Echt Rotterdams Erfgoed, 100 doorzetters, aanpakkers en verbinders, 2022

Page 1

ECHT ROTTERDAMS ERFGOED 100 doorzetters, aanpakkers en verbinders
Rotterdam (nr. 0099)
Pluspunt
Voorwoord 4 Inleiding 5 Plattegrond 8 Collectielijst 10 Collectie Echt Rotterdams 12 Erfgoed 1 t/m 100 Colofon 114 3
INHOUD

“WE WORDEN GEZIEN IN DE STAD. ZO KUNNEN WE EEN VOORBEELD ZIJN VOOR ANDEREN.”

VOORWOORD

Mij is gevraagd iets te vertellen over Echt Rotterdams Erfgoed. Dat doe ik graag, want het is voor mij en de Krachtvrouwen veel waard om onderdeel te zijn van de collectie. Voor ons betekent het dat we waardering krijgen voor ons bestaan en wat we doen. We worden gezien in de stad. Zo kunnen we een voorbeeld zijn voor anderen.

Wij kregen het mooie nummer elf uitgereikt in Museum Rotterdam, nadat wij in het museum ons verhaal vertelden en een modeshow met onze zelfgemaakte kleding hadden georganiseerd. Het was een bijzondere middag waar wij heel trots op zijn.

Ik kom uit Somalië. Bij ons sparen mensen om goud of grond te kopen, zodat dit kan worden doorgegeven en nagelaten aan de kinderen. Het Echt Rotterdams Erfgoed hebben Rotterdammers gespaard voor de stad. We laten het na aan de stad, zodat die daar beter door wordt.

Naast Krachtvrouwen zijn er nog negenennegentig collectiedeelnemers. Wij kennen elkaar niet (altijd), maar we delen dat we allemaal iets moois doen voor de stad. Daardoor voel ik me verbonden.

Ik denk dat Echt Rotterdams erfgoed ook na de honderd door moet gaan. Het is belangrijk dat we blijven zien wat mensen voor elkaar en voor de stad doen. Dat moeten we waarderen. En de verhalen moeten we blijven vertellen. Zonder verhalen bestaan we niet. Ons verhaal maakt ons wie we zijn. Mijn verhaal maakt mij mens. En dat geldt ook zo voor anderen.

Amina Hussen

Initiatiefnemer en leider van Stichting Krachtvrouwen Oude Westen

Echt Rotterdams Erfgoed nr. 0011

4
Amina Hussen

INLEIDING

In de zomer van 2016 vroeg ik de Rotterdams Bulgaarse Kamen Vladimirov wat hij nou van zichzelf in het museum zou willen zien. Hij antwoordde: “Mijn bus”. In zijn Volkswagen Transporter uit 1992 kon hij negen mensen vervoeren. Hij had de bus gekocht van de straatkrantorganisatie waar hij tijdens zijn eerste jaren in Rotterdam werkte. Kamen reed tienduizenden kilometers met de bus, bracht er dagen in door. Onderweg van Rotterdam naar Bulgarije en weer terug. Samen met familie en vrienden. Zijn idee over Rotterdam werd steeds completer, dankzij de bus. Onderweg zag hij het landschap, de wegen en de mensen veranderen: meer licht en blijere mensen.

Dat vond ik mooi. Omdat ik toen nog bij Museum Rotterdam werkte, bedacht ik me dat het misschien wel goed zou zijn om de bus in de collectie van het museum op te nemen. Zo zou het een blijvend onderdeel worden van de geschiedenis van de stad. Een stad die door de eeuwen heen is gemaakt door mensen uit alle windrichtingen. Mensen die zich onderweg een beeld vormden van Rotterdam, de stad die zij als einddoel hadden of tussenstation.

Geboorte van Echt Rotterdams Erfgoed Omdat Kamen de bus nog gebruikte kon deze niet als collectiestuk worden opgeborgen in het depot. Wel vroegen wij Kamen of wij ‘m een tijd mochten lenen voor een expositie. Hij ging akkoord. Na afloop van de tentoonstelling reed hij er gewoon weer mee weg. Om de band met Kamen en zijn gemeenschap te koesteren en zijn verhaal te erkennen als belangrijk onderdeel van de stadsgeschiedenis, vonden we dat zijn verhaal zichtbaar moest zijn en vastgelegd moest worden. We introduceerden de naam ‘Echt Rotterdams Erfgoed’, lieten een sticker van een beeldmerk maken en plakten die op de bus. Vanaf oktober 2016 was de bus van Kamen Echt Rotterdams Erfgoed nummer 0001.

Dit eerste Echt Rotterdams Erfgoed werd behandeld als een volwaardig collectie-item: met een nummer, een foto en een beschrijving in het registratiesysteem van het museum. Het was het begin van meer. We bleven om ons heen kijken. Om zo meer bijzonder hedendaags erfgoed op te sporen en onderdeel te maken van deze nieuwe verzameling.

De raad

De collectie was niet alleen nieuw voor de stad, ook in de wereld van musea en erfgoed was de werkwijze vooruitstrevend. We hadden geen voorbeelden, dus ontwikkelden we een geheel eigen aanpak.

Een onderdeel daarvan is de Raad Echt Rotterdams Erfgoed. Deze raad is een groep van enthousiaste en vrijwillige Rotterdammers, (museum)experts en

Boekpresentatie 2018 met Nicole van Dijk en burgemeester Aboutaleb
“WE BLEVEN OM ONS HEEN KIJKEN OM MEER ROTTERDAMS ERFGOED OP TE SPOREN” 5

ontwikkelaars van het Echt Rotterdams Erfgoed. We roepen Rotterdammers op om mee te helpen en initiatieven aan te dragen. Zo worden honderden potentiële collectiekandidaten genoteerd. We vinden namelijk dat in een diverse stad als Rotterdam - waar de kans aanwezig is dat groepen of individuen niet mee kunnen doen - de focus moet liggen op samenwerking en verbinding. De raad bepaalt democratisch wie of wat in de collectie thuishoort. Uiteindelijk ontstaat een collectie van deelnemers die zich actief inzetten voor de stad. Ze brengen iets teweeg.

De raad weegt de volgende criteria mee. Het initiatief:

• Is Rotterdams en dus herkenbaar voor Rotterdammers of de Rotterdamse gemeenschap

• Is Actueel

• Staat open voor verbinding

• Is inspirerend en pioniert

• Is verbonden aan een gemeenschap

• Zet zich in voor andere gemeenschappen die verbonden zijn aan Echt Rotterdams Erfgoed

Vallen, opstaan en doorgaan

Op het moment dat Museum Rotterdam in 2020 het nieuws ontving dat zij met een halvering van de subsidie verder moest gaan, had dit nogal wat gevolgen voor de geplande tentoonstellingen en projecten. Voor ons team was het een grote vraag wat met het Echt Rotterdams Erfgoed zou gebeuren? Zou er nog capaciteit overblijven om dat te blijven ontwikkelen?

We besloten tot een verzelfstandiging van het team dat het Echt Rotterdams Erfgoed bij Museum Rotterdam uitvoerde. We richtten een stichting op die een door fondsen gehonoreerd project ‘de Wijkcollectie’ ging uitvoeren. Deze stichting neemt nu ook de verdere ontwikkeling van Echt Rotterdams Erfgoed op zich, in samenwerking met Museum Rotterdam.

Verhalenverteller Jacqueline (l) en Chantal Arts (r) 2021
6
Modeshow Krachtvrouwen (nr. 0011) in Museum Rotterdam 2017

Honderd

De afgelopen twee jaar zijn we een aantal keer samengekomen met de raad en hebben we de nominaties uitgebreid tot het magische getal honderd. En daar zijn we trots op. In deze publicatie maakt u kennis met de nieuwkomers van Echt Rotterdams Erfgoed. U krijgt ook een update van de initiatieven die al onderdeel van de collectie waren, want de rol van de deelnemers in de stad verandert en de collectie verandert mee. Het betekent dat initiatieven verdwijnen, deelnemers overlijden of stoppen met hun werk. Inmiddels zijn dat er zeven. Omdat deze deelnemers en initiatieven wel ooit onderdeel zijn geweest van de actieve collectie, blijft het nummer aan hen verbonden. Het nummer in het overzicht is dan lichter. Het laat zien dat het verhaal van de stad en de Rotterdammers bewaard blijft én altijd in beweging is.

Oog in oog met het verleden

Bij alle collectiedeelnemers hebben we in de historische objectcollectie van Museum Rotterdam gezocht naar objecten die een gelijksoortige ontwikkeling of beweging vertegenwoordigden. Conservatoren van Museum Rotterdam hielpen ons bij de selectie. Tijdens een bijeenkomst in 2022 met de honderd deelnemers van het Echt Rotterdams Erfgoed in het depot van Museum Rotterdam zijn deze objecten bekeken en besproken.

Verhalen… dat zijn wij

Echt Rotterdams Erfgoed geeft richting aan wie we zijn en waar we vandaan komen. Een aantal verhalen gaat over Rotterdamse inclusieve samenwerking, waarbij men vaak opkomt voor minder weerbare Rotterdammers. Sommige collectiedeelnemers werken aan een meer sociaal rechtvaardige stad. Als we vanuit deze verzameling van verhalen naar de historische collectie kijken, zien we dat ook in het verleden velen zich op vergelijkbare manieren inzetten voor een fijnere stad. Doordat we nu de ervaringen, emoties en motieven in de verhalen teruglezen over de mensen die dat nu doen, komt het verleden meer tot leven. In de woorden van Amina; de verhalen maken ons mens. Het is belangrijk om deze verhalen te (blijven) delen, zodat we meer begrip voor elkaar krijgen. Het laat zien dat we allemaal een onderdeel zijn van een groter verhaal, het verhaal van Rotterdam.

Nicole van Dijk Directeur-Bestuurder Stichting Wijkcollectie en projectleider Echt Rotterdams Erfgoed

“HET IS BELANGRIJK OM DEZE VERHALEN TE (BLIJVEN) DELEN, ZODAT WE MEER BEGRIP VOOR ELKAAR KRIJGEN.”
7
Uitdelen certificaat Stadsmariniers (nr. 0013) tijdens VerhalenCafé Museum Rotterdam 2020
West-Kruiskade 1e Middel landstraat ROTTERDAM CENTRUM 01 04 05 06 07 09 11 14 15 16 18 19 20 A 21 20 22 23 25 27 28 29 30 32 33 34 36 38 39 41 42 44 46 47 48 49 50 53 55 57 59 60 61 62 63 65 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 82 83 86 87 88 91 93 94 96 97 98 99 100 A 02 08 03 10 13 81 24 12 26 52 56 64 8
CENTRUM 01 04 17 35 37 40 42 43 45 49 51 54 66 67 80 85 88 89 90 92 94 95 58 84 26 31 9

LIJST DEELNEMERS

nr. 0001 Volkswagenbus van Kamen Vladimirov nr. 0002 Broodfonds Rotterdamsche Gilden nr. 0003 Burgemeester Aboutaleb nr. 0004 Dr. Mau, de Sambalman nr. 0005 Tuinmeester Gerrit Roukens nr. 0006 Khalid Chennouf nr. 0007 Richard Shoes nr. 0008 Rini de Otter † nr. 0009 Leeszaal Rotterdam West nr. 0010 West-Kruiskade nr. 0011 Krachtvrouwen Oude Westen nr. 0012 Speeltuinvereniging Jeugdveld nr. 0013 Stadsmariniers nr. 0014 Huiswerkklas Oude Westen nr. 0015 Dick de Mooij - Best West Flowers nr. 0016 Kulturu Shop - Fred Fitz-James † nr. 0017 Jinai Looi - Het Zesde Geluk nr. 0018 Esdra nr. 0019 Verhalenhuis Belvédère nr. 0020 Fenmei Hu - Space 101 nr. 0021 Mijnheer Pang nr. 0022 Slagerij Schell nr. 0023 Stichting Humanitas nr. 0024 Thuis Op Straat (TOS) nr. 0025 Theater Walhalla

nr. 0026 Rotterzwam nr. 0027 Dam, Rotterdams Geld nr. 0028 Kapsalon nr. 0029 Keti Koti Rotterdam nr. 0030 Stichting Heilige Boontjes nr. 0031 Groen 010 nr. 0032 De Slimme Regenton nr. 0033 Rotterdams WeerWoord nr. 0034 Living Light nr. 0035 Stichting Vogelklas Karel Schot nr. 0036 Hogeschool Rotterdam nr. 0037 BlueCity nr. 0038 Ted Langenbach nr. 0039 ss Rotterdam nr. 0040 Rotterdams Wijktheater nr. 0041 Dogparade010 nr. 0042 RBV Crooswijk nr. 0043 Giovanni van Bronckhorst Foundation nr. 0044 Opzoomer Mee nr. 0045 FSV de Feijenoorder nr. 0046 Pauluskerk Rotterdam nr. 0047 HipHopHuis nr. 0048 Zomercarnaval nr. 0049 Afrikaanderwijk Coöperatie nr. 0050 Café de Schouw

10

nr. 0076 Jeugdvakantieland nr. 0077 São João Rotterdam nr. 0078 Grounds nr. 0079 Holi en Divali nr. 0080 Rotterdamse ReddingsBrigade nr. 0081 Recreatieoord Hoek van Holland nr. 0082 Vers Beton nr. 0083 Open Rotterdam nr. 0084 CuliNESSE nr. 0085 De Straatbarbier nr. 0086 Gelukswandelingen nr. 0087 Rotterdam Chinese New Year nr. 0088 Vereniging Poortgebouw nr. 0089 LikeJeWijk nr. 0090 Zakkenvullers van Bloemhof nr. 0091 Sander de Kramer nr. 0092 Excelsior Foundation nr. 0093 Stichting Jarige Job nr. 0094 Talentfabriek010 nr. 0095 Baroeg nr. 0096 Hotspot Hutspot nr. 0097 Rotterdams Volkstheater nr. 0098 Onwijze Moeders nr. 0099 Pluspunt Rotterdam nr. 0100 Mama Taxi

nr. 0051 Straatdokters en verpleegafdeling CVD nr. 0052 Chantal Arts nr. 0053 Winne nr. 0054 Touzani Foundation nr. 0055 Stichting Ketelbinkie nr. 0056 Crazy Sexy Cool Festival nr. 0057 Nico Adriaans Stichting nr. 0058 Breien voor Elkaar nr. 0059 Bouwkeet nr. 0060 Voedselbank Rotterdam nr. 0061 Broodvader - Niet Graag Een Lege Maag nr. 0062 Theater Zuidplein nr. 0063 Morabeza Records nr. 0064 Dona Daria nr. 0065 Eendracht Festival nr. 0066 Stichting Helderheid nr. 0067 Samen & Anders nr. 0068 Hugo Borst nr. 0069 Marja van Katendrecht nr. 0070 Annie Verdoold nr. 0071 Circus Rotjeknor nr. 0072 Kijk op de Wijk nr. 0073 Stichting RoMeO nr. 0074 Rotterdam Bluegrass Festival nr. 0075 Jules Deelder † 11

0001 VOLKSWAGENBUS

VAN KAMEN VLADIMIROV

De verhalen van de Bulgaars Rotterdamse bestuurders en passagiers van de bus zijn een nieuw hoofdstuk in het verhaal van de ontwikkeling van Rotterdam door (arbeids)migratie.

Kamen Vladimirov komt in 2002 vanuit Montana in Bulgarije naar Rotterdam, waar zijn moeder werkt. Hij gaat aan de slag bij het Straatmagazine en brengt met het busje de verkopers naar hun verkoopplek. Als het Straatmagazine stopt, neemt hij de bus over. Een nieuw leven opbouwen in een nieuwe stad en een nieuw land is niet makkelijk. Je bent er niet door simpelweg in een busje te stappen en ergens te gaan werken. Ook Kamen vindt allerlei problemen op zijn weg. “Door de Rotterdamwet kon ik niet zomaar wonen waar ik wilde. In onderhuur moest ik veel te veel betalen. Nu gaat het gelukkig beter.”

Tussen 2016 en 1 januari 2022 mocht het busje vanwege de milieuzone Rotterdam niet meer in. Sindsdien staat het in Montana. Kamen, zijn vrienden en familie gebruiken het busje nog af en toe, als ze veel spullen meenemen. Voordat de Bulgaren een verblijfsvergunning in Nederland kregen, moesten ze elke drie maanden heen en terug rijden. Vliegen was nog duur en de bus was ideaal doordat er veel mensen en bagage in passen.

Tegenwoordig heeft Kamen een eigen bouwbedrijf. Als een typische Rotterdammer bouwt hij met opgestroopte mouwen letterlijk en figuurlijk aan de stad. “Samen met anderen zorgen we ook voor het onderhoud van de kerk aan het Amelandseplein. Dat is de Zevende Dags Adventkerk. Daar kom ik elke zaterdag met mijn gezin en met mijn familie.” Hij is trots op zijn buurt in Rotterdam Zuid en een groot fan van Feyenoord. De kinderen van Kamen en zijn vrouw zijn in Rotterdam geboren. Zo raken ze meer en meer geworteld in de Maasstad. “Mijn toekomst ligt in Rotterdam.”

Kaapverdiaanse ‘Tambor’, 2005

Net als de bus van Kamen is de tambor (Portugees voor trommel) gebruikt door migranten om goederen te vervoeren. De metalen drum is oorspronkelijk voor het transport van geconcentreerd vruchtensap. De drums worden in Rotterdam opgekocht en schoongemaakt. Vervolgens gaan ze gevuld met goederen zoals levensmiddelen per schip naar Kaapverdië.

Kamen Vladimirov (l) voor de bus © Salah Kiliç “HET IS NIET ZO MAKKELIJK OM NAAR EEN ANDER LAND TE VERHUIZEN”
oog in oog met het verleden
Familiebijeenkomst Bulgaarse gemeenschap met Kamen rechtsvoor ©Joop Reijngoud
12
Gebruikers van de bus met Kamen rechtsvoor © Joop Reijngoud

BROODFONDS

ROTTERDAMSCHE GILDEN

In het Broodfonds regelen Rotterdamse zelfstandigen samen een financieel vangnet gebaseerd op vertrouwen.

Een broodfonds is een sociaal alternatief voor een dure arbeidsongeschiktheidsverzekering. Een groep zzp’ers kan hiermee onder elkaar een financieel vangnet regelen. Elke maand zetten de deelnemers een bedrag op hun persoonlijke broodfondsrekening. Wie langdurig ziek is, krijgt vanuit het broodfonds geld om van rond te komen. Met deze relatief nieuwe manier van verzekeren houden de deelnemers grip op belangrijke zaken als inkomen, ziekte en zorg.

Het concept komt uit 2006 en is in Nederland opgezet door de BroodfondsMakers. Inmiddels zijn bijna 28.500 zelfstandigen samen verzekerd in meer dan 600 broodfondsen. Rotterdam telt momenteel zo’n 20 broodfondsen. Het Broodfonds Rotterdamsche Gilden is in oktober 2016 opgericht in Museum Rotterdam.

Dit Broodfonds heeft nu circa 50 leden. Vertrouwen is de basis. Als iemand ziek is, wordt iedereen op de hoogte gesteld. Wie aanspraak maakt op een gift, moet minstens twee jaar verbonden blijven aan het fonds.

De deelnemers vinden het persoonlijk contact een groot pluspunt. Jeanette Kapic, oud-voorzitter van het Broodfonds Rotterdamsche Gilden: “Het is extra fijn dat je de mensen met wie je samen een vangnet regelt ook leert kennen. Werken op projectbasis is een onzeker bestaan. De betrokkenheid is groot; we gaan ook bij elkaar op ziekenbezoek. Het bestuur wil mensen die langdurig ziek zijn helpen om beter te worden.”

Jeanette: “De diversiteit aan ondernemers is heel waardevol. We hebben allemaal ons eigen netwerk en kennis. In ons broodfonds zitten mensen uit de zorg, communicatie, training en financiële dienstverlening. Nu dit werkt, is zelforganisatie op andere gebieden een kleinere stap.”

Zilveren schild van het brood- pastei- en koekebakkersgilde, 1796

Vanaf de middeleeuwen beschermen gilden de belangen van een bepaalde beroepsgroep. Dit zilveren schildje was ooit eigendom van het Rotterdamse ‘Brood pasteij, en Koekebakkersgilde’. De decoratie verwijst naar het beroep van de bakkers: korenaren, een oven, twee broodscheppen en een pastei met een liggend hert als deksel.

oog in oog met het verleden

0002
“NU DIT WERKT, IS ZELFORGANISATIE OP ANDERE GEBIEDEN EEN KLEINERE STAP”
13
Leden van het Broodfonds Rotterdamsche Gilden in Museum Rotterdam

BURGEMEESTER

ABOUTALEB

Ahmed Aboutaleb wil in zijn derde termijn nog meer opkomen voor mensen voor wie wet- en regelgeving tekortschiet en daardoor in de problemen komen.

“JUIST DÁÁROM GAAN WE IETS REGELEN”

Aboutaleb wordt geboren in 1961 en groeit op in Beni Sidel, Marokko. Op zijn vijftiende komt hij met zijn moeder en zusjes naar Nederland, waar ze verenigd worden met hun echtgenoot en vader die al jaren als gastarbeider werkt en in Den Haag woont. Aboutaleb doorloopt achtereenvolgens de lts, mts en hts en studeert in 1987 af in telecommunicatie. Hij werkt onder andere als journalist en ambtenaar en wordt begin deze eeuw politiek actief bij de PvdA. Sinds 2009 is Aboutaleb burgemeester van Rotterdam.

Aboutaleb pleit in 2021 voor meer maatwerk in de dienstverlening van de gemeente. Goed beleid begint met luisteren, met zorgen serieus nemen en biedt hoop en perspectief. “Mensen krijgen nu vaak te horen: ‘de regels zijn niet bedoeld voor uw situatie, ik kan niets voor u betekenen’. Maar we zouden eigenlijk moeten zeggen: juist dáárom gaan we iets regelen.”

Voorbeelden van maatwerk heeft Aboutaleb genoeg. Zo vroegen ouders van een gehandicapt kind financiële steun bij de gemeente voor de aanpassing van hun huis. Zij wilden zelf voor hun kind blijven zorgen en daar was een verbouwing voor nodig. “Onze bijdrage was niet genoeg. Maar zonder die verbouwing zou het kind naar een zorginstelling moeten. Behalve dat dit heel verdrietig zou zijn, is die zorg ook heel duur. Gelukkig konden we hen toch helpen.”

Er is geen behoefte aan nieuw beleid, vindt Aboutaleb, wel aan inlevingsvermogen en klantvriendelijkheid. Hij hoort regelmatig goede ideeën en plannen van ondernemers en burgers. “Daar moeten we meer voor open staan en financiering ervan niet te ingewikkeld maken. Als we meer samen met Rotterdammers optrekken, groeit het vertrouwen in de overheid.”

Installatiekostuum burgemeester Andre van der Louw, Kostuum Mc Gregor, 1974

De PvdA-er André van der Louw werd in 1974 burgemeester van Rotterdam. Hij werd gezien als de burgemeester van de gewone, werkende Rotterdammer. Bij zijn installatie droeg hij dit ribfluwelen kostuum. Ribfluweel is traditioneel een stof voor werkmanskleding. Hiermee leek Van der Louw zijn verbondenheid met de arbeiders te onderstrepen. oog in oog met het verleden

0003
Burgemeester Ahmed Aboutaleb © Stacii Samidin
14

0004 DR. MAU, DE SAMBALMAN

De sambalman is een begrip in de stad. Hij gebruikt zijn kooktalent om in zijn levensonderhoud te voorzien.

RECEPTEN EN SMAKEN ZITTEN IN MIJN HOOFD”

Maurice Declerq is als Dr. Mau de sambalman een bekende Rotterdammer. Hij is geboren en opgegroeid in Suriname. “Ik leerde handelen van mijn vader en koken van de vrouwen in de familie.”

In 1980 komt Maurice naar Nederland om te studeren, maar het loopt anders. “Ik heb allerlei banen gehad; beveiliger op de tram, heftruckchauffeur en verzekeringsagent. Door onhandigheid raakte ik in de schulden en een 9 tot 5 baan ligt mij niet.”

Zijn droom, een eigen sambalfabriekje, blijkt niet zo eenvoudig: “Vergunningen, Kamer van Koophandel, belastingen, opleidingen. Ingewikkeld en niks voor mij. Ik kende de eerste sambalman. Hij verkocht zijn waar gewoon op terrassen en in cafés. Toen hij stopte ben ik dat gaan doen.”

De sambal maakt Maurice thuis in zijn keuken. “De recepten en smaken zitten in mijn hoofd, natuurlijk geïnspireerd door de sambal uit Suriname; sambal manis, knoflook sambal, mango sambal, sambal met appel, alles. Elk potje verkoop ik voor 5 euro per stuk. “Het is hard werken hoor. Een krat met potten is zwaar en ik ben ook al ruim 65!”

Sinds september 2022 rijdt de sambalman niet langer langs de terrassen van Rotterdam. Maurice is teruggekeerd naar Suriname om daar van zijn oude dag te genieten, omringd door familie.

In de jaren ´30 zorgt de economische crisis voor grote werkeloosheid onder Chinese zeelieden op Katendrecht. Vindingrijke Chinezen proberen wat te verdienen als straatventer van pindakoeken. De ‘pindachinees’ wordt een fenomeen, maar verdwijnt langzamerhand uit het straatbeeld nadat de verkoop als bedelarij wordt bestempeld.

oog in oog met het verleden

Verkopen van sambal, 2018
pindatrommel met katoenen draagband, 1930-1939
“DE
Zilverkleurige
15
Maurice Declerq, de Sambalman

0005 TUINMEESTER GERRIT ROUKENS

Tuinmeester Gerrit werkt jarenlang aan een groenere stad, geïnspireerd op natuurlijke ecosystemen.

In de tuin-filosofie van tuinmeester Gerrit Roukens kan de natuur zoveel mogelijk haar gang gaan. Hij volgt de uitgangspunten van permacultuur: kleinschalige, duurzame tuinbouw, geïnspireerd op natuurlijke ecosystemen.

Max de Corte van Moestuinman bracht de permacultuur naar Rotterdam en Gerrit ging er mee aan de slag in Tuin De Enk in Vreewijk. De aanpak was een inspiratie voor andere stadslandbouwers. Rotterdamse Munt, De Ghandituin, Wollefoppengroen&co, Eetbaar Rotterdam, Uit je eigen stad; heel ‘groen‘ Rotterdam kwam kijken.

Volgens Gerrit zou een groene plek van 1 tot 2 hectare per 10.000 bewoners ideaal zijn. Continuïteit is een voorwaarde om zo’n groene plek goed te ontwikkelen. Dit kan bereikt worden met inspraak en invulling door bewoners onder begeleiding van een professional.

Gerrit gaf daarnaast jarenlang les aan kinderen op de natuurschool in de Landbouwbuurt, de buurt tussen Zuidplein en Vreewijk. “Goed zijn voor de natuur en voor elkaar gaan hand in hand.” De natuurlessen werden gegeven op tijdelijk braakliggende terreinen, die inmiddels zijn bebouwd. Daarmee zijn de lessen ook gestopt. Tijdens de coronaperiode heeft Gerrit geveltuinen aangelegd in Bloemhof, Hillesluis en Charlois onder het motto “tegels eruit, planten erin”.

Gerrit is nu met pensioen. Al kan hij het bezig zijn niet laten. Af en toe duikt hij weer in het groen in Vreewijk en de Hoeksche Waard.

Tuinmeester Gerrit Stilleven van groente en vaatwerk, Willem Kalf, ca. 1642 In een donker schuurtje ligt een stilleven uitgestald. Het bestaat uit allerlei potten en kruiken en producten van het land zoals boerenkool en pompoen. Schilderijen met dit onderwerp zijn populair in het 17e eeuwse Rotterdam. Willem Kalf schildert maar kort dit soort voorstellingen. Later legt hij zich toe op pronkstillevens die veel meer luxe uitstralen. oog in oog met het verleden
16
“GOED ZIJN VOOR DE NATUUR EN VOOR ELKAAR GAAN HAND IN HAND”

0006 KHALID CHENNOUF

Khalid zet de kracht van sport in om kinderen te leren het beste uit zichzelf te halen.

IS ALS WATER, HET GAAT

Khalid Chennouf groeit op in Marokko. Zijn sportleraar herkent en stimuleert zijn talent en leert hem liefde voor sport, respect en discipline. Khalid bereikt het hoogste niveau in karate en ontwikkelt zich daarnaast als bokser. Uiteindelijk vindt hij zijn ideale sportcombinatie in thaiboksen, de traditionele voorloper van kickboksen.

De oud-wereldkampioen karate komt via een Marokkaans-Nederlands uitwisselingsprogramma in 2004 naar Thaiboksschool Oude Westen. Hij traint de jongeren in het thaiboksen en daagt ze uit zichzelf te verbeteren zonder het plezier in de sport te vergeten. Khalid is duidelijk, streng en consequent en geniet als oudkampioen meteen respect bij de jongeren. “Sport is een krachtige manier om mensen te verbinden en de samenleving te verbeteren.”

Het valt ondernemers op hoe goed Khalid omgaat met de vaak lastige wijkjeugd. Met de stichting ‘Vrienden van de thaiboksschool’ weten ze hem in Rotterdam te houden. Khalid is helder in zijn aanpak: “Bij kinderen begint de toekomst, ik wil ze leren het beste uit zichzelf te halen. Voldoende beweging is heel belangrijk, maar respect en discipline ook. Ze moeten leren waarom dingen niet mogen, maar ook kunnen spelen en fouten maken. Uiteindelijk leren kinderen zo kansen te pakken, goed voor zichzelf te zorgen en bijvoorbeeld een goed diploma te halen.”

De positieve invloed van Khalid is niet onopgemerkt gebleven. In 2017 ontvangt hij de Paul Nijgh penning voor zijn inzet op sociaal-cultureel gebied. Tegenwoordig traint Khalid Chennouf niet alleen kinderen en jongeren, maar ook ouders, wijkagenten, jongerenwerkers, beleidsmakers en politici. De thaiboksschool maakt inmiddels deel uit van een brede wijkaanpak.

Reistas gebruikt als sporttas door Bep van Klaveren en later door Willem Westbroek, 1920-1960

Bokslegende Bep van Klaveren slaat zich vanuit Crooswijk naar een gouden medaille op de Olympische Spelen van 1928. Deze tas zou hij hebben meegenomen naar de Verenigde Staten, waar hij furore maakt als ‘the Dutch Windmill’. Terug in Rotterdam komt de tas in handen van kunstschilder Willem Westbroek, die zijn naam deelt met een boksende oom.

oog in oog met het verleden

Khalid Chennouf en leerlingen in Khalid’s Gym © Desirée Schippers
“SPORT
OVERAL IN ZITTEN”
17

0007 RICHARD SHOES

Richard de Boer zet zich als ondernemer in voor zijn straat. Hij biedt buurtjongeren mogelijkheden en weet ze zo te inspireren.

“IK HELP IEDEREEN DIE DAAR VOOR OPEN STAAT, MAAR BEN WEL HARD: RECHT IS RECHT EN KROM IS KROM BIJ MIJ”

Sinds 1989 runt Richard schoenenwinkel Richard Shoes aan de West-Kruiskade. Als echte ondernemer ziet hij overal kansen, momenteel kijkt hij of een koffiebar in de zaak aanslaat. Daarnaast is Richard betrokken bij het leven in de straat. Hij is voorzitter van de Bedrijven Investeringszone (BIZ).

Richard heeft oog voor de buurtjongeren. Hij ziet hun problemen, maar ook hun mogelijkheden. “Problemen op de kade raken ons allemaal. Ik help daarom iedereen die daar voor open staat, maar ben wel hard. Recht is recht en krom is krom bij mij, als ik chocola eet moet ik niet zeuren dat ik dik word.”

Tegelijk benadrukt Richard het belang van blijven luisteren. “Ik praat ook met gasten die op een verkeerde manier aan geld komen. Zij zien dat als overleven omdat ze denken dat ze toch geen kansen krijgen. Anderen hangen rond op straat. Ik veroordeel ze niet, maar vraag bijvoorbeeld wat ze willen met het leven. Door regelmatig met ze te praten, kan er iets veranderen.”

De ondernemers van de kade doen ook meer dan praten: “Willen ze werk, dan gaan we dat regelen. Bijvoorbeeld via de stagealliantie Werk aan de kade die we hebben opgericht. Ik ben trots op onze samenwerking hier. We kunnen echt iets betekenen voor de buurt.”

De samenwerking én diversiteit is de kracht van de West-Kruiskade. “Toen ik begon waren hier veel Chinezen, Portugezen en Surinamers. Daarna kwamen er Marokkanen. Je moet opletten dat de straat van iedereen blijft. Vanuit de BIZ proberen we de boel in evenwicht te houden.”

Constant van Dijk dreef jarenlang de exclusieve schoenenzaak Corbeau aan de West-Kruiskade 2A. Toen de wijk veranderde, paste hij zijn collectie aan naar de wensen van zijn nieuwe klanten: felle kleuren en kekke modellen. Net als Richard zag Van Dijk zijn winkel als een huiskamer waar hij iedereen verwelkomde met een gezellige babbel.

Richard Shoes aan de West-Kruiskade Richard de Boer © Desirée Schippers
herenschoenen
goud
Een paar
van
leer, Corbeau, 2008
oog
oog met het verleden 18
in

0008 RINI DE OTTER †

Rini de Otter maakte met zijn alter ego Tante Leeuwina serieuze zaken bespreekbaar. Humanitas verpleeglocatie De Leeuwenhoek aan de West-Kruiskade is erg geliefd bij mensen die er verblijven. De vrijheid die bewoners en medewerkers voelen in samenwerking met de wijk is een voorbeeld voor velen. Rini de Otter: “Dit botst nog wel eens met de bureaucratische regels van de zorg. Maar als het beter is voor de cliënten zetten we hun welzijn voorop en niet de bijhorende regels: tegen de stroom in anders durven zijn.”

Rini de Otter is geboren in de Gaffelstraat in het Oude Westen. Na jarenlang 40 uur per week in de haven te werken, worden in 2008 hij en een groot deel van zijn collega’s ontslagen. Doordat hij daarnaast als vrijwilliger zeer actief is in het Oude Westen, kan hij al snel aan de slag bij De Leeuwenhoek. Rini de Otter begeleidt hier de vrijwilligers tot hij plotseling overlijdt op 24 oktober 2017. Zijn optredens als tante Leeuwina waren razend populair. Zijn alter ego maakte in praatshows serieuze zaken met een grap en een grol bespreekbaar. Rini was erg geliefd in de Leeuwenhoek en in de wijk. Inmiddels siert zijn portret een van de gevels van de Gaffelstraat.

Pruik, ca. 1970

Kinderen duiken graag in de verkleedkist om een heel ander personage te spelen. Maar ook in het grote mensenleven blijven we ons af en toe graag verkleden, zoals met carnaval of Halloween. Met een bepaalde outfit en pruik op kun je heel raak een typetje neerzetten. Maar een pruik kun je ook dragen omdat je vindt - om wat voor reden dan ook - dat je er dan mooier uitziet.

oog in oog met het verleden

Rini de Otter en bewoners van de Leeuwenhoek in 2016 © Stacii Samidin
19
“TEGEN DE STROOM IN ANDERS DURVEN ZIJN”

ROTTERDAM WEST

De leeszaal is een laagdrempelige ontmoetingsplek rondom taal en participatie en een plek waar je boeken kunt halen en brengen.

“WIJ

Maurice Specht en Joke van der Zwaard zijn de initiatiefnemers van Leeszaal Rotterdam West. “De Leeszaal is begonnen als reactie op de sluiting van de bibliotheekfilialen in Rotterdam West. Dit ging ons allebei aan het hart zodat we samen op zoek zijn gegaan naar een alternatief.”

Maurice en Joke spraken met mensen uit de buurt om uit te vinden waar behoefte aan was en wat ze zelf bij wilden dragen. “De uitkomst: een plek om (voor) te lezen, te leren, elkaar te ontmoeten en initiatieven op te starten. We hebben vervolgens de Leeszaal ingericht aan het Rijnhoutplein en een festival georganiseerd om inhoud en betrokkenheid te testen. Iedereen vond dat het moest blijven. Nu bezoeken bijna 50.000 mensen per jaar de Leeszaal voor een boek, een activiteit of een ontmoeting.”

Ongeveer 80 vrijwilligers houden de Leeszaal open. “Ze zorgen voor koffie en thee, maken de programma’s en staan mensen te woord. Elke maand worden ongeveer 1000 boeken gebracht en gaan er 750 uit. De boeken worden gesorteerd en overzichtelijk aangeboden. Bezoekers kunnen boeken meenemen en terugbrengen, maar ook houden. We houden dit verder niet bij, dat is alleen maar extra werk.”

Gebeden- en getijdenboek, 1400-1425

met het verleden

oog in oog

0009 LEESZAAL
De Leeszaal speelt als ongesubsidieerde zelforganisatie een belangrijke rol in de buurt. “De omgang met instanties en de gemeente blijft soms lastig. Als vrijwilligersorganisatie voel je je niet altijd serieus genomen. Als we bijvoorbeeld merken dat een bezoeker dringend hulp nodig heeft en instanties niet reageren, moeten we ons eigen netwerk aanspreken om te helpen.” MAKEN EEN GASTVRIJE PLEK, DAT IS IETS WAAR JE VEEL AANDACHT AAN MOET BESTEDEN”
Boeken bevatten de kennis, gedachten en gevoelens van anderen. De eerste boeken, zoals dit prachtige getijdenboek, worden met de hand geschreven en geïllustreerd. Ze zijn uiterst kostbaar. De uitvinding van de boekdrukkunst rond 1450 maakt boeken bereikbaar voor gewone mensen. Nieuwe ideeën kunnen zich nu veel makkelijker verspreiden. Het verandert de wereld.
20
Bezoekers van de Leeszaal

0010 WEST-KRUISKADE

Door samenwerking in de Alliantie West-Kruiskade is de West-Kruiskade en het gebied eromheen met succes uit het slop getrokken.

“HET IS NET EEN DORP”

In 2009 staat de West-Kruiskade slecht bekend. Alice Fortes van de Alliantie West-Kruiskade weet nog waarom: “Louche cafés waren het toneel van drugshandel, in donkere hoekjes werd prostitutie bedreven en ’s avonds waren hangjongeren de baas.” Woonstad Rotterdam, de gemeente, deelgemeente, Stadsontwikkeling en de ondernemingsvereniging besluiten de problemen samen aan te pakken in de Alliantie West-Kruiskade.

Alice: “We hebben veel voor elkaar gekregen. In 2015 zijn bijna alle bedrijfspanden van Woonstad Rotterdam opgeknapt. Het Tiendplein en het Kruisplein hebben een heel andere uitstraling gekregen en nieuwe publieksvriendelijke horeca.”

Nu de straat weer bloeit is de Alliantie West-Kruiskade langzaam afgebouwd. De activiteiten zijn overgedragen aan de ondernemers en pandeigenaren die zijn verenigd in een Bedrijven Investeringszone (BIZ). Zij werken nauw samen om er voor te zorgen dat de straat maximaal ondersteund wordt.

Terwijl steeds meer Nederlandse binnensteden op elkaar beginnen te lijken, biedt de West-Kruiskade een uniek winkelgebied met de diversiteit van Rotterdam in het klein. De eerste indruk vanaf het centrum is simpelweg ‘Chinatown’. Dit is dan ook de plek waar Rotterdam van oudsher het Chinees Nieuwjaar viert.

Daartussen zijn ook veel Surinaamse winkels zichtbaar, compleet met hun Indiase, Turkse, Aziatische, Chinese en Arabische achtergronden. Net als de Chinese ondernemingen hebben ze een specifieke klantenkring die elkaar en de ondernemer vaak kennen. Verderop in de straat vind je Mediterrane en Nederlandse ondernemingen en winkels deels met en deels zonder uitgesproken culturele achtergrond. Naast diversiteit is de grote onderlinge hulpvaardigheid hét kenmerk van de straat. “Het is net een dorp.”

Van 1988 tot 2006 is Nighttown ‘the place to be’. Het poppodium is continu in beweging en een plek waar, net als op de West-Kruiskade, Rotterdammers, stijlen en (sub)culturen samenkomen. Hier wordt dance groot, gieren gitaren en vloeien de rhymes. Klinkende namen en aanstormend talent laten het pand aan de West-Kruiskade trillen op zijn

Alice Fortes, Alliantie West-Kruiskade © Stacii Samidin Gele neon letters van poppodium ‘NIGHTTOWN’, West-Kruiskade, 1992 grondvesten.
21
Beeld Fernando Barrientos oog in oog met het verleden

0011 KRACHTVROUWEN

OUDE WESTEN

Deze groep vrouwen laat zien hoe mensen met verschillende achtergronden samenwerken om elkaar en de stad te versterken.

Voor vrouwen die hier niet zijn opgegroeid is het vaak moeilijk om in Nederland een nieuw leven op te bouwen. Stichting Krachtvrouwen Oude Westen zet zich in zodat vrouwen in de wijk de controle over hun eigen leven nemen, de straat op gaan en elkaar leren kennen.

Amina Ali Hussen, oprichter van de Krachtvrouwen, spreekt uit ervaring: “Ik ben hier als vluchteling uit Somalië gekomen en sprak de taal niet. In Somalië is iedereen als familie, hier niet en dat voelde moeilijk en eenzaam. Als mijn dochters op school waren, ging ik naar buiten, de West-Kruiskade op. Daar raakte ik met andere vrouwen aan de praat.”

De gesprekken gaan vaak over problemen. Veel vrouwen worstelen met armoede, huiselijk geweld en opvoeding. Amina bedenkt dat ze samen activiteiten moeten ondernemen. Ze maakt werk van haar idee en begint de Krachtvrouwen. Iedere week bieden de Krachtvrouwen een vast programma zoals kleding maken, koken, samen ontbijten en taallessen. “Ons motto is dat we iedere dag open moeten staan om te leren.”

Sinds 2015 huren de vrouwen een hoofdkwartier in de Josephstraat. Daar maken ze sinds kort ook warme maaltijden voor de allerarmsten in de wijk. Dit doen zij drie keer in de week, veertig maaltijden per keer. De Krachtvrouwen zijn voor al hun activiteiten volledig afhankelijk van donaties.

Vaandel Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht Afdeling Rotterdam, ca. 1900

De Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht werd in 1894 opgericht. In 1917 kregen vrouwen het passief kiesrecht. De Rotterdamse Suze Groeneweg werd in 1918 als eerste vrouw in de Tweede Kamer gekozen. In 1919 krijgen vrouwen ook actief stemrecht. De vereniging heeft zijn doel bereikt en krijgt een nieuwe naam: Vereeniging voor Staatsburgeressen.

oog in oog met het verleden

“WE STAAN IEDERE DAG OPEN OM TE LEREN”
Krachtvrouwen voor hun atelier met voor in het oranje Amina Hussen © Joop Reijngoud Krachtvrouwen in hun atelier
22

SPEELTUINVERENIGING JEUGDVELD

Speeltuinvereniging Jeugdveld in Zuidwijk organiseert met beperkte middelen en veel inzet van het bestuur activiteiten voor alle wijkbewoners, jong en oud.

“Toen was geluk nog heel gewoon”. Blije kinderen en blije ouders in het overzichtelijke aangeharkte Nederland. Ook in de stad willen kinderen buiten spelen. Daar zorgt de speeltuin voor. Maar spelen is niet zonder risico waarschuwt deze zakdoek. Op de wip heb je zo een tand door de lip.

Speeltuinvereniging Jeugdveld in Zuidwijk bestaat al 61 jaar. De speeltuin is populair bij buurtkinderen, maar ook een belangrijke ontmoetingsplaats voor ouderen. Voorzitter Joyce de Lima is trots op de speeltuin en haar vrijwilligers. “Het bestuur bestaat uit een aantal vrouwen die ondersteund wordt door vrijwilligers. Met elkaar organiseren we activiteiten voor jong en oud. Met succes: In de zomer spelen hier wel 60 kinderen, in de winter zijn dat er wat minder. Verder bezoeken wekelijks tientallen ouderen de koffieochtenden en andere activiteiten.”

Zoals veel bewoners van Zuidwijk heeft Joyce wortels buiten Nederland: “Ik kom van de Antillen. Daar heb ik 31 jaar lang in de zorg gewerkt. Ook hier blijft het zorgen in mijn bloed zitten. Mijn werk voor de speeltuinvereniging is een mooi voorbeeld. Voor mij is het logisch om voor anderen te zorgen, dat krijg ik ook in de kerk mee.” De speeltuinvereniging is maatschappelijk betrokken. “Buurtbewoners weten dat ze bij ons terecht kunnen. We helpen met het invullen van formulieren, maar ook bij problemen door armoede of huiselijk geweld. Soms zien we aan kinderen dat ze thuis moeilijkheden hebben. We verwijzen dan door naar instanties waarmee we samenwerken.”

De speeltuin staat voor een uitdaging. “Door korting op de subsidie voor speeltuinen moeten we bezuinigen. Dat gaat vooral ten koste van de ouderen, omdat het geld in eerste instantie bedoeld is voor de kinderen en vaste lasten. Dat is moeilijk, want ze zijn vaak eenzaam en komen hier graag. In de toekomst willen we hiervoor meer geld en ondersteuning zoeken.”

0012
“ZORGEN VOOR ANDEREN ZIT IN MIJN BLOED, DAT DEED IK OP DE ANTILLEN EN DAT DOE IK HIER OOK”
Vierkante wit katoenen kinderzakdoek, 1952
oog in oog met het verleden
23
Voorzitter Joyce de Lima (l) met een aantal buurtbewoners

0013 STADSMARINIERS

Stadsmariniers zijn ‘superambtenaren’ die door samenwerking de hardnekkige veiligheidsproblemen in bepaalde gebieden oplossen.

Rien van der Steenoven, Daniëlle van den Heuvel, Marcel Dela Haije en Arwin Siermans zijn 4 van de 9 Stadsmariniers. “In 2002 zijn de Stadsmariniers opgezet als een vernieuwende aanpak voor de verbetering van de veiligheid. Vroeger werkten gemeentelijke afdelingen en instanties vaak langs elkaar heen. Ze waren bezig binnen hun werkveld en wisten vaak niet hoe het op straat werkte. De stadsmariniers kennen de straat en brengen uitvoeringsorganisaties zoals politie, stadsbeheer en woningbouwcorporaties samen.”

De Stadsmariniers gaan op zijn Rotterdams te werk: geen woorden maar daden. “De Stadsmariniers kunnen het verschil maken. We hebben een bepaalde onafhankelijkheid ten opzichte van de gevestigde instanties. Hierdoor kunnen we onbevangen en met een frisse blik samenwerken. Zo krijgen we dingen voor elkaar die eerder niet lukten.”

De focus van de Stadsmariniers is verschoven. “In het begin waren we in gevecht met zichtbare overlast en criminaliteit. We waren toen bezig met drugsdealers vangen, nu willen we via de moeders zorgen dat er over 20 jaar geen drugsdealers meer zijn. We werken van onderaf met bewoners en ondernemers aan een mooie toekomst. Dat heeft meer effect dan het even wegpoetsen van een paar dealers.”

De Stadsmariniers willen Rotterdam sterker maken. “Handhaving en toezicht zijn nodig, maar we willen vooral buurten zo krachtig maken dat ze voor zichzelf kunnen zorgen. Het is eigenlijk heel simpel, bij een probleem vragen we bewoners om mee te helpen. Dat inspireert. De steun van de burgemeester is ook belangrijk. Als we hem nodig hebben is hij er.”

Ordonnantie op de inwoning van vreemdelingen, en op het wykmeesterschap, 1803

Rotterdam houdt graag in de gaten wat er allemaal in de wijken gebeurt. Vanaf eind zeventiende eeuw werden wijkmeesters met het toezicht op arme vreemdelingen belast. Want wie betaalde de armenzorg? De wijkmeesters bepaalden of iemand tijdelijk of permanent mocht blijven. Ze hadden de bevoegdheid te visiteren: mannen van gezag dus.

Stadsmariniers Arwin Siermans (l) en Marcel Dela Haije (r) Stadsmariniers Rien van der Steenoven (l) en Daniëlle van den Heuvel (r)
oog in oog met het verleden 24
“NU DIT WERKT, IS ZELFORGANISATIE OP ANDERE GEBIEDEN EEN KLEINERE STAP”

OUDE WESTEN

Met de huiswerkklas nemen inwoners verantwoordelijkheid voor de kinderen uit de wijk.

“GOED ONDERWIJS IS DE BASIS VOOR ZELFREDZAAMHEID”

De Aktiegroep Oude Westen is een fenomeen. Al sinds 1970 zet ze zich op allerlei gebieden in voor de wijk en de bewoners. Een mooi voorbeeld is de huiswerkklas. Van maandag tot en met donderdag kunnen buurtkinderen hier vanaf 16 uur terecht. Elk jaar maken zo’n 40 tot 50 kinderen in het voortgezet onderwijs gebruik van de huiswerkklas. Voor hulp, vragen of gewoon een rustige leerplek.

De huiswerkklas is eind jaren ’70 opgezet door de Aktiegroep. In 2018 is de huiswerkklas een zelfstandige stichting geworden: Stichting Huiswerkklas Oude Westen. Het uitgangspunt is onveranderd: goed onderwijs is de basis voor zelfredzaamheid. Door buurtjongeren te begeleiden bij hun huiswerk verbeteren de schoolprestaties. Tegelijk ontstaat een veilige omgeving waar ze terecht kunnen met hun problemen.

De huiswerkklas bestaat inmiddels al meer dan 45 jaar. Het laat zien dat de bewoners van het Oude Westen het belangrijk vinden om elkaar te helpen. Veel jongeren hebben baat gehad bij de ondersteuning door de huiswerkklas. Een aantal is hier zelf maatschappelijk actief geworden.

Geboetseerd model van een handwerkklas, bronskleurig geschilderd, 1900-1920

Aan het begin van de 20e eeuw maakte de kunstenaar Simon Miedema dit beeldje voor Ida Heyermans, directrice van de Huishoudschool. Het werk vangt precies de sfeer van een huiswerkklas. Een aantal leerlingen luistert aandachtig naar de onderwijzer, terwijl achterin de klas wordt gekletst.

oog in oog met het verleden

Het is een inspirerend voorbeeld voor andere buurtorganisaties. Speeltuinvereniging Zuidwijk (Echt Rotterdams Erfgoed nr. 0012) kijkt bijvoorbeeld met veel interesse naar de werkwijze van de huiswerkklas. Het programma Echt Rotterdams Erfgoed brengt beide initiatieven met elkaar in contact.

Stichting Huiswerkklas Oude Westen is gevestigd in Centrum El Ettaouhid aan de Kogelvangersstraat 114.

0014 HUISWERKKLAS
25
Huiswerkklas Oude Westen

Tegeltableau van een vaas met bloemen, 1620-1630

Tegeltableaus met bloemen worden vanaf het begin van de 17e eeuw populair. De tegelschilders gebruiken een prent als voorbeeld, bloemen zijn zeer kostbaar en niet makkelijk te krijgen. Dit tableau is afkomstig uit de hal van een huis aan de zuidzijde van de Hoogstraat even ten oosten van de Pottebakkerssteeg..

0015 DICK DE MOOIJBEST WEST FLOWERS

In Dick’s bloemenzaak komen allerlei culturen over de vloer. Hij heeft voor iedereen de bloemen die ze zoeken.

Op de West-Kruiskade geven veelkleurige winkels een indruk van de diversiteit van onze wereldstad. Dick de Mooij fleurt de boel nog eens verder op met zijn zaak Best West Flowers. “Ik kom uit een echt bloemengeslacht. Opa zat 80 jaar geleden al in de business en mijn vader was grossier in bloemen. Hij ging met een afgeladen vrachtwagen langs de bloemisten.”

De appel valt dus niet ver van de boom. “Ik begon als bloemist in Blijdorp, inmiddels zit ik al weer 21 jaar op de West-Kruiskade. Het leuke is dat je echt met alle nationaliteiten te maken hebt. Moslims, Christenen, Hindoestanen, Chinezen, rijke mensen, gewone mensen, alles komt hier. Iedere gemeenschap en geloof heeft weer bijzondere feesten waar vaak bepaalde bloemen bij horen.”

Dick onthoudt het allemaal en kan met iedereen overweg. “Iemand zien stralen is zo fijn en met bloemen maak je mensen blij: eten, drinken en een bloemetje erbij! Wat mij betreft gaan alle ondernemers hier nog beter samenwerken.”

“Wel zijn er in de wijk toenemende problemen door verschillende groepen die op straat rondhangen. Samen met de politie en stadsmarinier zoekt de Bedrijven Investerings Zone, waarin ondernemers en pandeigenaren zijn verenigd, hiervoor naar oplossingen.”

De bloemist werkt door en is goed op de hoogte van de betekenis die bepaalde kleuren of specifieke bloemen hebben. “Chrysanten voor het altaar bij Hindoestanen thuis. Rode rozen voor de reinigingsrituelen van Surinamers. Internationale vrouwendag is groot in de Balkan, dat betekent rode rozen met gipskruid. Marokkanen houden van boeketten. Moederdag is een gekkenhuis voor alle culturen.”

oog in oog met het verleden
“IEMAND ZIEN STRALEN IS ZO FIJN EN MET BLOEMEN MAAK JE MENSEN BLIJ!” 26
Dick de Mooij © Stacii Samidin

SHOP -

FRED FITZ-JAMES †

De Fred Kulturu Shop draagt de spirituele waarden van de Winti cultuur uit. Bezoekers met verschillende achtergronden worden geadviseerd bij grote en kleine levensvragen.

Fred Fitz-James is geboren in Paramaribo. “Ik ben altijd intensief bezig geweest met de Surinaamse cultuur. Bijvoorbeeld theater, maar ook de spirituele kant van de Afro-Surinaamse cultuur. Dat is de basis van mijn winkel. Als mensen op de kade vragen naar de winkel van Fred weten ze me direct te vinden.”

Fred heeft zowel geneeskrachtige als spirituele kruiden. “Ze worden vaak al eeuwen gebruikt. Onze voorouders hadden geen apotheek en dokter, maar gebruikten kruiden. Het is de basis van alle geneesmiddelen.” Met zijn kennis van de Surinaamse cultuur helpt Fred ook jongeren. “Als je meer weet van je achtergrond kun je beter je weg vinden. Soms verwijs ik door, er zijn verschillende manieren om je roots te ontdekken. Uiteindelijk komt het uit jezelf.”

In de Kulturu Shop heerst een Rotterdamse mentaliteit. “Iedereen is welkom. Het is meer dan een winkel, ik zie het als een platform. Je kunt hier over alles praten en natuurlijk ook vragen stellen. We bieden geen wonderen, maar gewoon hulpmiddelen. Geluk zit tussen je oren, niet in een potje en ik speel ook geen dokter of apotheek.”

Fred Fitz-James is in 2020 overleden. Zijn zoon Urbian heeft de winkel sindsdien overgenomen. Daarmee blijft de spirituele kracht en medicinale wijsheid aan de West-Kruiskade.

Rotterdam telt talloze geloofsgemeenschappen waaronder het Surinaamse Winti. Om die lappendeken van religies een gezicht te geven liet Museum Rotterdam in 2003 een aantal van hun leiders fotograferen. Winti priesteres Josephine Watson was een van de weinige vrouwen; ze koos er voor om in niet religieuze kledij te worden geportretteerd.

0016
KULTURU
SHOP IS MEER DAN EEN WINKEL. JE KUNT HIER OVER ALLES PRATEN EN NATUURLIJK OOK VRAGEN STELLEN” Winti priesteres Josephine Watson, 2003
“KULTURU
27
Foto: Tamar de Kemp oog in oog met het verleden

0017 JINAI LOOIHET ZESDE GELUK

Passie voor eten is de drijfveer van Jinai Looi. In haar kookworkshops komen verschillende culturen samen.

Jinai is geboren in Singapore en opgegroeid in Rotterdam. Passie voor eten speelt een grote rol in haar leven. In 2012 start ze met haar kookstudio Het Zesde Geluk op de West-Kruiskade. Ze geeft er kookworkshops voor de buurt en voor mensen daarbuiten. Iedereen is welkom. Alhoewel de kookstudio inmiddels is verhuisd naar de Oostzeedijk Beneden blijft de West-Kruiskade een rol spelen. “De straat is een belangrijk onderdeel van de kookworkshops en rondleidingen die ik geef. Op die manier maken mensen kennis met een stukje Rotterdam dat ze misschien niet verwachten. De keukens die bij het Zesde Geluk samenkomen, zijn net zo divers als de West-Kruiskade.”

Sinds kort vertelt Jinai ook verhalen. “Door catering voor Verhalenhuis Belvédère (Echt Rotterdams Erfgoed nr. 0019) heb ik gemerkt dat mensen verhalen over mijn Chinese achtergrond leuk vinden. Die authenticiteit willen we verder ontwikkelen. Verhalen bij het eten geven een extra dimensie aan de maaltijden.”

“In China kennen mensen vijf basisgelukken: voorspoed, lang leven, blijdschap, deugdzaamheid en rijkdom. Het zesde geluk wensen we iedereen toe en staat voor een levensdoel of een passie. Dus dat kan ook iets zijn zoals het rennen van een marathon. Je kan steeds een nieuw zesde geluk vinden. Het is vloeiend, organisch.” Net als iemands persoonlijke zesde geluk is ook het Zesde Geluk vloeiend en organisch. “We gaan door met het verspreiden van smaken en culturen binnen én buiten Rotterdam.”

Een gemêleerd gezelschap aan tafel, onbekende schilder, ca. 1770

Een gezelschap zit aan een gedekte tafel. Hierop staat een schaal met vis die op bordjes wordt uitgeserveerd. Naast servies en bestek staan er flessen wijn en glazen. Helemaal rechts zit een zwarte man. Hij is niet als een bediende afgebeeld - wat gebruikelijk was in die tijd - maar als tafelgenoot.

Jinai Looi krijgt tijdens een VerhalenCafé het certificaat Echt Rotterdams Erfgoed overhandigd
oog in oog met het verleden
“VERHALEN BIJ HET ETEN GEVEN EEN EXTRA DIMENSIE AAN DE MAALTIJDEN”
28
Jinai Looi © Stacii Samidin

0018 ESDRA

Dierenspeciaalzaak De Rimboe is de plek met veel aandacht voor de jongeren uit de buurt.

“IEDEREEN KOMT HIER, VAN JONG

Baris nam in 2000 dierenspeciaalzaak De Rimboe

“De West-Kruiskade was toen nog erg crimineel en iedereen verklaarde me voor gek. Nu is het een hele fijne straat waar mensen graag komen.”

De Rimboe is niet zomaar een dierenwinkel. “Iedereen komt hier. Voor dierenbenodigdheden, voor een gezellig praatje of voor een serieus gesprek. Esdra helpt ook buurtbewoners die niet zo goed Nederlands spreken. “Bijvoorbeeld met het invullen van formulieren. Daarvoor krijg ik vaak bedankjes. Dan komen mensen wat langsbrengen, bijvoorbeeld een doosje bonbons.”

Esdra vindt het belangrijk dat kinderen met dieren om leren gaan. De Rimboe is de enige dierenspeciaalzaak in Rotterdam waar je de dieren mag aaien. Veel kinderen komen in groepjes daarom naar de winkel. Het is een uitje voor ze.

Penning van

Wereldjamboree te Vogelenzang, 1937

Robert Baden-Powell (1857-1941) leert in het Britse leger hoe verkenners zich redden op onbekend terrein. Hij schrijft hier een boekje over dat populair wordt onder jongeren. Het leidt, ook in Rotterdam, tot de oprichting van de scoutingbeweging. Hier leert de jeugd naast spoorzoeken, kamperen en touwknopen ook het belang van hulpvaardigheid, discipline en improvisatievermogen.

Daarnaast komen er veel jongeren over de vloer. Tot aan degenen die nu zelf al jonge kinderen hebben. “Voor de buurtjeugd is het hier een soort clubhuis. Ze helpen een handje of doen hun verhaal. Gewone jongens en meisjes, waarvan sommigen ergens anders als probleemjongeren zouden worden weggezet. Ik leer ze liever wat structuur: hoe het voelt om te helpen en waardevol te zijn. Dat ze ertoe doen. En, het is gewoon gezellig.”

Samen met andere winkeliers uit de straat houdt Esdra de jongeren ook een beetje in de gaten. “Met zakgeldklusjes en stages bieden we een alternatief voor het rondhangen op straat.” Esdra is een van de weinige ondernemers die de kids wat extra aandacht geeft. “Soms begrijpen mensen niet wat al die jongeren bij mijn winkel moeten. Dan helpt het dat ik Echt Rotterdams Erfgoed ben, met een certificaat. Het laat zien dat wat extra aandacht voor jongeren wordt gewaardeerd en belangrijk is.”

Esdra in zijn dierenwinkel © Desirée Schippers Esdra over. TOT OUD. VOOR DE DIEREN, VOOR EEN GEZELLIG PRAATJE OF VOOR EEN SERIEUS GESPREK MET ESDRA.” de
oog
29
in oog met het verleden

0019 VERHALENHUIS

BELVÉDÈRE

Verhalenhuis Belvédère maakt mensen en gemeenschappen in de stad zichtbaar met verhalen, kunst en cultuur. Door zo te verbinden, wil het Verhalenhuis ieders geluk vergroten.

Linda Malherbe is de bedenker van Verhalenhuis Belvédère op Katendrecht. “Het werken met verhalen is mijn passie. Op Katendrecht gaat het vaak over migratie. Vroeger noemden ze het wel Chinatown en klein Athene, alles en iedereen kwam hier samen. Een vroeg voorbeeld van onze migratiestad Rotterdam, waar nu 176 nationaliteiten wonen.”

In de Volkskeuken vertellen Rotterdammers onder het koken hun levensverhaal. “Het was het eerste dat we hier deden. Nu organiseren we ook tentoonstellingen, debatten, voorstellingen, boekpresentaties, feesten en ga zo maar door. Hierin komen altijd verschillende gemeenschappen en hun keuken samen, want eten verbroedert. Dat maakt ons uniek, anders kun je net zo goed naar het theater gaan.”

Door verhalen te vertellen wil Belvédère de wereld een stukje beter maken. “Als je meer weet van een ander wordt de stad een stuk leuker. We willen allerlei partijen en mensen uit de stad bij elkaar brengen. We hebben door onze activiteiten met diverse gemeenschappen, zoals Syriërs, Bulgaren, Chinezen, Grieken, Kaapverdianen en Molukkers, een groot netwerk. Bij een project over de Chinezen nodigen we dan een aantal Grieken uit.”

Het Verhalenhuis is in heel Rotterdam actief. “We doen niet alleen projecten binnen wijken maar ook binnen gemeenschappen en over Rotterdamse onderwerpen. Het gaat altijd over onze hedendaagse stad en we maken altijd de koppeling met het verleden omdat dat betekenis geeft. Dat kan gaan over een land van oorsprong of een moment uit de geschiedenis van Rotterdam. Onze aanpak werkt, toen we begonnen had ik nooit gedacht dat zoveel mensen mee zouden doen.”

Verhalen vertellen is van alle tijden. Op dit 19de-eeuwse schilderijtje wordt een groep mensen naast het standbeeld van Erasmus vermaakt door een straatzanger. Hij heeft een groot doek met een soort stripverhaal op een standaard uitgerold. Terwijl hij de afbeeldingen aanwijst, vertelt hij al zingend het verhaal over de lotgevallen van een soldaat.

oog in oog met het verleden

“ALS JE MEER WEET VAN EEN ANDER WORDT DE STAD EEN STUK LEUKER”
Een Rotterdamse straatzanger door I.T. van der Vooren, ca. 1850
30
Linda Malherbe

FENMEI HU -

SPACE 101

De Rotterdams Chinese kunstenaar Fenmei zet haar roots in om Rotterdammers met elkaar en de Chinese cultuur te verbinden.

Fenmei Hu is een Rotterdams Chinese kunstenaar en werkt onder meer in Space 101 en Studio Zi. De projecten waar Fenmei aan werkt zijn geïnspireerd op haar Chinese roots, altijd geworteld in de hedendaagse stad en gericht op verbinding tussen Rotterdammers.

Fenmei is opgevoed door haar grootouders in China. In 1989 komt ze als 9-jarige naar Nederland, waar haar ouders in de horeca werken. De Chinese cultuur zit diep, maar Fenmei is ook Rotterdams geworden. Na een kunstopleiding is zij actief in Rotterdam met kunstenaarscollectief Studio Zi. Met Verhalenhuis Belvédère heeft ze aan de Diergaardesingel het Chinese Kunst en Cultuurcentrum Space101 opgezet, waar bezoekers op een laagdrempelige manier de Chinese cultuur leren kennen.

Space101 is voor Fenmei ook een werkplek. Een plek waar ze vaak zit om mensen te woord te staan die vragen stellen over de Chinese gemeenschap in Nederland. Mensen die hulp nodig hebben bij bepaalde (kunst- en cultuur-) projecten, of mensen die advies komen inwinnen. Het is ook een educatieve ruimte waar workshops en lessen worden gegeven.

Door de vele aanwezige objecten, die ook aangeraakt mogen worden, is er van alles te zien. Vanuit thuisbasis Space101 opereert Fenmei door heel Rotterdam.

In 2019 maakte Fenmei ter ere van Chinees Nieuwjaar een tentoonstelling voor Museum Rotterdam over de Chinese cultuur. Ze belichtte de Rotterdamse thema’sSport, Vernieuwing, Culturen, Zorg, Werk en Groen - vanuit de Chinese gemeenschap. Een twintig meter lang Chinees drakenkostuum uit de historische collectie van Museum Rotterdam kronkelde van thema naar thema. Op de ramen van het museum waren twee dertien meter lange papieren Chinese draken te zien.

Veelkleurige fantastische kop van een Chinese draak, 1990

Ter gelegenheid van het 650-jarig bestaan van de Stad Rotterdam in 1990 schonk zusterstad Shanghai een traditioneel danskostuum in de vorm van een draak. Tien jaar lang heeft het drakenkostuum dienst gedaan tijdens de viering van het Chinees Nieuwjaar in Rotterdam. De draak verdrijft, net zoals het lawaai van vuurwerk, boze geesten.

0020
in oog met het verleden
oog
Fenmei
Space101 31
“IK WIL MET INVLOEDEN UIT DE CHINESE CULTUUR KUNSTPROJECTEN OPZETTEN WAAR MENSEN BETER VAN WORDEN”

0021

MIJNHEER PANG

De Chinese Rotterdammer dhr. Pang heeft het klassieke Chinese migratieproces doorlopen en helpt tot 2020 anderen die zich in Rotterdam willen vestigen.

Mijnheer Pang komt in 1973 met een broer vanuit Hong Kong naar Nederland om in het restaurant van een zus te werken. In 2000 opent hij met zijn vrouw een winkel aan de West-Kruiskade. Als iets verderop een grote Chinese supermarkt opent, stapt hij over op de verkoop van (levende) vis.

Boven de viswinkel Tai Yik is zijn ‘Stichting Pang Overzee in Nederland’ gevestigd. Met zijn werk voor de stichting helpt mijnheer Pang (verre) familieleden en andere Chinezen die naar Rotterdam komen. “Ik vertel dat ze Nederlands moeten leren, leg uit hoe ze een verblijfsvergunning moeten aanvragen en waarschuw dat ze zich netjes moeten gedragen. Veel Chinezen luisteren naar mij. Ik help mensen en daar word ik blij van.”

Sinds 2020 is de winkel van dhr. Pang gesloten. Hij geniet van een welverdiend pensioen.

Fantastische kop van een Chinese leeuw, onderdeel danskostuum leeuwendansen, ca.1970

Vanaf 1911 vestigen Chinese zeelui zich op Katendrecht, dat het grootste Chinatown van Europa wordt. Crisis en streng overheidsbeleid zorgen dat veel Chinezen eind jaren ’30 weer zijn vertrokken. Door nieuwe migratie vanaf de jaren ’60 is het zwaartepunt van de Chinese gemeenschap naar de West-Kruiskade verschoven. Daar heeft deze kop jarenlang dienst gedaan bij de leeuwendans.

oog in oog met het verleden

Mijnheer Pang
32
“IK HELP MENSEN EN DAAR WORD IK BLIJ VAN”

0022 SLAGERIJ SCHELL

Een slagerij met een lange traditie. Schell is een stabiele factor aan de West-Kruiskade en een ontmoetingsplek voor een grote en diverse klantengroep.

Sinds 1940 is slagerij Schell gevestigd aan de West-Kruiskade. De familie Schell verkoopt al vanaf 1796 vlees in Rotterdam. De stad is veranderd, maar slagerij Schell is nog steeds populair. Freek Schell verklapt het geheim: “Goede kwaliteit vlees voor een goede prijs. We maken alles zelf van kop tot staart en luisteren goed naar de wensen van onze klanten.”

De klant is koning bij Schell. “Een man wilde bepaalde Argentijnse worstjes en gaf ons zelf het recept. We hebben ze Máxima-worstjes genoemd en verkopen ze nog steeds.” De slager luistert ook naar de medewerkers. “Daar wordt iedereen gelukkiger van. Roza Lopez werkt bijvoorbeeld al 36 jaar achter de balie, sommige klanten willen alleen door haar geholpen worden. We hebben sowieso veel aan onze medewerkers met verschillende achtergronden. Door hun kennis kunnen we snel inspelen op allerlei wensen.”

De slager houdt in de gaten wat elke gemeenschap belangrijk vindt. “Maandag is bijvoorbeeld de vrije dag van de Chinezen. Zij eten veel orgaanvlees en krabbetjes, dus dat hebben we dan ruim beschikbaar. Antillianen eten weer graag spareribs en blokjes rundvlees. Met kerst maken we natuurlijk Ham di Pasku voor ze.”

De kwaliteit van Schell is tot ver buiten Rotterdam bekend. “Zo’n 20% van de klanten komt uit de wijk, de rest van elders. Maar we blijven buurtslager. We hebben veel last gehad van de slechte tijden, maar dat is gelukkig voorbij. Mensen komen elkaar hier tegen en willen even in gesprek. Daarom hebben we een koffieapparaat neergezet met wat stoelen.”

Gevelsteen van de vleeshal, 1619

In 1619 wordt aan de Botersloot een bijna vijftig meter lange vleeshal gebouwd. Hier wordt het vlees voor de stad gekeurd en verkocht. De gevelsteen laat niets te raden over: een man vat een koe bij de horens, een ander staat klaar om het dier te slachten.

oog in oog met het verleden

Roza Lopez en Freek Schell
“ONS
33

HUMANITAS

Stichting Humanitas is er voor de meest kwetsbaren in de regio Rotterdam, van 0 tot 100+.

Humanitas werd direct na het einde van de Tweede Wereldoorlog opgericht als een organisatie voor maatschappelijk werk voor mensen die niet behoorden tot een kerkelijke gemeenschap. Humanitas is tegenwoordig actief in heel Nederland, maar ooit begonnen in Rotterdam. Het heeft veertien verpleeghuizen en helpt meer en meer mensen thuis. Stichting Humanitas richt zich op vrijwel alle fronten van bejaardenhuisvesting en zorg alsmede op het vlak van Welzijn en Hulpverlening.

In de participatie-samenleving wordt verwacht dat iedereen snel voor zichzelf kan zorgen. Oud-voorzitter Gijsbert van Herk: “Dat lukt niet altijd. Vroeger lag iemand 25 dagen in het ziekenhuis, tegenwoordig is dat 5 dagen. De vraag naar zorg aan huis is enorm toegenomen, terwijl we daar in Nederland nog niet goed voor ingericht zijn. Verpleeghuizen worden zo ineens een soort semi-ziekenhuizen die aan allerlei normen moeten voldoen.”

Zorgen voor het welzijn van alle cliënten is iets wat de medewerkers motiveert. Na een succesvol verwen-evenement voor cliënten in een warenhuis, de Rotterdam Running Crew op bezoek in verpleeghuis Akropolis en een reizende tentoonstelling met foto’s en verhalen van cliënten, krijgt manager Nicole van Namen de smaak te pakken. Begin 2020 richt ze Handen van Humanitas op. Doel: in verband met het 75-jarig bestaan van Humanitas 75 partners zoeken die willen bijdragen in de vorm van contributie, diensten of goederen aan cliënten van Humanitas. Een succes! Veel Rotterdamse bedrijven doen hier aan mee.

Ook worden er bewustzijncampagnes georganiseerd, zoals bijvoorbeeld de Oud Roze Campagne. Hierbij wordt aandacht gevraagd voor bewoners die weer ‘terug de kast in gaan’ zodra ze in een verpleeghuis zitten. Drie op de vijf van deze bewoners wordt namelijk gepest.

Gevelsteen hofje met daarin het wapen van Johan van der Veeken, 1609

Rotterdam kende ooit vijf hofjes voor armenzorg. Het oudste is in 1609 gesticht door Johan van der Veeken, toen de rijkste man van Rotterdam. Zijn hofje biedt onderdak aan weduwen tussen de 45 en 65 jaar. Bijzonder voor die tijd is dat er geen voorwaarden aan hun religieuze achtergrond worden gesteld.

oog in oog met het verleden

0023
STICHTING
Museum Humanitas Akropolis
34
“ZORGEN VOOR HET WELZIJN VAN ALLE CLIËNTEN IS IETS WAT MEDEWERKERS MOTIVEERT”

0024 THUIS OP STRAAT (TOS)

Thuis Op Straat zorgt met sport en spel voor beweging in de Rotterdamse straten. Zo ontdekken en ontwikkelen (jonge) Rotterdammers met plezier hun talenten.

“AL ONZE ACTIVITEITEN ZIJN HET MIDDEL OM SAMEN AAN EEN

BOUWEN”

Peter Steenbergen, directeur-bestuurder van Thuis Op Straat (TOS) tot 1 augustus 2022 is al bij TOS sinds het begin in 1996. Peter: “Samen met buurtbewoners en wijkorganisaties werken we aan een prettig en veilig leef- en speelklimaat in de wijken. Om dat te bereiken, organiseren we op pleinen en in parken activiteiten voor de jeugd. Daar komen we drie tot vier keer per week.”

Bij de activiteiten van TOS staat spel- en speelplezier centraal, mét regels en aandacht voor iedereen. “We proberen de jongeren altijd iets te leren. Daarnaast bereiken we via de kinderen het hele gezin. Zo krijgen we een beeld van de buurt en waar behoefte aan is.”

TOS houdt het namelijk niet bij spel alleen. “Tientallen jongeren uit de wijken bieden we ook een bijbaan. We zetten hen in om hun eigen buurt een beetje leuker te maken. Zo bouwen ze aan het eigen CV en ontwikkelen zij zichzelf als goed werknemer. Daarbij mogen ze fouten maken, want daar leer je van.”

Peter kent de uitdagingen in Rotterdam uit de praktijk. “De stad is opgebouwd uit mensen en groepen die niet altijd op één lijn zitten. Dat maakt het werk soms lastig maar ook interessant. Wij gaan dan op zoek naar wat hen beweegt en wat hen verbindt. Van daar kun je verder.”

TOS is per 1 juni 2022 gestopt met het pleinenwerk. Andere welzijnsorganisaties nemen dat op hun eigen wijze over. Wellicht geïnspireerd door de bezielende werkwijze van TOS.

Groene step met witte luchtbanden, 1955-1970

In de jaren zestig was het leven voor een kind nog overzichtelijk. Je ging naar school en speelde soms binnen, maar vaak buiten. Verantwoord speelgoed, de wekelijkse Donald Duck of een spannend boek waren thuis de enige afleiding. Met fiets, step of rolschaatsen werd de buurt en stad verkend. oog in oog met het verleden

Het NK Stoepranden aan het 3e Katendrechtse Hoofd voor het ss Rotterdam op 17 september 2017 LEUKER ROTTERDAM MET NOG LEUKERE ROTTERDAMMERS TE
35

THEATER WALHALLA

Het intieme karakter van dit kleine theater verrijkt het culturele aanbod in de stad en helpt bij de ontwikkeling van Katendrecht en het Deliplein tot een bruisende en vitale plek.

Theater Walhalla is een initiatief van programmamaakster

Rachèl van Olm en cabaretier Harry-Jan Bus. Het kleine theater is in 2008 aan de Sumatraweg op Katendrecht geopend. Walhalla is vernoemd naar het roemruchte vooroorlogse danspaleis Dancing Walhalla dat op hetzelfde adres zat.

Harry-Jan benadrukt het Rotterdamse karakter van Walhalla. “We werken met jonge Rotterdamse theatermakers én bieden plaats voor gevestigde Rotterdamse namen. Bovendien hebben onze programma’s vaak Rotterdamse thema’s, zoals Feyenoord de Opera, café de Kapenees en een voorstelling over de oorlog in Rotterdam. We houden ook van de directheid van ons Rotterdamse publiek.”

Rachèl en Harry-Jan zijn ook de initiatiefnemers van festivals als De Nacht van de Kaap, Het Welkom Thuis Festival, De Ronde van Katendrecht en het Kid Dynamite Jazz Festival. “Met Walhalla brengen we theater van hoog niveau op een inclusieve, laagdrempelige manier. Door veel met vrijwilligers te werken, kunnen we de kosten laag houden. We zijn geen wijktheater maar er komen wel veel wijkbewoners kijken.”

Het kleine theater is inmiddels uitgebreid met een grotere zaal in de voormalige Steinwegkantine. Op de begane grond van deze Kantine Walhalla zit café-restaurant FC (Foyer-Café) Walhalla. Voorjaar 2018 is aan de Tolhuisstraat ook Werkplaats Walhalla geopend. Dit kleinschalige productiehuis biedt talentvolle net-afgestudeerde theatermakers ruimte om te experimenteren, te groeien en mooie producties te ontwikkelen. Jaarlijks is er de Werkplaats Walhalla Pitch. Een oproep waarbij makers plannen in mogen dienen voor een theaterproductie. De zes beste plannen mogen komen pitchen. De winnaar, gekozen door een jury, mag de voorstelling produceren bij de Werkplaats.

0025
van Jaap Valkhoff, in koffer, met leren draagriem en lijst met liedjes, 1963-1967
heb mijn hart in Katendrecht verloren”, een Rotterdamse klassieker, geschreven door Drs. P en uitgevoerd door de Rotterdamse rasartiest Jaap Valkhoff. Drs. P kwam regelmatig in de Oase Bar van de gebroeders Valkhoff en zo werd de basis gelegd voor het nog altijd populaire lied over Katendrecht. oog in oog met het verleden
“WE HOUDEN OOK VAN DE DIRECTHEID VAN ONS ROTTERDAMSE PUBLIEK”
Accordeon
“Ik
36
Harry-Jan Bus (m) en Rachel van Olm (r) © Miss Publicity

ROTTERZWAM

Rotterzwam inspireert met het geloof in een samenleving die kringlopen sluit, grondstoffen maximaal benut en meer plantaardige dan dierlijke eiwitten consumeert.

“DOEN IS DE SLIMME MANIER VAN DENKEN, DE ROTTERDAMSE MANIER”

Mark Slegers en Siemen Cox kweken sinds 2013 met Rotterzwam paddenstoelen in Tropicana, het oude tropische zwemparadijs aan de Maas. “We kweken grijze oesterzwammen op Rotterdams koffiedik. Het is een prima vleesvervanger, met een stevige structuur en veel voedingswaarde.”

Toiletpot “Rotterdam”, 1890-1904

In 1863 besluit Rotterdam tot de invoer van het moderne spoeltoilet. De aanleg van riolen en waterleiding kost echter veel tijd. Vanaf 1877 wordt de Rotterdamse poep daarom via een tonnenstelsel verzameld en aan boeren verkocht. Het nieuwe spoelsysteem maakt rond 1900 definitief een einde aan het hergebruik van deze ‘stadsmest’.

Siemen en Mark komen uit het bedrijfsleven. “We wilden allebei duurzamer ondernemen. Het boek ‘De Blauwe Economie’ van de Belg Gunter Pauli heeft ons hierbij geïnspireerd. We hebben een case met paddenstoelen uit dit boek helemaal uitgewerkt voor de situatie in Rotterdam. Na negen maanden onderzoek wisten we hoe je hier een afvalstroom als koffiedik kan gebruiken om een levensvatbaar product op de markt te brengen.”

De ondernemers voelen zich thuis in de Maasstad. “We zijn hier niet geboren en getogen, maar we voelen ons wel echt Rotterdams. Wij ondernemen door te doen en dat is de slimme manier van denken, de Rotterdamse manier van denken.”

oog in oog met het verleden

Nadat de kwekerij in 2017 bij een brand werd verwoest, zijn we gaan nadenken over verdere ontwikkeling. We hebben toen besloten geen paddenstoelen, maar mobiele paddenstoelenkwekerijen te verkopen, ondersteund met opleidingen.”

Volgens Siemen en Mark is samenwerken het nieuwe concurreren. “Wereldwijd kunnen ondernemers nu onderdeel worden van Rotterzwam, maar dan toegespitst op hun lokale situatie met de lokale mogelijkheden. Door samen te werken, word je samen sterker. Door kennis te delen, krijg je kennis terug. Zo kom je sneller tot innovatie en grotere impact.”

0026
37
Mark Slegers (l) en Siemen Cox (r)

DAM, ROTTERDAMS

GELD

Dam is een betaalmiddel én netwerk van rekeninghouders dat producten en diensten ruilt.

Dam is een betaalmiddel voor iedere Rotterdammer. In 2022 hebben 350 bedrijven en 200 particulieren een rekening.

Dam is in 2013 opgezet door Harry te Riele en zeven Rotterdamse ondernemers, waaronder Klaas van der Burg. Hun doel was een geldsysteem te maken dat onderling samenwerken ondersteunt. Ieder bedrijf met een KvK-inschrijving kan een gratis rekening openen en starten met ondernemen. Een bedrijf mag tot 250 Dam rood staan en dat later terugverdienen. “Zo bevorderen we Rotterdamse samenwerking en economische activiteit. Een Dam is een euro. Er is tot nu toe 112.000 Dam omgezet. Dam keert geen spaarrente uit want wij geloven niet in oppotten, Dam is gemaakt om te rollen.”

Als particulier kan je ook een rekening openen. Je gaat dan eerst Dam verdienen bij een Dam-bedrijf of vraagt Dam voor iets wat je zelf wil verkopen. Dat kan via de online markt. Verdienen in Dam is interessant voor mensen die willen warmlopen voor de lokale economie en die alleen lokaal willen betalen en besteden met Rotterdams geld. Dat komt ten goede aan de stad, en aan de mensen in de stad. Binnen twee minuten heb je een Dam-rekening geopend op je mobiel.

Het (oud-)bestuur met v.l.n.r. Andreas van Rooijen, Harry te Riele, Christine Gardner, Arie Smitskamp, Mirjam Fondse en Klaas van der Burg. Voorzitter Ada van Dijk ontbreekt op de foto.

Dam werkt graag samen. Stichtingen en verenigingen kunnen hun deelnemers belonen in Dam voor hun inzet of als onderdeel van een project. Met hun Dam kunnen deze deelnemers bij geselecteerde winkels of bestedingspunten producten, tickets of diensten aanschaffen. “Daarmee zorgen we dat Rotterdamse projecten succesvol worden omdat het beschikbare geld alleen in de stad besteed kan worden.” De slogan van Dam, Rotterdams geld is dan ook “I give a Dam”.

Na de Tweede Wereldoorlog is het verboden geld uit te voeren. Aan boord van passagiersschepen wordt daarom eigen scheepsgeld gebruikt. Hiermee kunnen tijdens de tocht consumpties en andere aankopen gedaan worden. Het boordgeld dat na afloop niet wordt ingewisseld geldt als een financiële meevaller voor de rederijen.

oog in oog met het verleden

0027
Boordgeld Willem Ruys, Koninklijke Rotterdamsche Lloyd, 5 cents, 1957
38
“I GIVE A DAM”

KAPSALON

Door het samengaan van de vele culturen in Rotterdam ontstaan nieuwe creaties zoals het wereldberoemde gerecht Kapsalon.

Derwis is trots dat zijn zaak de geboorteplaats van de Rotterdamse supersnack is. “Veel mensen weten dat Kapsalon hier vandaan komt. Sommigen komen speciaal vanuit Noord hier naar toe gefietst om een Kapsalon te halen. We krijgen ook bezorgbestellingen uit heel Rotterdam, terwijl Kapsalon bijna overal verkocht wordt.”

“HET

IS NET ALS IK EEN ECHT ROTTERDAMSE MIX”

Kapsalon is ontstaan in Delfshaven. De inmiddels wereldberoemde caloriebom is het resultaat van een speciale bestelling door personeel van Kapsalon Tati bij snackbar El Aviva.

Nataniël Gomes, de Kaapverdiaanse eigenaar van Kapsalon Tati, weet nog wel hoe het begon: “Ik zat op m’n kappersstoel en had trek. Ik belde toen naar de shoarmazaak op de hoek, El Aviva. Of zij iets met patat, shoarma en salade in een bakje konden maken.”

Ook Derwis Bengu, van Turks Eethuis El Aviva, kan het zich nog herinneren: “Op een gegeven moment wilde personeel van kapsalon Tati iets met patat en shoarma. We hebben toen patat met vlees, kaas, sauzen en salade gemaakt.”

Nataniël vervolgt: “De creatie beviel en ons personeel bestelde het vaak. De jonge klanten die zich hier lieten knippen, vroegen wat we aan het eten waren. Dan stuurden wij ze naar hiernaast om ‘een Kapsalon’ te bestellen. Dat was in 2003 en daarna verspreidde het zich snel.”

Ook Nataniël is trots op het succes van Kapsalon. “Het is net als ik een echt Rotterdamse mix. Mensen vragen wel of ik me Nederlander of Kaapverdiaan voel. Ik antwoord dan altijd dat ik KAASverdiaans ben: in Rotterdam geboren met m’n roots op de Kaapverdische eilanden.”

Reclamebord, Atelier Leo Mineur, ca. 1980

Het is wereldberoemd en het komt uit Rotterdam: de Kapsalon, een calorierijke mix van shoarma, patat, kaas, knoflooksaus en salade in een aluminiumbakje. Een andere snackgigant komt in 1974 naar Rotterdam. De eerste McDonald’s van de stad opent aan de Coolsingel en introduceert de Big Mac. Op het reclamebord is deze hamburger geschilderd. oog in oog met het verleden

0028
39
Derwis Bengu (l) en Nataniël Gomes (r) met het gerecht Kapsalon

KETI KOTI

ROTTERDAM

Kennis en inzicht in de doorwerking van het Rotterdamse slavernijverleden is nodig om succesvol te kunnen samenleven in onze stad.

Keti Koti (Ketenen Gebroken) viert dat op 1 juli 1863 de slavernij is afgeschaft door Nederland. Het huidige Keti Koti Rotterdam bestaat uit drie pijlers: educatie, een herdenking op 30 juni en de viering op 1 juli.

Wim Reijnierse en Harlow Brammerloo van Stichting Gedeeld Verleden Gezamenlijke Toekomst (GVGT) verzorgen respectievelijk de educatie en de herdenking rond Keti Koti. Guno Zwakke organiseert vanuit KetiKotiConnect het festival. ”Keti Koti is belangrijk. We mogen niet vergeten dat de Nederlandse rijkdom deels voortkomt uit koloniale overheersing en slavernij. Daarnaast bestaan slavernij en mensenhandel nog steeds.”

De combinatie van educatie, herdenking en festival maakt Keti Koti Rotterdam uniek. “Deze opzet wordt gewaardeerd door jonge, oude, witte en zwarte Rotterdammers. Keti Koti is hier meer dan een feestje, het is een movement geworden.“

De educatiepijler is het hele jaar actief. “De uitdaging is dat mensen doorkrijgen dat het een geschiedenis is die we allemaal delen. Dan willen ze meer weten. Uiteindelijk begrijpen ze wat Rotterdam zo divers maakt en hoe we met elkaar verbonden zijn.”

De aanpak is Rotterdams. “Je kan wel allerlei leuzen roepen, maar we moeten het hier samen doen. We maken een gevoelig onderwerp bespreekbaar en onze verschillen overbruggen we. Samenwerking is onze kracht. Dat is Rotterdam.”

Grote vierkante hoofddoek of angisa, 1963

0029
In 1963 was het 100 jaar geleden dat Nederland de slavernij in Suriname en de Nederlandse Antillen afschafte. In het midden is een vijfpuntige ster te zien die verwijst naar de continenten waar de inwoners van Suriname vandaan komen: Afrika, Amerika, Australië, Azië, Europa. Bij de onafhankelijkheid van Suriname In 1975 is dit heraldische wapen officieel in gebruik genomen.
“WE MOETEN HET SAMEN DOEN EN VERSCHILLEN OVERBRUGGEN. DAT IS ROTTERDAM.”
oog in oog met het verleden
40
Keti Koti herdenking in 2018

Tegeltableau koffiebranderij

IJsendijk aan de Leuvehaven, 1930

Zo langzamerhand is Rotterdam een echte koffiestad. Elke soort is hier te vinden in alle prijscategorieën. Van Nelle was ooit het bekendste merk, maar Rotterdam telde diverse koffieproducenten. Zoals stoom-koffiebranderij Van IJsendijk aan de Leuvehaven. Het trotse personeel schonk dit tegeltableau bij het 75-jarige bestaan.

oog in oog met het verleden

STICHTING HEILIGE

BOONTJES

De Rotterdamse koffiebar Heilige Boontjes begeleidt jongeren van de straat naar betaald werk.

Samantha Nuninga, met een achtergrond in het Rotterdamse basisonderwijs, is sinds 1 januari 2022 directeur van Stichting Heilige Boontjes. Zij volgt Rodney van den Hengel op, mede-oprichter van Heilige Boontjes.

Samantha heeft een intense behoefte om mensen te helpen en iets te leren. Samantha begint bij Heilige Boontje als vrijwilliger, later als coach en ontdekt dat ze hier nóg meer van betekenis kan zijn voor de jeugd. “Werken bij Heilige Boontjes is een manier van leven.”

Heilige Boontjes is geen liefdadigheid. “Het doel van onze BV is een hoge omzet want dat laat zien dat je met ‘afgeschreven’ mensen veel kan bereiken. Een groot deel van het uitvoerende team bestaat uit straatjeugd en iedereen is daar positief over. Het serviceniveau is hoog en de koffie is de absolute top.”

Het belangrijkste doel van het Heilige Boontjes programma is deelnemers begeleiden naar werk of opleiding. Dat begint bij het overbrengen van vaardigheden en het bijsturen van gedrag. De intensieve begeleiding door de coaches van de stichting vormt een onmisbare schakel in het programma.

Heilige Boontjes biedt zo iedereen een eerlijke kans op de arbeidsmarkt. Naast jongeren die met justitie in aanraking zijn gekomen, zijn dit bijvoorbeeld jongeren met uiteenlopende problematieken, een (verstandelijke) beperking of alleenstaande moeders. Een traject duurt 3 tot 9 maanden. Ze werken in het Grand Café of in de distributie. Daarna worden de jongeren begeleid naar betaald werk of gaan ze weer naar school.

Inmiddels is Heilige Boontjes een begrip in de stad, maar ook daarbuiten. Zo drinken alle politieagenten in Nederland een verdacht bakkie of een straf bakkie van de Heilige Boontjes. Voor de toekomst zijn er plannen voor uitbreiding in andere steden.

0030
Team met Samantha Nuninga (r) Medewerker Heilige Boontjes
41
“WAT DOE JIJ VOOR JOUW STAD?”

0031 GROEN 010

Groen 010 zet zich in voor de belangen van groen initiatieven in Rotterdam.

De groentemarkt, door Hendrick Sorgh, ca. 1662

Stadstuinders en -landbouwers werken in Rotterdam samen onder de naam Groen 010. Tuinmeester Gerrit Roukens (Echt Rotterdams Erfgoed nr. 0005): “Het idee om ons te verenigen is ontstaan tijdens een stadslandbouwbijeenkomst in Museum Rotterdam. Met Botanische Tuin Afrikaanderwijk, Educatieve tuin De Enk, GroenGoed, Hefpark, Moestuinman, Planetcare, Rotterdamse Munt en Wollefoppengroen & co) werken we samen aan een groenere stad.” Eerst onder de naam Groene Groeiplekken, nu met nog meer initiatieven onder Groen 010.

Groen 010 wil als belangenorganisatie de hele groensector in de stad vooruit helpen. Met meer dan 150 groen initiatieven is Rotterdam dé stad waar groen initiatieven bloeien als nergens anders. Groen 010 wil samen met de overheid een stevige groenstructuur opbouwen. De groen-initiatieven beschikken over lokale groene kennis en weten wat er in de wijk speelt. De wisselwerking tussen gemeente en Groen 010 heeft dan ook een grote meerwaarde voor het ontwikkelen van een lange termijnvisie voor Rotterdam.

In de 17e eeuw werd de Rotterdamse groentemarkt achter de Laurenskerk gehouden, langs het water van de Binnenrotte. De Rotte stroomde toen nog tot aan de dam bij de Hoogstraat door de binnenstad. Langs de kade meerden de marktschuiten aan met verse groenten uit het achterland van Rotterdam.

oog in oog met het verleden

“WE WERKEN SAMEN AAN EEN GROENERE STAD” Medewerkers Botanische Tuin Afrikaanderwijk
42
Medewerkers Botanische Tuin Afrikaanderwijk

0032 DE SLIMME REGENTON

De Slimme Regenton is een Rotterdamse innovatie die automatisch de enorme hoeveelheden regenwater in de stad verwerkt.

Studio Bas Sala ontwikkelde de Slimme Regenton, waarmee wijken klimaatbestendiger worden gemaakt. Volgens Bas bittere noodzaak. “Het weer wordt steeds extremer, met grotere hoeveelheden neerslag. Bovendien kan de stadsbodem door asfalt en betegelde tuinen het regenwater niet meer goed opnemen. De riolering kan extreme buien regelmatig niet meer aan.”

De Slimme Regenton vangt de gevolgen van extreem weer op. “Gemeenschappelijke en particuliere tonnen vormen een netwerk dat via een volautomatisch systeem gekoppeld wordt aan de weersvoorspelling. Als een piekbui dreigt, daalt het niveau in de ton om neerslag op te vangen. In droge periodes wordt de watervoorraad gebruikt voor tuinen en openbaar groen. Ze zien hoeveel ze samen hebben opgevangen en gebruiken. Het is een simpele en leuke manier om bewuster om te gaan met regenwater.” Door de aparte vorm wordt de slimme regenton ook een verzamelpunt in de buurt om te praten over klimaatverandering.

Onder de naam Cloiq, het geluid van een regendruppel, ontwikkelt Bas nu meerdere projecten over klimaatadaptatie, zoals de regentonschutting, slimme regenletters, regenpijp-kunst en natuurlijk de (circulaire) Slimme Regenton. Alle producten moeten de gevolgen van klimaatverandering beperken. Zo wordt de stedelijke waterbuffer vergroot, neemt hittestress af in de stad en krijgen Rotterdammers meer handelingsperspectief.

Bas en zijn regenton zijn niet alleen slimme denkers maar ook echte doeners. “De slimme regenton was er nooit gekomen als ik het niet gewoon was gaan doen.”

Bas Sala
Fragmenten van houten uitwateringssluis in de Nauwe Kerkstraat, 1270-1330
middeleeuwse Rotterdam werd met een serie ingenieuze sluisdeuren beschermd tegen het water van de Maas en de Rotte. De dagelijkse
van de Maas drukte de
van
sluis
en bij
viel
weer grotendeels open, waardoor het water van de Rotte kon wegstromen.
Het
hoogwaterstand
klep
de
vanzelf dicht
laagwater
de sluisdeur
oog in oog met het verleden
“IK DENK OVER DINGEN NA, MAAR BEN VOORAL EEN DOENER”
43
Circulaire Slimme Regenton Wolk tijdens de Rooftop Walk, 2020

WEERWOORD

Rotterdams WeerWoord grijpt een bedreiging voor de stad aan als mogelijkheid voor het maken van nieuwe samenwerkingen en verbindingen.

“KLIMAATVERANDERING IS EEN GROOT, ZWART, HARIG MONSTER DAT OP ONS AF KOMT”

Voorganger van Rotterdams WeerWoord is Water Sensitive Rotterdam. Volgens John Jacobs, de bedenker hiervan, is klimaatverandering een groot, zwart, harig monster dat op ons af komt. “En dat nog sneller en erger dan je denkt. Daar moet je niet bang van zijn, daar moet je iets mee. Door Rotterdams aan te pakken, kunnen we de stad beter maken. Het gaat niet alleen om technische oplossingen voor wateroverlast. Het is ook een kans om de stad socialer en fijner te maken.”

Rotterdams WeerWoord is een initiatief van de gemeente en opgezet als een community van gemeente, waterschappen, woningcorporaties, architecten, stadmakers en bewoners. “Je wil mensen vinden die zich willen inzetten voor hun wijk. Daarna ga je samen kijken hoe klimaatadaptatie in hun manier van werken past. Zo wordt het iets van iedereen.”

Rotterdam staat inmiddels wereldwijd bekend als klimaatstad. “Internationale delegaties komen kijken hoe wij omgaan met klimaatadaptatie. Participatie is het sleutelwoord. Wij gaan met iedereen aan de slag om de stad toekomstbestendig te maken.”

De diversiteit van de stad speelt ook een rol. “Aan ideeën geen gebrek. De echte uitdaging is een plan waar alle partijen achter staan en waarin het beheer op de lange termijn is geregeld. Als een groepje betrokken bewoners toevallig verhuist, moet het beheer doorlopen. In sommige wijken zijn bewoners vooral bezig met overleven. Dan nemen professionals het voortouw en worden bewoners actief meegenomen.”

in

op paneel, 1565

We hebben eerder klimaatverandering gehad. Van de 15e tot in de 19e eeuw lag de temperatuur hier 1 à 2 graden lager dan nu. We noemen deze periode de Kleine IJstijd. In dit schilderij is te zien hoe in 1565 ijsschotsen bij Delfshaven tot een enorme berg zijn opgestuwd.

oog in oog met het verleden

0033 ROTTERDAMS
Werkdiner Water Sensitive Rotterdam in Museum Rotterdam Betrokkenen Water Sensitive Rotterdam in Museum Rotterdam. In het midden met stempel en certificaat John Jacobs. 19 april 2018 Kruiend ijs Delfshaven, Cornelis Jacobsz van Culemborch, Olieverf
44

0034 LIVING LIGHT

Met Living Light wordt de droom van een groene en gezonde stad bereikbaarder gemaakt.

Ermi van Oers raakte tijdens haar studie aan de Willem de Kooning Academie gefascineerd door levende energie. “Ik ontdekte dat energie in allerlei onverwachte plaatsen verstopt zit. Het ‘oogsten’ van die energie voor alledaagse toepassingen is een grote uitdaging voor ontwerpers. Plant-e uit Wageningen heeft een techniek ontwikkeld die energie uit planten haalt. Door samen te werken is het gelukt om voor mijn afstuderen Living Light te ontwerpen.”

Living Light is een lamp die zijn energie haalt uit bacterien in de aarde rond plantenwortels. “Deze bacteriën leven van reststoffen uit het fotosyntheseproces van de plant. Bij een aai over de plant gaat het licht branden. Zonlicht wordt zo via micro-organismen omgezet in lamplicht! Hoe beter je voor de plant zorgt, hoe meer energie je er voor terug krijgt.”

Living Light wordt door het 5-koppige team verder ontwikkeld: Ermi van Oers, Nick de Ronde, Frank Fondse, Karlijn Arts en Marco van Noord. “We geven lezingen en presentaties om anderen te inspireren. Ook zijn we gestart met projecten waarbij Living Light wordt ingezet op grotere schaal, zoals een Living Park. In het Park van Morgen in Rotterdam Reyeroord wordt een alledaags stadspark omgetoverd tot een magische, groene, interactieve beleving. “Sprookjesachtige verlichting om je heen die reageert op jouw aanwezigheid, mogelijk gemaakt door de kracht van de natuur.”

Living Light is een boodschap voor de toekomst waarin biodiversiteit en economische ontwikkeling hand in hand kunnen gaan.

Kooldraadlamp De Khotinsky, ca. 1890

De Electriciteitsmaatschappij Systeem DE KHOTINSKY was in 1884 de eerste gloeilampenfabriek in Nederland. De fabriek op het Noordereiland werd geleid door de Russische uitvinder Achilles de Khotinsky. Hij kreeg tegenwerking van de gemeente die juist had geïnvesteerd in gaslampverlichting in de stad. De Khotinsky vertrok daarom in 1892 naar Duitsland.

oog
verleden
in oog met het
Ermi van Oers
45
“SPROOKJESACHTIGE VERLICHTING OM JE HEEN DIE REAGEERT OP JOUW AANWEZIGHEID, MOGELIJK GEMAAKT DOOR DE KRACHT VAN DE NATUUR”

VOGELKLAS KAREL SCHOT

De Vogelklas is een uniek instituut dat van een Rotterdams initiatief is uitgegroeid tot een internationaal expertisecentrum voor vogelopvang.

Jan van der Mussele en Koos van Donk, oprichters van de stichting, waren als jongens lid van de Vogelklas. “Karel Schot (1927) was biologieleraar. In 1952 richtte hij een natuurstudieclub op voor kinderen. Op onze vrije woensdagmiddag trokken we met z’n allen de natuur in. Hierbij kwamen we wel eens zieke of gewonde vogels tegen, die we verzorgden in het klaslokaal. Deze ‘vogelklas’ werd al snel de plek waar iedereen zieke dieren naartoe bracht.”

Na het overlijden van Karel Schot in 1980 werd zijn Vogelklas overgenomen door oud-leerlingen van de natuurstudieclub. “We wilden het werk van Karel Schot voortzetten. Met een aantal vrijwilligers hebben we de stichting opgericht die langzaam maar zeker is geprofessionaliseerd. We hebben nu 100 tot 150 medewerkers en vrijwilligers. Jaarlijks worden meer dan 10.000 dieren opgevangen.”

De verzorging van de dieren kost veel tijd. “Jonge vogels moeten bijna elk half uur gevoerd worden. Dat werk gaat almaar door, zeven dagen in de week. De hoeveelheid binnengebrachte dieren bepaalt natuurlijk de drukte. Hoe minder vervuilend en dieronvriendelijk de wereld wordt, hoe minder de Vogelklas nodig is.”

De Vogelklas is een van de weinige plekken in Nederland die zich ontfermen over zieke vogels. “Omdat steeds meer dierenopvangcentra sluiten, wordt ons werkgebied steeds groter. We adviseren ook wereldwijd als vogels besmeurd zijn geraakt met olie. Vanuit de Rotterdamse haven kregen we wekelijks zulke ‘olievogels’ binnen, dus we hebben op dit gebied veel expertise. Van een Rotterdams instituut zijn we een steeds grotere nationale en zelfs internationale speler geworden.”

Penning van de Nederlandsche Vereeniging tot Bescherming van Dieren, 1921

De Dierenbescherming Rotterdam is in december 1865 opgericht. In de loop van de jaren ’50 verzorgt de vogelklas van meester Karel Schot steeds meer dieren. De dierenbescherming helpt mee om de stijgende kosten te betalen. Zo wordt De Vogelklas de ‘Vogelafdeling Dierenbescherming afdeling Rotterdam’.

oog in oog met het verleden

0035
STICHTING
“DIE KRACHT VAN KAREL SCHOT, DIE ZAT ZO IN ONS DUS WILDEN WE ZIJN WERK VOORTZETTEN”
46
Koos van Donk (l) en Jan van der Mussele (met stempel) met medewerkers Vogelklas

0036 HOGESCHOOL ROTTERDAM

Op de Hogeschool komt een nieuwe generatie Rotterdammers samen die wordt opgeleid om de toekomstige stad te vormen.

Ron Bormans is voorzitter van het College van Bestuur van Hogeschool Rotterdam. “Onze Hogeschool is verbonden met de stad, wij zijn een ‘Stadshogeschool’. Alles ademt hier Rotterdam, zelfs de gebouwen. We geven les in een vooroorlogs bankgebouw, het oude hoofdkantoor van Unilever en in de oude Zeevaartschool.

We richten ons onderwijs en onderzoek op de grote vraagstukken in de stad zoals de transitie van de haven en de maatschappelijke ontwikkeling op Zuid. Ons onderwijs is gericht op ondernemen. Met zo’n 40.000 studenten- en docenten vormt de Hogeschool bovendien een gemeenschap in Rotterdam. Een dorp in de stad.”

DEZE STAD”

Hogeschool Rotterdam bestaat al meer dan 30 jaar, maar veel van de opleidingen zijn ruim 100 jaar oud. “De Hogeschool is ontstaan uit een samenvoeging van opleidingen, zoals civiele techniek, de kunstacademie en de opleiding voor verloskundigen. Wij leveren de professionals van deze stad, ik ben daar heel erg trots op.”

Het MBO en het HBO spelen ook sociaal een belangrijke rol in Rotterdam. “De opleidingen zijn altijd een soort emancipatie-machine geweest. Vroeger voor vrouwen en wie niet tot de elite behoorde. De laatste 20 jaar ook voor mensen met een migratie-achtergrond.”

De stad heeft invloed op de opleidingen. “Steeds minder beroepen hebben 1 op 1 een relatie met een opleiding. Bovendien bestaat onze stad uit diversiteit binnen de diversiteit. Je kunt jonge mensen moeilijk op de toekomst voorbereiden met één star curriculum. We moeten ze weerbaarheid meegeven: de Hogeschool als oefenplek voor de stad.”

Prijspenning ‘Hierdoor tot Hooger’, 1851

Onderwijs is van levensbelang voor een stad. Iedereen met talent moet in staat zijn daarvan te profiteren. Rotterdam is vaak proeftuin voor vernieuwend onderwijs; praktisch en op de toekomst gericht. Deze ambitie is verbeeld in de prijspenning ‘Hierdoor tot Hooger’ uit 1851 van de Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen.

oog in oog met het verleden

Ron Bormans (met stempel) tussen studenten Hogeschool Rotterdam
“WIJ LEVEREN DE PROFESSIONALS VAN
47

ZIJN

0037 BLUECITY

BlueCity laat zien dat circulair bouwen en leven mogelijk is. BlueCity is koploper op het gebied van duurzaam ondernemen en daarmee een grote inspiratiebron voor anderen.

In voormalig zwemparadijs Tropicana werken sinds 2015 creatieve pioniers samen aan de circulaire economie. Of het nu gaat om het vergroten van impact, zero waste leven of het ontwikkelen van toekomstbestendige materialen. “Wij zijn een ondernemerscollectief en broedplaats voor innovatieve bedrijven die hun reststromen koppelen. Binnen ons ecosysteem is afval een waardevolle bouwsteen; de output van de één is de input van de andere ondernemer”, vertelt Sabine Biesheuvel, algemeen directeur en mede-initiatiefnemer van BlueCity.

Het duurzame initiatief blaast het vervallen gebouw nieuw leven in. Na een haalbaarheidsonderzoek volgde financiering, ontwerp en uiteindelijk een zo volledig mogelijke circulaire verbouwing. “Dat lukte ons voor negentig procent. De lampen komen bijvoorbeeld uit het Erasmus MC, de kozijnen uit een slooppand en de kabelgoten weer uit een ander gebouw.”

De aanpak bespaart CO2-uitstoot, maar geen geld. “Wat we hier doen is duurder dan nieuwbouw. Dat lijkt vreemd, want grondstoffen worden steeds schaarser. Maar arbeid wordt zwaarder belast dan materiaal. Dat zou eigenlijk andersom moeten. Zodat materialen duurder worden en arbeid juist goedkoper. Dan krijg je automatisch een prikkel om efficiënter om te gaan met grondstoffen.”

De waarde zit ‘m vooral in inspiratie. Omdat Tropicana zo’n ongunstig gebouw is, bewijst BlueCity dat de formule overal kan werken. “We organiseren grote en kleine evenementen over duurzaamheid, circulariteit en innovatie. We hebben een eigen programmering, maar zijn ook verhuurlocatie voor externe partijen. Daarnaast geven we rondleidingen, waarbij we vertellen over onze filosofie en visie. BlueCity kan zo de motor worden voor de ontwikkeling van een duurzame samenleving.”

Panorama Rotterdam door Leslie Gabriëlse, ca. 1998

De Maasboulevard is meer dan een snelweg door de stad. Tropicana werd gebouwd in een periode dat Rotterdam volop werkte aan zijn stadsbeleving. Het subtropisch zwemparadijs was een grote attractie aan de Maas. Het golfslagbad staat droog, maar het pand zorgt voor een golf aan creatieve ideeën waar Rotterdam grote behoefte aan heeft.

Medewerkers BlueCity
“TEGENSLAGEN
GEEN PROBLEMEN, MAAR IETS WAAR JE WAT MEE MOET”
48
Beeld Leslie Gabriëlse
oog in oog met het verleden

0038 TED LANGENBACH

“ONZE FEESTEN ZIJN ALTIJD INTERCULTUREEL EN GAAN OVER IRONIE, VREDE EN LIEFDE”

In 2000 opent Ted Langenbach met partner Pietra Ligura de legendarische club Now&Wow. Het zet Rotterdam in één klap op de kaart als hippe uitgaansstad. “Het was niet alleen dansen op vernieuwende muziek, maar ook erg uitdagend. We creëerden een ironische versie van de samenleving. Dat maakte het extra interessant.”

De feesten van Ted weerspiegelen zijn kijk op de wereld. “Alles wat ik doe is intercultureel en gaat over ironie, vrede en liefde. Clubcultuur moet een nieuwe norm neerzetten, wat vanzelf bijdraagt aan de emancipatie van alle kleuren, leeftijden en sexes!”

Ted ziet een danceparty als hét bindmiddel tussen verschillende culturen. “Rotterdam is een mix net als onze feesten. De artiesten zijn benaderbaar en het publiek kan het podium op. Typisch Rotterdams, mensen hebben hier minder ego’s. Breng ze samen en ze vinden een manier om te binden.”

Rotterdam staat nu bekend als trendy hotspot. “Het is moeilijk voor te stellen, maar we hebben in de jaren ’90 enorm moeten vechten om Rotterdam uitdagend en creatief te maken. Ik kijk altijd vooruit en ben helaas vaak te vroeg met mijn ideeën.”

De jaren ‘90 Rave cultuur zijn weer terug als inspiratie voor jongeren. “Samen met Museum Rotterdam maakte ik in 2019 de expositie Party People over deze periode. Het laat zien hoe kunst van iedereen is geworden en overal wordt ingezet. Tegenwoordig is zwarte muziek zoals hiphop populair onder witte jongeren, terwijl gekleurde mensen weer naar techno luisteren. Ik ben erg benieuwd wat dit creatief allemaal op gaat leveren.”

“BRENG MENSEN SAMEN EN ZE VINDEN EEN MANIER OM TE BINDEN”

Reclamewaaier Pschorr, ontwerp A. Bruyer, ca. 1930

Gedurende het interbellum was Dancing Pschorr aan de Coolsingel het middelpunt van het Rotterdamse uitgaansleven. Nieuwe swingende muziek zorgde voor de ene na de andere dansrage: de Shimmy, de Charleston, de Black Bottom. In de laatste mode zwierden meisjes met korte coupes over de verlichte glazen dansvloer van Pschorr.

oog in oog met het verleden

Party-goeroe Ted Langenbach mixt nieuwe muzikale vormen en stijlen met andere kunstdisciplines voor een super divers publiek.
49
Ted Langenbach

SS ROTTERDAM

Vrijwilligers zorgen ervoor dat het ss Rotterdam mooier en beter wordt zodat het een onvergetelijke plek blijft voor de stad.

“HET SCHIP IS EIGENDOM VAN WESTCORD HOTELS MAAR HET IS EN BLIJFT ONS

Ton Wesselink is general manager van het ss Rotterdam. “Dit schip is een icoon van de stad waar het naar vernoemd is. Zoveel mensen in Rotterdam zijn op de één of andere manier verbonden aan dit schip.”

Het zeekasteel heeft een bijzondere uitwerking op Rotterdammers. “Het is een community builder: 180 vrijwilligers zijn verbonden aan dit schip. Allemaal met een maritiem verleden of een band met de boot. Vrijwilliger Jos van Let heeft twee jaar aan boord gewerkt: “De ervaring met het schip is bepalend geweest voor de rest van mijn leven, ik ben gevormd door wat ik gezien en gehoord heb”.

Daarnaast biedt het schip jongeren van Zuid een toekomst. “Samen met Albeda Rotterdam worden hier horeca-leerlingen opgeleid. De selectie is streng want het werk is zwaar, maar de mogelijkheden en de ervaring van het werken in deze omgeving zijn van onschatbare waarde.”

Het ss Rotterdam heeft een bewogen verleden en ook de terugkeer naar de thuishaven is spannend geweest. “Het schip kiest de mensen die ervoor zorgen. De turbulente tijden van renovatie en nieuw leven zijn overgegaan in de huidige bloei van het ss Rotterdam. Eigenaar WestCord Hotels begrijpt het schip en de belangrijke waarde voor de stad.”

Matrozenschool HAL, 1950

Veel Rotterdamse jongens voelden de aantrekkingskracht van de zee. Als 15-jarige konden ze zich aanmelden voor de Matrozenschool van de Holland-Amerika Lijn. Na een opleiding van 3 maanden mochten ze als bootsman-jongen mee op de schepen. In dienst van de HAL konden ze vervolgens lichtmatroos worden en uiteindelijk volmatroos.

Beeld Vereniging de Lijn, A. Van Niekerk oog in oog met het verleden

General Manager Ton Wesselink tussen vrijwilligers Jan van Pijkeren (l) en Frans Donkers (r)
0039
SCHIP” - Vrijwilliger Ger Lening ss Rotterdam
50
Leerlingen van Albeda Rotterdam met hun chef in de keuken van het ss Rotterdam

ROTTERDAMS

WIJKTHEATER

Het Rotterdams Wijktheater maakt theater met, voor en door zeer diverse groepen Rotterdammers, gebaseerd op hun authenticiteit en persoonlijke verhalen.

Jasmina Ibrahimovic is sinds 2019 directeur van het Rotterdams Wijktheater (RWT). “Wij geloven erin dat cultuur de basis vormt voor een evenwichtige samenleving; een samenleving waar iedereen deel van moet kunnen uitmaken. Waar ieders stem kan worden gehoord en ieders verhaal een podium heeft. Theater prikkelt ons inlevingsvermogen. Theater laat je voelen wat het is om in andermans schoenen te staan.”

Het RWT is meer dan 30 jaar geleden opgericht. Al die tijd werkt het theater met steeds andere groepen Rotterdammers van allerlei generaties en achtergronden. Samen maken ze theater over hun leven. Zo is de taboedoorbrekende voorstelling ‘Zomaar een straat’ gebaseerd op persoonlijke ervaringen over financiële armoede en schulden. Tijdens een tournee in verschillende buurthuizen en wijken van Rotterdam gaat RWT over dit thema in gesprek met bewoners. De voorstelling is gratis te bezoeken, zodat ook de minder draagkrachtige Rotterdammers naar de voorstelling kunnen.

“Met een klein team van professionele theatermakers trekken wij de stad in op zoek naar ongehoorde verhalen, naar ongeziene helden, naar onuitgesproken conflicten. De verhalen en ervaringen van de mensen die we ontmoeten brengen wij samen met hen naar het theater. Wij volgen daarmee de hartslag van de stad; onze spelers vormen een afspiegeling van een steeds veranderende, grootstedelijke samenleving. Een mix van culturen en maatschappelijke lagen. Wij spelen in theaters, Huizen van de Wijk, op scholen en op locatie in Rotterdamse wijken.”

Rotterdam is altijd rijk geweest aan toneelgezelschappen. Geïnspireerd door de Rotterdamse Hendrik Tollens gingen vele bewoners zelf de planken op. Het was een teken van beschaving. Toneelspelers waren maar wat trots op hun vaandel dat het gedachtegoed van het gezelschap naar buiten uitdroeg.

0040
oog in oog met het verleden
Blauw fluwelen vaandel van de toneelvereniging Vrede en Vriendschap Rotterdam, 1867
“IEDEREEN MOET DE KANS KRIJGEN OM OP EEN VOLWAARDIGE MANIER DEEL TE NEMEN AAN HET MAATSCHAPPELIJKE LEVEN, THEATER KAN DAARBIJ HELPEN”
2
Repetitie Oudfit door RWT in Islemunda Carola Schouten in gesprek met de cast van Zomaar een Straat
51
Jasmina Ibrahimovic, directeur

De trekhond: het paard van de armen. Voor de muur van een kasteel ligt een hond ingespannen voor een kar waarop twee melkbussen staan. Niet alleen de melkboer maar ook de bakker, de groenteboer en de petroleumventer maakten gebruik van een trekhond. Vanaf 1963 werd het gebruik van een trekhond verboden.

Dogparade010 brengt de meest uiteenlopende mensen bij elkaar via hun hond en schept zo de mogelijkheid tot verbinding.

In 2015 organiseerde Mieke van der Linden voor het eerst Dogparade010. Een jaar later volgde de Poolparty in het van Maanenbad.

Dogparade010 is meer dan alleen hondenparades organiseren. “We organiseerden al een DogFunDay, een DogsDinner bij de Pleinbioscoop en eind 2017 ‘The Museum of Dogs’ bij de reprise van ‘Woef Side Story’ in de Rotterdamse Schouwburg”, vertelt de initiatiefneemster. “In de hal hingen dertig werken van gevestigde kunstenaars, amateurs en mensen uit De Leeuwenhoek. Uiteraard allemaal met de hond als hoofdonderwerp.”

En de ideeënstroom gaat verder. Ze bezocht met vijftig honden en baasjes de voorpremière van de film ‘Isle of Dogs’ in Lantaren-venster, organiseerde een Halloween Walk in de Doelen en maakte het hondenprogramma DOGTV voor OPEN Rotterdam (Echt Rotterdams Erfgoed nr. 0083).

In coronatijd stonden de events op een laag pitje, maar erna kwam ‘de trein’ weer op stoom. De befaamde poolparty’s trokken meer dan vierhonderd honden en baasjes. En bij de opening van het zomerprogramma van het Maritiem Museum in 2022, liepen honden en baasjes verkleed als piraat en matroos mee tijdens de Scheepshondenparade. “In december gaan de honden altijd op voor de Dogparade010-kerstgroeten. Dan organiseren we in de Doelen Studio een fotoshoot in kerstsferen.”

Humor is de kracht van Dogparade010. “Het is een beetje kitsch en camp. Iedereen snapt dat.” Elk evenement komen er weer nieuwe honden en hondeneigenaren. Dat zorgt voor de verbinding. Dat valt andere steden op. “Die hebben ook interesse getoond in een Dogparade. Maar ik hou gewoon heel erg van Rotterdam, dus waarom zou ik het ergens anders doen?”

0041 DOGPARADE010
Scheepshondenparade Maritiem Museum 2022 © Robin Utrecht Honden op de rode loper tijdens de voorpremière van Isle of Dogs “IK HOU GEWOON HEEL ERG VAN ROTTERDAM, DUS WAAROM ZOU IK HET ERGENS ANDERS DOEN?” Schilderij Kasteel van IJsselmonde, Johannes Last, 1983
52
oog in oog met het verleden

0042 RBV CROOSWIJK

De Rotterdamse Boks Vereniging Crooswijk draait volledig op vrijwilligers en is één grote familie.

Albert van den Heuvel, Vincent van den Berg, Hendrik de

en Michiel van de Velde zitten in het bestuur van de Rotterdamse Boks Vereniging Crooswijk. “De vereniging wordt onderhouden door de trainers en leden en voelt als familie. Het is een vriendenploeg waar iedereen elkaar helpt. Natuurlijk is er wel eens mot maar voor de vereniging doen de leden alles.”

De groep de Dutch Windmills is helemaal speciaal. “Onder deze legendarische bijnaam van Bep van Klaveren trainen de oudere leden van RBV Crooswijk tweemaal per week in de Pootstraat. Oud-bokser wijlen Aad Veerman was een goede vriend van Bep, door hem zijn alle oud-boksers hier gekomen. Er lopen er hier die zijn dik in de 80. Ze wisselen ervaringen uit en helpen elkaar.”

De Dutch Windmills is een soort clubhuis voor sterke oude kerels. “Trainen met deze groep ouderen is hartstikke leuk. Altijd lachen, geinen, als er één jarig is een gebakje erbij, ouwehoeren na de training, bakkie doen. Maar het is ook serieus, we houden het gedachtegoed altijd in ere. In de kantine hebben we een hoekje voor de boksers die zijn heengegaan. Elke dag denk je zo aan ze.”

De boksschool is een afspiegeling van de wijk met oude en nieuwe Crooswijkers. “Dat botst wel eens en dan sturen we dat bij, hoe oud ze ook zijn en altijd met een lolletje. Iedereen is hier welkom en voelt zich al snel thuis. Boksen verbindt al deze mensen met elkaar.”

Op een grasveldje langs een van de Rotterdamse plassen is een aantal boksers aan het trainen. Een van hen zou Bep van Klaveren (1907-1992) zijn, de legendarische bokskampioen alias The Dutch Windmill. Van Klaveren kwam uit Crooswijk, een wijk met maar liefst drie boksscholen waar jong en oud trainen.

Eregalerij RBV Crooswijk Boer “ER
Schilderij van boksers in de open lucht, Herman Bieling, 1939
Beeld Herman Bieling
oog in oog met het verleden
53
Training Dutch Windmills

BRONCKHORST FOUNDATION

Sport is belangrijk in Rotterdam. Topsporters zijn een voorbeeld voor jongeren. Zij zetten de kracht van sport in voor de ontwikkeling en ondersteuning van jonge Rotterdammers.

Oud-trainer en -speler van Feyenoord Giovanni van Bronckhorst heeft veel aanzien in Rotterdam. Helemaal na het behalen van de kampioenstitel in 2017 en de beker in 2018. Giovanni en Marieke van Bronckhorst doen met de Giovanni van Bronckhorst Foundation iets terug voor hun stad. Met de GvBF steunen ze vooral initiatieven die zich inzetten voor kinderen die op welke manier dan ook een steuntje in de rug kunnen gebruiken.

In 2012 ontwikkelden ze S.V. Gio, een coachings- en onderwijsprogramma van 5 maanden voor kinderen uit groep 7 en 8 van het basisonderwijs. “Bijna een kwart van de kinderen in Rotterdam begint als laaggeletterde aan het VMBO. Toen we dat hoorden, wisten we dat we daar iets aan wilden doen. Dan is het logisch om je passie en kennis te gebruiken.”

S.V. GIO investeert in onderwijs aangevuld met lessen die Giovanni van Bronckhorst leerde uit de topsport. “Bij S.V. GIO maken we kinderen aanvoerder van hun eigen toekomst. Dat houdt in dat je in staat bent je droom te formuleren en dit om te zetten naar een concreet doel, je het zelfvertrouwen hebt om dit doel te bereiken, je optimistisch bent en je beschikt over basisvaardigheden zoals lezen, schrijven en rekenen die nodig zijn om dit doel te bereiken.”

“Sport wordt ingezet als metafoor voor zowel het coachings- als onderwijsprogramma en draagt bij aan een gezonde levensstijl. Alles gebeurt met een flinke dosis plezier. De foundation gelooft erin dat als een kind plezier beleeft alles beter beklijft.”

Vlag Arend en de Zeemeeuw, ca. 1955

Tijdens de wederopbouwjaren zijn veel arbeiderskinderen lichamelijk verzwakt, hebben ze moeite met leren en gaan ze soms zelfs niet naar school. Vanuit de clubhuizen van De Arend en De Zeemeeuw wordt de oplossing gezocht in een verbetering van de lichamelijk conditie. Sport en goede voeding moeten ook de schoolprestaties verbeteren.

oog in oog met het verleden

0043 GIOVANNI VAN
“BIJ SPORT- EN LEERCLUB S.V. GIO MAKEN WE KINDEREN AANVOERDER VAN HUN EIGEN TOEKOMST” Giovanni van Bronckhorst © Desirée Schippers
54
© Giovanni van Bronckhorst Foundation

0044 OPZOOMER MEE

Opzoomeren is samen met je buren zorgen voor een prettige en vriendelijke straat

.

Janet Vos is directeur-bestuurder van stichting Opzoomer Mee. “Eind jaren ‘80 hebben de bewoners van de Opzoomerstraat in Delfshaven samen de handen uit de mouwen gestoken en hun straat opgeknapt. De gemeente heeft vervolgens, in het kader van Sociale Vernieuwing, Opzoomeren als term gebruikt om eigen initiatief, samenwerken en contact tussen bewoners in een straat te bevorderen.”

Opzoomer Mee is een zelfstandige stichting en helpt elke Rotterdamse straat die wil Opzoomeren. “Opzoomeren gaat over het versterken van relaties met je buren en hoe je samen zorgt voor een prettige straat om in te wonen. De jaarlijkse Opzoomercampagne helpt hen daarbij en biedt aan elke Rotterdamse straat de mogelijkheid van faciliteiten (budgetjes, materialen zoals de Opzoomerkeetjes en inspiratie) om straatactiviteiten en andere straatacties van de grond te trekken.”

Uiteindelijk moeten de bewoners het zelf oppakken. “We geven kleine zetjes. Zo helpen we bewoners om op eigen kracht hun straat weer leefbaar te maken. Hierdoor is het veel duurzamer dan wanneer de gemeente het doet.” Voorbeelden van straatactiviteiten zijn: straatdiners, schoonmaakacties, geveltuinen en ander groen aanleggen, spelletjesdagen voor de kinderen, verwendagen voor ouderen, enzovoorts.

De organisatie past bij de Rotterdamse mentaliteit. “Opzoomeren is handen uit de mouwen en samen aan de slag voor de straat. Rotterdammers willen heus wel iets voor elkaar doen. Tegenwoordig zijn 2.000 straten actief met zo’n 100.000 bewoners. Eigenlijk is het een code: als Rotterdammer Opzoomer je gewoon.”

Schoon, heel en veilig; dat was de slogan in Rotterdam na 2000. Bewoners die weer gezamenlijk hun stoep schrobden of zorgden voor een fleurige buurt. Vegen voor de buurt? Veel oudere Rotterdammers herinneren zich de befaamde ‘driepijper’ nog. Oorspronkelijk uit 1927, maar de stoere bakfiets bleef in gebruik tot 1975.

Opzoomer Mee Heemraadsstraat © Opzoomer Mee Schansstraat met op de achtergrond een kluskeetje
Fietsveegwagen met drie cilindrische bakken en twee bezems, zogeheten ‘driepijper’, 1927
oog in oog met het verleden
© Opzoomer Mee
“WIJ HELPEN BEWONERS
OM OP EIGEN KRACHT HUN STRAAT LEEFBAAR TE MAKEN EN TE HOUDEN”
55
Buurtfeest Volmarijnstraat © Opzoomer Mee Khalid (nr. 0006) tijdens presentatie Levenslijn Crazy Sexy Cool 2019 (nr. 0056) Dogparade010 (nr. 0041) met Mieke van der Linden
56
Week Echt Rotterdams Erfgoed 2018 met Fenmei (nr. 0020) Keti Koti Rotterdam (nr. 0029) - Kotomisi Grand Gala 2019 © Rene Castelijn Vredestuin (nr. 0031)
57
Medewerkers Keti Koti Rotterdam 2018 (nr. 0029)

0045 FSV DE FEIJENOORDER

FSV De Feijenoorder zorgt met spectaculaire sfeeracties voor extra saamhorigheid tussen Feyenoord supporters en hun club.

Alwin van den Hoven is lid van het sfeerteam FSV De Feijenoorder. “Supporters helpen graag bij onze sfeeracties voor Feyenoord. We hebben een vaste groep van 10 man en daarnaast staan er zo’n 100 man klaar om bij te springen. Iedereen vindt het een eer om mee te helpen. Je werkt samen aan iets wat je belangrijk vindt.”

Vroeger zat er een hele organisatie achter de grote spandoeken. “Nu is dat anders geregeld. Het belangrijkste is dat het leuk moet zijn. De beste ideeën komen spontaan op, dus soms moeten we in 5 dagen een spandoek in elkaar draaien. Eigenlijk is dat niet haalbaar. Het is onze kracht dat we dat toch voor elkaar krijgen.”

Rotterdammers vinden elkaar in hun liefde voor Feyenoord. “De club is absoluut een verbindende factor in de stad. Onder de supporters heb je allerlei soorten mensen. Dat is leuk en soms ook lastig, maar voetbal brengt iedereen samen.”

Stad, club en supporters zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. “Feyenoord is dé belichaming van ‘geen woorden maar daden’ en ‘sterker door strijd’. Niet alleen de club Feyenoord maar vooral de supporters. Het is als religie; als je fanatiek bent, is het gewoon je leven.”

Bij het sfeerteam gaat het om Feyenoord en elkaar. “Andere clubs willen een strijd aangaan om het mooiste spandoek. Wij vinden het gewoon leuk om samen iets moois te maken met eer en gevoel. Ik vind het bijzonder dat iedereen vrijwillig meewerkt. Dat zegt veel over de club Feyenoord en wat voor mensen dit aantrekt.”

Plaquette van de openingswedstrijd in het Feyenoord stadion, 1937

In 1908 richten een aantal Rotterdamse jongens een voetbalvereniging op. Onder de naam Feyenoord schrijft de club voetbalgeschiedenis. Binnen 30 jaar is knollenveld de Put ingeruild voor de Kuip, het hypermoderne Stadion Feyenoord. Het Feyenoordgevoel laat zich moeilijk beschrijven, maar omvat een onvoorwaardelijke liefde voor de club van Rotterdam-Zuid.

oog in oog met het verleden

Het legioen na de bekerfinale © Rob Hilz “IEDEREEN VINDT HET EEN EER OM MEE TE HELPEN”
58
Het sfeerteam bij het spandoek op het Hofplein in 2017 © Mandy Horstink

ROTTERDAM

De Pauluskerk opende in 1960 haar deuren. Sinds 1979 groeide de Pauluskerk onder aanvoering van Hans Visser uit van ‘alleen een kerk’ tot een ontmoetings- en ondersteuningsplek met vooral een diaconale functie. Het zwaartepunt lag daarbij aanvankelijk vooral bij de zorg van drugsverslaafden maar in de afgelopen jaren verschoof het accent naar meer doelgroepen, vooral ook mensen zonder verblijfspapieren en Europese (arbeids) migranten.

“We staan klaar voor álle mensen in Rotterdam en omgeving die het zonder hulp niet redden: dak- en thuislozen, verslaafden, psychiatrische patiënten, mensen zonder verblijfsvergunning. Maar ook Rotterdammers die in armoede leven, jongeren die hun richting kwijt zijn en kwetsbare ouderen. We zijn een opvangplek, ook voor mensen die geen concrete hulpvraag hebben of hulp nodig hebben.”

“Mensen zonder ziektekostenverzekering kunnen terecht bij onze medische dienst. Dit kan omdat wij onderdeel zijn van het Rotterdamse straatdokter project (Echt Rotterdams Erfgoed nr. 0051). Daarnaast bieden we ook andere noodhulp zoals maatschappelijke en juridische dienstverlening voor ongedocumenteerden.”

De Pauluskerk helpt waar geen helper is én dringt aan op structurele veranderingen in de samenleving, waardoor minder mensen in nood raken. “We willen de stemmen van onze bezoekers versterken en opkomen voor hun belangen.”

“In uitzichtloze situaties is het belangrijk om vooruit te kijken. We stimuleren mensen met zinvolle dagbesteding en het bouwen aan waardigheid. Door kunst en cultuur bijvoorbeeld, of taallessen. Ondertussen blijven we ons hard maken voor een ander beleid. We willen een betere stad volgens het motto van Paulus: overwin het kwade door het goede.”

Methadonkoffer, 1980-1990

In de jaren ’80 raken wereldwijd grote aantallen mensen verslaafd aan heroïne. In Rotterdam worden junks gedoogd op het beruchte Perron Nul, een opvangproject van de Pauluskerk. Deze koffer wordt door medewerkers van de Gemeenteapotheek aan de Schiedamsedijk gebruikt om methadon te vervoeren. In opvangcentra wordt de methadon verstrekt aan verslaafden.

0046
PAULUSKERK
Stichting Diaconaal Centrum Pauluskerk helpt mensen in nood en probeert hun situatie structureel te verbeteren. “WIJ HELPEN WAAR GEEN HELPER IS EN ZIJN ER VOOR DE ARMEN EN UITGESTOTENEN”
oog in oog met het verleden
Bezoekers en medewerks in de Pauluskerk
59
De Pauluskerk aan de Mauritsweg

HIPHOPHUIS

Het HipHopHuis bevordert de Rotterdamse hiphop cultuur en brengt mensen samen voor plezier en passie.

HIPHOP OVERTREF JE JEZELF EN DAT IS EEN ENORME VERRIJKING”

Aruna Vermeulen is algemeen directeur van het HipHopHuis, Leal van Herwaarden creative director en hoofd programmering. “Het HipHopHuis is 20 jaar geleden ontstaan uit een behoefte. De hiphop cultuur werd groot in Rotterdam en in de gevestigde instellingen bleef het bij proeven en incidenten. Het werd tijd voor een vaste plek.”

Het HipHopHuis is geen star instituut. “We zijn begonnen vanuit de vier basiselementen van hiphop: graffiti, dj-ing, breakdance en rap. Inmiddels is ons aanbod breder gegroeid naar meerdere cultuur uitingen met wortels in de zwarte muziekcultuur. Wij bestaan voor de jeugd en daar luisteren we goed naar.”

Het HipHopHuis beweegt sowieso mee met de straatcultuur. “We zijn geen toeschouwers, maar onderdeel van de community. De scene draait om battles, jam sessies, feesten. Daar merken we wat er leeft. We volgen geen trend, we zitten er middenin.”

De hiphop scene is hecht en veelzijdig. “Iedere kunstenaar, of je nou een danser, rapper, dichter of dj bent, is ook een bron van informatie die zich hard maakt voor de scene. Die scene is super divers, met ontzettend veel grotere en kleinere partijen. De communities bewegen in verschillende scenes en ontmoeten elkaar hier. Het zijn onze partners.”

Tegel met twee acrobaten voor een gebouw met uithangbord Magito, Aalmis, 1730-1760

In het Rotterdam van de 18e eeuw zijn verschillende generaties van de familie Magito kunstenmakers en artiesten. Ze treden op tijdens Nederlandse kermissen en jaarmarkten. Het meest bekend is koorddanser Pieter Magito met zijn Nieuwe Franse Troep ‘van koordedansers en springers’.

oog in oog met het verleden

De lessen zijn meer dan een cursusje. “Het gaat er om dat je de waarden en veiligheid van thuis voelt. Je moet gezien en gehoord worden om je te ontwikkelen. Deze plek bestaat voor jou. Bij hiphop stel je je eigen grenzen, die bereik je en daar ga je vervolgens overheen. Jezelf overtreffen is een enorme verrijking.”

0047
“BIJ
60
Medewerkers HipHopHuis met Leal van Herwaarden (zittend op rode kussen) en Aruna Vermeulen zittend bovenste rij 3e van links)

0048 ZOMERCARNAVAL

Zomercarnaval Rotterdam is een festival met gemiddeld 2.000 Nederlandse carnavalisten uit zo’n 25 verschillende tropische carnavalstradities.

Karel Willems en Judith Donata, (oud)-bestuursleden van Stichting Zomercarnaval Nederland: “In Nederland is in 1983 voor het eerst het Zomercarnaval gevierd in Utrecht. Het jaar daarop kwam het al naar Rotterdam en trok 32.000 bezoekers. Tegenwoordig zijn dat er bijna een miljoen.”

Het Zomercarnaval wil mensen op een positieve manier samenbrengen. “Deelnemers komen vanuit het hele land. Samen bouwen ze in een loods hun kunstzinnige praalwagens. Maximaal 25 teams met minimaal 45 mensen leveren tijdens de parade een vrolijke stoet van tweeënhalve kilometer op.”

Het kleurrijke evenement is bij uitstek divers. “Niet alleen Antillianen en Arubanen, maar ook mensen uit Brazilië, Kaapverdië, Suriname, Bolivia, Colombia, Peru, Dominicaanse Republiek, Mexico, Bovenwindse Eilanden, Spanje, Engeland, Trinidad, Jamaica, Frankrijk, Duitsland, België, Angola, Nederland en andere landen doen mee in Rotterdam. Het Zomercarnaval geeft deelnemers een podium waar ze trots hun eigen carnavalscultuur kunnen uitdragen voor een enorm publiek. Dat is één groot feest.”

Het Zomercarnaval heeft zeven onderdelen: Queen Election, Warming-Up, Battle of Drums, Mercado, Straatparade, Podium programmering en Prijsuitreiking. “Zo’n twee weken voor de straatparade wordt de koningin gekozen. Zij opent de straatparade en vertegenwoordigt het hele jaar het Zomercarnaval.”

Kaapverdiaanse boot voor São João, ca. 2002

In de derde week van juni nemen duizenden Rotterdamse Kaapverdianen het Heemraadsplein in bezit voor de traditionele São Joãoviering (Sint Johannes). Het is een van de feesten waarin de diversiteit van Rotterdam tot uiting komt. In de processie voeren oudere Kaapverdianen een boot mee, een belangrijk symbool in de Kaapverdiaanse cultuur.

oog in oog met het verleden

Na een editie start de voorbereiding van het volgende Zomercarnaval. “Hetzelfde geldt voor de deelnemers. Zij kiezen hun thema, zoeken mensen, verzamelen geld en maken kostuums. We geven diverse workshops om hierbij te helpen.”

Het bestuur van de stichting is bezig met het aantrekken van jonge bestuursleden. Dat is belangrijk omdat ook het publiek en de artiesten verjongen. Karel en Judith blijven na hun aftreden nog twee jaar aan als adviseur.

Deelnemer Zomercarnaval 2018
61
Zomercarnaval 2018 met Queen Priscilla Rehaen
“HET ZOMERCARNAVAL IS ÉÉN GROOT FEEST WAAR DEELNEMERS TROTS HUN EIGEN CARNAVALSCULTUUR UITDRAGEN”

0049 AFRIKAANDERWIJK COÖPERATIE

De Afrikaanderwijk Coöperatie brengt netwerken bij elkaar om de wijk beter te maken.

EEN DAG WORD JE WAKKER EN BEN JE EIGENAAR VAN 27 KUUB AFVAL”

Annet van Otterloo is projectleider Afrikaanderwijk Coöperatie. “De Afrikaanderwijk Coöperatie komt voort uit Stichting Freehouse, opgericht door kunstenaar Jeanne van Heeswijk. Samen met bewoners en ondernemers werken we aan de versterking van de wijkeconomie. Hiervoor zetten we culturele projecten op en ontwikkelen we op allerlei vlakken economische activiteiten.”

“We doen nu bijvoorbeeld de schoonmaak van de portieken in de wijk, hebben een Wijkatelier waarin we kleding produceren voor ontwerpers en een Wijkkeuken die catering verzorgt. Met de ‘Right to Challenge’ van de gemeente Rotterdam heeft de Coöperatie de afvalinzameling van de Afrikaandermarkt op zich genomen. Dit levert banen op, maar ook een duurzamere en schonere markt en wijk. We zorgen voor gescheiden afvalinzameling waardoor hergebruik mogelijk is. Daarnaast halen we het afval niet alleen aan het einde van de dag op, maar de hele dag door, zodat er minder plastic tasjes door de wijk waaien.”

“Het was best eng om de verantwoordelijkheid voor het schoonmaken van de markt over te nemen. Opeens ben je eigenaar van 27 kuub afval.” De gemeente betaalt de Coöperatie hiervoor en bewoners halen er een betaalde baan uit. “Zo houden we werk en geld in de wijk en worden bewoners veerkrachtiger.”

“De Coöperatie is de verbinding tussen alle netwerken in de wijk en daarbuiten. Langzaam maar zeker beginnen mensen de waarde in te zien.” Inmiddels is de Afrikaanderwijk Coöperatie onderdeel van een groter coöperatief netwerk. Centraal hierin staat de, door de Afrikaanderwijk Coöperatie ontwikkelde, Wijk Werkcoöperatie die het werkgeverschap in meerdere wijken in Rotterdam organiseert.

Gesneden houten gevelkop van

Paul Kruger, president van Transvaal, 1902

De Afrikaanderwijk op Zuid (1900) dankt zijn naam aan de tweede Boerenoorlog tussen de Zuid-Afrikaanse boeren van Nederlandse afkomst (Afrikaanders) en de Britten. Kopstukken uit die strijd werden geëerd met straatnamen en beeldhouwwerk op sommige gebouwen. Deze gevelkop is afkomstig van een inmiddels afgebroken pand, hoek Paul Krugerstraat/Bloemfonteinstraat. oog in oog met het verleden

Afvalinzameling van de Afrikaandermarkt
“OP
62
De markt op het Afrikaanderplein

0050 CAFÉ DE SCHOUW

Café de Schouw is de huiskamer voor literair minnend Rotterdam.

Tineke Speksnijder is negen jaar eigenaar van de Schouw. “In september 1940, een paar maanden na het bombardement, opent de chique Bodega de Schouw aan de Witte de Withstraat. In de buurt zitten op een gegeven moment zeven krantenredacties en de Schouw wordt een journalistencafé.”

Dat is nu niet anders. “Ook toen posters aan de muren en journalisten aan de bar. De kranten zijn vertrokken, maar het zijn nu schrijvers van online magazine Vers Beton en ander literair talent. Iedere eerste woensdag van de maand kunnen de dichters zich uitleven in onze Poetsclub.”

Toch heeft Tineke veel aangepakt. “Als eerste de wc’s, die konden echt niet meer. De vaste klanten protesteerden, maar als ze een oude stortbak erfgoed vinden, mogen ze hem van mij zelf mee naar huis nemen.

Je moet met je tijd meegaan, want als je publiek niet verjongt houdt het gewoon op. De sfeer heb ik gehouden, want die is belangrijk. Ik wil niet hip gaan doen, maar dat blijkt juist hip te zijn.”

De Schouw wordt veel bezocht door kunstenaars. “We programmeren hier zelfs. We hebben al ruim eenentwintig jaar een vitrinegalerie met curatoren: De Aanschouw. Ook wordt elke 5 weken het schilderij van Daan van Houten overgeschilderd door een andere kunstenaar.”

Na 82 jaar sluit Café de Schouw in januari 2023 haar deuren. Het pand is na 150 jaar zo beschadigd, dat het zal worden gesloopt. In de nieuwbouw komt een nieuw café zonder Tineke Speksnijder. De afscheidsweek van de Schouw en Tineke vindt plaats in de eerste week van januari 2023.

Jenever is al honderden jaren de nationale sterke drank van de Nederlanden. In Havenstad Rotterdam groeit het aantal jeneverbranders vanaf de 17e eeuw snel. Het geestrijke nat inspireert het gedicht op deze gevelsteen van ´Int Bonte Hontie´ in de Prinsenstraat. Waarschijnlijk zat er een herberg in het pand, een voorloper van kroegen als de Schouw.

oog in oog met het verleden

“IK WIL NIET HIP GAAN DOEN, MAAR DAT BLIJKT JUIST HIP TE ZIJN” Gevelsteen met in basreliëf hond met tekstlint “INT BONTE HONTIE”, 1756 Tineke Speksnijder
63
Poetsclub in de Schouw

0051 STRAATDOKTERS EN VERPLEEGAFDELING DAKEN THUISLOZEN CVD

De Straatdokters en Straatverpleegkundigen verlenen medische zorg aan dak- en thuislozen.

“ZORGEN VOOR DEZE MENSEN IS ZORGEN VOOR IEDEREEN”

Marcel Slockers is sinds 1983 Straatdokter. Andrea van der Gevel werkt op de Verpleegafdeling van CVD Havenzicht. “Tegenwoordig hebben we zeven Straatdokters en een groot aantal Straatverpleegkundigen voor dak- en thuislozen in Rotterdam. Iedere dag van de week is een huisarts bereikbaar en op diverse locaties wordt 24 uur per dag verpleegkundige zorg geboden.”

Veel Rotterdammers hebben geen zorgverzekering. “Deze groep is zeer kwetsbaar. Doordat ze nauwelijks zorg krijgen, gaan ze bij een medisch probleem snel achteruit. Onze doelgroep heeft vaak meerdere problemen. Bijvoorbeeld slechte voeding, ongezonde leefgewoontes, moeizaam gedrag of een IQ beperking. Wie oog voor ze heeft, ziet dat het mensen met hele creatieve geesten zijn.”

Onze maatschappij is steeds ingewikkelder door het hokjesdenken. “De groep die daar niet inpast, wordt steeds groter. Om te voorkomen dat zij bij ons terechtkomen moet eerder worden ingegrepen. Alles wat niet goed gaat in deze stad, zien we hier. Wij zijn het noodzakelijke rioolputje van de Rotterdamse zorg. Het liefst zien wij een samenleving waarbij professionals uitzonderingen maken en zorg bieden aan mensen die buiten de boot vallen.”

De Straatverpleegkundigen en –dokters gebruiken de Rotterdamse aanpak. “Gewoon doen, niet lullen maar poetsen en kan niet bestaat niet. Als iets zo niet geregeld is, dan is het niet goed en gaan we dat veranderen. Met de zorg voor onze doelgroep, zorg je voor iedereen. De maatschappij is zo sterk als de zwakste schakel. Rotterdam heeft gekozen om sociaal te investeren. Daar zijn we trots op.”

Schat der armen, of huismedicyn boekje, 1749

In de 18e eeuw lieten rijke zieken zich aan huis verplegen. Wie arm was kon terecht bij het gasthuis, maar de kans op genezing was hier klein. Wie het aandurfde, kon ook zelf zijn geluk beproeven met de wijsheden, gezondheidstips en huismiddeltjes in dit boekje.

oog in oog met het verleden

Marcel Slockers en Andrea van der Gevel
64

CHANTAL ARTS, STAR TV ROTTERDAM

Chantal Arts filmt optredens en evenementen in Rotterdam in haar eigen stijl en brengt dit bij de Rotterdammers thuis.

OM TE GENIETEN VAN MIJN ECHTE IK”

Chantal Arts wordt in 1951 geboren als man. Al vanaf zijn achtste levensjaar heeft hij interesse in het dragen van vrouwenkleding. Zijn vrouw, met wie hij op zijn 23e trouwt en in 1981 een zoon krijgt, heeft hier geen probleem mee.

Toch is hij dan al niet meer zo gelukkig in zijn mannenleven. ’s Avonds en in het weekend vindt hij het geweldig om als vrouw op te treden bij playbackshows. Tijdens die optredens begint hij zich steeds meer vrouw dan man te voelen. Zijn huwelijk loopt in deze tijd ook op de klippen. Daarna gaat het snel, eigenlijk weet hij al jaren dat hij in het verkeerde lichaam zit. Hij is geen man, hij is een vrouw. Zijn moeder begrijpt hem en steunt hem in zijn beslissing om het transgendertraject in te gaan. Drie ingrepen zijn er nodig om te transformeren van man naar vrouw. Vanaf dat moment is ze hartstikke gelukkig. Met haarzelf, met haar nieuwe identiteit en haar nieuwe naam: Chantal.

Tijdens een VerhalenCafé in Museum Rotterdam in 2020 vertelt Chantal na vijfendertig jaar dat ze transgender is. Ze stond altijd bekend als een mannelijke vrouw maar vanaf nu gaat ze als een vrouwelijke vrouw door het leven. “Tijd om te genieten van mijn echte ik.”

Met haar bedrijf STAR TV legt Chantal alles vast wat in de stad gebeurt. “Op mijn 14e ben ik begonnen met fotograferen, maar in film kan ik meer kwijt. Ik film nu zo’n 20 jaar grote evenementen.” Sinds bijna 15 jaar plaats ik alles op YouTube onder de naam STAR TV Rotterdam. Als je beeldmateriaal zoekt, kun je bij mij aankloppen. Ik heb het allemaal.”

Figuurtegel stadsomroeper, ca. 1650

Hoe raakte het publiek vroeger op de hoogte van ditjes en datjes in de stad? Door de stadsomroeper! Dat was iemand van betekenis. De stadsomroeper riep op de hoeken van de straten bewoners bij elkaar en verkondigde allerlei wetenswaardigheden. Bijvoorbeeld verloren of gevonden zaken, openbare verkopingen of belangrijk stadsnieuws. oog in oog met het verleden

0052
Chantal Arts Chantal Arts (l) en Nicole van Dijk (r) tijdens een VerhalenCafé in 2020 © Roderick Hulsbergen
“TIJD
65
Chantal Arts tijdens een opname

WINNE

Winne zet zijn talent als hiphopartiest en zijn platenlabel Couture 33 in om jongeren te begeleiden.

ker Ira Kip de muzikale theaterbeleving ‘Hier zijn we koningen’, over ontworteling en de reis die daaruit voortkomt. Eind 2022 maakte hij met Theater Zuidplein (Echt Rotterdams Erfgoed nr. 0062) en regisseur Floris van Delft het stuk ‘Angry Young Men’. Een voorstelling met theater en hiphop over de veiligheid van de samenleving versus de moeite die de samenleving moet doen om jongeren in veiligheid te laten opgroeien.

Winston Bergwijn (Winne) is een Rotterdamse hiphopartiest. “Ik heb inmiddels drie soloalbums uitgebracht en daarnaast heb ik een eigen label met jonge Rotterdamse artiesten: Couture 33. Ik begeleid de jongeren, adviseer ze en help waar nodig. Niet alleen op muzikaal gebied, maar ook op zakelijk en persoonlijk vlak. Ik begeleid de jongeren daarin van A tot Z.”

Winne is relatief laat doorgebroken in de muziek. “In 2005 was ik 28 en gewoon salesmanager. Voor de grap had ik een demo online gezet. Niet veel later werd ik gebeld door Kees de Koning van TopNotch. Zij hebben me laten zien dat je je dromen kunt waarmaken.”

Nederlandstalige hiphop werd toen nog nergens gedraaid. “Wij wisten dat mp3-spelers vol stonden met onze muziek, maar dat zag je niet terug in de hitlijsten. Pas met YouTube en de streamingdiensten werd de populariteit van Nederlandse hiphopmuziek zichtbaar. Wij hebben de zaadjes geplant voor populaire artiesten als Boef en Broederliefde.”

Sinds 2022 houdt Winne zich ook bezig met (muziek) theater over maatschappelijke thema’s. Begin 2022 maakte hij met Het Zuidelijke Toneel (HZT) en theaterma-

Ook heeft Winne een eigen gym op de Meent, Vondelgym Rotterdam, waarin hij zijn liefde voor sport combineert met ondernemen. “Anderen inspireren en motiveren is waar het allemaal om draait.”

Spaanse gitaar van Koos Speenhoff, 1920-1929

Aan het begin van de negentiende eeuw kende de Rotterdamse Zandstraatbuurt een levendig uitgaansleven. Het was de favoriete plek van variété artiest Koos Speenhoff en andere artiesten, kunstenaars en bohemiens. Met deze gitaar vertolkte Speenhoff zijn liedjes over het volksleven dat zich afspeelde in de achterbuurten van de stad.

oog in oog met het verleden

0053
Winne met op de achtergrond street art door Judith de Leeuw/JDL street art, geïnitieerd door Rotterdam Street Art Museum, een initiatief van Stichting Cretopia Rotterdam
66
“ANDEREN INSPIREREN EN MOTIVEREN DAT IS EIGENLIJK WAAR HET ALLEMAAL OM DRAAIT”

0054 TOUZANI FOUNDATION

De Touzani Foundation leert kinderen van Rotterdam-Zuid met sport hun talenten te ontwikkelen, doelen na te streven en kansen te grijpen.

trouwen en met meer zelfvertrouwen word je kansrijker. Dat is ons hoofddoel. Hoe goed of slecht je bent maakt niet uit, het gaat erom dat je met elkaar samenspeelt.” Rolmodellen zijn belangrijk. “Alle kinderen willen profvoetballer worden, maar die kans is natuurlijk klein. Ik ben geen profvoetballer geworden, maar wel succesvol. Dat maakt indruk, omdat het dichtbij is. Daarom ben ik altijd aanwezig bij de trainingen op zondag. Onze trainers zijn begonnen als leerling en ook rolmodellen. Ze zitten op de HAVO, het Atheneum, het Gymnasium en de kinderen krijgen dat mee.”

Touzani is Rotterdammer in hart en nieren. “Ik ben heel rijk opgevoed. Daarmee bedoel ik dat ik de Marokkaanse én de Hollandse cultuur heb meegekregen. Bloemhof is een echte volksbuurt. Toen wij hier kwamen wonen, stonden tante Bep en ome Jan klaar voor mijn moeder. Ik kan daardoor een lezing geven voor een zeer divers publiek. Met de Touzani Foundation willen we ook de verbinding maken tussen allerlei Rotterdammers.”

Lantaarnplaatje, ca. 1900

Soufiane Touzani is een wereldberoemd

en initiatiefnemer van de Touzani Foundation. “In mijn jeugd had ik veel rolmodellen. Toen ik zelf dat stempel kreeg, dacht ik: nu komt het op mij aan. Ik kan niet zorgen voor wereldvrede, maar ik kan wel wat terugdoen voor de wijk waar ik ben opgegroeid.”

De Touzani Foundation is actief voor de kinderen op Zuid. “Ons motto is: als kinderen kunnen ontsporen, kunnen ze ook sporen. Concreet zorgen wij dat iedere zondag 180 kinderen gaan sporten. Sport geeft zelfver-

Op dit lantaarnplaatje zijn kinderen afgebeeld die buiten spelen of een sport beoefenen. Van links naar rechts zien we hoogspringen, voetbal, tennis, bokspringen en diabolo. De glazen plaatjes gingen in een toverlantaarn waarmee je lichtbeelden kon projecteren. De lantaarn was bedoeld als vermaak, maar ook educatief.

Soufiane Touzani op het veldje waar hij heeft leren voetballen straatvoetballer
“ALS KINDEREN KUNNEN ONTSPOREN, KUNNEN ZE OOK SPOREN”
Deelnemers aan de 5e Fatih Cup in 2018, op de voorgrond in het midden Fatih met Boef (l) en Soufiane Touzani (r) © Touzani Foundation 67
oog in oog met het verleden

0055 STICHTING

KETELBINKIE

Stichting Ketelbinkie reikt jaarlijks de Rotterdamse Ketelbinkieprijs uit voor een originele, innovatieve onderneming met een duidelijk Rotterdams karakter.

MANNETJE IS HET SYMBOOL VAN EEN DOORZETTER”

Bestuurslid Peter Egge is medeoprichter van Stichting Ketelbinkie. “We zijn in 1982 begonnen met Ketelbinkie om Rotterdam positief onder de aandacht te brengen. De stad werd in die tijd vaak samengevat als een waslijst van negatieve punten, waaronder slechte koffie.”

Dat aspect sprong eruit. “Als je de stad bezoekt en je hebt naast slecht weer ook nog eens slechte koffie, is je hele dag verziekt. Dus we dachten, de stad veranderen is nogal wat, maar laten we in ieder geval wat aan het imago van de stad en die koffie gaan doen.”

Het resulteert in twee prijzen: de Ketelbinkieprijs en de Ketelbinkie Koffietrofee. “In 2017 hebben we de Koffietrofee voor de 36e en laatste keer uitgereikt. Het niveau van de Rotterdamse koffie is tegenwoordig behoorlijk hoog, we hebben wat dat betreft onze taak volbracht.”

De stichting blijft wel de jaarlijkse Ketelbinkieprijs uitreiken. “Dit is een aanmoedigingsprijs voor jonge Rotterdamse ondernemingen. De ontvanger moet zich dat afgelopen jaar op een originele en innovatieve wijze hebben geprofileerd. Het Rotterdamse karakter is daarbij erg belangrijk.”

De stichting wil het Ketelbinkie, de jongen die op zoveel schepen onderaan de ladder begon, in herinnering houden. “Dat mannetje is het symbool van een doorzetter. Een knaap die op jonge leeftijd al weet wat hij wil en zijn handen uit de mouwen steekt. Typisch Rotterdams dus.” Naast de prijs wordt Ketelbinkie o.a. geëerd met een beeld op Katendrecht, gemaakt door Huib Noorlander en natuurlijk het beroemde lied.

De Ketelbinkieprijs 2020/2021 is gewonnen door BoerBakkerBert. Juryvoorzitter Bas Janssen: “BoerBakkerBert is een vriendencollectief van een boer, twee bakkers en een marketeer. Zij hebben een Rotterdamse sojasaus in de markt gezet: Tomasu, gemaakt met grondstoffen uit de regio naar een oud-Japans recept, waarmee ze de wereld veroveren.”

Vleessnijmachine Van Berkel, ca. 1935

Rotterdam heeft altijd ingenieuze inwoners gehad. Wilhelm van Berkel (Rotterdam, 5 februari 1868) vond de snijmachine met beweegbaar onderstel uit. De machine werd een groot succes, met internationale klanten. Italiaanse restauratieateliers kopen deze klassieke snijmachines op: de kostbaarste Parmaham snijd je het best met een Van Berkel uit Rotterdam.

“DAT oog in oog met het verleden Bestuurslid Peter Egge bij het beeld van Ketelbinkie op Katendrecht
68
Onthulling beeld Ketelbinkie op het Koninginnehoofd door Mies Bouwman en Jhr. Feith tijdens de viering van het 100-jarig bestaan van de HAL, 1973 © Holland-Amerika Lijn

0056 CRAZY SEXY COOL FESTIVAL

Bij de opening van het culturele seizoen in 2018 werd Crazy Sexy Cool door het Rotterdamse publiek verkozen tot het beste nog bestaande festival. Een zeer kleurrijk festival waar iedereen welkom is.

Jeffrey Ghazi is sinds 2008 organisator van Crazy Sexy Cool. “We zijn begonnen in de clubs om in 2014 voor het eerst buiten een festival te houden op het Lloyd Multiplein. Het jaar daarna zijn we naar het Zuiderpark gegaan.”

Crazy Sexy Cool heeft elke zomer een wisselend thema, bijvoorbeeld Treasure Island, World of pleasure en American Dream. Voor het jaarlijkse Halloween festival in oktober verkleden mensen zich echt, maar ook het publiek op het zomerfestival is heel kleurrijk. “Crazy Sexy Cool is voor iedereen maar we dagen de bezoekers uit om zo uitbundig mogelijk te komen. Je moet een beetje uit je comfortzone durven gaan.”

Crazy Sexy Cool zit in een commerciële hoek en luistert daarom goed naar het publiek. “We kijken wat er speelt, maar aan de andere kant geloof ik in mijn visie: blijven doen wat ik leuk en belangrijk vind voor Rotterdam. Dat is heel eenvoudig gewoon een goed en gezond festival neerzetten voor de stad. Met diverse muziekstijlen, maar ook spoken word, kunst en cultuur. En natuurlijk allerlei leuke activiteiten.”

Prijs op een gemaskerd bal, 1903

De Rotterdamse mejuffrouw Havelaar sleept in 1903 deze prijs voor het ‘fraaiste dames costuum’ in de wacht. Ze is de sensatie van het chique ‘Bal Masqué’, een besloten carnavalsfeest in Breda. Uitdossingen zijn al eeuwenlang verbonden aan het carnaval. In deze periode vóór de sobere vastentijd worden de normen tijdelijk versoepeld. Per streek kan de viering flink verschillen. Vergelijk Rio maar met Oeteldonk. Ook buiten het carnaval zijn verkleedfeestjes populair geworden. Halloween verovert vanuit de VS al een tijdje terrein. Hier ligt de nadruk op griezelige outfits. Horror klassiekers én de laatste bioscoop- of Netflix-hit zorgen voor kostuuminspiratie.

“Mijn droom is om het meest creatieve en leukste festival van de regio te worden. Niet alleen voor Rotterdammers maar echt voor iedereen. We proberen elk jaar de lat hoger te leggen. Wat dat betreft is het super dat we door de Rotterdammers zijn verkozen tot het beste nog bestaande festival. Zo’n mooie prijs motiveert om wat terug te doen en nog beter te worden.”

oog in oog met het verleden

Crazy Sexy Cool team “JE MOET EEN BEETJE UIT JE COMFORTZONE DURVEN GAAN”
69

NICO ADRIAANS

STICHTING

De Nico Adriaans Stichting ondersteunt mensen met een verslaving en andere kwetsbare Rotterdammers op een gelijkwaardige en menselijke manier.

Rond 2005 verblijven bijna 3000 dak- en thuislozen in de Rotterdamse binnenstad. In allerlei hoekjes en gaatjes wordt gedeald, een onhoudbare situatie. Met steun van de gemeente wordt in samenspraak met dominee Visser van de Pauluskerk (Echt Rotterdams Erfgoed nr. 0046) een stichting opgericht om overlast terug te dringen door gebruikers te helpen. De stichting is vernoemd naar de in 1995 overleden Nico Adriaans, die vanaf 1980 een belangrijke rol speelde in de opvang van mensen met een verslaving.

Frans Brouwers, begint medio 2009 als interim manager en wordt al snel gevraagd te blijven. “De NAS heeft een hele ontwikkeling doorgemaakt in het leveren van goede passende zorg. Medewerkers vinden op natuurlijke wijze aansluiting bij de doelgroep. “Je verdiept je in en sluit aan bij de wereld van mensen in kwetsbare posities. Dat is het uitgangspunt, niet het systeem. Wij kunnen dat omdat we een lage drempel en een hele lange adem hebben.”

De NAS biedt veel activiteiten aan. “Vaak zijn mensen die bij ons komen niet meer dakloos, maar wel thuisloos. De dagopvang kan dan hun thuis zijn. We willen aansluiten op het vermogen van mensen. Als je gefocust bent op de problemen vergeet je dat gezonde stuk. Juist dat wil je voeden en vergroten.”

Frans Brouwers overlijdt in de zomer van 2020. Zijn opvolger, Anita Schaaij, houdt het activistische vaandel van de NAS hoog. Zij stuurt de NAS aan met liefde en aandacht en heeft een professionaliseringsslag ingezet. Zo is de NAS sinds kort ISO gecertificeerd en zijn medewerkers recentelijk opgeleid in Krachtwerk, een methodiek die de krachten en mogelijkheden van de cliënt als uitgangspunt neemt op weg naar zijn/haar herstel.

Portretfoto van dominee Hans Visser, Tamar de Kemp, 2003

Vanaf de jaren ’70 woedt een wereldwijde heroïne-epidemie die veel overlast bezorgt. De noodzaak om heroïne te kunnen kopen, brengt gebruikers tot inbraken, berovingen en prostitutie. In 1980 richt Nico Adriaans de Rotterdamse Junkiebond op. Hij pleit voor verstrekking van drugs in een medisch-sociale setting, de uitgifte van schone spuiten en een einde aan de repressie. Adriaans vindt een bondgenoot in dominee Hans Visser van de Pauluskerk. De dominee opent de kerkdeuren voor gebruikers en zet in 1987 Perron Nul op. Nog steeds heeft Rotterdam een groep kwetsbare verslaafden. De Nico Adriaans Stichting biedt hen nachtopvang en begeleiding bij de dagbesteding. oog

0057
“GOEDE ZORG IS DAT JE JE VERDIEPT IN EN AANSLUIT BIJ DE WERELD VAN MENSEN IN KWETSBARE POSITIES”
in oog met het verleden
70
Frans Brouwer met stempel tussen deelnemers en mederwerkers Via Kunst, 2019

0058 BREIEN VOOR

ELKAAR

Breien voor Elkaar ziet breien als een sociaal-creatieve bezigheid en breit daarnaast voor het goede doel.

Ook is een Afghaanse vrouw aangesloten, heel leuk. Tijdens het breien oefent ze gelijk haar Nederlands. De wol kost de breiers overigens niets. Het wordt bijvoorbeeld gedoneerd. Wat niet bruikbaar is, gaat weer naar andere leuke projecten.”

De samenstelling van de breiclub veranderde doordat sommige mensen overleden of vanwege hun gezondheid niet meer konden breien. Tijdens de coronaperiode was het niet mogelijk om gezamenlijk breien en is de breiclub gestopt.

De onofficiële voorzitter van breiclub Breien voor elkaar is Charlotte ‘Mokkie’ Wigmans. “Ik was de klos omdat mensen steeds vaker vroegen: hoe kunnen we jullie bereiken, wie heeft er een Ipad of zoiets.”

De breiclub ontstaat als Adrie Hofman in 1997 een groepje bij elkaar brengt om kleding te breien voor kinderen in Roemenië. Later zoekt de breiclub het dichter bij huis. Het doel blijft hetzelfde: breien voor een ander. Op aanraden van Marion van Gelukkig aan de Rotte beginnen ze te breien voor kinderen van de Minister Marga Klompéschool in Rotterdam Oost.

In 2018 wordt dit project op de basisschool afgesloten met een modeshow met maar liefst 76 gebreide truien. Een bijzondere ervaring. ”We zagen eindelijk wat we hadden gemaakt. Dat kon nooit in onze samenwerking met Roemenië. We zagen blije kinderen in onze kleren, ze kwamen ons ook bedanken. Deze samenwerking zetten we daarom graag door.”

“Tijdens het breien praten we over van alles: tv-programma’s, het nieuws, of geven elkaar soms advies rond gezondheid en zo. Zo blijven we op de hoogte van wat er speelt. Ook leer je elkaar goed kennen door te praten. De gesprekken worden dan vanzelf dieper.

Weesmeisjes in de breizaal van het Gereformeerd Burger Weeshuis, 1920-1925

Breien is nu vooral een creatieve bezigheid, maar was lang onderdeel van de “nuttige handwerken” die elk meisje zich eigen moest maken. Dat diende een dubbel doel: ze kon er haar brood mee verdienen én werd voorbereid op haar huishoudelijke taak. Ook weesmeisjes kregen les in breien, naaien en verstellen, waarvoor speciale lokalen waren ingericht. Deze prentbriefkaart laat de breizaal zien in het Gereformeerd Burgerweeshuis van Rotterdam. Onder toezicht van de lerares (uiterst rechts) breiden de meisjes niet alleen voor het huis, maar maakten ook werk op bestelling van burgers. De opbrengsten kwamen ten goede aan het weeshuis.

in oog met het verleden

“HET DOEL IS ALTIJD OM VOOR EEN ANDER TE BREIEN. NIEMAND BREIT HIER VOOR ZICHZELF.”
oog
71
De dames van Breien voor Elkaar

0059 BOUWKEET

De sociale makerspace van Bospolder Tussendijken wil zelf maken weer een belangrijk onderdeel van het leven maken.

Bouwkeet is een initiatief van de filantropische stichting De Verre Bergen. Tijdens een inspiratiereis bezochten medewerkers van de stichting een sociale makerspace in Detroit. De positieve werking voor bewoners was inspirerend. Een voorbeeld dat navolging in Rotterdam verdiende, maar waar?

Onderzoek naar plekken waar de impact het grootst zou zijn, liet de keuze vallen op Bospolder Tussendijken in West. In BoTu leven veel jongeren en waren weinig voorzieningen. Een combinatie die hangjeugd oplevert die al op jonge leeftijd proeft van criminaliteit. De makerspace wil dit patroon doorbreken uit de overtuiging dat dingen maken zorgt voor persoonlijke groei en geloof in het eigen kunnen.

In 2016 opende makerspace Bouwkeet in het oude postkantoor aan de Schiedamseweg. Het pand is opgeknapt met plaatselijke ondernemers, een lokale architect en stakeholders uit de wijk. Ook allerlei samenwerkingen zorgen dat het een plek van en voor de buurt is.

Buurtbewoners leren hier zelf dingen maken. Het gaat niet om kunst of vormgeving maar om praktische zaken. Daarnaast is het belangrijk dat deelnemers snel resultaat ervaren. Daarom beginnen ze altijd met een handig gebruiksvoorwerp dat in een bezoek gemaakt wordt en er nieuw en mooi uitziet. Bijvoorbeeld een etui, een telefoonhouder of sloffen.

De hoofddoelgroep van Bouwkeet zijn 10-15 jarigen. Inmiddels komt meer dan de helft van de buurtjongeren over de vloer. Ook wordt samengewerkt met scholen in de wijk. Daarnaast heeft Bouwkeet ook programma’s voor volwassenen. Als zij meedoen, kunnen ze de jongere deelnemers helpen. Je leert hier door te doen én van en met elkaar. Niets is fout.

Meesterproef, 18e eeuw

Rotterdamse timmerlieden waren tot in de 18e eeuw verenigd in het Sint Jozefgilde. Zoals een vakbond nu, kwam het gilde op voor de belangen van de leden. Tegelijk diende het als leerwerkplek waar jongens tegen betaling een vakopleiding konden volgen. De leerjongen verplichtte zich tot onvoorwaardelijke gehoorzaamheid en een goede inzet, terwijl de meester hem een degelijke opleiding beloofde en kost en inwoning gaf. Eenmaal opgeklommen tot gezel kon hij een meesterproef afleggen. Dit model is zo’n een meesterproef. Het vakmanschap blijkt uit de omwenteling van de trap, die in twintig treden precies een draai van 360 graden maakt.

“JE LEERT HIER DOOR TE DOEN ÉN VAN EN MET ELKAAR. NIETS IS FOUT.”
oog in oog met het verleden
72
Bouwkeet team met stempel

VOEDSELBANK

ROTTERDAM

Dit initiatief van het echtpaar Sies om armoede te verlichten is uitgegroeid tot een nationaal bedrijf, volledig gerund door vrijwilligers.

De Voedselbank is in 2002 opgericht door Clara en Sjaak Sies. Rob Boswinkel, directeur: “Uit geldgebrek vroegen zij tuinders in het Westland om restproducten. Eerst voor zichzelf, daarna voor de buren en later is het verder uitgegroeid. Toen de organisatie erg groot werd hebben ze het overgedragen.”

Voedselbank Rotterdam is inmiddels uitgegroeid tot een organisatie van 600 vrijwilligers, waaronder het voltallige bestuur. De Voedselbank heeft twee doelstellingen: voedsel op tafel voor degene die dit nodig hebben en het tegengaan van voedselverspilling. Wekelijks verzorgen de vrijwilligers voor 6600 huishoudens een voedselpakket. In 2020 opent de Voedselbank in Rotterdam-West de eerste sociale supermarkt. Hier krijg je geen voedselkratje maar kan je ‘gewoon’ boodschappen doen.

“Voedsel op tafel ontzorgt. Armoede in Nederland kenmerkt zich vooral doordat mensen sociaal moeilijker mee kunnen doen. Ze zitten in een isolement en hebben moeite met hun leven in te richten. Het voedselpakket neemt een beetje van de zorgen weg. Bij de 27 uitgiftepunten en de Voedselbank supermarkt komen ze in contact met anderen en beseffen ze dat ze er niet alleen voor staan.”

Armenbedeling bij een stadspoort, Pieter de Bloot, ca. 1640

Op dit 17e-eeuwse schilderij zien we een groepje mannen, vrouwen en kinderen in een wat rommelige rij voor de poort van een stadsmuur staan. Er wordt eten uitgedeeld, maar het gaat er niet helemaal rustig aan toe. In het linker groepje wordt geruzied en lijkt het hoog op te lopen: heeft iemand geprobeerd voor te dringen? Is broodnodig voedsel afgepakt? Vandaag de dag zijn er gelukkig professionele organisaties voor het in alle rust uitdelen van voedselpakketten. Niemand hoeft voor zijn eerste levensbehoeften in een straatgevecht te belanden.

oog in oog met het verleden

Helma Beker, bestuurslid: “Op dit moment is er meer vraag dan aanbod, zeker gezien de huidige uitdagingen zoals inflatie, stijgende energiekosten, stijging van de prijzen van voedingsmiddelen en de toestroom van Oekraïense vluchtelingen. Door o.a. het scherper inkopen van de supermarktketens en de hogere energiekosten in de kassen komt het aanbod steeds meer in geding.”

Voedselbank Rotterdam staat anno 2022 aan de vooravond van een aantal grote veranderingen, zoals de ontwikkeling van meer sociale supermarkten, een meer professionele aanpak van een groot aantal andere zaken en nieuwe huisvesting.

0060
“VOEDSEL OP TAFEL ONTZORGT”
Inpakken voedselpakketten door vrijwilligers
73
Vrijwilligers Voedselbank

GRAAG EEN LEGE MAAG

De Broodvader smeert boterhammen voor schoolkinderen in het basis- en voortgezet onderwijs.

“IK WIL DAT NIET ÉÉN KIND

ZONDER ONTBIJT OF LUNCH NAAR SCHOOL GAAT”

Als zijn zoontje in groep 7 zit, komt Johan Muurlink erachter dat die zijn boterhammen weggeeft. Op de vraag waarom komt het antwoord dat zijn vriendje geen eten meekrijgt en honger heeft. Johan merkt dat meer kinderen lessen volgen met een lege maag en gaat brood voor ze smeren. Zo wordt hij in 2017 de Broodvader.

Een paar maanden nadat hij met smeren is begonnen, vraagt Johan via facebook hulp. Mensen steunen waar ze kunnen, bijvoorbeeld met spullen, geld of inzet. Al snel wordt stichting Niet Graag Een Lege Maag en een donatiesite opgezet. Met hulp van Humanitas (Echt Rotterdams Erfgoed nr. 0023) wordt zijn initiatief officieel vrijwilligerswerk.

Johan wil niet weten wie de hongerige schoolkinderen zijn. Leerkrachten op de scholen geven hem door wie voor zijn boterhammen in aanmerking komen. De ouders zijn uiteraard blij dat hun kinderen geholpen worden, maar schamen zich ook. Johan heeft zelf armoede gekend en begrijpt dit goed.

Door de inflatie in de 2e helft van 2022 moet Johan 40 euro per dag meer uitgeven dan normaal. Na een oproep bij Rijnmond stromen de donaties en hulp binnen. Structurele financiering om op te schalen is lastig.

Inmiddels is de Broodvader een fenomeen. Naast dat hij het liefst veel zelf doet krijgt hij steeds meer hulp van vrijwilligers. Tegenwoordig smeert NGELM gemiddeld 2000 boterhammen per dag, voor tientallen leerlingen op achttien scholen, ook in het voortgezet onderwijs, en dat aantal loopt op. Mét fruit, drinken en een tussendoortje. Voor drie scholen verzorgt Johan op verzoek lunch voor alle kinderen. Johan: “Mijn wens is dat niet één kind zonder lunch of ontbijt naar school gaat”.

Speelgoed bakkerskar, 1935-1939

Tot 1960 was het nog vanzelfsprekend dat handelaars met geroep en geschreeuw, het luiden van een bel, het geklepper van paardenhoeven of gewoon aanbellen hun komst aankondigden. Ook de bakker verkocht aan de deur. ’s Ochtends leverde hij meestal brood, maar na het middageten bracht hij vooral luxe artikelen, zoals koek en banket. In de loop van de tijd werd de keuze steeds groter: de eierkoeken kregen gezelschap van krakelingen, bokkenpootjes, stroopwafels en tompouces. Bezorgen was zwaar werk, zeker met een trekkar of bakfiets. In Rotterdam werd de bakfiets steevast ‘carrier’ genoemd, wat verbasterd werd tot ‘kerrie’.

0061 BROODVADER - NIET
Johan Muurlinck
oog in oog met het verleden
74

ZUIDPLEIN IS HET PODIUM VAN NU MET THEATER DAT JE RAAKT”

0062 THEATER ZUIDPLEIN

De voorstellingen van Theater Zuidplein gaan over onderwerpen die nu spelen in de samenleving.

Theater Zuidplein opent in september 1954. Het heet dan nog ‘Groote Schouwburg’, naar de verdwenen schouwburg in het gebombardeerde centrum. Voor de bewoners van Zuid moet de nieuwe schouwburg een broodnodige culturele voorziening worden. Eind jaren ’90 wordt vanuit de gemeente besloten dat het theater zich meer moet richten op nieuwe Nederlanders. Voor deze Rotterdammers is dan nog weinig cultureel aanbod in de stad.

Doro Siepel (directeur van 2005 tot 2016) zet de volgende stap. Zij voert een radicale koerswijziging door en gaat vraaggericht werken. Het theater vraagt sindsdien nadrukkelijk wat mensen willen zien. Zo wordt niet alleen voor, maar ook met de bewoners geprogrammeerd. Het theater wordt een plek voor de buurt, waar iedereen zich in kan herkennen. Dit gaat van eten tot personeel. De aanpak werkt, in 2019 heeft het theater 100.000 bezoekers. Uit de buurt en Rotterdam, maar ook van verder weg.

Huidig directeur Emmelien Matthijsse benadrukt: “Ons DNA is anders dan de andere culturele instellingen. Daarnaast zijn we gewoon oer-Rotterdams: heel gewoon, geen gedoe, wél doen. Diversiteit en inclusiviteit zijn vanzelfsprekend. De opname in de basisinfrastructuur van de stad is erkenning voor onze manier van werken. We blijven hetzelfde doen, alleen meer en uitgebreider. We willen nog meer verbinding met Zuid en ons talentontwikkelprogramma uitbreiden.”

Theater Zuidplein zit sinds 16 september 2020 in een nieuw pand vlakbij de oude locatie. Het fonkelnieuwe theater heeft drie zalen, een eigen restaurant en een vestiging van Bibliotheek Rotterdam. Dé plek voor ontmoeting waar mensen kunnen genieten van voorstellingen én lekker eten.

Portret van actrice Alida TartaudKlein als Floria Tosca, Huib Luns, 1916

‘Mevrouw Alida Tartaud-Klein schitterde in de titelrol’, aldus de recensent van de Nieuwe Rotterdamsche Courant in 1912 over haar optreden in het toneelstuk La Tosca. De Rotterdamse schilder Huib Luns vereeuwigde Alida enkele jaren later in haar glansrol. De voorstelling vond plaats in de imposante Groote Schouwburg aan de Aert van Nesstraat. Zwaar beschadigd door het bombardement in 1940 werd het in de oorlog afgebroken. Na de oorlog werd een nieuw theater in Rotterdam Zuid vernoemd naar deze gesloopte voorganger. In 1978 veranderde de naam in Theater Zuidplein

oog in oog met het verleden

“THEATER
75
Medewerkers Theater Zuidplein

0063 MORABEZA RECORDS

Morabeza Records is een Kaapverdiaans muzieklabel, opgericht in Rotterdam. De stad is daardoor toonaangevend in Kaapverdiaanse muziek en het voortbrengen van verschillende talentvolle muzikanten.

In 1955 sloeg João Silva op de vlucht voor het Portugese regime in Kaapverdië. Als een van de eerste Kaapverdianen vestigde hij zich in Rotterdam. Hij werd er de spil van de Kaapverdiaanse gemeenschap. Hij informeerde de Europeanen over het Kaapverdiaanse verzet. En zorgde ervoor dat de Kaapverdiaanse cultuur en identiteit bleven bestaan.

Tien jaar later richtte hij de platenmaatschappij Morabeza Records op. Morabeza beschrijft het gevoel en de belevenis van geliefd zijn, van schoonheid en overweldigende liefde. De muziek bevatte vaak een verboden boodschap en zette zich af tegen het Portugese regime. Het label mixte traditionele Kaapverdiaanse muziekstijlen zoals de Morna en Coladeira met nieuwe muziekstromingen zoals Cabo Zouk en Cabo Love.

In 1975 werd Kaapverdië onafhankelijk. Vanwege zijn inzet, netwerk en invloed werd João Silva in 1977 Consul Generaal voor Kaapverdië in de Benelux. Verschillende familieleden probeerden Morabeza Records draaiend te houden, maar dat lukte niet. Tot in 2020 Carlos Gonçalves, neef van João Silva, een doorstart maakte. Muziek uit het verleden werd opnieuw gearrangeerd. En hij keek naar het talent van de toekomst. Carlos: “Wij erkennen en koesteren de traditie, maar volgen de ontwikkelingen en staan open voor vernieuwing.” Rotterdam heeft nog altijd een dominante positie in de Kaapverdiaanse muziek en in het voortbrengen van verschillende talentvolle muzikanten.

In 2019 werd Morabeza Records benoemd tot Echt Rotterdams Erfgoed door Museum Rotterdam. Stadsarchief Rotterdam heeft de muziek van Morabeza Records gedigitaliseerd en opgenomen in haar collectie. Via Muziekweb is de muziek voor iedereen beschikbaar.

Koffergrammofoon, 1920-1930

Ruim een eeuw geleden is jazz de nieuwste muzieksensatie. De kolkende mix van stijlen en genres is overgewaaid uit de Verenigde Staten. Daar spelen, mixen en ontwikkelen zwarte muzikanten allerlei soorten muziek. Jazz wordt zo geboren uit een kruisbestuiving van ragtime, blues en West-Afrikaanse ritmes. Zwarte Amerikaanse soldaten brengen in de Eerste Wereldoorlog hun muziek mee. Vanuit de loopgraven verspreidt jazz zich verder door Europa. Veel Rotterdammers maken in de populaire bioscopen voor het eerst kennis met de nieuwe muziek. Radio staat nog in de kinderschoenen. Wie begin jaren ’20 ook thuis jazz wil luisteren, is aangewezen op de grammofoon.

oog in oog met het verleden

Oprichter João Silva (l) en Carlos Gonçalves (r)
76
“WIJ BOUWEN VOORT OP TRADITIE EN STAAN OPEN VOOR VERNIEUWING”

0064 DONA DARIA

Dona Daria ondersteunt kwetsbare Rotterdammers in hun veerkracht en emancipatie.

Lantaarnplaat met vrouwen, ca.1880-1910

Ruim honderd jaar geleden gaan jong en oud graag zitten voor de magische ervaring van de toverlantaarn. Als een 19e-eeuwse TikTok houden afwisselend geprojecteerde beelden de aandacht vast. Sommige zijn grappig, andere verhalend, vreemd, leerzaam of zelfs schokkend.

Dona Daria werkt aan een socialer en veerkrachtiger Rotterdam. De organisatie ondersteunt Rotterdammers, organisaties én de gemeente bij sociale problemen en maatschappelijke vraagstukken. Dona Daria staat voor een inclusieve samenleving. “Dit betekent dat we werken aan dezelfde kansen, keuzevrijheid en gelijke mogelijkheden voor alle mensen binnen en buiten Rotterdam. De hindernissen voor sociale participatie willen we zoveel mogelijk wegnemen door het versterken van onderling begrip.”

Dona Daria ontstond in 2006 vanuit een fusie van vijf vrouwenorganisaties en het Rotterdamse Vrouwenhuis. Vrouwen met verschillende perspectieven, culturen en religies bundelden hun kennis en visie en vormden zo het netwerk in Rotterdam voor alle vrouwen die elkaar wilden versterken en inspireren. Met de overtuiging dat verandering pas kan slagen als mannen én vrouwen zich er sterk voor maken.

Inmiddels is Dona Daria al zestien jaar het aanspreekpunt voor bewoners, professionals, gemeenten, zelforganisaties en vrijwilligers die meer willen weten over inclusie en emancipatie. Door de organisatie van workshops en conferenties, de uitgave van verschillende publicaties en de realisatie van diverse bewustwordingscampagnes zet Dona Daria thema’s zoals huiselijk geweld, economische zelfstandigheid, vaderschap en ‘Verborgen Vrouwen’ zichtbaar op de agenda.

Deze lantaarnplaat zet vrouwen in het licht. Oude vrouwen, jonge vrouwen, rijke en arme, werkende, en winkelende, in luxe outfits of praktisch gekleed. Een dikke deur tussen arm en rijk voorkomt dat de verschillende groepen samenkomen. Maar de oplettende kijker weet dat een deur ook open kan, als we maar willen.

oog in oog met het verleden

Van oudsher is het ondersteunen van kwetsbare mensen op veerkracht en emancipatie de core business van Dona Daria. De samenleving wordt echter steeds complexer. “Wij vinden iedereen zoals hij/zij/hen is, een verrijking voor de Rotterdamse samenleving. Ongeacht iemands herkomst, religie, gender, sekse, seksuele geaardheid en voorkeur. Wij kijken naar iemands talenten, delen de verschillende perspectieven en geven daarbij ook gehoor aan schurende opvattingen die horen bij deze inclusieve samenleving.”

“WIJ KIJKEN NAAR IEMANDS TALENTEN”
77
Nieuwjaarsbijeenkomst 2022 met Judith
Bokhove
(voorste rij 2e links) © Matheus Santana

0065 EENDRACHT FESTIVAL

Eendracht Festival is het gratis toegankelijke festival dat een podium biedt aan creatieve Rotterdammers uit verschillende scenes. Samen maken zij de binnenstad levendiger.

Immanuel Spoor brengt platen uit, boekt bands en organiseert festivals. Omdat hij medio 2012 vond dat verschillende muziekscenes popbands niet serieus namen, liep hij op een dag een aantal cafés binnen om podia te regelen in ruil voor wat biertjes voor de muzikanten. Zijn bezoek viel in de smaak.

Een jaar later organiseerde hij een minifestival. Op iedere locatie klonk andere muziek: rock bij Hemmingway, jazzy bij Sijf en hiphop bij Vibes. “De complete Rotterdamse muzikantenscene was bij elkaar. Iedereen was enthousiast. Het was februari, maar mensen stonden gewoon buiten te jammen”, vertelt Immanuel.

De prettige mix spreekt zowel punkers als techno-jongeren aan én alles wat daartussen zit. “Als jij iets tofs doet en je wilt het laten zien, dan is het Eendracht Festival je plek.” Het gratis festival geeft je een indruk van (wat er speelt in) de samenleving. Er ontstaan ook nieuwe samenwerkingen. “We sturen daar niet op aan, maar creëren een omgeving waarin dat makkelijk ontstaat.”

Het succes herhaalde zich in hetzelfde jaar. Het jaar erna nog twee keer. Het aantal deelnemende bands en locaties groeide ook. Inmiddels vindt het Eendracht Festival één keer per jaar plaats en telt het honderdveertig bands en zesentwintig locaties. Het festival trekt meer dan tienduizend bezoekers. Vertegenwoordigers van allerlei muziek- en kunstscenes geven invulling aan de programmering. Dat zorgt ieder jaar voor verrassingen. “De hoofdmoot is meestal elektronische punk, hiphop en vooruitstrevende soul. Maar liever noemen we het ‘toffe dingen’. Spoken word, street art of architectuur staan bijvoorbeeld ook op het programma. Een scene is niet perse aan een discipline of een genre gebonden.”

Vaandel van zangvereniging De Stem des Volks, ca. 1920-1940

Rond 1900 begonnen Rotterdamse haven- en fabrieksarbeiders zich te verenigen in vakbonden. Zij hoefden geen genoegen te nemen met hun lot, leerde het socialisme. Onder het motto ‘eendracht maakt macht’ ijverden ze voor betere omstandigheden. In de verzuilde samenleving vormden socialistische strijdliederen het repertoire van de Rotterdamse arbeiderszangvereniging De Stem des Volks, opgericht in 1903. Op dit vaandel is de naam te lezen van Otto de Nobel, componist van veel van zulke liederen en tevens de koorleider. Zijn toonzetting van “De Rooden Roepen” kreeg bekendheid door uitvoeringen voor de VARA-omroep en de verkoop van grammofoonplaten.

oog in oog met het verleden

Eendracht Festival 2022 © Niek Hage
78
“ALS JIJ IETS TOFS DOET EN JE WILT HET LATEN ZIEN, DAN IS HET EENDRACHT FESTIVAL JE PLEK”

0066 STICHTING HELDERHEID

Een kind moet zorgeloos opgroeien. Stichting Helderheid leert jongeren van de straat om hun talenten in te zetten.

Het onverwachte overlijden in 2004 van haar 25-jarige zoon Breyten Muskiet zette het leven van Joany Muskiet op z’n kop. Breyten stond bekend onder de naam H.E.L.D.E.R.H.E.I.D., Hoor Elke Les Die Een Reden Heeft En Ignoreer Dwaasheid. Hij was een rapper die talloze jongeren hielp en inspireerde. Na zijn overlijden stroomde Joany’s huis vol met jongeren van de straat. Joany: “Ik wist niet dat hij zo’n positieve impact had in de wijk. Alle jongeren waren enorm verdrietig. Ze kwamen bij mij thuis en zeiden ‘nu is Help dood’. Ze vertelden mij dat hij ze voorhield dat ze belangrijk en waardevol waren en dat ze hun school moesten afmaken. Ze zagen H.E.L.D.E.R.H.E.I.D. als een broer en vader.”

De door haar zoon geschreven songtekst ‘de liefde voor de straat deed mij de adem benemen’ dreef haar om meer te betekenen voor jongeren die het moeilijk hebben. Ze besloot een stichting op te richten die zich inzet voor de jongeren van de straat: Stichting Helderheid. “Want een kind moet zorgeloos opgroeien”, vindt ze. “Als ouders dat niet kunnen doen, dan moeten de mensen daaromheen dat doen.”

Stichting Helderheid helpt jongeren hun talenten te ontdekken en uit te gaan van het positieve, van hun eigen kracht. Om deze in te zetten voor hun toekomst en die van Rotterdam. Om de positie van jongeren, samenwerking en begrip te verbeteren werkt de stichting actief samen met bedrijven en organisaties.

Vanuit de stichting worden diverse activiteiten georganiseerd om de jongeren een podium te geven, zoals Helderheid Bokaal, Freedom Tour, Open Mic, Ghetto chef, Get a Job en Pesten is Dwaasheid. Een eigen huis, Help-centrum Helderheid, zou een fantastische volgende stap zijn.

2000-2009

De jong gestorven Rotterdamse hiphoplegende H.E.L.D.E.R.H.E.I.D. (de artiestennaam van Breyten Muskiet) leeft nog altijd voort in de stad. Zijn positieve en geweldloze boodschap inspireert ook nieuwe generaties jongeren. Bij het uitdragen van zijn gedachtegoed spelen moeder Joany Muskiet, familie en vrienden een belangrijke rol. Deze hoodie, hét kledingstuk uit de hiphopcultuur, is gedragen door zijn jongere broer Jaronne. Het laat zien dat ook hij lid is van deze ‘royalty’ van Zuid. Een voorrecht dat verplichtingen schept. Voor Jarrone was zijn broer een vaderfiguur die hem en anderen op het rechte pad hield. Sindsdien wil hij hetzelfde doen.

Joany Muskiet tussen ‘haar’ jongeren Hoodie met foto van H.E.L.D.E.R.H.E.I.D., oog in oog met het verleden
79
“ALS OUDERS HET NIET KUNNEN DOEN, DAN MOETEN DE MENSEN DAAROMHEEN DAT DOEN”

0067 SAMEN & ANDERS

Samen & Anders is een woongemeenschap waar kwetsbare en minder kwetsbare mensen elkaar helpen. Dit geeft mensen én de buurt meer veerkracht.

Onderzoek toont aan dat oudere mensen behoefte hebben aan ontmoetingen met anderen uit de buurt. Samen & Anders is daaruit voortgekomen. Bob: “ Jong en oud én kwetsbare mensen, zowel op sociaal als financieel vlak, wonen hier door elkaar. De groep mensen die zorg op het niveau van een verpleeghuis nodig hebben wonen wél bij elkaar. Bewoners hebben verschillende kwaliteiten en kunnen zich op verschillende manieren voor elkaar inzetten. Zij kunnen dat onderling afstemmen.”

Samen & Anders is een vitale woongemeenschap in verzorgingshuis Simeon en Anna op Zuid. Hier kunnen kwetsbare en minder kwetsbare mensen betaalbaar wonen en elkaar helpen of ondersteunen. Initiatiefnemer is Laurens Wonen, het huidige MaasWonen. Bob Janse, projectleider Sociale Innovatie bij MaasWonen, is vanaf de oprichting in 2015 bij Samen & Anders betrokken: “Vroeger kwamen mensen op 65-jarige leeftijd naar een verzorgingshuis en bleven daar tot hun dood. Dat is nu niet meer zo. Mensen komen pas na hun 70ste en hebben dan zware zorg nodig.”

Het succes staat of valt met de magische mix van mensen. Mensen moeten bij elkaar passen. Daarom krijgen (nieuwe) bewoners op basis van een interview wel of niet een appartement toegewezen. De bewoner moet bij de andere bewoners op de gang passen en bij het concept.

Belangrijk is dat er voldoende veerkracht blijft. Zonder Samen & Anders zouden deze mensen meer problemen ervaren. “Mensen kennen elkaar en doen wat voor elkaar. Dat past bij Rotterdam Zuid”, aldus Bob. Wegens de goede resultaten is er vanuit binnen- en buitenland veel belangstelling voor het concept.

(opschrift 1869)

De gezusters Alida en Maria de Koker legden in hun testament vast dat met hun nalatenschap een liefdadigheidsinstelling werd opgericht voor oudere ongetrouwde dames zoals zijzelf. Het werd een hofje aan de Schiedamsesingel: een binnenplaats met rondom 24 kleine woningen. Het bestuur bestelde ter gelegenheid van het 75-jarig bestaan van het hofje deze zilveren bel. Zo’n bel werd bij diners gebruikt om het bedienend personeel aan tafel te roepen. Na de sloop van het hofje in 1904 werd een nieuw complex in Kralingen gebouwd. Nu zijn het sociale huurwoningen die ook voor mannen toegankelijk zijn. oog in

Tafelbel van hofje Uit Liefde en Voorzorg, C. Koops & Zn, 1868
oog met het verleden
“MENSEN KENNEN ELKAAR EN DOEN WAT VOOR ELKAAR. DAT PAST BIJ ROTTERDAM ZUID.”
80
Team en bewoners Samen & Anders

Knoopjeslapje van Hedija, 2011

jeslapje.

naaide veertien

HUGO BORST

Hugo Borst zet zich in voor de juiste ouderenzorg in Rotterdam en heel Nederland.

de patiënten. “Toen mijn moeder in het verpleeghuis zat, kwamen we er na een jaar achter dat de zorg niet goed meer was. Dat lag aan een gebrek aan personeel. Door een verkeerde overname zijn de bestuurders gaan bezuinigen op de zorg. Toen begon de ellende.”

Samen met Carin Gaemers, wier moeder in hetzelfde verpleeghuis had gezeten, gaat Hugo met andere verontruste mantelzorgers de strijd aan met de bestuurders. Hugo: “Die vertrokken met de staart tussen de benen, maar wat bleek: slechte zorg bestond bij veel meer verpleeghuizen in dit land.

Hugo Borst, geboren in 1962 in Rotterdam, is galeriehouder, voetbalcriticus, columnist, radiopresentator, televisiepersoonlijkheid en vooral schrijver. In 2015 publiceert Hugo Borst ‘Ma’, een boek gebaseerd op de kroniek die hij over zijn in Ommoord zelfstandig wonende demente moeder schrijft voor AD Magazine. Het wordt een bestseller. Twee jaar later volgt ‘Ach, moedertje’, waarin hij verslag doet van haar tijd in het Rotterdamse verpleeghuis de Hofstee, eigendom van zorginstelling Laurens.

Hugo raakt in het verpleeghuis meer en meer betrokken bij mensen die lijden aan dementie, een verzamelnaam voor circa 50 hersenziekten, en ontwikkelt tevens een groot zwak voor de mensen die zo geweldig zorgen voor

In 2016 hebben Carin en ik het manifest Scherp op Ouderenzorg opgesteld met daarin 10 punten voor een betere zorg. Wij wilden kwetsbare mensen én hun verzorgenden een stem geven. Na veel acties en gelobby in de Tweede Kamer is 2,1 miljard losgekomen. Dat is ingezet om ons manifest te realiseren. Mede door de politiek en slechte zorgbestuurders gaat er tegenwoordig nog teveel mis. Hugo: “Ik blijf me inzetten om de juiste ouderenzorg te verwezenlijken.”

De moeder van Hugo Borst overlijdt in augustus 2018.

0068
Hedija zorgt samen met haar zwagers en schoonzussen voor haar dementerende schoonmoeder. Geregeld heeft schoonmoeder een woede-uitbarsting waarbij ze zowel haar eigen kleding als die van anderen vernielt. Om die woede te kanaliseren, maakte Hadija dit knoop- Ze verschillende knopen stevig vast op een lapje stof, waar schoonmoeder naar hartenlust aan mag trekken. Voor een publicatie van Museum Rotterdam over mantelzorgers maakte Marie Cécile Thijs deze foto. oog in oog met het verleden “IK WIL KWETSBARE MENSEN ÉN HUN VERZORGENDEN EEN STEM GEVEN”
81
Hugo Borst

MARJA VAN

KATENDRECHT

Marja heeft een hart dat openstaat voor anderen en legt graag verbindingen tussen mensen. Als ras-Rotterdamse steekt ze de handen uit de mouwen, vooral door te praten.

Marja van Katendrecht, de Nederlandse ambassadrice van Rotterdam, wil graag iets voor de mensen betekenen. Dit doet zij via haar shows, optredens en radio- en televisieprogramma’s. Je kent Marja als Burgemeesteres van Camping Rotterdam en van Nacht van de Kaap, Marja’s Spetterende Bingo Show, Marja’s Tuppertopper Party, Marja’s Mee-Kijk Bioscoop en Marja’s Dooie Sterren Parade. In 2023 staat de Marja’s Relatie Advisatie Show gepland, een masterclass over verhoudingen.

Marja richt zich vaak op kwetsbare groepen. Eenzaamheid en armoede zijn terugkerende thema’s. “Tijdens mijn shows zoek ik naar een ludieke wijze om verbinding te realiseren. Zo ziet iedereen in het publiek dat eenzaamheid of armoede een probleem is. Ik hoop dat mensen zich daarin herkennen en op een andere manier naar elkaar gaan kijken.”

Marja houdt van warmte en gezelschap. Ze staat altijd klaar voor een ander. Zo startte ze spontaan een geldinzamelingsactie nadat ze tijdens een VerhalenCafé in Museum Rotterdam in 2019 het verhaal van de Broodvader van Stichting Niet Graag Een Lege Maag (Echt Rotterdams Erfgoed nr. 0061) hoorde. Dankzij die actie kon de Broodvader zijn werk voortzetten.

In Rotterdam, waar iedereen verschillend is en 170 verschillende nationaliteiten samenleven, vindt Marja het belangrijk om er met elkaar de schouders onder te zetten. “Natuurlijk denken we allemaal nét iets anders over dingen. Maar we kunnen altijd ons best doen om er samen iets leuks van te maken. Iedereen is op zoek naar hetzelfde: liefde, erkenning en geluk. Als we ons daar bewuster van zijn en open staan voor een ander, is dat beter voor iedereen.”

Allegorie op de Liefdadigheid, Adriaen van der Werff, 1702

Dit schilderij werd speciaal gemaakt voor de regentenkamer van het Oudemannenhuis, een tehuis voor bejaarde mannen. De voorstelling staat vol symboliek over liefdadigheid en verwijst hiermee naar de zorgtaak van deze instelling. Dat doet de schilder door een aantal dames een goede eigenschap, een deugd, te laten uitbeelden. Zo stelt de zittende dame rechts Barmhartigheid voor. Ze ontfermt zich over de knielende man die Naastenliefde bij haar brengt. De man heeft nauwelijks kleren aan zijn lijf en wat ie aan heeft is kapot. Maar hij wordt niet alleen door liefde omringd; broden en het fruit dat Godvruchtigheid uitstrooit, liggen binnen zijn handbereik.

oog in oog met het verleden

0069
“WE KUNNEN ALTIJD ONS BEST DOEN OM ER SAMEN IETS LEUKS VAN TE MAKEN”
82
Marja van Katendrecht

0070 ANNIE VERDOOLD

Annie Verdoold is bekend van haar acties tegen het drugstoerisme in Spangen in de jaren negentig. Ze springt altijd voor anderen in de bres. Haar meest recente, bijzondere initiatief was Annie’s Eetclub.

Met Annie’s Eetclub bracht ze twee keer per week ouderen en in eenzaamheid verkerende mensen met elkaar in contact. Annie: “Het aanbieden van een maaltijd is de basis, maar feitelijk gaat het om het bieden van gezelligheid aan mensen die dat nodig hebben. Er is ook sociale controle.”

Annie Verdoold en Spangen zijn met elkaar verbonden. “Spangen is een fijne wijk om actief te zijn. Als ik dan iets zie wat ik gek vind, dan kan ik daar zo induiken. Ik ging van de oudercommissie naar de drugsoverlast en naar renovatie. Ik reageer altijd op misstanden en reik acties aan die binnen de wet vallen. Ik bedenk nooit iets van te voren. Dat komt op en dan moet dat bij mij,” vertelt Annie.

Ook buiten Spangen was ze actief. In de nineties huurde ze regelmatig een busje om met haar actiegroep naar bijvoorbeeld Terneuzen of Maastricht te rijden en haar stem te laten horen tegen drugstoerisme. Na 1996 was dit niet meer nodig en werd het wat rustiger rondom haar persoon.

Tot ze in 2008 begon met het koken van soep en het bereiden van maaltijden voor oudere bewoners uit de buurt. Zo ontstond het idee voor Annie’s Eetclub. “Een mevrouw van 87 jaar stond met tranen in haar ogen: ‘dit is de eerste keer in vijf jaar dat ik warm heb gegeten’. Dát was het moment.”

Met een unieke inrichting, sfeer en gezelligheid was Annie’s Eetclub tot 2020 twee keer per week voor meer dan honderd mensen een heerlijk uitje. Vanwege gezondheidsproblemen moest Annie noodgedwongen stoppen met de eetclub.

Zilveren 10 gulden munt als hanger, 1971

Denise was de uitbaatster van de Denise Bar aan de Veerlaan op Katendrecht. Boven het café runde ze een pension voor gepensioneerde zeelieden. In ruil voor hun AOW kregen ze een dak boven hun hoofd, eten, drinken en zakgeld. Er was ook een feestzaaltje waar Denise elk jaar met kerstmis een gratis diner organiseerde voor eenzame of dakloze buurtbewoners. In 1971 heeft zij een aantal zilveren tientjes weten te verzamelen en laten graveren met het opschrift ‘Denise Bar 1971 1972’. Die heeft zij geschonken aan vrienden en kennissen ter gelegenheid van de feestdagen en het nieuwe jaar.

oog in oog met het verleden

Annie Verdoold
83
“IK REAGEER OP MISSTANDEN”

0071 CIRCUS ROTJEKNOR

Zwaaien, zwieren, salto’s, gooien, balanceren, optreden en… applaus! Circus Rotjeknor zorgt voor verbinding tussen kinderen, hun talenten en achtergronden.

“ER IS VEEL MOGELIJK ALS JE ER SAMEN JE BEST VOOR DOET”

Circus Rotjeknor is het grootste jeugdcircus van Nederland. Kinderen en volwassenen leren er een combinatie van acrobatiek, theater, dans en muziek. Bij elkaar opgeteld volgen meer dan driehonderd leerlingen lessen, verdeeld over de locatie Katendrecht en bij wijkclubs op Zuid en in Delfshaven.

In oktober 2022 vierde Circus Rotjeknor het dertigjarig bestaan. Oprichter Johan Both is nog altijd betrokken als docent/trainer. Martin Iskra, artistiek leider sinds 2020, startte op zijn vijftiende met circus. “Circus heeft veel te bieden. Daarom wil ik jongeren inspireren om het circus in te gaan en hun leven een sportieve en creatieve kant te geven.”

Zo biedt Circus Rotjeknor sinds 2020 circussport aan om voor aansluiting bij HBO circusscholen te zorgen. “Dat is een cross-over van turnen en circus maar met de lol van circus. Circustechnieken worden getraind op een hoger technisch niveau waarbij conditie, kracht en lenigheid belangrijk zijn.”

Sinds september 2022 is Peter Steenbergen zakelijk leider. De voormalig directeur van TOS (Echt Rotterdams Erfgoed nr. 0024) benadrukt met het aanbod graag het sociale aspect en de gezondheid.

Om het bereik te vergroten wordt ook aansluiting met scholen, festivals, buurtfeesten, kinderfeestjes en teambuilding activiteiten gezocht.

Circus Rotjeknor is er voor iedereen, op elk niveau. Het stimuleert ontwikkeling, geestelijk zelfvertrouwen en samenspel. “Er zijn geen muren, geen plafond. Samenwerking en het vertrouwen zijn heel belangrijk. Iemand geeft je bijvoorbeeld een hand om over een koord te lopen. Er is veel mogelijk als je er samen je best voor doet.”

Plaat met circusvoorstelling, 1865-1880

Deze circusplaat maakt deel uit van een serie met vrolijke gebeurtenissen in het leven van gegoede burgerkinderen. De voorstelling laat geen leeuwen, tijgers of olifanten zien, maar paarden, dresseurs en vooral veel acrobaten. Het circus met piste en manege komt dan ook voort uit de paardendressuur. Van oudsher worden hier acts getoond als de ‘hoge school’ (een bereden paard dat passen uitvoert), de ‘vrijheidsdressuur’ (een uitvoering op stemcommando zonder ruiter) en de hier afgebeelde ‘batoude’, met acrobatische sprongen over twee paarden. Hoog in de tent zit het orkest, waar de dirigent de halsbrekende toeren nauwlettend in het oog houdt. oog in oog met het verleden

Circusles binnen © Circus Rotjeknor
84

KIJK OP DE WIJK

Met de Kijk op de Wijk-strippenkaart leren mensen activiteiten en organisaties in hun eigen woonwijk beter kennen. Dit vergroot hun sociale netwerk en biedt nieuwe perspectieven voor dagbesteding of werk.

Kijk op de Wijk is een project van Reakt, onderdeel van de Parnassia groep. Reakt begeleidt mensen met psychische problemen naar zelfredzaamheid, terugkeer en participatie in de maatschappij.

In 2017 werd een strippenkaart ontwikkeld als wegwijzer naar voorzieningen en om (weer) mee te doen in de maatschappij. Hans Gorissen, herstelcoach en trajectbegeleider, is een van de initiatiefnemers. “Voor mensen in moeilijke situaties en die al een tijd zonder baan zitten, is de drempel vaak hoog om weer maatschappelijk actief te worden. Er is wel aanbod, maar mensen weten niet waar ze terecht kunnen, waardoor ze afhaken”, vertelt hij.

De strippenkaart geeft overzicht. Dit maakt het voor mensen makkelijker om interessante organisaties uit een wijk te gaan bezoeken. En daarmee gaat het balletje rollen. “Iemand gaat de uitdaging aan en ontwikkelt zich. Dat is mooi om te zien. Als iemand het niet alleen kan of durft, krijgt hij of zij er hulp bij en gaat er een begeleider mee. Er zit ook een beloning aan vast, een volle strippenkaart kun je verzilveren. Bijvoorbeeld voor kaartjes voor de Spido, sporten bij de Oostervant of voor een activiteit bij andere deelnemers van Echt Rotterdams Erfgoed zoals Rotterzwam (nr. 0026) en Stichting RoMeO (nr. 0073).”

De strippenkaart is beschikbaar in: Alexander, Centrum, Charlois, Coolhaveneiland, Delfshaven, Feijenoord, Kralingen-Crooswijk, Noord en Zuid én is er een strippenkaart speciaal voor jongeren in Noord, West en Zuid. “We zijn inmiddels de tel van het aantal strippenkaarten kwijt maar we groeien gestaag door. Inmiddels werken er twee cliënten mee met Kijk op de Wijk, waarvan er een een opleiding volgt tot Agogisch medewerker GGZ.”

REAKT Delfshaven

40-jarig bestaan Maasoord, 1949

Om mensen met een psychiatrische aandoening te genezen, werd in 1909 Maasoord opgericht. Ver buiten de stadsgrenzen moesten patiënten tot rust komen. Bed- en badbehandelingen werden in de jaren dertig gevolgd door actievere therapie. Op 9 augustus 1949 vierde Maasoord zijn 40-jarig bestaan, een jubileum dat de krant haalde. Oud personeelsleden schonken deze kleurrijke aquarel aan de directie waarop het gebouw is te zien. Daarboven in cirkels - rondom een verpleegsterspeld - is het brede werkterrein van verpleegkundigen uitgebeeld, van kraamzorg tot ambulance. Uit het opschrift ‘Maasoord - de grondslag voor onze toekomst’ spreekt trots en vertrouwen. oog in oog met het verleden

WMO Radar – Post West

WMO Radar – Pier 80

WMO Radar voert het Sociaal Beheer over de Huizen van de Wijk. De Huizen van de Wijk zijn er voor alles en iedereen in Delfshaven. Het is naast een ontmoetingsplek voor bewoners ook een leeromgeving waar iedereen zich verder kan ontwikkelen. Huis van de Wijk Pier 80 – Rösener Manzstraat 80 010-3403013

Stichting Wijkcollectie

Bij de Wijkcollectie wordt in Rotterdamse wijken samengewerkt met bewoners om zo een collectie van belangrijke wijkverhalen te maken; het wijkerfgoed. Tijdens Verhalencafés vindt expressie

Eigen invulling

Eigen invulling

Hans Gorissen (l) en Ed Doolhoff (r) van Reakt
0072
Reakt is specialist in maatschappelijke participatie. Door zinvolle daginvulling en arbeidsreïntegratie
14
willen wij mensen een nieuw perspectief bieden en bijdragen aan het realiseren van een zinvolle plek in de samenleving. Reakt Rijnmond Pieter de Hoochweg
De
WMO Radar voert het sociaal beheer over de Huizen van de Wijk.
Huizen van de Wijk zijn er voor alles en iedereen in Delfshaven. Het is naast een ontmoetingsplek voor bewoners ook een leeromgeving waar iedereen zich verder kan ontwikkelen. Huis van de Wijk Post West – Tidemanstraat 80 010-2680308
en uitwisseling plaats. De verhalen gaan over ontwikkelingen, mensen en initiatieven in de wijk. Kijk voor evenementen op de website: www.wijkcollectie.nl
zelf op zoek gaan in de wijk naar een leuke,
invulling van de laatste 2 activiteiten.
mag
U kunt
interessante
Dit
van alles zijn.
op
invulling
Strippenkaart Rotterdam Delfshaven 2022 85
U kunt zelf
zoek gaan in de wijk naar een leuke, interessante
van de laatste 2 activiteiten. Dit mag van alles zijn. “IEMAND GAAT DE UITDAGING AAN EN ONTWIKKELT ZICH”

0073 STICHTING RoMeO

Het openbaar vervoer is belangrijk in de geschiedenis van Rotterdam. Met hun liefde voor het historisch openbaar vervoer van Rotterdam, houden RoMeO-vrijwilligers de vervlogen tijden levend.

RoMeO is de afkorting voor Rotterdams Openbaar vervoer Museum en Exploitatie Oldtimers. De ongeveer honderdvijftig vrijwilligers van de stichting hebben een passie voor trams, bussen en metro’s van vroeger. Samen onderhouden ze de collectie, organiseren ze evenementen en koesteren ze een belangrijk stukje Rotterdamse geschiedenis.

Een deel van de vrijwilligers heeft bij de RET gewerkt of doet dat nog. Het is een hechte club. “Rotterdam mooier maken, een rijdende museumcollectie tonen op straat, laten zien hoe mooi oude bussen en trams zijn… dat is en blijft voor ons een groot goed. Het gaat er om dat je bezig bent met je hobby én dat je leert van elkaar”, vertelt Frans, oudgediende van de RET.

Bas Schenk, voorzitter van de stichting, vult hem aan: “De tram maakt deel uit van de geschiedenis van de stad. Kijk naar foto’s van het vooroorlogse Rotterdam. Je komt altijd die tram tegen. De rails zijn het vatenstelsel van de stad. Naast historie zijn we ook bezig met het heden. We willen de jeugd van Rotterdam Zuid meer de brug over laten komen. De instelling KCR verzorgt cultuuronderwijs in Rotterdam en brengt met kinderen een bezoek aan een culturele instelling, wij zorgen dan voor het vervoer.”

Met de inkomsten van Lijn 10, de toeristische hop-on hop-off zomertramlijn van Rotterdam, de Snerttram, Tapastram en de verhuur van trams voor een bedrijfs-, huwelijks- of ander feest kan de stichting de collectie onderhouden. Van april t/m november is op iedere eerste zaterdag van de maand het Openbaar Vervoer Museum aan de Kootsekade geopend.

Model van een tram uit de jaren dertig, B.G. Modderman, ca. 1990 Ruim anderhalve eeuw geleden verschijnen de eerste paardentrams in de stad. Een ongekende luxe voor de Rotterdammer die zelf alleen over de benenwagen beschikt. Met dit openbaar vervoer glijdt hij op ijzeren rails soepel door de straten – iets wat zelfs de wagens van de welgestelden niet lukt in de drukke, razendsnel groeiende havenstad. Het Rotterdamse railvervoer blijft op rolletjes lopen. Paarden- en stoomkracht worden elektrisch en in 1927 wordt het openbaar vervoer gemeentelijk onder de no-nonsense naam ‘Rotterdamsche Electrische Tram’ (RET). De bezem gaat erdoor en alle trams krijgen de iconische okergele kleur die ruim 50 jaar het Rotterdamse straatbeeld zou bepalen.

oog in oog met het verleden

Vrijwilligers Stichting RoMeO
trams in de remise 86
Historische

0074 ROTTERDAM

BLUEGRASS FESTIVAL

Rotterdam Bluegrass Festival in het Oude Noorden verbindt, inspireert, ontwikkelt talenten en geeft naast een culturele ook een economische impuls aan de wijk.

Lantaarnplaat met aangeklede dieren, ca. 1900

In 2009 organiseerde wijkbewoner en creatieve duizendpoot Guido de Groot samen met de bewonersorganisatie voor het eerst een ‘buurtfeessie’ op het Pijnackerplein. Naast bewoners kwam er een handjevol bezoekers op af. In de loop der jaren groeide dit feestje uit tot een festival van formaat. Het driedaagse evenement lokt tegenwoordig hordes bluegrass- en countrylovers naar het Oude Noorden om gratis te genieten van de beste nationale en internationale optredens.

Het uit z’n jas gegroeide festival is al die tijd opvallend oorspronkelijk gebleven. De programmering is onderscheidend. Ook Juffrouw Jannie, bekend van haar ijzeren schoonmaakregime van de toiletten, is er elk jaar bij. De organisatie en uitvoering is nog steeds in handen van de bewoners. Guido de Groot heeft daarvoor Stichting Kito Events opgericht. Het is echt hún festival. Kinderen raken er geïnspireerd om muziek te gaan maken. En het moedigt iedereen aan om samen plezier te hebben. Guido: “De mensen die er wonen zijn apetrots op het festival.”

Door corona heeft het festival een aantal jaar niet plaatsgevonden. In 2022 gelukkig weer wel. En het werd goed bezocht: achttienduizend bezoekers! Dat aantal heeft de organisatie doen besluiten om voor 2023 op zoek te gaan naar een andere locatie. Omdat het Bluegrass Festival bij Rotterdam Noord hoort, wordt de nieuwe locatie het Noordplein.

Dit heel parmante haasje gaat niet los op een trommel of een fluite-fluite-fluit, maar op een banjo. De oervorm van dit iconische snaarinstrument stamt uit West-Afrika. Slaafgemaakte Afrikanen introduceren het in de Caraïben, waarna het ook op de plantages in de Verenigde Staten terechtkomt. De banjo wordt opgepikt door witte entertainers die in minstrel shows de zwarte cultuur respectloos imiteren en bespotten. Als het instrument steeds breder populair wordt, weet het dit racistische gebruik te ontstijgen. De banjoklanken worden een kenmerkend onderdeel van typisch Amerikaanse muziek als ragtime en bluegrass. Je vraagt je af wat het haasje hier zo enthousiast speelt.

Bluegrass is volksmuziek. De muziekstijl is ook doorspekt met rock & roll. Dat spreekt iedereen aan. Het Bluegrass Festival is meer dan een jaarlijks terugkerend muziekfeest. Het verbindt en biedt bewoners mooie kansen.

trams in de remise
oog in oog met het verleden Historische “DE MENSEN DIE ER WONEN ZIJN APETROTS OP HET FESTIVAL”
87
Jaap Verheul (l) en Guido de Groot (r) van Stichting Kito Events

JULES DEELDER †

Nachtburgemeester van Rotterdam die met zijn gedichten Rotterdammers met elkaar verbindt.

Wandkleed met nieuw stadswapen van Rotterdam, ontwerp 75B (Rens Muis en Pieter Vos)/uitvoering TextielLab Tilburg, 2019

Jules Deelder is dichter, deejay, muzikant en nachtburgemeester van Rotterdam. De Raad Echt Rotterdams Erfgoed heeft Jules Deelder unaniem benoemd tot Echt Rotterdams Erfgoed, omdat hij een inspirerende Rotterdammer is die zich met zijn werk inzet voor de stad en mensen met elkaar verbindt. Door zijn rijke oeuvre en zijn bijzondere aanwezigheid hoort Jules Deelder bij het hedendaagse erfgoed van de stad.

Tijdens het feest voor zijn 75e verjaardag in de Doelen krijgt Jules Deelder uit handen van burgemeester Aboutaleb de Echt Rotterdams Erfgoed-oorkonde uitgereikt. Als hij hoort dat hij er geen vergoeding voor krijgt, vindt hij dat niet erg: “Ja hoor ik vind het prima, het komt altijd van pas.”

Enige weken na het feest overlijdt Jules Deelder.

Toen Rotterdam in 2001 culturele hoofdstad werd, maakten de ontwerpers van 75B een modern stadswapen voor Rotterdam. Ze verwerkten hierin typisch Rotterdamse symbolen en iconen die toen gangbaar waren. Twintig jaar later was het tijd voor een nieuw wapen dat de veranderingen in de stad mee nam. Ze lieten het nieuwe wapen weven op een groot wandkleed van 225 bij 180 cm. Als een van de nieuwe iconen kozen ze Jules Deelder, bij leven de nachtburgemeester van Rotterdam. Zijn zwarte silhouet staat helemaal links, naast de ‘R’ van Rotterdam, en volgt exact het zwart stalen standbeeld dat in 2014 ter gelegenheid van zijn 70e verjaardag werd gemaakt.

Foto: Bob Goedewaagen oog in oog met het verleden

0075
“ALLES BLIJFT ALLES GAAT VOORBIJ ALLES BLIJFT VOORBIJGAAN”
J.A. DEELDER
88
Jules Deelder met burgemeester Aboutaleb, de Doelen 2019 © Rob Hilz

JEUGDVAKANTIELAND

Hét maatschappelijke evenement voor kinderen t/m 12 jaar, van Rotterdammers voor Rotterdammers.

Jeugdvakantieland bestaat sinds 1958. Het is een begrip in Rotterdam. Veel mensen kennen het nog als ‘Jeugdland’. Het evenement wordt ieder jaar aan het eind van de zomervakantie in Rotterdam Ahoy georganiseerd.

In 2015 nam Lodder Events & Productions de organisatie van Jeugdvakantieland over van Gemeente Rotterdam. Het bleek de redding voor het event. “We zijn er ingestapt vanwege de herinnering aan vroeger. Het was voor ons ondenkbaar dat zo’n sociaal maatschappelijk evenement ophield met bestaan”, aldus de organisatie. Sinds de oprichting is Jeugdvakantieland dan ook elk jaar doorgegaan. Mede dankzij subsidies, de onmisbare (financiële) hulp van het bedrijfsleven en de bijdragen van bezoekers.

Jeugdvakantieland heeft een oppervlakte van 25.000 m2. Er komen ieder jaar zo’n 35.000 tot 40.000 kinderen. Het evenement is toegankelijk voor alle kinderen en hun (groot)ouders. Gezinnen die het moeilijk hebben en onder de armoedegrens leven krijgen gratis kaartjes (via de Voedselbank). Ook zijn er speciale momenten geregeld voor deze groep, zoals een gezamenlijke lunch of meet & greets met Rotterdamse sporticonen.

Sport, spel, educatie, recreatie en cultuur voeren de boventoon tijdens Jeugdvakantieland. “Het gaat erom dat kinderen er spelenderwijs leren. Bijvoorbeeld hoe ze met geld om moeten gaan. Of hoe ze iets moeten maken. Er zijn meer dan honderd activiteiten. Zelfs nostalgische spelletjes zoals koekjesbakken, bloemschikken, hengelen, knippen en plakken vinden kinderen geweldig. Kinderen zijn hartstikke blij als ze binnen komen. Het is een paradijs voor ze.”

Dankzij (financiële) steun van de gemeente en het bedrijfsleven is het elk jaar weer een feest.

Paar rolschaatsen, 1933

In 1933 verschijnen de eerste advertenties voor de Patim-Rolrenner. “De nieuwste sport!”, schrijft een advertentie die luidkeels verkondigt dat dit nieuwe product de spieren staalt en een gezonde lichaamsbeweging garandeert. De verbeterde rolschaats – een Duits fabricaat – wordt een jaar later uitgeroepen tot ‘de nieuwste Schlager van Europa’. Omdat hij geschikt is voor iedere bestrating en zonder oefening kan worden gebruikt, zou deze rolschaats het transportmiddel van de toekomst zijn. Tegen Sinterklaas wordt het product als speelgoed voor kinderen gepromoot. “In vliegende vaart over iedere bestrating” is het aanlokkelijke vooruitzicht, met een foto van een groep jongens op de zo kenmerkende rolschaats als bewijs.

0076
Jeugdvakantieland, kinderen in treintje
oog in oog met het verleden
“KINDEREN ZIJN HARTSTIKKE BLIJ ALS ZE BINNEN KOMEN. HET IS EEN PARADIJS VOOR ZE.”
89
Jeugdvakantieland, schilderen

0077 SÃO JOÃO

ROTTERDAM

Een divers én gratis festival op het Heemraadsplein dat zijn oorsprong heeft in Kaapverdië.

(2

Op de dag van São João Baptista wordt de geboortedag van Johannes de Doper gevierd. Een feest dat gevierd wordt door de katholieke gemeenschap over de hele wereld. Zo ook in Kaapverdië, destijds een kolonie van Portugal. De dag van de viering is de zaterdag vlak voor of net na 24 juni, de zonnewende en vindt plaats op het Heemraadsplein. De traditie van São João wordt voortgezet op een eigen Rotterdamse manier samen met vele Rotterdammers.

Jorge Lizardo van comité São João Baptista Rotterdam: “Toen de eerste Kaapverdianen in Rotterdam in de jaren 60 en 70 tijdens São João hun trommels bespeelden deden zij dit niet zozeer uit religieuze overtuiging, maar meer omdat ze zin hadden om muziek te maken en samen te zijn. De meesten van hen waren Kaapverdiaanse zeemannen die hier woonden zonder gezin.” De Rotterdamse viering is daardoor meer dan een religieuze dag. Vaste onderdelen zijn het trommelen, dansen, samen eten en zingen. Het is een festival dat ook vele niet gelovigen en niet Kaapverdianen naar het Heemraadsplein trekt. Dat is ook de bedoeling. “Een feest dat gaat over de culturele diversiteit van de stad. Een dag dat Kaapverdianen trots zijn op hun traditioneel erfgoed en dat erfgoed delen met andere Rotterdammers.”

In Rotterdam duurt de viering van São João twee dagen. Op zaterdag begint het met een kerkdienst vanuit de Laurentius kathedraal. De vrijdag voor de mis wordt het beeld van Johannes de Doper uit de Sint Viktor kerk in Waddinxveen gehaald voor een weekendje Rotterdam. Zo is São João aanwezig tijdens de mis en daarna is het beeld de spil van de korte processie naar het Heemraadsplein.

Sint Jansgoudgulden, 1525

Deze blinkende munt is een Sint Jansgoudgulden, zo genoemd vanwege de heilige Johannes op de voorzijde. Tussen zijn voeten staat het stadswapen van Kampen, waar de munt in 1525 geslagen is. Maar waarom staat Johannes op deze munt? De beschermheilige van deze havenstad aan de Zuiderzee is immers Sint Nicolaas, de beschermer van zeevarenden. Johannes prijkt op de munt vanwege de oorsprong van de gulden. Deze muntsoort komt namelijk uit Florence, en daar komt ook de aanduiding fl. (florijn) voor onze voorloper van de euro vandaan. In dit handelscentrum is Johannes de stadsheilige en zijn geboortedag op 24 juni wordt nog altijd groots gevierd.

oog in oog met het verleden

Organisatie viering São João Rotterdam 2020 met Jorge Lizardo van r) © Erik van de Belt
“EEN FEEST DAT GAAT OVER DE CULTURELE DIVERSITEIT VAN DE STAD”
90
Viering São João Rotterdam, 2019 © Erik van de Belt

0078 GROUNDS

Met meer dan honderdvijfentwintig concerten per jaar is Podium Grounds hét podium in Rotterdam met ongekend goede muziek dat de diversiteit aan culturen in de stad weerspiegelt.

Sinds 2011 is Grounds van podium voor traditionele wereldmuziek naar meer eigentijdse wereldmuziek met invloeden van pop, jazz en cross-over getransformeerd. Directeur Oscar van der Pluijm: “Daar komt een gemêleerd publiek op af, veel jonger dan bij traditionele wereldmuziek. Wij programmeren niet alleen de muziek en artiesten waar vraag naar is, maar proberen ook nieuwe dingen uit. Als je alleen vraaggericht programmeert heb je geen smoel.” Deze mentaliteit zorgt voor een gevarieerd aanbod van muzikanten: van grote artiesten op wereldniveau tot amateurs en jong talent uit de wijk.

Delfshaven, waar Grounds is gevestigd, herbergt een groot informeel netwerk van uiteenlopende muziekstijlen. Denk aan gospel, hiphop en Kaapverdische muziek. Grounds wil daar op aansluiten en een grote en gemengde groep muziekliefhebbers aantrekken. “We willen geen ufo in de wijk zijn, maar juist een onderdeel van de wijk.” Er is een speciale wijkcoördinator aangesteld die de wijk intrekt om actief contact te leggen. Daardoor leren steeds meer buurtbewoners Grounds kennen, zodat zij Grounds weten te vinden en ook op andere locaties in de wijk een programma-aanbod gerealiseerd kan worden. Dat bevordert (jong) talent. Ook is er een samenwerking met het Rotterdams Volkstheater waarmee Grounds o.a. Werelds Delfshaven organiseert.

Grounds is belangrijk in een stad waar wijken snel veranderen en culturen wegen en manieren zoeken om zich te uiten. De programmering gaat voorbij aan hokjes van etniciteit en nationaliteit. Er is sprake van overlap en vermenging. “We kijken niet naar groeperingen, maar gaan voor inclusiviteit. We weerspiegelen de diversiteit van Rotterdam en bieden een unieke inkijk in hedendaagse wereldmuziek.”

Artiestenpas Rotterdam New Pop 1978

In 1970 is Holland Pop het eerste grote popfestival van Nederland: een legendarische happening in het Kralingse Bos voor 80.000 muziekliefhebbers. Zeven jaar later worden de verwachtingen voor een nieuw, gratis festival in het Zuiderpark getemperd. De bands zijn niet de wereldtop, maar “zullen wel voor gezellige muziek kunnen zorgen”. Kunstenaar Robert Jasper Grootveld voert een dag van tevoren een anti-regen ceremonie uit op het terrein. Met succes want zo’n 45.000 jonge muziekliefhebbers genieten van een zonovergoten dag. Het is het begin van New Pop dat tussen 1977 en 1981 elk jaar nieuw talent, straattheater, cabaret, dichters, jazzgroepen, folk en klassieke muziek naar Rotterdam brengt.

oog in oog met het verleden

Medewerkers Grounds met in het midden met stempel Oscar van der Pluijm “WE WILLEN GEEN UFO IN DE WIJK ZIJN, MAAR JUIST EEN ONDERDEEL VAN DE WIJK”
91
Buren uit de wijk, wintereditie Werelds Delfshaven 2017, een samenwerking tussen Grounds en het Rotterdams Volkstheater © Floris Scheplitz

0079 HOLI EN DIVALI

De Hindoeïstische feesten Holi en Divali brengen alle ruim 170 nationaliteiten van Rotterdam samen.

Stichting APNA organiseert het hele jaar door Hindoeïstische festiviteiten. Holi en Divali zijn de twee belangrijkste en meest bekende. Divali vindt plaats in oktober of november en wordt ook wel lichtjesfeest genoemd. Holi is het overwinningsfeest van de lente op de winter dat Hindoestanen overal ter wereld in maart vieren. Rotterdammers kennen het vooral van de activiteit waar bezoekers elkaar ‘bepoederen’ in allerlei kleuren. Omdat iedereen op een gegeven moment kakelbont en van top tot teen gekleurd is, vallen alle verschillen weg: iedereen is voor één dag gelijk!

De feesten zijn er voor alle Rotterdammers, ongeacht ras, kleur of cultuur, van jong tot oud. Vijay Gangadin, voorzitter bij Stichting APNA: “Kernwoorden van Holi en Divali zijn: vredelievendheid, saamhorigheid, gezelligheid en familie. Soms zijn er wel vier generaties aanwezig. Dat is heel bijzonder. De jongeren omarmen het ook. De stichting heeft een groot jongerenteam met een eigen bestuur.”

De stichting wil het bewustzijn van de Surinaams-Hindoestaanse cultuur vergroten. Surinaamse Hindoestanen waren contractarbeiders die 150 jaar geleden vanuit India naar Suriname zijn gegaan. De Hindoestaanse Surinamers in Nederland beslaan daardoor drie werelddelen: Azië, Zuid-Amerika en Europa.

“Samenwonen kan alleen als je elkaar begrijpt en het contact verder gaat dan alleen hallo zeggen en elkaar zien. Als je kijkt naar de bezoekers van Holi en Divali, zie je dat er een grote groep verschillende gemeenschappen bij elkaar komt. Die verbinding helpt je de ander te begrijpen. Er komen zelfs nieuwe vriendschappen, relaties en huwelijken uit voort. Dat we deze feesten hebben is heel bijzonder. Het zijn onze nationale feestdagen. Ze groeien mee met de stad, de diversiteit en het enthousiasme.”

Holi-Phagwa is een feestdag waarop Hindoes het nieuwe jaar inluiden. Het is de eerste dag na de volle maan van de Hindoe maand Chaitre en valt samen met het begin van de lente op het noordelijk halfrond. De feestdag bestaat uit diverse activiteiten en begint één dag voor de viering van Holi. In deze bus zit kleurpoeder voor het ‘bepoederen’ van elkaar tijdens de feestdag. Op de bus zie je een dansend stel waarvan de man roze poeder op de arm van de vrouw spuit. Het is Vishnu, herkenbaar aan zijn blauwe huid, een van de belangrijkste goden van het Hindoeisme.

oog in oog met het verleden

Bestuur en medewerkers Stichting APNA met Vijay Gangadin (midden met stempel)
“VERBONDENHEID MET DE STAD IS BELANGRIJK”
Poederbus voor Holi-Phagwa, 2000
92
Rotterdam Holi Colour Sensation, Zuiderpark - Ahoy, APNA © Sanjay Gangadin van PictureMomentZ

ROTTERDAMSE

REDDINGSBRIGADE

De Rotterdamse ReddingsBrigade (RRB) staat voor leren zwemmen, zwemmend redden, strandwacht Maasvlakte en beveiliging van evenementen. Het is de (t)rots in de Rotterdamse branding.

Op twee kleine wedstrijdzwemverenigingen na, kende Rotterdam honderd jaar geleden geen zwemonderwijs. Met alle grachten en havens in de stad, verdronken er daardoor veel mensen. Er moest toen iets gebeuren, want mensen konden niet zwemmen en niet redden. Om alle Rotterdammers te leren zwemmen werd in 1925 de vereniging RRB opgericht. De eerste les werd gegeven in het Rotterdamse Maasbad, een buitenbad. Tegenwoordig is de RBB actief in vijf Rotterdamse binnenzwembaden.

Voorzitter Kevin van den Hengel is al 28 jaar betrokken bij de RRB. Als 8-jarige werd hij lid en startte in 2002 als vrijwilliger. In 2012 werd hij lid van het bestuur en sinds 2017 is hij voorzitter. “We hebben nu zo’n achthonderd leden en honderdvijftig vrijwilligers”, vertelt Kevin. “Jeugdleden willen hun zwemdiploma halen. Omdat wij volledig op vrijwilligers draaien, kan dat goedkoop. Kwaliteit is daarbij belangrijk. Iedereen die je nu goed leert zwemmen, hoef je niet te redden.”

Het belangrijkste vindt Kevin de lol in het zwemmen, het vertrouwen om te zwemmen en om te genieten van het water in plaats van bang te zijn. “Iedereen kan bij ons terecht, jong, oud, valide, anders valide noem maar op. Wil je zwemmen dan zorgen wij daarvoor. We proberen zo veel mogelijk verschillende groepen te betrekken om verbindingen te leggen. Dat is ons dierbaarder dan heel groot groeien.”

Naast zwemonderwijs biedt RRB ook zwemmend en varend redden aan. Zo zijn strandwachten voor het Slufterstrand op de Tweede Maasvlakte RRB-vrijwilligers. En voor waterhulpverlening bij kleinschalige evenementen zoals het concert in de Leuvehaven, rondje Noordereiland en de Sinterklaasintocht is RRB ook van de partij. Zelfs bij calamiteiten kan de Veiligheidsregio een beroep doen op de RRB.

Tabaksklisteerspuit van de Commissie tot Redding van Drenkelingen, ca. 1790

Dit houten kistje bevat verschillende middelen om drenkelingen te reanimeren. Een brief legt het gebruik van de spullen uit. Zo is de houten pijp bedoeld om tabaksrook in de aars van drenkelingen te blazen; deze prikkelingen zouden de levensgeest opwekken. Het stadsbestuur plaatste zulke kistjes verzegeld bij alle herbergen die aan het water lagen. Werd er iets gebruikt, dan moest de herbergier het complete kistje terugbrengen naar de ‘Heere Commissaris der Drenkelingen’. Die maakte alles schoon, vulde aan waar nodig, en liet het kistje opnieuw verzegeld bij de herberg bezorgen.

0080
oog in oog met het verleden “IEDEREEN DIE JE NU GOED LEERT ZWEMMEN, HOEF JE NIET TE REDDEN”
93
Kevin van den Hengel (midden met stempel) tussen zijn collega’s

HOEK VAN HOLLAND

Recreatieoord Hoek van Holland knipoogt naar vervlogen tijden. Honderd jaar geschiedenis is nog altijd voelbaar in de bijzondere ‘houten kampeerstad’.

Recreatieoord Hoek van Holland is in 1923 door gemeente Rotterdam opgezet. Rotterdammers wilden bij mooi zomerweer naar zee en daar ook graag overnachten. In het begin sliepen de recreanten in tentjes. Maar al snel bouwden ze kleine houten zomerhuisjes en werd het een ‘houten kampeerstad’.

Recreatieoord Hoek van Holland is één van de oudste vakantieparken van Nederland. Inmiddels bestaat het uit circa negenhonderd huisjes, tweehonderd stacaravans en een tentenveld.

De huidige recreanten vormen een unieke gemeenschap. Martin de Jong is een van hen. Het nog originele houten zomerhuisje van zijn grootouders wordt nu door de vierde generatie gebruikt. Het is een belangrijk deel van zijn familiegeschiedenis, zoals dat voor veel recreanten geldt.

Schrijver Mario Bruijns zorgde er middels een prachtige 2-delige boekenserie voor dat de geschiedenis van het recreatieoord in tekst en beeld naar boven is gekomen: ‘De houten kampeerstad van Rotterdam aan Zee’. Martin en Mario voelen zich erg betrokken en zetten zich samen met vele anderen met hart en ziel in voor het behoud van het recreatieoord. “Het is een plek waar iedereen in de zomermaanden tot rust komt. Doordat het niet door een commerciële partij wordt uitgebaat is het oorspronkelijke karakter behouden gebleven. Recreanten zijn hier geworteld en willen er blijven. Er ontstaan vriendschappen en zelfs relaties.”

Vanaf 2020 werd de kampeerstad in het bestaan bedreigd. Gemeente Rotterdam wilde het verkopen. Met vereende krachten zetten de recreanten de ene na de andere actie op touw en met succes. “We zijn zo blij dat het niet meer afgebroken hoeft te worden. De acties voelden als een revolutie.” In 2023 viert de kampeerstad zijn honderdjarig bestaan.

Badpak van rode katoen, ca. 1910

Met de annexatie van Hoek van Holland in 1914 kwam Rotterdam aan zee te liggen. Dagjesmensen konden op een afgescheiden stuk strand een badkoets huren om zich om te kleden en onbespied het water in te gaan. Zo’n ‘zeebad’ werd aangeraden omwille van gezondheid en hygiëne, maar bloot was taboe. Heren droegen alles-bedekkende badpakken; dames baadden in een jurk met een broek eronder, of in een wijd flanellen hemd met lange mouwen en een bijpassende badmuts. Rond 1910 gingen vooruitstrevende vrouwen eenvoudiger badpakken dragen, zoals deze hansop met korte pijpen. Mogelijk twijfelden andere badgasten stiekem aan de zedelijkheid van de draagster van zo’n ‘blote’ outfit.

oog in oog met het verleden

0081 RECREATIEOORD
Jonge bewoners Recreatieoord Hoek van Holland Ansichtkaart kampeerterrein 1932 Uitg. W. Appeldoorn, Hoek van Holland Huisjes Recreatieoord Hoek van Holland
94
“MENSEN ZIJN HIER GEWORTELD EN WILLEN ER BLIJVEN”

0082 VERS BETON

Vers Beton is hét online magazine voor de hard denkende Rotterdammer, die droomt van een eigenzinnige en eerlijke stad.

Vers Beton is opgericht in 2011 als platform met kritische verhalen over actuele ontwikkelingen in Rotterdam. Tegen alle clichés werd aangeschopt. Dat was soms even wennen.

Hoofdredacteur Eeva Liukku en zakelijk leider Hilde Westerink zijn beiden vanaf het begin betrokken. Eeva: “We hadden het gevoel dat Rotterdam een kritische, onafhankelijke stem in de stad nodig had. We hadden geen businessmodel of strategisch plan. We hadden alleen een manifest, een ambitie. We waren een vrijwilligersclub en werkten in de avonduren aan de keukentafel. In de loop van 2013 kregen we een eerste opdracht van AIR: ‘wow we kunnen er geld mee verdienen’. In dat jaar kreeg Vers Beton ook de aanmoedigingsprijs The Challenge voor vernieuwende journalistieke ideeën. Vers Beton werd daarna een bedrijf.”

Sinds 2017 richt Vers Beton zich ook op onderzoeksjournalistiek. Medewerkers verdiepen zich een aantal maanden in een thema of onderwerp, waar publicaties over diverse onderwerpen uit voortkomen. Naast een vaste redactieraad van twintig schrijvers en een grote schil van flexibele schrijvers is er een beeldredactie van zo’n vijftig personen. Met elkaar creëren ze verhalen die nieuwsgierig maken, vernieuwend zijn en de controverse en ‘het debat’ niet schuwen. Naast eigen content, maakt Vers Beton ook journalistieke en culturele producties voor externe partijen vanuit het cultureel Productiehuis.

Staartster (komeet) boven Rotterdam, Lieve Verschuier, 1680

Op 26 december 1680 raakt Rotterdam in rep en roer. Boven de stad is een staartster verschenen. Dat moet wel een teken van naderend onheil zijn! Overal gonst het van praatjes over onvermijdelijke oorlog, honger en ziektes. Het natuurverschijnsel en de wilde praatjes inspireren Pierre Bayle, een gevluchte Franse protestant. Hij onderzoekt, bevraagt en verwerpt in een publicatie grondig alle beweringen. Zijn Pensées diverses sur la comète zouden we tegenwoordig een grondige fact check van fake news noemen. Bayle wordt later bekend als de filosoof van Rotterdam en start hier in 1684 het tijdschrift Nouvelles de la république des lettres

oog in oog met het verleden

Geen website in Nederland beschouwt zo kritisch de lokale politiek als Vers Beton. En dat maakt het platform uniek. “We zijn kritisch uit liefde voor de stad”, aldus de oprichters. “Omdat Rotterdam ons zo aan het hart gaat, zijn we daar zuinig op.”

Eeva Liukku (l) en Hilde Westerink (r)
95

0083 OPEN ROTTERDAM

OPEN Rotterdam is de lokale publieke omroep van Rotterdam en brengt samen met Rotterdammers verhalen uit elke hoek van de stad.

Emaille reclamebord met “Rotterdamsch Nieuwsblad”, ca. 1912

Rotterdam is in de twintigste eeuw een bloeiende krantenstad met allerlei nieuwsredacties. Een van de meest gelezen kranten is het Rotterdamsch Nieuwsblad. Niet alleen op papier: op het dak van de kantoren houdt een spectaculaire lichtkrant de Rotterdammers op de hoogte van het laatste nieuws. Met de opkomst van de televisie verliezen kranten steeds meer lezers. Om het hoofd boven water te houden gaat het Rotterdams Nieuwsblad in 1991 samen met Het Vrije Volk verder als het Rotterdams Dagblad. Uiteindelijk redt ook deze combinatie het niet. In 2005 gaat de publicatie op in het Algemeen Dagblad, de laatste krant met een redactie in Rotterdam.

oog in oog met het verleden

OPEN Rotterdam is opgericht in 2012 en sinds 2013 de lokale publieke omroep van Rotterdam. De omroep heeft intussen een plek veroverd als vaste partner van de stad met een eigen en divers netwerk. De redactie bestaat uit mediamakers van de toekomst met liefde voor de stad en journalistiek. Zakelijk directeur Femke IJsinga-van Boxsel geeft samen met hoofdredacteur Celeste Boddaert vorm aan OPEN Rotterdam. Femke: “Het mooie aan OPEN Rotterdam is dat je met iedere sector en met elke Rotterdammer te maken hebt.”

OPEN Rotterdam gaat niet voor het snelle nieuws. “We brengen Rotterdamse nieuwsverhalen, ook dat wat niet gezien en niet gehoord wordt. Het ene verhaal is voor driehonderd mensen van belang, het andere voor driehonderdduizend. We brengen beide. Het kleine verhaal mag nooit ten koste gaan voor iets wat groter is. We willen niet scoren ten koste van, we willen dat de stad vooruitkomt.”

OPEN Rotterdam maakt de verhalen samen met de Rotterdammers. “De afgelopen twee jaar hebben we een werkwijze ontwikkeld waarbij we netwerken in de wijken aanleggen en die aan ons verbinden. Zodat we echt samen, de enige werkwijze die werkt in onze optiek, onze eigen lokale omroep vormgeven. Door de veelzijdigheid van het team en in ons netwerk actief te zoeken naar mensen die anders zijn dan wijzelf, voorkomen we tunnelvisie. Daarbij gaat de ‘straat naar de raad’, zodat ook de politiek weet wat er speelt in de stad.”

De werkwijze van de omroep heeft eraan bijgedragen dat OPEN Rotterdam tot twee keer toe is uitgeroepen tot beste lokale omroep van Nederland. “We zijn positief kritisch en werken op een innovatieve en eigen manier. Echt Rotterdams.”

Femke IJsinga-van Boxsel (l) en Celeste Boddaert (r)
“WE WILLEN
STAD VOORUITKOMT”
DAT DE
Het team van Open Rotterdam
96
Taart ter ere van Echt Rotterdams Erfgoed

0084 CuliNESSE

Wat ooit begon als een buurtfeest, groeide uit tot drie dagen lang feesten én genieten van muziek, gezelligheid en culinaire hoogstandjes in Nesselande: CuliNESSE.

Zakje mix voor dipsaus, Duyvis, 1970-1975

“Geen chippie zonder dippie”, luidt de slogan van Duyvis. Het bedrijf legt zich aanvankelijk toe op de productie van lijnolie voor veekoeken, maar start rond 1930 met de productie van slaolie, mayonaise en slasaus. Het succes is zo groot dat Duyvis na de oorlog uitsluitend nog voor de consumentenmarkt produceert. Hun mixen voor dipsaus worden populair. Dit zakje ‘Festival fris’ legt op de achterzijde meteen uit wat ‘dippen’ is: chips dopen in dipsaus. Net als de tekening is ook de instructie typisch jaren zeventig: “Zet een bakje chips, zoutjes of stukjes bloemkool op tafel en een paar dipsausjes om al dat lekkers in te dopen. Oer-gezellig.”

Brendo Festen, Robert Bouvé en Mike Petri van Stichting Vivre productions organiseren CuliNESSE. Allen komen uit de omgeving van de Zevenhuizerplas. Brendo en Robert kwamen in 2010 op het idee voor een meerdaags familiefestival in hun woonomgeving. “Want met een gezin met kinderen bezoek je niet zo makkelijk een festival met een tentje”, vertelt Brendo.

De programmering is een mix van professionele artiesten en talenten uit de omgeving. Popschool Ommoord en lokale buurtcentra zijn er ‘vaste leveranciers’. “We begonnen kleinschalig, maar tegenwoordig treden ook acts als Anouk en Guus Meeuwis op. Het is en blijft een buurtfeest. Ook al trekken we nu een veel breder publiek.”

In 2022 vierde CuliNESSE haar tienjarig bestaan, twee jaar uitgesteld vanwege corona. Naast de muziek is het culinaire aspect belangrijk. “We houden zelf erg van eten. We vragen restaurants uit de omgeving om te koken. Het eten is daardoor van goede kwaliteit.” Voor de kinderen is er veel (culinair) mini entertainment, denk aan pizza’s maken, taartjes bakken en voor de hele kleintjes zandactiviteiten. Hiervoor wordt ook nauw samengewerkt met huis van de wijk Buurtwerk.

Enthousiasme is het sleutelwoord naar succes. “We hebben meer dan 150 vrijwilligers. Naast de opbouw, waar wij zelf ook aan meewerken, staan er altijd vrijwilligers achter de kassa en bar. Dat zijn vrienden van ons. En vrienden van vrienden. Dames en heren die inmiddels in de veertig en vijftig zijn en een biertje staan te tappen. En dat is de kracht van CuliNESSE: het wordt gedragen door bewoners.”

CuliNESSE 2019 © Stefan Bezooijen
oog in oog met het verleden
“DE KRACHT VAN CULINESSE IS DAT HET ECHT WORDT GEDRAGEN DOOR BEWONERS”
97
Robert Bouvé, Mike Petri en Brendo Festen (v.l.n.r.)

0085 DE STRAATBARBIER

De Straatbarbier knipt daklozen. Zodat ze een stuk eigenwaarde terugkrijgen.

De Straatbarbier is Sjoerd de Vries. Op een dag besluit hij om zijn gevoel te volgen: daklozen aan te bieden hun haar te knippen.

Hij komt op het idee voor de Straatbarbier als hij het verhaal hoort van één van de oprichters van Schorem, een barbier op de Nieuwe Binnenweg in Rotterdam. Die ging naar Canada om daklozen te knippen. “In Vancouver knippen daar iedere zondag vijf tot vijftien kappers het haar van dak- en thuislozen. Daar is een hele community omheen gegroeid. Dus niet eenmalig knippen, maar echt inpluggen. Dat raakte mij heel erg.” Affiniteit met de doelgroep heeft hij al. Dat bleek toen hij wel eens meeging naar het werk van zijn vader in de geestelijke gezondheidszorg. “Ik kan goed levelen met mensen die als ‘anders’ worden gezien. Ik herken mezelf daar wel in.”

Hij volgt een kapperscursus en in 2018 geeft hij zijn eerste knipbeurten in Dordrecht en Rotterdam. Als de vraag stijgt besluit hij in januari 2020 full-time te gaan knippen. Als corona uitbreekt moet hij hier noodgedwongen mee stoppen en op zoek gaan naar een baan. Gelukkig neemt het Leger des Heils in Dordrecht hem weer terug in dienst.”

Na de coronaperiode combineert Sjoerd zijn werk als de Straatbarbier met ander werk. Stichting Awesome Rotterdam brengt hem in contact met Stichting Humanitas (Echt Rotterdams Erfgoed nr. 0023). Daar treedt hij in 2022 in dienst. “Zij vroegen mij een salon in te richten. Dat wilde ik met alle liefde doen.” In december 2022 opent de eerste salon in de Steenplaat in Feijenoord. “We knippen de bewoners van Steenplaat en geven ook de armste gezinnen uit de wijk een knipbeurt. Aan uitbreiding wordt hard gewerkt.”

De barbier is weer helemaal terug in het straatbeeld. Hij is dé specialist in het knippen, scheren en verzorgen van baarden en snorren. Tegenwoordig gebruikt hij gel of schuim, maar een scheerbekken is uit. Zo’n kom heeft een uitsparing die tegen de hals van de klant werd gehouden om het water op te vangen. Vroeger kon een klant een contractje afsluiten met zijn barbier; hij betaalde dan een jaar vooruit. Het opschrift MYN IAER IS OM op dit scheerbekken heeft daarmee te maken: de barbier liet zo fijntjes weten dat het weer tijd was voor een nieuw contract. Het is verder versierd met allerlei gereedschap, zoals scharen, messen, kammen en borstels.

oog in oog met het verleden

Scheerbekken: MYN IAER IS OM, ca. 1700
“IK KAN GOED LEVELEN MET MENSEN DIE ALS ‘ANDERS’ WORDEN GEZIEN. IK HERKEN MEZELF DAAR WEL IN.”
98
De Straatbarbier Sjoerd de Vries

0086 GELUKSWANDELINGEN

Ouderen gaan samen met scholieren en vrijwilligers op zoek naar geluk in speciale wandelvoorstellingen door de stad.

De projecten van kunstenaar Misja Immink hebben altijd een sociale invalshoek. “Ik kende niemand toen ik in 2001 in Rotterdam kwam wonen. Via een A4tje heb ik gevraagd wie in mijn buurt met mij wilde voetballen voor het goede doel. Elke zaterdag, op het Henegouwerplein. Dit loopt ruim 20 jaar later nog steeds!”

In 2012 doet Misja mee met een mantelzorgproject van Museum Rotterdam. Hierin worden Young Designers en mantelzorgers gekoppeld om nieuwe manieren van zorgen te bedenken. “Mantelzorger Herman van Tiggeloven koos mij.” Ze ontwikkelen twee wandelingen: een voor mensen met een fysieke beperking en een gericht op het gemoed. Dat was het begin van Gelukswandelingen.

“We wandelden met ouderen, bewoners van bejaardentehuizen en mensen met dementie. Ik leerde dat je makkelijk contact maakt door samen naar iets te kijken. Bij dierenzaak de Rimboe (Echt Rotterdams Erfgoed nr. 0018) roeptoeterde ik of daar leeuwen en tijgers waren. Nee, maar wel een konijn om te aaien. Nou, dat vonden de wandelaars fantastisch.”

Van een groepje enthousiaste vrijwilligers is Gelukswandelingen uitgegroeid tot een groot Rotterdams netwerk. “De kern is nog steeds verwondering. Dat je samen op een verrassende manier naar dingen kijkt. Zo combineren we op een heel toegankelijke manier, wandelen met kunst. Door een roeptoeter te gebruiken, wordt het ook een soort theater en kun je heel makkelijk mensen aanspreken.”

Het plezier van bewoners en vrijwilligers is altijd de belangrijkste motivatie. “We hebben heel veel lol. Het is toch vaak het laatste station, dat kan je zo mooi mogelijk maken voor mensen. Ik ben bij iedere wandeling: ze zijn leuk, het geeft energie en maakt me trots.”

Wandelingen rondom Rotterdam, uitgegeven door het Centraal Comité voor Jongere Werkloozen, 1937

De tentoonstelling ‘Ontdek Uw Stad’ was in 1937 voorbereid door 50 werkloze jongeren. Op een aantrekkelijke manier wisten de jonge tekenaars, fotografen, timmerlieden, elektriciens en etaleurs verschillende onderwerpen te presenteren. Zo besteedden zij bijvoorbeeld aandacht aan het belang van de scheepvaart, de taak van de nutsbedrijven en aan de bevolkingsopbouw van Rotterdam. Op een metersgrote wandkaart waren bovendien 7 fikse wandelroutes uitgezet, die met deze uitgave beschikbaar waren voor individuele wandelaars, wandelclubs en jeugdverenigingen. De beschrijvingen waren “van groot nut”, schrijft het boekje, “omdat zij de aandacht vestigen op zoo menig detail, dat men doorgaans achteloos passeert”. oog in oog met het verleden

Gelukswandeling in 2019, in het midden met roeptoeter Misja Immink
“DE KERN IS VERWONDERING. JE KIJKT SAMEN OP EEN VERRASSENDE MANIER NAAR DINGEN.”
99
Gelukswandeling in 2019

ROTTERDAM

CHINESE NEW YEAR

Eeuwenoude tradities en rituelen zoals de leeuwenen drakendans houden de Chinese cultuur in ere. Chinees Nieuwjaar in Rotterdam biedt een inkijk in de mythen en sprookjesachtige verhalen: een feest van kleur, opwinding en verbinding.

Trommel van de Rotterdam Leeuwendans Club, ca. 1970

In 1911 vestigden de eerste Chinezen zich op Katendrecht, geronseld door de Rotterdamse Lloyd om een havenstaking te breken. De havenwijk – bekend als De Kaap – groeide uit tot het grootste Chinatown van Europa. Vanaf de jaren ’80 verplaatst Chinatown zich naar de omgeving van de West-Kruiskade. Hier wordt elk jaar, net als vroeger op Katendrecht, het Chinese Nieuwjaar uitbundig gevierd met draken- en leeuwendansen onder veel tromgeroffel en vuurwerk. De leeuwen verorberen in hun dans kroppen sla, die winkeliers boven hun ingang hebben gehangen. Hiermee verjagen ze het kwaad en brengen geluk. In ruil hiervoor geven de winkeliers hen envelopjes met geld.

Chinees Nieuwjaar wordt al sinds 1970 in Rotterdam gevierd. Sinds 2016 organiseert Stichting China Festivals Rotterdam het festival samen met Vivre Productions. Op diverse locaties door heel Rotterdam zijn er activiteiten, gericht op het uitdragen van de Chinese cultuur. “Het zijn festiviteiten die op een positieve manier aandacht besteden aan de Chinese cultuur, laagdrempelig zijn en daardoor iedereen blij maken en betrekken”, aldus de organisatoren.

Het feest is een optocht door de straten van Rotterdam. De route loopt van Katendrecht, waar de eerste Chinezen in Rotterdam aankwamen, naar de West-Kruiskade, ook wel het Rotterdamse Chinatown genoemd. Onderweg wordt op meerdere plekken de drakendans opgevoerd. Hier verdrijft de draak symbolisch boze geesten. Ook de leeuwendans wordt vaak gedanst. Deze dans brengt geluk en voorspoed. Naast deze symboliek, draait het feest om sociale gewoonten die van generatie op generatie worden overgedragen.

Chinees Nieuwjaar wordt over heel de wereld gevierd. De mix van culturen in Rotterdam draagt bij aan het Rotterdamse succes. “Het is een kleurrijk feest van verbinding en gezelligheid voor de hele familie. China heeft een interessante cultuur, dat maakt nieuwsgierig. Het zijn bijna sprookjesachtige, mythische verhalen zonder godsdienstige of politieke betekenis. Het is een leuk feest. Dat is de kracht van deze viering.”

De ambitie van de organisatoren is om Rotterdam het brandpunt van Chinese activiteiten in heel Nederland te laten zijn. “De allereerste Chinezen in Nederland vestigden zich in Rotterdam. Dus is het logisch dat Rotterdam ook het voortouw neemt in de vieringen. We willen dé landelijke viering worden en het nóg groter neerzetten!

0087
HEEFT EEN INTERESSANTE CULTUUR, DAT MAAKT NIEUWSGIERIG”
oog in oog met het verleden
“CHINA
RCNY in 2018 © Evert Buitendijk
100
A. Chan, A. Schaap, K.W. Choy (v.l.n.r.) van Stichting China Festivals Rotterdam

VERENIGING

POORTGEBOUW

In het Poortgebouw komen activisme, buurtbetrokkenheid en de functie van cultureel centrum en woongelegenheid samen. Het is een rijksmonument voor wereldverbeteraars.

Het iconische Poortgebouw op de Kop van Zuid werd in 1879 opgeleverd als hoofdkantoor van de Rotterdamsche Handelsvereeniging (RHV) van Lodewijk Pincoffs. Al snel kwam het in handen van de gemeente Rotterdam, maar in 1977 volgde leegstand. Het plan om er in 1980 een Eroscentrum in te vestigen, werd in de nacht van 3 op 4 oktober 1980 de kop ingedrukt door jongeren die het pand kraakten.

De krakers droomden over betaalbare huisvesting en een gelijkwaardige samenleving waar iedereen alle ruimte heeft voor zijn eigen creatieve ontwikkeling. Om in het gebouw te kunnen blijven, richtten zij in 1982 Vereniging het Poortgebouw op. In 1984 werd het huurcontract met gemeente Rotterdam getekend, de toenmalige eigenaar. De jaren erna zorgden de bewoners samen met de gemeente voor een interne verbouwing, waardoor het pand geschikt werd gemaakt om in te wonen. De huurders zijn verantwoordelijk voor de binnenkant van het pand en de eigenaar voor de buitenkant. Vanaf 2001 was het pand echter eigendom van diverse partijen die nauwelijks onderhoud pleegden. Uiteindelijk is in 2021 gestart met de renovatie van de buitenkant zodat het Poortgebouw er nu prachtig bij staat.

De ongeveer dertig bewoners zetten zich in vóór en mét de buurt. Ze doen mee aan Opzoomeren (Echt Rotterdams Erfgoed nr. 0044), koken wekelijks voor de buurt en zamelen tweede hands kleding in voor de Weggeefwinkel in het gebouw. Emily is een van hen: “Samen zijn wij continu op zoek naar een alternatief voor de huidige maatschappij. Wij geloven in een wereld die niet gedreven wordt door hebzucht en kapitaal, maar door tolerantie en creativiteit. Zonder machtsorde.”

Gezicht op de Delftse Poort, Nicolaes Muys, ca. 1780

In 1358 krijgt de jonge stad Rotterdam het recht om verdedigingswerken aan te leggen. Geen overbodige luxe in het door machtsstrijd verscheurde Holland. Poorten in de beschermende muren geven toegang tot de stad. Letterlijk, maar ook figuurlijk: wie binnen de muren mag wonen, heet een poorter. Lang nadat de muren zijn verdwenen, worden nog prachtige stadspoorten gebouwd als symbolen van de stad. Vooral de Delftse poort is het visitekaartje van Rotterdam. Als eind negentiende eeuw op Zuid een compleet nieuw stadsdeel verrijst, krijgt het belangrijkste gebouw natuurlijk de vorm van een poort.

oog in oog met het verleden

0088
Uitreiking certificaat door Nicole van Dijk © Roderick Hulsbergen Bewoners Poortgebouw
101
“SAMEN ZIJN WIJ CONTINU OP ZOEK NAAR EEN ALTERNATIEF VOOR DE HUIDIGE MAATSCHAPPIJ”

LikeJeWijk brengt positieve informatie en activiteiten uit Rotterdamse wijken dichter bij de mensen. Dat activeert, motiveert en verbindt mensen en maakt ze trots.

Ronald Schouten is geboren en getogen Beverwaarder. Steeds vaker zag hij negatieve berichtgeving over zijn wijk. Daar stoorde hij zich aan en besloot er in 2014 iets beters tegenover te zetten. Hij zette zijn skills als cross mediaspecialist en ontwerper in voor zijn nieuwe missie als sociaal ondernemer en bedacht LikeJeWijk.

LikeJeWijk is een buurtplatform waarbij informatie over activiteiten, interessante weetjes, bijzondere plekken en gebeurtenissen in de wijk op een leuke en snelle manier beschikbaar zijn. Bewoners, partners en betrokken WijkReporters zorgen voor de dagelijkse stroom van berichten. Deze worden door een professioneel redactieteam gescreend en doorgezet. Achtergrondverhalen en verrassende invalshoeken geven een liefdevolle kijk op het dagelijks leven in de wijk. Ronald: “Het gaat erom de mensen in de wijk te verbinden. Ik wil de goede kant van het nieuws en de mensen laten zien, zodat anderen zich ook gaan inzetten voor de wijk. Ik werk nu voor mensen en niet voor merken.”

Het maakt niet uit waar je bent of met welk apparaat je LikeJeWijk raadpleegt. Via www.likejewijk.nl, een buurtbord, een app, social media en een krant is er voor elk wat wils. Je kunt via het WijkPlatform zelfs communiceren met de mensen uit de wijk. Dit vergroot de bewonersbetrokkenheid en draagt bij aan het veiligheidsgevoel. En zo groeit ook het positieve gevoel en de trots in de gemeenschap.

Duimpje omhoog in café Maarten Vink, Otto Snoek, 2005

De vijf zit nog niet in de klok, maar het is al gezellig druk in Café Maarten Vink. De fotograaf krijgt een vrolijk duimpje omhoog van een man met rollator die voorbij schuift. Het zal nog wel even duren voordat de grote bel boven de bar voor de laatste ronde wordt geluid. Oud Excelsiorspeler Maarten Vink sr. begon in 1950 aan het Noordplein dit stamcafé, dat nog steeds bestaat. Veel van dit soort bruine kroegen verdwijnen echter uit het Rotterdamse straatbeeld – kroegen die als een verlengstuk van de huiskamer fungeren. Hier ontmoet of maak je vrienden en blijf je op de hoogte van wat er allemaal in jouw buurt speelt.

oog in oog met het verleden

LikejeWijk is medio 2022 actief in acht wijken: Beverwaard, Bloemhof, Hillesluis, Lombardijen, IJsselmonde-Zuid, Pendrecht, Vreewijk en Zevenkamp. Daarnaast zijn er ook gebiedspagina’s voor IJsselmonde, Charlois en Feijenoord.

0089 LIKEJEWIJK
“IK WIL DE GOEDE KANT VAN MENSEN LATEN ZIEN, ZODAT ANDEREN ZICH OOK GAAN INZETTEN”
102
Medewerkers met Ronald Schouten in het midden

0090 ZAKKENVULLERS VAN BLOEMHOF

Wijkbewoners in Bloemhof zorgen voor een schone singel door plastic en ander zwerfafval uit de singel te vissen. En dat werkt aanstekelijk.

Eveline van Wanrooij is stadsgids in Rotterdam en sinds 2018 oprichter van de Zakkenvullers van Bloemhof. Eveline: “Dankzij Woonstad kreeg ik een woning in Bloemhof. Daar was ik zo dankbaar voor, dat ik iets wilde terugdoen. Ik zag de troep in het water van de singel langs de Lange Hilleweg, je kon gewoon over het water lopen. Ik ben toen in een hoekje van de singel plastic gaan opruimen.”

Dat voelde zo goed dat ze dat is blijven doen. Na meerdere zakken gevuld te hebben plaatste ze een oproep op LikejeWijk (Echt Rotterdams Erfgoed nr. 0089). Inmiddels trekt ze regelmatig met een kernteam van ongeveer acht man eropuit, gewapend met grijpstokken en vuilniszakken. “De voorkeur voor een schone natuur is universeel. Iedereen wil dat de troep uit het water verdwijnt”, aldus Eveline.

Medio oktober 2022 zijn er al 381 zakken gevuld en bestaan de nesten in de singel weer bijna helemaal uit natuurlijk materiaal in plaats van afval. Via bewonersinitiatieven hebben de Zakkenvullers van Bloemhof rond de singel natuureducatieborden met informatie over de singeldieren, nieuwe bankjes en een speeltoestel laten plaatsen. Ook zijn er meerdere vierkante meter tegels verwijderd waar bloemen en planten voor in de plaats zijn gekomen.

Sinds november 2022 drijft er een kunstige haaienvin in de singel, gemaakt van gerecycled plastic dat uit het water is gehaald door de Zakkenvullers van Bloemhof. Eveline: “Ik wil het gezicht zijn van opruimen, schoonhouden, positiviteit en een klein stukje beschaving. Op Zuid doen de mensen het zelf. We wonen in de mooiste stad van Nederland. Dan is het toch niet gek dat je af en toe een beetje meehelpt?”

Zicht op de Spoorsingel, Jan Damme, 1920-1962

Halverwege de negentiende eeuw zijn de wateren in Rotterdam vies en ongezond. Als oplossing komt Stadsarchitect W.N. Rose met het waterproject. Een ring van ‘singelweteringen’ om de stad kan het vieze water van de binnenstad schoonspoelen. De wegen langs de weteringen krijgen namen als Westersingel en Boezemsingel. Al snel worden deze namen ook gebruikt voor het water zelf.

De groene singels zijn aantrekkelijke locaties voor luxe woonhuizen. Daaromheen komen straten met eenvoudiger woningen. Bij latere stadsuitbreidingen wordt dit stedenbouwkundige concept steeds weer uit de kast gehaald. Zo groeit het aantal singels met Rotterdam mee. Zoals de grachtengordel de hoofdstad kenmerkt, worden de singels typerend voor onze stad.

Zakkenvullers van Bloemhof met Eveline van Wanrooij met stempel oog in oog met het verleden “HET IS TOCH NIET GEK DAT JE AF EN TOE EEN BEETJE MEEHELPT?”
103
Zakkenvullers van Bloemhof aan het werk

0091 SANDER DE KRAMER

Sander de Kramer zet zich vol overgave in voor de samenleving. Schrijnende situaties en onmenselijke gebeurtenissen – overal ter wereld - krijgen dankzij hem meer aandacht.

Sander de Kramer studeerde Nederlands. Van 1997 tot 2010 was hij redacteur van de Rotterdamse Daklozenkrant, het tegenwoordige ‘Straatnieuws’. Ook leefde hij een maand lang op straat om te ervaren hoe het was om dakloos te zijn. “Een bizarre periode”, vertelt Sander. “Ik was altijd iedereens vriend en ineens sta je aan de andere kant. Ik heb veel geleerd van die periode. Vanaf toen ging ik voor die mensen staan; extra mijn best doen.”

Zijn missie is om meer voor mensen in vaak moeilijke situaties te betekenen én hun (levens)situaties ook aan de kaak te stellen vanuit maatschappelijk perspectief. Voor dak- en thuislozen, maar ook voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, om de jeugd te laten bewegen of voor mensen die een duwtje in de rug nodig hebben. Bijvoorbeeld met de ‘100 van Sander’, een (televisie)programma waarbij hij de uitdaging aan ging om binnen een half jaar minimaal honderd werkgevers te vinden die mensen aan een baan wilden helpen.

In 2007 bezocht Sander de diamant- en goudmijnen in Sierra Leone. Zijn hart brak en hij richtte Sunday Foundation op om kansarme kinderen in Afrika een toekomst te bieden. “Ik wil verder waar veel idealisten stoppen. En dat heeft er mee te maken dat ik mijn eigen leven minder belangrijk vind. Ik zet mijn eigen leven op het spel om anderen te helpen. En als het dan een keer ophoudt dan is het dat waard geweest. Als je onrecht ziet dan mag je daar tegen vechten. Als ik het niet doe, dan doet niemand het.”

Woondoos voor daklozen, 1993

Bij een jubileum van de Rotterdamse woningstichting Onze Woning ontwierp Raymond Voogt, destijds student Industrieel Ontwerp, een woondoos voor daklozen. De geplastificeerde slaapdoos werd door het Leger des Heils verspreid. Overdag kon hij als pakketje worden meegenomen en voor gebruik werd de doos uitgevouwen. In een interview vertelt Arie, die vaak bij de bibliotheek overnacht, dat hij erg tevreden is over de beschutting die de doos biedt. Toch is de slaapdoos nooit massaal gebruikt. Andere daklozen waren bang teveel op te vallen of vreesden molest. Bovendien kreeg de woningstichting veel commentaar op dit wrange cadeau. Later richtte ze de Stichting Dak- en Thuislozen op.

oog in oog met het verleden “ALS JE ONRECHT ZIET DAN MAG JE DAAR TEGEN VECHTEN” Sander de Kramer bij de Nico Adriaans Stichting
104
Sander de Kramer

0092 EXCELSIOR FOUNDATION

Excelsior Rotterdam is meer dan de trots van Kralingen op het voetbalveld. Met de Excelsior Foundation laat de club zijn maatschappelijke en sociale hart nóg meer spreken.

Excelsior is in 2011 als een van de eerste voetbalclubs in Nederland gestart met een ‘foundation’ vanuit de gedachte: hoe mooi is het als een voetbalclub iets sociaal-maatschappelijks kan neerzetten? Door goed te kijken naar wat er in de stad gebeurt en in te spelen op de behoeftes van mensen en de dagelijkse problematiek, maakt de foundation verschil.

Vanuit vijf pijlers is Excelsior Foundation actief: Educatie, re-integratie, sportparticipatie, leefbaarheid en gezondheid. De basis ligt op de pleintjes in de wijken waar jongeren samen komen in de Excelsior Clinics. Er zijn inmiddels ook veertig ‘Excelsior scholen’ waarop programma’s ‘draaien’. Denk aan voorlezen en het ondersteunen van kinderen en jongeren op sociaal en emotioneel vlak. Verder zijn er re-integratietrajecten en Walking Football voor 55-plussers. Excelsior Foundation is namelijk geschikt voor iedereen van 4 tot 104 jaar.

Binnen Excelsior Foundation krijgen begeleiders, ook stagiaires en vrijwilligers, veel ontwikkelkansen. Een van hen is Bo Pernet. Zij begon als stagiaire en zit nu zelf aan de knoppen als projectleider en docent Playing for Success, een van de grootste projecten van Excelsior Foundation. “Playing for Success is een van de

sociaal-maatschappelijke programma’s bedoeld voor kinderen met een laag cognitief zelfvertrouwen. Want alle kinderen doen ertoe. We werken hier op een speelse manier aan hun doelen. Wij volgen de kinderen bij hun ontwikkeling en geven ze positieve ervaringen mee.”

Excelsior Rotterdam is de kleinste profclub van Rotterdam, maar op sociaal-maatschappelijk gebied de grootste. “We zijn de foundation gestart, omdat we iets willen betekenen in onze stad. Het leven is meer dan goede voorzetten geven.”

Huize Nut en Vreugd, Atelier Van Traa, ca. 1850

Wat de Kuip is voor Feyenoorders en het Kasteel voor Spartanen, is het tegenwoordige Van Donge & De Roo Stadion, voorheen Woudestein geheten voor de supporters van Excelsior. Het stadion dankte zijn naam aan een van de buitenplaatsen in Kralingen, een luxe landhuis van welgestelde Rotterdammers. Woudestein heet aanvankelijk Maassigt, omdat het huis op de rivier uitkijkt. Als de verlengde Hoogen Zeedijk dit uitzicht belemmert, wordt de naam veranderd in Nut en Vreugd. Nadat de salons rond 1800 naar de boskant aan de achterzijde zijn verplaatst, wijzigt de naam opnieuw. Het gaat Woudestein heten. In 1929 wordt het huis gesloopt en herinneren alleen de Laan van Woudestein en campus Woudestein van de Erasmus Universiteit Rotterdam nog aan de buitenplaats.

oog in oog met het verleden

Een deel van het team van Excelsior Foundation
“WE WILLEN IETS BETEKENEN IN ONZE STAD. HET LEVEN IS MEER DAN GOEDE VOORZETTEN GEVEN.”
105
Team en kids tijdens les Playing for Succes met Bo Pernet rechts

0093 STICHTING

JARIGE JOB

Ieder kind heeft recht op een verjaardag mét cadeau. Helaas is dat niet in ieder gezin vanzelfsprekend. Stichting Jarige Job zet zich in voor die arme gezinnen en zorgt voor een verjaardagsbox.

Stichting Jarige Job vierde in september 2022 het 12,5-jarig bestaan. Huib Lloyd en zijn partner Barbara Kathmann startten vanuit de locatie van de Voedselbank (Echt Rotterdams Erfgoed nr. 0060) met twaalfhonderd pakketten per jaar. Inmiddels is het een logistiek bedrijf dat opereert vanuit twee loodsen op het terrein van de van Nelle fabriek met vier betaalde krachten, een team van negentig vrijwilligers en stagiaires. “We maken meer dan honderdduizend boxen per jaar.”

De aanleiding voor hun initiatief was dat het duo bij de geboorte van hun eerste kind werd bedolven onder de cadeaus. “We woonden in Spangen, het contrast met de armoede van het huizenblok verderop kon niet groter. We vonden dat we iets moesten doen. Het vieren van een verjaardag is belangrijk, ze hebben iets magisch. Alle kinderen zijn het waard om in het middelpunt van de belangstelling te staan.”

Kop en schotel “Ter Uwer Verjaring”, 1900-1925

Het vieren van je verjaardag kan gerust cultureel erfgoed worden genoemd. Kinderen trakteren op school en worden daar toegezongen; thuis zijn er slingers en ballonnen, en bij het feestje horen een taart en cadeautjes. Bij volwassenen gaat het er meestal minder uitbundig aan toe. Toch tonen gedichten, gegraveerde glazen en zelfs een versierde pijpenkop in onze collectie dat de verjaardag ook op latere leeftijd een serieuze zaak is. Kroonjaren worden trots vermeld. Bij deze porseleinen kop-en-schotel blijft de leeftijd ongenoemd, maar tussen de vrolijke bloemetjes staat in sierlijke gouden letters ‘Ter Uwer Verjaring’. oog in oog met het verleden

Ze bedachten de verjaardagsbox. In de box zit van alles om er voor kinderen een mooie dag van te maken. Slingers, cadeaus, taart, lekkers, traktaties, eten en drinken. “Door de box lopen kinderen trots het schoolplein op. Dát gevoel willen we kinderen meegeven. Veel Rotterdamse bedrijven helpen vrijwillig mee met inpakken, als teambuildingsactiviteit. Per uur worden wel meer dan honderd pakketten samengesteld. Dat geeft een supergoed gevoel.”

Subsidies, sponsoring, donaties en samenwerkingen zijn belangrijk voor het succes. “Er is een educatieprogramma, we ‘funraisen’ regelmatig én we organiseren evenementen zoals ‘Daten met je Hart’ voor singles op Valentijnsdag. Wij hebben niet de illusie dat we de armoede oplossen, maar we helpen mensen wél verder.”

“ALLE KINDEREN ZIJN HET WAARD OM IN HET MIDDELPUNT VAN DE BELANGSTELLING TE STAAN”
Vrijwilligers met mascotte
106
Het team van Stichting Jarige Job met linksonder oprichter Huib Lloyd

0094 TALENTFABRIEK010

Talentfabriek010 creëert laagdrempelige leerwerkplekken voor mensen zonder werkervaring of opleiding. Het motto: iedereen is van waarde.

Talentfabriek010 is een impact onderneming met een maatschappelijke doelstelling: mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt een kans bieden om die afstand zelf te verkleinen. Mireille van den Berg, directeur en oprichter: “Voor deze doelgroep is er geen aanbod. Het zijn vaak mensen die heel lang in de bijstand zitten, de taal niet goed spreken, geen opleiding hebben of geen werkervaring hebben. Die mensen hebben daar niet voor gekozen. Wij vinden dat die mensen niet aan de kant mogen staan en creëren randvoorwaarden in een omgeving waarin ze hun talent kunnen ontdekken.”

Mireille richtte Talentfabriek010 in 2012 op. Ze startte met een naaiatelier in Feijenoord voor zogenaamde nuggers, niet-uitkeringsgerechtigden met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Daar zijn inmiddels drie naaiateliers bijgekomen. Ook is er een cateringbedrijf gestart en een mini-wasserette. In 2014 is daar – speciaal voor de typische zorgvermijder - nog Natuurtalent bijgekomen in Schiebroek, met pluktuinen en stadslandbouw activiteiten.

Sinds 2015 is er een opleidingstraject in samenwerking met Zadkine: de Talentfabriek010 Academie. Hier kunnen mensen hun mbo-diploma halen en eventueel doorstromen naar een baan of vervolgopleiding.

Dit alles samen maakt Talentfabriek010 uniek. “We laten zien dat iedereen van waarde is voor de samenleving. Ik geloof dat als mensen succes ervaren, ontdekken ’Hé, ik ben ergens goed in!’, dat dit een doorbraak kan betekenen. Je problemen worden dan even minder belangrijk. Je moet iets hebben om vooruit te kijken. Als je droomt heb je een toekomst. Wij laten mensen net dat stapje nemen.”

Hoedenatelier, Pia Bram, 1992

Pia Bram (1915-1992) was als meisje al gek op hoeden. Op 16-jarige leeftijd werd ze aangenomen als leerling in een hoedenatelier aan de Kaasmarkt. Drie jaar later kreeg ze een baan bij de Bijenkorf. Pia ging mee naar shows in Antwerpen, Brussel en Parijs en maakte daar talloze schetsen van de nieuwste hoeden. Terug op het atelier maakte ze die modieuze modellen na. Op dit schilderij is zo’n hoedenatelier te zien waarin modistes bezig zijn om hoeden naar de laatste mode te versieren. Rond 1965 sloten veel hoedenwinkels en na haar pensionering legde Pia Bram de inmiddels verdwenen ateliers vast in kleurrijke schilderijen.

Mireille van den Berg (l) en Necla Özdemir, locatieleider
oog in oog met het verleden
naaiatelier Crooswijk (r)
“WE HELPEN HEN TE HERINNEREN WAT HUN KRACHT IS EN TE ONTDEKKEN WAAR HUN TALENT ZIT”
107
Naaiatelier Crooswijk

0095 BAROEG

Het crème de la crème uit de internationale (hard) rock- en punkscene heeft er ooit wel eens de zaal plat gespeeld. Maar Baroeg heeft ook - gewoon - een buurtfunctie. En is al meer dan veertig jaar live and kicking…

In 1981 begon Baroeg in IJsselmonde op Zuid als Open Jongeren Centrum. Leon van Rijnsbergen, directeur en programmeur van Baroeg, vertelt: “In de jaren ‘80 was er veel jeugdwerkloosheid en behoefte aan jongerencentra. In de jaren ‘90 werden we van jongerencentrum een muziekcentrum. Daarna ontwikkelden we ons steeds meer als poppodium. We zijn geen jongerenwerkers meer, maar vervullen nog wel zo’n rol. We werken veel met jongeren, bijvoorbeeld ook als ze een afstand tot de arbeidsmarkt hebben.”

Rond 2005 had Baroeg een slechte naam in de buurt. “Onbekend maakt onbemind”, aldus Leon. Door kennismaking en samenwerking met buurtcomités leerden de bewoners Baroeg kennen en groeide de goodwill. “We organiseren nu uitjes voor ouderen in de wijk en bijvoorbeeld een tienerdisco. Een mevrouw van 97 wilde per se haar verjaardag bij ons vieren.”

Baroeg is het enige grotere muziekpodium in Nederland dat harde alternatieve muziek programmeert. Dit is te danken aan Rene Veerkamp, die zich in de jaren ’90 toelegde op het boeken van bands met een grillig gitaarrandje, voor jong en oud. Wereldbekende acts en artiesten traden er op, maar ook beginnende bands kregen er een kans. Nog altijd is dat het uitgangspunt van Baroeg.

Om in de rest van de stad zichtbaar zijn, wordt veel samengewerkt met onder andere Rotown, V11 en het Eendracht Festival (Echt Rotterdams Erfgoed nr. 0065). Jaarlijks wordt een openluchtfestival in het Zuiderpark georganiseerd: Baroeg Open Air. “Het gaat ons om pure gezelligheid en de liefde voor extreme muziek”, aldus Leon. De achterban van ongeveer tachtig vrijwilligers is hondstrouw. Sommigen helpen al meer dan vijfentwintig jaar.

Podium Baroeg ontleent zijn naam aan de verbastering van de voornaam van Baruch de Spinoza (1632-1677). Het podium voor harde alternatieve muziek ligt namelijk aan de Spinozaweg. De Nederlands-Joodse filosoof is in de zeventiende eeuw behoorlijk metal. De overheid noemt zijn werk zelfs ‘ontheiligend, goddeloos en godslasterlijk’ en probeert verspreiding tegen te houden. Tegenwoordig zijn we trots op de denker en heeft hij een eigen venster in de Canon van Nederland. Of hij eruitzag als op deze penning is twijfelachtig, want geen enkel portret is bij zijn leven gemaakt. Toch heeft hij op alle afbeeldingen een kapsel waarmee hij prima kan headbangen. Toeval?

Francis Pronk, marketing (l) en Leon van Rijnsbergen (r) Penning met Spinoza, Pierre Turin, 1932 oog in oog met het verleden “PURE GEZELLIGHEID EN DE LIEFDE VOOR EXTREME MUZIEK”
108
Optreden Evil Invaders in Baroeg 2022 © Eus Straver

HOTSPOT HUTSPOT

Geen armoede, weg met honger en je goed en gezond voelen. Hotspot Hutspot loopt er warm voor met maaltijden, een winkel, een crisiscateringservice en grenzeloze ambities.

Samen aan tafel, 1600-1650

Bob Richters is kunstenaar. Voor de economische crisis van 2008 had hij een kunstzinnig cateringbedrijf. Toen medio 2012 vanuit Havensteder stadslandbouwproject ‘Van grond tot mond’ in Lombardijen startte, deed hij mee door er ‘restaurantje bij te spelen’. Dit restaurant werd gerund door Bob samen met re-integratiejongeren. Het idee voor Hotspot Hutspot was geboren.

Anno 2022 zijn er twee vestigingen: Krootwijk en Schieham. Hotspot Hutspot werkt met restproducten en met mensen die niet meedoen in de samenleving. “We kennen weer waarde toe aan restjes. We kijken niet naar wat er niet mee kan, maar naar wat er wel mee kan.” Het mes snijdt daarmee aan twee kanten. Het gaat om eten aanbieden, maar ook om meedoen in de maatschappij. Voor veel mensen is Krootwijk een doorstroomplek. Ze krijgen er hulp om hun leven weer op de rit te krijgen. “Bij de een is dat een opleiding of een rijbewijs en bij de ander een gebit. Iedereen die aanklopt nemen we op sleeptouw. Of je nu asielzoeker bent, Oekraïner of dat je met een beperking zit of een trauma hebt.”

De leidraad in alles is duurzaamheid. Zoals bij Rijless is more waar klimaatneutrale rijlessen worden gegeven tijdens het ophalen van reststromen. Bob zoekt altijd het gat in de maatschappij in plaats van in de markt. Zo zette hij tijdens corona de crisiscatering op. Sinds 1 mei 2022 is een winkel geopend bij Krootwijk. “Alles wat we hebben, delen we, kom maar halen.” Een van zijn dromen is om de huisvestingsproblematiek aan te pakken met het Hotspot Hutspot hotel. Grenzen blijven opzoeken die er eigenlijk niet zijn, dat is het enige dat Bobs honger stilt.

We kijken binnen bij een gezin aan tafel. Links zit vader op een statige stoel met zijn hoed op schoot. Moeder zit tegenover hem en naast haar staat de jongste telg. Aan tafel verder twee meisjes, net als hun moeder met een hoofdkapje, en twee jongens. Een aantal gezinsleden heeft de handen gevouwen voor een dankgebed. Op de tafel staan eten en serviesgoed uitgestald op een mooi wit kleed. Op de achtergrond rechts grijpt een dienstmeisje naar een ketel die op het vuur staat; misschien komt straks de hutspot op tafel! Samen eten is belangrijk, toen en nu. We vertellen elkaar wat we overdag hebben beleefd en maken plannen voor morgen.

oog in oog met het verleden

0096
“WE KENNEN WEER WAARDE TOE AAN RESTJES” Kunst in Krootwijk
109
Bob Richters (m) tussen vrijwilligers Krootwijk

“WE GAAN ACTIEF DE WIJK IN EN SCHUDDEN AAN DE BOOM”

ROTTERDAMS

VOLKSTHEATER

Het Volkstheater programmeert Rotterdams talent en brengt op verbindende wijze cultuur naar de Rotterdamse wijken.

Het Rotterdams Volkstheater trekt sinds 1986 met eigen tenten en artiesten door de Rotterdamse wijken. Deze jarenlange tournee is geen doel maar een middel. Op deze manier brengt het Volkstheater cultuur op laagdrempelige wijze naar de wijken en biedt het een podium aan lokaal talent, verenigingen en andere culturele initiatieven uit diezelfde wijken.

Het Rotterdams Volkstheater is voortgekomen uit de behoefte de stadsvernieuwing uit die jaren te vieren met bewoners en om de overlast van de bouwwerkzaamheden goed te maken. Het idee was eenvoudig: een reizend podium, in de vorm van een oude circustent, dat werd aangeboden aan wijken om daar feesten in te laten plaatsvinden. Voor het beheer van die tent werd een stichting opgericht en van daaruit is het Volkstheater gegroeid.

Jan: “Als er een tent staat begint het feest al voor de buurt. In het begin was dat gebaseerd op het oude varieté theater, een geregisseerd uur, een kaartje en je moest een uur lang blijven zitten. Dat was best lastig. Dus ontwikkelden we Wereldcircus, een middagprogramma uit allerlei culturen met 3 tentblokken en daaromheen kleine tentjes met workshops. Dat heeft zeker twaalf jaar door Rotterdam getrokken. Dat was een gaaf programma.”

“De laatste 15 jaar zoomen we met onze programma’s nadrukkelijk in op de wijken waar we staan. Dit levert in iedere wijk totaal verschillende evenementen op zoals Wereld Wijde Wijk, Feestival, Weergaloos Charlois, Crooswijk op Stelten en Werelds Delfshaven. Programma’s met muziek, dans, circustheater, poëzie, en wisselende workshops. De sfeer is altijd ongedwongen en uitnodigend. De programmering wordt voor 90% aangedragen door actieve bewoners en groepen uit de wijk waar het plaatsvindt. Het zijn evenementen die eigendom zijn van de wijk.”

Jan Klaassen, handpop van Gerard Remmert jr, ca. 1965

In 1978 gaf de 80-jarige poppenkastspeler Gerard Remmert nog één keer een voorstelling. Dat was tijdens een anti-huurverhogingsmanifestatie op het Afrikaanderplein, waar hij heel toepasselijk ‘Jan Klaassen en de huurbaas’ speelde. Na de voorstelling schonk hij zijn speciaal voor deze voorstelling gemaakte poppen aan het jeugdige publiek. Remmert begon ooit als circusacrobaat, maar werd uiteindelijk net als zijn vader poppenkastspeler. Hij had vanaf 1933 een standplaats op het Afrikaanderplein, tijdens de oorlog op het Noordplein, daarna aan de Coolsingel en tot zijn pensionering op de Lijnbaan. Er staat nu alweer zo’n 40 jaar een vaste poppenkast op het Binnenwegplein met wisselende spelers. oog in oog met het verleden

0097
110
Team Volkstheater met Jan Meijer rechts van stempel

ONWIJZE MOEDERS

Moeders uit de wijk werken samen met agenten aan een veilige en stabiele toekomst voor hun opgroeiende kinderen. Want Onwijze moeders willen, net als alle moeders over de hele wereld, het beste voor hun kroost.

MOET ÉCHT VAN DE MENSEN HOUDEN IN JE WIJK”

In 2009 had de toenmalige wijkagent in Overschie, Dick Glimmerveen, te maken met criminaliteit, straatoverlast en verkoop van drugs door de Overschiese hangjeugd. Marco den Dunnen, inspecteur van politie en destijds werkzaam in Overschie: “We besloten om in gesprek te gaan met de ouders. We nodigden ze uit, maar het gekke was dat alleen de vaders kwamen opdagen en wat onverschillig waren.”

Toen een moeder later een bijeenkomst organiseerde, kwamen de moeders wel. Ze vonden dat de politie hun leven en dat van hun kinderen lastig maakte door het uitdelen van boetes. “We besloten gezamenlijk tot een andere werkwijze: de kinderen thuisbrengen als ze in de fout gaan om vervolgens met het kind en de ouders in gesprek te gaan.” Deze aanpak, zonder boete, maar samen een oplossing zoeken in belang van het kind, bleek te werken.

“Een van de moeders uit Overschie, Sahila El Barkany, wilde moeders informeren over zaken die er buitenshuis spelen bij hun opgroeiende kinderen. Ik heb toen voor zeventig moeders een praatje gegeven op een basis-

school in Bospolder-Tussendijken, waar Sahila werkt. Zo is Onwijze Moeders ontstaan. Naast Bospolder-Tussendijken wordt het programma ook uitgevoerd in een aantal wijken op Zuid en zelfs buiten Rotterdam.”

“Als agent heb je een gemeenschappelijk belang met de ouders. Je pakt samen een probleem aan en deelt tips met elkaar, zoals bijvoorbeeld informatie over drilrap. Het is geen hulp, het is een samenwerking. Je moet als agent écht van de mensen houden in je wijk want je moet veel tijd investeren. Als je dat doet kan je hier het verschil mee maken. Ik ben er écht trots op!”

Pop in een looprek op wieltjes, ca. 1850

Speelgoed laat soms in miniatuur een werkelijkheid zien die ‘op ware grootte’ niet bewaard is. Bij deze pop valt meteen het looprek op. Zo’n rek op wieltjes wordt al minstens 500 jaar afgebeeld als kenmerkend attribuut van een peuter. Het onderscheidt hem of haar van zowel de ingebakerde zuigeling als het oudere kind, dat met een stokpaard of windmolentje speelt. Hier omklemt de heupband de pop stevig, maar op veel oude afbeeldingen hebben de peuters meer bewegingsvrijheid. Het rek op vier wieltjes biedt de kinderen structuur en ondersteuning op weg naar zelfstandigheid, waarbij hun ouders een oogje in het zeil houden.

oog in oog met het verleden

0098
“JE
Sahila El Barkany, Onwijze Moeders Delfshaven
111
© Florian Braakman

0099 PLUSPUNT ROTTERDAM

Pluspunt Rotterdam is een leer- en werkplaats voor Rotterdammers die een steuntje in de rug nodig hebben. Mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt bouwen er aan hun zelfvertrouwen én de toekomst.

John Bergenhenegouwen, een lokale marktkoopman, richtte Pluspunt Rotterdam op in 2005. Hij raakte ooit zelf door omstandigheden dakloos en kwam terecht in een zorginstelling die hem ongelukkig maakte. Hij verlangde naar een veilige en inspirerende omgeving om actief te werken aan een beter leven. “Dit kan en moét anders”, vond hij en schreef een bedrijfsplan. Zijn droom kwam uit.

John overleed in 2008. Zijn moeder Annie hielp tot 2022 mee als vrijwilliger. De medewerkers van Pluspunt en directeur Erik Sterk zetten het levenswerk van John voort: “Wij stellen mensen in staat om hun vaardigheden en gezondheid te ontwikkelen. Dat lukt vaak beter als zij het gevoel hebben van betekenis te zijn. Deze groep voelt zichzelf tweederangs. Dat vind ik iets om voor te strijden. Wij willen mensen positie geven in de stad.” Pluspunt is vooral bekend van de twee fietswerkplaatsen en het kleurrijke dorp in de binnentuin van een huizenblok. Ook zijn er hout-, staal-, kook-, kunst-, voedsel- en andere werkplaatsen. Mensen met (een combinatie van) sociale-, psychische-, financiële-, huisvestings- en/of verslavingsproblemen kiezen zelf de activiteit die ze leuk vinden.

Voor de bezoekers is Pluspunt een familie waar mensen echt bij horen. Door mensen ook te laten meewerken met kunstenaars en sociaal ondernemers uit de stad, worden ze gezien en gehoord. Dat werkt als een magneet. “We zijn een spiegel voor de samenleving, maar ook voor de zorg. Veel zorgverleners willen aansluiten”, aldus Erik. Inmiddels werkt Pluspunt Rotterdam samen met vele zorginstellingen en biedt het begeleiding en ondersteuning aan meer dan honderd deelnemers.

Int GeKroonde Ynblok, 1694

Dit uit hout gesneden voorwerp hing als een reclamebord aan de gevel van blokmakerij Int GeKroonde Ynblok aan de Leuvehaven. Het bedrijf maakte scheepsonderdelen zoals katrollen (‘blokken’) om zware vrachten te kunnen takelen. Op het bord zien we mannen met gereedschap aan het werk en de producten die ze maken. In zulke bedrijven werden leerlingen opgeleid om het vak te leren. Als afronding van hun leertraject legden ze een examen af. Het maken van een ‘ynblok’, een katrol uit drie schijven, was onderdeel van deze meesterproef. Zo’n ynblok is centraal bovenaan afgebeeld, met een kroon erboven om het bedrijf extra prestige te geven. oog

Deelnemers Pluspunt
in oog met het verleden
“DEZE GROEP VOELT ZICHZELF TWEEDERANGS. DAT VIND IK IETS OM VOOR TE STRIJDEN.”
112
Kleurrijk Dorp bij Puspunt West

Glas-in-loodraam van taxibedrijf Ravero, ontwerp Sam van Vleuten, 1939-1940

In 1931 breidt RAVERO zijn bestaande autohandel in Rotterdam uit met een taxibedrijf “naar Amerikaansch model”. De Maasbode is diep onder de indruk van de 40 fonkelnieuwe Citroëns die door de stad rijden, bemand door keurig geüniformeerde chauffeurs. ‘De Ravero’ wordt bekend met zijn grote werkplaats, luxe auto’s, georganiseerde busreizen en sjieke chauffeursdienst. Als het bedrijf in februari 1940 een grote parkeerruimte onder de nieuwe Beurs in gebruik neemt, biedt het personeel een glas-in-loodraam aan met daarop de verschillende bedrijfsonderdelen. Enkele maanden later wordt de binnenstad grotendeels verwoest in het bombardement, maar de beurs en het raam zijn de oorlog ongeschonden doorgekomen.

0100 MAMA TAXI

Oog hebben voor je medemens en elkaar meenemen om te groeien. Mama Taxi doet het en zet alleenstaande vrouwen in hun kracht door ze waardig in het arbeidsproces mee te laten draaien.

De in Guinea-Bissau - Westelijk Afrika - geboren Zizi Fernandes kwam als zevenjarig meisje naar Nederland. Na haar studie Bedrijfskunde aan de Erasmus Universiteit werkte ze in de bancaire sector. Door projecten in Zuid-Afrika, verlangde ze ernaar om meer voor andere vrouwen te betekenen. “Mijn oma stimuleerde mij het maximale uit mijzelf te halen. Met oog voor mijn medemens en elkaar meenemen in persoonlijke groei.”

Zizi bedacht een businessconcept om vrouwen mee te laten doen in het economische proces: Mama Taxi. “De naam is een eerbetoon aan mijn oma. Het was haar bijnaam, omdat zij altijd liep en nooit een taxi nam. Ze was een enorm krachtige vrouw en grote inspiratiebron voor mij.”

Ze pitchte Mama Taxi in 2013 tijdens ‘Het beste Idee van Zuid-Afrika’ en won. Na drie jaar zette ze de stap, in háár Rotterdam. “Hier zitten dertigduizend alleenstaande vrouwen in de bijstand. Mama Taxi wil deze vrouwen duurzaam aan het werk krijgen en financieel onafhankelijk maken. Om zo een bijdrage te leveren aan de uitdagingen voor de stad.”

Mama Taxi leidt vrouwen ‘die aan de zijlijn staan’ op tot taxi-chauffeuse op directieniveau. Dat kunnen herintreders zijn of alleenstaande moeders. De vrouwen zijn een afspiegeling van Rotterdam en o.a. van Marokkaanse, Antilliaanse, Nederlandse en Afrikaanse afkomst. Het opleidingsprogramma is een totaalpakket dat de vaardigheden en het zelfvertrouwen op allerlei vlakken opkrikt. De mama’s, zoals Zizi de vrouwen noemt, rijden in volledig elektrische auto’s, want “duurzaamheid is op alle vlakken belangrijk”.

Het ultieme doel van Mama Taxi is het vormen van een krachtige internationale gemeenschap die de levens en toekomst verandert van vrouwen wereldwijd. Na Rotterdam & omstreken is Zuid-Afrika de gedroomde volgende ‘halte’.

Zizi Fernandes © Marlies Hofstede Photography oog in oog met het verleden
Rij taxi’s Mama Taxi 113
“MAMA TAXI WIL ROTTERDAMSE VROUWEN FINANCIEEL ONAFHANKELIJK MAKEN”

COLOFON

Uitgave Stichting Wijkcollectie i.s.m. Museum Rotterdam

Redactie Nicole van Dijk, Mariette van der Elburg, Doriene Reitsma, Ingrid de Jager, Mayke Groffen, Paul van de Laar, Liesbeth van der Zeeuw, Harold Joëls, Rob Noordhoek

Eindredactie Nicole van Dijk, Mariette van der Elburg

Fotografie Erik van den Akker, Marijke Gips, Wijnand Groenen, Rob Hilz tenzij anders vermeld

Vormgeving Marlies Bouman

Productie Veenman+

Oplage 750 exemplaren

Met dank aan alle deelnemers en betrokkenen collectie Echt Rotterdams Erfgoed

© Stichting Wijkcollectie 2022

Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen of openbaar worden gemaakt in enige vorm of op enige wijze zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

www.echtrotterdamserfgoed.nl #echtrotterdamserfgoed

114
Luchtpark (nr. 0031)
115

Echt Rotterdams Erfgoed

In dit magazine presenteren we alle 100 deelnemers van de collectie Echt Rotterdams Erfgoed. Deze collectie laat zien wat er speelt in de stad. Het verhaal achter een object uit de historische collectie van Museum Rotterdam verbindt de deelnemers met ons rijke verleden. www.echtrotterdamserfgoed.nl

Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.