September 2017, RLN

Page 1

raadsledennieuws

nummer 0, maand 2013

jaargang 16 ■ september 2017

• En nu verder, interview met staatraad Jan Franssen

• Open data en verkiezingen:

4

een verrassende uitslag

7

4

• Is voorscheiding van afval

achterhaald? 9

interview

Valt wel mee! Die combinatie werk/privé Huri Sahin, Statenlid provincie Zuid-Holland Raadsleden besteden veel tijd aan het raadswerk, gemiddeld 15,9 uur. Dat blijkt uit het onderzoek van de Raad voor het openbaar bestuur (april 2016). Tijdens de Zomerraad, een driedaagse cursus voor raadsleden, sprak Huri Sahin raadsleden over hoe zij het raadswerk combineren met hun andere activiteiten én hun privéleven. Zo maakte ze kennis met onder andere Robin van Ulzen.

Het raadslidmaatschap is een nevenfunctie en in het belang van een diverse samenstelling in de gemeenteraden is het goed dat het raadslidmaatschap ook toegankelijk blijft voor bijvoorbeeld ondernemers, jongeren en mensen die zorgtaken hebben. Ik was benieuwd

naar hun tips voor toekomstige raadsleden. Robin van Ulzen is 23 jaar en gemeenteraadslid voor de VVD in Meppel. Hij heeft verschillende bestuurlijke functies, een baan, en is hij ook nog student. Sinds zijn zestiende is hij al politiek actief (16 jaar).

Je bent sinds 2014 gemeenteraadslid voor de VVD in Meppel. Waarom heb je gekozen voor de lokale politiek? “In mijn middelbareschooltijd was ik al erg in politiek geïnteresseerd. De ouders van een goede vriend van mij waren politiek actief voor de VVD en vroegen mij in 2010 of ik wilde helpen met campagnevoeren. Toen was ik besmet met het politieke virus en bleef ik vier jaar hangen in de schaduwfractie. In 2014 heb ik mij verkiesbaar gesteld, en werd ik na de verkiezingen duo-raadslid. Dit heb ik drie jaar gedaan. Het commissiewerk heeft mij goed voorbereid op het raadslidmaat-

Een begripvolle werkgever kan veel verschil maken schap. Sinds september 2016 ben ik gemeenteraadslid, doordat een fractielid van onze partij helaas is gestopt vanwege de drukte. Ik ben er als het ware ingerold.”

Hoeveel tijd besteed jij wekelijks gemiddeld aan het raadswerk? “Dit kan erg variëren. Maar tussen de vijftien en twintig uren per week is een reële hoeveelheid. Tevens ben ik fractiesecretaris en maak ik de agenda’s en notulen voor de fractie. Hier gaat ook wel wat tijd in zitten. Dit zijn dan de actieve uren. Wanneer je iemand in de supermarkt spreekt of een ondernemer in de stad, valt dat eigenlijk ook onder het raadswerk. Maar zo voelt dat absoluut niet!”

Robin van Ulzen werd al jong met het politieke virus besmet.


raadsledennieuws

nummer 4, september 2017

r e DA C t i O n e e L

Versus Anno 2017 is van economie versus milieu geen sprake meer. Op een enkel bedrijf na weten de meeste donders goed dat maatschappelijk verantwoord ondernemen er inmiddels gewoon bijhoort. Ongeacht dus wat Donald Trump zegt rond het Klimaatakkoord. Maar ook ongeacht het nog te vaak achterhaalde geluid uit de hoek van de milieubeweging en hun politieke kompanen. Dit jaar precies 100 jaar geleden kregen ook vrouwen passief kiesrecht. Maar: mogen we dit wel vieren? Het is immers niet langer man versus vrouw met alle nieuwe genderneutrale regels. RaadsledenNieuws laat de gelegenheid toch niet aan zich voorbij gaan en zet de schijnwerpers op het initiatief ‘vrouwen kiezen’. Voor de balans in dit nummer ook een inkijkje in het leven van een raadslid (m). Het denken in ketens van gegevens belooft meer dan de strijd die de laatste jaren woedt van meer versus minder (open) data. En met uitgebreide versus kort en bondige verkiezingsprogramma’s weet één van onze vaste bloggers wel raad. In de column deze keer aandacht voor als raadsleden alles willen weten versus vertrouwen op expertise. In ‘En nu verder! vraagt de Raad van State aandacht voor de diverse problemen rond interbestuurlijke verhoudingen met de substantiële decentralisatie van bevoegdheden in het sociale en fysieke domein. Een mond vol. Beter beschouwd stelt men dat het niet gaat om voorstanders versus tegenstanders van decentralisatie of wat er wel of niet allemaal verkeerd is gegaan. Wel ziet men de noodzaak van een ouderwetse herijking van taken, rollen en bevoegdheden. Welke tegenstellingen er ook zijn of hoe sommigen zich ook (willen) profileren: uiteindelijk komt alles samen in de uitvoering van het beleid. En wat inwoners en ondernemers hiervan merken. En als iedereen daadwerkelijk wordt betrokken, zoals bedoeld met de Omgevingswet, dan worden ideologische tegenstellingen uiteindelijk ook minder relevant. Minder relevant dan de praktische bezwaren van inwoner versus inwoner, inwoner versus ondernemer en ondernemer versus ondernemer. En dat levert ongetwijfeld levendiger raadsdebatten op dan de nu vaak procedurele, juridische en financiële gespreksrondjes. En daarmee zou zomaar een vernieuwing van het politieke spel en een nieuw democratisch elan kunnen ontstaan!

Arno Janssen, raadslid gemeente Papendrecht en Drechtsteden a.janssen@p-a-b.nl

2

tiPS VOOr KAnDiDAAtS-rAADSLeDen • Breng structuur in je week: reserveer sommige dagdelen alleen voor je privéleven, werk, politiek of andere activiteiten. • Ze ook eens ‘nee’ tegen uitnodigingen. Kijk vooral of de betreffende uitnodiging ook je eigen portefeuille betreft. • Kijk of je ook iets minder kan werken of bespreek in ieder geval met je werkgever dat je soms tijdens een werkdag ook ruimte kan hebben voor een telefoontje of mail voor de gemeenteraad. • Focus je op wat je energie geeft in de politiek!

naast je raadslidmaatschap studeer je rechten in Groningen, werk je als verkoopadviseur bij t-Mobile en ben je maatschappelijk actief bij de Leo Club Meppel. Hoe combineer je deze verschillende functies met het gewone raadswerk? “Door structuur aan te brengen op bepaalde tijdstippen, kan ik andere momenten weer zo vrij als een vogel zijn. Zondagavond maak ik altijd de frac-

Wat geeft je energie binnen de (lokale) politiek? Ik geniet altijd heel erg van het contact met alle mensen. Met leden van een buurtvereniging, collega-raadsleden of bewoners in de straat. Het geeft mij energie om deze contacten en ervaringen te kunnen vertalen naar de lokale politiek en daarmee daadwerkelijk de stad weer wat mooier te maken. Dat geeft een enorme energieboost.”

Contact met mensen vertalen naar lokale politiek geeft een enorme energieboost tieagenda en bereid ik mij voor op de fractievergadering van maandag. De hele woensdagavond en donderdagmiddag heb ik gereserveerd voor de raad. Hierdoor kan ik altijd op vrijdag werken bij T-Mobile en heb ik op zaterdag de vrijheid om met mijn vrienden een biertje op het terras te gaan drinken. Laatst liep een vergadering erg uit, waardoor ik onverhoopt vrij moest nemen van mijn werk. Gelukkig werd daar niet moeilijk over gedaan. Wat dat betreft kan een werkgever die begrip heeft voor het raadslidmaatschap veel verschil maken. Aan mijn studie rechten gaat de meeste tijd in de week op. De roosters kan ik zelf kiezen, en ik kies er dan altijd voor dat dit van maandag tot donderdagmiddag is. Mijn geluk is dat ik grotendeels zelf kan inplannen wanneer ik moet studeren, of een college moet volgen. Tot slot moet ik wel concluderen dat het allemaal te combineren valt omdat het niet om negen uur begint of om vijf uur eindigt. Het kan soms ’s avonds erg laat worden, maar gelukkig ben ik een avondmens!”

toekomstige raadsleden schrikken soms van de tijd die het kost om een goed raadslid te zijn. Wat zijn jouw tips voor de kandidaat-raadsleden? “Allereerst sta er voor open. Ja, het gaat je tijd kosten. En soms ook veel tijd. Je moet bereid zijn om deze tijd erin te steken naar mijn mening. Daarnaast is het belangrijk om structuur aan te brengen. Van andere leden in mijn fractie weet ik dat zij een dag minder zijn gaan werken. Behoort dit misschien tot de mogelijkheden? Zou het erg zijn als u op uw werk even een paar minuten wordt gebeld voor de raad? Kijk eens kritisch naar de eigen flexibiliteit, want dat vraagt het raadswerk soms. Maar zeg ook eens ‘nee!’ Niet elke opening van een lokale speeltuin of ingebruikname van een nieuw fietspad hoeft u bij te wonen. Wat is uw portefeuille, en wat zijn de activiteiten die daarbij passen? Maak ook daarin keuzes.” ■

h.sahin@statenzh.nl


RAADSLEDENNIEUWS

NUMMER 4, SEPTEMBER 2017

UIT DE MEDIA

DE RAAD AAN HET WERK

Onzin Eric Leltz, was fractievoorzitter in Ede De gemeenteraadsverkiezingen komen er aan. En dan is het ook weer tijd voor verkiezingsprogramma’s. Hoeveel energie daar niet in wordt gestoken!

Allereerst komt een select groepje trouwe partijleden onder de verzamelnaam ‘commissie verkiezingsprogramma’ lange avonden bijeen. En vervolgens mogen in de Algemene Leden Vergadering (ALV) de overige leden ook nog hun zegje doen. En dan gaat het over een plusje meer of minder. Bladzijde voor bladzijde wordt het programma doorgespit en dan zijn er ook nog amendementen en moties die in stemming moeten worden gebracht. Daar gaat de vergadertijd van de ALV tot ruim na de pauze in zitten. Geen wonder dat actief lidmaatschap van een politieke partij iets voor de diehards is geworden.

Kort en bondig Wat overblijft van het oorspronkelijk idee van het verkiezingsprogramma is een flauw afgietsel van wat de ‘commissie verkiezingsprogramma’ heeft gebrouwen. Natuurlijk zijn de komma van lid A en de bijzin van lid B keurig opgenomen in het programma.

Projectmanager Kirsten van Rijen, gemeente Arnhem, over het plan de Sint Jansbeek weer naar boven te halen. (Trouw 17 augustus)

“30 augustus ga ik van

buren’ en kijk hoe doorgewinterde politici dat doen. Neem de VVD-fractie van Provinciale Staten in Zuid-Holland als voorbeeld. Voor hen hoeft er niets over de opwarming van de aarde in het programma te staan. Het is allemaal onzin en een complot van bedrijven om subsidies binnen te harken. De mens speelt geen enkele actieve rol in die opwarming. Niet opnemen in het programma dus! Dat scheelt weer ruimte en maakt besturen ontegenzeggelijk een stuk eenvoudiger. Een uitdaging minder maar ook een

Stop met die onzin van verkiezingsprogramma tot op de vierkante millimeter Maar oh, wat sneu voor alle moeite: vrijwel niemand leest die gepolderde zinnen. Ja, wellicht een fanatieke lijsttrekker van een andere partij om in een debat in het wijkcentrum een andere lijsttrekker te confronteren met punt 7a van bladzijde 77 van zijn eigen verkiezingsprogramma. Dan kunnen we lachen om de fractievoorzitter die zijn eigen verkiezingsprogramma niet tot in detail kent. Stop met die onzin van verkiezingsprogramma tot op de vierkante millimeter. Schrijf gewoon kort en bondig op wat je de afgelopen vier jaar hebt gedaan, wat je de komende vier jaar gaat doen en waarvan je dat gaat betalen.

Gluren bij de buren En is het lastig om het programma kort en bondig te houden en om los te komen van het geneuzel? Ga dan ‘gluren bij de

“We willen weer water in de binnenstad. Het zorgt voor meer kwaliteit, regenwater kan makkelijker worden afgevoerd en in tijden van extreme hitte biedt zo’n beekje ook koelte.”

probleem minder. Zo doen de mastodonten dat. Of neem mevrouw Schreijer-Pierik, Europarlementariër namens het CDA. Transparantie? Wat een onzin. Mevrouw kan toch echt zelf het beste bepalen hoe ze de onkostenvergoeding van 4300 euro per maand verantwoordt. Daar heeft ze geen bonnetjes voor nodig. Dat is ook zo’n gedoe. Weg ermee. Laat veel meer over aan de mensen zelf. Dat scheelt weer de paragraaf ‘Transparantie en verantwoording’ in het verkiezingsprogramma. En zo schrijf je dus een kort en bondig verkiezingsprogramma. Of is dit allemaal ■ onzin? (deze tekst is eerder geplaatst als blog op www.raadsledennieuws.nl)

Twitter en Facebook af. Ik ben blij dat ik daarvan verlost ben.” Vertrekkende burgemeester Cees van der Knaap van Ede werd niet altijd vrolijk van de reacties op zijn berichten op sociale media. (Omroep Ede, 14 augustus)

“Als Balkenende en consorten hier kunnen wonen, kan hij het ook. Het is gewoon een kriebelig gebeuren op deze manier.” VVD-fractievoorzitter Nico van Veen is het zat dat burgemeester Peter Oskam van Cappelle a/d IJssel na twee jaar nog altijd niet in de gemeente woont. (AD, 15 augustus)

“Je denkt toch: Mooi, Jopie neemt z’n netwerk mee en al die mensen gaan op Jopie stemmen. Terwijl Jopie tot in z’n nek in de drugshandel zit.” Burgemeester Schuiling van Den Helder begrijpt de verleiding van politieke partijen om te kiezen voor een lange kandidatenlijst met bekende namen, maar hij ziet liever een korte lijst met mensen die je kunt vertrouwen. (Noordhollands Dagblad 5 augustus)

eric.leltz@hu.nl 3


raadsledennieuws

nummer 4, september 2017

I n s t r u m e n t e n va n d e r a a d

‘En nu verder!’ Wim Voeten, raadsgriffier gemeente Etten-Leur De vierde beschouwing van de Afdeling advisering van de Raad van State richt zich op de substantiële decentralisatie van bevoegdheden in het sociale en fysieke domein. RaadsledenNieuws sprak de verantwoordelijk rapporteur voor de beschouwing, staatsraad Jan Franssen geeft een toelichting.

De Afdeling advisering van de Raad van State heeft in het najaar van 2016 een vierde periodieke beschouwing uitgebracht over de interbestuurlijke verhoudingen in Nederland. Sinds de totstandkoming van de zogenoemde Code Interbestuurlijke Verhoudingen in 2004 vragen de regering, het Interprovinciaal Overleg en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten aan de Raad van State periodiek een beschouwing op te stellen. De dit najaar uitgebrachte, vierde, periodieke beschouwing richt zich op de substantiële decentralisatie van bevoegdheden in het sociale en fysieke domein.

Ingrijpende herschikking In de beschouwing stelt de Afdeling advisering vast dat in de afgelopen periode tussen Rijk, provincies en gemeenten een ingrijpende herschikking van verantwoordelijkheden en bevoegdheden heeft plaatsgevonden. In het sociale domein heeft de decentralisatie haar beslag gekregen, in het fysieke domein is die nog gaande. De nagestreefde veranderin-

“Het is duidelijk dat decentrale overheden zich primair belasten met de ‘hoe vraag’ en het Rijk met de ‘wat vraag’.” 4

gen zijn dermate ingrijpend dat zij tijd nodig hebben om verwezenlijkt te kunnen worden. De dringende behoefte aan voortgezette aandacht en nadere maatregelen op deze terreinen vormen voor de Afdeling advisering de achtergrond voor het motto van de beschouwing, ‘En nu verder!’

wen. De nieuwe interbestuurlijke verhoudingen zijn niet idealiter te omschrijven.” Wel kan ik een duiding geven van de belangrijkste kenmerken daarvan: • Wederzijds respect en gelijkwaardigheid; • Erkennen dat overheden ruimte hebben om tot eigen inzichten te komen; • Zelfbeheersing door op het juiste moment te zeggen wat je te zeggen hebt. Op nationaal niveau moeten doelen en te bereiken resultaten worden geformuleerd, en vervolgens moet ruimte aan gemeenten worden

Erken dat overheden ruimte hebben om tot eigen inzichten te komen In de beschouwing wordt het volgende gesteld: ‘Doordat aan het begrip medebewind als het ware een nieuwe dimensie wordt toegevoegd, moeten ook de interbestuurlijke verhoudingen opnieuw worden doordacht en ingevuld.’ Kunt u deze ‘nieuwe dimensie’ toelichten? Franssen: “Tot nu toe lag de nadruk op uitvoering van in Den Haag vastgestelde regels. Bij de decentralisaties in het sociaal en het fysiek domein moeten gemeenten de uitvoering niet alleen zelf ter hand nemen, maar hebben ze veel meer wettelijke ruimte gekregen daar eigen opvattingen in neer te leggen. Dit impliceert de mogelijkheid van verschillende keuzes door de gemeenten. Medebewind werd in het verleden vooral verticaal ingevuld. Maar met de decentralisatie zijn twee overheden betrokken, Rijk en gemeenten, met elk een eigen ruimte en de vrijheid om invulling te geven aan deze eigen ruimte.” Het zijn nu meer dan voorheen overheden die op voet van gelijkheid met elkaar werken, ziet Franssen. “Daardoor komt de nadruk te liggen op houding en cultuur ten opzichte van elkaar, in plaats van de regels die tegen het licht moeten worden gehouden. Hierin heeft ‘Den Haag’ nog veel te leren omdat het niet gewend is op voet van gelijkheid met medeoverheden om te gaan. ‘Den Haag’ presenteerde zich in veel regels, veel willen controleren en weinig vertrou-

gelaten in de uitvoering. Het is niet de bedoeling je te bemoeien met zaken waar je niet over gaat; • Duidelijk en vooraf herkenbaar opereren.”

In de beschouwing wordt gepleit voor een heldere taakverdeling tussen de bestuurslagen. Voor de Rijksoverheid schrijft de Raad van State de taken uitgebreid op, terwijl over de taken van de gemeenten veel minder wordt vermeld. Kunt u dit toelichten? Franssen: “We hebben, uitgaande van de stelselverantwoordelijkheid van het Rijk, de taken van het Rijk duidelijk beschreven in de beschouwing. Wanneer je dit niet doet, is de kans aanwezig dat het Rijk meer naar zich toetrekt dan waartoe het wettelijk gehouden is. De doelstelling van de wet is duidelijk. Het is duidelijk dat decentrale overheden zich primair belasten met de ‘hoe-vraag’ en het Rijk met de ‘wat-vraag’. Vervolgens moet je de taakverdeling helder maken. In de interbestuurlijke verhoudingen beschrijf je hoe je met elkaar om moet gaan.” De decentralisatie in het sociaal domein kun je op twee manieren bekijken, vertelt Franssen. Vanuit financieel oogpunt of vanuit de ontwikkelingen in de samenleving. De overheid kwam tot het inzicht dat een grote mate van financiering van de zorg door de overheid op termijn niet houdbaar was. Maar bij de


raadsledennieuws

nummer 4, september 2017

decentralisatie in het sociaal domein is niet alleen het financiële argument gebruikt. Er is ook vanwege principiële redenen gezegd dat de burger zelf verantwoordelijk is voor de invulling van zijn leven en de mensen in zijn omgeving. Pas wanneer de omgeving niet de benodigde zorg kan bieden, komt de overheid in beeld. Die twee standpunten zijn door elkaar heen gaan lopen.” Franssen: “Mensen hebben daardoor het beeld gekregen dat de decentralisatie in het sociale domein alleen is ingegeven door bezuinigingen. De vraag van de eigen verantwoordelijkheid is te weinig verinnerlijkt. Daaronder ligt de vraag wat voor maatschappij we willen zijn zonder dat mensen afhankelijk worden van bedeling. Het laten ontstaan van een ander type maatschappij duurt lang. Mensen moeten dit nuttig en nodig vinden.”

Welke tips heeft u voor de gemeenteraden? Franssen: ”Binnen het systeem is er voor gemeenten heel veel te doen. Je zit met de paradox dat aan de ene kant kleinschaligheid nodig is om waarde toe te kennen aan de inzet van mensen. Anderzijds vraagt decentralisatie kennis die je nodig hebt om vragen die bestuurlijk vaak op regionaal niveau moeten worden opgelost, aan te pakken. De vraag is vanuit welk vertrekpunt je als raadslid naar stukken kijkt. Eerst moet je weten welke kant je op wilt. Waar moet onze gemeente over een aantal jaren staan? Hoe ziet onze lokale maatschappij er dan uit en wat vragen we van burgers? Het bouwen aan zo’n samenleving is een

Staatsraad Jan Franssen: “Pas wanneer de omgeving niet de benodigde zorg kan bieden, komt de overheid in beeld." gemeenteraden niet goed worden meegenomen, waardoor ze voorstellen krijgen voorgelegd die ze als een overval zien. Ik pleit ervoor om vanuit je politieke visie het debat aan te gaan. Ondanks de verschillende uitgangspunten zijn de verschillen in de praktijk niet zo groot. Helaas worden er nauwelijks debatten in de gemeenteraden gevoerd over instructies voor wethouders waarna wordt teruggekeken of het proces succesvol is geweest. Als de gemeenteraad weet wat hij wil en het eens is over het gewenste sociale profiel, kan hij ook formuleren

De filosofie van de zelfredzame maatschappij moet je goed voor het voetlicht brengen proces van lange adem en van ‘auw’. Sommige inwoners hebben bezwaren, anderen vinden het normaal wat je van ze vraagt. Vervolgens ga je kijken wat er in het beleid moet worden geregeld. Geef de wethouder vooraf een instructie mee waaraan hij binnen het regionaal overleg aandacht moet geven. Een goede gemeenteraad beoordeelt achteraf of goed met die instructies is omgegaan. Een goed raadslid is alert, heeft verstand van zaken, zit ‘boven op de kist’ maar laat wel voldoende ruimte voor bestuurders.” Het debat dat Franssen bepleit, wordt helaas niet gevoerd. “Ik vrees dat

waaraan getoetst moet worden of het sociaal profiel is bereikt. Dan ben je in staat te zien wat bij de volgende stap nodig is. Dit vraagt een lange adem en bestendigheid van wetgeving en beleid. De gekozen weg is pas een succes als deze op microniveau leidt tot nieuwe vormen van betrokkenheid van mensen bij elkaar, en als de overheid zorgt dat mensen niet tussen wal en schip vallen.” Franssen heeft gemerkt dat er in de periode na de invoering van de wetgeving over de drie decentralisaties heel veel misverstanden zijn gecreëerd. “Veel mensen waren niet op de hoogte van de bedoeling van de wet. Als je als inwoner

een keukentafelgesprek hebt gevraagd en gekregen en dat gesprek mondt uit in een indicatie, dan betekent dat niet altijd dat er materieel hulp wordt geboden, laat staan dat je die ook vergoed krijgt. Om teleurstellingen te voorkomen, zul je de filosofie van de zelfredzame maatschappij goed voor het voetlicht moeten brengen.”

ten aanzien van de financiële verhoudingen staat in de beschouwing: ‘een eenvoudiger, voorspelbaarder normeringssystematiek biedt bestuurlijk rust, zeker wanneer, bijvoorbeeld bij aanvang van een kabinetsperiode, in een bestuursakkoord afspraken worden gemaakt over de ontwikkeling van de accressen over meerdere jaren’. Kunt u dit nader toelichten? Franssen: “In de beschouwing hebben we de betekenis willen nuanceren van het pleidooi voor een groter eigen gemeentelijk belastinggebied. Wanneer je wilt dat gemeentebesturen zich niet bemoeien met inkomens- en vermogenspolitiek, dan zijn de marges niet zo groot. Meerjarige zekerheid is het meest belangrijk voor gemeenten. Ik ga ervan uit dat over ons advies een standpunt wordt ingenomen in het regeerakkoord.” ■

wimvoeten@etten-leur.nl @wimvoeten 5


RAADSLEDENNIEUWS

NUMMER 4, AUGUSTUS 2017

BOEKBESPREKING

Een heilzame waarschuwing Kees Duijvelaar, commissielid gemeente IJsselstein Een heilzame waarschuwing. Zo luidt de ondertitel van ‘De Schatbewaarder’, de debuutroman van oud-raadslid en oud-wethouder Huib Veldhuijsen uit IJsselstein.

De roman, gebaseerd op historische feiten, speelt in het Leiden van begin negentiende eeuw. Veldhuijsens voorvader Casper Seyn raakt, samen met toenmalig stadssecretaris Du Pui en collegaklerk Backer, verwikkeld in een omvangrijke fraudezaak. Het drietal slaagde er in zo ongeveer de helft van de gemeentebegroting weg te sluizen in een tijdsbestek van krap dertig jaar. Met inbegrip van het geld dat was bestemd voor het herstel van de stad na de ontploffing, op 12 januari 1807, van een schip geladen met buskruit. Er vielen 151 doden en ruim 2000 gewonden; meer dan tweehonderd woningen werden compleet verwoest. Koning Lodewijk Napoleon zette zich persoonlijk in voor het herstel, onder meer met een gift van 30.000 gulden. Des te schrijnender dat zoveel geld werd verduisterd.

Controlerende taak De gemeenteraad, waar Thorbecke tussen 1845 en 1850 deel van uitmaakte, schoot kennelijk tekort in zijn controlerende taak. Vandaag de dag zou de raad een onderzoek kunnen instellen op grond van artikel 155a en volgende van de Gemeentewet. Een gemeentelijke onderzoekscommissie kan zelfs, gebruikmakend van artikel 155c, vijfde lid, van fraude verdachte (gewezen) bestuurders en ambtenaren onder ede horen. Laat de Leidense affaire dus vooral een heilzame waarschuwing zijn. Met overigens de aantekening dat (gewezen) ambtenaren in dienst van gemeenschappelijke regelingen niet zonder meer onder ede kunnen worden verhoord: artikel 155c van de Gemeentewet is niet van toepassing op personen die door het bestuur van de gemeenschappelijke regeling zijn benoemd.

Fraudezaak Terug naar ‘De Schatbewaarder’, het boek dat niet alleen handelt over een geruchtmakende fraudezaak in het verleden, maar ook een prachtig beeld geeft van een tijd waarvan wij ons nog maar moeilijk een voorstelling kunnen maken. Doorspekt met humor en intriges illustreert het boek hoe mensen van allerlei rangen en standen met elkaar omgingen. Huib Veldhuijsen neemt de lezer moeiteloos mee, tweehonderd jaar terug in de tijd. Perfecte literatuur voor wie geïnteresseerd is in onze geschiedenis en integriteitsvraagstukken. ‘De Schatbewaarder’ verscheen in mei 2017 als een uitgave van Sdu Uitgevers; ISBN 978901239975.

VA N V R O E G E R V O O R L AT E R

Als de dag van toen Nico Portegijs, raadslid gemeente Diemen In deze nieuwe rubriek wordt van het nieuws uit het verleden een parallel getrokken naar het heden. Of van het nieuws van nu vergezichten geschetst van de toekomst. Dit keer vrouwenkiesrecht.

Het jaar 1917 is een sleutelmoment in de geschiedenis. Dat geldt natuurlijk in de eerste plaats voor de gebeurtenissen op wereldniveau. De oude imperia vielen uiteen, terwijl Amerika zich direct met Europa ging bemoeien. Maar ook voor de lokale politiek in Nederland veranderde er veel. Door een grondwetswijziging kregen alle mannen ouder dan 23 jaar stemrecht. Het stelsel van evenredige vertegenwoordiging werd ingevoerd. Vrouwen kregen passief kiesrecht. De strijd voor vrouwenstemrecht begint in 1883 als arts en feministe Aletta Jacobs haar naam op de kiesgerechtigdenlijst van Amsterdam probeert te krijgen. Er staat op dat moment nergens duidelijk in de wet dat je een man moet zijn om te mogen stemmen, maar haar kandidatuur wordt 6

geweigerd. Vrouwen zijn immers ‘handelingsonbekwaam’ volgens de gemeente en de wet. Het duurt tot 1917 voordat vrouwen passief kiesrecht krijgen.

Voorkeurstemmen In 1919 werden 88 vrouwelijke gemeenteraadsleden gekozen; allemaal met mannelijke stemmen. Vrouwen hadden nog geen recht om zelf een stem uit te brengen; dat kwam pas bij de wetswijziging van 1919. Aletta Jacobs miste een zetel, hoewel zij hoog op de kandidatenlijst van de Vrijzinnige Democratische Bond stond. Mannelijke partijgenoten werden met voorkeurstemmen gekozen. Blijkbaar gunden niet alle mannen de vrouwen een plekje aan de bestuurstafel. Zo beet een mannelijk raadslid in Wormer zijn vrouwelijke collega

Trijn Schoute toe: ‘Heeft u niets anders te doen? Is het koper wel gepoetst?”

Spontaan aanmelden Het aantal van 88 vrouwelijke raadsleden is inmiddels gestegen, maar Blaricum is de enige gemeente waar meer dan 50 procent vrouw is. De strijd voor het vrouwenkiesrecht is dus nog niet gestreden. En met de volgende verkiezingen in zicht is actie nodig. Wachten tot vrouwen zich spontaan zelf melden voor de lijst, is niet voldoende. Het zou toch zonde zijn als na de zomer blijkt dat er helaas weer zo weinig vrouwen op de lijsten staan. Daar heeft Aletta Jacobs niet voor gestreden.

nicoportegijs@chello.nl


RAADSLEDENNIEUWS

NUMMER 4, SEPTEMBER 2017

I N S T R U M E N T E N VA N D E R A A D

Open Data en verkiezingen: een verrassende uitslag Joop Bruurs, projectleider Data-Aquilae In maart waren er verkiezingen. Er wordt nog volop gepraat over de samenstelling van een nieuw kabinet. Tegelijkertijd verschijnen er berichten in de media dat niet alle gemeenten de tellingen goed doorgaven. Het gebruik van Open Data kan helpen om het verkiezingsproces toegankelijk en transparant te maken, fouten te voorkomen en de bedrijfsvoering te verbeteren. De Drechtsteden laten zien hoe dat kan.

Open Data, Big Data, Internet of Things, Blockchain: het zijn technische kreten die regelmatig langskomen. Gesteld wordt dat ze grote impact kunnen hebben op het gemeentelijke functioneren. Vanaf 2016 hebben de Drechtsteden het onderwerp ‘Open Data’ stevig aangepakt. ‘Open’ betekent in dit geval: makkelijk toegankelijk, vrij van rechten en beschikbaar voor hergebruik. Joop Bruurs is vanuit het bedrijf DataAquilae projectleider Open Data bij de Drechtsteden: “Als we het hebben over Open Data komen vaak voorbeelden voorbij van het KNMI of RDW. Daarbij ligt de focus sterk op het hergebruik van gegevens. Natuurlijk, kerndoel is om gegevens toegankelijk te maken voor anderen, maar daardoor ga je te snel voorbij aan het feit dat het publiceren van gegevens ook nut kan, mag en misschien wel móet hebben voor de eigen organisatie”.

Verkiezingsuitslagen “In de Drechtsteden zijn ze met allerlei soorten gegevens aan de slag gegaan”, vertelt Bruurs. “Eerst met ‘makkelijke’ sets zoals bomen en speeltuinen, maar we gingen ook lastigere onderwerpen niet uit de weg zoals WOZ-waarden en financiële gegevens”. Het succesvolste werd het project toen het onderwerp ‘verkiezingen’ werd opgepakt. ‘Ineens’ werd duidelijk hoe sterk de externe doelstelling (gegevens beschikbaar maken) en intern nut bij elkaar kunnen komen. Bruurs: “We begonnen met het publiceren van de stembureaus van de zes Drechtsteden. Dat leek mak-

De Drechtsteden zijn zes –binnenkort zeven– samenwerkende gemeenten: Alblasserdam, Dordrecht, Hendrik-IdoAmbacht, Papendrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht. De gemeente HardinxveldGiessendam komt hier vanaf 2018 bij.

kelijk. Maar meteen werd duidelijk: dat doen we misschien goed genoeg, maar niet per se handig. Hoe zit het met postcodes, openingstijden, toegankelijkheid voor gehandicapten? Waarom staan die er soms wel en soms niet bij? Waarom publiceren we niet overal hetzelfde? Verwijderen we de oude informatie wel op tijd van onze website? En is pdf wel zo’n handig publicatieformaat?”

Ketens van gegevens

Tijdsdruk De Drechtsteden publiceerden zo snel mogelijk de verkiezingsuitslagen. Eerst voorlopige, toen definitieve en toen die per gemeente, stembureau en kandidaat. Dat bleek een leerzame ervaring. Het was helemaal niet zo eenvoudig om gegevens die onder tijdsdruk al bekend gemaakt moeten worden, ook op het open dataportaal te krijgen. Voor je het weet verstoor je een belangrijk en tijdkritisch proces.

De Drechtsteden ontdekten dat het ‘geschikt maken van gegevens voor een ander’ de organisatie extra deed nadenken over ‘hoe doen we het handig voor onszelf?’ Jacqie Roozendaal projectleider ‘Verkiezingen’: “We denken nu veel meer in ketens van gegevens. Natuurlijk zijn gegevens van stembureaus en uitslagen aan elkaar gerelateerd, maar ze blijken bijvoorbeeld ook gerelateerd te kunnen worden aan gegevens die we hebben over gehandicapten-

Open data heeft grote impact op het gemeentelijk functioneren “Maar het is een fantastische extra controleslag”, meent Bruurs. “Eerst voor ons zelf: hebben we van alle stembureaus een uitslag? Telt alles op tot dezelfde totalen? Daarna extern: allerlei mensen kijken naar de gegevens en stellen vragen als het niet lijkt te kloppen.” Alle gegevens zijn ook ‘ineens’ beschikbaar voor het bestuur en voor collega’s en dagen uit tot het maken van analyses. Hoe is de spreiding van opkomst en kiezersvoorkeur over de stad, komt het aantal verwachte kiezers overeen met de realiteit, hoe zit het met de spreiding van stembureaus over de stad in relatie tot het aantal mensen dat heeft gestemd? Bruurs: “Natuurlijk, al deze zaken konden we in theorie ook analyseren toen we nog geen open data hadden, maar dat deden we maar beperkt.”

parkeerplaatsen. Hiervoor bekeek ik het niet zo. Het kan ook een nieuwe impuls geven aan de bestuurlijke besluitvorming: bijvoorbeeld waarom wel of niet een stembureau op een specifieke plek, als daar juist veel of weinig mensen blijken te komen? Helpt een extra stembureau (vermoedelijk) voor een hogere opkomst? En hoe raar het misschien ook klinkt, we weten nu beter wat we (nog) niet weten.” Het ‘Openen van Data’ maakt het makkelijker om ‘inspanning’ en ‘resultaat’ met elkaar te kunnen vergelijken, en daarover een discussie te voeren. Dat geldt voor de gegevens over de verkiezingen, maar ook voor allerlei andere onderwerpen. Dat is voldoende argument om met Open Data ■ door te willen gaan.

j.bruurs@data-aquilae.nl 7


Vijfde druk

NIEUW

Aanbestedingsrecht voor overheden Aanbestedingsrecht voor overheden is bedoeld voor de vele juristen, adviseurs van aanbesteders en ondernemers die in de praktijk met aanbestedingen werken. In deze geheel herziene vijfde druk wordt op praktische en overzichtelijke wijze het Nederlandse en Europese aanbestedingsrecht behandeld.

In deze editie komen uitgebreid aan bod: • De nieuwe Aanbestedingswet, zoals gewijzigd op 1 juli 2016. • De rechtspraak vanaf 2000 tot en met begin 2017 en de in de rechtspraak behandelde praktijkvoorbeelden. • Alle voor de praktijk relevante onderwerpen zoals de wijze van voorbereiding en uitvoering van een aanbestedingsprocedure (inclusief handige stappenplannen), de werkingssfeer van het aanbestedingsrecht en de mogelijkheden om besluiten van aanbesteders voor de rechter aan te vechten. Meer nog dan in vorige edities wordt ten behoeve van bestuurders en beleidsmedewerkers aandacht besteed aan het aanbestedingsbeleid. Mr. M.J.J.M. Essers Auteur mr. M.J.J.M. Essers is advocaat bij Essers Advocaten. Sinds vele jaren procedeert en adviseert hij op het gebied van het aanbestedingsrecht en het aanbestedingsbeleid. Mr. C.A.M. Lombert Auteur mr. C.A.M. Lombert is advocaat bij advocatenkantoor Loyens & Loeff.

Bestellen? Ga naar www.sdu.nl ISBN: 9789035248038 | Prijs: € 69,50 | Omvang: 926 pagina’s


RAADSLEDENNIEUWS

NUMMER 4, SEPTEMBER 2017

DE RAAD AAN HET WERK

Achterhaald Arno Janssen, raadslid gemeente Papendrecht en Drechtsteden De overheid wil in samenwerking met gemeenten toe naar 75 procent gerecycled huishoudelijk afval. Het programma ‘Van Afval Naar Grondstof’ fungeert hierbij als leidraad. Maar of voorscheiding van afval nu de beste weg is?

Veel van wat Donald Trump als president van de VS zegt wordt als achterhaald bestempeld. Denk aan een muur met Mexico of het generiek aan de grens weigeren van inwoners uit bepaalde Arabische landen. De tweets van Trump zijn echter vaak niet eens zoveel anders dan het volharden in retoriek vanuit de milieuhoek. Kijk eens naar Trumps’ houding ten aanzien van het klimaatakkoord van Parijs. Ondernemers in en buiten de VS trekken zich er maar weinig van aan. Zij zien al veel langer dat er geen weg terug is. En dat economie en milieu allesbehalve elkaars tegenpolen zijn. Aan duurzaamheid kan zelfs veel geld verdiend worden. Maar waar Trump ontkent dat er überhaupt een klimaatprobleem is, lijken milieubeweging en daaraan gelieerde politieke partijen niet te willen horen van voor de hand liggende oplossingen.

Het apart inzamelen van plastic zoals hier, kan beter worden vervangen door nascheiding. echter niet in de buurt te komen van de beoogde 75 procent recycling. Dit feit, naast het ongemak van weer een ontsierende bak voor plastic afval in de tuin en het moeten zeulen met vuilniszakken voor restafval geeft bij menig inwoner veel onbegrip.

Voorscheiding van afval

Nascheiding is de weg

Met het programma Van Afval Naar Grondstof (VANG) wil de rijksoverheid in samenwerking met gemeenten in 2020 naar 75 procent gerecycled huishoudelijk afval. Menig gemeente is inmiddels gezwicht voor het daarop gebaseerde beleid van hun afvalverwerker. Het resultaat is meer rolcontainers voor ‘grondstoffen’ in de tuin bij laagbouw, meer ondergrondse containers bij hoogbouw en op een loopafstand van soms honderden meters

Volgens een onderzoek van Raymond Gradus en Elbert Dijkgraaf (Tinbergen Institute Discussion Paper, TI 2016-103/VI) kan met voorscheiding echter maar maximaal 75 procent worden gerecycled. En dat is heel wat minder dan wat er na 2020 wordt gevraagd. Met nascheiding daarentegen, waarbij de herbruikbare grondstoffen achteraf uit het restafval worden gehaald, wordt maar liefst 100 procent opbrengst gehaald!

Met nascheiding kan 100 procent opbrengst worden gehaald ondergrondse containers voor restafval. De voorscheiding van huishoudelijk afval heeft de afgelopen jaren prima gewerkt rond gft, papier en glas. De meeste mensen doen zelfs nog braaf mee met de inzameling van batterijen, ook al is daar al lang geen milieuhygiënische reden meer voor. Niks mis dus met het milieubewustzijn van de meeste inwoners. Gemeenten waar het programma VANG nu ten volle wordt uitgerold blijken

Vooral dat laatste zou menigeen toch als muziek in de oren moeten klinken. Niets blijkt minder waar! De afvalverwerker die al veel tijd en kosten heeft gestopt in een VANG-project wil daar niet zomaar mee stoppen. Die weet zich daarin niet zelden ondersteund door de retoriek van ‘wij moeten de burger opvoeden’ vanuit de milieubeweging en politieke partijen met een zelfgekozen milieusignatuur. Zij zien nascheiding als een stap terug in plaats

van vooruit. Hun argumenten: het zou alleen werken in gemeenten met vooral hoogbouw en bovendien de burger te weinig opvoeden. Dat is niet alleen onjuist, maar ook ronduit betuttelend.

Milieuhygiënisch verantwoord Nascheiding heeft namelijk de toekomst. Zoveel is wel duidelijk. Tenminste als je er objectief in staat. Het VARA-programma GroenLicht heeft er eind november 2016 zelfs een special aan gewijd en komt tot de conclusie dat de meerdere voordelen van nascheiden niet te ontkennen zijn. Het Friese Omrin heeft al jarenlang ervaring met nascheiding naast voorscheiding. Hun slogan: ‘voorscheiding waar het moet (gft, papier, glas), nascheiding waar het kan (plastic)’. En een tiental Noord-Hollandse gemeenten met gevarieerde hoog- en laagbouw heeft eind 2016 nog ingestemd met de bouw van een nascheidingsinstallatie voor huishoudelijk afval (AEB). Een keuze voor nascheiding van vooral plastic uit restafval –in aanvulling op de huidige praktijk van voorscheiding van onder andere gft, papier en glas– is niet alleen milieuhygiënisch verantwoord. Het zorgt er tevens voor dat internationaal afgesproken duurzaamheidsdoelstellingen ook echt worden gehaald. En tegen veel lagere kosten dan te blijven doorgaan op de weg van voorscheiding alleen. Ieder ander geluid is achterhaald.

a.janssen@p-a-b.nl 9


raadsledennieuws

nummer 4, september 2017

I n t e r vi e w

‘Vrouwen kiezen’ (in Drenthe) Joyce Rinsampessy, medewerker 3P/Vrouwen kiezen, Provincie Drenthe Er zijn vandaag de dag nog altijd minder vrouwen dan mannen politiek actief. Ook lijkt de ‘jongere’ vrouw minder met politiek bezig te zijn. Het Drentse project ‘Vrouwen Kiezen’ wil meer vrouwen betrekken bij de politiek. Dit door te werken aan een brede bewustwording en door onderzoek, workshops, bijeenkomsten en het delen van aansprekende voorbeelden.

Vol passie vertelt Roelie Goettsch hoe ze als jonge vrouw in de jaren zeventig al politiek geïnteresseerd was en politiek actief werd. Ze maakte kennis met en leerde politiek bedrijven toen ze als eenmansfractie voor GroenLinks in de gemeenteraad kwam. Nu is zij fractievoorzitter voor de PvdA binnen Provinciale Staten van Drenthe én mede-initiatiefnemer van het project ‘Vrouwen Kiezen’.

gere’ vrouw minder met politiek bezig lijkt te zijn. Dat het dit jaar honderd jaar geleden is dat vrouwen kiesrecht kregen, is volgens Roelie een viering waard. Er is tenslotte een jarenlange strijd aan vooraf gegaan, gevoerd door zowel mannen als vrouwen. Daarbij is haar sterke gevoel iets te willen doen aan het verhogen van de vrouwelijke vertegenwoordiging binnen de politiek, haar motivatie zich in te zetten voor dit onderwerp.

Vrouwenkiesrecht

Bewustwording

Wat haar –na jarenlange ervaring– helaas opvalt, is dat er vandaag de dag nog altijd minder vrouwen dan mannen politiek actief zijn. Ook valt het op dat de ‘jon-

Goettsch vertelt dat er iets moest gebeuren. Het initiatief ‘Vrouwen Kiezen; viering 100 jaar Vrouwenkiesrecht’ werd in het leven geroepen, gesteund door de

meerderheid van de Drentse Staten en omarmd door Gedeputeerde Staten van Drenthe. Daarmee ontstond een unieke samenwerking tussen een bestuurlijke werkgroep, bestaande uit een zestal Statenleden en een ambtelijke projectgroep, onder aansturing van projectleider Grietje Liezen. Wat voor Goettsch en Liezen –na een aantal maanden van samenwerking– duidelijk is geworden, is dat veel draait om

Veel vrouwen denken dat politiek moeilijk en tijdrovend is bewustwording. Net zoals Goettsch vroeger, lijken veel vrouwen te denken dat politiek bedrijven erg moeilijk, ingewikkeld en bovendien tijdrovend is.

column

Juridische kennis voor raadsleden Pascale Georgopoulou, zelfstandig adviseur binnen de publieke zaak Desgevraagd kwam het er toch uit: “De presentatie had niet geheel aan zijn verwachtingen voldaan”, zei het raadslid. Was deze duidelijk? Jazeker. Inhoudelijk? Ja. Interactief? Ook. Interessant? Best wel. Had hij zich verveeld? Sprak het onderwerp hem niet aan? Kon hij er praktisch iets mee? Alles prima. Maar wat had hij dan gemist? De juridische aspecten! Het was hem opgevallen, zei hij, dat bij de presentaties die de raad tegenwoordig kreeg, of het ging om sportbeleid, parkeernormen, de zorg of de omgevingswet, op grote lijnen werd ingegaan op de inhoud. Al snel ging het over waar de raad wel/niet over gaat en welke rol de raad dus moet innemen. Dat in de raad maatschappelijke opgaven centraal moeten staan en dat inwoners en maatschappelijke partners erbij moeten worden betrokken. Altijd hetzelfde liedje. Maar waar staat dat, wilde hij weten? In welke wet, in welk artikel?

10

Die ambtenaren, zei hij, vertellen je van alles, je kunt ze geen weerwoord geven als je niet weet waar het staat. Als het ergens vastligt, dan is het ondubbelzinnig. Je kunt verwijzen naar artikel zus of verordening zo. Waarom krijgen raadsleden geen opleiding in juridische zaken? Hetzelfde geldt voor de financiële kennis, voegde hij eraan toe. Hoe moet je meepraten met de accountant als je niet precies weet hoe het zit? Presentaties aan de raad zijn zinloos als je de juridische en financiële basis mist en dat geldt voor de overgrote meerderheid van de raadsleden. Je hebt geen poot om op te staan, ze maken je van alles wijs. De externe, die de avond had begeleid, was te perplex om te reageren. Wantrouwde dit raadslid de ambtenaren van de gemeente? Dat niet, zei het raadslid, maar iemand zomaar op zijn blauwe ogen vertrouwen ging hem te ver. Ze

werken voor het college, dan weet je het wel. De externe vroeg wat het raadslid nodig had om zijn werk goed te doen? Meer kennis dus, zei hij, om mee te kunnen praten, om de vinger op de zwakke punten van een voorstel te leggen. Had u niet beter ambtenaar of accountant kunnen zijn in plaats van volksvertegenwoordiger? Ook andere raadsleden mengden zich in het gesprek. Over wat ieders ambitie was en wat ze als raadslid wilden bereiken. Over wat voor een stad het was waar ze woonden, wat er anders en beter kon en ook waar ze trots op waren. En dat ze de wijsheid niet in pacht hadden en veel te weinig tijd ook, maar wel keuzes durfden te maken. Wat al lastig zat was. Zo’n gesprek werd het uiteindelijk, best nuttig vonden ze bijna allemaal! georgopoulou.pascale@gmail.com


raadsledennieuws

Tijdens de drie jaar die voor het project staan, willen de betrokkenen met onderzoek, workshops, bijeenkomsten en het delen van aansprekende voorbeelden, vrouwen meenemen in wat politiek actief zijn kan inhouden en werken aan de brede bewustwording. Zo zoekt het project de samenwerking met de Drentse gemeenten, scholen en andere organisaties om meer bekendheid te krijgen en om met vrouwen die mogelijk politiek actief willen worden in contact te komen. In maart 2018 staan de gemeenteraadsverkiezingen weer voor de deur en een jaar later de verkiezingen voor Provinciale Staten. Hoe mooi zou het zijn als er dan al meer vrouwen politiek actief zijn geworden? “De kers op de taart zou natuurlijk zijn wanneer we in Drenthe een vrouwelijke Commissaris van de Koning zouden krijgen!” hopen beide vrouwen. “Met dit project willen we overigens geen nieuwe feministische golf creëren. Er is al heel veel goed nu, het kan alleen nog wel een stukje beter,” zo benadrukt Liezen. Het is belangrijk en het zou eigenlijk vanzelfsprekend moeten zijn dat de volksvertegenwoordiging een echte

nummer 4, september 2017

afspiegeling is van de maatschappij. Het feit dat er nog altijd meer mannen politiek actief zijn, meer mannen in besturen zitten en meer mannen een fulltime baan hebben dan vrouwen, geeft aan dat dit nog niet het geval is. Iedereen telt mee, iedereen heeft een mening en die mening zou in alle gevallen goed vertegenwoordigd moeten worden. Een ieder kijkt toch met zijn of haar eigen blik en ervaringen naar onderwerpen en heeft een eigen stijl en manier van (samen)werken, overleggen en draagvlak zoeken. Na afloop van de drie jaar ‘Vrouwen

Ambassadeurs Maar liefst 24 ambassadeurs hebben toegezegd het initiatief ‘Vrouwen Kiezen’ te steunen. “Zij zijn het visitekaartje van het project en hun steun helpt zeker om onze doelen te behalen”, aldus Liezen. Dat doen de ambassadeurs door met plezier en trots over hun (voormalige) werk te vertellen en ideeën, ervaringen of praktijkvoorbeelden te delen met het brede publiek. Goettsch: “Het zijn allemaal sterke vrouwen of mannen die stevig in hun schoenen staan en die laten zien dat hun eigen ambities en die van het project elkaar kunnen versterken”.

Volksvertegenwoordiging zou een echte afspiegeling van de maatschappij moeten zijn Kiezen’ (in Drenthe) hopen Liezen en Goettsch dan ook dat er meer diversiteit is binnen de Drentse politiek, dat vrouwen en mannen, maar ook andere groepen (LHBT, allochtoon) goed vertegenwoordigd zijn.

Een paar namen ter illustratie: Mirjam Pauwels, Nina Hofstra, Miriam van Dijk, Harmke Vlieg (de vier wethouders in Drenthe), Margreeth de Boer (oud-CvdK van Drenthe), Agnes Mulder en Isabelle Diks (beide Tweede Kamerlid), Tanja Klip en Greetje de Vries (beiden Eerste Kamerlid), Agnes Jongerius (Europarlementariër) en Jozias van Aartsen (CvdK ■ Drenthe).

meer weten, mee Doen en/oF KennIS Delen? Geïnteresseerd in het initiatief? Of zie je aanknopingspunten voor samenwerking? Heb je leuke ideeën of kennis te delen? Neem contact op met ‘Vrouwen Kiezen’. www.drenthe.nl/vrouwenkiezen www.facebook.com/vrouwenkiezen vrouwenkiezen@drenthe.nl Telefoon: 0592-365 555 (vraag naar Grietje Liezen). Twaalf van de 25 ambassadeurs van ‘Vrouwen kiezen in Drenthe’.

coloFon Redactie drs. E.W.K. Meurs (hoofdredacteur) Raadsgriffier gemeente Vlaardingen drs. A.M.J.M. Janssen Raadslid gemeente Papendrecht en Drechtsteden mw. H. Sahin Statenlid provincie Zuid-Holland drs. W.C.M. Voeten Raadsgriffier gemeente Etten-Leur

Uitgever dineke sonderen Redactiesecretariaat en eindredactie lia de Jong sdu uitgevers postbus 20025 2500 ea den Haag raadsledennieuws@sdu.nl Advertenties sdu tel. 070 37 80 562 www.sduadverteren.nl e-mail: sdu.adverteren@sdu.nl

sdu uitgevers postbus 20025 2500 ea den Haag tel. 070-378 07 04 fax 070-799 98 79 Abonnementen sdu Klantenservice postbus 20014, 2500 ea den Haag tel. 070-378 98 80 www.sdu.nl/service Vanwege de aard van de uitgave gaat sdu uit van een zakelijke overeenkomst, deze

overeenkomst valt onder het verbintenissenrecht.

raadsledennieuws verschijnt 6 keer per jaar.

Het abonnement wordt ieder jaar automatisch verlengd, tenzij schriftelijk twee maanden vóór afloop van de abonnementsperiode is opgezegd.

© 2017 sdu, den Haag issn: 1570-3363

11


Crisis Nood Opvang Een praktische handleiding om de opvang van grote groepen vluchtelingen te verbeteren.

Bij de opvang van grote groepen vluchtelingen in Nederland zijn veel overheden en organisaties betrokken. Het verlenen van opvang aan mensen in nood wordt gekenmerkt door de menselijke factor, de hulpvaardigheid en de vriendelijkheid van burgers en vrijwilligers. Dat zijn de ingrediënten die de crisisopvang tot een succes maken en niet de protocollen en procedures. Ralph Kronieger schreef geen nieuw ‘regelboek’, maar een praktisch werkboek om iedereen die met de opvang van vluchtelingen te maken heeft te helpen. isbn 978 90 12 398626

Meer informatie op sdu.nl


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.