Trouw 8 sept 2007

Page 1

overeten

Jeroen Thijssen

Eet die lastige wesp. Ze smaken naar jakobsschelpen In de verte nadert de herfst met donkere wolken en storm, onder de bomen rot weer het ooft. Dat is jammer, want dan kun je het niet meer opeten. Het is ook lastig, want op dat gevallen fruit komen ook wespen af – honderden, in mijn tuintje tenminste. En er is niks aan te doen. Flessen met suikerwater en zeepsop, om wespen in te verdrinken, vullen zich met ontzielde insectjes, maar al hun zusjes snellen toe om de opengevallen plekken in te nemen. Natuurlijke selectie, noemen ze dat. Niet alleen zijn ze lastig, ze zijn ook vraatzuchtig. Laatst verdween er eentje met een stukje varkenshaas. Een klein stukje, weliswaar, maar als ze met z’n allen komen blijft er voor de Thijssentjes niets over. De simpelste oplossing zou natuurlijk zijn: eet de dief; wespen smaken naar pijnboompitten, heb ik eens gelezen. Maar dat is nog niet zo eenvoudig. Hoe kom je bijvoorbeeld aan een voldoende voorraad? De diertjes in de vangflessen zijn nat en zitten vol zeep. Buren van veel verderop hebben een nest, maar dat zit in de

grond. Hoe krijg je ze zonder aarde op je bord? Dan zit, op het feestje van een vriend, de vader van die vriend. Die heeft een merkwaardige hobby: hij ruimt wespennesten op. Hij weet ook, waarom in de nazomer wespen het lastigst zijn. Dat is simpel: dan zijn er het meest. De koningin van het nest is in april begonnen met eieren leggen, en tegen de herfst zijn die allemaal uitgekomen. Al snel komen twee hobby’s samen. Jan T. te S., zoals hij om hem moverende redenen bekend wil staan, wil wel helpen. Maar het wordt nog een heel gedoe, waarschuwt hij. Hij zal zo’n hangend nest, ter grootte van een voetbal, voor mij in een plastic zak doen, maar dan moet ik de zak een nachtje in de vriezer doen en de volgende dag de dode wespen eruit vissen. Ach, voor een hobby moet je wat over hebben. Weken later, ik ben de zaak bijna weer vergeten, belt Jan T. te S. mij op: wanneer kom ik mijn wespen halen? Eenmaal te S. reikt hij mij geen zak

In de mond zijn wespen als schuimpjes zo licht en als beschuit zo bros.

met grijze bal, maar een plastic potje met gelige inhoud. Honderden wespen, schoon en wel. ’Een ons’, glundert Jan T. Hij wil niet vertellen hoe hij dat heeft geflikt; het geheim van de wespenvanger moet dat blijven. Eenmaal thuis rijst een ander probleem: hoe maak je de beestjes klaar? Van de sprinkhanen, die ik ooit bereidde, moesten poten en vleugels af, maar hoe doe je dat bij zulke kleine wespjes? Ach, dat is vast niet nodig. Zulke kleine pootjes, zulke zachte vleugeltjes, die voel je niet in je mond. Sprinkhanen bakte ik in olie, dat is voor deze verwanten in elk geval een goede eerste optie. Als snel bruisen

zij in de pan, een aanlokkelijke lucht vult de keuken. Het ruikt bekend, maar waarnaar? Ook op de tong geven de wespjes een smaak af die nabij komt aan, tja, wat? Lekker is het, dat in elk geval. De diertjes zijn als schuimpjes zo licht, als beschuit zo bros. Van vleugeltjes of pootjes merk je niks. Nog beter smaken ze zachtjes gesmoord in roomboter, met wat knoflook en zout. Een delicatesse, zonder overdrijven, vol op de tong, gruizig, en een overheerlijke, bekende smaak die me toch telkens ontsnapt. Pas bij de wespensoep gaat me een lichtje branden: wespen smaken onverwachts naar sint-jakobsschelpen.


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.