2013 1 vakantiefietser

Page 1

Thema: klimmen • Interview fietsvriend Floris Dierdorp • Ontberingen in de Kalahari • Supervoedsel voor onderweg • Mongolië

winter 13

1de vakantiefietser losse verkoop 7 4, 95

tijdschrift voor fietsreizigers


3 9

inhoud

Rondje Utrecht met De Wereldfietser – iedereen is welkom om mee te fietsen

6 Op een kantelpunt in de Kalahari

Fietsherstelcursus van De Vakantiefietser bij Mario de Fietsdokter in Schilde

(kijk voor andere data op www.vakantiefietser.be)

Fiets en Wandelbeurs Nederland in de RAI te Amsterdam

9-10 16-17

maart

2-3

Fiets en Wandelbeurs Vlaanderen in de Nekkerhal te Mechelen

Fietsreparatiecursus van De Wereldfietser bij Marten Gerritsen in Kiel-Windeweer

(kijk voor andere data op www.wereldfietser.nl)

Wereldfietsbeurs in Bussum voor alles wat een fietsreiziger wil weten

24 29-31

Paastocht over de Utrechtse Heuvelrug met De Wereldfietser

april

19-21

Fietskampeerweekend Sint-Katelijne-Waver van De Vakantiefietser

juni

1-16

Buitenlandtocht Kreta pittig klimmen in de mediterrane voorjaarszon met De Wereldfietser

Een fysieke en mentale uitdaging was wat Shane wilde en dat heeft hij geweten. Hard vallen en middenin de woestijn ziek worden, vragen om veel doorzettingsvermogen. Tot het teveel wordt.

10 Door de weidsheid van Mongolië

De enorme steppen van Mongolië mogen woest en ledig lijken, door de overal aanwezige nomaden is het er minder eenzaam dan je denkt.

12 ‘Floris is in een fuik gereden’

Peter Duijf vertelt over de zoektocht naar zijn fietsvriend Floris Dierdorp in Servië. Hoewel Floris niet is teruggevonden, heeft Peter een goed beeld van wat er moet zijn gebeurd.

19 Thema: klimmen

Wat is dat toch met klimmen? De een valt gretig aan op elke meter hoogteverschil, terwijl de ander liever een halve dag omrijdt. Maar er is hoop: klimmen kun je leren. Door schade en schande.

34 Supervoedsel voor onderweg

Waar moet je op letten bij de voeding die je als fietsreiziger onderweg tot je neemt? Welke voeding houdt je motor het beste aan de praat?

en verder 2 Agenda 3 Inhoud 4 Van de redactie en colofon 5 Op kleine schaal 9 Column van Hooren Praat 15 Turkije 29 Anders kieken 30 The Sun Trip 33 Tip en Traphap 37 Fiets en Wandelbeurs 38 Uitgelezen 41 Het moment 43 Verenigingsnieuws (bestuursleden) 44 Verenigingsnieuws

Meer informatie op www.wereldfietser.nl en www.vakantiefietser.be of kijk bij het verenigingsnieuws achterin dit nummer

2 tijdschrift voor fietsreizigers

De Wereldfietser en verslagen verenigingstochten 46 Verenigingsnieuws De Vakantiefietser en verslagen verenigingstochten 48 Fietsers onderweg 51 De terugkomst en De volgende keer tijdschrift voor fietsreizigers

3

beeld pagina 2 en 3 freek verdonckt > Mongolië

beeld cover freek verdonckt > Mongolië > www.fietseninmongolie.wordpress.com

februari

agenda


van de redactie Op internet kwam ik een poll tegen voor het Europese fietsvakantieland 2013. Via Twitter kan je een stem uitbrengen: #Frankrijk of #Albanië, om maar een voorbeeld te noemen. Nederland deed het goed, evenals Luxemburg, Spanje, Kroatië en Ierland. Van België kon ik de uitslag niet vinden. Dat een fietsvakantie in deze landen populair is, verbaast me niets. En dat er in eigen land veel te ontdekken is, kan iedereen die er regelmatig met de fiets op uittrekt, beamen. Een titel als het ‘beste fietsland’ is uiteraard volstrekt discutabel. Want waar de een bijvoorbeeld voor het comfort van goede verharde wegen kiest, gaat een ander liever voor het onverharde avontuur. Toch zijn er wel tendensen waarneembaar. Zelfs binnen de relatief kleine groep van wereld- en vakantiefietsers. De afgelopen jaren ontvingen we relatief veel verhalen over Zuidoost-Azië. Met name Thailand en Laos gelden voor fietsers die een eerste exotische reis plannen als het Frankrijk van het Oosten. De doorgewinterde fietser, niet wars van ontberingen, geeft zijn ros de sporen over de desolate steppen van Centraal-Azië. We ontvingen de afgelopen jaren verhalen over Kazachstan, Tadzjikistan, Kirgizië en Mongolië. Enkele verhalen zijn al gepubliceerd. De rest hou je van ons te goed. Een ding staat buiten kijf: fietsreizigers laten zich niet makkelijk een bepaalde richting op sturen. Ze trekken een vers spoor in het zand van de Kalahari. Of betreden in het spoor van soortgenoten niet voor de hand liggende oorden. Aangestoken door het enthousiasme van de avant-garde en met de overgedragen kennis in de fietstassen gaan ze op weg. Die reizen leveren unieke en inspirerende verhalen op waardoor meer fietsers worden aangestoken. En zo zorgt die ene eigenwijze fietser voor een nieuwe tendens. Nieuw-Zeeland, IJsland, Marokko, Thailand, Bolivia – zomaar een greep uit de reisverhalen die we in 2012 hebben gepubliceerd. Ik ben benieuwd welke unieke plekken in de wereld we komend jaar zullen verkennen. Hoe is het om te fietsen in het Midden-Oosten? Ging er wel eens iemand op de fiets naar Mekka? En hoe voelt het om te zijn overgeleverd aan de elementen in de enorme leegte van de Siberische toendra? Het zijn maar enkele suggesties. We kijken met grote belangstelling naar jullie bijzondere reisverhalen uit!

Bert Platzer

tge

ver

beeldbew

ving

ui

ge

m

ei

ho

nd

ofd

redactie

redactie

er

ki

ng

Frouke van Ommeren

vo

Maaike Pfann

r

Erik van den Boom

André Ramault

Jan Postema

Inge Jongerman

Harry Wagenaar

Theo Jorna

n Dit is het gezamenlijke verenigingsblad van De Wereldfietser in Nederland en De Vakantiefietser in Vlaanderen n Leden krijgen dit blad vier keer per jaar toegestuurd n Lidmaatschap kost 17 euro per jaar voor Vlaamse en 22 euro voor Nederlandse leden n Losse nummers kosten 5 4,95 n Stuur je mooiste reisverhalen

met foto’s, tips en routekaartje naar de redactie van De Wereldfietser, Postbus 94005, 1090 GA Amsterdam, redactie@tijdschriftwereldfietser.nl of naar de redactie van De Vakantie­fietser, Kroonstraat 28/6, 8000 Brugge, redactie@vakantiefietser.be n Kijk op www.tijdschriftwereldfietser.nl voor handige schrijfinstructies n Advertenties Theo Jorna en Harry Wagenaar, tel: 020 368 15 46, t­ ijdschrift@wereldfietser.nl n Drukwerk Joh. Enschedé Amsterdam.

4 tijdschrift voor fietsreizigers

op kleine schaal

tekst BERT PLATZER

Oproep thema

Fietstransport

foto Martin E. van Doornik

Tekst frouke van ommeren Beeld erik van den boom

Fietsreizigers die hun grenzen verleggen, nemen het vliegtuig of de trein. De eigen fiets (of tandem) in het vliegtuig meenemen is niet vanzelfsprekend. Wie wil vliegen, betreedt een wereld van forse toeslagen, verpakkingseisen en de kans op beschadigingen. Ook het reizen met de fiets in de trein kent beperkingen: reserveringsplichten, fietsverboden op snelle treinen... Speelde je het slim en kreeg je jouw fiets toch in de TGV of Thalys? Is het verpakken en inchecken van de fiets stresserend? Is jouw fiets ooit beschadigd of in rook opgelost? Werd de schade vergoed? Wij zijn benieuwd naar jouw ervaringen met fietsvervoer, zowel positieve als negatieve. Stuur voor 15 april je korte of lange verhaal, zo mogelijk met foto’s, naar redactie@vakantiefietser.be of redactie@tijdschriftwereldfietser.nl.

Hufterproof hoesjes Je vliegtickets, paspoort en mobieltje wil je op reis graag drooghouden. Sinds 1998 maakt het Amerikaanse Loksak daarom een soort onverwoestbare zipp lock-zakjes. Dat is geen nieuws, wel dat het merk nu een Nederlandse distributeur heeft. Daardoor zijn de zakjes makkelijker en in meer formaten verkrijgbaar. De belangrijkste maten zijn die voor een paspoort, smartphone en tablet. Touchscreens zijn in de zakjes nog steeds te gebruiken. De Loksak is honderd procent bestand tegen stof, zand, lucht en vocht: de inhoud blijft zelfs tot zestig meter onder water droog. Hoe je je telefoon van die diepte weer boven water krijgt, moet je zelf maar uitzoeken. Vanaf € 10,95 www.loksak.com Gratis e-book over fotografie Voor iedereen die betere reisfoto’s wil maken, heeft freelance fotograaf en wereldfietser Paul Jeurissen het gratis e-book Bicycle Touring Photography: A Quick Guide to Taking Better Pictures geschreven. Het boek benadert fotograferen vanuit het perspectief van reizende duo’s, maar heeft ook solofietsers veel leerzaams te bieden. In ongeveer veertig pagina’s en foto’s geeft Paul evenzoveel korte, concrete tips over compositie, camerastandpunten, instellingen en het fotograferen van specifieke situaties – van ontmoetingen met de lokale bevolking tot je kampeerplek. Het boek is als pdf te downloaden van Pauls website. www.bicyclingaroundtheworld.nl/bicycle-photography-e-book.html

Bidon met waterfilter Een nieuw merk waterflessen op de Nederlandse en Belgische markt, nou en? De filtration bottles van Eco Vessel hebben een waterfilter in de bidon. Handig als je geen apart waterfilter meeneemt, maar ook niet steeds flessen water wilt kopen. Hoewel experts koolstoffilters niet optimaal vinden, hebben tests volgens Eco Vessel aangetoond dat hun waterfilters van geactiveerde kokosnootkoolstof tot 99,9 procent Giardia- en Cryptosporidium-parasieten, die diarree veroorzaken, verwijderen. Ook vermindert het filter, dat meer dan 380 liter meegaat, giftige chemicaliën, zware metalen en microscopische ziekteverwekkers, chloor, sediment en vuil. Vanaf € 31,95 www.ecovessel.com

Taiwanese naafdynamo Shutter Precision uit Taiwan bestaat nog maar vijf jaar, maar heeft een veelbelovend alternatief voor de alom geroemde naafdynamo’s van SON ontwikkeld. De PV-8, geschikt voor een fiets met velgremmen, wordt inclusief Shimano-compatible stekker geleverd en heeft een mooi, compact ogend ontwerp. Belangrijker: de naaf doet waarvoor hij is gemaakt. Al vanaf ongeveer vijftien kilometer per uur geeft de naaf een goede output. Shutter Precision claimt een uitstekende efficiency van 72 procent. Verder valt de dynamo op vanwege het lichte gewicht (390 gram) en de lage prijs: € 109,00 www.sp-dynamo.com

tijdschrift voor fietsreizigers

5


Een gevoel van angst, eenzaamheid en gevangen te zijn bekroop me. De komende zeshonderd kilometer onverhard fietsen leek in deze omstandigheden onmogelijk.

TEKST EN BEELD SHANE LITTLE WWW.SHANECYCLES.COM KAARTJE PAUL KLOEG

Met vallen en opstaan Grenzen verleggen in de Kalahari Sinds het begin van zijn reis in Zuid-Afrika verlangde Shane naar een uitdaging waarbij hij de confrontatie met zijn geestelijke en lichamelijke grenzen kon aangaan. Een tocht dwars door de Kalahari, midden in de zomer, bleek de gelegenheid bij uitstek. ‘Dit soort momenten zijn voor een solofietser een hel.’

Niet bewegen, was mijn eerste gedachte. Lig stil en wacht tot de pijn begint, waarschijnlijk is er iets gebroken. Dus bleef ik liggen tot het stof was neergedwarreld. Rustig begon ik al mijn ledematen te bewegen. Behalve de schaafwond op mijn linkerarm leek alles in orde. Met babydoekjes maakte ik mijn arm zo goed mogelijk schoon en ik knipte een lelijk flapje huid af met een iets te botte nagelschaar. Daarna maakte ik

6 tijdschrift voor fietsreizigers

Mr Hyde weer rijklaar. Nu begon ook mijn borst pijn te doen, maar ik had geen zin om er aandacht aan te besteden.

Lichte paniek In de voorgaande dagen, toen ik van Kimberley naar Kuruman fietste, kon ik langzaam aan mijn desert routine wennen. Vroeg opstaan, tussen tien en zes uit de zon blijven en tot negentien liter water meenemen. Na

mijn vertrek uit Kuruman zou ik slechts een handvol dorpjes tegenkomen voor Keetmanshoop, de eerste stad in Namibië. Ik nam voor zeven tot tien dagen eten mee. Onderweg hoopte ik mijn voedselvoorraad in drie dorpjes te kunnen aanvullen. Ik hield er rekening mee dat de 750 kilometer van Kuruman naar Keetmanshoop veertien tot achttien dagen in beslag zouden nemen. Een uurtje buiten Kuruman had ik het gevoel

dat alles lekker ging. Mr Hyde klaagde niet over de extreme hoeveelheid bagage, water en eten, mijn benen waren sterk en de ochtendlucht voelde koel aan tijdens een afdaling met 65 kilometer per uur. Hé, dit is niet zo slim, bedacht ik me. Als er nu een auto komt, moet ik vanaf het asfalt het grind in en met deze snelheid loopt dat niet goed af. Snel keek ik in mijn spiegel en zag met lichte paniek drie auto´s over de heuvel achter me komen. Voor me zag ik een vrachtwagen als tegenligger. Ik kneep even in mijn remmen en stuurde het gravel in. Mijn achterwiel begon meteen te slingeren en voor ik het wist waren mijn elleboog en stuur de ankers die me op de grond afremden. Met een hoop herrie en een stofwolk kwamen Mr Hyde en ik tot stilstand. De passerende automobilisten vonden het niet nodig om te stoppen. Dit soort momenten zijn voor een solofietser een hel. Angst, eenzaamheid, twijfel en pijn kunnen de bovenhand krijgen en het einde van een fietsreis betekenen. De meest logische reactie was om terug te fietsen naar Kuruman voor een ziekenhuisbezoek, maar ik was bang dat ik hierin een excuus zou vinden om mijn desert challenge af te blazen. Echt niet jongeman, dat gaat niet gebeuren, opstappen en doorfietsen, vermande ik mezelf. Dus fietste ik die dag

nog een paar uur een beetje zielig en met veel pijn door – en ook de twee dagen erna.

Emotioneel opgeladen De laatste jaren, voornamelijk door mijn fietsreizen, heb ik een onnavolgbaar doorzettingsvermogen ontwikkeld. Ik vind het moeilijk om op te geven, ook als dat de logische keuze is. Vermoedelijk is dit een reactie op mijn vroegere zelf. Als tiener gaf ik snel op, had ik geen zelfvertrouwen en was ik niet goed in sport. Ik werd met voetbal altijd als laatste gekozen en werd op school en in de wijk gepest. Als afleiding droomde ik van avonturen zoals de ontdekkingsreizen van Scott en Shackleton, beklimmingen van de Mount Everest en de grote Afrika-expedities. Twee dagen na mijn valpartij bereikte ik Van Zylsrus, doodmoe van de slapeloze en pijnlijke nachten, en versleten door de vele uren onverhard fietsen met een pijnlijke arm en gekneusde ribben. Genoeg was genoeg, het budget moest nu plaatsmaken voor een hotel, een zacht bed en een douche om mijn wonden goed schoon te maken. Die nacht sliep ik zestien uur. De volgende dag werd ik wakker en voelde een zacht kussen onder mijn hoofd. Ik lag onder een schoon wit laken en voelde de koele lucht van een airco op mijn gezicht. Ik

snapte er niets van. Ik ging rechtop zitten en leunde daarbij heel even op mijn elleboog. Direct voelde ik een scherpe pijn in mijn linkerarm en borst, en de tranen schoten spontaan in mijn ogen. Langzaam sloop de hel van de afgelopen drie dagen mijn herinnering weer binnen. Een gevoel van angst, eenzaamheid en gevangen te zijn bekroop me. De komende zeshonderd kilometer onverhard fietsen leek in deze omstandigheden onmogelijk. Terugkeren was geen optie, omdat mijn visum nog maar tien dagen geldig was. In Van Zylsrus blijven om uit te rusten was evenmin een optie omdat ik niet veertig euro per nacht voor het hotel wilde betalen. Gevangen, stuk, geen uitweg – gevoelens waar ik niets mee kan. Deze reis ging om vrijheid, zelfstandigheid en genieten. Ik voelde de muren steeds meer op me afkomen. Door mijn zelfstandige aard kwam het idee van een bus of liften niet eens bij me op. Na een uurtje aanstellen ging ik ontbijten. De eigenares van het hotel nodigde me uit om mee te eten met het gezin en enkele vrienden. Dit was zo gezellig dat, voordat ik het wist, we samen een jeepsafari maakten, we ‘s avonds samen aten en daarna doorzakten met wat biertjes. Vlak voordat ik ging slapen, liet ik even wat tranen. Dit gezin en hun vriendengroep hadden me in één dag weer helemaal emotioneel opgeladen. De openheid, vriendschap en liefde die ze met me deelden was precies wat ik nodig had om uit de put te raken.

Taaie mannen Wat volgde waren ellendige dagen waarbij pijn de boventoon voerde. Mijn linkerarm kon ik maar voor tachtig procent belasten en bij elke hobbel of kuil deden mijn ribben n tijdschrift voor fietsreizigers

7


Ik bleek helaas te vroeg te hebben gejuicht. De Kalahari was nog niet klaar met me. ontzettend pijn. In wat dieper zand of grind moest ik Mr Hyde soms laten vallen om mezelf extra pijn te besparen. Maar een fiets overeind tillen die met bagage meer dan zestig kilo weegt, is een slecht alternatief. Bij grotere oneffenheden of bij het oprapen van mijn fiets viel ik soms bijna flauw van de pijn. Uiteraard moest ik tussen tien en zes uit de zon blijven. Meestal had ik het geluk dat ik mijn hangmatje ergens onder een paar bomen kon ophangen. Als afleiding van de pijn en de temperaturen van meer dan veertig graden las ik Ernest Shackletons boek South, een verhaal over echte avonturiers die van 1914 tot 1916 op Antarctica waren gestrand. Door dit verhaal kon ik mijn eigen avontuur en pijn in perspectief plaatsen. Shackleton en zijn taaie mannen waren pas bikkels die écht moesten afzien. Ik fietste het volgende dorp binnen terwijl ik aan mijn vorige leven dacht: de zondagochtenden met mijn ex-vriendin, werk en andere dingen die ik had achtergelaten. Dit was een duidelijk teken dat het niet goed met me ging. Nostalgie is geen vriend van me, maar iets dat mijn reis verpest. Na vier dagen afzien was ik echt gebroken en kon ik niet veel meer hebben. In Askham besloot ik om wederom een hotel te nemen en mezelf drie dagen naar bed te sturen.

8 tijdschrift voor fietsreizigers

Na deze rustperiode moest ik weer opstappen, pijn of geen pijn. Ik had nog maar twee dagen op mijn visum. Gelukkig kwam ik vrij snel op een goede weg terecht en was ik op tijd de grens over. Op de mooie grindwegen van Namibië kon ik lekker doorfietsen. Het begon erop te lijken dat ik Keetmanshoop ging halen. Mijn Kalahari-avontuur was zwaarder dan ik had gewild, maar ik had gekregen waar ik om had gevraagd: een avontuur en uitdaging om mijn grenzen te verleggen.

Sta nou op! Ik bleek te vroeg te hebben gejuicht. De Kalahari was nog niet klaar met me. Mijn een na laatste dag fietste ik 110 kilometer – misschien iets te veel van het goede met veertig graden. Het zou nu nog maar zeventig kilometer zijn tot airco, koud bier en mijn eerste douche in vier dagen. ´s Avonds had ik geen trek en ik voelde me niet helemaal lekker. Later kreeg ik de dertig-seconden-waarschuwing. Voedselvergiftiging is nooit leuk, maar in een tent in de woestijn is het iets erger en iets spannender. Dertig seconden is niet lang om uit je slaapzak te kruipen, twee ritsen open te maken, slippers aan te trekken en naar buiten te rennen, hierbij een eerder plasje kots te ontlopen, een toilet te graven en dan weer te

ontspannen. En dat zo vaak als nodig te herhalen! Mijn overmoed had me uitgedroogd en de slapeloze nacht met veel tijd buiten mijn tent sloopte me totaal. ‘Sta nou op en pak je spullen!’ ‘Ik kan niet, ik heb er de kracht niet voor.’ Anderhalf uur voerde ik deze discussie de volgende ochtend met mezelf. Langzaam pakte ik mijn slaapzak in, kleedde me aan en viel weer terug op mijn matje, kapot. ‘Sta nou op, als je hier over een uur ligt, gaat het heel snel fout!’ Het was vrij duidelijk dat ik snel in de probleem zou komen als ik nog steeds twintig meter van de weg verstopt zou zijn zodra het veertig graden zou worden. ‘Pak nou je fiets, sukkel, en duw hem naar de weg, anders ga je hier dood!’ Met veel pijn en moeite, en een paar pauzes om met honderd kilometer per uur een geel en groen energiedrankje uit mijn mond en neus te lanceren, kroop ik naar de weg. Ik wilde een paar kilometer fietsen, totdat ik een boom zou vinden om in de schaduw te liggen. Van daar hoopte ik een lift te krijgen naar Keetmanshoop. Na tweehonderd meter was het duidelijk dat ik dat niet eens meer kon, dus ging ik zitten en hoopte ik dat een passerende auto om me op tijd zou redden. En zo geschiedde. Twee uur later lag ik in een hotel in Keetmanshoop. Op dit soort momenten, wanneer je als fietser alleen en ziek bent, begeef je je duidelijk op een kantelpunt. Aan de ene kant een rotdag die opgelost kan worden met een schone onderbroek en wat rustdagen, aan de andere kant het begin van een serie gebeurtenissen die kunnen leiden tot ‘ken je dat verhaal van die vent die dood ging in de woestijn?’. Door niet te trots te zijn, een beetje karaker te tonen en gelijk te besluiten om te liften, is dit gelukkig een stoer verhaal geworden in plaats van een overlijdensbericht. Soms zou ik de tiener Shane op een van zijn slechte dagen willen tegenkomen. Ik zou een arm om zijn schouder slaan, zijn tranen drogen en zeggen ‘het komt wel goed jongen, je gaat straks een leuk leven leiden. Je wordt een leuke vent en gaat veel grootse avonturen beleven’. Het is dus nooit te laat om te worden wie je altijd al had moeten zijn. b

Van Hooren Praat Tekst André van Hooren www.vanhoorenpraat.nl

André fietst in jaarlijkse etappes naar de Noordkaap. In Van Hooren Praat deelt hij zijn ervaringen van onderweg. Eerder fietste hij naar Rome en schreef naar aanleiding van die tocht de verhalenbundel Walden Bestaat!

De zee Mijn hotel stond op de dijk van een kleine havenplaats met veel visserij en een aanlegsteiger voor grote veerboten. Eigenlijk was het hotel vol, zo werd mij al snel duidelijk, maar het meisje van de receptie toonde direct compassie met de bezwete, vermoeide fietser. Ze bleek de dochter van de eigenaar te zijn en de kleindochter van de oprichter. Ze had geleerd wat gastvrijheid is. Er was nog plaats in de kelder, zei ze aarzelend na een paar mogelijkheden te hebben onderzocht. Eigenlijk schaamde ze zich er een beetje voor. In de kleine ondergrondse slaapkamer drong geen daglicht binnen en er was ook geen douche. Het was een soort cel met een eenvoudige brits. Ze stelde voor dat ik boven in het restaurant zou gaan eten. De keuken was heel goed, beloofde ze. In dat geval kreeg ik de kamer er gratis bij. Het leek mij een fijne afspraak. Ik liet mijn rugzak zakken en keek hulpeloos de kamer rond. “Oh ja, nog iets”, zei ik zo bescheiden mogelijk, nadat ze zich al had omgedraaid, “waar kan ik douchen?” “Ik zou in de zee gaan zwemmen”, antwoordde ze monter. Ze leek me niet ouder dan twintig. ”De temperatuur van het water is heerlijk vandaag.” Ik keek haar ongelovig aan. In de zee zwemmen trekt mij niet, vroeger ook al niet. Langs de zee fietsen is prachtig, erover uitkijken ook, maar zwemmen – nee, liever niet. Uit mijn rugzak pakte ik mijn koptelefoon, ging op bed liggen, zocht op mijn iPod naar Oregon Coast van Christian Kjellvander en viel in slaap. Ongeveer een uur later spoelde ik aan een kleine wastafel het voornaamste zweet van mijn gezicht, kleedde me om en liep naar het terras voor een aperitief. De zon scheen weldadig en het was voor het eerst deze dag vrijwel windstil. Het water lonkte, ongemerkt

snoof het aan mijn vermoeide lijf. Langs vervallen strandkorven slenterde ik over een smal wandelpad richting niemandsland, rechts van me kabbelde de rustige zee. Na vijfhonderd meter was er een bocht en daarna hield het leven echt op. Een roestig, wit bord gaf aan dat ik de FKK-zone betrad. De zee bleek heerlijk, maar ondiep. Het duurde heel lang voor het water de onderkant van mijn billen raakte. Op dat moment liet ik mezelf voorover vallen en zwom tegen de schittering van de zon in. Het water voelde zalig, verkwikkend bijna. Minutenlang dobberde ik op mijn rug met af en toe een beenslag. In de verte kondigde een veerboot zijn komst aan. En heel ver weg leek ik ook nog stemmen te horen. Uiteindelijk overwon de lichte golfslag al het andere geluid. Jubelend waadde ik terug naar de wal, zag een douche, spoelde het zout van mijn huid en liep een paar keer op en neer over het pad tot ik voldoende droog was geblazen door de zachte wind. Mijn huid voelde als hernieuwd, de lange fietsdag was volledig uit mijn spieren verdwenen. In het hotel kreeg ik een plaats toegewezen in een hoek van de serre met vrij uitzicht op de veerboten, de zon en de zee. Even was ik teleurgesteld dat ik niet op het terras kon eten. Toen trok er een zwarte deken over de zee en blies de wind de parasols uit hun sokkels. Binnen een paar minuten sloeg een keiharde regen genadeloos tegen de pui van het restaurant. Het meisje van de receptie hielp nu in de bediening. Ze bracht me een glas witte wijn en keek me vragend aan. “Je had gelijk”, zei ik, “de zee was heerlijk vandaag.” b

tijdschrift voor fietsreizigers

9


Nomaden onder nomaden

Op jacht naar de eindeloze Mongoolse horizon TEKST MARTIN KREMS BEELD MARTIN KREMS EN KARIN BACHMANN KAARTJE PAUL KLOEG

We verlaten de vlakte en trekken een paar bergruggen over. Halverwege de eerste pas treffen we een winkeltje. De vrouw des huizes snijdt in de voorkamer een schaap in stukken. Dankzij de snorrende windmolen en de schotelantenne buiten kijken de kinderen binnen naar een Chinese film. Op het stoepje schrobt vader de was in een teil. Van een traditionele rolverdeling is hier geen sprake. Een dag later rijden we met een flinke rugwind over de vlaktes. In de verte spotten we kraanvogels. Als we ons kamp hebben ingericht, komt de naaste buurman langs op de motor. Terwijl we koken, tuurt hij gehurkt door z’n verrekijker. De nomaden zijn altijd met een verrekijker onderweg om hun kudde schapen of paarden te volgen en zo zien ze onze tent al van verre. Vaak komen ze vanuit het niets op hun paard of motor onze kant op. Meestal observeren ze ons een tijdje, zwaaien en verdwijnen weer. Na een kwartiertje bij ons te hebben gezeten, duwt de buurman z’n motor weer aan en

voorval dat ons later op de ochtend een ongemakkelijk gevoel bezorgt: we krijgen het landschap niet kloppend met de kaart. We oriënteren ons aan de hand van rivieren, heuvelruggen en dalen, zonder kompas of GPS. Vanochtend letten we niet op en slaan een dal te vroeg af. Pas aan het einde van de dag ontdekken we dat we een omweg van 25 kilometer hebben gemaakt.

Gratis toegift Desondanks zijn we in Xaighan beland, in het wilde oosten van Mongolië. Trucks, volgeladen met wol, staan langs de weg, jaks scharrelen door het dorp. We slaan extra voorraden in en picknicken halverwege Erdenemandal. In de verte staan een paar gers met vee eromheen. De bewoners hebben ons opgemerkt en twee jongetjes komen met geschenken: melkthee, gefrituurd brood en jakboter. Van ons krijgt ieder een Holland-kaart met hologram. Als dank staan beiden op en zingen met hun hand op de borst een lied!

Er wordt melkthee geserveerd en we worden als exoten-op-de-fiets met de Nokia van de familie op de foto gezet

Mongolië, land van eindeloze steppes en Dzjengis Khan, roept magische beelden op. Martin en Karin waagden zich als nietige fietsers in het onmetelijke landschap, dat door de nomaden minder eenzaam is dan het lijkt. ‘Ze komen vanuit het niets onze kant op.’

dekens en matten klaar voor de nacht. Er wordt melkthee geserveerd en we worden als exoten-op-de-fiets met de Nokia van de familie op de foto gezet. We zoeken onze weg door het oneindige landschap – weidse groene dalen en lage bergruggen met hier en daar een niet al te hoge pasovergang. Onze gedetailleerde jaren zeventig sovjetstafkaarten (1:100.000), die we van internet hebben gehaald, zijn allesbepalend om de route te vinden. Hoewel zeer oud geven ze de juiste informatie over rivieren, dalen, bergen en nederzettingen. We passeren een plek waar met zware machines in dagbouw goud wordt gewonnen. In een modern kamp een paar kilometer verderop ontvangen de arbeiders ons hartelijk met thee. We mogen hier kamperen, douchen en mee-eten in de kantine.

het asfalt, om verder te rijden over onverharde wegen en tracks. Als vanzelf worden we opgenomen in het onmetelijke landschap. Aan het eind van de dag prikken we de tent op de grote vlakte, met in de verte hier en daar een ger, het ronde, vilten huis van een nomadenfamilie. Bij een van deze families vragen we water om te filteren. Nadat we onze schoenen hebben uitgedaan, worden we gastvrij onthaald in de ger. In het midden staat een fornuis dat ook als verwarGastvrij onthaal ming dient. Op de vloer liggen kleurige vilt- Goed volk We laten het rumoer van de stad en het fes- tapijten. Alles is netjes opgeruimd en heeft Na een stevig ontbijt en een warm afscheid tival achter ons en na vijftig kilometer ook zijn eigen plek. Langs de ronde wand liggen gaan we de volgende morgen weer op weg. In de hoofdstad Ulaanbaatar vallen we middenin de Naadam, de traditionele zomerspelen. Er zijn wedstrijden in Mongools worstelen, boogschieten en paardrijden. De sfeer is vergelijkbaar met de Olympische Spelen. Indrukwekkend is vooral de paardenrace van de jongens van vijf tot en met acht jaar, die zonder zadel dertig kilometer afleggen. Leren de kinderen in Mongolië eerder paardrijden dan lopen?

10 tijdschrift voor fietsreizigers

verdwijnt op de vlakte. Goed volk, die fietsnomaden, moet hij denken. ‘s Nachts luisteren we in de tent naar het onafgebroken getik van de regen. De weg blijkt de volgende ochtend één grote modderpoel. Af en toe moeten we de remmen zelfs vrijmaken van modder. Na een moeizame, koude en natte rit van 73 kilometer bereiken we de provinciehoofdstad Bulgan. Het landschap verandert. De weidsheid maakt plaats voor meer beboste bergen en dalen. Onderweg in de heuvels zien we een groot aantal adelaars in de lucht. Op een gegeven moment tellen we er twintig! Met hun enorme spanwijdte boezemen ze ons groot ontzag in. Op een pleisterplaats langs een doorgaande weg staat een lange rij gers, met slaapaccommodatie voor reizigers. De families verdienen zo een centje bij. Wij schuiven aan in het gerrestaurant. Er is geen menukaart, we eten wat de familie eet. De volgende ochtend ontdekken we dat de achterdrager van Karin is gebroken. Anderhalf uur later is het zaakje gespalkt en gefixeerd. Nu maar hopen dat deze noodreparatie het houdt. Toch is het niet dit

De volgende twee dagen volgen we een rivier. De weg is goed begaanbaar en de temperatuur schommelt rond de 25 graden. In ons kamp krijgen we bezoek van twee herders, buren van de naastgelegen ger, die eerst te paard, en ‘s avonds nogmaals op de motor langskomen. Ze proberen de fietsen uit, volgen gefascineerd het koken met de benzinebrander en drinken graag koffie mee. In Tsetserleg beklimmen we het fraaie tempelcomplex op de heuvel en genieten van het uitzicht: een mengeling van vervallen communistische woonblokken, eenvoudige recente nieuwbouw en daartussen hier en daar wat gers. De stad is een welkome afwisseling om – culinair – bij te tanken, het internetcafé te bezoeken en op de bazaar de voorraden aan te vullen. Weer op pad bereiken we begeleid door dreigende luchten Kharkhorin, in de dertiende eeuw korte tijd de hoofdstad van het Mongoolse rijk. Op de oneindige vlakte even buiten de stad ligt het imposante klooster Erdene Zuu, omgeven door een muur met 108 stoepa’s, boeddhistische bouwwerken met de relieken van heiligen. Waar in de

glorietijd meer dan duizend monniken leefden, struinen we nu bijna alleen door het deels vervallen complex. De laatste etappe brengt ons in twee dagen naar het 140 kilometer zuidelijker gelegen Arvajheer. Soms treffen we een stukje asfalt, maar de overwegend zeer straffe tegenwind maakt de rit moeizaam en zwaar. Verrast stuiten we op een asfaltweg die niet op onze oude kaart staat. Als gratis toegift zoeven we de laatste dertig kilometer met de wind in de rug naar het eindpunt van onze tocht. Op de busjesstandplaats bij de bazaar spreekt een jongen ons in het Duits aan. Of we vervoer zoeken? Met zijn broer rijdt hij morgen naar Ulaanbaatar en we kunnen meerijden als wij de benzine betalen. De volgende dag zijn we er snel uit: we zitten liever op de fiets dan urenlang met de auto over deze slechte wegen te bonken en stuiteren! b

In memoriam Martin Krems is op 2 september 2012 overleden aan kanker. Volgens Karin was hij trots dat zijn verhaal gepubliceerd zou worden. Hij en Karin keken naar het tijdschrift uit. Martin is vijftig jaar geworden.

tijdschrift voor fietsreizigers

11


“Vanaf dat moment hadden we een nieuw richtpunt. Tot dan toe waren we ervan uitgegaan dat hij in Sarajevo was belaagd door iemand die bijvoorbeeld zijn bankpasje had afgenomen.” Volgens Peter heeft Floris vanaf Sarajevo waarschijnlijk diagonaal naar het zuiden willen doorsteken. “Op de kaart liepen twee wegen die kant op. En heel waarschijnlijk heeft hij de weg genomen langs de rivier en het spoorlijntje, richting Prijepolje. Floris was een liefhebber van treintjes.” Het vermoeden van Peter klopt. Eind juni wordt na de uitzending van een opsporingsbericht op de Servische televisie, de vondst van Floris’ fiets gemeld. De fiets, met een van de tassen er nog op, was al op 14 april in de rivier Mileševa nabij Prijepolje gevonden, maar de link met de vermiste Hollander was tot dan toe niet gelegd.

TEKST FROUKE VAN OMMEREN BEELD PETER DUIJF

‘Floris is in een fuik gereden’ Zoektocht naar vermiste fietsvriend Sinds mei 2012 wordt Floris Dierdorp vermist. Zijn spoor leidt naar een rivieroever nabij Prijepolje in Servië. Daar werd zijn rode vouwfiets gevonden. Fietsvriend Peter Duijf doorzocht het gebied met een gids. Een misdaad sluit hij uit: “We stelden ons voor dat hem op een stille weg bij een overval de hersens waren ingeslagen. Ter plekke kan je dat scenario al snel wegstrepen.” Op 10 maart vertrok Floris (58 jaar) vanuit zijn woonplaats Papendrecht per trein naar München om van daaruit naar Cappadocië in Turkije te fietsen. Hij zou op 8 mei weer thuis zijn. “Floris hield geen contact via mail of telefoon, maar hij stuurde altijd halverwege een ansichtkaart”, zegt Peter. “Toen dat teken halverwege april uitbleef, begon ik te vermoeden dat er iets was misgegaan.” Peter kende Floris goed, samen maakten ze verscheidene fietsreizen. De vriendschap begon in 1979, toen ze zich allebei opgaven voor de Nederlandse versie van de Bikecentennial, een fietstocht van de west- naar de oostkust van de Verenigde Staten. Tijdens de reis reden de jonge fietsers gelijk op. “We hadden hetzelfde krachtenpalet en reden in hetzelfde tempo.” Het legde de basis voor een toekomst van gezamenlijke fietsreizen. Nog geen twee jaar later fietsten ze samen de wereld rond. Daarna bleven ze jaarlijks samen fietstochten maken, met name in Europa. De laatste grote tocht was op IJsland in 2008, maar tot 2011 werd in ieder geval met Hemelvaart ergens gefietst. Toen Peter trouwde en de vakanties met zijn vrouw

12 tijdschrift voor fietsreizigers

en kinderen doorbracht, fietste Floris ook solotochten, onder andere door Alaska en naar de Noordkaap en terug. In totaal legde Floris zo’n tweehonderdduizend kilometer af, waarvan een kwart samen met fietsvriend Peter. Als Floris op 10 mei nog niet terug is, doet de familie aangifte van vermissing. Daarna neemt broer Jan contact op met de ambassades van de landen die Floris op zijn tocht zou doorkruisen. Via de bank komen Peter en Jan te weten dat Floris op 21 maart in Sarajevo in Bosnië en Herzegovina voor het laatst geld heeft gepind. Alle mogelijke scenario’s passeren de revue: dat hij in een ravijn is gefietst of in zijn slaap een natuurlijke dood is gestorven. “Floris kampeerde in een klein bananententje dat amper zichtbaar was en hij stelde zich altijd verdekt op. Maar het meest voor de hand liggende scenario was dat hem iets was aangedaan.” In juni komt via de Nederlandse ambassade in Belgrado de bevestiging dat Floris op 23 maart bij Uvac Servië is binnengekomen.

Op twaalf juli vliegen Jan en Peter naar Servië om zelf naar Floris op zoek te gaan. Ze worden door een medewerker van de Nederlandse ambassade van het vliegveld afgehaald. Eenmaal op het politiebureau in Prijepolje spreidt de ambassadeur stafkaarten van de Amerikaanse inlichtingendienst op tafel uit, met daarop de vindplaats van de fiets. “Dat was vijftien kilometer oostwaarts van de stad, midden in de wildernis. Veel verder van de bewoonde wereld dan in eerst instantie was gemeld.”

‘Floris deed dingen die op het randje waren’ Terwijl Jan posters met een foto van Floris verspreidt, gaat Peter met een lokale berggids en een politierechercheur het gebied in. “We hebben twee uur gelopen over een moeilijk, onbegaanbaar pad waar in maart nog sneeuw lag. Op het laatst was het pad nauwelijks twintig centimeter breed en liep langs een steile afgrond van tweehonderd meter diep. Waarschijnlijk is Floris afgedaald omdat hij niet verder kon en heeft hij geprobeerd om via een boomstam de rivier over te steken. Misschien is hij uitgegleden en in de sterke stroom meegesleept en verdronken. Eind maart kunnen door het smeltwater sterke stromingen in de rivier ontstaan. “Floris is in de problemen geraakt doordat hij een weg bleef volgen die uiteindelijk in het niets oploste. In Prijepolje staat een bord richting het klooster en Sjenica. Een kilometer voor het klooster gaat rechtsaf over een bruggetje een weg richting Sjenica. Als je die afslag mist, rij je gewoon verder die mooie geasfalteerde weg af. Die weg is ooit aangelegd in een poging om het klooster Mileševa van

Links: opsporingsbericht voor Floris. Rechts: Floris’ fiets wordt gevonden in een rivier nabij Prijepolje. twee kanten te ontsluiten, maar in het tijdperk van kameraad Tito is de weg nooit afgebouwd. Floris wilde waarschijnlijk de mooie route langs de rivier blijven volgen. Een fietser gaat dan navraag doen. Uit een getuigenverklaring blijkt dat hem is afgeraden de weg langs het klooster te volgen, want: ‘met de auto niet begaanbaar’. Een fietser denkt dan: ik bepaal zelf wel of ik er door kan of niet. De eerste zes kilometer tot aan het klooster ligt er een prachtige geasfalteerde weg. Een kilometer na het klooster maakt het asfalt plaats voor gravel. De daaropvolgende tien kilometer zijn langs de bergwand tunnels uitgehouwen. Na de tunnels houdt ook het pad op, maar denk je: nou ben ik zo ver gekomen, het pad loopt straks wel weer door. Maar dat was niet zo. Floris is een fuik gereden. Het begon met een mooie weg, maar geleidelijk hield het pad op.” “Floris deed dingen die op het randje waren. Dan hield een weg bij een meer op en zei hij: ‘hé, als ik goed kijk loopt de weg in de verte weer door.’ En dan nam hij zijn fiets op zijn nek en ging hij door. Halverwege bleek het meer dan anderhalve meter diep te zijn. Het is een soort overmoed. Niet van het soort waarbij iemand bewust risico’s neemt, maar het soort wat ook wel beroepsdeformatie wordt genoemd, iets is zo gewoon geworden dat je het gevaar niet meer ziet. Dat gevoel heb ik bij Floris heel erg. Hij heeft het onderschat.” In totaal zijn er door de lokale autoriteiten vijf zoekacties georganiseerd in het gebied waar de fiets werd gevonden. Daarbij werden verschillende spullen teruggevonden, zoals zijn tassen, een schoen en een jas. Floris zelf is niet gevonden. Een Nederlandse zoekactie met speurhonden werd afgelopen najaar op het laatste moment afgelast vanwege het risico voor de reddingswerkers en honden. “Het gebied is gevaarlijk door de smalle paden en diepe afgronden, maar ook wilde dieren, waaronder beren, everzwijnen, wolven en slangen. Maar we hebben inmiddels zoveel gevonden dat een directer bewijs niet meer nodig is. We weten ook zo wel wat er is gebeurd.” Op 10 november 2012 is in de Natuur- en Vogelwacht in de Alblasserwaard een afscheidsbijeenkomst voor Floris gehouden. Daarbij was ook een hoekje ingericht met zijn fiets en enkele spullen die zijn teruggevonden. b tijdschrift voor fietsreizigers

13


TEKST KOERT SCHOUTEN BEELD jaap van dijk en joris kroos KAARTJE PAUL KLOEG

Cappadocië: niet voor watjes Turkse kuitenbijters en bonkige dirt roads

De leukste beurs voor fietsers en wandelaars!

zaterdag 9 en zondag 10 februari 2013

Amsterdam RAI w w w.fietsenwandelbeurs.nl

foto Luuk van kordeLaar

Met fietsparcours, outdoormateriaal, gps, fietsen, e-bikes, routes, bestemmingen, lezingen, workshops, informatiemarkt en veel meer!

zaterdag 16 en zondag 17 februari 2013

Nekkerhal Mechelen w w w.fietsenwandelbeursvlaanderen.be

Themaland op de beurs in Amsterdam is Frankrijk, met een uitgebreide presentatie van de vele fiets- en wandelmogelijkheden in dat land.

Tien wereldfietsers trokken afgelopen herfst gedurende twee weken door Cappadocië. Het kostte bloed, zweet en tranen, maar wat overheerste was verwondering over de gastvrijheid, het wonderlijke landschap en de geschiedenis van dit Turkse UNESCO-werelderfgoed. ‘Bezorgde gezinsleden brengen tapijten om in onze tenten te leggen.’ Strakke woonblokken, afgewisseld met groene parken en plantsoenen, brede boulevards die geen enkele moeite met het drukke verkeer hebben, ongelijkvloerse voetgangersoversteekplaatsen voorzien van roltrappen, stadsbussen op aardgas en een futuristische tram – zijn

we echt in Centraal-Anatolië? Kayseri, het bijbelse Caesarea, telt één miljoen inwoners en imponeert met zijn moderne en ruime opzet. Alleen het centrum met zijn citadel, bazaar en de daarn naast gelegen karavanserai verraden Kayseri’s ouder-

tijdschrift voor fietsreizigers

15


De volgende ochtend brengt een oude baas, die we de avond daarvoor nog voor de dorpsgek hadden versleten, versgebakken broden dom van duizenden jaren. De karavanserai was een ommuurde overnachtingsplek op de zijderoute. Met een beetje fantasie ruik je er nog de kamelen en hoor je de kamelendrijvers plezier maken in de gelagkamer van de herberg. Nu slijten enkele armlastige bejaarden er hun laatste jaren: de vriendelijke kleermaker die ons binnen nodigt, de oude prostitué die ons spontaan met eau de cologne besprenkelt en een snoepje aanbiedt. In de arcade staat de troep hoog opgestapeld.

Ongebaande paden Hoewel de doorgaande wegen in Turkije de afgelopen jaren in rap tempo zijn geasfalteerd, blijven er nog genoeg onverharde wegen over waarop wereldfietsers zich kunnen uitleven. Wanneer we Kayseri uitrijden, is het meteen raak. De fietsnavigatie van Anneloes stuurt ons een ezelpad op met een helling van zo’n twintig procent. Het is op geen kaart terug te vinden, maar het weggetje stond echt op Google Earth. Bij menigeen zie ik na enkele kilometers ploeteren de twijfel in de ogen: is dit ons voorland, lopend de fiets over keien en weerbarstige zand- en grindwegen tegen hellingen opduwen? Alles went en het droge weer zorgt voor harde dirt roads waarop we goed vooruitkomen. Soms zit er ook een mooi stuk asfalt tussen. In de verte zien we de Erciyes Dağı, een uitgedoofde vulkaan waarvan de wit besneeuwde, 3900 meter hoge top ’s morgens veelal in nevelen is gehuld en waarop zich ’s middags onweersbuien ontladen. In Tomarza overnachten we in de tuin van een kolenhandelaar en zijn familie. Het kost even tijd om uit te leggen wat de bedoeling is; men spreekt geen enkele vreemde taal en kamperen is iets uit de tijd van Ibrahim en Sara. Bezorgde gezinsleden brengen tapijten om in onze tenten te leggen. Hierna volgen we twee dagen de bovenloop van de Zamanti Irmaği. In het droge landschap vormt de rivier een lint dat is omzoomd door hoge populieren en platanen in prachtige herfstkleuren. Wanneer we in Gümüşören onze inkopen voor de avondmaaltijd doen, loopt het hele dorp uit om met ons op de foto te gaan. Nabij Süleymanfakili slaan we onze tenten op in het open veld aan de oever van de rivier. Een enkeling waagt zich aan een skinny dip in het ijskoude water. ’s Avonds stoken we een groot kampvuur. De omgeving is zo donker dat we de sterrennevels prachtig aan de hemel zien staan. We genieten van de stilte. De rivier ruist en in de verte blaft een hond.

Dorpsgek De volgende dag krijgen we te maken met spectaculaire afdalingen – en klimmen – wanneer de weg het dal van de Zamanti Irmaği meerdere keren doorkruist. De steile hellingen zijn begroeid met pijnbomen en we passeren idyllische dorpjes waar de tijd lijkt stil te staan. Smoezelig geklede kinderen zwaaien ons verlegen na. Bij Büyükçakır zingt de uitbater van een theehuis vol overgave voor ons terwijl hij zich begeleidt op zijn bağlama, een soort luit. Net voor de duisternis invalt bereiken we Kapuzbaşı, aan de voet van de ruim 2500 meter hoge Divrik Dağı. We nemen onze intrek in een hotelletje. De belofte van een warme douche kan de hotelhouder niet waarmaken, maar de verse forel die hij ons voorzet maakt veel goed. ’s Morgens bekijken we de watervallen die hier met veel kabaal uit de berg stromen, gevoed door de 3756 meter hoge uitgedoofde vulkaan Demirkazik Dağı. Hierna volgen we de hele dag de voet van het Aladaglargebergte over een stille, bonkige gravelweg. Het smalle dal is adembenemend. Onder ons ruist de rivier, terwijl de steile bergwanden hoog boven ons uittorenen. Voor we ons bij Çamlıca het dal in storten, hebben we over een afstand van veertig kilometer bijna 1300 meter geklommen. In een dorpje in het dal kunnen we op een weitje tussen de huizen kamperen. In het donker zetten we onze tenten op. Bij het enige winkeltje zijn geen groenten en brood te koop. De agrarische gemeenschap is op dat punt kennelijk geheel zelfvoorzienend. Een lokale jongen die we in het winkeltje ontmoeten, moet onze wanhoop begrepen hebben. Even later brengt hij ons groenten en dolmades (gevulde groenten). De volgende ochtend brengt een oude baas, die we de avond daarvoor nog voor de dorpsgek hadden versleten, versgebakken broden. De onverharde weg naar Yahyali is met een klim – negenhonderd meter over de eerste twintig kilometer – langs diepe ravijnen niet minder spectaculair dan de rit van gisteren. We komen hier een nota bene Turkse wereldfietser tegen. Grotwoningen In Yahyali vinden we een smoezelig pension bij een tapijthandelaar. Bekend met het feit dat er in dit stadje geen ander pension is, vraagt hij de hoofdprijs en we komen niet tot overeenstemming. We druipen af, met als enige optie het plaatselijke hotel. Dat blijkt volgeboekt. Hebben we bij de tapijthandelaar onze hand overspeeld? Wanneer we de hotelier vragen of we in de belendende boomgaard mogen kamperen en bij het hotel mogen douchen, biedt hij ons zijn

16 tijdschrift voor fietsreizigers

sportzaal aan, onder voorwaarde dat we geen haringen in het kunstgras slaan! ’s Morgens ontbijten we bij het hotel. Na Yahyali fietsen we door een vlak heuvellandschap met weidse vergezichten. Overal worden appels geoogst. Langs de weg liggen ze in grote hopen op transport te wachten. Af en toe komen we kampementen tegen met loonwerkers. De mensen zien er haveloos uit. Uit de schoorstenen van de tenten kringelt rook van houtvuren. Tussen de tenten spelen kinderen in de troep. Na Yeşilhisar rijden we het dal van de Güzel in. De populieren en platanen kleuren goudgeel in de avondzon, terwijl de imam oproept tot het avondgebed. Wanneer we bij Akköy het riviertje oversteken, op zoek naar een kampeerplek, nodigt een keuterboertje ons uit op zijn erf te komen staan. De boomgaard doet met een groen gazon, een kreekje en een koppel eenden paradijselijk aan. Er is een toilet en stromend water. Wat wil een vermoeide fietser nog meer? We koken gezamenlijk onze maaltijd en stoken het kampvuur die avond nog eens hoog op. Het al even mooie dal van de Damsa Çayi voert ons het hart van Cappadocië in. We passeren de eerste grotwoningen en -kerkjes. In Mustafapaşa bekruipt ons een volendamgevoel. Bussen vol toeristen, souvenirkramen, een kopje thee kost opeens een viervoud – was dit wat we zochten? We besluiten door te fietsen. Het heeft iets weg van een vlucht. Via onmogelijke grindweggetjes dalen we af, de vallei van de rivier Büyükoluk in. Dat blijkt een gouden greep. Bustoeristen nemen geen steile onverharde paadjes en we rijden door een prachtig verlaten dal. Duiven en vleermuizen hebben bezit genomen van de eeuwenoude grotwoningen die hoog boven ons uitsteken. In de verte rommelt een onweer. Bij het laatste zonlicht bereiken we Ortahisar – ook een antiek stadje, maar minder toeristisch – en nemen onze intrek in een grothotel. Werd het de bevolking in 1950 door de Turkse regering verboden om nog langer grotwoningen voor behuizing te gebruiken, wij genieten er de luxe van centrale verwarming en een douche. Hier vandaan is het niet ver meer naar Göreme, waar we drie dagen op de camping verblijven die we als uitvalbasis gebruiken om de historische sites in de omgeving te verkennen, zoals de rotswoningen, ondergrondse kloosters en -kerkjes van Nevşehir, Ürgüp en Uçhisar.

Hamam Via het prachtige dal van de Kizilirmak gaat het weer richting Kayseri. Er is nauwelijks autoverkeer. De camping van Bayramhaci is gesloten maar we mogen er gewoon kamperen. De beheerder komt ’s avonds zelfs speciaal voor ons het thermaalbad van de hamam (badhuis) vullen. Wat een luxe om na een dag van inspanning onbeperkt in een bad van 35 graden te kunnen chillen! De weg naar Yemliha levert ons prachtige vergezichten op. Het Slachtfeest is in volle gang en bij iedere boerderij is wel een geit of koe geslacht. We worden uitgenodigd door een boerenfamilie voor een glas ayran, een licht gezouten karnemelk. Jong en oud is druk bezig een koe te ontleden. De kop van het dier ligt in een hoekje op het erf. We willen de laatste nacht bij een stuwmeer kamperen. Daarvoor moeten we een zware klim trotseren, maar als we het stuwmeer in ogenschouw nemen, blijken de oevers te steil om een tent op te zetten. Omdat de duisternis al invalt, keren we terug naar het dorp.

We mogen op het plaatselijke voetbalveld overnachten. In de dug-out koken we ons potje eten. De laatste dag voert de route ons door kleine boerendorpen. Het land is duidelijk groener, de huizen luxer en de tractoren zijn groter en moderner. Toch is ook hier nog ruimte voor de schaapherder met zijn kudde. We verlaten het dal van de Kizilirmak en een lange, steile klim brengt ons naar het plaatsje Erkilet. Na de laatste bocht ontvouwt zich een groots panorama. Vierhonderd meter onder ons ligt Kayseri als een soort Madurodam. Op de achtergrond de majestueuze Erciyes Dağı met daarboven grote cumuluswolken die over enkele uren zullen uitregenen. We laten de remmen los en zoeven in een vrije val, met de brede Erkilet Bulvar als landingsbaan, de stad in. b

Deze buitenlandtocht van De Wereldfietser was een initiatief van Koert Schouten, in navolging van de geslaagde tocht in Marokko in 2011. Buiten de regio Ürgüp is er voor fietsers weinig relevante informatie te vinden. Het beschikbare kaartmateriaal is erbarmelijk. Het was steeds weer een verrassing wat de conditie van de wegen zou zijn en waar de groep een overnachtingsplek zou vinden. In de kleine plaatsen zijn geen groenten, brood en andere versproducten te koop. Het ontbreken van campings en hotelletjes bleek nooit een onoverkomelijk probleem en bracht de groep op bijzondere plekken. De Turken zijn behulpzaam, maar soms kost het enige moeite duidelijk te maken wat je wilt – men spreekt geen vreemde talen. Het najaar wordt voor Cappadocië aangemerkt als beste reisperiode. Het was alle dagen zonnig met weinig wind, met overdag temperaturen van circa twintig graden, ’s nachts rond het vriespunt.

tijdschrift voor fietsreizigers

17


thema

Klimmen

SAMENSTELLING INGE JONGERMAN EN BERT PLATZER BEELD freek verdonckt

‘Hoger en hoger, vaak zonder bochten en bijna rechtstandig omhoog zwoegen we zwetend en woordeloos verder’, schrijft een van de auteurs in dit thema. Het moge duidelijk zijn: klimmen is afzien en flinke ontberingen doorstaan. Gelukkig volgt daarna vaak de euforie van het uitzicht over indrukwekkende bergketens en de gratis kilometers van de afdaling – of bestaat die euforie alleen dankzij de moeizame weg bergop? Hoe het ook zij, niet iedere fietsreiziger is gediend van een steil oplopend wegdek. Maar troost u: klimmen is een kunst, die met de juiste oefening onder de knie is te krijgen. Het beoefenen van die kunst vergroot de vrijheid op de fiets en kan zelfs therapeutisch werken!

Tatteljee is verhuisd van Noord naar West d info@tatteljee.nl | 020 6325030 | Baarsjesweg 287-1 | 1058 AE 18 tijdschrift voor fietsreizigers

Amsterdam tijdschrift voor fietsreizigers

19


thema

TEKST EN BEELD MARIEKE WENINK

Cubaanse hoogtes Cuba staat niet direct bekend als een klimparadijs voor fietsers. Dat zal zeker te maken hebben met het warme klimaat en de niet altijd even geweldige toestand van de wegen. Desondanks kwamen de vriendinnen Marieke en Marieke op dit communistische eiland heel wat enerverende en verrassende klimmen tegen. Klimmen: met inspanning naar een hogere plaats gaan. Is er een doel? Ja, het bereiken van de top. Maar de weg erheen, de inspanning, is even belangrijk als de beloning: het bereiken van het hoogste punt, dat liefst duidelijk is gemarkeerd met een bordje dat kan worden gefotografeerd.

Blanco Deze universele klimwetten blijken ook op Cuba te gelden. De weg van Baracoa naar Cajobabo over de Viaducto de la Farola wordt een van de mooiste wegen van het eiland genoemd, het landschap rondom Baracoa simpelweg het mooiste. Baracoa ligt aan de noordkust van Cuba’s zuidoostpunt, ingesloten door een rondlopende bergrug die een natuurlijke bescherming vormt. Zodoende was Baracoa lange tijd slechts per boot bereikbaar, maar na het aanleggen van ‘La Farola’, een van de pronkstukken van de revolutie, is de stad rechtstreeks verbonden met het 120 kilometer verderop gelegen Guantanamo. Uiteraard mag de tocht over deze bergrug niet op ons verlanglijstje ontbreken. Op voorhand weet je nooit hoe het zal zijn, maar toch betrap ik me er steeds weer op dat ik mezelf door het lezen en herlezen van reisboeken een beeld tracht te vormen van het verloop van de route, alsof ik me zo kan behoeden voor onverwachte, niet te nemen hoogtemeters. Hoewel ik aan de ene kant kan genieten van vreselijk afzien, ik altijd bovenkom en weet dat ik nooit opgeef, blijft er aan de andere kant een vreselijke angst het niet te halen. Uiteindelijk stijgt het adrenalinegehalte zo al flink voor er überhaupt een meter is geklommen. Zou het 20 tijdschrift voor fietsreizigers

niet beter zijn eens volkomen blanco aan de te nemen hobbel te beginnen?

Meter voor meter Ook nu beginnen we deze rit met een prikkelende spanning in de benen. Na het verlaten van Baracoa stijgt de weg licht. We weten dat we na een kilometer of tien tegen een muur zullen aanfietsen – het begin van La Farola. Alles klopt, na tien kilometer wordt met een bord aangegeven dat we La Farola hebben bereikt. Het is nu zaak snel op het kleine voorblad te schakelen, de ademhaling te reguleren en in de juiste cadans te komen. Maar ook om niet naar de kilometerteller te kijken, te accepteren dat het tergend langzaam gaat en alleen maar te klimmen en te genieten van de ‘Hoewel ik aan de ene kant kan genieten van fysieke uitdaging van het bedwingen van vreselijk afzien, ik altijd bovenkom en weet de berg. Van de schoonheid van moeder dat ik nooit opgeef, blijft er aan de andere natuur en straks het genot van het bereikant een vreselijke angst het niet te halen’ ken van de top. Omhoog kijkend, lijkt de weg een onneembare vesting. Dat haal ik nooit, giert regelmatig door mijn hoofd. Meter voor meter verdwijnt de weg echter onder mijn wielen. Hoger en hoger, vaak zonder bochten en bijna rechtstandig omhoog zwoegen we zwetend en woordeloos verder. Adembenemend mooi zijn de doorkijkjes tussen de bomen het dal in. Slechts één keer stoppen we om een foto te maken, het verlangen de top te bereiken negerend. Veel sneller dan we ooit hadden gedacht, bereiken we de top. Van enige verwarring en teleurstelling is wel sprake: er is geen bordje waarop het hoogste punt of het aantal hoogtemeters wordt aangegeven. Geen volle toeristenbussen, geen koffietentje of terrasjes. Zijn we er eigenlijk al?

Dat wel. Tussen de resten van een afgebroken huis en rondsnuffelende varkens vieren we de overwinning op de berg. Met het laatste water uit de bidon en de wit uitgeslagen repen Baracoa Chocolate – gekocht bij de opeens overal aanwezige armoedige verkopers – genieten we nog even van het prachtige uitzicht. Blij en voldaan stuiven we naar beneden, op weg naar de andere kust van Cuba. De nattigheid van het noorden verruilend voor de prairieachtige droogte van de zuidoostkust, waar ons een andere beproeving wacht: de verzengende hitte van de brandende zon. Gelukkig wacht ons daar ook de adembenemende schoonheid van de blauwe zee.

Laadbak Niet altijd lopen klimmen zo duidelijk naar één punt toe. Sterker nog, vaak komt na die ene top en die hemelse afdaling weer een klim en dan wéér een. Vaak weet je op voorhand niet wat er komen gaat. Lengte, zwaarte en frequentie zijn niet ingevulde parameters. Zo ook op Cuba. Hoogtelijnen ontbreken op de enige verkrijgbare kaart, zodat we steeds weer door opnieuw opdoemende muren worden verrast. De rit naar de watervallen van El Nicho blijkt een van de meest enerverende tochten. ‘s Ochtends vroeg, na het verlaten van het stadje Cienfuegos, worden we al snel getrakteerd op een reeks zeer steile klimmetjes, de voorlopers van de Sierra de Guamuhaya. In het roze ochtendlicht van de opkomende zon is het een prachtige tocht. De zon bereikt al snel zijn hoogste punt. We weten dat de twaaf kilometer lange weg vanaf Entronque tot de afslag naar El Nicho een pittige klim is, maar de werkelijkheid overtreft onze ergste nachtmerries. De eerste kilometers zijn ondanks de tropische temperaturen en de buikloop die we hebben opgelopen nog redelijk te overbruggen. Het hellingspercentage blijft echter toenemen, elke meter moeten we bevechten. Van een prettige klimcadans is geen sprake. Stoppen is geen optie en opgeven is falen, maar de watervallen lijken verder weg dan ooit! Na een kleine pitstop, de zoveelste met lauw water weggespoelde hap droog

De aanhouder wint en uiteindelijk zitten we in de laadbak tussen de pubers brood, klimmen we weer op de fiets. De weg wordt alsmaar steiler, met nog maar twee kilometer te gaan. We blijven vechten, tot een vrachtwagen met open laadbak ons langzaam passeert. Voor ik het weet sta ik met mijn duim omhoog naast mijn fiets en stopt de vrachtwagen. Al snel zitten we met de fietsen en al in de laadbak. Wat een fijne laatste kilometer klimmen!

Hoogtepunt Op het hoogste punt worden we uit de bak gegooid, maar El Nicho blijkt nog zes kilometer verderop te liggen. Weliswaar down hill, maar wat voor afdaling, zo verschrikkelijk steil. Hier moeten we straks ook weer omhoog, maar moeten we zo dichtbij het doel opgeven? Dalen maar! Op en neer vliegen de laatste kilometers als een gelukzalige droom voorbij en we genieten van het ijskoude water van El Nicho.

Maar we moeten dus weer terug. Deze monsterlijke heuvels zelf bedwingen is geen optie – een lift is het enige haalbare alternatief. De pick-up vlak bij de waterval lijkt mij een goede kandidaat. Nu alleen de chauffeur vinden en duidelijk maken wat we willen: twee vrouwen, twee fietsen en de bagage in de laadbak, naar het hoogste punt. Even lijkt het niet te gaan lukken, maar de aanhouder wint en uiteindelijk zitten we in de laadbak tussen een aantal pubers die ook meerijden. Met handen en voeten, veel lichaamstaal en een beetje Engels maken we contact. We vallen bijna uit de laadbak, zo steil is de weg en daarom moeten we vaak hard lachen. Veel te snel komt er een eind aan deze klim en staan we op de top opnieuw naast onze fietsen, na de leukste en meest onverwachte beklimming die we ooit hebben gedaan. b

tijdschrift voor fietsreizigers

21


thema

TEKST GIJS JORNA EN THEO JORNA BEELD THEO JORNA

Eén col, twee verhalen Gijs (15) en Theo (54), zoon en vader, wielrenner en vakantiefietser. Ze hebben in elk geval één liefhebberij gemeen: fietsen, bij voorkeur in de bergen. Samen beklommen ze in Frankrijk de Col de l’Iseran, de hoogste verharde bergpas van de Alpen.

Fietsen in de bergen, waar anders? Gijs hoopt ooit profwielrenner te worden, eens te mogen meedoen in de Tour de France. Mijn ideaal was vroeger om alle hoge cols een keer in mijn leven te beklimmen. In Europa is me dat aardig gelukt, daarbuiten heb ik er nog wel enkele te gaan. In de tachtiger jaren doorkruiste ik de Alpen ter voorbereiding op een scherpe tijd op de Mont Ventoux. De beklimming daarvan werd serieus aangepakt – warming up, tussentijden, uitgekiende voeding – in de hoop een tijd te scoren die in de Tour de France niet zou misstaan. Nee, Gijs heeft het niet helemaal van een vreemde. Maar met bepakking verander ik in een vakantiefietser. De tijd doet er dan niet meer toe, de omgeving des te meer. Maar Gijs blijft een wielrenner, ook met bepakking. De blik gericht op de top, want daar gaat het heen. En liefst zo snel mogelijk.

Theo Op de kaart lijkt de klim van de l’Iseran, de hoogste verharde bergpas van de Alpen, pas te beginnen in Val d’Isère, zestien kilometer onder de top. Maar de 22 kilometer daarvoor klimt de weg al geleidelijk omhoog door een brede vallei met beboste hellingen. Dat geleidelijke is op een paar plekken met een procent of acht behoorlijk zwaar. De vallei wordt aan weerszijden begrenst door hoge bergruggen. In de verte, waar sneeuw ligt op de ruige kale bergen, daar ergens moet het zijn, dáár is pas de col. Na Val d’Isère slingert de weg tegen de kale bergrug op. Hier begint het mooiste deel van de klim, met een overvloed aan bijzondere planten die zich in pollen en toefjes in de kieren en spleten van de rotsen bevinden. Als een aangelegde rotstuin, maar dan veel mooier. Ze vormen een welkom excuus om af en toe even te stoppen en op adem te komen. Gijs We hebben onze tent gisteravond opgezet op een leuke camping aan de rand van het stadje Val d’Isère. Vanuit hier willen we vandaag de Col de l’Iseran overgaan. Mijn vader is hier al twee keer eerder geweest en dit is één van de zwaarste cols die hij in de Alpen heeft beklommen. Daarom hebben we de beklimming in twee etappes ingedeeld. Gisteren zijn we naar Val d’Isère geklommen en vandaag gaan we de col over. We beginnen ’s ochtends bij kilometerpaaltje 15. Ik kies mijn eigen 22 tijdschrift voor fietsreizigers

tempo en het duurt niet lang voor ik mijn vader ver achter me laat. De eerste kilometers gaan vlot en al gauw kijk ik uit over het diepe dal. In de verte ligt ligt het dorp waar we vertrokken zijn. Ik tuur naar de weg onder me, in de hoop een glimp van mijn vader op te vangen. Voor ik het weet zit ik boven de tweeduizend meter. De hoge kammen omringen me en de sneeuw ligt maar een paar honderd boven me. Daar kom ik nog wel, denk ik bij mezelf. De weg loopt deze eerste kilometers rustig omhoog, niet te steil en redelijk geleidelijk. Met nog negen kilometer te gaan stop ik even en geniet van het landschap. Ik sta flink te hijgen. De lucht is hier toch wat ijler. Voor me staat een man in hardloopkleding die zijn gezicht met een doekje schoonveegt. Of hij is ontroert, of hij heeft gewoon zweet in zijn ogen. Voor beide valt wat te zeggen. Ik stap weer op en kijk naar het landschap om me heen. De berg staat mij toe hem te beklimmen en over zijn machtige flanken omhoog te rijden, om te laten zien waar hij al jarenlang op uitkijkt. Ik ben blij dat ik fiets. Fietsen brengt genieten naar een hoger niveau. Ik klim verder met deze gedachten, maar begin gedurende deze vakantie mijn bagage wel steeds meer te haten. Het trekt me naar het asfalt toe als een magneet. Ik ben een racefiets gewend, dus dit is van een andere orde. Ik kijk naar het asfalt en zie de namen van wielrenners staan. Ik bedenk hoe zij hier hebben afgezien, net zoals ik nu doe. Dan worden mijn gedachten abrupt verstoord door een donderslag. Ongeveer een kilometer en twee slagen verder kom ik bij een schuilhut. Hier wacht ik op mijn vader terwijl de donkere wolken uit het dal mijn kant worden opgestuwd. Vlak nadat mijn vader bij mijn tijdelijke onderkomen is gearriveerd begint het te regenen. We wachten tot het droog is en fietsen samen het laatste stuk naar de top. Eenmaal op de top overweldigt een mengelmoes van euforie en dankbaarheid me. Dat ik dit met mijn vader kon doen, betekent veel voor me.

Theo Een donderslag. Ik schrik op: Gijs, waar is hij? Ergens daar hogerop fietst hij langs de kale bergwand zonder beschutting tegen het onweer. Met mijn vroegere fietsmaat had ik me geen zorgen gemaakt. Dan was ik bezig geweest met mijn eigen veiligheid. Nu is Gijs mijn eerste zorg.

Het is een gedachte waar ik nog steeds aan moet wennen. Dat ik al zo oud ben, dat ik een zoon heb. Eentje die bovendien harder fietst dan ik – ook dat nog. Ik ben niet veel veranderd, denk ik, fiets het liefst nog steeds als dertig jaar geleden: met een tentje lekker de bergen in. Twee keer eerder beklom ik de l’Iseran, in 1984 en 1990. maar ik kan het niet meer zo goed als toen, het tempo ligt lager. Al snel zag ik Gijs van me wegfietsen, deed geen poging zijn wiel te pakken en kachelde door in mijn eigen tempo, ondertussen genietend van wat muggenorchissen langs de weg en me verbazend hier in deze kou parnassia te zien. Ruige bergen, gletsjers in de verte, wolkenflarden die langs de rotsen strijken, fluitende alpenmarmotten: het voelde goed om hier te fietsen – tot de donderklap mijn genoegen verstoort. Een auto met twee Franse dames passeert. Ik vraag ze uit te kijken naar mijn zoon en hem te zeggen een veilige plek te zoeken voor het onweer. Ze beloven het te doen. Ik rijd verder. Mijn telefoon gaat

over. Ach ja, de moderne communicatie. Ik had er niet eens aan gedacht, nog half levend in de steentijd, ongemerkt terugvallend in de patronen die zich hebben ontwikkeld in een half leven fietsen. Het is Gijs. Een kort belletje, want bellen in onweer is gevaarlijk. Even later treffen we elkaar, vlak voor het onweer echt losbarst, bij een schuilhut. De stemming zit er goed in bij hem. De regen en de gure wind deren zijn humeur niet. Samen zitten we daar in een grijze wereld waarvan we rondom maar veertig meter kunnen zien. Maar de wolken gaan zo snel als ze zijn gekomen, om plaats te maken voor een spel van licht en wolkenslierten die over de bergflanken wegkruipen. Het zicht wordt steeds beter. Uiteindelijk rijden we samen in de zon naar de top, de jonge wielrenner en de vakantiefietser met het grijze kalende hoofd. Mijn zoon en ik. Ik vind het nog steeds een gek idee, samen met mijn zoon. Maar het is wel heel erg leuk. b

tijdschrift voor fietsreizigers

23


thema

TEKST EN BEELD COEN VAESSEN

En dan doemt de man met de hamer op...

Dat er geen massief hooggebergte voor nodig is om de man met de hamer tegen te komen, ondervonden Maaike en Coen in het noorden van Laos. Daar maakten ze met vallen en opstaan kennis met de kunst van het klimmen. ‘Langzaam aan, dan breekt het lijntje niet.’

In de vroege ochtend steken we vanuit Thailand de brede Mekong over naar Huay Xai, een klein stadje in het noordwesten van Laos. We kopen wat fruit en koolhydraatrijke palmboomsiroop, delen een bord noedels en vullen onze bidons bij – de tocht door het noorden van Laos kan beginnen. Ervaring met klimmen hebben we niet. Tot nu toe zijn we tijdens onze fietsreis door Zuidoost-Azië alleen pannenkoekplatte wegen tegengekomen. Maar de route-informatie die we van internet hebben geplukt, klinkt geruststellend: Northwestern Laos is a bit hilly, but not that bad.

Vlakkelandsnaïviteit Al snel blijkt echter dat het om wel heel bergachtige ‘heuvels’ gaat. Na een vlakke aanloop gaat het de volgende vijftig kilometer 24 tijdschrift voor fietsreizigers

constant op en neer. In het donker bereiken we op het tandvlees onze bestemming Donchau. Het avondmarktje, verlicht door kaarsen, wordt al weggeruimd, maar gelukkig kunnen we nog twee porties sticky rice bemachtigen om de hongerige magen te vullen. Na wat rondvragen voor een slaapplaats worden we naar een groot huis gebracht, waar we hartelijk worden ontvangen en een kamertje krijgen toegewezen. Terwijl we onze rijst eten, kijken we toe hoe dorpelingen in en uit lopen om al biddend bij een boeddhistisch altaar in de woonkamer eten, geld en spulletjes te offeren, bestemd voor de monniken van het dorpsklooster. Als we de volgende ochtend Donchau uitfietsen, dient zich al snel weer een klim aan: ongeasfalteerd, een verkeersbord geeft een stijgingspercentage van tien procent aan. Na elke bocht duikt er weer een nieuw stuk berg op. In al onze vlakkelandsnaïviteit (nog even bijten, die top kan toch nooit ver meer zijn, hoe harder we fietsen hoe eerder we boven zijn) blijven we doorploeteren. Met hoge hartslag, ver boven onze macht. Hoezo lekker afzien? Dit is vies afzien, een worsteling. De berg voelt eerder als een vijand dan een vriend, we vervloeken het zachte gravel en de vele losse stenen die de toch al lage snelheid nog verder naar beneden brengen. Totdat er onvermijdelijk een mannetje met een hamer opdoemt, die in één klap het laatste restje energie uit ons slaat. Met een trillend lichaam en zoemend hoofd ploffen we neer in de berm, ons afvragend hoe deze route in godsnaam a bit hilly genoemd kan worden. De rest van de klim lopen we maar omhoog, de fietsen naast ons voortduwend. Met de zware fietstassen en het rulle gravel ook geen pretje, maar het gaat wel bijna net zo ‘snel’ als op de fiets. Die avond vallen we, helemaal op, meteen na het eten in een diepe slaap, waarna we pas de volgende dag rond het middaguur weer wakker worden. Onze uitgewrongen lichamen hebben een ‘dubbele nacht’ nodig gehad om te herstellen.

Ontluikend klimmersgogme We gebruiken deze door het lichaam ingelaste rustdag in Vieng Phouka om onze haperende klimtactiek te bespreken. Hoogste tijd om de beginnersnaïviteit van ons af te gooien. We bevinden ons weliswaar niet diep in het hooggebergte, maar toch

dalen is het met dit ongeasfalteerde stuiterwegdek trouwens niet. Hebben we net een lekkere vaartje, dan volgt prompt een bonkig stuk vol stenen en gruis: hard in de remmen, in één klap terug naar tien kilometer per uur en dan nog worden we – bonkerdebonk – met fiets en al stevig door elkaar gerammeld.

blijken ook de Laotiaanse bergen van duizend tot tweeduizend meter hoogte een weloverwogen strijdplan te vereisen. Om te voorkomen dat de alarmbellen in het lichaam opnieuw zullen gaan rinkelen, besluiten we om de logica van het ‘beheerst klimmen’ in te voeren. We denken in het vervolg sneller en veel minder kapot boven te gaan komen door juist veel rustiger te klimmen: langzaam aan, dan breekt het lijntje niet. Op basis van dit ontluikend klimmersgogme fietsen we de volgende dagen rustig en gecontroleerd de bergen over, met regelmatig een preventieve pauze. Mannen met hamers komen we niet meer tegen en langzaam herstelt ons gekneusde zelfvertrouwen zich. En hoe mooi blijkt het klimmen dan te zijn: de weg slingert tussen de met jungle overgroeide bergen door, er is geen ander verkeer te bekennen, volledige stilte, op onze diepe ademhaling en het zachte zoemen van de banden op het wegdek na. Af en toe kwettert er een vogel of schiet een hagedis uit de berm. Onze gedachten worden helemaal gevuld door de eerstvolgende meters, energie of verlangen om aan ook maar iets anders te denken is er niet. Bocht in bocht uit... pure meditatie. Dat wil zeggen, tot het gebrul en de dieselwalmen van een passerende Chinese vrachtwagen de meditatieve roes even ruw onderbreken. De afdalingen voelen als een welverdiende beloning: even geen gezwoeg, de zwaartekracht trekt ons voort. Heel ontspannen

Koninginnerit Langs de weg zijn groepjes vrouwen met houwelen en rotsblokken aan het werk om een greppel te bouwen. Chinese bouwvakkers zijn druk bezig met asfalteren. Het stoffige gravel maakt langzaam maar zeker plaats voor een glad, grijs wegdek. Over een paar jaar zal het klimmen, en zeker ook het dalen, hier heel wat soepeler verlopen. Overal worden we hartelijk begroet door groepjes kinderen. Schijnbaar moeiteloos rennen ze lachend met ons mee, alsof ze ons er nog even fijntjes op willen wijzen dat we in een wel heel rustig tempo omhoog fietsen. De grootste klimkluif wordt ons in de laatste week voor de wielen geworpen. De etappe van Luang Prabang naar Kiu Kacham is lang, zwaar en prachtig mooi. In de ochtendnevel gaan we licht zenuwachtig van start. Zal onze prille klimervaring vandaag volstaan? Na een heuvelige aanloop volgen twee klimmen, een van vijftien en een van drieëntwintig kilometer. Gelukkig is de weg hier goed geasfalteerd. In de brandende zon schuiven we tussen de bananenbomen door. Met ons tempo van zes, zeven kilometer per uur maken we heel wat klimuren. De tussenliggende afdaling is één langgerekte adrenalinekick: zoevend door de bochten, de wind gierend in de oren, de wereld flitst voorbij, wauw! In de late namiddag bereiken we op de top van de berg het dorpje Kiu Kacham – gehaald! Kiu Kacham blijkt een waar walhalla voor fietsers te zijn. De beide guesthouses stromen vol met een bonte verzameling fietsers, wat een mooie avond met een spervuur aan verhalen oplevert. Na de grondige ontgroening van de afgelopen weken kunnen we er inmiddels over meepraten: klimmen is een kunst. En ondanks – of misschien dankzij? – het afzien een heerlijk verslavende bezigheid. Een paar weken geleden vervloekten we de eerste bergen nog, nu fantaseren we al over toekomstige klimrijke fietsvakanties. Op naar de volgende toppen en dalen! b tijdschrift voor fietsreizigers

25


thema

TEKST EN BEELD ANDRÉ RAMAULT

TEKST EN BEELD ERIK VAN DEN BOOM

Klimallergie gelost

Fietsen naar het hoogst haalbare

Vroeger zag ik er als een berg tegenop: klimmen. Kilometers vreten, dat vond ik als tiener en twintiger lekker. Later stond me dat juist tegen en deed ik het rustiger aan. Maar de rode draad bleef dat een goede fietsdag weinig hoogtemeters telde.

‘Fietsen naar 5602 meter hoog in Indisch Ladakh.’ Deze uitdagende slogan van een Gents fietsreisbureau bracht André naar de hoogste voor gemotoriseerd verkeer begaanbare bergpas ter wereld. ‘De top lijkt wel een bedevaartsoord, bezaaid met gebedsvlaggetjes.’ Vanuit New Delhi vliegen we naar Leh, de hoofdstad van Ladakh op 3500 meter hoogte. Een beetje duizelig stappen we, zeven Vlamingen, uit het vliegtuig: vier mountainbikende dertigers met klimallures, Etienne en ik – twee recreatief fietsende vijftigers – en Julien, een zestiger. Angchuck, onze lokale gids, heet ons welkom. Hij begeleidt ons op de fiets terwijl kok Hakim de lichte vrachtwagen met kookspullen, bagage en tenten bestuurt. Onze meegebrachte fietsen krijgen een laatste controle. Wennen aan de hoogteligging is er niet bij, we fietsen meteen naar het beroemde boeddhistische klooster Lamayuru. De klim uit de vallei van de Indus naar Lamayuru is adembenemend, maar enorm zwaar. In tweeëntwintig haarspeldbochten overwinnen we een hoogteverschil van vijfhonderd meter. De bochten lijken wel bovenop elkaar gestapeld. We happen naar adem, maar Angchuck, een man met Tibetaanse roots, houdt het tempo strak. Na het kloosterbezoek voelt Etienne zich geradbraakt. De hoogteligging en de inspanningen hebben hem gesloopt. In het hotel stelt de opgetrommelde dokter hartritmestoornissen vast. Het verdict is keihard: terug naar de veilige hoogte van New Delhi op 220 meter. De volgende weken maken we een rondrit door Ladakh. Zoals gepland fietsen we naar steeds hogere regionen. Via bergpassen van ruim vierduizend meter bereiken we hoogtes

26 tijdschrift voor fietsreizigers

boven de vijfduizend meter. Behalve de taaie Angchuck kampen we om beurten met een appelflauwte, het gevolg van diarree. Hakim kookt voortreffelijk, maar sommigen wijten hun diarree aan zijn soep, bereid met rivierwater. Het wonderbaarlijk bergdecor levert sprookjesachtige plaatjes op, maar het leven is Spartaans – vervoer van mens en goederen op paardjes, verkouden en rochelende kinderen met lange snottebellen en nauwelijks onderwijskansen, herders met geitenkuddes op eenzame hoogten. Maar de mensen die wij ontmoeten stralen levensvreugde uit! Na de Taglang La (5360 meter) volgt vanuit Leh de veertig kilometer lange klim naar de Khardung La (5602 meter). Aanvankelijk gaat het merkwaardig vlot. Bij het checkpoint aan de Line of Control, de in 1972 vastgelegde grens van het door China bestuurde deel van Kasjmir, houdt het asfalt plots op. De resterende vijftien kilometer op rotspuin en steenslag zijn voor Julien een marteling. Door slechtziendheid rijdt hij zich geregeld vast op grote rotsstenen en raakt achterop. Niet het stijgingspercentage is het probleem, wel de erbarmelijke brokkenweg. Het unieke panorama van besneeuwde bergtoppen gaat aan hem voorbij. Er zijn nauwelijks tegenliggers, behalve de met jeeps naar boven gebrachte mountainbikers die zich met doodsverachting naar beneden storten. Het overheidsproject Himank

engageerde duizenden donkergekleurde mannen en vrouwen uit de deelstaat Bihar om de weg met primitieve middelen te onderhouden. Asfalteren door vloeibare asfalt uit grote blikken tussen losse stenen te gieten, is echter water naar de zee dragen. Dankzij onze haast perfecte ‘hoogtestage’ heb ik nauwelijks last van de ijle lucht. Op mijn comfortabele mountainbike geniet ik van de wegduikende marmotten, de klauterende berggeiten en de kleurschakeringen door de veranderende lichtinval. Zoals voorspeld komen de dertigers als eerste boven, een eind na mij volgt Julien. De top lijkt wel een bedevaartsoord, bezaaid met gebedsvlaggetjes. Iedereen wil op de foto naast het intrigerende bord World’s Highest Motorable Road, 18.380 Feet. We genieten van het fenomenale uitzicht op de Nubravallei en de noordkant van de Himalaya, terwijl Angchuck de Karakoram Highway in Pakistan en de nabije Chinese grens aanwijst. Op de terugvlucht naar New Delhi is het zicht op de besneeuwde pieken van de Himalaya fabelachtig. De dag op overschot verkennen we samen met verloren zoon Etienne New Delhi. De wijk Old Delhi confronteert ons met armoede en misère. Afzichtelijke gehandicapten en mensen met onverzorgde open wonden doen een beroep op onze vrijgevigheid. We beseffen dat niet iedereen de kans krijgt om naar hemelse sferen te fietsen. b

Vanaf 2005 werd de Balkan een geliefd fietsgebied. De daar heersende zomerse hitte, daar was ik op zich dol op, maar klimmen bleef een vijand. De combinatie van die twee was volgens het cliché zeer onaangenaam en dat cliché volgde ik klakkeloos. Ik maakte liever een omweg dan een route te volgen die me op de pedalen zou laten staan. In 2007 kwam ik voor het eerst in Albanië. Door tijdgebrek kon ik de geplande route door Zuid-Albanië niet fietsen. In plaats daarvan deed ik dat traject per taxibusje. Twee gedachten voerden de boventoon: jee, wat jammer dat ik in dit busje zit, het is hier zo ongelooflijk mooi, en: jee, wat ben ik blij dat ik in dit busje zit, het is hier vreselijk zwaar fietsen. Weldra was ik in Griekenland en vloog ik terug naar huis, omdat er werk op me wachtte. Drie weken later was ik terug om revanche te nemen. Op de avond voor mijn verjaardag fietste ik vanuit Griekenland Albanië binnen. ’s Ochtends werd ik wakker tussen de olijf-bomen in het land waar ik danig aan verknocht was geraakt. Ik besloot mezelf op de kustweg te trakteren, door Frank van Rijn beschreven als de mooiste mediterrane route die hij kende. Ik wist ook dat het een erg zwaar cadeau zou worden... Een jong stelletje fietste dezelfde kant uit en we besloten samen de kustweg te rijden. De route was adembenemend mooi. De begroeiing op de bergen is dun, de geur van de kruidachtige plantjes onderstreepte de hitte en regelmatig reden we door eeuwenoude, zilvergroene olijfgaarden. Het geplooide bergland stort zich in zee en de weg is daar wat primitief ingeplakt. Dat levert veel hoogtemeters op. Extra moeilijkheid was dat

de weg werd vernieuwd. De berg was uitgeschraapt om de weg breder te maken en we reden voornamelijk over steenslag. Gelukkig was er nog een tiental kilometers van de oorspronkelijke kustweg, niet breder dan anderhalve auto en bedekt met oud, kruimelig asfalt. Waarlijk, dit was een fietsparadijs! En was het zwaar in dat paradijs? Voor het meisje: ja! Ze moest regelmatig afstappen. Wij mannen wachtten dan verderop en als we verder gingen waren wij steeds goed uitgerust. En daarin zat hem de crux: hoewel de route absoluut zwaar te noemen is, was het voor ons een peulenschilletje omdat we steeds ruime pauzes hadden. Zelfs tussen Himarë en Vuno hoefden we niet af te stappen, ondanks een laatste venijnige klim van vijftien procent over steenslag. Normaal zou die me danig hebben uitgeput, al was het maar omdat ik er zwaar van in het verzet

zou zijn geschoten. Nu reed ik er met een euforisch gevoel tegenop. Ik herinnerde me de woorden van een fietser: “Als je het rustig aan doet, kom je eigenlijk overal wel.” Simpel en logisch, toch heb ik er een half fietsleven over gedaan om erachter te komen. Ik kreeg die dag een cadeau bij een cadeau. Na deze dag zag mijn fietsleven er totaal anders uit. Mijn huivering voor klimmen was en is volkomen verdwenen. Toen ik later de route van het taxibusje reed had ik weliswaar het gevoel het zwaarste traject ooit te fietsen, maar het was goed te doen en ik genoot ervan hoe ik mezelf al zwetend uitwrong. Onderweg dronk ik uit tal van bronnetjes de ene liter water na de andere. Ik voelde me gelouterd. Lichamelijk omdat ik me continue in een openluchtsauna bevond en geestelijk omdat ik de ballast van mijn klimallergie definitief had overwonnen. b tijdschrift voor fietsreizigers

27


TEKST EN BEELD KEES SWART WWW.KEESSWART.NL

Cycling-touring-equipment

anders kieken

Individuele fietsvakanties in

Azië

< www.vlerickfietsen.be > >

Handgemaakte en op maat gebouwde trekkingfietsen en tandems, afgemonteerd naar wens van de klant

> >

Vouwfietsen Brompton specialist VLERICK DARWIN: ‘OP PAD WERELDFIETS’ Nieuwstraat 16, B-9840 De Pinte tel. 0032(0)9.282.47.09 e-mail: info@vlerickfietsen.be

Bezoek onze website www.awol.nl info@awol.nl Tel: 033-4331081

SYNMAT 9 LW Een comfortabele mat met een synthetische vulling: warm en compact in te pakken. Een typisch voorbeeld van een innovatief Exped product. Naast slaapmatjes maakt Exped tenten, slaapzakken en rugzakken voor de veeleisende gebruiker. Van grammenjager tot fietser, van bergbeklimmer tot avonturier, Exped levert het juiste materiaal.

Nieuwe platte ventielen: Aparte ventielen voor het opblazen en snel leeg laten lopen van de mat. Platte ventielen zijn duurzamer dan de traditionele ventielen.

Hoogwaardig materiaal: De bovenzijde van de mat is voorzien van een comfortabel aanvoelende stof. Deze stof is luchtdicht en anti-slip.

Toepassing van schotten: Door de interne I-schotten wordt de kou niet doorgegeven en is de mat zeer stabiel.

Perfecte isolatie: De mat is gevuld met hoogwaardig 200 g/m2 Texpedloft microvezel. Door de vulling te lamineren aan onder- en bovenzijde wordt een duurzame en hoge isolatie behaald.

116 0 g

SYNMAT 9 DLX

Inclusief foudraal en reparatiesetje,18 gram

197 cm

Uitvoeringen: Naast synthetische vulling ook verkrijgbaar met dons voor nog hogere isolatiewaarde. Beide uitvoeringen zijn leverbaar in diverse diktes en afmetingen.

Geïntegreerde pomp: De slim ontworpen pomp maakt het mogelijk de mat snel en vochtvrij met lucht te vullen.

9 cm

65 cm

THE MAXIMUM OUTDOOR EXPERIENCE WITH MINIMAL MEANS.

Een weids en woest, fotogeniek oerlandschap. Om zo’n landschap te zien, hoef je niet te vliegen. Je kunt er ook naartoe fietsen. Volg de Oostzeekust in Polen en je komt er vanzelf. Waar de weg onder het zand verdwijnt, loop je verder over de kale duinen van Nationaal Park Słowiński. Zand dat hier door de branding van de Oostzee werd opgewoeld, stoof weg en vormde uiteindelijk deze duinen. Elders zijn zulke gebieden met veel moeite bebost, maar hier is dat niet gelukt. Het hart van Słowiński is een gure woestijn gebleven, vol dynamiek. Harde zeewinden laten de duinen enkele meters per jaar landinwaarts wandelen. Deze foto is ‘s zomers genomen tijdens een stormdepressie, waarbij korte, stevige regenbuien werden afgewisseld met felle opklaringen. Dat levert mooie contrasten op: zolang de zon nog schijnt, zorgt het contrast tussen de donkere wolken en het witte zand voor een spectaculair beeld. De schuine scheidslijn in de linker fotohelft levert een scherpe vlakverdeling op. Aan de rechterkant verschaft de doorkijk naar zee diepte aan het beeld. Helemaal links vult een paaltje de leegt op als een eenzaam symbool van beschaving.

Tips: • Voor een foto als deze moet je op het goede moment op de juiste plek staan. Fiets je door een landschap met zulke luchten, stap dan af bij een markante plek, zoek een goed standpunt en maak de foto voordat de zon achter de wolken verdwijnt. Het zonlicht maakt het landschap helder en contrastrijk. De dreigende wolken zien er dan ook een stuk donkerder uit. Zodra de zon is verdwenen, wordt alles flets en grauw. • Voor deze foto heb ik destijds een diafilm gebruikt. Diafilm heeft een beperkte contrastomvang, maar de donkere lucht en het witte zand konden nog net goed worden weergegeven. Moderne digitale camera’s kunnen hogere contrasten overbruggen, waardoor een foto als deze vlakker en minder contrastrijk wordt. Wil je toch dezelfde sfeer overbrengen, dan kun je het contrast met beeldbewerkingsoftware nog wat opvoeren. Zeker als de opname is gemaakt in RAW-formaat, dat vergelijknaar is met het negatief uit het analoge tijdperk: niet geschikt om direct te laten zien, maar met de nodige vakkennis kun je er een uitstekende afdruk van maken. b

Op www.exped.com vind je al onze producten en demonstratie filmpjes. Meer informatie over verkooppunten: e info@jongejanstrading.nl of t +31(0)172-586280

28 tijdschrift voor fietsreizigers

tijdschrift voor fietsreizigers

29


Kan je het technische luik wat concreter omschrijven? “Wel, het komt hier op neer: mijn fiets is uitgerust met een motor die zich in het achterwiel bevindt. Via fotovoltaïsche zonnepanelen genereren we zonne-energie. De elektrische stroom wordt via een zonnelader opgeslagen in de batterij, de uiteindelijke voedingsbron van de motor. Het gehele concept zit verstopt in één enkele trailer. Er zijn wel beperkingen aan de techniek gesteld. Het totale vermogen van de accu’s mag niet boven de 1,1 kilowattuur komen, de maximaal toegestane kracht van de elektrische motor is gesteld op 4 kilowatt en de topsnelheid van de fiets mag niet hoger zijn dan 45 kilometer per uur.”

TEKST ANDRÉ RAMAULT BEELD RAF VAN HULLE

Trippen op de zon

Wat bezielt iemand die het recreatief fietsen hoog in het vaandel heeft staan om deel te nemen aan een internationale wedstrijd voor elektrische fietsen met zonnecellen? We spraken deelnemer Grégory Lewyllie en ontdekten dat The Sun Trip veel meer is dan alleen maar een wedstrijd.

Raf Van Hulle met de door hem ontwikkelde Solarwind-trailer Het leven is een aaneenschakeling van gebeurtenissen die je pad kruisen. Sommige laat je schouderophalend aan je voorbij gaan, andere trekken daarentegen om de een of andere reden je aandacht. Je verdiept je erin en voor je het weet, bepalen ze een stuk van je leven. Neem nu The Sun Trip, een internationale wedstrijd waarin 35 deelnemers het tegen elkaar opnemen. Elke deelnemer vertrekt met een fiets aangedreven door zonne-energie. Het vertrekpunt is het Franse Chambéry, de eindbestemming het zevenduizend kilometer verderop gelegen Astana, de hoofdstad van Kazachstan. Half juni staan drie Vlaamse vakantiefietsers aan de start: Dirk Huyghe, Grégory Lewyllie en Raf Van Hulle.

Wat moeten we ons voorstellen bij The Sun Trip? “The Sun Trip is de allereerste solar bike race in zijn soort, waarbij een internationaal gezelschap van 35 avonturiers het tegen elkaar opneemt. Iedere deelnemer kiest of ontwerpt zijn eigen e-bike en bepaalt zelf zijn route naar Astana. The Sun Trip mag dan wel een snelheidswedstrijd zijn, het is in de eerste plaats een ecologisch gebeuren. De race gaat verder dan een sportieve prestatie. Het pro-

30 tijdschrift voor fietsreizigers

ject wil mensen vooral bewust maken van de klimaatsverandering en de noodzaak om er daadwerkelijk iets aan te doen. Via technologisch vernuft wil de organisatie aantonen dat je zonder fossiele brandstoffen perfect grote afstanden kunt overbruggen. Je zou The Sun Trip nog het best kunnen vergelijken met een Parijs-Dakar voor elektrische fietsen op zonne-energie.”

Wie zit er achter de organisatie van The Sun Trip? “Het idee komt van de Fransman Florian Bailly die in 2010 op zijn fiets met zonne-energie tienduizend kilometer aflegde, van Frankrijk naar Japan. Eenmaal terug thuis droomde hij van een vervolg, maar nu met meer avonturiers en met meer media-aandacht. Twee jaar later krijgt zijn droom nu gestalte als The Sun Trip.” Hoe komt het dat jullie mogen deelnemen? “Wij werden geselecteerd op basis van een motivatiebrief die de beweegredenen peilt. Mijn fietservaring in Latijns-Amerika zal er ook voor iets tussen zitten. In 2009 fietste ik meer dan 33.000 kilometer door Midden- en Zuid-Amerika. Per slot van rekening wil de

Maximaal profiteren van de laagstaande zon organisator ook dat zoveel mogelijk deelnemers de eindstreep halen. Wilskracht en doorzettingsvermogen zijn onontbeerlijk om het gestelde doel te bereiken.” De 35 deelnemers starten op zaterdag 15 juni 2013 gezamenlijk bij het Institut National de l’Energie Solaire in Chambéry, een van Europa’s grootste onderzoekscentra op het gebied van zonneenergie. De eerste twee dagen fietsen ze samen door de Savoie, het hart van de Alpen. Voorbij de Italiaanse grens gaat een ieder zijn eigen weg, met één verplichte stop in de Russische badplaats Sotsji aan de Zwarte Zee. Wie het eerst aankomt in Astana is de winnaar. De deelnemers dienen zelfvoorzienend te zijn – ondersteuning door serviceteams is niet toegestaan. Het merendeel van de deelnemers zal waarschijnlijk in de loop van augustus in Astana aankomen. Wie daar het eerst aankomt, is niet automatisch de winnaar. Deelnemers die het reglement niet respecteren en bijvoorbeeld de batterij bijladen via het elektrisch stroomnetwerk, krijgen strafpunten. Er wordt ook een prijs gegeven aan de meest avontuurlijke deelnemer, de beste blogger, enzovoort. De route van de drie Vlaamse deelnemers loopt vanaf Italië verder door Slovenië, Kroatië, Bosnië en Herzegovina, Servië, Bulgarije, Turkije, Georgië, Rusland, Azerbeidzjan, Turkmenistan en Oezbekistan naar Kazachstan.

Verwacht je dat het een zware tocht wordt? “Zeker en vast. Als ik mensen ons nieuwe fietsproject toelicht, dan reageren ze steevast: “Ach, met een elektrische fiets zal dat wel meevallen.” Mensen vergelijken een fiets met elektrische ondersteuning ten onrechte met een Solex. De elektrische motor zorgt alleen voor een soort wind-in-de-rug-gevoel, de voortbeweging zelf blijft afhankelijk van de eigen spierkracht. Ook het gewicht dat we meezeulen wordt zwaar onderschat. De batterij die de elektrische motor aandrijft, wordt opgeladen door middel van zonnepanelen die gemonteerd zijn op een aanhangwagentje. Voor deze trailer maken wij gebruik van de Solarwind, een concept van deelnemer Raf Van Hulle. Samen met de bagage en de fiets bedraagt het gewicht al gauw ruim tachtig kilo. Daarnaast zullen sommige wegtrajecten ons zwaar op de proef stellen. Vooral op de tweeduizend kilometer over de steppe van Kazachstan zijn bevoorradingspunten zeer schaars en de hitte loopt er makkelijk op tot vijftig graden. Ik mag er niet aan denken dat de solartechniek mij precies daar in de steek laat.”

Is Kazachstan de eindbestemming van de wedstrijd? “Hoofdstad Astana is inderdaad onze eindbestemming. Alhoewel, na lang beraad heb ik besloten om er nog een vervolg aan te breien. Ik wil er een solar challenge adventure tour van maken. Na Kazachstan gaat mijn tocht verder via Mongolië en China. Mijn doel is om in totaal 40.075 kilometer te fietsen, wat overeenkomt met de omtrek van de aarde. Ik zou willen doorfietsen tot in Laos en dan via de andere kant van de aarde terugfietsen naar België. Ik wil dit allemaal doen in één jaar tijd. Omgerekend is dat gemiddeld 110 kilometer per dag.” Kunnen de thuisblijvers jouw avontuur en dat van de anderen volgen? “Zeer zeker. Ik en de andere twee vakantiefietsers hebben een eigen website die we onderweg zullen updaten. Onze fietsen zijn ook voorzien van een gps-systeem waarbij iedere geïnteresseerde op elk moment van de dag te weten kan komen waar wij ons bevinden. Onze fietsen worden voorgesteld op de Fiets en Wandelbeurs, 9 en 10 februari, in de RAI in Amsterdam en 16 en 17 februari in de Nekkerhal van Mechelen.” b

De Hase Bike van Grégory met achteraan het Solarwind-concept en vooraan een tweede zonnepaneel Meer weten? Kijk op www.thesuntrip.com. De drie Vlaamse avonturiers zijn op de voet te volgen via hun websites: www.bikeandtrek. com (Dirk Huyghe), www.solarbiketour.com (Grégory Lewyllie) en www.ridethesolarwind.be (Raf Van Hulle).

tijdschrift voor fietsreizigers

31


tip

TEKST en beeld MAARTEN SMIT

Roodkapje Heb je wel eens een film met een duikboot gezien en je afgevraagd waarom er vaak bij rood licht wordt gewerkt? Dat heeft te maken met de gewenning van onze ogen. Als je vanuit een rood verlichte ruimte het donker ingaat, wennen je ogen tien keer sneller aan de overgang dan bij wit licht – omgekeerd ook. Wel zo handig bij het kijken door een periscoop. Maar wanneer heb je daar als fietser iets aan? Nou, bijvoorbeeld ’s avonds in het donker, als je even snel wat moet zoeken met een lampje. Of als je voor de tent een boek leest en af en toe om je heen kijkt. Anders dan bij een wit verlichte bladzijde zie je bij rood licht veel meer als je opkijkt, omdat het om je heen relatief minder donker is. Sommige lampjes hebben daarom een roodfilter dat je voor de lens kunt zetten. Je kunt zoiets zelf maken van rode folie, verkrijgbaar in een goede papier- of boekenwinkel. Als je een gewone zaklamp hebt, knip je eerst een ruime cirkel uit, die je daarna vanuit het midden om de lens vouwt. De rand werk je af met tape. Voor een hoofdlampje maak je van iets steviger plastic een ovaal lensje waar je aan de randen twee gaatjes in boort. Haal hier een elastiekje doorheen waarmee je hem op het lampje klemt. Rode, doorzichtige medicijnpotjes zijn hier als materiaal uitstekend voor geschikt. Het is overigens niet aan te raden dit ook met je koplamp te doen. Het zou medeweggebruikers maar in verwarring brengen. Heb jij een tip voor Tip? Kijk dan snel op pagina 39!

de traphap Peru staat bekend om zijn vegetarische cafés, die een verscheidenheid aan schotels met carne de soja (sojavlees) serveren. Veel van deze sojaproducten kunnen in het hele land in supermarkten worden gevonden. Fietsen in Peru betekent dat je vaak dagenlang weg bent van de beschaving. Een pakje sojabrokjes van tweehonderd gram is dan zeer handig: het kan voor drie tot vier tweepersoons maaltijden worden gebruikt. Sojavlees is eiwitrijk en zeer vetarm, terwijl de structuur en smaak tegenwoordig enorm zijn verbeterd. Voor de beste smaak laat je de soja weken in bouillon of kook je het direct in een stoofpot. Zo nemen de brokken de rijke smaken van het gerecht op.

Tekst en beeld Sonya Spry www.tour.tk

Sweet chili soja Giet in een kleine kom het kokende water over de sojabrokken en het verkruimelde bouillonblokje. Wikkel de kom in een theedoek en laat de bouillon intrekken. Bak de ui, paprika en chilivlokken goudbruin en bak de knoflook een minuut mee. Voeg het citroensap toe en wacht tot het vocht is verdampt. Roer de suiker en tomatenpuree door het mengsel. Giet de overtollige bouillon af en bak het sojavlees drie à vier minuten mee. Als de saus te droog lijkt, voeg dan wat van de afgegoten bouillon toe. Voeg de verse koriander toe en serveer met quinoa of rijst en gesneden komkommer.

Voor twee personen

Sojavlees met sweet chili tomatensaus 2 handen vol sojabrokken, ½ bouillonblokje, 1 kop kokend water, 1 eetlepel olie, gesneden ui en paprika, chilivlokken, 2 teentjes fijngehakte knoflook, sap ½ citroen, 2 eetlepels suiker, 135 gram tomatenpuree, 1 handvol gehakte koriander, komkommer

tijdschrift voor fietsreizigers

33


TEKST FROUKE VAN OMMEREN BEELD maaike pfann

Voeding onderweg

‘Eerst aanvullen, dan pas je tent opzetten’

‘Om je lijf te herstellen, kan het heel goed zijn om een hap suiker te nemen’ Janneke Pieterson is sportdiëtiste en kok voor de wielerploeg Argos-Shimano. In 2012 reisde ze met de ploeg mee en verzorgde ze de maaltijden tijdens de Tour de France en de Ronde van Spanje. Vergeleken met een gezonde basisvoeding wordt het dieet van de wielrenners gekenmerkt door een hoog gehalte aan koolhydraten en eiwitten, en een iets lagere vetinname”, vertelt Janneke. “De mannen in de Tour hebben constant een enorme hartslag.”

Energie Voor alle inspanning heb je energie nodig. Die energie haal je uit koolhydraten en vetten. In welke mate koolhydraten en vetten worden verbrand, is onder andere afhankelijk van de mate van intensiteit van de inspanning, maar verschilt ook per persoon. Een langeafstandsfietser zal meestal meer gebruik maken van zijn vetverbranding dan een profwielrenner. Maar voor beide zijn koolhydraten een belangrijke bron voor energie. Je lichaam maakt gemakkelijker energie vrij uit koolhydraten dan uit vet. Wie niet veel beweegt kan de consumptie van zoetigheid als koekjes en snoep beter beperken, want alle suiker die je lichaam niet direct voor energie nodig heeft wordt opgeslagen als vetreserve voor later gebruik. Maar een fietser heeft voor het leveren van een inspanning juist suikers nodig. Suiker zit niet alleen in zoetigheid, koolhydraten worden door je lichaam ook omgezet in suiker. Je kunt onderscheid maken tussen snelle en langzame koolhydraten. Voedingsmiddelen die snel energie leveren zijn bijvoorbeeld pasta, witte rijst, couscous en wit brood, maar ook vruchtensappen, limonade, snoep, rozijntjes, honing en fruit. Hele granen, volkorenbrood, zilvervliesrijst, groenten, bonen en rauwkost leveren veel langzamer energie. Deze voedingsmiddelen bevatten behalve koolhydraten namelijk veel vezels, die door het lichaam moeilijker te verteren zijn. Daardoor komen de beschikbare koolhydraten veel geleidelijker vrij en zorgen ze voor een langdurige energietoevoer. Dit zorgt er ook voor dat het langer duurt voordat je weer honger krijgt. Een langeafstandsfietser heeft veel profijt van een geleidelijke energietoevoer.

Goede voeding helpt een fietser beter presteren en zorgt voor een sneller herstel. Een gezonde basisvoeding levert alle voedingsstoffen die het lichaam nodig heeft. Maar als je een grotere prestatie gaat leveren, kan je lichaam wel wat extra’s gebruiken. 34 tijdschrift voor fietsreizigers

Drinken Voor een goede prestatie en herstel is niet alleen de vaste voeding, maar ook drinken essentieel. Als je dorst krijgt ben je eigenlijk al te laat met drinken. Je lichaam geeft je met het dorstige gevoel een seintje dat er een vochttekort is ontstaan. Al bij een vochtverlies van twee procent van je lichaamsgewicht vermindert je coördinatie en concentratievermogen. Door een hogere lichaamswarmte raak je meer vocht kwijt via transpiratie en ademhaling. Daarom moet je meer drinken dan de aanbevolen twee liter per dag. De afvalstoffen die bij een snellere stofwisseling vrijkomen worden via je urine afgevoerd. Ook daarvoor is dus extra vocht nodig. Je houdt je vochtbalans op peil door vlak voor, tijdens en na het fietsen te drinken. Alle dranken tellen me. De hoeveelheid vocht die je nodig hebt, hangt onder meer af van het klimaat en de mate van inspanning. De richtlijn is een halve tot een hele liter per uur, in kleine beetjes van 150 tot 250 milliliter per kwartier.

Nutella Een groot voordeel van vetten is dat ze heel veel energie leveren. Een gram vet levert gemiddeld 37 kilojoule energie, terwijl een gram koolhydraten zeventien kilojoule energie levert. Een nadeel is dat je lichaam er veel langer over doet om energie vrij te maken uit vet dan uit koolhydraten. Ook heeft je lichaam meer zuurstof nodig voor de verbranding van vet. Renners die op een hele hoge intensiteit fietsen, hebben vooral behoefte aan snelle brandstof. Hun dieet bestaat dan ook uit heel veel koolhydraten en een laag vetgehalte. “Door iets minder vetten te eten, kan je meer koolhydraten eten. Meer vet in je maaltijd betekent dat je sneller verzadigt bent, dus eet je minder koolhydraten”, legt Janneke uit. Chocoladepasta is volgens Janneke een eeuwig punt van discussie tijdens de Tour. “Iedereen vindt Nutella lekker, maar het voegt voor de prestatie van de renners niet zo veel toe. Het bestaat met name uit veel vet en veel suiker. Ze kunnen beter een boterham met jam eten, want daar zit meer suiker en geen vet in.” Omdat fietsreizigers een langere inspanning op een lagere intensiteit leveren, zullen ze relatief meer vet verbranden dan renners. De grootste zorg van fietsreizigers is wellicht om tijdens een lange reis op gewicht te blijven. In rust en wanneer je op een lagere intensiteit fietst, zijn vetten namelijk de belangrijkste energiebron. Als er onvoldoende koolhydraten en vetten beschikbaar zijn, zal het n

tijdschrift voor fietsreizigers

35


‘Binnen twee uur na inspanning worden koolhydraten het snelst opgenomen‘ (advertorial)

lichaam overgaan op eiwitverbranding. Dit gaat gepaard met afbraak van de spieren. Aanvullen is dus essentieel. Janneke: “Als je merkt dat je afvalt en je vindt het moeilijk om ‘aan’ te eten, neem dan maar wat meer gezonde vetten zoals plantaardige oliën, noten of vis.”

Herstel Voor een goed herstel is het van belang dat je de energievoorraad na het fietsen zo snel mogelijk weer aanvult. Binnen twee uur na inspanning worden koolhydraten het snelst opgenomen. Gecombineerd met eiwit wordt de koolhydraatvoorraad zelfs nog sneller aangevuld. De renners krijgen van Janneke onderweg in de bus naar het hotel al een bakje met couscous- of pastasalade. “De wielerploeg komt om zes uur ‘s avonds aan. Dan staat er eten klaar en om negen uur gaan ze nog een keer eten.” Wereldfietsers en vakantiefietsers raad Janneke aan om voordat ze gaan koken al herstelvoedsel te eten in de vorm van snelle koolhydraten. “Eerst aanvullen, dan pas je tent opzetten. Daarna ga je een gezonde maaltijd eten. “Om je lijf te herstellen, kan het heel goed zijn om bij wijze van spreken een hap suiker te nemen. Een blikje cola kan heel goed zijn voor het op peil brengen van je energievoorraad, terwijl cola in het algemeen niet gezond is. De vraag die je op dat moment kunt stellen, is of je eet voor je gezondheid of om je energieniveau weer op peil te brengen. Yoghurtdrink tijdens of na het fietsen is ideaal, dan heb je gelijk de eiwitten en de suikers te pakken.” Behalve koolhydraten en vetten, zijn eiwitten dus een belangrijke bouwstof waar fietsers wel wat extra van kunnen gebruiken. Door te sporten vindt beschadiging van de spieren plaats. Je spieren herstellen sneller wanneer je voldoende eiwitten inneemt. Zuivelproducten, vlees, vis en eieren zijn rijk aan eiwit. Eiwitten zitten ook in volkoren graanproducten, (gedroogde) peulvruchten, noten en paddenstoelen. Via onze dagelijkse voeding krijgen we er meer dan genoeg van binnen. Alleen sporters en vegetariërs hebben meer eiwitten nodig.

36 tijdschrift voor fietsreizigers

Dat geldt misschien nog wel in sterkere mate voor fietsreizigers, aangezien zuivel- en vleesproducten onderweg niet altijd voorradig zijn. Plantaardige eiwitten zijn namelijk in de meeste gevallen minder waardevol dan dierlijke eiwitten vanwege het lagere gehalte aan aminozuren, de bouwstenen voor eiwit in lichaamscellen. Soja vormt de uitzondering: daarin zitten evenveel waardevolle eiwitten als in een stukje rundvlees. Janneke: “Voor de renners staat er eigenlijk altijd wel een stukje vlees of vis op het menu. Voor langeafstandsfietsers zijn peulvruchten zoals linzen misschien praktischer en ook heel gezond.” Door peulvruchten te combineren met granen krik je de waarde van het eiwit op. In granen zitten de aminozuren namelijk wel. Rijst en linzen zijn dus een goede combinatie. En wat dacht je van een bruine boterham met pindakaas? Janneke merkte tijdens de Tour en de Vuelta dat het soms moeilijk is om onderweg een gebalanceerde maaltijd voor de renners te bereiden. “Bij de wedstrijden waarbij ik niet als kok meereis, krijgen de renners veel te weinig groenten. Niet alles is in lokale winkels te krijgen. Het heeft ook geen zin om van tevoren een menu uit te denken. Het is altijd de vraag waar je terecht komt en dan moet je ter plekke maar kijken wat er in de winkel ligt.” b

IJzer en vitamine C Voldoende groenten en fruit vormen een belangrijke bron van vitaminen en mineralen. Ook bevatten ze een grote hoeveelheid vezels die goed zijn voor de stofwisseling. Van de meeste vitaminen en mineralen krijg je met een gezonde, evenwichtige voeding voldoende binnen. Onderweg verdienen vitamine C en ijzer extra aandacht. Vitamine C zorgt voor een goede weerstand, wondgenezing en opname van ijzer uit de voeding. Het is goed te weten dat de lichaamsvoorraden vitamine C snel worden verbruikt tijdens grote inspanningen. IJzer is nodig voor het zuurstoftransport in het bloed. Vitamine C haal je uit citrusfruit, bessen, bladgroenten, tomaten, aardappels en alle koolsoorten. IJzer zit vooral in vlees, volkorenproducten, peulvruchten en groenten.

Inspiratie en informatie

Waarheen op de Fiets en Wandelbeurs?

In totaal zijn in Amsterdam meer dan vierhonderd en in Mechelen 250 exposanten present die ‘alles’ aanbieden op het gebied van fietsen en wandelen. Van reisorganiasties en verkeersbureaus tot grote (fiets)winkels en importeurs. Het hoeft niet bij kijken te blijven: bij veel stands kun je de nieuwste fietsaccessoires en outdoorartikelen ook kopen.

De Fiets en Wandelbeurs is weer in aantocht. In de Amsterdam RAI en de Nekkerhal in Mechelen staan weer honderden exposanten en evenzoveel informanten paraat voor de fietsreiziger en wandelaar, doorgewinterd of niet.

Literair reiscafé

Helemaal nieuw is het literair reiscafé op de Amsterdamse beurs. Auteurs, columnisten en bloggers vertellen hier over hun mooiste of juist afgrijselijkste reiservaringen in alle uithoeken van de wereld. Frank van Rijn presenteert er bovendien zijn nieuwe boek, De dikke baobab, over zijn reis door Madagaskar.

Lezingen en workshops

Ongeveer zeventig reizigers, auteurs en avonturiers nemen je tijdens lezingen mee naar alle uithoeken van de wereld of vertellen over de ins and outs van kamperen, fietsen en onderhoud in de workshops. Frank van Rijn, de populairste wereldfietser van Nederland, is ook dit jaar present in Amsterdam, met een lezing over zijn belevenissen in Mongolië. In Mechelen vertelt hij over zijn reis op Madagaskar. Eric Schuyt vertelt in Amsterdam over zijn tocht door India op een fiets die hij daar voor drie tientjes kocht. Grégory Lewyllie en Dirk Huyghe verhalen in Mechelen over hun reizen door de Himilaya en Nepal, Bolivia, en Tadzjikistan en Kirgizië.

Informanten

In totaal adviseren zo’n vierhonderd fietsers en wandelaars op beide beurzen over materiaal en routes. In Mechelen bouwt De Vakantiefietser een minicamping, waar drie ervaren kampeerders je de fijne kneepjes van het fietskamperen bijbrengen. In Vlaanderen deelt een aantal ervaren fietsreizigers zijn ervaringen op het gebied van fietsreizen die langer duren dan een gewone vakantie. Verder zijn in Amsterdam

foto erik van den boom

Eten onderweg Koolhydraten worden in het bloed opgenomen in de vorm van glucose. Na het eten van koolhydraten wordt een gedeelte direct gebruikt voor energie. De rest wordt opgeslagen in de lever en de spieren. Dit is reserve-energie voor een inspanning. Deze voorraad levert je genoeg energie voor anderhalf uur inspanning. Het is daarom van belang om steeds om de anderhalf à twee uur je energievoorraad aan te vullen. Makkelijke tussendoortjes die snel voor energie zorgen zijn ontbijtkoek, wit brood, yoghurtdrink en al dan niet gedroogd fruit.

lezingzalen gereserveerd voor de vertoning van outdoorfilms en draaien op een speciaal ingericht deel van de beursvloer korte films over fietsen en wandelen.

Gps-toestellen

De populairste onderwerpen zijn op beide beurzen gebundeld in speciale themapaviljoens. Naast het gps-paviljoen zijn er ook paviljoens over onder andere fietsen met kinderen, pelgrimstochten en tandems. En natuurlijk kun je de tweewielers, driewielers en aanhangers van bekende en minder bekende merken zowel in Vlaanderen als Nederland uitproberen op een groot fietsparcours.

Themaland

Of het nu om de Himalaya, Zuid-Limburg, Duitsland of Zuid-Amerika gaat, vrijwel

elke bestemming komt op de beursvloeren aan bod. In Amsterdam is er bovendien veel aandacht voor Frankrijk, dit jaar het themaland. Franse regio’s en reisaanbieders presenteren hun arrangementen in een groot paviljoen, met aangrenzend een terras met Franse specialiteiten. Ervaren fietsers en wandelaars vertellen op de informatiemarkt enthousiast over hun ervaringen in la douce France, waar het aantal bewegwijzerde véloroutes elk jaar groeit. Op de beurs in Mechelen krijgt de Spaanse regio Catalonië extra aandacht, zowel culinair, muzikaal als informatief. b Fiets en Wandelbeurs: 9 en 10 februari in Amsterdam (RAI) en 16 en 17 februari in Mechelen (Nekkerhal). zie ook www.fietsenwandelbeurs.nl en www.fietsenwandelbeursvlaanderen.be.

tijdschrift voor fietsreizigers

37


uitgelezen Blauwe bergen en zilveren lepels Verhalen van een fietsreiziger Elli de Rijk Free Musketeers www.elliderijk.nl 188 bladzijden €15,95 Elli de Rijk komt met een bundel reisverhalen die een impressie geeft van haar fietsavonturen van de afgelopen 22 jaar. De verhalen, meestal voorzien van foto’s, spelen zich af in verschillende landen over de hele wereld. Samen met Henk, haar partner, beziet ze de wereld door de ogen van de kwetsbare fietsreiziger. De 25 verhalen geven een kijk op het leven van alledag in de landen die ze doorkruisen. Daarnaast beschrijft Elli de grillen van de natuur, die soms zeer extreem zijn. Want mooiweerfietsers zijn Elli en Henk zeker niet: extreme hitte, kou en regen komen in het boek ruimschoots aan bod. Zo ook in het verhaal over de Nullarbor Plain in het zuiden van Australië. Het stel fietst 1200 kilometer door de woestijn, waar geen plekje schaduw is te vinden. Van de honderden kangoeroes die ze zien, leeft er slechts één

centraal. Of het nu om eten, drinken, een lift of onderdak gaat, Elli en Henk verbazen zich telkens weer over de goedheid van de mens. Een mooi voorbeeld is hun fietstocht door Alaska. Ze zien de trek van de zalmen, waardoor het letterlijk ‘zwart van de vissen ziet’. Na een koude fietstocht en het opzetten van hun tent openen ze een blikje tonijn voor het avondeten. Een local ziet dit tafereel vol afschuw aan en niet lang daarna is dezelfde man bezig een kampvuur aan te leggen en ligt er verse vis voor Elli en Henk op de barbecue. Uitdagingen zijn aan Elli en Henk goed besteed. Zware klimmen en hoge bergpassen worden niet vermeden. Elli valt tijdens afdalingen diverse keren, waarna ze – al is het mopperend – weer opstaat en doorgaat. Maar ondanks zoveel moed zijn er ook angsten die overwonnen moeten worden. Zoals tunnelvrees, waarover ze in haar verhaal ‘Bielsa bibber’ vertelt. De Bielsatunnel leidt het duo van de Spaanse naar de Franse kant van de Pyreneeën. Na vergeefse pogingen om een lift te vinden, is hun enige optie om fietsend door de pikzwarte tunnel met een flink stijgingspercentage te gaan. Henk spreekt kalmerende woorden: ‘Ik blijf pal achter je, er kan niks gebeuren’. Maar voor Elli lijkt de drie kilometer lange tunnel wel driehónderd kilometer te duren. Als ze de tunnel weer uitkomt, slaakt Elli opgelucht een flinke oerkreet en kan ze weer bergen verzetten. Wat Elli’s verhalen het meest bijzonder maken, zijn de onderonsjes met de plaatselijke bevolking. Elli’s oog voor detail en aandacht voor kleine dingen maken haar vertellingen geloofwaardig. Doordat in haar boek zoveel

Of het nu om eten, drinken, een lift of onderdak gaat, Elli en Henk verbazen zich telkens weer over de goedheid van de mens – de andere zijn doodgereden door auto’s en vrachtwagens. En altijd is er weer de vraag: ‘Hebben we wel genoeg water?’ Vaak is er ook teveel water – regen die bij bakken uit de hemel valt en de wegen voor Elli en Henk onbegaanbaar maakt. Maar uiteindelijk is er onderweg altijd wel iemand die hulp biedt, een element dat in veel van de verhalen terugkomt. Gastvrijheid staat in Elli’s boek

38 tijdschrift voor fietsreizigers

verschillende landen aan bod komen, heb je het gevoel zelf even op wereldreis te zijn. Kortom, Blauwe bergen en zilveren lepels is een potpourri van mooie, persoonlijke reisverhalen. Deze bundel is volgens haar zeker niet het eindstation, maar geldt als vertrekpunt voor nog veel meer nieuwe avonturen. Dat belooft nog veel goeds. INGE JONGERMAN

Gezocht: vrijwillige redactieleden

Doorfietsen Reisimpressies, columns en interviews Marc Peeters Uitgeverij Boekenplan www.marcpeeters.nl 130 bladzijden € 14,95 ‘Ik ben blij dat dit boek met een mooie doorsnee van zijn oeuvre verschenen is’, schrijft Dirk Jan Roeleven in een lovend voorwoord over Marc Peeters’ nieuwste bundel. ‘Een boek dat mij zoveel deugd doet omdat het wars is van eigendunk en een grote variëteit aan onderwerpen en stijlen biedt. Heerlijk boek, nooit vervelend en met lekker veel Italiaans staal in de genen.’ Een voorwoord zwaait doorgaans met het wierookvat en volgens mij is dat hier terecht. Bijzonder is ook de creatieve promotionele aanpak van Marc. Op de boekpresentatie in Nijmegen overhandigde hij stadsgenoot Dries van Agt het eerste exemplaar en ontlokte hij de ex-premier daarbij de belofte van een gezamenlijk fietstochtje. Doorfietsen is het tweede boek van Peeters, na Ik fiets, dus ik ben uit 2007. Ook zijn eersteling werd in dit tijdschrift gerecenseerd. De recensent rondde toen, in 2008, fraai af: ‘Gefeliciteerd met dit mooie kunstwerk!’ Daarna was het dus uitzien naar dit tweede boek van Marc, dat de neerslag is van een brede variëteit aan reisindrukken en beschouwingen tijdens zijn fietstochten door Europa. Daarnaast bevat het boek een aantal columns en diepgravende interviews met mensen die enig raakvlak hebben met het fietsen. Veel van deze verhalen en interviews verschenen al eerder, onder meer in dit tijdschrift. Woordkunstenaar Marc brengt als aanloop voor de rest van het boek een heerlijke beschouwing over de dualiteit van het schrijven en het fietsen, die voor hem ‘een eeneiige tweeling’ is. ‘Waarom schrijft de fietser of waarom fietst de schrijver? [...] De chronische trapbeweging leidt tot een contemplatieve trance die ik nodig heb om tot oorspronkelijke ideeën te komen.’ En aan oorspronkelijke ideeën is er geen gebrek bij Marc. Zijn boek is doorspekt met hoogst persoonlijke aantekeningen, niet zelden met een filosofische insteek. Hij is een fietsreizende genieter die met verwondering

en grote nieuwsgierigheid de omgeving verkent. Hij geeft weer wat hij met alle zintuigen waarneemt. Geen reisgidsachtige verslagen dus, die van punt A naar punt B voeren. Van alle bijdragen heb ik het meest genoten van het veertien pagina’s lange verhaal Echo’s uit het verleden. Het is de afsluiter van het boek, waarin Marc switcht tussen wielerlegende Francesco Moser en diens neef Moreno Moser, een beloftevolle, jonge neoprof. Marcs fascinatie voor wielerhelden dateert al van de tijd toen hij als knaap op de radio de tourexploten van zijn jeugdidool Lucien van Impe volgde.

Marc is een fietsreizende genieter die met verwondering en grote nieuwsgierigheid de omgeving verkent De jonge neef met de mosergenen won in 2012 de Trofeo Laigueglia, een van de eerste koersen van het Italiaans wegseizoen. Hij liet er gevestigde namen zoals Ivan Basso en Enrico Gasparotto achter zich. Op een breedsprakige en plastische manier brengt reporter Peeters verslag uit van de zinderende koersfinale. De lezer wordt helemaal in de sferen van de legendarische radioreporters uit het televisieloze verleden gebracht. Zoals dat bij thrillers hoort, voert ook dit verhaal naar een adembenemende climax. Marc brengt hier een subliem staaltje inlevingsvermogen die ieder televisiebeeld compleet overbodig maakt. Kortom, Marc Peeters lijkt nog lang niet uitgeschreven. Het is uitkijken naar zijn derde boek.

De redactie van De Wereldfietser/De Vakantiefietser is op zoek naar schrijftalent! We zijn op zoek naar fietsers die het leuk vinden om artikelen te schrijven en over enige schrijfervaring beschikken. Je krijgt bij ons de gelegenheid om schrijfervaring op te doen en je schrijfvaardigheid verder te ontwikkelen. We zoeken zowel vaste als externe redacteuren. Als vaste redacteur woon je de vergaderingen bij, denk je mee over onderwerpen voor de komende nummers en schrijf je regelmatig bijdragen voor het tijdschrift. Externe redacteuren verzorgen af en toe een bijdrage aan de hand van een zelfgekozen- of door de redactie aangedragen onderwerp. Onze redactie bestaat uit enthousiaste fietsreizigers. We vinden een goede sfeer en een prettige samenwerking heel belangrijk en we hebben de kwaliteit van het tijdschrift hoog in het vaandel staan. In ons tijdschrift worden ingezonden reisverhalen van lezers gepubliceerd. Rubrieken als de test, op kleine schaal, fietsers onderweg, het interview en dummies, worden door de redactie geschreven. We vergaderen vier keer per jaar op het kantoor van de uitgever in Diemen. Het tijdschrift is een gezamenlijke uitgave van verenigingen De Wereldfietser in Nederland en De Vakantiefietser in Vlaanderen. Het werk van de redactieleden is onbezoldigd. Reis- en andere onkosten worden door de verenigingen vergoed. Hou je van fietsen en lijkt het je leuk om daarover te schrijven? Dan willen we graag kennis met je maken! Stuur een mail met je contactgegevens en eventueel wat voorbeeldwerk naar: redactie@tijdschriftwereldfietser.nl of redactie@vakantiefietser.be.

Wie heeft er een tip voor Tip? Ongetwijfeld leven er onder de lezers van dit blad heel wat creatieve ideeën voor handigheidjes die het leven van een fietsreiziger een stuk aangenamer maken. Tijd dus om de lezers aan het woord te laten met de volgende oproep: wie heeft er een goede tip voor Tip? Voordat je naar je computer rent om al je ideeën te spuien: zo makkelijk gaat dat niet! Want een goed idee maakt nog geen goede Tip. Lees daarom eerst de volgende richtlijnen. Een Tip moet: • zijn uit te leggen in 250 woorden en één foto • door de meeste lezers technisch makkelijk uit te voeren zijn • iets zijn waar bijna alle lezers iets aan hebben Denk aan de volgende uitgangspunten om de inspiratie op gang te krijgen: • multifunctionaliteit: gebruik dingen waarvoor ze eigenlijk niet bedoeld zijn • recycling: materialen hergebruiken in plaats van weggooien • doe-het-zelf: eenvoudig iets maken wat in de winkel veel duurder is Of denk aan handige weetjes voor onderweg op het gebied van: • kleding en kampeerspullen • materiaalonderhoud en bagagevervoer • elektronica, navigatie en fotografie • gezondheid en veiligheid

Tips kunnen het hele jaar worden gestuurd naar redactie@tijdschriftwereldfietser.nl of redactie@vakantiefietser.be. De beste ideeën worden in de komende nummers geplaatst. Wil je kans maken op een plekje in het volgende nummer, stuur je tip dan voor 11 februari in. De redactie kijkt met veel belangstelling uit naar jullie creatieve oplossingen!

André ramault

­tijdschrift voor fietsreizigers 39


Fietsvakantiewinkel

• Alle fietsgidsen en -kaarten • Fietsvakantieuitrusting • Kampeeruitrusting

De Vakantiefietser •

f i e t s e n

TEKST EN BEELD FOKKO DAM

Bezoek onze nieuwe webshop!

De specialist voor je fietsvakantie u i t r u s t i n g

het moment

r e i z e n

De Rohloff-spe cialis

t

Westerstraat 216 • Amsterdam • tel (020) 616 4091 • info@vakantiefietser.nl

www.vakantiefietser.nl

webshop.fietsvakantiewinkel.nl

Fietsreizen voor en door genieters MIDDEN AMERIKA cuba costa rica

AFRIKA

madagascar kenia-tanzania zuid-afrika

AZIË

nepal I india sri lanka I turkije bali I borneo vietnam I thailand cambodia I myanmar laos I multi landen

MIDDEN OOSTEN jordanië

Begeleide fietsreizen op verre Bestemmingen volgwagen + goede westerse huurfietsen + kleinschalige hotels + rustige wegen zowel individueel als in groep + spontaan contact met lokale bevolking

VRAAG NU UW GRATIS

OG CATALO UWE IE N E VIA ONZ WEBSITE 2013

cuba I costa rica > MIDDEN-AMERIKA madagascar I kenia-tanzania I zuid-afrika > AFRIKA nepal I india I sri lanka I turkije I bali I borneo I vietnam I thailand I cambodia I myanmar I laos I multi landen > AZIË jordanië > MIDDEN-OOSTEN

www.flyandbike.be FLY and BiKE travel I Kollekasteelstraat 5 9030 Mariakerke - Gent T +32 9 226 23 54 I F +32 3 760 00 01 info@flyandbike.be I Licentie 6169

40 tijdschrift voor fietsreizigers

www.kliek.be 13-2658

Geopend van dinsdag tot en met zaterdag

Croppies We fietsen Avebury uit, een leuk Engels dorpje met de meer dan manshoge stenen die in drie cirkels rond het dorpje staan. Het is een magisch plek, net zoiets als het wereldberoemde Stonehenge, dat een kilometer of dertig verderop ligt. Vlakbij Avebury fietsen we langs Silbury Hill, een kunstmatige kalksteenheuvel uit de prehistorie waarvan de functie nog steeds onduidelijk is. Het wordt wat later op de dag en na een paar lekkere klimmen, zouden we wel graag een camping willen vinden. De gps geeft aan dat het nog wel een stuk fietsen is naar de volgende camping. Alhoewel, plotseling ontdekken we iets op de gps. Het is wat onduidelijk, maar na dat bruggetje zou er iets moeten zijn. Daar achter de houtzagerij? We gaan maar eens kijken. We komen op een weggetje dat ons naar een jaagpad leidt en we zien een grote pub, met daarachter een soort festivaltent en andere kleurige tenten opdoemen. Aan een flowerpowervrouwtje vragen we of dit soms een camping is. “Of course, the most famous one in the World!”, antwoordt ze enthousiast. We zoeken een plek tegen het dijkje achter het jaagpad en kijken rond. We zien vreemde, afgetrapte kampeerbusjes, veel honden en tenten met afbeeldingen van hemellichamen – alles met een hoog hippiegehalte. We besluiten in de pub poolshoogte te nemen. Net als de camping wordt ook The Barge Inn de beroemdste pub in het universum genoemd. Het is bovendien crop circle pub of the year en daarvan is niets gelogen! Het is erg gezellig binnen en we zien allerlei wandschilderingen van graancirkels en Stonehenge. Er hangt bovendien een landkaart met daarop recentelijk ontdekte graancirkels. We vragen of er op dit moment ook graancrikels zijn. “Oh yes!” Aan

de andere kant van het kanaal ligt er een en in de andere weilanden nog een paar. We blijken midden tussen de graancirkels te zitten. Er zijn hier de afgelopen maanden vijftig gevonden. Of we er in moeten geloven? Volgens de kenners in de pub wel. De meeste aanwezige croppies komen hier bijna elk jaar. Dit hadden we niet verwacht toen we op zoek waren naar een camping, maar we vinden het zeer intrigerend. De maaltijd in de pub smaakt bovendien hemels, net als het zelfgebrouwen bier. We kunnen kiezen tussen een Croppie en een Area 51. Nadat de hemel de volgende ochtend zijn poorten opent, houden we ons schuil in de pub. ‘s Middags klaart het echter op en en lopen we in een waterig zonnetje de weilanden in. Hemelsbreed een meter of honderd van de tent stappen we meteen een graancirkel binnen. Gefascineerd kijken we om ons heen. Hoe zit het eigenlijk met de buitenaardse wezens die verantwoordelijk zouden zijn voor de graancirkels? Aliens zijn nergens te bekennen. In de verte zien we alleen een groot wit paard op een heuvel. Op de heuvel is het gras in de vorm van een paard weggesneden, zodat de witte kalksteen eronder zichtbaar is. In hogere sferen keren we terug in de pub. Vanavond speelt er ook nog een bandje. Wederom laten we ons lekker verwennen met een goede maaltijd en een Croppie. b Het Moment is een bijzondere ­ontmoeting, een bizarre reiservaring, een duizelingwekkende cultuurschok... Het Moment kan werkelijk van alles zijn. Stuur jouw Moment naar: redactie@tijdschriftwereldfietser.nl of redactie@vakantiefietser.be. Maximaal 500 woorden, graag met foto.

tijdschrift voor fietsreizigers

41


verenigingsnieuws

Vakantie- en wereldfietsers willen hun grenzen verleggen. Ze willen nieuwe gebieden verkennen, genieten van rust en ruimte en in contact komen met de plaatselijke bevolking. En of je nu een lange of korte tijd gaat, ver of dichtbij, reizen op de fiets is een prettige manier om dit te doen. De verenigingen De Wereldfietser in Nederland en De Vakantiefietser in België ondersteunen hun leden bij hun fietsreizen. Het doel is fietsers met elkaar in contact te brengen en informatie uit te wisselen. Naast het ge­zamenlijk uitgegeven tijdschrift met voor elke vereniging een cover met de eigen naam en verder dezelfde inhoud, organiseren de verenigingen ­kampeerweekends, trektochten, informatiebijeenkomsten over speciale onder-

Kamperen met gratis nachtwaker

werpen en fietsreparatiecursussen voor hun leden. Op de websites van beide verenigingen

Helmut Riemenschneider

Frans Heylen

Nico Ceunen

Andy Lambrechts

Theo Van Der Burght

ac

tivi

activ

teiten

iteiten

fietsb urs e

tsbe fie

wi

ki

fiet

urs

sbeurs

ingmeester pe

André Janssens

Dirk Huyghe

Grégory Lewyllie

n

Hans Metz

Paul Porcelijn

int

ite ite

ac

Robertjan Kuijten

erne

t

aris

cret

pe

se

tter

orzi

vo

Bestuur Wereldfietser

nningmeeste

r

Marc Knapen

nn

vo

on

orz

itter

Bestuur Vakantiefietser

Op de 134 Natuurkampeerterreinen kampeert u in de mooiste natuurgebieden vlak bij de bekende LF-routes. Fietsers zijn bijzonder welkom! Met de Natuurkampeerkaart in Het Groene Boekje heeft u toegang tot alle terreinen in deze gids. Het Groene Boekje 2013 is voor  14,95 verkrijgbaar in de ANWB-winkels, op alle Natuurkampeerterreinen en via www.natuurkampeerterreinen.nl. Download ook de gratis Kamperen app voor iPhone en Android in de app store!

dervoorzitter

vind je databanken met veel informatie en forums waar levendige ­discussies plaatsvinden.

tiv

Jim van den Berg

Bas Evers

n Dit tijdschrift is het gezamenlijke verenigingsblad van vereniging De Wereldfietser in Nederland en vereniging De Vakantiefietser in Vlaanderen n Alle leden krijgen dit blad vier keer per jaar toegestuurd n Lidmaatschap kost 17 euro per jaar voor Vlaamse en 22 euro per jaar voor Nederlandse leden n Een los nummer kost 5 4,95 n IN NEDERLAND loopt het lidmaatschap per kalenderjaar. Word je in de loop van het jaar lid, dan worden de eerder dat jaar verschenen nummers van het tijdschrift nagezonden. Vul het aanmeldings­formulier in op www.wereldfietser.nl of stuur een mailtje naar: leden@wereldfietser.nl (ook voor adreswijzigingen) n IN BELGIË word je lid na storting van 17 euro op rekeningnummer 230-0175902-61 van De Vakantiefietser,

Het Groene Boekje 2013 Kamperen midden in de natuur

Broekstraat 66, 2480 Dessel. Je lidmaatschap loopt per jaar vanaf het moment van aanmelding. Adreswijzigingen meld je op: secretariaat@vakantiefietser.be n een advertentie plaatsen? Neem dan contact op met Theo Jorna of Harry Wagenaar, tel: 0031(0)20 368 15 46 of mail: ­tijdschrift@wereldfietser.nl

NAT-SPXX Adv Wereldfietser 2013 188X115_v1.indd 1

42 tijdschrift voor fietsreizigers

08-01-13 13:09

tijdschrift voor fietsreizigers

43


verenigingsnieuws

tekst Paul Porcelijn

tekst en beeld Ronald van der perk

nieuwtjes

Ledenpas Bij dit tijdschrift ontvang je als lid van De Wereldfietser iets nieuws: een ledenpas. Momenteel wordt er hard gewerkt aan het regelen van fietsgerelateerde kortingen op vertoon van deze ledenpas. Heb je tips voor de uitbreiding van ons kortingenpakket? Stuur dan een mailtje naar bestuur@wereldfietser.nl. De Wereldfietser en Europafietsers Afgelopen jaar kenden we voor het eerst het financieel aantrekkelijke combi-lidmaatschap voor De Wereldfietser en Europafietsers. In 2013 is het aantal combileden gestegen van ongeveer honderd naar rond de zevenhonderd. De gezamenlijke ledenactie is dus uiterst succesvol verlopen. Bij deze heten we alle nieuwe leden van harte welkom! Beide verenigingen hebben volkomen gescheiden administraties, die tussentijds niet zijn te synchroniseren. Nieuwe aanmeldingen voor het combi-lidmaatschap zijn daarom pas aan het eind van dit jaar weer mogelijk, bij de contributiebetaling voor 2014.

44 tijdschrift voor fietsreizigers

Rond het kampvuur Wereldfietsbeurs 2013 Naast de aanwezigheid van onze vereniging op de Fietsvakantiemarkt van Vittorio, de Vakantiebeurs en de Fiets- en Wandelbeurs, hebben we natuurlijk onze eigen beurs. Op zondag 24 maart vindt wederom de Wereldfietsbeurs plaats, opnieuw vlakbij het treinstation Naarden-Bussum. Die datum is niet zomaar gekozen. Wie het boekenweekgeschenk kan tonen, kan op 24 maart gratis met de NS reizen. Op onze eigen beurs draait niet alles om toeristische informatie, fietstechniek of kampeermiddelen. Centraal staat het contact met oude en nieuwe fietsreizigers, die hier ervaringen uitwisselen en inspiratie opdoen voor nieuwe avonturen. Doorgewinterde cracks en bedeesde beginners treffen elkaar in een gemoedelijke mix. Noteer de datum en sleep aarzelende buren, vrienden of familie mee. Ook niet-leden zijn op onze Wereldfietsbeurs van harte welkom!

In het laatste weekeind van september vond weer het traditionele Najaarsweekeind plaats. De belangrijkste ingrediënten: lekker najaarsweer, mooie fietstochten en natuurlijk het kampvuur.

in fotografie en gezondheid op reis. We proberen deze leemte dit jaar in te vullen. Verder zal er weer een mooi aanbod met boeiende lezingen over verre bestemmingen zijn. Een aantal presentaties werd afgelopen jaar zo druk bezocht dat een van de zalen te klein was. Gelukkig waren enige leden zo goed om dezelfde presentatie twee keer te verzorgen.

Centraal staat het contact met oude en nieuwe fietsreizigers, die hier ervaringen uitwisselen en inspiratie opdoen voor nieuwe avonturen Wat kun je verwachten op de komende beurs? Nu (december) zijn we nog druk doende om presentatoren en bedrijven aan te schrijven. Veel kunnen we daar dus nog niet over kwijt, maar in grote lijnen zal het programma van de workshops weinig afwijken van vorig jaar. Gebruik van gps en energievoorziening op de fiets blijven immens populair, evenals fietstechniek. Daarbij zal weer veel aandacht worden besteed aan de beginnende wereldfietsers, maar ook de gevorderde fietsers zullen zeker aan hun trekken komen. We hebben het als gemis ervaren dat er op de afgelopen beurs geen workshops waren

Dit jaar zullen we diverse populaire onderwerpen verplaatsen naar de grote zaal. En de presentaties zullen vroeger beginnen: de eerste al om kwart over tien ‘s ochtends. Er zullen altijd wel wat punten ter verbetering blijven. Zo waren de presentatoren van de workshop fietstechniek en fietsreparatie vorig jaar na de beurs bijna hun stem kwijt omdat ze moeilijk boven het gedruis in de grote hal konden uitkomen. Dit jaar kiezen we hiervoor natuurlijk een rustiger ruimte. Houd onze website, www.wereldfietser.nl, goed in de gaten voor het programma. Het zal ongetwijfeld weer een gezellige en informatieve beurs worden! b

Na een voortvarende start komen we voorbij Oosterhout in de wildernis terecht. We twijfelen even, maar de vreemde paadjes die we door de gps worden opgestuurd, blijken gewoon de route te zijn. Ook het weer blijft kloppen, al moet er wat wind aan te pas komen om de donkere wolken die bij Oudenbosch boven de route hangen weg te blazen. Op camping De Wildert vinden we snel een plekje. De Bossche bollen, gekocht tegenover station Den Bosch, komen ongeschonden uit de verpakking. De tachtig kilometer fietsen hebben ze overleefd. ‘s Avonds na het eten en de snel invallende duisternis wordt al snel het kampvuur aangestoken. Wat volgt is een gezellige avond vol fietsverhalen en andere – sterke – verhalen. Zaterdagochtend vertrekken er verschillende groepjes. De 75 kilometer-groep maakt een valse start door te vertrekken voordat iedereen present is. Een lekke band zorgt er toch voor dat er toch nog een groepje van een man of twaalf wordt gevormd. Prima zo! Rond lunchtijd rijden we langs iets dat op een dierentuin lijkt. Er staat een lekker zonnetje en we besluiten hier te pauzeren. Lunch met uitzicht op lama’s en zebra’s, je maakt wat mee als wereldfietser. In Galder besluiten we af te wijken van de uitgestippelde route. In plaats van de knooppuntenroute over een asfaltweg kiezen we de

route langs de Mark. Wel iets langer, maar het slingerende fietspad langs het riviertje lonkt. We krijgen er geen spijt van. Een prachtig stukje natuur ten zuiden van Breda glijdt onder onze wielen door. De route leidt ons naar het Mastbos. Hoe mooi ook, het Mastbos ligt duidelijk bij een grote stad en is duidelijk drukker dan de route tot nu toe. Na verloop van tijd zijn de paden slechts breed genoeg voor één fiets. Noodgedwongen rijden we achter elkaar, als een treintje. Menig tegenligger zal last van ons hebben gehad op deze smalle paden. Bijna gaat het mis als een oudere vrouw meer dan nodig voor onze groep uitwijkt en met een trapper achter een boomstronk naast het pad blijft haken. Ze valt bijna, maar gelukkig loopt het goed af. Terug op de camping gaat het kampvuur weer vroeg aan en Inge is inmiddels gearriveerd met de beloofde knakworsten. Zo krijgt het kampvuur toch een extra dimensie. Stokken om de worsten aan te prikken zijn er genoeg en al gauw staat iedereen rond het vuur om zijn hotdog op te warmen. Een gedenkwaardige avond ter afsluiting van de zomer! Zondag is het een prachtige zonnige dag. Alle extra kleding tegen de kou kan in de tassen blijven. We rijden een ‘tien kleine negertjes’route langs een serie stations. Vanwege het mooie weer stapt niemand in Oudenbosch al op de trein naar huis. Uiteindelijk rijdt iedereen mee naar Willemstad, een prachtig vestingstadje waar we als grote groep neerstrijken op een terras. Nog één keer genieten we van het zomerse gevoel. b

tijdschrift voor fietsreizigers

45


verenigingsnieuws

TEKST ANDRÉ RAMAULT BEELD ann berthier

nieuwtjes

Fietsherstelcursussen Ook in 2013 helpen fietsdokter Mario en zijn team je de meest voorkomende problemen aan te pakken. De cursussen vinden op zaterdagen plaats, van 9.30 tot17.00 uur. Er is plaats voor slechts zeven tot acht deelnemers per cursus. Data: 2, 16 (vol) en 30 maart; 13 en 27 april; 4 en 25 mei; 22 juni en 6 juli Waar: De Fietsdokter, kerkelei 75, 2970 Schilde. Kosten abonnees 20 euro, nietabonnees 30 euro. Cursisten die abonnee worden betalen 37 euro (20 euro + 17 euro abonnementskosten). Schrijf het passende bedrag over op: bE62 2300 1759 0261 van De vakantiefietser, Dessel. vergeet niet de cursusdatum van uw keuze te vermelden! inschrijven: met het websiteformulier op www.vakantiefietser.be/activiteiten, mail: fietsherstelcursussen@vakantiefietser.be, of bel met 014 377 734.

waaronder kamperen en koken, fietsen met kinderen, fietsbepakking, fietsvervoer, fotograferen en wegwijs met de gps.

Fotowedstrijd Net als vorig jaar organiseert De Vakantiefietser op de beurs een fotowedstrijd. De winnaars ontvangen waardevolle prijzen, waaronder kwaliteitsvolle fietstassen en waardebonnen voor sportartikelen. Ook beursbezoekers die stemmen op de winnende foto’s ontvangen mooie prijzen. Alles over deelname aan de fotowedstrijd lees je op: www.vakantiefietser.be/nieuws/ fotowedstrijd-fiets-en-wandelbeursmechelen-2013 Korting Leden van De Vakantiefietser ontvangen korting op de inkom. Kijk voor meer informatie over de beurs op de website van De Vakantiefietser en op www.fietsenwandelbeursvlaanderen.be.

Activiteiten 2013 Fietskampeerweekends: 19-21 april: Sint-Katelijne-Waver. Samenkomst op camping Domein Roosendael. 9-12 mei: Hemelvaarttocht Eifel. Vertrek vanuit Eupen. 31 mei-2 juni: Ieper 6-8 september: Ronse Buitenlandtochten 7-16 juni: Berlijn Maximaal dertig deelnemers. Overnachting in Duitse jeugdherbergen. Meer info via: groepstochtberlijn@vakantiefietser.be 10-18 augustus: Franse luberon Met beklimming van de fameuze Montventoux. Meer info via: kampeerweekluberon@vakantiefietser.be Meer info op www.vakantiefietser.be/activiteiten b

Vernieuwen abonnementl Loopt je abonnement ten einde? als je geen nummer van het tijdschrift wilt missen, stel het vernieuwen van het abonnement dan niet uit. Schrijf 17 euro over op de rekening bE62 2300 1759 0261 van De vakantiefietser, Dessel. Fiets en Wandelbeurs Vlaanderen De Vakantiefietser is op 16 en 17 februari prominent aanwezig op de Fiets en Wandelbeurs in Mechelen. Op een fietseiland van duizend vierkante meter delen bijna zestig ervaren fietsreizigers door middel van laptop, kaartmateriaal en enthousiaste verhalen hun reiservaringen over verre en minder verre bestemmingen. Daarnaast worden een tiental workshops gegeven,

46 tijdschrift voor fietsreizigers

Groepsreis Franse kust 2011

TEKST ANDRÉ RAMAULT

TEKST ROGER CUYPERS BEELD KRISTOF DE GROOF

Fietsen door de wielergeschiedenis

Happy Haloween

Fietskampeerweekend Ronse (7-9 september)

Herfstweekend Zoersel (19-21 oktober)

Ook dit jaar trokken we weer naar de kampeerweide van jeugdherberg De Fiertel in Ronse. Deze prachtige locatie in de Vlaamse Ardennen lijkt een vaste kampeerplek van De Vakantiefietser te worden.

Met 55 deelnemende vakantiefietsers was het in jeugdherberg Het Gagelhof een blij weerzien. Theo onthaalde ons op halloweensoep, een heksenbrouwsel van pompoen en spinnekopjes. De fikse nachtwandeling in het pikdonkere Zoerselbos riep herinneringen op aan een nachtdropping bij de scouts, heel lang geleden.

Zaterdag, fietsdag. De meeste van de dertig deelnemers opteren voor de rit van ruim honderd kilometer in ‘Le Pays des Collines’. De Molenberg, Oude Kwaremont, Hotondberg, Koppenberg, Taaienberg, een hele reeks kuitenbijters uit de Ronde van Vlaanderen vormt de uitdaging. De mindere klimtalenten fietsen de knooppuntenroute van 75 kilometer. Voor de middagpicknick komen beide groepen samen in het cafetaria van het Centrum Ronde van Vlaanderen in Oudenaarde. Het uithangbord van dit mooie wielermuseum is tweevoudig ex-wereldkampioen Freddy Maertens. Terug op de camping onthalen Grégory en Dirk ons met een ruim aanbod ambachtelijke bieren op een Vlaams aperitief. Na het avondmaal in de jeugdherberg krijgt fotograaf en fietsavonturier Koen Degroote onze aandacht. Met zijn lezing ‘Kasseien en bergen in de koers’ neemt hij ons mee naar de ‘Hel van het Noorden’, ParisRoubaix, en schetst anekdotes over merkwaardige tourritten. Met zijn historisch fotomateriaal brengt hij niet de triomferende tourwinnaars, maar de echte dwangarbeiders van de weg, van vroeger en nu, in beeld. Zondag is het monumentendag in Vlaanderen. Tijdens de geleide wandeling leren we Ronse kennen als een stad met een rijke geschiedenis. Ronse is voor de meesten een openbaring, maar van al dat wandelen, kijken en luisteren krijg je dorst. We sluiten dit geslaagde weekend passend af op een caféterras en geven elkaar rendez-vous voor het herfstweekend in Zoersel. b

Herfstweekend Zoersel

Natuurlijk wordt er zaterdag gefietst: twee groepen fietsten ieder een andere lus van een achtvormige route van negentig kilometer. Zo lukte het routebouwer Roland om iedereen terug in de jeugdherberg te krijgen voor de middagpicknick. Het is lenteweer en we genieten van een fraai stukje groene Kempen, maar ook van de trappist uit de nabije abdij van Westmalle. ’s Avonds tovert de jeugdherberg veel lekkers op tafel. Het unieke aan De Gagelhof is dat ze wordt gerund door vrijwilligers en dat merk je aan hun gedrevenheid. Het eerste deel van het avondprogramma vult Annie met haar fel gesmaakte powerpointpresentatie van een fietstocht naar Rome met drie andere vakantiefietsers. Dat de jeugd kan omgaan met technologie bewijst Kristof met zijn flitsende reportage over de kampeerweek van De Vakantiefietser in het Franse Katharenland. Door de hitte en het pittige klimwerk was het een loodzware week, maar ook een week van grote verbondenheid tussen de 23 deelnemers. Kristof brengt het op een ludieke en vaak hilarische wijze in beeld. Tevens kondigt Kristof zijn nakend vertrek aan om twee jaar over de wereld te gaan fietsen. Dit wordt uiteraard passend gevierd met hapjes en drankjes. Bij pot en pint wordt nog lang nagenoten van deze prachtige dag. Zondagmorgen fietst de hele groep naar Museum Lindepaviljoen in Zoersel. Blikvanger is de eeuwenoude, negen meter hoge lindenboom. De boom stond in de weg en na het vellen beitelden lokale kunstenaars historische dorpsfiguren in de stam. Op een boeiende manier brengt de gids ze weer tot leven. Vervolgens trekken we naar bezoekerscentrum Zoerselbos. De museumbeheerder onderhoudt ons over de strijd die hij met andere natuurliefhebbers voert om het bos te vrijwaren van verkaveling. Tegenover het centrum bevindt zich het ‘boshuisje’ waar Hendrik Conscience zijn verfimde roman De loteling schreef. Samen met nog opvallend veel enthousiastelingen sluiten we het geslaagde weekend af in de nabije afspanning In de Wandeling. De volgende keer zijn Marijs en ik er zeker weer bij! b

tijdschrift voor fietsreizigers

47


verenigingsnieuws

fietsers onderweg tekst Harry Wagenaar en André Ramault

Chris De Backer stuurde ons in okto-

ber een kaartje uit Oost-Europa. Zijn fietstocht in 2012 ging door Polen, Oekraïne, Moldavië en Transnistrië, een piepklein vazalstaatje van Rusland. Onvergetelijk noemt hij zijn bezoek aan Tsjernobyl en een vroegere Russische raketlanceerbasis. www.biketracks.be

Nico Ceunen rondde eind september zijn Australische avontuur af. In de Kimberley, de laatste wildernis van Australië, waadde hij vermetel door rivieren vol krokodillen. Fietsen door de onherbergzame Grote Zandwoestijn betekent drieduizend kilometer lang de enige weg volgen en bij het Ningaloo Reef beleeft hij evenveel snorkelplezier als bij het gerenommeerde Great Barrier Reef. www.nicoceunen.blogspot.com

met behulp van een lijstje Chinese karakters vormen ze praktische vragen en ook de waarschuwing ‘ik versta je niet’. Ook het point itboekje met afbeeldingen helpt en met foto’s op de tablet breken ze het ijs. De Chinese overheid blokkeerde WordPress, waardoor de weblog van Bianca en Dirk onbereikbaar is. Na ruim een maand China en tweeduizend kilometer verder steken ze de grens met Vietnam over. Het verdere programma: de Ha longbaai, Hanoi, Lào Cai en Sapa. http://dirkenbianca.wordpress.com

Bart Vanden Hautte

Pas terug uit Scandinavië vliegen Bianca Foets en Dirk Van Hulle meteen naar Kunming in het zuidwesten van China. Ze fietsen er tussen rijstveldjes, theeplantages en maïsakkertjes, waar nog met os of buffel wordt geploegd. Het verschil met de stad is gigantisch. Veel wegen zijn onverhard en overnachtingsmogelijkheden zijn schaars. De taalbarrière maakt inventief:

48 tijdschrift voor fietsreizigers

schrapt Pakistan en India van zijn reisroute en kiest voor China als opstap naar Zuidoost-Azië. In het gezelschap van een Nederlander en een Brit gaat het in Kirgizië over ruige bergpassen en bereiken ze in oktober de Chinese grens. Bart trekt alleen verder door de Chinese provincie Sinkiang. Dit is het vroegere Oost-Turkestan, het land van de islamitische Oeigoeren dat China in 1949 inpalmde. De stad Kashgar was een belangrijke halte op de vroegere zijderoute. China stimuleert de invasie naar hier van miljoenen Han-Chinezen. Bart fietst alleen door de Gobiwoestijn en ander onherbergzaam gebied richting het ‘echte’ China. Hij redt zich aardig met gebarentaal en eet keurig met stokjes. In november, met de winter voor de deur, is

zijn tocht op het Tibetaans Hoogland een episch avontuur met alle ingrediënten: woede, angst, frustratie, geluk en blijdschap. Boven vierduizend meter is het ijzig koud en krijgt Bart gevoelloze tenen door bevriezing, een weefselbeschadiging die zich doorgaans na enkele maanden herstelt. Na de ontberingen gunt hij zichzelf een week verwennerij in de megastad Chengdu en verlengt een laatste keer zijn Chinese visum. http://eurasiaon2wheels.weebly.com Ook Claire en Tim bereiken vanuit Kirgizië de noordwestelijke Chinese provincie Sinkiang. China is een andere wereld: geen lemen huizen maar appartementenblokken, verkeersdrukte, geruisloze elektrische scooters en zijdezacht wc-papier. De cultuur van de Oeigoeren dreigt plaats te maken voor Chinese moderniteit. Toch hangt hier nog de sfeer van de zijderoute, met de handelswaar die op straat te koop is. Met de trein gaat het door de Taklamakanen de Gobiwoestijn, en na 48 uur sporen komen ze nabij de Chinese Muur in het echte China. De jeugdherberg van de miljoenenstad Ximing bevindt zich op de zestiende verdieping van een flatgebouw. De 250 kilometer lange afdaling van 3850 meter naar zeshonderd meter hoogte betekent tevens afscheid nemen van de jaks en de nomaden. De nabijheid van Hongkong zorgde voor een bevolkingsexplosie, waarvan de megastad Guangzhou met 25 miljoen inwoners een exponent is. Een van de 70.000 fabrieken met 300.000 werknemers produceert de iPhones van Apple. Eind november, na drie maanden China, is Hongkong het keerpunt. Vietnam, de volgende bestemming, ligt op de terugweg. http://opnaarhongkong.weebly.com

kansing. De beklimming van de Paso de Agua Negra draagt hij straks aan haar op. Bezoek het forum op www.wereldfietser.nl

In oktober vlogen Guus Bruheim en Maria Groen naar Bangkok en vervolgens naar Rangoon in Myanmar. Het fietsvervoer verliep niet vlekkeloos. Met het smalspoor gaat het verder naar Mandalay, een rit van zestien uur oncomfortabel gestuiter. www.oostersesferen.nl

Shane Little is weer thuis! En dat terwijl hij van plan was nooit meer terug te komen. Een jaar lang trok hij kriskras door zuidelijk Afrika. Eigenlijk wilde hij al eerder het bijltje erbij neergooien, maar uiteindelijk is hij toch erg blij nog even te zijn doorgefietst. De laatste twee weken in Kenia fietste hij ten gevolge van het regenseizoen over bijna onbegaanbare wegen. In zijn laatste herinneringen aan Afrika ziet hij zichzelf, van top tot teen bedekt met zand en modder, daardoor als een gelukkig varken in de stront. www.shanecycles.com/africa Twitter: @ShaneCycles

avonturen. Maar ook op internet is Tieme te volgen. In zijn laatste bericht schrijft hij: ‘Het is eng te bedenken hoe hardnekkig vooroordelen zijn en maar al te vaak zie ik het onderweg bij de mensen die ik ontmoet. Ik ben nog in geen land geweest waar ze me niet waarschuwden voor hun buren. Het begon al in Duitsland, waar ze vreesden dat ik Tsjechië niet heelhuids zou verlaten. Daar dachten ze hetzelfde over Slowakije, en in Slowakije vonden ze Hongarije maar al te spannend. Het laat zien hoe angstig ons wereldbeeld is en hoe snel we een land, meestal ten onrechte, onveilig noemen. ‘Inmiddels is Tieme aangekomen in Iran. Jawel, in de zogenaamde ‘as van het kwaad’. Hoe het hem daar vergaat lees je op www.tiemehermans.nl

Ente Groot en Marcel en Ingrid van Delft ‘wonen Tamara Korving vanuit Zuid-Afrika in de wereld’ en daar is niets te veel mee

Begin november zijn

vertrokken voor een tocht van vijf maanden. Waar de reis hen heenvoert weten ze nog niet precies. Ze denken aan Ethiopië als einddoel, maar het zou zomaar ook heel anders kunnen lopen. Met dit in het achterhoofd kozen ze Hakuna Matata als naam voor hun reisblog. Vrij vertaald uit het Swahili betekent dit don’t worry be happy, iets wat ze tijdens de tocht zoveel mogelijk nastreven. http://hakunamatata.reislogger.nl

Lars de Wit is een eeuwige optimist en het gelukkigst als hij onderweg is. Dat blijkt weer eens overduidelijk uit zijn berichten op het forum van De Wereldfietser. Zijn nieuwste uitdaging is Zuid-Amerika. En dat ondanks dat hij het continent al twee keer eerder bezocht. De laatste keer moest hij zijn reis helaas vroegtijdig afbreken vanwege zijn zieke moeder. Nu gaat hij in de her-

gezegd als je al anderhalf jaar onderweg bent en voorlopig nog niet van plan bent terug te komen. Helaas verloopt niet alles altijd even soepel. In Kankan, de tweede stad in Guinee worden ze ziek en laten ze zich in het ziekenhuis onderzoeken. Na vijftien minuten is de test weliswaar gelukt, maar de uitslag is minder geslaagd. ‘We zijn beiden in het gelukkige bezit van malaria’, schrijven ze. ‘Wauw dat is toch echte liefde! Samen reizen, samen op de fiets en samen malaria krijgen.’ www.dewegvanhetverlangen.nl Twitter: @IngMar_Ontour

Drie maanden geleden vertrok Tieme Hermans richting Indonesië. Een tocht die ruim 30.000 kilometer lang zal zijn. In het KRO-programma Hemelbestormers op Radio 2 doet hij regelmatig verslag van zijn

‘Kip als ontbijt, lunch of avondeten, kip gebakken, gefrituurd of in de soep, een achtste, een kwart, een halve of een hele kip, de keuze is reuze! Maar na twee maanden kip word je vrijwillig vegetariër en ben je blij de Argentijnse grens gehaald te hebben. Daar eten ze koeien!’ Patrick

Hoekstra en Janneke Paalhaar

posten dit culinaire bericht vanuit Chili. Niet alleen kip en koeien stonden er tot nog toe op het menu, ook nog iets met ogen en nageltjes. Nieuwsgierig? Lees alle avonturen op www.mooiopreis.nl

tijdschrift voor fietsreizigers

49


naast de ketting ook voor o.a. - kabels - pedalen - vering - frame - lagers “Spoelt niet van de ketting” “Plakt niet” Meer testimonials, informatie en verkooppunten via www.boeshield.nl

De deur Iedere woning heeft een deur. Elke dag weer fietsen we langs vele onbekende deuren, vanuit Italië over de Balkan naar Istanboel. Zes weken lang vragen mijn huisgenote Rianne en ik ons elke dag weer af wat er toch achter die deuren gebeurt. Wie wonen er? Misschien staat er wel een oude vrouw te koken, of is ze kleren aan het verstellen terwijl ze denkt aan het huwelijksfeest van haar dochter. We filosoferen wat af. Elke dag weer kloppen we aan het begin van de avond op zo’n onbekende deur, om het toneelstukje op te voeren dat er meestal toe leidt dat we onze tent in de tuin mogen opzetten en we even binnen mogen douchen. Meestal spreken we in gebarentaal, maar op een goede avond zelfs een beetje Engels, Duits, Frans, of iets wat erop lijkt. Op een érg goede avond staat er achter zo’n deur een lekkere fles wijn te wachten op een

interessante discussie tussen fietsers en niet-fietsers. Maar elke dag weer is het spannend. Wat gebeurt er achter die onbekende deur en wat zou er gebeuren als we erop kloppen? De laatste dagen van onze fietsvakantie verandert dat gevoel. We durven het eigenlijk niet aan elkaar toe te geven, maar we verlangen ernaar om straks onze eigen voordeur in Wageningen weer te zien. Om niet te kloppen, maar gewoon de sleutel in het slot te steken. Oh ja, de sleutel, in welke fietstas zou die zitten? We mijmeren over wat we achter onze deur zullen aantreffen. De hangbank met een appelsapvlekje op een van de kussens, een lievelingstheekopje met een barst in het oor, de schaduw op de muur net naast de kast die wordt veroorzaakt door de straatlantaren die door de gordijnen schijnt. Bijna thuis!

de volgende keer Bezoek onze voorjaarsbeurs, het laatste weekend van maart, kijk voor meer informatie op:

• Thema: de fietsreiziger en de grote boze stad • De muzikale speurtocht van zangeres Lotte Bovi in India • Tadzjikistan en Kirgizië, gastvrijheid in het kwadraat • De weg van het verlangen – hoe Ingrid en Marcel

Al een week na aankomst verdwijnt dat gelukzalige gevoel bij het zien van onze deur. Elke dag lijkt wel hetzelfde – zonder verassingen. Niets is spannend of onbekend. Zonder zelfs maar naar de deur te kijken draaien we de sleutel om. We zijn moe van een dag werken. Bam, we slaan de deur achter ons dicht, gooien de tas op tafel en ploffen neer op de bank. Het is moeilijk wennen aan de dagelijkse sleur. En die vieze appelsapvlek zit ook nog steeds in dat kussen, wanneer gaan we daar nou eens wat aan doen? Het is wennen om weer thuis te zijn. De keuzes die we de hele dag moeten maken zijn maar lastig. Het is veel makkelijker om onderweg te zijn en alleen aan eten, de route en slapen te hoeven denken. Wat zouden we graag weer de vrijheid hebben om op onbekende deuren te kloppen. Gelukkig zijn we niet de enigen. We spreken af met een andere fietser. Ook hij heeft zijn voordeur kortgeleden weer teruggevonden. Hij nodigt ons uit om foto’s van zijn fietsvakanties te komen kijken. We ontmoeten elkaar halverwege en fietsen gezamenlijk langs vele Nederlandse deuren. Er beweegt een gordijn. Wie zou er naar buiten spieken? We realiseren ons dat er ook in Nederland nog een hoop te ontdekken en te fantaseren is. Vijf minuten voor we bij zijn huis zijn, begint hij harder te fietsen. Bijna thuis! We kijken elkaar even glimlachend aan. Eigenlijk is het best fijn om geen toneelstukjes te hoeven opvoeren en geen tent op te hoeven zetten. Bovendien zijn we vanavond van een warme douche verzekerd! De vrouw van onze collega-fietser staat op de uitkijk en doet de deur voor ons open. We hoeven niet eens te kloppen. b

huis en haard verkochten om op reis te gaan Het volgende nummer verschijnt op 5 april 2013 50 tijdschrift voor fietsreizigers

tijdschrift voor fietsreizigers

51

onderwerpen onder voorbehoud

SMEERT & BESCHERMT

TEKST EN BEELD ANNETTE BOERLAGE

foto Gregory Lewyllie

Ontwikkeld door Boeing Aviation Laboratories Aerospace technologie voor je fietsketting!

de terugkomst

verenigingsnieuws


LOVE NATURE

love performance

Men’s Taguna Softshell Jacket

Aqua Back

Het VAUDE milieulabel Green Shape staat voor Green Performance, dat zowel functioneel als duurzaam is. Geproduceerd wordt uitsluitend volgens de strengste ecologische criteria. 1% van deze inkomsten gaat direct naar de natuurprojecten van WWF. Wij zijn zuinig op de natuur omdat wij van de natuur houden. vaude.com


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.