Vredeseilanden jaarverslag 2008

Page 25

Het kantoor van Vredeseilanden ligt in Butembo, op ongeveer 240 km van de brandhaard Goma. Ook al was het af en toe onrustig in de stad Butembo, toch is de regio waar onze partners werken is gespaard gebleven van hevige gevechten en grote vluchtelingenstromen. Dat betekent dat onze activiteiten min of meer zijn kunnen doorgaan zoals gepland. “Er is een herwaardering van de landbouw nodig. Landbouw is een buffer voor conflicten. Wie een zak rijst voor 100 dollar verkoopt, heeft geen zin meer om naar een kalasjnikov te grijpen”, zegt Léopold Mumbere, die ons programma in Congo coördineert. “De grond is hier heel vruchtbaar, dus de mogelijkheden voor duurzame landbouw liggen hier voor het rapen. En ik ontmoet ze elke dag, de boeren en boerinnen die ambitie ademen. Elke jongere die de kans krijgt om geld te verdienen door handel te drijven of door land te bewerken, is een jongere minder die zich aansluit bij een rebellengroep om te overleven.” “Eén van die lichtpunten is de prille samenwerking van onze partners met het Wereldvoedselprogramma (WFP). Dat agentschap levert o.a. aan vluchtelingen in de oorlogszones van Centraal Afrika. Meestal delen zij Amerikaans of Europees voedsel uit. Het kostte Vredeseilanden, onze Congolese partners en de cel voedselhulp van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking in 2007 heel veel overtuigingskracht om hen te overtuigen dat het lokaal aankopen van voedsel loont. Het is goed voor de lokale economie en de boerenbeweging van Noord-Kivu die zo een markt vindt voor hun producten. En het is goed voor het WFP dat de vluchtelingen hun lokale voeding kan aanbieden en heel wat transportkosten uitspaart.” Sydip en Coocenki, een boerenvakbond en een coöperatieve met samen 24199 leden, sluiten tot op de dag van vandaag nog altijd contracten met het Wereldvoedselprogramma. 790 ton bonen en 351 ton maïsmeel zijn sinds 2007 verdeeld onder de vluchtelingen (cijfers van februari 2009). De Belgische Ontwikkelingssamenwerking ging akkoord om twee nieuwe maalderijen te financieren. Dat is een antwoord op de enorme uitdaging om de tonnen maïs voor het Wereldvoedselprogramma te malen, een werk dat tot voor kort met kleine machines of met de hand gebeurde. Bovendien daalt zo ook de prijs voor het malen van maïs in de hele provincie, wat maïsmeel ook op de lokale markt goedkoper maakt. En er is meer. USAID – het Amerikaans agentschap voor ontwikkelingssamenwerking – toonde in 2008 veel interesse in de Belgische inspanningen voor lokale aankopen door het Wereldvoedselprogramma. Het vroeg hierover meer informatie aan de Belgische Ontwikkelingssamenwerking en Vredeseilanden. Op vraag van het Amerikaans Congres maakte USAID een rapport om te bekijken of het positief is dat de VS zich hierin lanceert. Eind januari 2009 werd dit rapport uiteindelijk overgemaakt aan het Congres. Hopelijk trekt dit de VS snel over de streep om zich, net als België, ook volop te engageren voor deze structurele vorm van voedselhulp. www.vredeseilanden.be/congo/wfp

“Er is een herwaardering van de landbouw nodig. Landbouw is een buffer voor conflicten. Wie een zak rijst voor 100 dollar verkoopt, heeft geen zin meer om naar een kalasjnikov te grijpen”

23


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.