Witteveen+Bos nieuws 111

Page 1

Nieuws

111

PFAS-crisis als wake-upcall Toen de meeste Nederlanders nog nooit van de stofgroep PFAS, de Per- en PolyFluorAlkyl Stoffen, gehoord hadden, stond het bij Martijn van Houten, milieuchemisch ingenieur bij Witteveen+Bos, al met stip in de top tien van stoffen die zeer schadelijk zijn voor ons bodem- en watersysteem. Dat besef werd gedeeld door collega’s van TTE Consultants en Arcadis en resulteerde in 2012 in de oprichting van het Expertisecentrum PFAS. Anno 2020 is er een breed gedragen bewustzijn en gedeelde urgentie om te komen tot de aanpak van PFAS. De uitdaging is het vinden van betaalbare en goed werkende oplossingen. Nieuwe stoffen Wat triggerde Martijn van Houten destijds om zich te richten op PFAS? ‘Als milieuchemisch ingenieur was ik bezig met het onderzoeken van de kwaliteit van grond, grondwater of baggerspecie. Daarbij ging het vaak om een lijstje van stoffen dat ‘standaard’ in de bodem zit. Bijna nooit worden in deze onderzoeken stoffen meegenomen die pas sinds enkele decennia gebruikt worden. Terwijl bekend is dat ook deze stoffen negatieve milieueffecten geven. Vanuit mijn persoonlijke drive en mijn rol als milieuprofessional, vond ik dat onderzoek naar deze nieuwe verontreinigingen nodig is.’ Een van deze verontreinigingen is PFAS. ‘Wij zagen wereldwijd veel aandacht voor deze stofgroep’, vertelt Martijn. ‘PFAS hebben handige eigenschappen die ons dagelijkse leven gemakkelijker maken. Ze kunnen tegen hoge temperaturen en zorgen ervoor dat materialen water-, vet- of vuilafstotend worden. Hierdoor worden deze stoffen in veel producten en processen gebruikt, zoals brandblusschuim, verf, pannen, pizzadozen, ski-wax en vlekkenbescherming. Bijna iedereen heeft producten met PFAS in huis.’ Wetenschappelijk onderzoek toont herhaaldelijk aan dat PFAS niet afbreken, maar zich ophopen in het milieu en negatieve effecten hebben op onze gezondheid, de waterkwaliteit en ecologie. ‘PFAS worden ook wel ‘forever chemicals’ genoemd. De stofgroep is een veelkoppig monster van duizenden verschillende stoffen met ieder een unieke eigenschap. Dat laat zich niet met één aanpak vangen. Het vergt vernuft om de juiste oplossing te vinden voor het wegnemen van PFAS uit ons milieu.’ vervolg op pagina 4

Waterfabriek Wilp wint Vernufteling Water als drijvende kracht in de circulaire economie

Witteveen+Bos heeft samen met Royal HaskoningDHV en Waterschap Vallei en Veluwe ‘De Vernufteling 2019’ gewonnen met het project Waterfabriek Wilp. De prijs wordt vanuit NLingenieurs uitgereikt aan het ingenieursbureau met het meest vindingrijke project. Waterfabriek Wilp toont een paradigmashift in waterzuivering door afvalwater te zien als waardevolle grondstof die niet alleen kan worden gezuiverd, maar waaruit ook andere grondstoffen kunnen worden teruggewonnen voor hergebruik. Het gaat bij de Waterfabriek niet meer over zuivering, maar over het scheiden van grondstoffen. De jury van deskundigen was lovend over deze manier van omdenken in de waterzuivering. De maatschappelijke relevantie is groot: water- en grondstoffenhergebruik zijn belangrijk in het zicht van een wereldwijde schaarste aan water- en grondstoffen. Naar schatting wordt momenteel wereldwijd slechts vier tot acht procent van het afvalwater hergebruikt. Ook de decentrale toepassingsmogelijkheid van de Waterfabriek is essentieel voor klimaatadaptatie in stedelijk gebied. Er bestaan al diverse innovatieve technieken om energie en nutriënten uit water te halen om het water te kunnen

hergebruiken. Uniek aan dit project is de combinatie van technieken die gebruikt worden, zoals elektrocoagulatie, dissolved air flotation, nanofiltratie en ionenwisselaars. Het zuiveringsproces is gericht op een sterk verbeterde grondstofwinning, maar ook op waterzuivering van een hoger niveau met veel minder gebruik van chemicaliën. Het gezuiverde water in Wilp zal worden gebruikt om de Twellose beek te voeden. Een grondstof die wordt gewonnen uit het water is onder andere fosfaat, wat kan worden ingezet als groene meststof voor de landbouw. Het cellulose uit wcpapier kan een tweede leven krijgen in asfalt. Met het concept worden tevens flinke stappen gezet om probleemstoffen zoals microplastics en medicijnresten uit het afvalwater te halen. De energie die nodig is voor het zuiveren van het water wordt op het terrein zelf duurzaam opgewekt. Bovendien is het mogelijk de Waterfabriek continu te optimaliseren omdat de installatie modulair is opgebouwd. Innovaties en verbeterde technieken op het gebied van waterzuivering kunnen hierdoor eenvoudig worden ingepast. Met de Waterfabriek Wilp wordt invulling gegeven aan de ambitie van het waterschap om in 2050 volledig circulair te zijn. + arjen.van.nieuwenhuijzen@witteveenbos.com


Restlevensduur kunstwerken en duurzaamheid In de zomer van 2019 heeft de gemeente ’s-Hertogenbosch Witteveen+Bos evenals Iv-Infra en Royal HaskoningDHV/ Nebest een raamcontract gegund waarbinnen de komende jaren de constructieve veiligheid en de restlevensduur van in totaal circa 170 verkeersbruggen onderzocht wordt. De werkzaamheden bestaan op hoofdlijnen uit gerichte toestands- en constructieve inspecties, rekenkundige beoordelingen van de constructieve veiligheid (onder andere NEN 8700-serie en CROW-CUR-Aanbeveling 124), restlevensduuronderzoeken en het ontwerp van eventueel benodigde versterkingsmaatregelen en/of levensduurverlengende maatregelen. In oktober is Witteveen+Bos begonnen met de uitvoering van de eerste twee deelopdrachten. Ook vonden de eerste inspecties en onderzoeken in deze periode plaats. Naar verwachting zullen de werkzaamheden voor de gemeente ’s-Hertogenbosch eind 2021 zijn afgerond. De ontwikkelingen op het gebied van de beoordeling van bestaande kunstwerken zijn de afgelopen jaren in een stroomversnelling terechtgekomen. Een groot aantal objecten nadert het einde van de (technische) levensduur. Tevens zijn de intensiteit en de zwaarte van het (vracht)verkeer de afgelopen decennia flink toegenomen. Opdrachtgevers als Rijkswaterstaat, ProRail, provincies, gemeentes en waterschappen hebben grote behoefte aan inzicht in de (constructieve) staat van hun areaal en concrete implementatie van hun duurzaamheidsdoelstellingen. Witteveen+Bos heeft hiermee zeer brede ervaring. De diensten van Witteveen+Bos voorzien in een totaalpakket voor de beoordeling en renovatie/vervanging van bestaande kunstwerken, waaronder inspecties, verificatieberekeningen, restlevensduuronderzoeken en advies op het gebied van duurzaamheid en beheer en onderhoud.

Verkenning simulatiemodellen software Marijkesluizen

+ tom.petersen@witteveenbos.com

Het unieke karakter van infrastructuurprojecten maakt het noodzakelijk besturingssoftware op maat te ontwikkelen. In de praktijk blijkt het ontwikkelen van deze software complex, waardoor langdurige testprocedures nodig zijn om de juiste werking te kunnen aantonen. In de projecten worden proceseisen toegevoegd voor een beheerst ontwikkelingsproces om daarmee het hoofd te bieden aan deze complexiteit. Met regelmaat blijkt dat – ondanks alle inspanningen – beweegbare objecten ongewenst en zelfs gevaarlijk gedrag vertonen. In meerdere gevallen is dit te herleiden naar (ontwerp-) fouten in de besturingssoftware. In de vakgroep Control Systems Technology van de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e) loopt daarom momenteel – in samenwerking met Rijkswaterstaat – het onderzoeksprogramma Supervisory control synthesis (SCS). In dit onderzoek wordt functionaliteit van systemen geformaliseerd in modellen. Door middel van simulatie kunnen deze modellen gevalideerd worden, waarna op basis van wiskundig bewezen algoritmen de bijbehorende besturingssoftware gegenereerd kan worden. Door de wiskundige bewijsvoering is de geproduceerde software 100 % gelijk aan de gevalideerde modellen en worden daarmee menselijke interpretaties en fouten uitgesloten. Voor software die op deze wijze tot stand wordt gebracht heeft verificatie dan ook geen meerwaarde. De juistheid van de verkregen software heeft daarom veel potentie voor veiligheidskritische systemen. Witteveen+Bos is bij dit onderzoek betrokken door voor Rijkswaterstaat een schaduwontwerp te maken voor een pilot-project (Prinses Marijkesluizen) op basis van de SCS-methode. Het ontwikkelen van een schaduwontwerp geeft inzicht in de (informatie)behoeftes die contractpartijen bij de uitvoering van een dergelijk project hebben. Bovendien geeft het schaduwontwerp inzicht in de relatie met de Landelijke Bruggen- en Sluizenstandaard (LBS) en de bijhorende eisendatabase (GRIP). Het schaduwontwerp is ontwikkeld vanuit alle ontwerpdocumenten, zoals voorgeschreven in de documentenstandaard J-STD-016. + peter.suijdendorp@witteveenbos.com

DUURZAAM BEHEREN RIVIERBODEM Witteveen+Bos voert in samenwerking met HKV in opdracht van Rijkswaterstaat - Water, Verkeer en Leefomgeving (RWS WVL) een beleidsstudie uit naar het duurzaam beheren van de rivierbodem. Het zomerbed daalt in grote delen van de Maas- en Rijntakken als gevolg van het versmallen van de rivier en door een tekort aan aanvoer van sediment vanuit België en Duitsland. Hierdoor ontstaan negatieve effecten voor de scheepvaart, natuur, waterbeschikbaarheid en aanwezige infrastructuur. In dit project worden beleidsopties ontwikkeld voor de rivierbodem: laten we deze verder dalen, houden we deze vast op huidig niveau of brengen we deze terug naar een niveau van tien of zelfs twintig jaar geleden?

Witteveen+Bos Nieuws april 2020

Per beleidsoptie zijn oplossingsrichtingen uitgewerkt die bestaan uit het toevoegen van sediment aan de rivier, verruimen van de rivier door bijvoorbeeld aanleg van nevengeulen of uiterwaardverlaging of langsdammen. Het grootschalig laten aanzanden van de rivier staat haaks op het huidige bodembeleid, dat uitgaat van het voorkomen van aanzanding. Op basis van de uitkomsten van de studie neemt het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat een beslissing over het te voeren bodembeleid. De studie maakt onderdeel uit van het programma Integraal Riviermanagement. In dat programma staat een integrale riviersysteemgerichte aanpak centraal. + michel.zuijderwijk@witteveenbos.com


Dijkversterking Wolferen-Sprok: anticiperen op nieuwe stikstofregels

Het is begin 2019. Het ontwerpteam De Betuwse Waard, waar Witteveen+Bos deel van uitmaakt, start met het uitwerken van de dijkversterking Wolferen-Sprok. Er wordt hard gewerkt aan de voorbereiding voor de vergunningsaanvraag Natuur. En dan is er de PAS-uitspraak van de Raad van State, die de voortgang van het project ernstig dreigt te frustreren. Het ontwerpteam schiet in een hogere versnelling om met deze nieuwe situatie om te gaan. Het helpt dat bij de start van de samenwerking al is geanticipeerd op de mogelijkheid dat de stikstofregels zouden veranderen. Het ontwerpteam werkt als ‘bouwteam’ intensief aan de opdracht om de 13 kilometer lange dijkversterking met minder stikstofuitstoot te realiseren. Wijnand Jelier, manager projectbeheersing Wolferen-Sprok vanuit opdrachtgever Waterschap Rivierenland en Alice Esmeijer, ecoloog bij Witteveen+Bos, zitten er tot over hun oren in: het bedenken van maatregelen om de stikstofdepositie die dit project veroorzaakt te mitigeren of te compenseren. Alice: ‘Een grote uitdaging. Binnen Witteveen+Bos hebben we goed geanticipeerd op het vallen van het PAS, waardoor we bij aanvang van deze projectfase het risico hebben geïdentificeerd en opgenomen in het risicodossier. Dus toen de Raad van State op 29 mei vorig jaar met de uitspraak kwam dat het PAS juridisch geen stand houdt, konden we overstappen op een andere planning en ons plan B.’ Bewijzen ‘Daarmee is het probleem nog niet opgelost’, vervolgt Alice. ‘In Den Haag werden de beleidsmakers behoorlijk verrast door de RvS-uitspraak. Er stonden dan ook geen richtlijnen klaar over hoe hiermee om te gaan, zodat de projecten door konden gaan. Landelijk wordt bijvoorbeeld het door de overheid beschikbaar gestelde model Aerius gebruikt voor het berekenen van de stikstofuitstoot. Toen het PAS ‘viel’, is Aerius maandenlang uit de lucht geweest voor aanpassingen en kon je dus geen berekeningen maken. Het PAS stelde Aerius verplicht, maar sinds de RvS-uitspraak is elke verwijzing ernaar uit de wetteksten verwijderd. Nu mag je eigenlijk alles gebruiken, als je maar kan bewijzen dat het goed is. Daar zijn we sindsdien hard mee bezig.’ Deadline Wijnand: ‘De dijkversterking Wolferen-Sprok wordt gefinancierd vanuit het landelijke Hoogwaterbeschermingsprogramma. Daar zitten bepaalde voorwaarden aan, zoals een duidelijke deadline wanneer het project klaar moet zijn. Overschrijding van die deadline is een kostbare zaak.’ Alice: ‘We hebben daarom gekozen voor een aanpak met meerdere oplossingsrichtingen en we berekenen of er in de huidige situatie eigenlijk een probleem is. Daarnaast kijken we naar mogelijkheden om intern dan wel extern te salderen. Ook het uitvoeren van de ADC-toets (het aantonen van ‘geen Alternatieve mogelijkheden’, ‘Dwingende redenen van openbaar belang’, ‘Compensatie voor aantasting van de natuur’) zou een richting kunnen zijn.’ Wijnand: ‘En we doorlopen deze oplossingsrichtingen parallel, omdat we onder tijdsdruk staan.’

PAS IN STRIJD MET EUROPESE REGELS Het Programma Aanpak Stikstof (PAS) werd in 2015 door de landelijke overheid geïntroduceerd om neerslag van stikstof in de natuur terug te dringen, maar daarbij economische ontwikkeling niet in de weg te zitten. Teveel stikstof leidt tot voedselrijke grond, waarin bepaalde

vegetatiesoorten goed gedijen, maar dat gaat ten koste van andere (beschermde) soorten én de dieren en insecten die daarvan afhankelijk zijn. Teveel stikstof leidt dus tot het verdwijnen

ONTWERPTEAM DE BETUWSE WAARD De Waaldijk tussen Wolferen en Sprok, bij Nijmegen, wordt in het kader van het landelijke Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) voor 2025 aangepakt. De dijk voldoet niet

meer aan de wettelijke normen voor waterveiligheid en daarom wordt er 13,1 kilometer dijk versterkt. Ontwerpteam De Betuwse Waard werkt de plannen uit op basis van het gekozen

voorkeursalternatief. Het ontwerpteam bestaat uit Waterschap Rivierenland, aannemercombinatie Ploegam BV, GMB Civiel en Dura Vermeer Infra Landelijke projecten BV en ingenieursbureau

Witteveen+Bos. Zij werken vanuit een projectkantoor in Andelst samen aan de dijkversterking Wolferen-Sprok. Meer info: www.dijkversterkingwolferensprok.nl

Zo’n oplossingsrichting is bijvoorbeeld intern salderen. Alice: ‘Omdat in dit project vanaf de planfase, waarbij we ook betrokken waren, de insteek was dat we geen boerderijen wilden weghalen, biedt intern salderen (het compenseren van de emissie binnen het projectgebied) eigenlijk te weinig mogelijkheden om aan de voorwaarden te voldoen. We wilden daarom extern salderen door bij agrariërs emissierechten op te kopen. Het waterschap vroeg ons echter om daarvoor toch wat anders te bedenken. We zoeken nu naar manieren om alsnog intern te salderen. Het verbreden van dijken kost bijvoorbeeld ruimte, waardoor er leefgebieden van sommige diersoorten vernietigd worden. Dat moeten we proberen goed te maken en dat kan door percelen grasland te laten verruigen. Of door het aanpassen van de vergunningen voor door het waterschap verpachte gronden, zodat daar met onmiddellijke ingang geen bemesting meer plaatsvindt. Daarmee valt de stikstofemissie van grote arealen grasland weg als gevolg van het project. Als we dit kunnen aantonen, zijn we een heel eind op weg.’ Meerwaarde ontwerpteam Wijnand: ‘Dijken produceren van zichzelf geen stikstof, alle stikstofemissie in dit project wordt veroorzaakt door werkzaamheden in de uitvoeringsfase. We zoeken naar manieren om die eigen uitstoot te mitigeren. Wat hierbij echt helpt is dat ook de aannemer in het ontwerpteam zit. Als aannemers dit zelf moeten gaan doorrekenen, dan was daar denk ik in de huidige markt de capaciteit niet voor geweest; nu zijn er gewoon superkorte lijntjes. Voor mij is wel bewezen dat zo’n ontwerpteam werkt, dat je het met samenwerking opgelost krijgt. We kunnen bijvoorbeeld heel concreet overleggen welk ander bouwmaterieel we in kunnen zetten, waarmee we het werk wel kunnen realiseren en toch een grote reductie in stikstofuitstoot kunnen realiseren.’

met de Europese wetgeving en bieden deze bovendien te weinig garantie op daadwerkelijke

‘Als we de aannemer er nu niet al bij hadden, hadden we nooit de stikstofuitstoot zoveel kunnen reduceren als we nu al gedaan hebben. Zo kunnen we verder en dat moet ook met deze strakke deadline. Dat helpt trouwens enorm voor het teamgevoel, zo’n gezamenlijk probleem bindt ons wel. Ik heb bijvoorbeeld nog niet eerder in een project zo intensief met een ecoloog samengewerkt.’

worden verleend. Een uitspraak met grote gevolgen voor (bouw)projecten in heel Nederland.

+ communicatie@witteveenbos.com

van biodiversiteit. Met het PAS werd het mogelijk de extra stikstofuitstoot die activiteiten zoals bouwprojecten, wegenaanleg en uitbreidingen van veehouderijen veroorzaken te verrekenen

met toekomstige maatregelen. Op 29 mei 2019 deed de Raad van State (RvS) de uitspraak dat

het PAS juridisch geen stand houdt. Wat betreft de RvS zijn die toekomstige maatregelen in strijd terugdringing van stikstof. Er mogen daarom op basis van het PAS geen vergunningen meer

Witteveen+Bos Nieuws april 2020


Station Sixhaven: Sprong over het IJ

PFAS-crisis ‘wake-upcall’ vervolg van pagina 1 Andere focus Martijn vervolgt: ‘In het begin bleek het moeilijk om helder uit te leggen dat PFAS ook minder goede eigenschappen hebben en schadelijk kunnen zijn voor onze gezondheid. Bijna dagelijks kwam hierover nieuwe wetenschappelijke informatie. Ik ontdekte dat deze informatie nauwelijks toegankelijk is voor de praktijk, waardoor de wereldwijde zorgen voor deze stoffen in Nederland niet werden gezien.’ Het afgelopen jaar is het besef gegroeid dat deze stofgroep aandacht verdient. Was dit ook de aanleiding voor de PFAS-crisis die medio 2019 ontstond? ‘Nee’, zegt Martijn. ‘Wereldwijd maakt men zich zorgen om PFAS in oppervlaktewater en drinkwater. In Nederland ontstond een probleem met het hergebruiken van grond en baggerspecie toen medio 2019 het beleid hiervoor werd aangepast. Onze wetgeving voor hergebruik van grond en bagger is uniek in Europa, maar bleek niet geschikt voor niet-genormeerde stoffen zoals PFAS. Dat realiseren wij ons nu en we zien ook het effect voor bijvoorbeeld het toepassen van grond in diepe zandwinputten. In het geval van een niet-genormeerde stof is bijna niets toegestaan en hierdoor treedt stagnatie op.’ Preventie Preventie is volgens Martijn de beste oplossing. ‘Dit is natuurlijk een open deur, maar wat niet in ons milieu komt, hoeft er ook niet uit. Maar preventie werkt niet als effecten van stoffen pas later aan het licht komen, bijvoorbeeld door verbeterde onderzoekstechnieken. Dan moeten andere oplossingen bedacht worden, zoals het wettelijke verbieden van het gebruik van stoffen of het lokaal wegnemen van onwenselijke situaties.’ Bij Witteveen+Bos richten wij ons op beide sporen, geeft Martijn aan. ‘Samen met onze klanten en marktpartijen werken wij aan oplossingen om deze stoffen uit de bodem en uit het water te halen. In deze participatieve ontwikkeling gaan we per situatie onderzoeken wat de best beschikbare, duurzame en betaalbare technieken zijn. Dit maatwerk vraagt om samenwerking in de keten.’ ‘Het andere spoor is oplossingen te bedenken om een tweede PFAS-crisis voor te zijn. Dit vraagt om beleidsmatige oplossingen en hiervoor adviseren wij het publieke domein bij het ontwikkelen van een aanpak of werken wij aan nieuw beleid. Dit doen wij bijvoorbeeld in ons POPUP-project.’ POPUP Witteveen+Bos staat midden in de ontwikkelingen rondom PFAS. ‘Het resultaat van acht jaar nadenken over PFAS, is de algemene erkenning dat het om een erg vervelende stofgroep gaat. Dit staat nadrukkelijk op de kaart. We zijn betrokken bij verschillende technische oplossingen om PFAS uit de bodem te krijgen. Dan doen we zowel op verzoek van onze klanten als ook op eigen initiatief.’ ‘Maar we kijken ook verder; hoe kunnen we omgaan met niet-genormeerde stoffen in de bodem en water? Dit doen we in het project genaamd POPUP. Met dit project werkt een consortium van Arcadis, Bioclear earth, TTE Consultants en Witteveen+Bos samen met eindgebruikers aan stappenplannen waarmee actie kan worden ondernomen als een niet-genormeerde stof of nieuwe verontreiniging zich manifesteert. Deze eindgebruikers zijn provincies, gemeenten, waterschappen en omgevingsdiensten. Ook het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en Rijkswaterstaat werken aan dit project mee. Deze stappenplannen kunnen problemen zoals met PFAS in de toekomst voorkomen.’ Omgevingswet Martijn vervolgt: ‘PFAS heeft mij veel inzicht gegeven in de wijze waarop wij de afgelopen decennia ons bodembeleid hebben gevoerd en wat hieraan verbeterd moet worden. Het gaat enerzijds om preventief beleid en het handelen van overheden. Met de komst van de Omgevingswet wordt het nog belangrijker om regionale afwegingen te maken en deze ook te kunnen verantwoorden. Dit vraagt om een participatief proces, waarbij alle actoren in de keten betrokken worden. Maar dit vraagt ook om het gebruik maken van kennis en deskundigheid in de keten.’ ‘Anderzijds kunnen we niet alles voorkomen. Oplossingen bedenken en deze realiseren blijft nodig. Innovatie moet gestimuleerd worden om technieken te ontwikkelen en kennis te behouden. In ons POPUP-project werken wij verder aan adviezen hiervoor. Dankzij PFAS is deze wake-upcall in Nederland ook aangekomen.’ + martijn.van.houten@witteveenbos.com + www.expertisecentrumpfas.nl + www.opkomendestoffen.nl

Witteveen+Bos Nieuws april 2020

Het wordt steeds drukker op en rond het IJ in Amsterdam. De verwachting is dat het aantal mensen dat met de pont het IJ over gaat in 2030 is verdubbeld. Daarom is de gemeente het programma Sprong over het IJ gestart om de capaciteit van de oversteek te vergroten. Eén van de vijf maatregelen van het programma is een extra station aan de Noord/Zuidlijn achter Amsterdam Centraal Station aan de overkant van het IJ: station Sixhaven. De inpassing van dit station in de bestaande metrolijn is mogelijk doordat in de ruwbouw van de tunnel van de Noord/Zuidlijn al een ruimtereservering is opgenomen ter hoogte van jachthaven Sixhaven. Afgelopen jaren heeft Witteveen+Bos gewerkt aan een haalbaarheidsstudie voor station Sixhaven. Begin 2019 is de uitwerking van het ontwerp ook echt gestart. Bij de uitwerking van het ontwerp werkt Witteveen+Bos intensief samen met de opdrachtgever Metro en Tram van de gemeente Amsterdam, architectenbureau Benthem Crouwel Architects en partner Royal HaskoningDHV. Die samenwerking wordt wekelijks in de praktijk gebracht met een samenwerkdag op ons kantoor in Amsterdam waarbij alle partijen en disciplines aanwezig zijn. De dag begint met een weekly stand waarbij de stand van de werkzaamheden wordt besproken en eventuele planningsproblemen worden opgelost. Vervolgens wordt in wisselende samenstelling met gebruik van het 3D-bouwinformatiemodel (BIM) het ontwerp doorgenomen. Op die manier wordt alle ontwerpinformatie open en transparant besproken door zowel de opdrachtgever als het team om eventuele issues direct op te lossen. Door deze iteratieve en transparante aanpak streven we naar het beperken van (grote) afwijkingen aan het eind van het project en een oplevering binnen budget en planning. Dat vergt een sterke betrokkenheid van alle deelnemers. Om dit te faciliteren zijn vanaf de beginfase alle betrokkenen geïnstrueerd over het gebruik van de BIM-omgeving en zijn werk- en communicatiestandaarden voor het delen van informatie gedefinieerd. Eind 2021 besluit de gemeente Amsterdam of het station er wel of niet komt. Bij een positief besluit start de bouw van het metrostation in 2024. Het metrostation Sixhaven moet dan in 2027 gereed zijn. + janet.van.de.wetering@witteveenbos.com


W+B inventariseert waterschapserfgoed Wie dacht dat onze waterschappen alleen voor droge voeten en schoon water zorgen heeft niet goed opgelet: zij dragen ook zorg voor een grote hoeveelheid watererfgoed. Het gaat hierbij om allerlei cultuurhistorische objecten variërend van monumentale sluizen, oude jaagpaden met rolpalen, historische grachten en dijktrajecten tot archeologische vindplaatsen en kunstuitingen. Als trotse eigenaar van vele objecten wilde waterschap Noorderzijlvest dan ook wel eens weten wat zij eigenlijk in handen heeft. Witteveen+Bos voerde hiervoor een inventarisatie uit. Hiertoe knoopten wij verschillende GIS- en kadasterbestanden aan elkaar. Daaruit destilleerden we een overzicht met alle objecten die we indeelden in archeologie, landschap, gebouwde monumenten en kunstcollectie. Van deze objecten maakten we een beschrijving zodat duidelijk is om wat voor object het gaat, wie het wanneer ontwierp of bouwde, of het nog in gebruik is en dergelijke. Ook voerden we een historische waardestelling uit waaruit blijkt hoe hoog de beleefde kwaliteit, de fysieke kwaliteit en de inhoudelijke kwaliteit c.q. het informatiegehalte (hoeveel vertelt het object over het

verleden?) is. Dit maakt inzichtelijk waarom behoud van de objecten van belang is. Zodra bekend is wat het waterschap in bezit heeft qua erfgoed, rijst natuurlijk de vraag welke kosten dat met zich meebrengt. Daarom hebben we samen met onze assetmanagement experts ook de instandhoudingskosten geraamd. Hiervoor hebben we in het veld de objecten geïnspecteerd, ingemeten en op de foto gezet. Dat leverde mooie beelden op en een nieuwe methodiek voor de raming van instandhoudingskosten. Alle informatie is gebundeld in een database, waarin ook de geografische coördinaten van elk object staan. Hiermee kunnen we allerlei GIS-kaarten genereren. Bijvoorbeeld een kaart die alle objecten in slechte staat, maar met een hoge belevingswaarde laat zien plus een schatting van benodigde kosten om deze objecten weer in goede staat te brengen. Een handig hulpmiddel voor waterschappen die erfgoedbeheer als maatschappelijke verantwoordelijkheid zien en in willen spelen op het toenemende belang van erfgoed in omgevingsvisies. + elisabeth.ruijgrok@witteveenbos.com

SCHERM HOUDT HSL-TREIN UIT DE WIND ProRail heeft Witteveen+Bos in de zomer van 2018 opdracht gegeven een windscherm te ontwerpen voor de HSL-brug over het Hollands Diep. De brug verbindt de oevers bij Dordrecht en Moerdijk. De brug is ontworpen door Benthem Crouwel Architects en in 2005 gebouwd. Het is een stalen kokerliggerbrug met een lengte van 1,2 kilometer. Het rijdek aan de bovenzijde is van beton en kraagt aan weerszijden over de stalen koker uit. Het spoor ligt op het hoogste punt ongeveer 23,5 meter boven het water. Bij de aerodynamisch gevormde hogesnelheidstreinen bestaat het risico op kantelen bij harde wind in combinatie met een hoge snelheid. De treinen en de draagconstructies van de HSL worden ontworpen op basis van zeer strenge Europese regels. Voor restrisico’s zijn er twee maatregelen: snelheid verminderen en zelfs stoppen bij harde wind of de treinen uit de wind houden door een scherm. Bij de HSL-brug is bij de aanleg gekozen voor een windwaarschuwingssysteem. Afhankelijk van de verwachte windstoten, wordt de treinsnelheid in stappen verlaagd of gestopt. Het systeem werkt zoals beoogd, maar leidt in de praktijk tot meer vertragingen dan verwacht. Daarom is besloten toch een windscherm aan te laten brengen, zodat bij elke windkracht 300 km/uur kan worden gereden. Witteveen+Bos heeft onder andere op basis van een aantal windtunneltesten een voorontwerp en definitief ontwerp opgesteld en de klanteisen en randvoorwaarden verder uitgewerkt tot een vraagspecificatie. + bert.jongstra@witteveenbos.com

Spoortrillingen bij appartementencomplex Voor een nieuw te bouwen appartementencomplex in de Zutphense wijk Noorderhaven heeft Witteveen+Bos onderzoek gedaan naar de te verwachten hinder door trillingen veroorzaakt door het treinverkeer. Het nieuwbouwgebied ligt direct ten noorden van het spoor en het station in Zutphen. De uiteindelijke trillingsniveaus op de vloeren moeten binnen de kaders van de Meeten beoordelingrichtlijn SBR deel B (Hinder voor personen in gebouwen) vallen. Bij het meten van de trillingsniveaus op de plek van het toekomstige complex bleek dat de trillingsniveaus in horizontale richtingen een stuk hoger waren dan verwacht bij spoortrillingen en zelfs dominant waren ten opzichte van de verticale richting. Dit bleek te worden veroorzaakt door een wisselcomplex. Om een goede inschatting te kunnen geven van eventueel benodigde maatregelen is meer inzicht noodzakelijk in de energieoverdracht tussen bodem en fundering. In overleg met de opdrachtgever is besloten om een numeriek model van spoor, ondergrond en fundering op te zetten om zo de overdracht in de x- en y-richting beter te kunnen inschatten. De bronbelasting in de simulaties is iteratief vastgesteld, zodat er ter plaatse van het meetpunt een frequentiespectrum vergelijkbaar met de gemeten trillingen werd verkregen. Hierbij is zowel de verdeling van het signaal over het frequentiespectrum als de amplitude van het signaal vergeleken met de gemeten trillingen bij treinpassages. Met het rekenmodel was het mogelijk om een locatiespecifieke geoptimaliseerde inschatting te geven van de overdrachten van de trillingen van het maaiveld naar de fundering van het gebouw. + marieke.bezemer@witteveenbos.com

Witteveen+Bos Nieuws april 2020


OMGEVINGSVISIE OVER-GEMEENTEN Witteveen+Bos werkt samen met de gemeenten Oostzaan en Wormerland, ruimtelijk adviesbureau Rho Adviseurs en woonadviesbureau Atrivé aan een nieuwe toekomstvisie voor de fysieke leefomgeving voor OVER-gemeenten, de samengevoegde ambtelijke organisaties van Oostzaan en Wormerland.

Online platform voor burgerpartipatie Inbeeld Je hebt een goed idee voor een ruimtelijk project. Maar wat zouden anderen er van vinden? Witteveen+Bos lanceerde het online participatieplatform Inbeeld om de stad van morgen, die voldoet aan de verwachtingen van inwoners, te bouwen. Inbeeld creëert in enkele muisklikken een online participatieomgeving waarmee betrokkenen in de omgeving laagdrempelig kunnen participeren in jouw idee.

In 2021 wordt de bestaande wet- en regelgeving rondom ruimte, wonen, infrastructuur, milieu en water vervangen door de overkoepelende Omgevingswet, die focust op integraal werken en participatie. Een belangrijk instrument van de Omgevingswet is de Omgevingsvisie: een document waarin beleidsdoelstellingen ten aanzien van de leefomgeving worden vastgelegd.

Participatie gaat over in samenwerking met je omgeving denken, werken en beslissen. Bijvoorbeeld met bewoners, bezoekers, instellingen, professionals, gemeenteambtenaren en beleidsmakers. Ieder vanuit zijn eigen rol en met zijn eigen belangen. Een digitaal participatieplatform zoals Inbeeld kan dan een uitstekende versneller zijn in projecten, mits de toepassingen en behoeften in de omgeving van projecten in een zo vroeg mogelijk stadium duidelijk worden geïdentificeerd. Met Inbeeld geef je toelichting op jouw idee en geef je de omgeving laagdrempelig de mogelijkheid om te participeren in projecten en om zelf projecten op te starten. Bewoners en andere belanghebbenden kunnen op een kaart hun zorgen en suggesties over het (ruimtelijke) idee/plan delen. Samen vergroten deze het draagvlak en maken het plan of idee beter. Uniek aan deze tool, in vergelijking met andere participatieplatformen, is dat het iedereen in staat stelt een eigen initiatief te starten en af te stemmen met buren, betrokkenen en andere stakeholders. Hiermee is het platform geschikt voor grote complexe projecten, maar ook voor kleine projecten opgestart door burgers. + mattijs.stam@witteveenbos.com

WITTEVEEN+BOS OPNIEUW GECERTIFICEERD OP TREDE 5 CO2-PRESTATIELADDER Opnieuw is Witteveen+Bos gecertificeerd

op de hoogste trede (niveau 5) van de CO2-

prestatieladder. De totale reductie in CO₂-uitstoot kwam in vergelijking met 2007 op 40 % per fte,

aanzienlijk meer dan de doelstelling van 28 %. De

verwachting is dat deze trend wordt doorgezet; de

verwachte reductie over 2019 is 47 % ten opzichte van het referentiejaar.

De CO2-prestatieladder is een instrument dat

bedrijven helpt bij het reduceren van CO2-uitstoot.

Opdrachtgevers die de ladder inzetten, bij met

name GWW-aanbestedingen, belonen bedrijven die CO2-reductie serieus nemen met fictieve

korting op de inschrijfprijs. Witteveen+Bos is in

het bezit van het CO2-bewust Certificaat, niveau 5.

Dat betekent dat wij in aanbestedingstrajecten bij

klanten die de prestatieladder hanteren het maximale

RAAMCONTRACT MET WATERBEDRIJF OMAN Vorig jaar verwierf Witteveen+Bos samen met YAS CE uit Oman en KWR uit Nederland een driejarig raamcontract bij het nationaal waterbedrijf van Oman, het Public Authority Water (PAW), voor de herziening en voorbereiding van conceptontwerpen voor nieuwe waterdistributienetwerken in Oman. In dit raamcontract moet W+B/YAS concurreren met een andere internationale consultant om daadwerkelijk projecten te kunnen verwerven. Daarbij kijkt PAW niet alleen naar de prijs, maar ook naar kwaliteit en de manier waarop kennisoverdracht aan hun jonge ingenieurs wordt verzorgd. PAW beschouwt kennisoverdracht als een belangrijk onderdeel van onze opdracht omdat hun afdeling Planning en Asset Management bestaat uit veel jonge ingenieurs die zelf het conceptontwerp voorbereiden. Onze taak is om de PAW-medewerkers te leren hoe ze zowel de technische aspecten zoals hydraulische modellering, waterbehoefteberekeningen, netwerk layout, kostenramingen, etcetera kunnen verbeteren, maar ook hoe ze kunnen groeien op het gebied van soft skills zoals het opstellen van rapportages, risicomanagement en stakeholdermanagement.

Onze ambitie is om onze CO2-emissie in 2030 met

Naast het beoordelen van tot nu toe vijf conceptontwerpen, heeft PAW Witteveen+Bos ook gevraagd om te assisteren bij twee opdrachten met betrekking tot masterplanning. Beide studies hebben waardevolle input geleverd aan PAW voor inschatting van de toekomstige watervraag, de vereiste reservoircapaciteit in het land en de veerkracht van het waterleidingnet in geval van noodsituaties. Kortom, het geeft informatie over waar de investeringen in de watervoorzieningsinfrastructuur zich op kunnen richten. PAW is tevreden met de resultaten en vervolgopdrachten liggen in de lijn der verwachting.

footprint brengen wij halfjaarlijks onze CO2-prestaties

+ michel.bretveld@witteveenbos.com

gunningsvoordeel op onze prijs kunnen behalen. Naast het leveren van maatschappelijke waarde

en het ontwikkelen van toptalent is het reduceren

van de milieu-impact van onze bedrijfsvoering een

maatschappelijk doel van Witteveen+Bos. Wij willen dit bereiken door het verduurzamen van onze mobiliteit

en het bevorderen van onze CO2-reductie in de keten. 60 % te reduceren ten opzichte van 2007. Met de CO2in kaart. In 2018 heeft Witteveen+Bos een reductie van 40 % behaald ten opzichte van referentiejaar 2007. De totale emissie was 3.449 ton aan CO2 met een

personeelsbestand van 1.025 fte wereldwijd. Daarmee

is de CO2-emissie per fte gedaald van 5,72 ton in 2007 naar 3,41 ton in 2018.

Met onze kennis helpen wij onze opdrachtgevers bij

het vormgeven van een betere, meer duurzame wereld. Alle projecten die op technologisch, economisch,

ecologisch, politiek of sociaal vlak bijdragen aan een gezonde aarde met welvarende bewoners en goed functionerende ecosystemen zijn duurzaam. + communicatie@witteveenbos.com

Witteveen+Bos Nieuws april 2020

In alle fasen om te komen tot de Omgevingsvisie staat het betrekken van de omgeving - onder andere bewoners, maatschappelijke organisaties, professionele partners - en integraal werken centraal. Het afgelopen half jaar is er tijdens participatiemomenten, zoals integrale werksessies, straatenquêtes, generatiegesprekken, inloopbijeenkomsten en een digitale peiling, naar de mening van de omgeving gevraagd: wat vinden zij belangrijk, wat zijn hun droombeelden voor hun gemeente en wat kan er beter? De omgeving weet immers het beste wat er leeft en hun kennis is hierbij hard nodig. Daarnaast brengen we professionals vanuit verschillende disciplines samen om in gesprek te gaan over urgente opgaven. In feite heeft het proces tot nu toe in het teken gestaan van zoveel mogelijk informatie ophalen en het creëren van keuzes (divergeren). De opgehaalde input krijgt op dit moment een plek in de koersdocumenten, waarin we de stap maken naar keuzes maken (convergeren) voor de Omgevingsvisies van de beide gemeenten. Zo komen integrale en participatieve Omgevingsvisies tot stand die herkenbaar zijn voor betrokkenen en belanghebbenden. + wouter.gaastra@witteveenbos.com


MKBA REMMING BODEMDALING FRIESE VEENWEIDEGEBIED Is het maatschappelijk verantwoord om de bodemdaling in het Friese veenweidegebied te remmen? Zo ja, wat is dan de meest aantrekkelijke koers voor de lange termijn? Half november 2019 heeft Witteveen+Bos de maatschappelijke kostenbatenanalyse ‘MKBA remming bodemdaling Friese veenweidegebied’ opgeleverd. Opdrachtgevers zijn de provincie Fryslân en het Wetterskip Fryslân. In de studie zijn vijf beleidsalternatieven onderzocht, die de bodemdaling in verschillende mate remmen via droogleggingsreductie. Daarbij zijn de kosten en baten van de onderzochte alternatieven ten opzichte van de referentie ‘recht zo die gaat’ bepaald en zoveel mogelijk in euro’s uitgedrukt. Een mix van twee beleidsalternatieven biedt de beste optie om bodemdaling en CO2-uitstoot tegen te gaan en tegelijkertijd de landbouw een duurzaam toekomstperspectief aan te reiken. Een duurzaam toekomstperspectief voor de landbouw kan geboden worden door: - Maatwerk in het waterbeheer. Dat biedt de meeste kansen om als boer met een verminderde drooglegging hetzelfde verdienmodel te kunnen voortzetten. - De ontwikkeling van nieuwe landbouwkundige verdienmodellen, die goed te combineren zijn met vernatting, zoals kringlooplandbouw, verbrede landbouw en natuurinclusieve landbouw. Provincie Fryslân en Wetterskip Fryslân stellen in het najaar van 2020 een Veenweideprogramma voor de periode 2020-2030 vast. + elisabeth.ruijgrok@witteveenbos.com

Staatsbezoek en handelsmissie Indonesië Een delegatie van Nederlandse overheidsfunctionarissen, organisaties en particuliere bedrijven bezocht Indonesië tijdens een economische missie van 9 tot 13 maart 2020. De missie werd georganiseerd ter ere van het staatsbezoek van koning Willem-Alexander en koningin Máxima aan Indonesië. Sawarendro, Victor Coenen, Joost Noordermeer en Rob van den Boomen van Witteveen+Bos Indonesië namen deel en droegen bij aan sessies over kust- en maritieme ontwikkeling. Ook werd er een bezoek gebracht aan Jakarta en Soerabaja. Witteveen+Bos-directeur Stephan van der Biezen woonde een CEO-rondetafelbijeenkomst op ministerieel niveau bij, voorafgegaan door een informeel gesprek met het koninklijk paar. Stephan: ‘Human Capital Development is een van de vijf topprioriteiten van president Jokowi. Tijdens de rondetafelbijeenkomst heb ik onderstreept hoe belangrijk het is om bedrijven als het onze hierbij te betrekken, zodat zowel harde als zachte vaardigheden kunnen worden ontwikkeld, in relatie tot projecten.’ De handelsmissie werd geleid door de Nederlandse ministers Sigrid Kaag van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, Cora van Nieuwenhuizen van Infrastructuur en Waterstaat, secretaris-generaal Jan-Kees Goet van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en minister van Staat Sybilla Dekker. De missie werd georganiseerd door de Indonesische ministers van Transport Budi Karya Sumadi, Maritieme Zaken en Investeringen Luhut Binhar Pandjaitan en Handelsminister Argus Suparmanto. + rob.van.den.boomen@witteveenbos.com

SECOND OPINION ASSET SÚDWEST-FRYSLÂN De gemeente Súdwest-Fryslân heeft Witteveen+Bos gevraagd een second opinion uit te voeren op de wijze waarop zij hun kapitaalgoederen beheren en onderhouden. De gemeente SúdwestFryslân is met bijna 1.000 km2 (ruim 1 ha per inwoner) de grootste gemeente van Nederland, en heeft circa 3,4 miljard aan kapitaalgoederen in beheer. Witteveen+Bos heeft onderzoek gedaan naar de wijze waarop de gemeente haar assets en de bijbehorende onderhoudsstatus in beeld brengt en houdt, en hoe zij de optimale balans zoekt tussen prestaties, kosten en risico’s. Vervolgens heeft Witteveen+Bos geadviseerd op welke manieren die balans verder te optimaliseren is, in lijn met het staande beleid en de actuele opgaven van de gemeente. Het onderzoek is in februari naar tevredenheid afgerond met een presentatie aan het college van B&W. Voor onze asset management experts en life cycle managers was het een leerzaam strategisch vraagstuk, waar zij met plezier hun tanden in zetten. + ben.strating@witteveenbos.com

Voortzetting samenwerking met TenneT De raamovereenkomst voor ‘Maintenance and Preservation’ die elektriciteitsnetbeheerder TenneT in 2018 gunde aan een combinatie van Bilfinger Tebodin, Witteveen+Bos en Petersburg Consultants is verlengd met een periode van twee jaar. Als beheerder van het landelijk hoogspanningsnet met een spanningsniveau vanaf 110 kV verbindt TenneT alle Nederlandse regionale netten en het Europese net met elkaar. Daarnaast bewaakt TenneT de betrouwbaarheid en continuïteit van de Nederlandse elektriciteitsvoorziening. Deze continuïteit moet gegarandeerd worden, terwijl de energietransitie ingrijpende veranderingen van het net vraagt. Bijvoorbeeld door de toenemende decentrale opwekking. Het raamcontract is voor de advies- en engineeringwerkzaamheden van de grote vervangingsopgave waar TenneT voor staat. De combinatie ondersteunt TenneT binnen deze overeenkomst bij alle advieswerkzaamheden voor de vervanging van assets op de hoogspanningsstations in de regio Zuid. De combinatie van de drie bureaus werkt engineeringspakketten uit voor de preventieve en correctieve vervangingen van de verschillende assets op de hoogspanningsstations. Er worden inspecties uitgevoerd naar de huidige conditie, ontwerpwerkzaam-

heden verricht en bestekken geschreven, zodat de vervanging van de geselecteerde componenten veilig en goed kan worden uitgevoerd door een aannemer. BIM-pilot OS Oterleek Daarnaast heeft TenneT een aantal BIM-pilotprojecten opgestart om door middel van samenwerking middels BIM het projectenproces zo efficiënt mogelijk te maken. TenneT wil het BIM-model gebruiken voor de ontwerpfase van zes projecten, maar wil BIM ook gebruiken voor de realisatiefase met het oog op beheer en toekomstig onderhoud. Een van deze projecten, BIM-pilot OS Oterleek, voeren Reddyn en Witteveen+Bos samen uit. Op 150 kV Onderstation Oterleek dienen veel verouderde componenten in de schakeltuin vervangen te worden. Daarvoor gebruiken we zowel in de ontwerpfase als in de realisatiefase een BIM-model. Dat BIM-model bestaat uit een Relatics-database die gekoppeld is aan een 3D-model van de te vervangen delen van de installatie. Als uitgangspunt van de bestaande situatie wordt gebruikgemaakt van een 3D-scan van het station. + tonny.van.wijck@witteveenbos.com

Witteveen+Bos Nieuws april 2020


Personalia Ingrid Bolier nam per 1 mei 2019 de leiding van het kantoor in Breda over van Wim van den Berg. Wim van den Berg startte per juli 2019 als kantoorhoofd van het nieuwe Witteveen+Bos-kantoor in Utrecht. Per 1 januari 2020 begon Michel Berghuis als kantoorhoofd in Den Haag. Hij nam het stokje over van Hannie Dierx, die PMC-leider is geworden van de PMC Milieu, gezondheid en leefomgeving.

Corona De coronacrisis heeft uiteenlopende gevolgen op alle plekken in de samenleving. Ook bij Witteveen+Bos proberen we zo goed mogelijk met de situatie om te gaan. In alle landen waar we kantoren hebben, sluiten we ons aan bij het beleid van de lokale overheden. Met uitzondering van Vietnam zijn al onze kantoren momenteel gesloten. In Nederland volgen we vanzelfsprekend de richtlijnen vanuit de Rijksoverheid en het RIVM. Ons doel is om in goed overleg met alle betrokkenen projecten volgens planning te laten verlopen en deadlines zo veel mogelijk te halen. Dit vergt flexibiliteit, improvisatie en goede communicatie van zowel Witteveen+Bos als opdrachtgevers en andere stakeholders. Dat doen wij graag in goede samenwerking. Witteveen+Bos is ook nu een deskundige, betrouwbare en betrokken werkgever en partner. Vanzelfsprekend kunt u terecht bij uw contactpersoon voor vragen of overleg.

Rianne Albers-Schouten is met ingang van 1 januari 2020 begonnen als kantoorhoofd Heerenveen. Zij volgt daarmee Maurits Schilt op, die leider werd van de PMC Omgevingsrecht en vergunningen. Op 1 januari 2020 starttte Arjan Luttikholt als adjunct-directeur van TEC. TEC staat voor Tunnel Engineering Consultants, de joint-venture van Witteveen+Bos met Royal HaskoningDHV. Samen met Hans de Wit (RHDHV) vormt Arjan de directie van TEC. Door de groei van ons bedrijf is met ingang van januari 2020 het aantal PMC’s uitgebreid. Peter Quist is daarvoor aangetreden als PMC-leider van Havenontwikkeling, scheepvaartwegen en baggeren en Dirk-Jan Jaspers Focks werd leider van de PMC Waterbouw en geotechniek. Collega’s Edwin Twigt en Marc Scheres werden aangesteld als leider van respectievelijk de PMC Elektrische- en procesautomatiseringssystemen en de PMC Afvalwater. Per 1 juni van dit jaar zal ons kantoor in Singapore worden geleid door Jaïr Smits. Jaïr volgt Arno Kops op, die het kantoor in 2014 heeft opgezet.

Bij het uitbreken van het coronavirus was de samenstelling van deze editie van Witteveen+Bos Nieuws al vergevorderd. We hadden daarin graag aandacht besteed aan onze resultaten over 2019 en aan de aanstaande directiewisseling. Omdat door de omstandigheden de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van Witteveen+Bos van 9 april is verplaatst naar een later tijdstip, bleek dit helaas niet meer mogelijk. Deze onderwerpen zullen in een volgende editie aan de orde komen. + communicatie@witteveenbos.com

JAAP VAN DER GRAAF-PRIJS MAAKT PLAATS VOOR NIEUWE WITTEVEEN+BOS-STUDENTENPRIJS De Jaap van der Graaf-prijs maakt na tien jaar plaats voor een nieuwe prijs onder een andere naam. De Jaap van der Graaf-prijs werd jaarlijks in januari uitgereikt op de Vakantiecursus van de TU Delft, aan een student of onderzoeker die in het jaar ervoor het beste Engelstalige artikel over de behandeling van afvalwater publiceerde. Witteveen+Bos komt in 2020 met een nieuwe, thematisch bredere studentenprijs, die toegankelijk wordt voor zowel universiteiten als hogescholen.

DVM-specificaties N35 Nijverdal-Wierden De N35 tussen Nijverdal en Wierden wordt verbreed naar een autoweg met 2x2 rijbanen met twee ongelijkvloerse aansluitingen nabij Nijverdal Oost/’t Lochter en Wierden-West. Vanuit dit project wordt een D&C-contract voorbereid, waarmee een aannemer kan worden gecontracteerd voor de uiteindelijke realisatie van het project. Onderdeel van het project zijn systemen ten aanzien van dynamisch verkeersmanagement (DVM), waarvoor specificaties waren opgesteld. Rijkswaterstaat heeft Witteveen+Bos gevraagd om de DVM-specificaties aan te passen en aan te vullen waar nodig, in verband met wensen en eisen van interne belanghebbenden. Witteveen+Bos is hiervoor in gesprek gegaan met de relevante stakeholders (Verkeerscentrale Noord- en Oost-Nederland, de tunnelbeheerder en de wegbeheerder) en heeft op basis van deze input de (aanvullende) DVMmaatregelen nader uitgewerkt in een notitie. Vervolgens zijn de aanvullende DVM-systemen en eisen in de GRIP-database toegevoegd. Het resultaat is een contractspecificatie waarin de maatregelen op het gebied van DVM zijn geborgd overeenkomstig de wensen van Rijkswaterstaat. + harmen.droogendijk@witteveenbos.com

Witteveen+Bos Nieuws april 2020

De Jaap van der Graaf-prijs werd in 2009 op initiatief van Witteveen+Bos ingesteld, bij het terugtreden van Van der Graaf als hoogleraar in de Behandeling van Afvalwater aan de TU Delft. Jaap van der Graaf was van 1988 tot 2003 algemeen directeur van Witteveen+Bos. + communicatie@witteveenbos.com

DIGITALE NIEUWSBRIEF ONTVANGEN? Het Witteveen+Bos Nieuws is ook digitaal beschikbaar. U kunt zich hiervoor aanmelden via onze website www.witteveenbos.nl/nieuwsbrief. Wilt u uw abonnement op deze papieren editie opzeggen? Stuur dan een e-mail met uw naam en adres naar communicatie@witteveenbos.com.

Redactieadres Witteveen+Bos Nieuws

Postbus 233, 7400 AE Deventer, telefoon 0570 69 79 11

communicatie@witteveenbos.com, www.witteveenbos.com

Het Witteveen+Bos Nieuws verschijnt enkele keren per jaar. Jaargang 28, april 2020.

Wij hebben ons best gedaan om alle rechthebbenden van het

beeldmateriaal in deze uitgave te achterhalen. Laat het ons weten als u denkt dat uw materiaal zonder voorafgaande toestemming is gebruikt.


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.