Scheepsjournaal week 38

Page 1

Honeymoon Bay (St. John VI) Tortuga Beach (Culebrita)

38


Week 38 17 mrt—23 mrt Honeymoon Bay — Tortuga Beach Je week beginnen in de huwelijksreis baai en eindigen bij de schildpadden! Wat wil een mens nog mee? Wat een mooie week hebben we toch weer achter de rug. We zijn alleen maar op Amerikaans grondgebied geweest, maar geen een baai is met de andere te vergelijken. Ze hadden allemaal hun eigen charme. Van St. Johns hebben we genoten. Het heeft geweldige stranden en de mooie trails. St. Thomas heeft ons niet kunnen bekoren. Daarna hebben geproefd aan de Latinosfeer die op Culebra hangt. Het is daar zo ongelofelijk anders. De sfeer, de mensen, het eten, het tempo, alles is eigenlijk anders. We voelen dat we weer op reis zijn. Dat we van gebaande paden af zijn en we trekken heerlijk ons eigen plan . We genieten daar ontzettend van het landschap, de onderwaterwereld, de sfeer, het eten en elkaar. Culebra is muy bien!


Zondag 17 maart We hebben geen wekker gezet, maar Frederique is al vroeg wakker. Ze komt ons wekken. Ze zegt dat wij gezegd hebben dat ze ons moet wekken, maar dat ze eigenlijk niet weet waarom! Wel nu mooi meisje, we gaan lekker lopen vandaag. Dus het is heel fijn als we vroeg vertrekken. Ik snotter me suf zullen we maar zeggen. Mijn hele hoofd zit vol en ik ben er vannacht een paar keer wakker van geworden. Toch wil ik op pad. Wie weet loop ik mijn griepje er wel uit. Dus na een ontbijtje gaan we met de bijboot naar het strand. We leggen deze met een slot om de boom. Dan zijn we er tenminste zeker van dat hij er nog ligt als we terugkomen! We beginnen met het Lind Point Trail (1) omhoog te lopen. Daar bevindt zich ergens een splitsing die zorgt dat we op het Caneel Hill Spur Trail (3) komen. Bas is helemaal onder de indruk, want wat zien al deze trails er goed uit zeg. Wat mooi onderhouden en wat is het lekker lopen. De meiden moeten er duidelijk nog even inkomen. Lijntje begint al dat ze pijn heeft aan haar voeten, daarna Liedje dat ze moe is en Frederique die wil alleen maar het woordenspelletje van gisteren doen. Ik word er tureluurs van. Zo komen we nergens en zo vind ik er niks aan. Dan loop ik liever alleen. Lijn en Frederique hebben de boodschap goed door. Liedewij heeft iets meer uitleg nodig. Volgens mij heeft ze het nog niet helemaal begrepen. We lopen gestaag verder en overal om ons heen schieten kleine hagedissen weg. Het hele pad ligt bezaaid met blaadjes en de vegetatie hier is weer compleet anders dan dat we tot nu toe gezien hebben. Ik heb echt geen idee hoe al de bomen en planten heten. Er staan denk ik wel 10 verschillende soorten cactussen. Verder zijn het ranke loofbomen waar ik de namen echt niet van ken. Ze zijn niet zo hoog, want overal kun je de zon zien.


Het ruikt hier fris en vochtig. Naar een lekker bos waar het net geregend heeft. Na 1 mijl lopen kruisen we de Main Road van het eiland. Daar worden de eerste snoepjes uitgedeeld en de eerste pleisters geplakt. Liedewij heeft pijn aan haar hak en daar komt een blaartje aan en mijn blaar krijgt een nieuw gaasje. Daar is het ook echt wel hoog nodig aan toe. Dan lopen we verder. We kiezen hier voor het Caneel Hill Trail. Deze trail is 2,5 miles lang en ze zeggen dat het ongeveer twee uur lopen is. Lekker dus! Als we het pad oplopen, stoot ik mijn hoofd tegen een heel gemene cactus. Gelukkig heb ik mijn zonnebril op, want anders zouden heel mijn ogen vol zitten. Nu alleen mijn neus. Wat een ontzettend gedoe! Al die stekels doen erg pijn. Bas haalt ze er zo goed en zo kwaad als het kan allemaal uit, maar allemaal lukt helaas niet. Die doen we straks op de boot wel. Ik vind het maar niks die splinters in mijn neus en word er bijna panisch van. Ik kan me er gelukkig over heen zetten, maar het blijft een raar gevoel en het voelt heel irritant. We klimmen hard, want de eerste top die we willen bereiken is die van het die van Caneel Hill zelf. Deze top ligt op 719ft. Als we bijna op de top zijn, heb je een briljante uitkijk over de naburige eilanden. Er staan hier twee wankele houten bankjes en daar maken we dankbaar gebruik van. We drinken er wat water en eten een snoepje. Er komt een Amerikaans stel aangelopen, aan gehijgd, en zij gaan ook even zitten. Zij vragen waar we vandaan komen. Bas zegt dat we op reis zijn en vertelt de route die we tot nu toe hebben afgelegd. Zelfs ik word er stil van! Wohhh wat een gave route hebben we afgelegd.


Wat zijn we toch op heel veel mooie plekjes geweest. Het lijkt onwerkelijk als ik het Bas hoor zeggen, maar dat hebben wij, met ons bootje gedaan! We kletsen nog wat en dan gaan zij op pad. Ze hebben “haast�. Ze zijn hier namelijk maar een lang weekend en dan moeten ze weer terug naar huis, back to business. Wij vervolgen ook onze weg en hiken verder. De treden worden hoger, het pad wordt smaller en Liedewij haar korte beentjes hebben het zwaar te verduren. Logisch hoor. Erg knap dat ze het helemaal volhoudt. Aan het begin van dit pad heeft ze even heel hard gebruld en iets van haar prinsessengedrag laten zien, maar we hebben uitgelegd dat zij (en wij dus ook) deze trail leuk en gezellig of helemaal niet leuk af kunnen lopen. Aan haar de keuze. Ze heeft toch maar eieren voor haar geld gekozen. Fijn, te zien, want we moeten nog zo lang en het is ook beter voor de sfeer. Frederique blijft ondertussen vragen wanneer we met het spelletje beginnen en Lijntje spurt er iedere keer uit. Wat is die toch sterk en snel. Daar blijf ik me over verbazen. Ze heeft als eerste de echte top met uitkijktoren in de gaten en klimt erop. De meiden spelen er even en Bas en ik vergapen ons over het uitzicht. Daar hoef je je niet voor te schamen. Wat ontzettend mooi! We zijn er nog (lang) niet en lopen verder. Overal om ons heen springen kleine hagedissen weg. Ze blijven leuk om naar te kijken en ze poseren zelfs voor ons. Ik loop samen met Liedje achterop als ik Frederique een gil hoor slaken. Ze is erg geschrokken van een grote leguaan die zich in het nauw gedreven voel. De Leguaan zat midden op het pad en toen hij de kinderen hoorde wilde hij weg. Alleen koos hij de verkeerde kant, want daar was een vijf meter lang hek.


Geen idee waarom het daar in the middle of nowhere staat! Dus dat beest beukt met zijn kop tegen het hek, maar kan niet weg. Erg zielig voor hem. Wij kijken ook verschrikt, want wat doen die beesten eigenlijk als ze in het nauw gedreven zijn? We gaan er maar van uit dat ze niks doen en we tillen Frederique en Kathelijn er voorbij. Bas wil de leguaan nog helpen, maar dat lukt niet echt. Hij blijft maar tegen het hek aanbeuken. Dan geeft ook Bas het op en loopt met ons mee. Het beest is ondertussen ook weer rustig en bedenkt dat het dan misschien toch verstandiger is om een andere weg te kiezen. Dat doet hij dan eindelijk en dan hebben wij even de tijd om wat foto’s van hem te maken. Het pad vervolgt zich en we zoeken de wilde ezels. Die leven hier volop. We zien hem niet, maar we zien wel al zijn poep en de kinderen hebben er plezier om. Kathelijn gaat allemaal ezeltjes nadoen. Erg leuk. Bas doet ook een duit in het zakje en maakt ook de meest hilarische geluiden. Ik geniet, geniet en geniet. Wat vind ik het toch lekker om zo weg te zijn. Dit zijn voor mij de meest bijzondere dagen. Rugzak om en actief met z’n vijven op pad. Dit maakt reizen voor mij zo leuk. Aandacht voor elkaar en de mooie omgeving en dan ook nog iets actiefs doen. Alle ingrediënten voor een geslaagde dag! We zingen, kletsen, doen spelletjes, kijken en genieten van de natuur, praten over de natuur en wat al nog niet meer. Helemaal top! Hoop wel dat we er snel zijn. We klimmen naar de laatste en hoogste top, naar Margaret Hill. Deze top is 848ft hoog en geeft weer zo’n mooi uitzicht. Dan kunnen we gaan dalen. Nog een uur te lopen. Iedereen houdt het goed vol. Onderweg stoppen we nog een keer voor een koekje en wat te drinken en dan eindelijk zijn we bij de weg. We denken dat we er zijn, maar dan blijkt dat we nog 1.5 miles moeten naar onze baai. Dat is even een tegenvaller, maar goed.


We lopen naar het Caneel Bay Resort. Dit resort is voor de rich en famous en van de familie Rockenfeller. Het is oogverblindend hoe mooi dat het is. De sfeer spreekt ons echter minder aan. We zien wel nog hertjes en we twijfelen of we hier iets drinken en lunchen. Het is zo stijf dat we maar doorlopen. Het kan niet ver meer zijn. Dan maant Bas om stil te zijn en naar de berm te kijken. Daar zit er weer een. Zo’n hele hele grote leguaan. Hij poseert gewoon voor de foto. Wat mooi zeg. We lopen verder als we er bijna zijn, op 50meter na, staat daar eindelijk de lang verwachte ezel. Kathelijn vraagt zich af waar het baasje is, maar deze ezels leven hier in het wild! Terug op de boot eten we een tosti en drinken we wat. Ook ruimen we wat op, want het is echt een zooitje. Dat is wel iets waar ik de balen van heb. Altijd een bende. Dat ga ik thuis zeker niet missen. Ondertussen komt de Annalena ook de baai invaren. Als Bas gaat betalen bij de rangers blijkt dat ze de postbus nog niet leeggemaakt hebben en Bas kan de envelop niet goed kwijt. Dus de mooring hebben we nog niet kunnen betalen. Misschien in de andere baai. We halen ons anker op, want we willen naar Trunk Bay. Dat is volgens de geleerde een van de mooiste stranden van de wereld. Nou dat willen wij dan wel eens met eigen ogen zien. Er komt ondertussen een dikke regenbui over ons heen. Zowel Trunk Bay als Cinnamon Bay liggen te veel in de deining. Dus die vallen voor ons af om te ankeren. Dat is erg jammer, want ik was graag naar Trunk Bay gegaan. Misschien morgen dan. We varen door naar Maho Bay.


Hier blijken de schildpadden te zijn. Er ligt een groot rif voor en de golven die daarover heen komen zijn gigantisch en dan de wind (wij hebben 30 knopen wind tegen) en de dreigende lucht zorgen ervoor dat het een spectaculair gezicht wordt. Als we bijna de baai invaren zie ik in de verte iets drijven. Geen idee wat het is. We varen er op af en het blijkt een kano te zijn. Daar gaan we graag naartoe, want die willen we wel hebben. Bas is zich al helemaal aan het verlekkeren wat hij met dat ding kan doen. Helaas komt er een mooie speedboot aanvaren en de bemanning van een gigantisch jacht zegt dat hij van hun is. Kan wel kloppen, want precies zo’n zelfde ligt achter hun boot. Weer een illusie armer gaan we verder. We vinden een lekker plekje bij het strand. Bas, Frederique en Kathelijn gaan nog even snorkelen en ik blijf met Liedewij op de boot. Ik ga de foto’s op de computer zetten en Liedewij speelt wat. Dan ga ik koken. Er staat chili op het menu. Iedereen vindt het lekker. Als Liedewij haar bordje leeg heeft is ze moe en wil ze lekker gaan slapen. Ze mag bij ons achter liggen, want het kleine meisje is nog steeds een beetje ziek. De andere twee gaan voor een boekje lezen en wij ruimen wat op en hebben daarna een lekkere avond in de kuip met de golven van de oceaan op het strand op de achtergrond.


Maandag 18 maart Ook hier kun je depressief worden! Ongelofelijk wat een pest pokkeweer. Er is helemaal niks aan. Het is raar weer. Het ene moment schijnt de zon volop en het andere moment regent het pijpenstelen. Je kunt eigenlijk geen kant op. We zijn vandaag wel vijf keer bijna vertrokken naar het strand! Ik weet het klinkt nog steeds niet erg, maar chagrijnig word ik er wel van en Kathelijn lijkt wel een pingpongbal. Liedewij heeft bij ons achter geslapen. Ze heeft oorontsteking en zit aan haar eerste antibioticakuur van deze reis. Dus bij ons heeft ze meer de ruimte dan voor bij haar zussen. Nu heeft ze zich zo lekker geïnstalleerd in bed, dat er eigenlijk maar ruimte is voor één volwassene. We tossen er net niet om en Bas gaat in de kajuit slapen. Zo lig ik heerlijk met ons kleine meisje in een groot bed. Ik word ’s nachts wel een paar keer wakker, want mejuffrouw heeft de slaapzak gepakt en ik heb het koud. Iedereen wordt al vroeg wakker en is er al op tijd uit. We beginnen met school. Frederique maakt een rekentoets en een controledictee. Kathelijn en Liedewij beginnen met wat werkbladen. Leuk om te zien hoe ze daar mee omgaan. Ze moeten wat tekenen, kleuren, knippen. Heel de tafel ligt vol en ze doen goed hun best. Lijntje rekent daarna nog en samen lezen we ween verhaal over een muis. Liedewij maakt een halve kralenplank. Het lijkt erop of ze de techniek doorheeft, want ze gaat als een speer. Na school ga ik met de meiden snorkelen. We gaan met z’n vieren, want Bas is aan het klussen op de boot. Hij had me al gewaarschuwd dat er niet veel te zien is hier, maar ik denk dan dat er altijd wel iets te zien is, nou in dit geval niet!


Er is echt helemaal niks te zien hier. Het enige wat ik zie is zand. Toch ben ik blij, want die Liedewij die snorkelt gewoon met ons mee. Ze spartelt met haar voetjes in het rond. Ik ga deze week eens flippers bij haar aandoen. Kijken hoe dat gaat. De snorkelpret duurt niet zo heel lang, want wij zijn gewoon verwend. Er zitten ook schildpadden in de baai, maar die hebben helaas geen zin om zich hier te laten zien. Terug op de boot lunchen we iets en pakken de spullen voor het strand en dan gaat het regenen, dus blijven we in de boot. We rommelen wat, maar daar word ik ook niet vrolijk van. Wat dan? We besluiten om alvast de piek van de boot uit te ruimen en spullen bij elkaar te zetten die we kunnen doneren aan het weeshuis op Ile La Vache. Het moet toch gebeuren en dan kunnen we het beter nu doen, nu het weer zo slecht is in plaats van een keer volgende week als de zon hoog aan de hemel staat. Ook liggen daar onze dekbedden en daar willen we wel weer onderkruipen met de “kou” hier. Dus zo gezegd zo gedaan. We krijgen ook weer inzicht wat we allemaal nog aan boord hebben. Van het resultaat worden we wel weer vrolijk. We halen ok de wat warmere kleding voor de kinderen tevoorschijn. Op de oversteek terug (en in Europa) kan het gewoon kouder zijn. Al de kleren zitten in vacuüm zakken en ik heb eigenlijk geen idee meer wat erin zit. Dus het is een verrassing. De een wat aangenamer dan de andere. Ik heb zelfs sokken meegenomen, waarvan je aan de onderkant er doorheen kijkt! Tjonge jonge jonge. Het blijkt dat de meiden heel erg veel zijn gegroeid. Frederique heeft bijna alleen nog maar navelshirtjes en bij Kathelijn zit alles precies pas. Liedewij is denk ik de gelukkigste van het stel, want zij past alles en het staat haar allemaal even leuk. Dus we moeten voor twee meiden op pad voor wat nieuwe kleren. Dat is geen straf, want ook Bas en ik zijn wel aan wat nieuws toe na bijna een jaar. We denken dat we in San Juan goed kunnen gaan slagen. Lekker vooruitzicht. Dan willen we weer naar het strand, staan we allemaal klaar en dan… begint het weer te regenen. Dus we gaan weer niet. We zien wel een schitterende regenboog trouwens. Ik wil er toch wel even uit en ga lopen. Ik wel weer wat bewegen. Dus ik ga hardlopen. Langs de weg is geen succes, want er is geen greppel en ook geen pad. Dus dan maar op het strand.


Dat is heerlijk. Er is niemand meer op het strand, dus de dieren vliegen me alweer om de oren. Ik zie veel vogeltjes en ook weer een soort van langlopend harig beest met een dikke staart. Gerard noemt het een Opposum of zoiets. Ik ga het dadelijk even opzoeken. Bas komt mij bij het strand halen en als we terugvaren zien we ze dan. De schildpadden. Op de boot ruim ik het slagschip op, want we kunnen er echt iets van. Bas kookt ondertussen en de meiden lezen wat en kijken een filmpje. Ik ruim alle kleren voor op en stop alvast wat kleren in de tas voor Ile a Vache. Het is rustig op de boot. Ieder doet zijn eigen ding en het is fijn! We eten overheerlijke nasi. Alleen de kroepoek die we erbij eten is zo taai als iets. Toch eten de meiden het met smaak. Ik heb vanmiddag weer een poging gedaan met een puddinkje te kloppen. Veel vertrouwen had ik er niet in, want de keren dat we het gedaan hebben, werd het niet hard in de koelkast. Het bleef een drap. Ik had geluk, want de pudding is gelukt, dus de meiden hebben genoten van een lekker toetje. Daarna tandenpoetsen en naar bed. Het is hier nu weer helemaal helder. Mooie sterrenhemel, de branding op de achtergrond en ook horen we krekels. We hebben het zo slecht nog niet ‌‌..!


Dinsdag 19 maart Vandaag willen we naar Annaberg. Dat is een suikerfabriek uit vervlogen tijden. We zijn op tijd op en ik wil de fee gaan betalen voor de mooring. Ze hebben hier vlotjes waar een brievenbus op staat waar je je mooring-fee in kan deponeren. Een systeem gebaseerd op vertrouwen dus. De brievenbus is overvol, met als gisteren en ik kan de envelop gewoon niet kwijt. Er staat ook een gele waterdichte kist op het ponton geschroefd waar de envelopjes in zitten waar je de donatie in stopt. Ook in deze kist zit al geld. Men heeft dus blijkbaar veel vertrouwen hier in de mensheid. Ik besluit onze bijdrage op de volgende ankerplek te deponeren. Om nu alle creditcard gegevens open en bloot achter te laten lijkt me niet geweldig. Ons vertrouwen is blijkbaar minder groot. Als ik terug aan boord ben, gooien we los van de mooring en we varen de baai uit, op naar Melon Bay. We hebben veel tegenstroom en we vorderen dus langzaam maar gestaag. Als we de baai in varen zien we de ru誰nes al liggen. In de buurt van deze ru誰nes pikken we weer een mooring op. Ik ga even met de dinghy naar het betaalponton en gooi ons envelopje in de bus. Ik ben benieuwd of dit in Nederland ook zo zou werken. Terug op de boot stappen we allemaal in de dinghy, want we gaan naar Annaberg en haar verleden op zoek. We varen in eerste instantie naar een strand om daar de rubberboor achter te laten. Tussen het strand en ons bevindt zich een uitgestrekt rif en we halen het strand simpelweg niet. Het is veel te ondiep voor ons. Dan varen we naar de andere kant van de baai. Daar trekken we dinghy de kant op en leggen hem op slot. Kwestie van vertrouwen. We lopen over een smal pad naar de Annaberg. Onderweg komen we een Amerikaans stel tegen en de man verteld dat hij vannacht slecht had geslapen door het weer. Hij vraagt hoe het bij ons was met slapen en ik wijs onze boot aan. Wij hadden ook last van het weer. De komende tien minuten praten we over reizen en vakantiedagen. In Amerika werkt het toch anders dan in Europa. Zij hebben echt heel weinig dagen alhoewel deze man het goed had geregeld met zijn werk. Ik neem afscheid van deze aardige man en met Marieke en de kinderen lopen we de berg op. We zijn na vijf minuten al op de ru誰ne en daar gaan we de kinderen het een en ander over vertellen.


Ze hebben namelijk vandaag schoolreisje. We vertellen over slavernij en hoe het er 200 jaar geleden hier aan toe ging. Ze vinden het heel indrukwekkend. Ze begrijpen niet dat er mensen zijn geweest die eigendom waren van iemand en dat ze moesten werken zonder loon. Het is allemaal vreemd en we krijgen het maar slecht uitgelegd. Ze zeggen dingen als, dan ontsnap je toch gewoon, of dat doe je toch niet. Maar voornamelijk het eigendom zijn van iemand is het slechtst te begrijpen. We praten met een Ranger die ook nog tekst en uitleg geeft bij de molen en wat er hier gedaan werd. Ook vertelt hij dat hier 650 slaven werkten. Wat een hoop. We kijken in een kerker waar nog steeds tekeningen van slaven te zien zijn die in de muur zijn gekrast. Het is een prachtige ruïne om te zien en we kijken alle vijf de ogen uit. Er is nog veel te zien over de fabricage van rietsuiker. Het mooie is, dat de kinderen het ook indrukwekkend vinden. Als we teruglopen hebben ze het nog steeds over de slaven en wat dat betekent. Als we bij de rubberboot terug zijn gaan we toch nog een stukje van een andere trail lopen. De Ranger had ons gewezen op de ruïnes die boven op een heuveltop liggen. Daar woonde ooit de baas van de suikerfabriek. We lopen omhoog over de trail naar de top. Het is goed warm en de meiden hebben het wel weer gehad met het lopen. Ze zetten nog even door, gelukkig, en in no time staan we op de ruïne. We kijken uit over de eilanden. We zien Tortola, West End, St Thomas en… de Annalena die de baai in komt varen. Marieke neemt foto’s van de Annalena en dan is de batterij van de camera leeg. Helaas, helaas, hij doet echt niets meer. We kijken nog even rond en dan gaan we aan de terugweg beginnen. De jongste twee zijn er wel klaar mee en het is goed dat we alleen maar hoeven afdalen. Ze zijn blij als ze weer bij de dinghy zijn. We trekken de slippers uit en trekken de rubberboot in het water. De meiden stappen in en Marieke en ik lopen de boot door naar waar het diep genoeg is. We varen langs de Annalena waar Gerard bijna lag te slapen.


Rommy is aan het snorkelen en wij storen een klein beetje. Hij vraagt ons aan boord en we gaan beleefd als we zijn op de uitnodiging in. We zitten lekker in de kuip en we zien Rommy al aan komen zwemmen. Als Rommy er ook is drinken we wat met zijn allen en praten even bij over de belevenissen. Marieke en Rommy bedenken dat ze morgen gaan lopen naar Coral Bay. Gerard laat graag verstek gaan en ik ga me met de scholing van de kinderen bezig houden. Geregeld dus. We dachten eerst nog vanmiddag weg te gaan, maar dat schuiven we graag door. Na het drankje gaan wij terug naar de boot. We willen nog zwemmen en moeten nog eten dus het is een prima tijd om door te gaan. Aan boord maken we een vers brood en pakken we Chinese noodlesoep. Na het eten gaan we nog even naar een eilandje in de buurt waar ook een mooring ligt voor dinghy’s. Het is bijna vijf uur en het licht wordt al snel minder onder water. Als ik in het water lig is het eerste wat ik zie twee roggen. Heel mooi. Ik duik er naar toe en maak er foto’s van. Wat gaaf. Dan gaan we met zijn vijven snorkelen. Liedewij is held van de dag. Wat kan ze al geweldig snorkelen. Zeker met haar nieuwe snorkel. Ze probeert zelfs al hoekduiken te maken. We maken wat onderwaterfoto’s, met name van Liedje en dan gaan we op tijd terug.. Aan boord douchen we allemaal in de kuip en dan kunnen we op net op tijd koken. Het is kliekjes dag. De meiden helpen met de komkommers snijden en Liedewij hanteert het grote mes voor het in plakjes snijden van de tomaat en augurken. Het gaat haar nog goed af ook! Rond zeven uur schuiven we aan tafel en nu weten de meiden wat kliekjes dag is. Ze eten lekker en daarna nog een toetje. Tevreden gaan ze lekker naar bed. Marieke en ik volgen vier uur later.


Woensdag 20 maart Ik ben al om zes uur wakker. De kinderen volgen niet veel later, Marieke heeft er meer moeite mee. Ze ging pas na twee uur naar bed want ze kom niet slapen. Toch moet ze op tijd op want ze gaat met Rommy een hike doen. We maken koffie en ontbijt. Marieke pakt de spullen voor de hike. Precies om acht uur zitten we in de rubberboot en gaan we Rommy ophalen. Ik breng de dames naar de kant en vaar op de terugweg langs het betaalponton. We moeten weer een nacht afrekenen. Als ik weer aan boord ben zijn de meiden al met school begonnen. Wat een helden. In de ochtend werken we zo door taal– en rekenlessen heen. De meiskes doen goed hun best. Ik als onpartijdig vader vind het modelscholieren. Als aflatende schooljuf, ben ik natuurlijk beretrots op zowel meester Bas als op de drie leerlingen dat ze zo goed gewerkt hebben, ondanks dat ik er niet ben! Fijn dat het zo goed gegaan is, dat biedt perspectieven….. Met het schrijven van de ochtend was Bas er al klaar mee, want wat valt er in godsnaam over Charlotte Amalie te melden. Hoe verwoord je zoiets? Een lastige, dus mijn heerlijke trails van vandaag zijn een geweldig excuus om het stokje aan mij over te geven. Dus vandaar dat ik verder schrijf. Ook ik heb geen idee om te verwoorden wat ik van Charlotte Amalie vind, maar dat komt misschien wel along te way. Terug naar het lopen… Bas zet Rommy en mij dus af op het strand. We willen het Johnny Horn Trail lopen. Dat is 1.8 miles lang en daar doen we volgens de folder 2 uur over. Dat moet me dan toch wel een gigantische wandeling zijn, want ik heb nog nooit maar 2.7km in twee uur gelopen. Hier ben ik dus goed op voorbereid, want ik verwacht er qua klim en klauterwerk nogal het een en ander van! Deze trail loopt van Watermelon Bay in het noorden dwars over het eiland naar de zuidelijke Coral Bay. Het is een prachtige wandeling en we dalen en stijgen regelmatig, maar moeilijk is het niet.


Soms wat vermoeiend, omdat ik door mijn verkoudheid geen adem krijg en loop te sniffen, maar dat is dan ook het enige. Nou ja, heel soms voel ik mijn kuiten, maar het is zo lekker! Het is gewoon super om er even uit te breken. Even weg van de boot en weer op sjouw zijn. Deze momenten zijn er maar weinig dit jaar. Het merendeel van de tijd zijn we echt met ons vijven. Dat is trouwens ook genieten, maar even een leeg hoofd halen is fijn om alleen te doen. Ik weet dat als ik dan terug kom, ik helemaal bruis van de energie en weer helemaal klaar ben voor het vervolg van de dag! De trail is leuk, maar dus niet zo moeilijk als omschreven. We zijn dan ook al een klein uurtje later in Coral Bay. Aan de ene kant een domper, want ik had me er toch wel echt op verheugd om lekker lang op pad te zijn en als we nu alweer terug zijn, dan lijkt het alleen op een zuchtje! Dus wat nu! We gaan eerst bij een Donkey diner iets drinken en als Rommy de kaart pakt zegt ze dat er 1.5 mijl verderop weer een andere trail begint en dat deze ook bij onze baai eindigt. Het is de Brown Bay Trail. Deze is 1,6mijl lang en ook hier doen we dan weer 2 uur over. Met onze geweldige ervaring van vandaag wagen we het maar op. We lopen dus eerst 1.5 mijl langs de kust naar het oosten, want daar begint de trail. Voordat we de heuvels in gaan kijken we onze ogen uit over Brooks Creek, Princess Bay helemaal naar het zuiden, naar Turner Point. Wat ongelofelijk mooi, wat ongerept. Hier in heel deze diepe baai, tevens hurricane hole, ligt helemaal geen een boot. De natuur is hier nog echt ongerept. Ik denk eerst dat je hier niet mag ankeren, want waarom ligt er hier niemand?


Later blijkt dat je hier gewoon mag ankeren. Wie zegt dat de Virgin Islands druk zijn, moet gewoon beter zoeken, want de ongeschonden plekjes zijn er zeer zeker. Deze baaien zijn er een schoolvoorbeeld van. Na verlekkerd de baai ingekeken te hebben lopen we door naar het begin van de trail. Deze ligt in de bergen en we mogen meteen gaan klimmen. Dit ziet er toch weer anders uit dan de eerste trail. Het is lekker. We lopen gestaag door en de hele trail lopen we van boven naar beneden en terug. Heerlijk. Tijdens het lopen hebben we het over van alles en nog wat. Zo vertelt Rommy dat als zij met pensioen is…… met pensioen? Inderdaad zijn maken al plannen voor na de pensionering en neem dan mij…. 35 met een nog heel werkend leven voor me! Tuurlijk droom ik en heb ik 101 ambities en duizend dromen, maar dat is toch anders dan een tijdsframe van een paar jaar. Ik denk dat ik de komende jaren vooral veel in de weer zal zijn met het sporten en andere clubjes van de kinderen. Er zit echt ook wel een generatie tussen ons in. We hebben het er even over. Rommy was dat ook al opgevallen, want tijdens onze vorige hike met Sabien hadden Sabien en ik het ook over dingen die voor Rommy totaal niet meer relevant zijn zoals het napoetsen van de kinderen! Zo zie je maar weer waar wij het tijdens het lopen over hebben, over de tandjes van onze kindjes! Het is heerlijk om te lopen en het is jammer dat we alweer terug zijn. Over deze tweede trail hebben we ruim een uur gelopen. Nog veel korter dan dat de folder zegt. Ik roep Bas op via de marifoon en hij komt ons halen. We zetten Rommy af bij hun boot en dan gaan we terug naar de Mare Liberum.


Daar maken we de boot klaar om te gaan varen naar St. Thomas. We zijn niet zo snel met opruimen en zodoende zijn Gerard en Rommy al eerder weg dan wij! Bas heeft buiten alles al voorbereid voor de cruising chute. Hij wil deze nog een keer omhoog hebben en de wind is er nu goed voor. Het is lekker om te zeilen. Heerlijk. We lopen hard op de cruising chute en als deze droog genoeg is om voor lange tijd op te bergen dan gaan we lunchen. Liedewij smeert de boterhammen. Ze neemt er ruim de tijd voor. We hangen over stuurboord, dus makkelijk is het niet om de boterhammen klaar te maken. Ze smaken wel erg lekker. Zo vliegen de uurtjes en de mijlen aan ons voorbij en voordat we het weten laten we ons anker vallen in St.Thomas. We gaan naar Charlotte Amalie, de hoofdstad. Zoals al eerder vermeld zijn de Denen hier in 1917 vertrokken toen ze het aan de Amerikanen vertrokken. Waarom ze het verkocht hebben is ons een raadsel, want wie verkoopt er nu zulke mooie eilanden aan de Yankees‌..! De eilanden zijn dan wel schitterend, Charlotte Amalie is echter een plek waar ik nog niet dood gevonden wil worden. Wat een nepzooi! Althans zo oogt het. Het is helemaal gericht op de grote Carnaval en Celebrity cruiseschepen en heeft helemaal niks authentieks meer. De commercie heeft het hier gewonnen van de historie en het cultuurerfgoed. In Mainstreet zijn allemaal toeristenwinkels van Indiers die allemaal hetzelfde verkopen.


Nee, dit is het voor ons zeker niet! Het kan dan allemaal wel duty free zijn, maar zo is er niks aan om de toerist uit te hangen. Het is zelfs niet leuk om hier geld uit te geven! Toch hebben we wat gadgets in ons hoofd, dus die “moeten� er komen! We lopen eerst door een mall die Havensigt heet en daar worden we alle vijf heel chagerijnig van! Dit kan niet waar zijn, dit is gewoon echt allemaal nep. De mall ligt aan het dock waar alle grote cruiseschepen aankomen en al de toeristen lopen hier als makke schapen doorheen. Ze worden aangesproken door, weliswaar allerhartelijkse, taxichauffeurs. Maar het lijken wel makke schapen die zich vrijwillig laten meevoeren naar iets wat hun ergste nachtmerrie is! Dus na wat onderhandelen over een van die gadgets, gaan we naar het oude centrum, of althans wat daar van over is. Het uiterlijk is schitterend en doet serieus nog wel denken aan Denemarken. Ik kan me er in ieder geval iets bij voorstellen! Maar het innerlijk, het karakter van de stad is helemaal compleet weggevaagd! Wat ontzettend zonde. Dit kan ook gewoon nooit meer teruggedraaid worden. We kijken naar de imposante en schilderachtige panden en de rijke historie die deze eilanden hebben. We worden een beetje verdrietig van wat we aantreffen en lopen nog een rondje door Mainstreet. Alle cruisetoeristen zijn weer naar huis en dan sluiten we winkels weer hun houten deuren. Het lijkt wel een spookstad te worden. Als alle toeristen Mainstreet verlaten hebben, dan komen de lokalen weer tevoorschijn.


Dat beeld vind ik nog veel meer schrikbarender, want deze mensen profiteren niet meer van de bloeiende toeristenindustrie. Ze hangen wat op straat, hun kleding en schoenen kapot. Hmmm dan heb ik nog minder zin om hier mijn geld achter te laten bij de winkeliers waarvan het uiterlijk verraadt dat het geen locals zijn! Er zijn weinig terrasjes, dus de zin om hier iets te drinken ontbreekt volledig. Terug naar de boot dan maar. Hier drinken we iets, eten we wat en gaan we op tijd slapen! Ook niks mee. Morgen snel uitklaren en op naar Isla Culebra!


Donderdag 21 maart Vandaag beginnen we al om zeven uur met school. We hebben veel te doen en als we nu op tijd beginnen hebben we in ieder geval school gedaan. De meiden doen goed hun best ondanks het tijdstip en een lege maag. Kathelijn doet goed haar best met rekenen. Frederique heeft er meer moeite mee, maar dat komt omdat ze ook haar andere twee klasgenootjes in de gaten moet houden. Tijdens school bakken we broodjes en die eten we na school lekker op. We pakken boodschappentassen en een karretje en dan gaan we met de rubberboot naar de kant. We kijken of de customs al aanwezig zijn, maar het is nog te vroeg. We lopen de shoppingmall in. We willen nog een actiecamera en die is hier te koop. We lopen dus door een shoppingmall die voor de cruiseboot-passagiers is ontworpen. Het zijn alleen maar winkels met goud, horloges, camera’s en dat soort spul. Het is een sfeerloos geheel, maar nu voor ons erg praktisch. We pinnen eerst dollars en dan gaan we naar de winkel waar we gisteren ook al waren. De camera is er gelukkig nog en we zijn dan ook snel klaar. Dan gaan we naar de Pueblo, een supermarkt voor het volk. Het is wel geweldig. Alles is er en niet eens voor astronomische prijzen. We laden de kar vol met fris en verse groenten en nog veel meer etenswaren. Bepakt en bezakt verlaten we de supermarkt. Alle vijf lopen we te sjouwen. Het is een fraai gezicht. De kinderen dragen de blikken en het fruit en Marieke en ik het brood en de chips. Of was het andersom? We komen langs de douane en er is inderdaad iemand aanwezig. Wij sluiten aan in de rij en zijn blij dat we hier terecht kunnen. De dame van de customs vraagt of we ook een afspraak hebben. Dat hebben we niet, maar ze wil ons evengoed helpen. Dat scheelt weer een tochtje door St. Thomas. We moeten wel even wachten, maar een kwartier later gaan we met een document vol met stempels weer naar buiten. We pakken alle boodschappen weer op en lopen de laatste 30 meter naar de rubberboot. We laden alles er in en dan passen we er alle vijf er nog net er bij. Wat een mooi boodschappenkarretje. We varen terug naar de boot. Bij de boot gaat het vanwege het gebrek aan ruimte bijna mis.


Op een bepaald moment heb ik de gashendel helemaal naar achteren om de motor te kunnen draaien. Op het moment dat ik het gas terug wil draaien geef ik vol gas en daarna krijg ik de motor niet uit. Net op tijd zet ik de motor uit en is alles nog heel en droog gebleven. Hmmm dat kan mooier. We laden de spullen uit en dan hijs ik de motor weer op de railing. We ruimen alles op en dan gaan we het anker halen. Als het anker boven is gaan we op weg. De afstand liegt er niet om: bijna achttien mijl tot Culebra. We zwaaien naar Rommy en Gerard en dan zijn we er weg van. We gooien een nepvisje uit, ik heb namelijk wel zin in vis. Onderweg eten we verse meloen. Die is zo heerlijk zoet dat hij zo verdwenen is. Daarna eten we wat brood. De kinderen blijven binnen. Ze vinden het blijkbaar te warm buiten. De tocht gaat vlot, maar de laatste twee uur gaan op de motor. Dan draaien we een hele mooie lagune binnen, de ensenada Honda. De ingang is smal. Het land is wel ver weg, maar aan weerszijden liggen er riffen. Het zorgt er prima voor dat de deining in de lagune verdwenen is. We varen een kwartier door en dan zijn we bij een plaatsje. Alles heet hier Culebra, dus de naam is een beetje vaag. We pakken onze spullen en maken de rubberboot weer klaar voor gebruik. Je moet je hier na aankomst direct melden bij de customs of immigratie dus we zien dat we zo snel mogelijk op pad gaan. De autoriteiten bevinden zich bij het vliegveld dus we gaan met zijn allen op pad. Het is niet per se een mooi plaatsje maar de sfeer die het uitademt maakt het erg mooi. We krijgen het gevoel weer terug dat we reizigers zijn. We lopen naar het vliegveld. Het is een aardige wandeling, maar er is genoeg te zien dus de tijd schiet goed op. De meiden schrikken nog een paar keer van blaffende honden achter tuinhekken. Daar hebben ze het niet op. Vlakbij het vliegveld is een autoverhuur en daar kijken we wat het kost om wat te huren. Er staan meer golfkarretjes op het terrein dan auto’s. Lijkt me ook wel grappig om te huren. Ze hebben bijna niets te verhuren want morgen is het spring-break. Dan wordt het Puerto Rico. We gaan verder naar het vliegveld.


Daar blijkt de customs net weg te zijn, vijf minuten geleden. We proberen ze te bellen, maar Mariekes telefoon werkt hier niet. Marieke vraagt het aan iemand van het vliegveld of hij niet kan bellen. Geen probleem. Ik krijg de douane aan de lijn en via de telefoon geef ik alles door. Paspoortnummers, namen, en nog een paar andere zaken. Alles moet gespeld worden met het nautische spellingsalfabet. Marieke ligt in een deuk. Nadat we alles door hebben gegeven krijgen we te horen dat we morgen nogmaals alle vijf naar het vliegveld moeten komen. Maar goed, we hebben ons best gedaan om op tijd te melden en dat is nu alvast geregeld. Als we terug lopen zeggen de kinderen dat ze zin hebben om uit eten te gaan. Tja en wat doe je dan als ouders? Alles voor je oogappeltjes. We gaan eerst in een taco tent met een terras aan de achterkant zitten. We vinden het niet heel leuk, dus we gaan er vandoor. We gaan naar het Dinghydock restaurant. Dat spreekt ons meer aan. Aan het water, uitzicht naar de boot. ze hebben nog een paar tafels vrij. Vijf minuten later is alles vol. We eten heerlijk met de meiden en het is echt gezellig. Rond het dinghy steiger zwemmen grote vissen en dus zitten de meiden daar naar te kijken. Een van de gasten vindt het grappig om Kathelijn te laten schrikken en ze is helemaal in tranen. De pummel. Verder was het echt super om weer uit eten te gaan. We lopen terug naar de dinghy, die ligt ergens anders, en we gaan terug naar de boot. Het is echt warm aan boord dus we zetten alles open, maar het is windstil in de lagune. De boot blijft dus nog wel even warm. De kinderen moeten toch naar bed, maar het gaat niet van harte. Ze hebben het ook zo warm. We leggen eerst Liedewij maar bij ons achter zodat ze wat meer ruimte krijgen. Frederique en Liedewij komen nog even buiten afkoelen want ze kunnen niet slapen van de warmte. Als ze even later in bed liggen is het zo stil. Wij genieten buiten van het heerlijke weer.


Vrijdag 22 maart We hebben bedacht dat we deze ochtend eerst de Ensenada Honda verlaten om aan de west zijde van het eiland te ankeren en van daaruit naar het vliegveld te wandelen. We zijn dus al vroeg op weg. Het is een mooi gezicht om in het vroege ochtendlicht de baai uit te varen. Het is net alsof je over de Grevelingen vaart, zo mooi rustig is het water. Een visser in een klein bootje met buitenboordmotor komt voorbij scheuren en zwaait allerhartelijkst. Wanneer we buiten het rif zijn zet ik het grootzeil tegen het eventuele slingeren. We varen naar de Bahia de Tamarine, maar daar liggen de moorings te ondiep naar onze smaak. We varen dus terug naar Bahia de Melonos. Wanneer het anker goed ligt, pakken we een snel ontbijt en dan gaan we naar de kant. In de baai ligt een klein strandje en daar varen we op af. Het is er erg ondiep en rotsig. Geen goede combinatie voor een rubberboot. Ik spring dus snel uit de rubberboot om lekvaren te voorkomen en sta dus met mijn blote voeten in het water omringt door zee-egels. Ook geen goede combinatie. Ik duw de boot weer af en we besluiten om met de rubberboot naar Ensenada Honda te varen. Nu hebben we alleen een tussendoor route via een klein kanaaltje dat Bahia de Sardines met de Ensenada verbindt. Het is een mooi kanaaltje, omringd door mangroven. Als we het kanaaltje uitvaren zoeken we een steiger zo dicht mogelijk bij het vliegveld. We knopen de boot vast en staan precies om tien uur voor de deur van de customs. De man is er niet en we wachten even want hij is wellicht onderweg. Na een paar minuten vraag ik aan iemand op het vliegveld of de customs er al zijn. Nee, die hebben de vlucht gemist. Ergens anders kijk ik of ik een nummer van de douane kan bellen. Een man is zo vriendelijk om me te laten bellen en als het me niet lukt belt hij een ander nummer voor me. Hij vliegt die gasten wel eens op en neer en heeft andere nummers. Ik krijg te horen dat we alle vijf weer om half een moeten melden, want dan komt de beambte met het vliegtuig binnen.


We gaan een stukje lopen, naar Bahia Flamenco. Van bovenop de heuvel zien we de baai liggen. Wat een te gek mooi plaatje. Al die kleuren. Hier moeten we echt naar toe. We gaan weer terug lopen. De kinderen hebben teveel last van de warmte en klagen steen en been. Ze zouden hitte ondertussen wel gewend kunnen zijn. We hebben een omgebouwde Ameriklaanse schoolbus onderweg gezien en daar gaan we wat drinken. We zitten heerlijk in de schaduw aan de fris en je ziet de meiden weer bijkomen. Als het kwart over twaalf is lopen we weer aan. We zijn mooi op tijd en we zien dat er mensen zijn in het kantoor van de customs. Ik klop aan en krijg het verzoek om na enen terug te komen. Hij wil eerst nog even lunchen. Marieke en ik protesteren en dan kunnen we alsnog naar binnen. Ik krijg een stapeltje papier in mijn handen gedrukt die ik alvast in moet vullen. Als ik dat gedaan heb moeten we nog even wachten. De stemming in het kantoor is verder erg vrolijk. De ambtenaar is ondanks de drukte, er blijven mensen binnenkomen na ons, erg vrolijk. Als wij aan de beurt zijn komen er nog vragen over waar de boot gebouwd is, of we met deze boot eerder hier waren en nog meer. Gelukkig kan hij onze paspoortgegevens vinden aan de hand van het telefoontje van gisteren. Dat scheelt hem weer een hoop tikwerk. Als we naar buiten lopen is het ondertussen half twee. We lopen terug naar de rubberboot. Dan geven we gas, want we willen nu echt gaan snorkelen. In het kanaaltje tanken we nog benzine voor de rubberboot en dan gaan we eindelijk naar de Mare Liberum. We halen meteen het anker er uit en gaan naar Tamarinde Grande. We pikken een mooring op en varen het laatste stukje met de rubberboot. Ik gooi ons ankergewichtje in het water op een plek zonder koraal. Liedewij gaat al eerste het water in om te kijken of het anker wel goed licht. Masker op en weg is ze, ons bikkeltje. Marieke en ik staan perplex. Twee tellen later steekt er een handje met een duim omhoog uit het water. We snorkelen met zijn vijven en, daar gaan we weer, het is schitterend. We snorkelen een half uur en gaan dan weer naar de rubberboot. We varen naar de boot en dan gooien we weer los van de mooring. Op naar nog een snorkelplek. Onderweg maken we een noodlesoep en als het anker aan de noordkant van Cayo de Luis Pena in het zand ligt eten we de soep en brood en dan gaan we weer in de rubberboot.


We gooien het ankergewicht er weer in en Marieke, Frederique en Kathelijn zijn al weg en Liedewij en ik lopen nog wat te rommelen. Ik merk dat het hard stroomt en roep Marieke en de meiden terug. Ze moeten hard werken tegen de stroom dus ik trek het anker omhoog. We gaan een drift-snorkeltrip doen. Even later hangen we alle vijf in het water aan de rubberboot en we zien de bodem onder ons door glijden terwijl we niet zwemmen. Degene die moe of koud is kan gewoon in de rubberboot en de rest blijft hangen. We zien nog een hele grote baars van wel 1,5 meter. Na tien minuten zijn we uit het mooie gebied en klimmen we weer in de rubberboot. We varen naar het strand vlakbij. Wat is het toch mooi hier! We lopen over het strand en kijken onze ogen uit. We rennen in het zand en spelen en na een tijdje liggen we in het water. Liedewij doet haatr kurkjes af en gaat zonder. Ze wil van alles, dus ineens drijft ze, doet ze bijna een schoolslag en zwemt ze op haar rug. Wat knap. Ze kijkt zelfs onder water met haar ogen open. Ze wordt per direct uitgeroepen tot de held van de dag. Super. Dan is het tijd dat we terug gaan naar de boot. We leggen alle spullen terug aan boord en starten de motor weer. We gaan weer naar Bahia Melones. We geven flink gas want het is al donker aan het worden. In deze baai lioggen ze aardig te rollen dus wij gaan naar Bahia de Sardinas. Bijna alle moorings zijn bezet, pop twee na. Ze blijken veel te ondiep te liggen dus we gaan toch maar ankeren. Als we eenmaal liggen gaan we lekker eten. Net als vaker gaan de kinderen weer veel te laat naar bed. Wij ook trouwens.


Zaterdag 23 maart De kinderen beginnen vandaag met even een uurtje school. Gisteren is er niet veel van gekomen door al het gedoe bij de douane en nu halen we even een stukje in. Ik hang de buitenboordmotor alvast achter de boot dan kunnen we straks zo weg. Als de kinderen klaar zijn met de school pakken we onze camera en de rugzak en nemen ook het vuilnis mee. Dat mag eigenlijk niet want het is foreign garbage. Vrijdagavond op het vliegveld vroegen ze er nog naar, of we het aan boord hadden en ik heb toen maar nee gezegd. Anders krijg je weer een hoop gedoe en moet het afval ritueel verbrand worden. Klinkt in ieder geval erg duur. We varen weer door het kanaaltje dat naar het town dock in aan de andere kant leidt. Aan de kant zien we een grote leguaan in een tuin zitten en we kijken er naar. Er staat een man vlakbij te barbecueĂŤn en hij wenkt ons dat we mogen komen kijken. We meren zo goed en zo kwaad af aan het steiger wat er ligt, het is namelijk erg ondiep, en gaan kijken wat hij aan het doen is. Hij heeft twee speenvarkentjes in een soort buitenoven op houtskool . Het ziet er heerlijk uit. De kinderen vinden het zielig voor de varkentjes, natuurlijk. De meisjes gaan kijken bij de leguaan maar dat beest loopt er snel vandoor. Ze zien er ook erg bedreigend uit. De man bij de barbecue heeft vroeger bij het Dinghy Dock restaurant gewerkt, vertelt hij. Hij kijkt er wat weemoedig bij, dus we vragen maar niet verder. We bedanken dat we naar zijn experimentele barbecue mochten kijken en we stappen weer in de rubberboot. Als we het kanaaltje uitvaren zien we Gerard en Rommy varen in hun rubberboot. We varen elkaar tegemoet en praten even op het water. Dan maken we toch maar de bootjes vast op het town dock. Dan kunnen we even gewoon praten. Zij zijn nog in dubio over Ile a Vache en Jamaica.


We proberen ze te wijzen op alle positieve aspecten van dit plan, maar ze zijn niet zomaar te overtuigen. We gaan ieder weer onze weg want we willen nog wat van het stadje zien. Gerard en Rommy gaan zelf ook nog even lopen en we spreken af dat we elkaar straks nog even zullen zien. We lopen door de straten van het stadje. Het ziet er gezellig uit. Het is heel erg kleinschalig, maar dat is ook echt de charme. We lopen naar het ferrydock. Daar staan we 50 taxibusjes op een nieuwe lading toeristen te wachten. Als we langs een pizzeria lopen zien we een stel zitten die we bij de douane al hadden ontmoet. Zij hebben hun boot op de BVI’s gekocht en zijn nu hier al een tijd aan het cruisen. We praten een tijd ovber elkaars reis en dan gaan wij weer verder. We lopen naar de supermarkt waar we nog wat kleine boodschappen doen. Als we buiten staan zien we Gerard en even later ook Rommy lopen. We staan even op straat te praten en dan gaan we weer naar de rubberboot. Zowel zij als wij willen vanmiddag nog weg en we komen elkaar toch weer tegen. We varen weer terug door het kanaaltje naar de mannen met de barbecue. Als we op de boot zijn makenb we de boot snel klaar voor vertrek. We halen het anker op en dan varen we tegen de stroom in naar Culebrita. We leggen de 11 mijl in iets minder dan drie uur af, dus er staat echt veel stroom. We ankeren in de noordelijke baai op Culebrita. Het is prachtig. We zien meteen schildpadden zwemmen en het water is schitterend van kleur. Marieke, Kathelijn en Frederique gaan snorkelen. Ik blijf bij Liedewij want die is onderweg in slaap gevallen. Wanneer Marieke, Frederique en kathelijn terug aan boord komen zitten ze vol verhalen. Ze hebben schildpadden gezien en ook twee grote roggen. Ik had een paar dagen terug Marieke verteld van Steve Irwin en ‘zijn’ pijlstaartrog. Had ik er alleen niet bij verteld dat hij in ondiep water er maar een halve meter boven hing. Nu hebben ze toch een beetje schrik gekregen. Ondertussen is Liedewij wakker en we gaan naar het strand om te lopen naar de jacuzzi. Dat is een natuurlijk bad waar de golven doorheen geperst worden. Zodoende komen er bubbeltjes en dus is het een jacuzzi.


We lopen maar het pad is net erg geschikt voor flipflops. We keren om en als ik terug bij de rubberboot ben sta ik daar te wachten met Liedewij. We gaan na een paar minuten terug en dan zien we ze alle drie gebukt zitten tussen de kiezels. Ze zoeken schelpen om een ketting van te maken. De dames hebben het prima naar hun zin. Ik ben ondertussen met de camera aan het spelen. Een tijdje later gaan we terug naar de boot. We eten een soort tapa’s. Tenminste als je dat heel graag zo zou willen omschrijven. Uiteindelijk gaan de kinderen met Marieke een filmpje kij-


Tot slot: Gastvrijheid In ieder land waar je komt, hoop je gastvrij ontvangen te worden. Je weet van te voren niet precies waar je terechtkomt, dus het is altijd even afwachten. Je hebt wel verwachtingen omdat je het land al ooit bezocht hebt, of gewoon dat je er al wat van weet. Als je België in komt varen als Nederlander is dat voor Belgen niets bijzonders. De wereld zal er niet even door stilstaan. Ook in Italië was er geen hartelijke begroeting, of bijvoorbeeld een ‘welkom op Sicilië’. Ook hier dus geen extra warmte. Na de Middellandse Zee en Portugal kwamen we in landen waar we welkom werden geheten, maar vaak met de hoop om er iets beter van te worden. Zeker in het Caribisch gebied tussen Trinidad en Guadeloupe waar er altijd boatboys tussen de boten varen. Dan is het van “Welcome to my Island” en daarna “Do you have any business for me today skip?” Dus jammer maar logisch, ze moeten tenslotte ook leven. Het blijft helaas toch een niet onbaatzuchtig welkom. Na deze eilanden bereik je de meer welvarende eilanden, en wanneer het beter gaat worden mensen blijkbaar onverschilliger. Nu we het grondgebied van Puerto Rico bereizen gaat er geen dag voorbij of er vraagt iemand “hey, where are you from? Enjoy Puerto Rico!” en het is helemaal oprecht. Zonder agenda. Vandaag op het strand had ik het er over met een Puerto Ricaan. Ik vertelde me dat hun interesse in ons me zo opviel. Zijn antwoord hierop was, wat is het voor moeite om te vragen waar je vandaan komt en te zeggen dat je welkom bent. Tja, daar kan ik alleen maar mee instemmen.


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.