Historisch Zevenbergen

Page 1

Historisch

Zevenbergen

Tamar en Frank Simonis Jumbo, Zevenbergen, zandberg 4



Uniek verzamelalbum speciaal voor u!

Welkom!

Van Zevenbergen; voor Zevenbergen! Het prachtige

Wij hebben getracht om in dit boek zo breed mogelijk

collector’s item “Historisch Zevenbergen” is een uniek

aandacht te besteden aan een aantal onderwerpen

verzamelalbum waarin u de mooiste afbeeldingen

uit de Zevenbergse geschiedenis. Het was natuurlijk

kunt verzamelen van het Zevenbergen van weleer.

onmogelijk om in het verband van dit boek volledig te

Hiermee kunt u kinderen en kleinkinderen laten zien

zijn. Bij het samenstellen werd pas goed duidelijk hoe

hoe Zevenbergen in de loop der jaren is veranderd.

veelzijdig een samenleving als de Zevenbergse is. Er

Door een unieke samenwerking tussen een groot

zijn keuzes gemaakt voor onderwerpen en binnen die

aantal vrijwilligers van Heemkundekring Zevenbergen

onderwerpen voor foto’s die vanzelfsprekend arbitrair

en Jumbo Simonis Zevenbergen is er een prachtig

zijn. Niet voor alle gebouwen, organisaties, personen

naslagwerk ontstaan. Aan de hand van een aantal

en gebeurtenissen was er plaats in dit boek.

thema’s nemen wij u mee in de ontwikkeling van ons mooie Zevenbergen.

Wij danken iedereen die foto’s beschikbaar heeft gesteld voor dit boek: de fotografen Ben Steffen, Thom

Vanwege het speciale karakter van dit boek, hebben

van Amsterdam en de erven Jan Sturm, het BHIC en

wij

Zevenbergen

natuurlijk de fotografen van de Heemkundekring

geprobeerd om het album op een laagdrempelige

Willem van Strijen uit het verleden en heden en alle

wijze beschikbaar te stellen door middel van een

andere mensen van Zevenbergen en daarbuiten.

als

ondernemers

van

Jumbo

spaaractie. Wij hopen dat u net zo enthousiast bent over het resultaat als wij. Het zou mooi zijn als dit

Jumbo Zevenbergen en de Heemkundekring Willem

verzamelalbum als hulpmiddel gebruikt kan worden

van Strijen hebben hun uiterste best gedaan om

om geïnteresseerden beter te informeren over de

volgens de wettelijke bepalingen beeldmateriaal te

geschiedenis van Zevenbergen.

regelen. Mochten er desondanks personen of instanties menen rechten te doen gelden dan kunnen zij contact

Mijn dank gaat in het bijzonder uit naar alle vrijwilligers

opnemen met Jumbo Zevenbergen.

die hebben bijgedragen aan de totstandkoming van dit album. Alleen al de vele uren die zij in het album hebben gestoken, maken het de moeite waard om dit album in huis te hebben. Namens het hele team van Jumbo Simonis Zevenbergen wensen wij u veel spaar-, lees- en kijkplezier toe! Tamar & Frank Simonis Jumbo Simonis Zevenbergen

3


Gezicht op de haven en suikerfabriek de Dankbaarheid.

Zicht op Zevenbergen Hoe zag Zevenbergen er vroeger uit? Die vraag is moeilijk te beantwoorden omdat de fotografie pas aan het einde van de 19de eeuw is uitgevonden en Zevenbergen nu ook weer niet zo belangrijk was dat er schilderijen van werden gemaakt. Toch zijn er wel enkele kaarten en tekeningen bewaard gebleven die een beetje een beeld geven. De oude kaarten zijn niet allemaal heel betrouwbaar omdat ze meestal pas later zijn gemaakt dan de periode die ze beschrijven. Toen Zevenbergen in 1290 officieel op de kaart kwam als heerlijkheid onder de heren van Strijen, was het omringd door moerassen en kreken en natuurlijk de Mark. In dat moerasgebied (moer) werden dijkjes gebouwd waarbinnen de winning van turf en zout op gang begon te komen, vandaar de naam Moerdijk. Vermoedelijk heeft er al vanaf die tijd een kasteel gestaan en was de stad ommuurd en dat zal grotendeels de aanblik ervan hebben bepaald. We zien dat kasteel pas voor het eerst op een ets uit de 4

17de eeuw. De muur was al in 1427 afgebroken. Water speelde altijd een belangrijke rol in Zevenbergen en na de Elisabethsvloed van 1421 lag het zelfs enige tijd aan open water, totdat in de 16de eeuw de inpoldering weer stevig ter hand werd genomen. Op de eerste kaart van Zevenbergen uit 1560 (Jacob van Deventer) zien we al van noord naar zuid de Lage Wipstraat, de Langenoordstraat (Bovenstraat), de haven, de Molenstraat en de Doelstraat en naar het zuiden de Hazeldonkse Zandweg. Eigenlijk is dat nog steeds het centrum. Op een kadasterkaart uit 1830 is nauwelijks groei te zien sinds de kaart uit 1560 en ook tot halverwege de 20ste eeuw bleef Zevenbergen vrijwel beperkt tot die straten. Daarna is Zevenbergen explosief gegroeid. Op de foto met de begraafplaats op de voorgrond, bevindt zich de watertoren, waarop de fotograaf staat zich nog buiten de bebouwing. Op de luchtfoto staat hij er middenin.


1

2

3

In 1300 was Zevenbergen omringd door moerassen, waaruit turf en zout werden gewonnen.

Het zegel van Zevenbergen toont de 7 bergen. Het werd al in 1396 gebruikt. Zevenbergen in 1560 met kasteel, Catharinakerk, molen, Noordtoren en haven.

4

5

6

“Skyline” van Zevenbergen vanaf de Roode Vaart in de 17de eeuw. Catharinakerk domineert de “skyline” in het begin van de 19de eeuw. Zevenbergen vanaf de watertoren in 1925. Links de Catharinakerk en rechts de Waterstaatskerk. 7

8

9

Zevenbergen in 1935. De Bartholomeuskerk is dan net klaar. Zevenbergen in 1940. Sinds 1560 nog steeds nauwelijks gegroeid. Luchtfoto van Zevenbergen in het begin van de 21ste eeuw. 5


Kruidenierszaak van de familie van Beek aan de Noordhaven.

Middenstand Het begin van de middenstand waren de boer en de ambachtsman die hun producten verkochten op de markt. Markten zijn er overigens nog steeds, al hebben de marktkooplui zich tussen de boer en de consument genesteld.

handel. Bijna alles kon je ook aan de deur kopen. Soms uit gemak, maar soms kon het ook niet anders. Niet iedereen kon met een mud kolen op de fiets. En ook de ijscoman was onmisbaar toen nog niemand een vriezer had.

Ambachtslui hadden een werkplaats (smid, timmerman, bakker, kleermaker, etc.) en verkochten van daaruit hun waar. Dat werden winkels. Toen de consument zelf ging schilderen, verkocht de schilder meer verf en werd hij soms meer winkelier dan ambachtsman.

In het begin van de 20ste eeuw was de middenstand erg verzuild. Men kocht bij geloofsgenoten en de pastoor en de dominee zagen erop toe. In de jaren 60 werd dat minder en de welvaart leidde ook tot de vraag naar meer keuzes. De supermarkt bood dat en je kon ook nog eens rustig kijken wat je ging kopen. De ambulante handel verdween langzaam. Het resultaat was dat de winkels groter werden om meer keuzes te bieden. De welvaart leidde ook tot meer luxeproducten. Toen je bijvoorbeeld niet meer per se een ziekenfondsbrilletje hoefde te nemen, rezen de opticiens als paddenstoelen uit de grond.

Naarmate er meer producten kwamen die van elders kwamen (conserven, snoepgoed, koffie, confectiekleding, etc.) ontstond er behoefte aan winkels. Dat waren in eerste instantie buurtwinkels met een vertrouwensrelatie tussen de winkelier(ster) en de klant. “Schrijf maar op” zei je dan. Kopen op de pof voorzag ook in de behoefte aan krediet in moeilijke tijden. De bank was niet voor iedereen. De marktkooplui vestigden zich in winkels en deden er dan wat bij. Maar zij bleven ook op de markt actief en als extra service was er de ambulante 6

De cirkel is weer bijna rond. De boer verkoopt zelf weer direct aan de klant en kopen aan de deur is weer populairder dan ooit, maar nu via internet.


10

11

Uitstalling voor de winkel van groenteboer Stoop aan de Markt.

De winkel waar het bedrijf “Radio en TV Cor van Meer” is begonnen aan de Zuidhaven. 12

13

Er wordt een koe aangevoerd voor de slacht bij slager Jaquet aan de Zuidhaven.

Bram Nollen met zijn moeder voor hun slijterij aan de Molenstraat.

14

15

Drogisterij A. Zom en wijnhandel Sweere.

Bakker Matthee en slager Ardon aan de Langenoordstraat. 7


16

17

Huize De Swaen, waar de dames Dolk als in een warenhuis kruidenierswaren en kleding verkochten.

Tabakswinkel van Bernard Zom voor 1944 aan de Molenstraat.

18

19

IJzerhandel Geluk, daarnaast de vroegere rijwielhandel aan de Noordhaven.

IJscokar van Cees Dircken met Walter op het zadel 1960.

20

21

SRV wagen van Jos van Geel. SRV betekent Samen Rationeel Verkopen. Jansen Huishoudelijke artikelen aan de Noordhaven. 8


22

23

Friettent van Nico Bracke aan de Zoetendaal tussen huizen in aanbouw.

Langenoordstraat 112, kruidenierswinkel van Corrie Matthee.

24

25

De buurtsupermarkt van Centra aan de Langenoordstraat.

De buurtsupermarkt van de VIVO (Janus Timmermans) aan de Molenbergstraat.

26

27

Tijdelijke winkel van de SPAR aan De Donk.

De supermarkt van de Gruyter op de hoek Zuidhaven/Markt. 9


Beelden In Zevenbergen zijn diverse kunstwerken te vinden. Een aantal beelden zijn de moeite waard, vooral als je het verhaal erbij kent. In de kasteeltuin vinden we een stalen kunstwerk met het silhouet van het kasteel van de heren van Zevenbergen, dat vanaf de 13de eeuw in deze omgeving heeft gestaan. Het beeld van de zeemeermin uit 1983 (Niek van Leest), refereert ook aan de oude geschiedenis van Zevenbergen. De legende verhaalt dat in 1421 een zeemeermin de haven van Zevenbergen in zwom. Toen ze onvriendelijk werd bejegend door de arrogante Zevenbergenaren, voorspelde ze dat Zevenbergen zou vergaan, maar dat de Lobbekenstoren zou blijven bestaan. De Elisabethsvloed zorgde ervoor dat de voorspelling uitkwam. Het beeld stond oorspronkelijk bij de Meerenhof. Toen die afbrandde in 2003 verhuisde het naar de fundamenten van de Lobbekenstoren, waar het eigenlijk beter op zijn plaats was, maar in 2013 ging het toch weer terug naar de wijk Serena.

Zoals de gewoonte was in Brabant werden gebouwen vaak versierd met een beeld van de heilige waarnaar ze genoemd zijn. Dit was o.a. het geval bij het gebouw St. Jan (de Schakel) en de St. Josephschool. Het beeld van St. Jan staat nu bij de Bartholomeuskerk.

De pratende vrouwen (Kees Jansen) symboliseren sinds 1981 dat de Markt het hart is van Zevenbergen. Daar ontmoet men elkaar. Datzelfde geldt ook wel een beetje voor de waterpomp die er weer staat. Voordat er waterleiding was haalde men hier z’n drinkwater en bij gebrek aan Social Media werden hier ook de roddels van de dag uitgewisseld. De peeënsteker aan de Prins Hendrikstraat (Niek van Leest) staat symbool voor de suikerindustrie in Zevenbergen en dan met name voor het zware werk van de boeren die de bieten teelden voor de suikerfabrieken. Het is in 1981 tot stand gekomen op initiatief van Kees Klasen na het besluit om de suikerfabriek te sluiten. Stalen plastiek in de kasteeltuin met silhouet van het kasteel Zevenbergen. 10


28

29

De zeemeermin uit de legende over Zevenbergen uit de Middeleeuwen.

De pratende vrouwen als symbool van dé ontmoetingsplek in Zevenbergen.

30

De Peeënsteker is een eerbetoon aan de arbeiders van de suikerindustrie.

33

31

Beeld van St. Jan de patroonheilige van het voormalige RK verenigingsgebouw.

32

Beeld boven de poort van de oude St. Josephschool aan de Markt.

34

35

Eén van de weinige historische kunstzinnige bouwwerkjes van Zevenbergen.

Openbare stadswaterpomp. Replica van de pomp die tot de jaren 40 op de Markt stond.

Het beeld “Suiker”. Ter herinnering aan de Suikerindustrie in Zevenbergen. 11


Schedel van een onbekende Zevenbergenaar van de vroegere begraafplaats bij de NH kerk.

Archeologie Zevenbergen was de eerste eeuwen van haar bestaan een belangrijke stad en een sterke vesting, die door een muur omgeven was. In 1427 verloor Gerrit II van Strijen, heer van Zevenbergen, zijn oorlog met Philips de Goede, hertog van Bourgondië. Zevenbergen raakte daardoor haar stadsmuur kwijt en werd een “open vlek”. Een van de schepen (Zevenbergen lag aan het water) van die hertog ligt trouwens nog onder de spoorlijn van Zevenbergen naar Roosendaal. De Noordtoren, waarvan de fundamenten in 1948 bij de aanleg van de Dr. Ariënslaan werden ontdekt, was onderdeel van deze stadsmuur. Bij de sloop van de school aan de Neerhofstraat werden ook stukken van de muur gevonden. Een zo’n stuk is te zien in Museum Zevenbergen. Gerrit II van Strijen voerde die oorlog namens Jacoba van Beieren. Daarom is het toepasselijk dat in Museum Zevenbergen ook Jacobakannetjes zijn te 12

zien die in Zevenbergen werden gevonden. Die zijn naar haar genoemd omdat er veel zijn gevonden bij haar kasteel Voorhout. Zevenbergen had tot 1728 een kasteel. Dat werd meer en minder intensief bewoond door de geslachten die in de feodale tijd Zevenbergen bezaten: achtereenvolgens de families van Strijen, van Bergen en Arenberg (de Ligne). Amalia van Solms woonde er niet meer. Het lege graf van Jean de Ligne (van Arenberg) bevindt zich nog altijd in de NH-kerk. Tijdens de 80-jarige oorlog stond Zevenbergen wisselend onder Spaanse en Staatse (Geuzen) bezetting. Platteland, stad en kasteel hadden daar veel van te lijden.


36 37

Kinderschoen uit de 14de eeuw, gevonden in 2018 op de Markt. Bij het kasteel en Fort Noordam is allerlei aardewerk gevonden, o.a. Jacobakannetjes. 38

39

Kop van een Colfslof, de voorloper van de golfclub. Gevonden bij Fort Noordam.

40

Funderingen van Fort Noordam tussen Dikkendijk en de Roode Vaart.

Fundamenten van de Noordtoren aan de Dr. Ariënslaan.

41 42

43

Stuk stadsmuur dat is opgegraven aan de Neerhofstraat.

Graf van Jean de Ligne. Heer van Zevenbergen van 1559 tot 1568.

Wapentuig gevonden bij het kasteel en bij Fort Noordam. 13


Openbare lagere school aan de Markt werd in 1924 de RK lagere school Sint Joseph.

Oude scholen Tot Napoleon stelde het onderwijs in Nederland niet veel voor. Zevenbergen had wel een dorpsschool, deels betaald door de magistraat (gemeente), maar het onderwijs was matig georganiseerd en gehuisvest. In de Franse tijd wordt meer structuur aangebracht en in de 19de eeuw is er voor het eerst klassikaal onderwijs o.l.v. opgeleide leraren. In 1804 wordt huize Luchtenburg aan de Markt omgebouwd tot openbare lagere school en in 1907 komt er op die plaats een nieuw gebouw dat in 1924 de RK Josephschool wordt. Halverwege de 19de eeuw kwam er ook vrijheid van onderwijs. Openbare scholen vielen onder de gemeente en bijzondere (katholieke of protestante) scholen onder een schoolbestuur, maar die moesten wel alles zelf betalen. Pas in 1920 stelde de schoolwet alle scholen gelijk. De eerste bijzondere school in Zevenbergen was in 1830 de meisjesschool aan de Oude Kerkstraat van de zusters van Jezus Maria en Josef (JMJ). Vervolgens verhuisden zij naar het klooster aan de Molenstraat en toen dat te klein werd, in 1884 naar de 14

nieuwgebouwde St. Annaschool aan de Doelstraat. De katholieke scholen waren niet gemengd en de openbare school op de Markt werd toen vanzelf een jongensschool. In 1847 volgden de christelijke kleuterschool Sophia en in 1861 de christelijke lagere school in de Stationsstraat. Pastoor van Kessel startte in 1933 de boerinnencursus in het KJV huis in de Molenstraat. In 1947 werd dat de RK huishoudschool St. Elisabeth. Zevenbergen kreeg in 1940 ook een protestants-christelijke huishoudschool. In 1918 begon de christelijke ULO in het gebouw van de lagere school aan de Stationsstraat. Pas in 1956 betrok de school een eigen gebouw, namelijk “De Meerpaal”. Veel later, in 1946, startte de RK ULO-school. Vanaf 1952 zat die in de nieuwbouw aan de Burgemeester Vranckenstraat, later uitgebreid met houten lokalen: “het Paradijs”. Met de Mammoetwet werden dat MAVO-scholen, die fuseerden met het Markland of werden opgeheven. Na WOII kwamen er door de explosieve groei vele lagere en kleuterscholen bij, nog steeds gesplitst in openbaar, katholiek en protestants-christelijk, al zijn de verschillen niet erg groot meer.


44

45

De Sint Annaschool voor meisjes aan de Doelstraat. RK lagere school Sint Joseph in de Neerhofstraat die overging in basisschool De Neerhof. 46

47

48

RK Kleuterschool van de Zusters van JMJ (Jezus Maria Jozef) aan de Oude Kerkstraat. RK Kleuterschool aan de Komansweg die later opging in basisschool De Toren (Torenveld).

49

50

Christelijke lagere school. Alleen de ingang was aan de Stationsstraat zichtbaar.

51

Christelijke basisschool Het Kompas op de hoek Dr. Ariënslaan/ Willem III-straat. Christelijke kleuterschool De Schelp op de hoek van de van Aerschotstraat en de Willem III-straat. RK Landbouwschool aan de Pastoor van Kessellaan, later RK kleuterschool 15 “De Eerste Stap”.


De Zevenbergse Azelma was in 1858 de eerste beetwortelsuikerfabriek van Nederland.

Suikerindustrie In 1858 stichtte Adriaan de Bruijn in Zevenbergen de eerste zogenaamde beetwortelsuikerfabriek en werd daarmee dus niet alleen de grondlegger van de suikerindustrie (op basis van bieten) in Zevenbergen, maar in heel Nederland. Hij noemde die fabriek de Azelma (vernoemd naar zijn vrouw). Later werd de fabriek nog uitgebreid met een spiritusfabriek: de Amelia (naar de vrouw van zijn broer). De raffinage van rietsuiker uit de koloniën was al veel eerder in Nederland gevestigd, maar hoofdzakelijk in Amsterdam. Ook daar was de familie de Bruijn bij betrokken. Na de Azelma volgden de Phoenix (1867) en de Dankbaarheid (1872), die beide werden gesloten toen de coöperatieve suikerfabriek in 1917 van start ging. De Azelma hield het nog tot 1928 vol en werd tenslotte in de jaren 50 gesloopt. De bouw van de coöperatieve suikerfabrieken was een reactie van de boeren op de ongunstige voorwaarden voor de levering van bieten aan de particuliere fabrieken.

16

De Phoenix was eigenlijk een omgebouwde Garancinefabriek (geraffineerde meekrap) en ook de Dankbaarheid gebruikte gebouwen van de oude meekrapstoof aan de Noordhaven en Stoofstraat, die daaraan zijn naam dankt. De opkomst van de suikerindustrie was een welkome compensatie voor de boeren, dorpen en steden in West-Brabant en Zeeland. Deze opkomst viel samen met de teloorgang van de meekrapindustrie, tot dan toe een belangrijke leverancier van rode kleurstof. De coöperatieve suikerfabriek fuseerde in 1947 met de fabrieken in Dinteloord en Roosendaal tot de VCS en werd daarna ook nog flink uitgebreid. De fabriek bood aan vele inwoners van Zevenbergen werk en ook aan vele seizoenarbeiders uit de verre omtrek. In 1966 gingen alle coöperaties op in de Suikerunie en vond verdere schaalvergroting plaats, dus minder en grotere fabrieken. Als gevolg daarvan werd de relatief kleine fabriek in Zevenbergen in 1987 gesloten, zoals vele fabrieken in West-Brabant.


52

53

Suiker maken begint met bieten. Hier een exemplaar van 9 kg van de familie van de Noort.

Vier tot zes paarden waren nodig om een kar met bieten uit de akker te trekken.

54

55

Voor de komst van kranen werden bietenschepen door mannen én vrouwen met de hand gelost.

Het hart van suikerfabriek Azelma: de stoommachines. 56

57

58

Het laboratorium van suikerfabriek Azelma. De Keet (het Spookhuis): pension voor honderden seizoenwerkers van de Azelma.

De spiritusfabriek Amelia verwerkte de melasse van de Azelma tot alcohol.

17


59

60

Graf van Adriaan de Bruijn op de RK begraafplaats in Zevenbergen.

Suikerfabriek de Phoenix (1867) naast de Azelma aan de Huizersdijk.

61

62

Suikerfabriek de Dankbaarheid (1872) ten westen van de Roode Vaart. De coöperatieve suikerfabriek ging in 1917 van start.

63

64

De Dankbaarheid nog samen met de coöperatieve suikerfabriek in 1918. Paard en wagen met suikerbieten in de Molenstraat in Zevenbergen. 18


65

66

Dikke Bertha, de stoomlocomotief die suikerbieten van het station haalde.

De pulp werd als veevoer meegenomen nadat de bieten waren gebracht.

67

68

In 1947 ging de coöperatieve suikerfabriek op in de VCS met Dinteloord en Roosendaal en werd flink uitgebreid. Bietenschepen voor de kade bij de fabriek, klaar om gelost te worden met de kranen. 69

70

Bietenschepen wachten in de Roode Vaart om gelost te worden.

Oud en nieuw. De suikerfabriek na sluiting en op de achtergrond industriegebied Moerdijk.

19


Nederlandse Olie en Stearinefabriek ofwel “de vetkaai” aan de Huizersdijk.

Industrie Industrie heeft altijd een belangrijke rol gespeeld in Zevenbergen. Bij het ontstaan in de 13de eeuw was dat vooral de winning van turf en zout. Investeerders waren toen de Vlaamse kloosters, de multinationals van de middeleeuwen. Het zout was nodig voor conservering van voedsel. In de 14de eeuw kwam daar de meekrap bij. Zevenbergen had dus ook een aantal meekrapstoven, waar de rode kleurstof uit de wortels werd gewonnen. Rond 1850 werd meekrap vervangen door synthetische kleurstof en werden de meekrapstoven van Zevenbergen gesloten of omgebouwd tot suikerfabriek. Rond deze tijd kwam de, voor Zevenbergen zeer belangrijke, suikerindustrie tot ontwikkeling (zie elders in dit boek). In de categorie agrarische industrie speelden ook de vlasserijen een rol, die de grondstof voor de linnenproductie en lijnolie leverden, b.v. vlasfabriek “De Tijd”, aan de Koekoekendijk en roterij Kuipers, aan het Sas. Hetzelfde gold voor de bierbrouwerijen. Zoals elke stad had Zevenbergen er meerdere. Van oudsher 20

werd er veel laag alcoholisch bier gedronken omdat het water niet goed drinkbaar was. Brouwerij het “Wit Anker” heeft het nog lang volgehouden. In 1862 kwam de gemeentegasfabriek (cokesbranderij), o.a. voor de straatverlichting met als restproducten o.a. teer, ammoniak en grafiet. Na de overgang op mijngas kon de branderij dicht, maar de sanering eind 20ste eeuw was een enorme klus. In de 20ste eeuw kwam er “moderne” industrie naar Zevenbergen. In 1900 startte de matrassenfabriek van Hartman, die o.a. met het merk “Peerless” landelijke uitstraling had. De machinefabriek van Dennis van Opstal, die in 1918 van start ging, was een begrip. De machines werden wereldwijd geleverd. Kwaaitaal maakte betonnen vloeren aan de Huizersdijk en Peek & Cloppenburg maakte kleding aan de van Strijenstraat. Verder had Zevenbergen een timmerfabriek, meubelmakerij en niet te vergeten de Nederlandse Olie en Stearinefabriek (de vetkaai) aan de Huizersdijk, die later opging in de Caldic aan de Schansdijk.


71

72

De werkplaats van machinefabriek van Opstal aan de Generaal Allenweg.

Hazet matrassenfabriek van Hartman aan de Hazeldonkse Zandweg. 73

74

75

Fabriek van segmentvloeren van de gebroeders Kwaaitaal aan de Huizersdijk. Bedrijfswagen voor bierbrouwerij het Wit Anker, op de hoek Brouwersstraat/ Zuidhaven.

Gashouder van de gasfabriek aan het einde van de Molenbergstraat.

76

77

78

Chemische fabriek Caldic, aan de Schansdijk, ontstaan uit “de vetkaai”. Stoomtimmerfabriek de Toekomst aan de Hazeldonkse Zandweg. Later Hartman.

Loods van Dick Smit zand en grindhandel (later Smit beton) aan de Stoofstraat/Noordhaven. 21


Bij het monument in het Julianaplantsoen vindt jaarlijks op 4 mei de dodenherdenking plaats.

Tweede Wereldoorlog In Zevenbergen realiseerde men zich dat de Tweede wereldoorlog was begonnen toen op 10 mei 1940 de Fokker van piloot Buwalda, na een luchtgevecht een noodlanding maakte bij de Huizersdijk. Al de volgende dag, op 11 mei, kon daar geen twijfel meer over bestaan. De Duitse luchtmacht bombardeerde toen de Merodestraat en het verlengde daarvan aan de overkant van de haven. Daarbij kwamen 36 inwoners om het leven en werd veel schade aangericht. Aanleiding was de aanwezigheid van Franse troepen, die tevergeefs zouden proberen de Moerdijkbruggen op de Duitsers te heroveren. Tot de bevrijding verliep de oorlog in Zevenbergen relatief rustig. Maar in 1944, voorafgaand aan de bevrijding op 5 november, werd Zevenbergen wederom zwaar getroffen door zowel de beschietingen en bombardementen van de geallieerden als de vernielzucht van de Duitsers. Tijdens de bevrijdingsdagen kwamen 83 inwoners van Zevenbergen om het leven. Dat hadden er veel meer kunnen zijn als niet de kelder onder de RK Bartholomeuskerk een schuilplaats had geboden aan ongeveer 2.500 mensen. Zelfs toen de Duitsers de 22

toren opbliezen en die toren op de kerkvloer viel, bleven zij ongedeerd. Op zowel de algemene als de katholieke begraafplaats aan de kerkhofweg bevinden zich monumenten die specifiek herinneren aan de mensen die in 1940 bij het bombardement zijn omgekomen. Voor de mensen die in 1944 bij de bevrijding omkwamen is er geen specifiek monument opgericht. Zij worden jaarlijks met alle andere personen die omkwamen op 4 mei herdacht bij het bevrijdingsmonument in het Julianaplantsoen, dat in 1986 tot stand kwam.

Scan mij


79

80

81

Op 10 mei 1940 maakte de Fokker van sergeant Buwalda een noodlanding bij de Huizersdijk..

Na het opruimen werd pas echt duidelijk wat er bij het bombardement van 11 mei 1940 was verwoest.

Da Ankerbrouwerij aan de Zuidhaven werd op 11 mei 1940 zwaar beschadigd.

82

83

84

De Kerkstraat met hotel Tholenaar na het bombardement van 11 mei 1940. Massagraf van Zevenbergenaren die het leven lieten op 11 mei 1940. Verwoestingen van 1944, links de Catharinakerk en achteraan de Bartholomeuskerk zonder torens. 85

86

87

Het oude stadhuis van Zevenbergen werd bij de bevrijding verwoest en niet meer opgebouwd.

November 1944 vonden ongeveer 2500 mensen in de kelder van de Bartholomeuskerk relatieve veiligheid.

Op 29 juni 1945 trok door Zevenbergen een zogenaamde bevrijdingsoptocht. 23


Jef Leijs als voerman voor de besteldienst “van Gend en Loos” in de Stationsstraat.

Vervoer In de Middeleeuwen waren de wegen slecht en ging het meeste vervoer over water. Omdat Zevenbergen aan de Mark lag en soms zelfs aan zee, was dat gunstig voor de ontwikkeling van de stad. Vervoer over water is heel lang belangrijk gebleven, ook voor het personenvervoer. Met meer en betere wegen kwamen er, vanaf ongeveer 1600, “snelle” postkoetsen met paarden. Postmeester Hendrik Jacobszoon van der Heijde uit Zevenbergen begon een postiljondienst vanuit Antwerpen via het Lamgatseveer naar Zevenbergen en verder naar Moerdijk. Van daaruit met de boot naar Strijensas en Dordrecht en dan verder naar Holland. In Zevenbergen was de halte bij herberg “’t Hert” aan de Zuidhaven (nu nr. 73). Tot 1 mei 1855 is deze post- en diligenceroute in stand gebleven want in 1854 kwam het spoor naar Zevenbergen. De trein volgde de route van de postkoets naar Moerdijk en per boot naar de overkant. In 1872 kwam er een spoorbrug en werd Zevenbergen direct met deze Moerdijkbrug verbonden en verviel de zogenaamde “Belze lijn”. De suikerfabriek in Zevenbergen had een eigen 24

locomotief om bieten van het station op te halen, de Dikke Bertha. Vanaf het station ontwikkelde zich een lokaal transportnetwerk. In 1890 reed er dagelijks een paardentramdienst tussen Zevenbergen en Klundert, welke later werd vervangen door een autobus. Ook kwam er een busverbinding naar Leur en Breda van de firma Tigchelaar. In 1934 werd de BBA (Brabantse Buurtspoorwegen en Autobusdiensten) opgericht die de bestaande ondernemingen overnam. Naast het openbaar vervoer is er natuurlijk ook ruimte voor particulier personenvervoer, zoals familiebedrijf Goverde, dat in 1934 werd opgericht door opa Jan Goverde. Na de oorlog ging hij samenwerken met Sjaak Kouters en de onderneming groeide uit tot een bekend taxi- en touringcarbedrijf. Behalve personen werden er natuurlijk ook goederen vervoerd. Van Gend en Loos is een bekende naam, maar ook hadden plaatselijke bedrijven hun eigen vrachtauto’s. Matrassenfabriek Hartman maakte door heel Nederland reclame met zijn vrachtauto.


88

89

90

De reizigers staan te wachten op de trein op het perron van station Zevenbergen. Het vervoer met de bus van Klundert naar Station Zevenbergen en terug. Markt met Bushalte in 1966. Lijn 17 vertrekt naar Breda.

91

92

93

De bus van lijn 117 naar Breda en terug met chauffeur Cor Santbergen. Busdienst Zevenbergen-Leur-(Prinsen) Beek-Breda van M.J. Tigchelaar. Een uitje met de bus van de firma Goverde-Kouters.

94

95

96

Vrachtwagen van transportbedrijf A.M. Kremers uit Zevenbergen in 1929.

De Dikke Bertha (1918) op weg naar het station, hier in de Prins Hendrikstraat. De eigen vrachtwagen van de Hazet matrassenfabriek maakte reclame door heel Nederland.

25


Bloeddonordag van het Rode Kruis in 1973.

Zorg In Zevenbergen wordt in 1485 al een Gasthuis vermeld, dat ook diende als weeshuis. In 1685 werd door stadhouder Willem III aan de wezen een eigen huis geschonken: het “Armen Weeshuis ter stede Sevenbergen”. Het stond op de hoek ZuidhavenNieuwe Kerkstraat, bij de huidige Weeshuisbrug. In 1830 werd het weeshuis overgenomen door het RK kerkbestuur en kwamen de Zusters van Jezus, Maria en Josef (JMJ) naar Zevenbergen. De zusters waren er dus al toen het RK kerkbestuur van Zevenbergen in 1880 besloot om een gasthuis te bouwen in de Doelstraat voor verpleging van zieken en ouderen. In 1888 was dit gereed en konden de zusters aan de slag in dit St. Joseph Gasthuis. Met de laatste cholera-epidemie in het geheugen was er in 1908 een gebouw neergezet voor besmettelijk zieken, ook wel “smetbouw” of “pesthuis” en later “Oude Sancta” genoemd. In 1934 verhuisde de besmettelijke zieken naar Breda en werd het ingericht als ziekenhuisje/kraamcentrum. Er werden o.a. ook amandelen geknipt. Toen het gasthuis niet meer voldeed kwam er een nieuwe verpleegafdeling (laagbouw Nieuwe Sancta) 26

en in 1966 werd Huize Zevenbergen geopend. De zusters J.M.J. vertrokken in 1974. Momenteel staat er zorgcentrum De Zeven Schakels, al lang niet meer alleen voor katholieken. Met een legaat van Anna van de Werk werd in 1936 Huize van de Werk gesticht, een protestant christelijk bejaardentehuis op de hoek Zuidhaven/ van de Werkstraat. Toen dit te klein werd, kwam in 1953 zorgcentrum “De Westhoek” aan de Prins Bernhardstraat. Het “Groene Kruis” en het “Wit-Gele Kruis” zijn vanaf begin 20ste eeuw onlosmakelijk verbonden met het bevorderen van gezondheid, het consultatiebureau, de tbc-bestrijding, de verstrekking van hulpmiddelen, etc. En dan waren er de individuele zorgverleners zoals Dr. Kock (moed houden en melk drinken), Dr. v.d. Linden, etc. Als vertegenwoordiger van deze groep is tandarts v.d. Velde hier opgenomen. Zijn goed bewaarde spreekkamer boezemt nog angst in bij een bezoek aan het Museum Zevenbergen.


97

98

Sint Joseph Gasthuis gelegen in de Doelstraat, nabij de kruising met de Oude Kerkstraat. Oude Sancta of “pesthuis”/ “smethuis” (1908) achter het Sint Joseph Gasthuis.

99

100

101

Nieuwe Sancta. Verpleeg- en kraamkliniek ter vervanging van het oude Sancta.

Huize Zevenbergen, voorloper van de Zeven Schakels, gelegen aan de Doelstraat.

“Bejaardenhuis van de Werk” aan de Zuidhaven/van de Werkstraat.

102

103

104

Het Groene Kruisgebouw in 1958, consultatiebureau aan de van de Markstraat.

Tandarts van de Velde in zijn spreekkamer aan de Stationsstraat. Verzorgingshuis de Westhoek aan de Prins Bernhardstraat, gebouwd in 1953. 27


Huizen in het water in de polders rond Zevenbergen.

Rampen Zevenbergen heeft zijn portie aan rampen wel gehad. In de Middeleeuwen waren er natuurlijk de Pest en ook de vele branden, die in een stad met houten huizen en strooien daken verwacht konden worden. In 1595 werd half Zevenbergen door brand verwoest en in 1845 werd Zevenbergen getroffen door een windhoos met veel schade en 3 doden als gevolg. Zevenbergen ligt op 7 bergen en houdt dus vaker droge voeten dan de omliggende plaatsen. Zevenbergen werd wel verwoest bij de Elisabethsvloed in 1421 en lag daarna aan zee, maar is niet geheel weggevaagd zoals Zonzeel (bij het huidige verkeersknooppunt). In 1953, bij de watersnoodramp, waren het vooral de omliggende plaatsen die veel schade leden en doden te betreuren hadden. Een ongeluk komt nooit alleen en dat geldt ook voor oorlogen die vaak rampen veroorzaken. Bij de Elisabethsvloed in 1421 woedden de Hoeksche 28

en Kabeljauwse twisten en voorafgaand aan de watersnood van 1953 hadden we de Tweede Wereldoorlog (WOII). Daardoor was het onderhoud aan de dijken erg verwaarloosd. De toestand van de buitendijken in Noord-West Brabant was ook voor WOII al matig en die van de binnendijken soms ronduit slecht. Bij Moerdijk hadden vele binnendijken nog de hoogte uit de 17e eeuw. Ook de buitendijk tussen Willemstad en Klundert was ondanks de plaatsing van een “muraltmuur” (betonnen platen) gewoon te laag. De onderwaterzettingen van de polders in WOII hadden de dijken verder ernstig verzwakt. Bij Heijningen, brak op 1 februari 1953 de Slobbegorsedijk op de plaats waar hij in 1944 door de Duitsers was doorgestoken. Bijna 85 procent van het grondgebied stond op 1 februari 1953 onder water. Alleen Standdaarbuiten en de polders rondom Zevenbergen bleven droog.


105

Overzichtskaart van West-Brabant na de Sint-Elisabethsvloed in 1421.

106

107

Voor de windhoos van 19 augustus 1845.

Na de windhoos van 19 augustus 1845.

108

109

Een boerderij aan de Lapdijk tijdens de watersnood van 1 februari 1953. Nederlandse militairen helpen na de watersnoodramp aan de Lapdijk.

29


Molenbergstraat, boerderij van de fam. Gommers.

Boerderijen De landbouw was lange tijd het hoofdmiddel van bestaan in Zevenbergen en tot ongeveer 1950 was dat het gemengd bedrijf. Naast de akkerbouwgewassen werden rundvee, varkens en kippen gehouden. Voergraan, hooi, stro en afval van de akkerbouw werd aan de paarden en het vee gevoerd en de mest ging weer naar het land. De mestput (miesput) en gierkelder waren belangrijke onderdelen van het boerenbedrijf. Boerderijen waren daar ook op ingericht. Rond 1900 had Zevenbergen 700 werkpaarden, 1.200 melkkoeien en 600 stuks mestvee. Vroeger was het niet ongebruikelijk dat boerderijen ook in het dorp stonden, midden tussen de woonhuizen, dicht bij toeleveranciers en afnemers. De grond lag dan buiten het dorp. Theater De Schuur was vroeger zo’n boerderij en het pleintje bij de ingang was de mestput, die gedurende het jaar steeds voller werd, waardoor de koeien ook hoger kwamen te staan.

30

Door specialisatie en schaalvergroting veranderde dat. Vroeger liep een veehouder met enkele koeien gewoon over straat naar huis of naar het land. Met 10 dieren ging dat nog, maar met 30 niet meer. Ook de grotere stallen pasten niet meer tussen de woonhuizen en dan was er nog de overlast omdat zo’n mestput allesbehalve geurvrij was. Boeren die wilden groeien, vertrokken daarom uit het dorp, vaak naar grond die toch al van hen was en bouwden daar grotere boerderijen. Als je rondom Zevenbergen langs de dijken fietst, zie je ook nog een groot aantal oude markante boerderijen, omgeven door windsingels en meestal bestaand uit een fors woonhuis en een bergschuur met ingebouwde veestal en eventuele andere bijgebouwen als wagenschuur, krattenberging, etc. De plaatjes tonen zowel boerdijen binnen als buiten de bebouwde kom. Die binnen het dorp zijn inmiddels vaak afgebroken of zijn verbouwd tot een riante woning.


110

111

112

Boerenschuur aan de Lage Wipstraat/Drielindenstraat. Hazeldonkse Zandweg, boerderij Landlust gebouwd tussen 1850 en 1900. Kerkhofweg, boerderij van de fam. Gabriëls, gebouwd in 1876. 113

114

115

Boerderij aan de Hazeldonkse Zandweg (rotonde), gebouwd ca 1910. Boerderij en werkplaats van Wout Bouwmeester in de Lage Wipstraat. Boerderij van landbouwer C. Barel in de Molenstraat.

116

117

118

Huizersdijk, boerderij van de fam. P. Bouwmeester. Boerderij aan de Uilendijk, gebouwd tussen 1850 en 1900. Hoeve Cecilia aan de Langeweg, gebouwd in 1832. 31


Fabrieksstraat rond 1900, genaamd ’t End, aan het einde van de Langenoordstraat/Noordhaven.

Karakteristieke straten De karakteristieke straten van een stad zijn veelal ook de oudste. Zevenbergen is daarop geen uitzondering. Op het kaartje van Zevenbergen elders in dit boek is te zien dat al in 1560 de Lage Wipstraat (Achterstraat), Langenoordstraat (Bovenstraat), Haven, Molenstraat, Doelstraat en de Stationsstraat (vroeger gewoon de Zandweg) aanwezig waren. Straten dus waarvan je zegt: “als die konden praten ….” De Zandweg was de uitvalsweg naar Breda, via het Zwartenbergse Veer. De fundering van de oude stadspoort van voor 1427 zit ter hoogte van de Neerhofstraat nog in de grond. Deze weg kreeg pas de naam Stationsstraat nadat er in 1854 een station was gekomen en de Stationslaan was aangelegd. In die tijd begon ook Zevenbergen zich te ontwikkelen en dat is nog goed te zien aan enkele markante gebouwen uit de 19de eeuw en het begin van de 20ste eeuw. De Foepsteeg (Neerhofstraat) paste dus eigenlijk niet goed bij deze voorname straat. De Langenoordstraat en de Lage Wipstraat waren eigenlijk volkswijken net als het Palingstraatje, 32

dat daarop uitkwam. Aan de haven woonden de notabelen en de zakenlui in de huizen met trapgevels en daarachter het personeel, zoals je elders ook vaak een Voorstraat en een Achterstraat hebt. Na de brand van 1595 gold dat als je geen pannendak kon betalen, je maar in de Langenoordstraat moest gaan wonen. De Molenstraat leidde vanzelfsprekend naar de Molen aan het Moleneind en de Doelstraat leidde naar de doelen van de schutterij van het St. Jorisgilde en eindigde in het Achterpadje. Rond 1900 waren de genoemde straten nog steeds de belangrijkste van Zevenbergen. Geen wonder dat daar de belangrijkste gebouwen terecht waren gekomen, zoals het klooster, het gasthuis de St. Annaschool en later parochiehuis St. Jan. De Markt was natuurlijk altijd het centrum van de stad. Ontstaan voor de kerk of andersom, dat is niet duidelijk. In de Tweede Wereldoorlog is het karakteristieke aanzicht van de Markt helaas verwoest.


119

120

Palingstraatje in 1925/1930 (Lobbekenstorenstraat). De Bernardsteeg ofwel Foepsteeg, nu de Neerhofstraat. 121

122

123

Achterpadje (einde van de Doelstraat). Zandweg (Stationsstraat), de panden links en rechts zijn reeds verdwenen. Markt met visbank in 1916, daar waar nu ook trappen zijn gemaakt.

124

125

126

Molenstraat, middengedeelte. Mensen poseerden graag voor de foto. Langenoordstraat 88, het hoogste punt van Zevenbergen, daarom ook wel Bovenstraat genoemd.

Achterstraat (Lage Wipstraat) gezien vanaf de Suikerfabriek. 33


Kerken en kapellen De NH-kerk ofwel Catharinakerk in Zevenbergen is van buiten de mooiste en de RK Bartholomeuskerk heeft het mooiste interieur. Goed verdeeld zou je zeggen, maar dat was niet altijd zo. In 1290 stond er op de plaats van de huidige Catharinakerk al een gebedshuis. Dat was een katholieke kerk want Christelijk stond toen nog gelijk aan Katholiek. Maar dat veranderde met Luther en Calvijn in de 16de eeuw. In 1568 begon de tachtigjarige oorlog, wat behalve een onafhankelijkheidsstrijd van de Protestante (Calvinistische) Hollanders tegen de katholieke Spanjaarden, ook een godsdienstoorlog was. Zevenbergen bleef lang katholiek omdat het op de grens tussen de strijdende partijen lag, maar in 1610 kreeg het protestantisme de overhand en werd de Catharinakerk hervormd. De katholieken verhuisden naar de schuilkerken, waar ze werden gedoogd en niet voor de buitenwereld zichtbaar hun geloof mochten belijden.

De katholieken hadden ook in hun belangrijke gebouwen een kapel. Bijvoorbeeld bij de Franse nonnen in villa Waterloo, in het St. Joseph Gasthuis en in het klooster van de zusters JMJ. Die kapel zou later in gebruik zijn als raadzaal. Ook in de 7-schakels bevindt zich een kapel.

Met Napoleon kwam de godsdienstvrijheid terug en mochten de katholieken ook weer echte kerken bouwen. In 1838 verhuisden ze van de laatste schuilkerk aan de Oude Kerkstraat naar de nieuwe Waterstaatskerk op de hoek van de Zuidhaven en de Nieuwe Kerkstraat. Vandaar ook die straatnamen. Toen die kerk te klein werd, bouwde pastoor van Kessel in 1930 de huidige Bartholomeuskerk. In 1836 vond de zogenaamde “afscheiding” van de hervormde kerk plaats die leidde tot de Christelijk Afgescheiden Gemeente. Gerrit Bax bouwde voor deze gemeente in 1841 de Noordhavenkerk. Eind 19de eeuw wordt dit de Gereformeerde Gemeente. In 1946 komt daar nog een kerkgebouw bij als de Gereformeerde Kerk het gebouw van de Noordhavenkerk aan de Vrijgemaakten moet laten en het voormalige verenigingsgebouw “De Eendracht” aan de Stationsstraat betrekt.

34

Kapel van het Sint Joseph Gasthuis aan de Doelstraat.


127 128

129

Hervormde Catharinakerk aan de Markt. Interieur van de hervormde Catharina Kerk aan de Markt. Voormalige Waterstaatskerk op de hoek Nieuwe Kerkstraat/Zuidhaven.

130

131

132

Interieur van de Waterstaatskerk.

Gereformeerde Kerk Vrijgemaakt aan de Noordhaven. Interieur van de gereformeerde Kerk Vrijgemaakt aan de Noordhaven. 133 134

135

Gereformeerde Kerk aan de Stationsstraat. RK Bartholomeuskerk nog met de toren die in 1944 werd opgeblazen.

Interieur van de RK Bartholomeuskerk.

35


Het stadhuis op de Markt van Zevenbergen in 1932.

Gemeente Tot Napoleon een eind maakte aan het feodale stelsel, was Zevenbergen een Heerlijkheid, ofwel eigendom van een heer. Die benoemde schout en schepenen die samen het dagelijks bestuur vormden en recht spraken. De rentmeester van de heer paste op de centen. Het instituut gemeente zoals we dat nu kennen werd door Napoleon in het leven geroepen en verder uitgewerkt in de grondwet van Thorbecke van 1848. De gemeente Zevenbergen bestond tot 1997 uit Zevenbergen, Zevenbergschen Hoek en een stuk van Langeweg. Daarna ontstond de gemeente Moerdijk zoals we die nu kennen. In 1562 werd het toenmalige eerste stadhuis door een brand verwoest. Daarbij ging het oude gemeentearchief verloren, waardoor er van voor die tijd relatief weinig bekend is. In 1563 werd het stadhuis herbouwd, maar bij de bombardementen in 1944 ging het weer verloren. 36

Het gemeentehuis zat toen al in Villa Waterloo (zie elders in dit boek), dat na het vertrek van de Franse nonnen in 1925 door de gemeente was aangekocht. Het kasteeltje huisvestte o.a. gemeentewerken, de politie, etc. Het gebouw werd echter te klein en nadat de zusters van JJM waren vertrokken, verhuisden de ambtenaren vanaf 1972 stapsgewijs naar het klooster aan de Doelstraat. De kapel werd de raadzaal en trouwzaal. Na verloop van tijd werd het gebouw “De Brug” ingelijfd. Na de samenvoeging tot gemeente Moerdijk werd het huidige gemeentehuis betrokken. Brandbestrijding is belangrijk en was dat in het verleden vaak nog meer. Al in de Middeleeuwen, met houten huizen en rieten daken, was dat van levensbelang. Ook toen al waren het vooral vrijwilligers die de branden blusten. Gemeentereiniging is ook zo’n essentiële taak. Het ophalen van vuilnis draagt bij aan de hygiëne en dus aan de volksgezondheid en kwaliteit van leven.


136

137

De Zevenbergse Brandweerwagen uit 1950.

Het gemeentehuis gezien vanaf de Doelstraat. Tot 1971 was dit een zusterklooster. 138

139

140

De vuilniswagen uit 1951, die één keer in de week het huisvuil ophaalde. De veegwagen van de gemeente Zevenbergen in 1980. Raadsvergadering (1972) in de voormalige kloosterkapel met veel publieke belangstelling.

142 141

143

Het gemeenschapshuis de Brug in de Molenstraat, waar diverse activiteiten plaats vonden.

Burgmeester Schaminee met de 10.000ste inwoner van Zevenbergen in 1965.

Muziekkiosk in 1950, waarin muziekgezelschappen, op een zomeravond, hun klanken laten horen.

37


Tekening van het Kasteel van Zevenbergen, gebouwd in de 13e eeuw, afgebroken in 1726.

Verdwenen gebouwen Het kasteel van Zevenbergen. Dat klinkt ontzettend goed. Was het er nog maar. Een stad ontleent altijd veel allure aan de aanwezigheid van een kasteel, dat de rijke geschiedenis symboliseert. Het stamde uit de 13de eeuw, maar helaas, het is er niet meer. In 1727 afgebroken en het puin versterkt tot op de dag van vandaag de zeedijk van Walsoorden in Zeeuws-Vlaanderen. Ook de stadsmuren van de eertijds “onneembare” vesting zijn weg en alleen deels nog onder de grond terug te vinden. Ook huize Luchtenburg, de Neerhof van het kasteel, is verdwenen. In 1804 werd het nog een school, maar in 1907 werd het gesloopt en vervangen door het gebouw dat nu nog op de hoek van de Markt en Stationsstraat staat. Fort Noordam werd in 1576 gebouwd langs de Roode Vaart om de haven van Zevenbergen te beschermen tegen de Spanjaarden. De resten liggen onder het bosje op de vuilnisbelt aan de Dikkendijk. Een deel van de soldaten van het Turfschip kwamen 38

in 1590 hier vandaan en later dat jaar verdedigde Matthijs Heldt het fort succesvol tegen de Spaanse troepen van Van Mansfeld. Na de 80-jarige oorlog verloor het zijn functie. Er zijn ook veel recentere huizen en gebouwen verdwenen. Sommige door de oorlog, zoals het gezichtsbepalende “huis van Anneke Timmermans” op de Markt en de watertoren. Tijdens de oorlog boorde een Duitse “stuntvlieger” zich in de toren en in november werd de toren, zoals alle hoge gebouwen, door de Duitsers opgeblazen. Andere verdwenen door sloop, zoals het gasthuis St. Joseph, parochiehuis St. Jan en de St Annaschool aan de Doelstraat, het klooster (later gemeentehuis) aan de Molenstraat, het Anker aan de Ariënslaan, etc. Allemaal niet meer nodig of vervangen door modernere bouwwerken. Efficiënt, maar minder sfeervol.


145 144

Tekening van Fort Noordam (1590). Het Staatse leger (Matthijs Heldt) vecht tegen het Spaanse leger.

Oude watertoren (1924). In 1944 werd de toren opgeblazen door de Duitse bezetter.

146

147

148

Het huis van Anneke Timmermans, Molenstraat/Markt is in WOII geheel verwoest.

Parochiehuis Sint Jan aan de Doelstraat (1934). Gesticht door pastoor van Kessel en afgebroken in 2011.

Sint Antoniusklooster op de hoek Molenstraat/Oude Kerkstraat.

150 149

151

Gemeenschapshuis het Anker (1959), op de hoek Dr. Ariënslaan/Zeestraat, gesloopt in 2004.

Korenmolen “Breure” (1832) stond prachtig aan het water op de Koekoeksedijk en is gesloopt in 1957.

Muziektent op het midden van de Markt. 39


Kantongerecht en Marechausseekazerne aan het Julianaplantsoen.

Bestaande oude gebouwen Gelukkig zijn er ook nog enkele bestaande gebouwen met een verleden. De eerste versie van huize Steelandt is van 1556. In 1595 werd het verwoest bij de grote brand en in 1617 weer opgebouwd door de uiteindelijke naamgever: jonkheer van Steelandt, raadsheer van prins Maurits. Ook zijn er nog de 17de -eeuwse huizen aan de Stationsstraat 1 en aan de Molenstraat 12, allebei met prachtige oude gevels.

Gogh zijn lessen volgde, en de gereformeerde kerk, die zijn bestaan in 1884 begon als post/telegraafkantoor. Het monumentale latere postkantoor daartegenover is van 1906, waar in 1958 afscheid werd genomen van de oude “stekkercentrale” en de eerste automatische telefooncentrale in bedrijf kwam. De Stationsstraat is trouwens sowieso de moeite waard. Er staan vele mooie oude huizen, met prachtige gevels.

Gelukkig is er nog veel bewaard gebleven uit de 19de eeuw. Allereerst natuurlijk het station uit 1854, het op een na oudste station van Nederland. Opvallend is ook Villa Waterloo, in 1870 gebouwd door de directeur van de eerste Nederlandse suikerfabriek, de Azelma. Het kasteeltje ernaast was oorspronkelijk het wagenhuis. Later werd dit huis nog een pensionaat voor meisjes “van deftige stand” onder leiding van Franse nonnen, gemeentehuis, regionaal archief en kantorengebouw.

De Stellingmolen “Fleur”, aan de lage Wipstraat, staat er gelukkig nog altijd en is na een periode zonder wieken, weer helemaal in oude glorie hersteld. De molen dateert van 1841 en fungeerde als koren- en oliemolen.

Aan de Stationsstraat vinden we nog steeds het pensionaat van meester Provily, waar Vincent van 40

Het gebouw van het arbeidsbureau aan de Noordhaven is weliswaar niet zo oud en ook niet heel mooi, maar het overleefde ternauwernood het bombardement van mei 1940. De ernaast gelegen Beursgang verwijst naar de oude naam “Arbeidsbeurs”.


153

152

Huize Steeland (1617) vernoemd naar Jonkheer Philips van Steelandt, raadsheer van prins Maurits.

155

154

Postkantoor in de Stationsstraat (1906 tot 1986).

Protestante kostschool van meester Provily, Stationsstraat. Verblijf Vincent van Gogh 1864-1866.

156

157

Het oudste monumentale pand in Zevenbergen (vroege 17e eeuw) met een trapgevel aan de Stationsstraat.

Monumentaal 17e-eeuws pand in de Molenstraat, bewoond door schrijver Antoon Coolen (1899-1903).

158

Stellingmolen “Fleur” (1841) in de Lage Wipstraat fungeerde als koren- en oliemolen.

Voormalig woonhuis met wagenhuis van Adriaan de Bruijn (1870), eerste suikerbaron van Zevenbergen.

159

Tweede oudste station van Nederland (1854) aan het spoor tussen Antwerpen en Rotterdam.

160

Internationale graanhandel van Eck met hun pakhuizen, gelegen aan de haven.

41


Café de Kwip (uitbaters Quispel Sr. en Jr.) hoek Kerkstraat/Steelandstraat. Daarvoor café Rust Wat (uitbater Leijten).

Oude cafés Zevenbergen had in het verleden heel veel cafés, zoals in Brabant niet ongebruikelijk. Vroeger waren dat ook veel huiskamercafés of buurtcafés, die als de buurtwinkels voor de mensen uit de buurt waren en waar je krediet kon krijgen, ofwel je drankrekening op de lat kon laten schrijven. Nadat de suikerindustrie zich had gevestigd kende Zevenbergen gedurende een deel van het jaar veel seizoenwerkers, die niet naar huis gingen en in hun vrije tijd vertier zochten in de cafés. Dat is ook de reden dat Zevenbergen een relatief sterke Marechaussee bezetting had. Zoals in Brabant de gewoonte was, hadden veel verenigingen hun thuisbasis in een café. Vooral de kleinere verenigingen hadden geen eigen clubhuis. Een naam als “Café de Sportvriend” van Willem Aarts zegt wat dat betreft genoeg. Biljarten was vroeger een echte cafésport, en tegenwoordig natuurlijk darten. Op één café gaan we wat nader in. Café de Kwip, zoals het in de volksmond heette, is in 1916 gebouwd 42

als woonhuis voor Jacobus Stoop, die direct een tapvergunning kreeg voor dit huiskamercafé. Omstreeks 1946 kocht Anton Kanters “café Stoop” en werd de eerste kastelein met platenspeler in zijn café. Cor Leijten (“de Nissel”) nam in 1953 het geheel over en veranderde de naam in “Café Rust Wat”. Nadat in 1964 zijn dochter Jacqueline de zaak overnam en later zijn zoon Frans, werd in 1970 het café verkocht aan bierbrouwerij Stella Artois. Gerrit Pruijsten werd beheerder. Na 5 jaar zal het café overgaan naar Gerrit Goos en uiteindelijk in 1979 naar Kees Quispel sr. Hij gaat dan, als eerste, niet meer in het pand wonen. In 1993 namen Kees jr. en Anita Quispel het bedrijf over en werd het in 2001 uitgeroepen tot beste dorpscafé van Nederland. Sinds 2009 is het geen café meer. In de moderne tijd zijn veel van die oude (bruine) cafés verdwenen en vervangen door moderne soortgenoten. Daarom hier een eerbetoon aan enkele van die oude cafés. Enkele van die panden bestaan nog.


161

162

Hotel de Beurs aan het water van de westelijke Zuidhaven. Café het Gouden Kruis aan de Langenoordstraat, het laatst uitgebaat door de familie Moret. 163

164

165

Café de Sportvriend, Stationsstraat, laatste uitbater Aarts. Daarvoor café de Vriendschap (Uitbater van Geel)

Café Musters, hoek Zuidhaven/Nieuwe Kerkstraat. Voorheen Koopmans Welvaren (van de Heijkant).

Café Janus van de Noort tegenover het station Zevenbergen in de jaren ‘60.

166

167

168

Café de Gouw, in 1967 overgenomen door Welleman tegenover het Kasteeltje. Café Willem van de Noort aan de Zuidhaven met de ingang in de van Steelandtstraat.

Café Clarijs aan het begin van de Zuidhaven naast huize Steelandt. 43


Werkkamer van Sinterklaas in Museum Zevenbergen.

Museum Zevenbergen Museum Zevenbergen van de Heemkundekring Willem van Strijen is gevestigd aan de Zuidhaven 17 in het woongedeelte van een oude binnenboerderij uit 1780. De schuur van die boerderij is nu het theater “De Schuur”. Het museum heeft drie afdelingen, namelijk het woongedeelte, de oude ambachten en het eigenlijke museum op de bovenverdieping. In het woongedeelte op de begane grond bevinden zich een buurtwinkel, een pronkkamer en de woonkeuken. Deze zijn ingericht in de stijl van het begin van de 20ste eeuw. De buurtwinkel was tot ongeveer 1960 daadwerkelijk in gebruik en de pronkkamer laat zien hoe de boer uit vroeger tijden liet zien hoe goed hij het wel niet deed en hoe welgesteld hij daardoor was geworden. Deze pronkkamer is in de weken voor 5 december ook de werkkamer van Sinterklaas. Het museum is dan het Pietenhuis. De woonkeuken was het hart van de boerderij. Hier werd gewoond, gegeten, gewassen, geweckt, etc. Bij de oude ambachten vindt men gereedschappen van de smid, de vlasser, de timmerman, de bakker, de touwslager, de timmerman, de bakker, etc. Ook de bibliotheek is in dit gedeelte gevestigd.

44

Op de bovenverdieping bevindt zich het eigenlijke museum met o.a. de complete spreekkamer uit 1936 van tandarts van der Velde uit de Stationsstraat, foto’s en materialen van de suikerindustrie, traditionele mutsen, medische apparatuur, schoolspullen, speelgoed uit vroeger tijden, herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog, etc. Op de bovenverdieping bevinden zich ook de archeologische vondsten die in Zevenbergen uit de grond zijn gehaald. Tijdens de openingstijden zijn er altijd vrijwilligers aanwezig die u de verhalen kunnen vertellen die bij de tentoongestelde spullen horen. Scan de link om naar de webpagina van het museum te gaan en een virtuele rondgang door het museum te maken.

Scan mij


169

170

171

Museum Zevenbergen aan de Zuidhaven 17, de thuisbasis van de Heemkundekring Willem van Strijen.

In het museum Zevenbergen kunnen kinderen een wasdag anno 1900 beleven. Buurtwinkel van Mie Stoop, ook wel Mie de Tops genoemd, in Museum Zevenbergen.

172

173

174

De “mooie kamer” toont hoe de rijkere boer liet zien hoe welgesteld hij was. Een originele, met klassiek schilderwerk versierde bedstee-wand uit een Zevenbergse boerderij.

De woonkeuken was het hart van de binnenboerderij waarin het museum is gevestigd.

175

176

177

De Heemkundekring actief bij de braderie in oud Brabantse klederdracht. De spreekkamer van tandarts van de Velde bezorgt nog menig Zevenbergenaar koude rillingen.

De Zevenbergse Slof, originele specialiteit van bakker v.d. Put is in het museum verkrijgbaar.

45


Oude verenigingen Zevenbergen kent heel veel verenigingen, maar we nemen hier slechts de 6 oudste op. De oudste in ongetwijfeld het schuttersgilde St. Joris, dat in 1541 werd opgericht. Hun taak was het beschermen van de stad en later werd uit hun midden ook het stadsbestuur gerekruteerd. Bekend is hun gouden ketting die nu te zien is in het rijksmuseum in Amsterdam. Een andere oude vereniging met roots in het verre verleden waren De Kruisridders, een kruisboogvereniging uit 1907.

Op dit moment zijn er meer dan 100 verenigingen op één of andere manier actief in Zevenbergen. Het verenigingsleven bruist en is verenigd in de Zevenbergse Voorzitters Sociëteit, die 2 keer per jaar bij elkaar komt.

De oudste verenigingen zijn echter vooral cultureel van aard. Vrije tijd werd besteed aan cultuur, lang voordat er georganiseerd aan sport werd gedaan. Rond 1900 had Zevenbergen al koren als Excelsior en het Zevenbergs Mannenkoor, een toneelvereniging en een rederijkerskamer, een overblijfsel uit de Middeleeuwen. De eerste harmonie van Zevenbergen is Euterpe, die in 1868 werd opgericht. De christelijke harmonie Crescendo volgde in 1925. In 2008 zijn deze samengegaan in Muziekvereniging Zevenbergen. Toneelspelen was populair. Vrijwel alle verenigingen organiseerden vroeger een toneelavond om de clubkas te spekken. De echte toneelspelers echter verenigden zich in 1887 in toneelvereniging De Verenigde Ambachtslieden en zij bestaan nog steeds. In 1920 werd “De Zevenbergse Orkestvereniging” ofwel op z’n Zevenbergs: “De Sinfenie” opgericht, een heus symfonieorkest. Eén van de leden was Jonas David van Straten, die samen met zijn moeder omkwam in de concentratiekampen. Na de oorlog is het orkest uiteindelijk opgeheven.

Vaandel van harmonie Crescendo, die is opgericht in 1925. 46


178

Gildeketting Sint Jorisgilde (1541). Deze ketting is te bezichtigen in het Rijksmuseum te Amsterdam.

179

180

Vaandel van Euterpe (1868). In 2008 samengegaan met Crescendo (1925) in Muziekvereniging Zevenbergen.

Toneelgezelschap de Verenigde Ambachtslieden (1887) tijdens het kroningsfeest van Wilhelmina in 1898.

181

182

Kruisboogschieten bij de Kruisridders (1907) aan de Achterdijk in 1974.

Zevenbergs Symphonieorkest, opgericht in 1920. De foto is uit 1925.

47


Schip met chique heren bij de tweede brug.

Haven voor de demping Zevenbergen was van oudsher een nederzetting op hogere ruggen die werden doorsneden door kreken en de rivier de Mark, en zodoende altijd bereikbaar over water. De Mark liep aanvankelijk vrijwel door de stad en waarschijnlijk was dat het begin van wat men een haven zou kunnen noemen. Na de St. Elisabethvloed in 1421 lag Zevenbergen weer vrijwel aan zee. Rond 1450 is er voor het eerst sprake van een haven in het centrum van Zevenbergen. Dat was waarschijnlijk het riviertje de Donk, dat Zevenbergen verbond met de Mark. In de 16de eeuw komt de ontwikkeling verder op gang. Cornelis van Bergen, zelf ook koopvaarder, laat een kanaal graven van de Mark naar de stad Zevenbergen. Later verbindt hij Zevenbergen ook door een kanaal met het Hollands Diep. In dezelfde periode worden er steeds meer polders bedijkt met de behoefte aan ontwatering via dezelfde watergangen. De scheepvaart en bluswatervoorziening vereisten hoog water en de landbouw juist niet. Tegenstrijdige belangen dus en bovendien de vraag: 48

“Wie betaalt wat?”. De haven slibde vaak dicht en het turfschip van Breda kon in 1590 geen soldaten ophalen in Fort Noordam omdat de haven onbevaarbaar was. De ingelanden van de polders winnen die strijd en in de 18de eeuw heeft de stad vrijwel niets meer te zeggen over de sluizen en de haven met zijn ophaalbruggen. De beurtschippers konden soms niet vertrekken omdat de sluismeester van het waterschap weigerde het peil te verhogen. Niet veel later komt dan de suikerindustrie naar Zevenbergen, overigens buiten de stadskern. Die industrie heeft belang bij een zoetwaterhaven om o.a. bieten en kolen aan te vervoeren en voor goed proceswater. Voor de haven in het centrum is de komst van beurtschipper van Eck van belang die in 1883 het pand aan de Zuidhaven kocht dat later zou uitgroeien tot de bekende graanhandel. Verder werd de haven gebruikt om van het Hollands Diep binnendoor naar Breda te varen. Maar, misschien belangrijker nog was de afwatering van de polders.


183

184

Zeilschip aan de kade met rijen bomen bij het centrum.

Vanaf de suikerfabriek was dit de eerste brug, nabij de Dijkstraat/Markt. 185 186

187

Deze breiende meisjes vermaakten zich prima op één van de trappen naar de haven.

Op de visbank nemen de oudere heren het nieuws van de dag door.

In de haven lagen diverse woonboten, er kon bijna geen schip meer door.

188

189

190

Schaatsers op de bevroren haven konden zich prima vermaken. Vanaf de suikerfabriek was dit de tweede brug, nabij de Nieuwe Kerkstraat/Brugstraat. Haven met zicht op de achterkant van de Fabrieksstraat. 49


Braderie met mallemolen op de gedempte haven in 1990.

Gedempte haven In de 19de eeuw lijkt de haven een goede toekomst tegemoet te gaan, maar niets is minder waar. De suikerindustrie brengt veel vervuiling en stank met zich mee en bovendien is er weer eens geen geld voor het beheer. Het waterschap verhoogt de scheepvaartrechten met 100% en het aantal schepen daalt dramatisch, ook omdat de schepen groter worden en de doorvaart smal is. In 1935 komen dan de eerste plannen voor demping van de haven. Zakenlieden en schippers waren tegen en dreigen met schadeclaims. Na de oorlog weigert het Heemraadschap de vaste baileybruggen te vervangen door beweegbare bruggen. De haven zou toch worden gedempt! En toen kon er dus nauwelijks nog een schip door. Vanwege de deltawerken moest het peil in de haven omlaag, maar de haven uitdiepen kon niet. Gevolg: nog minder schepen. De haven vervuilde steeds verder en er verdronken ook regelmatig mensen. Op de grastaluds van de haven groeide het onkruid en het cement viel uit de voegen van de kademuren.

50

En dan stort in 1959 de kademuur in als gevolg van het zware verkeer en valt een vrachtwagen op een schip. Het heemraadschap herstelt dat wel, maar de situatie is onhoudbaar. Bedrijven hebben zich aangepast door over te gaan op wegtransport of te verhuizen en in 1967 valt het besluit en in 1970 wordt de haven gedempt. De Rode Vaart is dan net verbeterd voor de suikerfabriek, maar die sluit in 1987. De gedempte haven biedt dan ruimte voor extra parkeergelegenheid, braderieën en markten en de ruimte wordt aangekleed met een fontein en een anker ter herinnering aan de haven. Er komen diverse kiosken en later ook een restaurant. De inrichting van de gedempte haven is overigens herhaaldelijk aangepast. Eind 2020 gaat de haven weer open. Het primaire doel was aanvoer van zoetwater naar het gebied bij Bergen op Zoom. Het Zevenbergs belang is vooral verfraaiing en herinrichting van de kern van Zevenbergen. En het is een plaatje geworden.


191

192

Het dempen van de haven is in 1971 begonnen. Kiosken in gebruik als winkel of etalage, sieren de besneeuwde gedempte haven. 193

194

195

Spuitende fonteinen zijn rustgevend en vaak doelwit voor het maken van een schuimbad. Het Praethuis gebouwd als ontmoetingsplaats, gevormd uit 3 ronde schelpen met een dak erop. Vanaf 1980 werd het Praethuis een horecagelegenheid, later de Vrijbuiter geheten. 196

197

198

Een anker herinnerde aan de tijd voor de demping van de haven. Weekmarkt op het westelijk haventracé.

De gedempte haven is weer open gegraven, nu met 6 bruggen. 51


Carnaval Al in 1364 vierde men op het kasteel hier in Zevenbergen “de Kleyne Vastenavond”, terwijl hier in 1539 op Vastenavond reeds Zotte Spelen werden opgevoerd. De eerste tekenen van een carnavalstraditie in Zevenbergen, die vele eeuwen zou aanhouden. Na de Tweede Wereldoorlog was er in Zevenbergen sprake van een zeer bescheiden Vastenavondviering. Zo ging een klein aantal kinderen op Vastenavond met de rommelpot rond, een overblijfsel van Vastenavond gebruiken uit vorige eeuwen.

Het eerste symbool van Stichting Carnaval Zevenbergen (SCZ) was de Zeemeermin, maar dat werd al snel vervangen door het bekende Knijn van de Knijnenberg, een zandheuvel in het middengedeelte van de Lage Wipstraat. De drie rode Andreaskruisen op het logo komen oorspronkelijk uit het wapen van Strijen, waar Zevenbergen vroeger deel van uitmaakte. In 2021 viert SCZ haar 60-jarig bestaan. Het feestje werd ruw verstoord door het Coronavirus, maar “wat in het vat zit verzuurt niet”. Dat feest gaat er zeker nog eens komen!

In 1954 werd er na de vergadering van de Middenstandsvereniging een verkleedavond gehouden op de maandagavond voor Aswoensdag. In zaal Van der Hooft op de Markt was het winkeliers/middenstands-carnavalsbal geboren. De kinderen van deze middenstanders richtten een carnavalsvereniging op in 1959, “De Feestneuzen”. In hetzelfde jaar werd carnavalsvereniging “De Zevenbergse Dwazen” opgericht. In september 1961 kreeg Kees Klasen van de burgemeester Schaminee en ook van Pastoor van Poppel “groen licht” voor zijn carnavalsplannen en op 5 februari 1962 werd tijdens een openbare vergadering in café-restaurant Van der Hooft een carnavals-comité opgericht. De Zevenbergse carnavalsvereniging werd De Zeemeermin genoemd en Jan Barel werd de eerste prins van het Zeuvebultelaand. Het Carnaval werd openbaar, met een prins en een kinderraad van 11. Later werd het carnaval ook door volwassenen omarmd en ontstond er een mengvorm van het Brabantse en Rijnlands-Limburgse carnaval. Naast een volwassen raad van 11 werd er ook een Ereraad gevormd met een Eerste Minister, Pliessie, Nar en Grootste Boer.

De eerste leutvorst van het Zeuvebultelaand. 52


199

Het vanaf 1963 gehouden Neuzenbal, waar later het Carnavalslied werd gekozen, in zaal van der Hooft.

201

Prinsenwagen in 1966, een groot Vikingschip van Stichting Carnaval Zevenbergen.

200

Carnavalskrant De Zeuve Bulte uit 1963. Dit is de voorloper van de latere Bult.

202

Carnaval op de Markt met honderden hossende kinderen.

204

203

Ziekenbezoek in het verpleeghuis Sancta Maria in 1963, met prins Jan 1 en zijn gevolg.

206

205

Het vanaf 1964 gehouden Prinsenbal, de voorloper van het latere Mauwbal (Bont Gemaauw). De Sjekboer!

Bezoek van prins Jan 1 en zijn gevolg aan het bejaardenhuis Sint Joseph, aan de Doelstraat, in 1963.

Na de Zeemeermin in 1962 werd in 1963 het Knijn van de Knijneberg het logo van SCZ.

53


Bekende personen Grote namen kwamen voort uit Zevenbergen of hebben er gewoond. Desiderius Erasmus is de internationaal meest bekende persoon met Zevenbergs bloed. Hij werd in 1466 geboren uit een ongehuwde Zevenbergse moeder, Margaretha Rogerius, dochter van een Chirurgijn uit de Kerkstraat. Zij was als dienstbode werkzaam bij een priester in Gouda en …… tja. Jean de Ligne (graaf van Arenberg) was heer van Zevenbergen van 1559 tot 1568. Hij gaf Zevenbergen een destijds moderne keur (wetgeving). Zijn vrouw, Margaretha van der Mark, bleef na zijn dood nog 30 jaar vrouwe van Zevenbergen. Hij vertegenwoordigt hier de feodale heren van Zevenbergen.

Zevenbergenaar van de 20ste eeuw, een man van het verenigingsleven en van vele initiatieven, waaronder de carnavalsviering in Zevenbergen en de plaatsing van de peeënsteker in het plantsoen met zijn naam. Recentere bekende Zevenbergenaren zijn Angelique Seriese (judo) en Martin Venix (wielrennen achter grote motoren). Beide werden wereldkampioen. De culturele noot komt van Teuntje (Tonnie) Huurdeman, een bekend actrice en stemactrice in hoorspelen op de radio.

De Zevenbergse dichter Jacob Zeeus (1686-1718) is vooral bekend van “De wolf in ’t schaepsvel”, een aanklacht tegen de lokale protestantse elite. Later werd dat “Een wolf in schaapskleren”. Nog een kunstenaar, Vincent van Gogh, woonde van 1864 tot 1866 op de kostschool van Jan Provily aan de Stationsstraat. Pastoor van Kessel was de Zevenbergse “bouwpastoor”. Een jaar na zijn aanstelling begon hij met de bouw van de Bartholomeuskerk. Daarna volgden nog het parochiehuis St. Jan, het K.J.V.-huis, de verbouwing van het St. Josephgasthuis en het Antoniusklooster. Hij nam ook het initiatief voor een aantal katholieke scholen in Zevenbergen. Burgemeester van Aken werd benoemd in 1925 en door de Duitsers afgezet in 1942. Bekend is het dagboek dat hij in de oorlogsjaren bijhield. Zijn zoon Hein werd geëxecuteerd in kamp Vught, net als Nies den Engelsen en Boelo Tigchelaar, genoemd op de plaquette op de hoek Markt/Merodestraat. Kees Klasen was volgens BN De Stem de Desiderius Erasmus (1466), onechte zoon van een Zevenbergse moeder. 54


207

208

Jean de Ligne, heer van Zevenbergen (1559-1568) en graaf van Arenberg.

209

Jacob Zeeus (1686-1718) is geboren in Zevenbergen. Hij was dichter en notaris.

210

Vincent van Gogh zat van 1864 tot 1866 op de kostschool van Jan Provily in Zevenbergen.

211

Pastoor van Kessel (19281958), die de bouw van de Bartholomeuskerk verwezenlijkte.

212

Jacobus van Aken burgemeester van 1925 tot 1942, dus ook in oorlogstijd.

Tonny Huurdeman was een Nederlands (stem)actrice. Bekend van Turks Fruit.

215

213

Martin Venix bij het criterium der Janussen. Hij was tweemaal wereldkampioen baanwielrennen.

214

Anqelique Seriese, judoka, werd in 1995 wereldkampioene in de zwaarste klasse.

In 1961 mocht Kees Klasen van de burgemeester een groots carnavalsfeest gaan organiseren. 55


Zevenbergse korfbalvereniging “Fluks” in 1918.

Sport Waarschijnlijk de oudste sport was het schaatsen, dat vooral recreatief werd beoefend op sloten, de haven en op schaatsbaan “De Vlakte” toen er nog echte winters waren. Pas in de 20ste eeuw en vooral na de oorlog kwam de georganiseerde sport en recreatie van de grond met de toenemende welvaart en meer vrije tijd.

Overwinning) opgericht uit de christelijke Oranjegarde. In de kerk omdat in de oorlog alleen samenkomsten in de kerk waren toegestaan. De eerste wedstrijd tegen Virtus ging met 3-2 verloren. Seolto voetbalde alleen op zaterdag. Tot 1951 speelden beide verenigingen met enig passen en meten op het sportpark bij de suikerfabriek.

Voor er in Zevenbergen georganiseerd werd gevoetbald werd er fanatiek gekorfbald. In het begin van de 20ste eeuw waren er verenigingen als “T.O.G. (Tot Ons Genoegen), K.I.K. (Krek in’t Korfke), Fluks en de Oranje Garde. In 1923 werd zelfs in Zevenbergen de Noord-Brabantse korfbalbond opgericht.

Na de oorlog ontstonden er sportverenigingen in alle soorten en maten, zoals bijvoorbeeld Groene Ster. Dat begon als een omni-vereniging, die zich later splitste in onafhankelijke verenigingen, die Groene Ster bleven heten, maar met toevoeging van de betreffende tak van sport (atletiek, volleybal, etc.). Andere willekeurige voorbeelden zijn: de Landelijke Rijvereniging en Ponyclub Prinses Irene, de Toer Wieler Club (TWC) Zevenbergen en de vogelvereniging “Zanglust”, die in 1962 al werd opgericht. In 1967 begon Gerard Tholenaar in De Schakel met biljarttrainingen en zo ontstond uiteindelijk jeugdbiljartvereniging Amorti.

Vanaf 1930 werd er in Zevenbergen georganiseerd gevoetbald door de “Gazellen”. Die vereniging maakte al snel plaats voor VVZ en ZVV, maar ook zij hielden het niet lang vol. In 1932 wordt dan RKVV Virtus opgericht. De naam staat voor kracht, macht, en talent. De verzuiling zat nog stevig in de samenleving en dus werd in 1941, in de NH-kerk, SEOLTO (Samenwerking En Oefening Leiden Ter 56

Voor de oorlog konden maar weinig mensen echt zwemmen in ons waterrijke land. Het zwembad heeft naast ontspanning ook gezorgd voor zwemles en dus meer veiligheid.


216

217

218

Eerste elftal van voetbalvereniging Virtus, opgericht op 1 juni 1932. Wedstrijd van voetbalvereniging Seolto, opgericht 1941. Spelletjes dag in zwembad de Bosselaar (1976), de luchtbeddenrace trekt veel belangstelling. 219

220

221

In 2011 werd een vogeltentoonstelling georganiseerd door vv Zanglust. IJsbaan de Vlakte werd ook wel de Boezem genoemd. Gelegen op de plaats van de Borgh.

De opening van het nieuwe clubhuis van Groene Ster Atletiek in 1974.

222

223

224

“De Tholenaar bokaal” (1974) gewonnen door jeugdbiljartvereniging Amorti. Zilveren jubileumfeest ponyclub prinses Irene. De renners van Toerwielerclub TWC Zevenbergen, opgericht in 1985. 57


De Mark gezien vanaf de Lamgatse fietsbrug.

De Mark De Mark bij Zevenbergen was heel lang een grensrivier, tussen Holland en Brabant, tussen Staatsen en Spanjaarden, protestanten en katholieken in de 80-jarige oorlog en tussen zand en klei. Zevenbergen lag in de buurt van die grens en dat leverde behoorlijk wat dynamiek op in de geschiedenis. Aanvankelijk was Zevenbergen alleen via de Mark toegankelijk voor de scheepvaart. Toen door de Elisabethsvloed in 1421 de situatie drastisch was veranderd werd ook de Roode Vaart van groot belang voor de bereikbaarheid vanaf het Hollands Diep. Er werden sluizen gebouwd om het waterpeil te beheren. Nollekens Sas (sluiswachter Arnoldus Aartsen) vormde de aansluiting met de Mark. Vanaf 1885 lag er aan het einde van de Lamgatsedijk een brug over de Mark. Deze is tijdens WOII vernield, waarna tot 1967 op die plaats een 58

voetveerpontje gevaren heeft. Daarna was de directe verbinding met Hoeven verbroken. In 1985 werd pas de huidige fietsbrug geopend. Iets verder stroomopwaarts ligt sinds 1855 de spoorbrug in de lijn Antwerpen – Rotterdam. Weer verder stroomopwaarts passeren we de aansluiting van de Leurse haven met de Mark. Daar zorgde tot 1884 het Zwartenbergse Veer over de Mark voor een verbinding tussen Zevenbergen en Leur/Breda. Toen werd een draaibrug gebouwd op initiatief van Heerma van Voss, directeur van de suikerfabriek aan de zuidoever van de Mark. Deze brug lag ongeveer 100 meter ten oosten van de Hazeldonkse Zandweg tussen de Boutweg en Hazeldonk. In 1939 werd begonnen met de bouw van een vaste brug. In 1944 werd die opgeblazen door de Duitsers, maar in 1948 weer hersteld.


225

226

De sluis Nollekens Sas tussen de haven van Zevenbergen en de Mark.

De brug over de Mark bij het Lamgat voor 1940. 227

228

229

Het Lamgatse veer dat de verwoeste brug heeft vervangen tot 1967. De spoorbrug over de Mark naast de Lamgatse Fietsbrug. Het Zwartenbergse veer verbond Zevenbergen met Breda. Hier scheepten de soldaten van het turfschip in. 230

231

232

Zwartenbergse draaibrug, in 1939 vervangen door een vaste brug (achtergrond).

Industrieterrein Zwartenberg langs de Mark vanuit de lucht. Huidige vaste brug over de Mark bij Zwartenberg. 59


De Steenweg met de Langewegsche Vliet ernaast, vroeger ook Klaaiweg en nu de Langeweg genoemd.

Langeweg Langeweg is in de 16e eeuw ontstaan. De eigenaren van de landerijen begonnen met het bouwen van dijken en op die dijken ontstond bewoning. Alle wegen waren blubberig en slikkerig. Vandaar dat Langeweg vroeger “’t Slikgat” werd genoemd. Pas in 1910 is het Langeweg gaan heten, op verzoek van de paters, die Slikgat niet passend vonden bij hun status.

Op de kruising van de dijken Langeweg/Hamseweg/ Zuiddijk heeft al vanaf 1650 een herberg gestaan met de naam “Het huis genaamd ‘t Slikgat”. Het heeft altijd dienstgedaan als slaapplaats en rustpunt voor reizigers, eerst met paard en wagen en later vrachtwagenchauffeurs (Koffiehuis van de Leep) en andere dorstigen. Het is nu nog steeds een rustpunt voor reizigers.

De bewoners waren voornamelijk arbeiders in de landbouw. Uiteindelijk kwamen daar nieuwe bewoners bij en kreeg ’t Slikgat in 1876 een kerk en een Klooster van de paters Kapucijnen uit Meersel Dreef, die orde en netheid predikten en de bevolking bevestigden in hun geloof. Pater Daniél was de eerste Gardiaan ofwel overste of “hoeder” van het Klooster.

Langeweg ligt aan de weg van Zevenbergen richting Breda, die er al meer dan 700 jaar ligt. Tot 1848 was deze weg onverhard en lag er een brede vliet naast vandaar de naam “de Klaaiweg”. Na verharding van de weg werd het “De Steenweg” genoemd. Bijzonder in die tijd: het werd een tolweg.

Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog is er in de buurt van Langeweg zwaar gevochten. De Kerk en het Klooster waren zo vernield dat er 6 jaar is gewerkt aan de herbouw van de kerk en het klooster, waar nog maar de helft van over is gebleven.

60

De Mariaschool werd in 1912 in Langeweg gebouwd. Eerst voor alleen kleuters en meisjes maar later ook de jongens. Naast de school woonden de nonnen, die de kinderen lesgaven. Toen zij in 1983 Langeweg verlieten was dit een groot gemis. Vanaf 1866 tot en met 1937 heeft Langeweg een station gehad, zij het ver buiten het dorp.


233

Binnenplaats van het Serafijns Seminarie Langeweg van de paters Kapucijnen, gesticht in 1886.

234

Kerk en klooster Langeweg (1876), na WOII zijn het klooster en de kerk in 1951 volledig herbouwd.

236

237

235

Zusterhuis en Mariaschool voor meisjes uit 1912, compleet met kapel en altaar.

Station Langeweg lag enkele kilometers van de dorpskern, richting Wagenberg.

Pater Daniël was de eerste Gardiaan van het klooster ofwel de overste van de Kapucijnen-gemeenschap.

239

238

Markt in de kloostertuin van de Emmaus kringloopwinkel in Langeweg (1971).

240

Standbeeld van een Kapucijn, deze orde leefde volgens de regels van Franciscus.

Café Marktzicht (De Droom) was al een Herberg in 1650, toen “Het Huys genaemd Slickgat”. 61


Dweilband "De Notenkrakers" organiseert elk jaar een festival met dweilbands uit heel Nederland.

Evenementen Zoals in elke stad vinden en vonden ook in Zevenbergen evenementen plaats. Op de eerste plaats zijn daar natuurlijk de terugkerende evenementen en de feestdagen die ook landelijk worden gevierd zoals Koningsdag, Bevrijdingsdag, carnaval, sinterklaas en de jubilea van koningen en koninginnen. Zoals overal werden die in Zevenbergen gevierd met volksfeesten, spelletjes en optochten. Vooral bij jubilea van leden van het koningshuis werden hele straten versierd. Maar Zevenbergen heeft natuurlijk ook zijn eigen tradities. Zo is er bijvoorbeeld de jaarlijkse Bartholomeuskermis op of nabij 24 augustus, de naamdag van die heilige, waarnaar ook de RK kerk is genoemd. Overigens was er al in 1560 een kermis in Zevenbergen. Verder was er de paardenmarkt en vooral ’s zomers de braderie, jaarmarkt, zomerfeesten, de jaarlijkse deelnemersdag van het Vormingswerk Jonge Volwassenen (VJV), etc. Op 26 september 1897 werd er in Zevenbergen al een wielerwedstrijd georganiseerd door wielerclub 62

H.U.P. (Houdt Uw Pedalen). Omdat in 1902 geen toestemming werd verkregen voor een wedstrijd op de openbare weg, ging de club ter ziele. Wielrennen is daarna nooit helemaal weggeweest en na de oorlog sterker dan ooit opgebloeid. In 2005 werd de Ronde van Zevenbergen ter ere van de 50ste editie verreden als omnium voor professionals. Er kwamen duizenden mensen op af en de profronde, met veel bekende namen, was geboren. Wat muziek betreft springt het Notenkrakersfestival eruit. Ieder jaar komen dweilbands uit het hele land naar Zevenbergen om in het centrum hun show te laten horen en zien. De katholieke kerk zorgde voor evenementen als bedevaarten en optochten. Bij gebrek aan veel uitgaansmogelijkheden was de bedevaart bij uitstek geschikt om als jongen of meisje kennis te maken met mogelijke partners. De kindsheidoptochten, die tot doel hadden om de gelovigen meer bewust te maken van het missiewerk, trokken ook altijd veel bekijks.


241

242

Ringsteken vanaf de glijbaan was een spel bij de viering van Koninginnedag in 1981. Versierde fietsen en geschminkte kinderen op Bevrijdingsdag (1982), dat toen elk jaar werd gevierd. 243 245 244

Sinterklaas is zojuist van de boot gestapt in 1978. Kermis na de Tweede Wereldoorlog. De toren van de Bartholomeuskerk is nog niet herbouwd.

246

De medailles van de Westhoekmars toonden vaak historische beelden van Zevenbergen.

247

248

De paardenmarkt in 1935 in het Julianaplantsoen. Meestal was dit overigens op de Markt.

Het bestuur van het wieler comité in 1953. De ronde is nu een evenement met grote wielernamen.

Kindsheidoptocht begin 20ste eeuw. Doel was het RK missiewerk populair te maken. 63


The Fabulous Wannabeatles. Een populaire coverband van de Beatles met landelijke bekendheid.

Popmuziek Aan het einde van de jaren ’50 ontstonden er in de Westhoek van Brabant, net als in de rest van de wereld, nieuwe muziekvormen. Onder andere de uit Amerika overgewaaide Skiffle muziek, Dixieland Jazz, Blues en natuurlijk Rock and Roll. Begin jaren ’60, in de tijd van de opkomende Beatmuziek, waren het de Rolling Stones en de Beatles die inspiratie vormde voor de Zevenbergse bands “The Wipe Outs” en “The Soaks”, die in die tijd een behoorlijke schare aan fans hadden in de hele Westhoek. Gerepeteerd werd er in het oude bejaardentehuis aan de Doelstraat en optredens werden gegeven in de plaatselijke en regionale zalen. Tijdens het 700-jarig bestaan van Zevenbergen heeft er nog een reünieconcert plaats gevonden. In de jaren ’70 waren het de broers Toon en Jos den Ouden die, in navolging van hun ouders, in het centrum van Zevenbergen een horeca-imperium hebben opgebouwd. In de legendarische bars “The Cazy Horse”, “’t Knijpke” en “Le Tonneau” kregen de plaatselijk rockbandjes gelegenheid om hun scheurende gitaren, bonkende drums met al dan niet zuivere zang te vermengen. In de laatst genoemde bar had ooit Pink Floyd kunnen optreden, als Jos 64

den Ouden 1.000 gulden op dat moment niet te veel had gevonden. Niet alleen de plaatselijke kroegtijgers, maar ook veel “Bovensloters”, hebben in de jaren ‘70 en ’80 lopen swingen op de beats van onder andere “Little Red Rooster”, “Rockzooi”, “The Flitsz Project”, “The Cornflaxes”, “Jailbreak” en de “Nachtegaaltjes”. Later werd 7-Pop georganiseerd voor alle plaatselijke bands, een groot succes. Nog steeds wordt er door de plaatselijke horeca in het centrum van Zevenbergen een muziekfestival georganiseerd. Tijdens “Zevenbergen Live!” treden er in alle deelnemende cafés artiesten en bands op, een jaarlijkse afsluiting van het evenementenseizoen. Een graag geziene gast zijn dan de “Caddilekkers”, een geheel Zevenbergse Bluesrock band. Maar ook niet Zevenbergse formaties, gelegenheidsduo’s, nieuwkomers en beginnende talenten maken deel uit van dit sfeervolle Live muziekevenement. De grote foto is van de coverband de Fabulous Wannabeatles. Hun hoogtepunt was een optreden bij De Wereld Draait Door in 2012, met aansluitend een eigen Theatertour.

Scan mij


249

250

Rock en Bluesband The Soaks bij hun oprichting in 1966.

The Wipe Outs in 1966, opgericht in 1963 en bekend in heel West-Brabant.

253 251

Skiffle groep The Seven Mountains Strings in 1960. Opgericht eind 1959.

252

Groepsfoto van Little Red Rooster. Trad veel op in bar Le Tonneau van Toon den Ouden.

Jailbreak is opgericht in 1980 en trad vaak op in bar Le Tonneau van Toon den Ouden en op 7-pop.

254

255

De Nachtegaaltjes uit Langeweg. Een band met ruige gitaarsolo’s van de mannen van Paulissen.

De Caddilekkers met Hans Dijkers †. De populaire bluesrockband speelt jaarlijks in café de Bakkerij en op 7-bergen live.

256

The Bougainvilles met o.a. Louis Ooijen op lead gitaar. John Melissen was hun manager.

65


Op 17-11-1290 gaf de heer van Strijen de heerlijkheid Zevenbergen aan zijn neef Willem (Hugemanszoon) van Strijen en werd het een zelfstandige heerlijkheid. De Heemkundekring is dus genoemd naar de eerste heer van Zevenbergen. De Heemkundekring is opgericht op 2 oktober 1954 met als doel het bewaren en bestuderen van de geschiedenis van Zevenbergen en het toegankelijk maken daarvan voor iedereen. Medewerking aan dit plaatjesboek van Jumbo past dus precies in onze doelstelling. Iedere stad ontleent haar identiteit toch aan die geschiedenis. De Heemkundekring geeft ook het blad “Oud Nieuws” uit met verhalen over Zevenbergen uit het verre en recentere verleden en organiseert regelmatig lezingen over de historie van ons heem. Het beheer van Museum Zevenbergen aan de Zuidhaven 17 is ook een van onze taken. Hier gaat u terug naar het begin van de 20ste eeuw. Onze vrijwilligers leiden u rond, eventueel ook in de stad Zevenbergen. Onze grootste opgave van de laatste én komende jaren is echter het digitaliseren en beschrijven van onze collectie foto’s, verhalen, documenten en objecten en het veilig opslaan daarvan in de provinciale databank voor heemkundekringen, de Brabantcloud. De inhoud hiervan is via onze website voor iedereen in te zien. De Heemkundekring werkt uitsluitende met vrijwilligers, die geïnteresseerd zijn in het verleden van Zevenbergen. Iedereen draagt bij naar zijn of haar eigen specifieke mogelijkheden en interesses. De één specialiseert zich in het inrichten van het museum, een ander onderhoudt het museum, restaureert waar nodig of schrijft verhalen. Weer anderen beheren de website, de facebookpagina en natuurlijk het digitale archief. Kom eens langs als u geïnteresseerd bent om aan de slag te gaan of gewoon als u iets meer wilt weten over Zevenbergen. Contactgegevens: Website: www.heemkundezevenbergen.nl Facebook: https://www.facebook.com/WillemvanStrijen/ Mail: info@heemkundezevenbergen.nl Website Bestuur: Ebo Roek (voorzitter), Wim Lock (secretaris), Piet Ooijen (penningmeester), Henk Geleijns en Josette Schoorl. Projectteam voor dit plaatjesboek: Bart Schuijt, Kees Tielen, Piet Ooijen en Ebo Roek

66

Youtube



Tamar en Frank Simonis Jumbo Simonis Zevenbergen, Zandberg 4


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.