2021/6 LEF - Durven met Limburgs Erfgoed

Page 1

LEF RENDIERJAGERSPAD Zonhoven

DURVEN MET LIMBURGS ERFGOED NR. 6 JRG. 3 SEPTEMBER 2021

EUROPEES JAAR VAN HET SPOOR Limburgs spoorerfgoed


Orgelconcert Begijnhofkerk Sint-Truiden

VU: Sandro Claes, provincie Limburg – Universiteitslaan 1, 3500 Hasselt

GRATIS TOEGANG

ZONDAG

ZONDAG

ZONDAG

ZONDAG

5 september

12 september

19 september

26 september

Heleen Goeminne (sopraan) Luc Ponet (orgel)

Dirk Vandaele (viool) Tineke Steenbrink (orgel)

Wim Brabants (traverso) Luc Ponet (orgel)

Wim Becu (sackbut) Denis Roosen (orgel)

2021 15u

2021 15u

2021 15u

www.limburg.be/erfgoedbegijnhofkerksinttruiden

2021 15u


VOORAF

De afgelopen maanden leerden we allemaal onze eigen omgeving meer te appreciëren. Dit zesde nummer van LEF – Durven met Limburgs Erfgoed zet dan ook graag opnieuw enkele Limburgse erfgoedparels centraal. Deze editie leert ons bovendien meer over de geschiedenis van onze provincie.

© NICK HANNES

Het is zo belangrijk dat we ons erfgoed en onze geschiedenis zorgvuldig bewaren en in ere blijven houden. Het bepaalt wie we zijn, vertelt waar we vandaan komen en welke richting we uitgaan. Onze erfgoedsporen dragen bij tot de versterking van het hedendaagse Limburg. Daarom blijven we als provinciebestuur hierin investeren, zodat we de Limburger stimuleren zijn geschiedenis te ontdekken, te waarderen en te bezoeken. We doen dit bijvoorbeeld ook met limburgin9vragen.be, een nieuwe educatieve website. Met een onderwijspakket voor het secundaire onderwijs en drie nieuwe, grappige animatiefilmpjes over de geschiedenis achter het graafschap Loon, de Ferrariskaart en de mijnindustrie brengt de website ons lokale verleden extra onder de aandacht bij leerkrachten en leerlingen in Limburg. Dit nummer zet daarnaast één van Limburgs mooiste plekjes in de kijker, namelijk het Sint-Agnesbegijnhof in Sint-Truiden. Sinds 1998 staat het op de lijst van Unesco Werelderfgoed. Wie vandaag de Begijnhofkerk bezoekt, kan er een schitterende reeks muurschilderingen van rond het begin van de 14de eeuw tot het begin van de 17de eeuw bewonderen. In hetzelfde rijtje passen de artikels van de tentoonstelling over de 900ste verjaardag van de norbertijner­orde en over drie wandelroutes om samen met kinderen te beleven. Met het Rendierjagerspad levert de subsidielijn E-xtra² een nieuw potentieel succesrijk project af. Het Rendierjagerspad wordt een pad voor wandelaars en erfgoedliefhebbers op de Zonhovense heide. Het geeft de unieke archeologische sites van de Holsteen en het rendierjagerskamp een belevingsvolle invulling. Een luisterverhaal brengt je langs rendiersilhouetten, gevlochten tentconstructies, een replica van een mammoet­ geraamte, ... De alternatieve en rolstoeltoegankelijke route leidt naar de belangrijkste prehistorische plekken. Het gebied strekt zich uit van de Holsteen tot aan het Kolenspoor. Aan camping Holsteenbron komt er een ontvangstzone, een nieuwe parking en een kindvriendelijke start- en rustplek. Aan het Kolenspoor zal een rendiertroep in cortenstaal de fietsers verwelkomen. Samen met jullie kijk ik alvast uit naar de opening van het project, gepland voor het toeristisch seizoen 2024. In de tussentijd wens ik jullie veel lees- en beleefgenot in deze LEF – Durven met Limburgs Erfgoed. Igor Philtjens, gedeputeerde van Erfgoed en Toerisme


LEF

DURVEN MET LIMBURGS ERFGOED

ERFGOED

COLOFON De deputatie van de provincieraad van Limburg: Jos Lantmeeters, gouverneur-voorzitter; Inge Moors, Bert Lambrechts, Igor Philtjens, Tom Vandeput, gedeputeerden en Wim Schoepen, provinciegriffier Tekst: Peter Bloemen, Sandro Claes, Carolien Goeleven, Bjorn Peuskens, Betty Simon en Karen Swyngedauw Realisatie: f-twee bladenmakers - Provinciaal Centrum voor Cultureel Erfgoed, provincie Limburg (Universiteitslaan 1, 3500 Hasselt) Drukwerk: Antilope De Bie bvba, Nijverheidsstraat 6, 2570 Duffel • Papier: 100% gerecycleerd • Oplage: 4 000 exemplaren Verantwoordelijke uitgever: Sandro Claes, Universiteitslaan 1, 3500 Hasselt • Website: www.pcce.be ‘LEF - Durven met Limburgs Erfgoed’ verschijnt twee keer per jaar

4


LEF

DURVEN MET LIMBURGS ERFGOED

LIMBURG 06 I NEGEN VRAGEN

17 I Jong redt Oud

in de klas

19 I Collectie in de kijker

09 I NORBERTIJNEN

28 I Wandelroutes met kinderen

in de Merode

10 I RENDIERJAGERS prehistorische belevingsroute

14 I MAASEIK 18de-eeuwse tekenaar

29 I Monumenten en hun eigenaars 35 I Subsidies 43 I Tips voor trips

17 I ARCHEOLOGIEDAGEN reserveer je plaatsen

24 I BEGIJNHOFKERK erfenis van begijnen

WIN DIEP: DE MIJNOLOGEN In het boek ‘DIEP – de Mijnologen’ laat auteur Johan Veldeman negen mijnwerkers aan het woord. Benieuwd naar hun verhalen over migratie, het zware werk ondergronds en het leven in de cité? Er zijn tien exemplaren te geef voor LEF-lezers die het antwoord op de wedstrijdvraag vóór 20 oktober 2021 mailen naar pcce@limburg.be. Dat antwoord zit verscholen in dit nummer van LEF. Wedstrijdvraag: hoe heet de enige vaste polijststeen in Vlaanderen? 5


LIMBURG IN 9 VRAGEN

Romeinse periode Peren in Limburg

Graafschap Loon Frankische Rijk Verwantschap met het Duits

Prinsbisdom Luik De 15 steden van Limburg

Standard ­ Luik-supporters

NEGEN VRAGEN

IN DE KLAS

6

Verenigd Koninkrijk der Nederlanden NederlandsLimburg

België onder Leopold I

Grootste Vlaamse militair domein


LIMBURG IN 9 VRAGEN

Industrialisering eind 19de eeuw Lommelse Sahara

Mijnindustrie in de 20 ste eeuw Heuvels in Limburg

Limburg wordt stiefmoederlijk behandeld in de geschiedenis­ handboeken. Daarom is er het aanvullende educatieve pakket ‘Limburg in 9 vragen’. Daarmee kunnen leerlingen van het secun­daire onderwijs nu via animatiefilmpjes en een nieuwe website in hun eigen geschiedenis duiken.

H

et was een openbaring.” Peter Bloemen, beleidsadviseur erfgoed bij de provincie Limburg, schuwt de grote woorden niet. “Dankzij mijn job ontdekte ik belangrijke Limburgse kunstenaars, ­zoals de groep laatmiddeleeuwse beelden­snijders die men vandaag kent als ‘Meester van Elsloo’. Hun werk ­behoorde tot de Europese top.” Maar in de geschiedenisklas werd met geen woord over de ‘Meester van Elsloo’ ­gerept, net zoals zoveel andere Limburgse verhalen de boeken met vaderlandse geschiedenis niet haalden. Sandro Claes, afdelingshoofd erfgoed, groeide op in Beringen. Zelfs de historiek van zijn geboortegrond bleef een zwarte vlek in zijn geschiedenis­ onderwijs. “Op school in de mijn­ gemeente Beringen heb ik nooit over de mijnindustrie geleerd. Terwijl de mijnen een gigantische invloed hadden: zonder steenkoolmijnen bijvoorbeeld geen multiculturaliteit. We kregen les over het graafschap Vlaanderen en de Guldensporenslag, maar daarmee had het gebied van de huidige provincie Limburg amper iets te maken. Wij

Sinds 1994

Fietsparadijs Limburg

leefden toen in het graafschap Loon. Door die focus op het graafschap Vlaanderen vertel je een geschiedenis die niet honderd procent volledig is. Veel leerkrachten trekken grote ogen bij wat er hier allemaal gebeurd is dat volledig losstond van het standaardverhaal over Brabant, Vlaanderen en Bourgondië.” Het educatieve pakket ‘Limburg in 9 vragen’ wil die lacune opvullen voor de derde graad van het secundaire onderwijs. De aanpak is vakoverschrijdend: zowel leraren geschiedenis, PAV (Project Algemene Vakken), aardrijkskunde als Nederlands kunnen ermee aan de slag.

‘WE WILLEN EEN BREDERE VADERLANDSE GESCHIEDENIS’ NA HET BOEK Drie jaar geleden bracht het Provinciaal Centrum voor Cultureel Erfgoed (PCCE) in samenwerking met Geheugen Collectief en Openbaar Kunstbezit Vlaanderen het boek ‘Limburg in 9 vragen’ uit, op initiatief van de toenmalige Limburgse gouverneur Herman Reynders. “Hij vond dat we onze geschiedenis meer ruchtbaarheid moesten geven”, zegt Sandro. “Het is geen klassiek geschiedenisboek geworden. Elk van de negen vragen krijgt in evenveel hoofdstukken zowel een bondig als een uitgebreid antwoord. Daarnaast krijg je een stuk

Op www.limburgin9vragen.be zijn het educatieve pakket en de animatie­f ilmpjes over de Limburgse ­g eschiedenis terug te vinden. Het boek ‘Limburg in 9 vragen’ kost 25 euro en is beschikbaar bij het PCCE. Als leerkracht ontvang je het boek gratis door te mailen naar pcce@limburg.be

wereldgeschiedenis mee. Elk hoofdstuk schuift ook een Limburgs monument naar voor én een Limburgse wereldburger om de Limburgers te inspireren om hoog te mikken. Een hedendaags onderwerp slaat de brug tussen de geschiedkundige kadering en onze toekomst. Het educatieve pakket bouwt verder op thema's uit het boek die in de leerplannen van de derde graad van het secundaire onderwijs aan bod komen. Dit pakket bieden we nu aan op een eigen, nieuwe website en vullen we aan met animatiefilmpjes geproduceerd in samenwerking met Avatar Media, KaaTigo en Option Media. We willen leerkrachten aanzetten om ook oog te hebben voor het eigen lokale verleden.” ANIMATIE Aansluitend op het lessenpakket belichten drie nieuwe animatiefilmpjes op een grappige manier een historisch moment uit de Limburgse geschiedenis. Sandro: “Ze behandelen het graafschap Loon, de Ferrariskaart en de mijnindustrie – met een kwinkslag. Er zijn lange en korte versies van de filmpjes: perfect geschikt om te delen via sociale media.” Klasbakken als Vic De Wachter, Christine Verheyden en Ini Massez hebben de stemmen ingesproken. Het PCCE is hierbij niet aan zijn proefstuk toe. “Binnen het meermaals internationaal bekroonde project ‘Limburg 1914-1918’ werd al geëxperimenteerd met audio­ visuele producties en educatieve afgeleiden. We hopen dat ‘Limburg in 9 vragen’ evenveel succes kent en dat de filmpjes wijdverspreid raken”, aldus Sandro.

7


LIMBURG IN 9 VRAGEN #FILMPJE 1

VAN LOON NAAR LIMBURG

RO BB ER EC HT © BE NN ER T

Waarom Limburg Limburg heet, en niet Loon? De onthutste graven van Loon doen het je in dit filmpje haarfijn uit de doeken. De overname van het graafschap Loon door het prinsbisdom Luik, de annexatie door Frankrijk en de samen­ smelting tot het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden: het passeert allemaal de revue. De Nederlandse koning Willem I is de zondebok van dienst: hoe onrespectvol is het immers om twee Limburgen in het leven te roepen? Een schrale troost: de stad Borgloon herinnert nog aan het voormalige graafschap. Nu de leerlingen weten waarom Limburg niet Loon heet, kunnen ze op de site van ‘Limburg in 9 vragen’ verder ontdekken waar de naam ‘Limburg’ precies vandaan komt.

www.limburgin9vragen.be

8

#FILMPJE 2

DE FERRARIS HEEFT EEN PLAN

Een midlifecrisis: dat doet de Oostenrijkse generaal Joseph Jean François, ook bekend als Graaf de Ferraris, besluiten de slagvelden achter zich te laten. Wetende hoeveel belang het leger aan nauwkeurige kaarten hecht, wil hij zich voortaan focussen op cartografie. Landvoogd Karel van Lotharingen geeft De Ferraris toestemming om het neutrale Prinsbisdom Luik en de Oostenrijkse Nederlanden in kaart te brengen – wat overeenkomt met het huidige België. Vandaar het belang van de Ferrariskaart: het is de allereerste grootschalige topografische kaart van ons land. Alle landschappen, wegen en gebouwen zijn erop terug te vinden. Google Maps avant la lettre! Hieraan is een leuke opdracht verbonden: leerlingen worden uitgenodigd hun eigen gemeente op te zoeken op de online Ferrariskaart, zodat ze kunnen zien hoe die er rond 1775 uitzag.

#FILMPJE 3

DE LIMBURGSE S­ TEENKOOLMIJNEN

Eureka! De historische vondst van steenkool in de zomer van 1901 verandert alles voor Midden-Limburg. Door de komst van de mijnen groeien de stille ­Limburgse Kempen uit tot multiculturele plekken waar het gonst van de bedrijvigheid. De nood aan mijnwerkers brengt immers migratiegolven uit verschillende andere Europese landen met zich mee. Spoorlijnen en wegen worden gebouwd om de steenkool naar de fabrieken te vervoeren. Maar vanaf 1960 gaat het bergaf met de steenkoolnijverheid. Na de sluiting van de laatste Limburgse mijn in 1992 blijven enorme gebouwen en terrils achter. Op de ‘Limburg in 9 vragen’-­ website komen leerlingen te weten hoe die mijnsites vandaag een tweede leven krijgen.


EXPO DE NORBERTIJNEN IN DE MERODE

ABDIJ VAN AVERBODE

© VLM

De norbertijnen in de Merode, • Abdij van Averbode, Averbode, 4 – 19 sept. • Sint-Martinuskerk, Tessenderlo, 25 sept. – 10 okt. • Ceusterhuysje, Hulshout, 15 – 31 okt. • Kerk Wolfsdonk, Langdorp, 5 – 21 nov. Gratis. www.norbertijnenindemerode.be

Godsvruchtige zakenmannen avant la lettre: zo zou je de norbertijnen nog het beste kunnen omschrijven. Tijdens de middeleeuwen becon­ curreerden ze de adel, om zoveel mogelijk eigendom te verwerven en zo hun machtspositie te versterken.

O

m de 900ste verjaardag van de norbertijnerorde te vieren, neemt de rondtrekkende tentoonstelling ‘De norbertijnen in de Merode’ je mee langs verschillende gebouwen waarmee de norbertijnen hun stempel op het Merodegebied drukten. Melissa Geerts, coördinator van de intergemeentelijke onroerenderfgoeddienst (IOED) de Merode, legt uit.

‘NORBERTIJNEN BEPALEND VOOR UITZICHT MERODEGEBIED’

Wat is je favoriete gebouw uit het Merodegebied? Melissa Geerts: “De indrukwekkende abdij van Averbode, omdat ze op het snijpunt ligt van de provincies Limburg, Antwerpen en Vlaams-Brabant. Daardoor heeft ze een symbolische waarde als verbindingspunt van het Merodegebied. Eigenlijk is het verbazingwekkend dat ze er na alle oorlogen en vernielingen nog steeds staat.” Wonen er nog steeds norbertijnen? “Ja, een vijftigtal. Ze stellen hun abdij echt open voor het publiek. Scholen kunnen er op retraite gaan; mensen kunnen er tot rust komen. Het is een hele toegankelijke gemeenschap die bewust contact met de maatschappij zoekt. De paters verkopen producten van lokale handelaars en beheren nog steeds een uitgeverij en boekenwinkel. Aan de Lekdreef kun je ijsjes eten; het abdijcafé Het Moment draait dan weer volledig volgens het principe van sociale economie. Via al deze initiatieven blijven ze hun eeuwenlange traditie van goede werken voortzetten. Het maakt de norbertijnen populair.”

Vanwaar de focus op gebouwen? “We willen bezoekers in het landschap laten rondkijken en zo het verhaal achter een pastorij, wind- of water­ molen, dorpskerk, kapel, oude hoeve of abdij meegeven. Via pastorijen konden norbertijnen invloed uitoefenen op de lokale gemeenschappen. De vele landbouwgronden die ze verzamelden, werden in erfpacht gegeven aan boeren, waardoor de norbertijnen een deel van de winst opstreken. Neem nu de Tienden­schuur in Tessenderlo: die bleef vier eeuwen lang in erfpacht van de abdij van Averbode, maar ze verschafte de boer en zijn gezin ook werk en onder­ dak. Zo wisten de norbertijnen hun economische en sociale invloed uit te breiden in ons gebied.” Een anekdote ter afsluiting? “Uit het archief van de abdij van Averbode komen we te weten dat de huidige Bierhoeve in Tessenderlo in 1754 door de abt Gisbertus Halloint opgericht werd als een kleine koeienstal met hoeve om runderen vet te mesten. Pittig detail is dat de confraters uit de abdij daar regelmatig een ‘pint’ Diesters bier gingen drinken (lacht).”

9


BELEVINGSROUTE RENDIERJAGERSPAD

IN HET SPOOR VAN

RENDIERJAGERS

10


BELEVINGSROUTE RENDIERJAGERSPAD

Zonhoven

© ONTWERP FUGZIA - OVERLANT

Ongeveer 11 000 jaar geleden kam­ peerden rendierjagers in Zonhoven op de overgang van het Kempisch plateau naar de Demervallei. Momenteel wordt dit gebied vooral gebruikt door wandelaars, mountain­­­ bikers en ruiters. Maar vanaf 2024 zal de archeologische site dankzij een provinciale E-xtra²-investerings­ subsidie een belevings­route krijgen die bezoekers met hun vroege voor­ ouders in contact brengt: het Rendier­ jagerspad. 10 760 jaar geleden. Een rendierjagersstam stookt ’s avonds een vuurtje in wat nu het oosten van de gemeente Zon­ hoven is. In het voor- en najaar trekken groepen van wel honderdduizend rendieren hier dagenlang voorbij. De jagers leven in het voetspoor van de dieren: ze zijn ervan afhankelijk voor vlees en dierenhuiden. Dat ze hier hun kamp opslaan, is strategisch slim: de rand van het Kempisch plateau biedt uitzicht op de Roosterbeek, waar de rendieren komen drinken. Hetzelfde gebied wordt begin jaren 1950 als oefenkamp voor Belgische militairen gebruikt. Om zich in de open heide te verschansen, graven de soldaten putten. Zonder het te beseffen brengen ze zo prehistorische artefacten naar boven. Die worden veertig jaar later gevonden door de plaatselijke amateurarcheoloog Roger Maes. Hij stuurt de vuursteenscherven naar

11


BELEVINGSROUTE RENDIERJAGERSPAD Op de flank van de Kuil, bekend van de jaarlijkse wedstrijd veldrijden, zal een mammoetskelet komen.

In deze tunnel zie je de ontwikkeling van jagerverzamelaars naar boeren.

Een touwenparcours toont de evolutie van de jachttechnieken.

Pierre Vermeersch, professor geografie aan de KU Leuven. Vermeersch’ ­interesse is gewekt: hij wil de site met eigen ogen komen bekijken. Het is de start van een opgravingscampagne die van 1994 tot 2002 elke zomer plaatsvindt. EK PREHISTORISCH BOOGSCHIETEN “Die opgravingen hebben in totaal 13 000 artefacten naar boven gebracht”, vertelt Guido Pirotte, deskundige toerisme bij de gemeente Zonhoven en bezieler van het Rendierjagerspad-project. “Het waren vooral menselijk bewerkte vuursteenfragmenten. Vuursteen is miljoenen jaren oud. Het is een harde steen die toch vrij makkelijk te bewerken is: je kunt er vlijmscherpe objecten mee maken. Hier zijn hoofdzakelijk klingen gevonden: voorwerpen waarmee je kon snijden en die als slag- of steekwapen gebruikt werden.” Guido is zelf enorm geïnteresseerd in de prehistorie. Guido Pirotte: “In 2000 heb ik de Holsteenstam opgericht, waarvan ik zelf stamhoofd ben. We zijn een groep steentijd-enthousiastelingen die vaak animaties verzorgen. Dan gaan we bijvoorbeeld aan de slag met vuursteen. We bakken deegbolletjes van gemalen graan en geplette hazelnoten op lei­steen. Kinderen vinden dat superleuk.” Guido organiseerde ook wedstrijden voor het Europees Kampioenschap prehistorisch boogschieten en speerwerpen, dat

12

om de twee jaar op de rendier­jagerssite plaatsvindt. En dan is er nog het succesvolle 'Jong redt Oud'-project uit 2019. Guido Pirotte: “We hebben toen met een vijftiental kinderen de rendierjagersite opgeknapt. Op de aansluitende Archeologiedagen zijn ze hier opnieuw samen met hun ouders uitgenodigd. Professor Vermeersch gaf uitleg over de site en de kinderen konden aan hun ouders laten zien wat ze beleefd hadden. Daaruit bleek de interesse voor het tijdvak. Als gemeentebestuur besloten we werk te maken van een fatsoenlijke belevingsroute, om dit a ­ rcheologische patrimonium permanent beleefbaar maken.” DE FAMILIE HOLSTEEN De gemeente Zonhoven ging met onder­ steuning van het Provinciaal Centrum voor Cultureel Erfgoed voor een partici­ patietraject en betrok onder meer het Agentschap voor Natuur en Bos, het Agentschap Onroerend Erfgoed, IOED Lage Kempen en het wetenschappelijke veld bij de uitwerking van het project. Ook met de verschillende gebruikers van de archeologische site – buurtbewoners, kampeerders, mountainbikers – is overlegd. Guido Pirotte: “Zo kreeg het project meer draagkracht. Als mensen iets in de maag gespitst krijgen, zullen ze het niet respecteren. Je moet ze inspraak geven.” Met resultaat: de nieuwe belevingsroute zal

ongeveer vier kilometer lang zijn en start aan camping Holsteenbron, die eveneens een grondige make-over krijgt. Guido Pirotte: “Er is onthaalinfra­ structuur nodig. Essentieel is ook de toegankelijkheid voor mensen met een beperking. Er komt een breed, semi-­ verhard pad dat rolstoeltoegankelijk is. Op uitkijkpunten zal een inham voorzien zijn waar rolstoelgebruikers ongestoord van het uitzicht kunnen genieten.” Dat semi-verharde pad zal naar het eerste uitkijkpunt, de rendierweide, leiden. Guido Pirotte: “Deze grasweide benadert het uitzicht van 11 000 jaar geleden het beste. Er was hier toen niet veel begroeiing; het was vooral steppe. Op de kam gaan we een aantal rendiersilhouetten van cortenstaal zetten. Op het uitkijkpunt zelf komt een paneel van drie bij zes meter met figuren van rendier­jagers. Dat paneel zorgt ervoor dat je de windturbines op de achtergrond niet ziet als je op de zitbank plaatsneemt. Vlak om de hoek is er aansluiting met het Kolenspoor, een populaire fietsroute. Daar komt een wand in cortenstaal met silhouetten van rendierjagers: zo willen we ook fietsers het beginpunt van het Rendierjagerspad signaleren.” Vanuit de rendierweide loopt het traject verder naar het eeuwenoude rendier­ jagerskamp. Hier zijn de 13 000 artefacten gevonden. Guido wijst op het belang van dit kamp.


BELEVINGSROUTE RENDIERJAGERSPAD

In de speelse onthaalzone kunnen kinderen zelf skeletten blootleggen.

De Holsteen werd door prehistorische boeren gebruikt om vuurstenen bijlen te polijsten.

Guido Pirotte: “Het is de eerste locatie in Vlaanderen waar sporen van rendierjagers gevonden zijn. Geraamtes ga je hier niet vinden, daarvoor is de bodem te zuur. Alles van biologische oorsprong – been, hout, gewei – is opgelost in de grond. Enkel stenen gebruiksvoorwerpen zijn overgebleven. Helaas slaagt de wetenschap er nog niet in om de ouderdom van vuursteen te bepalen. Bij houtskool kunnen we dat wel. Door de teruggevonden houtskool te dateren, weten we dat hier 11 000 jaar geleden rendierjagers gekampeerd hebben. Er zijn ook sporen van rendierjagers gevonden in het Ardeense Remouchamps en in het Nederlandse Geldrop. Vandaar de denkpiste dat ze vanuit de Ardennen over Zonhoven naar Nederland trokken.” Op elk uitkijkpunt komt een luisterzuil die het leven van de prehistorische familie Holsteen uit de doeken zal doen. Wie meer info wil, zal die via een podcast of QR-code kunnen verkrijgen. Onderweg worden kinderen aangemoedigd verschillende steensoorten op het wandelpad te zoeken: kunnen ze vuursteen, kwartsiet en ijzerzandsteen vinden? VAN JAGER NAAR BOER Volgend uitkijkpunt is de Kuil, bekend van de jaarlijkse wedstrijd veldrijden. Op de flank van de Kuil zal een mammoetskelet van vier bij drie meter komen. Dit skelet dient een tweeledig

doel: kinderen mogen erin klauteren en tegelijk vestigt het de aandacht op de klimaatverandering. Guido Pirotte: “Rendierjagers leefden op het einde van de laatste ijstijd. We willen aantonen dat het klimaat voortdurend verandert: we hebben al vier ijstijden gekend met telkens warmere periodes tussenin.” Na de Kuil zal een touwenparcours de evolutie van de jachttechnieken duiden. De prehistorische mens leerde gaandeweg bij: tijdens de jacht werden speren niet meer met de hand geworpen, maar met een speerdrijver. Hiermee konden ze harder en verder werpen, waardoor de jacht meer opbracht en minder gevaarlijk werd. Nog later werden pijl-en-boog gebruikt om vanop nog grotere afstand gericht prooien te kunnen schieten. Een teletijdstunnel van cortenstaal zal, via uitgesneden figuren, de evolutie van de rondtrekkende jager-verzamelaars naar de eerste sedentaire boeren tonen. Wanneer de landbouw zijn intrede doet, gaat de mens op een vaste plaats wonen. Het wandelpad leidt tot slot verder naar het eindpunt van de belevingsroute: de Holsteen, de enige vaste polijststeen in Vlaanderen. De prehistorische boeren gebruikten deze zandsteen om hun vuurstenen bijlen te polijsten. Daarvan zijn de groeven het zichtbare bewijs. Guido Pirotte: “Hoewel de Holsteen­site meerdere zandsteenblokken bevat, heb-

ben de eerste boeren maar één zandsteen gebruikt. Wellicht omdat er in die ene steen water bleef staan: nat zand schuurt nu eenmaal goed en is dus ideaal om iets glad te maken. De Holsteen is al in 1921 ontdekt, maar men kon pas in 1986 bewijzen dat hij prehistorisch is: toen is hier een fragment van een gepolijste bijl teruggevonden.” Rond de Holsteen komt een stalen ring met info. Vanuit dit laatste uitkijkpunt kom je via het slingerende semi-verharde pad terug uit aan de camping. Belangrijk is dat bezoekers – rolstoelgebruikers incluis – dankzij de nieuwe belevingsroute meteen vanuit de camping de Holsteensite kunnen bereiken. Voorlopig moeten wandelaars nog het hele traject afleggen om aan de Holsteensite uit te komen. Guido kijkt al reikhalzend uit naar april 2024, de opening van de nieuwe belevingsroute. De werken starten in de tweede helft van 2023. “We willen mensen bewust maken van de betekenis van archeologie. Als je beseft dat je op dezelfde grond loopt als rendierjagers van 11 000 jaar geleden: dat doet wel iets met je.” Zonhoven kreeg van het provinciebestuur een E-xtra²-investeringssubsidie van 464 523 euro om het Rendierjagerspad te ontwikkelen. Zelf een E-xtra²-project uitwerken? Dan kan je een investeringssubsidie aanvragen bij de provincie. Meer info op www.pcce.be/erfgoedaanbod

13


FOCUS MAASEIK TERUGBLIK WERELDOORLOG I

2

3 1

4

Het Marktplein van Maaseik zoals Jan de Beijer het in 1740 tekende, Albertinamuseum, Wenen

NIEUWE KIJK

OP MAASEIK Toen archeoloog Stan Hendrickx met kopieën van 18de-eeuwse tekeningen naar het Documentatie­ centrum van Maaseik trok, geloofde niemand dat Maaseik erop afgebeeld stond. Tot voorzitter Johnny Coolen hem hielp bij zijn onderzoek. Het verrassende resultaat lees je in het boek ‘Maaseik anders gezien aan de hand van drie tekeningen van Jan de Beijer’.

14

E

en mooie zomerdag in 1740. Topo­ grafisch tekenaar Jan de Beijer (1703 – 1780) reist vanuit zijn thuisland Nederland met de trekschuit langs de Maas. Onderweg houdt hij halt in Maaseik. Hij maakt er drie tekeningen: twee van stadspoorten en één van het marktplein. Daarna reist hij verder. Fast forward naar een druilerige herfstdag in 2018. Archeoloog Stan Hendrickx, zelf afkomstig uit Maaseik, snuistert door de documentatie die zijn vader hem heeft nagelaten over hun stad. Plots stoot hij op een bekende tekening van De Beijer. “Daarop staat de Eikerpoort afgebeeld”, aldus Stan. “Het origineel ligt in het Roermonds Historiehuis. Ik dacht: het kan toch niet dat zo’n bekende tekenaar maar één tekening gemaakt heeft? Jan de Beijer behoorde


1

Hotel Van Eyck

3

5

6

5

2

Toren gewanthuis

4

Bleumerstraat

Kerk

Hotel De Vrede

6 7

tot de top in zijn vak. Omdat de fotografie haar intrede nog niet had gedaan, waren zulke getekende stadszichten vroeger razend populair. Ik ben toen de oeuvrecatalogus van De Beijer op het spoor gekomen. Die dateert van 1969 en vermeldt nog twee andere tekeningen van Maaseik: een tekening van de Hepperpoort, die in de Universiteitsbibliotheek van Leiden ligt, en een tekening van het Marktplein, die in het Weense Albertina­ museum bewaard wordt.” ONGELOOF Stan contacteert de drie musea en bekomt digitale versies van de tekeningen. Hij schrikt opnieuw wanneer hij de tekening van het Marktplein van dichtbij bestudeert. “Ik dacht dat ze zich in Wenen vergist hadden”, lacht hij. “De tekening is

7

zó verschillend van het huidige Marktplein. Toen ik toch een paar gebouwen herkende, ben ik naar het Documentatiecentrum getrokken. Heel wat mensen daar geloofden niet dat het de Markt van Maaseik was.” Johnny Coolen, voorzitter van het Documentatiecentrum, vond Stans theorie wel aannemelijk. Al had hij wel enkele bedenkingen. “Als voormalig technisch tekenaar kon ik Stan bijstaan in het ontleden van de tekening. Stan was op zoek naar elementen die we vandaag nog kunnen terugvinden. Hij beschuldigde De Beijer ervan fouten te hebben gemaakt (lacht). Op zulke momenten was mijn technische achtergrond handig. Ik wees Stan erop dat De Beijer helemaal niet fout was, maar dat er vroeger nog een rij huizen moet hebben gestaan op

Marktstraat

Hepperstraat

de Markt, waardoor je vanuit een bepaalde hoek een heel ander beeld krijgt. Dat maakt die tekening net zo historisch waardevol.” HISTORISCH TOEVAL Het duo beschikte over weinig vergelijkingsmateriaal, vult Stan aan. “We konden enkel voortgaan op een geschilderd stadszicht uit 1672. Daarop is Maaseik in zijn totaliteit te zien, met omwallingen. De stadspoorten die De Beijer getekend heeft, zijn daarin te herkennen. Ze zijn midden 19de eeuw afgebroken.” Maar de Markt zoals De Beijer ze heeft getekend, is moeilijk herkenbaar. Omdat het schilderij het gewanthuis – zoals het stadhuis vroeger heette – enkel op palen toont en De Beijer ons aan de andere zijde fraaie geveltjes laat zien. “Dat gewanthuis is in

15


FOCUS MAASEIK

Stadsplan, 1672, Regionaal Archeologisch Museum, Maaseik

‘NIEMAND GELOOFDE DAT MAASEIK AFGEBEELD WAS’

16

1752 afgebroken”, legt Stan uit. “Slechts twaalf jaar nadat De Beijer gepasseerd is. We weten niet juist wanneer de andere gebouwen afgebroken zijn, maar het kan niet veel later geweest zijn. De Beijer is dus toevallig op een heel interessant moment in Maaseik geweest.” NIEUWE INZICHTEN Het enige gebouw dat vandaag nog overschiet vanop de tekening, is hotel De Vrede. Al is het sindsdien verbouwd. “Het dak van hotel Van Eyck is ook duidelijk zichtbaar. En de huidige kerk is op dezelfde plek gebouwd als waar de toenmalige kerk stond die op de tekening te zien is. Als ik die elementen bij elkaar breng en probeer te projecteren op de huidige toestand, dan kom ik toch veel herkenbare dingen tegen. Voor mij als techneut is dat een openbaring”, aldus een glunderende Johnny. “Men heeft altijd aangenomen dat het huidige uitzicht van het marktplein

teruggaat tot begin 1700”, vertelt Stan. “Maar dat blijkt dus niet te kloppen. Het huidige uitzicht dateert van de 19de eeuw, met enkele oudere huizen ertussen.” Stan draagt het boek ‘Maaseik anders gezien aan de hand van drie tekeningen van Jan de Beijer’ op aan zijn overleden ouders. “Het is een eerbetoon aan hen. Mijn vader was architect op de mijn in Waterschei en is een tijdlang vrijwillig stadsarchivaris in Maaseik geweest. Ook mijn moeder was erg met de lokale geschiedenis bezig. Ik had het ze graag kunnen tonen.”

Het boek ‘Maaseik anders gezien aan de hand van drie tekeningen van Jan de Beijer’ is voor 20 euro te koop bij het Documentatiecentrum Maaseik Monseigneur Koningsstraat 12 089 61 34 00 werkgroep@maaseik.be www.sites.google.com/site/dcmaaseik/ Home/publicaties


ARCHEOLOGIEDAGEN

INDIANA JONES IS TERUG

O

ok dit jaar loopt de agenda van de Archeologiedagen weer aardig vol, ondanks de aanhoudende coronapandemie”, zegt Carolien Goeleven, verantwoordelijke voor de Archeologiedagen in de provincie Limburg. “Herinner je je dat er twee jaar geleden bij de heraanleg van de Groenmarkt in Sint-Truiden 3 000 skeletten gevonden zijn? Ik heb die opgravingen toen tijdens de Archeologiedagen bezocht met mijn kinderen. Ze vonden dat superleuk! Ondertussen zijn die skeletten overgebracht naar het onroerenderfgoeddepot op de Gazometer-site. Daar kun je dit jaar tijdens de Archeologiedagen zien welke onderzoeken op die skeletten uitgevoerd worden. Het is trouwens het eerste door de Vlaamse overheid erkende Limburgse depot voor onroerend erfgoed: sowieso een bezoekje waard.” MET KINDEREN In het tweede weekend van oktober willen de Archeologiedagen zowel volwassenen als kinderen vertrouwd maken met archeologie. “In de online UiTagenda vind je alle activiteiten per

© GALLO-ROMEINS MUSEUM

Succesverhalen krijgen altijd een vervolg. Harrison Ford draait momenteel de zoveelste sequel als archeoloog Indiana Jones. Op 8, 9 en 10 oktober 2021 kan je opnieuw je eigen innerlijke Indiana Jones omarmen tijdens de Archeologiedagen.

gemeente. De UiTmetVlieg-agenda bevat specifiek alle kindvriendelijke opties. Voor sommige activiteiten zul je moeten reserveren.” Wie het Gallo-Romeins Museum in Tongeren wil bezoeken, moet bijvoorbeeld een tijdsslot reserveren. “Archeologen zullen er met plezier antwoorden op al je vragen. Je kunt je ook door een gids laten meenemen achter de schermen en zien wat er allemaal in het museumdepot ligt. Er zullen ook kinderworkshops zijn.” ONDER DE RADAR De Archeologiedagen worden vrijdag 8 oktober op school ingezet. “Binnen ons eigen provinciaal 'Onder de radar'project maakten we voor Archeologiedagen samen met de Universiteit Gent een kant-en-klare lesfiche. Leerlingen van het vijfde en zesde middelbaar kunnen in de klas aan de slag met restanten

van WO II in hun buurt. De fiche bouwt voort op ons participatietraject rond WO II-luchtfoto's. In 2019 ontdekte Wouter Gheyle, archeoloog van de Universiteit Gent, samen met zijn team in het Amerikaans Nationaal Archief (NARA) een unieke reeks luchtfoto’s van de provincie Limburg. Die foto’s, die ze gedigitaliseerd hebben, geven een beeld van onze provincie in haar toenmalige vorm. Het Provinciaal Centrum voor Cultureel Erfgoed bouwde het participatieve platform ‘Onder de Radar’ om de luchtfoto’s te delen met het publiek. Wie een overblijfsel uit WO II kent, kan dat op www.onderderadar.be op die luchtfoto’s aanduiden. Ondertussen zijn er al 1 450 objecten ingegeven door 106 mensen. Er valt voor de leerlingen dus veel te ontdekken.” www.archeologiedagen.be www.uitinvlaanderen.be

17


JONG REDT OUD KELDERHUT VAN KOERSEL

SMEREN MET

LEEM

Een lemen hutje maken? Kinderspel voor de leerlingen van het 6de leerjaar van de Stedelijke Basisschool uit Koersel. Zij konden hun bouwkunsten botvieren in Openluchtmuseum Bokrijk.

18

VITSEN EN LEMEN Gewapend met die kennis bezochten de drie klassen Openluchtmuseum Bokrijk, waar een kelderhut staat die op Wellens' tekeningen gebaseerd is. “Die kelderhut, die deels onder de grond ligt, is recent gerestaureerd in Bokrijk. Het heeft maar één kamer en deed wellicht dienst als tijdelijke woonplaats voor herders, ambachtslui of zwervers. De kinderen mochten onder de grond een kijkje nemen.” Maar nog leuker waren de workshops die daarop volgden. “Een kelderhut is opgetrokken uit een houten frame dat met vits- en leemwerk opgevuld wordt. Dat ze op oefen­wanden zelf mochten vitsen en lemen, vonden ze geweldig! Om een vitswand te maken, moesten ze twijgjes tussen het houten frame vlechten. Daarna mochten ze met hun handen leem halen uit een hele grote

emmer. Sommige kinderen vonden dat een beetje vies; ze dachten dat ze mest vasthadden (lacht). De leem mochten ze tegen de oefenwand kwakken en daarna met een truweel gladstrijken. De enthousiaste reacties ’s anderendaags bewezen dat ze daarvan genoten hebben.” REPLICA NABOUWEN De leerlingen kregen in Bokrijk ook uitleg over vakmanschap vroeger en nu. De dag werd beëindigd met oude volksspelen. “Maar we breiden er nog een vervolg aan in de klas: de kinderen bouwden met klei en houten stokjes een replica van een kelderhut. Een kleintje, dan.” Het project zal dit schooljaar herhaald worden met de nieuwe leerlingen van het zesde leerjaar. www.jongredtoud.be

© JEAN BEERTEN

Dat er in de vorige eeuw op de Koerselse heide – vlakbij hun school – arme ­mensen in een kelderhut woonden, dat wisten de 63 leerlingen van 6A, 6B en 6C nog niet. Tot ze samen met de juffen en de directrice naar Bokrijk trokken, op initiatief van de stad Beringen. “Vóór ons bezoek aan Bokrijk zijn we met de leerlingen naar bezoekerscentrum De Watersnip geweest. Zo werd het historische landschap verduidelijkt en kregen ze info over duurzaam natuurbeheer. De leerlingen zochten online ook op wat een kelderhut precies is”, vertelt directrice Martien B ­ ellinkx. “Zodra je dat woord googelt, kom je automatisch bij de kunstschilder Charles Wellens uit, die tijdens WO I schetsen van een kelderhut op de Koerselse heide gemaakt heeft.”


COLLECTIE IN DE KIJKER

OP HET SPOOR 1

2

3

4

Ter ere van het Europees Jaar van het Spoor dook het Provinciaal Centrum voor Cultureel Erfgoed in zijn omvangrijke documentatiecollectie, op zoek naar ­iconische beelden van Limburgs spoorerfgoed. Van het allereerste Limburgse ­station tot desastreuze treinontploffingen en sterke seinhuiswachters: laat je mee­ voeren op deze unieke selectie, gekozen uit honderden beelden over spoorerfgoed. Interesse? Mail pcce@limburg.be

19


SPOORERFGOED

GINGELOM TREINSTATION CA. 1870

‘STATIONS BRENGEN INDUSTRIALISATIE MET ZICH MEE’

20

Het allereerste Limburgse trein­ station opende in 1838 in Gingelom. Het stations­gebouw op de foto dateert uit 1870. Rond die tijd begon ook de industriële ontwikkeling in de buurt van het station: de voormalige suikerfabriek Massin maakte van de spoorweg gebruik om zowel grondstof als personeel aan te voeren en suiker weer uit te voeren. Toen de suiker­ fabriek failliet ging, raakte het station in onbruik, waardoor het in 1981 werd afgebroken. Er passeren vandaag nog steeds treinen, maar stoppen doen ze niet meer in Gingelom.


SPOORERFGOED

LANAKEN TOURNEBRIDE CA. 1905

‘VAN PAARDENTRAM TOT STOOMTRAM’

Voor de gemotoriseerde tram zijn intrede deed, was het Lanakense tramstation Tournebride het eindstation van de paardentram. Daaraan ontleent het ook zijn naam: de paarden moesten er met hun teugels aan de andere kant van de tram gekoppeld worden – ‘­ tourner les brides’ betekent ‘het omdraaien van de teugels’. Op de foto zijn al stoomtrams te zien die het Maasland met Luik verbonden. De tramstelplaats achteraan wordt vandaag nog steeds door De Lijn gebruikt om bussen in te stallen. Het tram­ gebouw zelf is ondertussen verdwenen.

21


SPOORERFGOED

HAMONT GRENSSTATION CA. 1910

‘CATASTROFALE ONTPLOFFING OP MUNITIETREIN’

22

Het station van Hamont, gelegen op de IJzeren Rijn, was een belangrijk grens­ station. Geïmporteerde goederen, zoals levende dieren, moesten er in quarantaine voor ze het land binnen mochten. Ook werden er douanecontroles uitgevoerd. In 1918 sloeg het noodlot toe. Een Duitse trein die van het front terugkwam, stond onbewaakt op het spoor, met twee wagons bomvol munitie. Hij werd geplunderd ter compensatie voor de geleden oorlogsschade. Er brak brand uit, waardoor de trein ontplofte, met tientallen doden tot gevolg. De impact was enorm: geen enkele ruit in Hamont bleef heel.


SPOORERFGOED

WINTERSLAG SEINHUIS CA. 1985

‘DUW- EN TREKWERK VAN SEINHUISWACHTER’

In het station van Winterslag kwamen destijds verschillende spoorlijnen samen die naar de steenkoolmijnen afzakten. Om treinen van spoor te doen wisselen, was een seinhuis nodig. Tegenwoordig verlopen spoorwissels digitaal, maar nog geen 30 jaar geleden kwamen die tot stand via het duw- en trekwerk van de seinhuiswachter. Door aan de hendel te trekken, spande hij de kabel aan die onder het spoor liep en werd de wissel van het ene naar het andere spoor geduwd. Ingenieus, niet?

23


BEGIJNHOFKERK SINT-TRUIDEN

24


BEGIJNHOFKERK SINT-TRUIDEN

ERFENIS BEGIJNEN VAN

Het Sint-Agnesbegijnhof van Sint-Truiden: Unesco Wereld­ erfgoed. Op 2 april 1970 werd de Begijnhofkerk overgedragen aan de provincie Limburg. 25


BEGIJNHOFKERK SINT-TRUIDEN

UNESCO WERELDERFGOED Het Sint-Agnesbegijnhof van Sint-Truiden staat sinds 1998 op de lijst van het cultureel en natuurlijk werelderfgoed van Unesco. Om verschillende redenen: het is het enige Vlaamse begijnhof dat nog steeds zoals vanouds buiten de historische stadskern ligt en nog over een hoeve met ­monumentale poort en schuur beschikt. Bovendien kan het fier zijn op de oudste kerk met een uitzonderlijke reeks muurschilderingen van ca. 1300 tot het begin van de 17de eeuw.

DE JONGELING EN DE DOOD Deze muurschildering uit het begin van de 16de eeuw is de vreemde eend in de bijt. Het is de enige wereldse schildering in de kerk. Je ziet een rijke jongeman bij wie de Dood een pijl in de schouder plant. Deze muurschildering waarschuwde de begijnen voor de dood, die iedereen te wachten staat en voor wie iedereen gelijk is. Het herinnerde de begijnen eraan zich niet te laten verleiden door allerlei aardse geneugten en hun kap dus niet over de haag te gooien. Het leven op aarde is eindig. Het leven na de dood is voor altijd. Dus kan je maar beter een plekje in de hemel nastreven.

A SECCO We weten niet wie de muur­ schilderingen gemaakt heeft, maar we weten wel welke schildertechniek de middeleeuwse kunstenaar gebruikt heeft: ‘a secco’ (op een droge ondergrond), de gangbare methode ten noorden van de Alpen. Het is de tegenhanger van ‘al fresco’ (op een natte ondergrond) uit het zuiden. De meeste muurschilderingen in de kerk zijn geschilderd in tempera: een verfmengsel gemaakt uit natuurlijke pigmenten met een waterachtig bindmiddel (ei, lijm of gom).

26

BEGIJN OF NON? Begijnen werden verwacht hun leven aan God te wijden, maar ze waren – in tegenstelling tot kloosterlingen – niet verplicht om eeuwige geloften van gehoorzaamheid, celibaat en armoede af te leggen. Dit betekent dat ze het begijnhof mochten verlaten als ze bijvoorbeeld de man van hun dromen tegenkwamen en toch wilden trouwen. Al werd dit natuurlijk niet aangemoedigd.


BEGIJNHOFKERK SINT-TRUIDEN

STICHTERSFIGUURTJES Veel stedelingen waren nog analfabeet en kregen via de muurschilderingen toegang tot Bijbelse verhalen. Heel wat muurschilderingen laten in de benedenhoeken begijntjes zien. Ze verwijzen naar de opdrachtgeefsters, die vaak uit belangrijke, welgestelde families kwamen.

TENTOONSTELLING JOS TYSMANS Kunstenaar Jos Tysmans (Hemiksem 1893 – Genk 1974) ging na WO I in Sint-Truiden wonen. Hij was een autodidactisch schilder van landschappen en stadsgezichten. De tentoonstelling 'Bedrijvigheid in het landschap van Jos Tysmans', die momenteel in de Begijnhofkerk te bezichtigen is, toont de toenmalige activiteit in de streek, zoals de winden watermolens in Haspengouw of de Limburgse mijnindustrie. Deze tentoonstelling loopt nog tot en met 31 oktober 2021 (op week­ dagen van 10 tot 17 uur en tijdens het weekend van 13.30 tot 17 uur) in het Provinciaal Museum Begijnhofkerk Sint-Truiden. De toegang is gratis. Jos Tysmans, ‘Volksfeesten, eerste fruitoogstfeesten Sint-Truiden’ (1950)

ERFGOEDROUTE TYSMANS Naast de tentoonstelling is er ook een erfgoedroute rond de onroerend erfgoedrelicten in Haspengouw uitgewerkt: ‘Fietsen met Jos Tysmans in Haspengouw’. Je kunt deze route ontdekken via de ErfgoedApp. Zo kan je de locaties die in Tysmans’ schilderijen aan bod komen, zelf gaan bezoeken.

ORGEL

1644-1646

Het orgel, gebouwd door Christian Ancion uit Hoei, is het oudste in zijn geheel bewaarde en bespeel­ bare orgel in België. Het lokt klassieke ensembles van ver buiten de landsgrenzen naar de Begijnhofkerk om er muziek op te nemen. Maar ook voor partituren zonder orgelmuziek is de kerk een geliefkoosde ‘studio’: het 16de-eeuwse eikenhouten tongewelf creëert een uitzonderlijke akoestiek.

OOGSTCONCERTEN Wie wil horen hoe een orgel uit de 17de eeuw klinkt, kan elke zondag van september om 15 uur gratis in de Begijnhofkerk terecht. Onder de noemer Oogstconcerten zorgen een organist en een sopraan of andere muzikant voor een welklinkende zondag­namiddag. 5 september: Heleen Goeminne (sopraan) en Luc Ponet (orgel) 12 september: Dirk Vandaele (viool) en Tineke Steenbrink (orgel) 19 september: Wim Brabants (traverso) en Luc Ponet (orgel) 26 september: Wim Becu (sackbut) en Denis Roosen (orgel)

27


ROUTES

WANDELROUTES MET KINDEREN

deling

erwan

e Vlind

D

START Zandstraat in Lommel (Kattenbos) 2,2 km gratis buggyvriendelijk

Van eitje naar rups en van cocon naar vlinder: fladder door de ont­wikkelingsstadia van de vlinder. Onderweg kom je sprookjesachtige speeltuigen van natuur­ kunstenaar Will Beckers tegen.

De Teut

www.toerismelommel.be/zienendoen/ vlinderwandeling

START De Smakerij, Venlosesteenweg 403E, Kinrooi

tje n j i R

en

zijn

en

nd vrie

2,3 km gratis Weet jij welke dieren in Vijverbroek wonen? ‘Rijntje en zijn vrienden’ laat je op een speelse manier op zoek gaan naar de reebokken, kikkers en vleermuizen in het moerasgebied. www.rivierparkmaasvallei.eu/nl/ op-stap-met-jonge-kinderen

START Kerkplein Eksel met app 2,5 km gratis buggyvriendelijk “Laat ik mezelf even voor­stellen. Ik ben Thijs de Teut. Ik ben een koopman… “ Thijs duikt met jou in het verleden van Eksel. Hij vertelt je wie de teuten waren en wat je vandaag de dag nog kan zien van dat teutenverleden. www.hechtel-eksel.be/teutentocht

entoch

t


LIMBURGSE MONUMENTEN

MONUMENTEN EN HUN EIGENAARS 1

2

3

4

5

Oud en gered van verval, of zelfs de sloophamer. Limburgs erfgoed krijgt een nieuwe invulling of wordt minutieus onderhouden door Limburgers met een groot hart voor het verleden.

29


LIMBURGSE MONUMENTEN

PEER

HOEVE VERMEULEN 1737

Ooit stond de wieg van Arnold Hendrix, medeoprichter van de krant De Standaard, in Hoeve Vermeulen. Sinds september 2020 herbergt de hoeve wel 100 kindjes: na een grondige renovatie en uitbreiding biedt de oude langgevelhoeve, die sinds 2009 beschermd is, onderdak aan kinderopvang Plons. Met veel lichtinval, een overdekte speelruimte en een buitenspeelplaats is Hoeve Vermeulen nu een veilige opvangplek geworden. Het Team van Meer! architecten & co koos voor een extra nieuwbouw­ volume dat met de gerestaureerde hoeve in verbinding staat. Albertus Morrenstraat 4, Peer

30

‘KINDEROPVANG IN HISTORISCHE SETTING’


LIMBURGSE MONUMENTEN

‘VAN RIDDERS NAAR FRUITTELERS’

KERKOM-BIJ-SINT-TRUIDEN

WIT KASTEEL 14DE EEUW

Het Wit Kasteel wordt al in 1396 vermeld. Het was als achterleen van de heerlijkheid Heers in handen van de ridders van Hinnisdael. De oudst gekende telg, Gilles van Hinnisdael, zou met graaf Filips van de Elzas op kruistocht gegaan zijn. Sinds 1979 bewoont de familie Porreye het landgoed. In 2006 startten ze er het familiefruitbedrijf PIPO, dat ondertussen wegens exponentiële groei naar de Naamsesteenweg verhuisd is. Diane Frimout woont samen met haar ­zonen Jan (foto) en Piet en zijn gezin in het Wit Kasteel van Kerkom, dat bij Monumenten­wacht Limburg aangesloten is. Truilingenstraat 1, Kerkom (Sint-Truiden)

31


LIMBURGSE MONUMENTEN

‘ERFSTUK WORDT DANSSTUDIO’

MAASEIK

VOLMOLEN 17DE EEUW

Wie de Ferrariskaart erbij neemt, kan daarop de Volmolen al terugvinden. De molen en bijhorende site zijn dan ook beschermd. De gezusters Vandersteegen erfden de Volmolen van hun ouders. Dankzij hen kreeg de molen een bijzondere opwaardering: tegenwoordig kun je er de benen loszwieren in de flamenco dansstudio of logeren in het voormalige molenaarshuis. Het gerestaureerde molen­gebouw herbergt ook een eco­ winkel, biocafé en wijn- en tapasbar. Lene Vandersteegen (foto) bracht haar liefde voor flamenco dichter bij huis en liet een dansstudio aan de molen bouwen. Volmolenstraat 11, Maaseik

32


LIMBURGSE MONUMENTEN

‘VERGADEREN IN INSPIRERENDE OMGEVING’

STEVOORT

BUSSELHOF 19DE EEUW

Het artsenkoppel Nyree Claes en Johan ­Vijgen (foto) kocht in 2000 de vakwerkhoeve – of wat er toen nog van overbleef – om er hun thuis van te maken. Als professor aan de Universiteit Hasselt ondervond Nyree echter dat het niet evident was om in de regio een goede vergaderruimte te vinden. Dus besloot het echtpaar om in de hoeve ook plaats te creëren voor meetings, opleidingen en teambuildings. Aangezien het omringende landschap gekend staat als ‘Busselkes’, doopten ze de gerestaureerde hoeve ‘Het Busselhof’. De muren van de hoeve werden geleemd, de houten balken bleven behouden en zelfs de kasseien zijn nog dezelfde. Het Busselhof is lid van Monumentenwacht Limburg. Kermtstraat 158, Stevoort (Hasselt)

33


LIMBURGSE MONUMENTEN

ZEPPEREN

SINT-GENOVEVAKERK 12DE EEUW

Al in 650 was hier een bedehuis, gewijd aan de heilige Genoveva van Parijs, die de Parijzenaren van de hongersnood redde na de bezetting door de Hunnen. De toren dateert uit de 12de eeuw, de huidige kerk uit de 15de eeuw. Bijzonder zijn de 16de-eeuwse muurschilderingen van Het Laatste Oordeel en taferelen uit het leven van Sint-Genoveva, die eind 19de eeuw tijdens de restauratie ontdekt werden. Richard Knapen (foto) is de secretaris van de kerkfabriek Sint-Genoveva Zepperen. De kerkfabriek is al sinds december 1992 lid van Monumentenwacht Limburg. Om de vier jaar laten ze trouw een inspectie uitvoeren. Sint-Genovevaplein, Zepperen (Sint-Truiden)

34

‘15DE-EEUWSE KERK MET 12DE-EEUWSE TOREN’


SUBSIDIES KLEIN HISTORISCH ERFGOED

SUBSIDIES KLEIN HISTORISCH ERFGOED IN HET KORT

khe

SUBSIDIE VOOR KLEIN HISTORISCH ERFGOED Wat? Het Provinciaal Centrum voor Cultureel Erfgoed (PCCE) onder­ steunt met deze subsidie het onderhoud en de instandhouding van alle types niet-beschermd klein historisch erfgoed. Om hiervoor in aanmerking te komen moet het project aan een aantal voorwaarden voldoen. Het klein historisch erfgoed moet op een publiek toegankelijke locatie lig­ gen en mag niet beschermd zijn. Het klein historisch erfgoed moet ook opgenomen zijn in de vastge­ stelde inventaris van bouwkundig erfgoed of het moet door de Limburgse Commissie Onroerend Erfgoed als waardevol beschouwd worden. Er is eveneens een in­ spectierapport van maximaal drie jaar oud van Monumenten­wacht Limburg nodig. Op basis van dat rapport worden namelijk de subsidieer­bare werken vastgesteld. Hoeveel? Maximaal 60 % van de kosten voor de onderhouds- en instandhou­ dingswerken kunnen gefinancierd worden, met een maximale subsi­ die van 12 000 euro. Wie? Het reglement is bestemd voor eigenaars en/of beheerders van

niet-beschermd klein historisch erfgoed. (Inter)lokale publiek­ rechtelijke instanties zoals gemeenten, het kerkbestuur, OCMW, intergemeentelijke samenwerkingsverbanden. Maar ook vzw’s, volks- en heemkun­ dige kringen en privé-eigenaars komen in aanmerking.

Bezit of beheer je nietbeschermd klein historisch erfgoed? Twijfel je of jouw project in aanmerking komt? Zoek je een aanvraag­formulier? Het Provinciaal Centrum voor Cultureel Erfgoed – PCCE (te bereiken via 011 23 75 75 of pcce@limburg.be) helpt je graag bij de voorbereiding van jouw project of het aanvragen van een subsidie. Meer info op www.pcce.be/ erfgoedaanbod

Wanneer? Een aanvraag Klein Historisch Erfgoed kan je het hele jaar door indienen. De aanvraag moet wel vóór de start van de werken verstuurd worden. Hoe? Monumentenwacht Limburg be­ geleidt eigenaars en beheerders van klein historisch erfgoed die een aanvraag in het kader van dit reglement willen opstarten. De monumentenwachters maken een inspectierapport van het erfgoed op. Het inspectierapport bestaat uit een toestandsbeschrijving en adviezen over onderhoud, preventieve maatregelen en herstel- en restauratiewerken. Op basis van de aanbevelingen van Monumentenwacht Limburg kan de eigenaar of beheerder een subsidieaanvraag indienen. Dit kan door het aanvraagformulier op de website in te vullen.

35


INFOGRAFIEK KLEIN HISTORISCH ERFGOED

KLEIN HISTORISCH ERFGOED (KHE)

voor in totaal

Het reglement is actief sinds 2016.

60

Sindsdien:

49

dossiers

Verspreid over

17

Limburgse gemeenten

VERSCHILLENDE STUKKEN KHE

44

5

6

KAPELLEN

STANDBEELDEN

FUNERAIR ERFGOED

3

WATERGEBONDEN KHE (putten, pompen, sluiswerk van een molen)

2

ANDERE 1 muziekkiosk

1 erfmuur

49 dossiers ➔ 866 666,73 euro besteed aan de restauratie van KHE

361 184,93

daarvan werd gesubsidieerd met de subsidie KHE, wat ongeveer 42 % van de totale kosten bedraagt

EURO

NIET BESCHERMD, WEL BEMIND

36

Bron: Provinciaal Centrum voor Cultureel Erfgoed (PCCE)


© GEERT BUDENAERTS

SUBSIDIES BEST PRACTICES

De gebouwen op Domein Bovy krijgen een nieuwe invulling.

DOMEIN BOVY HEUSDEN-ZOLDER

In de 12de eeuw door de graaf van Loon aan de norbertijnen van Averbode geschonken, ondertussen uitgegroeid tot een prachtig wandelpark van 34 hectare: Domein Bovy is sterk verweven met de Limburgse en Kempense identiteit. De gebouwen worden via een herbestemming de 21ste eeuw ingeloodst, vertelt Tom Michielsen, diensthoofd Cultuur en Toerisme en directeur van cultuurcentrum Muze. “Neem nu het woonhuis van Joseph Bovy, die van 1872 tot 1879 gouverneur van Limburg was. Het werd sinds de jaren zeventig als kantoorruimte en later als hotel gebruikt, maar het had kleine kamers en er zijn al veel hotels in de buurt. Zouden we het dan geen andere invulling geven? Hetzelfde met de paardenstal, de oude tiendenschuur en de bakoven: al die cultuurhistorische gebouwen moeten een fatsoenlijke her­ bestemming krijgen.”

Vooraleer daarover beslist kan worden, moeten alle gebouwen aan een conditiemeting onderworpen worden. “De staat van een gebouw is bepalend voor wat je er al dan niet mee kunt doen. Maar gesteld dat het vijver­ gebied De Wijers erkend wordt als Vlaams landschapspark, dan wordt Domein Bovy daarvan één van de toegangspoorten. In dat geval krijgt het een onthaal­ functie. Misschien kan het huidige toerismekantoor van Heusden-Zolder dan op termijn verhuizen naar Domein Bovy?” Architecten buigen zich over visualisaties van mogelijke invullingen, historici doen onderzoek naar Joseph Bovy en de geschiedenis van het domein. “In 2022 is het 150 jaar geleden dat Bovy als gouverneur aantrad en 50 jaar geleden dat Heusden-Zolder het domein aankocht: het ­uitgelezen­ moment voor een nieuwe publicatie om de plannen met de gebouwen kenbaar te maken.”

IN CIJFERS Voor de conditiemeting van de gebouwen, de visualisaties van een mogelijke invulling en het historische onderzoek naar Joseph Bovy en Domein Bovy kreeg de gemeente HeusdenZolder een project­ subsidie onroerend erfgoed van 25 000 euro. SUBSIDIE PROJECTEN ONROEREND ERFGOED Heb jij een project rond onroerend erfgoed in Limburg? Dan kan je een project- of investeringssubsidie aanvragen bij de provincie. Je kan tot 60 procent van de kosten terugkrijgen, tot 25 000 euro. DEADLINE Een aanvraag dien je in voor 1 oktober 2021 of 1 april 2022 door het formulier op de website in te vullen. Meer info op www.pcce.be/ erfgoedaanbod WAAR NAARTOE? Domein Bovy Galgeneinde 22 Heusden-Zolder www.visitheusden-zolder.be/ domein-bovy

37


IN CIJFERS Voor de ontsluiting van de kerktoren kreeg de stad Peer een investeringssubsidie onroerend erfgoed van 25 000 euro. SUBSIDIE PROJECTEN ONROEREND ERFGOED Heb jij een project rond onroerend erfgoed in Limburg? Dan kan je een project- of investeringssubsidie aanvragen bij de provincie. Je kan tot 60 procent van de kosten terugkrijgen, tot 25 000 euro. DEADLINE Een aanvraag dien je in voor 1 oktober 2021 of 1 april 2022 door het formulier op de website in te vullen. Meer info op www.pcce.be/ erfgoedaanbod WAAR NAARTOE? Sint-Trudo A. Preud’Hommeplein Peer www.widdenog.be

38

© MICHÈLE DE MEERSMAN

SUBSIDIES BEST PRACTICES

DE REUS DER KEMPEN PEER

Hoewel Peer door de eeuwen heen bezet, geplunderd en in brand gestoken werd, bleef de toren van de Sint-Trudokerk fier overeind. De Reus der Kempen, zoals de 64 meter hoge toren bekendstaat, krijgt een ­nieuwe museale invulling. Katrien Boeraeve, teamverantwoordelijke stads- en plattelandsbeleving bij stad Peer, legt uit. “We willen de geschiedenis van Peer zowel analoog als digitaal per verdieping verbeelden. Via een digitale beleving zullen de bezoekers meegetroond worden door pastoor Filip Neven, die in de 17de eeuw echt in Peer geleefd heeft. Aan de start van het verhaal gaat hij tijdens plunderingen schuilen in het portaal van de toren, op zoek naar een wapen om zich mee te verdedigen. Hij vindt een dolk met magische krachten, waardoor hij in een animatiefiguurtje verandert en de bezoekers mee-

Vanaf mei 2022 kan je in de Reus der Kempen terecht voor een geanimeerde geschiedenis van Peer.

neemt langs de verschillende verdiepingen van de toren.” Elke verdieping beslaat twee eeuwen Peerse geschiedenis. “De eerste verdieping besteedt aandacht aan de groei van Peer van 1350 tot 1550. Hoe is zo’n imposante kerk kunnen ontstaan in een stadje als Peer? De tweede verdieping vertelt over de verschillende invallen en plunderingen die Peer van 1550 tot 1750 teisterden. De Mariaklok uit 1641, die destijds bij gevaar geluid werd, hangt hier ook. Op de derde verdieping is de beiaard te zien en op de vierde verdieping, in de torenspits, tot slot het heden. Een touchscreen zal historische kaarten en onze lokale erfgoedsite www.widdenog.be tonen.” Op 15 mei 2022, de dag van de Torenfeesten, zal de nieuwe rondleiding van start gaan.


SUBSIDIES BEST PRACTICES

LANAKEN OP DE KAART LANAKEN

De eerste wiskundig correcte kartering van Lanaken? Die hebben we te danken aan de Fransman Cassini de Thury. Als geograaf in dienst van de Franse koning vergezelde hij in de 18de eeuw de Franse troepenmachten naar onze contreien. “Lanaken ligt vlakbij Maastricht en was dus strategisch interessant voor de Franse vorst, die de rijke Neder­landen mee wilde inlijven”, vertelt erfgoedambtenaar Katelijne Beerten. “Daardoor is onze regio nauwkeurig beschreven, via driehoeksmeting van het landschap en de ligging tegenover de Jupitermanen. Cassini de Thury zocht ijkpunten in het ­landschap – kerktoren, galgen, hoger gelegen plekken waardoor hij een overzicht over de regio had. Het is uiteraard geen exacte ­wiskunde zoals we die nu

kennen, maar in vergelijking met de bekende en recentere Ferrariskaart geeft de kaart van Cassini de Thury juistere informatie over onze regio. Voor het dorp Neerharen klopt de Ferrariskaart bijvoorbeeld totaal niet. Geen idee hoe dat komt.” Katelijne legt momenteel de laatste hand aan het boek ‘Lanaken op de kaart’, dat in het najaar uitkomt. “Samen met enkele vrijwilligers ga ik na hoe ­Lanaken op verschillende historische kaarten wordt voorgesteld en wat we daaruit kunnen leren over de Lanakense geschiedenis. We vergelijken de kaart van Cassini de Thury onder andere met de Ferrariskaart en minder bekende kaarten uit de Royal Collection van Engeland en de Bibliothèque Nationale de France.” Er is ook een lespakket beschikbaar voor de eerste graad van het secundaire onderwijs. “Daarmee kunnen leerkrachten geschie­de­ nis, wiskunde, aardrijkskunde én Frans aan de slag voor een vakoverschrijdend project.”

IN CIJFERS Om het onderzoek voor het boek ‘Lanaken op de kaart’ en een bijhorend lespakket te financieren, kreeg de gemeente Lanaken een project­ subsidie onroerend erfgoed van 5 628 euro. SUBSIDIE PROJECTEN ONROEREND ERFGOED Heb jij een project rond onroerend erfgoed in Limburg? Dan kan je een project- of investeringssubsidie aanvragen bij de provincie. Je kan tot 60 procent van de kosten terugkrijgen, tot 25 000 euro. DEADLINE Een aanvraag dien je in voor 1 oktober 2021 of 1 april 2022 door het formulier op de website in te vullen. Meer info op www.pcce.be/ erfgoedaanbod WAAR NAARTOE? ‘Lanaken op de kaart’, binnenkort te koop bij de dienst Erfgoed, Koning Albertlaan 110, Lanaken www.lanaken.be/erfgoed

Lanaken voorgesteld op de kaart van Cassini de Thury. ©IGN, Parijs

39


SUBSIDIES BEST PRACTICES

SINT-JANSKAPEL OVERPELT

IN CIJFERS De buurtwerking Kapellenbuurt kreeg een subsidie voor het onderhoud en de instandhouding van waarde­vol, niet-beschermd klein historisch erfgoed voor de restauratie van de heiligenbeelden van SintLucia en Sint-Genoveva (7 187 euro) en voor de renovatie van de Sint-Janskapel (6 171 euro). INVESTERINGS­ SUBSIDIE KLEIN HISTORISCH ERFGOED Bezit of beheer je nietbeschermd klein historisch erfgoed? Dan kan je een subsidie voor het onderhoud en de instandhouding van waardevol, niet-beschermd klein historisch erfgoed aanvragen bij de provincie. Je kan tot 60 procent van de kosten terugkrijgen, tot 12 000 euro. DEADLINE Een aanvraag Klein Historisch Erfgoed kan je het hele jaar door indienen door het formulier op de website in te vullen. Meer info op www.pcce.be/ erfgoedaanbod WAAR NAARTOE? Sint-Janskapel Zeldertstraat Overpelt 40

Vroeger was de Overpeltse Sint-Janskapel een drukbezocht bedevaartsoord: in het Nederlandse deel van natuurpark Hageven stond zelfs een wegwijzer naar de kapel. Maar de voorbije jaren trad het verval in, tot een groep buren een opknapbeurt planden. Theo Hendriks, lid van de ‘Kapellen­buurt’, stak de ­handen uit de mouwen. “De k ­ apel kent een lange geschiedenis. Eind 18de eeuw stond ze al op de Ferraris­kaart. In 1970 is ze afgebroken bij urbanisatiewerken, om midden jaren '80 heropgebouwd te worden. Uniek aan de kapel is dat Sint-Jan levensgroot en onthoofd is voorgesteld: zijn afgehakte hoofd ligt op een schotel op het altaar.” De ‘Kapellenbuurt’ heeft buitenverlichting gehangen om de kapel wat zichtbaarder te maken, de buitendeuren geverfd

en nieuwe goten geplaatst. Ook binnenin zijn de muren van een likje verf voorzien en is er nu verlichting. “Binnen staan eveneens de heiligenbeelden van Sint-Lucia en Sint-Genoveva. Het beeld van Sint-Genoveva dateert uit de eerste helft van de 16de eeuw en is dus ouder dan de kapel. Het beeld van Sint-­Lucia dateert van 1800. Door hun ouderdom hebben ze een grote historische waarde. Toen de kapel in 1970 afgebroken werd, zijn de beelden gelukkig gered door de plaatselijke geschiedkundige kring. Door de eeuwen heen zijn ze wit geschilderd. Die verf is er tijdens de restauratie door de kunstenares Brigitte Meuwis met een scalpel afgehaald. Daardoor zijn de prachtige oorspronkelijke kleuren weer zichtbaar.” Sint-Lucia werd aangeroepen tegen keelpijn, Sint-Genoveva tegen krijsende kinderen. Die laatste is nog steeds populair bij wanhopige ouders. “Eind jaren 1990 is een man vanuit Molen­ beersel naar de Sint-Janskapel gewandeld om een noveen te komen bidden, omdat zijn kind maar bleef huilen. Erna was het probleem opgelost!”

Het heiligenbeeld van Sint-Lucia mag dan al 321 jaar oud zijn, maar schitteren doet ze sinds haar restauratie nog steeds.


SUBSIDIES BEST PRACTICES

HUIS NAGELS

IN CIJFERS Voor de renovatie van de 16 glas-in-loodramen kreeg Huis Nagels vzw een investeringssubsidie onroerend erfgoed van 25 000 euro.

SINT-TRUIDEN

De impressionante belle-époquewoning die notaris Louis Nagels in 1892 liet bouwen, leek af te stevenen op een onherroepelijke sloop. Tot gepensioneerd bankier Herman Collignon het in 2002 samen met zijn vrouw Ingrid Grobben kocht. “Het pand stond al negen jaar leeg. De regen liep langs de muren tot op de eerste verdieping en verschillende architecturale ornamenten waren verdwenen. We zijn al negentien jaar aan het renoveren, met respect voor de originele stijl”, aldus Herman Collignon. “Met betalende rondleidingen proberen we ons restauratiebudget te spijzen. Maar dan nog blijft het moeilijk, aangezien het pand niet beschermd is door de Vlaamse overheid. De provinciale ondersteuning is dan ook wel­ gekomen.” Louis Nagels was de zoon van Jules Nagels, Hasselts burge­ meester van 1875 tot 1878. Louis was getrouwd met Emma Debruyn, een rijke dame uit Sint-Truiden. De woning straalt dan ook grandeur uit, onder meer door de zestien glas-in-lood­ ramen, waarvan er vier gebrandschilderd zijn. Door gebrekkig onderhoud beginnen de onderste glaasjes het na 128 jaar te begeven

De glasramen van Huis Nagels kreunen na 128 jaar onder het gewicht van het lood.

onder het gewicht van het lood. “Een glazenier zal ze dit najaar één voor één restaureren. Het zijn unieke, profane glasramen. Het salon wordt omgeven door figuren zoals de zonnegod Ra en de theatercoryfee Sarah Bernhardt die in de belle-époque­ periode wereldberoemd was. Ze is afgebeeld met de kledij die ze droeg tijdens de première van ‘Cléopâtre’ in Parijs in 1890. Het is een exacte kopie van het schilderij dat Georges Clairin van haar maakte en dat in het Museo Nacional de Bellas Artes de Cuba in Havana hangt. Al dit moois moet bewaard blijven voor de volgende generaties.”

SUBSIDIE PROJECTEN ONROEREND ERFGOED Heb jij een project rond onroerend erfgoed in Limburg? Dan kan je een project- of investeringssubsidie aanvragen bij de provincie. Je kan tot 60 procent van de kosten terugkrijgen, tot 25 000 euro. DEADLINE Een aanvraag dien je in voor 1 oktober 2021 of 1 april 2022 door het formulier op de website in te vullen. Meer info op www.pcce.be/ erfgoedaanbod WAAR NAARTOE? Huis Nagels Stationsstraat 33 Sint-Truiden www.huisnagels.be

41


SUBSIDIES BEST PRACTICES

IN CIJFERS Voor de toeristische ontsluiting van de Romeinse heirbaan kreeg de intergemeentelijke onroerenderfgoeddienst Oost-Haspengouw & Voeren een investerings­ subsidie onroerend erfgoed van 14 400 euro. SUBSIDIE PROJECTEN ONROEREND ERFGOED Heb jij een project rond onroerend erfgoed in Limburg? Dan kan je een project- of investeringssubsidie aanvragen bij de provincie. Je kan tot 60 procent van de kosten terugkrijgen, tot 25 000 euro. DEADLINE Een aanvraag dien je in voor 1 oktober 2021 of 1 april 2022 door het formulier op de website in te vullen. Meer info op www.pcce.be/ erfgoedaanbod WAAR NAARTOE? www.viabelgica.eu

42

Aan de tumulus Gentombe in Herderen komt een Via Belgica-zitbank met uitleg over de omringende Romeinse site.

VIA BELGICA RIEMST

De Romeinse heirbaan Via Belgica liep van Boulogne-sur-Mer naar Keulen en deed onderweg ook Riemst aan. Gabriella Kaszas, erfgoedconsulent bij de IOED Oost-Haspengouw & Voeren, wil dat lokaal stukje erfgoed veiligstellen. “­Dankzij een samenwerking tussen Nederland en België kunnen we ook in ons land enkele archeologische sites langs de Romeinse weg toeristisch ontsluiten. Dat gebeurt onder meer via straatmeubilair dat speciaal voor dit project is ontworpen. Dit najaar zullen bezoekers van de Via Belgica-wandel- en fietsroutes kunnen uitblazen op die nieuwe zitbanken. Daarin zijn panelen geïntegreerd met uitleg over de omliggende Romeinse sites.” De banken komen aan de tumulus Gentombe in Herderen, langs de Krijtstraat in Vroenhoven

en aan de Oude Steenstraat in Millen. “Er wordt onder meer aandacht besteed aan begrafenis­ rituelen en aan de relatie van de heirbaan tot het omringende landschap.” Een tussenstop bij lokale handelaars bewijst onderweg dat het Romeinse verleden nog steeds in het heden doorleeft. “De Romeinen ontdekten dat de grond hier in Limburg uitermate geschikt is voor wijngaarden. Daarvan is het Wijnkasteel Genoels-Elderen, het oudste wijnkasteel van België, het bewijs. En wist je dat de Romeinen ook vlierbloesem en kersen ons land hebben binnengebracht? Dus kun je in de Jambrouwerij vlierbloesemgelei en in ­bakkerij Emmerix kersenvlaai gaan proeven. Zo willen we duidelijk maken dat we heel veel aan de Romeinen te danken hebben, op verschillende vlakken.”


© MICHIEL AERTS

TIPS VOOR TRIPS

TIPS VOOR TRIPS

VERDWENEN ZWINHAVENS

ZUSTERS SINT-JOZEF

FIETSLUSSEN LUMMEN

Damme, Sluis, Monnikerede, Hoeke en Brugge vormden ooit een parelsnoer van havens. Tot de Zwingeul verzandde en de Zwinhavens verdwenen. Dankzij virtual reality maak je in het onthaalgebouw van het Zwin Natuur Park een spectaculaire bootreis landinwaarts langs deze verdwenen havens. Langs een nieuwe fietsroute staan kijkers opgesteld. Wie door een kijker loert, komt terecht in het landschap van de middeleeuwen.

Ter ere van het 125-jarige bestaan van de Zusters van Sint-Jozef opent midden oktober het door de provincie ondersteunde belevingscentrum ‘Altijd op weg’. Dat geeft een inkijk in het ontstaan en het dagelijkse leven van de congegratie, hun inzet voor het onderwijs en voor mensen met geestelijke gezondheidsproblemen. In Munsterbilzen richtten de zusters een psychiatrisch ziekenhuis en een verpleeg­ opleiding in de oude abdij op en daarnaast een (ondertussen verdwenen) meisjesschool.

Spring op je fiets en ontdek Lummen op een rustig tempo. De erfgoedroute (54 km) neemt je mee langs kapellen, kastelen en oorlogsrestanten. Met de 50 tinten groen-route (44 km) fiets je de Lummense natuur in. De Vallei van de Zwarte Beek, de Venusberg of de Duizendjarige Eik: je passeert het allemaal. De Lumennekesroute (19 km) is dan weer ideaal voor het hele gezin: onderweg kunnen kinderen ravotten in de speeltuin of spelen met de dieren uit de kinderboerderij. Elke route start aan het Gemeente­ plein en kan naar believen ingekort worden.

Zwin Natuur Park Graaf Léon Lippensdreef 8, Knokke-Heist 10 euro www.zwin.be/nl/verdwenen-zwinhavens

Belevingscentrum Altijd op weg Abdijstraat 2, Bilzen gratis in het weekend op weekdagen enkel gegidste groepsbezoeken voor 90 euro www.zustersvanmunsterbilzen.be

Dienst Toerisme Dr. Vanderhoeydonckstraat 56, Lummen gratis www.lummen.be/sport-en-vrije-tijd/ toerisme/fietsen

43


TIPS VOOR TRIPS

KERKHOF HASSELT

TORGNY

KIJK OP HASPENGOUW

CHOKIER IN GINGELOM

Sinds 2004 is het Oud Kerkhof van Hasselt een beschermd monument. Deze parkbegraaf­ plaats was in gebruik van 1800 tot 1930. Heel wat beroemde Hasselaren vonden er hun laatste rustplaats. Vele graven bevatten traditionele symbolen die verwijzen naar de dood of het eeuwige leven, zoals verstrengelde handen, een vlammend hart of een afgebroken boomstam. Ook de planten op het kerkhof hebben een symbolische betekenis. Zo wordt de venijnboom al sinds de Kelten als ‘boom van de dood’ beschouwd, omdat de zaden dodelijk gif bevatten. Een bewegwijzerde route geeft uitleg over de belangrijkste graven.

Torgny, het zuidelijkste punt van België, is verkozen tot één van de Mooiste Dorpen van Wallonië. Met het droogste en warmste klimaat van ons land waan je je er in de Provence. Het bevat bovendien voor elk wat wils: je kan gaan mountainbiken in de Gaumestreek, wijn proeven op wijndomein Poirier du Loup of wandelen in natuurreservaat Raymon Mayné, een voormalige steengroeve met een grote verscheidenheid aan flora en fauna. Bezoek zeker het beschermde erfgoed zoals het washuis en de traditionele boerderijen.

Het Haspengouwse fietsroutenetwerk bevat vijf bijzondere uitkijkpunten. Op deze hoogste punten kan je met panoramakijkers letterlijk inzoomen op het landschap. De bijhorende panoramaborden vertellen je meer over de indrukwekkende vergezichten, het erfgoed, de streekproducenten en de toeristische attracties. Laat je omverblazen door het uitzicht vanop Helsheaven, de abdijtoren, de Viersprong in Nieuwenhoven, de Honsberg in Zepperen en het panoramabassin in Velm.

Quizvraag: wie was het eerste staatshoofd van België? Antwoord: baron Surlet de Chokier! Deze eerste regent van België kreeg een wandelroute van vier kilometer. Je komt voorbij het kasteel van Gingelom, waar hij woonde, en langs de Kamerijkhoeve, waar hij zijn merinoschapen fokte. Nadien kan je in één van de omringende cafés genieten van een glas Chokierbier, een amberkleurig volmoutbier. De routekaart vind je tijdens de week in het gemeentehuis en tijdens het weekend in de bibliotheek.

Oud Kerkhof Kempische Steenweg, Hasselt gratis te bezoeken tussen 10 en 16 uur www.hasselt.be/nl/oud-kerkhof

44

Dienst Toerisme Place Albert Paul 6, Torgny www.torgny.be

Dienst Toerisme Grote Markt, Sint-Truiden gratis www.visitsinttruiden.be/aanbod/fietskaart-kijk-op-haspengouw

Gemeentehuis Sint-Pietersstraat 1, Gingelom Bibliotheek Surlet de Chokierstraat 4, Gingelom gratis www.gingelom.be/wandelroute-de-chokier


TIPS VOOR TRIPS

LEOPOLD I-ROUTE

MOERENPOORT TONGEREN

SPEL ONDERSTEBOVEN

IERS KRUIS

Deze historische erfgoedwandeling van 5,5 km brengt je langs 28 militaire bezienswaardigheden in en rond het centrum van Leopoldsburg. Onder meer bij het paviljoen van de commandant van de Genie, de Dreef der Zeven Zuchten en het oud militair hospitaal vind je infoborden. De wandeling is bewegwijzerd met de beeltenis van koning Leopold I en vertrekt aan de Karmellaan. Een routekaart vind je online.

In de middeleeuwen kon je enkel de stad in- of uitraken via de stadspoorten. Van de zes stadspoorten die Tongeren bezat, is enkel de Moerenpoort uit 1379 intact gebleven. Die transformeerde ondertussen tot een historisch museum over de militaire geschiedenis van Tongeren. Vanop de robuuste toren kun je genieten van een prachtig uitzicht over het begijnhof en de binnenstad. Kinderen van zes tot twaalf kunnen het Moerenpoortmuseum bovendien via een spelletjes- en geurparcours ontdekken. De gratis toegangscode haal je af bij de toeristische dienst op de dag van je bezoek.

Ontsluier met enkele vrienden de geheimen van de mijncité via het ‘ONDERsteBOVEN’-spel. Aan het C-mine bezoekersonthaal krijg je een onderzoeksdossier van de mijnpolitie waarop je je detectivetalent kan botvieren. Via een spannende fotozoektocht in de tuinwijk van Winterslag los je allerhande geheimzinnige gebeurtenissen op. Tegelijkertijd kom je onderweg alles te weten over het Genkse mijnverleden. Er zijn minimum drie en maximum vier deelnemers nodig om de mijnmysteries te ontrafelen. Een spel duurt gemiddeld twee uur.

Tussen Vlijtingen en Lafelt staat het Iers Kruis. Deze monoliet herdenkt de soldaten van de Irish Brigade, een onderdeel van het Franse leger, die in 1747 in de Slag bij Lafelt sneuvelden. De veldslag werd gewonnen door de Fransen, maar het verlies aan manschappen was groot. Het Iers Kruis werd in 1964 geschonken door het koor van de Ierse stad Cork. Rond het kruis geeft een oriëntatiecirkel de opstelling van de troepen weer. Een audiopresentatie laat één van de bloedigste episodes uit de Belgisch-Limburgse geschiedenis herleven. Meer weten? Het boek 'Strijdtoneel Limburg' is voor 29 euro te koop bij het PCCE.

Dienst Toerisme Hechtelsesteenweg 7, Leopoldsburg gratis www.leopoldsburg.be/leopold-i-route

Moerenpoortmuseum Leopoldwal, Tongeren gratis Dienst Toerisme Via Julianus 2, Tongeren www.toerismetongeren.be/moerenpoort

C-mine bezoekersonthaal C-Mine 10, Genk 10 euro per dossier www.c-mine.be/families-kinderen

Iers Kruis Iers Kruisstraat, Riemst gratis www.riemst.be > zoekterm 'Iers Kruis' www.pcce.be/erfgoedproducten 45


© GUY VAN GRINSVEN

© TOM SWINNEN

TIPS VOOR TRIPS

DEN DOODENDRAAD

TUSSEN MIJNEN EN VIJVERS

CRYPTE SINT-TRUIDEN

Tijdens WO I sloot de Duitse bezetter de grens tussen België en het neutrale Nederland af met een 332 kilometer lange draadversperring. Omdat deze versperring onder dodelijke elektrische spanning stond, werd ze in de volksmond ‘den doodendraad’ genoemd. Op drie plekken in Hamont-Achel werd ‘den doodendraad’ gereconstrueerd. Twee erfgoedwandelingen (3 of 9 km) nemen je mee naar deze reconstructies. Infoborden vertellen over de oorspronkelijke constructie in 1916 en de dramatische ontsnappingspogingen die zich aan de draad afgespeeld hebben.

Natuurpark Domein Bovy is het start- en eindpunt van de fietsroute ‘Het rijke verleden: tussen mijnen en vijvers’ (30 km). Vanuit het park fiets je via het vijvergebied De Wijers naar Circuit Zolder en de voormalige mijnsite. Daarna volgt de Kluis van Bolderberg, een authentieke gerestaureerde kluizenaarswoning met kapel gewijd aan Onze-Lieve-Vrouw van Loreto. Van hieruit heb je een prachtig uitzicht op het kasteel van Terlaemen. De fietskaart, die nog vier andere fietslussen bevat, is voor drie euro te koop bij de toeristische dienst of via de site van De Wijers.

Op het kerkveld achter de abdijtoren van Sint-Truiden vind je naast de grafsteen van Renier van Rijkel een ondergrondse kapel. Die werd gebouwd onder de 11de-eeuwse romaanse kerk. In de heringerichte crypte kun je niet alleen archeologische vondsten bezichtigen, maar ook een film bekijken over het ontstaan van Sint-Truiden. Achter de crypte ligt nog een 18de-eeuwse gang met grafnissen verborgen. Je kan de crypte bezoeken met de Trudopas, die bij de toeristische dienst te koop is.

Erfgoedwandeling Den Doodendraad gratis www.toerisme-hamont-achel.be/doen/ wandelen/erfgoedwandeling-de-doodendraad

46

Domein Bovy Galgeneinde 22, Heusden-Zolder 3 euro www.visitheusden-zolder.be/de-wijersfietsroutes www.wandeleninlimburg.be/nl/webwinkel/ de-wijers/fietskaart-de-wijers/137

Crypte Diesterstraat 1, Sint-Truiden Dienst Toerisme Grote Markt, Sint-Truiden 5 euro www.visitsinttruiden.be/aanbod/ trudopas-crypte

BRONNENWANDELING VOEREN In 2012 werd de Bronnenwandeling (8 km) in de Voerstreek door Vlaanderen Vakantieland verkozen tot Mooiste Wandelroute. Ontdekken waarom? Vertrek aan cultuurcentrum Het Veltmanshuis voor een idyllische wandeling naar de bron van de Voer. Je stapt door bos, over heuvels, langs bronnetjes en beekjes, en passeert onderweg ook typische vakwerkhuisjes. Bewonder de Commanderie van Sint-PietersVoeren, een 17de-eeuws kasteel dat ooit aan de Duitse Ridderorde toebehoorde, en geniet van het uitzicht op het groene landschap. Bronnenwandeling Kwinten 3, Sint-Martens-Voeren. gratis www.voerstreek.be/ontspannen/wandelen-fietsen


Heb jij LEF? Vraag een gratis abonnement aan via pcce@limburg.be Het Provinciaal Centrum voor Cultureel Erfgoed is elke dag in de weer om het Limburgs onroerend erfgoed beter te ontsluiten en bekend te maken. Het magazine "LEF - Durven met Limburgs Erfgoed" houdt je op de hoogte van de ­activiteiten van het PCCE en zit boordevol nuttige informatie en tips. Je gegevens zullen enkel gebruikt worden voor de verzending van dit magazine. Je kunt ze steeds laten aanpassen of schrappen.

Volg onze facebookpagina!

Erfgoed Limburg @PROVINCIAALCENTRUMCULTUREELERFGOED

Wil je het hele jaar op de hoogte blijven van de activiteiten en projecten van de Afdeling Erfgoed van de provincie Limburg? Ruim 12 000 volgers gingen je al voor!


8, 9 & 10 oktober 2021

Ook in jouw buurt! Beleef drie dagen lang archeologische activiteiten voor jong en oud. Check regelmatig het overzicht op www.archeologiedagen.be Het programma groeit elke dag aan!


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.