SoAP november 2011 (jaargang 43, nummer 1)

Page 1

sinds 1970 jaargang 43, nummer 1, november 2011

p u c c o

o t t e e l str

l a w : Van

g n i g e ybew

e t o r g e d t

! ? t k mar ud, nho sje! i s d a stee uw j nog een nie el in

rw

maa

SOAP

1


NIEUW: DE BALK BOVENAAN DE PAGINA GEEFT MET ZIJN KLEUR DE KATERN AAN!

In deze SoAP

Vakgroep

Integratie op scholen..........................................................................3 Meer meten is minder weten: prestatiedruk in de wetenschap?.........4 Thuis bij... Lea Ellwardt....................................................................8 Studievereniging Sociëtas: Een nieuwe start...................................11 In het middelpunt: Merle van den Brom..........................................16

Van de hoofdredacteur

Ja, het is toch écht een SoAP die in uw handen ligt! De zwarte balken zijn ingeruild voor een kleurrijk geheel en het papier voelt nèt even wat anders aan. De verandering blijft niet enkel beperkt tot de lay out en het papier, ook de redactie heeft een grote verandering ondergaan. Maar liefst elf redacteurs namen afscheid van SoAP. Richting allen: bedankt voor jullie trouwe inzet en diensten en veel geluk gewenst!

Maatschappij en Politiek Spraakmakend op het web: Actievoeren 2.0....................................12 Column: Ik lees artikelen, maar geen verhalen.................................13 Waarom 100 miljoen kaarsjes brandden..........................................14 Welvarend Rwanda, nog geen 17 jaar later......................................18 Bloemen in Oslo.............................................................................20 Sociologie in de media: Grunneger Power!.....................................22 Faculteitsraad GMW 2011-2012.....................................................23 Deze docu’s mag je niet missen!.......................................................23

Het vertrek van deze mensen heeft uiteraard ruimte gemaakt voor nieuwe toptalenten. Met negen nieuwe redacteurs en acht ervaren krachten gaan we vol vertrouwen het nieuwe collegejaar tegemoet. Daarnaast besloot Anna Herngreen als hoofdredacteur een stapje terug te doen, maar niet getreurd; achter de schermen blijft Anna als ‘brok van ervaring’ actief betrokken bij de totstandkoming van SoAP. Bij aanvang van het nieuwe collegejaar was aan ambitie en nieuwe ideeën geen gebrek. Het resultaat mag er naar mijn mening zijn: SoAP is tegenwoordig te vinden op Facebook en Twitter en we zijn te bereiken op een nieuw e-mailadres: soap.groningen@rug.nl. Daarnaast geven we een digitale versie uit en zal SoAP gebruik maken van de nieuwste technieken zoals QR-codes. Door middel van een simpele scan met je smartphone krijg je zodoende de beschikking over achtergrondinformatie, foto’s of filmpjes bij veel van onze artikelen. Wellicht dat de eerste editie nog wat kinderziektes bevat en aangezien de kwaliteit voorop blijft staan, willen we jullie vragen alert te zijn op dit soort foutjes. Voor nu rest mij jullie veel leesplezier te wensen! Ronald Kielman

Opinie Een ander studentenleven................................................................24 Financieel Fatalisme.........................................................................25 Twistpunt: De maakbare mens.......................................................26 Datagebruik bij wetenschappelijk onderzoek...................................28 Stelling............................................................................................29 The Battle: Een sociaal experiment.................................................30 Social media en Puzzle.....................................................................31

Colofon

SoAP (Sociologisch Antropologisch Periodiek) Contact: soap.groningen@rug.nl Vakgroep Sociologie t.a.v. ‘SoAP’ Grote Rozenstraat 31 9712 TG Groningen

Redactie: Hannah Achterbosch Dieko Bakker Daan Bloem Roel Bottema Marjan Faber

Vincent de Goeij Anna Herngreen Siebren Huizema Ronald Kielman Marloes Kingma

Jaargang 43, nummer 1, november 2011 Drukwerk: Drukwerklab.nl Verzending: Rijksuniversiteit Groningen Lay-out: Dieko Bakker en Huub Schuijn Cover: Huub Schuijn Foto cover: Marjan Faber Eindredactie: Ronald Kielman Oplage : 500 plus digitale uitgave Emma Kok Madelien Meulenkamp Kasper Nelissen Huub Schuijn Miriam van Voornveld Nienke Tebbens Marion de Vries

Volg ons ook via @SoAP_Groningen facebook.com/SoAP-Groningen 2

SOAP


Marjan Faber / Integratie op scholen

VAKGROEP

Integratie op scholen

“Scholen in Nederland hebben meer functies dan alleen kennisoverdracht. Eén van deze functies is de socialisatie functie en hieronder valt integratie. De redenering van het kabinet om de nadruk hoofdzakelijk te leggen op kennisoverdracht is ook op onderzoek gebaseerd, namelijk dat gemengde klassen geen extra effect hebben op leerprestaties. Het is natuurlijk de vraag waar je als samenleving waarde aan hecht,

Integratie was altijd één van de prioriteiten in het onderwijs. Het huidige kabinet heeft er juist voor gekozen om minder aandacht te geven aan de integratiefunctie van het onderwijs. Want in het onderwijs moet vooral kennisoverdracht centraal staan. Tobias Stark, onderzoeker aan onze faculteit, houdt zich bezig met onderzoek naar integratie. Hij wijst, in tegenstelling tot het kabinet, op het belang van gemengd onderwijs voor de bevordering van de integratie van etnische groepen. Reden voor SoAP om Tobias op te zoeken en een aantal vragen te stellen over zijn onderzoek naar integratie in het onderwijs. Wat was de aanleiding om onderzoek te doen naar integratie op scholen? “Mijn onderzoek is onderdeel van een groter onderzoek wat werd gedaan in opdracht van woningcorporaties in Arnhem. Deze woningcorporaties stoppen al jaren veel geld in probleem-wijken. Ondanks de investeringen werd er geen vooruitgang geboekt in veiligheids- en leefbaarheidsmonitoren. De woningcorporaties hebben daarom besloten om in samenwerking met het instituut voor Integratie en Sociale Weerbaarheid (ISW) een aantal onderzoeken te financieren. In totaal hebben zij zes AIO plekken gefinancierd waaronder die van mij. Mijn deel van dit onderzoek was om te gaan kijken naar integratie onder jongeren. “ Wat waren de belangrijkste bevindingen? “We hebben in eerste instantie gekeken naar hoe de beeldvorming over etnische groepen wordt gevormd. We zagen dat kinderen die een goede relatie hadden opgebouwd met klasgenoten van een andere etniciteit op de langere termijn een positieve beeldvorming hadden over deze etnische groep. Het

vernieuwende van het onderzoek is dat we ook naar het tegenovergestelde hebben gekeken, namelijk naar wat er gebeurt met de beeldvorming van kinderen die slechte relaties hebben met klasgenoten van een andere etniciteit. We vonden dat bij deze kinderen de beeldvorming over de gehele etnische groep negatiever was.

“Voor een positieve beeldvorming van andere etnische groepen is het belangrijk dat vriendschappen niet langs etnische scheidslijnen lopen”

vinden we een goede integratie en weinig vooroordelen belangrijk genoeg om er aandacht aan te geven? Doordat er geen of weinig aandacht wordt besteed aan integratie kunnen er lange termijn-gevolgen De relaties die kinderen hadden waren dus optreden zoals meer segregatie tussen bepalend voor de beeldvorming. Onze etnische groepen. Wil je hier als samenleving vervolgvraag was dan ook hoe vriendschappen ontstaan. Deze vraag hebben wat tegen doen dan is de school een goede omgeving om daaraan te gaan werken. En we beantwoord door middel van een dan zijn er dus gemengde klassen nodig en netwerkanalyse. Door deze analyse zagen een taak voor docenten om positieve relaties we dat etniciteit vooral een rol speelt bij tussen kinderen te stimuleren. “ de vriendschapkeuze in het begin van het schooljaar. We zagen dat in de loop van het schooljaar etniciteit minder belangrijk werd, Voor dit onderzoek heb je veel samengewerkt met uitvoerders in de voorkeuren voor sport of interesses werden praktijk zoals gemeente, scholen en de juist belangrijker in vriendschapskeuzes.” politie. Hoe was dat? Welke aanbevelingen zou je op basis van je “Ik had regelmatig contact met uitvoerders en kreeg zo veel feedback gedurende het onderzoek kunnen geven aan scholen? onderzoek. Veel vragen die voor de “Voor een positieve beeldvorming van andere etnische groepen is het belangrijk dat wetenschap interessant zijn hoeven niet interessant te zijn voor de praktijk. Ik moest vriendschappen niet langs etnische scheidslijnen lopen. Hiermee bedoel ik dat kinderen me daarom steeds afstemmen op de uitvoerders. Dit maakte het soms behoorlijk het wel of niet hebben van een vriendschap lastig maar daarnaast was het ook erg leuk met een klasgenoot niet koppelen aan en het geeft je een goed gevoel doordat je etniciteit maar aan bijvoorbeeld gedeelde interesses. Een docent kan leerlingen bewust weet dat er in de praktijk in Arnhem echt iets gebeurt met je onderzoek. Daarnaast hoop maken van de gedeelde interesses door ik dat door de media-aandacht het belang bijvoorbeeld een breakdance cursus te van gemengde groepen en de mogelijkheid organiseren. Zo kunnen de leerlingen zien om integratie te stimuleren in het onderwijs dat zij niet heel erg van elkaar verschillen.” benadrukt wordt.” Het huidige kabinet wil dat docenten zich hoofdzakelijk bezig gaan houden met kennisoverdracht en niet te veel tijd besteden aan andere taken. Wat vind je hiervan? SOAP

3


VAKGROEP

Druk op meer meten... / Ronald Kielman

Druk op meer meten is minder weten

Met advies en bijdrages van Arie Glebbeek en Jacob Dijkstra

Meten is weten! Dat weet iedereen. Zelfs in alledaagse dingen komt dit terug. Als iemand mij vraagt of ik een mooie kamer heb en ik antwoord bevestigend, dan volgt altijd de vraag: ‘O, hoeveel vierkante meter heb je dan en hoeveel betaal je?’ Vroeger werd je op je woord geloofd, maar het lijkt er op dat je tegenwoordig niet meer wordt vertrouwd. De indicatoren oppervlakte en prijs zijn blijkbaar betere indicatoren voor de kwaliteit van mijn kamer dan mijn oprechte antwoord. Misschien hebben de sceptici ook wel gelijk en vergeten ze bijvoorbeeld naar de indicator ‘vorm’ te vragen; een puntdak is niet ideaal voor de kwaliteit van een kamer. Ook de overheid is een groot fan van meten om de kwaliteit van hun instituten vast te stellen. Scholen worden bedolven onder

4

SOAP

de druk van cijfers over schoolverlaters, slagingspercentages en examengemiddelden. Uitgerekend je beste vriend, oom agent, naait je een oor aan omdat hij minstens een bepaald aantal bonnen moet uitschrijven om ‘goed werk’ te leveren. Zelfs de wetenschappelijke wereld heeft er mee te maken; ‘publicatiedruk’ en ‘universiteitsranking’ moeten snel toegevoegd worden aan het woordenboek van WordFeud! Maar is het aantal publicaties, citaties en promoties een indicatie voor de kwaliteit van wetenschapsbedrijving? En wat zijn de effecten van het beleid op de kwaliteit van de wetenschap? Met advies en bijdrages van Arie Glebbeek en Jacob Dijkstra probeert SoAP een beeld te vormen.


Marloes Kingma / .... is minder weten

VAKGROEP

Laten we dicht bij de deur beginnen. Sinds 2007 is het tenure track systeem op onze faculteit ingevoerd. Het tenure track systeem is een loopbaantraject waarbij onderzoekers geacht worden om om de zoveel jaar een stap te maken op de carrièreladder. Wetenschappelijke medewerkers zouden zo binnen ongeveer tien jaar opgeleid moeten worden tot hoogleraar. Het systeem kent een zorgvuldig en streng selectiebeleid waarbij gelet wordt op drie componenten: onderwijs, onderzoek en organisatie. Het component onderzoek omvat eisen voor het aantal publicaties dat geleverd moet worden, het aantal masterstudenten en promovendi dat begeleid moet worden en het geld dat binnengehaald moet worden voor het onderzoek. Bij onderwijs gaat het voornamelijk om de onderwijstaken die de wetenschappelijke medewerkers moeten verrichten. Dit houdt in dat iedere onderzoeker binnen GMW (Gedrags- en Maatschappijwetenschappen -red.) ook colleges zal moeten geven aan de studenten. Als laatste wordt er gelet op de verdiensten van de wetenschappers binnen de organisatie. Dat betekent dat de onderzoeker zich bezig zal moeten houden met bestuurlijke en beheerstaken. Dit kan hij doen door bijvoorbeeld lid te worden van de onderwijscommissie of de faculteitsraad. Naarmate wetenschappers hoger op de ladder komen, moeten zij aan meer eisen voldoen om de volgende stap te halen. In totaal zijn er zeven stappen, namelijk: universitair docent 2 en 1, universitair hoofddocent 2 en 1, adjunct hoogleraar en hoogleraar 2 en 1 .

kiezen voor de gebaande paden. Wetenschappers werken niet aan de grenzen van het weten, maar gaan juist binnen deze grenzen te werk. Het gevaar is dat het maatschappelijk belang en de praktische toepasbaarheid van de wetenschap hierbij uit het oog worden verloren. Significante effecten Een andere ontwikkeling in de wetenschap is dat voornamelijk artikelen met significante resultaten, of artikelen waarin de hypothesen worden bevestigd, worden gepubliceerd. Artikelen met negatieve of geen resultaten worden vaak als minder interessant gezien. Ze zijn minder hot binnen de academische wereld; de resultaten zijn minder interessant en het artikel wordt minder vaak geciteerd. Journals worden geprikkeld om artikelen met significante resultaten te plaatsen, terwijl ook de andere kennis van belang is. Weten waarom iets niet werkt, draagt immers ook veel bij. Een andere factor die meespeelt zijn de universiteitsrankings; voor universiteiten zijn deze tegenwoordig van groot belang. Studenten baseren hun keuzes steeds vaker op deze rankings (meten is weten) en onderzoekers willen het liefst werken voor een universiteit met een hoge plek op de lijst. Rankings worden echter voor een belangrijk deel gebaseerd op de output van de universiteit; het aantal publicaties in wetenschappelijke journals en het belang ervan. Universiteiten stimuleren daarom hun onderzoekers om veel te publiceren in de journals met het meeste aanzien. Vanwege het feit dat journals geneigd zijn artikelen met significante resultaten te plaatsen, wordt de onderzoeker geprikkeld om significante resultaten te vinden. Voor onderzoekers is het schrijven van artikelen met onopvallende resultaten dus niet meer ‘winstgevend’, het levert hen geen aanzien en geen publicatie op.

“Wetenschappers zouden kritischer naar elkaars artikelen moeten kijken: leuk dat je dit gevonden hebt, maar hoe kom je eigenlijk aan je hypothesen?”

De komst van dit systeem brengt meer druk voor de wetenschappelijke medewerkers met zich mee dan ze voorheen gewend waren. Het systeem houdt in dat je als onderzoeker de volgende stap op de ladder moet bereiken. Lukt dit niet, dan mag je op zoek naar een baan buiten de RuG. Naast de persoonlijke prestatiedruk brengt het systeem de nodige neveneffecten met zich mee; effecten waar op voorhand weinig rekening mee werd gehouden. Risicovermijding Een belangrijk effect is dat door de publicatiedruk de doel-middel rationaliteit wordt omgedraaid. Wetenschappers gaan publiceren om het publiceren; de wetenschapsbeoefening wordt in dienst gesteld van het bereiken van de publicatiedoelen. Hoewel de intrinsieke motivatie van wetenschappers hen hier vaak van belet, zal men wellicht sneller geneigd zijn instrumenteel te handelen richting deze publicatiedoelen. Wetenschappers zullen geneigd zijn makkelijker te willen scoren. Zo kunnen artikelen bijvoorbeeld worden opgesplitst, zodat in plaats van één, twee artikelen gepubliceerd kunnen worden. Datasets kunnen worden uitgemolken, om zoveel mogelijk artikelen uit een dataset te persen en wetenschappers kunnen bewust vraagtekens zetten bij eerdere onderzoeksresultaten, zodat ze zelf een niche ‘creëren’ om onderzoek op te richten. Dit heeft ook effect op de koers die de wetenschap volgt. Wetenschappers zullen risico’s vermijden, minder vaak braakliggende terreinen onderzoeken en juist

Volgens Dijkstra is dit een funeste combinatie. Er ontstaat volgens hem een bias in de wetenschap van positieve oftewel statistisch significante resultaten. Daarnaast vermindert dit het belang van theoretisch onderbouwde hypothesen. ‘Als je met wat vage ideeën in plaats van precieze hypothesen begint aan de data-analyses en er komt wat uit, dan is dat in principe gewoon kanskapitalisatie. Dat is een groot gevaar voor de wetenschap, omdat artikelen op die manier theoretisch erg oppervlakkig worden.’ Resultaten zijn een veel belangrijkere rol gaan spelen dan de theorie achter de hypothesen. De oplossing voor dit probleem ligt volgens Dijkstra bij de mensen zelf. ‘Wetenschappers zouden kritischer naar elkaars artikelen moeten kijken: leuk dat je dit gevonden hebt, maar hoe kom je eigenlijk aan je hypothesen? Uiteindelijk bestaat er binnen de onderzoekswereld een heel collegiaal systeem waarbij je elkaar scherp moet houden’.

lees verder op de pagina 8 SOAP

5


! n a k t e H ? a n i g a p e z e pd

o l e k i t r a w Jou

SoAP hoort graag jouw suggesties, vragen, voorstellen voor leuke onderwerpen enzovoorts op onze social media of via e-mail:

soap.groningen@rug.nl Ook voor ingezonden stukken staan we altijd open. Heb jij wat bijzonders meegemaakt? Een leuke stage, een ontmoeting met een interessant persoon, een bijzonder vak bij een andere opleiding? Stuur een artikel in en we publiceren het in SoAP!

! k o o n a tk a D ? n e ! r n e e t z j r i e r v p d e Hier a g ons naar d Vraa

lumni a n e n e t den spreid u r t e s v e i a i g d o e l ocial m n Socio s e d a SoAP i r v e n d a s l n v a o e i h y s p k r i o e e - Ber el hardc elijk in digitale v w o z t d den r oorwaar v e d r - SoAP wo e advertentie mog ns op! a a ons n v o e t i e en? Vraag t t c e m a w t r r c e e e a t M - In eem cont N ? n e t e - Meer w SoAP Groningen 6

SOAP

@SoAP_Groningen


Druk op meer meten... / Ronald en Marloes

VAKGROEP

Kwaliteitsvermindering De vraag is of deze effecten uiteindelijk leiden tot een achteruitgang van de kwaliteit van de wetenschap. Volgens Glebbeek is dit geen makkelijke vraag om te beantwoorden, omdat kwaliteit een rekbaar begrip is. Hij stelt dat de technische kwaliteit door de tijd heen met sprongen vooruit is gegaan. Als je echter kijkt naar wat de wetenschap nodig heeft om belangrijke vragen te beantwoorden en bij te dragen aan de samenleving, dan kun je je afvragen of de effecten van het publiceren op deze manier niet averechts zullen uitpakken. Gezien het besluit vanuit de politiek om enkel wetenschappelijk onderzoek te financieren dat geld oplevert, komen de sociale wetenschappen er bekaaid af. Binnen de politiek heerst volgens Glebbeek blijkbaar het idee dat sociale wetenschappers niet veel bijdragen aan kennis waarop het huidige beleid gestoeld kan worden. ‘En daar ligt juist de tegenstelling. Intern worden wetenschappers afgerekend op hun publicaties door middel van het puntensysteem, zodat de universiteit of faculteit kan stijgen op de rankings. Sociologie heeft zich in de laatste 30 jaar erg ontwikkeld en wat dat betreft doen we precies wat ‘de baas’ vraagt. Daarentegen vraagt de samenleving en de politiek zich nu af wat zij aan deze publicaties hebben. Hierin ligt een belangrijke spanning.’ Volgens Glebbeek is het kwaliteitscriterium dat wordt gesteld aan de (sociale) wetenschappen veel te smal, ook de bijdrage aan de samenleving zou een aspect moeten zijn dat meeweegt. Glebbeek vindt dat je ook kan denken aan een systeem waarbij andere aspecten een rol gaan spelen: ‘Laat de wetenschappers bijvoorbeeld de helft minder artikelen schrijven, maar laat ook zien dat ze in staat zijn om de wetenschap voor een groter publiek beschikbaar te maken, bijvoorbeeld door het schrijven van goede studieboeken. Laat ook zien dat de afdeling veel wordt gevraagd voor adviezen en laat zien wat je afgestudeerden er in de praktijk van terecht brengen. Helaas spelen deze dingen in de huidige beoordelingscriteria geen rol.’

“Sociologie heeft zich in de laatste 30 jaar erg ontwikkeld en wat dat betreft doen we precies wat ‘de baas’ vraagt”

Het beleid dat de laatste decennia is gevoerd op het gebied van wetenschappelijk onderwijs in Nederland, wordt steeds vaker in twijfel getrokken. Het beleid gericht op het idee dat resultaat van wetenschap(-ers) gemeten kan worden met een beperkt aantal indicatoren, geeft misschien niet de prikkels die aanvankelijk bedoeld waren. Wellicht is er aanvankelijk te weinig nagedacht over de effecten van de prikkels die worden afgegeven aan de wetenschappelijke wereld. Steeds vaker halen de neveneffecten van het beleid de media, zelfs de leek kent inmiddels de voorbeelden. Inholland stuurt studenten zo snel mogelijk met een diploma de arbeidsmarkt op, omdat dat goed is voor de boekhouding. Wetenschappers verzinnen gegevens om leuke onderzoeksresultaten mee te ‘vinden’. Maar misschien is het nog veel desastreuzer en resulteert ook ‘goedbedoeld’ gedrag van wetenschappers, door de prikkels die het systeem geeft, in een kwaliteitsverlies voor de wetenschap. Uiteindelijk leidt meten wellicht, in tegenstelling tot het beeld dat bij iedereen heerst, tot minder weten.

SOAP

7


VAKGROEP

Thuis bij... / Anna Herngreen

Lea Ellwardt

Gepromoveerd op roddelonderzoek

Op een stralende zaterdagmiddag fietsen SoAP-verslaggevers Marion en Anna naar het verre einde van de Korreweg. Hier woont Lea Ellwardt sinds een maand in een prachtig appartement. Lea is sinds een tijdje een bekende Nederlander; SLAM!FM, Nederland 1, Telegraaf, NRC Handelsblad en vele andere media besteedden aandacht aan haar proefschrift over roddelen op de werkvloer. Nadat we de lift aan de praat kregen (en dat duurde even...) werden wij hartelijk verwelkomd door Lea en haar vriend. De versgebakken wafels in hartjesvorm stonden al voor ons klaar. In juni promoveerde Lea op haar onderzoek naar roddelen op de werkvloer. Zij heeft voor haar proefschrift onderzoek gedaan naar de sociale relaties tussen roddelende mensen. Hoe zien die relaties eruit, wie praat met wie en ook: over wie? Lea maakte hierbij gebruik van sociale netwerkanalyse. Ze ontdekte dat negatief roddelen vooral plaatsvindt tussen mensen die elkaar vertrouwen. Daarnaast bleek roddelen de band tussen mensen te versterken. Mensen die echter heel veel roddelen worden er niet populairder op, ze worden minder betrouwbaar gevonden. “Een beetje roddelen is het best. Niet te weinig en niet te veel, eigenlijk net zoals met alcohol.”

8

SOAP

Haar proefschrift bleef niet onopgemerkt bij zowel de regionale als de landelijke media. Twee dagen lang hield Lea’s telefoon niet op met rinkelen. In totaal heeft ze 25 interviews voor radio, tv en kranten gegeven. Hoe heb je het ervaren om zoveel media-aandacht te ontvangen? “Ik vond het niet zo erg. Het is wel een beetje eng om live in een radio-uitzending een interview te geven, maar ik heb maar niet nagedacht over hoeveel mensen er mee luisterden. Als wetenschapper zit je nou eenmaal veel achter je computer. Je


Marion de Vries / ...Lea Ellwardt

VAKGROEP

moet echt een beetje opletten dat je niet zo’n caveman wordt. Het leukste voor elke onderzoeker is als je werk vertaald wordt naar de praktijk. Ik had niet verwacht dat er zoveel aandacht voor zou zijn. Ik was er een beetje van geschrokken die dag, maar het is alleen maar leuk natuurlijk.” Heb je ook brutale reacties gekregen vanuit de media? “Nou, er was een radio-interview bij SLAM!FM, waar ze wel een beetje irritant werden. Voordat het interview begon zeiden ze al dat ik maar niet te slim moest doen, omdat het publiek het anders niet zouden begrijpen. De DJ vroeg mij of het roddel is als iemand zegt dat Elvis nog leeft. Ik ging er eerst nog serieus op in door de definitie van roddelen uiteen te zetten. Maar de DJ bleef volhouden dat zijn collega Elvis laatst nog had gezien in één of andere buurt. Ik zei toen: “Volgens mij valt dat niet onder de definitie van roddelen, maar onder schizofrenie.” Daar moesten ze wel heel hard om lachen.” Voorlopig sluit Lea het onderwerp roddelen af, hoewel dit altijd een expertise zal blijven. Bij het ICS (Interuniversity Center for Social Science Theory and Methodology) gaat ze nu onderzoek doen bij de nieuwe onderzoekslijn Healthy Aging. Ze gaat kijken naar factoren die ervoor zorgen dat sommige mensen langer leven dan anderen. Wederom gaat ze werken met sociale netwerkanalyse. Het onderwerp is heel relevant door de vergrijzing. Lea betwijfelt of ze met dit onderzoek weer net zoveel media-aandacht zal krijgen als voor haar proefschrift, maar het onderzoek dat ze nu gaat doen is minstens zo interessant.

Lea’s carrière staat dus in de spotlights. Maar wie is Lea Ellwardt naast haar sociologische prestaties? Een paar persoonlijke vragen en oprechte antwoorden brachten ons dichterbij de ‘ware Lea’. Wat doe je als je niet de socioloog uithangt? Lea lacht. “Wie ben ik als ik niet werk, bedoel je? Ik hou heel veel van sporten. Ik sta sinds kort ingeschreven bij een sportschool, maar ben niet zo’n apparatentype. Ik vind het wel erg leuk om mee te doen aan verschillende groepslessen. Ik word gek als ik de hele dag stil moet zitten. Wat ik in de toekomst graag nog een keer wil gaan doen is salsa. Ik vind dat die muziek echt iets vrolijks heeft. Verder vind ik het heel leuk om foto’s te maken en ze daarna te photoshoppen. Hier heb ik ook een cursus voor gevolgd.” Ze wijst ons op een kunstwerk aan de muur dat zij zelf gemaakt heeft. Deze mooie creatie bewijst ons dat fotografie niet alleen een hobby van haar is, maar ook een talent. Hou je van reizen? “Ik hou van vakantie, van reizen iets minder. Ik vlieg niet zo graag. Ik probeer mijn reizen wel te koppelen aan werk, zoals bijvoorbeeld conferenties. Afhankelijk van waar het is, blijf ik dan langer. Zo had ik een conferentie in Florida, toen ben ik natuurlijk wel wat langer gebleven. Qua vakantie zijn de meest spannende landen waar ik geweest ben Indonesië, Mexico, Thailand en Egypte. Maar dit jaar was ik gewoon in Zwitserland. Tot voor kort reisde ik ook nog veel naar Duitsland om mijn vriend op te zoeken.”

“Een beetje roddelen is het best. Niet te weinig en niet te veel, eigenlijk net zoals met alcohol” SOAP

9


VAKGROEP

Thuis bij Lea Ellwardt

“Je moet echt een beetje opletten dat je niet zo’n caveman wordt” Duitsland is jouw geboorteland. Waarom ben je vijf jaar geleden naar Groningen verhuisd? “Ik studeerde in Dresden en wilde heel graag in de wetenschap door. Het is het beste om niet te promoveren aan de universiteit waar je ook gestudeerd hebt. Daarnaast was ik niet zo gek op de studie in Dresden. Zij richtten zich voornamelijk op kwalitatief onderzoek, terwijl mijn interesse meer bij kwantitatief onderzoek lag. Bovendien heb je in Groningen het ICS met een graduate school, wat voor mij erg aantrekkelijk was.” Hoe heb je de overstap naar Groningen ervaren? “Ik vind dat er in Nederland een aangename cultuur heerst. Ik vond het niet moeilijk om me aan te passen. In Groningen is de kwaliteit van het leven hoog. Ik vind het erg fijn dat de stad veilig en rustig maar toch gezellig is. Daarnaast is het natuurlijk handig dat je overal op de fiets naartoe kan.” Sprak je al Nederlands voor je naar Groningen kwam? “Nee, ik wist ook pas kort van tevoren dat ik naar Nederland ging verhuizen. Ik heb me hier meteen ingeschreven voor een cursus Nederlands. Pas bij mijn dataverzameling heb ik het goed in praktijk kunnen brengen. Om hier onderzoek te kunnen doen hoef je geen Nederlands te spreken, maar om je hier thuis te voelen wel.” Heb je hier in huis een object waar je bijzonder veel waarde aan hecht? “Omdat ik tijdens mijn studie vaak ben verhuisd, hecht ik niet veel waarde aan spullen. Anderen zouden misschien zeggen dat mijn bank toch wel heel belangrijk voor mij is. Het is het enige meubelstuk dat niet van IKEA is. Ik heb hem zelf laten maken en zelf de stof uitgezocht. Als ik ga verhuizen moet de bank altijd mee!”

Ben je nieuwsgierig naar Lea’s proefschrift? Op Kennislink vind je een interview met Lea waarin ze de belangrijkste bevindingen uitlegt Scan de QR-code met je smartphone om het interview direct te lezen

10

SOAP

EN OM OP E IN Z N E F GE BEZIT O N ONLINE! E INA J IN OOKPAG ONE P DA H B A o P E S T C A R S F A E ONZE N? LE EN SM TIP: GE ERM TE KIJKE ISSUU.COM VIA CH P KLEIN S SoAP VINDEN O /SoAP ! L T JE KUN IETASONLINE.N OC OF VIA S


Studievereniging Sociëtas

Een nieuwe start

Inmiddels is de algemene ledenvergadering al een paar weken achter ons. Maanden zijn we bezig geweest met de voorbereiding. Welke stempel gaan wij op Sociëtas drukken? Wat worden onze plannen? Zal ons plan worden goedgekeurd door de leden? Zal de pizza ons na de ALV nog smaken, of proeven we slechts bitterheid? Worden we überhaupt bestuur? Toen ook nog bleek dat Martijn, op dat moment de kandidaatsvoorzitter, zijn BSA niet had gehaald en moest stoppen met Sociologie, begonnen we ons erg veel zorgen te maken. En zo vond de zomer ons. Piekerend. Nu zijn we al bijna een maand bestuur. Dankzij de inwerkperiode, ondersteund door het oud-bestuur, hebben we een vlotte start kunnen maken. Maanden lang hebben we onder toeziend oog geschaafd aan ons beleidsplan, zoals een beeldhouwer zijn standbeeld vormt. Overbodige stukken zijn verwijderd, mankementen zijn verbeterd en missende elementen zijn toegevoegd. Allemaal om ons plan zo optimaal mogelijk te maken voor onze leden. Jullie bepalen immers of wij het plan uit mogen voeren. Natuurlijk is niet iedereen voor een bepaalde ingreep. Over sommige punten maakten we ons dan ook zorgen. Uiteraard willen we het beste voor Sociëtas, maar kunnen onze leden zich wel identificeren met onze visie? Wij zweetten peentjes, maar op 3 oktober bleken de leden unaniem voor onze plannen en voor ons te stemmen. Die dag viel een grote last van maanden van onze schouders. Zaken die zwaar zijn om te dragen maken mooie herinneringen. Met jullie goedkeuring in onze zak gaan wij hard aan de slag om er weer een fantastisch Sociëtasjaar van te maken. Na volledig gefixeerd te zijn op ons plan, ons blind te staren op mogelijke flaws en vreselijk lange vergaderingen kunnen we eindelijk doen wat we willen: besturen. In plaats van het plan schrijven, kunnen we het gaan uitvoeren. Maar genoeg over onze plannen, die staan al uitgebreid in het beleidsplan!

Direct na de ALV kon het feest beginnen. Het commissie-eten was een goede aftrap voor nieuwe (commissie)leden om elkaar te leren kennen. Genieten van een spotgoedkope maaltijd onder het genot van vele consumpties! De dag erna vond een van de beste feesten ooit plaats: Prominent in de Tent, waar veel leden elkaar van binnen en buiten hebben geïnspecteerd. Goed voor de samenhang, zullen we maar zeggen. Heerlijk, eindelijk een feest waar je maar een keer betaalt en de rest van de avond onbeperkt kunt drinken. Ook hebben we inmiddels twee borrels achter de rug en is onze constitutieborrel helaas verleden tijd. Voor ons een fantastisch begin van het jaar! Naast deze mooie activiteiten aan het begin van het jaar hebben we ook veel moois om naar uit te kijken. Dit jaar hebben we het geluk een nieuwe commissie aan onze vereniging toe te kunnen voegen. Onder de leden blijkt veel draagvlak te zijn voor studieinhoudelijke activiteiten. Om het aanbod aan deze activiteiten te vergroten is besloten de Commissie Inhoudelijke Activiteiten op te richten. De CIA zal haar naam eer aan doen en veel vette activiteiten voor ons organiseren. Helaas hebben veel commissieleden afscheid genomen van hun commissies, maar daar krijgen we superleuke commissieleden voor terug! De commissies zijn gevuld met inspirerende mensen vol goede ideeën. Wij zijn zeer verheugd met al deze goede mensen. Samen zullen we ons inzetten voor een spetterend Sociëtasjaar. We verheugen ons op het Bertus Postma weekend (25, 26 en 27 november)en hebben er ontzettend veel zin in en zijn hard aan de slag voor de leukste vereniging van Groningen, studievereniging Sociëtas! Op naar een geweldig jaar! Het Sociëtasbestuur 2011-2012

SOAP

11


MAATSCHAPPIJ & POLITIEK

Spraakmakend op het web / Kasper Nelissen

Trending: #OWS - Actievoeren 2.0 De Occupy beweging doet de laatste tijd veel stof opwaaien. Na de eerste bezetting van Wall Street zijn er inmiddels over heel de wereld acties aan de gang. Met deze acties proberen de actievoerders duidelijk te maken dat ze boos en gefrustreerd zijn over hét systeem. Hun grootste klacht, de reden waarom het ook op Wall Street begon, is dat de banken de wereld in crisis hebben gestort en weigeren verantwoordelijkheid te nemen. Ze vertegenwoordigen volgens zichzelf de 99 procent van de mensen die niet rijk zijn geworden van het systeem. Nu valt te discussiëren over de validiteit van hun punten en deze vertegenwoordiging, maar interessanter voor mij is hoe ze steun verwerven.

Ze gebruiken hiervoor het internet op een aantal manieren: Allereerst hebben ze een vrij uitgebreid netwerk van websites waar spullen ingezameld worden. Ze hebben namelijk “wishlists” en “needlists” gemaakt om naar het thuisfront te communiceren wat ze nodig hebben. Hierop staan hele simpele zaken als kleding en slaapzakken, maar ook medicijnen en elektronica. Dit in combinatie met een postkantoor dat wel pakketjes voor hen wil ontvangen, zorgt ervoor dat er heel concreet hulp geboden kan worden. Heeft iemand iets over en wil hij of zij de beweging steunen, dan kan dit gemakkelijk naar hen toe gebracht worden. Dit heeft bovendien als voordeel dat mensen zeker weten dat hun geld goed terecht komt, je kunt immers zelf kiezen wat ermee gebeurt. Naast dit soort fysieke goederen zijn er ook nog diensten die verzocht worden. Een voorbeeld hiervan is de was. Het is vanwege een gebrek aan stroom en lopend water moeilijk voor de demonstranten hun kleren te wassen. Dit, terwijl het met de regen en de modder juist erg gemakkelijk is om ze vies te maken. Nu staat er dus een oproep aan omwonenden op de website om een vuilniszak met was mee naar huis te nemen en te wassen. Een wasje is zo gedraaid, dus de moeite die het een persoon kost is erg klein, terwijl het de demonstranten een hoop extra comfort oplevert. Eerder vermeldde ik al dat één van de verzoeken elektronica is. Dit lijkt een wat vreemd verzoek voor mensen die als protest op straat wonen.

12

SOAP

Het is echter wel erg belangrijk voor de tweede manier waarop zij hun website gebruiken: een livestream. Door zo veel mogelijk vast te leggen en op het internet te zetten worden mensen meer betrokken bij de actie. Het is met zo’n livestream toch al bijna alsof je er zelf bij bent. Dit zorgt ervoor dat mensen sneller geneigd zijn om op andere manieren de actie te steunen. Bovendien kan er tegengewicht geboden worden aan de soms minder flatteuze weergave van de demonstranten in de media. Eén van die andere manieren waarop de website


Roel Bottema / Column

MAATSCHAPPIJ & POLITIEK

Ik lees artikelen, maar geen verhalen gebruikt wordt, is voor het ondersteunen van allerhande petities. Veel demonstraties hebben last van de politie en politici die de demonstranten willen verwijderen en proberen dat door middel van petities te stoppen. Dit werkt alleen als die petities dan ook massaal ondertekend worden. Aangezien een online petitie ondertekenen een relatief kleine moeite is, kunnen ze door de betrokkenheid veel handtekeningen ophalen. Het laatste instrument om betrokkenheid te vergroten is Twitter. De Occupiers hebben een “officiële” account welke vooral voor twee dingen gebruikt wordt: het doen van aankondigingen en het retweeten van andere tweets. Door deze retweets wordt ook de betrokkenheid weer verhoogd: wie geretweet wordt, voelt zich verbonden met het protest. Deze retweets worden mogelijk gemaakt door de zwaar gepromote hashtag #ows. Door gebruik van deze tag kan er gemakkelijk gezocht worden op tweets die gaan over de protesten. Al met al wordt het internet dus zeer intensief gebruikt om betrokkenheid en sympathie voor de demonstraties te kweken. Dit is nodig, aangezien de protestanten het duidelijk niet alleen kunnen. Door de verschillende mogelijkheden wordt hulp bieden echter zeer laagdrempelig en dus meer voorkomend. En daar wordt iedereen beter van.

Bekijk het nieuws-item over de Occupy-beweging in New York door de QR-code te scannen met je SmartPhone!

Een aantal jaar geleden deed Raoul Heertje in zijn televisieprogramma “Heerlijk eerlijk Heertje” een interessant experimentje. Hij analyseerde de kijkcijfers van de voorgaande aflevering van zijn programma. In die aflevering was de mediasocioloog Thomas de Zengotita uitgenodigd, die zijn theorie over televisiekijken en de effecten op menselijk gedrag kwam uitleggen. Uit de kijkcijferanalyses bleek dat op het moment dat de mediasocioloog over zijn theorie begon te vertellen, het aantal kijkers dramatisch daalde. De analist van de Stichting Kijkonderzoek vertelde aan Raoul dat het een algemeen gegeven is dat “op het moment dat een expert of deskundige aan het woord komt, een groot deel van de kijkers weg zapt.” De ironie droop er vanaf. Hoe kan het dat een wetenschapper die theorieën ontwikkelt over televisie kijken juist kijkers verliest op het moment dat hij zelf op televisie komt? Je zou denken dat deze persoon (die precies weet hoe een televisiekijker denkt) in één prachtig betoog al zijn publiek kan overtuigen. Niet dus. De situatie is tekenend voor de sociologie in zijn geheel. De wetenschap die kennis vergaart over de samenleving slaagt er vaak niet in deze kennis over te brengen aan die zelfde samenleving. Er is vaak een groot verschil tussen de opvattingen in het publieke debat en de wetenschap. Bij de masterroute Criminaliteit & Veiligheid kom je tal van zulke verschillen tegen. Nederland zou te ‘soft’ zijn voor zijn criminelen, en als iemand levenslang krijgt “is hij vast binnen 10 jaar vrij”. Het omgekeerde blijkt juist waar; Nederland geeft relatief lange gevangenisstraffen en levenslang is ook echt levenslang. Deze misvattingen blijven niet beperkt tot schreeuwerige debatten op televisie. Veel gemeentes willen meer camera’s ophangen om criminaliteit terug te dringen, maar of het echt zo is dat meer zaken worden opgelost door het installeren van camera’s moet nog maar blijken. Ten grondslag van dit probleem ligt het verschil in taalgebruik die de wetenschappelijke methode met zich meebrengt. De wetenschappelijke taal is genuanceerd, statistisch en neutraal. Maar de taal van het publieke debat is vaak gepassioneerd, persoonlijk en emotioneel. Bij de opleiding sociologie ligt het accent op het schrijven van een wetenschappelijk artikel. Maar stel dat je een artikel publiceert in een wetenschappelijk tijdschrift, kun je theorie dan ook aan een journalist of beleidsmaker uitleggen? Het informeren van de samenleving is een van de kerntaken van wetenschap en van de sociologie in het bijzonder. Net zo belangrijk als kennisoverdracht binnen de academische wereld, is de kennisoverdracht naar de samenleving. De universiteit heeft van oudsher een belangrijke functie in een democratie: wetenschappelijk onderzoek dient burgers en beleidsmakers te informeren. Zonder goed geïnformeerde burgers en beleidsmakers functioneert een democratie niet goed. Maar door de bezuinigingen, de “publicatiedrang” van universiteiten en de daarop aansluitende inrichting van de wetenschappelijke opleidingen komt deze functie steeds meer onder druk. Wie neemt er nog de tijd om een goed boek te schrijven? De regels voor het schrijven van een wetenschappelijk artikel worden er bij sociologiestudenten met de paplepel in gegoten, maar als wij op basis van die kennis een maatschappelijk leuk, interessant en relevant verhaal willen vertellen zijn wij op onze eigen talenten aangewezen. Er wordt ons geleerd artikelen schrijven, maar er wordt ons niet geleerd hoe we een goed verhaal moeten vertellen. En zonder een goed verhaal is het onmogelijk om aan het maatschappelijk debat deel te nemen.

SOAP

13


MAATSCHAPPIJ & POLITIEK

Waarom 100 miljoen kaarsjes... / Huub Schuijn

Waarom 100 miljoen digitale kaarsjes brandden voor Steve Jobs Op 5 oktober 2011 overleed Steve Jobs, medeoprichter en CEO van het vooraanstaande computerbedrijf Apple. Wereldwijd was de bevolking in diepe rouw om het overlijden van Jobs. Bij Apple retail stores werden kaarsjes gebrand (zij het op de iPad of iPhone), huilende mensen schreven een laatste boodschap aan Steve alsof ze de beste man al jaren in hun vriendenkring hadden. Zelfs de president van de Verenigde Staten, Barack Obama, liet via Twitter weten dat hij het overlijden van Steve Jobs betreurt. Hoe is het mogelijk dat ruim honderd miljoen mensen wereldwijd verdriet hebben om het overlijden van een man die ze eigenlijk niet kennen? Er is een aantal voorbeelden van eerdere massale rouw om de dood van individuen. Individuen die niet direct in persoonlijk contact stonden met de rouwenden. Vaak gaat het om popsterren. Denk aan John Lennon, Kurt Kobain en Michael Jackson. Het is ergens aannemelijk dat er emotie ontstaat bij het overlijden van muziekhelden, omdat hun muziek misschien een bepaalde emotionele waarde heeft voor mensen. Muziek vertegenwoordigt herinneringen, gevoelens en sferen. Er is echter ook massale rouw geweest na de moord op bijvoorbeeld John F. Kennedy en Pim Fortuyn. Zij streefden bepaalde idealen na waar mensen zich wellicht sterk mee konden identificeren en zij staan symbool voor de onrechtvaardigheid van politieke moord. Gevoelens van idealen en onrechtvaardigheid kunnen emotie misschien ook makkelijk opwekken, toch? Maar hoe zit het met Steve Jobs? Hij was niet bepaald een muziekster en hij vertegenwoordigde geen politieke idealen. Het was een visionair in technologische innovatie volgens velen, maar wekt dat bij zestienjarige Japanse tieners tranen op? Het antwoord op de vraag waarom men massaal rouwde om Jobs is even voor de hand liggend als verbazingwekkend: de rouwende mensen waren allemaal heel goed bevriend met het merk gekoppeld aan Steve Jobs, Apple. Wereldwijde rouw om het overlijden van Jobs is het resultaat van de meest succesvolle marketingstrategie in de afgelopen dertig jaar. Deze marketingstrategie begon in de jaren ‘80, toen computertechnologie zijn opmars maakte en pioniers als Steve Jobs de eerste stappen zetten naar technologieën die de wereld voor goed zouden veranderen. Tijdens de Super Bowl in 1984 maakte Apple reclame met de enigzins politiek geladen slogan: Give power to the masses. Met power werd de pc bedoeld, iets wat toen werd gezien als

14

SOAP

elite-product. Apple starte met deze commercial een counterculturele cult-beweging en vestigde zich als brutale naam naast softwaregigant Microsoft. Er werd tussen de Super Bowl en de jaren ‘90 zo’n 85 miljoen dollar extra gespendeerd aan marketing en Apple manifesteerde zich als wat marketeer Marc Gobe een emotional brand noemt. Gobe meent in zijn boek Emotional Branding dat Apple zijn bestaansrecht compleet heeft te danken aan hun merk. Apple is volgens Gobe een merk dat commercie overstijgd en waar consumenten verliefd op kunnen worden. “Apple voelt als een goede vriend”, aldus Gobe. Maar hoe is het mogelijk dat iemand bevriend raakt met een merk? Apple heeft vanaf het begin van zijn bestaan de “human touch” hoog in het vaandel gehad. Dit zie je terug in de commercials, waar humanitaire en wetenschappelijke helden zoals Martin Luther King, Mahatma Ghandi en Albert Einstein de revue passeren. Ook zie je de human touch in de manier waarop Apple zijn producten vorm geeft. Kijk maar naar de iPod, die werkt heel intuïtief en op basis van een enkele duimbeweging. Daarnaast heeft Apple altijd aandacht besteed aan educatieve programma’s en integratie van Apple producten in het onderwijs. Steve Jobs beschreef de producten van Apple als people-driven. De marketingcampagne van de iMac laat zien hoe vertekenend de human touch van Apple kan zijn: de iMac werd gepresenteerd alsof Steve Jobs en zijn compagnon Jonathan Ive de apparaten zelf stuk voor stuk in elkaar zouden hebben gezet, terwijl hier wel degelijk onderbetaalde Aziatische fabriekswerkers voor verantwoordelijk waren. De beeldvorming van Apple is humaan en vriendelijk, én vertekenend. Hierdoor identificeren consumenten zich met Apple alsof het een goede vriend van ze is. Dat Steve Jobs het grootste boegbeeld was van Apple is onmiskenbaar. Velen weten echter niet dat, na de succesvolle campagne in 1984, hij in 1985 opstapte nadat hem werd verboden om een leidinggevende functie te bekleden binnen het bedrijf. Jobs lag niet zo lekker bij zijn collega’s. Uiteindelijk komt Jobs terug in 1997 als interim CEO (iCEO) waarna hij Apple als merk weer nieuw leven in blaast. Zijn verschijning als spreker tijdens grote conferenties was charismatisch en markant. Vele wetenschappers en journalisten hebben over zijn manier van presenteren geschreven, omdat deze zo uniek en onderscheidend was. Zijn one-more-thing tactiek (Jobs was het podium al af, maar kwam nog een keer terug met one more


Huub Schuijn / ...brandden voor Steve Jobs

MAATSCHAPPIJ & POLITIEK

thing..) is tot vier keer toe gebruikt om een nieuw product aan te kondigen. De manier waarop Steve Jobs zijn producten een gezicht heeft gegeven maakte zelfs dat zijn aftreden als CEO een aantal maanden geleden de beursnotatie van Apple deed kelderen. Steve Jobs was Apple en zal altijd Apple blijven. Hoe heeft Steve Jobs de producten van Apple en Apple als merk zo persoonlijk kunnen maken dat mensen hun iPads met een digitaal brandend kaarsje voor een Mac-store neerzetten omdat de voormalig CEO van een bedrijf dat toevallig hun leuke

“De beeldvorming van Apple is humaan en vriendelijk, én vertekenend”

willekeurig boek over kleurpsychologie beschrijft deze kleuren als wetenschappelijk, technisch, betrouwbaar, verleidelijk, elegant en prestigieus. Ga bij jezelf eens na, komen deze woorden bij je op als je aan een Apple-product denkt? De eerder besproken human touch maakt dat de technische vooruitgang die Apple heeft geboekt met bijvoorbeeld de iPad toch heel erg dicht bij mensen blijft staan. Als je een iPad gebruikt heb je niet heel veel technische kennis in huis nodig om er mee te kunnen werken. Alles werkt intuïtief, ziet er prachtig uit en speelt in op de emoties van de consument. De stappen van product, naar merk, naar persoon achter het merk zijn door Apple heel klein gehouden. Apple (lees Steve Jobs) heeft in direct contact gestaan met de consument door de persoonlijkheid van de producten te benadrukken en in de kracht van het merk te geloven. Voor velen is Apple als een religie en Steve Jobs was hun verlosser.

gadget heeft gemaakt is overleden? Als de uitvinder van pindakaas zou overlijden, zou iedereen dan voor de plaatselijke Albert Heijn pindakaaspotten met een waxine-lichtje gaan branden? Miljoenen mensen houden toch ook van pindakaas? Het is een ongelofelijk verschijnsel dat het overlijden van een voor velen volstrekt onbekende zoveel emotie teweeg brengt. Welke psychologisch mechanismen zitten hier eigenlijk achter?

In de jaren ‘90 had het Apple-logo een regenboog-achtig kleurenpatroon. Steve Jobs heeft na zijn herintreden als iCEO deze kleuren meteen vervangen voor zilver, wit en zwart. Ieder

Bekijk de “think different” commercial door de QR-code te scannen met je smartphone SOAP

15


16

SOAP

In dit eerste Middelpunt van SoAP speciale aandacht voor Merle van den Brom (24), vierdejaars sociologiestudent en ex-voorzitter van SociĂŤtas.

t n u p l e d d i m t e h in


SOAP

17

Waar hou je je mee bezig als je niet met sociologie en Sociëtas bezig bent? “Ten eerste hou ik erg van koken. Mijn tweede hobby is paardrijden. Ik heb twee eigen ‘kinderen’, mijn ‘dochters’ (Merle lacht). Ik heb ze al zes jaar en rijd al paard sinds ik vijf ben. Het is voor mij een heel goede uitlaatklep.”

Wat was het hoogtepunt van je bestuursjaar? “Daar moet ik even over denken. Ik heb niet echt één hoogtepunt. Het allerleukste is het contact dat ik nu heb met mijn bestuursgenootjes. Ondanks dat we heel verschillend zijn en niet ‘spontaan’ bij elkaar zijn gekomen, zijn we heel hecht. Wat gaat denk je het hoogtepunt worden van het komende jaar? Het hoogtepunt van het komende jaar wordt het halen van mijn bachelor-diploma. Dat wordt wel een heel groot hoogtepunt! Het is iets wat niemand je afpakt.”

Wat ga je het meest missen aan je bestuursjaar en waar kijk je het meest naar uit in het komende jaar? “Ik denk dat ik het sociale aspect het meest ga missen. Ik had heel veel contact met mijn bestuursgenoten, de leden, de commissies en andere verenigingen. Ik had veel borrels en andere sociale activiteiten en dat is nu veel minder. Waar ik het meest naar uitkijk is de tijd die ik over heb. Ik kan weer lekker met vriendinnen afspreken en met mijn vriend op de bank hangen. Het is heerlijk om soms eens niet te weten wat je de volgende dag gaat doen.”

De afgelopen jaren heb je veel naast je studie gedaan (Faculteitsraad, bestuur van Sociëtas). Wat ga je het komende jaar doen naast je studie? “Op dit moment ben ik bezig met de educatieve minor. Ik hou nu weinig tijd en energie over voor veel activiteiten naast mijn minor en sociale leven. Het volgende half jaar heb ik maar drie vakken, dus dan ga ik daarnaast werken. Het liefst wil ik werk doen wat studiegerelateerd is, bijvoorbeeld iets met jongerenparticipatie. Als ik er maar geld voor krijg, want mijn spaarrekening gaat hard achteruit!”


MAATSCHAPPIJ & POLITIEK

Welvarend Rwanda? / Madelien Meulenkamp

“When people ask me, good listeners, why do I hate all the Tutsi, I say, “Read our history.” The Tutsi were collaborators for the Belgian colonists, they stole our Hutu land, they whipped us. Now they have come back, these Tutsi rebels. They are cockroaches. They are murderers. Rwanda is our Hutu land. We are the majority. They are a minority of traitors and invaders. We will squash the infestation. We will wipe out the RPF rebels. This is RTLM, Hutu power radio. Stay alert. Watch your neighbours.” – George Rutaganda, vice-president van het Hutu leger ten tijde van de genocide

Beroemde persfoto van een voor het leven verminkte Rwandees

Zeventien jaar na genocide: Een stabiel Rwanda? Nog geen zeventien jaar geleden schalden dit soort boodschappen zoals bovenstaand door de ether in Rwanda. Hutu’s moedigden elkaar aan om Tutsi’s te vermoorden, en dit gebeurde in grote getalen met bijna een miljoen doden tot gevolg. In nog geen drie weken tijd werd op angstaanjagende wijze elf procent van de bevolking uitgeroeid. Een afschuwelijke gebeurtenis die het land in tweeën deed splijten en waarbij honderdduizenden mensen de dood vonden. Kinderen van toen een jaar of tien zijn nu in de twintig en dertigers zijn nu vijftigers geworden. Alle generaties hebben de genocide dus nog meegemaakt en het staat dan ook in het geheugen van iedere overlevende gegrift.

18

SOAP

En toen was daar plotseling Patrick Lodiers in Rwanda. In het BNN programma ‘3 op reis’ trok hij in drie afleveringen door het prachtige land. Waar ik verwachtte overspoeld te worden met ellende, bleek het opvallend goed te gaan met de bevolking. Met groot ontzag bekeek ik de rapportage van Lodiers in een land waarvan ik dacht dat het nog in grote verwoesting zou verkeren, maar waar het – naar omstandigheden – verbazingwekkend goed mee leek te gaan.

Als op 6 April 1994 het vliegtuig van de Hutu president wordt neergeschoten, is dat het startsein voor de strak georganiseerde genocide, die de Hutu’s maanden van te voren al hebben voorbereid. Enkele uren na het neerhalen van het vliegtuig begint het moorden, en binnen honderd dagen worden er meer dan 800.000 Tutsi’s en gematigde Hutu’s afgeslacht. De internationale gemeenschap kijkt de andere kant op, en de


Madelien Meulenkamp / Welvarend Rwanda?

MAATSCHAPPIJ & POLITIEK

“Human rights violations are a small price to pay for Rwanda’s remarkable progress” - Jack Chapman, historicus en socioloog aan de universiteit van Manchester

verenigde naties kan niets doen. Na drie weken trekt het rebellenleger van de Tutsi’s het land in om het moorden te stoppen. Drie maanden en een miljoen doden later is het de taak van de nieuwe regering om dit volledig verscheurde land te herenigen. Er komt een nieuwe vlag, een nieuw volkslied en een nieuwe grondwet. Van etnische verschillen wordt niet langer gesproken. Elisabeth, een jonge vrouw van 26, werkt in het nationale ‘Genocide Memorial Center’ in Rwanda. Een kerk waar tienduizend Tutsi’s zich verscholen, in de veronderstelling dat in het huis van God niet gemoord zou worden. “Ze begonnen te schieten en gooiden granaten naar binnen,” vertelt Elisabeth. “De meesten die hier bijeen waren gekomen, waren op slag dood. Daarna kwamen ze binnen en zochten tussen de lijken naar overlevenden. Die zijn omgebracht met traditionele wapens: machetes, speren en messen.” Minder dan tien personen overleefden de aanslag. Op de vraag van Lodiers hoe zij de genocide heeft overleefd volgt stilte. “Misschien moet ik je er niet naar vragen,” zegt hij. “Dit is deels ook jouw verhaal.” Elisabeth knikt. Voor SoAP wilde ik meer te weten komen over de huidige toestand van Rwanda. Volgens Kenneth Roth, executive director van Human Rights Watch (2009) is Rwanda stabiel te noemen. Het gaat erg goed met de economie en het onderscheid tussen Hutu’s en Tutsi’s wordt niet langer gemaakt. Indrukwekkend voor een land dat nog geen twintig jaar geleden elf procent van zijn bevolking verloor. Maar de regering is een eenpartijstaat en verkiezingen die de afgelopen jaren zijn gehouden waren niet veel meer dan een façade. Daar komt bij dat de regering de genocide gebruikt om de bevolking te onderdrukken. Uitspraken die kritisch zijn tegenover de huidige regering worden binnen de kortste keren verklaard tot een ‘genocide ideologie’, waar een gevangenisstraf van 10 tot 25 jaar voor staat (Roth, 2009). Het legt iedere kritische burger van Rwanda dus het zwijgen op. Een echte oppositie is er dan ook niet, en ook van persvrijheid is geen

3 op Reis in Rwanda terugzien? Surf naar

http://beta.uitzendinggemist.nl/afleveringen/1113134

of scan de QR

sprake. Niet alleen burgers, maar ook journalisten zijn gearresteerd, ontslagen en vermoord door het regime. Kagame, sinds 2000 de president van Rwanda, wordt er dan ook van beschuldigd een dictatoriaal regime te handhaven en de mensenrechten te schenden. Roth maakt zich dan ook zorgen. Hoewel Kagame verkondigt dat zijn land alleen uit Rwandezen bestaat, en niet uit Hutu’s en Tutsi’s, maakt hij het tegelijkertijd erg lastig voor de bevolking om zich met elkaar te binden door de continue onderdrukking vanuit de regering. Roth stelt dat, zoals vaak gebeurt in onderdrukte bevolkingsgroepen, de kans groot is dat men juist dan terugvalt op etnische identiteit, en dat het Hutu of Tutsi zijn dan alsnog opnieuw een grote rol zal gaan spelen in de identiteit van de Rwandese bevolking. Maar Jack Chapman, historicus en socioloog, heeft er een andere mening over. Kagame is een dictator, geeft hij toe. Maar, zo zegt hij, zolang hij het land stabiliteit brengt en voor redelijke ontwikkeling zorgt, is hij het soort dictator dat Rwanda op dit moment nodig heeft (Chapman, 2011). Deze uitspraak van Chapman heeft voor veel ophef gezorgd. Carina Tertsakian, Rwanda onderzoeker bij Human Rights Watch (2011) stelt dat het volledig onduidelijk is waarom het de sociale en economische ontwikkeling zou bevorderen wanneer iedere vorm van oppositie wordt afgestraft. Volgens Tertsakian is er dan ook helemaal geen sprake van een ‘civil society’ in Rwanda, zoals Chapman veronderstelt. De enige vorm van een ‘civil society’ zijn die verenigingen en gemeenschappen die zich volledig aansluiten bij het regime en zich niet controversieel opstellen (2011). Het mag volgens Tertsakian dan zo zijn dat Rwanda zich economisch zeer snel heeft ontwikkeld, dat de Rwandezen nog iedere dag in angst leven moet niet vergeten worden. “Hoe kijk je nu tegen Rwanda aan?” vraagt Lodiers aan het einde van de reportage aan Elisabeth. “Ik heb er vertrouwen in dat het allemaal goed gaat,” zegt ze. “Er is eenheid en verzoening, dat was de eerste stap. We moeten de geschillen achter ons laten. Het is niet belangrijk of je een Hutu of een Tutsi bent. Dat zaait alleen maar verdeeldheid en zo komen we nergens. Veel Rwandezen, waaronder ik zelf, willen zorgen dat dit nooit meer gebeurt. We werken aan de toekomst zodat onze kinderen kunnen wonen in het Rwanda dat wij voor ogen hebben.”

SOAP

19


MAATSCHAPPIJ & POLITIEK

Bloemen in Oslo / Daan Bloem

Bloemen in Oslo

‘Waar was jij, toen...’ is een van de meest gestelde vragen wanneer eenmaal gebeurde rampen nog eens besproken worden. Toen het nieuws van de aanslag in Oslo ons bereikte bevond ik mij samen met drie vrienden in een hostel in Stockholm, kijkend naar de Tour de France onder het genot van enige koude consumpties. Daar is niets opmerkelijks aan, zij het echter dat Oslo ook op onze lijst van te bezoeken steden stond. Onze vakantie bestond namelijk uit twee weken Scandinavië en na Kopenhagen en Stockholm wilden we Oslo en het robuuste landschap van Noorwegen bezichtigen. Bij de eerste berichtgeving dacht ik onverschillig dat het de zoveelste aanslag was en stond ik er verder niet bij stil. Maar toen ogenblikken later het nieuws van Utoya door kwam werd de brok in mijn keel groter. Acht doden in Oslo, en achtenzestig doden in Utoya. ‘Oslo… Daar had ik nu kunnen lopen’ was de daaropvolgende, angstige gedachte.

Na enig beraad besloten we onze reis naar Oslo toch voort te zetten, tickets waren immers al geboekt. Eenmaal aangekomen in Oslo zagen we een stad in rouw. Van het treinstation in Oslo naar het stadscentrum is een wandeling van vijf minuten. Tijdens die wandeling zag ik niets dan verdriet in de ogen van de Noren. Niemand lachte of deed uitbundig. Aan het einde van de winkelstraat, bij de kerk, zag het zwart van de mensen. Honderden mensen legden bloemen op het plein. Anderen staken kaarsen aan en weer anderen lazen zelf geschreven gedichten voor. Na het passeren van deze mensenmassa kwam de indrukwekkende en dikwijls op televisie uitgezonden bloemenzee in zicht. Achter deze bloemenzee lag het centrum, waarbinnen geen enkel pand nog alle ramen heel had. De meeste ramen hadden schade opgelopen door de explosie in het centrum. Het verdere zicht werd versperd door een ravage, afgezet met hekken die op hun beurt vol waren gehangen met bloemen. Door de hele stad, geen standbeeld, fonteintje of park ontkwam er aan, lagen bloemen. Oslo was bezaaid. Het was erg mooi om te zien dat de Noren reageerden met liefde en medelijden in plaats van met haat. Wat echter minder mooi was, was het plein vol mediawagens en journalisten.

20

SOAP

De Noren zelf leken de massale aanwezigheid van de media niet vervelend te vinden. Wat mij opviel was dat de meeste mensen geen aandacht aan de cameramensen besteedden en dat zij verzoekjes om een interview vriendelijk afwimpelden. De meeste toeristen wilden echter het liefst samen met hun slippers, zwembroeken en buideltasjes schitteren op de voorpagina, en de media haakten daar gretig op in. Na het

“Kinderen werden aan de kant geduwd door de cameraman die zijn beste shot wilde maken”


Daan Bloem / Bloemen in Oslo

MAATSCHAPPIJ & POLITIEK

leggen van een bloem op het plein – het minste wat wij buitenstaanders kunnen doen – zag ik hoe een jong meisje met zelfgemaakte tekening en al omver werd gelopen door een chagrijnig ogende cameraman. Nadat ik even later zelf bijna een been brak over een los slingerende stroomkabel zag ik hoe tien meter verder op een paar rouwende mensen hardhandig aan de kant werden geduwd door stewards omdat een blikvanger van de internationale televisie graag tegen de mooiste achtergrond zijn zegje wilde doen. Ik vroeg mij die middag af of deze optredens niet ietwat onbeschoft waren. Inmiddels is het besef wel gekomen dat dit voor deze mensen dagelijkse praktijken zijn. Mediamensen doen alsof zij net zo veel verdriet hebben als de slachtoffers en nabestaanden, maar in werkelijkheid zijn zij puur op zoek naar wat het beste verkoopt: sensatie. Het parasietengedrag van menig journalist heeft mij aangegrepen op een manier waardoor ik anders naar het nieuws kijk dan voorheen. Wat denkt een verslaggever als hij een van rouw bijna bezwijkende moeder interviewt over het verlies van

haar twintigjarige zoon? Heeft hij daadwerkelijk medelijden of denkt hij aan de kijkcijfers? Aan het door mij waargenomen gedrag in Oslo te zien verwacht ik het tweede. Hoewel reportages die wij op televisie zien anders doen vermoeden, vind ik het gedrag van de media tijdens tijden als in Oslo deze zomer ongehoord. In plaats van voor eigen succes te gaan zouden zij respect moeten tonen en hun productie op de tweede plaats moeten zetten. Ik hoop uiteindelijk maar dat de Noren door het asociale gedrag niet te veel zijn gestoord bij hun verwerking van deze verschrikkelijke aanslag.

Kijk voor meer foto’s van Daan uit Oslo op onze Facebook-pagina

SOAP

21


MAATSCHAPPIJ & POLITIEK

Sociologi

ower, eger P n n u en te r ec t G ceren j u o r d p o r t p met he rgie te at goed urzame ene Haren. De roject. a g t e om du gen en ij dit p ngen H Groni atief opgezet ntes Gronin betrokken b n duurzame ee ef iti t tot ken va een in nen de gem an is intensi gebrui ng en zo leid in n n i e m b k n n o e dele bela ucer ns St rzoek og Fra n prod ppelijk r onde sociolo dat het same gemeenscha ap. Uit eerde dat men bij h n k lt Hij ste orgt voor ee de gemeensc ddepoel blee zoekt. Bij z a ar n e a P i e k g n l n r e e n et ene g bi erd m n w t i l c r e e a S t d , n e och g verbro n Lewenbor ok eerder co bij-effect, t d van het n o e e la l de wijk menlijk doe t weliswaar e niet (Dagb n i a a d z een ge er Power is et belang erv eg n n an h u r G Stokm er 2011). t a h c s onder , 3 septemb en Noord

Groninge nU kabinet Ru it onderzoek van To bias Stark tte een kan blijkt dat h s mist doo ondersteu et r te stoppe ning van e n tn met de is leerpresta ties van kin ch gemengde scho len. de niet op vo oruit gaan ren op een etnisch g Hoewel de , em b lijkt dat de opstellen te ze leerling engde school er genover an e n zich wel dere cultu ondervroe open ren. Voor g Stark 20 h 0 e 0 t Arnhem. onderzoek er Hij volgde leerlingen op zo’n 4 0 scholen de kindere brugklas. in n Uit deze e nquêtes ble van groep 7 tot de eerder vri ek dat op end geme verschillen schappen ontstaan tussen kin ngde scholen de nationa deren van liteiten, w met dezelf at de houd de nationa ing tegeno liteit verbe discrimin ver andere tert. Dit zo atie op late n u de kans re leeftijd hebben ge o k p unnen verm me inderen. T bijvoorbee ngde scholen ook n oc a ld voorko mt dat een delen. Wanneer het h klasgenoo le t niet aard erling een ig vindt, k Marokkaa tegenover an de hou de gehele ding van d nse nationalite op 8 septe ie leerling it verslech mb teren. Tob 5 septemb er op dit onderzoek ia s Sta er 2011). gepromov eerd (De T rk is elegraaf,

22

SOAP

Sociologie in de media / Emma Kok

e in de M

edia :

Grunneg er Power! Den H a eenza ag Eén op d am. D e vijf j it b on TNS N ipo. So leek uit ond geren tusse confer n e cioloo en g Theo rzoek van d de 12 en 1 8 jaar dat co tie tijdens e van T Vrije is m de i wat ee putergebru Week tege lburg praat Universiteit te hier ik een n de E rder a en ov za ls e genoe g. “Ze oplossing w me jongere nzaamheid er op een . Hij s t vijf v n help erd ge gezell telt erl t. P ig su (de Vo .” Via de com egen mense ggereerd, i raatgroepe s n n lkskra nt, 19 puter word aan tafel, d volgens hem , t de d septem a niet rempe t wordt ni ber 20 et l verla 11) agd.

bekend in Tilburg toen a am dr n ei kl k ok zich een j zijn onderzoe Tilburg Er voltr iederik Stapel bi D er rs pp te ha se sc ee en vl werd dat de wet ufterigheid’ van Vonk naar de ‘h s oo n-actief gezet. R et m en sam per direct op no d er w ij H d. er jlander van de data had gefinge nificus Philip Ei ag m or ct er was dan re f ga de omvangrijk au fr Na onderzoek de t da e pleegd, n Tilburg to nlang fraude ge re ja el Universiteit va ap St eft rschijnlijk he ningen en verwacht. Waa rzoeken in Gro de on e gemerkt er rd ee j de zo lang onop au fr mogelijk ook bi t da k lij ke derzoek et is opmer t Stapel vaak on da Amsterdam. H om t da t m ls jlander ko 2011). Inmidde blijft. Volgens Ei blad, 8 oktober ls it de ite an rs H ve C ni R su Rijk alleen deed (N onder andere de or do d ag la ek is Stapel aang Groningen.


Faculteitsraad / Deze docu’s mag je niet missen!

MAATSCHAPPIJ & POLITIEK

kgroep, van de va n n te n e c o nne or d it item ku esteld do g d p n o e , n n o in .B see zijn can docenten ns hen een must den; logische n io a c v o s s p e d ti e k n n die volg aditie van m met daarin kij ven in ha maal e nlange tr iaal tippe elf het heft nog e r e it r lle te a w ja a u n n m ij ie e z e n ld Na ctie z ant ze er bee a et een d d w m n e , r a u is f n P is o r A P s c o nanciële komt SoA cumentaires, film editie neemt de S tijd van fi do e te z s n r e e d te e n e e in c d do Voor én geluk iologen. issen...! E en. m t ie voor soc n je bekijk u’s mag online te l e deze doc e h e g in z’n kosteloos

! N E S S I M T E I N E J G A M S ’ U C O DEZE D SoAP E ONLINE D IN IK L K PHONE? INE! ER SMART DOCU’S DIRECT ONL D N O Z L E G HIPPE VO EKIJK DE ODES EN B C R Q E D OP

Status Anxiety

Waarom worden mensen niet gelukkig van het nastreven van succes? In Status Anxiety gaat Alain de Botton, een Britse schrijver en filosoof van Zwitserse komaf, dieper in op deze vraag. Terwijl de Westerse wereld zich de laatste 200 jaar heeft laten kenmerken door een ontzettend grote toename in rijkdom en economische kansen, heeft dit er niet toe geleid dat mensen veel gelukkiger zijn geworden. In de krap 2,5 uur durende documentaire focust De Botton zich op deze paradox en neemt hij je als kijker aan de hand in een kwalitatief hoogstaande documentaire!

Tony, een observatie in het Pieter Baan centrum

Een zogenaamde veelpleger, een 43-jarige timmerman genaamd Tony, komt terecht in het Pieter Baan centrum. Gedurende zeven weken trekt er een stoet aan gedragsonderzoekers aan hem voorbij die uiteindelijk moeten bepalen of Tony toerekeningsvatbaar is, en vervolgens; wel of geen tbs? In de documentaire wordt Tony in het Pieter Baan centrum door een camera gevolgd. Gesprekken met de psychiater, de klinisch psycholoog, de forensisch milieuonderzoeker, het verblijf op de afdeling en het contact met de groepsleiding; alles wordt vastgelegd. Gaandeweg ontwikkel je als kijker een beeld van Tony en dan krijg je de vraag... Was Tony toerekeningsvatbaar ten teide van het misdrijf en moet hij tbs krijgen?

Haagse Sjonnie

De documentaire Haagse Sjonnie mag, ondanks dat de documentaire uit 2006 dateert, inmiddels met recht een klassieker genoemd worden. Documentaire maker Joost van der Valk volgt John Waldschmit, oftwel Haagse Sjonnie, in zijn dagelijks leven. Met zijn opvallende uiterlijke vertoning en zijn onvervalst Haags accent is hij niet een doorsnee Nederlander. Sjonnie heeft namelijk schijt aan alles, behalve aan zijn vrouw, kinderen en wellicht zijn grootste liefde in zijn leven, ADO Den Haag. Grofgebekt en met een eigenaardige levensvisie slaat Sjonnie zich door het leven, en op één of andere manier bouw je gaande weg de documentaire begrip op voor deze aparte verschijning.

The revolutionary ideas of Karl Marx

De ideeën van Karl Marx vinden tegenwoordig maar weinig ingang meer. Na de verschrikkingen van ondermeer Sovjet-Rusland en Maoistisch China roept alleen al het woord communisme vaak heftige reacties op. Zelfs onder modern-linkse groeperingen wordt Marx vaak gezien als ‘gedateerd’ en niet van toepassing op de hedendaagse samenleving. De Britse columnist, schrijver, comedian en socialist Mark Steel bespreekt het leven en werk van Karl Marx op een geïnspireerde en vermakelijke manier. In 50 minuten schetst hij een beeld van een menselijke (alles behalve perfecte) Marx en bespreekt hij de belangrijkste ideeën van deze grondlegger van de sociologie. Aan de hand van vermakelijke anekdotes laat hij zien hoe deze klassieker ook vandaag nog een belangrijke bijdrage levert aan sociologische verklaringen.

omtrent en de problemen de vakevaluaties llie ingen. hebben ju tentameninschrijv t binnen de wat je goed vind er ov its en lte nt cu fa pu t van he e, ook ndt dat het kan n over dingen di culteit, waar je vi fa n go kunnen advisere be et H ën voor deze belangrijk zijn. rbeteren en idee ve en mail voor studenten, de n va hroom dan niet goedkeuren Sc t g? he in et er m et ed rb ve go . Jullie n dit jaar idelijkheid bij ee raad.gmw@rug.nl du its on lte el cu ve fa ar en g na in he hebben er begrot us bij Pedagogisc dan welkom. We r fix ee us m er is m t nu pu e in el eventu g met het Ook zijn we bezi zin in dit jaar! wetenschappen. t oo gr n ee GMW. es onderzoeken van ndend studieadvi ma namens de FR bi ke f ar tie H ga er ne rb ge Be ta percen bezig met iernaast zijn we bij Sociologie. H

011-2012 2 W ingen M G d a ra s bben in de besliss Faculteit om inspraak te he bestuur en ze te , Beste Sociologen

er dit twijfeld weten is Zoals jullie onge t en ud el nieuwe st jaar weer een gehe ede go l vo faculteitsraad geleding van de aan een moed begonnen sjaar voor onze ap medezeggensch ederom bestaat dit jaar w faculteit. De FR W en M G te weten SV uit twee partijen, el dit he ge ed e als een go PSB, waarmee w staat be FR e n werken. D jaar samen zulle

SOAP

23


OPINIE

Een ander studentenleven / Hannah Achterbosch

Een ander studentenleven

Coimbra: Hoe traditie en protest samenleven

In Portugal is armoede. Bij de eerste de beste bushalte in Lissabon staan bij een busje een vrouw en een man voedsel uit te delen aan de armen. Ook bij de kerk hangen wat mannen rond, soms zonder benen en vaak zonder tanden. Later zie ik dat bij het plein achter deze kerk openbare sanitaire voorzieningen zijn. Er is niet alleen armoede in Lissabon. In Coimbra, een stad tussen Porto en Lissabon, vind je een echte studentenstad. Coimbra is de vierde stad van Portugal gelegen tegen een berg. De stad word in tweeën gedeeld door de rivier Mondego. Van de bijna 140.000 inwoners zijn er 22.000 studenten en deze studenten zijn bepalend voor de uitstraling van de stad. Een stad waar ineens veel minder arme mensen lijken te zijn. Een stad waar studenten totaal niet lijken op studenten in Nederland en waar bovendien de studenten de baas zijn. Wat doen wij verkeerd?

traditioneel, maar ook de “Velha universidade” , de universiteit van Coimbra, hecht waarde aan traditie. Zo worden de eerstejaars studenten aan het begin van het studiejaar gedoopt in de rivier Mondego waarna een groot feest losbarst en studenten de stad overnemen. Ook komt uit de stad Coimbra de praxe, een soort wetboek waarin regels over hiërarchie worden besproken. Je wordt automatisch lid van deze praxe tenzij je bezwaar maakt. Kortom, studenten moeten zich in Portugal gedragen naar hun positie. De positie van studenten in Portugal is een belangrijke, en dat weten de studenten.

“Onder de Portugezen heerst een sfeer waarin je een verantwoordelijkheid hebt naar je land toe”

Onder de Portugezen heerst een sfeer waarin je een verantwoordelijkheid hebt De gemiddelde student in Coimbra zouden naar je land toe. Je studeert niet alleen voor jezelf, maar je studeert ook om je we hier in Nederland omschrijven als een corpsbal. Ook al is het circa dertig graden, land te dienen en daar zijn ze trots op. Ze toch lopen ze in hun traditionele pak door beseffen meer dan wij in Nederland dat het bijzonder is om te studeren en dat je de stad. Eerlijk gezegd lijken ze een beetje een bijdrage levert aan de wereld. Je bent arrogant, terwijl ze druk discussiërend met hun fado-gitaar onder de arm door de belangrijk voor de toekomst van het land. stad lopen. De vrouwen zijn niet gekleed in Hoewel de traditionele houding van de pak maar in een mantelpakje, want verschil universiteit ons Nederlanders nog wel eens tussen man en vrouw moet er zijn volgens tegen de borst zou kunnen stuiten, is de positieve kant van deze traditionele de Portugezen. Ook spelen de studerende vrouwen in tegenstelling tot de studerende houding dat studenten nog echt trots zijn op hun positie en hoewel ze in mannen geen fado. In de studentenstad Portugal ook veel feest vieren, toch iets Coimbra gaat dit tegen de tradities in, serieuzer zijn over hun bijdrage aan de hoewel er in andere Portugese steden wel fadomuziek wordt gespeeld door vrouwen, maatschappij. wordt er in Coimbra vastgehouden aan tradities. Niet alleen zijn de studenten zelf

24

SOAP

Toch, hoe beter je oplet in Coimbra, hoe duidelijker ook het verzet tegen de overheid en tradities wordt. Hoewel de Portugezen aandoen als corpsballen, verbergen ze onder hun pakken waarschijnlijk graffiti-bussen waarmee ze de grote trap die naar de universiteit leidt mee markeren. Want op deze trappen wordt gedemonstreerd tegen de bezuinigen die de overheid wil maken op het onderwijs. Eenmaal de trap opgelopen kom je een beeld tegen van de paus, waar de studenten een strop om heen hebben gehangen. Ook als je naar de studentenhuizen van Republica kijkt, zie je dat er wel degelijk verzet wordt geboden tegen de praxes, studenten hebben vlaggen uit het raam gehangen met doodshoofden erop om duidelijk te maken dat hun protest serieus genomen moet worden. Het lijkt erop dat de scherpere tegenstellingen in Portugal, tussen rijk en arm, tussen traditie en progressie, de studenten motiveren om te vechten voor hun ideaal. Hoewel de tradities hoog in het vaandel staan wat de Portugezen betreft, gebruiken ze hun machtspositie ook om op te komen voor hun idealen. Studenten voelen zich geroepen om hun verantwoordelijkheid te nemen ten aanzien van hun medemens. Hier kunnen wij in Nederland wat van leren. Want ook in Nederland worden de tegenstellingen scherper. Ik verheug me op de nieuwe bezuinigingen, dan hebben wij Nederlandse studenten eindelijk het recht om te protesteren en de regering flink dwars te zitten. Mijn graffitibussen staan al in de kast.


Vincent de Goeij/ Financieel fatalisme

OPINIE

Financieel fatalisme

“ Het zijn zware tijden, de onzekerheid viert hoogtij”

Occupy Wall Street Movement, zo heet de beweging die sinds begin September in het openbaar is verschenen. Na een oproep in een links georiënteerd blad kwamen ongeveer 2000 mensen bijeen nabij het financiële centrum in de VS. De mensen waren gefrustreerd, geïnspireerd maar vooral enthousiast. De insteek was om een ander geluid te laten horen, de mening van een niet gehoorde groep te vertolken. En waar kan dat beter dan op de straat waar dagelijks miljoenen valuta’s heen en weer geswapt worden, waar vermogensbeheerders en effectenhandelaren op tientallen beeldschermpjes de fluctuaties van verschillende markten in de gaten houden? De statistieken liegen er niet om wanneer het gaat over economische groei, werkloosheidscijfers, financiële en sociale ongelijkheid. Het zijn zware tijden, de onzekerheid viert hoogtij. De financiële sector lijkt zich net een beetje hersteld te hebben van de afgelopen crises nu de volgende aanstaande is. De burger is voorzichtig en oplettend, maar vooral gefrustreerd. De bezuinigingen raken iedereen in de portemonnee om maar met een politiek cliché op de proppen te komen. Dit is misschien ook wel waar het wrange ligt. Want, de politieke correctheid, de onduidelijkheid en de goedlachse Premier lijken de echte problemen te verbloemen. Geen wonder dat de populisten aan stemmen winnen in de peilingen. De ernst van de zaak zit wel in de gevolgen die op mondiaal niveau kunnen toeslaan en leiden tot sociale misères. De speculaties en de onvoorspelbaarheid van de beurzen spelen deze mogelijke gevolgen in de kaart. De staat lijkt niet langer de controle te hebben, het lijkt slechts een schakel in een veel en veel groter netwerk van geldstromen. De staat is een orgaan dat kan herstellen, herfinancieren of subsidiëren waar nodig, maar tot op welk niveau?! De financiële markten lijken een wereld op zich. Gericht op totale financiële vrijheid, met een individualistische inslag, maar formeel. Of, zo lijkt het in eerste instantie. Geen deel van een groter geheel, geen regulering vanuit de overheid. Terecht?

Enerzijds wel want overheidsingrijpen belemmert de marktwerking en de concurrentie maar anderzijds zou enige wetgeving kunnen leiden tot ‘eerlijkere’ concurrentie en prijsmatiging. De (neo)liberalen die voortborduren op de ‘invisible hand’ theorie van Adam Smith keuren te véél overheidsingrijpen af maar enige regulering lijkt broodnodig en kan verdere crises hopelijk voorkomen. Het eigenlijke probleem lijkt dieper te liggen, vastgeroest in de samenleving. Want de politieke voornemens kunnen nog zo goed klinken maar er is en blijft een groep die nooit de mogelijkheid zal hebben om in effecten, obligaties, derivaten of grondstoffen te handelen. Die groep is meestal de grootste groep in de samenleving. De groep die niet mee profiteert van financiële meevallers of dividenduitkeringen maar het wel voelt in de eigen portemonnee wanneer de beurzen instorten. Nadelige macro-economische gevolgen als werkloosheid, belastingverhoging of verhoging van de zorgpremie treffen deze groep vaak het hardst. Oneerlijk? Ja.

“...het is en blijft cru dat in Amerika een kleine, rijke bovenlaag zoveel kapitaal kan bezitten en zoveel in de melk te brokkelen heeft” De opkomst van een beweging als de ‘Occupy Wall Street Movement’ is dus zeker goed te verklaren aan de hand van de ontwikkelingen op macroniveau. Want het is en blijft cru dat in Amerika een kleine, rijke bovenlaag zoveel kapitaal kan bezitten en zoveel in de melk te brokkelen heeft (lobbygroepen, financiers campagne presidentskandidaten). Terwijl de meerderheid van de bevolking zich een slag in de rondte moet werken en net kan rondkomen van een minimaal loon. De tegenstellingen binnen één land kunnen abnormaal zijn. In het geval van Amerika lijkt de passiviteit onder de bevolking er altijd voor gezorgd te hebben dat de inwoners hun maatschappelijke situatie accepteerden. Ze waren weinig anders gewend. Voor ons Nederlanders is dit moeilijk voor te stellen maar dat lijkt het culturele verschil te zijn. Toch lijkt het gewenst dat bepaalde zaken binnen de samenleving structureel veranderen. De ‘Occupy Wall Street Movement’ die nog steeds stoïcijns aan het protesteren is en overnacht op het ‘Liberty Park’ legt met sommige punten de vinger op de zere plek. Het streven naar een rechtvaardiger democratisch en economisch systeem is bewonderenswaardig. Hervormingen met betrekking tot financiële en sociale ongelijkheid moeten gerealiseerd kunnen worden. Het streven is: het door ontwikkelen als samenleving op een rechtvaardige, duurzame en financieel verantwoorde manier. Want, waar een wil is, is een weg!

SOAP

25


OPINIE

Twistpunt / Miriam van Voornveld

De Maakbare Mens

Roodharige mannen kunnen hun ‘kwakje’ niet meer kwijt bij de Deense spermabank, zo meldde de Deense krant Ekstrabladet. Gebleken is namelijk dat er te weinig vraag naar roodharige kinderen is in verhouding tot het aanbod. Door het weigeren van roodharige spermadonoren wordt invloed uitgeoefend op de eigenschappen waarmee kinderen geboren worden. Deze invloed zou wel eens sterk kunnen toenemen de komende jaren. Wellicht blijven volgend jaar de mannen met te grote voeten met hun kwakje zitten, gevolgd door de man met te veel haargroei en de man met een kromme neus. Maar hier is nog niet alles mee gezegd. Naast de mogelijkheid om via selectie van zaaddonoren invloed uit te oefenen op de eigenschappen van de mens bestaat ook de mogelijkheid dit te doen via de zogeheten ‘genetische diagnostiek’. Op dit moment is het nog zo dat er bij genetische diagnostiek alleen gekeken wordt naar de aanwezigheid van vooral gevaarlijke afwijkingen. De mogelijkheid bestaat echter om ook andere eigenschappen van het embryo te onderzoeken. En zo komen we bij het twistpunt van dit artikel; in hoeverre mag men invloed uitoefenen op de eigenschappen van de mens? We zullen nu eerst wat dieper ingaan op genetische diagnostiek. Wat houdt het precies in en in hoeverre mag hiermee invloed worden uitgeoefend op de eigenschappen van de mens? Genetische diagnostiek bestaat uit stamboomonderzoek, chromosoomonderzoek, DNA diagnostiek (of DNA tests) en stofwisselingsonderzoek. Deze verschillende onderzoeken kunnen op verschillende momenten worden uitgevoerd. Ten eerste kan er onderzoek gedaan worden voor de zwangerschap, gerelateerd aan IVF. IVF wordt ook wel reageerbuisbevruchting genoemd en is een voortplantingstechniek waarbij een of meer eicellen buiten het lichaam worden bevrucht met zaadcellen. Na de bevruchting worden de ontstane embryo’s teruggeplaatst in de baarmoeder. Tijdens deze procedure kan chromosoomonderzoek gedaan worden bij de embryo’s waaruit blijkt of de embryo

26

SOAP

bepaalde afwijkingen heeft. Bij dit onderzoek wordt slechts naar een aantal chromosomen gekeken die aan de basis liggen van miskramen of betrokken zijn bij ernstige afwijkingen, zoals het Downsyndroom. Als blijkt dat het embryo deze afwijkingen vertoont kan worden gekozen om de embryo niet terug te plaatsen in de baarmoeder. Op deze manier kan dus invloed worden uitgeoefend op de eigenschappen van embryo’s. Ook kan er genetische diagnostiek toegepast worden tijdens de zwangerschap in de vorm van onder andere een vruchtwaterpunctie en een vlokkentest. Aan de hand van deze testen kan wederom bekeken worden of er sprake is van een afwijking bij het embryo. Als dit het geval is kunnen de ouders besluiten het kind weg te laten halen. Bij deze keuze spelen de ernst van de ziekte, de prognose, de therapeutische mogelijkheden en de belasting die een

gehandicapt kind betekent voor de ouders zelf een grote rol. Deze genetische diagnostiek heeft geleid tot vele discussies met als hoofdvraag; hoeveel invloed mag men hebben op de eigenschappen van een ongeboren kind? Er zijn voor deze discussie verschillende argumenten aan te voeren. Genetische diagnostiek is van groot belang omdat ernstige ziekten voorkomen kunnen worden. Zo kan bij IVF het 21e chromosoom onderzocht worden wat aantoont of het ongeboren kind de ziekte van Down heeft. Gezien de steeds hoger wordende leeftijd waarop vrouwen nog kinderen krijgen is het aantal geboren kinderen met de ziekte van Down sterk toegenomen. Werden er 20 jaar geleden nog 10 op 10.000 kinderen geboren met de ziekte van Down, tegenwoordig is dit opgelopen tot zo’n 16 op de 10.000. Door onderzoek naar de ziekte te doen tijdens


Nienke Tebbens / Twistpunt

OPINIE

IVF kan dit aantal sterk teruggedrongen worden. Afwijkingen in chromosomen kunnen ook wijzen op een miskraam. Genetische diagnostiek kan miskramen dus voorkomen. Daarnaast kunnen diverse soorten van leukemie worden herkend. Genetische diagnostiek kan echter botsen met bepaalde religieuze overtuigingen. We bespreken 4 grote geloofsstromingen. De katholieke kerk is van mening dat het leven van het kind begint bij de conceptie van de eicel met de spermacel. De bevruchte eicel bevat namelijk al alle genetische informatie van het kind. Gezien er bij genetische diagnostiek gekozen kan worden voor het weghalen van de embryo uit de baarmoeder of het vernietigen van de embryo dat tot stand is gekomen bij IVF, is genetische diagnostiek in strijd met de katholieke leer. Het Jodendom beschouwt een embryo als mens wanneer het in de moederschoot zit. Dit betekent dat de embryo wel vernietigd mag worden voor de zwangerschap, maar niet tijdens. Bij de islam is het zo dat de ziel na de 120e dag met het wordende leven wordt herenigd. Omdat de onderzochte foetus maar een paar dagen oud is, is het officieel gezien nog geen mens en is het vernietigen ervan niet strafbaar. Bij het boeddhisme is IVF niet toegestaan omdat je door het voortijdig beëindigen iemand buiten de kringloop van zijn leven plaatst. Je ontneemt zo iemand de kans om spiritueel verder te groeien en zo krijgt deze persoon geen kans om een goede conditie te bereiken voor de wedergeboorte. Volgens de boeddhisten is er vanaf de conceptie sprake van een ‘nieuw leven’.

“Genetische diagnostiek en de selectie van zaaddonoren zouden als een natuurlijk proces gezien kunnen worden waarbij gestreefd wordt naar een sterk nageslacht” bekend gemaakt een soort catalogus aan te leggen waarin de persoonlijkheidskenmerken, interesses en zelfs de kledingstijl van zaaddonoren vermeld staan. Mocht je niet zolang kunnen wachten dan kun je nu al terecht op www.beautifulpeople.com waar al een selectie is gemaakt van de mooiste zaaddonoren. Lelijke donoren zijn hier de laan uitgestuurd. Het klinkt ontzettend griezelig allemaal, dat de mens zo’n grote invloed uit kan oefenen op het nageslacht. Wat echter vergeten wordt is dat bij de natuurlijke manier van voorplanting ook sprake is van selectie. De overlevingsdrang van mensen bepaalt uiteindelijk de keuze van de partner. Door het kiezen van een sterke partner wordt de kans op sterk nageslacht vergroot. Genetische diagnostiek en de selectie van zaaddonoren zouden dus als een natuurlijk proces gezien kunnen worden waarbij gestreefd wordt naar een sterk nageslacht. Ondanks alle bezwaren tegen genetische diagnostiek en zaaddonor selectie lijkt het er dus op dat men hierbij niet voor god speelt maar juist de natuur zijn gang laat gaan.

Ook in de politiek leeft de discussie over genetische diagnostiek. In een motie van Halsema in 2008 pleit de politica dat het een ethische kwestie is, waarin de individuele gewetensvrijheid van parlementariers volledig tot zijn recht moeten komen. Het dient dus een vrije kwestie te zijn. Er is tot nu toe nog geen overeenkomst bereikt. Wat aan deze discussie ten grondslag ligt is de onduidelijke grens tussen wat ethisch juist en wat ethisch onjuist is. Nu wordt genetische diagnostiek alleen nog maar gebruikt om onderzoek te doen naar bepaalde ziekten die een embryo wellicht draagt. Het is echter zeer waarschijnlijk dat men in de toekomst de mogelijkheid krijgt onderzoek te doen naar andere eigenschappen van het embryo, die niets met het voorkomen van bepaalde ziekten te maken hebben. Zo kan er waarschijnlijk worden vastgesteld wat voor geslacht het kind krijgt, de lengte, de haarkleur, maar ook welke gedragseigenschappen een kind heeft. Genetische diagnostiek zal mensen dus uiteindelijk in staat stellen om te bepalen of een embryo ‘goed genoeg is’ om in de baarmoeder geplaatst te worden of om in de baarmoeder te blijven. Hier komt het begrip ‘de maakbare mens’ aan de orde. In hoeverre mag men invloed uitoefenen op de eigenschappen van een mens? In hoeverre mag men ‘voor god spelen’? Dit ethische bezwaar komt ook aan de orde bij de eerder genoemde ‘selectie van zaaddonoren’. Tegenwoordig wordt er in het donorproces al rekening gehouden met de uiterlijke kenmerken van de wensouders. Spermadonoren worden vaak gekozen op basis van lengte en haarkleur. Er kan echter ook gekozen worden op basis van vele andere eigenschappen, zoals intelligentie en karakter. De London Sperm Bank heeft onlangs SOAP

27


OPINIE

Datagebruik wetenschap / Dieko Bakker

Open access wetenschap Het nieuws over de uitgebreide fraude gepleegd door professor Diederik Stapel sloeg in de wetenschappelijke wereld in als een bom. Jaren had hij zijn collega’s en studenten wijs kunnen maken dat hij de meest geweldige data tot zijn beschikking had, terwijl deze data in werkelijkheid volledig uit zijn fantasie verzameld was. Op maandag 31 oktober presenteerden de verscheidene onderzoekscommissies, uit Tilburg, Amsterdam en Groningen, hun voorlopige bevindingen. Een van de opvallende opmerkingen uit dit interimrapport ging over de manier waarop met verzamelde data wordt omgegaan. Er bestaat binnen de wetenschap een sterke gewoonte dat verzamelde data persoonlijk bezit blijft en dat maar weinig collega’s tot deze data toegang krijgen. In sommige gevallen wordt deze data zelfs na een bepaalde periode vernietigd. De laatste tijd zijn er op diverse momenten oproepen geweest om deze data ‘open-access’ te maken. Dat wil zeggen dat verzamelde data publiek bezit moeten zijn. Wat zijn de voor- en nadelen van open access dataverzameling? Het probleem Het geval Stapel laat uitstekend de meeste extreme gevolgen van gebrekkige openheid zien. Dit is alleen wel een heel uitzonderlijk geval en om op basis daarvan vergaande veranderingen door te voeren is niet verantwoord. Zijn er dan ook andere problemen met de huidige manier van dataverzameling die een roep om open access-systemen kunnen rechtvaardigen? Ja, die zijn er. Ten eerste is het in eigen beheer houden van data vaak inefficiënt, zeker als het om grotere datasets met veel verschillende variabelen gaat. Eenzelfde dataset kan in zo’n geval vaak voor verschillende onderzoeksvragen gebruikt worden. In de praktijk gebeurt dit vaak niet of alleen in beperkte kring,

28

SOAP

omdat het bestaan van deze datasets vaak bij weinig mensen bekend is en omdat voor gebruik toestemming gevraagd moet worden en deze vaak niet gegeven wordt. Een tweede probleem is dat het wanneer de data verborgen zijn onmogelijk is om te controleren of deze data hetzelfde zeggen als de papers die erover geschreven worden. Onderzoeken bevatten vaak fouten in de methodologie, beschrijven variabelen en hun verdeling vaak onvolledig, laten vaak variabelen weg die wel in de dataset stonden maar niet het gewenste effect leverden, enzovoorts. Controleren of dit gebeurt en hoe groot de invloed daarvan op de verkregen resultaten is wordt lastig of zelfs onmogelijk als de data niet beschikbaar is. De oplossing De oplossing lijkt relatief simpel. De door wetenschappers verzamelde data moet publiek bezit worden. Dat wil zeggen dat wetenschappers niet alleen hun geschreven artikelen moeten publiceren maar ook de achterliggende data. Het zou helemaal optimaal zijn als ook de dataverzamelingen waarover niet gepubliceerd wordt openbaar worden. Zo staat het iedereen vrij om te controleren of er misschien sprake is van ‘publication bias’, het niet publiceren over verzamelde gegevens omdat de data niet in overeenstemming zijn met wat verwacht of gewenst is. In Nederland heeft het NWO al een stap in deze richting gezet. In het blad E-data & research viel onlangs te lezen dat data van onderzoek dat door het NWO gefinancierd wordt ook bezit worden van het NWO, zodat deze later aan andere onderzoekers verstrekt kunnen worden. Het is niet duidelijk in hoeverre hier echt sprake is van open access. Het NWO heeft nog niet aangegeven hoe gemakkelijk en tegen welke voorwaarden deze data te verkrijgen of in te zien zullen zijn. Ook bestaat er al een website, dans. knaw.nl, waar een data archief met veel open access data te vinden is. Niet altijd

mag met deze data ook gepubliceerd worden en soms moet voor verkrijgen de toestemming van de oorspronkelijke auteur gevraagd worden, maar vaak is in elk geval inzage in en bewerking van de data zonder vragen mogelijk. Behalve deze initiatieven is open toegang tot wetenschappelijke data nog zeldzaam. Om de bovengenoemde problemen te verhelpen zou het goed zijn als hier verandering in kwam. De gevaren Helaas zijn niet alle gevolgen van open access datagebruik positief. Het openstellen van wetenschappelijke dataverzamelingen aan het publiek levert ook enkele gevaren op. Ten eerste gaat het hier om privacyproblemen. Een paar maanden geleden nog eiste tabaksbedrijf Philip Morris bij de Schotse universiteit van Stirling data op van een onderzoek naar de gevolgen van roken. De universiteit weigerde de (survey-)data vrij te geven omdat de dataset variabelen bevatte die gebruikt konden worden om de respondenten te identificeren. Ten tweede investeren sommige wetenschappers en vakgroepen veel tijd en geld in het verzamelen van data, vaak met moeilijk te krijgen subsidies, en stelt volledige open access iedereen vrij van hun harde werk te profiteren. In hoeverre dit ook daadwerkelijk zal gebeuren is nog maar de vraag, maar de mogelijkheid bestaat in elk geval. Dan zit er ook nog een gevaar in het plan van het NWO dat


Siebren Huitema/ Stelling

hierboven wordt omschreven. Het NWO deelt namelijk ook subsidies uit en stelt in hetzelfde artikel dat zij van plan zijn geen subsidies meer te geven aan onderzoek waar al data voor bestaat. Als dit echt zo streng wordt ingevoerd is dat een vreselijk slecht plan voor de wetenschappelijke kennisontwikkeling. Een van de basisregels van de wetenschap is dat resultaten gerepliceerd moeten worden. Als hetzelfde resultaat niet consequent met verschillende data verkregen wordt is het resultaat niets waard. Dit toetsen op verschillende data wordt onmogelijk gemaakt als het NWO werkelijk geen subsidies meer verstrekt voor nieuwe dataverzameling als er al een bruikbare dataset bestaat. Conclusie Open access datagebruik is een mooi ideaal. Een wereld waarin in principe iedereen gepubliceerde resultaten kan controleren laat minder ruimte voor fraude en voor sturing van (gepubliceerde) uitkomsten door het weglaten van variabelen of het laten verdwijnen van complete datasets. Ook kan het wetenschappelijk proces een stuk versneld worden als niet steeds nieuwe data verzameld moeten worden. Helaas zijn de mogelijke gevaren zo aanzienlijk dat de invoering van open acces data geen gegarandeerd succes is. Voordat het zo ver is zullen de gevolgen eerst uitgebreid onderzocht en afgewogen moeten worden. Liefst met open access data.

OPINIE

Hoe denken onze mede sociologen eigenlijk over genetische selectie? Naar aanleiding van de Deense spermabanken die sperma van roodharigen weren omdat er te weinig ‘vraag’ naar deze haarkleur was, hebben we een poll gehouden op Facebook. De stelling luidde: ‘Moet een spermabank de uiterlijke kenmerken van de zaaddonor bekend maken aan de ‘ontvangers’ van zijn sperma?’ Uit de poll blijkt dat meningen hierover sterk verdeeld zijn: achttien Facebookers stemden ‘ja’ en zeventien ‘nee’. Er heerst dus sterke verdeling over het feit of er bekend mag worden gemaakt wat het uiterlijk van de spermadonor is. Het bekend maken hiervan kan leiden tot een overschot aan een bepaald ‘type’ uiterlijk, zoals we dat in Denemarken hebben gezien met roodharigen, maar zorgt er wel voor dat stellen met een kinderwens die ze niet kunnen vervullen vanwege de onvruchtbaarheid van de man, een donor kunnen kiezen die zoveel mogelijk op de toekomstige vader lijkt en daarnaast weet het kind ook hoe zijn of haar biologische vader eruitziet. Een andere belangrijke factor in deze discussie is de spermadonor zelf. Het te expliciet bekend maken van zijn uiterlijk kan een ernstige inbreuk betekenen op zijn privacy. In Nederland werd in deze discussie jarenlang gekozen voor de kant van de privacy van de spermadonor. De spermadonor bleef na ‘zijn donatie’ compleet anoniem. In 2004 is deze anonimiteit iets opgeheven door twaalfjarigen het recht te geven bepaalde kenmerken over hun biologische vader op te vragen, waaronder uiterlijk. Maar voordat de openheid over de spermadonor echter zover is als in Denemarken is het echter nog lang niet. In Denemarken is Sperma-donatie in sterk vercommercialiseerd. Een belangrijk voorbeeld hiervan is Cyros. Cyros is een Deense multinational die eigenlijk niks anders doet dan het voor veel geld opkopen van Deens sperma

Stelling

en het daarna weer nog duurder verkopen aan stellen met een kinderwens door heel Europa. Cyros vangt in heel Europa sperma tekorten en doet dit op zo’n grote schaal dat bijvoorbeeld in België de helft van de kinderen die zijn ‘ontstaan uit spermadonatie’ een Deen als vader hebben. Dit bedrijf probeert, zoals elk commercieel bedrijf, zoveel mogelijk klanten te krijgen door ze zoveel mogelijk service te bieden waaronder dus het in verre mate verstrekken van gegevens over de donoren en deze donoren krijgen in ruil voor hun ‘witte goud’ een forse vergoeding die Cyros Voordat in Nederland roodharig sperma dus wordt geweerd zal eerst de hele ‘spermamarkt’ moeten veranderen, en dat zal, als het al gebeurd, jaren duren. Om ook de kant van het verhaal van de, als het aan Denemarken ligt, uitstervende bevolkingsgroep van de roodharigen te horen, hebben we het dilemma van de spermabanken voorgelegd aan Joost Huisman. Joost is al roodharig vanaf zijn geboorte, en heeft een duidelijke mening over dit probleem: ‘Roodharigen mogen geen zaad meer doneren? Het is waarlijk ridicuul waar de simpele besognes van enkele schilderachtige heerschappen tegenwoordig nog naar kunnen leiden. Niemand beseft nog dat Gingerschap een privilege is dat, in tegenstelling tot de Homo Sapiens Ordinarus, wél het ras van de toekomst is. Wanneer de zon weigert te schijnen daar hij met een knal van kosmische proporties implodeert zal het licht niet meer weder keren op onze rotte hoop stront. Dit kondigt op grootse wijze een era van duisternis aan. Naar licht smachtende mensen zullen bij bosjes bezwijken terwijl God zijn knapste staaltje evolutie recht blijft staan zoals zij, Homo Sapiens Fortissimum (bij het plebs bekent als “Gingers”) behoren te staan.’ Aldus Joost.

SOAP

29


OPINIE

De Battle /Vincent de Goeij en Siebren Huitema

the battle

ROUND 1: BELLEN IN DE BIEB

De bibliotheek. Een oase van rust binnen een universiteit vol lallende studenten en prekende docenten. Het is de enige plek op de universiteit waar het nog echt stil is. Door deze rust heeft iedereen die een keer hard heeft moeten blokken er wel eens gezeten. Omdat iedereen ook weet hoe prettig het is dat er een plek is waar het zo stil is, probeert iedereen er ook zo stil mogelijk te zijn. Onze redacteuren vroegen ons af wat er zou gebeuren als deze norm werd gebroken en besloten er een wedstrijd van te maken. Correspondent Vincent zit nog in de UB (afdeling GMW) achter zijn laptop te werken. Ineens hoort hij keihard Bob Marley door de UB schallen. Zijn telefoon is afgegaan. Hij neemt op en hoort aan de andere kant van de telefoon dat er door een mede student plagiaat is gepleegd en dat er waarschijnlijk ook stukken tussen zitten die rechtstreeks uit zijn essay gekopieerd zijn, Waardoor zijn essay nu waarschijnlijk ook wordt afgekeurd. Zichtbaar in paniek begint hij door de bibliotheek te lopen: ‘Nee dat meen je niet, wat k.u.t. man, weet je dit echt zeker?’ Ondertussen beginnen studenten die, eerst misschien nog medelijden met hem hadden met deze situatie, boos op te kijken. Na nog even door te telefoneren is uiteindelijk iemand het zat, en maakt overduidelijke wegwuif gebaren. Correspondent Vincent loopt naar buiten toe. 79 seconden, niet slecht!

Even later wordt ineens de stilte in de faculteitsbibliotheek GMW ruw verstoord: ‘Gast heb je echt een miljoen gewonnen? Dat kan niet, ik doe echt al jaren mee’. Studenten die een paar seconden eerder nog hard aan het studeren waren kijken boos om waar het geluid vandaan komt. Correspondent Siebren is net gebeld en hij heeft geen zin om buiten de bibliotheek te gaan staan. Een paar seconden wordt er nog gehoopt dat het gesprek vanzelf ophoudt, maar als dit niet gebeurt vallen toch de corrigerende woorden: ‘zou je alsjeblieft even buiten de bibliotheek willen telefoneren’. Meteen stopt correspondent Siebren zijn mobiel in zijn zak en loopt naar buiten om van correspondent Vincent zijn score door te krijgen. Mmm… 54 seconden helaas. ‘De Battle’ zit erop. Correspondent Vincent heeft met 79 seconden het voor elkaar gekregen om het langst in de bibliotheek te telefoneren voordat hij werd weggestuurd en correspondent Siebren was eervol tweede met 54 seconden. Toch vallen ons deze tijden mee. Naar gemiddeld iets meer

30

SOAP

dan een minuut is er toch in beide gevallen iemand geweest die op is gestaan en er iets van heeft gezegd. Mensen durfden dus op te staan en wachtten dus niet af totdat het telefoneren ophield of dat iemand anders actie ondernam. De mensen binnen de bibliotheek zijn duidelijk sterk gehecht aan complete stilte in de bieb, en durven daar ook wel voor op te komen. In een maatschappij waarin mensen steeds minder tegen elkaar durven te zeggen in de publieke ruimte en waarbij asociaal gedrag steeds meer als norm dan als kwaad wordt gezien, is dit toch een bijzondere uitkomst. Mensen durven (in elk geval in de bibliotheek) in te grijpen, en dat is iets goeds. Behalve dan voor de correspondenten want voor hen leverde dit een behoorlijk korte Battle op. Kort samengevat is de uitkomst van deze Battle voor iedereen die ooit nog eens stil in de bieb gaat leren in de toekomst (dus iedereen) een geruststelling. Er zal worden in gegrepen bij geluidsoverlast, en dit zal niet langer duren dan 79 seconden.


/ Social media/ Puzzle

OPINIE

De Sociaal Psycholoog Diederik Stapel heeft de afgelopen maand de gemoederen behoorlijk bezig gehouden. Stapel pleegde op grote schaal fraude door onderzoeksdata in tientallen publicaties te fingeren. Uit de interim-rapportage van de commissie Levelt blijkt dat naast de drie promovendi die de fraude ontdekt hebben, er in een eerder stadium nog een aantal andere klokkenluiders waren, waaronder drie promovendi. In moderne tijden waar social media hoogtij vieren is het gemakkelijk te peilen wat men vindt van de kwestie Stapel. Hieronder is een greep uit de vele tweets te zien.

Gebruikte literatuur in deze SoAP

Atikel over Steve Jobs: Gobe, M (2001). Emotional Branding. NY: Allworth Press [Online available at: http://information-marketing.net/BrandingAdvertisingMarketing/Quotes/Emotional%20Branding_quotes.doc]

Artikel over Rwanda: Roth, Kenneth. The Power of horror in Rwanda. The Los Angeles Times. 11 April 2009. [Online available at: http://www.hrw.org/news/2009/04/11/power-horrorrwanda] Chapman, Jack. Kagame – A Benign Dictator?. Think Africa Press. 9 Juni 2011. [Online available at: http:// thinkafricapress.com/rwanda/kagame-benign-dictator] Tertsakian, Carina. Murder or Imprisonment – a High Price for ‘Stability’ in Rwanda. Think Africa Press. 15 Juni 2011. [Online available at: http://www.hrw.org/ news/2011/06/15/murder-or-imprisonment-highprice-stability-rwanda]

: e l z Puz jeplekje ontdek

l e p a t S # : c i p o t g n i trend youpvanthek youp

Gerucht: Diederik Stapel

volkskrant De Volkskrant

nieuwe directeur InHolla

nd.

Geschokte Robbert Dijkgraaf: Fraude Stapel veel erger dan gevre

esd

J VAN WAT VIND JI VAN E DE FRAUD ITTER STAPEL? TW MEE DOOR gen #SoAPGroninHT IN JE BERIC ACHTER TE LATEN!

geen_stijl GeenStijl LIVE. Alle foponder zo ek en va n Di ed erik Stapel: Vrou kunnen wel autori wen jden. Mannen toch doof van masturb eren. FemkeHalsema Femke Halsema Ooit noemde Jan Blokker de sociale wetenschappen ‘de dictatuur van de kletskoek’. Dat lijkt op lijf van #Stapel geschreven

UK_Gro

ningen ‘Diederik Stapel hu Universiteitskra PeterRdeV Peter R. ilt k nt Diederik S de Vries tapel huil rokodillentranen Het klinkt missc ’: t krokod hien gek, maar ik illentran heb op een of an toch ook te doen e n de . re manier met die fraudere nde professor Di ederik Stapel... Noted Dut

ch Psycho

nytimes Th e

N apel, Acc ew York Times used of R Fraud nyt esearch i.ms/t2oif h

logist, St

r antwoord naa ! aakt? Stuur je il dat nu niet? m w ge ie w ft n ee E h . to et fo -P e P d A n So staa p een unieke asper boven jij wel kans o r redacteur K k aa aa w m j t ji t ee w ee W wie n@rug.nl en soap.groninge SOAP 31


Adverteren? Doe het slim en tegen een scherpe prijs in SoAP! - Bereik honderden Sociologiestudenten en alumni - SoAP wordt zowel hardcopy als via social media verspreid* - Interactieve advertentie mogelijk in digitale versie van SoAP - Meer weten? Neem contact met ons op!

SoAP (Sociologisch Antropologisch Periodiek) Vakgroep Sociologie t.a.v. ‘SoAP’ Grote Rozenstraat 31 9712 TG Groningen Societasonline.nl/SoAP soap.groningen@rug.nl telefoon: 06-27618075 facebook.com/SoAP-Groningen @SoAP_Groningen *digitaal verspreid via Facebook en Issuu.com 32 SOAP


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.