MBO-krant 54

Page 1

de MBO·krant De MBO Brigade helpt scholen bij het vinden van ruimte in de regels. Waar mogelijk worden regels geschrapt.

Het Kwaliteitsnetwerk mbo helpt scholen samen te werken aan beter onderwijs. In het rapport Kwaliteit in Kleur kijkt het netwerk naar de toekomst.

Pagina 2 Kwaliteit

Pagina 4 Interview Jos de Goey

Pagina 5 MBO Brigade

nummer 54 september 2019

Wat zijn de acht kenmerken van een professionele werk­omgeving voor de mbo-docent? Lees het white­paper van de BVMBO.

Pagina 6 Keuzedelen

Pagina 11 BVMBO

45ste editie WorldSkills

Met een symbolische druk op de knop wordt het mbo-schooljaar 2019 - 2020 geopend (foto: Joep.photo).

Feestelijke opening nieuw schooljaar Tijdens de feestelijke opening van het nieuwe mbo-schooljaar betoogde minister Ingrid van Engelshoven dat het Nederlandse beroepsonderwijs misschien wel het beste van de wereld is. Toch is innovatie van het onderwijs volgens de minister hard nodig. Zij heeft dan ook een oproep aan docenten en scholen: ‘Durf te innoveren. Dat is wat ik u toewens!’

De nationale opening van het mbo-schooljaar vindt dit jaar plaats bij MBO Amersfoort. Was vorig jaar koning Willem-Alexander de hoofdgast, ditmaal mag onder anderen VNO-voorzitter Hans de Boer de zaal toespreken. De werkgeversvoorman toont zich een hartstochtelijk fan van het mbo. ‘Wie de juiste opleiding kiest, is zeker van een baan. Een slimme vakman kan in de huidige markt goed geld verdienen’, zo houdt hij de aanwezige studenten voor. Volgens De Boer is het wel belangrijk dat jongeren een vak uitkiezen waar in de maatschappij vraag naar is. Voor opleidingen met minder goede baankansen

zou wat De Boer betreft een numerus fixus moeten worden ingesteld. Innovatiekracht

Minister Van Engelshoven is niet minder positief over het mbo. Volgens haar heeft Nederland misschien wel het beste beroepsonderwijs van de wereld. Toch wijst de minister de scholen op de noodzaak te vernieuwen. ‘Om snel te kunnen reageren op onverwachte ontwikkelingen in de samenleving, moet u bereid zijn om zichzelf continu te blijven heruitvinden’, stelt de minister. Dat geldt volgens haar niet alleen voor schoolbestuurders, maar ook voor docenten en studenten. ‘Blijf innoveren, durf de vernieuwing op te zoeken, zoek de innovatiekracht op’, is de heldere boodschap van de minister. Mislukken mag

Volgens Van Engelshoven hebben scholen alle ruimte om te vernieuwen. Scholen hoeven wat haar betreft niet bang te zijn voor een mislukking: ‘Het hoeft niet allemaal in één keer te lukken, het mag best misgaan.’ Ze beloofde scholen niet hard af te rekenen op een experiment dat minder geslaagd is. Wel is het belangrijk dat scholen leren van ervarin-

gen: de evaluatie van experimenten achteraf kan volgens de minister beter: ‘Kijk terug en probeer lessen te trekken.’ Maar de belangrijkste oproep is toch: durf te vernieuwen: ‘De samenleving heeft de innovatiekracht van het mbo hard nodig. Toon dan ook het lef om te innoveren! Dat is wat ik u toewens!’ Kickboksen

Wie zeker lef heeft is de mystery-guest van de middag: Rico Verhoeven. Hij vertelt onder

andere over zijn ervaringen als mbo-student, maar ook over de route die hij heeft afgelegd voor hij wereldkampioen kickboksen werd. Zijn tip aan studenten: als je iets wil, ga er dan honderd procent voor. Dat is best eng, want als het mislukt heb je geen excuus meer. Ton Heerts, voorzitter van de MBO Raad, geeft alvast het goede voorbeeld. Uitgedaagd door Rico Verhoeven doorstaat hij met glans de ultieme test: in een staredown toont hij zich zeker niet de mindere van de wereldkampioen.


2

Practoraat in praktijk

de MBO·krant

‘Laat docenten eigenaar zijn van hun eigen onderwijs’ Voor het vierde deel uit de serie over practoren en hun practoraat sprak de MBO•krant met Nico Persoon. Hij is als practor verbonden aan het practoraat Energietransitie van ROC Mondriaan. Vijf vragen aan practor Nico Persoon. Wat is de doelstelling van het Practoraat Energietransitie? ‘Die doelstelling is tweeledig. Ten eerste gaat het om onderwijsvernieuwing. We zijn erachter gekomen dat op de verschillende mbo-opleidingen nog veel traditionele techniek wordt onderwezen. Dat zie je bijvoorbeeld in het praktijklokaal. Daar hangen dan vijf CV-ketels. Dat is de oude wereld. Ik spreek regelmatig installateurs die zeggen dat die oude wereld nog wel een tijdje blijft. Maar de ontwikkelingen gaan snel. Ook nu al geeft een dergelijke setting te weinig houvast voor de praktijk waarin studenten aan de slag (zullen) gaan. De tweede doelstelling is ruimte maken voor praktijkleren. Daarvoor werken we samen met veertig verschillende partijen die zich allemaal bezighouden met de energietransitie. Met beide doelstellingen spelen we in op het veranderende vak. Het gaat erom dat studenten een andere rol moeten leren innemen, een meer adviserende. Generieke oplossingen zijn er minder. Je moet als installateur een systeem aanbieden dat past bij het huis, de omgeving en het gebruik van mensen.’ Hoe geef je invulling aan die onderwijsvernieuwing? ‘Ik zie het als mijn taak om curricula aan te passen aan deze tijd. Dat doe ik nadrukkelijk samen met het

5 vragen aan:

bedrijfsleven. Allereerst doen we dat door keuzedelen te maken. Die liggen in lijn met het hbo en wat daarin gevraagd wordt van de studenten. Wat mij betreft is keuzeonderwijs de grote verandermotor voor onderwijsvernieuwing. Het opzetten van een keuzedeel gaat relatief snel en nieuwe ontwikkelingen zijn daarin snel onder te brengen. Docenten nemen die ontwikkelingen ook weer mee in het reguliere onderwijs.’ Hoe ziet praktijkleren eruit? ‘We laten studenten vooral veel in

het einde maar het begin. Je moet dan op zoek naar manieren om ze stiller te maken. Studenten doen dat gewoon; voor hen is het sowieso allemaal nieuw. Maar we moeten vooral aan de slag met docenten: zij zijn experts die het moeten overbrengen aan studenten. Docenten moeten ook iets anders doen dan ze deden. Daarop reageren ze wisselend. Sommigen zijn heel enthousiast, die denken: eindelijk mag ik! Anderen hebben een kritischere houding. In het mbo zie ik docenten die een enorme passie voor hun vak hebben. Maar het onderwijs bestaat toch vaak uit programma’s van de school. Laat docenten eigenaar zijn van hun eigen onderwijs.’

practor Nico Persoon (ROC Mondriaan) de praktijk werken. Dat doen we in het Techniek Innovatie Huis in Den Haag. Daar komen voorbeeldinstallaties in waarmee studenten kunnen oefenen en experimenteren. Een warmtepomp, een hybride systeem, zonnecollectoren, noem maar op: het komt er allemaal in. We hebben ook een Powerwall, een thuisaccu, zodat we energie kunnen opslaan. Met bouwkunde zijn we bezig met circulair bouwen, luchtdicht bouwen en isoleren. Hbo’ers en mbo’ers werken samen aan projecten. Ik vind het heel

belangrijk dat studenten van elkaar leren. Bovendien ziet een mbo’er op deze manier in de praktijk of het hbo bij hem past.’ Wat zijn de reacties? ‘Studenten zijn hartstikke enthousiast. Zij hebben wel andere skills nodig. Ze moeten kritisch leren kijken naar al die nieuwe technieken. Wat betekent het als warmtepompen te luid zijn? Dan moet je op zoek gaan naar een oplossing! Als ze inderdaad te veel herrie maken zoals sommigen beweren, dan is dat niet

Hoe geef je de samenwerking met partners vorm? ‘Het belangrijkste van ons project is dat we die veertig partners, zonnepanelenfabrikanten en fabrikanten van warmtepompen, maar ook kleine installateurs en grote bouwbedrijven, actief betrekken. Dat gaat gelukkig goed; ze werken graag met ons samen. Onze partners geven allemaal gastlessen en delen kennis. Maar ze halen ook iets: ze kunnen in gesprek met hun toekomstig personeel en hebben invloed op de manier waarop we die medewerkers opleiden. De verschillende tempo’s zijn wel een uitdaging. Het bedrijfsleven wil vaak sneller, maar juist in keuzedelen lukt het om die verschillende tempo’s op elkaar aan te passen.’ 30 oktober is de intrederede van Nico Persoon. In het Techniek Innovatie Huis in Den Haag geeft hij dan een inkijkje in ‘De gereedschapskist van de energietransitie’.

Kwaliteitsnetwerk:

Blijf investeren in kwaliteitscultuur binnen mbo-scholen De kwaliteit van het onderwijs op de mbo-scholen is volgens de Onderwijsinspectie de afgelopen jaren aantoonbaar toegenomen. Dit is te danken aan de inspanningen die de scholen zelf hebben verricht en de activiteiten van het Kwaliteitsnetwerk mbo helpen hierbij. Volgens het netwerk is het belangrijk de komende tijd te blijven werken aan het kwaliteitsbewustzijn binnen de scholen.

Het Kwaliteitsnetwerk mbo is in 2010 opgericht door enkele mboscholen om gezamenlijk te werken aan verbetering van de onderwijskwaliteit. Binnen het netwerk werken de scholen samen aan kwaliteitsverbetering, onder andere via audits. Inmiddels zijn bijna alle scholen aangesloten bij het netwerk. Kwaliteit in kleur

Op verzoek van het netwerk hebben externe deskundigen de activiteiten van het netwerk kritisch onderzocht. Hierbij konden de onderzoekers gebruikmaken van de verslagen van audits en andere activiteiten van het netwerk. Uit de rapportage Kwaliteit in Kleur blijkt dat het mbo in een zeer dynamische omgeving opereert.

Mede daarom is het cruciaal dat de scholen blijven werken aan kwaliteitsverbetering. De aanpak van het netwerk om op het niveau van onderwijsteams te werken aan kwaliteit is waardevol.

Eigen kleur

Volgens Peter van Mulkom, voorzitter van het Kwaliteitsnetwerk mbo, blijft het belangrijk dat scholen samen blijven werken aan kwaliteitsverbetering: ‘Het netwerk is

een middel om het kwaliteitsbewustzijn binnen de scholen op een hoger niveau te krijgen.’ Zo heeft het netwerk haar aandacht verlegd van kwaliteitszorg naar de focus op kwaliteitscultuur. Via het netwerk werken de scholen samen aan het versterken van het lerend vermogen en de kwaliteitscultuur die daarbij past. Samen kunnen we de komende jaren de kwaliteit van het mbo verder verbeteren.’ Het rapport ‘Kwaliteit in kleur. Bouwstenen voor de toekomst’ is te downloaden via www.kwaliteitsnetwerk-mbo.nl. Meer informatie is te verkrijgen via info@kwaliteitsnetwerk-mbo.nl.


Internationalisering

september 2019

3

column Nieuw jaar, nieuwe voornemens! Nee, dit is geen oude column van begin 2019. Normaal maak je natuurlijk aan het begin van het nieuwe jaar goede voornemens. Ik vind het begin van een nieuw schooljaar ook een geschikt moment hiervoor. Daarom vraag ik aan iedereen om minimaal twee haalbare goede voornemens te formuleren. Omdat je dit misschien lastig vindt, vertel ik je één van mijn goede voornemens.

‘Boost je taal in het buitenland’ Mbo-studenten vinden een buitenlandervaring erg waardevol om een vreemde taal te leren en interculturele vaardigheden op te doen. Maar hoe leer je nou het beste een andere taal? En wat moet je vooral niet doen? Een bijdrage van Lineke Ouwendijk en Danielle Vogelaar van Nuffic over de do’s en dont’s van taalverwerving in het buitenland.

‘I hate you all welcome’. Hoe vaak worden buitenlandse gasten op deze manier verwelkomd? Nederlanders staan erom bekend dat ze hun talen goed spreken. Toch valt dat in de praktijk tegen. Natuurlijk spreken de meeste Nederlanders een aardig woordje over de grens. Een broodje bestellen in Frankrijk of Duitsland lukt meestal wel. Maar om je goed voor te bereiden op de internationaal georiënteerde arbeidsmarkt is meer nodig dan een uurtje Engels of Duits in de week. Daarvoor laat je je onderdompelen in die andere taal. Actieve houding

Onderdompelen is dus het toverwoord, waarbij het eigenlijk gaat om het doen, oftewel durven spreken. Een nieuwe taal spreken vereist een actieve houding. Die stimuleer je het beste door de intrinsieke motivatie te bevorderen. Vraag studenten om ter voorbereiding op een buitenlandervaring een buitenlandse serie te kijken. Of laat ze een boek in het Engels lezen, een vlog in het Spaans bekijken of muziek luisteren. Laat ze de verhalen met elkaar delen of vraag ze erover te presenteren in die taal. Zijn ze eenmaal gearriveerd in het buitenland dan is ‘klieken’ met andere Nederlanders leuk, maar voor je taalverwerving een ‘no go’. Dus een diner bij een buitenlands gastgezin, op fietstoer met een local en afspreken in een park met een

groep internationale studenten maakt een vreemde taal leren leuk en effectief. Makkelijker contact

Er zijn verschillende manieren om je taal te verbeteren, zoals een stage bij een erkend leerbedrijf in het buitenland. Maar er zijn ook andere mogelijkheden. Jessica Nijhuis, oud-studente van het Deltion College, volgde een cursus om de taal helemaal eigen te maken. Zij ging tijdens haar opleiding contactlensspecialist een maand naar Los Angeles voor een cursus Engels. Jessica: ‘Doordat niemand elkaar kende, maakte iedereen makkelijk contact. Ook na de cursusdagen sprak ik af met mijn klasgenoten. We gingen naar het strand of verkenden de omgeving met de auto. Doordat ik eropuit ging en in contact kwam met de lokale bevolking, had ik de taal sneller onder de knie dan ik had verwacht.’ Jessica merkt op dat ze makkelijker contact legt door haar buitenlandervaring. Dit valt vooral op tijdens haar werk in de optiek. ‘Als er een Engelstalige klant in de winkel komt, stap ik hier makkelijk op af ’, zegt Jessica. Andere werelden

Door globalisering krijgen mbo-afgestudeerden vaker te maken met leveranciers en klanten die een andere taal spreken en een andere culturele achtergrond hebben. Ook het dagelijkse leven wordt internationaler. Er komen steeds meer toeristen naar Nederland en ook via social media en games komen jongeren in aanraking met mensen die een andere taal spreken. In onze interculturele samenleving biedt talenkennis toegang tot andere werelden en perspectieven. Een taal leren kan door een tweetalige opleiding te volgen. Studenten volgen dan 50% van de opleiding in een andere taal. Doordat zij dagelijks Engels of Duits spreken, leren zij de taal door en door. Vaak

is een buitenlandstage vast onderdeel van de tweetalige opleiding. Een student die een vreemde taal beheerst, kan makkelijker leven, wonen en werken in een internationale omgeving. Zo wordt Duits steeds meer gevraagd bij handel en autotechniek. Maar denk ook aan die Japanse gast die komt inchecken in een hotel of een internationaal transport met een buitenlandse groothandel in bloemen en planten. Kortom, taalbeheersing is belangrijk en kunnen studenten goed opdoen in het buitenland. Zij maken dan in ieder geval niet de fout om hun buitenlandse gasten bij het eerste contact te vertellen dat zij niet welkom zijn

Feiten & cijfers buitenlandervaring mbo 7,6% van de afgestudeerde mbo-studenten deed een buitenlandervaring op. Vooral op het gebied van taalverwerving en interculturele vaardigheden vinden studenten hun buitenlandervaring erg waardevol. Schoolverlaters met een buitenlandervaring in het cohort 2014‑15 gaven gemiddeld vaker aan een goede beheersing van een vreemde taal te hebben (55%) dan hun niet-mobiele medestudenten (33%). In tegenstelling tot andere vaardigheden zoals bijvoorbeeld het hebben van zelfvertrouwen en/of het kunnen omgaan met verschillen en conflicten, is het moeilijker om taalvaardigheid in een vreemde taal op te doen in de Nederlandse context. Van alle mbo-afgestudeerden uit het schoolverlaterscohort 2016 die anderhalf jaar na afstuderen deel uitmaakten van de werkzame beroepsbevolking, gaf circa 19% aan dat de beheersing van een vreemde taal ‘belangrijk’ of ‘zeer belangrijk’ was voor het werk in hun huidige functie. bron: Nuffic Internationalisering in Beeld, 2018

Het verminderen van het aantal wegwerpbekers op het ROC in Nijmegen. Dat was mijn goede voornemen afgelopen jaar. Hiervoor heb ik de hulp gevraagd van mijn studenten. Binnen de opleiding Facilitair Leidinggevende geef ik het vak ‘Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen’. Een vak dat goed aansluit bij mijn voornemen. Mijn studenten hebben in groepen gewerkt aan een oplossing voor de grote hoeveelheid wegwerpbekers die wij gebruiken. Wat kwamen daar goede ideeën uit! Als student Facilitair Leidinggevende heb je goed zicht op hoeveel koffiebekers er per dag besteld en bijgevuld moeten worden. Dit motiveerde mijn studenten om met creatieve oplossingen te komen. Eén groep heeft een app ontwikkeld die mensen aanspoort bekers opnieuw te gebruiken. Een andere groep kwam met het idee om koffiemokken te maken van gerecycled materiaal. Ook vonden mijn studenten het belangrijk om mensen bewust te maken van het gebruik. Daarom zijn er kunstwerken gemaakt van het aantal gebruikte bekers per week, maand en jaar. Dan realiseer je pas echt hoeveel het er zijn. Mijn leidinggevende was enthousiast over de ideeën en dat maakte mij trots. Tijdens de afsluiting van het schooljaar kreeg iedereen een eigen mok. Zo kunnen wij allemaal bijdragen aan het verminderen van wegwerpbekers. Mijn goede voornemen is dus uitgekomen. Nu die van jou nog! Ik wens iedereen een fijn en succesvol schooljaar. Dirk Megens, Leraar van het jaar


4

Interview

de MBO·krant

Interview Jos de Goey, kersverse voorzitter WorldSkills International

‘Vakmanschap speelt een cruciale rol bij maatschappelijke uitdagingen’ Tijdens WorldSkills 2019 in het Russische Kazan is Jos de Goey benoemd tot voorzitter van WorldSkills International. WSI is met tachtig aangesloten landen allang niet meer louter een organisatie die eens in de twee jaar de ‘wereldkampioenschappen voor beroepen’ organiseert, maar een vehikel om te komen tot beter beroepsonderwijs en een betere maatschappij. ‘Jongeren moeten zich ervan bewust zijn dat ze door het beheersen van hun vak een essentiële bijdrage kunnen leveren aan mondiale maatschappelijke uitdagingen.’

E

cht verrassend was de benoeming van Jos de Goey, eind augustus, niet. De vorige voorzitter, de Brit Simon Bartley, had de maximale zittingstijd van twee keer vier jaar erop zitten en dus zocht men naar een opvolger met veel internationale ervaring. De directeur van WorldSkills Netherlands – een functie die De Goey overigens naast het voorzitterschap blijft uitoefenen – zat vanaf 2010 in het bestuur van WorldSkills International met de portefeuille ‘strategie’. Van 2007 tot 2015 was hij ook voorzitter van WorldSkills Europe. ‘De afgelopen jaren kreeg ik van diverse individuele leden al de vraag of ik in 2019 het voorzittersstokje wilde overnemen’, vertelt De Goey. ‘Ikzelf zie het ook als een logische stap. Ik kan nu de koers die we al uitstippelden met het bestuur verder bewandelen: van Skills meer maken dan alleen een competitie.’ Tweede keuze

Bij de allereerste WorldSkills die Jos de Goey bijwoonde (Seoul, 2001) vormden de vakwedstrijden nog de hoofdmoot van het evenement. Tegenwoordig is WorldSkills ook een platform en netwerkbeweging met bijeenkomsten met overheidsvertegenwoordigers, bedrijfsleven en andere internationale organisaties over ontwikkelingen in beroepsonderwijs, van industrie-standaarden en skills van jongeren. ‘In Nederland, maar ook elders in de wereld, zien we steeds meer in dat het beroepsonderwijs beslist geen “tweede keuze” is. Nog steeds richten ouders en maatschappij hun pijlen primair op “universitair” of “hoger geschoold”, maar er is een verandering gaande. Het beroepsonderwijs is inhoudelijk veel aantrekkelijker geworden en daarmee een attractieve keuze.’ Buiten het zichtveld

‘Kijk alleen al naar de technologische ontwikkelingen’, vervolgt De Goey. ‘In de Rotterdamse haven zie je tegenwoordig vooral procesoperators achter computers. Maar het oude, traditionele beeld – laden & lossen is zwaar en vies werk – overheerst nog steeds. Dit zijn immers beroepen die zich buiten je zichtveld afspelen. Neem een bouwplaats: die is tegenwoordig volledig afgeschermd. En als je niet weet hoe een beroep eruit ziet, kies je daar niet zo snel voor. Dat maakt de vakwedstrijden ook zo mooi: je ziet vakmensen met kennis, kunde en passie hun beroep uitoefenen.’ Krant als bescherming

Ook andere aspecten van het hedendaagse beroepsonderwijs zie je terug bij de wedstrijden. Veiligheid bijvoorbeeld. ‘Ik zag laatst opnamen van WorldSkills ’66. Daar droegen de lassers

een krant tussen hun bril en hun gezicht als bescherming tegen de vonken. Lashelmen of lasbrillen had je nog niet. Dat kun je je nu niet meer voorstellen. En naast de werkomstandigheden zijn ook de salarissen verbeterd. Zeker in deze arbeidsmarkt met grote tekorten aan vakmensen. Als mbo-geschoolde ontloopt je salaris nu nog nauwelijks dat van een hoger opgeleide. Hoogste tijd dus om dat “tweede keuze”-gevoel van ons af te schudden.’ De staat van het beroepsonderwijs

Een van de belangrijkste WSI-activiteiten is dan ook de promotie van vakmanschap. ‘We willen inzichtelijk maken wat de staat van het beroepsonderwijs is. Wat zijn de verschillende vakgebieden, welke beroepen kun je daar zoal uitoefenen en wat zijn de belangrijkste ontwikkelingen? Dit doen we ieder jaar, het ene jaar bij WorldSkills en het jaar erna bij EuroSkills en de andere continentale vakwedstrijden. En wel door alle belangrijke partijen samen te brengen: onderwijs, bedrijfsleven en overheden. Het is daarbij de continuïteit die dit evenement zoveel meerwaarde geeft: dit is het enige mondiale event voor beroepsonderwijs waar alle stakeholders structureel bijeenkomen. Als je al die partijen afzonderlijk zou willen bezoeken, vlieg je een jaar lang de hele wereld over. Dan is zo’n steeds terugkomend evenement een stuk efficiënter.’ Reden voor partijen als Unesco, World Bank en de Europese Unie om zich steeds nadrukkelijker aan WorldSkills te verbinden. Reden ook voor bedrijven om jarenlange sponsorcontracten met WSI aan te gaan, zodat wedstrijddeelnemers met de allernieuwste apparatuur en

volgens de allernieuwste technieken kunnen werken. De Goey geeft een voorbeeld: ‘Neem de Skills-competities CNC-draaien en -frezen. Bij de wedstrijden staan er 20 machines van enkele tonnen per stuk. Die moeten ook getransporteerd worden, terug naar Duitsland. Van de vervoerskosten alleen al kun je een bijzonder mooi huis laten bouwen. Al dit soort kosten worden door het bedrijfsleven gedragen. Onze sponsoren vinden het gewoon belangrijk om hun producten te laten zien, maar ook om ervoor te zorgen dat het beroepsonderwijs in de hele wereld op een hoog niveau blijft.’ Improving the world

De Goey wil de reeds ingezette koers – Vision2025 gedoopt – de komende jaren doortrekken. ‘Ik vind het sowieso de verantwoordelijkheid van WSI, en daarmee ook van mij als voorzitter, om het proces van netwerken optimaal te maken. Wij moeten ervoor zorgen dat de juiste verbindingen op dat ene moment gemaakt worden. Dat we, in een inspirerende omgeving waarin jongeren proberen het maximale uit zichzelf te halen, met alle stakeholders kijken wat we nog meer zouden kunnen betekenen. De vakwedstrijden vormen in mijn optiek een vehikel om te komen tot beter beroepsonderwijs én een betere maatschap-

pij. Niet voor niets is ons credo Improving our world with the power of skills.’ Het klimaat en andere uitdagingen

Dat klinkt idealistisch, maar De Goey vindt het ook realistisch. Als je kijkt naar de uitdagingen die wij als maatschappij hebben – kernachtig verwoord door de Verenigde Naties in de zogeheten Sustainability Development Goals – dan ziet de kersverse WSI-voorzitter een cruciale rol voor mbo’ers. ‘Vakmensen kunnen puur door het beheersen van hun vak helpen de grote veranderingen van deze tijd in goede banen te leiden. In West-Europa kunnen zij praktisch bijdragen aan oplossingen voor bijvoorbeeld de klimaatverandering. Landen in Afrika kennen nog andere uitdagingen, waarbij vakmanschap eveneens essentieel is. Ik zie het dan ook echt als taak van WSI om zoveel mogelijk jongeren bewust te maken van hun “power of skills”. Ik wil jongeren sowieso veel meer betrekken. Bij WorldSkills bestaat al zoiets als de Champions Trust, waarbij oud-deelnemers bij elke editie als ambassadeurs over de wereld trekken om te vertellen hoe belangrijk het beroepsonderwijs is. Ik wil daar graag een jongerenbeweging van maken die samenwerkt om elkaar te inspireren en hun kennis en vakmanschap te onderhouden. Enfin, genoeg te doen de komende jaren!’

MBO Today volgde de helden van Team Nederland eind augustus op de voet. In het dossier ‘WorldSkills Kazan 2019’ staan interviews voor, tijdens en na deze succesvolle (13 Medals of Excellence!) wereldkampioenschappen voor beroepen.


MBO Brigade

september 2019

5

Docenten die last hebben van wet- en regelgeving kunnen voortaan terecht bij een ‘brigade’. Experts staan klaar om tegen overbodige regels ten strijde te trekken.

W

ie in het mbo last heeft van knellende of overbodige regels kan sinds dit jaar terecht bij deskundige hulpverleners. De MBO Brigade bestaat uit docenten, beleidsmakers en juristen. Zij zijn op afroep beschikbaar om belemmerende regels aan te pakken. De brigade vloeit rechtstreeks voort uit het Bestuursakkoord dat de MBO Raad en ministerie van Onderwijs begin 2018 tekenden. Ton Heerts, voorzitter van de MBO Raad, kondigde toen aan dat de brigade ‘met militaire precisie’ tegenstrijdige regels zou opruimen. Waar mogelijk zal de brigade regels schrappen. Maar de brigade kan docenten ook helpen om ruimte in de regels te vinden. Soms staat de regelgeving namelijk meer toe dan docenten denken. Verder kan de brigade uitleg geven over ingewikkelde wet- en regelgeving.

Varkenshouders

Tijdens een bijeenkomst van de MBO Brigade komt een casus van het Zone.College aan de orde. Deze school, vorig jaar ontstaan uit een fusie van AOC Oost en Groene Welle, heeft de ambitie om het onderwijs zoveel mogelijk bij bedrijven

MBO Brigade ruimt overbodige regels op door experts te laten plaatsvinden. In de nieuwe opleiding Varkenshouderij (BOL, niveau 3 of 4) wordt het onderwijs voor een groot deel verzorgd op zes geselecteerde varkenshouderijen. Daar krijgen de leerlingen les van de ondernemers zelf, bijvoorbeeld over onderwerpen als hygiëne of energieneutraal ondernemen. Het Zone.College traint de ondernemers, maar van een formele lesbevoegdheid is geen sprake. Wel zijn docenten op afstand beschikbaar voor hulp en assistentie. Jennifer Wessels Boer, die het Zone. College adviseert over deze nieuwe vorm van onderwijs: ‘Wij zijn ervan overtuigd dat deze studenten het

vak het beste in de praktijk leren. Beroepsonderwijs binnen vier witte muren gaat het niet meer worden. Het werk in de varkenshouderij verandert zo snel, dat is vanuit een schoolgebouw onmogelijk bij te houden. Ook de noodzakelijke theorie leren jongeren het beste van ondernemers die actueel bijgeschoold zijn en dagelijks werken met de nieuwste technologieën. Varkenshouders, studenten en ouders zijn super enthousiast: deze vorm van onderwijs heeft de toekomst.’ Onderwijstijd

Met het nieuwe onderwijsconcept lijkt het Zone.College op het eerste oog niet te voldoen aan de regels voor begeleide onderwijstijd. De varkenshouders hebben immers geen tweedegraads lesbevoegdheid. En ze geven wel zelfstandig les op hun bedrijf. Reden voor de school om dit probleem voor de leggen aan de MBO Brigade. In de gesprekken met de brigade zijn diverse oplossingen aan bod gekomen. Zo zou het onderwijs dat verzorgd wordt op de bedrijven aangemerkt kunnen worden als stage. Maar dat is niet wat het Zone.College wil. Jennifer: ‘Dit is onderwijs, het is geen stage. Het is voor de toekomst van groot belang dat deze manier van lesgeven erkend wordt als volwaardig onderwijs.’ Kwaliteitsborging

Zes varkenshouders verzorgen onderwijs op hun bedrijf

Volgens Jérôme Smits van het mi-

Ton Heerts: ‘Bedrijven worden scholen’ De MBO Brigade is een idee van Ton Heerts. In een interview met MBO Today zei Heerts in december 2018: ‘Het is belangrijk dat regels die innovatie in de weg staan worden opgeruimd. Docenten en instructeurs moeten alle ruimte krijgen om het beroepsonderwijs steeds beter te maken.’ In een opinieartikel in het Financieel Dagblad stelde hij over de toekomst van het beroepsonderwijs: ‘Scholen worden meer bedrijven en bedrijven worden meer scholen.’

nisterie van Onderwijs is belangrijk waar de regels voor onderwijstijd eigenlijk voor bedoeld zijn. ‘De urennorm is geen doel op zich’, legt hij uit. ‘Uiteindelijk gaat het om het verzorgen van goed onderwijs. Cruciaal is dat de school kan borgen dat de onderwijskwaliteit op orde is. Dat kan bijvoorbeeld door duidelijke afspraken te maken over de begeleiding van de ondernemers die onderwijs verzorgen. En door een goede vorm van evaluatie in te bouwen. Als de Onderwijsinspectie vragen stelt, moet je kunnen uitleggen waarom dit verantwoord onderwijs is hoe je de kwaliteit borgt. Als je een goed verhaal hebt, is er veel mogelijk.’ Lef

Volgens Smits is het belangrijk dat scholen met enige lef naar onderwijsinnovatie durven te kijken. De belangrijkste vraag is ‘hoe maak ik

goed onderwijs’ en niet ‘hoe voldoe ik aan de regels’. Als de brigade een klein duwtje in de rug kan geven, is dat zeker nuttig. Voor het Zone.College was er al met al voldoende reden om dit jaar de nieuwe opleiding te beginnen. De eerste ervaringen – de opleiding is net begonnen – zijn ronduit positief. Intakeformulier

Wie een overbodige regel op het spoor is of een knelpunt aan de orde wil stellen, kan via een digitaal intakeformulier bij de brigade terecht. Het intakeformulier is te vinden op de website van het kennispunt Onderwijs & Examinering. Dit kennispunt ondersteunt de brigade. De MBO Brigade is een initiatief van de MBO Raad en het ministerie van Onderwijs. Bij de uitvoering van de brigade zijn docenten (BVMBO), studenten (JOB) en vakbonden nauw betrokken.


6

Keuzedelen

de MBO·krant

De teller van het aantal keuzedelen waarmee mbo’ers hun kennis en vaardigheden kunnen verbreden en verdiepen en zo nog aantrekkelijker worden voor de arbeidsmarkt, is de 1.000 al ruimschoots gepasseerd. En de keuze wordt al maar ruimer. In deze rubriek staat telkens een recent ontwikkeld keuzedeel centraal. Met in deze aflevering: het keuzedeel voorbereiding hbo.

#7

E

r is een groot aantal keuzedelen mbo-hbo. Maar er zijn niet veel keuzedelen zoals het keuzedeel voorbereiding hbo dat door ROC van Amsterdam, Nova College en Hogeschool Inholland is opgezet. Door het volgen van dit keuzedeel moeten studenten een completer maar vooral concreter beeld krijgen van de overstap naar het hbo. Daarom gaat het niet alleen in op verschillen in lesmethodes of algemene studievaardigheden; de focus ligt vooral op de inhoud van het onderwijs. Zuren, basen en rekenen

‘Een docent van onze opleiding heeft onderzoek gedaan bij hboscholen en heeft specifiek voor de laboratoriumopleidingen gekeken naar welke vaardigheden nodig zijn in het hbo en waar mbo’ers moeite mee hebben’, vertelt Kim van Gessel, Opleidingsmanager Laboratoriumtechniek van het ROC van Amsterdam. ‘Het gaat dan om chemische vakken, werken met zuren en bases, maar zeker ook chemisch rekenen. Veelal stof die op de havo wordt gegeven. Op het mbo wordt dit op een lager tempo en met minder diepgang gegeven dan op het hbo. De aandacht voor onderzoeksvaardigheden is ook minder op het mbo.’

Nieuwe keuzedelen in the spotlight Bij het keuzedeel voorbereiding hbo werken de studenten in groepen en gaat het echt om de inhoud.

Concreter beeld van de overstap naar het hbo denten gekeken waar behoefte aan was. Daaruit hebben we afgeleid dat er vooral behoefte was aan concrete lessen. In dit keuzedeel werken de studenten in groepen en gaat het echt om de inhoud. Zo krijgen ze een concreter beeld van hoe een vervolgopleiding is. Dit sluit ook beter aan op de beleving en interesse van onze studenten. Bèta’s vinden die concrete en inhoudelijke benadering over het algemeen prettig.’ Ervaringen

Concreter beeld

‘Een aantal van die punten is aanwezig in alle keuzevakken voorbereiding hbo’, vervolgt Kim. ‘De onderzoeksvaardigheden en het projectmatig werken in groepen bijvoorbeeld. Maar wij wilden een keuzedeel dat inhoudelijk aansloot bij onze niveau 4-opleiding Analist laboratorium. De voorbereidingen waren al gestart toen ik twee jaar geleden bij het ROC van Amsterdam begon. Ik kom uit het hbo, daar zag ik hoe belangrijk een goede voorbereiding is voor mbo-studenten. In een regulier keuzedeel voorbereiding hbo komen studenten op meerdere verschillende plekken. Wij hebben actief met docenten en stu-

‘Bèta’s vinden die concrete en inhoudelijke benadering prettig’

De eerste ervaringen met het keuzedeel zijn heel positief. ‘Al moet ik wel zeggen dat we afgelopen jaar met een kleine groep van 22 studenten zijn gestart’, benadrukt Kim. ‘Dit jaar zullen dit er twee keer zo veel zijn. Maar de groep was nu ook al best gemêleerd. Er zaten studenten tussen die bewust voor het keuzedeel kozen maar voor anderen gold dit minder. Op één na hebben de studenten allemaal hard gewerkt en zijn ze langer doorgegaan dan oorspronkelijk de bedoeling was. Inhoudelijk ervaarden studenten het keuzedeel als pittig maar het is ze goed bevallen om voor de inhoud te gaan. Ze hebben het bijbehorende hbo-examen ook zeer goed gemaakt. Verbeterpunten constateert Kim ook. ‘Ik denk dat het ook goed is als we hbo’ers meer aan onze studenten koppelen, via een buddysysteem. Het zal ook anders zijn als er twee keer zoveel studenten deelnemen.’

Vertrouwen

Hoe ziet Kim deze inhoudelijk aanpak van de keuzedelen voorbereiding hbo: werkt het ook voor andere opleidingen? ‘Ik denk dat deze aanpak ook werkt voor andere vakgebieden. Voor mbo-studenten is het ook heel logisch: je gaat verder met wat je toch al doet. Of dat nu werken in een laboratorium is of economie, dat maakt niet uit. Juist door de diepte in te gaan wordt duidelijk wat je op het hbo extra gaat doen en wat de verschillen met het mbo zijn. Algemene oriëntatie blijft natuurlijk belangrijk. Maar studenten hebben in deze aanpak iets aan hun achtergrond. Dat geeft ze vertrouwen.’ Niet meer maar beter

Kim vervolgt. ‘Dit keuzedeel is echt door het enthousiasme van alle docenten tot een succes gemaakt. Zowel de docenten van ROC van Amsterdam en het Nova College als die van Inholland zijn overtuigd dat het helpt en dat zie je terug. Ons doel is niet zozeer meer maar een betere doorstroom naar het hbo. Het gaat erom dat studenten als ze voor het hbo kiezen een grotere kans van slagen hebben op het moment dat ze willen doorstromen. Ons uitgangspunt is: als je erachter komt dat je het wilt, maken we het makkelijker en helpen we je erbij.’

Ewald Edink, docent Inholland: ‘Ik wilde studenten een goed beeld geven van wat studeren bij Inholland inhoudt. Vandaar dat ik zo weinig mogelijk aanpassingen aan het onderwijs heb gedaan. De grootste aanpassingen zijn geweest dat we geen gebruik hebben gemaakt van het studieboek en het tempo van de hoorcolleges is iets verlaagd. Het niveau van de lesstof is niet veranderd. Het was een enthousiaste gemotiveerde groep. Een aantal studenten heeft aangegeven dat zij verder willen bij Inholland. Ook zijn er studenten die door de module erachter zijn gekomen dat studeren op het hbo niks voor hen is, maar dat zie ik ook als winst. Het is voor iedereen beter als ze daarachter komen voor ze de overstap hebben gemaakt.’

Jesse van Dorst, docent ROC van Amsterdam: ‘De insteek van dit keuzedeel is het kennismaken met onderwijs op hbo-niveau. Niet alleen via verhalen, maar door het echt te ervaren: de studenten lopen een half schooljaar mee met lessen bij Inholland. Verder volgen ze zelf colleges op de hogeschool, maken toetsen en werken aan projecten. Hierdoor kunnen de studenten beter voor zichzelf beslissen of het hbo bij hen past. De ervaringen van de studenten waren positief en zelf vond ik het ook een geweldige ervaring. Door het samenwerken met de hbo-collega’s en de enthousiaste studenten kon ik “live” zien dat het keuzedeel bijdroeg aan de toekomst van de student.’

Loes Hooijboer, docent Nova College: ‘Tijdens mijn masterstudie heb ik onderzoek gedaan naar de doorstroom van mbo naar hbo. Het verschil tussen mbo en hbo is groot. Docenten hebben vaak hbo gedaan en zij hebben dus waardevolle ervaring die ze mee kunnen geven aan de student. Door het volgen van dit keuzedeel kunnen studenten zelf de sfeer proeven en een betere afweging maken of het hbo iets voor ze is. Het was de eerste keer dat we het keuzedeel aanboden dus er waren nog niet zoveel studenten die het gekozen hadden. Maar ze waren zo positief dat we volgend jaar dubbel zoveel studenten hebben die het keuzedeel willen volgen. Ze waren vooral te spreken over de opzet van het keuzedeel en de zelfstandigheid die van hen werd verwacht.’


Actueel

september 2019

7

MBO-magazine over vrede, vrijheid en democratie Voor het vierde jaar op rij brengt het Nationaal Comité 4 en 5 mei een speciaal magazine uit voor mbostudenten. ‘4Free’, gemaakt voor en door mbo-studenten, gaat over vrijheid, herdenken en vieren. Maar ook over keuzes maken en verantwoordelijkheid nemen. Vier vragen aan Gerdi Verbeet, voorzitter van het Comité. Waarom een speciaal magazine voor mbostudenten? ‘Jongeren die op het mbo zitten hebben vaak niet zo lang geschiedenisles gehad. Het is belangrijk dat ook deze jongeren, die vaak sterk verschillende achtergronden hebben, weten wat er tijdens de Tweede Wereldoorlog is gebeurd. Wat het betekent om dagelijks in onvrijheid te leven. Maar ook waarom er toen bijvoorbeeld geen verkiezingen waren.’

Wat kunnen jongeren dan concreet doen? ‘Iedereen kan zijn steentje bijdragen, door actief te worden in je wijk of bij een sportclub. Vrijheid gaat over het leven van alledag. Bijvoorbeeld de vrijheid van partnerkeuze, maar ook de vrijheid van denken. Bij een open en vrije samenleving hoort dat mensen in elkaar geïnteresseerd zijn, dat mensen zich in elkaars positie kunnen inleven en dat je opkomt voor het recht van mensen om anders te zijn. We zijn allemaal verantwoordelijk voor onze vrije samenleving. Dat vraagt soms om moedige keuzes, toen en nu. Al dat soort thema’s kun je in de klas bespreekbaar maken door aandacht te besteden aan de oorlogsjaren.’

FREE

MAGA ZI N E OVER KEUZES & VR IJ H EI D

“LUISTER NAAR DE MENING VAN JONGEREN”

Moeten we na 75 jaar nog steeds K OO aandacht aan besteden? J Ktijd KIdie E N I ONisL deow ‘Voor Nederland .nl -n Tweede e e r f 4 Wereldoorlog een moreel ijkpunt. Door in de les aandacht te besteden aan de oorlog, kan het belang van vrijheid en democratie echt duidelijk worden. Maar zo wordt ook helder wat iedereen zelf kan doen om een open en vrije samenleving te realiseren.’ Jahkini Bisselink, VN-jongerenvertegenwoordiger

Heeft u nog tips voor docenten? ‘Het magazine ‘4Free’ is een handvat om goede gesprekken in de klas voeren. Maar het kan ook heel leerzaam zijn om ooggetuigen van de oorlog uit te nodigen. Verder is een bezoek aan een museum of een herdenking een aanrader. Of als klas deelnemen aan een vrijheidsmaaltijd. Er zijn allerlei manieren denkbaar waarop je het belang van vrede en vrijheid met leerlingen kunt bespreken.’ ED ITI E 2 019/2 02 0

FREE ITI E E2 02 109/2 FREE E D ED ITI 19 020

IJ HOE EVNR JIJ? B

“BESEF HOE BIJZONDER HET IS DAT WE IN VRIJHEID LEVEN” Bevrijdingsfestival Zuid-Holland

“WE WAREN BIJNA IN EUROPA” Sami’s reis van Syrië naar Duitsland

Het magazine is voor mbo-scholen gratis aan te vragen. Alle informatie vind je op www.4en5mei.nl en op www.4free-now.nl.

‘Kwaliteitsbewustzijn mboscholen sterk gegroeid’ Het kwaliteitsbewustzijn binnen de mbo-scholen is de laatste jaren sterk gegroeid. De basiskwaliteit is op de meeste scholen zeker op orde. Die conclusie trekt MBO in Bedrijf in een terugblik op de eerste periode van kwaliteitsafspraken in het mbo.

In de eindrapportage ‘Haven bereikt, zeilen gestreken, resultaten geboekt’, blikt MBO in Bedrijf terug op de kwaliteitsafspraken die in de periode 2015-2018 van kracht waren. Volgens de rapportage kan geconcludeerd worden dat het kwaliteitsbewustzijn binnen de scholen de laatste jaren sterk is gegroeid. Met de Onderwijsinspectie stelt MBO in Bedrijf dat nagenoeg alle scholen de basis op orde hebben. Scholen hebben inzicht in de kwaliteit van opleidingen en teams. Als zich problemen voordoen, is de school hiervan in de regel eerder op de hoogte dan de inspectie, stelt MBO in Bedrijf. Kwaliteitsbesef

Volgens de rapportage is het kwaliteitsbesef in scholen inmiddels diep geworteld. Scholen zijn in toenemende mate zelfkritisch. Ook op individueel niveau is dit zichtbaar: docenten werken bijvoorbeeld steeds vaker met instrumenten als peer-review. Elkaar aanspreken op resultaten en gedrag wordt normaal. Volgens MBO in Bedrijf hebben de

kwaliteitsafspraken hierbij een belangrijke rol gespeeld. Chapeau

Volgens MBO in Bedrijf heeft het werken met kwaliteitsafspraken een gunstig effect gehad op het mbo. Op diverse thema’s zijn resultaten geboekt. Ook op andere terreinen is er sprake van spin-off, bijvoorbeeld als het gaat om het gegroeide strategisch vermogen. De investeringen in het verbeteren van de beroepspraktijkvorming hebben tot meer aandacht geleid voor de tevredenheid van leerbedrijven en studenten. Al met al concludeert MBO in Bedrijf dat een diepgevoeld chapeau aan de scholen op zijn plaats is. Van 2015 tot 2018 werkten de mbo-scholen met een eerste arrangement kwaliteitsafspraken. Inmiddels is een tweede periode kwaliteitsafspraken gestart, met een looptijd van 2019 tot 2022.

Remco Meijerink toont zijn happy socks

Jubilerend Friese Poort wil voor studenten het verschil maken De Friese mbo-school Friese Poort viert dit jaar haar 25-jarig bestaan. Minister Ingrid van Engelshoven reisde naar Leeuwarden om de school te feliciteren met het jubileum. En om alle docenten te complimenteren: ‘U levert een geweldige bijdrage aan de samenleving’. De opening van het studiejaar was voor Friese Poort dit jaar extra speciaal. Niet alleen omdat de school dit jaar 25 jaar bestaat, maar ook omdat minister van Onderwijs Ingrid van Engelshoven de feestelijke opening bijwoonde. In zijn welkomstwoord citeerde Remco Meijerink – speciaal voor deze gelegenheid gekleed in happy socks – een wijs woord van Nelson Mandela: ‘Onderwijs kan het verschil maken’. Dat geldt volgens Meijerink niet alleen voor succesvolle leerlingen, zoals Esra van der Meer, een van de deelnemers aan het WK voor beroepen, maar ook voor kwetsbare leerlingen. Kwaliteitsafspraken

De ambitie om het verschil te maken voor jongeren vormt ook de basis van de kwaliteitsagenda die Friese Poort dit jaar op verzoek van het ministerie van Onderwijs heeft opgesteld. Volgens Dries Koster, directeur van de vestiging Leeuwarden, investeert Friese Poort stevig in gelijke kansen voor alle leerlingen. Het gaat dan onder andere om een warme overdracht tussen vmboscholen en Friese Poort. Volgens Alice Muller, collega-bestuurder van Remco Meijerink, neemt de problematiek van kwetsbare jongeren op alle schoolniveaus toe. Friese Poort slaagt erin een zeer laag uitvalpercentage te realiseren – met ongeveer 3,5% uitval scoort de Friese school zeer goed – maar het voortijdig schoolverlaten dreigt weer toe te nemen. Een verklaring daarvoor is de zogenaamde groenpluk: werkgevers nemen

Minister Van Engelshoven: ‘U levert een geweldige bijdrage aan de samenleving’

jongeren al in dienst voordat de opleiding is afgerond. Als het economisch minder gaat, kunnen deze werknemers zonder diploma in de problemen komen. Complimenten

Minister Van Engelshoven was bijzonder complimenteus in haar speech. Volgens de minister loopt Friese Poort voorop met de ruime aandacht voor brede vorming en burgerschap. Friese Poort slaagt er volgens haar in om voor studenten de doorgang naar de samenleving te zijn: ‘U levert een geweldige bijdrage aan de samenleving’. De problematiek van kwetsbare jongeren kan de school volgens Van Engelshoven niet alleen oplossen. De minister roept iedereen – werkgevers, jeugdzorg, gemeenten – op om mee te helpen om deze jongeren te helpen: ‘Scholen kunnen dit niet alleen’. De minister levert zelf ook een bijdrage: de komende jaren wil zij 200 miljoen euro extra investeren in scholing en werk voor kwetsbare jongeren.


8

Dit is mbo

de MBO·krant

Welke mbo-student wordt de Landelijke Ambassadeur mbo 2019? Via het online programma Mbo’ers Pakken Aan op het YouTube-kanaal van Dit is mbo kun je zien hoe 42 mbo-ambassadeurs in de race zijn voor deze titel. De trailer van het programma kun je daar al bekijken, net als de introductiefilmpjes van de ambassadeurs zelf.

Tijdens de nationale opening van het mbo-jaar op 9 september 2019 zagen ze elkaar weer: de 42 mboambassadeurs die allemaal dingen naar de titel Landelijke Ambassadeur mbo 2019. Van rivaliteit was totaal geen sprake. Integendeel: het was een hartelijk weerzien. Exact drie maanden geleden, op 9 juni, ontmoetten de ambassadeurs elkaar voor het eerst. Zij startten toen met de voorbereidingen voor Mbo’ers Pakken Aan. In de trailer zie je hoe. Regioteams

Mbo’ers Pakken Aan maakt duidelijk dat mbo-studenten met twee benen in de maatschappij staan. Het online programma laat dat door middel van challenges zien. De 42 mbo-studenten zijn verdeeld over de regio’s noord, midden en zuid en mogen bij het door SBB uitgeroepen beste leerbedrijf van de provincies Drenthe, Zuid-Holland en NoordBrabant een opdracht uitvoeren. Ieder regioteam bestaat uit veertien studenten. Zij moeten samen een oplossing bedenken voor een vraagstuk dat te maken heeft met gezonde leefstijl. Finalisten

De challenges vinden plaats bij DistriVers in Hoogeveen, maaltijdprovider voor mensen met een zorgbehoefte, stichting La Vie en Rose locatie Stal Beks in Etten-Leur en doe-het-zelfzaak Praxis te Zoetermeer. Op alle locaties pakken de veertien ambassadeurs de voorgeleg-

Campagne Mbo’ers Pakken Aan van start de opgaven aan. Ter plekke kijkt een deskundige en onafhankelijke jury mee, die de belangrijke taak heeft om uit ieder regioteam één finalist te kiezen. Zij beoordelen de studenten op hun leiderschap, samenwerking, probleemoplossend vermogen, creativiteit en communicatie. Juryleden

De jury bestaat uit Desiree Hernandez, Landelijke Ambassadeur mbo 2018 en Tanja van Kleef, praktijkopleider bij Noordwest Ziekenhuisgroep Alkmaar, Beste Leerbedrijf van Nederland 2018. Drie regioleden staan de jury bij: Conrad Berghoef, Docent van het Jaar 2018 voor de regio noord. Giorgio Costa, Beste Leraar van Rotterdam 2018 voor regio midden en Dirk Megens, Docent van het Jaar 2019 voor de re-

In het geel de 42 mboambassadeurs die dingen naar de titel Landelijke Ambassadeur mbo 2019.

gio zuid. Ton Heerts, voorzitter van de MBO Raad, is de juryvoorzitter. Ontknoping

Mbo’ers Pakken Aan bestaat uit drie afleveringen met als presentator Jan Versteegh. De afleveringen verschijnen op: 30 september, 28 oktober en 11 november. De drie finalisten worden op 18 november bekend gemaakt op de Dag van het mbo, tijdens het ambassadeursgala. De finalisten mogen diezelfde dag pitchen waarom hij of zij dé titel verdient. YouTube

Wil je weten wie Desiree Hernandez gaat vervangen als Landelijke Ambassadeur mbo? Abonneer je op het YouTube-kanaal van Dit is mbo en mis geen enkele aflevering.

Dit is mbo.nl: nieuw jasje, meer inspiratie Dit is mbo.nl is vernieuwd. Niet alleen heeft de site een nieuw jasje, ook is de inhoud uitgebreid. Naast een kalender en inspirerende verhalen van en over studenten, docenten en praktijkbegeleiders, is er nu ook aandacht voor werken in het mbo. In de breedste zin van het woord. Dit is mbo.nl wordt gevuld met verhalen van, over en door al die mannen en vrouwen die onze vakkrachten in spe opleiden. Vakkrachten die onze maatschappij vormgeven, opbouwen en verzorgen. Dat vakmanschap wordt overgedragen door ruim 56.000 docenten en instructeurs met een schat aan ervaring en vakkennis. Wie zijn zij, wat drijft

hen en hoe kijken zij tegen het mbo aan? Hun verhalen zul je op de site gaan terugvinden. Neem dus gauw een kijkje op Dit is mbo.nl en laat je inspireren door al het moois dat Mega Belangrijk Onderwijs te bieden heeft. Hbo? Best pittig, maar te doen!

Zo kun je op Dit is mbo.nl een interview lezen met Nick Slippens. Hij is, naast student aan de pabo en de lerarenopleiding Nederlands, ook studentenmentor bij Hogeschool Fontys. Nick ging van vmbo-kader, naar mbo, naar hbo. Daardoor weet hij precies wat mbo’ers nodig hebben om een goede overstap naar het hbo te durven en te kunnen maken. Ongeveer veertig procent van de mbo-studenten gaat verder studeren in het hbo. Soms valt die overstap mee en soms valt dat tegen. Benieuwd naar Nicks ervaringen? Ga dan naar Dit is mbo.nl!

De knapperds van Team Nederland

Op Dit is mbo.nl lees je ook meer over de deelnemers aan WorldSkills in Kazan eind augustus. De oogst was fraai. Zo ging Miryanne Ruijs, de jongste deelnemer aan WorldSkills, met een bronzen medaille naar huis! Zij is de enige vmbo-deelnemer in het team en ging er met deze fijne prijs vandoor bij de WorldSkills Junior. Verder namen dertien deelnemers een medal of excellence mee naar huis. Zo’n medaille krijg je alleen als je bovengemiddeld presteert. En dat is al een prestatie op zich tussen 1.600 deelnemers uit heel de wereld die meededen aan deze Wereldkampioenschappen voor Beroepen. Jasper Olthuis uit ‘t Harde, student Elektrotechniek Gebouwen op het Deltion College, zal zeker ‘shinen’. Hij mag zich ‘Best of Nation WorldSkills 2019’ noemen.


Actueel

september 2019

✒ Zelfsturende teams Af en toe duikt die term op: ‘zelfsturende teams’. Eerlijk gezegd moet ik dan altijd weer even nadenken over de betekenis en de vraag of zoiets sowieso wel bestaat of kan bestaan. Helemaal nu, dankzij de Tesla en andere digitale auto’s, de discussie is ontbrand over de gevaren van de ‘zelfsturende auto’. Maar goed, gegeven de frequente verschijning van de term in de publiciteit en de vakliteratuur moet het begrip wel een kern van waarheid bevatten en relevant zijn voor de organisatorische ontwikkeling van het onderwijs en andere disciplines. Wat die publiciteit betreft wat voorbeelden. Allereerst het lezenswaardige rapport ‘Haven bereikt, zeilen gestreken, resultaten geboekt’. In deze Eindrapportage Kwaliteitsafspraken MBO (2015-2018)) legt MBO in Bedrijf verantwoording af over het werk van de afgelopen jaren. Hoofdstuk 10 is gewijd aan ‘Besturing en Bedrijfsvoering’. Hoewel haast krampachtig, de term ‘Zelfsturende Teams’ wordt vermeden, is er wel veel aandacht voor de meer autonome en resultaatverantwoordelijke onderwijsteams. De oproep van de Minister – schoorvoetend geaccepteerd – om teams te betrekken bij de productie van kwaliteitsplannen, heeft blijkbaar gunstig uitgepakt. Logisch, want in die teams ligt niet alleen de verantwoordelijkheid voor kwalitatief goed onderwijs, maar is ook, mag je hopen, de kennis, motivatie en ervaring aanwezig om dat te praktiseren. Iedereen agile? Dan het volgende voorbeeld: op 28 augustus voegde NRC in een artikel getiteld ‘Iedereen agile, zo gemakkelijk is dat niet’ twee nieuwe begrippen toe aan het idee van de ‘Zelfsturende Teams’: ‘agile’ (ook al zo’n modewoord) en ‘holacratie’. Holacratie is een besturingsmodel voor organisaties. Het model neemt afstand van traditioneel top-downmanagement en verdeelt autoriteit over alle medewerkers in de organisatie. Wat ‘agile’ betreft meldt NRC in het artikel het volgende: ‘in een Agile organisatie hanteren zelforganiserende teams klantwaarde altijd als uitgangspunt’. In het artikel met ervaringen uit de zorginstelling IJsselheem bespeur ik overigens dezelfde tweeslachtigheid die ook uit de rapportage van MBO in Bedrijf blijkt: het principe is mooi, het zou moeten werken. Maar hoe? Dat is nog even de vraag.

Minister houdt vast aan regels keuzedelen Minister Ingrid van Engelshoven voelt niets voor een versoepeling van de regelgeving rond keuzedelen. De eisen voor de examinering van keuzedelen blijven voorlopig onverminderd van kracht. Ook het zogenaamde ‘ontkoppelen’ van keuzedelen is volgens de minister nog niet mogelijk. Dat blijkt uit de reactie van minister Van Engelshoven op een position paper dat de SBB in april naar de minister stuurde. In dit position paper pleitte de SBB ervoor om de strenge regels rond keuzedelen los te laten. Het gaat dan onder andere om de examinering, die volgens SBB in de huidige vorm ‘onuitvoerbaar’ is. Volgens SBB zou er voor de examinering van keuzedelen een veel lichter regime moeten gelden. Ook pleitte SBB ervoor om de verplichte koppeling van keuzedelen aan kwalificaties los te laten. Enigszins brutaal kondigde SBB zelfs aan per direct generiek te gaan koppelen: alle keuzedelen kunnen dan bij alle opleidingen gebruikt worden. Verkenning

Minister Van Engelshoven blijkt echter weinig te voelen voor de voorstellen van

mbo-stelsel en de gevolgen hiervan voor de examinering. Deze verkenning heeft betrekking op mogelijke veranderingen in een volgende kabinetsperiode (na 2021). Vooralsnog blijven de eisen rond de examinering van de keuzedelen dus volop van kracht. Afspraak

Ook ten aanzien van het ontkoppelen van keuzedelen krijgt SBB het deksel op de neus. De minister verwijst in haar brief naar een bestuurlijke afspraak om een evaluatieonderzoek naar de herziening van de kwalificatiestructuur af te wachten. In haar brief schrijft de minister: ‘Ik ga ervanuit dat ook voor SBB deze afspraak nog onverminderd geldt.’ Dat betekent dus dat de regels rond het koppelen van keuzedelen – die onder andere bedoeld zijn om overlap in de opleiding te voorkomen – voorlopig van kracht blijven. Inspectie

SBB. In een brief aan SBB, al verzonden in april, schrijft zij geen reden te zien voor een lager niveau van kwaliteitsborging ten aanzien van de examinering. Zij verwijst naar een verkenning die het ministerie uitvoert naar een flexibilisering van het

In de brief komt de minister SBB wel enigszins tegemoet. Zo zal het oordeel van de Inspectie van het Onderwijs over de keuzedelen de komende tijd nog niet bijdragen aan het oordeel over de standaarden. Ook kondigt zij aan bij de verkenning van de flexibiliteit van het mbo-stelsel het toezichtkader rond examinering te betrekken.

Colofon

4 - 6 MAART 2020 2020

WTC LEEU WARDEN

BEZOEK MET JE KLAS

Onderwijsprofessionals aan het stuur Gelukkig geeft het Consortium voor Innovatie – ‘Onorthodoxe activiteiten voor het onderwijs’ – binnenkort uitsluitsel. Op woensdagmiddag 30 oktober organiseert CVI een themamiddag ‘Onderwijsprofessionals aan het stuur, houvast voor teams’. In de vooraankondiging wordt nadrukkelijk gesproken van ‘zelfsturing van de onderwijsprofessionals’ (bit.ly/CvIZelfsturing). Chris Peek en Véronique Willems, auteurs van het gelijknamige boek, zijn ook aanwezig. ‘Je gaat naar huis met een ingevulde quickscan en praktische suggesties om samen met jouw collega professionals, team(s) de volgende stap te zetten. Op weg naar sterkere teams en meer eigenaarschap in het onderwijs!’, zo meldt de vooraankondiging. Het wachten is nu op de eerste cursusgecertificeerde onderwijscoördinator die na wederkomst op school zijn collega’s in de eerste vergadering de verblijdende mededeling doet: ‘Voortaan noemen wij ons het “Tesla Team!”’ Coleta van Buuren

9

De MBO•krant is een uitgave van de Stichting Media Beroepsonderwijs. Deze uitgave richt zich opp docenten en andere mbo-professionals. CONCEPT: R&Z Content Makers VORMGEVING: Lauwers-C REDACTIE: Rutger Zwart (hoofd­ redacteur), Twan Stemkens (TST Communicatie), Pieter van Megen en Olaf van Tilburg (R&Z). TEKST: R&Z Content Makers, Rutger Zwart, Dirk Megens (3), Coleta van Buren (9), Conrad Berghoef (10) en Rob Schrijver (11). BEELD: Joep.photo (1, 9), ROC Mondriaan (2), Nuffic (3), WorldSkills Netherlands (4, 9), Marco Slot, Zone.College (5), ZoFriese Poort (6), ROCvA, (7), Dit is MBO (8), Dag van het mbo (1, 10, 12). DRUK: BDU, Barneveld OPLAGE: 16.500 Proefabonnement? Mail naar info@mbo-today.nl. Dan krijg je 3 nummers voor 10 euro. Ook in de MBO-krant? Voor mbo-gelieerde, niet commerciële organisaties, is ruimte beschikbaar. Meer weten: info@mbo-today.nl www.dembokrant.nl www.mbo-today.nl

ONTDEK HET OP SKILLSTHEFINALS.NL


10

Event/Opinie

de MBO·krant

Vier de Dag van het mbo De Dag van het mbo is dé dag waarop we breed uitdragen dat het goed gaat met het middelbaar beroepsonderwijs. De kwaliteit is op orde; studenten, mbo-professionals en het bedrijfsleven zijn tevreden. Overal in het land zijn er ideeën om het onderwijs nog beter te maken. En de waardering voor het mbo neemt toe. Op 18 november onderstrepen we dat vele handen mooi werk maken. Dat doen we door talent, vakmanschap, frisse ideeën en topsprekers uit het bedrijfsleven, politiek, sport, wetenschap en uiteraard ook het onderwijs samen te brengen in Theater Orpheus Apeldoorn.

Op www.dagvanhetmbo.nl kun je meer lezen over hét event om te professionaliseren en in contact te komen met collega’s en experts. Het wordt in ieder geval weer een feest voor het hoofd en het hart, met ’s ochtends en ’s middags TED-talkachtige presentaties, interactieve kleinschalige kennissessies en 1-op-1 sparringgesprekken en ’s avonds het gala met onder andere de verkiezingen van de Landelijke Ambassadeur mbo, de Beste Praktijkopleider en het Beste Leerbedrijf.

ruim 200 deelnemers weten dit zeer op prijs te stellen. En dus kent de Dag van het mbo 2019 drie programmalijnen: De Toekomst van het mbo, Onderwijsinnovatie en Diversiteit in het onderwijs.

en deze te beklimmen. Kansengelijkheid binnen het onderwijs is daarmee niet alleen een kwestie van stelselwijzigingen, maar ook van een mentale shift bij studenten en professionals en een cultuuromslag binnen onderwijsinstellingen.

Switchen en Klimmen met Ilias El Hadioui

Voor de derde programmalijn – diversiteit in het onderwijs – heeft de organisatie een topspreker weten te strikken: Ilias El Hadioui. Deze socioloog, onderzoeker, wetenschappelijk docent en bedenker van ‘De Transformatieve School’ gaat in zijn voordracht Switchen en Klimmen in op de effecten van een (super) diverse leefwereld in een stedelijke omgeving op de school- en instellingscultuur en dan met name het switchgedrag van leerlingen en studenten tussen de wereld binnen en buiten de leeromgeving. Dit switchen kan soms leiden tot onzekerheid en demotivatie in het klaslokaal of de collegezaal. Ondanks deze mismatch tussen de leefwerelden kunnen jongeren veerkracht ontwikkelen en komen tot de self efficacy – het geloof in eigen kunnen – om de onderwijsladder te ervaren als hun ladder

Thuis op de planken én in het klaslokaal

Het feit dat de Dag van het mbo in een theater gevierd wordt, zal een van de topsprekers zeker deugd doen. Kees van Amstel staat namelijk zelf geregeld op de planken, o.a. als lid van de Comedytrain, maar voelt zich ook thuis in het onderwijs. Hij is namelijk naast cabaretier, acteur en schrijver ook mbo-docent. En, sinds de meest recente editie van kennisquiz De Slimste Mens, waarin hij finalist was, ook bekend bij een groter publiek. Verwacht dus gerust herkenbare verhalen, slimme, vlijmscherpe grappen en een ijzersterke timing. Voor de liefhebbers van Klikbeet, het cabaret voor Spijkers met Koppen, Dit Was Het Nieuws en alle andere televisieprogramma’s waaraan Van Amstel bijdrages levert. Maar ook voor ieder ander die zijn of haar lachspieren wil trainen.

Nieuw: verkiezing Onderwijsteam van het Jaar

De Dag van het mbo sluit traditiegetrouw af met het gala met diverse verkiezingen. Nieuw is de prijs voor het Onderwijsteam van het Jaar, een initiatief van BVMBO, de AOb en de MBO Academie. De prijs wordt uitgereikt aan het team dat dit jaar een bijzondere prestatie, een innovatieve oplossing voor een knellend probleem heeft gevonden of een bijzonder initiatief heeft ontwikkeld.

Op verzoek: de programmalijnen maken hun comeback!

Wat we je in ieder geval kunnen verklappen, is dat de programmalijnen een glansrijke comeback maken. Via een poll waarin de organisatie vroeg mee te denken over de invulling van het programma, liet het gros van de

Grauwe sluier Docenten zijn er voor hun studenten. Om hen kennis bij te brengen en klaar te stomen voor een mooi professioneel leven. En om hen te steunen als het even niet zo lekker gaat. Andersom zijn de studenten er ook voor hun docenten, beseft Conrad Berghoef, oud-Docent van het Jaar…

Deze zomer ontving ik zo’n mailtje dat je echt nóóit wil ontvangen. ‘Dag Conrad. Hoe gaat het? Dat is lang geleden zeg. Ik mail je met vervelend nieuws: onze oud-studiegenote Rianne is overleden.’ Het mailtje kwam van oud-studente Janet. Meteen gingen de radertjes in mijn hoofd werken: hoe zag Rianne er ook al weer uit? Welke studie, welk dorp, en vooral: welke lichting? Het duurde trouwens niet heel lang. Het afstuderen van studenten is vaak voor mij het moment om de oud-studenten te gaan volgen op social media, zodat ik nog een beetje in de peiling kan houden hoe het ze vergaat. Ik kon me Rianne al snel voor de geest halen. Alle liefde

Om een lang verhaal kort te maken: in juli was ik op de begrafenis van een 28-jarige oudstudente die besloten had een einde aan haar leven te maken. Zelden had ik zo’n lieve, vrolijke en optimistische meid in de klas gehad. Ogenschijnlijk had Rianne ook nu alles, maar dan ook alles op een rijtje: fijne man, goede baan, mooi huis, en, zo had ze zelf in haar afscheidsbrief geschreven, ‘alle liefde van de wereld om me heen.’ Verder ingaan op het hoe en waarom van haar

zelfverkozen dood zou speculeren zijn. Dat ga ik hier niet doen. Maar haar dood, de begrafenis en de ongewilde reünie met andere oud-studenten maakten deze zomer een diepe indruk op mij. Jonge mensen mogen niet sterven. Dat zal wel heel naïef van mij zijn, maar er schuilt zo’n grote onrechtvaardigheid in zo’n jonge dood, dat ik er nooit aan wil wennen. Lood in de schoenen

De dood van Rianne, ook al had ik haar – na haar afstuderen – al acht jaar niet meer gezien, hing als een grauwe sluier over mijn zomervakantie heen. Maar voor ik het wist werd het 26 augustus, en dat betekende in ons geval: eerste schooldag. Ik hoef op deze plaats denk ik niemand te vertellen hoe rommelig en informeel zo’n eerste dag weer kan zijn. Met lood in de schoenen sleepte ik me naar ons gebouw. Beetje bijpraten met collega’s in een leeg gebouw. Geen teambijeenkomst dit jaar, maar een groot feest elders vanwege ons 25-jarig bestaan. Dat feest heb ik laten lopen. Het eerste lustrumfeest waarbij ik dat deed. Zelf werk ik namelijk al zo’n 23 jaar op ons roc. Maar nu kon ik dat niet opbrengen. Ik wilde me niet laten vertellen dat

het weer een geweldig jaar werd, ik wilde niet praten over mijn vakantie, ik wilde al helemaal niet dansen. Kwam dat alleen door de dood van Rianne? Dat denk ik eerlijk gezegd niet. De post-vakantieblues zie ik bij wel meer mensen toeslaan. Die eerste dag is voor meer mensen een lastig te nemen hindernis. De volgende dag probeerde ik de verhalen rondom het feest een beetje te vermijden. Dat viel nog niet mee. En net toen ik bedacht dat het op deze manier wel een heel, heel lang schooljaar ging worden, trof ik de studenten van 2A. ‘Hé mijnheer! Fijne vakantie gehad?’ ‘Flink afgevallen zie ik?’ ‘Nu je het zegt… staat u goed hoor.’ ‘Hebt u er een beetje zin in? Wij niet zeggen we maar alvast.’ Het gebouw was weer gevuld met de mensen die er moeten zijn. Moet ik nog duidelijk maken hoe studenten je er doorheen kunnen slepen? Ik wens iedereen een fijn schooljaar toe met veel dierbare contacten met je studenten. Rianne is een gefingeerde naam.


Binnenland

september 2019

11

column Aan alles komt een eind

Wat is jouw beeld van een professionele werkomgeving? Je kunt alleen het beste onderwijs en de beste begeleiding geven in een gezonde, professionele werkomgeving. Maar wat is er vanuit jouw perspectief nodig om je vak goed uit te kunnen oefenen? En – ook belangrijk – hoe kijken je collega’s en je leidinggevende hier tegenaan? Want vaak is er een verschil in beleving. In het whitepaper ‘Kenmerken professionele werkomgeving’ staan acht kenmerken waarbij het verschil in perceptie voor onduidelijkheid kan zorgen. Je kunt hierover met je collega’s en je leidinggevende(n) in gesprek gaan en zo kijken of je werkomgeving inderdaad optimaal is.

nier om helder te krijgen wat het perspectief is van de opleider en dat van de leidinggevende(n), is het gesprek aangaan. En daarbij kan dit whitepaper helpen.’ ‘Open deuren’ vragen om dialoog

In totaal zijn er nu acht kenmerken geformuleerd. Elk kenmerk krijgt een uitgebreide beschrijving, zodat je met je collega’s en leidinggevende(n) in gesprek kunt gaan over wat er nodig is om optimale kwaliteit van het onderwijs en de begeleiding van mbo-studenten in de praktijk te brengen. Onder de kenmerken zitten veel ‘open deuren’ die toch veelal door de een anders geïnterpreteerd worden dan door de ander. Een voorbeeld hiervan is ‘Werken met

Het whitepaper ‘Kenmerken professionele werk­ omgeving’ kun je downloaden op www.bvmbo.nl.

De acht kenmerken van een professionele werkomgeving • Werken met vakbekwame collega’s • Een goede relatie met de werkomgeving waarvoor wordt opgeleid • Autonomie • Goede relatie met en support van leidinggevenden • Zeggenschap over de beroepsuitoefening (als individu en als team) • Opleidingsmogelijkheden • Voldoende personeel • Studentgerichte onderwijscultuur

Bij het opstellen van ‘Kenmerken professionele werkomgeving’ liet de BVMBO zich inspireren door het traject ‘Excellente Zorg’ van V&VN, de beroepsvereniging voor verpleegkundigen en verzorgenden. Bij dit traject is veel aandacht ingeruimd voor de professionele werkomgeving. ‘We hebben de kenmerken van V&VN als uitgangspunt genomen en onderzocht in hoeverre deze ook van toepassing zijn op het middelbaar beroepsonderwijs’, vertelt BVMBO-bestuurslid Anniek van Anraad. ‘Vervolgens hebben we deze kenmerken tijdens een diner pensant voorgelegd aan een groep docenten, met de vraag ze te valideren.’

Niels Hebbink

Verschil in beleving

docent Marketing en Communicatie/Audiovisuele Vormgeving Graafschap College:

De kenmerken zijn primair in kaart gebracht om de perceptie van opleiders te bevragen. ‘We merken dat er vaak een verschil in beleving is tussen collega’s, maar ook tussen werknemers enerzijds en het bestuur, management en stafafdelingen als HR en O&K anderzijds’, legt Anniek uit. ‘Hierdoor denken we van elkaar dat we wel weten wat er zoal is en hoe iets gedaan wordt, terwijl deze aanname vaak niet blijkt te kloppen. Laat ik een simpel voorbeeld noemen: een leidinggevende heeft het idee dat ze heel benaderbaar is, want zij voert een “opendeurenbeleid”. Maar de professionals waaraan zij leiding geeft, merken weliswaar dat de deur inderdaad steeds openstaat, maar dat haar stoel voortdurend leeg is. Dan is er dus een discrepantie in de beeldvorming. De enige ma-

vakbekwame collega’s’. Je zou denken dat het niet meer dan logisch is dat jouw collega’s even vakbekwaam zijn als jijzelf. Maar wat is nou precies ‘vakbekwaam’? Wat kun jij zelf doen om je vakbekwaamheid te onderstrepen? En hoe kun je hierin gefaciliteerd worden? Een ander kenmerk, ‘Autonomie’, is eveneens op verschillende manieren te begrijpen. Hoe zie jij als opleider je vrijheid om zelfstandig te handelen? En wat verstaat je leidinggevende hieronder? Beslist interessant om daar eens over door te praten, in plaats van de aannames die er aan weerskanten zijn simpel in stand te houden.

Deze kenmerken en een uitgebreide beschrijving ervan, vind je op bvmbo.nl.

‘Zowel opleidingsmogelijkheden als een goede relatie met en support van leidinggevenden zijn voor mij belangrijke kenmerken van een professionele werkomgeving. Wat dat betreft voldoet mijn school zeker aan het beeld wat ik hiervan heb. Het eerste aangestipte kenmerk – opleidingsmogelijkheden – zorgt er op het Graafschap College voor dat we een opleiding of cursus kunnen volgen. Sinds 2019 krijgt iedere medewerker met een arbeidsovereenkomst met het Graafschap College in het kader van een leven lang ontwikkelen een scholingsvoucher. Dit persoonlijke scholings-

budget van € 2.500 mag je tot 1 januari 2023 besteden. In één keer, of verspreid over meerdere jaren. Ik wilde mezelf graag verdiepen in Photoshop Adobe. Dus klopte ik aan bij mijn opleidingsmanager. Die vond het mooi dat ik dit wilde doen, maar stelde dat een cursus Photoshop Adobe zo belangrijk voor mijn lessen is, dat ik mijn scholingsvoucher hiervoor niet hoefde te gebruiken. Een duidelijk signaal dat mijn organisatie het belangrijk vindt dat wij ons als opleiders blijven ontwikkelen, maar ook een duidelijk teken dat de relatie met het management echt goed is. Als ik hoor hoe op sommige andere scholen moeilijk gedaan wordt over budgetten & scholing, dan kan ik niet anders stellen dat dat het Graafschap College dit echt goed aanpakt.’

Dat ‘alles’ is nogal breed, maar vandaag bedoel ik daar mijn carrière mee. Mijn werkzame jaren in het mbo. Ik ga na ruim 20 jaar stoppen. Dat wil niet zeggen dat ik met pensioen ga. Integendeel, ik begin een heel nieuwe carrière. Ik ga de overstap maken van het mbo naar het hbo. Want ook op het hbo worden studenten opgeleid voor de praktijk. Daarnaast blijf ik werkzaam binnen mijn favoriete sector, namelijk de zorg. Het is afwachten welke veranderingen ik allemaal ga ervaren. Eén van de dingen die ik nu al mis, is deze krant. Op het hbo is die er nog niet. Spijtig, maar misschien komt die er nog. Voor mij geldt in ieder geval dat een krant erbij hoort. Docent zijn en blogs schrijven zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Docent zijn en een beroepsvereniging oprichten zijn dat niet per sé. Toch is dat iets wat ik heb gedaan en waar ik wel heel trots op ben. De afgelopen jaren heeft de BVMBO veel bereikt. Ik weet zeker dat zij ook de aankomende jaren nog succesvol zal zijn. Elke vorm van onderwijs zou zo’n bevlogen beroepsvereniging moeten hebben. Naast deze krant moet ik ook afscheid nemen van mijn collega’s en studenten. Met hen heb ik mooie herinneringen waar ik met veel plezier aan terugdenk. Mijn netwerk zal enigszins hetzelfde blijven en verder uitbreiden. Het werkveld blijft immers hetzelfde. Het is een carrièreswitch, geen emigratie naar de andere kant van de wereld! Ik sluit niets uit, maar misschien is dit het laatste dat je van mij leest in deze krant. Daarom pak ik deze gelegenheid om je te bedanken. Bedankt voor het lezen van mijn columns. Ik hoop dat je het leuk vond en het je wellicht tot denken heeft gezet. Het zou zomaar kunnen dat je elders iets van mij leest. Mijn achternaam suggereert al dat ik zo nu en dan mijn gedachten en meningen op papier wil zetten en wil delen. Uiteraard zal dat met een ander perspectief zijn, maar nog steeds vanuit het onderwijs. Bedankt en tot ziens, Rob Schrijver Docent mbo en Onderwijspionier


G A D

VA N H E T 1N 8 OV

VELE HANDEN MAKEN MOOI WERK Onderwijsprofessionals raken nooit uitgeleerd. Kom daarom op maandag 18 november 2019 naar de Dag van het mbo in Apeldoorn! Volg presentaties, wissel ervaringen uit, ontmoet deskundigen, discussieer mee en sluit de dag feestelijk af. Samen maken we het mbo nóg mooier.

MELD U AAN OP DAGVANHETMBO.NL


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.