Jaarverslag 2013

Page 1

Jaarverslag

Š Layla Aerts

2013


Child Focus dankt de Koning Boudewijnstichting voor haar bijdrage tot de realisatie van dit jaarverslag.

Child Focus dankt van ganser harte de Nationale Loterij, haar meest gulle schenker!

Inhoud • Samenstelling van de Raad van Bestuur in 2013… ……………………………………………………………………………… 1 • De cijfers 2009-2013 in een oogopslag……………………………………………………………………………………………… 2 • Voorwoord van de directie en de voorzitter … …………………………………………………………………………………… 4 • 116 000: het noodnummer van Child Focus… …………………………………………………………………………………… 5 • De twee actiedomeinen van Child Focus…………………………………………………………………………………………… 6

1. Vermiste kinderen

7

• Weglopers…………………………………………………………………………………………………………………………………………… 11 • Internationale kinderontvoeringen door een ouder… ………………………………………………………………………… 14 • Verdwijningen van niet-begeleide minderjarige vreemdelingen (NBMV)………………………………………… 16 • Ongedefinieerde verdwijningen… ……………………………………………………………………………………………………… 17 • Ontvoeringen door derden… ……………………………………………………………………………………………………………… 18 Preventie- en sensibiliseringsacties… …………………………………………………………………………………………………… 19

2. Seksueel uitgebuite kinderen en e-safety

20

• Seksueel misbruik……………………………………………………………………………………………………………………………… 21 • Seksueel misbruik via informatie- en communicatietechnologieën… ………………………………………………25 • Georganiseerd of gecommercialiseerd seksueel misbruik…………………………………………………………………27 • Beelden van seksueel misbruik (stopchildporno.be)… ………………………………………………………………………28 • e-safety (hulplijn)……………………………………………………………………………………………………………………………… 30 Preventie- en sensibiliseringsacties… ……………………………………………………………………………………………………32 • Financiering en jaarrekeningen……………………………………………………………………………………………………………34 • Financiering… ……………………………………………………………………………………………………………………………………34 • Jaarrekeningen……………………………………………………………………………………………………………………………………36 • Verslag van de Bedrijfsrevisor……………………………………………………………………………………………………………38 • Lijst van partners……………………………………………………………………………………………………………………………… 40

Hoofdredacteur: Maryse Rolland Redactie: Nadège Bastiaenen, Hilde Demarré, Nadia Elmouden, Nathalie Fallon, Alexander Isakhanian, Kenny Kolijn, Brigitte Maca, Sofia Mahjoub, Lise-Laura Mattern, Melissa Palomo Lopez, Astrid Pouppez de Kettenis, Katrien Temmerman, Adinda Van Poucke, Elisa Van Speybroeck, Sandra Voet Grafisch ontwerp: Françoise Albertyn, Dominique Cabanac I www.wysiswyg.com Druk: impresor.be Vertaling: igtv.be Leescomité: Elisa Van Speybroeck, Heidi De Pauw, Dirk Depover, Nathalie Fallon, Stéphanie Leyn, Sofia Mahjoub, Melissa Palomo Lopez, Miguel Torres Garcia Foto’s: Layla Aerts I www.laylaaerts.be Verantwoordelijke uitgever: Heidi De Pauw, Houba – de Strooperlaan 292, B- 1020 Brussel


De Stichting voor Vermiste en Seksueel Uitgebuite Kinderen werkt onder de naam ‘Child Focus’. Het is een stichting van openbaar nut. Zeven dagen op 7 en 24 uur op 24 stelt de organisatie alles in het werk om vermiste kinderen terug te vinden en hun seksuele uitbuiting tegen te gaan, offline en online. Om een verdwijning of seksuele uitbuiting te melden, gebruik één noodnummer, 116 000. Via de chatlijn ‘nupraatikerover.be’ kunnen jongeren in alle vertrouwen over seksueel misbruik praten. Mensen die op beelden van misbruik van kinderen op internet botsen, kunnen dit anoniem melden via het burgerlijk meldpunt stopchildporno.be. De overheidssubsidies dekken ca. een derde van de behoeften van Child Focus. Deze fondsen worden per project of op jaarbasis onderhandeld. Ondernemingen en het grote publiek zorgen voor de andere twee derden.

Child Focus is lid van: . Belgisch Netwerk van Stichtingen . Kinderrechtencoalitie Vlaanderen . Missing Children Europe (MCE) . International Centre for Missing and Exploited Children (ICMEC) . International Association of Internet Hotlines (INHOPE) . Internationaal netwerk van sensibilisatieplatforms rond veilig internet (INSAFE) . Vereniging voor Ethiek in de Fondsenwerving (VEF) . Association pour le Volontariat . Vzw Het Punt . eNACSO

Onder het Erevoorzitterschap van H.M. Koningin Paola, vanaf 31 januari 2014 van H.M. Koningin Samenstelling van de Raad van Bestuur in 2013 Voorzitter Jean-Louis Duplat Vicevoorzitter Hilde Burie – Witters Leden Stef Anthoni Willy Bruggeman Vincent Bruyère Heidi De Pauw Jérôme Glorie Marina Maes Joël Moresco Benoît Parmentier Françoise Pissart Astrid Rubbens (tot 01.10.2013) Dirk Vanden Branden Jan Van Gils (tot 01.10.2013) Jean-Pierre Wellens Waarnemer aangeduid door de Federale Regering Jérémie Tojerow Waarnemers aangeduid door de drie Gemeenschappen - Regeringen Margot Cloet Isabelle Pierret Marco Zinnen 1


Child Focus 2013 Jaarverslag

Cijfers 2009-2013 in een oogopslag Behandelde dossiers “verdwijningen” 2009-2013 2009 2010 2011 2012

p.11 Weglopers

1 019

1 042

1 101

1 095

989

p.14 Internationale kinderontvoeringen door een ouder

467

470

508

455

383

p.16 Verdwijningen van niet-begeleide minderjarige vreemdelingen

279

299

93

83

64

p.17 Ongedefinieerde verdwijningen

29

32

61

77

82

p.18 Ontvoeringen door derden

36

29

31

17

33

1 830

1 873

1 794

1 727

1 551

227

253

294

279

282

TOTAAL verdwijningsdossiers

TOTAAL onrustwekkende verdwijningen (zie p.8 en p.10)

p.10 Affichagecampagnes

24 14 33 31 33

p.10 Vignettagecampagnes

57

81 61 87 106 93

TOTAAL opsporingscampagnes

Behandelde dossiers “verdwijningen” per categorie in 2013 927

62

250

133

6%

TOTAAL

TOTAAL

35 %

47

54

75

60

Niet-afgesloten dossiers 31.12.2013

56

26

TOTAAL

46

18

24

9

28 %

32 %

82

Afgesloten dossiers

TOTAAL

27 % TOTAAL

989

383

94 %

65 %

68 %

72 %

73 %

Internationale kinderontvoeringen door een ouder

Ongedefinieerde verdwijningen

Verdwijningen van niet-begeleide minderjarige vreemdelingen

Ontvoeringen door derden

Weglopers

2

2013

64

33


Child Focus 2013 Jaarverslag

Nieuwe dossiers « seksueel uitgebuite kinderen & e-safety » 2009-2013 2009 2010 2011 2012

p.21 Seksueel misbruik

2013

-

-

460

636

502

p.25 Seksueel misbruik via ICT*

-

-

57

52

44

p.27 Georganiseerd of gecommercialiseerd seksueel misbruik

-

-

17

18

16

TOTAAL dossiers “seksuele uitbuiting”

257 331 534 706 562

p.30 Contacten “Hulplijn” (via clicksafe.be)

112

78

113

p.30 Vragen over vorming en pedagogisch materiaal

338

2 064

1 025

782

1 500

338

2 064

1 137

860

1 613

1 839

1 320

1 479

1 394

1 232

Totaal contacten en vragen “e-safety”

p.28 Dossiers “stopchildporno.be” *ICT: informatie- en communicatietechnologieën Vóór 2011: de dossiers seksuele uitbuiting waren niet onderverdeeld in categorieën

Dossiers “seksuele uitbuiting” preventieve vs. effectieve dossiers 2009-2013 240

6

1

16 66% %

1%

94%

284

41

326

12 % 28% 2%

2009

2010

93 %

86 % 72%

5 203

471

1% 61 %

2011

Preventieve dossiers

219 2%

38 % 67 % 68%

Effectieve gevallen

16

2012

392

31 %

12

2% 70 %

2013

158 28 % 35%

65%

Andere

3


Child Focus 2013 Jaarverslag

Voorwoord Zonder doelstellingen gesteund op waarden, is een organisatie als een schip zonder bestemming… Een jaarverslag is per definitie een terugblik. We geven u inzicht in onze operationele aanpak van en preventie-activiteiten rond verdwijning en seksuele uitbuiting van kinderen, gedurende een bijzonder intens en druk werkjaar. Daarnaast was 2013 een belangrijk scharniermoment. 15 jaar na de oprichting van Child Focus, definieerden we samen met de raad van bestuur en het hele team, na intens en constructief overleg, de strategische doelstellingen voor de periode 2014-2017. De hamvragen waren: wat willen wij doen? - en hoe willen wij dit doen? We vertrokken daarbij vanuit zes sterk geformuleerde basiswaarden, die u achteraan dit jaarverslag terugvindt. We blijven resoluut focussen op verdwijningen en seksuele uitbuiting van kinderen. Daarbij plaatsen we mens en kind centraal, en gaan we zonder enig oordeel of onderscheid tewerk. Iedereen, ook de meest kwetsbare niet-begeleide minderjarige vluchteling die vermist raakt heeft recht op een volwaardige benadering. In zaken van

internationale parentale ontvoering zullen we steeds proberen de betrokkenen tot bemiddeling te bewegen, hoe moeilijk ook, omdat we weten dat zo vaak snellere en betere resultaten geboekt worden dan bij het louter volgen van de juridische weg. Dat een jongere wegloopt zullen we nooit bagatelliseren, ook niet als die jongere dat reeds meermaals deed. Betrokkenheid gaat daarbij hand in hand met het streven naar professionalisme. Meer dan ooit leggen we het accent op seksuele uitbuiting en fungeren we in dossiers van seksueel misbruik louter als raadgever en doorgeefluik naar gespecialiseerde lokale hulporganisaties en politiediensten. We hebben niet de pretentie langdurende hulp of therapie te kunnen bieden. In de loop van 2014 zullen we daarom de banden met andere organisaties nog aanhalen, teneinde de hulpvragers rechtstreeks naar hen toe te leiden. We kiezen daarbij resoluut voor partnerschap en overleg. Zelf willen we onze actieradius beter afbakenen en onze rol en taken inzake seksuele uitbuiting scherper definiëren. Daarbij wordt het verdrag van Lanzarote onze

Ik dank en feliciteer jullie voor jullie toewijding. Professioneel of vrijwillig vervullen jullie met grote inzet, en menselijkheid, jullie taak.

ELIO DI RUPO, eerste minister

leidraad. In België is er op dat vlak nog veel werk aan de winkel. Het gaat daarbij om de aanmaak en verspreiding van beelden van seksueel misbruik van kinderen (kinderporno), om het online misleiden van kinderen met als doel seksuele handelingen te plegen (grooming), om kinder- en jongerenprostitutie, en om bepaalde vormen van sekstoerisme. Child Focus richt zich traditioneel op ouders en naasten van vermiste en seksueel uitgebuite kinderen, tot op heden waren de activiteiten en contacten die rechtstreeks op kinderen en jongeren waren gericht beperkt. Daarin willen we verandering aanbrengen. Daarom gaan we op termijn onze boodschappen ook in een andere taal en via andere kanalen brengen. Want door de jongeren actief te betrekken en hen een stem te geven verwerven onze acties en sensibiliseringsactiviteiten meer slagkracht. Hartelijk dank aan alle medewerkers en vrijwilligers die zich onvermoeibaar en professioneel inzetten, 365 dagen en nachten lang.

Child Focus bestaat 15

Heidi De Pauw, algemeen directeur

Jean-Louis Duplat, voorzitter

jaar!

Op 3 december 2013 blies Child Focus 15 kaarsjes uit. Ter gelegenheid van deze verjaardag verwelkomden de voorzitters van Kamer en Senaat de heer André Flahaut en Mevrouw Sabine de Bethune onze organisatie en haar 250 genodigden uit welzijns- en bedrijfswereld, politie, magistratuur en beleid, in het Federaal Parlement. Onze erevoorzitster (tot 31 januari 2014), Koningin Paola en de eerste minister Elio Di Rupo waren eveneens aanwezig. Deze gezellige avond was voor de directie en de raad van bestuur van Child Focus eveneens de gelegenheid om de conclusies van de recente identiteitsoefening en het strategisch plan voor de komende vier jaar voor te stellen.

4


Child Focus 2013 Jaarverslag

116 000 en straks 116000.be

Het noodnummer van Child Focus Eén van de belangrijkste troeven van Child Focus blijft de laagdrempeligheid. De organisatie is dag en nacht, elke dag van de week, te bereiken op het gratis noodnummer 116 000. Iedereen kan hier terecht om een verdwijning of een situatie van seksuele uitbuiting van een minderjarige te melden. Het team van acht onthaalverantwoordelijken staat als eerste klaar om bellers een luisterend oor te bieden en verder te helpen. De onthaalverantwoordelijken: medeleven en efficiëntie De onthaalverantwoordelijken moeten snel kunnen afleiden wat de vraag van de beller is. Eens de vraag is verduidelijkt, is het belangrijk om de juiste informatie te bekomen. Daarna geeft de onthaalverantwoordelijke de oproep door aan een consulent ‘verdwijning’ of ‘seksuele uitbuiting’. Oproepen die niet tot de bevoegdheid van Child Focus behoren, worden doorgestuurd naar een consulent ‘sociale kaart’. Deze consulent heeft een uitgebreide kennis van het hulpverleningslandschap en zal de oproeper snel doorverwijzen naar de juiste organisatie of dienst. In 2013 werden zo 617 oproepers doorverwezen naar een organisatie of dienst die meer geschikt was om een antwoord op de vraag te bieden. In totaal werden 37 359 oproepen ontvangen via de 116 000.

Evoluties in het profiel Ouders en familie enerzijds en de politie anderzijds, blijven de belangrijkste groep aanmelders voor verdwijningen op het noodnummer 116 000. Na een opmerkelijke stijging vorig jaar van de meldingen door de politie, noteren we in 2013 opnieuw een lichte stijging van ongeveer 2%. De oproepen van gezinnen en familie blijven op hetzelfde niveau van 2012.

OPROEPEN VAN POLITIE, MAGISTRATEN:

14,4 % (12,3 % in 2012)

OPROEPEN VAN FAMILIELEDEN:

38 %

(37 % in 2012)

OPROEPEN VAN GETUIGEN:

1%

(1 % in 2012)

In 2012 was het nummer 116 000 reeds in gebruik in 22 Europese landen. Eind 2013 waren deze met 25! Sinds de opstart van de 116 000 in België is het oude nummer 110 parallel blijven bestaan. In 2013 stelden we echter vast dat 90% van de oproepen op de 110 vergissingen en kwaadwillige oproepen waren. De beslissing werd dan ook genomen om de 110 vanaf 1 januari 2014 definitief af te schaffen en de volle ruimte te laten aan de 116 000 om zich in het collectieve geheugen te nestelen. In 2013 besliste Child Focus de telefonische noodlijn te versterken met een chat. Onderzoek wijst immers uit dat er een toenemend gebruik merkbaar is van sociale media en chat-applicaties. 116000.be, operationeel op 25 mei 2014, zal werken volgens dezelfde modaliteiten als de klassieke 116 000 telefoonlijn met één verschil: er wordt op de chatlijn geen 24/7 bereikbaarheid geboden.

Op een avond vormde een oudere dame per vergissing de 116 000. Met een aarzelende stem herhaalde ze keer op keer: “Ik ben gevallen”. Omdat ik niet zeker was over haar fysieke toestand en haar vermogen om de 100 te bellen, schakelde ik de oproep door en gaf ik de operator haar telefoonnummer, voor het geval ze haar precieze adres niet kon doorgeven. Nog geen tien minuten later belde de 100 me terug om te melden dat er een ziekenwagen op weg was naar haar woning. De 116 000 is meer dan een noodlijn voor vermiste en seksueel uitgebuite kinderen. Het is ook een telefoonlijn met een hart dat, in geval van nood, klopt voor elke persoon in moeilijkheden.

BRIGITTE MACA, onthaalverantwoordelijke

5


Child Focus 2013 Jaarverslag

De twee actiedomeinen van Child Focus Een multidisciplinair team (psychologen, juristen, criminologen, sociologen, pedagogen, seksuologen en maatschappelijk assistenten), in totaal bestaande uit negen consulenten, behandelen de verdwijningsdossiers en de dossiers inzake seksuele uitbuiting. Twee analisten onderzoeken het fenomeen van verdwijningen en seksuele uitbuiting van kinderen en doen beleidsinvloedend werk. Daarnaast vergeten we zeker de vijf projectverantwoordelijken niet, die alles in het werk stellen om projecten en preventietools te ontwikkelen en het grote publiek te sensibiliseren.

In geval van verdwijningen informeert de consulent regelmatig naar de stand van zaken van het politieonderzoek, waakt erover dat er geen informatie aan de aandacht van de onderzoekers ontsnapt en zorgt ervoor dat de ouders en slachtoffers op een correcte manier worden bijgestaan. Soms houdt de consulent ook na sluiting van het dossier verder contact. Indien nodig zal Child Focus doorverwijzen naar de gepaste hulpverlening voor verdere psychosociale of andere begeleiding. In geval van seksuele uitbuiting en e-safety luistert de consulent met empathie naar het verhaal, probeert de ernst ervan in te schatten en peilt naar de noden van het slachtoffer en zijn omgeving. De consulent informeert de persoon over mogelijke hulp of gerechtelijke procedures. De noden van het slachtoffer staan hierbij altijd centraal.

6

In 2013 behandelden de consulenten 2 113 dossiers inzake verdwijningen en seksuele uitbuiting (2 433 in 2012), waarbij in totaal 1 706 kinderen betrokken waren. Dat is een daling van bijna 9% van het totale aantal behandelde dossiers tegenover 2012 (320 dossiers). Child Focus kan geen specifieke redenen voor deze daling van dossiers geven. Het zou te vroeg zijn om dit een trend te noemen. Een trend ontplooit zich gewoonlijk over een vijftal jaren.

AANTAL BEHANDELDE DOSSIERS:

EEN TERUGVAL MET ZOWAT

9%

Het aantal behandelde dossiers is niet altijd gelijk aan het aantal betrokken kinderen. In wegloopdossiers (de grootste categorie verdwijningen) zijn er bijvoorbeeld jongeren die meerdere keren per jaar wegliepen. Bij dossiers seksuele uitbuiting of internationale kinderontvoeringen door een ouder, zijn er soms meerdere kinderen uit hetzelfde gezin betrokken.

In verhouding meer onrustwekkende verdwijningen Voor het eerst sinds de oprichting van Child Focus is het aantal dossiers verdwijningen onder de grens van 1 600 dossiers per jaar (1 551) gegaan. De wegloopdossiers en dossiers met internationale ouderlijke ontvoeringen zijn het sterkst afgenomen. Maar de dossiers inzake ontvoeringen door derden zijn zowat verdubbeld (33 dossiers tegenover 17 in 2012). Het is dus niet verwonderlijk dat de onrustwekkende verdwijningen in verhouding talrijker zijn dan in 2012 (18% van de dossiers tegenover 16% in 2012)

Dossiers inzake seksuele uitbuiting naar beneden 562 dossiers inzake seksuele uitbuiting werden behandeld in 2013, dat is 144 minder dan in 2012. Een afname die toe te schrijven is aan de wil van Child Focus om zich minder te profileren op het gebied van seksueel misbruik, volgens de nieuwe strategie van de organisatie (zie editorial).


Child Focus 2013 Jaarverslag

VERMISTE KINDEREN De gevallen van vermiste kinderen worden onderverdeeld in vijf categorieën: weglopers, internationale kinderontvoeringen door een ouder, de verdwijning van niet-begeleide minderjarige vreemdelingen, ontvoeringen door derden en ongedefinieerde verdwijningen. Voor elk type verdwijning worden verschillende procedures toegepast. Er bestaan ook verschillende samenwerkingsverbanden met politie, justitie, de FOD Buitenlandse Zaken en Justitie, maar ook de hulpverleningsorganisaties.

Wanneer is een verdwijning onrustwekkend? Een verdwijning wordt als onrustwekkend beschouwd indien één of meer criteria uit de Ministeriële Richtlijn van 20 februari 2002 inzake de opsporing van vermiste personen van toepassing zijn: 1. de vermiste persoon is jonger dan 13 jaar;

De onthaalverantwoordelijken van de noodlijn schakelen de oproepen met betrekking tot vermiste kinderen door naar de consulenten. Om een verdwijningsdossier te kunnen opmaken, ongeacht de aard ervan, is het belangrijk dat er aangifte van verdwijning wordt gedaan bij de lokale politie. Dit is echter geen verplichting voor een internationale kinderontvoering door een ouder.

2. de vermiste persoon heeft een lichamelijke of geestelijke beperking of mist de nodige zelfredzaamheid; 3. de vermiste persoon is afhankelijk van medicatie of medische behandeling; 4. de vermiste persoon bevindt zich mogelijk in een voor hem/haar levensbedreigende situatie;

Child Focus behandelt verdwijningen van jongvolwassenen tot 24 jaar

5. de vermiste persoon bevindt zich mogelijk in het gezelschap van derden die zijn welzijn kunnen bedreigen of is het slachtoffer van een misdrijf;

Child Focus behandelt ook verdwijningen van jongeren tot 24 jaar als minstens één van de verontrustende

6. de afwezigheid van de jongere is in complete tegenstelling tot zijn normale gedrag.

criteria uit de Ministeriële Richtlijn inzake de opsporing van vermiste personen van toepassing is.

7


Child Focus 2013 Jaarverslag

Wat doet Child Focus bij een

onrustwekkende verdwijning? Een ouder, een kennis, een magistraat, een politiedienst of een instelling belt naar de 116 000, de gratis noodlijn van Child Focus (24 uur op 24 en 7 dagen op 7 bereikbaar). Een onthaalverantwoordelijke beantwoordt de oproep en verbindt de beller door met één van de consulenten die gespecialiseerd is in verdwijningen.

Natuurlijk is elke ouder verontrust wanneer zijn kind verdwijnt. Maar dankzij onze ervaring en een reeks criteria die werden vastgelegd in een Ministeriële Richtlijn met betrekking tot vermiste personen, probeert Child Focus de situatie objectief in te schatten (zie p.7).

Snel en efficiënt handelen Child Focus heeft een samenwerkingsprotocol met politie en justitie. Een consulent neemt contact op met de politiedienst die zich bezighoudt met desbetreffende verdwijning en gaat na of de Cel Vermiste Personen van de federale politie op de hoogte is. Indien nodig, kan de Cel grote zoekmiddelen inschakelen, zoals helikopters, speurhonden, duikers, enz.

Onontbeerlijke samenwerking

Wanneer het leven van het kind in onmiddellijk gevaar is: CHILD ALERT Child Alert werd in februari 2011 op initiatief van Child Focus in het leven geroepen. Het is een uiterst snel systeem voor de grootschalige verspreiding van opsporingsberichten van een kind dat in onmiddellijk levensgevaar verkeert. Maximum 24 uur lang worden alle mogelijke communicatiemiddelen ingezet: e-mails, sociale netwerken, applicatie voor smartphones, media (radio en televisie), netwerken van ondernemingen (digitale schermen, webbanners), digitale signalisatieborden, enz. Iedereen kan zich inschrijven via childalert.be zodat ze opsporingsberichten kunnen ontvangen en verspreiden via hun netwerken (vrienden, klanten, werknemers, lezers, luisteraars, kijkers, enz.). De getuigenissen worden gecentraliseerd via het nummer 116 000 (noodlijn van Child Focus) of 0800 30 300 (nummer van de federale politie). Enkel de magistraat die met het verdwijningsdossier is belast, beslist over de lancering van een Child Alert. In 2013 werd geen Child Alert gelanceerd.

8

Na overleg met de onderzoekers en de magistraat die zich over het dossier ontfermt, wordt zo nodig een affichageprocedure opgestart. Het Netwerkteam van Child Focus wordt dan op de hoogte gebracht en krijgt de opdracht om de betrokken coördinator(en) van de vrijwilligers te bellen, net als de andere partner(s) die in het kader van het dossier werd(en) gekozen. Het gaat om organisaties die hun verdeel- en communicatienetwerk ter beschikking stellen van Child Focus tijdens haar opsporingscampagnes (zie p.10). Tegelijkertijd maakt het Affichageteam de papieren en/of digitale affiche in de gevraagde hoeveelheden en formaten. Een koeriersbedrijf bezorgt de afgedrukte affiches vervolgens aan de vrijwilligers en structurele partners. Ook de pers is een belangrijke partner. De woordvoerders van Child Focus houden de journalisten zonodig tijdens de hele verdwijningszaak op de hoogte van wat Child Focus doet. Iedereen kan de opsporingsberichten van vermiste kinderen onmiddellijk ontvangen, dankzij de RSS-feed van de website childfocus.be en de mogelijkheid zich op allerlei andere kanalen te abonne-

ren. Child Focus maakt eveneens gebruik van sociale netwerken (Facebook, Twitter, You Tube…).

Een discreet hulpmiddel Als in het belang van het kind discreter gewerkt moet worden, dan kunnen er vignetten verspreid worden in plaats van affiches. Een vignet is een miniaffiche die in een portefeuille past of achter een toonbank discreet wordt bewaard. Vrijwilligers verdelen vignetten onder zorgvuldig geselecteerde doelgroepen (stationchefs, handelaars, taxibestuurders, bewakingsagenten, enz.). Een vignet wordt niet uitgehangen en is dus niet voor iedereen zichtbaar. Alle getuigenissen die na zo’n affichage- of vignettagecampagne binnenkomen via de 116 000, worden meteen doorgestuurd naar de betrokken politiedienst(en) en de verantwoordelijke magistraat.

Ouders ondersteunen tijdens moeilijke momenten Vanaf het eerste moment van de verdwijning staat een consulent van Child Focus de ouders bij door hen te steunen en hen op de hoogte te houden van het verloop van het onderzoek. Zonodig doet hij een beroep op de diensten van slachtofferonthaal of slachtofferhulp. De consulent staat voortdurend in contact met de onderzoekers. Zodra een kind wordt teruggevonden, zorgt de consulent ervoor dat het kind en zijn familie, indien gewenst, psychologische steun of begeleiding krijgen. Child Focus haalt ook alle opsporingsberichten weer weg. Al die hulp is volledig gratis.


Child Focus 2013 Jaarverslag

De coördinator, belangrijkste schakel binnen een vrijwilligersgroep

Onze vrijwilligers: de sterkste schakel van de solidariteitsketen van Child Focus!

Child Focus rekent op 26 vrijwilligersgroepen, die elk worden beheerd door één of twee coördinatoren. De coördinator, zelf ook vrijwilliger, is onder meer verantwoordelijk voor de algemene en praktische organisatie van zijn team vrijwilligers, voor alle communicatie en dagelijkse contacten, voor het goede verloop van een affichage- en vignettageactie, en voor het organiseren en coördineren van sensibiliseringscampagnes en lokale evenementen.

Eind 2013 waren ze met 1 000, verdeeld over 26 groepen over heel België. Elke vrijwilligersgroep staat onder leiding van één of twee coördinatoren, zelf ook vrijwilligers. De cel Netwerk van Child Focus stelt elke dag alles in het werk om deze vrijwilligers te motiveren en te omkaderen. Er wordt hen een uiteenlopend activiteitenpalet aangeboden waarmee ze al hun talenten en vaardigheden kunnen benutten en dat zo goed mogelijk aan hun verwachtingen voldoet.

Ze werken mee aan de opsporingscampagnes … De vrijwilligers bieden concrete hulp bij een geval van onrustwekkende verdwijning van een kind of jongere: ze hangen opsporingsaffiches op of verdelen vignetten in winkels en op andere plaatsen in hun omgeving. In 2013 deed Child Focus een beroep op haar vrijwilligers voor 78 van de 94 opsporingscampagnes die de organisatie op touw zette.

… organiseren evenementen en bemannen stands … De vrijwilligers werken ook mee aan verschillende soorten evenementen en stands om de organisatie meer bekendheid te geven bij het grote publiek of om geld in te zamelen. In 2013 waren vrijwilligers aanwezig op een kleine honderd evenementen die door ons of anderen werden georganiseerd. In januari deelden ze identificatiearmbandjes voor kinderen uit op het Autosalon. In de lente verkochten ze Child Focus-artikelen op talloze markten en rommelmarkten of waren ze

Hij is het scharnier tussen de vrijwilligersgroep en de organisatie. En hij is bovendien, zoals elke vrijwilliger bij Child Focus, een ware ambassadeur van de organisatie.

aanwezig op grote beurzen zoals de vrijwilligersbeurs van Luik.

… zetten zich in voor preventie- en sensibiliseringsacties … Ook wanneer de organisatie projecten, programma’s en campagnes rond communicatie, sensibilisering en preventie voert, is de hulp van vrijwilligers bijzonder waardevol. Zo leidt Child Focus sinds eind 2011 vrijwilligers op tot “Vrijwillige Ambassadeurs in de Scholen” (zie p.19).

… steunen de ouders van weggelopen kinderen … In 2013 vormde Child Focus, met de steun van Cera, 12 nieuwe vrijwillige ervaringsdeskundige ouders voor haar ‘Bijstandsteam’. (zie p. 13)

… en helpen de werknemers binnen de organisatie Een tiental vrijwilligers helpt de werknemers van Child Focus binnen de organisatie met bepaalde administratieve, logistieke of andere taken. Ze komen op regelmatige basis of wanneer we ze nodig hebben. Child Focus zet zo vrijwilligers in die zich bezighouden met het persoverzicht, helpen bij de verzending van preventiemateriaal, het nalezen van publicaties of het beantwoorden van de oproepen op de noodlijn.

Na meer dan twee jaar als coördinator, weet ik hoe belangrijk deze taak is om snel affiches of vignetten tot bij de vrijwilligers te krijgen om zo snel en efficiënt mogelijk kinderen of jongvolwassenen terug te vinden. Ook op evenementen vormen we een (h)echt team. Zo leren de mensen Child Focus beter kennen en vooral het noodnummer 116 000 onthouden. Ik ben dan ook zeer blij dat ik deze taak op mij genomen heb, want met een zeer goed vrijwilligersteam zoals dat van Dendermonde, beleef je er ook veel plezier aan.

SONJA DEKUYPER, coördinatrice vrijwilligersgroep Dendermonde 9


Child Focus 2013 Jaarverslag

Structurele partners: een onmisbare hulp bij opsporingsacties Naast haar vrijwilligers kan Child Focus eveneens rekenen op een sterk netwerk van structurele partners. Het gaat om ondernemingen waarmee we een samenwerkingsovereenkomst afsloten en waarop we beroep kunnen doen tijdens opsporingscampagnes. Het team Netwerk van Child Focus is steeds op zoek naar nieuwe partners om onze solidariteitsketen te versterken. Zo konden we in 2013 rekenen op de steun van de Gemeenschapswachten van negen nieuwe steden en ondertekenden we nieuwe overeenkomsten met Brussels South Charleroi Airport en Q-Lite. Child Focus verspreidt jaarlijks tal van affiches en vignetten van vermiste kinderen, en dit zowel in papieren als in digitale versie. In 2013 noteerden we 282 onrustwekkende verdwijningen (dit is 18% van het totaal van 1 551 dossiers). We lanceerden 93 opsporingscampagnes met onze vrijwilligersgroepen en/of structurele partners, respectievelijk 33 affichage-acties en 60 vignettage-acties. Met het oog op een zo efficiënt mogelijke werking op het terrein, is Child Focus in 2012 samenwerkingsovereenkomsten aangegaan met de Gemeenschapswachten van verscheidene grote steden. Deze groep werd in 2013 uitgebreid met Asse, Aalst, Brugge, Charleroi, Dendermonde, Mechelen, Nijvel, Turnhout en Vilvoorde. Ook in deze steden zijn de extra paar ogen op straat een welgekomen hulp voor Child Focus. De samenwerking is tweeledig. Enerzijds krijgen de Gemeenschapswachten de vignetten van vermiste kinderen en worden ze gevraagd onze noodlijn 116 000 te

10

bellen als ze de kinderen opmerken. Anderzijds kunnen ze onze lokale vrijwilligersteams ondersteunen in de verdeling van vignetten of het ophangen van affiches, indien dat nodig blijkt.

Twee nieuwe partners In 2013 werd de lijst van structurele partners aangevuld met twee nieuwe partnerschappen. Zo stelde Brussels South Charleroi Airport haar netwerk van digitale schermen in verschillende zones van het luchthavengebouw ter beschikking van de organisatie. Zo kunnen duizenden passagiers gelijktijdig geïnformeerd worden over communicatie- en opsporingscampagnes. Ook met Q-Lite, ontwikkelaar van digitale outdoor LED-informatiedisplays, kunnen we een groot publiek bereiken via hun netwerk van digitale schermen. Deze schermen staan onder meer op grote openbare plaat-

sen opgesteld en zorgen dus voor een bijzonder grote zichtbaarheid. Atrium, Belmedis, Belspeed/Fashionwheels, Carrefour, Colruyt/Spar, Defensie, Delhaize, De Lijn, Digitopia, Febelco, Laboratoria Flandria, Lidl, MIVB, de Nationale Loterij, NMBS, Proximus, Securitas, de Socialistische Mutualiteit van Waals-Brabant, TEC, Tempo-Team, Thalys, Tondeur Diffusion en Total vullen de lijst met structurele partners aan waarop Child Focus kan rekenen. Deze partners steunen ons ook door hun verdeel- en communicatienetwerken ter beschikking te stellen tijdens sensibiliseringscampagnes zoals de jaarlijkse campagne van 25 mei, Internationale Dag van de Vermiste Kinderen.

Aangezien onze gemeenschapswachten worden beschouwd als de oren en ogen van de Stad Hasselt, kunnen zij een belangrijke rol spelen in de opsporingen van Child Focus. Wij vinden het als preventiedienst dan ook een evidentie om hieraan mee te werken.

ANN CLAES, Coördinator Preventiedienst Stad Hasselt


Child Focus 2013 Jaarverslag

Weglopers : aantal dossiers historisch laag Classificatie van de wegloopdossiers in 2013

Minder onrustwekkend

Onrustwekkend

Totaal

Preventief dossier Effectief weggelopen kind

13 808

2 166

15 974

Totaal

791

168

989

In 2013 behandelde Child Focus 989 wegloopdossiers (tegenover 1 095 in 2012), waarin 957 (867 in 2012) kinderen waren betrokken. Voor het eerst zien we het aantal wegloopdossiers dalen tot onder 1 000, wat ruim 10% minder is dan de voorbije jaren. Child Focus werd in 2013 over het algemeen minder gecontacteerd. De daling in het aantal wegloopdossiers is dus waarschijnlijk gelinkt aan deze algemene daling (zie kader p. 6) en niet aan het fenomeen op zich. Child Focus wordt meestal ingelicht wanneer het kind al is weggelopen. Er wordt dan een “effectief” dossier geopend. Voor meldingen over jongeren die van plan zijn om weg te lopen of waar de ouders vrezen dat hun kind zal weglopen, wordt een “preventief” dossier geopend. In 2013 werden 15 preventieve dossiers behandeld (18 in 2012). Als we dat vergelijken met de 974 effectieve dossiers die Child Focus in 2013 behandelde, blijft het aantal preventieve dossiers bijna onbeduidend. Child Focus wil de komende jaren dan ook werk maken van meer preventieve acties, waarbij jongeren die het moeilijk hebben ook zullen worden aangemoedigd om contact op te nemen met Child Focus of andere hulp- en dienstverlening vooraleer ze de stap naar weglopen zetten.

Meer jongeren uit instellingen, meer herhaaldelijke weglopers Elk jaar zijn er jongeren die meerdere keren per jaar weglopen. In 2013 zijn 115 kinderen (107 in 2012) 2 tot 8 keer weggelopen. Dit is een cijfer dat jaarlijks licht stijgt. Net als het aantal jongeren dat uit een instelling wegloopt. Eén derde van de dossiers die

Child Focus behandelt, betreft jongeren die in een instelling geplaatst zijn. In deze moeilijke dossiers moeten de consulenten vaak extra creatief zijn in het vinden van oplossingen, gezien deze jongeren vaak al een heel ‘hulpverleningsparcours’ hebben afgelegd en de mogelijkheden voor hen steeds beperkter worden.

Een jong meisje loopt weg. Ze wil eigenlijk niets liever dan praten met een vertrouwenspersoon alvorens ze naar het politiekantoor gaat, want ze is bang dat ze dan in een instelling wordt geplaatst. Ik raad haar aan om toch contact op te nemen met de politie om haar te beschermen tegen de eventuele risico’s die ze op straat loopt. Ik nam contact op met de inspecteur van wacht en informeerde hem over haar komst. Ik ben ook met haar meegegaan om haar te steunen. Zo ging ik samen met haar naar het Parket, vervolgens naar de Dienst Bijzondere Jeugdzorg en uiteindelijk naar het gastgezin waar ze zal verblijven tot haar thuissituatie gekalmeerd is. Onze beschikbaarheid 24/24 is echt een enorme meerwaarde in dergelijke gevallen.

LISE-LAURA MATTERN, consulente

11


Child Focus 2013 Jaarverslag

Wie meldt? De politie of de ouders

61% was jonger dan 15 jaar

De meeste weglopers worden door de politie en het parket (47%) en door de ouders (43%) aan Child Focus gemeld. In meer dan twee derde van deze gevallen is het de moeder die belt om te zeggen dat haar kind is weggelopen.

De verjongingstrend van de voorbije jaren zet zich verder. Van de 957 kinderen, voor wie in 2013 een wegloopdossier werd behandeld bij Child Focus, was op het ogenblik van de opening van het dossier 9% jonger dan 13 jaar oud, 52% 13 à 15 jaar oud en 34% 16 à 17 jaar oud. 5% was reeds meerderjarig. Child Focus opent een dossier voor de verdwijning van een jongere ouder dan 18 jaar (tot 24 jaar) zodra één (of meerdere) van de onrustwekkende criteria uit de Ministeriële Richtlijn met betrekking tot de opsporing van vermiste personen van toepassing is (zie p.7).

In een minderheid van de gevallen opent Child Focus een wegloopdossier op vraag van een ander lid van de familie (8%) of op vraag van de jongere zelf (2%). Heel af en toe wordt een dossier gemeld door een instelling. Net als vorig jaar komen de meeste dossiers uit Antwerpen (21%), gevolgd door Henegouwen (16%) en Brussel (12%). Daarna komen Oost-Vlaanderen (9%) en Luik (8%).

In 2012 was ruim de helft van de weglopers jonger dan 15 jaar. In 2013 ging het al om 61%.

Onderstaande grafiek illustreert dat we per provincie grote verschillen vaststellen in de melders van wegloopdossiers aan Child Focus. Maar liefst 4 op 5 dossiers uit Antwerpen werd door de politie aan Child Focus gemeld, vandaar het grote aantal dossiers uit deze provincie. In Brussel werd bijna de helft van de wegloopdossiers bij Child Focus door de politie gemeld en in Henegouwen was dat slechts 1 op 5 dossiers.

8 jongeren op tien terecht binnen de week In 2013 was 40% van de weglopers terecht binnen de 48 uur en 38% binnen de week.15% was terecht tussen 1 week en 1 maand en 7% bleef tussen 1 en 6 maand vermist.

Melder per provincie 2013

Aantal onrustwekkende wegloopgevallen stabiel

Bijna net zoveel uit zichzelf teruggekeerde als teruggevonden kinderen

Iets meer dan 1 wegloper op 6 werd in 2013 als onrustwekkend beschouwd (17%). Dit aandeel is gelijk gebleven ten opzichte van 2012.

Net zoals de vorige jaren werden de wegloopdossiers vooral afgesloten omdat het kind uit zichzelf is teruggekeerd (40%) of door de autoriteiten werd teruggevonden (39%). Er werden ook dossiers afgesloten omdat het kind werd teruggevonden door zijn ouders (7%) of door een derde persoon (6%). Maar er zijn nog andere redenen (8%) voor de afsluiting van een dossier: misverstanden, verloren gelopen kinderen, overlijdens of wanneer een volwassene (categorie 18-24 jaar) uit eigen wil blijkt te zijn vertrokken.

Het onrustwekkende karakter van een wegloopdossier is afhankelijk van de aanwezigheid van één (of meerdere) criteria zoals bepaald in de Ministeriële Richtlijn met betrekking tot de opsporing van vermiste personen (zie p.7). Child Focus hecht evenwel hetzelfde belang aan de zogenaamde “minder onrustwekkende” verdwijningen waarvoor geen enkele van deze criteria van toepassing is. Alle dossiers worden onpartijdig en met eenzelfde inzet behandeld.

We worden zelden gecontacteerd door jongeren die weglopen. Toch kunnen we hen begeleiden naar specifieke hulpverlening en samen naar de beste alternatieven zoeken (Belga, 3.12.2013)

DIRK DEPOVER, directeur communicatie en woordvoerder

Evolutie dossiers weglopers 2002 - 2013

250 derde (politie, parket) 200 1 093

kind/ouder/familie

1 244

1 345

1 324

1 101

1 255

150

1 041

1 019

1 042

1 101

1 095

2008

2009

2010

2011

2012

989

100 500

rg xe

mb u

t Lu

an lsBr ab

bu rg

W aa

nd laa t-V

Lim

er en

n me Na

s-B aa m Vl

W es

an

t

ik

ra b

er nd aa Vl

stOo

12

Lu

en

l se Br us

uw go ne

He

An

tw

er p

en

en

0 2002

2003

2004

2005

2006

2007

2013


Child Focus 2013 Jaarverslag

“Ik heb hetzelfde meegemaakt, ik begrijp jouw situatie …” Het Bijstandsteam werd in maart 2011 boven de doopvont gehouden met de actieve steun van Cera. Dit team bestaat uitsluitend uit ouders die ooit zelf met de wegloopproblematiek te maken kregen. Ze werken op vrijwillige basis en krijgen een aangepaste opleiding die hen zo goed mogelijk op hun opdracht voorbereidt. Ze versterken de ondersteuning van ouders die Child Focus inschakelen omdat hun kind is weggelopen. Hun werk vormt een aanvulling op dat van de gespecialiseerde consulenten. Ze bieden morele steun aan ontredderde ouders door hen thuis een bezoek te brengen. Een luisterend oor en wederzijds begrip zijn de basisprincipes van deze ontmoetingen. In 2013 brachten 8 “ervaringsdeskundige” ouders 17 bezoeken in 8 wegloopdossiers.

Elke ouder in nood wenst in contact te komen met een persoon die geen vooroordelen koestert. Iemand die er is, speciaal voor hem. En dat is de meerwaarde van dit soort hulpverlening : “Ik begrijp je want ik heb hetzelfde meegemaakt”. Dit gevoel laat hen toe de moed niet op te geven. Ik heb contact gehad met vier families van weggelopen tieners. Steeds had ik het gevoel dat mijn bezoek hen veel deugd deed. Omwille hiervan blijf ik me inzetten voor het Bijstandsteam.

VEERLE, “ervaringsdeskundige ouder”

13


Child Focus 2013 Jaarverslag

Internationale kinderontvoering door een ouder: een Het vooroordeel blijft

De ontvoeringsdossiers betreffen voornamelijk de Europese landen.

In 2013 behandelde Child Focus 383 dossiers internationale kinderontvoering door een ouder. Bij deze 383 dossiers waren 458 kinderen betrokken: 233 meisjes en 225 jongens. 223 dossiers werden geopend in 2013. De overige 160 waren reeds vroeger geopend maar waren in 2013 nog in behandeling. Dit is een opvallende daling ten opzichte van voorgaande jaren. Vorig jaar werden nog 455 dossiers behandeld, zo’n 15% meer.

Minder preventiedossiers Van de 383 behandelde dossiers in 2013 ging het in 244 dossiers om een effectieve ontvoering (in 2012 waren dat er 272) en in 138 gevallen om een preventiedossier (nog 183 in 2012). Eén keer betrof het een mislukte poging. Voor het tweede jaar op rij zien we dus voornamelijk een daling in het aantal preventiedossiers, waardoor het aantal effectieve ontvoeringen proportioneel blijft stijgen (65%).

14

Het misverstand dat kinderen voornamelijk ontvoerd worden naar Maghreblanden blijft overeind. Wanneer mensen een ontvoering vrezen, gaat het voornamelijk om ontvoeringen naar Noord-Afrikaanse bestemmingen. In de top 5 van landen waarnaar mensen een ontvoering vrezen staan maar liefst 4 Noord-Afrikaanse landen mn Marokko (18%), Turkije (9%), Algerije (7%) en Tunesië (6%). Frankrijk vervolledigt deze top 5 met 5% van de preventiedossiers. Andere bestemming worden minder frequent genoemd. Deze cijfers staan in schril contrast met de werkelijke ontvoeringsdossiers. Hierbij primeren de Europese landen. 4 bestemmingslanden uit de top 5 liggen in de EU en voornamelijk onze onmiddellijke buurlanden zijn populair: Frankrijk (13%), Duitsland (4%), Nederland (4%) en Spanje (3,5%). Deze lijst wordt vervolledigd met Marokko, dat de derde plaats bekleedt in de top 5 (7%).

65% van de dossiers afgesloten Van de 383 behandelde dossiers werden er in 2013 250 afgesloten, ofwel 65%. Dit percentage is vergelijkbaar met 2012. Het kan weken, maanden en soms jaren duren alvorens een oplossing wordt gevonden in een dossier van internationale kinderontvoering. Dit heeft te maken met de internationale gerechtelijke procedures alsook met de moeilijkheden om een beslissing tot terugkeer uit te voeren wanneer de ontvoerende ouder elke medewerking weigert. In 2014 zal Child Focus investeren in een bemiddelingsproject dat zich specifiek richt op deze gevallen waarbij de uitvoering van een beslissing problematisch blijkt.

daling van 15%

In de 250 dossiers die in 2013 werden afgesloten ging het in 128 gevallen om een preventiedossier. Deze dossiers worden afgesloten zodra de hulpvrager de nodige informatie verkreeg over de wijze waarop hij een ontvoering kan voorkomen. De overige 122 dossiers werden afgesloten door: - een onderling akkoord tussen de ouders (in 17% van de gevallen); - een gerechtelijke beslissing (in 21% van de gevallen); - een lokalisatie van de kinderen in België. Het was dus geen internationale ontvoering door een ouder (in 14% van de gevallen); - een beslissing van Child Focus om het dossier af te sluiten (23% van de gevallen). Dit gebeurt meestal omdat we de ouder niet meer konden bereiken; - een beslissing van de ouders om het dossier af te sluiten (16% van de gevallen). Dit betekent niet noodzakelijk dat de ouder de moed liet zakken. Het kan ook dat hij besliste zelf aan een oplossing te wer-

ken of een beroep te doen op andere professionelen; - de vaststelling dat het dossier eigenlijk geen kinderontvoering betrof (in 9% van de gevallen).

“Ik heb mijn kind ontvoerd vóór hij dat kon doen!” Moeders blijven de voornaamste ontvoerder en hun percentage blijft stijgen. In 2013 was net geen 70% van de ontvoerders de moeder van de kinderen. In de overige gevallen was de vader de ontvoerder. Toch blijven voornamelijk moeders vrezen voor een ontvoering door de vader: in 67% van de preventiedossiers wordt een ontvoering door de vader gevreesd tov 33% van de dossiers waarbij een ontvoering door de moeder wordt gevreesd. Ook de trend dat voornamelijk jonge kinderen worden ontvoerd houdt stand. Ruim de helft van de ontvoerde kinderen is 5 jaar of jonger, drie kwart is jonger dan 9.

De consulenten van Child Focus staan ook klaar om proactief te reageren om het drama van een internationale kinderontvoering door een ouder te voorkomen. Ouders kunnen dus preventief contact met ons opnemen. Ze krijgen dan bijvoorbeeld het advies om een advocaat te raadplegen voor een uitspraak die de ouderlijke situatie regelt, of om bij het gemeentebestuur van de woonplaats van het kind een paspoort aan te vragen en dat op een beveiligde plaats te bewaren … Eenvoudige, maar waardevolle tips! (RFI, 7 milliards de voisins, 18.04.2013)

MARYSE ROLLAND, communicatieverantwoordelijke en woordvoerster


Child Focus 2013 Jaarverslag

Netwerk van Internationale Familiebemiddelaars wordt Europees verankerd In 2013 verwelkomde het Europees Netwerk van Internationale Familiebemiddelaars, dat een jaar eerder werd opgericht, enkele nieuwe leden van buiten de Europese Unie: Russische bemiddelaars. In augustus 2013 kreeg het Netwerk een officiële erkenning van de Europese Unie. Sindsdien verwijst het Europees e-justitieportaal iedereen die op zoek is naar een grensoverschrijdende gezinsbemiddeling door naar ons Netwerk. In samenwerking met haar Duitse partner MiKK besliste Child Focus om vanaf 2014 het Netwerk onder te brengen bij Missing Children Europe, dat als supranationale structuur haar werking en secretariaat kan verzekeren. Via haar lidmaatschap blijft Child Focus de werkzaamheden wel verder opvolgen.

Na drie maanden politieonderzoek worden N. en M. en hun moeder teruggevonden in Portugal. De moeder wordt aangehouden. De Belgische overheid heeft niets voorzien om de twee kinderen te repatriëren. N. en M. worden tijdelijk in een opvangcentrum geplaatst. We organiseren alles met de vader, Buitenlandse Zaken en de Portugese overheid om ze zo snel mogelijk terug naar België te brengen. Na één week actie ondernemen, zijn ze eindelijk terug!

SANDRA VOET, consulente

15


Child Focus 2013 Jaarverslag

Niet-begeleide minderjarige vreemdelingen: blootgesteld aan talloze gevaren Niet-begeleide minderjarige vreemdelingen (NBMV) zijn kinderen afkomstig uit een land buiten de Europese Economische Ruimte die in België aankomen zonder hun ouders of wettelijke vertegenwoordigers. Jaarlijks worden in België ruim 3000 NBMV gesignaleerd. Kwetsbare kinderen

1 op 3 wordt teruggevonden of gelokaliseerd

Child Focus maakt zich al jaren zorgen om het grote aantal niet-begeleide minderjarigen die na korte of langere tijd weer zonder spoor verdwijnen. Het gaat om kwetsbare jongeren die vaak een traumatische voorgeschiedenis hebben, in een onzekere verblijfssituatie verkeren, een gezinsomkadering missen en een grote nood hebben aan psychologische ondersteuning en praktische begeleiding. Ze lopen meer dan andere jongeren het risico slachtoffer te worden van mensenhandel en diverse vormen van (seksuele of economische) uitbuiting.

In 2013 behandelde Child Focus 64 dossiers van vermiste NBMV, tegenover 83 in 2012. Dit is een daling die kan te wijten zijn aan het feit dat het aantal oproepen naar Child Focus over het algemeen daalde. Van de 64 dossiers ging het in 2013 om 24 nieuwe dossiers en werden er 46 afgesloten.

In de helft van de gevallen werd een dossier gesloten omdat Child Focus geen meerwaarde meer kon bieden in de zoektocht naar de minderjarige. In een derde van de dossiers werd de minderjarige teruggevonden of ge-

Een 11-jarige Afghaanse jongen, op doortocht in België om in Groot-Brittannië herenigd te kunnen worden met zijn familie, verdwijnt. Zijn verdwijning wordt meteen als zeer onrustwekkend beschouwd omwille van zijn jonge leeftijd en het vermoeden dat zijn overtocht naar Engeland zou worden georganiseerd door een netwerk. De jongen wordt een eerste keer teruggevonden in België, maar ontvlucht nogmaals de opvanginstelling waar hij geplaatst werd. We dringen erop aan dat zowel de Britse politie als de organisatie Missing People, gevestigd in Londen, op de hoogte worden gebracht van deze verdwijning. Dankzij deze internationale contacten krijgt Child Focus enkele maanden later de melding dat de jongen veilig Groot-Brittannië heeft bereikt en er een asielaanvraag heeft ingediend.

16

SANDRA VOET, consulente

lokaliseerd en één op vijf dossiers werd gesloten omdat de jongere 18 jaar werd. Vanaf 2014 zal Child Focus haar beleid verder uitwerken.

Jonger dan 13 jaar … Op het moment van hun verdwijning was ruim 40% van de 64 NBMV jonger dan 13 jaar, bijna 1 op 5 was tussen 13 en 15 jaar oud en 1 op 3 16 of 17 jaar. We stellen vast dat de meeste door Child Focus behandelde dossiers jonge kinderen betreft, terwijl de meeste gesignaleerde NBMV op het Belgisch grondgebied gemiddeld 16-17 jaar oud is. De reden hiervoor is dat Child Focus enkel voor onrustwekkende verdwijningen NBMV een dossier opent. Het feit dat een kind jonger is dan 13 jaar is een criterium voor een onrustwekkende verdwijning (zie kaderstuk p.7).

Leeftijd NBMV 2013 6% 42%

33%

… van het mannelijke geslacht … Onder de betrokken NBMV waren er 44 jongens (70%) en 20 meisjes (30%).

19%

… afkomstig uit Afghanistan De meeste NBMV waarvoor Child Focus in 2013 een dossier behandelde, waren afkomstig uit Afghanistan, in tegenstelling tot in 2012 toen de meeste uit Afrika kwamen. Van de 38 NBMV waarvan we de herkomst kenden, kwam de helft uit Azië (vnl. Afghanen), 1 op 3 uit Afrika en een minderheid uit Zuid-Amerika.

Jonger dan 13 jaar 13 tot en met 15 16 en 17 jaar Onbekend


Child Focus 2013 Jaarverslag

Ongedefinieerde verdwijningen:

In de 82 behandelde dossiers was ruim 45 % van de kinderen jonger dan 13 jaar

meestal zeer verontrustende vermissingen

Indien er bij de opening van een verdwijningsdossier onvoldoende informatie is over de aard van de verdwijning, wordt dit door Child Focus als een ongedefinieerde verdwijning geregistreerd. Deze dossiers zijn meestal onrustwekkend omdat het onduidelijk is of de minderjarige verdween als gevolg van een kwaadwillig opzet, een ongeluk, een vrijwillig vertrek, een verdwaling of een zelfdoding. Zeven levenloze lichamen gevonden

Vaak jonge kinderen of jongvolwassenen

In 2013 behandelde Child Focus 82 ongedefinieerde verdwijningen (77 dossiers in 2012).

In de 82 behandelde dossiers was ruim 45% van de kinderen jonger dan 13 jaar, een kleine 10% tussen 13 en 16 jaar, en 45% 18 jaar of ouder. Net zoals vorig jaar betroffen deze dossiers dus vaak jonge kinderen (verdwaald, misverstanden) en jongvolwassenen (misverstanden, vrijwillige verdwijningen, ongeval, zelfdoding).

Van de 56 dossiers die in 2013 werden afgesloten, werden 23 kinderen veilig en wel teruggevonden door de politie, ouders of bekenden en kwamen er 7 kinderen uit zichzelf terug. Het ging om 9 misverstanden en 4 verdwaalde kinderen. Drie jongeren (18-24 jaar) bleken na onderzoek uit eigen wil vertrokken. Drie dossiers werden afgesloten omdat in BelgiĂŤ geen enkele actie meer mogelijk bleek of de ouder niet meer bereikbaar was. In 7 andere dossiers werden 5 jongvolwassenen en 2 jonge kinderen dood teruggevonden. Dat is evenveel als in 2012.

“

Een jongen verdwijnt in onrustwekkende omstandigheden. Ik ga langs bij zijn familie, het is een bijzonder emotionele ontmoeting. Ze hebben ontzettend veel vragen, en ook ik kan ze helaas niet allemaal beantwoorden. Toch sterkt het de ouders dat ze een gezicht kunnen plakken op Child Focus en dat ze voelen dat de organisatie niet op de achtergrond blijft. Spijtig genoeg wordt enkele dagen later het levenloze lichaam van hun zoon teruggevonden. Hij heeft zelfmoord gepleegd. Ik blijf regelmatig contact met hen opnemen.

�

GRIET IVENS, consulente 17


Child Focus 2013 Jaarverslag

Ontvoering door derden: ontvoering door bekende derde

verdubbeld

Child Focus definieert de ontvoering door een derde als de onrechtmatige onttrekking van de minderjarige aan de hoede van de wettelijke ouder of voogd. Deze dossiers omvatten dus niet enkel criminele ontvoeringen, maar ook en vooral ontvoeringen door bijvoorbeeld biologische (maar niet erkende) ouders, ouders die uit hun rechten werden ontzet of familieleden zonder ouderlijk gezag. Wat betreft de ontvoering door een ‘gekende derde’ behandelde Child Focus 28 dossiers in 2013. Dat is meer dan een verdubbeling ten opzichte van 2012. Het ging om 22 effectieve ontvoeringen en 6 preventieve dossiers waarbij de melder vreesde dat zijn kind zou worden ontvoerd. Child Focus behandelde ook 5 dossiers waarbij sprake was van (een poging tot) ontvoering door een onbekende derde. Het ging om 1 effectieve ontvoering (gedateerd van 2011 maar afgesloten in 2013) en 4 pogingen tot ontvoering. Zoals elk jaar gaat het in deze dossiers meestal om jonge kinderen. In meer dan twee derde van de dossiers ging het om kinderen die jonger waren dan 7 jaar.

Ontvoering door derden N = 33 Onbekende 3de 1 Bekende 3de

4 22 Effectieve ontvoeringen

18

6 Mislukte pogingen

Preventieve dossiers


Child Focus 2013 Jaarverslag

Preventie- en sensibiliseringsacties Twaalfde editie van de Internationale Dag van de Vermiste Kinderen Een dag in het teken van solidariteit Al twaalf jaar staat de maand mei in het teken van de campagne die Child Focus op touw zet naar aanleiding van de Internationale Dag van de Vermiste Kinderen, op 25 mei. Aandacht in de media, de verdeling van vergeetmij-nietjes, een Carrefour-actie en evenementen, … . Met als nieuwigheid de “Big Tweet”!

Twee weken voorafgaand aan 25 mei hebben onze vrijwilligers zich massaal ingezet. Ze trokken door het land om meer dan 500 000 speldjes en zelfklevers met vergeet-mij-nietjes uit te delen en de affiche van de campagne in heel het land op te hangen. De firma Ricoh drukte meer dan 20 000 affiches gratis af. Onze structurele partners (zie p.10) verspreidden dezelfde affiche via hun netwerken van stations, opslagplaatsen, winkels, apotheken, tankstations, voertuigen en digitale schermen.

Bijeenkomsten en lokale initiatieven Vrijwilligers en burgers uit alle uithoeken van België waren van de partij op een vijftiental evenementen. De vrijwilligers van de groep van Dinant zetten hun beste beentje voor door de hele dag optredens en randanimaties te organiseren, alsook een enorme menselijke 116 000 te vormen.

De toewijding van Carrefour en de grote merken loont Carrefour en een aantal grote merken bundelden opnieuw hun krachten om Child Focus te steunen. Per aankoopschijf van 10 euro van de producten van deze merken werd 1 euro overgemaakt aan de organisatie. Dankzij de vrijgevigheid van de Carrefour-klanten kon zo 98 000 euro worden ingezameld. Dankzij dit bedrag kon een online educatief spel ontwikkeld worden dat als doel heeft jongeren te sensibiliseren voor een veilig en verantwoord gebruik van het internet. Dit spel, “Master F.I.N.D.” genaamd, zal het daglicht zien in mei 2014.

Berichten delen via de sociale media en de “Big Tweet” Eén van de belangrijkste objectieven van de campagne van 2013 was het aanmoedigen van de burgers om onze opsporingsberichten te delen op Facebook en Twitter. Dit doel werd ruimschoots bereikt, aangezien het aantal fans van onze Facebook-pagina op slechts enkele weken tijd groeide van 6 000 tot 12 000. Eind 2013 bedroeg dit aantal 17 000. Allen bereid onze opsporingsberichten te delen. Verschillende twitteraars, onder wie eerste minister Elio Di Rupo en Vincent Kompany, hebben deelgenomen aan onze Big Tweet. Ze verspreidden opsporingsberichten van niet-opgeloste verdwijningen, die Child Focus tijdens deze dag elk half uur uitstuurde.

De Vrijwilligers als Ambassadeurs in de Scholen waren aanwezig in 247 klassen! Sinds meer dan twee jaar organiseert Child Focus informatie- en sensibiliseringssessies voor kinderen van 10 tot 12 jaar over haar voornaamste thema’s: verdwijningen van kinderen, met extra focus op weglopen, seksuele uitbuiting en veilig surfen op internet. Goed opgeleide “Vrijwilligers als Ambassadeurs in de Scholen” (VAS) geven die sessies in de klas, en dat gratis en met behulp van aangepast didactisch materiaal. Het voorbije jaar werden 16 vrijwilligers ingeschreven als Ambassadeur in de Scholen na het succesvol afronden van één van de drie vormingen die Child Focus organiseerde. Tijdens die opleidingen volgen de vrijwilligers theoretische modules en nemen ze deel aan workshops. Er gaat veel aandacht naar communicatietechnieken en omgang met kinderen. Deze nieuwe rekruten vervoegen het enthousiast team van 25 VAS die reeds actief zijn op het terrein.

Niet minder dan 247 klassen (5 054 leerlingen) kregen een VAS op bezoek.

19


Child Focus 2013 Jaarverslag

SEKSUEEL UITGEBUITE KINDEREN EN E-SAFETY Child Focus groepeert vijf types meldingen onder de titel Seksuele Uitbuiting & e-safety: seksueel misbruik, seksueel misbruik via informatie- en communicatietechnologieën (ICT), georganiseerd of gecommercialiseerd seksueel misbruik, beelden van seksueel misbruik en vragen en probleemmeldingen over de online veiligheid van kinderen.

Rond elk van deze thema’s werkt Child Focus niet alleen als meldpunt waar burgers met vragen of problemen terecht kunnen, maar ook als een expertisecentrum. Dit bestrijdt en voorkomt, door middel van studies, preventieprojecten en beleidsbeïnvloedend werk de seksuele uitbuiting van minderjarigen en onveilige situaties online.

20


Child Focus 2013 Jaarverslag

Seksueel misbruik: steeds meer effectieve dossiers Op het gratis nummer 116 000 kunnen burgers de klok rond gevallen of vermoedens van seksueel misbruik van minderjarigen melden, ook wanneer een slachtoffer op het moment van de melding al meerderjarig is. Het kan gaan over misbruik binnen het gezin (incest), door bekenden van buiten het gezin of door onbekenden. De meldingen kunnen variëren van éénmalige feiten tot langdurig misbruik, van ongepaste aanrakingen tot gewelddadige verkrachting. Naast het gratis nummer 116 000 stellen we ook andere kanalen ter beschikking. Burgers kunnen ons bereiken per mail of per post en kunnen ook langskomen op het kantoor van Child Focus. Sedert begin 2012 kwam daar ook een chatlijn voor jongeren bij. De voornaamste rol van Child Focus, als makkelijk bereikbaar meldpunt voor seksuele uitbuiting, is hoogwaardige steun aanbieden en de beller door te verwijzen naar de gespecialiseerde diensten van politie of gerecht en/of maatschappelijke en psychosociale hulp. In 2013 ontving Child Focus via haar verschillende kanalen 615 vragen of meldingen in verband met seksueel misbruik. Dit is een daling van 24% ten opzichte van 2012, toen er 806 meldingen waren. In 562 gevallen werd het afgelopen jaar een dossier aangemaakt, wat neerkomt op bijna 11 dossiers per week. Dit is een daling van 20% ten opzichte van 2012, toen 706 nieuwe dossiers werden aangemaakt (14 per week). In 2012 steeg het aantal dossiers nog met 32% (172) ten opzichte van 2011. De belangrijkste verklaring hiervoor was de lancering van de chatlijn “nupraatiker-

In 47 % van de gevallen van seksueel misbruik, is de vermoedelijke dader een lid van de familie.

over.be” begin 2012. In 2013 werd de chatlijn minder gepromoot (zie kader p.6 en p.23).

70% effectieve dossiers Op een totaal van 565 dossiers seksueel misbruik behandelde Child Focus het afgelopen jaar 392 effectieve dossiers (70%). Dat zijn er 79 minder dan in 2012, toen 471 op 706 dossiers (67%) effectieve dossiers waren. Procentueel zien we dus wel het aandeel van effectieve dossiers toenemen met 3% ten opzichte van 2012. We merken dat dit percentage sinds 2012 stijgt. Onder effectieve dossiers verstaan we situaties waarin een melder het heeft over misbruik dat heeft plaatsgevonden. Naast deze dossiers behandelde Child Focus in 2013 ook 158 preventieve dossiers of 28% van het totaal aantal dossiers. In 2012 waren er 219 preventieve dossiers (31%). In preventieve dossiers meldt een burger een risicosituatie (65 dossiers) of een vermoeden van seksueel misbruik (93 dossiers). In een klein aantal dossiers (12) gaat het noch om een preventieve, noch om een effectieve melding, maar bijvoorbeeld om een informatieve vraag.

Als het seksueel misbruik zich binnen de familiekring afspeelt en de dader niet meerderjarig is (vier gevallen op tien), zal deze worden doorverwezen naar specifieke hulpdiensten, terwijl het slachtoffer en het gezin steun krijgen van Child Focus en andere organisaties zoals SOS Enfants. Ik ben ervan overtuigd dat als ouders die zich vragen stellen bij het vreemde gedrag van hun kind wisten tot wie ze zich konden richten, de minderjarige eerder zou kunnen worden opgevangen en drama’s kunnen worden voorkomen. (La Dernière Heure. 22.11.2013)

BÉLINDA NOÉ, coördinatrice ‘Seksuele uitbuiting en e-safety’ 21


Child Focus 2013 Jaarverslag

Wie zijn de melders? Meestal de moeders Net zoals vorig jaar deden familieleden van het reëel of potentieel slachtoffer in 2013 in iets meer dan de helft van de meldingen van (vermoedelijk) seksueel misbruik (53%). Het gaat hierbij om moeders (31%), vaders (12%) en andere familieleden (11%). Iets minder dan een kwart van de meldingen kwam van slachtoffers zelf (133 meldingen of 24%). Meldingen door derden zijn goed voor iets meer dan een vierde van de dossiers: 119 dossiers of 21%.

Wie zijn de slachtoffers? Vooral tieners Bij de 562 dossiers in 2013 waren in totaal 565 kinderen betrokken. Omdat de preventieve dossiers over risicosituaties en vermoedens gaan, bespreken we hieronder enkel de gegevens over kinderen betrokken bij effectieve meldingen. Per melding kunnen meerdere kinderen betrokken zijn. Bij de 392 effectieve meldingen in 2013 kregen we informatie over in totaal 420 betrokken kinderen.

De slachtoffers zijn vooral meisjes: 320 meisjes of 76%. In 2012 was dit 77% (365 meisjes). Iets minder dan een kwart van de slachtoffers zijn jongens: 93 jongens of 22%. Slechts in enkele gevallen (7 kinderen of 2%) weten we niet of het om een jongen of een meisje gaat, bijvoorbeeld wanneer een melder zijn verhaal volledig anoniem brengt.

daling van 7% ten opzichte van een jaar eerder.

In 2013 kregen we in vergelijking met het vorige jaar procentueel meer meldingen over jonge kinderen. Het aandeel van de meldingen waarbij we de leeftijd van het slachtoffer niet weten bleef gelijk, namelijk 13%. Ongeveer 19% van de slachtoffers zijn jonge kinderen tussen 0 en 6 jaar (78 kinderen). In 2012 was dit slechts 15%. Daarnaast zijn 23% van de slachtoffers tussen 7 en 12 jaar oud (95 kinderen), een lichte stijging ten opzichte van vorig jaar (toen 21%). De grootste groep zijn de 13 tot 15-jarigen: 116 jongeren of 28% van de slachtoffers (25% in 2012). Jongeren van 16 of 17 jaar oud (23 slachtoffers) maken 5% uit van het geheel, een

In 2013 kregen we 49 effectieve meldingen in verband met 18-plussers, wat neerkomt op 12%. In deze gevallen gaat het over verlengd minderjarigen (NVDR : wanneer de minderjarige getroffen is door een ernstig mentale achterstand, waardoor het kind niet in staat is om zichzelf en zijn bezittingen te beheren, wordt de staat

BÉLINDA NOÉ, coördinatrice ‘Seksuele uitbuiting en e-safety’

Aantal en type dossiers

Alle nieuwe dossiers (N = 562)

Alle nieuwe dossiers 2009-2013

Andere

700

31 %

Moeder (173)

24 %

Slachtoffer (133)

21 %

Derde (119)

400

12 %

Vader (66)

300

11 %

Ander familielid (61)

Preventieve meldingen

600

Ongekend (10)

Effectieve meldingen

500

200 100 2009

22

Nemen we enkele leeftijdscategorieën samen, dan zien we dat 70% van de slachtoffers 15 jaar of jonger was. Vorig jaar was dit nog 61%, dus we zien dat het aandeel van jonge kinderen gestegen is.

Bijna geen enkele jongere belde ons. Ze hielden hun geheimen liever voor zich. Heel snel stonden ze open voor het idee om te praten via de chat nupraatikerover.be. Wanneer ze zich op hun gemak voelen, draaien ze niet rond de pot zoals volwassenen doen, die alles liever in zijn context blijven plaatsen. Tijdens die chatpermanenties komen we in heuse emotionele tsunami’s terecht. (Le Soir 14.08.2013)

Wie meldt seksueel misbruik?

2%

van minderjarigheid verlengd) of over volwassenen die als kind het slachtoffer zijn geweest van misbruik. Van 59 kinderen (of 13%) kennen we de leeftijd niet.

2010

2011

2012

2013


Child Focus 2013 Jaarverslag

nupraatikerover.be: minder meldingen… Jongeren kunnen sinds 2012 via de chatlijn ‘nupraatikerover.be’ (‘maintenantjenparle.be’ voor de Franstaligen) makkelijker contact opnemen met Child Focus. Dit antwoord op maat kwam er omdat we vaststelden dat in het verleden slechts een kleine minderheid van de meldingen van slachtoffers zelf afkomstig was. Een 1-op-1 chat op maat van jongeren laat hen toe makkelijker contact op te nemen dan via de telefoon.

sloten of bezet was. Om de jongeren in die situatie op te vangen, bevat de website een e-mailadres (chat@childfocus.org) en een invulformulier. Deze 6 dossiers werden via e-mail verder behandeld. Uiteindelijk werden 76 dossiers via chatgesprekken behandeld, een daling van 31% ten opzichte van 2012, toen er nog 110 dossiers via de chat werden behandeld.

… maar meer door de slachtoffers zelf In 2013 daalde het aantal meldingen via de chat met 37%. Child Focus ontving via de twee specifieke websites 118 meldingen tegenover 186 vorig jaar. Van deze meldingen werd in 82 gevallen een dossier aangemaakt dat verder door ons werd behandeld. In 36 gevallen was Child Focus geen aangewezen gesprekspartner en werden de jongeren naar een meer gespecialiseerde organisatie doorverwezen.

De meldingen via de chat kwamen voor 92% van het slachtoffer zelf (70 meldingen). Dit is een stijging van 8% ten opzichte van vorig jaar, toen 84% van de meldingen via de chat van slachtoffers kwam. Daarnaast noteerden we 2 meldingen van derden (3%), 1 melding door een moeder (1%) en 1 melding door een ander familielid dan de vader (1%). In 2 gevallen (3%) was de melder onbekend.

Van de 82 situaties die wel tot een dossiers leidden, kwamen er 6 binnen op een moment dat de chat ge-

Er werden opnieuw bijna uitsluitend effectieve meldingen behandeld via de chat. Dit is voor 68 dossiers (90%)

Geslacht van de slachtoffers

Leeftijd van de slachtoffers

Type dossiers

Effectieve dossiers (N = 392)

Effectieve dossiers (N = 392)

Vergelijking telefoon en chat

76 %

Meisjes

22 %

Jongens

2%

Ongekend

Andere

100%

ongekend 18 of ouder 16-17 jaar

13 %

19 %

0-6 jaar

12 %

Preventieve meldingen 80%

Effectieve meldingen

60%

5%

13-15 jaar

23 %

7-12 jaar

40%

28 % 20%

Telefoon (N = 410)

Chat (N = 76)

23


Child Focus 2013 Jaarverslag

Ondersteunen, informeren en doorverwijzen indien nodig Child Focus stelt zich tot doel om de burger die ons contacteert inzake seksueel misbruik te ondersteunen, te informeren en indien nodig door te verwijzen naar de best geschikte instanties. In 2013 werd 95% van de nieuwe dossiers afgesloten voor het einde van het jaar. Sinds 2012 houden we meer gedetailleerde informatie bij over de organisaties waarnaar melders werden doorverwezen. In 2013 werd de melder in 143 gevallen, of 25% van het totale aantal dossiers, doorverwezen naar de politie. Dit is een daling van 6% ten opzichte van vorig jaar. In 75 gevallen (13%) was een doorverwijzing naar het slachtofferonthaal van een Justitiehuis aangewezen. In 16% van de gevallen raadden we de melder aan om contact te nemen met gespecialiseerde hulpverlening. In 32 gevallen was dat het Vertrouwenscentrum Kindermishandeling; in 58 gevallen een Equipe SOS Enfants. In 2012 werd in 25% van de gevallen doorverwezen naar gespecialiseerde hulpverlening. We zien nu dus een daling van 9%. Er werd eveneens regelmatig doorverwezen naar het Centrum voor Algemeen Welzijnswerk (26 maal), het Jongerenadviescentrum (8 maal), de Service d’Aide à la Jeunesse (11 maal) en de Service d’Aide aux Victimes (9 maal). In eenzelfde dossier kan soms doorverwezen worden naar meerdere organisaties. 24

het geval. In 2012 was dit vergelijkbaar (91%). Naast de effectieve dossiers behandelden we 4 preventieve dossiers (5%) en 4 dossiers waar het noch om een effectieve noch om een preventieve melding ging (5%). Bij meldingen via de telefoon gaat het in 69% van de gevallen om effectieve meldingen (281 op 410 telefonische meldingen) en 30% (123) preventieve meldingen. Bij 5 meldingen ging het noch om een effectieve noch om een preventieve melding (1%). In 2012 was dit 63% effectieve meldingen (319 op 507) en 35% (179) preventieve meldingen en 2% andere meldingen (noch effectief, noch preventief) Via de telefoon gaat 48% van de meldingen over een situatie van intrafamiliaal misbruik (197 meldingen), via de chat gaat het om 53% (40 meldingen). In 2012 was dit 43% (219 meldingen) voor de telefonische meldingen en 52% (57 meldingen) voor de meldingen via de chat. Meldingen van extrafamiliaal misbruik bedragen 38% via de telefoon (154 dossiers) en 24% via de chat (18 dossiers). Het aandeel van dossiers waarin de context van het misbruik ongekend is, is kleiner in de dossiers per telefoon (59 meldingen of 14%) dan in de chatdossiers (18 meldingen of 24%). Vorig jaar was dit nog anders toen bij 24% van de meldingen via de telefoon de context van het misbruik niet bekend was, tegenover 20% van de meldingen via de chat.

Wie zijn de daders? Vooral volwassenen… In de 565 meldingen van 2013 was sprake van in totaal 458 vermoedelijke daders. In 85% van de gevallen is de vermoedelijke dader een bekende. Wanneer we kijken naar de leeftijd van de vermoedelijke dader, zien we dat het in 68% van de gevallen om meerderjarigen gaat (313), tegenover 18% minderjarigen (82). In 14% van de gevallen hebben we geen informatie over de leeftijd van

de vermoedelijke dader (63). Wat opvalt is dat het aantal minderjarige vermoedelijke daders in 2013 gestegen is. Dit jaar waren er 82 tegenover 70 in 2012. Procentueel stijgt hun aandeel van 12% in 2012 naar 18% in 2013. In 2012 was 69% van de vermoedelijke daders meerderjarig (418) en 12% minderjarig (70). In 19% van de gevallen (115) was de leeftijd van de vermoedelijke dader ons toen niet bekend.

…van het mannelijke geslacht De vermoedelijke dader is meestal een man: 86% of 395 personen. Dit is 3% meer dan in 2012 toen we 83% (499) mannen noteerden. In sommige gevallen (18 personen of 4%) was de vermoedelijke dader een vrouw. In 45 gevallen ofwel 10% was het geslacht van de vermoedelijke dader ons onbekend.

...uit de familiekring In bijna de helft van de gevallen is de vermoedelijke dader familie van het kind: 216 vermoedelijke daders of 47%, hetzelfde percentage als in 2012. Het gaat dan om een ouder (26%), broer of zus (6%), grootouder (4%), neef of nicht (4%), tante of oom (4%) of een ander familielid (3%). In totaal 38% van de vermoedelijke daders gaat het om een derde die buiten de familie staat (176 personen). Hierbij ging het in 35 gevallen over een persoon met een professionele band met het kind (bijvoorbeeld een leerkracht of jeugdbegeleider). In 141 gevallen ging het om iemand zonder professionele band met het kind. In 66 gevallen ofwel 15% hebben we geen informatie over de band met het kind.


Child Focus 2013 Jaarverslag

Seksueel misbruik via informatie- en communicatietechnologieën (ICT): bijna één dossier per week Child Focus is door de Europese Commissie aangeduid als ‘Belgian Safer Internet Centre’ en heeft in dat kader heel wat expertise ontwikkeld rond online veiligheid van minderjarigen. Die expertise zetten we ook bij de behandeling van de meldingen van seksueel misbruik volop in. In 2013 was er in 8% van de meldingen (562) een link met informatie- en communicatietechnologieën wat neerkomt op 44 dossiers of iets minder dan één dossier per week. Dit is vergelijkbaar met vorig jaar toen er in 52 van de 706 dossiers (7%) een link was. Het kan gaan om een bepaald aspect van een situatie van misbruik in het echte leven (bijvoorbeeld beeldmateriaal dat wordt verspreid), maar ook om misbruik dat via het internet of andere kanalen gebeurt. Denken we maar aan situaties van online grooming (zie kader p.26) en gedwongen webcamseks.

Dossiers seksueel misbruik gelinkt aan ICT (N = 44) vs geen link met ICT (N = 518)

Sociale netwerken in pole position Net als vorig jaar gaan de meeste meldingen over mogelijk seksueel grensoverschrijdend gedrag of misbruik via sociale netwerksites. Het gaat om 26 gevallen, een stijging ten opzichte van 2012 toen er 19 gevallen waren. Chat speelde slechts in 4 gevallen een rol terwijl dit in 2012 nog 17 keer was. Verder werd er ook mogelijk misbruik gemeld gelinkt aan het gebruik van de webcam (4 gevallen) en de gsm (2 gevallen). In eenzelfde dossier kan sprake zijn van meerdere technologieën, bijvoorbeeld wanneer seksueel getinte beelden gemaakt met een smartphone of een webcam nadien ongewenst verspreid worden via sociale netwerksites.

Welke ICT spelen een rol?

8%

5 26

Geen link met ICT (518)

Een link met ICT (44) 92%

5

Social network Chat GSM

4

Webcam Andere

2 4

Ongekend

25


Child Focus 2013 Jaarverslag

De strijd tegen online grooming Bij online grooming wordt een minderjarige door een volwassene doelbewust benaderd en gemanipuleerd via het internet, doorgaans via de chat, met het oog op seksueel misbruik. Zowel in ons land als in het buitenland gaat steeds meer aandacht naar dit fenomeen. In 2013 kwamen in de Kamer en Senaat wetsvoorstellen rond grooming aan bod. Deze wetgevende initiatieven worden door Child Focus actief opgevolgd. Dat de strijd tegen online grooming en andere vormen van online seksueel misbruik opgevoerd moet worden, werd nog maar eens pijnlijk duidelijk toen in Nederland een grote zaak van seksuele uitbuiting aan het licht kwam. De dader zette honderden kinderen aan tot seksuele handelingen via de webcam, maakte opnames (foto’s en video’s) en misbruikte een aantal slachtoffers nogmaals tijdens fysieke ontmoetingen. Onder de slachtoffers zijn ook kinderen uit België. Voor Child Focus moet de strijd tegen online misbruik en uitbuiting een prioriteit worden. Verschillende actoren hebben hierin een rol te spelen vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid.

26


Child Focus 2013 Jaarverslag

Georganiseerd of gecommercialiseerd seksueel misbruik:

3% van de dossiers

Child Focus behandelt eveneens meldingen over georganiseerd of gecommercialiseerd seksueel misbruik. Het gaat om dossiers van (vermoedelijke) kinder- en tienerprostitutie, kinderhandel en kindersekstoerisme. Vaak spelen deze fenomenen zich af in het buitenland of in verdoken milieus, wat het niet eenvoudig maakt om daders te bestraffen en alle slachtoffers te identificeren. Child Focus behandelt deze meldingen voornamelijk in samenwerking met de Dienst Mensenhandel van de Federale Politie en met het Federaal Parket. In 2013 hadden 16 situaties (3%) die bij Child Focus gemeld werden een georganiseerd of gecommercialiseerd karakter. In deze 16 dossiers was er 15 maal sprake van (vermoedelijke) kinderprostitutie en 1 maal van sekstoerisme (in combinatie met kinderprostitutie). In eenzelfde dossier kan sprake zijn van meerdere vormen van uitbuiting tegelijk. Gezien het verdoken karakter van deze vormen van misbruik is samenwerking met andere partners

onontbeerlijk. Daarom is Child Focus actief lid van de werkgroep Stop kinderprostitutie, gecoördineerd door ECPAT België (End Child Prostitution, Child Pornography and Trafficking of Children for sexual purposes) in samenwerking met onder andere de Federale Politie, NMBS, de FOD Buitenlandse Zaken en de Dienst Strafrechtelijk Beleid. We bereidden het voorbije jaar ook een samenwerkingsprotocol voor met ECPAT België. Child Focus zet tot slot ook in op beleidsbeïnvloedend werk, zowel op nationaal als op internationaal niveau.

Georganiseerd of gecommercialiseerd seksueel misbruik Alle behandelde dossiers (562) 3% 97 % Geen georganiseerd of commercieel karakter (546) Georganiseerd of commercieel karakter (16)

Child Focus geeft de slachtoffers een stem en een gezicht Child Focus heeft zich reeds meer dan tien keer burgerlijke partij gesteld in zaken van kinderhandel, kinderprostitutie, sekstoerisme en kinderpornografie. Onze advocaten zetten zich uitermate in om de vaak ongeïdentificeerde slachtoffers van dit misbruik te vertegenwoordigen. Op deze manier willen we minderjarigen die niet persoonlijk kunnen optreden een gezicht en een stem geven. Anderzijds wil Child Focus het algemene publiek sensibiliseren over de ernst van de fenomenen: voor elk beeld van seksueel misbruik is er immers een reëel kind misbruikt.

27


Child Focus 2013 Jaarverslag

Beelden van seksueel misbruik: steeds meer verborgen in het web stopchildporno.be is het online burgerlijk meldpunt van Child Focus waar burgers beelden van seksueel misbruik van minderjarigen die ze online hebben aangetroffen kunnen melden. Dit gebeurt via een meldingsformulier op de website, dat indien gewenst volledig anoniem kan worden ingevuld. Zo bieden we een laagdrempelig meldingskanaal voor deze beelden, dat complementair is met het politionele meldpunt. De medewerkers van Child Focus behandelen de meldingen niet zelf, maar verwijzen door naar de Federale Politie, dit overeenkomstig het samenwerkingsprotocol. Als een melding voldoende informatie bevat, wordt ze naar het politioneel meldpunt ecops.be van de Federal Computer Crime Unit van de Federale Politie doorgestuurd. De experten van de Cel Mensenhandel van de Federale Politie halen deze meldingen uit de databank voor politioneel onderzoek. Het burgerlijk meldpunt is er ook om burgers te informeren over de wetgeving omtrent beelden van seksueel misbruik: wat is strafbaar en waarom? De website informeert ook over de verschillende partners waarmee op nationaal en internationaal vlak wordt samengewerkt. Concrete vragen over bijvoorbeeld wetgeving of beleid, kunnen via het e-mailadres info_scp@childfocus.org gesteld worden.

Over de grenzen Omdat het internet geen landsgrenzen kent, is een versterkte samenwerking op internationaal niveau absoluut noodzakelijk. Wanneer je online een beeld van seksueel kindermisbruik aantreft, betekent dit

28

niet noodzakelijk dat de bron van het beeld in België is terug te vinden. Om de uitwisseling van gegevens en expertise te vergemakkelijken, zijn er ook in andere landen wereldwijd meldpunten actief. Het meldpunt stopchildporno.be maakt deel uit van het internationaal netwerk INHOPE dat strijd voert tegen illegale inhoud op het internet en inmiddels reeds 46 meldpunten in 40 verschillende landen telt.

24 meldingen per week In 2013 ontving het online burgerlijk meldpunt 1232 meldingen of gemiddeld 24 per week. De voorbije jaren zien we licht schommelende statistieken. Net zoals vorig jaar merken we dat er niet enkel beelden van seksueel misbruik van minderjarigen worden gemeld. Mensen signaleren via het online meldpunt ook verdachte profielen op sociale netwerksites. Child Focus

De ontwikkelaars van Tor verdedigen hun software met het argument dat dissidenten in Syrië en andere probleemgebieden hem kunnen gebruiken om te communiceren. Maar er is geen enkele regulering van het gebruik ervan ingebouwd. Het maakt het mogelijk kinderen ongestraft te misbruiken en er geld aan te verdienen. Het misbruik op zich is al zwaar genoeg. Door Tor gaan de beelden ervan de wereld rond, terwijl pedofielen zich erbij bevredigen. Voor de slachtoffers voelt dat alsof ze telkens opnieuw misbruikt worden. Vaak gaan “kijkers” uiteindelijk ook over tot een fysiek misdrijf, omdat ze bij het clubje van in hun ogen echte pedofielen willen horen. (De Standaard 04.04.2013)

HEIDI DE PAUW, algemeen directeur


Child Focus 2013 Jaarverslag

werkt daarom in samenwerking met de Federale Politie aan een nieuw meldingsformulier dat duidelijker en gebruiksvriendelijker zal zijn. Zo zal er een apart luik voorzien worden voor sociale netwerksites, wat eveneens accuratere statistieken oplevert.

Slechts het topje van de ijsberg

te krijgen op de werkelijke omvang van dit fenomeen. Wereldwijd verplaatst het aanbod en de uitwisseling van beelden van seksueel misbruik van kinderen zich van het publieke ‘www’-internet naar verdoken netwerken zoals peer-to-peer netwerken. Daar worden de beelden vaak versleuteld en via niet te achterhalen kanalen uitgewisseld.

Het is belangrijk aan te geven dat het aantal meldingen die burgerlijke of politionele meldpunten ontvangen, geenszins representatief is voor het totaal aantal beelden van seksueel kindermisbruik dat op het internet circuleert. Het is heel moeilijk om zicht

Mensen die ter goeder trouw van het internet gebruik maken, komen minder met deze beelden in aanraking, wat verklaart dat het aantal meldingen stagneert. Het betekent niet dat het aanbod van kinderporno afneemt.

Meldingen op stopchildporno.be

Websites (URLs, sociale netwerksites...) Andere Kanalen (P2P, ongewenst e-mails...)

1400 1200 1000 800 600 400 200 1 320 meldingen in 2010

1 479 meldingen in 2011

1 394 meldingen in 2012

1 232 meldingen in 2013

29


Child Focus 2013 Jaarverslag

e-safety : de “hulplijn voor een veiliger internet” in de kijker! De in juni gelanceerde hulplijn voor een veiliger internet van Child Focus ziet het aantal oproepen met de dag toenemen. Die hulplijn is toegankelijk via e-mail, een online contactformulier en telefoon (116 000). Ze is bestemd voor iedereen (kind, tiener, ouder of professioneel) die een vraag of een probleem heeft over internetgebruik bij minderjarigen. Gespecialiseerde consulenten zijn aanwezig om te luisteren, advies te geven en door te verwijzen indien nodig.

Een meisje van 13 jaar heeft een naaktfoto van zichzelf naar een vriend gestuurd via Facebook. Ze durft niet meer naar school te gaan uit schrik dat het vriendje de foto aan iedereen gaat tonen. De sociaal assistente die verantwoordelijk is voor haar, vraagt me advies. Ik bepaal alle stappen die nodig zijn om de risico’s te beperken en ik ondersteun haar bij de psychologische begeleiding van de familie. Ze bedankt me “dat ik ze geholpen heb op deze moeilijke momenten”. Daar zijn we voor!

JULIE VAN BOXSTAEL, consulente

Op het net kan schijn bedriegen, kunnen woorden vervormd worden, beelden geïnterpreteerd… reden genoeg om bijzonder voorzichtig te zijn met welke informatie je post over jezelf maar ook over anderen. (RTBF. La Première. 5.02.2013)

MARYSE ROLLAND, communicatieverantwoordelijke en woordvoerster

Je moet de kinderen altijd vragen om na te denken over volgende vraag: zou hun grootmoeder die foto van hen in haar salon zetten? Als het antwoord nee is, dan is het beter de foto niet online te plaatsen! (RTL-TVI. Le journal. 18.09.2013) ASTRID POUPPEZ, projectverantwoordelijke

30

In 2013 heeft de organisatie 113 dossiers geopend over online veiligheid, of zowat 40% meer dan in 2012. Die toename is ongetwijfeld het gevolg van de communicatiecampagne over het bestaan van deze hulplijn die gevoerd is op sociale netwerken (“Charlie” zie p.32) maar ook in Belgische scholen: meer dan 6.000 posters werden uitgedeeld dankzij de steun van het Vlaams ministerie van onderwijs en de gewaardeerde hulp van vrijwilligers van Child Focus.

Op zoek naar informatie Van de 113 dossiers geopend in de loop van het jaar 2013 ging het in 55 gevallen (49%) om een vraag naar informatie. Dit cijfer nam licht toe in vergelijking met 2012. In 3 dossiers was er sprake van een risicosituatie voor een internetsurfer. Voor 44 dossiers was een doorverwijzing nodig naar andere instanties (Centrum voor Leerlingenbegeleiding, SOS Enfants, enz.). In 11 dossiers heeft de beller geen gevolg gegeven aan de voorgestelde oplossing. Child Focus heeft informatie ontvangen over 33 kinderen betrokken bij deze dossiers. Het ging vooral om meisjes (24 meisjes en 9 jongens). De meesten waren tussen 13 en 15 jaar (48%). De tweede categorie betreft kinderen tussen 7 en 12 jaar (30%). Slechts

7 kinderen waren 16 jaar of meer. Die cijfers liggen in lijn met de vorige jaren.

Cyberpesten, een ernstige bekommernis Zoals blijkt uit grafiek hiernaast hielden 52 dossiers verband met het thema cyberpesten. Dat betekent een stijging met zowat 20% in vergelijking met 2012. En 32 dossiers hielden verband met mediaopvoeding. Op het totale aantal dossiers hadden er 76 betrekking op sociale netwerken (Facebook, ask.fm…). Daarna kwamen websites (16), mobiele toestellen (6), chats (6), e-mails (4), webcam (4) en games (1).

Wie neemt contact op met de hulplijn? Een van de uitdagingen van de hulplijn voor 2013 was om meer jongeren aan te sporen contact met ons op te nemen. Opzet geslaagd: in 2012 hadden 6 jongeren rechtstreeks contact met ons opgenomen, in 2013 waren dat er 16. De belangrijkste bellers blijven toch de ouders, en dan vooral de moeders met 36% tegenover 8% vaders, en derden (37%) (directeurs, lesgevers of professionelen die een band met het kind hebben).


Child Focus 2013 Jaarverslag

Waarom wordt contact opgenomen met de hulplijn? (N = 138) 52

Cyberpesten

10

Seksuele intimidatie

32

Media opvoeding

1

Niets is beter dan de dialoog tussen ouder en kind,want geen enkele technische oplossing kan online pesten of afspraken met onbekenden op het web vermijden (VivaCité. 6.09.2013)

11

Ongewenst contact Potentieel schadelijke inhoud Andere

DIRK DEPOVER, directeur communicatie en woordvoerder

11

Privacy

Internet verslaving

5

Filters

Met de smartphone is het internet verhuisd van thuis naar broekzak of handtas van zoon of dochter. Als ouders zich interesseren voor het gebruik van deze toestellen door hun kroost en hen tonen dat ze weten hoe Facebook, Twitter en Co werken, dan krijgen zij ook makkelijker feedback over wat de kinderen daarmee aanvangen en met wie ze in contact komen. (Het Nieuwsblad. 2.01.2013)

10

6

NADÈGE BASTIAENEN, projectverantwoordelijke

De hulplijn werkt opbouwend samen Child Focus heeft een hechte samenwerking opgebouwd met verschillende sociale netwerken zoals Twitter, Facebook, Ask.fm…

Wie neemt contact op met de hulplijn? (N = 109)

om zo snel mogelijk te kunnen

37 %

Derde (44)

36 %

Moeder (61)

13 %

Betrokken kind (16)

8%

Vader (9)

6%

Lid van het (7) gezin

optreden bij een hinderlijke situatie op het net (ongewenste content…).

31


Child Focus 2013 Jaarverslag

Preventie- en sensibiliseringsacties Safer Internet Day 2013: “Connect with respect” Op dinsdag 5 februari 2013, ter gelegenheid van de tiende editie van Safer Internet, heeft de “e-safety cube” van Child Focus post gevat in het centraal station. Op de buitenzijden van die kubus – een soort computer – zijn handige tips te vinden om veilig te chatten. Vanbinnen zijn er lachspiegels die voorbijgangers willen aanzetten tot nadenken over het beeld dat ze online van zichzelf vrijgeven. Deze sensibiliseringsdag belichtte vooral de rechten en verantwoordelijkheden van ieder persoon op het internet.

“Raamwerk Seksualiteit en Beleid” voor het Vlaamse Onderwijs

Op 30 januari 2013 kon onze erevoorzitster, Koningin Paola, in primeur kennismaken met deze “e-safety cube”.

Child Focus en Sensoa werkten in 2013 aan de doorontwikkeling van het Raamwerk Seksualiteit en Beleid naar de sector van het Vlaamse Onderwijs. Het Raamwerk is een uitgebreid document bedoeld voor alle sectoren waar met kinderen, jongvolwassenen of (kwetsbare) volwassenen gewerkt wordt.

Elk jaar moedigt Child Focus ook alle spelers actief in media-onderwijs aan om een of meerdere preventieacties op touw te zetten. Er werden meer dan dertig activiteiten georganiseerd.

Het bevat bouwstenen om een beleid rond lichamelijke en seksuele integriteit te ontwikkelen of een bestaand beleid aan te passen. De basisversie van het Raamwerk werd reeds begin 2012 gelanceerd. Tegelijk ondertekende de Vlaamse Overheid een engagementsverklaring met de sectoren die zich inzetten voor welzijn, sport, onderwijs en jeugd om kindermisbruik aan te pakken over de verschillende beleidsdomeinen heen. Als eerste resultaat werden eind 2012 vier nieuwe versies (doorvertalingen) van het raamwerk voorgesteld, respectievelijk voor sportorganisaties, jeugdwerkorganisaties, kinderopvang en de sectoren van de Integrale Jeugdhulp. De versie voor het Vlaamse Onderwijs zal in 2014 gelanceerd worden.

Onmisbare samenwerking met de webindustrie… Het web zou geen plek voor verrijking en ontwikkeling van jongeren kunnen zijn zonder de betrokkenheid van de makers ervan: leveranciers van content, online diensten en toegangsdiensten. Daarom beschouwt Child Focus de samenwerking met en sensibilisering van de spelers in de webindustrie als een prioriteit in het preventiewerk op het web.

“Charlie”-spots

Om die ondernemingen te overtuigen om toepassingen te onwikkelen die beter aangepast zijn aan de behoeften van de jonge internetbezoekers, heeft Child Focus een strategie op meerdere niveaus. Ten eerste neemt de organisatie actief deel aan verscheidene internationale debatten zoals de CEO & ICT Coalitions waar actoren uit de telecomsector aanwezig zijn. Het gaat om twee initiatieven ingevoerd door de Europese Commissie om de maatschappij de kans te bieden haar stem te laten horen aan de grote webindustrieën. Vervolgens neemt Child Focus ook deel aan het sociale beleid van bepaalde ondernemingen door de kwestie van het juiste internetgebruik bij kinderen in hun bedrijfsstrategie te integreren. Een mooi voorbeeld zijn de “e-safety”-workshops met Microsoft en Belgacom. Jaarlijks stellen Microsoft en Belgacom workshops “Internet : fun in alle veiligheid” voor in lagere scholen in België die worden gegeven door vrijwilligers uit het eigen personeelsbestand. Child Focus heeft die aanpak uiteraard ondersteund door didactisch materiaal ter beschikking te stellen en de vrijwilligers op te leiden. In 2013 waren meer dan 150 mensen betrokken bij dit grootscheepse preventieprogramma om meer dan 17 000 kinderen te sensibiliseren. 32

Met vier humoristische spots die de naam “Charlie” meekregen, wil Child Focus jong en oud sensibiliseren voor de problemen die kinderen en tieners online kunnen ondervinden. Charlie brengt thema’s als informatie opzoeken, grooming, sexting of porno op een didactische en leuke manier aan. Hij stimuleert internetsur-

fers om vragen te stellen en over eventuele moeilijke situaties te spreken. Sinds de lancering in december 2013 zijn de spots zowat 2 000 keer bekeken in één maand.


Child Focus 2013 Jaarverslag

De “clicksafe”-catalogus en bijhorende dvd

De “e-safety”-opleidingen van Child Focus

De “clicksafe”-catalogus centraliseert alle educatieve tools van Child Focus die aansporen tot behoorlijk gebruik van het internet. Hij is bestemd voor professionelen die rechtstreeks met kinderen en tieners werken en die opvoeding rond online media met hen willen aankaarten.

Child Focus wil de belangrijkste opvoeders (ouders, leerkrachten, jeugdleiders, psychologen, sociaal assistenten...) van onze maatschappij sensibiliseren om ze te betrekken bij de opvoeding, in de brede zin van het woord, van kinderen en leerlingen over online media.

Deze catalogus werd uitgegeven in 2012 en geactualiseerd in 2013. Hij biedt extra pedagogische tools waaronder een dvd met een compilatie van de videospots ter sensibilisering ontwikkeld door Child Focus en andere organisaties. De “clicksafe” -catalogus en bijhorende dvd zijn te raadplegen of gratis te bestellen via clicksafe.be.

Preventietools voor iedereen In 2013 heeft Child Focus de inclusieve aanpak opgedreven bij het preventiewerk rond online media: geen tools ontwikkelen die specifiek bestemd zijn voor kwetsbare kinderen of kinderen met een beperking, maar de bestaande tools aanpassen of er nieuwe uitwerken om niemand uit te sluiten en rekening te houden met de specifieke behoeften van de verschillende kwetsbare groepen in de maatschappij.

• Jungle Web In die optiek zag Jungle Web het daglicht in 2013. Dat is een educatief spel dat behendigheid, waarneming en kennis over het web op de proef stelt. Het moet de positieve dialoog over het juiste gebruik van het internet binnen het gezin bevorderen. Child Focus heeft 10.000 exemplaren van het spel gemaakt. Jungle Web kan besteld worden via clicksafe.be . • Gespecialiseerd onderwijs Child Focus heeft, in partnership met het Work & Technology Research Center, ook een onderzoek gevoerd in 2013: “Vorming over online media in het bijzonder onderwijs”. De idee erachter was om de behoeften te bepalen rond onderricht van online technologieën in het buitengewoon onderwijs. Op basis van deze resultaten kan in 2014 een nieuwe pedagogische tool over online veiligheid ontwikkeld worden die specifiek bestemd is voor professionelen die werken met gehandicapte kinderen.

• Opleiding voor ouders Al enkele jaren biedt de Organisatie ouders en grootouders een educatief programma over online veiligheid dat de naam “Veilig online” meekreeg in Vlaanderen, “Webetic” in het Franstalig landsgedeelte en “Durchklick” in de Oostkantons. Zo heeft Child Focus in 2013 meer dan 6.000 ouders geïnformeerd tijdens

meer dan 200 informatiesessies over heel België. • Opleiding voor professionelen Tegelijk vormt Child Focus professionelen in het onderwijs en in jeugdzorg en rust ze uit met educatief materiaal waarmee ze het juiste gebruik van het internet kunnen aankaarten met de jongeren. In 2013 is Child Focus heel België rondgetrokken en heeft het niet minder dan 1.000 professionelen uit het formele en niet-formele, gewone en bijzondere onderwijs informatie geboden.

Een luisterend oor voor jongeren Dankzij sociale netwerksites konden we, in 2013, op een eenvoudige manier een Nederlands- en Franstalig consultatiesysteem, meer bepaald een Youth Panel, dat specifiek gericht is op jongeren, genereren. De focus ligt op jongeren tussen 13 en 16 jaar oud. Vanaf nu kunnen zij mee adviseren en informeren en kan het e-Safety team zijn tools beter afstemmen op de doelgroep. Ook offline trachten we steeds meer jongeren te betrekken door ‘fysieke’ jeugdpanels te organiseren.

Tool tegen cyberpesten Child Focus heeft een miniwebsite ontwikkeld met vier animatiefilmpjes die pestsituaties schetsen en de mogelijke reacties van ouders. Ze worden aangevuld met advies en een lijst met frequente vragen. Deze tool is beschikbaar op www.clicksafe.be

33


Child Focus 2013 Jaarverslag

Financiering en jaarrekeningen In 2013 ontving Child Focus uit vijf grote financieringsbronnen in totaal 4,27 miljoen euro:

Subsidies van de Nationale Loterij 1 259.500 €

823.898 € 19,27%

Overige overheidssubsidies Giften en andere bijdragen van Privéorganisaties (in contanten en in natura)

1 085.738 €

25,39%

Giften van het grote publiek (giften en netto verkoop van Child Focus artikelen)

1 034.849 €

24,20%

72.235 €

1,69%

4 276.221 €

100,0%

Netto financiële opbrengst Totaal

Sinds 2001 geniet Child Focus de steun van de Nationale Loterij via een aanzienlijke schenking. Dit is de bijdrage van de federale regering aan Child Focus, een bijdrage die in 2012 voor het eerst werd geïndexeerd (2%) maar in 2013 met 5% daalde (net als voor alle ngo’s ondersteund door de Nationale Loterij). De federale regering voorziet ook in een deel van de opleidingsnoden van Child Focus en biedt financiële tewerkstellingsteun (Plan Activa). De regionale regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest blijft dan weer trouw op post sinds de oprichting van Child Focus, door het loon van 5,5 werknemers deels te bekostigen. De Vlaamse regering stortte een uitkering voor de inpassing van één medewerker en bood ook financiële steun voor twee projecten van Child Focus: enerzijds de e-safety-opleidingen voor ouders, in samenwerking met de Gezinsbond (zie p.33), en anderzijds, in samen-

34

29,45%

werking met Sensoa, de uitwerking van een raamwerk voor organisaties die zich met jongeren bezighouden (zie p.32). 24 gemeenten maakte ook een subsidie over in het kader van activiteiten van vrijwilligers van Child Focus.

De Europese Commissie: een waardevolle steun… De subsidies van de Europese Commissie bedroegen 588 000 euro in 2013 en betroffen hoofdzakelijk vier projecten. Dankzij een eerste project, in het kader van het programma Safer Internet Plus, kon Child Focus blijven optreden als burgerlijk meldpunt voor beelden van seksueel misbruik van kinderen op het internet (zie p.28), kon het ook haar expertisecentrum rond mediaopvoeding ontwikkelen, en kon het ook een hulplijn beheren om zo een antwoord te bieden op vragen van jongeren,

leerkrachten of ouders over het internet (zie p.30). Dit project zal verlengd worden tot eind 2014. Dankzij een tweede project dat door de Europese Commissie werd gefinancierd (budgetlijn Daphné) kon de kwaliteit van onze dienstverlening via het noodnummer 116 000 worden verbeterd. De resterende subsidie voor dit project dat werd afgerond in 2012, is in 2013 gestort. Een verlenging van het project 116 000 is gestart in maart 2013 en zal twee jaar duren. Voor alle volledigheid: na de afronding begin 2013 van het « ch@dvice » project (implementatie van een chat om jongeren die seksueel misbruikt worden de kans te bieden tot contact met Child Focus, zie p.12) heeft de Commissie het saldo van haar subsidie in 2013 betaald.

…net als die van de privésector Wat de privésector betreft, kon Child Focus eens te

meer rekenen op de steun van een van zijn oprichters, de Koning Boudewijnstichting, net als op die van zijn bevoorrechte financiële partners: Belgacom, buy aid, Carrefour, Danone, D’Ieteren (Volkswagen), Grey, ING, Hewlett-Packard, Microsoft, Mutas en Ricoh. Sinds 2007 maakt de coöperatieve CERA ook deel uit van deze lijst. Eerst bij een theaterproject van drie jaar bestemd voor scholen rond het weglopen van tieners. Dan bij een tweede project waarbij Child Focus een team met ouders kon samenstellen die fungeeren als “ervaringsdeskundigen” en die bereid zijn ouders te steunen die vandaag geconfronteerd worden met een verdwenen kind (zie p.13). Meer dan honderd andere bedrijven boden Child Focus financiële steun, en dat rechtstreeks of via speciale acties, zoals de storting van een percentage van de omzet gerealiseerd tijdens een bepaalde periode (operatie Carrefour in samen-


Child Focus 2013 Jaarverslag

werking met Kimberly-Clark, Bongrain, Henkel, Mondelez Kraft, Pietercil Delbys, Snack Venture Pepsico, Tropicana Looza et Yoplait), de financiering van een project of speciaal evenement (AG Insurance, De Helpende Hand van Belgacom, Cera, BNP Paribas Fortis Foundation, Sodexo) – of nog in de vorm van steun (competentiemecenaat, giften in natura of sterke kortingen) – zoals bijvoorbeeld: tijdens de e-safety opleidingen in de scholen (werknemers/vrijwilligers van Belgacom en Microsoft), vastgoedadvies (Bopro), beheer van maaltijdcheques (Sodexo), afvalbeheer (Net Brussel) of bij de aankoop van meubilair (Pami Solution), tickets voor openbaar vervoer (NMBS), drank (Coca Cola, Rombouts, Spadel), enz. Zonder nog maar de duizenden kmo’s en zelfstandigen te vergeten, die met de aankoop van post-its, pennen, plakband, snoep en wenskaarten van buy aid Child Focus steunden voor 10% van het bedrag van hun aankopen. Child Focus

kon in 2013 ook 14 tombola’s organiseren, meestal in samenwerking met ING en Afibel.

…en het grote publiek Net als elk jaar steunde het grote publiek Child Focus via gerichte schenkingen, permanente betalingsopdrachten en de aankoop van artikelen van Child Focus, maar ook via speciale operaties en evenementen. Vier voorbeelden: - Eind 2013 telde Child Focus 13 000 schenkers die haar maandelijks een vast bedrag storten. Deze schenkers werden thuis gecontacteerd of, in enkele gevallen, bij de ingang van de Carrefour-hypermarkten door medewerkers van het bedrijf Direct Dialogue Fundraising (tot en met februari 2012) en Pepperminds (sinds april 2013). Deze medewerkers, voor het merendeel jobstudenten, hebben deze schenkers

aangemoedigd om rechtstreeks giften op de rekening van Child Focus te storten. - In december betaalde de bevek “ING Invest Solidarity / Child Focus” – in juni 1999 door ING gelanceerd – een nettodividend van 3,225 e (4,3 e bruto) per aandeel ten voordele van Child Focus. Eind december 2013 heeft ING, om interne redenen, beslist om deze bevek af te sluiten en de 130 investeerders/schenkers hun aandelen terug te betalen. De bank spoorde hen wel aan om trouw te blijven aan Child Focus en andere ondersteuningsmiddelen te vinden (aparte giften, permanente opdrachten, legaten…). Als compensatie en gezien de goede relatie sinds de oprichting van Child Focus, heeft ING zich ertoe verbonden een mooie jaarlijkse gift te doen aan Child Focus, minstens voor de volgende 5 jaar.

- Onze vrijwilligers organiseerden dit jaar bijna honderd infostands zowat overal in België. Zo kon Child Focus niet alleen geld inzamelen, maar ook aan preventie doen onder de burgers. - Drie personen dachten aan Child Focus bij het opstellen van hun testament of de ondertekening van hun levensverzekering. Zo namen ze het initiatief om alles of een deel van hun bezittingen bij hun overlijden na te laten aan Child Focus. 1 van deze legaatdossiers kon afgerond worden in 2013 en heeft zo bijgedragen tot de financiering van de opdrachten van Child Focus.

Dag van de Vrijwilligers 2013: een uitje om te bedanken Om haar vrijwilligers te bedanken heeft Child Focus ze op zaterdag 27 april met hun familie uitgenodigd in de prachtige dierentuin Pairi Daiza. De organisatie van dit evenement was mogelijk dankzij de steun van vele sponsors. Zo heeft Pairi Daiza een mooie korting aangeboden op de toegangstickets en ook de Provincies Henegouwen, Luik, Luxemburg, Vlaams-Brabant en West-Vlaanderen hebben een aanzienlijke financiële bijdrage geleverd.

35


Child Focus 2013 Jaarverslag

Rekeningen 31/12/13 31/12/12 Vaste Activa (netto) I mmateriÍle vaste activa 21 40.052,27 131.427,20 Inrichting gebouw en Installatie 23 1.705,50 2.558,25 Meubilair en materiaal 24 106.910,46 110.771,73 Borgtochten 28 111,33 111,33 148.779,56 244.868,51 Vlottende Activa Handelsvorderingen 40/1 65.283,47 72.720,82 Geldbeleggingen 50/3 5.340.709,79 5.657.058,98 Liquide middelen 54/8 289.354,17 130.831,71 Over te dragen kosten en Verkregen opbrengsten 490/1 61.083,49 75.830,84 5.756.430,92 5.936.442,35 TOTAAL ACTIVA 5.905.210,48 6.181.310,86 Eigen Vermogen Fondsen van de vereniging 10 1.810.699,85 1.810.699,85 Fonds bestemd voor investeringen 13 79.717,58 86.005,86 Fonds bestemd voor sociaal passief 13 1.539.478,25 1.549.824,17 Fonds bestemd voor fondsenwerving 13 90.000,00 340.000,00 Overgedragen resultaat 14 1.492.535,98 1.442.423,75 Kapitaalsubsidies 15 69.061,98 158.862,72 5.081.493,64 5.387.816,35 Voorzieningen voor risico’s en lasten 160/5 89.787,33 73.061,61 Schulden Voorschotten Actiris 17 14.410,22 16.547,02 Handelsschulden 44 169.017,17 111.911,42 Belastingen 450/3 40.578,40 86.270,39 Bezoldigingen en sociale lasten 454/9 54.392,28 39.056,65 Provisie vakantiegelden 456 273.587,84 297.921,23 Overige schulden 48 0,00 20.229,56 Over te dragen opbrengsten 492 1.956,72 7.934,43 Toe te rekenen kosten 493 179.986,88 140.562,20 733.929,51 720.432,90 5.905.210,48 6.181.310,86 TOTAAL PASSIVA

36


Child Focus 2013 Jaarverslag

RESULTATENREKENING

Rekeningen 2013 2012 Opbrengsten Subsidies 73 1.936.184,57 2.352.421,61 Schenkingen in natura 73 531.459,02 573.653,20 Geldschenkingen 73 1.677.700,61 2.095.412,08 Recuperatie van onkosten / Vrijstelling Bedrijfsvoorheffing 74 38.909,14 45.009,72 4.184.253,34 5.066.496,61 Uitgaven Lokalen 61 261.707,95 311.338,66 Verplaatsingen 61 69.848,39 118.763,68 Briefwisseling en telefonie 61 111.217,54 102.202,00 Materiaal en uitrusting 61 71.761,62 60.462,03 Voedsel & Drank 61 32.868,42 26.719,52 Documentatie 61 68.040,82 48.391,42 Publicaties en Informatiecampagnes 61 253.145,01 231.486,52 Honoraria 61 693.306,98 475.610,37 Gerichte financiële hulp 61 122.812,18 97.547,25 Lonen / Sociale Lasten 62 2.549.062,32 2.691.545,95 Afschrijvingen en Minderwaarde op vaste activa 63 223.059,42 255.075,17 Dotatie / Bestedingen Voorzieningen voor risico’s en lasten 635/8 16.725,72 11.672,13 4.473.556,37 4.430.814,70 Netto Financiële Opbrengsten 75/65 72.815,63 85.992,62 Netto Uitzonderlijke Opbrengsten (Lasten) 76/66 (34,59) 3,72 Winst (verlies) van het boekjaar vóór bestemmingen (216.521,99) 721.678,25 Beslissing genomen door de Raad van Bestuur tijdens de vergadering van 25 maart 2014 Overgedragen resultaat van vorig boekjaar 1.442.423,75 1. Resultaten van het boekjaar (216.521,99) 2. Netto Onttrekkingen (Netto Bestemmingen) Fonds bestemd voor investeringen 6.288,30 Fonds bestemd voor sociaal passief 10.345,92 Fonds bestemd voor fondsenwerving 250.000,00 Resultaat over te dragen 1.492.535,98

1.095.562,89 721.678,25 (12.677,09) (22.140,30) (340.000,00) 1.442.423,75

37


Child Focus 2013 Jaarverslag

West Point Park ’t Hofveld 6 C3 1702 Groot-Bijgaarden

Rapport du réviseur VERSLAG VAN DE COMMISSARIS AAN DE LEDEN VAN DE RAAD VAN BESTUUR

Bedrijfsrevisoren - Reviseurs d’Entreprises - Registered Auditors

Tel: 02 464 20 50

“STICHTING VOOR VERMISTE EN SEKSUEEL UITGEBUITE KINDEREN” Houba de Stropperlaan 292 – 1020 Brussel

OVER DE JAARREKENING VAN HET BOEKJAAR AFGESLOTEN OP 31 DECEMBER 2013 Overeenkomstig de wettelijke en statutaire bepalingen, brengen wij u verslag uit in het kader van het mandaat van Commissaris die u ons heeft toevertrouwd. Dit verslag omvat ons oordeel over het getrouw beeld van de jaarrekening evenals de vereiste bijkomende vermeldingen. Verklaring over de jaarrekening zonder voorbehoud Wij hebben de controle uitgevoerd van de jaarrekening over het boekjaar afgesloten op 31 december 2013, opgesteld op basis van het in België van toepassing zijnde boekhoudkundig referentiestelsel, met een balanstotaal van € 5.905.210,48 en waarvan de resultatenrekening afsluit met een verlies van het boekjaar van € 216.521,99 voor onttrekking en toewijzing aan de bestemde fondsen. Verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan Het opstellen van de jaarrekening valt onder de verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan. Deze verantwoordelijkheid omvat onder meer: het opzetten, implementeren en in stand houden van een interne controle met betrekking tot het opstellen en de getrouwe weergave van de jaarrekening die geen afwijkingen van materieel belang, als gevolg van fraude of van het maken van fouten, bevat; het kiezen en toepassen van geschikte waarderingsregels; en het maken van schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn. Verantwoordelijkheid van de Commissaris Het is onze verantwoordelijkheid een oordeel over deze jaarrekening tot uitdrukking te brengen op basis van onze controle. Wij hebben onze controle uitgevoerd overeenkomstig de wettelijke bepalingen en volgens de in België geldende controlenormen, zoals uitgevaardigd door het Instituut van de Bedrijfsrevisoren. Deze controlenormen vereisen dat onze controle zo wordt georganiseerd en uitgevoerd dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat, als gevolg van fraude of van het maken van fouten. Overeenkomstig deze controlenormen hebben wij controlewerkzaamheden uitgevoerd ter verkrijging van controle-informatie over de in de jaarrekening opgenomen bedragen en toelichtingen. De selectie van deze controlewerkzaamheden is afhankelijk van onze beoordeling, welke een inschatting omvat van het risico dat de jaarrekening afwijkingen van materieel belang bevat ten gevolge van fraude of van fouten. Bij het maken van onze risico-inschatting houden wij rekening met de bestaande interne controle van de stichting met betrekking tot het opstellen en de getrouwe weergave van de jaarrekening, ten einde in de

gegeven omstandigheden de gepaste werkzaamheden te bepalen, maar niet om een oordeel te geven over de effectiviteit van de interne controle binnen de stichting. Wij hebben tevens de gegrondheid van de waarderingsregels, de redelijkheid van de boekhoudkundige ramingen gemaakt door de stichting, alsook de voorstelling van de jaarrekening als geheel beoordeeld. Ten slotte hebben wij van de verantwoordelijken en van het bestuursorgaan van de stichting de voor onze controlewerkzaamheden vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen. Wij zijn van mening dat deze werkzaamheden een redelijke basis vormen voor het uitbrengen van onze opinie. Opinie Naar ons oordeel geeft de jaarrekening afgesloten op 31 december 2013 een getrouw beeld van het vermogen, de financiële toestand en de resultaten van de stichting, in overeenstemming met het in België van toepassing zijnde boekhoudkundig referentiestelsel. Bijkomende vermeldingen en inlichtingen Het naleven door de vereniging van de Wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen (internationale) zonder winst oogmerk en de stichtingen, alsmede van de statuten, vallen onder de verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan. Het is onze verantwoordelijkheid om in ons verslag de volgende bijkomende vermeldingen en inlichtingen op te nemen die niet van aard zijn om de draagwijdte van onze verklaring over de jaarrekening te wijzigen: • O nverminderd formele aspecten van ondergeschikt belang, werd de boekhouding gevoerd overeenkomstig de in België van toepassing zijnde wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften. •W ij hebben geen kennis gekregen van verrichtingen of beslissingen die in overtreding met de statuten of de Wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen (internationale) onder winst oogmerk en de stichtingen zijn gedaan of genomen. Brussel, 25 maart 2014 VRC Bedrijfsrevisoren BV o.v.v.e. CVBA Vertegenwoordigd door Brigitte Motte

VRC BEDRIJFSREVISOREN – VRC REVISEURS D’ENTREPRISES – VRC REGISTERED AUDITORS Burgerlijke vennootschap onder de vorm van een cooperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid / Société Civile sous forme d’une société coopérative à responsabilité limitée Maatschappelijke zetel | Siège social | Registered address: 8820 Torhout, Lichterveldestraat 39A • BTW | TVA | VAT BE 462 836 191 – RPR | RPM Ger. Arr. | Arr. Jud. 0462 836 191 Vennoten | Associés | Partners: Vander Donckt Hedwig – Roobrouck Bart – Christiaens Yves – Geeroms Andre – Motte Brigitte – Van Steenberge Bart – Vander Donckt Frederik

38


Child Focus 2013 Jaarverslag

Waarderingsregels en boekhoudkundige impact in 2013 Hierna de specifieke waarderingsregels die momenteel van kracht zijn bij Child Focus en hun impact op de boekhouding 2013 :

(Im)materiële vaste activa, Kapitaalsubsidies en Fondsen bestemd voor investeringen Regelmatig ontvangt Child Focus d.m.v. een legaat een onroerend goed dankzij een schenker (publiek of privé) die bepaalt dat zijn gift in contanten of in natura wordt bestemd voor die bepaalde investering. Boekhoudkundig worden deze activa, geschat op hun marktwaarde (btw inbegrepen), gewaardeerd op de rekening (im)materiële vaste activa en worden de bedragen die overeenstemmen met deze giften geboekt op het passief van de rekening Kapitaalsubsidies. Voor de andere (im)materiële vaste activa die Child Focus ontving dankzij giften zonder specifieke bestemming, reserveert de Raad van Bestuur het bedrag noodzakelijk voor deze aankopen door een bestemming van de winsten te boeken op de rekening Fonds bestemd voor investeringen. De (im)materiële vaste activa ingeschreven op het actief en hun financieringen, ingeschreven op het passief van de rekeningen Kapitaalsubsidies en Fondsen bestemd voor investeringen worden lineair afgeschreven, rekening houdend met de volgende afschrijvingstermijnen: 2 jaar voor de audiovisuele producties, 3 jaar voor het ICT materiaal en de software, 4 jaar voor het bureelmateriaal en 10 jaar voor het meubilair.

dingen in geval van een aanzienlijke herstructurering of sluiting van de Stichting. De Raad van Bestuur behoudt zich de vrijheid dit fonds te blijven spijzen door de bestemming van de resultaten van een boekjaar of, integendeel dit Fonds te verminderen in het geval dat deze te hoog blijkt in vergelijking met de verschuldigde vergoedingen, geschat op datum van 31 december van elk jaar. Op het einde van 2013 werd een bedrag van 10.345,92 e overgedragen van dit Fonds naar de resultatenrekening; het Fonds bedraagt momenteel 1.539.478,25 e.

Ander Fonds bestemd voor Fondsenwerving De Raad van Bestuur heeft tijdens zijn vergadering van 26 maart 2013 besloten om een nieuw Fonds te openen bestemd om de financiële duurzaamheid van Child Focus te waarborgen, en meer bepaald om de opstart van een fondsenwervingscampagne georganiseerd door Pepperminds te financieren. Sinds april 2013, moedigt dit bedrijf het grote publiek aan om Child Focus financieel te ondersteunen door middel van maandelijkse schenkingen. Het duurt ongeveer drie jaar voor deze nieuwe activiteit een effectieve bron van financiering wordt voor Child Focus. Daarom had de Raad van Bestuur besloten om 340.000 e te onttrekken aan de resultaten van 2012 om deze te boeken in dit nieuwe fonds. In 2013 werden, zoals voorzien door de Raad van Bestuur, 250.000 e overgedragen van dit Fonds naar de jaarresultaten. Aan het einde van 2013, bedroeg dit Fonds nog 90.000 e.

Provisies voor risico’s en kosten Eind 2013 bedroeg het netto saldo van de (im)materiële Vaste Activa 148.779,56€e (tegenover 244.868,51 e in 2012). Dit bedrag was voor 69.061,98 e gedekt door de rekening Kapitaalsubsidies en voor 79.717,58 e door de rekening Fondsen bestemd voor investeringen

De Raad van Bestuur heeft beslist om jaarlijks provisies voor risico’s en kosten aan te leggen op basis van de evaluatie van de risico’s op afsluitdatum, namelijk 89.787,33 e op het einde van 2013 (tegenover 73.061,61 e op het einde van 2012). Deze provisies worden teruggenomen zodra de last in rekening werd genomen of zodra uit een nieuwe evaluatie blijkt dat het risico niet langer bestaat.

Thesauriebeleggingen De thesaurie wordt hoofdzakelijk geplaatst op spaar- of speciale lopende rekeningen, geopend bij vier banken. Op het einde van 2013 bedroegen zij 5.147.669,80 e. Het saldo van deze beleggingen bevindt zich in een effectenportefeuille voor een aankoopwaarde van 193.039,99 e, voornamelijk samengesteld uit obligaties en in minder mate uit BEVEK obligaties; deze effecten worden gevaloriseerd tegen de aankoopprijs of de markprijs indien deze lager is.

Giften in natura

Fonds bestemd voor sociaal passief

In 2013 werd het totaal van deze giften in natura geschat op 531.459,02 e (tegenover 573.653,20 e in 2012) en “financierde” de uitgaven zoals de huur, de erelonen, het onderhoud, de tickets voor openbaar vervoer, de dranken, enz. evenals de afschrijvingen van het lopende jaar op de in natura ontvangen investeringen.

In 2006 gaf de Raad van Bestuur te kennen een Fonds bestemd voor sociaal passief in het leven te willen roepen, met een bedrag voorbehouden voor de medewerkers van Child Focus ten belope van de verschuldigde vergoe-

Elke bedrijfsuitgave wordt altijd geëvalueerd aan zijn marktwaarde, btw inbegrepen (of aan de vervangingswaarde van dit goed of dienst voor Child Focus) en niet overeenkomstig de werkelijk betaalde prijs. Derhalve wordt het eventuele verschil, dat ofwel een korting, ofwel een volkomen gratis terbeschikkingstelling van een goed of een dienst vertegenwoordigd, geboekt in Giften in natura.

39


Financiering en jaarrekeningen Overheden

Bevoorrechte financiële partners

Europese Commissie

Belgacom

Afibel Cera

Belgacom Mobile (Proximus) Federale Regering

Financiële partners

Coca-Cola Enterprises Belgium Computer Associates

buy aid

Danone Belgium Delacre

Carrefour R egering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Grey Worldwide Belgium Hewlett-Packart Belgium

Bevoorrechte partners Nationale Loterij

ING Belgium Microsoft

Koning Boudewijnstichting

Ricoh Belgium D’Ieteren

Mutas Allen & Overy

40

Ethias Assurances Nationale Bank van België NMBS Pami Office Solutions Sodexo Pass Belgium Spadel State Street Foundation


We plaatsen mens en kind centraal We kiezen resoluut voor partnerschap en overleg

We gaan moeilijke thema’s niet uit de weg

We nemen geen blad voor de mond We focussen op verdwijningen en seksuele uitbuiting van kinderen en kiezen daarbij het pad van professionalisme en innovatie

We rekenen op de solidariteit van iedereen


Child Focus Stichting van openbaar nut Belgacom gebouw Houba - de Strooperlaan 292 1020 Brussel - BelgiĂŤ Tel.: +32 (2) 475 44 11 - Fax: +32 (2) 475 44 01 Noodnummer: 116 000 (24 uur op 24) Noodnummer vanuit het buitenland: +32 2 475 44 99 (24 uur op 24) childfocus.be childalert.be nupraatikerover.be stopchildporno.be clicksafe.be 116000.be Rekeningnummer: BE51 3101 2117 00 62 Giften vanaf 40 euro per jaar zijn fiscaal aftrekbaar.


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.