Nieuw! Spelprincipes: methodische stappen (deel 1)

Page 1

Spelprincipes: methodische stappen (1)

Spelprincipes zijn vaste handelingen die spelers moeten doen wanneer zij een bepaalde teamfunctie uitvoeren. Ze geven houvast aan spelers in de uitvoering van verschillende tactische elementen van het spel. Je zou zelfs kunnen zeggen dat spelprincipes ezelsbruggetjes zijn voor spelers om de verschillende tactische elementen te filteren, te onthouden en te kunnen plaatsen. Spelprincipes zijn niet nieuw, maar ze hebben de afgelopen jaren wel een andere waarde gekregen onder trainers. Niet alleen kenmerkt het de teams die de principes uitvoeren, maar het methodische oefenstof-lijn in meer dan 100 trainingsvormen uitgewerkt. Geschikt voor trainers van prof-, amateur- én jeugdspelers. Ook zal iedere Hoofd Opleiding geholpen zijn met de suggesties die in dit boek van de hand worden gedaan. In dit boek: • Wat zijn spelprincipes? • 4 spelprincipes voor de teamfunctie aanvallen • 2 spelprincipes voor de teamfunctie omschakelen na balverlies

ISBN 9789053220467

WWW.VOETBALTRAINER.NL

2021_04_Cover_Methodische stappen bij spelprincipes_boek_1.indd 1

Spelprincipes: methodische stappen (1)

kenmerkt ook de stijl van de trainer. In dit boek wordt voor 6 spelprincipes een

De oefenstof-assistent voor iedere voetbaltrainer en jeugdopleiding

09-04-21 14:09


1.5 Methodische opbouw De in de vorige paragraaf vetgedrukte spelprincipes worden uitgewerkt in dit boek door middel van minimaal tien trainingsvormen. Hierbij proberen we zo veel mogelijk de complexiteit te laten toenemen via methodische stappen. Dit geven we ook aan door middel van een zogenaamd ‘sterrensysteem’: H voor basale trainingsvormen, HH voor een gemiddeld niveau en HHH voor gevorderden. Maar hoe men zichzelf hier moet inschalen, zal voor iedereen verschillend zijn. Een seniorentrainer die voor het eerst gestructureerd met een spelprincipe aan de slag gaat, kan net zo goed met een 1-ster-oefening beginnen als een pupillentrainer die dit doet omdat hij met de jongste jeugd werkt. Doorgaans zou je voor een gemiddelde jeugdopleiding kunnen stellen: H is voor de onderbouw, HH voor de middenbouw en HHH voor de bovenbouw. De methodische stappen kunnen op minimaal 2 manieren worden aangepast. In de eerste plaats kun je als trainer binnen dezelfde trainingsvorm andere, meer complexe accenten leggen of eisen stellen. Hiervoor gebruik je je coaching of verander je op detailniveau de organisatie. Bijvoorbeeld door afstanden te vergroten of te verkleinen. Op de tweede plaats kun je ook kiezen voor geheel andere, meer complexe trainingsvormen. Zo lijkt het niet raadzaam om bij de jongste jeugd direct met ingewikkelde positiespellen van 8:6 te beginnen. In de coaching bij de diverse trainingsvormen houden we doorgaans een gemiddeld niveau of taalgebruik aan. Het is namelijk niet zo dat trainingsvorm 1 onder elk spelprincipe uitsluitend geschikt is voor de jongste pupillen en de laatstgenoemde trainingsvorm voor het profniveau. Het is belangrijk dat men als trainer een geschikt taalgebruik hanteert bij de eigen spelers. Wat begrijpen ze? Welke terminologie wordt in het team gebruikt? In de volgende hoofdstukken werken we 6 spelprincipes uit. De opbouw is methodisch. Dat wil zeggen dat er van makkelijk naar moeilijk wordt gewerkt en van eenvoudig naar complex. We onderscheiden in dit boek de teamfuncties aanvallen en omschakelen na balverlies. In boek 2 komen het spelprincipe ‘spelplezier’ en de spelprincipes binnen de teamfuncties verdedigen en omschakelen na balverovering aan bod. Aanvallen • Tegenstander uitspelen (p. 20) • Bewegen om je directe tegenstander kwijt te raken en/of aanspeelbaar te worden (p. 54) • Diepteloopacties achter de verdediging van de tegenpartij (p. 70) • Benutten van de derde man (p. 96) Omschakelen na balverlies • Zo snel mogelijk achter de bal komen (p. 110) • Direct druk op de bal (vijfsecondenregel) (p. 128)

- 18 -

2021_04_Binnenwerk_Methodische_stappen_bij_spelprincipes_boek_1.indd 18

09-04-21 13:59


- 19 -

2021_04_Binnenwerk_Methodische_stappen_bij_spelprincipes_boek_1.indd 19

09-04-21 13:59


2.2 Spelprincipe: Bewegen om je directe tegenstander kwijt te raken en/of aanspeelbaar te worden ‘Bewegen!’ Een kreet die je regelmatig hoort bij een willekeurige trainer die een (jeugd)team coacht. ‘Er moet meer beweging zijn’, is dan de feedback die gegeven wordt aan het team. Maar wat wordt er dan bedoeld met ‘bewegen’? Wat verwachten wij als trainer van spelers wanneer zij meer moeten bewegen? Weten spelers überhaupt wat wij bedoelen met de kreet ‘bewegen’? Als we het hebben over bewegen, kan dit met en zonder bal. Het is belangrijk om je spelers uit te leggen hoe jij bewegen ziet en dat je uitlegt wat je van hen verwacht. Dan wordt ‘bewegen’ al een stuk concreter voor spelers en weten zij ook wat je bedoelt als je daar feedback op geeft. Daarnaast is alleen ‘bewegen’ niet altijd de oplossing. Veel bewegen, rouleren of vrijlopen werkt over het algemeen alleen wanneer de directe tegenstander in verwarring raakt en/of de bal in de buurt is. Verwarring door een overtal Veel bewegen, rouleren of om de tegenstander heen zodat hij moet vrijlopen werkt over het kiezen, of wanneer de bal zo dicht in de algemeen alleen wanneer buurt is en hij zijn focus op de tegenspeler de directe tegenstander in verliest. Een speler kan daarom ook een verwarring raakt en/of de bal bal vragen en ontvangen waarbij hij zeker in de buurt is weet dat hij onder druk gezet gaat worden. Dit gebeurt vaak wanneer een speler met zijn rug naar goal staat. De speler die gaat drukzetten laat automatisch ruimte achter zich open. Je expres onder druk laten zetten (binden van een tegenstander) om vervolgens de bal in de ruimte te vragen/krijgen kan ook zeer nuttig zijn. Een leuke transfer is dan te maken naar een andere sport. Laat een filmpje zien van een handbalof basketbalwedstrijd en het valt de spelers zeker op dat er heel veel bewogen wordt. Een handbalspel als warming-up is zeker zinvol wanneer het vrijkomen de kern van de training is. Ook is de driesecondenregel uit het basketbal een waardevol middel om spelers aan te leren. We focussen ons nu op het bewegen zonder bal en vooral om aanspeelbaar te worden of om je directe tegenstander kwijt te raken. De spelers krijgen aan de hand van deze methodiek tools aangereikt in verschillende manieren van vrijlopen en hoe zij moeten/kunnen vrijlopen ten opzichte van elkaar. Uiteindelijk gaat het erom dat de speler uit deze vaardigheden de meeste geschikte kan kiezen binnen een bepaalde situatie die zich voordoet in de wedstrijd.

- 54 -

2021_04_Binnenwerk_Methodische_stappen_bij_spelprincipes_boek_1.indd 54

09-04-21 13:59


Er zijn heel veel verschillende redenen om te bewegen zonder bal. • Om de bal te ontvangen. • Als afleider zodat iemand anders de bal kan ontvangen. • Om ruimte te creëren. Richtingen: • Richting de bal. • Zijwaarts. • Achterwaarts. • Diagonaal. • Richting de goal van de tegenstander. Strategieën: • Passen en doorlopen. • Positie kiezen achter je directe tegenstander. • Het binden van een verdediger en vervolgens in tegengestelde richting lopen. • Richting de verdediger sprinten om vervolgens weer uit te wijken naar de zijkant. • Doorbewegen zonder dat je de bal krijgt. • De druk van de tegenstander gebruiken om uit zijn rug de bal te vragen. • Tussen 2 spelers de bal vragen. • Tussen 2 linies de bal vragen. In dit hoofdstuk pakken we een abstract spelprincipe om er in de trainingsvormen specifiek aandacht aan te besteden. Voorafgaand aan de verschillende oefeningen dienen spelers uiteraard te kunnen passen, te weten wat het doel is van vrijlopen en wat jij als trainer verwacht van hen daarin. Daarnaast is het slim om de vormen, zeker die met kleinere aantallen, in een roulatiesysteem te trainen. Spelers moeten veel herhalingen krijgen, dan worden de bewegingen automatismen. Maak spelers bewust wat ze met de verschillende manieren van vrij- en weglopen kunnen doen per situatie. De leerlijn loopt van bewegen/vrijlopen als individu naar een afstemming met anderen. Aan het einde van deze methodiek kunnen spelers verschillende manieren van vrijlopen toepassen in verschillende situaties.

- 55 -

2021_04_Binnenwerk_Methodische_stappen_bij_spelprincipes_boek_1.indd 55

09-04-21 13:59


lijnvoetbal 3:1 -> 1:1

H

organisatie en inhoud • Wanneer spelers in 1:1 staan is dit een ultieme training om het vrijkomen te oefenen. De verdediger heeft immers niks anders om op te letten dan de aanvaller. De aanvaller moet dan extreem veel variëren om vrij te komen. Op jonge leeftijd is het vrijkomen belangrijk om aan te leren. Waar je als trainer op kan letten is dat de spelers niet te snel in de bal komen om de bal te vragen. In dit soort gevallen is dat toch al snel waar ze naartoe neigen. Zorg dat ze variëren in het vrijkomen. Daarnaast heb je nu al te maken met timing tussen passer en ontvanger. • In deze vorm doen 4 spelers mee. De 2 blauwe spelers passen naar elkaar over. De andere blauwe speler staat 1:1 met een rode verdediger. Het is de bedoeling dat de blauwe speler in het grote vak de bal gaat ontvangen en ervoor zorgt dat hij in 1 aanname zijn man al kwijt is. De timing met de pass is erg belangrijk. Scoren doen we door middel van lijndribbel over 1 van de 3 lijnen van het veld. De lijn waar de pass vandaan komt, telt niet mee. coaching • Maak veel schijnacties in het kiezen van de richting. Varieer in snelheid om explosief vrij te komen. • Kies veel positie achter de verdediger. • Time je loopactie zo dat je tijdens het ontvangen van de bal niet stilstaat. Stilstaan is kwetsbaar. • Als het creëren van ruimte in het vrijkomen goed gaat, kan er aandacht besteed worden aan de ideale lichaamshouding tijdens het ontvangen. • Kom vrij op het moment dat de ontvanger van de pass de bal bijna aanneemt. methodiek • Varieer in puntentelling. De aanvaller kan voor de verticale lijnen 1 punt krijgen en voor de horizontale lijn 2 punten. • Laat de verdediger ook punten scoren. Kan hij de pass onderscheppen = 2 punten, onderschept hij de bal in 1:1 = 1 punt. • Varieer in richting. De richting waarnaar je vrijloopt, mag je niet meer scoren. Dus loop je vrij met je gezicht naar rechts, mag je niet meer over deze lijn vrijlopen. • De verdediger wordt aanvaller als de bal wordt onderschept en hij een punt scoort. Zo stimuleer je drukzetten na balverlies van de aanvaller. - 56 -

2021_04_Binnenwerk_Methodische_stappen_bij_spelprincipes_boek_1.indd 56

09-04-21 13:59


Afwerkvorm 2:1 (a)

H

organisatie en inhoud • In deze vorm staan er een aantal manieren van vrijlopen centraal. Elk kan apart behandeld worden. De details zijn belangrijk en ook is het belangrijk om continue in de gaten te houden hoe je de verdediger(s) kunt beïnvloeden. Goed verdedigen is ten slotte de basis van beter aanvallen. Dat geldt hier ook. In eerste instantie kun je vaak beter eerst de verdediging coachen in plaats van je meteen richten op de aanvaller. • De vorm wordt gespeeld met 2 spelers die naar elkaar overpassen. Dit doen zij door te kaatsen. De verdediger kiest een geschikt moment om druk te geven en kiest gericht 1 van de 2 spelers. Deze speler verdedigt ook echt om de bal af te pakken. De speler waar de blauwe speler heen loopt, kaatst de bal meteen (speler mag naar de bal toekomen) en gaat vervolgens achter de verdediger langs. De andere rode speler speelt de bal in de diepte. De diep lopende speler kan vervolgens scoren op het kleine doeltje terwijl de verdediger dan nog probeert te voorkomen. coaching Verdediger: • Sprint naar de speler met de bal toe. • Begin met sprinten vlak nadat de bal de voet verlaat, dat geeft de meeste tijd. • Wanneer je de bal niet kunt afpakken, moet je draaien. Maak een keuze of je de speler afremt of de bal afpakt. Draai dan die kant op. Aanvaller: • Pass/kaats en loop direct de diepte in. • Maak ruimte voor jezelf door in een boog te lopen. Zodra de bal gegeven is meteen afsnijden. • Loop zoveel mogelijk in tegengestelde richting van de verdediger. • Varieer in voorlangs/achterlangs lopen.

- 57 -

2021_04_Binnenwerk_Methodische_stappen_bij_spelprincipes_boek_1.indd 57

09-04-21 13:59


Afwerkvorm 2:1 (b)

H

organisatie en inhoud • In deze vorm wordt het vrijlopen alweer iets moeilijker. Met name de verdediger mag nu meer en er kunnen meerdere variaties binnen het vrijlopen getraind worden. Met name het achter de verdediger langs bewegen en in de rug vrijkomen, komt nu terug. Daarnaast is het belangrijk om een goede lichaamshouding te hebben op het moment dat je de bal ontvangt. • In deze vorm begint de blauwe speler met een pass naar de verste rode speler. Deze rode speler kaatst de bal naar de andere rode speler, deze kaatst de bal ook weer terug en loopt vervolgens zichzelf vrij. De verste rode speler doet na zijn pass mee om 2:1 te maken. De blauwe speler mag de bal bij beide rode spelers afpakken. coaching Verdediger: • Sprint meteen naar de bal toe na je pass. Maak eventueel een link naar de omschakeling naar verdedigen. • Zorg dat je de afstand tussen jou en de bal verkleint om zo de passlijnen eruit te halen. Aanvaller: • Maak de passlijn open. • Ga zoveel mogelijk achter de verdediger langs. • Je lichaamshouding zodra je de bal aanneemt is zoveel mogelijk met je rug naar de zijlijn. • Blijf in beweging zodra je de bal ontvangt. Sta niet stil in je aanname. • Blijf anticiperen op de looplijn van de verdediger en dat je daar continue achter vandaan komt. methodiek • De verste rode speler doet niet mee en blijft ongeveer bij de pylon staan. Zo wordt het een 1:1 in plaats van 2:1. Dit is iets moeilijker. • Speel deze vorm met 2 teams in 2 organisaties. Van elk team gaan er elke keer 2 of 3 spelers verdedigen in roulatievorm. De groep met minste tegengoals, wint. - 58 -

2021_04_Binnenwerk_Methodische_stappen_bij_spelprincipes_boek_1.indd 58

09-04-21 13:59


positiespel 4:1 in 9 vakken

HH

organisatie en inhoud • Waar het vrijlopen altijd afgestemd moet worden met medespelers, is het goed om relatief eenvoudig te beginnen. Het ‘spelen en doorbewegen’ uit de vorige vormen, komt hier ook van pas. Er wordt uitgebouwd met het vrijlopen in de ruimte, maar ook in het vrijlopen voor de ontvanger. • In deze vorm wordt er 4:1 gespeeld in 2 teams. Om de beurt gaat er 1 speler verdedigen bij het andere team. Het is de bedoeling dat het team in balbezit de bal minimaal 4 (of meer) keer rondspeelt om vervolgens naar een ander vak te verplaatsen. Als dit lukt +1 pass, hebben ze een punt. regels • Je mag de bal 2x aanraken. • Wanneer je verplaatst en een ander team gaat ook naar dat vak, ben je al je punten kwijt. Dit is pas als de bal ook daadwerkelijk in dat vak gespeeld wordt. Enkel vrijlopen in dat vak terwijl een andere groep er ook in gaat zonder dat de bal gespeeld wordt, mag wel. • We spelen op tijd. Team met meeste punten, wint. • Je mag niet terug naar het vak waar je vandaan komt. En je mag niet schuin oversteken. coaching • Open staan. • Afspeellijn open maken. • Juiste moment versnellen naar een ander vak. • Bindt de verdediger zodat er ruimte komt om te verplaatsen. • Zoek als speler de juiste ruimte op naartoe te lopen. • Zorg ervoor dat je niet stilstaat in je aanname. methodiek • Spelen met 3 teams. Dus 3 keer 4:1. • Je mag wel terug naar het vak waar je vandaan komt. • Aantal keer raken aanpassen. - 59 -

2021_04_Binnenwerk_Methodische_stappen_bij_spelprincipes_boek_1.indd 59

09-04-21 13:59


positiespel met middenvakken

HHH

organisatie en inhoud • In deze trainingsvorm combineren we het binden en spelen en doorbewegen. Daarnaast gaat het positie kiezen tussen linies of tussen tegenstanders ook meer een rol spelen. • Aan de hand van het aantal spelers dat je tot je beschikking hebt maak je een indeling. Van elke ploeg staan er 2 in een klein vierkantje. De spelers van hetzelfde team staan schuin van elkaar. Zo blijft het positiespel een beetje verdeeld. Wanneer je een fan bent van verticale passes, kun je 2 spelers van eenzelfde team ook aan dezelfde kant zetten. • Je kunt een punt scoren zodra je een kaatser aanspeelt en de bal goed verwerkt wordt. Wanneer een speler een kaatser heeft aangespeeld, mag de kaatser eruit en gaat de passer in het vak staan. coaching • Speel de bal en beweeg door. • Zorg voor een vervolg voorwaarts. • De speler in het vak moet een goede lichaamshouding hebben voor de gewenste situatie. Bijv. Wil je iemand binden? = gesloten houding + kaatsen. Draait deze speler dan open, kun je hem daarop coachen. • Als speler die uit het vak mag, zorg je ook dat je de bal wegspeelt en zelf doorloopt. • Verdedigende team mag drukzetten in het vierkantje wanneer deze speler aangespeeld wordt. • Belemmering bij spelen en doorbewegen is vaak dat het heel druk wordt rondom de bal en spelers in voorwaartse beweging zijn. Er moeten ook spelers zijn die de veldbezetting in de gaten houden. methodiek • Zet doeltjes neer. Elke keer wanneer een team beide kaatsers, zonder onderbreking, heeft bereikt kunnen ze scoren voor extra punten.

- 66 -

2021_04_Binnenwerk_Methodische_stappen_bij_spelprincipes_boek_1.indd 66

09-04-21 13:59


Aanvalsvorm 3+k+2 : 3+k

HHH

organisatie en inhoud • Het spelen + doorbewegen moet wel op een verstandige manier gebruikt worden. Je kunt niet altijd de bal passen en dan maar ‘ergens’ heen lopen. Dit moet wel helpend zijn voor je medespelers. In deze vorm maken we dat trainbaar en moeten spelers kijken naar hoe de situatie is, om vervolgens de juiste keuze te maken. • Speler 1 begint met de bal en dribbelt in. Speler 2 loopt tegelijkertijd mee en is aanspeelbaar. Er zijn 2 neutrale spelers op de zijkant die kunnen helpen om in vak B te komen. Na je pass moet je meteen doorlopen en proberen aanspeelbaar te zijn. Een neutrale speler die aangespeeld wordt, mag na zijn pass zelf het veld in lopen en meedoen als een normale veldspeler. De ander blijft aanspeelbaar aan de zijlijn. De rode speler in het midden, mag vak B inlopen. Scoren mag alleen in vak C. Blauw moet meeverdedigen in een ander vak. In het laatste vak krijg je dus 5:3 als iedereen meedoet en meeverdedigt. Wanneer blauw de bal verovert, mogen zij scoren op het andere doel en daarbij de neutrale spelers gebruiken. coaching • Maak spelers bewust wat doorbewegen inhoudt. • Welke richting loop je op, op welk moment en met welke snelheid? • Maak diepte en houd snelheid in het spel. Blijf in beweging als je de bal hebt. • Zorg ervoor dat je aanspeelbaar wordt en initiatief neemt. Word de baas over de situatie en heb al in je hoofd wat je wilt gaat doen zodra de bal naar jou komt. methodiek • Wanneer blauw de bal hoger op het veld verovert, mogen ze een neutrale speler inspelen die nog aan de zijkant staat. Deze hoort dan bij blauw. De andere neutrale speler die door rood is ingespeeld, hoort bij rood en moet dus verdedigen. • Extra punten als je alleen maar voorwaarts handelt voor je scoort. • Extra punten wanneer blauw met 2, 1 of 0 spelers in vak C is op het moment van scoren. Hiermee kun je stimuleren om spelers te binden, om vervolgens snelheid te maken en te scoren dieper op het veld waar minder spelers zijn. - 67 -

2021_04_Binnenwerk_Methodische_stappen_bij_spelprincipes_boek_1.indd 67

09-04-21 13:59


NIEUW! Spelprincipes: methodische stappen (2)

O

De oefenstof-assistent voor iedere voetbaltrainer en jeugdopleiding

In dit boek wordt voor 6 spelprincipes een methodische oefenstof-lijn in meer dan 75 trainingsvormen uitgewerkt. Geschikt voor trainers van prof-, amateur- én jeugdspelers. Ook zal iedere Hoofd Opleiding geholpen zijn met de suggesties die in dit boek van de hand worden gedaan. In dit boek: • 144 pagina’s • 4 spelprincipes voor de teamfunctie verdedigen • 2 spelprincipes voor de teamfunctie omschakelen na balverovering • Spelplezier als spelprincipe

C O S 4 A

Verkrijgbaar via www.voetbaltrainer.nl

EBM_2021_04_Advertentie_MethodischeStappen_2.indd 1 2021_04_Binnenwerk_Methodische_stappen_bij_spelprincipes_boek_1.indd 154

08-04-21 09-04-21 14:33 14:00

_Traine


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.