Pd2014 02

Page 1

e Pijpendraaier ledenblad van het Cornelis Vreeswijk Genootschap

CafĂŠ Cornelis Misschien wordt het morgen beter

DE NAAM VAN DE ROOS Jaargang 6 - Nummer 2 27-08-2014


Van de redactie Beste Vreeswijkliefhebber/ster, Het maken van dit blad is teamwerk, waarbij de schrijvers van de artikelen, de opmaker en de redactie hun uiterste best doen om u veel leesplezier te bezorgen. Juist in deze vakantietijd is het moeilijk om iedereen gelijktijdig aan het werk te zetten en daarom verschijnt deze Pijpendraaier wat later dan de bedoeling was. In dit nummer begroeten we een nieuwe medewerker – Hans van Deelen schreef een recensie van de Cornelisbiografie van Rutger Vahl. Degenen die in november in Westwoud waren konden hem daar zien optreden met o.a. Grimas voor de maan, waarvan ook een versie op YouTube te vinden is:

Op 22 mei vond de naamgeving plaats van de Cornelis Vreeswijkroos. Deze feestelijke bijeenkomst moest wegens de volle agenda van de Zweedse ambassadeur op een doordeweekse dag plaatsvinden en daardoor konden helaas niet alle mogelijke belangstellenden van het CVG erbij zijn. In deze Pijpendraaier een verslag en foto’s van die geslaagde gebeurtenis. Een paar weken daarna werd in café de Vriendschap in Zoeterwoude een muziekmiddag gehouden onder de titel ‘Café Cornelis’. Net als in november bij het open podium in

Westwoud zagen we weer veel nieuw talent langskomen, naast vertrouwde gezichten. Wim van Kooten bericht in dit nummer over deze buitengewoon geslaagde middag. Daarnaast zijn er ook ontwikkelingen in het IJmuidense – de fietsroute krijgt een update en het geboortehuis van Cornelis heeft na vele decennia z’n functie als garage verloren. Samen met de kringloopwinkel die er nu in gehuisvest is willen we kijken of we er op een of andere manier aandacht aan Cornelis kunnen schenken. In het volgende nummer kunt u hier meer over lezen. Wim Boswinkel - redacteur

Dit mag dan wel Hans’ eerste bijdrage aan de Pijpendraaier zijn, maar hij is zeker geen beginneling – hij schrijft al maar liefst veertig jaar voor Janviool/New Folk Sounds www.newfolksound.nl Colofon:

Disclaimer:

- De Pijpendraaier is het ledenblad van het Cornelis Vreeswijk Genootschap (CVG). - Het CVG heeft als doelstelling: * Het levend houden van de muziek van wijlen Cornelis Vreeswijk, en het toegankelijk maken en houden van diens werk. - Het CVG doet dit door: * informatie beschikbaar te stellen * de website www.cornelisvreeswijk.nl te onderhouden * dit ledenblad te publiceren * muziekbijeenkomsten te organiseren * het vertalen van het werk van Cornelis Vreeswijk uit het Zweeds te stimuleren - De Pijpendraaier verschijnt drie á vier maal per jaar. - Kopij sturen naar: redactie@cornelisvreeswijk.nl

-2-

De Pijpendraaier wordt samengesteld voor verspreiding onder de leden van het Cornelis Vreeswijk Genootschap (CVG). Omdat delen van de inhoud auteursrechtelijk beschermd kunnen zijn, is het uitdrukkelijk niet de opzet van de CVG dat deze inhoud buiten de kring en de bijeenkomsten van het Genootschap verspreid of gebruikt zal worden. Het CVG neemt geen verantwoordelijkheid voor zulke verspreiding, door leden of door derden.


Luisterlied

INHOUD Pagina 2: Van de redactie Pagina 3: Luisterlied Pagina 4: Van de voorzitter Pagina 5: De naam van de roos Pagina 6: Een roos voor Cornelis Pagina 7: Een roos voor Cornelis (vervolg) Pagina 8: Misschien wordt het morgen beter (boekrecentie) Pagina 9: Misschien wordt het morgen beter (vervolg) Pagina 10: CafĂŠ Cornelis Pagina 11: CafĂŠ Cornelis (vervolg) Pagina 12: Billboard

ROZENBLAD (Cornelis Vreeswijk) Er was er eens een heel klein rozenblad Dat groeide aan een roos en die was rood En op een avond ging dat roosje zomaar dood Ze daalde zachtjes naar de grond en dat was dat Maar toen kwam er een dolle wind voorbij Die blies haar van 't zuiden naar noord En hij zei dingen die ze nog nooit had gehoord Kom, zei de wind, kom liefje, kom, ik maak je blij Ze kon die dwaze wind maar niet weerstaan En gaf hem alles waar hij haar om vroeg De wind nam alles aan, want hij kreeg nooit genoeg Ze dansten samen heen en weer en af en aan Maar 't windje was een heel slecht exemplaar Hij droeg haar wel heel aardig in 't begin Maar op een slechte dag woei ze de modder in Toen blies hij vrolijk verderop en liet haar maar Heeft u misschien een rozenblad gezien ln 't vuilnis in de goot van deze stad? Weet, dat was eens een heel mooi rozenblad De wind is weg, maar zij is er nog wel, misschien Het spel waaraan ze deelnam, werd haar dood En de wind die ze zo liefhad, woei maar door lk geloof dat ik haar soms nog aan m'n voordeur hoor lk noemde haar een rozenblad, haar kleur was rood

Eindredactie: Wim Boswinkel Vormgeving: Design No19 Op de voorkant: Marije (foto: Ton Hoelaars)

-3-


Beste liefhebbers van Cornelis Vreeswijk, Kwam het vorige nummer van De Pijpendraaier uit in de lente, nu lijkt het in augustus al weer bijna herfst. Maar het jubileumjaar is nog lang niet ten einde. U herinnert zich nog de glansrijke presentatie van de biografie van Rutger Vahl over Cornelis Vreeswijk op 5 april. Die biografie heeft schitterende recensies gekregen en Rutger is op de radio uitvoerig geïnterviewd door Adeline van Lier. Zie onze website voor de link. In dit nummer van De Pijpendraaier vindt u ook een recensie. De uitgever van de biografie Vic van de Reijt interviewde Rutger tijdens de Cornelis Vreeswijk Avond ‘Misschien wordt ’t morgen beter’ op 16 mei in het piepkleine – dus al lang van tevoren uitverkochte - Torpedo Theater in Amsterdam. Er waren schitterende optredens van Alex Roeka, Piter Wilkens en Jeroen Zijlstra. Uw secretaris Wim van Kooten en ik hebben genoten. Op 22 mei hadden we een pronkevenement binnen de 400jaarviering: de naamgeving van de ROOS. In het vorige nummer meldde ik u dat al en in dit nummer vindt u een verslag. Op 1 juni presenteerde het CVG Café Cornelis. Ook deze feestelijke middag wordt verderop in dit blad besproken. In het geboortehuis van Cornelis in IJmuiden bevindt zich tegenwoordig het kringloopbedrijf “De Tijdgeest”. Als Cornelis Vreeswijk weer eens in het nieuws is geweest, dan is dat te merken aan de aanloop die men in de winkel krijgt van – vaak Zweedse – toeristen. Dat was al zo toen het garagebedrijf er nog zat, maar bij een kringloopwinkel

Bestuurslid Harry van Haren had de rozen aangevoerd en Wim van Kooten en ik hebben de planten verkocht. Er was zelfs een koper die acht exemplaren wilde hebben. Aan bestuursadviseur Peter Cammaert, tevens oudburgemeester van Velsen, is plechtig een roos uitgereikt.

loopt men wat gemakkelijker naar binnen. Het CVG heeft daarom met Ted en Sindie Breuring, die daar de scepter zwaaien, afgesproken dat er meer documentatie over Cornelis in de winkel zal worden gelegd, zoals: exemplaren van de “fietsroute” en ook enkele nostalgische foto’s . Of het zal uitgroeien tot een volwaardig “Cornelis Vreeswijk Museum” zal de toekomst leren. Op 26 juli was de Cornelis Vreeswijk Roos er te koop voor een enigszins gereduceerde prijs van € 8,-- in plaats van € 9,50. Met een mooie label eraan (in het Nederlands of het Zweeds) waar de naam en ontstaansgeschiedenis van de roos op vermeld staat. Deze datum was speciaal gekozen, omdat de roos in augustus dit jaar nog eenmaal bloeit!

In Zweden is op 10 augustus Cornelisdagen gevierd, waarop een keur van artiesten is opgetreden waaronder de favoriet Jack Vreeswijk, zoon van. Ons bestuurslid Jurjen Oostenveld is naar dit festijn toegegaan en heeft er met enkele bestuursleden van Sällskapet, onze zustervereniging, gesproken. Hij heeft een roos geplant bij het graf van Cornelis op het kerkhof bij Katarinakyrkan. Een week eerder hadden enkele Nederlanders al een Cornelis Vreeswijk Roos aangeboden aan Sällskapet. Zij hadden eerst naar het Cornelismuseum gezocht en zij waren teleurgesteld, dat dat niet meer bestaat. Hun roos zal Sällskapet een plaats geven naast het standbeeld van Cornelis in Cornelisparken. En dan hebben we op 12 november dus het laatste evenement van dit bijzondere jaar, het Cornelis Vreeswijk Festival. Jack heeft Jurjen op Cornelisdagen nogmaals toegezegd, dat hij erbij zal zijn. Hij denkt er diep over na hoe hij zijn gitarist Love Tholin mee kan krijgen (en terecht, het is een gitaarheld). Binnenkort gaan wij met schouwburgdirecteur Jacob Bron nogmaals praten over de verdere invulling van het festival. Maar het wordt in ieder geval iets heel bijzonders! En jullie als CVGleden krijgen dus een speciale korting! Marlies Philippa

-4-


De naam van de roos Toen aan het eind van de middag van 22 mei de belangstellenden voor de naamgevingceremonie begonnen binnen te druppelen bij de Zweedse zeemanskerk in Rotterdam begon er buiten ook enig gedruppel. Dit plaatste de organisatie voor een dilemma: moest de plechtigheid nu binnen of buiten plaatsvinden. Volgens pastor Mikael Jöhnsson van de zeemanskerk zou de regen binnen een half uurtje verdwenen zijn, maar na een blik op de lucht waren we daar nog niet helemaal van overtuigd. Er werd wat vergeefse energie gestopt in pogingen om een partytent op te zetten, maar tegen de tijd dat de roos gedoopt zou gaan worden werd het droog en konden we toch naar buiten. We hadden dus eigenlijk gewoon naar de dominee moeten luisteren. In haar openingswoordje vertelde Marlies Philippa dat het ons in het kader van de viering van 400 jaar diplomatieke betrekkingen een goed idee leek om roos naar de Zweedse Nederlander / Nederlandse Zweed Cornelis Vreeswijk te vernoemen. Dat de naamgeving in de zeemanskerk plaatvond was geen toeval: hier trouwde Cornelis in 1971 met zijn tweede vrouw Bim.

Marlies Philippa vertolkte Får jag lämna några blommor (Mag ik een paar bloemen achterlaten) van de Zweedse dichter Nils Ferlin (1898-1961).

De Zweedse ambassadeur Håkan Emsgård hield een speech waarin hij de vier eeuwen durende speciale band tussen Zweden en Nederland belichtte. Natuurlijk ging hij ook in op de grote invloed die Cornelis Vreeswijk heeft gehad op de Zweedse liedcultuur. In aanwezigheid van Marlies, Tonny Vreeswijk en rozenkweker Alex Spek doopte de ambassadeur vervolgens enkele rozenstruiken met een ruime scheut Beerenburg en ondertekende een certificaat waarmee de roos officieel de naam Cornelis Vreeswijk heeft gekregen.

Hans Westin hield een leerzaam en onderhoudend praatje over de plaats van de roos in de liedkunst, waarbij hij ook op Ferlins lied inging. Hij is zo vriendelijk geweest om het om te werken naar een artikel voor deze Pijpendraaier, u vindt het op pagina 6. Er waren lekkere Zweedse hapjes en drankjes van Nordic Delicatesser en de regenwolken hadden inmiddels plaatsgemaakt voor een stralend voorjaarszonnetje dus de stemming kwam er goed in. Dan kan het zeker geen kwaad om gezamenlijk enkele liederen aan te heffen.

Na de plechtigheid ontfermde onze secretaris zich over de overgebleven inhoud van de fles, want de drank van de Friezen is niet voor de poes zoals u weet. Toen was het tijd voor zang en muziek – begeleid door gitarist Laurens Joensen en bassist Henrik Holm (we kennen ze nog van het Cornelisgala van 12 november 2012) zong Tonny Vreeswijk Rozenblad, de vertaling die haar broer Cornelis voor z’n LP Liedjes voor de Pijpendraaier en mijn Zoetelief maakte van zijn Zweedse lied En visa om ett Rosenblad.

Er was een bundel liedteksten beschikbaar met uiteenlopend Zweeds en Nederlands repertoire. Marije Hoelaars (accordeon) en Jurjen Oostenveld (gitaar) voegden zich bij de muzikanten en toen konden we helemaal losgaan. We zongen Vreeswijk (uiteraard!), maar ook Nederlandse evergreens, waaronder natuurlijk Ketelbinkie, want we waren ten slotte in Rotterdam. Al met al een zeer geslaagd evenement en moge de nieuwe Cornelis Vreeswijk roos floreren in vele tuinen en parken in Nederland en Zweden! Wim Boswinkel

-5-


Een roos voor Cornelis Dit artikel is de eerste helft van een tweeluik, gebaseerd op het verhaal van Hans Westin bij de naamgeving van de nieuwe Cornelisroos. Hij sprak over de roos in het lied in het algemeen en in het oeuvre van Vreeswijk in het bijzonder. Een bloem voor Cornelis, wat een geweldig idee. Voor een zanger die het leven zo volledig omhelsde is het vernoemen van een plant, een levend wezen, de meest passende hommage die je kunt bedenken. Maar had het ook een andere bloem kunnen zijn? De Cornelis Vreeswijk-tulp? Welnee, tulpen in liederen komen uit Amsterdam, niet uit IJmuiden. Of de Cornelis Vreeswijk-narcis? Ook niet, Vreeswijk was in zijn onderwerpkeuze weliswaar nogal autobiografisch, maar een narcist was hij absoluut niet. Narcissus aan de waterkant kijkt alleen naar zichzelf, Cornelis keek om zich heen! En de roos is natuurlijk bij uitstek de bloem van de dichters. De meest bezongen bloem: waarschijnlijk zijn er meer liederen over rozen dan over alle andere bloemen bij elkaar. Ook als je de bloeiende berken van Rusland meetelt, plus alle kersenbloesems van het Verre Oosten. De roos beslaat alle tijden en alle soorten muziek, van Ik geef je een roosje mijn Roosje tot de Rose in Spanish Harlem en

van Der Rosenkavalier tot Guns & Roses. Om slechts uit de oogst van de afgelopen eeuw te putten. In Zweden denken we bijvoorbeeld aan de verzen van Nils Ferlin: Får jag lämna några blommor, ett par rosor i din vård? Vrij vertaald: Mag ik een paar bloemen, een paar rozen aan je zorg toevertrouwen?

Een voorbeeld is de oudste en bekendste roos die elke Zweed weleens bezingt, een roos die ook in het Nederlands, Frans en Engels bloeit en oorspronkelijk in Duitsland werd geplant: Es ist ein Ros entsprungen aus einer Wurzel zart

Een lied dat eind zestiende eeuw door een Beierse monnik werd geschreven nadat hij in En als Bellman in zijn Epistel de Kerstnacht een wilde roos 43 constateert: Masken dold i in de sneeuw had zien bloeien, blomman bådar blommans död voor hem een symbool voor (’t Wormpje in de bloem is bode Moeder Maria. De psalm werd van haar dood (vert. Bertie al gauw ook door de protestantse kerk omhelsd, v.d. Meij)), dan moet je wel heel apart in elkaar zitten om met het verschil dat de roos daarbij aan een andere bloem van geslacht veranderde en dan een roos te denken. voor het Kerstkind stond. Een symboliek die eeuwen later werd doorgezet door Dus een roos moest het zijn. Die in de literatuur staat voor Vreeswijks vriend en collega vrouwelijk schoon en in de Alf Hambe in zijn kerstlied Ros vuist van de PvdA voor i snö (roos in sneeuw), waarin hij het oorspronkelijke verhaal hartstocht. Ze staat voor wellust, voor tederheid en verbindt met het beeld van het kwetsbaarheid. Een kwetsbare kind op de vlucht kwetsbaarheid die zichzelf met voor Herodes’ knechten. scherpe wapens beschermt, De op één na bekendste roos in zoals in Vreeswijks Ochtendgrimas, de Zweedse de Zweedse literatuur komt uit versie van Marjolijn: Schotland, maar geen Zweed die dat weet. O my luve’s like a Maar het geluk heeft een giftige red, red rose / that’s newly doorn sprung in June, dichtte Robert Die je met zorg moet ontwijken Burns (1759-1796) in 1794, regels die men in Zweden kent En zo wemelt het in de als Min Älskling, de vertaling literatuur van de rozen. En al die Evert Taube er in 1943 van helemaal in de Zweedse maakte. Op de melodie van een literatuur, want in Zweden Argentijnse tango is deze roos hebben we een gezonde bij de absolute kern gaan gewoonte: het maakt niet uit in horen van de Zweedse welke taal een lied is liederenschat. Maar Taube had geschreven, als de vertaling ook een zinnelijker kant, zoals maar goed is wordt deze in het lied Flickan i Havanna onmiddellijk in onze eigen uit 1922. Daarin is een traditie ingelijfd. lieftallige dame in Havana -6-


door haar centen heen en zit ze daarom achter het raam naar een man te zwaaien: Kom, jij blijde zeematroos, dan krijg jij mijn rode roos. Ik ben mooi en jij bent jong! Dat is wat zij zong

vrouw die elkaar via een partijtje tennis aan het uitproberen zijn, het racket is daarbij “een roos waar de bal in volmaakte beheersing tot rust kan komen”. Een waanzinnige beeldspraak waar ik als dichter helemaal blij van word.

An Katarien Rozenblad, de mooiste dame van de hele stad, geen vrouw die aan haar tippen kan. Goddomme man, zei Speelman Jan.

Maar tot zijn spijt moet de In een toelichting deed Taube verliefde speelman ook zijn best om het lied terug te Verder zijn er echter vooral constateren dat ze de “koelste brengen tot een onschuldig twee rozen die er bij Cornelis dame van de hele stad” is, met tafereel, maar je hebt toch uitspringen. De eerste kennen een “temperament als een weinig fantasie nodig om te we ook in het Nederlands, uit wilde kat”. En later noemt hij bedenken waar de roos in dit het lied Rozenblad. Dat vertelt haar de “duurste dame van de geval voor staat. Dezelfde het eeuwige verhaal van het stad”, om op het eind te betekenis had de bloem in het onschuldige meisje en de moeten aanvaarden dat ze in eerste lied waarin Cornelis zelfzuchtige minnaar, ook feite de “grootste … je-weetVreeswijk over een roos zong. bezongen in liederen als Un wel-wat” van de stad is. Geen Op zijn tweede elpee uit 1965 enfant van Jacques Brel. Het dame om bij te blijven, zoals ze staat Esmeralda, een zurig lied stond oorspronkelijk op de zelf ook onmiddellijk zal portret van een kindervriendin elpee Grimascher och Telegram beamen. die zijn eerste jeugdliefde werd uit 1966, begeleid door het trio om er later met de noorderzon In het laatste nummer van die van Jan Johansson. Net als in vandoor te gaan. Gelukkig het lied van Brel loopt het niet plaat, Telegram voor de volle maar, want het was toch nooit goed met het meisje af, aan het maan, komt de dame zelf aan wat geworden. Maar voordat eind van het verhaal heeft de het woord. Daarbij ontpopt ze het zover was heeft de verteller luisteraar de stellige indruk zich als volmaakt cynisch en kans gezien om “haar roos te dat ze is overleden. iedere illusie voorbij. Mannen stelen”, kennelijk de enige zijn zwijnen die in het goede herinnering die hij aan Maar dat is schijn, ze was het romantische maanlicht haar overhield. bloeien nog niet verleerd. Op raaskallen over gloeiende liefde, terwijl iedereen weet dezelfde elpee, twee nummers Dit beeld van de roos als verderop, verrijst ze weer uit dat de maan niet meer of symbool voor vrouwelijkheid de goot onder de naam Annminder is dan een dode komt ook terug in twee van de Katrin Rosenblad. Dat is een steenklomp die daar in de drie suites die Cornelis nogal pittige dame, zoals je lucht hangt. Ze mag dan het specifiek voor een vrouw kunt verwachten van iemand avontuur met de dolle wind schreef. In Linnéas fina visor die een dergelijke hebben overleefd, het eelt dat uit 1973, opgedragen aan zijn voorgeschiedenis heeft sindsdien op haar ziel is gaan tweede vrouw Bim, is de roos overleefd. Haar eerste groeien maakt haar doods en nog schaamteloos erotisch; in wapenfeit is dat ze het hoofd onbereikbaar als de maan. Felicias svenska suite uit 1978, volledig op hol brengt van gewijd aan een personage uit Cornelis’ makker Peer, ook Maar ze heeft nog steeds ook Vreeswijks lievelingsroman, bekend als Speelman Jan, ook een andere kant. En nog één. staat ze eerder voor verboden bekend als de Pijpendraaier. In Daarmee gaan we volgende verlokking. In Dubbelquatrin keer verder. de vertaling van Carolien van om tennis beschrijft hij het Heuven: baltsen van een man en een Hans Westin

-7-


Rutger Vahl – Misschien wordt 't morgen beter 303 pagina's telt de biografie die schrijver/journalist Rutger Vahl schreef over Cornelis Vreeswijk, en het boek boeit van begin tot eind. Dat is het gevolg van de losse schrijfstijl en het gedegen onderzoek van de schrijver, maar voor een niet onaanzienlijk deel ook te danken aan het turbulente leven van de Nederlands/Zweedse zanger. Rutger Vahl leerde het werk van Cornelis Vreeswijk kennen door zijn vader, die het tegendraadse geluid van de zanger erg kon waarderen. Als kind konden de liedjes Rutger niet zo bekoren, maar toen hij het ouderlijk huis verliet eigende hij zich de Vreeswijkplatencollectie toe – Nederlands en Zweeds. Nu raakte de muziek hem wel. In 1997, tien jaar na de dood van Cornelis Vreeswijk, bezocht Vahl als beginnend journalist het Cornelis Vreeswijk Festival in Stockholm en schreef er een artikel over in een krant. Terug in Nederland bracht het stuk hem in contact met andere Vreeswijkliefhebbers. In 2000 volgde de oprichting van het Cornelis Vreeswijk Genootschap. Misschien wordt 't morgen beter is chronologisch opgebouwd, en omvat negentien hoofdstukken, een epiloog, een oeuvreoverzicht en bronvermeldingen. Vooral de opmaat naar het succes is een boeiend onderdeel van het boek. Hoe is het zo ver gekomen? Een belangrijke en vormende ervaring in de jeugd van

en voedsel is voor de tien miljoen inwoners. Daarom roept premier Drees mensen op om hun heil elders te zoeken. Er komt een campagne ter bevordering van emigratie. Een transportklus brengt vader Vreeswijk in Zweden, en wat hij ziet bevalt hem zeer. In oktober 1950 wordt koers gezet richting Zweden. Al na vijf maanden kan Cornelis zich goed verstaanbaar maken. Op school maakt hij via zijn mentor Karl-Axel Ljungström kennis met het werk van Carl Michael Bellman. De Zweedse Bellmanplaat, die in 1971 Rutger Vahl verschijnt, is opgedragen aan zijn vroegere docent. Cornelis is de periode die hij In 1954 heeft Cornelis een doorbrengt in het ziekenhuis. nieuwe hobby: gitaar spelen. In het oorlogsjaar1944 wordt Hij wil eigenlijk liefst trompet hij opgenomen in het Antonius spelen, maar een chronische Ziekenhuis in IJmuiden met kloof in zijn onderlip maakt tuberculose of een andere het bespelen ervan te pijnlijk. longaandoening. Daar wordt Als Cornelis in mei 1955 slaagt de kiem gelegd voor zijn voor zijn middelbare school, volwassen leven: hij is er weet hij niet zo goed wat hij eenzaam, raakt verslaafd aan moet doen. Hij meldt zich aan lezen, maakt kennis met om als leerling-machinist te muziek en weet zich omringd gaan werken voor een Zweedse door een groot aantal vrouwen rederij. Dat blijkt echter niet waarover hij fantaseert. Het erg succesvol. Wel is Cornelis Mariabeeld in de kapel zijn 'onschuld' kwijtgeraakt fascineert de jonge Cornelis tijdens de maanden die hij op dermate, dat hij zich afvraagt zee doorbrengt. De zeeof ze er onder haar gipsen ervaring geeft hem een nieuwe kleren net zo uitziet als andere kijk op de werkelijkheid. Hij dames. Door die gedachte is beseft dat hij iets met zijn zijn godsdienstige periode leven moet gaan doen, wat voorbij. precies weet hij niet, maar wel Op school is Cornelis dat het een artistieke keuze nonchalant, maar hij haalt wel moet zijn. Journalist-schrijver heel goede cijfers voor of acteur. vaderlandse geschiedenis en Nederlandse taal. Zang en gitaar Cornelis speelt vaak eigen Voeding noch werk liedjes voor vrienden. Hij krijgt In 1950 denkt de Nederlandse verkering met een meisje uit regering dat er te weinig werk de vriendengroep: Rigmor Blom. -8-


In augustus 1959 neemt Cornelis op de kermis en plaatje op met eigen nummers. Omdat hij zelf geen geld heeft, betaalt zijn vriendin de kosten en wordt daarmee eigenaar van het eerste Cornelis Vreeswijk plaatje. Niet veel later ontdekt Cornelis Georges Brassens: zijn repertoire staat bol van de liederen over hoeren, zwervers, en overspelige echtgenoten. Cornelis gaat in 1963 naar de Sociale Academie, om daarna toegang te kunnen krijgen op de tweejarige journalistenopleiding. In februari 1964 organiseert hij een studentenfeest, waarvoor hij Fred Åkerström contracteert. Die heeft na het winnen van een talentenjacht een LP mogen maken met traditionele Zweedse liederen, die goed wordt ontvangen. Cornelis speelt om de zaal op te warmen een aantal eigen liedjes. Voor zijn tweede LP zoekt Åkerström naar repertoire. De literaire en satirische teksten van Cornelis Vreeswijk zijn precies wat hij nodig heeft. Hij biedt een aardig bedrag om liedjes te kopen van Cornelis, maar die weigert. Wel geeft hij Fred Åkerström toestemming om Ballad på en soptipp (Misschien wordt het morgen beter) op te nemen. Åkerström vertelt zijn producer Anders Burman over CV's liedjes, en wekt zijn interesse. Omdat er nog geen cassettebandjes zijn, wordt besloten Cornelis voor te laten spelen. We schrijven de lente van 1964. Burman is meteen onder de indruk van Cornelis en zijn liedjes en besluit om hem en niet Åkerström ze te laten opnemen.

Beginnend succes Er wordt een EP met vier nummers opgenomen, een proefplaatje voor de radio waarvan 50 stuks worden geperst. Het nummer Tältet (de tent, over de hypocrisie van een in een circustent rondtrekkende dominee) wordt opgepikt, ondanks de wat aanstootgevende tekst. Vervolgens wordt er een LP opgenomen, die in begin juli 1964 onder de naam Ballades en brutaliteiten in de winkels ligt. Poëtische en scherpe, directe teksten wisselen elkaar af. Op de LP ook een lied voor zijn kersverse zoon Jack, waarin Cornelis hem waarschuwt voor de harde werkelijkheid van het leven. Daarbij gebruikt hij dezelfde melodie die de 18e eeuwse Zweedse troubadour Carl Michael Bellman koos voor een lied voor één van zijn zoons. Doordat de plaat behoorlijk wat airplay krijgt, is de vraag ernaar zo groot, dat hij al snel uitverkocht raakt en bijgeperst moet worden. In enkele maanden tijd is Cornelis' leven compleet op zijn kop gezet: van een arme student in een sloopwoning is hij veranderd in een bekende Zweed met veel geld en een mooi driekamerappartement.

Een onophoudelijke strijd Vanaf het moment dat Cornelis Vreeswijk het succes heeft bereikt, brengt hij zichzelf steeds in onmogelijke posities. In een groot deel van het boek wordt zijn slalom tussen euforie en afgrond beschreven. Als opdracht heeft Rutger Vahl in mijn exemplaar van de biografie het volgende geschreven: “Een eerlijk mens die soms fouten maakte, maar die fouten heeft goedgemaakt met zijn werk”. Dat Cornelis Vreeswijk zo populair kon worden dankt hij vooral aan zijn vermogen om zowel aan te sluiten bij de traditie, alsook om die stevig te vernieuwen. Hij zong over andere onderwerpen dan gebruikelijk. Veel Zweedse volksliedjes gaan over het plattelandsleven, het wisselen van de seizoenen en boerenmeisjes. Vreeswijk stelde daar woningnood, vervreemding en verslaving tegenover. In zijn muziek mengde Cornelis de troubadourstraditie met jazz, blues en rock. Zijn manier van zingen klampte aan bij de blues. Cornelis deed niet zijn best om zo beschaafd mogelijk over te komen. Hij wilde rafelig klinken. Hans van Deelen

Cornelis Vreeswijk – de blues tussen Stockholm en IJmuiden (Nijgh & van Ditmar, Amsterdam 2014. NUR 320/ISBN 9789038898728) -9-


Café Cornelis ( 1 juni 2014) Het evenement was geruime tijd aangekondigd en we keken er reikhalzend naar uit. De locatie was het zeer pittoreske café “De Vriendschap” te Zoeterwoude.

In elk geval werd hierbij gelijk de wens verhoord die ik in november 2013 uitsprak, in mijn stukje over het “Open Podium” in De Schalm. Dat ik meer zou willen horen van Matthias Mattsén. En het was weer prachtig. We hoorden ook nog klassiekers van hem als ;”Ballad på en soptipp” (”För var dag blir det bättre, men bra lär det aldrig bli”) en. ”Somliga går med trasiga skor”. En, samen met Jurjen Oostenveld: ”Huvudlösen för aftonen”. Een goede week Om stipt 13.00 uur begon het. daarvoor nog in gloednieuwe Presentator Fons Delemarre riep vertaling van Hans Westin in voorzitter Marlies Philippa naar Rotterdam gehoord, onder de het podium en ze mocht vertellen titel: “Onbezinning voor de hoe ze ooit in contact kwam met avond”. De melodie is weken lang de muziek van Cornelis door mijn hoofd blijven spelen. Zo Vreeswijk. gaat dat soms. Maar dat geeft Daarna de muziek. Maar . . . er niet, want het is een prachtige werd begonnen met het nummer melodie. Alleen: ik weet nog Fernando, van ABBA! steeds niet of het lachen is of Nou ja, dat moet kunnen. klagen, wat die stormmeeuw Tenslotte heeft Cornelis wel bijna doet. Dat houdt me toch wel een vierkante meter bezig! expositieruimte in de nabijheid van het grote ABBA-museum, Een ander Zweeds geluid kwam dus waarom niet een ABBAvan Ulrika Léons Becksén. Al te nummer in café Cornelis. horen bij “Fernando”en later in Daarna dus muziek van Cornelis, vele andere nummers als (o.a.) dachten we. Maar nee hoor, we Epistel 81, Rosenblatt en hoorden opeens het aloude Copacabano. vlaamse liedje “Vier weverkens”. Mensen keken elkaar bevreemd Wat was het een goed idee van aan. “Zijn we wel op het juiste het CVG om in de plannen voor feestje aangeland?” hoorde ik 2014 – dat vriendschapsjaar - op iemand fluisteren. te nemen “meer interactie met Maar het bleek een aanzet naar Zweedse en Nederlandse het lied “Ballad om Polisen” dat artiesten en organisaties”. Op die daarna door Matthias Mattsén manier kregen we wat prachtige werd gezongen. De melodie stemmen erbij. vertoonde sterke gelijkenis met Zo zie je: “The Swedes and the dit weverkens-lied. Troubadours Dutch are made for each other”. ontlenen vaker wijsjes en teksten Het heeft wel 400 jaar geduurd aan de geschiedenis, dat hoort bij voordat men dit besefte, maar het de traditie. resultaat is ernaar.

- 10 -

Onder het publiek ontdekte ik ook enkele verrassingen. Zo was Henk er met zijn vrouw Ans. Ik ken ze al zo’n vijftig jaar, toen Henk en ik aan dezelfde studie begonnen in Delft. We zien elkaar nog geregeld op reünies, maar pas vier maanden geleden kwam Cornelis Vreeswijk ter sprake. Net als ik had Henk een praktijkjaar in Zweden doorgebracht, in zijn geval in hetzelfde jaar dat de boot van Cornelis zonk, dat trok toen nogal de aandacht van de Zweedse kranten. Henk liet me een lijstje zien van de muziek die hij had van Cornelis Vreeswijk, 136 nummers in totaal. Geen wonder dat ze zich gemakkelijk lieten overtuigen om naar “Café Cornelis” te komen. Verder waren nog aanwezig Githa, de winnares van de klederdracht-competitie bij het 17eeeuwse diner in de Zweedse kerk te Rotterdam (maart 2014). En ook de gemeente Velsen was vertegenwoordigd in de persoon van onze contactpersoon aldaar, Leonie. Ook zij kwamen als resultaat van persoonlijke uitnodigingen. Ton Vervoorn – inwoner van Zoeterwoude – had zich laten verleiden om voor deze gelegenheid op overtuigende wijze “Blues voor Jacques Brel” te vertolken. Een nummer dat eigenlijk op 22 mei j.l op mijn wenslijstje stond in Rotterdam, vanwege de referentie aan “mooie Minouschka, Katendrechtse kat”. Toen kwam het er niet van, nu dus wel.


Pieter Hiemstra was de hele middag alomtegenwoordig. Hij had een groot aandeel in de instrumentale ondersteuning. Zowel op gitaar als op toetsen was hij in vrijwel elk nummer te horen. Van de Facebook-pagina van Henk van Kuijk leerde ik dat iemand hem in de pauze vroeg of hij de afgelopen nacht gelukkig was geweest en ik kreeg de indruk dat hij dat maar een impertinente vraag vond. Maar dat had hij toch kort daarvoor luidkeels vanaf het podium verkondigd? Marije (accordeon) en Jurjen (gitaar) speelden en zongen het slaapliedje voor Jack (“Ga maar slapen, kleine prins”) en daarna Marjolijn. En ze zochten daarbij de juiste toonsoort via oogcontact – dat was zo ongeveer het commentaar van de presentator.

Aan het eind van de sessie natuurlijk de gebruikelijke samenzang. Een liedje over een blauwe hoed. En na afloop van het programma kreeg een dozijn mensen de indruk dat ze er maar voor spek en bonen bijzaten. Dat was namelijk het menu dat Hugo (van Café “De Vriendschap”) met zijn mensen voor ons had klaargemaakt. Bij onze tafel schoof ook een dame aan, die in een belendende zaal een sessie met Ierse muziek had meegemaakt en het verwonderde ons dat de twee groepen niets van elkaar gemerkt hadden. Deze dame vroeg zich verbaasd af, hoe het kon dat we muziek kwamen beluisteren van een zanger die toch al 27 jaar geleden was overleden. Het antwoord “dat muziek van Bach ook nog gespeeld werd” bleek voorlopig afdoende. Verder hebben we maar niet gevraagd welke Ierse muziek ten gehore werd gebracht, en of alle componisten daarvan nog leefden. Wim van Kooten

- 11 -


ty

NU TE KOOP

HENK van KUIJK tien vertalingen op cd te koop voor 10 euro plus 2 euro verzendkosten mail naar: hm.vankuijk@kpnmail.nl

12 NOVEMBER 2014 Cornelis Vreeswijk Festival Stadsschouwburg IJmuiden Aanvang: 20:15

Leden van het CVG kunnen met korting kaarten bestellen 32 euro per twee kaarten Meer info klik hier Optredens van:

Jack Vreeswijk Jeroen Zijlstra De Andersons Laurens Joensen Stefan Sundstrรถm

- 12 -


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.