POLL OP V&VN, sEPTEMBER 2015


VAN HET BESTUUR In deze nieuwsbrief aandacht voor eHealth en de verpleegkundige praktijk. Wat is de stand van zaken en hoe kijken verpleegkundigen er tegen aan? Dat het van belang is om als verpleegkundige aandacht te besteden aan eHealth lijkt vanzelfsprekend. In het dagelijks leven speelt het gebruik van internet en sociale media een belangrijke rol. De meeste verpleegkundigen gebruiken privé inmiddels een smartphone, computer en/of een tabblad. Echter op het werk is het gebruik van zorginformatietechnologie nog lang niet ingeburgerd. Er moet nog veel gebeuren om de inzet van eHealth breed toepasbaar te maken. Zeker als we doelen voor 2020 willen halen die de minister van VWS vorig jaar heeft gesteld t.a.v. het gebruikt van eHealth (zie onze website http://vzi.venvn.nl/ ). Een samenvatting van de onlangs gepubliceerde eHealth monitor, een jaarlijks onderzoek naar gebruik van eHealth onder professionals (Nictiz, Nivel, oktober 2015), laat zien dat er een toename is te zien in het gebruik van eHealth. Dus we gaan de goede kant op.

Nurse Included

Samen met ‘REshape’ (Lucien Engelen, Angelien Sieben ) denken we na over hoe we de invloed van verpleegkundigen op eHealth kunnen stimuleren onder de noemer ‘Nurses Included’; praat niet alleen over verpleegkundigen, maar vooral (vroegtijdig) met verpleegkundigen. En verpleegkundigen moeten zelf natuurlijk ook willen meepraten (zie ook uitslag van poll op V&VN). Het platform VZI draagt bij aan het verspreiden van kennis en bewustzijn. Zo hebben we samen met V&VN een presentatie gegeven op het MIC-congres op vrijdag 30 oktober en verzorgen we een workshop op de VAR-netwerk dag op 27 november a.s.

Erna Vreeke

Coördinator V&VN VZI

Geldprijs voor meest innovatieve idee

In opleidingen voor verpleegkundigen zien we dat er steeds vaker wordt gekozen om een afsluitscriptie over een onderwerp eHealth te kiezen. Dit willen we stimuleren door een geldprijs uit te delen voor het meest ‘innovatieve idee’ op het gebied van eHealth en de verpleegkundige praktijk. We bieden op onze website de mogelijkheid om een pitch van je onderzoek te presenteren en er kan gestemd worden. Eind juni 2016 worden 3 genomineerden bekend gemaakt. Na een publieks-juryring volgt in september 2016 de officiële prijsuitreiking in Utrecht. De eerste prijs bedraagt € 1.000, de overige genomineerden ontvangen ook een geld bedrag. Om mee te mogen doen dien je te zijn ingeschreven bij een MBO, HBO of WO opleiding onderwerp van de afstudeerscriptie is gerelateerd aan eHealth Dus volg je een opleiding tot verpleegkundige of een vervolgopleiding (specialisatie of een master), grijp je kans en dien je onderzoek in bij ons platform! Op de website volgt in januari 2016 meer informatie! Erna Vreeke Coördinator V&VN VZI

“Het platform V&VN Verpleegkundige Zorg & Informatietechnologie wil zich inzetten voor het vergroten van bewustwording van de betekenis van eHealth voor de verpleegkundige praktijk en het vergroten van de invloed van verpleegkundigen op nieuwe ontwikkelingen m.b.t. eHealth. ”

3


eHealth-Monitor

2015 Tussen Vonk en Vlam

Op 6 oktober jl. werd tijdens het Mobile Health congres de jaarlijkse eHealth monitor getiteld Tussen vonk en vlam aangeboden aan minister Schippers. De eHealth-monitor is een doorlopend onderzoek waarin Nictiz en het NIVEL jaarlijks de stand van zaken op het gebied van eHealth in Nederland in kaart brengen. Dit artikel beschrijft een samenvatting van de eHealth monitor.

De afbeeldingen zijn overgenomen uit de Nictiz Infographic eHealth-monitor 2015

Verpleegkundigen en eHealth

Er is een toename van eHealth onder verpleegkundigen, zo steeg het gebruik van internet om bijvoorbeeld informatie op te zoeken of om patiënten informatie te laten zien. Ook het gebruik van apps voor zorg en gezondheid nam toe. Verpleegkundigen ervaren de positieve effecten van digitale zorg, en een groot deel van de pilots op dit gebied krijgt een structureel vervolg. Ongeveer drie op de tien verpleegkundigen gebruiken zelf toezichthoudende technieken zoals bewegingsmelders en bedmatten. Nog eens 15% zegt dat collega’s in hun instelling deze technieken gebruiken. Ongeveer een tiende van de huisartsen past telemonitoring toe bij diabetespatiënten (11%). Van de medisch specialisten zegt iets minder dan de helft dat telemonitoring relevant is (46%), waarbij 11% aangeeft dat zij het al gebruiken. Bijna één op de tien verpleegkundigen (9%) heeft zelf gewerkt met telemonitoring. Nog eens 13% geeft aan dat binnen de instelling is gewerkt met telemonitoring.

VZI Nieuwsbrief mei 2014

De Resultaten

Uit de monitor van 2015 blijkt dat zorggebruikers Internet en mobiele technologie steeds gewoner vinden, ook voor toepassing in zorg en gezondheid. Een aanzienlijk deel van de zorggebruikers geeft aan dat ze meerwaarde zien in eHealth: 39% vindt het een probleem dat zij speciaal de deur uit moeten om een zorgverlener te spreken en wil daar graag een oplossing voor. Ook geeft 27% van de zorggebruikers aan dat ze graag zouden willen controleren of de informatie in het dossier van de zorgverlener klopt. Niet alle zorggebruikers, maar wel een flink deel heeft behoefte aan eHealth toepassingen. De toepassingen die veelvuldig genoemd worden zijn het gebruik van medische informatie op websites, herhaalrecepten aanvragen, afspraken maken en eigen medische gegevens inzien via internet. Maar er is nog een behoorlijk verschil tussen het aanbod van deze toepassingen, kennis over dit aanbod bij de zorggebruiker en het daadwerkelijk gebruik. Het zelf meten en bijhouden van gegevens over de eigen gezondheid groeit enigszins, zo houdt 19% van de zorggebruikers de eigen beweging bij en 7% medische behandelingen. Wel is er nog een groot gat te dichten wat betreft online inzage in medische gegevens want slechts 1% van de zorggebruikers had hier toegang toe terwijl 46% dit wel zou willen.

4


Uit de monitor blijkt verder dat het gebruik van beeldbellen onder verpleegkundigen in de care steeg van ruim een tiende (12%) in 2014 naar ruim een vijfde (23%) in 2015. Het gebruik van medicijndispensers kwam voor in zorginstellingen van bijna ĂŠĂŠn op de vijf verpleegkundigen en verzorgenden in de care (19%), dit is een stijging sinds 2014 (11%). Dit draagt bij aan de doelstelling van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) om mensen met zorg en ondersteuning thuis de mogelijkheid te geven via een beeldscherm contact te maken met een zorgverlener. Daarom worden deze diensten ook als meest kansrijk gezien en wordt aanbevolen om het draagvlak hiervoor verder uit te breiden.

Elektronische Dossiervoering

Inmiddels werkt ook de meerderheid van de verpleegkundigen met een elektronisch dossier (89% in de cure en 50% in de care), dus wat dat betreft is er een omslagpunt. Maar de informatievoorziening tussen zorggebruiker en zorgverlener zou makkelijke gemaakt moeten worden. De belemmeringen die daarvoor uit de weg geholpen moeten worden zijn hardnekkig: er is een gebrek aan financiĂŤle vergoedingen, onduidelijkheid over wet- en regelgeving en informatiesystemen kunnen niet of slecht met elkaar gekoppeld worden.

5


#NurseIncluded

Impact zorgtechnologie groot voor verpleegkundigen

Het Radboudumc REshape Center vindt dat als gevolg van Zorgtechnologie er een omslag in de manier van werken nodig is en dat daarbij Participatory Healthcare gestimuleerd dient te worden. Naast #patiëntincluded is REshape van mening dat ook verpleegkundigen meer betrokken moeten worden bij de veranderende zorg: #Nurseincluded. Ulco de Boer interviewde Angelien Sieben, verpleegkundig specialist en partime werkzaam bij REshape over dit fenomeen.

Reshape

Angelien Sieben is enthousiast aan de telefoon als ik haar spreek over #Nurseincluded en kan haar bijna niet bijhouden met het maken van aantekeningen. Ze is werkzaam als verpleegkundig specialist in het Radboud Universitair Medisch Centrum en sinds enkele maanden voor enkele uren werkzaam voor REshape, het innovatiecentrum van het Radboudumc dat Participatory Healthcare wil stimuleren. “ik ben heel praktisch bezig. Technologie die ik gezien heb zoals laatst op een congres in Amerika kan ik onder de aandacht brengen van de verpleging. Via Lucien Engelen (red: directeur REshape Center) heb ik makkelijk ingang bij de juiste kanalen. Zo heb ik gezien dat er een chip is die vocht detecteert. Handig voor decubitusverpleegkundigen dacht ik. Met die juiste ingang kon ik vragen aan de zorg of dit inderdaad een handige technologie was en of het mogelijk was om een pilot te doen. Of het voorbeeld van een chip in de schoen waardoor te achterhalen is waar een dementerende oudere zich bevind. Hoeveel kwaliteit van leven kun je dan toevoegen? Op dit moment is mijn rol bij REshape nog intern gericht maar we zullen ook breder gaan kijken omdat op die manier de innovatie beter onder de aandacht kan worden gebracht. We hebben nu contact met verschillende hoge scholen.”

VZI Nieuwsbrief mei 2014

#NurseIncluded

Enkele maanden geleden zijn Lucien Engelen en Angelien gestart met de beweging #nurseincluded. Zij zijn van mening dat het verpleegkundige beroep door zorgtechnologie erg beïnvloed gaat worden. Daarom is het nodig dat zij bij deze ontwikkelingen betrokken worden. In de communicatie op twitter wordt #nurseincluded gebruikt. “We zijn #Nurseincluded gestart naast #patiëntincluded dat aandacht vraagt voor de betrokkenheid van patiënten. #Nurseincluded wil aandacht vragen voor verpleegkundige betrokkenheid bij zorgtechnologie en innovatie. We zien dat innovatiegesprekken vooral gevoerd worden tussen industrie en artsen of managers.

6

Verpleegkundigen hebben niet altijd de technische kennis maar wél de ideeën om de problemen rondom de patiënt op te lossen. Zij zoeken naar de praktische toepasbaarheid van technologie bijvoorbeeld bij chronische zorg. Ik wil graag een brugfunctie vervullen tussen de techniekjongens en de zorg. De ideeën die zij bedenken moeten wel zinvol zijn voor de patiënt. Door in gesprek te zijn met techniek en de zorg krijg je het 1+1=3 effect. De techniek weet te weinig over wat er in de zorg afspeelt. Ik kan de ideeën beoordelen en ze in contact brengen met de zorg.” Op de vraag hoe verpleegkundigen staan tegenover technologie is Angelien heel duidelijk: “in het Radboudumc werken we papierloos. Deze manier van werken heeft verpleegkundigen overtuigd van het gebruik van zorgtechnologie, ook al omdat men nu meer inzicht heeft dan voordien.


Belangrijk is dat technologie praktisch is en aantoonbaar wat toevoegt voor de patiënt. Verpleegkundigen moeten overtuigd raken dat de zorg m.b.v. technologische ondersteuning doelmatiger kan.”

Technische Competenties

Angelien heeft een duidelijk beeld over wat zorgtechnologie betekent voor verpleegkundigen: “Focus bij de inzet van zorgtechnologie op het werkproces en kwaliteit voor de patiënt. Onderken ook als verpleegkundige je eigen kwaliteit en kennis in waar de zorg verbeterd kan worden door techniek. Zorgtechnologie vraagt van verpleegkundigen dat zij opnieuw kijken naar hun eigen vak en de benodigde competenties. De inzet van zorgtechnologie brengt je weer terug naar de basis van het vak en herdefiniëring daarvan is belangrijk. Het beroepsprofiel 2020 onderkent nog te weinig de inzet en gebruik van zorgtechnologie.”

Netwerken

Het vinden van elkaar in het land is lastig. V&VN zal daar een veel grotere rol in moeten spelen dan ze nu doen. Bijvoorbeeld door bijeenkomsten te organiseren waarbij je in gesprek komt met elkaar. Ook verpleegkundigen zelf kunnen wat doen. Zij moeten veranderingen en inzet van technologie niet aan het management overlaten. “Speak-up” zegt ons RvB-lid Cathy van Beek dan. Managers moeten de talenten van verpleegkundigen managen en faciliteren dat zij kennis op kunnen doen én in kunnen zetten. Doelmatige inzet van zorgtechnologie in het primaire proces kan alleen door de inzet van verpleegkundigen en visie van het management.”

Angelien Sieben, M ANP

verpleegkundig specialist vaatchirurgie/Voorzitter VAR Radboud UMC Angelien.Sieben@radboudumc.nl

#Nurseincluded is gestart door het Radboudumc, net als #patientsincluded. Moet dit niet breder in het land onder de aandacht gebracht worden? “ik heb mij naar binnen moeten vechten om aan tafel te komen bij de juiste mensen. Ook in het Radboudumc is niet altijd duidelijk bij wie aan tafel. Landelijk lijkt ook niet zo veel te gebeuren als het gaat om betrokkenheid van verpleegkundigen. Binnen REshape is het hebben van een idee al genoeg om te starten met een kleine test, mits het maar in de strategie past.

Radboudumc REshape Center “De veranderende zorg maakt het nodig om op een andere manier te gaan werken. Daarom is het Radboud REshape Center opgericht. Een van de belangrijkste speerpunten is de omslag van de traditionele gezondheidszorg naar Participatory Healthcare te stimuleren. Om deze omslag te bereiken, onderneemt het projecten in internationaal verband, doet onderzoek en verzorgt scholing voor zorgprofessionals. Het duidt toekomstige ontwikkelingen en vertaalt die in compacte projecten samen met de patiënt én verpleegkundige.”

7


Bewegingsmeter ingebed in de zorg blijkt effectief Promotie-onderzoek rondom eHealth

Sanne van der Weegen en Renée Verwey promoveerden op 16 september 2015 aan de Universiteit Maastricht op de proefschriften ‘Get moving! Self-management support using mobile technology’. Zij gaan in dit artikel in op de uitkomsten van het cluster gerandomiseerde onderzoek dat onderdeel uitmaakt van beide proefschriften.

Inleiding

VZI Nieuwsbrief mei 2014

Voldoende lichaamsbeweging is voor iedereen belangrijk, maar zeker voor mensen met COPD en diabetes type 2, chronische ziekten die in ons land steeds vaker voorkomen. Juist voor deze mensen is het vanwege benauwdheid of overgewicht vaak moeilijk om beweging een vaste plaats in het dagelijks leven te geven. Bestaande bewegingsprogramma’s zijn niet altijd succesvol, maar technologie kan helpen. Vanuit die gedachte ontwikkelde de Universiteit Maastricht samen de Limburgse bedrijven Sananet en Maastricht Instruments de Interactive Tool for Self-management through Lifestyle Feedback, kortweg It’s LiFe!

De It’s LiFe! tool

De tool bestaat uit een bewegingsmeter, die draadloos is verbonden met een smartphone en een online coaching systeem. Via een app en op een website is te zien hoeveel minuten er bewogen is in relatie tot persoonlijke doelen. Gebruik van de tool is ingebed in een zorgprogramma dat bestaat uit extra consulten bij de praktijkondersteuner. In de huisartsenpraktijk kan de praktijkondersteuner

8

de beweegresultaten van gebruikers van de tool via het coaching systeem monitoren. Gebruik van de tool is ingebed in een zorgprogramma dat bestaat uit extra consulten bij een praktijkondersteuner in de huisartsenpraktijk.

Ontwikkeling van de tool en het zorgprogramma

In het proefschrift van Sanne van der Weegen, staan onderzoeken beschreven over de ontwikkeling (van der Weegen et al., 2013) en de bruikbaarheidstesten (van der Weegen et al., 2014) van de monitoring en feedback tool en over de validatie van de accelerometer als onderdeel van deze tool (van der Weegen et al., 2015a). Het proefschrift van Verwey bevat artikelen over de ontwikkeling van het zorgprogramma, dat gebaseerd is op het 5A model (Verwey et al., 2014b), over het testen van het online coaching systeem behorende bij de tool (Verwey et al., 2013) en het pilotonderzoek dat werd uitgevoerd in een tweetal huisartsenpraktijken (Verwey et al., 2014a). Daaruit bleek dat praktijkondersteuners positief waren over het stimuleren van meer bewegen via het zorgprogramma en het coaching systeem. Ze vonden het een meerwaarde om objectieve beweeggegevens te kunnen zien waardoor ze persoonlijker en meer ‘op maat’ hun patiënten gingen begeleiden.


Onderzoeksopzet

Op basis van de uitkomsten van het pilot onderzoek werden de tool, het coaching systeem en het zorgprogramma verbeterd en vervolgens werd een cluster gerandomiseerd onderzoek uitgevoerd bestaande uit drie groepen van 8 praktijken met in totaal 199 deelnemers (82 met COPD en 117 met DM2 tussen de 40 en 70 jaar). Het doel van dit onderzoek was om de effectiviteit van het zorgprogramma met (groep 1) en zonder (groep 2) het gebruik van de tool te evalueren in vergelijking met gebruikelijke zorg (groep 3). In groep 2 voerden de praktijkondersteuners gedurende 4-6 maanden enkel het zorgprogramma uit, met de bedoeling om de toegevoegde waarde van het gebruik van de tool in combinatie met datzelfde zorgprogramma te evalueren. De primaire uitkomstmaat was het aantal minuten matige en intensieve beweging per dag, objectief gemeten in alle drie de groepen met behulp van een accelero-meter. De bewegingsactiviteiten van de patiënten werden gedurende 8 dagen gemeten op drie tijdpunten, namelijk bij aanvang, meteen na de interventie (4-6 maanden) en drie maanden na afloop (Verwey et al., 2014).

Significante verbetering

De resultaten van het evaluatieonderzoek wezen uit dat de gecombineerde interventie leidde tot een significante verbetering van het bewegen in vergelijking met gebruikelijke zorg (van der Weegen & Verwey et al., 2015). Direct na de interventieperiode bleek deze verbetering gemiddeld 12 minuten per dag. Drie maanden na de interventieperiode bleek deze vooruitgang nog steeds significant (11 minuten). Uit het onderzoek bleek tevens dat het gebruik van de tool in combinatie met het zorgprogramma effectiever was dan enkel de toepassing van het zorgprogramma (8 extra minuten). Het zorgprogramma alleen had geen significant effect op beweging in vergelijking met gebruikelijke zorg. Op basis van deze uitkomsten kan geconcludeerd worden dat de geautomatiseerde zelfcontrole en feedback component en het feit dat de praktijkondersteuner de beweegresultaten kan zien, de krachtigste elementen van deze gecombineerde interventie zijn.

Procesevaluatie

Tijdens het evaluatieonderzoek werd tevens een procesevaluatie uitgevoerd (Verwey & van der Weegen et al., 2015). Het bleek bijzonder moeilijk om voldoende praktijken en patiënten te vinden die wilden deelnemen aan het onderzoek. Er moesten tien keer zoveel praktijken, en binnen deze praktijken bijna drie keer zoveel patiënten benaderd worden om voldoende deelnemers te vinden. 17% van de patiënten viel uit tijdens het onderzoek. De uitvoering van het zorgprogramma door de praktijkondersteuners verliep zoals bedoeld, patiënten herinnerden zich de verschillende aspecten van het 5A model en hoewel technische problemen vaak voorkwamen gebruikten de meeste patiënten de tool tot het einde van de interventieperiode. De technische problemen met de tool hadden weinig invloed op de tevredenheid; patiënten uit groep 1 waren significant meer positief over de interventie dan die in groep 2. De volledige interventie leidde tot meer bewustzijn, discipline en meer plezier in bewegen.

Relevantie

De uitkomsten van dit onderzoek zijn relevant voor mensen met een chronische aandoening die meer willen bewegen en voor zorgprofessionals die deze patiënten begeleiden. De uitkomsten van het project zijn eveneens van belang voor wetenschappers en beleidsmakers die zich bezig houden met een gezonde leefstijl en geïnteresseerd zijn in de ontwikkeling van mHealth interventies.

Sanne van der Weegen

Vilans, Kenniscentrum voor de langdurende zorg Afdeling Onderzoek en Innovatie

Renée Verwey

Zuyd Hogeschool Faculteit gezondheidszorg/ Expertisecentrum Innovatieve Zorg en Technologie (EIZT)

9


eHealth voor

HBO-v

Project voor beschikbare interventies

Aan het eind van het tweede en begin van het derde jaar van de HBO verpleegkunde opleiding aan Hogeschool Inholland hebben HBO-V studenten in de vorm van een projectgroep gewerkt aan het project eHealth. eHealth is nog een nieuw concept en nog volop in ontwikkeling. Er is sprake van onzekerheid en kennistekort wat betreft de toepassing van eHealth door zorgprofessionals en patiënten. Vijf HBO-v studenten schreven een verslag over hun uitgevoerde eHealth project.

Project eHealth

Het doel van dit project is om een gestructureerd en duidelijk overzicht op te stellen over de beschikbare interventies per doelgroep die te gebruiken zijn door zowel patiënten als zorgprofessionals. Om tot dit overzicht te komen is er informatie verkregen vanuit wetenschappelijke artikelen die evidence based zijn. Deze informatie is nauwkeurig geanalyseerd en verwerkt in dit product. Door het brede aanbod en het relatief nieuwe concept, is er, bij het zoeken naar literatuur, niet zozeer gekeken naar het jaargetal van de publicatie van het desbetreffende, maar naar de nodige informatie die in het artikel vermeld wordt. In principe zijn alle artikelen relevant, aangezien eHealth vrij nieuw op de markt is. Mochten er meer artikelen gevonden zijn over het desbetreffende onderwerp, dan zal er uiteraard worden gekozen voor het meest relevante artikel.

VZI Nieuwsbrief mei 2014

Afkomstig uit: Nictiz eHealthmonitor 2015

Na een gesprek te hebben gehad met de opdrachtgevers, is de tip gegeven om voornamelijk naar systematic reviews te zoeken. Hierdoor zijn veel artikelen die in eerste instantie zijn gevonden in het Engels geschreven. Echter zijn deze eHealth interventies ook toepasbaar in Nederland, waardoor deze artikelen wel gebruikt zijn voor het uiteindelijk eindproduct.

10

Onderzoek

Bepaalde artikelen leken op promotie artikelen van bedrijven, omdat er in het artikel totaal geen knelpunten of nadelen te vinden zijn. Vaak worden alleen de positieve berichten eruit gehaald. Daarnaast is de interventie vaak op één of twee plekken getest. Het artikel is dan niet dusdanig betrouwbaar en daardoor niet bruikbaar. Ook wordt er in dit product gekeken naar de datum van de artikelen die wij eventueel willen gebruiken. Tijdens de zoektocht proberen we ten alle tijden de meest recente artikelen te gebruiken. In de systematic reviews hebben wij veel interventies gevonden. Het voordeel van de systematic reviews is dat het artikel betrouwbaar is, omdat de interventies al een paar keer zijn getest in controlegroepen. Er zijn diverse indelingen die in de praktijk voor eHealth gebruikt worden. Zo gebruikt de Raad voor Volksgezondheid en Zorg een indeling gebaseerd op het zorgproces, Nictiz kijkt daarnaast ook naar de gebruiker en de soort technologie. In dit artikel is voor geen van beide indelingen gekozen, omdat beide indelingen erg ingewikkeld zijn voor patiënten of zorgprofessionals die eHealth een totaal nieuwe toepassing vinden. De medische termen die in de indelingen worden gebruikt zijn erg ingewikkeld voor de patiënt. Technische termen die voor beide partijen (ook zorgprofessionals) vaak nieuw zijn. Ook geven de beide overzichten niet goed aan waar de gebruikers extra informatie kunnen vinden. Ook is het niet altijd even duidelijk wat er allemaal mogelijk is mocht je een bepaald eHealth product willen gebruiken. In het overzicht dat wij gemaakt hebben willen wij er voor zorgen dat het voor beide partijen makkelijk te raadplegen is. Verder is het ook belangrijk dat het overzicht weinig medische of technische termen bevat, zodat het voor iedereen begrijpelijk is. En direct in de indeling opnemen waar extra informatie gevonden kan worden mocht een product de interesse hebben van een of beide partijen. Uiteindelijk is de keuze gemaakt om voor een indeling te kiezen die voor zowel de zorgverlener als de patiënt duidelijk is. Om bovenstaande reden is ervoor gekozen om de interventies te verdelen per ziektebeeld.


Resultaten

Hieronder is een tabel te vinden in alfabetische volgorde met de interventies/producten die wij hebben uitgewerkt. Echter, wij hebben ervoor gekozen om de interventies van de meest voorkomende, chronische aandoeningen dieper uit te werken, omdat wij verwachten dat deze op langere termijn, veelvuldig gebruikt zullen

worden door de zorgprofessionals en door de hoeveelheid patiënten met deze aandoeningen. Per eHealth interventie zijn ook de eHealth producten verwerkt. Bij de interventies die alleen via het Internet werken staat N.V.T. (niet van toepassing) vermeld aangezien hier geen fysieke producten van beschikbaar zijn.

Aandoening

eHealth interventie

eHealth Product

Artrose

Persoonlijk beweegprogramma en kennisprogramma

Artrose in beweging

Asthma

Zelf-management programma’s inclusief telefoon en video support en thuismonitoring

peakflow en Smartinhaler

Acute en chronische somatische pijn

Internet support websites en zelf-management N.V.T. programma’s via het internet

Beroerte

Zelf-management programma’s inclusief telefoon en video support

N.V.T.

Borstkanker

Het internet en interactieve computer gebaseerde educatie

CHESS

Cardiale arrythmia

Internet monitor systemen voor therapeutische cardiovasculaire geïmplanteerde elektronische apparaten

N.V.T.

Chronische ziekten

Interactieve websites, thuismonitoring, zelf-management programma’s en cardiale rehabillitatie

N.V.T.

Chronische ziekten bij geriatrische patiënten

Telesupport door middel van telefoon en video support en zelf-care trainingen

N.V.T.

COPD

Zelf-management programma’s inclusief telefoon en video support. Het detecteert vroegtijdig opkomende COPD exacerbatie symptomen

N.V.T.

Diabetes Mellitus type 1 en 2

Internet lessen, telefoon interventies, gestructureerde telefoon support en zelf-management programma’s via het internet

N.V.T.

Hartfalen

Thuis telemonitoring en gestructureerde telefoon support

Elektronische bloeddrukmeter

Hemofilie

Online logboek tussen patiënt en behandelcentra

Helo! Iphone en Android app

Hersenaandoening door trauma

Zelf-management programma’s inclusief telefoon en video support

N.V.T.

Hypertensie

Thuis telemonitoring en computer gebaseerde educatie

PatiënTIME

Melanoom

Telemonitoring met telefoon en video support Skinvision

Multiple sclerosis

Het klinisch monitoren van de progressie van de ziekte MS

TM (Telemedicine)

Trombose

Telemonitoring

Coagucheck van Roche

TM (Telemedicine)

11


Titel product: Artrose in beweging

Artrose

Korte beschrijving product: Het is een internetprogramma van acht weken die als doel heeft mensen meer te laten bewegen ondanks de pijn. Ook biedt dit programma praktische informatie over moeilijkheden en het oplossen van problemen die mensen met artrose dagelijks ondervinden. Wie gebruikt het? Het product kan gebruikt worden door mensen tussen de 50-70 jaar met artrose in de heup of in de knie en die niet onder behandeling zijn bij een fysiotherapeut of specialist. Hoe wordt het gebruikt op dit moment? Momenteel wordt het product alleen maar gebruikt door mensen die ook deelnemen aan het onderzoek. Zonder deelname is het product nog niet beschikbaar. Het is een online beweegprogramma, waarbij de deelnemer wekelijks een opdracht krijgt om uit te voeren. Op deze manier is er sprake van een stapsgewijze opbouw. Knelpunten Geen. Meerwaarde patiënt De patiënt zal door dit online beweegprogramma leren om te gaan met artrose, door bepaalde vaardigheden te leren. De patiënt kan hierbij de artrose de baas zijn. Bovendien krijgt de patiënt meer inzicht over de inhoud van artrose als ziektebeeld en over het medicijngebruik. Hoe gebruikt de patiënt het product? De patiënt moet zich éénmalig aanmelden voor het onderzoek, waarbij een vragenlijst ingevuld moet worden. Aan de hand van de ingevulde vragenlijst zal het programma van start gaan. De patiënt mag zelf een leuke activiteit kiezen om te doen en deze activiteit uitvoeren met behulp van verkregen opdrachten. Meerwaarde zorgprofessional Geen, want de patiënt is bij gebruik van dit programma niet onder behandeling van een zorgverlener. Waar te vinden? http://www.nivel.nl/nieuws/artrose-minder-pijn-en-makkelijker-bewegen-door-internetprogramma www.artroseinbeweging.nl

VZI Nieuwsbrief mei 2014

Resultaten

Hieronder is een tabel te vinden in alfabetische volgorde met de interventies/producten die wij hebben uitgewerkt. Echter wij hebben ervoor gekozen om de interventies van de meest voorkomende, chronische aandoeningen dieper uit te werken, omdat wij verwachten dat deze op langere termijn, veelvuldig gebruikt zullen worden door de zorgprofessionals en door de hoeveelheid patiënten met deze aandoeningen.

12

Per eHealth interventie zijn ook de eHealth producten verwerkt. Bij de interventies die alleen via het Internet werken staat N.V.T. (niet van toepassing) vermeld aangezien hier geen fysieke producten van beschikbaar zijn.


Conclusie

Wij kwamen er al vrij vroeg achter dat het zoeken naar wetenschappelijk onderbouwde artikelen een stuk lastiger was dan wij verwachtten. Dit komt mede omdat het een redelijk nieuw concept betreft. Hierdoor waren lang niet alle interventies wetenschappelijk onderbouwt of is er nog niet voldoende research naar gedaan. Ten tweede kwamen wij er achter dat volledige objectiviteit over de beschreven eHealth interventies en producten nog niet overal is toegepast. Het werd ons al snel duidelijk dat sommige interventies/producten alleen door het producerende bedrijf worden beschreven waardoor snel een verbloemend beeld wordt geschept. Wel hebben wij geprobeerd om zo veel mogelijk door dit vertekende beeld te lezen en alsnog een zo objectief mogelijk product te creĂŤren. Ook kwamen wij in het begin wat lastiger op gang, omdat wij dachten dat het verschil tussen consumenten- en professionele eHealth duidelijker was gedefinieerd. Dit bleek echter vaak nog een grijs gebied te zijn, waardoor het vinden van de juiste en toepasbare informatie lastig was.

Als laatste ondervonden wij ook dat er beduidend meer informatie te vinden is over eHealth interventies/producten voor de GGZ en veel minder voor de AGZ. Toen wij echter een beter beeld kregen hoe eHealth in elkaar zit, werd het onderzoeken naar dit concept steeds gemakkelijker en interessanter. Het doel van de opdrachtgevers is om uiteindelijk een database te hebben met eHealth toepassingen op ziektebeeld. Deze database zal een continue onderhoud nodig hebben maar zal tevens zeer waardevol zijn voor patiĂŤnten en zorgverleners.

Amber Schaap Dionne ten Velden Jorina Rust Naouar Ajrir Niels Kamphuis

3e Jaars studenten HBO-v Inholland

13


Uitslag van poll op V&VN, september 2015

Wat vinden V&VN leden van eHealth?

V&VN heeft op haar website een poll uitgezet met eHealth als onderwerp. Dit waren de antwoorden:

Steeds meer cliĂŤnten/patiĂŤnten ervaren dat hun zorg met eHealth makkelijker, veiliger en toegankelijker wordt. Er bestaan mooie oplossingen voor lastige problemen. Inmiddels hoort het bij de zorg. Mee eens? Verdiep jij je in eHealth?

VZI Nieuwsbrief mei 2014

Antwoord

Aantal stemmen

Percentage

Ja, ik ben altijd actief bezig mijn kennis en kunde over eHealth te vergroten

64

45%

Ja, maar verdiep me er alleen in als mijn werkgever scholing aanbiedt

50

35%

Nee, ik wacht rustig af tot het niet meer anders kan

23

16%

Nee, ik wil me er niet in verdiepen

5

4%

Totaal: 142 stemmen

14


Cliënten hebben graag toegang tot hun eigen zorggegevens. Dat is een verandering en vraagt veel van zorgprofessionals en cliënten. Wat vind jij van elektronische inzage van een cliënt in zijn dossier? Antwoord Ik vind het een positieve ontwikkeling

Aantal stemmen

Percentage

178

87%

Ik vind het een negatieve ontwikkeling

13

6%

Ik heb er geen mening over

8

4%

Ik weet niet wat het inhoudt

5

2%

Totaal: 204 stemmen

Verpleegkundigen en verzorgenden gaan steeds meer actief aan de slag met eHealth. Dat vraagt om vaardigheden om met eHealth-toepassingen om te gaan. Voor de ene zorgprofessional is dat makkelijker dan voor de andere. Hoe ‘digivaardig’ ben jij? Antwoord Ik ben nog helemaal niet digivaardig ik ben beginnend digivaardig, met wat hulp kom ik er wel uit Ik ben digivaardig genoeg om alle toepassingen te gebruiken ik ben helemaal digivaardig en kan anderen daarbij helpen

Aantal stemmen

Percentage

124

28%

158

35%

77

17%

90

20%

Totaal: 449 stemmen

15


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.