Vf141

Page 1

winter 14

1de wereldfietser tijdschrift voor fietsreizigers

Thema: fietsen met kinderen • Nepal, land van de glimlach • Costerroute afgestoft • Interview Peter Mak en Karin van Toor • Bureaucratisch Oekraïne

losse verkoop € 4, 95


inhoud 6 Land van de glimlach

Als je in Nepal bent, hoef je niet per se een bovenmenselijke inspanning te leveren door achtduizenders te bedwingen. Je kunt ook gewoon door het laagland fietsen en genieten van het landschap en de open, vriendelijke mensen.

11 Weer gewone Nederlanders

Peter Mak en Karin van Toor trokken zesenhalf jaar op de fiets over de wereld. Tot de financiële crisis daaraan een einde maakte. Thuisgekomen bleek het bestaan als globetrotter toch zwaarder dan gedacht.

14 Grensperikelen

Een Oranjerevolutie en Europees Kampioenschap voetbal verder zijn de grensbeambten in de Oekraïne nog steeds hersenloze bureaucraten die je onbegrijpelijke documenten laten invullen om iets níet gedaan te krijgen.

2 tijdschrift voor fietsreizigers


Om de haverklap plaspauzes, korte etappes en een enorme berg bagage – je zou je om minder afvragen of fietsen met kinderen wel leuk is. Maar gelukkig, als je maar geduld en vooral geen haast hebt, kun je ook mÊt kinderen de mooiste avonturen beleven.

28 Vergeten fietsroute afgestoft

Wie kent de Costerroute nog? In de tweede helft van de jaren tachtig een succes, maar dankzij de Groene Weg in de vergetelheid geraakt. Gelukkig is daar het wonder van de gps. De Costerroute blijkt heden ten dage nog net zo rustig, stil en autoluw als een kwart eeuw geleden.

31 Minder is meer

Wil je comfortabel kamperen of comfortabel fietsen? Kies je voor het laatste, dan is alles wat je thuislaat mooi meegenomen. Nog mooier is dat je daardoor op plekjes kunt komen die je anders toch wat sneller links laat liggen.

en verder 2 Inhoud 4 Van de redactie en colofon 5 Op Kleine Schaal 9 Column Inge Jongerman 27 Het Moment 35 Tip en Traphap 36 Utah 38 Interview Raf van Hulle en Dirk Huyghe 41 Uitgelezen 43 Agenda 44 Verenigingsnieuws De Wereldfietser 46 Verenigingsnieuws De Vakantiefietser 48 Fietsers onderweg 51 De terugkomst en De volgende keer

tijdschrift voor fietsreizigers

3

beeld pagina 2 raf van hulle > zie pagina 38-39 pagina 3 arend MELISSANT > zie pagina 17

beeld cover johnny Teuchies > zie pagina 22-23

16 Thema: fietsen met kinderen


van de redactie Afgelopen najaar hebben we met de redactie een fietstocht gemaakt. De route voerde door het Groene Hart, van Amsterdam via de Vecht en de Ankeveense plassen naar Snelrewaard, waar we onze tentjes opzetten onder de appelbomen van natuurkampeerterrein De Oude Boomgaard. Het was een schitterend plekje en we beleefden een prachtige, frisse najaarsavond na een – voor mij – pittige tocht. De eerste tien kilometer trapte ik de benen uit mijn lijf om Bert en Inge bij te houden. Bert op zijn snelle Surly en licht bepakt, en Inge op haar racefiets, omdat ze halverwege zou terugkeren naar Amsterdam. Na tien kilometer moest ik vragen of ze iets langzamer wilden gaan. Met mijn 26 inch wielen en volle bepakking hield ik hun tempo niet bij. Maar wat had ik allemaal wel niet bij me? Twee achtertassen gevuld met een ruime tent van drie kilo, een dikke synthetische winterslaapzak, een self inflatable matras maat L en allerhande kookgerei in mijn voortassen. Dat het ook anders kan, laat Bert in zijn verhaal over bike packing op pagina 31 zien.

Frouke van Ommeren

eld

gev

er

bewerking

België en Nederland bieden ook tal van mooie fietsroutes en overnachtingsplekken om er (voor de eerste keer) met kinderen op uit te trekken. Persoonlijk ben ik minder bekend in België. Ik hoop daarom dat het thema ‘verassend dichtbij’ in het volgende nummer inspiratie biedt om nog meer mooie fietsroutes in Nederland, maar ook in België te ontdekken. Je kunt nog steeds je tips en verhalen over fietsroutes dichtbij huis insturen. Wij maken er dan voor nummer twee een mooi thema van!

be

eving

rmg vo

ei

ho

nd

ofd

redactie

redactie

Het thema van dit nummer is fietsen met kinderen. Afgelopen zomer kwamen mijn vriend en ik op fietsvakantie in Denemarken de meest onvoorstelbare combinaties tegen:

kinderen die te klein waren om te fietsen in een aanhangwagen, meetrapaanhangwagens met kinderen die net groot genoeg waren om mee te fietsen, kinderen op aanhaakfietsjes en kinderzitjes in alle vormen en maten, voor- en achterop. Sommige gezinnen fietsten maar twintig kilometer per dag. Het ging ze om het avontuur van het onderweg zijn en elke avond weer een nieuw kampeerplekje zoeken. ‘s Avonds deelden we de vuurplaats met complete gezinnen, maar ook met vaders of moeders die alleen met hun kind onderweg waren. Van twee Deens kinderen leerden we hoe je marshmallows hoort te eten: gepoft boven het kampvuur en dan samengedrukt tussen twee biscuitjes.

uit

Tekst frouke van ommeren Beeld Erik van den Boom

Bert Platzer

Wiesje Korf

Erik van den Boom

Theo Jorna

Jan Postema

André Ramault

Robert van Weperen

Bianca Foets

Inge Jongerman

Stefan Gradisen

Harry Wagenaar

Inge Claessens

n Dit is het gezamenlijke verenigingsblad van De Wereldfietser in Nederland en De Vakantiefietser in Vlaanderen n Leden krijgen dit blad vier keer per jaar toegestuurd n

Een lidmaatschap kost 17 euro per jaar voor Vlaamse en 22 euro voor Nederlandse leden n In Nederland loopt het lidmaatschap per kalenderjaar. Word je in de loop

van het jaar lid, dan worden de eerder dat jaar verschenen nummers van het tijdschrift nagezonden. Vul het aanmeldings­formulier op www.wereldfietser.nl in of stuur een mailtje naar: leden@wereldfietser.nl (ook voor adreswijzigingen) n In België word je lid na storting van 17 euro op rekeningnummer 230-0175902-61 van De Vakantiefietser, Broekstraat 66, 2480 Dessel. Je lidmaatschap loopt per jaar vanaf het moment van aanmelding. Adreswijzigingen meld je via: secretariaat@vakantiefietser.be n Stuur je mooiste reisverhalen met foto’s, tips en routekaartje naar de redactie van De Wereldfietser, redactie@tijdschriftwereldfietser.nl, of naar de redactie van De Vakantie­fietser, redactie@vakantiefietser.be n Kijk op www.tijdschriftwereldfietser.nl voor handige schrijfinstructies n Advertenties Theo Jorna en Harry Wagenaar, +31 (0)20 368 15 46, ­tijdschrift@wereldfietser.nl n Drukwerk Joh. Enschedé Amsterdam.

4 tijdschrift voor fietsreizigers


tekst BERT PLATZER en robert van weperen

op kleine schaal

Falk van de kaart Vorige keer meldden we dat de Falk-gpstoestellen zijn gebaseerd op de kaarten van OpenStreetMap. ‘Gebaseerd’ inderdaad, want vervolgens compileert (lees: versleutelt) Falk zijn kaarten. Wees dus gewaarschuwd: de Falk-toestellen kun je niet zelf met de gratis kaarten van OSM volproppen. Een verwarrende en apert valse claim dus. Veel toestellen van Garmin daarentegen zijn wel honderd procent compatibel met OSM, waardoor je nooit meer voor een kaart hoeft bij te pinnen, terwijl Falk 149,95 euro voor bijvoorbeeld de Duitsland-kaart rekent. Van ‘exotische’ bestemmingen als Portugal, Groot-Brittannië of Thailand hebben ze niet eens detailkaarten.

Bluetooth fietsslot Het lijkt wel sciencefiction, dit sleutelloze fietsslot. BitLock werkt via bluetooth samen met een app op je smartphone. Het slot herkent de eigenaar als die (met zijn smartphone) binnen een meter van zijn geparkeerde fiets komt en ontgrendelt zich automatisch. Omgekeerd werkt BitLock hetzelfde, zonder dat je je telefoon hoeft aan te raken. Met behulp van gps onthoudt de app bovendien de plaats waar je fiets staat. De app biedt nog veel meer mogelijkheden, maar of je die echt nodig hebt? Geïnteresseerden kunnen op de site van BitLock voor 119 dollar een pre-order plaatsen. Verwachte leveringsdatum: augustus. www.bitlock.co

Fietsen voor LadyLift Nog geen vakantieplannen? Stichting LadyLift zoekt fietsers voor een gesponsorde fietsestafette van Amsterdam naar Ghana. LadyLift wil de ontwikkeling van vrouwen in ontwikkelingslanden stimuleren door de productie van maandverband naar Afrika te verplaatsen om zo kosten te omzeilen. Door menstruatie missen Afrikaanse vrouwen gemiddeld vijftig dagen werk of school per jaar, waardoor maatschappelijke participatie lastig is. De opzet: drie teams fietsen in Europa en Afrika om de beurt vier uur, de klok rond. Van deelnemers wordt inschrijfgeld en een sponsorbedrag gevraagd. De tocht vindt plaats van 5 juli tot 17 augustus. www.facebook.com/stichtingladylift

Brooks herintroduceert Conquest Voor wie houdt van een zadel met spiraalveren, maar de geveerde zadels van Brooks altijd te breed vond, is er goed nieuws: de Brooks Conquest is terug! Brooks’ smalste zadel met spiraalveren wordt door de fabrikant een racezadel met spiraalveren genoemd, maar met een breedte van 162 millimeter is het wel iets breder dan de meeste racezadels. Geknipt voor veel fietsreizigers dus, al zullen de weight weenies fronsen bij het gewicht van 860 gram. Voor comfort moet je wat overhebben, zullen we maar zeggen. 130 euro. www.brooksengland.com

Oproep thema

Beeld wiesje korf

Eenzaamheid

Wie altijd samen met anderen op vakantie wil, zal een solofietstocht niet aantrekkelijk vinden – geen aanspraak, geen gemeenschappelijke ervaringen. Toch heeft een alleingang aantrekkelijke kanten. Je bent alleen verantwoordelijk voor jezelf. Bij pech hoef je niet te overleggen. Alleen reizen is niet zozeer een confrontatie met jezelf, maar eerder een hernieuwde kennismaking met wie je na een periode van drukte op het werk en andere afleidingen bent, wat een louterende ervaring kan zijn. Ook kunnen belevenissen onderweg door het alleen reizen een stuk intenser worden ervaren, hetgeen je vakantie ontegenzeggelijk verrijkt. De redactie nodigt iedereen die zich hierin herkent dan ook uit om daarover te schrijven. Stuur je bijdrage, liefst voorzien van beeld, voor 15 maart naar: redactie@tijdschriftwereldfietser.nl of redactie@vakantiefietser.be.

tijdschrift voor fietsreizigers

5


TEKST EN BEELD HENK BOKKERS KAARTJE PAUL KLOEG

Land van de glimlach In de schaduw van Nepals achtduizenders “Nepalese mensen zijn arm, maar hebben altijd een glimlach op hun gezicht�, vertelde een lokale wijze man Henk en Ton tijdens hun fietstreis door Nepal. Daar bleek geen woord van gelogen, ondervonden beide fietsers. Kathmandu verandert in hoog tempo in een moderne metropool, met de bijbehorende verkeerschaos en luchtvervuiling. De armoede is op straat zichtbaar. Zestig procent van de stad is nog niet op de riolering aangesloten. Mensen proberen veelal in hun bestaan te voorzien door iets te verkopen of te repareren. Altijd zijn ze toegankelijk, glimlachen naar ons en staan ons te woord.

Lijkverbrandingen Uiteraard bezichtigen we de vele tempels, bazaars, nauwe winkelstraatjes en andere bezienswaardigheden. De lijkverbrandingen bij de Pashupatinath-tempel maken grote indruk. Veel hindoes die hun einde voelen naderen, komen naar de 6 tijdschrift voor fietsreizigers

rivier de Bagmati om te sterven. De Bagmati mondt uit in de heilige rivier de Ganges en wordt daarom ook als heilig beschouwd. De lijken worden na diverse rituelen aan de lopende band op stenen platforms verbrand, waarna de as in de rivier wordt gestrooid. De emoties die voor ons bij de dood horen, zien we niet. Onze gids vertelt dat volwassenen hun emoties niet mogen laten zien. Hindoes gaan er bovendien van uit dat de doden in een beter leven op aarde terugkeren. Nepal is weliswaar vier keer zo groot als Nederland, maar omdat het voor driekwart uit bergen bestaat, zijn grote delen nauwelijks bewoonbaar, laat staan dat je er met de fiets kunt komen. Veel mensen gaan er dan ook naartoe om in de Himalaya te wandelen en te genieten van de bergtoppen die hier


uitstijgen tot boven de achtduizend meter. Maar Nepal heeft veel meer te bieden, ook op cultureel gebied. ‘Het dak van de wereld’ in het noorden van Nepal en de subtropische laagvlakte Terai in het zuiden liggen slechts tweehonderd kilometer uit elkaar. Het samengaan van dergelijke extremen in landschap en klimaat op zo’n beperkte oppervlakte is uniek in de wereld. Hoewel mijn broer Ton en ik Kathmandu zeer interessant vinden, blijven we er slechts één dag. We zijn niet van die stadsmensen, we houden meer van de natuur. We zijn hier gekomen om te fietsen en zijn dan ook blij dat we aan onze tocht over de laagvlakte en het aangrenzende berglandschap kunnen beginnen.

Escorte Het is een hele toer om in Kathmandu de weg te vinden en dus ook om de stad uit te komen. We besluiten een taxi voor ons te laten uitrijden. De taxi is zo klein dat er nauwelijks twee personen in passen, laat staan twee bepakte fietsen. Met handen en voeten maken we de taxichauffeur duidelijk dat we achter hem aanfietsen tot een op de kaart aangewezen punt. Het is ons niet vreemd om in drukke steden te fietsen, maar de vette rook uit de oude auto’s, samen met het stof van de straat, maakt het fietsen in Kathmandu niet echt een pretje. Wel is het een heel bijzondere sensatie. Hier regeert het recht van de sterkste en de brutaalste. We mogen onze taxi niet uit het oog verliezen, dus geven we ons hier volledig aan over. Gelukkig kunnen we na een tijdje zelfstandig verder fietsen. Hoewel het een van de belangrijkste wegen naar de tweede en meest toeristische stad van Nepal (Pokhara) is, merken we dat het allengs rustiger wordt. De wegen zijn te fietsen, hoewel er regelmatig stukken zijn waar geen asfalt meer op de weg aanwezig is of waar diepe kuilen opduiken. Als fietser moet je blijven opletten. De eerste kilometers gaan vooral naar beneden. Onderweg zien we diverse kapotte vrachtwagens langs de weg staan of beneden in het ravijn liggen. Aan het eind van onze reis zullen we hier in tegenovergestelde richting fietsen. Dan zal het vooral bergop gaan, want Kathmandu ligt op 1300 meter hoogte. Klimmen Ook nu mogen we klimmen, want na dertig kilometer nemen we de zuidelijke weg richting Hetauda. De komende 45 kilometer klimmen we naar 2500 meter – pittig voor de eerste dag. In Daman, boven op de berg, overnachten we in een gezellig en eenvoudig hotelletje. We genieten van het eenvoudige, maar prima Nepalese eten en een

Met handen en voeten maken we de taxichauffeur duidelijk dat we achter hem aanfietsen welverdiend biertje. De bazin slaat ons van blijdschap op de schouders omdat we als toerist geen hamburger bestellen, iets waarvoor ze bang was en waarmee ze zich geen raad zou weten. Vanuit het hotel hebben we een prachtig uitzicht op de berg Annapurna. Met een top van 8091 meter is het een van de tien hoogste bergen in de wereld. Daarvan liggen er acht in Nepal, waaronder Mount Everest. We zijn er al voor gewaarschuwd: op de laagvlakte van Terai kan het heel erg warm worden en dat merken we. De temperatuur loopt op tot 43 graden in de schaduw, in de zon is het al gauw vijftig graden. Door de rijwind is het in de zon nog net uit te houden. Gelukkig kunnen we de bidons regelmatig bijvullen en kunnen we onderweg veelvuldig uitrusten bij restaurantjes. Dat laatste geldt overigens voor heel Nepal. Steeds treffen we dan ook weer jongeren en ouderen die ons aankijken, glimlachen en geïnteresseerd onze fietsen bekijken. We passeren Chitwan National Park, maar we hebben helaas geen tijd voor een bezoek. Dat spijt ons zeer, want in dit natuurreservaat, het oudste en bekendste van Nepal, leven eenhoornige Indische neushoorns en zeldzame Bengaalse tijgers. Ook is het park het woongebied van luipaarden, civetkatten, jakhalzen, beren, buffels en diverse soorten slangen. Wel bezoeken we Lumbini, een stad en regio die aan India grenst. Het is de stad waar Gautama Boeddha is geboren, de stichter van het boeddhisme, en daarmee een van de belangrijkste bedevaartsplaatsen voor boeddhisten wereldwijd. Behalve de exacte geboorteplek van Boeddha zien we er tientallen enorme boeddhistische tempels, gebouwd door boeddhisten uit evenzoveel landen. Elk land heeft zijn eigen tempel, de een nog sierlijker dan de ander. Opvallend is dat er in het park geen toeristen rondlopen en dat het er schoon is. We hebben het idee dat mensen elders in Nepal hun afval makkelijker zomaar van zich afgooien.

Toeristenstad De fietstocht voert ons vanuit Butwal in noordelijke richting naar Pokhara, wat ons betreft het mooiste deel van onze fietstocht. De weg gaat op en neer, steeds langs diepe kloven en hoge rotsformaties. Regelmatig komen we door dorpjes, waar kinderen ons vrolijk begroeten en soms lachend een eind meerennen. Het kost wel een n tijdschrift voor fietsreizigers

7


De bazin slaat ons van blijdschap op de schouders omdat we geen hamburger bestellen

De lijkverbrandingen bij de Pashupatinath-tempel extra klim, maar Tansen, een prachtig authentiek stadje, mag zeker niet worden overgeslagen. We dwalen door zeer steile straatjes met houten gebouwen die rijkelijk zijn voorzien van houtsnijwerk dat honderden jaren oud is en waarin winkeliers en ambachtslieden hun zaak hebben. We vinden dit het mooiste stadje van onze reis. Onderweg bezoeken we ook nog een kippenvoerbedrijf en een kippenboerderij. Het zijn bedrijven die Ton in het kader van ontwikkelingswerk samen met een lokale partner heeft opgezet en die nu tot volledige wasdom zijn gekomen. Nadat we zijn ontsmet, om te voorkomen dat we ziektes mee naar binnen nemen, worden we uitgebreid ontvangen en rondgeleid door de zakenpartner van Ton. Tons ideaal is verwezenlijkt. Op de twee bedrijven hebben honderden lokale mensen werk gevonden. Een goede vorm van ontwikkelingswerk. Vanuit Pokhara is het uitzicht op de Himalaya overweldigend. Op dertig kilometer afstand liggen enkele van ‘s werelds hoogste bergtoppen, waar arctische temperaturen heersen. De stad op 884 meter hoogte is met zijn subtropische klimaat dan ook het start- en eindpunt van vele wandelingen en trektochten. Vroeger trok deze stad vooral hippies aan en het valt ons op dat er nog steeds excentrieke, hippieachtige figuren met lange haren, baarden en wijde broeken rondlopen. De stad speelt goed in op de vele toeristen, getuige de vele (outdoor)winkels en mondaine restaurantjes. Veel toeristen zullen Pokhara omarmen, maar wij vinden de stad te druk en zoeken liever rustiger gebieden op. We fietsen een dag zonder bagage naar de andere kant van het Phewameer. Na ĂŠĂŠn overnachting zijn we weer vertrokken.

Aanmoedigingen In een indrukwekkende omgeving loopt het 8 tijdschrift voor fietsreizigers

eerste deel van de weg richting Kathmandu lekker naar beneden. Lange tijd fietsen we langs een snelstromende rivier, met daar hoog boven prachtige rotsformaties. In een mum van tijd hebben we dan ook vijftig kilometer afgelegd. Dat verandert als we de hoofdweg verlaten om Bandipur te bezoeken, dat bovenop een heuvel ligt. Over een afstand van zeven kilometer moeten we zevenhonderd hoogtemeters overbruggen, waarbij stijgingspercentages van twintig procent voorkomen. Het is de moeite waard, want in het dorp zien we mooie tempels met veel houtsnijwerk, geplaveide straatjes in het kleine centrum en authentieke huizen waar de tijd lijkt te hebben stilgestaan. Ook hebben we een prachtig uitzicht op het Annapurnamassief. We verblijven in een basaal appartementje, waar slechts twee uur per dag water voorradig is. Het regenseizoen is nog niet aangebroken en het water moet in grote tonnen naar boven worden getransporteerd. De uitbaatster, een vrolijke, humoristische vrouw die redelijk goed Engels spreekt, wil wel met ons mee om het dorp en de omgeving te laten zien. Zij kent iedereen en laat ons ook meegenieten van het boerenleven. Ze stelt ons voor aan de boeren in het dorp en de arbeiders

die hun land aan het bewerken zijn. De volgende dag vervolgen we onze weg en nemen de kabelbaan naar de oude hindoetempel Manakamana. We zijn de enige toeristen, maar niet de enige bezoekers: honderden hindoes zijn op hun pelgrimstocht overal vandaan gekomen met kippen, bokken en geiten, die bij de tempel worden geofferd. De beesten worden in aparte gondels naar boven getransporteerd. Het levert een Indrukwekkend schouwspel op. We trekken verder naar Kathmandu. De omgeving, veelal fietsen we langs een rivier, blijft prachtig. We rijden langs kloven en genieten van de vergezichten. Het is nooit saai omdat we voortdurend langs huisjes komen en de hele dag vrolijk worden gegroet door kinderen en volwassenen. Zoals overal in Nepal zien we boeren, die met behulp van ossen vaak kleine stukjes grond bewerken. Vlak voor Kathmandu worden we ingehaald door tientallen lawaaiige en roetbrakende bussen. Het leger is ook paraat, want er wordt een staking en barricade verwacht. Wie er gaan staken, komen we niet te weten, maar veel soldaten moedigen ons tijdens de klim naar Kathmandu aan. Eenmaal boven fietsen we met een taxi voor ons uit terug naar ons hotel in Kathmandu. b


COLUMN Inge fietst graag in het buitenland. In haar column deelt ze haar gedachten over typische fietsersdilemma’s.

TEKST inge jongerman

Schuldgevoel Goed asfalt, geen kip op de weg en alleen maar dalen. Wat geniet ik van mijn snelheid. Niemand die me dit kan afpakken, totdat ik iemand hoor roepen: “lady, buy some bananas!” In een flits zie ik een oude man met ingevallen wangen langs de kant van de weg staan. Hij roept nog een keer: “Just one banana!” Terwijl ik achterom in de smekende ogen van de man kijk, verkeer ik in tweestrijd. Ik wil hem helpen, maar nu remmen zou zo zonde zijn. Ik stop niet. Die avond fiets ik de Cambodjaanse stad Siem Reap binnen. Wanneer ik even later bij een pinautomaat sta, klampt een jonge vrouw met vier kinderen zich aan me vast. Ze lopen op blote voeten en zijn gekleed in vodden. Vier paar kinderogen kijken me triest aan. Het lijkt bijna een scène uit een toneelstuk. Ik geef ze al mijn proviand, maar de vrouw loopt duidelijk teleurgesteld weg. Zal ik er nog achteraan gaan? Mijn oog valt op een kleurrijke poster met de tekst ‘Angkor Wat Charity Bikerace’. De race is morgen al. De tempels wilde ik toch zien, waarom dan niet meteen voor het goede doel? Ik rijd door naar de inschrijving, die in de lobby van een chic hotel is gevestigd. Een vriendelijke Amerikaanse expat vertelt dat hij de race voor het vierde jaar organiseert en dat de opbrengst naar verschillende weeshuizen in de omgeving gaat. “De kinderen fietsen dit jaar voor het eerst zelf ook mee”, zegt hij enthousiast. “De start is om vijf uur want de tempels zijn het mooist bij zonsopgang.” Meteen vervolgt hij: “Dat is dan 85 dollar.” Ik slik even, maar met de bananenverkoper en straatkinderen in mijn achterhoofd betaal ik toch maar.

De volgende ochtend sta ik slaperig aan de start, samen met heel veel luidruchtige expats. De meesten zijn uitgerust met luxe racefietsen en bijpassende outfits. Achteraan staat een groepje kinderen in T-shirts met daarop het logo van hun weeshuis. Hun fietsen zien eruit of ze elk moment uit elkaar kunnen vallen. Wanneer het startschot klinkt, is het nog zo donker dat ik geen boom van een tempel kan onderscheiden. De expats gaan allemaal voor de eerste prijs en zijn al snel uit het zicht verdwenen. Behoorlijk chagrijnig trap ik in mijn eentje door. Dan komt er een joch van een jaar of twaalf naast me rijden. Hij is buiten adem en heeft duidelijk zijn best gedaan me in te halen. “How are you?”, vraagt hij met een trotse blik in zijn ogen. Ondertussen kleurt de zon de tempels oranjerood en fietsen we langs indrukwekkende tempelcomplexen. De jongen vertelt over de omgeving en het verbaast me hoe goed zijn Engels is. We praten over van alles tot hij opeens stilvalt. Hij vertelt dat zijn ouders zijn omgekomen door een landmijn en hij ze erg mist. In stilte fietsen we verder. Met de finish in zicht trekken we nog even een sprintje en voegt hij zich bij zijn vriendjes. Wanneer ik hem dag zeg fluistert hij: “I wish I had a mother like you.” Geëmotioneerd fiets ik weg. Die nacht droom ik dat ik een fruitstal leegkoop, alle bedelaars geld geef en een compleet weeshuis adopteer. Wanneer ik wakker word, heb ik nog steeds een onvoldaan gevoel. Het zal nooit genoeg zijn. b tijdschrift voor fietsreizigers

9


10 tijdschrift voor fietsreizigers


TEKST MAUREEN BOL BEELd peter mak en karin van toor

Uitgereisd Peter en Karin zijn weer gewone Nederlanders Zesenhalf jaar fietsten ze door Europa, Afrika en Azië. Vanwege de crisis braken ze eind 2008 hun wereldreis af. Peter Mak en Karin van Toor kijken terug en vertellen hoe ze nu door het leven gaan. “Inmiddels wonen we op de mooiste plek van Nederland.”

Het was wel afkicken voor het fietsende echtpaar Peter Mak en Karin van Toor, maar ze hebben inmiddels het gewone leven weer opgepakt. De olifanten op de weg, de zoektocht naar Zerzura (het El Dorado van Egypte), maar ook de ontberingen zijn levendige herinneringen. Tastbaar in de vele gesprekken met belangstellenden en andere reizigers die op het punt staan te vertrekken. Hoe zorgde de crisis ervoor dat jullie de wereldreis moesten afbreken? Peter: “We hadden ons jarenlang gespaarde geld belegd op de aandelenmarkten, als pensioenpot voor wanneer we ons ooit weer zouden settelen. Eind 2008 was die spaarpot, zonder dat wij dit wisten, binnen enkele weken met zeventig procent gereduceerd. Er waren weliswaar nog voldoende financiën om door te reizen, maar het idee om na vele jaren volledig berooid terug te komen, drukte de pret iets te veel.” Hoe is het jullie sinds de financiële catastrofe vergaan? Peter: “Bij terugkomst in Nederland eind 2008, heb ik bijna letterlijk de knop omgezet. Ik heb direct werk gevonden en ben hard aan de slag gegaan om geld te verdienen, met maar één doel: voldoende geld verdienen om na enkele jaren de reis weer te kunnen voortzetten. Karin heeft een half jaar getreurd, voor ze zich op de buitenwereld kon storten. Daarna vond ze een prachtige, leidinggevende baan bij een kleine gemeente. Terwijl de ontdekking over onze financiën in Korea voor mij een grotere schok was dan voor Karin. Onze reis stopte voor mij met de kredietcrisis.” Karin: “Het duurde nog twee maanden, voordat we naar huis konden. Peter zat toen voortdurend in de rouw. Maar ik wilde nog genieten van de tijd die we hadden.” Peter: “Zonder geld verder reizen was voor mij geen optie. Karin maakte zich daar minder zorgen over. Tijdens de vliegreis naar Nederland heb ik aan één stuk door gehuild.”

‘Tijdens de vliegreis naar Nederland heb ik aan één stuk door gehuild’

Terug in Nederland zwierven Peter en Karin geruime tijd door Nederland. Op zoek naar een vaste woonplek sliepen ze bij vrienden en familie. “We vonden een plek om te wonen, en hoe!”, vertelt Peter. “We kochten van onze laatste pensioencentjes een bosperceel in Groesbeek en bouwden daar ons eigen huis. Inmiddels wonen we op de mooiste plek van Nederland, tussen de oorverdovende stilte van ruisende bomen, fluitende n vogels en spelende eekhoorns.” tijdschrift voor fietsreizigers

11


Peter en Karin fietsten tijdens hun wereldreis onder andere door Tibet Peter en Karin hebben nog niet genoeg geld gespaard om weer op reis te gaan en tot hun 65e te blijven fietsen. Peter zat een jaar zonder werk. Dankzij het inkomen van Karin konden ze rondkomen, maar sparen werd daarmee wat lastiger. Inmiddels heeft Peter weer een baan. “Daar komt bij”, vertelt Peter, “onze plannen om de reis ooit weer voort te zetten, liggen al enige tijd in de koelkast. Vrieskist eigenlijk. We zijn er na de reis achtergekomen, dat jarenlang dagelijks reizen niet

alleen heel erg mooi is, maar ook zwaar. Vooral het dagelijks moeten zorgen voor drinkwater, goed eten en een slaapplaats hakt er wel in. Mentaal sta je daardoor voortdurend onder druk, ondanks dat we ook genieten van zo’n prachtige reis. Toen we in Nederland weer gewend waren om zorgeloos op te staan, water uit de kraan te drinken en elke dag een bed en eten ter beschikking te hebben, beseften we hoezeer we daar tijdens de reis vrijwel dagelijks mee bezig waren geweest. En dus ook hoe dat onbewust een stempel op de dag drukte en vaak ook een zorg was.” Zijn er nog meer redenen om niet opnieuw aan een lange fietstocht te beginnen? Karin: “De druk die wij iedere dag voelden om water, eten of een overnachtingsplek te vinden, doet niets af aan de reis. Het enige moment dat we Nederland, het gemak en het comfort van winkels en zorg in de buurt misten, was toen we ziek waren.” Peter: “Karin is in Syrië geopereerd aan

12 tijdschrift voor fietsreizigers

haar galblaas. Die is in het ziekenhuis van Homs verwijderd. Een maand later werd ik middenin de woestijn van Jordanië gillend wakker van de pijn in mijn buik. Een dag later werd mijn blindedarm in het ziekenhuis van Aqaba verwijderd.” Na hun ziekbed in 2003 kwamen Peter en Karin een half jaar terug naar Nederland. Op hun website cycletheworld.nl plaatsten ze een lijstje met ontberingen die ze onderweg doorstonden. Behalve de operaties aan Karins galblaas en Peters blindedarm noemen ze een sneeuwstorm in Tibet, een valpartij van Karin in Namibië en de rugproblemen van Peter, waarvoor hij in het WestChinese Kashgar naar het ziekenhuis moest. “Maar ik garandeer je dat het lijstje met mooie dingen langer is”, relativeert Peter. Zouden jullie desondanks ooit nog op de fiets stappen voor een lange reis? Peter: “Zeker, maar dan voor drie maanden, of zo.”


Karin: “We hebben nog een aantal landen en continenten op ons lijstje staan: Zuid- en Midden-Amerika, Japan, Indonesië, Australië, Nieuw-Zeeland.” Peter: “En de Filipijnen en Paaseiland. We wonen zo mooi, dat de behoefte aan het maken van lange reizen een stuk minder is geworden. Wel gaan we weekendjes weg en elk jaar lekker op vakantie. Met de auto welteverstaan. Racefiets en ATB mee voor mij en een stapel boeken voor Karin. We lijken weer gewone Nederlanders... hoewel er soms toch iets knaagt als we een mooie natuurserie over Afrika zien.” Over Afrika gesproken, jullie doorkruisten daar op fiets meerdere wildparken. Ervoeren jullie dat als een risico? Peter: “De eerste keer dat we door een wildpark fietsten, was op een gewone doorgaande weg, waar ook de Afrikanen zelf rijden, lopen en fietsen. We zijn ons daarna gaan verdiepen in de werkelijke risico’s, het gedrag van wilde dieren en mensen, en de gevolgen van dat gedrag. We leerden, dat de kans aangevallen te worden zeer klein is, op voorwaarde dat je je aan een aantal regels houdt. Respect voor de dieren, afstand houden, ze niet benaderen of in het nauw brengen, geen onverwachte, wilde bewegingen maken, et cetera. “Daar komt bij: een hongerige leeuw gaat niet naar een asfaltweg op zoek naar een overmoedige Hollandse fietser, maar naar een groep impala’s of een kudde zebra’s. Een olifant valt jou niet zomaar aan, tenzij je daar door je gedrag zelf om vraagt. We hebben tientallen olifanten gezien terwijl we fietsten, hielden altijd voldoende afstand of stopten, en we hoefden nooit bang te zijn. Onze fietsen waren voor wilde dieren afschrikwekkender dan die vrachtwagens die in Afrika over de weg denderen. “Wat niet wegneemt dat het tegelijk toch spannend is, omdat je weet dat zo de kans groot wild te zien alleen maar groeit. Het enige waar we bang voor hadden kunnen zijn, is bijvoorbeeld een zieke, verzwakte leeuw, die te zwak is om een antilope te vangen maar nog wel een stukje sneller kan rennen dan wij kunnen fietsen. Dit risico hebben we genomen en overleefd.” Zijn jullie niet bang dat jullie verhaal anderen aanzet tot het nemen van ondoordachte beslissingen: ‘als Karin en Peter het kunnen, dan kunnen wij het ook’? “Iedereen is anders. Mensen die bang zijn om door een wildpark te fietsen, moeten dat gewoon niet doen. Wij konden er enorm van genieten, dankzij ons vertrouwen in het leven, dankzij de kennis van het wild en omdat we niet snel bang zijn. Als je anders in elkaar steekt, wat helemaal geen schande is, kun je beter andere keuzes maken, zodat je, weliswaar op een andere manier, wel geniet van je reis.” Hoe staat dit risico in verhouding tot andere ‘algemenere’ risico’s die fietsers onderweg lopen? Peter: “Het grootste risico dat je als fietser loopt is hoe dan ook het overige verkeer. De meest beschaafde verkeersdeelnemers zijn Duitsers, de minst beschaafde Indiërs. Daar zit de rest ergens tussenin.” Karin en Peter hadden allebei spiegeltjes op de fiets om achteropkomend verkeer te kunnen zien aankomen. “Dat heeft ons enkele malen het leven gered”, zegt Peter. “Ook fietsten we bijna nooit

‘Een hongerige leeuw gaat niet op zoek naar een overmoedige Hollandse fietser’ naast elkaar, om zoveel mogelijk ruimte te houden tussen anderen en onszelf. Uitzondering hierop waren grotere steden, met meerdere rijbanen, dan gedroegen we ons als een auto en namen naast elkaar een baan in beslag, zodat we niet rakelings gepasseerd konden worden.” Buiten die voorzorgsmaatregelen waren Karin en Peter vooral oplettend en hielden ze rekening met alle mogelijke scenario’s. Peter: “Als fietser moet je alert zijn op vreemd gedrag van automobilisten en vooral minibusjes en autobussen. Er is altijd de kans, dat je niet of te laat gezien wordt.” Bovendien, zo menen de twee wereldfietsers, bungel je als fietser onderaan in de hiërarchie en ben je gewoonweg kwetsbaar. Peter: “Dat zijn allemaal geen redenen om bang te zijn en toch maar niet een fietsreis te maken, maar het is wel iets om goed rekening mee te houden.” Geldt dat ook voor de zoektocht in het donker door de buitenwijken van Johannesburg? Waren de waarschuwingen wat betreft onveiligheid die jullie van tevoren kregen terecht? Karin: “Mede omdat we al uren zochten, de weg kwijt waren, vermoeid raakten en geïrriteerd op elkaar begonnen te reageren, was het een vervelende situatie. Achteraf is er niets gebeurd en zijn we zelfs vriendelijk geholpen door de plaatselijke bevolking, maar dat is van tevoren natuurlijk niet in te schatten.” Peter: “In bijna zeven jaar reizen door 38 landen hebben we vrijwel alleen vriendelijke, gastvrije en behulpzame mensen ontmoet. De vervelende mensen met verkeerde bedoelingen zijn op de vingers van één hand te tellen. We moeten niet vergeten dat de grootste verhalen vaak negatieve verhalen zijn. Goed nieuws is geen nieuws. De meeste kranten, journaals en documentaires danken hun b daar gaat het om, het liefst zo dramabestaan hieraan. Sensatie, tisch mogelijk. Helaas.” Meer informatie over de boeken die Peter over zijn fietsreizen met Karin schreef, is te vinden op: www.peter-mak.nl

Peter en Karin in Tibet tijdschrift voor fietsreizigers

13


TEKST EN BEELD HARRY WAGENAAR KAARTJE PAUL KLOEG

Border Guard Oekraïense grensperikelen Daarnet zag ik hem voor het eerst, vijf kilometer voor de grens met Rusland. Hij deed boodschappen bij een winkeltje annex café, op zijn rammelende fiets met veel te zachte banden. Van mijn laatste muntgeld kocht ik een kop thee, hij een brood, sigaretten en een stuk worst. Zwijgend staarde hij me aan. Het opschrift ‘Border Guard’ op zijn camouflagepak had kunnen duiden op het spreken van een paar woorden Engels. Ontkennend schudde hij zijn hoofd en zei niets. Een klootzak is het. Een zielenpoot, iemand die in een oorlog als meeloper de meest gruwelijke misdaden zou kunnen plegen. Gepest op school waarschijnlijk, vroeger door zijn klasgenoten. De etters opgesteld in twee rijen langs de kant van de gang. De eerste die hem een duw naar links gaf, de lachende groepsgenoot aan de ander kant gaf hem weer een duw terug naar rechts waarna num-

mer drie, opnieuw gierend van de pret, de volgende vernederende douw gaf. Tot hij struikelend en kruipend, jankend het einde van de gang had bereikt. Ja, zo stel ik het me voor, zoals ik hem daar zie staan op z’n legerkisten, een hand in de zak, in de andere een sigaret, starend in het niets.

Anarchie Een kilometer verderop stond hij opeens weer voor me. Zijn fiets had hij verruild voor een oude blauwe Lada die hij met slippende banden tot stilstand bracht. “Problems?”, vroeg ik. Maar vragen beantwoorden behoorde niet tot zijn opdracht. “Pasport”, was het enkele woord dat hij over zijn lippen wist te brengen. Ik overhandigde hem mijn document. Moeizaam schreef hij de details in een boekje met het opschrift ‘diary’. Na het voeren van een kort telefoongesprek gebaarde hij me door te rijden. Natuurlijk had ik vooraf op internet kunnen zoeken. Dan had ik vast geweten dat het niet mogelijk was om hier de grens over te gaan. Maar de weg rechtstreeks naar Brjansk stond mij niet aan. Daar rijdt het vrachtverkeer van en naar Kiev. Deze zestig kilometer westelijker gelegen overgang bood me de mogelijkheid dat te omzeilen. Klein zag de grenspost er op de kaart niet uit. Desondanks hield ik er ergens in mijn achterhoofd wel rekening mee dat ik daar de grens niet over zou mogen. Met het idee dat een kleine omweg geen straf is, ging ik eropaf. De nieuwsgierigheid om mee te maken hoe grenswachten in dit land te werk gaan, is onderdeel van mijn manier van reizen. Op de fiets voel ik me vrij en maakt zich een zekere mate van anarchie van mij meester. Ik wilde hier de grens over en ga mij maar eens vertellen waarom dat niet mag! Een kleine grensovergang was het inderdaad niet. Alle voorzienin14 tijdschrift voor fietsreizigers


“This is bullshit!” beet ik de grenschef toe. ”Da!” zei hij, blij dat hij me een keer begreep. gen waren aanwezig. Een kantoor met loketten onder een afdak, computerapparatuur en ijsberende beambten. Toch mochten er enkel Oekraïners en Russen passeren.

‘Bjurokratija’ Hier trof ik hem voor de derde maal. Zijn collega, gestoken in een blauw uniform en platte pet controleerde opnieuw mijn paspoort en maakte duidelijk dat ik niet mocht passeren. “Hij stuurde me door”, probeerde ik nog. Maar het hielp niet. ‘Border Guard’ nam een haal van zijn sigaret en staarde wezenloos voor zich uit. Zes kilometer terugrijden en dan linksaf slaan, dat was de enige optie. Het verkeer was rustig, slechts af en toe passeerde er een auto. Tot mijn verrassing trof ik bij de afslag naar de volgende grensovergang Border Guard voor de vierde keer. Terug, gebaarde hij. “Dokumentatsija”, dat was alles wat ik kon opmaken uit zijn schaarse woorden. Had men iets voor me geregeld? Hoopvol keerde ik om. Was men tot inkeer gekomen? Een andere platte pet nam me mee naar het kantoor. Uit de instructies die hij zijn collega’s gaf maakte ik op dat hij de chef moest zijn. “Sorry, bjurokratija”, zei hij op verontschuldigende toon en bood me een glas mineraalwater aan. “Dokumentatsija...”, zuchtend wiste hij het het zweet van zijn voorhoofd en begon te schrijven. Na vijf minuten volgde formulier nummer twee, ingeleid door obscene gesticulaties die duidelijk maakten dat deze fuck-bureaucratie van bovenaf was opgelegd en dat hij helaas, heláás, de regels moest volgen. Het kon toneelspel zijn. Eenmaal ingevuld, duwde hij beide formulieren onder mijn neus. Voor een handtekening! “Dat dacht ik even niet!”, brieste ik. Met een diepe zucht sloeg de man zijn handen wanhopig tegen het hoofd en gaf me zijn mobiele telefoon. Een schreeuwerig, slecht Duitssprekende stem blafte me toe: “Je mag hier de grens niet over, dat kan alleen zestig kilometer oostelijker.” “Jouw collega heeft net documenten zitten invullen! Ik ben speciaal teruggekomen!”, beet ik hem toe. “Ik ben hier nu voor de tweede keer! Daar was twaalf kilometer fietsen

voor nodig ja! Die Border Guard van jullie had me meteen al naar de afslag kunnen sturen! En waarom stuurden jullie me weg en moest ik daarna weer terugkomen? Alleen voor formulieren? En waarom moet ik dat tekenen?” De antwoorden bleven uit. “Geef me mijn collega terug”, blafte de Duitse stem. “Sorry, sorry, sorry”, zei Grenschef opnieuw toen hij ophing en me nogmaals het formulier onder mijn neus duwde met een gebaar van ‘ik kan het ook niet helpen’. Bureaucratie, bureaula, archief, daarna gebeurt er niets. Dat is wat ik opmaakte uit zijn gebaren. “This is bullshit!” beet ik hem toe. ”Da!” zei Grenschef, blij dat hij me een keer begreep, “fucking shit!”. Scheldwoorden zijn waar dan ook ter wereld het eerste wat je in een vreemde taal leert. Vloekend zette ik valse handtekeningen onder de documenten.

Muur Met slechts vier grivna op zak, waarvoor ik niet eens een brood kon kopen, en enkele hier nog waardeloze Russische roebels, zou ik opnieuw de zes kilometer moeten terugfietsen om dan af te slaan, een verwaarloosde asfaltweg vol kuilen in. Op weg naar de volgende idioten die hopelijk wel mochten meewerken. Buiten stond Border Guard nog steeds naast zijn Lada, zuigend aan zijn zoveelste sigaret. Misselijk mannetje dat je bent, jij vuile

Harry met het document dat hem niet de grens overbracht smeerlap, jij, jij... Ik had het hem willen toebijten. Maar door zijn stoïcijnse houding en gebrek aan zelfs het eenvoudigste Engels zou ik toch maar tegen een muur staan te praten. Wat zou zijn vrouw vanavond zeggen als hij thuiskwam? Lekker gewerkt schat? Een leuke dag gehad vandaag? Zuchtend zou hij zijn legerkisten uitschoppen, de laatste sigaret uit zijn vanmiddag gekochte pakje opsteken en grommen dat het allemaal net als alle andere dagen was geweest. En oh ja, die fietser, een of andere gek uit Nederland die naar Rusland wilde, ja die was er vandaag geweest – waarna hij zwijgzaam de televisie zou aanzetten. En in een flits kwam de herinnering aan zijn schooltijd weer boven. De lange gang, zijn klasgenoten en hij, die jankend van ellende zijn boeken van de grond raapte. Maar dat was vroeger, tegenwoordig hoorde hij er gelukkig bij en leverde goed werk af. Tjonge, wat was hij alert vandaag. Op commando voert hij zijn orders uit. Lachen is er niet bij, plezier heeft hij nooit gekend. Maar gelukkig, macht is zó mooi. b

tijdschrift voor fietsreizigers

15


SAMENSTELLING Inge Jongerman en Frouke van Ommeren BEELD diane brems

thema

Fietsen met kinderen Rijen, rijen, rijen in een wagentje... Het kroost gaat al vanaf jonge leeftijd mee op fietsvakantie. Of het nou in een aanhangwagen, op een aanhangfiets of achterop de grotemensenfiets is: de kilometers worden al vroeg gemaakt. Denkend aan oneindig veel plaspauzes en om de haverklap stoppen en terugfietsen voor een verloren schoen – nog afgezien van de berg aan bagage en het extra gewicht – kun je je afvragen: is het nou echt wel zo leuk om te fietsen met kinderen? En hoe kijken de kinderen er later zelf op terug? Uit de inzendingen voor dit thema blijkt dat als je maar geduld hebt en vooral geen haast, je ook mét kinderen de mooiste avonturen kunt beleven.

16 tijdschrift voor fietsreizigers


TEKST BIANCA FOETS BEELD AREND MELISSANT EN MIREILLE MARIVOET

Sticky rice en liftende sprinkhanen Zijn leukste fietsvakantie ervoer Emrys in Engeland. “Die tocht hebben we gemaakt toen ik acht jaar was. Ik zat toen achterop de tandem. Ik vond Engeland heel mooi, met weilanden en heuvels waar we doorheen fietsten. De wegen waren ook heel rustig, omdat auto’s en vrachtwagens er niet de hele tijd toeteren, zoals in China. Ik heb toen ook Engels gepraat.”

Chance Kiren fietst het liefst in Laos: “Want daar hebben ze lekkere sticky rice. Ik rol eerst een bolletje van de rijst en dan eet ik het op. Normaal mag ik van mama niet met m’n handen eten, maar toen mocht dat wel.” Emrys: “Op onze laatste fietsvakantie hebben we in hotels geslapen. Gewoonlijk stonden er maar twee kleine bedden in de kamer, zodat ik bij papa sliep en mijn zus bij mama. Dat was wel leuk, maar ik slaap toch liefst alleen in bed.” Speelkameraadjes ontmoeten gaat niet zo makkelijk als je altijd maar op doorreis bent. “Alleen in China, toen we drie dagen in een guesthouse in Yangshuo logeerden, waren er heel veel Nederlandse kinderen die er in de meivakantie naartoe waren gegaan. We hebben dan samen in het zwembad gespeeld. Het was leuk om gewoon Nederlands te kunnen spreken”, vertelt Emrys. Toch gebeurt er tijdens een reis voldoende om je niet te gaan vervelen. Emrys: “Er zat eens een grote, donkergroene sprinkhaan van wel vijf centimeter op een van de tassen. Die bleef er gewoon op zitten, ook al waren we aan het fietsen. Kiren had hem gezien. Iedere keer dat we stopten, keken we of die sprinkhaan er nog zat. Zo is hij heel ver met ons meegereden.” Kiren had chance achterop de tandem. “In Vietnam was er een jongen die samen met twee vrienden voorbij fietste. Hij keek achterom naar mij en hij wierp mij een kushandje toe! Dat was de eerste keer dat een jongen dat deed, want zelfs mijn vriendje thuis had dat nog nooit gedaan. Ik bloosde wel een

Kiren (8) en Emrys (10) Melissant hebben al ruim 14.000 kilometer op de teller staan. Toen ze kleiner waren, werden ze samen op een U Plus 2-aanhangfiets voortgetrokken. Later peddelden ze mee achterop de tandem. En sinds afgelopen zomer fietsen ze langere afstanden op een eigen fiets. beetje, maar dat heeft hij niet gezien.”

Veel te lang Hoe reageren klasgenootjes op de fietsavonturen van de Melissants? Kiren: “Ze zijn altijd heel blij dat ik weer terug thuis ben zodat we samen kunnen spelen. Ik vind het leuk dat ze dat zeggen. In China heb ik allerlei cadeautjes gekocht om uit te delen aan mijn vriendinnen: Chinese poppetjes en T-shirts van Angry Birds.” Wat ze het leukst vinden aan een fietsvakantie? Emrys: “Ik fiets heel graag. En ik vind het ook leuk om iedere nacht ergens anders te slapen.” “Op onze laatste reis was het ook leuk om door dorpjes te fietsen”, vult Kiren aan. Maar reizen per fiets kan ook

vermoeiend zijn. Niet altijd is het leuk om op doortocht te zijn. “Zoals wanneer we moe zijn en geen hotel vinden”, zegt Kiren. “Of wanneer we honger hebben en er is geen restaurant. Soms vinden we geen toilet en dan moeten we achter de bosjes. Maar soms zijn er ook geen bosjes.” Emrys: “Luid getoeter en veel lawaai, zoals in China, vind ik echt niet leuk. Ook fietsen in de regen ben ik vlug beu. En wanneer het lang bergop gaat, dan heb ik er ook niet veel zin meer in. Op onze laatste fietsvakantie moesten we een hele hoge berg beklimmen om in Sa Pa in Vietnam te geraken. Dat duurde echt veel te lang.” b

Landen: Rusland, Engeland, Nederland, Duitsland en Finland. De laatste fietsreis voerde hen in vier maanden door Thailand, Laos, Vietnam en China.

tijdschrift voor fietsreizigers

17


thema

TEKST JURGEN OOMS BEELD BARBARA MANSVELT EN JURGEN OOMS

Fietsen met kinderen? Gewoon doen! Toen ik begon te lopen, kocht mijn vader een vouwwagen, want daarin kon het beweeglijke ventje dat ik was niet bij de keuken komen. Jaren later hadden we zelf zo’n ventje van veertien maanden en reden we met Joris in de fietskar in zeven maanden naar Gibraltar. Wij wensen iedereen zo’n geweldige ervaring toe. Dat fietsen met kinderen soms wat voeten in de aarde heeft, valt niet te ontkennen. Maar met de stelregel dat er één ouder voor het kind is en de andere ouder zich bezighoudt met zaken zoals de tent opzetten, koken en aan de fietsen sleutelen, gaat het uitstekend. Maar houd je aan die regel, want de twee keer dat we er ons door vermoeidheid niet aan houden gaat het bijna mis. En wat voel je je dan een slechte ouder. Maar ja, thuis gebeuren er ook wel eens bijna-ongelukken, dus dáárom hoef je een fietsreis niet te laten.

Minder veeleisend Verder is op fietsreis zijn met een jong kind gemakkelijker dan het lijkt. Kinderen zijn minder veeleisend dan hun ouders en zolang papa en mama in de buurt zijn, vinden ze het vaak allang best. Wij maken ons

18 tijdschrift voor fietsreizigers

soms zorgen of het in de tent niet te koud is, hijsen Joris in twee slaapzakken en leggen hem voor de zekerheid tussen ons in onder onze gezamenlijke slaapzak. Daardoor liggen wij aan de kant gedrukt, half naast de matjes te bibberen, terwijl hij met zijn armen breed ligt uitgespreid om zijn warmte kwijt te raken. Slapen lijkt voor kinderen sowieso gemakkelijker. Als we een stuk van de Camino de Santiago rijden en we in albergues slapen, worden wij op de slaapzalen geregeld wakker van alle snurkende mensen en van nachtelijk toiletbezoek. Maar Joris niet hoor, die slaapt altijd als een roos. Zolang hij maar zijn eigen Tatteljee-bedje heeft, slaapt hij overal, behalve die ene keer als hij net wakker wordt wanneer iedereen de slaapzaal in komt om te gaan slapen. Joris wordt wakker en begin te huilen. Om de anderen niet te storen nemen we hem mee naar buiten tot hij weer in


slaap valt. De volgende ochtend krijgen we een compliment: “We hebben helemaal geen last gehad van de kleine man.” “Nee, dat komt omdat wij van tien uur tot half twee buiten rondjes hebben gelopen met Joris op de arm.” En dan mag je de volgende ochtend weer vroeg op stap voor de volgende dagetappe!

Gieren van plezier Het gemene van dat soort nachten is dat Joris vervolgens zijn slaaptekort in de fietskar wegwerkt, terwijl wij in het zadel zitten. Als je afstapt, dan staat hij in de kar te springen van de energie: “papa, mama, spelen!” En daar heb je soms even geen zin in als je net een pas hebt beklommen. Gelukkig zijn er onderweg altijd speelplaatsen te vinden waar Joris zich helemaal kan uitleven. En hiermee bedoelen we niet alleen wipkippen, schommels en glijbanen, maar vooral zand, steentjes en (stromend) water. Als er dan ook nog ergens een lege fles ligt die als bootje kan dienen, is het met zijn allen gieren van plezier. Ook populair is het spelen met de echo. In een bos of een goed gevormd dal heb je de mooiste echo’s en dat wist Joris al voordat hij kon praten. Zo’n wilde kindergil komt steeds weer terug en als het geluid even te eng wordt, doet papa wel mee met een vriendelijke brul. Jammer alleen dat we daarmee een pavlovreactie aankweekten: echo is gillen. Als je onderweg een aantal mooie kathedralen wilt bezoeken, is dat ook niet zo handig. Want kerken hebben vaak zo’n mooie akoestiek en dat leidt soms tot boze gezichten. Boze oma Eén keer worden we ook echt boos aangesproken, gelukkig niet in een godshuis, maar ergens

Kinderen zijn minder veeleisend dan hun ouders buiten. Deze oude Spaanse dame vindt dat het echt winter is, ondanks dat het vijftien graden is en de zon schijnt. Zij is dan ook dik ingepakt in haar bontjas, terwijl wij in een T-shirtje fietsen. En juist op dat moment poept Joris dwars door zijn luier heen. De klodders lopen langs zijn beentjes tot in zijn slofjes. Dus wat doe je dan als Hollandse fietsouders? Hup, meteen broek uit, de boel schoonmaken met een vochtig doekje en aankleden. Dat kan toch echt niet volgens de boze, bibberende, Spaanse oma. Ze staat op het punt om de kinderbescherming te bellen, maar bindt toch in als Joris zijn mooiste engeltjesglimlach tentoonspreidt. En hoe leg je

daarna uit dat wij niet willen dat ze hem vervolgens met koekjes volstopt? Zo leidt fietsen met een kleintje altijd tot grappige ontmoetingen en situaties, net zoals thuis. En ja, soms gaat er wel eens iets mis, net als thuis. Maar bijna niets weegt op tegen het zien opgroeien van je kind terwijl je op reis bent. Dus als je van plan bent om te gaan fietsen met kinderen is ons advies: gewoon doen! b

tijdschrift voor fietsreizigers

19


thema

TEKSt en beeld Yvette verlaan

Van generatie op generatie Negen jaar zal ik zijn geweest, toen mijn vader en zijn vrouw Esther ons vroegen of we op fietsvakantie wilden. Esther had al vaak verhalen verteld over de fietsreizen die zij als kind met haar familie maakte. Ze vertelde over de vele kilometers die ze per dag maakten en het heerlijke eten waarop in het mooie buitenland niet werd bezuinigd. Dat wilden mijn zus, broer en ik wel. Aan mijn vader de taak om drie goede kinderfietsen klaar te maken. Iedere fiets kreeg een fluorescerende vlag en zo vertrokken we in colonne. Mijn zus met een fluitketel op haar voordrager en mijn broer met een badmintonset onder zijn snelbinders. Zo maakten we een ronde in Zuid-Limburg. We fietsten ongeveer 25 tot 30 kilometer per dag en in de middag werden de tenten opgezet. Daarna gingen de fietsbroeken uit voor de handwas. We moesten alle drie wennen aan het idee om met onze blote billen in een sportbroek te stappen, wat vooraf nog voor de nodige discussie had gezorgd. De middagen stonden in het teken van spelen, zwemmen of kasteeltjes bezoeken, waarbij we ieder een eigen wegwerpcamera hadden gekregen om onze belevenissen op de gevoelige plaat vast te leggen. We sliepen op schuimmatjes en aten iedere avond van oranje plastic borden.

Rustig blijven Jaren later leer ik mijn vriend kennen. Paul is fietsenmaker en samen maken we plannen voor een fietsvakantie naar Zuid-Frankrijk.

20 tijdschrift voor fietsreizigers

Van mijn ouders lenen we de oude fietstassen, evenals de grote tent van tien kilo waarin we zelfs de fietsen kunnen binnenzetten, de pannen en de oranje plastic borden. Eenmaal op de fiets heb ik het zwaar, heel zwaar. Het is erg warm. Wat mijn ouders mij al die jaren terug hebben geleerd, zit nog altijd in mijn hoofd. Een innerlijke stem zegt ‘tijdens het klimmen niet harder dan vijf kilometer per uur, rustig blijven fietsen, rustig blijven’.

Dordogne, 1997 Een jaar na onze fietsvakantie in Zuid-Limburg vertrokken we naar de Dordogne. Drie weken lang en reuze spannend allemaal. Mijn paarsroze fiets met achttien versnellingen werd doorgeschoven naar mijn broer, die met wat gesputter uiteindelijk instemde. Mijn zus had de oude trekkingfiets van Esther met veertien versnellingen overgenomen en ik kreeg een nieuwe, witte mountainbike met 21 versnellingen. Dat onze karakters totaal verschilden, werd tijdens de tocht wel duidelijk. Mijn broer kon geweldig klimmen. Hij fietste in het lichtste verzet rustig naar boven en kwam uiteindelijk, letterlijk fluitend, als eerste boven aan. Vals plat was voor hem de grootste frustratie. Mijn zus daarentegen had moeite met klimmen. Voordat het steiler werd, maakte ze altijd flink snelheid en als ze niet meer kon trappen,

stapte ze af en liep ze de rest van de klim naar boven. Op vlakker terrein ging het fietsen haar heel goed af en had ze geen last van haar beperkte keuze in versnellingen. En ik, met de beste fiets, begon bij steilere stukken als een onnozele te trappen. Totdat ik moe werd en gefrustreerd afstapte om verder te lopen en te jammeren dat het duwen ook zwaar was. Esther steunde mijn broer als we over vals plat fietsten. Mijn vader duwde mijn zus omhoog of gaf haar nieuwe zetjes als ze niet meer verder kon. En mijn ouders leerden me hoe ik rustig moest blijven en in het laagste verzet moest fietsen, zodat we niet vijf kilometer omhoog hoefden te lopen. Achteraf gaven mijn ouders toe dat het toch wel pittig was om met drie kinderen in de leef-


ënhalve week voor uitgetrokken en onze voorbereidingen en nieuwe ervaringen brengen ons tot het punt dat we volop kunnen genieten. Dit smaakt naar meer.

tijd van tien, elf, en twaalf jaar op fietsvakantie te gaan – ook omdat de eerste puberperikelen de kop al opstaken.

Zuid-Frankrijk, 2009 Ondanks de herinnering aan mijn vaders tips kom ik met mijn fiets amper omhoog en ben ik binnen een paar meter buiten adem. Lopend krijg ik de volgeladen fiets amper omhoog geduwd. Het is hopeloos en na de derde dag geven we het op. De paniek is dan tot een hoogtepunt gestegen omdat onze watervoorraad tijdens een pittige klim is opgeraakt en ik door de hitte bevangen raak. Met trillende benen hou ik een auto aan en in mijn beste Frans vraag ik om water, totdat ik in huilen uitbarst. Deze Franse mensen zijn zeer behulpzaam en bieden ons drinken en eten aan. We besluiten af te dalen. We hebben de hele dag bergop geploeterd, maar hebben maar een uur nodig om weer beneden te komen. Mijn vaders advies om het eerste jaar in Nederland te gaan fietsen, hebben we in de wind geslagen. Achteraf gezien is dat het beste advies dat ik ooit heb gekregen. Thuis zetten we onze fietsen met bagage maar eens op de weegschaal. Mijn fiets blijkt met bagage zo’n 45 kilo te wegen. Véél te zwaar voor mijn kleine lengte en geringe gewicht. We houden moed en proberen nog een fietsvakantie. We kopen een lichtgewicht tent, nieu-

we waterdichte tassen en laten veel spullen thuis. Nadat we eerst een paar weekendjes in Nederland zijn gaan fietsen – en dus mijn vaders advies hebben opgevolgd – vertrekken we vanuit huis voor een mooie tocht naar Luxemburg en terug. Onze derde fietsvakantie wordt een groot succes. De katoenen slaapzakken worden vervangen voor donzen, zodat de kou ons niet meer kan wakker houden. We fietsen in tweeënhalve week naar Zuid-Frankrijk. We hebben er drie-

Uit de kast Een klein jaar later vertrekt Paul samen met een vriend vanuit huis naar China. In zes maanden tijd doorkruisen ze Duitsland, Polen, Oekraïne, Rusland, Kazachstan en China. Na zijn thuiskomst maken we nieuwe plannen en vertrekken drie maanden later naar NieuwZeeland. Wij zijn om. Mochten we het geluk hebben om in de toekomst kinderen te krijgen, dan gaan ze gewoon mee op fietsvakantie. De ervaringen van mensen met kinderen zijn over het algemeen heel positief. Gezinnen maken over het algemeen wat minder kilometers, maar verder verandert er niet zoveel. Kamperen, koken in de buitenlucht en genieten van alle geuren, kleuren en geluiden op de route. Door onze verhalen is het bij mijn ouders weer gaan kriebelen. Na aanschaf van een nieuwe kinderfiets voor mijn zusje van acht jaar oud trekken ze er volgend jaar weer op uit. Na vijftien jaar halen ze de fietstassen weer uit de kast. b

tijdschrift voor fietsreizigers

21


thema

TEKST JOHNNY TEUCHIES BEELD JOHNNY TEUCHIES EN MARLIES LENAERTS

Bepakt en bezakt Een echte wereldfietser laat zich door niets of niemand tegenhouden. Dat blijkt wel uit het verhaal van het gezin Teuchies. Met een berg bagage en drie kinderen (één, vier en vijf) fietsten Johnny en Marlies tweeënhalve maand op het Zuidereiland van Nieuw-Zeeland. Wanneer we een kindje krijgen en ons gezin zich uitbreidt met de geboorte van nog een kindje en daarna nóg een, willen we wel fietsvakanties blijven maken. We moeten dus op zoek naar oplossingen om dat mogelijk te maken. Wees gerust, die oplossingen zijn er, voor groot en klein. Het motiveren van de kinderen is voor ons de grootste uitdaging. Veel tijd en veel speelpauzes zijn daarbij het belangrijkste wapen. Tijdens onze fietsreis door Nieuw-Zeeland hebben we gelukkig veel tijd en geen ambities. We gaan op zoek naar afgelegen plekjes en kleine weggetjes, en blijven hangen waar we het naar onze zin hebben. We genieten van het onderweg zijn. Een vastomlijnde route hebben we niet, alleen een vaag idee van de gebieden die we graag willen doorkruisen. ’s Avonds bedenken we de route voor de volgende dag.

Uitrusting We fietsen met twee Pino’s, tandemfietsen van Hase. Achter een van de twee fietsen hangt een Chariot Cougar-kinderkar, achter de ander een Bob Yak-trailer. We hebben acht fietstassen, een waterdichte zak, een kleine rugzak en de drie kinderen. Met de slaapzakken en matjes, kook22 tijdschrift voor fietsreizigers

potten, zonnecrème en regenpakken, puzzels en luiers, twee tenten, laarzen en sandalen, en soms eten voor vijf dagen is alles goed volgeladen. De bepakte fietsen wegen inclusief kindjes samen meer dan honderd kilo. Bergop gaat dat erg traag. We lopen af en toe met de fiets aan de hand terwijl de kindjes met ons meelopen in de berm. En ook op de vlakke stukken halen we geen hoge snelheden en zijn onze dagetappes meestal niet langer dan veertig kilometer. We vinden dit echter geen probleem, zolang we maar door de prachtige landschappen mogen trappen en het weer niet te slecht is. We zijn blij met onze Pino-tandems en onze kinderen nog meer. Ze vinden het heerlijk om voorop de tandem te zitten. Ze kunnen alles zien, trappen mee als ze willen, doen dutjes, spelen spelletjes en babbelen met elkaar. Tinka (vijf jaar) is op de fiets relatief stil. Als ze wordt aangespoord, trapt ze vooral bergop al goed mee. Ze valt vaak in slaap als het regent. Jolan (vier jaar) houdt meer van tateren dan van


trappen en verwacht altijd uitgebreid antwoord. Ze vraagt vrolijk of we een wedstrijdje gaan doen wie het langst de adem kan inhouden terwijl Marlies en ik zwaar hijgend en badend in het zweet een kam van duizend meter proberen te bedwingen. Omdat de kinderen op fiets vooral stilzitten, pakken we ze vaak in met een dikke trui, een sjaal en een regenpak om de wind en kou te trotseren, terwijl Marlies en ik in shorts en t-shirts zitten te puffen en zweten. Voor de drie kinderen hebben we vier zitplaatsen. Twee vooraan op de Pino’s, één zitje in de kinderkar en een stoeltje achterop een van de Pino’s. Bij het vertrek, meestal pas tegen de middag, zit Max (één jaar) in de kar om te slapen. Als hij wakker is, wil hij graag vooraan op de Pino en staan zijn zussen te springen om ook gezellig met een dekentje en een boekje in de kar te kruipen. Jolan zit ook graag uit de wind op het stoeltje achteraan. Af en toe zitten de drie kinderen zelfs samen op één fiets.

Fietsen met kinderen Zoals fietsen zonder kinderen een leuke manier van reizen is, is fietsen met kinderen dat zeker ook. Wanneer je de natuur in wilt of een fysieke uitdaging zoekt, dan heeft fietsen ten opzichte van wandelen het grote voordeel dat je zowel kinderen als een berg bagage kunt meezeulen. Het fietsen geeft bovendien structuur, zeker op lange reizen. De uren op de fiets, ongeveer drie per dag, zijn rustgevend voor de kinderen. Tijdens het fietsen is er tijd om te praten en rond te kijken of, in het geval van Max, te slapen. De omgeving en alles wat voorbijkomt is aanleiding voor eindeloos veel waarom-vragen

en er is tijd genoeg om daarop in te gaan. “Is een reus groter dan die berg?” “Reuzen bestaan toch niet.” “Ja maar hoe groot zijn reuzen dan alsof?” Nooit wordt er gevraagd “hoe ver is het nog?” of “wanneer zijn we er?”. Omwille van de rust op de fiets genieten de kinderen veel meer van de speelmomenten tijdens de pauzes of bij het aankomen op een nieuw kampeerplekje. Op elke nieuwe plek is er weer van alles te ontdekken. Meteen na aankomst zwermen Tinka en Jolan uit, het oerwoud in, naar de trampoline op de camping of naar de zee of de rivier, en gaan ze op in hun fantasie. Ruzie of verveling zijn er eigelijk alleen op de dagen dat we niet op de fiets zitten omdat we bijvoorbeeld een was moeten draaien. Alles gaat wel veel trager. Het duurt minstens twee uur voor we alle matjes, slaapzakken, tenten en wijdverspreide rommel terug op de juiste plek en goed aangedrukt in de tassen krijgen gepropt. Als we dan tegen de middag vertrekken, komen andere fietsreizigers soms al op de camping aan, met hun dagetappe achter de rug. Onze tijd gaat vaak op aan heel veel plaspauzes, het aan- en uitkleden van de kinderen, die het bergop te warm en bergaf te koud hebben, een dode buidelrat op de weg, passievruchten plukken, een foto nemen of een pauze in een speeltuintje langs de weg. Dan is Max weer wakker en laat hij zijn passievrucht vallen of hebben de meisjes honger en is het tijd voor een picknick. Onderweg moeten we nog boodschappen halen en op tijd stoppen om te spelen. Na het fietsen moeten we koken en alles klaarmaken voor de nacht. Grote afstanden leggen we dus niet af,

maar we fietsen wel bijna elke dag een stuk verder. In totaal 1333 kilometer.

Nieuwe plannen We hebben allemaal ongelofelijk van de reis genoten. Het was heerlijk om onafhankelijk, onbezonnen, vrij en vooral zo lang intens samen te zijn. Voor de kinderen was het een tijd van veel buiten, weinig binnen; veel gezond, weinig ziek; veel tijd, weinig haasten; veel spelen, weinig moeten; veel berg, weinig stad; veel leren, weinig school; veel nieuw, weinig bekend. Twee weken nadat we terugkeerden uit NieuwZeeland, vertrokken we met de camper om nog vier fantastische maanden door Scandinavië te zwerven. Met maar een week om te wennen en ons huis op orde te krijgen voor het strakke ritme van werk en school, kwamen we terug in Antwerpen. Tinka en Jolan waren de eerste weken erg blij om weer met hun speelkameraadjes op te trekken en genoten volop van hun schooldagen. Hoewel ze nu, twee maanden later, toch graag weer zouden willen vertrekken. Max, die bijna de helft van zijn eerste twee levensjaren met zijn ouders en zussen heeft rondgezworven, had het veel moeilijker met aanpassen. De herinneringen aan binnen zitten in een crèche waren te ver weg. Hij vond de nieuwe plek in de drukke stad, die we thuis noemden, zonder zijn vertrouwde reisgezellen in de buurt niet echt leuk en wilde liever verder de wereld rondtrekken. Het is dus tijd voor nieuwe plannen. De volgende reis doen we absoluut weer met fiets en tent. En daar zijn de kinderen het ook helemaal mee eens. Ze hebben het fietsreizigersvirus al vroeg te pakken. b

tijdschrift voor fietsreizigers

23


thema

TEKST EN BEELD REIN WIERINGA

Sixteen and cycling Dit jaar ben ik met de auto op vakantie geweest. Voor mij was dat iets nieuws. Al sinds ik het me kan herinneren, ga ik met de fiets op reis: eerst bij mijn vader achterop, daarna op een aanhangfiets en later op mijn eigen fiets. Mijn klasgenoten vinden dat maar raar. In de vakantie hoor je toch tot rust te komen? Ik heb er toch niet zelf voor gekozen? Daarin hebben ze dan wel gelijk, maar wie kan er zeggen dat hij op z’n veertiende met de fiets bovenop de Simplonpas stond? En ik heb altijd wel wat in te brengen: waar we naartoe fietsen, hoe ver we fietsen en soms ook óf we fietsen. Een dagje op de camping blijven vind ik namelijk ook niet erg. Tijd om te socializen met leeftijdsgenoten heb ik meestal niet, maar het is altijd leuk om even kennis te

24 tijdschrift voor fietsreizigers

maken, verhalen uit te wisselen en een potje tafeltennis te spelen – en daarna weer verder te fietsen. Meestal laat ik mijn ouders beslissen waar we naartoe gaan, maar ik heb altijd vetorecht. Zo zijn we in Litouwen eens een heel stuk met de trein gegaan, omdat het me anders te ver fietsen was. Soms is het ook andersom: dan fiets ik mijn ouders eruit. Vorig jaar was dat het geval, toen kreeg ik wat extra bagage achterop. Terug naar de autovakantie. Een vriend vroeg afgelopen voorjaar of ik met zijn familie mee naar Spanje wilde. Dat wilde ik zeker en zo zat ik een paar maanden later in een volgepakte auto. We zaten in drie verschillende huisjes – iedere week één. Vroeger leek het me altijd erg saai om zo lang op dezelfde plek te blijven, maar inmiddels zie ik er ook het nut wel van in. Als je bijvoorbeeld een heel mooi plekje hebt gevonden, kun je dat later gewoon nog een keer bezoeken. Soms keek ik echter uit het raampje van de auto en dacht ik: hier zou ik ook wel eens willen fietsen! Ga ik later nog steeds op fietsvakantie of toch maar met de auto? Eerlijk gezegd weet ik dat nog niet zeker. Wat ik wel weet, is dat ik ooit nog wil fietsen in Amerika. En Zweden. En Engeland en misschien Portugal. Ik denk dat het allemaal wel losfietst. b


De teller van Myrthe Vercammen (5) staat op 1830 kilometer. Ze fietste onlangs tijdens een dagtocht twintig kilometer op haar eigen fiets. “Het land van de vorige fietsvakantie (Nederland, red.) was echt het leukste. We hebben toen in het bos een tentje van takken gemaakt. Daar speelden we ziekenhuisje en de bladeren van de bomen waren de pleisters. We zijn ook naar de zee geweest. Ik speel met mama en papa of met mijn broer. Ik verveel me soms wanneer mijn broer niet met me speelt en wanneer ik geen vriendjes heb. Soms is het ook te warm om te spelen, of regent het. Ik kan dan alleen maar stil blijven zitten en dat is niet leuk.” b TEKST BIANCA FOETS BEELD GUNTHER VERCAMMEN EN DIANE BREMS

Fietstrui vol met snoep Gerben Vercammen (7) gaat al 2270 kilometer lang met zijn ouders mee op fietsvakantie. Eerst in een fietskar, later op de aanhangfiets en inmiddels ook op eigen kracht. “De laatste keer zijn we thuis in België vertrokken en daarna hebben we meer dan vijfhonderd kilometer in Nederland gefietst. We zijn dan naar Toverland geweest. Nederland was het leukste en Toverland het aller-allerleukst! Ik heb er toverdrank gedronken en toen was ik een beetje gehypnotiseerd! Ik fiets op mijn eigen fiets en dat vind ik heel, heel leuk. Ik mag dan mijn coureurspak aandoen. Ik heb twee broeken en drie truitjes, en soms moet ik ook mijn helm opzetten. Vooral die truitjes zijn super, want er zitten veel zakken in die ik stiekem volstop met snoep! Wij kamperen meestal op campings, maar af en toe ook in een bos. Dan zoeken we een plekje bij een rivier zodat mama water heeft om mee te koken. Toen we een keer ’s nachts in het bos sliepen, kwam er een rat naar onze tent! Die heeft een groot gat in de tent gebeten, zodat we een nieuwe moesten kopen. Ik haat het wanneer ik val met mijn fiets. Tijdens de laatste vakantie ben ik zo hard op mijn buik gevallen dat ik er nu nog altijd een litteken van heb, zelfs nu de school al lang terug begonnen is... Kijk, hier zie je het nog.” Gerben

doet zijn truitje omhoog en wijst met zijn vinger naar een rode plek op zijn buik. “Ik ben toen bovenop mijn fiets gevallen en dat deed heel veel pijn. Soms zijn er veel andere kindjes op de camping en daar speel ik dan mee. In Nederland heb ik samen met andere kinderen in een rivier gespeeld. Er was een hoge springplank waar ik af kon springen. Ik mag op vakantie heel veel ijsjes eten: elke dag één! De beste ijsjes hebben ze in Nederland. Ik zou graag eens naar Spanje gaan. Mama en papa wilden er met ons eens een lange tijd naartoe, maar dat hebben we toen niet gedaan omdat het te duur was. Ik zou heel graag eens bij Sinterklaas op bezoek gaan. Ik weet wel niet waar hij woont, dus dat zou ik moeten opzoeken.” b

Landen: Denemarken, België, Oostenrijk en Nederland

tijdschrift voor fietsreizigers

25


Individuele fietsvakanties in

AziĂŤ

Bezoek onze website www.awol.nl info@awol.nl Tel: 033-4331081

26 tijdschrift voor fietsreizigers


het moment

TEKST bianca foets beeld bianca foets en dirk van hulle

Natuurbeleving Natuurbeleving loopt al sinds het prille begin van onze omzwervingen als een rode draad door onze tochten. Reisbestemmingen worden gekozen om nieuwe landschappen te ervaren, bijzondere planten te zien groeien of om dieren in hun natuurlijke leefomgeving te observeren. Zo fietsten we door regenwouden en uitgestrekte woestijnen, over bergen en langs grillige kusten, door duinen en open akkerland. We zagen walvissen in afgelegen baaien, zwermen kaketoes tegen zinderend blauwe luchten en in dichte bossen wisten we een glimp op te vangen van een eland, vooraleer die onherroepelijk weer tussen de bomen verdween. Wilde bloemen, welgevormde bomen en kunstzinnige rotspartijen werden bewonderd en gekiekt, en dat allemaal van op de fiets! Omdat een uitstap onder leiding van een gids niet eens in de buurt komt van het plezier van eigen ontdekkingen, trekken we er het liefst op eigen houtje op uit. Dat we dan net die ene zeldzame diersoort missen, zal ons een worst wezen, er blijft immers altijd voldoende natuurschoon over dat ons pad wél kruist. Maar ook al laten we veel aan het toeval over – de natuur is en blijft onvoorspelbaar – een natuurgids hebben we voor ons vertrek gewoonlijk al goed uitgeplozen en tijdens de meeste fietstochten hebben we een vogelgids bij de hand. Zo weten we dat we in Zuidwest-Australië juweeltjes van wilde bloemen zullen treffen, dat het aan de IJslandse Westfjorden wemelt van de zeevogels en dat we aan Gambiaanse

waterpoelen verschillende soorten ijsvogels kunnen spotten. Op de momenten dat onze stiekeme verwachtingen worden ingelost is het feest, maar het wordt pas helemaal te gek wanneer de natuur ons totaal onverwacht op haar kunstwerkjes trakteert! Dat is het geval tijdens onze tocht door de Provence, in mei vorig jaar. Nadat we de winter in zonovergoten oorden hebben doorgebracht, lijken we niet door te hebben dat het in Frankrijk lente is en een overvloed aan orchideeën zich in die tijd van het jaar laat zien aan iedereen die tijdens een langzame klim de bermen bestudeert! We trillen al van opwinding wanneer we een half verzopen en niet bijzonder fraai bloemetje langs de kant van de weg ontwaren en gaan vervolgens helemaal door het lint bij de ontdekking van een groepje tere, zachtroze orchideetjes. En daarmee is de toon gezet voor het vervolg van de tocht! Dagelijks knijpen we op de meest onmogelijke momenten in de remmen om originele creaties in uiteenlopende kleuren van dichtbij te kunnen bekijken. We springen over beekjes, gaan door de knieën, klauteren op veel te steile bermen of wankelen op onstabiele rotsblokken om deze bedwelmende momenten op foto vast te leggen. Het resultaat is een mooie collage en een warm gevoel van binnen! Nu alleen nog een plantengids erbij halen om de verschillende soorten op naam te brengen. Of zit er een botanicus in de zaal die ons daarbij kan helpen? b

Het Moment is een bijzondere o ­ ntmoeting, een bizarre reiservaring, een duizelingwekkende cultuurschok... Het Moment kan werkelijk van alles zijn. Stuur jouw Moment naar: redactie@tijdschriftwereldfietser.nl of redactie@vakantiefietser.be. Maximaal 500 woorden, graag met foto.

Boven: detail bruine orchis (Orchis purpurea). Onder, van links naar rechts: spinnenorchis (Ophrys sphegodes); vlierorchis (Dactylorhiza sambucina); brede tongorchis (Serapias cordigera); soldaatje (Orchis militaris). Met dank aan Bart Korf voor de determinatie.

tijdschrift voor fietsreizigers

27


TEKST EN BEELD ANDRÉ RAMAULT KAARTJE PAUL KLOEG

De historische Costerroute Een vergeten route afgestoft In 1987, toen de Groene Weg nog niet bestond, reed ik de route ‘Fietsen van Maastricht naar de Méditerranée’ van Herman Coster. Onderweg zag ik vele tientallen fietsers met de gids van Coster in de stuurtas. Zes jaar later moesten fietsreizigers zich met kopieën behelpen, omdat de gids nergens meer was te krijgen. Wat is er met de alom geprezen Costerroute gebeurd? Het verhaal begint in 1981, toen de Fietskaart Informatie Stichting (FIS) werd opgericht door Marijn Bosma, student cartografie en langeafstandsfietser. De stichting, in 2010 omgedoopt tot Europafietsers, is een vrijwilligersorganisatie die het reizen met de fiets door Europa wil bevorderen. Met cartografische adviezen stimuleerde de stichting kaartenmakers om fietsvriendelijker kaarten te ontwerpen. Met de eerste uitgave, Alle toeristische fietsroutes van Nederland, kreeg de stichting in 1984 nationale bekendheid in fietsland Nederland.

Uitverkocht In 1986 volgde de eerste routegids: Fietsen van Maastricht naar de Méditerranée van Herman Coster. Bij de FIS was Uitgeverij Pirola nog niet in beeld, de Nederlandse editie verscheen bij uitgeverij De Horstink in Amersfoort, de Vlaamse editie bij Acco in Leuven. In De Standaard van 23 augustus 1986 las ik een uitgebreide recensie van de nieuwe fietsgids: ‘Trans-Europese routes voor fietsers, dat is nieuw! Maar je zult er, volgens de FIS, nog van horen want we beleven een periode waarin de fiets de wegen verovert. (...) De fiets blijkt een veel aangenamer en bruikbaarder vervoermiddel te zijn dan de auto- en spoorweglobby’s ons willen doen geloven.’ Ik ging mee in het enthousiasme van de FIS en repte me naar de boekhandel. Dat was

Lavendelveld (foto: Alain Hocquel) 28 tijdschrift voor fietsreizigers

maar goed ook, want een jaar later was de hele oplage uitverkocht. De gedrevenheid en bevlogenheid van auteur Coster zette mij ertoe aan om al in 1987 het traject van Montmédy in de Franse Ardennen tot eindpunt Le Lavandou te fietsen. Zes jaar later fietste ik de route een tweede keer.

Lange adem Vanaf 1956, 25 jaar voor het ontstaan van de FIS, puzzelde Herman Coster autoschuwe weggetjes aan elkaar en verzamelde een massa achtergrondinformatie. Voor trajecten met druk verkeer zocht hij alternatieven, op vaak niet eens secundaire, maar tertiaire wegen. In de jaren zestig en zeventig verkende hij deze wegen stukje bij beetje. Pas in 1986 gaf de FIS zijn 149 pagina’s tellende fietsgids uit met als aanbeveling: ‘Een route (1365 km) door Oost-Frankrijk voor fietsers die op een bijzondere manier van de natuur willen genieten.’ Met oog voor detail maakt groene jongen Coster ons op alles en nog wat attent: waterbronnetjes,

mooie plekjes om te zwemmen, wasplaatsen, treinstations, natuurfenomenen, campings en heel veel glascontainers. De gids van Coster is de eerste Nederlandstalige fietsgids die gebruik maakt van wegenkaarten. Wie de weg kwijt is kan bijna moeiteloos weer aanpikken op de route. Coster duidt zijn route aan op Michelinkaarten, schaal 1:200.000. Dat is nieuw voor die tijd, veel fietsroutes werden toen weergegeven door middel van met de hand getekende schetsen. Ook de Vlaamse Uitgever Lannoo gebruikte nog tot 2000 geen echte wegenkaarten.

Geen tweede editie De Coster-gids beleefde geen tweede druk. Dit was verrassend want in de eerste editie had de FIS een oproep geplaatst: ‘Voor de volgende editie stellen de auteurs het op prijs wegwijzigingen en suggesties door te geven.’ Ik nam deze oproep ter harte en stuurde gefundeerde suggesties door. Wat deed de stichting met onze adviezen? De FIS


heeft nooit klare wijn geschonken over de vraag waarom er nooit een tweede druk is verschenen. Was de Costerroute volgens de FIS te weinig toeristisch, met te veel tertiaire wegen en te weinig bevoorradingsplaatsen en accommodatie? Aan de verkoopcijfers kan het niet hebben gelegen. Om de gids werd bij wijze van spreken gevochten. De gids was nergens te vinden als een tweedehands boek, hij werd een collectors item. Ik maakte tientallen routekopieën voor fietsvrienden. Coster werd geprezen om zijn routekeuze, maar de gebruiksvriendelijkheid van zijn gids kon veel beter. De gids verscheen als een ingebonden boek, formaat 25x11,7 centimeter, de 29 routekaartjes achterin gebundeld. Wie erin slaagde de gids onder het stuurtasvenster te krijgen, diende te kiezen tussen routebeschrijving en routekaartje. Eind jaren tachtig begon de FIS haar fietsgidsen uit te geven in het nu klassieke formaat van 21x11 centimeter met een spiraalband. Opengeslagen gidsen met een spiraalband passen beter onder het stuurtasvenster. De nieuwe indeling, met op de linkerpagina een kaartuitsnede met navigatietekst en op de rechterpagina toeristische gegevens, bleek bovendien veel praktischer. Sinds 1993 werkt de FIS samen met Uitgeverij Pirola. In dat jaar verscheen De Groene Weg naar de Middellandse Zee, van Henk Eikelboom en Aart van Rossum. De Groene Weg wordt beschouwd als de opvolger van de Costerroute. Maastricht bleef de startplaats, maar de eindbestemming werd Saintes-Maries-de-la-Mer in de Camargue. Het traject van de Groene Weg verschilt ingrijpend van dat van de Costerroute. De Groene Weg stijgt niet boven de 650 meter, terwijl de Costerroute in de Jura de duizend meter overschrijdt. Over een lengte van 1365 kilometer stijgt en daalt de Costerroute toch niet meer dan 6500 meter. De Groene Weg, die in 2012 zijn vijfde druk beleefde, verschijnt in twee delen en wordt in beide richtingen beschreven. In de herfst van Heb jij mooie herinneringen aan een fietsroute die intussen is vergeten? Mail jouw ervaringen, anekdotes, foto’s en eventuele gps-track van deze route naar: andre.ramault@gmail.com

André (tweede van rechts) tijdens zijn derde kennismaking met de Costerroute in 2013 2000 fietste ik de Groene Weg. De gids met spiraalbinding is gebruiksvriendelijker dan de gids van Coster, maar wat betreft het traject gaat mijn voorkeur uit naar de Costerroute. De Groene Weg is een mooie route, maar omwille van het vele natuurschoon en de talrijke tertiaire wegjes ben ik een Costerfan. Zijn route blijft mijn favoriete groene route.

Derde kennismaking Van 9 tot 17 augustus 2013 organiseerde De Vakantiefietser een fietsweek in de Lubéron. Zes van de twintig deelnemers beslisten naar de verzamelplaats Avignon te fietsen. De bekende Groene Weg leek de meest voor de hand liggende route richting de voormalige pausenstad. Toch slaagde ik erin mijn vijf kompanen warm te krijgen voor de Costerroute. Ik wilde testen of deze vergeten route 27 jaar na het verschijnen van de gids nog steeds autoluw is en een volwaardig alternatief voor de Groene Weg is. Kort voor de start ontdekte ik tot mijn aangename verrassing dat gps-tracks van de Costerroute op internet zijn te vinden! Drie medefietsers volgden deze gps-tracks, de anderen, onder wie ikzelf, maakten gebruik van kopieën van de kaartjes van Coster.

De Costerroute is nog steeds een sublieme fietsroute Ik heb kunnen vaststellen dat de Costerroute nog steeds een sublieme, autoluwe fietsroute is. Af en toe verschilt de huidige wegnummering met de wegnummers in de gids van Coster en dat verplichtte ons scherp te blijven. Fietsend tussen Maas en Moezel bereikten we de Vogezen. Na het omwegje in de Jura naar Zwitserland, kwamen we langs de uitlopers van de Alpen in de spectaculaire Valserinekloof. Via het dal van de Drôme kwamen we langs lavendelvelden, wijngaarden en kunstenaarsdorpjes in de Provence. De route liet ons kennismaken met een eindeloze variatie aan planten, bomen en landschappen. Op terrasjes in het Parc Naturel Régional du Lubéron vonden we schaduw in het lommer van eeuwenoude platanen. Ik verheug me erover dat dank zij het nieuwe navigatiewonder, de gps, de vergeten Costerroute weer een rooskleurige toekomst tegemoet gaat. b Zelf de Costerroute fietsen? De volledige route kun je als gpx-bestand downloaden via de volgende link: http://tinyurl.com/Coster-zip. tijdschrift voor fietsreizigers

29


De specialist in maatwerk!

Deskundig advies, van een fabrieksmerk naar wens tot volledig maatwerk. Cycling-touring-equipment

< www.vlerickfietsen.be > >

Handgemaakte en op maat gebouwde trekkingfietsen en tandems, afgemonteerd naar wens van de klant

> >

Sinds Fietsen op maat: 8 3 9 1 écht comfortabel toeren

Vouwfietsen Brompton specialist VLERICK DARWIN: ‘OP PAD WERELDFIETS’ Nieuwstraat 16, B-9840 De Pinte tel. 0032(0)9.282.47.09 e-mail: info@vlerickfietsen.be

www.sneltweewielers.nl SYNMAT 9 LW Een comfortabele mat met een synthetische vulling: warm en compact in te pakken. Een typisch voorbeeld van een innovatief Exped product. Naast slaapmatjes maakt Exped tenten, slaapzakken en rugzakken voor de veeleisende gebruiker. Van grammenjager tot fietser, van bergbeklimmer tot avonturier, Exped levert het juiste materiaal.

Nieuwe platte ventielen: Aparte ventielen voor het opblazen en snel leeg laten lopen van de mat. Platte ventielen zijn duurzamer dan de traditionele ventielen.

Hoogwaardig materiaal: De bovenzijde van de mat is voorzien van een comfortabel aanvoelende stof. Deze stof is luchtdicht en anti-slip.

Toepassing van schotten: Door de interne I-schotten wordt de kou niet doorgegeven en is de mat zeer stabiel.

Perfecte isolatie: De mat is gevuld met hoogwaardig 200 g/m2 Texpedloft microvezel. Door de vulling te lamineren aan onder- en bovenzijde wordt een duurzame en hoge isolatie behaald.

116 0 g

SYNMAT 9 DLX

Inclusief foudraal en reparatiesetje,18 gram

197 cm

Uitvoeringen: Naast synthetische vulling ook verkrijgbaar met dons voor nog hogere isolatiewaarde. Beide uitvoeringen zijn leverbaar in diverse diktes en afmetingen.

Geïntegreerde pomp: De slim ontworpen pomp maakt het mogelijk de mat snel en vochtvrij met lucht te vullen.

9 cm

65 cm

THE MAXIMUM OUTDOOR EXPERIENCE WITH MINIMAL MEANS.

Op www.exped.com vind je al onze producten en demonstratie filmpjes. Meer informatie over verkooppunten: e info@jongejanstrading.nl of t +31(0)172-586280

30 tijdschrift voor fietsreizigers


Minder is meer TEKST BERT PLATZER BEELD ERIK VAN DEN BOOM

Lichtgewicht op reis Het was tijdens de Offroadtocht van De Wereldfietser, in het voorjaar van 2012. Voor het eerst reed ik voor mijn doen lichtgewicht rond. Twee Ortlieb-voortassen deden dienst op de achterdrager, met daarbovenop de tent. Aan het stuur had ik een dry bag geknoopt. Tijdens het weekeind ontdekte ik dat het nog lichter kon.

Want wat moest ik met een paar sandalen van dik zevenhonderd gram als ik net zo lekker rondliep op mijn mountainbikeschoenen? Vooral thuisgelaten volume bleek ruimte te bieden om ultralight over de wereld te zwerven. En als ik minder ruimte nodig had, dan konden die twee achtertassen en achterdrager – samen goed voor zo’n twee kilo – toch net zo goed thuisblijven?

Bike packen The race to the bottom was ingezet. Die fietstassen en achterdrager moesten weg. Temeer daar mijn interesse in toenemende mate uitging naar het rijden van mountainbikeroutes – mede dankzij de documentaire Ride the Divide, over een jaarlijkse, zelfvoorzienende non-stop race over de Great Divide Mountain Bike Route door Canada en de VS – maar niet in de laatste plaats dankzij de Offroadtocht. Met nauwelijks civilistatie in het vizier reden we in tweeënhalve dag over bospaden, zandwegen en single tracks half Limburg door. Wat wil je nog meer? Minder bagage! Want ik merkte dat de hoeveelheid bagage de handling van de fiets negatief beïnvloedde. Dat weet iedere fietsreiziger

Stiekem ben ik nooit tevreden en kijk ik altijd naar manieren om lichter of compacter op pad te gaan natuurlijk, want wat rijdt het lekker als je na een dag fietsen je kamp hebt opgeslagen en zonder bagage nog even naar de supermarkt fietst! Dat gevoel dus, maar dan met bagage. Ook dáárom moest de achterdrager met de twee tasjes verdwijnen: een rit met al mijn spullen op de achterdrager verliep onbevredigend. Ja, ik kon lekker vlot sturen zonder bagage aan het stuur, maar ik voelde dat de beladen achterkant van de fiets die vlotte stuurbewegingen niet kon bijhouden. Voor een goede balans diende de bagage dus over de fiets te worden verspreid. Zo kwam ik uit bij bike packing. Kort gezegd is bike packen mountainbiken met een minimale kampeeruitrusting, die wordt vervoerd in frame-, zadel- en stuurtassen.

Hannibal Eigenlijk ben ik al een paar jaar aan het afslanken. Toen ik in 2010 n tijdschrift voor fietsreizigers

31


drie weken over verharde en onverharde cols in de Frans-Italiaanse Alpen ging fietsen, legde ik vooraf mijn hele kampeeruitrusting op de keukenweegschaal. De cijfers werden nauwkeurig schriftelijk vastgelegd. Het totaalgewicht weet ik niet meer, maar moet rond de twintig kilo hebben gelegen. Ik vroeg me af waarom ik een volumneuze softshell van driekwart kilo meesleepte die ik eigenlijk alleen als kussen gebruikte. En waarom fietste ik met wandelschoenen én nam ik sandalen mee? Bij kou kon ik net zo goed een paar waterdichte sokken in mijn sandalen aantrekken. Die vakantie trok ik nog door de Alpen als Hannibal op zijn olifant, maar het jaar erna bespeurde ik vlak voor vertrek een gapende leegte in een van de vier fietstassen. Dat ging de goede kant op. Minder kleren en een lichtere slaapzak in plaats van een synthetische winterslaapzak die me tot tien graden onder nul warmhield, wierpen hun vruchten af. Lichtgewicht kamperen is eigenlijk niet meer dan een kwestie van voortschrijdend inzicht en bij nieuwe aankopen letten op het gewicht en volume. Op de website van een kampeerwinkel in Eindhoven vond ik een dubbeldaks tentje van anderhalve kilo, waarin ik gewoon rechtop kan zitten. Deze Coleman Falcon X2 kostte slechts honderd euro. Mijn oude tent van drie kilo vond een nieuwe bestemming als bijzettent voor de kinderen van mijn broer. Om te koken kocht

Bike packing-tassen Verschillende producenten maken stuur-, frame- en zadeltassen voor het bike packen. Een van de bekendste is Revelate Designs uit Alaska. Dit merk levert onder andere de Holster, waarmee je makkelijk een dry bag onder je zadel hangt. Het Britse Alpkit maakt frametassen volgens een soort ‘confectie op maat’-principe. Binnen bepaalde grenzen bepaal je zelf de dikte, de kleur van de tas en de stiksels, en het aantal ritsen en compartimenten. Na het bestellen krijg je aanwijzingen voor het aanleveren van een mal van het frame waarvoor de tas is bedoeld. Op dezelfde manier werkt het eveneens Britse Wildcat Gear, dat ook systemen voor stuur en zadel maakt. Uit Polen komt BikePack, dat naar verluidt goede tassen voor een lage prijs maakt. Moet het nog goedkoper, dan is Uraltour een optie. Dit Russische merk – inderdaad, gevestigd in de Oeral – produceert stuur-, frame- en zadeltassen van goede kwaliteit, maar zonder waterdichte ritsen.

ik voor dertig euro een mini-Trangia (330 gram), precies groot genoeg voor één persoon. Met een deegroller plette ik een saladeschaal van dik aluminiumfolie en maakte een windschermpje dat het meegeleverde exemplaar verving en dat ik om een petflesje met een halve liter (vol 420 gram) dan wel 100 milliliter bio-ethanol wikkel. Al mijn andere kookspullen passen in het pannetje met deksel, tevens braadpannetje. Zo fietste ik in 2012 mee met de Offroadtocht van De Wereldfietser en fietste ik de Bike Crossing Schwarzwald, een mountainbikeroute van 450 kilometer door het Zwarte Woud, met twee Ortlieb-voortassen en de

tent op de achterdrager en aan het stuur een dry bag. Ik had mijn bagagegewicht teruggebracht tot een kilo of elf. Nog was ik niet tevreden. Ik verkocht mijn oude slaapmat op Marktplaats en kocht er voor ongeveer hetzelfde bedrag (25 euro) een gebruikt driekwarts matje voor terug (Thermarest ProLite Small, 310 gram). Als ik van mijn schouders tot mijn knieën maar warm en comfortabel lig, kom ik de nacht net zo goed door als op een matje met de volle lengte. Als het koud dreigt te worden leg ik het matje op de reddingsdeken die ik sowieso altijd bij me heb.

Klerenkast Als startpunt om van de achterdrager en Ortliebs af te komen, kocht ik afgelopen winter met de nodige scepsis een frametas (6 liter à 250 gram) van Revelate Designs, die de bovenste helft van de driehoek onder de bovenbuis beslaat. Want hoe zou het fietsen met zo’n zes centimeter dikke tas tussen de knieën? De eerste rit nam alle twijfel weg, ik merkte er nauwelijks iets van. Het bleek zelfs reuze handig. Met hetzelfde gemak waarmee een zeehond in het circus een bal op zijn neus balanceert, toverde ik onder het fietsen iets te eten of een verse bidon tevoorschijn en stopte ik jasjes weg die ik al fietsend uittrok. De volgende stap was een deugdelijke zadeltas. Verschillende merken (zie kader) leveren zadeltassen met een inhoud van maximaal twaalf tot veertien liter die nog geen 400 gram wegen. Het merendeel van 32 tijdschrift voor fietsreizigers


toch genoeg water mee te kunnen nemen, kocht ik een CamelBak. Ook weer met de nodige scepsis, maar ik bleek de bijna 2,5 kilo (inclusief twee liter water) op mijn rug nauwelijks te voelen.

Lichtgewicht kamperen is eigenlijk niet meer dan een kwestie van voortschrijdend inzicht en bij nieuwe aankopen letten op het gewicht en volume het gewicht zit bij deze tassen, in tegenstelling tot de traditionele fietstassen, voor de achteras en dat komt de wegligging ten goede. Deze tassen zijn echter niet waterdicht, dus bevestigde ik een dry bag van Ortlieb met spanbandjes onder het zadel. Het zag er wel stoer uit, maar zat niet al te stevig. Om te voorkomen dat de tas te veel zijdelings bewoog, sloopte is van een oude aluminium voordrager de stabilistatorstang, die over het voorwiel heen beide vorkpoten verbindt, schroefde die op de dragernokken bij de achterrem en sjorde stang en tas vast aan de zadelrails. Vast als een huis, met een capaciteit tot ongeveer vijftien liter en een

Tips Met bovenmatige interesse las ik op internet de presentatie van de Rugzaklopers die vorig jaar op de Fiets en Wandelbeurs in Amsterdam was te zien. In de presentatie werd de 3-4-3 methode uit de doeken gedaan. Volgens dit principe mogen de tent, de tas (meervoud in het geval van een fietser) en het slaapsysteem (matje en slaapzak) samen niet meer dan drie kilo wegen. Het is een andere manier om te zeggen dat je eerst de grote gewichtsvreters van je uitrusting moet aanpakken. De steel van je tandenborstel afzagen of eten met een titanium spork is leuk, maar zet weinig zoden

gewicht van een halve kilo. Deze tas fungeert tevens als achterspatbord. De dry bag aan het stuur verving ik door een oude compressiezak van een slaapzak (100 gram, inclusief spanbandjes), waarin ik mijn tent vervoer. De tentstok gaat vanwege de lengte in de frametas. Ik complementeerde mijn nieuwe set up met een frametasje van Vaude (120 gram). Bovenop de bovenbuis bleek het een prima gas tank voor repen en ander klein spul. Mijn aloude flessenhouder werd gepromoveerd tot klerenkast: een rol kleren of mijn driekwarts slaapmatje past er precies in, omhult door een plastic zak tegen modder en nattigheid en met een toeclipriempje vastgezet. Om

Lichter Zo fietste ik dit voorjaar over de Hermannsweg, een bij mountainbikers populaire wandelroute door het Teutoburger Wald. Aan het eind van de zomer fietste ik met twee vrienden van Groningen naar Limburg, zoveel mogelijk over onverharde paadjes. Bij verschillende passages reden we over dichtgegroeide paadjes en heidevelden waar een doortocht met zijtassen penibel was geworden. Op verharde verbindingsstukken met wind tegen verbaasde ik me over mijn aerodynamica, legde mijn ellebogen nog eens op het stuur en kliefde rustig peddelend verder door de wind. Inmiddels zit ik op een bagagegewicht van zo’n negen kilo, inclusief tassen. Stiekem ben ik nooit tevreden en kijk ik altijd naar manieren om lichter of compacter op pad te gaan. Wie kritisch naar de foto’s bij dit artikel kijkt, denkt wellicht: wat lult die gozer nou over bike packen als hij niet eens op een mountainbike rijdt, maar op een gewone randonneur? Met mijn huidige fiets, in het terrein voorzien van 1.8 inch atb-banden, loop ik inderdaad tegen mijn beperkingen aan. Inmiddels ben ik dan ook druk bezig een nieuwe 29 inch mountainbike op te bouwen. In ieder geval zal de bagage niet meer de beperking zijn! b

aan de dijk. Zeker niet als je een tent van drie kilo meeneemt. Let niet alleen op het gewicht, maar ook op volume. Hoe kleiner de tassen waarin je je bagage kunt meenemen, hoe lichter. Vergeet ook je kleren niet als zwaargewicht. Aan één dikke jas heb je alleen wat als het echt koud is. Handiger is het om met laagjes te werken. Als vuistregel hanteer ik dat ik niet meer kleren meeneem dan ik nodig heb om de verwachte minimumtemperatuur overdag te kunnen trotseren, terwijl ik alle kleren draag. Ben je handig en denk je dat het beter kan door zelf aan het knutselen te slaan? Schroom niet. Wat werkt, dat werkt en vaak scheelt zelf maken aanzienlijk in de kosten. tijdschrift voor fietsreizigers

33


N O Z I R O H E D

L E O D IS ZIJN

MARATHON MONDIAL De ultieme reis band. Gemaakt voor wegen, pistes en paden op alle continenten. De wereld is rond. Beleef het. Nieuw allround profiel. Hoog kilometrage zoals bij de legendarische XR. Lekbescherming: Double Defense.


tip

TEKST EN BEELD FROUKE VAN OMMEREN EN ERIK VAN DEN BOOM

Bidonlantaarn

Daar zaten we het laatste weekeind van september dan, aan een picknicktafel tussen de appelbomen op natuurkampeerterrein De Oude Boomgaard. De pannetjes stonden te pruttelen op de branders. Langzaam werd het donker. Het eten was nog lang niet gaar. “Wat jammer dat ik geen kaarsjes heb meegenomen”, zei Maaike. Al snel verblindden we elkaar met onze hoofdlampjes. Maar toen had iemand een lumineus idee!

Benodigdheden: één hoofdlamp en een transparante bidon. Draai de dop van de bidon. Zet je hoofdlampje met het licht naar beneden gericht op de opening en span het elastiek om de onderkant. Gevuld met water staat de lantaarn stabieler en het geeft een mooier licht. Vind je het witte licht ongezellig? Vul je bidon dan met koude thee of gebruik je achterlicht voor een rode gloed.

TEKST EN BEELD ROBERT VAN WEPEREN

Met mes & spork Wat de pot schaft Waar: Alaverdi, Armenië Wanneer: augustus 2013 Keuken/bediening: Anahit en Armenuhi Hoeveel kilometer wil ik hier voor om fietsen? 77

Anahit (links) en Armenuhi De vaste clientèle van het restaurant van Anahit en Armenuhi bestaat voornamelijk uit de werknemers van de nabijgelegen koperfabriek. Behalve de vervallen en deels in onbruik geraakte smelterij en de haveloze Sovjetflats uit de jaren vijftig van de vorige eeuw strijden hier de kloosters Sanahin en Haghpat uit de tiende eeuw om de aandacht.

0 25 50 75 100 km

Entourage: ‘s Zomers eet men hier graag buiten en dat doet men het liefst met vrienden. Maar dan wel op een plek die beschutting, schaduw en intimiteit biedt. Menu: Er is een menukaartje, maar daarop staan voornamelijk gerechten die op de dag van ons bezoek niet worden geserveerd. Kiezen voor ‘wat de pot schaft’ blijkt de kortste weg naar een

smakelijke lunch. Er komt soep met een gehaktbal, feta en vers brood ter tafel. De ultieme verleider is – zoals vaak in deze regio – de salade van dieprode tomaten, komkommer met karakter, olie en wat peterselie. Bekijk de exacte locatie van het restaurant op: http://tinyurl.com/m3lgc59

tijdschrift voor fietsreizigers

35


TEKST EN BEELD STEFAN DERDEYN KAARTJE PAUL KLOEG

Ongewenst gezelschap In de grote leegte van Utah Een goede raad: als je maar één keer naar de Verenigde Staten komt, bekijk dan desnoods thuis New York en Washington met Google Street View en neem dan het vliegtuig naar Salt Lake City voor een onvergetelijke tocht langs de nationale parken in Utah. Maar zorg wel dat je van tevoren je kennis over de regionale fauna bijspijkert. Na een aantal lange, eenzame dagen door het onherbergzame en dorre Arizona ben ik wederom in Utah, de staat met een natuur die met niets is te vergelijken. De hoge torens van Monument Valley liggen reeds een heel eind achter me en ook de staatsgrens van Arizona is ongemerkt onder de wielen doorgeschoven. In Utah is het plots een uur later – de tijdzones in de States volgen geen mooie lijn van noord naar zuid.

Leegte Hier regeert de grote leegte. Links en rechts van mij zie ik alleen een dor, versteend landschap met kort hardhout dat slechts kleine zuinige blaadjes draagt en op dit middaguur kraakt onder de hitte. Het is windstil en de zon brandt op mijn rug alsof ik pal naast een haardvuur zit! Het weer is overigens geen zorg, buiten het vervelende zonnebrandcrème smeren. Drie dagen regen op twee maanden tijd is niet echt als wisselvallig te omschrijven. Je zal maar presentator zijn van The Weather Channel – dat de klok rond weerberichten brengt – als er de komende tien dagen alleen maar zon is te zien. Dan bouw je maar je verhaal rond de maximum temperatuur die gedurende een volledige week één graad stijgt of daalt. Ik streef naar maximale souplesse in het trappen door in de

36 tijdschrift voor fietsreizigers

opeenvolgende op- en aflopende stroken veel te schakelen. Van de hitte heb ik merkwaardig genoeg geen last, ook al staat mijn thermometer weer een eind boven de veertig graden. Verkeer is er niet en de laatste mens zag ik in Mexican Hat, niet meer dan twee huizen en een benzinestation. Bluff, mijn doel voor vandaag, ligt waarschijnlijk nog drie uur fietsen voor me – het hoogteprofiel van de rit heb ik niet zo goed onthouden. Luisterend naar de banden op de weg zijn mijn gedachten leeg. Fantaseren over wie deze gekke plaatsnamen bedacht, duurt maar even, de geest heeft alweer rust. Het zicht op een vlakte tot aan de einder, geen geluid, geen geur... leegte!

Eyeliner Een verkeersbord dat een rest area aankondigt, zoals alle borden overigens met kogelgaten doorboord, wakkert mijn eetlust aan en zonder nog één trap te veel val ik stil aan een picknicktafel, een zwartgelakte constructie waaraan ik alleen dankzij de zeem in mijn koersbroek kan gaan zitten. Aanraken zonder me te verbranden is verder uitgesloten. Diep uit de koelte van een fietstas duik ik een tuna salad wrap op, gekocht in een broodjeszaak waar ik deze morgen de eerste klant was. De drinkbus warm water moet er nu maar even bij. Even verplaats ik mijn voeten in het grind en meteen hoor ik een scherp gesis onder de tafel. Ik verslik me in mijn eten en leun verstijfd achterover. Ik zie een slang die een kinderarm dik is en zeker een meter lang. Nog steeds vervaarlijk blazend kronkelt de slang nog even met de staart en blijft dan roerloos liggen, alleen de tong flitst uit zijn bek, maar dan is ze weer stil. Het gladde lijf heeft de grijze kleur van de grond, met daarop regelmatig verspreidde zwarte stippen. Onder de ogen loopt een mooi aangebrachte eyeliner – het heeft wel iets. Radeloos klim ik in lang uitgerekte, trage bewegingen boven


Ik kan geen kant op zonder een dodelijke beet te riskeren

op de tafel en blijf het serpent in de gaten houden, maar om wat te doen? Waar is mijn survival guide met instructies – is ze giftig, wil ze mijn eten, kan ze me ruiken en zien? Ineens denk ik aan het boekje Snakes in Utah, waar ik in een bezoekerscentrum achteloos doorheen bladerde. Het toonde tientallen soorten slangen op glanzende foto’s, maar ik heb geen woord van de tekst gelezen – ik weet niets van dit exemplaar! De fiets staat een heel eind van me verwijderd, dus dat is ook geen optie. Laat staan dat ik er een vliegende start mee zou kunnen maken! Om me heen is geen hulp voorhanden, aan beide kanten vervaagt het zwarte lint van het asfalt, vier rijvakken breed en rimpelloos glad, ver weg naar de horizon. Maar geen mens heeft deze weg nodig. Aangelegd voor wie... alleen voor een eenzame fietser? Kom nou! De slang heeft alle tijd, ze is hier tenslotte thuis. Ik kan geen kant op zonder een dodelijke beet te riskeren, waarna ik

nog een uur langzaam door het sluipende gif naar een doodsreutel wordt gedreven. Sterven in het grind tussen Mexican Hat en Bluff, zie je dat al staan in een bericht?

Leuk speeltje Terwijl ik stukjes van mijn broodje naar het beest toewerp – weet ik veel waarom, reactie komt er niet, maar de eetlust is toch verdwenen – hoor ik eindelijk een aanzwellend gebrom en kan ik de contouren van een zware truck in de trillende lucht onderscheiden. Als een drenkeling op een zinkend vlot zwaai ik wild met mijn armen tot ik hoor dat de kolos vaart mindert en met een snijdend gegil in de remmen gaat. Hoog boven de forse neus van de vrachtwagen zitten twee roetzwarte ramen en ik zie de chauffeur pas als hij uit zijn cabine klimt en vraagt of ik hulp nodig heb. De lange snorharen langs zijn mondhoeken maskeren een brede lach als ik de oorzaak van al mijn ellende aanwijs. “The gopher

snake!”, roept hij enthousiast en stapt resoluut op het beest af, duidelijk met de bedoeling om het vast te grijpen. Sierlijk kronkelend gaat de slang er onder de struiken vandoor, met een snelheid die een vluchtpoging van mij geen enkele kans had gegeven – alleen had het dier niet de minste verkeerde bedoelingen. Wat ik in het bewuste boekje had kunnen lezen, hoor ik nu van een behulpzame trucker, die intussen naast me is komen zitten en me zelfs een flesje fris water aangeeft. De gopher (Pituophis catenifer) is hier talrijk aanwezig, niet giftig, voedt zich met kleine knaagdieren die ze eerst de longen dichtknijpt en bovenal: kinderen vinden het een leuk speeltje om bij vriendjes mee op te scheppen. Totaal onschuldig probeert het zijn belagers af te houden door het geluid van een ratelslang na te bootsen! Sam stelt na een lange babbel voor om me naar Bluff mee te nemen, maar stoer wijs ik het voorstel af. Ik heb me nu al genoeg als een doetje gedragen. Bovendien zie ik niet goed hoe mijn fiets een rit op een open, platte opligger zou overleven. Het is al genoeg dat ik zelf aan de dood ben ontsnapt! b tijdschrift voor fietsreizigers

37


TEKST BIANCA FOETS BEELD RAF VAN HULLE EN DIRK HUYGHE

Racen op zonnestralen ‘Ik voelde me niet langer de zonderling’ Half juni begonnen in Chambéry drie Vlamingen aan The Sun Trip, een internationale race voor elektrische fietsen op zonne-energie. De tocht leidde naar de Kazachse hoofdstad Astana, waar Raf Van Hulle na 7500 kilometer en 38 dagen als eerste aankwam. Samen met Dirk Huyghe vertelt hij over zijn ervaringen onderweg. Voor Raf Van Hulle is het fietsen met een e-bike niets nieuws. “Ik fiets al jaren met een zelf ontworpen sportieve e-bike, die ik dagelijks als ecologisch alternatief voor de auto gebruik. De Solarwind, een trailer met zonnepanelen die de batterij van de e-bike voeden, kwam als logische opvolger.” Nog voor hij van The Sun Trip afwist, was Raf van plan om met zijn elektrische fiets en zonnetrailer richting Azië te trekken. Dat hij aan The Sun Trip zou deelnemen, lag dus voor de hand.

Poëtisch Ook Dirk Huyghe was meteen enthousiast. “De nieuwe techniek en de mogelijkheid om met een solar e-bike het fietsreizen opnieuw uit te vinden, sprak mij enorm aan.” Voor Dirk startte de tocht in Gent, zodat hij op weg naar startplaats Chambéry zijn fiets kon leren kennen en eventuele defecten kon verhelpen. “De sfeer onder de deelnemers was vanaf het begin heel ontspannen”, vertelt Raf. “Het deed me wat om samen te zijn met 38 tijdschrift voor fietsreizigers

zielsverwanten en te zien hoe ieder zijn solarconcept met veel zorg had uitgewerkt. In het gezelschap van de 34 andere equipes voelde ik me niet langer de zonderling met ecologische idealen.” De weergoden waren de suntrippers gunstig gezind toen ze gezamenlijk het geneutraliseerde traject naar de Col du Petit Saint Bernard fietsten. Enkele dagen voordien was de col nog gesloten en tijdens hun beklimming lag op sommige plaatsen nog zeven meter sneeuw langs de kant. Daarna ging de race echt van start, al speelde het wedstrijdelement voor Dirk geen rol. “Aankomen in Astana was mijn enige streven.” Raf wilde wel degelijk een mooie solarprestatie neerzetten en de eindstreep binnen veertig dagen halen. Vanaf de derde dag van de race fietste hij op kop en focuste hij zich op een overwinning. “Ik maakte vooral de eerste week lange dagen om mijn voorsprong te vergroten en mijn achterliggers ook op psychologisch vlak achter me te laten. Dat werkte, behalve voor de Fransman

Jorge Moïta, wiens adem ik tot in Kazachstan in mijn nek heb gevoeld.” Zijn Solarwind voldeed prima en Raf genoot ervan “om op de onuitputtelijke energie van de zon flinke vorderingen te maken”. “Zoals de wind de vaart van een zeilschip bepaalt, werden mijn etappes en dagindeling ingegeven door de zon”, voegt hij er poëtisch aan toe. Om de sfeer van de landen die hij doorkruiste op te snuiven, nam Raf minder de tijd. “Daarvan blijven slechts vluchtige indrukken over.” Voor Dirk hoefde het niet zo snel te gaan. “Mijn solarconstructie was dan ook met slechts twee zonnepanelen uitgerust, terwijl die van Raf er vier had”, legt hij uit. Contacten met andere deelnemers, de route, het landschap en de ontmoetingen onderweg vormden voor Dirk een belangrijk onderdeel van zijn trip. “Zo vond ik het bijzonder verrijkend om samen te reizen met Thomas Papay, de enige handbiker in het gezelschap. Ondanks zijn vastberadenheid heeft hij de eindstreep niet gehaald.” Qua sfeer en landschap spraken vooral Slovenië


Zoals de wind de vaart van een zeilschip bepaalt, werden mijn etappes en dagindeling ingegeven door de zon en Roemenië Dirk aan. Door druk en agressief verkeer vielen Oekraïne, Rusland en Kazachstan tegen.

Las Vegas Of de suntrippers goed werden onthaald? “Vrijwel overal ontmoette ik gastvrije mensen en werd ik overladen met voedsel en drank”, zegt Dirk. “In Oekraïne kwam een groepje sympathisanten op het idee om iedere deelnemer uit te nodigen op de koffie. Om de genodigden te lokaliseren, hielden ze de gps-kaart op de Sun Trip-website in de gaten. Wanneer iemand hun woonplaats naderde, stonden ze met een bordje langs de kant van de weg om een coffee break aan te kondigen!” “Als teken van gastvrijheid werd mij soms zelfs een vrouw aangeboden”, bekent Raf lachend, “maar als je een race wilt winnen, heb je je energie ergens anders voor nodig. Ik vermoed dat het de eerste keer is dat ik een hele maand lang zelfs geen seconde aan seks heb gedácht!” Raf legt uit dat de hulpmotor wel een mooie ondersteuning biedt, maar dat je als fietser nog steeds voor zestig à zeventig procent van de nodige energie zorgt. Fysiek was de tocht dus niet te onderschatten. Raf legde per slot van rekening gemiddeld zo’n tweehonderd kilometer per dag af. En dat 38 dagen achter elkaar. Ook mentaal was het soms een beproeving. “Vooraleer je de Kazachse hoofdstad bereikt, krijg je af te rekenen met de monotone steppe, waar een krachtige tegenwind, een gebrek aan voorzieningen en bijzonder slechte wegen het leven van een fietser moeilijk maken.” Vooral het allerlaatste stuk was voor Raf even doorbijten. Hij besloot om alvast een

vliegtuigticket te boeken en zo het vooruitzicht op comfort en het weerzien met zijn achterban in België tastbaar te maken. Ook zijn overwinning vierde hij al drie dagen voor de finish. “Gewoon in mijn eentje, met een frisse pint in een super-de-luxe hotel!” De officiële aankomst in Astana vond Raf een mediacircus. “Ik ruilde de laatste zeventig kilometer mijn vrijheid in voor een politieescorte, die mij begeleidde naar een kunstmatige, Las Vegas-achtige stad. Bovendien snapten de Kazachen niets van de ecologische opzet van The Sun Trip.”

Brand De dag dat Raf de zege binnenhaalde, dacht Dirk dat ook voor hem The Sun Trip voorbij was. Bij het uitvoeren van een eenvoudige reparatie raakte hij met een scherp mes onbedoeld het delicate binnenwerk van de batterij, waardoor kortsluiting ontstond. Het gevolg was een felle brand, die met de beschikbare watervoorraad – drie emmers – niet te blussen viel. “Mijn trailer met zonnepanelen werd volledig in de as gelegd, maar gelukkig slaagde ik erin om tijdens de brand mijn fiets met bagage van de trailer los te koppelen.” Volledig op eigen kracht legde Dirk met zijn loodzware fiets vervolgens meer dan duizend kilometer af naar de West-Kazachse stad Atiraw. “Daar monteerde ik Rafs batterij, die hij vanuit Astana had opgestuurd.” De autonomie van de Solarwind was hij kwijt en het werd zoeken naar een stopcontact, maar op een redelijke manier zijn doel bereiken behoorde voor Dirk in ieder geval weer tot de mogelijkheden nu hij opnieuw als e-biker op weg kon. “Ik zette alles op alles om tegen 17 augustus de eindstreep te Dirks trailer met zonnepanelen brandde volledig uit

Raf onderweg en gehuldigd als winnaar in Astana (onder)

halen. Op die dag werd door organisator Florian Bailly voor de reeds aangekomen suntrippers een feestje georganiseerd.” Na zestig dagen on the road slaagde Dirk in zijn opzet. “De ontlading was groot toen ik in Astana aankwam en kon bijpraten met de collega’s, waaronder de andere Vlaming, Grégory Lewyllie. Hij was enkele dagen voor mij aangekomen.” “The Sun Trip toont duidelijk aan dat elektrisch fietsen niet enkel iets is voor gepensioneerden”, vindt Raf. “Het hoeft ook niet beperkt te blijven tot een select groepje idealistische weirdos.” Voor de fietsreiziger die vindt dat het een tikkeltje sneller mag, beklimmingen met een duw in de rug wil nemen of agressieve honden makkelijk van zich wil afschudden, is het volgens beide suntrippers een heel mooi vervoermiddel. “Daarom stellen we onze zonnefietsen voor op de Fiets en Wandelbeurs in Mechelen op 18 en 19 januari 2014 en zorgen we voor een inspirerend beeldverslag. Bovendien is een tweede editie van The Sun Trip in de maak, dus... wordt vervolgd!” b tijdschrift voor fietsreizigers

39


Themaland

op de beurs in Amsterdam is Zwitserland, met een uitgebreide presentatie van de vele fiets- en wandelmogelijkheden in dat land.

za 1 en zo 2 maart 2014

Amsterdam RAI

→ → → → →

www.fietsenwandelbeurs.nl

→ →

1 extra fietshal bestemmingen routes lezingen en workshops informatiemarkten outdoorartikelen en veel meer!

za 18 en zo 19 januari 2014

Nekkerhal Mechelen www.fietsenwandelbeursvlaanderen.be

Amsterdam RAI 1 & 2 maart 2014

U ontvangt 2 euro korti

ng

Wer el d f et s er 0114

KoRtINgsboN

inlevering op de toegangsprijs bij voor één dig Gel n. van deze bo binatie met per soon en niet in com . andere aanbiedingen

n Nekkerhal Mechele 14 20 18 & 19 januari

photo ©Z witserl And toerisme/swiss-imAge.ch/stefAn hunZiker


Vos & Vos in de VS

Op de fiets van oost naar west Jan Vos jr. Uitgave in eigen beheer 307 pagina’s | 17 foto’s Jan Vos fietste met zijn vader in 2008 gedurende twee maanden de TransAmerica Trail, een door de Amerikaanse Adventure Cycling Association in kaart gebrachte route. Een toepasselijke metafoor voor het boek als geheel is deze: de lezer eet zich een weg door een schier eindeloze rijstebrijberg en schiet af en toe Luilekkerland in voor een gebraden duifje. De jonge schrijver (20) koos voor de dagboekvorm en dat leidt tot een patroon van herhalingen onder wisselende omstandigheden. Wakker worden, opstaan, ontbijt, op de fiets, het weer en de weg tot en met nog even tv kijken en gaan slapen. ‘Pap’ Vos treft in zijn voorwoord de kern: ‘(...) waar ik het boek ook opensla, ik fiets direct weer op de weg’ in de VS. Het is voor hem en zijn zoon een encyclopedie van de tocht, maar voor buitenstaanders? Gelukkig zijn er de gebraden duifjes, want Vos jr. heeft de VS voor de lezer ‘neergezet’. De economische malaise in heden en verleden (verlaten huizen), de politieke verdeeldheid (Obama versus McCain), de veel voorkomende zwaarlijvigheid en het vette fast food (‘gelukkig is het geen gebruik havermout te frituren’), de extremen in het weer (storm, onweer), de rijke fauna en dus ook de dode dieren op de weg (ze zetten schildpadden over), de vercommercialiseerde tv, de vele suffe en stoffige plattelandsplaatsen, enzovoort. Dat Jan driemaal daags woorden aan het eten wijdt, houdt verband met hun benen ‘die zowel motor als centrale verwarming zijn’. Het dagelijks gemiddelde ligt rond de 150 kilometer! Met weinig bagage, een rugzak en een stuurtas, maar toch. Het eten van brandstof is prioriteit nummer één. Ten tweede. Onder de overdadige landschapsdetails duikt soms een rake typering op. Wie wil weten hoe Wyoming is, grijpe

naar Vos. Desolaat met genadeloos hard zonlicht. Ten derde. De vele ontmoetingen onderweg. Velen volgen deze uitgestippelde route, ook andere Nederlanders, maar ook een Chinees met pepperspray tegen beren en honden. Jan somt ze allemaal op, van wuivende passant tot de fietser met wie ze een aardige conversatie voeren. Daar zou je wel wat meer van willen lezen. Wat doet en drijft de langeafstandsfietser? De stijl van Jan Vos is niet zozeer kritisch als wel creatief en met overstatements van de jonge man. Een lekke band vlak voor het einddoel zou hij wel ‘jubileumlek’ willen noemen en een ‘kamikazefiets’ heeft geen remmen. Op een terras zaten niet alleen maar mensen, maar het zat ook ‘stampend vol eekhoorns’. Voor wie ooit in de VS wil fietsen, is de tocht from coast to coast de klassieker bij uitstek. De zeer praktische kaarten en teksten van de Adventure Cycling Association tillen je misschien over de laatste aarzelingen heen. Dit boek vervolmaakt de voorbereiding. Het is the real thing! JAN POSTEMA

Het boek is niet te koop. Geïnteresseerden kunnen de auteur mailen om het te downloaden: jan.aquablue@gmail.com.

uitgelezen

Gezocht: vrijwillige fotografen De redactie van De Wereldfietser/De Vakantiefietser is op zoek naar fotografen! We zijn op zoek naar fietsers die het leuk vinden om af en toe foto’s te verzorgen bij de rubrieken en interviews in ons tijdschrift. Je hoeft geen beroepsfotograaf te zijn en over een portfolio te beschikken, maar het is wel prettig als je wat voorbeeldwerk kunt laten zien. Als fotograaf zal je enkele malen per jaar door de redactie worden benaderd met de vraag of jij beeld kan verzorgen bij een bepaald artikel. Het kan gaan om het portretteren van geïnterviewden, het verzorgen van beeld bij een producttest, of om het maken van foto’s bij andere rubrieken, zoals de tip. Vanzelfsprekend altijd in overleg. Meestal zal je één tot twee maanden de tijd hebben dit uit te voeren, soms korter. Het tijdschrift is een gezamenlijke uitgave van verenigingen De Wereldfietser in Nederland en De Vakantiefietser in Vlaanderen. Het werk van de redactieleden is onbezoldigd. Reis- en andere onkosten worden door de verenigingen vergoed. Hou je van fietsen en lijkt het je leuk om een bijdrage aan ons tijdschrift te leveren? Dan willen we graag met je kennismaken! Stuur een mail en voorbeeldwerk naar: redactie@tijdschriftwereldfietser.nl of redactie@vakantiefietser.be.

tijdschrift voor fietsreizigers

41



VERENIGINGSNIEUWS Agenda januari 17-19 Wintertrektocht met De Wereldfietser door het bosrijke westen van Brabant 18-19 Fiets en Wandelbeurs Vlaanderen in de Nekkerhal te Mechelen februari 2 Fietsherstelcursus van De Vakantiefietser bij Mario ‘De Fietsdokter’ in Schilde (kijk voor andere data op www.vakantiefietser.be) maart 1-2 Fiets en Wandelbeurs Nederland in de RAI te Amsterdam 1-2 Carnavalstocht met De Wereldfietser 8-9 Fietsreparatiecursus van De Wereldfietser bij Marten Gerritsen in Kiel-Windeweer (kijk voor andere data op www.wereldfietser.nl) 30 Wereldfietsbeurs in Bussum – voor alles wat een fietsreiziger wil weten april 4-6 Kampeerweekend Nederlands Brabant met De Vakantiefietser: indoor overnachten 18-21 Paastocht met De Wereldfietser mei 1-4 Kampeertocht Franse en Belgische Ardennen met De Vakantiefietser 29-31 Hemelvaarttocht met De Wereldfietser én De Vakantiefietser van Antwerpen naar Maastricht

Dirk Huyghe

Andy Lambrechts

Theo Van Der Burght

ac

tivi

urs tsbe

fie

nn pe

Frans Heylen

Martine Clauwaert

Grégory Lewyllie

n

Hans Metz

Paul Porcelijn

int

ite ite

ac

Robertjan Kuijten

erne

t

aris cret

pe

se

tter

orzi

vo

Bestuur Wereldfietser

nningmeeste

r

Helmut Riemenschneider

ingmeester

ervoorzit

s

vo

Marc Knapen

ond

ec

orz

reta

ris

itter

Bestuur Vakantiefietser

teiten

Kijk voor meer informatie op www.wereldfietser.nl, www.vakantiefietser.be of bij het verenigingsnieuws op de volgende pagina’s

fietsb urs e

ter

Vakantie- en wereldfietsers willen hun grenzen verleggen. Ze willen nieuwe gebieden verkennen, genieten van rust en ruimte, en in contact komen met de plaatselijke bevolking. En of je nu een lange of korte tocht maakt, ver of dichtbij, reizen op de fiets is een prettige manier om dit te doen. De verenigingen De Wereldfietser in Nederland en De Vakantiefietser in België ondersteunen hun leden bij hun fietsreizen. Het doel is fietsers met elkaar in contact te brengen en informatie uit te wisselen. Naast het ge­zamenlijk uitgegeven tijdschrift met voor elke vereniging een cover met de eigen naam en verder dezelfde inhoud, organiseren de verenigingen k ­ampeerweekends, trektochten, informatiebijeenkomsten over speciale onderwerpen en fietsreparatiecursussen voor hun leden. Op de websites van beide verenigingen vind je databanken met veel informatie en forums waar levendige ­discussies plaatsvinden. www.wereldfietser.nl www.vakantiefietser.be

tiv

Jim van den Berg

Bas Evers

tijdschrift voor fietsreizigers

43


VERENIGINGSNIEUWS WERELDFIETSER.NL teksT paul porcelijn

nieuwtjes

44 tijdschrift voor fietsreizigers

Toor • Oekraïne € 4,95

kinderen • Nepal, land

van de glimlach

• Costerroute afgesto

ft • Interview Peter

fietsreizigers

Mak en Karin van

losse verkoop

tijdschrift voor

Thema: fietsen met

Tijdschrift De Wereldfietser had eind vorig jaar rond de drieduizend leden: best een grote vereniging, zeker als je bedenkt dat aan gezamenlijke activiteiten vaak ‘maar’ enkele tientallen mensen meedoen. Onze activiteiten zijn kleinschalige projecten, want wereldfietsers mijden nou eenmaal massa’s. Maar bij elkaar opgeteld vormen de deelnemers aan onze activiteiten toch een flinke groep, die onze vereniging bindt. Zowel aarzelende beginners als doorgewinterde globetrotters. Trektochten, cursussen en regiorondjes zijn belangrijk. Ook de website en het forum spelen een grote rol. Maar het is vooral ons prachtige tijdschrift dat ons bindt. Op de algemene ledenvergadering werd dat afgelopen zomer nog eens onderstreept: er komt geen (goedkoop) lidmaatschap-zon-

1de wereldfietser winter 14

Ledenpas Als lid van De Wereldfietser ontvang je bij dit nummer weer een ledenpas. Je krijgt daarmee korting op de entreeprijs van onze eigen Wereldfietsbeurs, op 30 maart in Bussum. Later dit jaar hopen we meer voordelen aan die ledenpas te kunnen koppelen. Daarover zullen we in deze rubriek berichten.

Onze vereniging heeft er bovendien een eigen stand, met onder andere tijdschriften en fietsshirts.

der-tijdschrift, is toen besloten. Met een dergelijk lidmaatschap wilde het bestuur onder de duizenden forumbezoekers laagdrempelig leden werven, maar die moeten als verenigingslid dus de normale contributie betalen.

Fiets en Wandelbeurs De Wereldfietser doet ook dit jaar weer mee aan de Fiets en Wandelbeurs, op 1 en 2 maart in de RAI in Amsterdam. Ervaren wereldfietsers zullen daar als informanten de bezoekers van informatie over de meest uiteenlopende bestemmingen voorzien.

Wereldfietsbeurs Onze eigen Wereldfietsbeurs vindt weer plaats op zondag 30 maart, vlakbij het treinstation Naarden-Bussum. Op vertoon van je Wereldfietser-ledenpas ontvang je korting op de entreeprijs. Op onze beurs draait niet alles om toeristische informatie, fietstechniek of kampeermiddelen. Centraal staat het contact met oude en nieuwe fietsreizigers, die hier ervaringen uitwisselen en inspiratie opdoen voor nieuwe avonturen. Doorgewinterde cracks en bedeesde beginners treffen elkaar in een gemoedelijke mix. Ook niet-leden zijn op onze Wereldfietsbeurs van harte welkom, dus breng rustig vrienden, familie en buren mee! Bestuur Onze vereniging krijgt binnenkort versterking van enige nieuwe enthousiaste bestuursleden. Ze draaien op proef alvast mee in het bestuur. We hopen ze dit voorjaar op de algemene ledenvergadering formeel te kunnen voordragen, waarbij ook een wisseling van bestuursfuncties (penningmeester en secretaris) plaatsvindt. Voor contact met het bestuur blijft het mailadres ongewijzigd: bestuur@wereldfietser.nl. b


TEKST WIM VAN EEDEN BEELD HENK DE LEEUW EN FOKKO DAM

Op de grens van verstedelijking Steeds overtuigender worden de contouren van de fietsers die ‘buiten’ gaan overnachten. Schijnbaar te breed voor het fietspad rolt de gebundelde formatie naderbij. Bij de appelboomgaard van Lisserbroek sluit ik aan en vestig mij in de voorste posities. Vanaf een wandelpad omsloten door struikgewas duikt een laatste fietser op, als een hert dat zich bij zijn kudde voegt. De Huttentocht van 2013 laat nu eens het westen van Nederland zien. Burgemeester Jan Six van Amsterdam meerde in de zeventiende eeuw aan tussen snijdend riet, om tijdens weekendverlof te vertoeven in zijn ambtsheerlijkheid, het huidige gemeentehuis van Hillegom. Bij een knapperend haardvuur spoelde hij zijn jachttrofeeën uit de bosrijke duinen met een bourgondisch glas weg. Waterbouwkundige Leeghwater pleitte al in 1641, in de herfst van zijn leven, voor drooglegging van het Haarlemmermeer. Hiermee was hij medeverantwoordelijk voor de vruchten die braamstruiken er nu dragen, dat we vandaag de route fietsen die de burgervader voer, scherp overstag gaand bij donders weer, en dat we langs de Polderbaan de kuiten ontspannen en stapvoets fietsen. Hier is het rokende rubber van landende vliegtuigen de bakermat van De Wereldfietser. Sugar City is de naam van de nieuwe bestemming waarop ik mijn kompanen attendeer: “hé, deze kant op!”. Daar waar de bietenkokers hun Puch of Kreidler onder rond gebogen golfplaten stalden en ik tijdens de Huttentocht de heraldische wapens aan de geconserveerde gevel van de voormalige CSM-fabriek met een schuin oog observeer. Weer langs de ringvaart is Lijnden het tweede gemaal dat samen met Leeghwater de spil vormt waaromheen zich de Haarlemmermeer uitstrekt. Verderop vertellen molenstomp de Aker en molen Sloten het verhaal van de wind. Als broodnodige verbinding tussen

de Ringvaart en de Schinkel ontstond de Nieuwe Meer. Met jachthavens. Een reden om onze band met het fietsen verder te polijsten. Aan slechts één picknicktafel, bij stookplekken van barbecues in het gras en een uitnodigend strandje dat uitmondt tussen het riet. Zonovergoten, maar zonder barbecue, fietsen we over de oeverlanden. Omringd door vermoeide bomen en afgescheurde boomstompen, door mos overwoekerd, met soms de geur van moeraswater. Op een haar na ontwijk ik de uitwerpselen van een Schotse Hooglander. Daarna lijkt het alsof wíj door de Nieuwe Meersluis zijn geschut en op het niveau van Amsterdam fietsen. In de middagzon schittert de Olympische Bosbaan, waarop tientallen boten een zeeslag suggereren alsof we het Stedelijk Museum bezoeken. In de Middelpolder verliezen we opnieuw het evenwicht op de grens van verstedelijking. In Ouderkerk aan de Amstel is dat hersteld. Later wordt ons de keuze gelaten of we rechts- dan wel linksom de 1200 hectaren van polder de Rondehoep fietsen. Fietser Willem I doet uitspraak: eerst de Voetangelbrug en dan Stokkelaarsbrug… en over het fietspaadje! Ik schrik van mijn woorden. Maar de getoonde volgzaamheid over het tuitelige dijkje is om door een ringetje te halen. Omkijken of iedereen het op de pedalen wel lukt, is funest. Eufoor bereiken we een cluster woningen, Stokkelaarsbrug. Langs het riviertje de Waver liggen de stal, de hooibergen en de gereserveerde trekkershutten binnen handbereik. Ook de picknicktafel, als spil van het kampement, waarvan de bezetting door tentjes toeneemt naarmate de vurige schemering steeds verder overgaat in de duisternis van sterren. Als het afkoelt, wordt de beschutting van de stal een doel op zich. Ik pak mijn fietstassen op en sluit daarna de rits van ons tentje. Gestalten en gapende boerenschuren. Op het licht van de staldeur vind ik mijn weg. Op de voorgang, waar het veevoer werd opgediend, wordt geschoven met jeugdherbergmeubilair, de inhoud van fietstassen uitgestald. Een zwaluwnest kijkt toe. Waar fietsers het doorgaans met elkaar over hebben overtreft snel het F16 van benzinebranders. Om te beginnen over de mooie, zich plezierig voortkabbelende fietsdag, maar ook over ongunstig gezinde weergoden. Ik word wakker van het tentdoek. b tijdschrift voor fietsreizigers

45


VERENIGINGSNIEUWS VAKANTIEFIETSER.BE tekst André Ramault

nieuwtjes

Fietsherstelcursussen Fietsdokter Mario organiseert de zaterdagse reparatiecursussen van De Vakantiefietser in 2014 op 8 en 22 februari, 8 en 22 maart, 12 en 26 april, 10 en 24 mei, 7 en 21 juni, en 5 juli. De cursussen beginnen om 9.30 uur en duren tot 17.00 uur, met een maximum van acht deelnemers per cursus. Waar: De Fietsdokter, Kerkelei 75, 2970 Schilde. Aanmelden: via het websiteformulier op www.vakantiefietser.be/activiteiten, via e-mail: fietsherstelcursussen@vakantiefietser.be of telefoon: (014) 377 734 (secretariaat). Abonnees betalen 20 euro, niet-abonnees 30 euro. Cursisten die zich abonneren betalen 37 euro (20 euro + 17 euro abonnement). Schrijf het passende bedrag over op rekening: BE62 2300 1759 0261 van De Vakantiefietser, Dessel. Vermeld de cursusdatum! Kijk voor meer info over de activiteiten op: www.vakantiefietser.be/activiteiten

Verenigingsactiviteiten in 2014 Kampeerweekends Nederlands Brabant (4-6 april): overdekt overnachten o.l.v. Kees Laureijs Franse en Belgische Ardennen (1-4 mei): kampeertocht o.l.v. Dirk Huyghe Hemelvaartstocht AntwerpenMaastricht (29 mei-1 juni): samen met De Wereldfietser, o.l.v. Bert Sitters Omgeving Kessel (27-29 juni): kamperen in de tuin, o.l.v. Door Jacobs Omgeving Meerdalewoud (5-7 september): kamperen met barbecue, o.l.v. Raf Robberecht en Martine Clauwaert Omgeving Ieper (rond 13-14 september): onthaal van suntripper Grégory Lewyllie, o.l.v. Peter Vandenbroucke Herfstweekend Dudzele (10-12 oktober): Jeugdherberg Herdersbrug, o.l.v. André Ramault

Groepstochten Fietsen langs grenzen (6-14 juni): door Nederland, Duitsland en Luxemburg, o.l.v. André Ramault en Guido Vermeir Programma: vrijdag 6 juni: samenkomst jeugdherberg Antwerpen zaterdag 7 juni: naar Valkenswaard (NL): 93 km zondag 8 juni: naar Nettetal-Hinsbeck (DE): 80 km maandag 9 juni: rondrit door natuurgebied: 80 km dinsdag 10 juni: naar Aachen (DE): 85 km woensdag 11 juni: naar Bad Münstereifel (DE): 75 km donderdag 12 juni: naar Gerolstein (DE): 75 km vrijdag 13 juni: naar Bollendorf (BE): 85 km zaterdag 14 juni: terugreis. Fietsen naar het station van Luxemburg (40 km) of Arlon: 50 km Er wordt overnacht in jeugdherbergen (halfpension) met een groepslidkaart. Er is plaats voor maximaal 30 deelnemers. Kostenraming: ongeveer 300 euro. Interesse? Reserveer via andre.ramault@gmail.com. Deelname pas definitief na betaling en bevestiging. Coast to coast Zuid-Engeland (8-17 augustus): kampeertocht o.l.v. Martine Clauwaert en Dirk Huyghe

Tekst Paul De Groeve Beeld Theo Van Der Burght

Kampeerweek Lubéron (9-18 augustus 2013)

Klimmen als jonge veulens De Lubéron, een middelgebergte in de Franse Alpes-deHaute-Provence en de Vaucluse, is een streek met mediterrane dorpjes, vaak leunend tegen een heuvel en bloedheet in de zomer. Ik ben er niet gerust in. Zal ik de zes diehards die vanuit de Ardennen naar verzamelplek Avignon fietsten kunnen volgen? Veel van de twintig deelnemers zijn voor mij onbekenden. Naast hun dure merkfietsen komt mijn Oxfordje maar bleekjes over. Iedereen kookt onderweg, ik scharrelde ook wat kookgerief bijeen. Velen hebben de route ingeladen op hun gps-apparaat, ik heb slechts een Michelinkaart met grote schaal. Het wordt zaak in de buurt te blijven van tochtbegeleiders Peter en Martine. We laten camping Bagatelle achter ons en zwaarbepakt fietsen we door de smalle straatjes van de voormalige pausenstad, een stad met een turbulente geschiedenis. Plots springt mijn ketting van het middenblad en zit muurvast. Alle bagage eraf, de fiets ondersteboven en met de hulp van Raf komt het goed. Mijn derailleur is

46 tijdschrift voor fietsreizigers

slecht afgesteld en Peter doet daar ’s avonds wat aan. Spontaan hulp bieden, deze fijne ingesteldheid is kenmerkend voor de groep. De eerste rit via Cavaillon naar Lourmarin noemen kenners een proefrit, de volgende dagen wordt het menens met hellingen tot twaalf procent. Iedereen klimt op eigen tempo, waardoor de onderlinge afstanden oplopen, maar er wordt regelmatig op elkaar gewacht. Oudere deelnemers fietsen nog als jonge veulens, ook in de spectaculaire Gorges du Verdon. Op de rustdag in Sault beklimmen we de Mont Ventoux. Enkelen doen dat nog eens over vanuit Bédoin. Ik krijg de smaak te pakken en zonder me uit de naad te rijden, kan ik op mijn gedateerd fietsje goed volgen. De kennismaking met deze groep is een leerrijke ervaring, ik geniet van de luimige sfeer. Peter en Martine, dank voor de goede organisatie, ik kijk uit naar de volgende afspraak. b


Tekst Kristien Siekelinck Beeld Kees Laureijs Tekst André Ramault

Herfstweekend Voeren (4-6 oktober 2013)

Door de pittige Voerstreek De vernieuwde jeugdherberg van SintMartens-Voeren was de ideale locatie voor de 32 deelnemers.

Kampeerweekend Ronse (6-8 september 2013)

Strangers in the night “Zeg Pieter, hoe ziet zo’n vakantiefietser er uit?” “Euh, die komt met een trekkingfiets en heeft meer dan gemiddeld stevige benen zeker? Ze helpen ons wel verder op de campingreceptie, toch?” Het is bijna donker wanneer we in Ronse arriveren. Geen receptie te bespeuren, wel vlakbij een restaurantje. Ik glimlach wat schaapachtig naar de andere klanten en kan me nauwelijks bedwingen te vragen: “Dag, bent u een vakantiefietser?”. Ik speur stiekem naar stevige benen en taxeer de kleding van de klanten. Ik zie geen GoreTex-jassen, geen verborgen koersbroek onder een jeansbroek, geen fietsschoenen en geen fietstassen. Met een steak achter de kiezen verkennen we de camping. Het geluid van een groep op het terras van de aanpalende jeugdherberg dringt tot ons door en even later ontdekken we twee rijen tentjes en trekkingfietsen. “Gevonden!” “Maar waar is iedereen? Liggen die allemaal al te slapen, of wat?” “We zien morgenvroeg wel, laten we maar ons tentje opzetten.” Aangezien het voor ons nog te vroeg is om al in de tent te kruipen, gaan we het vrolijke gezelschap van de jeugdherberg opzoeken. We worden hartelijk welkom geheten, maar

het is aardedonker buiten en we zien niet meteen wie die vriendelijke mensen zijn. Pieter gaat op zoek naar bier, ik laat het woord ‘vakantiefietser’ voorzichtig vallen. Een koppel komt wat uit de lucht gevallen, ze vragen me een aantal keer: “Dus jij kent de vakantiefietser?” Ik zeg enthousiast: “Ja. Ja!”, en voeg er meteen aan toe: “Ik ben er ene.” “Wij ook!” Verschillende vakantiefietsers komen langs, we maken kennis en maken even later wéér kennis met dezelfde mensen omdat we niks zien. Het belet ons niet er een gezellige avond van te maken. De volgende ochtend zien we ons gezelschap in het ochtendzonnetje blinken en kunnen we eindelijk gezichten plakken op de sterke verhalen en anekdotes. We vertrekken voor een fikse dagtocht door de Vlaamse Ardennen en ook al zijn wij wat jonger dan de meeste deelnemers, toch valt ons meteen het forse tempo op. Dat van die stevige benen klopt helemaal. Verslaggever Kristien, voor de eerste maal op weekend met de Vakantiefietser. b

Na de sprookjesachtige vrijdagavondwandeling, gaan de deelnemers zaterdag van start voor een fietstocht van zeventig kilometer door de pittige Voerstreek en het schilderachtige Land van Herve. Ravel 5 (ligne 38) is de rode draad van de tocht door Sippenaeken, Hombourg, Aubel, Clermont-surBerwinne – het mooiste dorp van Wallonië, Herve en Blegny-Mine. Na het avondmaal volgt in de filmzaal een ludieke montage van de groepstocht naar Berlijn en de fietsweek in de Lubéron. Afsluitend gaat het op zondag naar het Amerikaans Memorial Henri-Chapelle, de zondagmarkt van Aubel en de abdij Val-Dieu. b

tijdschrift voor fietsreizigers

47


FIETSERS ONDERWEG tekst inge claessens en harry Wagenaar

1 Kristof De Groof fietst momenteel met Dan Celis door Zuid-Amerika. Avontuur ten top! ‘De laatste Andespas ging over 4800 meter met een sneeuwstorm als afsluiter. Bevroren vingertjes voor mij maar nog te warm volgens Dan Celis… dus die broek vliegt uit.’ Hun ijskoude versus hete fietsmomenten zijn te volgen op Facebook. www.facebook.com/kristof.degroof 2 Suntripper Grégory Lewyllie en echtgenote Annelies genoten van de warme gastvrijheid en het nomadengevoel in Mongolië. Het was allesbehalve een makkelijke trip, maar Mongolië siddert nog diep na in hun lijf en leden. Van de Mongoolse steppe gaat het naar de miljoenenstad Peking. Via Couchsurfing komen ze bij een koppel terecht, wat de inburgering vergemakkelijkt. Mao blijkt nog steeds omnipresent en China blijft verbazen, van superactieve tachtigplussers tot rochelende en spuwende achtergrondgeluiden. Ondertussen maakt Grégory zich klaar voor een solotrip richting Vietnam. www.solarbiketour.com

Vlaanderen was weggespoeld. ‘Soms een milde motregen, soms een regelrechte storm.’ Lees hun apocalyptische avonturen op hun blog. http://nestafari.wordpress.com/author/oost blog

steden werkt volgens Bram perfect. Hij was teleurgesteld over Dublin en Stockholm, maar aangenaam verrast door Kopenhagen en Belfast! De enige voorkennis die Bram en Caroline hadden, was de niet zo rooskleurige geschiedenis. Belfast werd zijn favoriete Ierse stad, die op vele vlakken verraste. ‘s Avonds eindigen ze in de bar Filthy McNastys. www.travel-experience-live.com/weekend-inbelfast/#more-8777

5 Raf Polus, op weg naar Mongolië, heeft bijna zijn bestemming Ulaanbaatar bereikt. De laatste zeshonderd kilometer begon de verveling toe te slaan: hij mist de pure adrenaline van uitdagende landschappen. Raf voelt het einde naderen en de melancholie slaat al toe. Geen uitnodigingen meer om te komen ontbijten in joerts, schaak te spelen met oude Mongolen, of samen met herders je tent opzetten. http://cyclingtomongolia.wordpress.com 6 De familie Schotte, Charlotte en Dieter met hun drie kids, beëindigden hun reis in

3 Joris en Stella vertrokken op 3 oktober naar Hanoi. Na drie dagen jetlagverwerking stappen ze op de fiets. Ze vinden hun weg in het chaotische verkeer, dat zich lijkt te gedragen als ‘stromend water’. Van Hanoi rijden ze via vele omwegen naar Bangkok, Thailand. Ze zijn en route tot maart 2014. http://joris-en-stellafietsen.webs.com 4 Bram en Caroline zijn onderweg naar de Noordkaap en onder de indruk van Belfast. Geen torenhoge verwachtingen hebben van 48 tijdschrift voor fietsreizigers

China. Chinezen vinden ze grappig en nieuwsgierig. Iedereen vraagt: “Can I take a photo with you? You are so beautiful.” De bijnaam van dochter Judith is Sun Hero, vanwege haar mooie, blanke huid. Ze beklimmen de Chinese muur. Hun geweldige sfeerfoto’s kun je zien op hun blog. http://triptochinabybike.blogspot.be

7 Heidi, Steven en hun peuter Nesta fietsten vier maanden door de Verenigde Staten en Canada. De trip ging van Las Vegas naar Vancouver. Hun tocht naar Calgary bleek een zware opgave. Een gebied met de grootte van

7

4

17

1 14

8 Belgisch-Limburger Ludo Linden fietst sinds 2011 zijn jeugddroom achterna. Zijn fotoalbum ‘Lombok, van west naar oost’ is zeker het bekijken waard. Zijn foto’s en bijhorende commentaren, met een flinke dosis humor, doen je watertanden en goesting krijgen om direct op de fiets te springen. ‘Leve de vrijheid,


15 ‘Het is vandaag 75 jaar geleden dat Atatürk (Vader van de Turken) is overleden’, schrijven Isa en Youri Olsen op hun blog. ‘Rode vlaggen met zijn afbeelding kleuren het straatbeeld op vrolijke wijze. Bijzonder dat hij nog steeds een haast mythische status heeft. Openbare kritiek in de media wordt niet toegestaan en zijn portret hangt nog steeds in ieder openbaar gebouw.’ Onlangs zijn de twee in Istanboel aangekomen en dat voelt weer als een mijlpaal. http://www.ithaka.im

ik voel me bevoorrecht.’ Voor ons is het een voorrecht om deze beelden te kunnen volgen. www.tangatanga.com/freeandunlimited/indonesie/reisfotos

9 Belgisch-Limburgers Marc en Carina zijn ook sinds 2011 onderweg en zijn momenteel op verkenning in Singapore. Het voelt aan als een ‘robotwereld’. Iedereen praat liever met een mobiel dan live. Ze komen terecht in Electronica World en gaan op verkenning in een hop on-off bus en boot. De architectuur is verbluffend en dat krijg je goed mee in hun leuke fotoreportage. Ze laten de luxe achter zich en vliegen naar Java voor een volgend avontuur. www.tangatanga.com/cycle2gether

2

5

15

6 13 11

3 10

9

16 12

8 10 Wilco de Brouwer fietst nog enige tijd door Ethiopië nadat hij vanaf begin november deelnam aan Cycle for Light, een project ten behoeve van de Solar Energy Foundation Netherlands. De plattelandsbevolking van Ethiopië krijgt nu met behulp van microkredieten eenvoudiger de mogelijkheid om zonneenergie te gaan benutten. http://cycleforlight.reislogger.nl

11 Tieme Hermans is vanuit China Vietnam binnen gefietst. Dat brengt de nodige veranderingen met zich mee. Het eerste wat hij opmerkt zijn de Franse invloeden: zoals een vrouw die met een baguette onder haar arm de winkel uitstapt. Ook kan hij dankzij het Latijnse schrift de opschriften soms weer lezen. ‘China is met al z’n plastic nogal nep, Vietnam is een stuk authentieker’, vindt hij. Tieme is onderweg

naar Indonesië en doet ieder zondag live verslag in het KRO Radio 2-programma Hemelbestormers. Ook vind je zijn verslagen op: www.tiemehermans.nl

12 Egbert Altena en Ellen Janse fietsen door Afrika. Het eerste deel van de reis gaat van Kaapstad naar Dar es Salaam. Op weg naar de grens met Tanzania tekenen de silhouetten van tientallen baobabs zich af. Ellen denkt daarbij terug aan wat zij ooit in een boek van Frank van Rijn las: ‘Vroeger, zo zegt men, droegen de baobabs zulke oogverblindende mooie bloesems, dat de goden hen straften. Ze pakten ze op en zetten ze ondersteboven weer terug in de grond. Sindsdien zijn het de wortels die wij aanzien voor takken.’ Na Dar es Salaam vliegt het stel naar Dakar in Senegal, waar het tweede deel van de reis begint: terug naar huis in Hengelo. Op hun blog lees je niet alleen hun avonturen, maar vind je ook links naar hun video’s op YouTube. http://ellenenegbert.waarbenjij.nu

13 Cinderella Servranckx is vanuit Georgië via Armenië, Irak, en Iran op weg naar Oman. Bij het binnenkomen van Iran kwam ze tot de ontdekking dat vanwege de internationale boycot geld opnemen met de Nederlandse bankpassen niet mogelijk is. Gelukkig biedt de Nederlandse ambassade in Teheran uitkomst. Met geld en een verlengd visum fietst ze nu richting de kust, de warmte tegemoet. http://cyclingcindy.wordpress.com

14 Vanaf 11 december fietst Gerrit Pleijter gedurende tien weken door Peru en Bolivia. Bij het ter perse gaan van dit nummer druppelden de eerste posts op zijn blog binnen. Volg zijn belevenissen op: http://delustigereiziger.reismee.nl

16 ‘Als je op een plaats komt met een hoge ´wow-factor’, stap dan van je fiets en ga op zoek naar een nog mooier standpunt. Dat vind je vaak in de vorm van een mooi voorgrondobject of een bijzondere camerahoek. De tijd die het in beslag neemt, vertaalt zich vaak in een geweldige foto die je zo thuis aan je muur zou willen hangen.’ Dat schrijft Paul Jeurissen op zijn blog bij een foto uit Birma. Een thuis en een muur lijken hij en Grace Johnson nog steeds niet te hebben. De laatste tweet van Paul komt uit Oeganda. Of ze daar nu nog steeds zijn, is niet duidelijk. Als je hen op Twitter volgt, wordt het wellicht op een gegeven moment duidelijk. @Paul_Jeurissen http://pauljeurissen.zenfolio.com

17 Tussen Colombia en Panama is geen weg. Het oerwoud tussen de twee landen is ondoordringbaar. Als je van het ene naar het andere land wilt reizen, moet je op een andere manier de grens over zien te komen. Ronnie de Jong en Linda Hofstra, die op weg zijn naar Alaska, besluiten er een leuke minivakantie van te maken en boeken een plek op een zeilschip om in Panama te komen. http://travelbybike.nl

tijdschrift voor fietsreizigers

49


Kamperen met gratis nachtwaker Kom kamperen midden in de natuur! Er zijn 139 Natuurkampeerterreinen in Nederland, waar u in alle rust en ruimte geniet van de natuur om u heen. Fietsers zijn bijzonder welkom! Met de Natuurkampeerkaart in Het Groene Boekje kunt u op alle terreinen terecht. Het Groene Boekje 2014 is voor  14,95 verkrijgbaar in de ANWB-winkels, op alle Natuurkampeerterreinen en via www.natuurkampeerterreinen.nl. Download ook de gratis Kamperen app voor iPhone en Android in de app store!

Het Groene Boekje 2014 Kamperen midden in de natuur

NAT-SPXX Adv Wereldfietser 2014 188X115_v1.indd 1

10-12-13 16:51

Herenweg 2 | 2361 ER Warmond | Tel: +31 (0)71 30 10 370

Kom ook naar de Leidato op 29 & 30 maart 2014. Kijk op www.warmerdamdefietsspecialist.nl voor meer informatie.

Bezoek onze voorjaarsbeurs, het laatste weekend van maart, kijk voor meer informatie op:

foto: Ellen van Drunen

Warmerdam “de vakantiefietsspecialist” Wij leveren u persoonlijke aandacht en service bij het samenstellen van uw vakantiefiets! Wij leveren o.a. de onderstaande merken:

50 tijdschrift voor fietsreizigers


Terugkomen is opnieuw vertrekken Wanneer en waarheen? Dat is op het moment van terugkomst onzeker en irrelevant. Als je eenmaal met het fietsvirus bent geïnfecteerd, is afkicken onmogelijk, maar vooral onwenselijk! Het moment dat we besluiten weer op de fiets te stappen komt iedere dag na terugkomst een stapje dichterbij. Met het achterlaten van onze dierbaren is terugkomen een prettig vooruitzicht. Als ouders, zussen, neefjes, nichtjes en goede vrienden ons na een lange fietsreis staan op te wachten, beseffen we eens te meer hoe belangrijk deze mensen voor ons zijn. Tijdens het fietsen worden deze gevoelens naar de achtergrond geschoven door de

spontane ontmoetingen en nieuwe indrukken die we onderweg opdoen. Eenmaal terug in Nederland spiegelen we onze belevenissen aan ons leven hier. Na iedere reis overheersen er andere gevoelens en maken we andere vergelijkingen. Het hangt af van de ervaringen in de bezochte landen, de bevolking en hun gewoonten. Na een fietsreis van bijna zes maanden door Turkije, Kirgizië en Oezbekistan staat vooral de vanzelfsprekende gastvrijheid in ons geheugen gegrift! We denken direct aan de hilarische gesprekken met de gepensioneerde Ismail en zijn stokoude schoonmoeder in Çaybaşi, aan student Hasan met zijn vrienden in Afyon, maar ook boer Emin in

de volgende keer • Thema: verrassend dichtbij • Met Mart Hovens naar Fairweggistan

beeld wiesje korf

tekst Robin van Dijk en Christel van de Reep Beeld Ria van Dijk VANDIJKONBIKE.BLOGSPOT.COM

• Overleven op een Andespas • De eerste keer onderweg, op de Groene Weg Het volgende nummer verschijnt op 4 april 2014

tijdschrift voor fietsreizigers

51

onderwerpen onder voorbehoud

de terugkomst

Asagioba die ons uitnodigde voor het avondmaal. Gastvrijheid zit bij deze mensen in de genen, van jong tot oud. Het grote verschil in gastvrijheid tussen Nederland en deze landen zit niet in de gastvrijheid op zich, maar wanneer en hoe die zich uit. Op afgesproken tijden zijn we in Nederland gastvrij naar familieleden, vrienden en kennissen, omdat we een band hebben en we elkaar vertrouwen. Een vreemdeling op straat of iemand aan de deur nemen we met enige achterdocht op en negeren we het liefst. In bovengenoemde landen begint de gastvrijheid juist op straat! De nieuwsgierigheid en bereidheid om iemand te helpen zijn zeer groot. Als volkomen vreemden worden we in huis opgenomen en vertroeteld alsof we verloren gewaande familie of oude vrienden zijn. Bij het onafwendbare afscheid krijgen we een aandenken mee, terwijl wijzelf onze dankbaarheid willen tonen, maar daar niet de gelegenheid voor krijgen. Deze gastvrijheid werkt aanstekelijk en inspirerend. Tijdens de reis spreken we dan ook uit dat we hiermee in Nederland iets willen doen. We zijn inmiddels twee maanden thuis en behalve het reactiveren van onze Warmshowers-account is er van die mooie woorden nog weinig terechtgekomen. Twee dagen na terugkomst hebben we al het gevoel niet te zijn weggeweest en de volgende weken verstrijken onopgemerkt. De vertrouwdheid van de dingen in onze omgeving en het vaste patroon in het leven zorgen daar wel voor. Maar met de herinneringen, die op onverwachte momenten opborrelen, en de mooie foto’s om naar terug te kijken, is het zaadje voor een volgende fietsreis alweer snel ontkiemt. Terugkomen is voor ons opnieuw vertrekken! b


LOVE NATURE

Foto: Daniel Kreher

love performance

Kimon TR

Geen angst voor regenbuien. Deze waterdichte fietsschoen houdt fietsreizigers ook bij regen vast op de pedalen. Het hoogwaardige Sympatex速 membraan is volledig waterdicht en zorgt tegelijkertijd voor een goed ademend vermogen. De flexible Travel NT-zool is compatibel met click-pedalen en is ook geschikt om te wandelen. vaude.com


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.