Pijpendraaier 2021 - 1

Page 1

De Pijpendraaier

Ogen zijn de spiegel van de ziel

(compilatie geplaatst op onze Facebookpagina - 19 december 2021)

In dit nummer o.a.

Jaargang 13

Het enige nummer van 2021

Brief uit de kringloopwinkel

ALV Lemmer - Friese troubadours

De kapotte schoeneneen meesterwerk

Ledenblad van het Cornelis Vreeswijk Genootschap
Bekijk de webversie

1.Bij de voorplaat

Ogen zijn de spiegel van de ziel

Van Cornelis trokken vooral zijn misstappen en misdragingen de aandacht van het publiek, men smult daarvan!

Maar om iemands karakter te kennen, moet men diep in de ogen kijken.

Optredens in uw buurt: organiseer iets - als het weer kan !

"Het CVG neemt de voorzorgsmaatregelen in verband met de "Corona" zeer serieus en is ook niet voornemens om samenkomsten te organiseren zolang voorzichtigheid geboden is. We zien er geen heil in om een manifestatie op touw te zetten, om dan later te moeten aankondigen dat het moet worden uitgesteld."

Dat schreven we vorig jaar. En toch zijn we erin getrapt: we kondigden aan dat we weer een muziekmiddag zouden houden in Ruigoord (want we wilden zo graag!) en moesten het toch weer afblazen. We wachten af wat het jaar 2022 ons brengt.

Op kleine schaal kunt u wellicht iets doen. Ook dat schreven we vorig jaar.

Als u in uw buurt in uw favoriet muziekcafé kent, die bereid is om een Cornelis-programma te laten uitvoeren, dan kan het Genootschap ook bemiddelen om daar een groter programma te laten plaatsvinden. Of misschien bet u zelf zo muzikaal en wilt u op een leuke middag of avond dat met enkele gelijkgestemden delen. Laat het ons op tijd weten en we publiceren het.

Excuses voor de vertraging! De intentie was om dit blad nog vóór de jaarwisseling rond te zenden, maar door wat jammerlijke verkeerde aanslagen op het toetsenbord ging heel wat werk verloren. Schier ontroostbaar besloot ik toen om de Pijpen die ik tot dan toe had gedraaid, aan Maarten te geven en om na de oliebollen Uit te Huilen - en Opnieuw te Beginnen. Maar we noemen het toch maar "de Pijpendraaier van 2021" Wim

Colofon

De Pijpendraaier is het ledenblad van het Cornelis Vreeswijk Genootschap (CVG)

Het CVG heeft als doelstelling:

"Het levend houden van de muziek van wijlen Cornelis Vreeswijk, en het toegankelijk maken en houden van diens werk"

Het CVG doet dit door:·

• informatie beschikbaar te stellen

• de website www.cornelisvreeswijk.nl te onderhouden

• dit ledenblad te publiceren

• muziekbijeenkomsten te organiseren

• het vertalen van het werk van Cornelis Vreeswijk uit het Zweeds te stimuleren

De Pijpendraaier verschijnt normaliter driemaal per jaar

Kopij sturen naar: redactie@cornelisvreeswijk.nl

1.Bij de voorplaat en: optredens in uw buurt

2.Het jaar 2021

3.De ALV in Lemmer.

4.Vacatures

5.Cornelis Vreeswijk in de media

6. "Breaking news" "Brev från återbruksbutiken", ofwel: De brief uit de kringloopwinkel.

7. Luisterlied: "Waar ga je heen" Een analyse door Ad Thijs.

In afwijking tot voorheen bestaat deze Pijpendraaier uitsluitend uit een .pdf-versie, die men kan downloaden en uitprinten. Maar die men ook op het scherm kan lezen.

Verspreiding gebeurt met behulp van het programma "LaPosta". Dit is een uitstekend programma om nieuwsbrieven rond te zenden, maar een LaPosta nieuwsbrief kan men niet (eenvoudig) uitprinten. Wel kan men .pdf bijlagen bijvoegen.

Dit nummer is samengesteld door Pernilla en Wim van Kooten

Disclaimer

De Pijpendraaier wordt samengesteld voor verspreiding onder de leden van het Cornelis Vreeswijk Genootschap (CVG). Omdat delen van de inhoud auteursrechtelijk beschermd kunnen zijn, is het uitdrukkelijk niet de opzet van de CVG dat deze inhoud buiten de kring en de bijeenkomsten van het Genootschap verspreid of gebruikt zal worden. Het CVG neemt geen verantwoordelijkheid voor zulke verspreiding, door leden of door derden

- 2-
Inhoud

2. Het CVG in het jaar 2021

Dit is de eerste en enige Pijpendraaier die dit jaar verschijnt. Als vereniging proberen we normaal gesproken zo’n twee of drie (grotere of kleinere) optredens per jaar te organiseren, en ook enkele malen ons ledenblad uit te brengen met verslagen hierover en voorts wat nieuwtjes.

Echter, we stoeien al sinds maart 2020 met dit vermaledijde corona-virus. Fysieke optredens bleken nauwelijks mogelijk. Het leek ons helemaal niet wijs om bijeenkomsten te beleggen, waarbij besmettingen konden plaatsvinden – gezondheid boven alles!

"Streaming” sessies zijn wel overwogen – maar (volgens een klein klankbord-panel die we hierover raadpleegden) zou dit toch niet zo aanslaan bij onze leden. In plaats daarvan hebben we ons toegelegd op een actief Facebook - en Instagram beleid. Voorzitster Pernilla is hier heel goed in, en is ook degene die voor het CVG Instagram heeft opgestart. Ze weet uitstekend de weg te vinden in de archieven op het internet. Het aantal Facebook-klanten ("volgers" en "likes") is vrijwel verdubbeld in de afgelopen twee jaar en heeft nu een bereik van samen ca. 1500.

Met Instagram werkt men (via de "hashtags") meer doelgericht – en krijgen we ook meer reacties uit andere landen, in ons geval meestal Zweden. Veel van onze (oudere ?) leden zijn huiverig om zich met Facebook in te laten. Maar ook als men alleen maar de website raadpleegt, dan kan men in de rechtermarge onze Facebook-berichten zien, ook als men géén Facebook –account heeft. (Men kan alleen niet op deze berichten reageren)

Op 17 oktober hielden we een Algemene Ledenvergadering in Lemmer. (Een kort verslag van de ALV volgt later). Na die ALV traden twee (door ons nieuw-ontdekte) Friese troubadours op, die elk op hun eigen manier Cornelis Vreeswijk hadden ontdekt. Dat werd een heel genoeglijk optreden.

Het leek erop, dat er enige ontspanning ging plaatsvinden met die corona-regels en we maakten plannen om weer volop van start te gaan. Met het grootse en zeer genoeglijke optreden van 15 december 2019 in Ruigoord in gedachten, wilden wij dit weer herhalen. De datum die we daarvoor hadden geprikt was: 12 december 2021. En we hadden 7 verschillende optredens op het programma staan (waaronder weer onze Friese artiesten). Het heeft niet zo mogen zijn – we werden weer ingehaald door nieuwe maatregelen, die zulk een bijeenkomst onmogelijk maakten.

En nu maar afwachten wat het jaar 2022 ons brengt!

3. De ALV van 17 oktober 2021

Hotel “De Wildeman”, Lemmer

Een prachtig stadje – en een indrukwekkend oud pand, hotel “De Wildeman”

De Friese troubadour Adri de Boer benaderde het CVG al heel lang geleden, teneinde meer informatie te krijgen over het lied "Babyland". Hij wilde daarvan een Friese vertaling maken en wilde dit zo goed mogelijk doen. Nu had Wim Boswinkel dit al eens als Luisterlied behandeld, dus daarmee konden we Adri behoorlijk op weg helpen. Op onze Facebookpagina is zijn versie te beluisteren.

Wouter van der Wal wordt door zijn toehoorders wel eens vergeleken met Cornelis. Dit kan dan liggen aan zijn stijl van zingen, maar ook uit zijn keuze van controversiële onderwerpen.

Reden voor ons om eens een vergadering in hun buurt te houden. Het werd dus Lemmer. Natuurlijk kent het CVG nog een troubadour uit Friesland, al heel veel jaren: Piter Wilkes. Deze bleek volgeboekt te zijn. Goed voor hem!. We hopen hem toch ook nog wel eens terug te zien bij ons.

De resultaten van de ALV worden hier in telegramstijl weergegeven. De notulen zullen vlak voor de volgende ALVworden rondgestuurd, die we deze keer al in Maart 2022 denken te houden. Hier moeten we nog steeds bij zeggen: “onder voorbehoud-!!!”

 De termijnen van bestuursleden Robert, Harry en Wim liepen af. Er waren geen kandidaten gesteld voor hun functies – ze blijven dus aan. Wel werd erop gewezen, dat het tijd wordt om ook voor het bestuur nieuwe kandidaten te vinden. Zo zijn er ook nog meer vacatures te vervullen behalve “bestuurslid, zie kader.

 Het zgn. “Bellmanfonds” is nog in zijn geheel beschikbaar. Suggesties voor de besteding hiervan zijn tot nog toe uitgebleven, waarschijnlijk ook onder de invloed van de Corona-maatregelen.

 Gelukkig heeft Robert Stroet – na een lange ziekteperiode – de kans gezien om de financiële verslaggeving voor elkaar te krijgen. De kascommissie heeft positief over die stukken geoordeeld, en adviseerde de leden om het bestuur decharge te verlenen voor het financiële beleid over 2020. Hetgeen geschiedde. De vereniging heeft het jaar 2020 afgesloten met een batig saldo van € 713,22

 Ed van der Velden heeft zich bereid verklaard om zitting te nemen in de kascommissie, in plaats van Robert Noorlander. Wim Boswinkel is nog bereid om iets langer aan te blijven, maar zou ook liever een opvolger hebben. Wie meldt zich aan??

 Wiebe van der Hout wijst de vergadering op het bestaan van de Zweeds-Nederlandse vereniging (ZNV) Hij is momenteel eindredacteur van hun blad "Kuriren" De secretaris memoreert, dat het CVG destijds, in 2001, is ontstaan uit een initiatief van enkele ZNV-leden. En dat het CVG sinds enkele jaren een column verzorgt in Kuriren.

 Ed van der Velden wijst op de nieuwe wetgeving voor bestuurders van verenigingen. (Wet Bestuur en Toezicht Rechtspersonen). De secretaris moet bekennen, dat hij nog niet heeft uitgeplozen wat de consequenties zijn voor het CVG-bestuur. Dit zal in de komende periode moeten gebeuren.

 Herman Hutten vertelt in de vergadering over de grootse plannen om met zijn (vernieuwde) groep "Tiz Nix" een programma op de planken te zetten met zo’n 166 Nederlandstalige liedjes van Cornelis. Daarover zijn al gesprekken geweest met het CVG-bestuur. Han Peekel zal daarbij de presentatie doen. De coronacrisis heeft al tot wat vertraging geleid, maar er wordt afgesproken dat hij op 12 december naar Ruigoord komt om een voorproefje te laten horen. (Maar helaas: dat kon niet doorgaan!

4. Vacatures

Om tot een beter functioneren van onze vereniging te komen zou het heel goed zijn als er meer leden zijn die zich beschikbaar stellen om daar tijd en energie in te steken. Dit kan als bestuurslid, maar ook op andere manieren. Een hoop overleg zou online kunnen gebeuren, vergaderingen met lange reistijden zijn dus niet altijd nodig.

Op de volgende gebieden kunt u bijdragen:

 Webmaster voor de website.

 Redactieleden voor “De Pijpendraaier” (Momenteel wordt dit ad interim gedaan door Pernilla en Wim)

 Overleggroep voor een nieuw beleidsplan. (Het huidige, nog steeds geldende plan dateert uit 2011. Het is tijd om ons af te vragen, hoe de toekomst van de vereniging er uit zal zien. Dit, gezien in het licht van veranderingen in de maatschappij – de bereidheid om nog lid te worden van verenigingen, de rol van de nieuwe sociale media, etcetera. Graag vormen we een groepje ("thinktank") om daarover op korte termijn van gedachten te wisselen. Overleg hoofdzakelijk "online"

 Mensen met enige juridische kennis en interesse die zich kunnen buigen over de nieuwe wetgeving (Wet Bestuur en Toezicht) en eventuele herziening van statuten.

 Er is één vacante plaats in het bestuur – en we komen vast in aanraking met mensen, die in de toekomst wat stokjes willen overnemen.

 Er is ook nog ruimte voor een nieuw lid van de kascommissie – Wim Boswinkel zou niet rouwig vinden als er een opvolger kan worden gevonden.

Neem contact op met het bestuur als je voor jezelf een taak ziet weggelegd.

(ALV, vervolg)

5.Cornelis Vreeswijk in de media

In de media krijgt Cornelis Vreeswijk gelukkig redelijk veel aandacht.

 Kick van der Veer maakte een serie van 7 Podcast-uitzendingen, waarin hij sprak met Rutger Vahl, Anna Ågren en Tineke de Nooij. De uitzendingen zijn te beluisteren op NPO radio5 , Andermans Veren Extra. We vonden het zoekwerk op hun site wel ingewikkeld. Daarom vind u als aparte bijlage een overzicht van de zeven podcasts, met wat snelle links. Op Spotify zijn de podcasts ook te vinden - het zoekwerk is daar gemakkelijker.

 Naar aanleiding van deze podcasts schreef Madelon Meester een artikel dat op 14 oktober in diverse bladen van “Mediahuis” verscheen. Ze sprak ook met het CVGbestuur, waarbij Pernilla inging op de verschillen in muzikale tradities tussen Nederland en Zweden. "Cornelis zou in Nederland nooit zo groot kunnen worden als in Zweden", was de conclusie. Madelon memoreerde in haar artikel de (zure) mening van Jacques d'Ancona over Cornelis' ’eerste optredens in Nederland maar gelukkig ook de mening van Maarten van Roozendaal over de invloed, die Cornelis had. Het CVG is geneigd om aan de laatste mening meer gewicht toe te kennen. Het artikel is aan dit blad toegevoegd.

 In “De Volkskrant” verscheen op 13 november in de rubriek "Venus was her name” een artikel van Paul Onkenhout en John Schoorl. Hierbij wordt een lied uitgekozen die de titel draagt van een meisjesnaam – en daarvoor hadden ze “Veronica” gekozen. (Iets soortgelijks deed Paul Arnoldussen in het blad “Argus” in de rubriek "Het meisje van de zangverenging"(Zie Pijpendraaier 2020-1). IIn de digitale versie van het Volkskrant-artikel is ook een link naar de Cornelis Vreeswijk fietsroute opgenomen!

 Felix Meurders besteedde op 12 november ook aandacht aan Cornelis Vreeswijk in zijn programma en interviewde het bestuur. We verkozen toen het lied: "Ik wil het niet pikken" als iets, waarvan we vonden dat het écht bij Cornelis past.

 En, last but not least: RTV Ridderkerk zal op de zondagen 9 en 16 januari hun muziekprogramma " The story of . . . '' aan Cornelis wijden. We waren voor de eerste keer te gast in hun studio in februari 2019 – en we schreven daar toen ook al over hun plannen. Maar toen kwam Corona - en er volgde dus een lang uitstel. Echter, op 8 november 2021 togen Pernilla, Harry en Wim naar Ridderkerk om eindelijk de beoogde programma’s op te nemen. Uiteraard kozen we daarbij ook graag – en met enige voorkeur – wat van de minder bekende liederen van onze bard. Het zal te beluisteren zijn via www.rtvridderkerk.nl. Het krantenartikel dat RTV-Ridderkerk hierover zal publiceren volgt hierna (nog in concept).

Cornelis Vreeswijk in de spotlights van “The Story Of”

Cornelis Vreeswijk, de grote Zweeds Nederlandse zanger, staat 2 uitzendingen lang in het middelpunt van “The Story of”. Het verhaal van deze bijzonder artiest, die meerdere hits had in ons land, en in Zweden zelfs een popicoon werd wordt op 9 en 16 januari uitvoerig uit de doeken gedaan in het programma The Story of van RTV Ridderkerk. De programmamakers hebben alle hulp gekregen van het Cornelis Vreeswijk Gezelschap die met drie bestuursleden sterk in de studio aan de tand worden gevoeld door de interviewers Roel van den Oever, Frank Stoute en Kees de Klerk. Dat de, soms sappige, verhalen gelardeerd worden met veel muziek zal duidelijk zijn. Grote hits en gevoelige ballades wisselen elkaar af en hier en daar zal er iets in het Zweeds te horen zijn. Voor de liefhebbers van mooie teksten en lekker in het gehoor liggende muziek is het zaak om op Zondag 09 en 16 Januari tussen 17.00 en 18.00 uur af te stemmen op Radio Ridderkerk.

( geschreven door: Kees de Klerk) - en daarbij komen onderstaande fotootjes.

"Breaking news"

6. "Brev från återbruksbutiken", ofwel: De brief uit de kringloopwinkel.

Enkele jaren geleden, ca 2018 loopt Jan uit Zaandam (achternaam hoeft er niet bij, zegt hij) rond in een kringloopwinkel en in de platenbak komt hij een bijzonder exemplaar tegen. Over de hoes zit een afbeelding geplakt, een tekening van een groepje mensen die naar een kerk wandelt. Het blijkt een afbeelding te zijn van een lithografie van Julia Homer Wilson, een bekende Amerikaanse kunstenares (1910 – 2001). Maar er zit ook een briefje opgeplakt, waarop met de hand staat geschreven, in grote letters: “Cornelis Vreeswijk. O.a. "Tältet, - Hallelujah, jag är frisk igen"

Cornelis Vreeswijk – die naam kent Jan. Zijn moeder had platen van hem. Dus Jan koopt die plaat. En, gelukkig voor ons, neemt hij uiteindelijk ook contact op met het CVG.

Het blijkt een exemplaar te zijn van de eerste LP die Cornelis ooit uitbracht, in het Zweeds. Maar het bijzondere is toch wel, dat er op de binnenhoes een enveloppe is geplakt met daarin een brief. En die brief is door Cornelis zelf geschreven – gericht aan zijn oom, Louis de Fauwe.

De eerste LP van Cornelis was “Ballader och oförskamdheter”. Deze kwam uit in juli 1964. De beginperiode, en de rol die mensen als Fred Åkerström en Anders Burman daarin speelde is goed beschreven in de biografie van Rutger Vahl, “misschien wordt het morgen beter”.

Rutger schrijft, op blz 77:

“Begin 1965 werd Cornelis uitgenodigd te komen optreden voor de Belgische televisie. Hij pakte de trein naar IJmuiden, waar hij zijn familie de live-lp van de najaarstournee gaf, en reisde vervolgens door naar het Amerikaans Theater in Brussel. Daar werden op 13 maart opnames gemaakt voor het muziekprogramma Tijd voor show”.

Zie nu de brief, die hierbij is afgedrukt. Daaruit blijkt, dat Cornelis in een vroeg stadium contact heeft gehad met zijn oom Louis om tot Nederlandse vertalingen van de liedjes op deze eerste LP te komen. In de enveloppe die bij de LP zat, bevonden zich vertalingen van de liedjes “Tältet” (De tent) en “Hallelujah (jag är frisk igen)“, respectievelijk uitgetypt – en op een kladblaadje.

Men zou zeggen, dat de oom toch wel iets eerder beschikte over de teksten – en misschien ook wel de LP – dan die 13e maart waar Rutger over rept, want al op 19 maart is Cornelis in staat om vanuit Stockholm commentaar te leveren over de geleverde vertalingen. Maar of dat zo is, is alleen van academisch belang. Cornelis lanceert de gedachte, dat zijn oom ook verder zal helpen met vertalingen in het Nederlands (en daarvoor ook commissie ontvangt). De bewuste liedjes zijn echter nooit in het Nederlands uitgebracht. Misschien behoorden ze tot de vier liedjes, die hij aan Charles Noordendorp van Dureco aanbood? (Vahl, blz. 84) We weten dat niet

We drukken bij dit artikel ook de afbeeldingen af van de teksten die oom Louis aanleverde, en ook van de enveloppe waar dit in zat.

Natuurlijk hebben we contact gehad met Loes de Fauwe, de dochter van Louis, die het ons ook mogelijk maakte om de cd “Cornelis zingt Bellman” uit te brengen. Zij herkent de handschriften van zowel haar vader en Cornelis, alles is dus echt. En uiteraard vraagt ze zich af, hoe dit allemaal aan hun aandacht is ontsnapt – en hoe dit in een kringloopwinkel terechtkwam. Daar komen we nooit achter, naar te vrezen is. We vroegen ook aan Loes of haar vader inderdaad Zweeds kende (Cornelis maakt hem een compliment voor de vertaling), maar volgens haar was dat toch niet zo. Hoe oom Louis de Fauwe in dit geval aan de Nederlandse teksten komt weten we natuurlijk niet, maar Loes vermoed, dat Cornelis wel eens vaker zijn Nederlandse vertalingen aan zijn oom voorlegde, waarbij deze hem adviseerde in verband met Cornelis zijn archaïsche taalgebruik. (Ook bij de Bellman-liederen?)

Enfin, bewonder de afbeeldingen – en u zult het met ons eens zijn dat we met deze brief en al de bijlagen iets bijzonders in handen hebben. Dank zij Jan. Uit Zaandam.

De hoes is beplakt met aan afbeelding van een lithografie van Julia Homer Wilson, waarop weer stickers zijn geplakt. Voorts: de enveloppe met brief + vertalingen. En de plaat zelf. ("sample record - not for sale") En hieronder de brief van Cornelis aan "Oom Loet"

Stockholm, 19 – 3 – 1965

Beste Oom, Tante, neef en nichten

Om te beginnen, namens Ingalill ook, nog hartelijk dank voor Uw brief. Ik wilde U graag laten weten, Tante Jet ook, dat ze het erg aprecieerde. Ze begint nu weer op te knappen maar is een tijd niet in orde geweest. Zenuwen en zo. Nu gaat ze dus naar Rhodos de 26e maart. De bedoeling was dat we met zijn tweeën (drieën) zouden gaan maar ik kan niet weg komen. Dus nu gaat schoonmoeder met haar mee (en Jack natuurlijk).

Vandaag kwam De tent de brievenbus invallen. Hij is goed, oom Loet, en ik kan hem op het ogenblik heel goed gebruiken. Ik ben namelijk bezig een Hollandse plaat te maken met Hollandse liedjes. U schreef dat U nog bezig was met een paar andere liedjes. Stuur ze maar hierheen als ze klaar zijn a.u.b. Ik zal zorgen dat U er contract op krijgt. De condities weet ik niet helemaal maar er zit om te beginnen al minstens 100.- kronen per tekst aan vast die principieel uitgegeven worden als voorschot op uw aandeel van het verkoop van noten. Daarbij komt dan bij het verkoop van de gramofoonplaat nog een bepaald aandeel (16 2/3 %) van het z.g. Mechaniese license. Maar daar kunnen we nog op terug komen. Ik zou. Met Uw permissie, graag van Uw texten gebruik maken.

Ik vraag me trouwens af hoe U het geklaard heeft ? De vertaling van “Tältet” is perfect, bent U aan het Zweeds leren ?

Overigens heb ik U jammer genoeg niet kunnen opzoeken vorige week. Ik ben in Brussel geweest en hollandse liedjes voor de T.V. gezongen – en ben eerst twee dagen thuis geweest en texten geschreven. Ik kom waarschijnlijk in april weer naar Holland om de gram plaat te maken. We kunnen dan misschien samen iets planeren. Als U wilt kunt U misschien met de Hollandse maatschappij in verbinding stellen. Ze moeten weten wat er aan de hand is. Het adres:

Redeco Beursstraat 21

Amsterdam

De Heer Noordendorp, tel 24.22.88. A’dam Tot ziens, Cornelis

P. S. Hartelijke groeten aan allemaal van Ingalill

7. Waar ga je heen

Het lied “Somliga går med trasiga skor” is in het Nederlands uitgebracht onder de naam “Waar ga je heen, zonder schoen, zonder laars”.

Vaak is de Nederlandse versie beschreven als “een slap aftreksel” van de Zweedse versie. Zo denkt Rutger Vahl erover en ook Anna Ågren laat zich zo uit (Podcast, Kick van der Veer). De Andersons hebben een Nederlandse vertaling uitgebracht die zeker dichter staat bij de Zweedse inhoud – en Zweedse sociale context.

Maar Ad Thijs toont aan dat men dit lied (Nederlandse versie) ook heel anders kan beschouwen. Dat Cornelis niet zozeer bedoelde om een vertaling uit te brengen – maar om een heel nieuw lied te schrijven. Het gaat niet zozeer om die “schoen en die laars”- die stáán ergens voor, iets metaforisch. “Cornelis kende zijn klassiekers en weet hoe hij in eenvoudige woorden grote thema's aan kan snijden”, Zo betoogt Ad, die – niet geplaagd door kennis van de Zweedse taal – het lied geheel op de Nederlandse inhoud beoordeelt. En tot de conclusie komt, dat dit een lied van het allerhoogste niveau is.

Ad Thijs kennen we van zijn eerdere bijdrage “Een paleis van zand" (Pijpendraaier 2020-1), ook een zeer gedegen analyse. Laat u deze keer meeslepen van zijn visie op de “kapotte schoenen” en u zult er veel meer in ontdekken dan u ooit zou hebben vermoed. =================

Somliga går med trasiga skor - Waar ga je heen (zonder schoen, zonder laars)

Hierbij enkele links:

Cornelis (Zweeds)

Cornelis (Nederlands)

De Andersons (Nederlands, beetje Zweeds)

Artist impression: "Cornelis" door

Jen Tzortzopolous

Zonder schoen, zonder laars

Ooit, vele jaren geleden, heb ik een LP gekocht waarop, naast andere mooie nummers, een lied stond dat veel indruk op mij maakte, zowel wat de stem, melodie, productie als ook de tekst betreft. De LP was "Cornelis Vreeswijk", het lied was "Waar ga je heen". Wat die eerste drie factoren betreft, hoef ik binnen het CVG geen pleidooi te houden. Met de tekst ligt het, wellicht, anders. Meer dan eens heb ik mensen zich negatief horen uitlaten over de tekst van dit lied. Het zou het niet halen bij het Zweedse origineel. In zijn boek noemde Rutger Vahl "Waar ga je heen?" een slap aftreksel van het origineel ('Somliga går med trasiga skor'): "Dat klonk in het Zweeds grimmig, als een aanklacht tegen het opperwezen dat er geen probleem in zag dat sommige mensen altijd op kapotte schoenen moesten lopen", waarna hij het eerste Nederlandse couplet betitelde als "een krachteloos rijm".[1] Nu wil ik niets afdoen aan de sociale lading van het Zweedse origineel, maar de kwaliteit van een lied kan ook in heel andere dingen zitten dan in sociaal commentaar. We moeten echt af van het idee dat "Waar ga je heen" een zwak aftrekstel zou zijn van de Zweedse oertekst. Het is, naar mijn mening, juist een van Cornelis' sterkste teksten, in ieder geval binnen diens Nederlandse repertoire, maar ik ben graag bereid te stellen dat het hier om een grensoverstijgende claim gaat. Helaas is mijn kennis van het Zweeds te beperkt om een kwalitatieve uitspraak te doen over het origineel, maar laat ik het zo formuleren: de Zweedse versie moet wel heel briljant zijn, wil die het niveau halen van de Nederlandse tekst.

[A]Waar ga je heen, zonder schoen, zonder laars? Waar ga je heen, m'n kind?

[B]Moeder, ik zoek naar iets moois en iets waars Dwars in de Noordenwind

[C]Zilver is leugen en goud is een vloek Blijf liever thuis, m'n kind

[D]Moeder, het geeft niet waar ik zoek, waar ik zoek Als ik m'n droom maar vind

[E]Ik ben een droef en armzalig persoon Onder de zon en maan

[F]Armoe en dood is een zwerver z'n loon Is dit een goed bestaan?

[G] Maar ik loop door en ik struikel en val Soms sta ik op en loop

[H]Hoog op de berg en beneden in 't dal Waar vindt een zwerver hoop?

[I]Waar ga je heen zonder liefde, m'n kind? Kijk nog 's om je heen

[J]Eens komt de man die je teder bemint 't Is toch voor iedereen

[K]Liefde is heerlijk en liefde is mooi Maar niet te lang voor mij

[L]Want liefde is ook een betraliede kooi En ik ben liever vrij

[M]Waar ga je heen, zonder schoen, zonder laars? Waar ga je heen, m'n kind?

[N]Moeder, ik zoek naar iets moois en iets waars

Dwars in de Noordenwind

Het lied bestaat uit zeven strofen, elk verdeeld in twee "verzen". Op het eerste gezicht lijken in het lied twee personen aan het woord te zijn: "de moeder" en "de Ik":

[A]Moeder[B]Ik[C] Moeder[D]Ik

[E]Ik[F](Ik)[G]Ik[H](Ik)

[I] Moeder [J]Moeder[K]Ik[L]Ik

[M]Moeder[N]Ik

Uit [I] plus [J] kunnen we afleiden dat we de "Ik" als dochter van "de moeder" moeten zien. Dit lijkt echter minder goed te passen bij de mannelijke term "zwerver" die we zien in het cluster [E] t.m. [H]. Dit roept, samen met nog wat andere aanwijzingen, de vraag op of er in [E]t.m. [H] niet van een andere "Ik" sprake is dan in de rest van het lied. Als dat inderdaad zo is, zou de tekst aanzienlijk complexer in elkaar zitten dan wellicht op het eerste gezicht (gehoor) lijkt. Maar, we lopen op de dingen vooruit. Laten we bij het begin beginnen.

[A]Waar ga je heen, zonder schoen, zonder laars?

Waar ga je heen, m'n kind?

[B]Moeder, ik zoek naar iets moois en iets waars

Dwars in de Noordenwind

Hoewel de eerste strofe wordt gevormd door een dialoog tussen een moeder en een kind (de "Ik"), maakt het plechtige taalgebruik overduidelijk dat dit geen toevallig afgeluisterd gewoon familiegesprekje is. Een dergelijk vraag- en antwoordspel is in moderne liedteksten vrij zeldzaam, maar komt in oudere liederen en teksten vaker voor. Te denken valt hierbij aan het Middeleeuwse genre van het Wachters- of Dageraadslied. In het beroemde "Het daghet in den Oosten" (Nr. 73 in het Antwerps Liedboek)[2] is in het begin sprake van een dialoog tussen een meisje en een aanbidder, waarbij het bij eerste beluistering niet direct duidelijk is wie er aan het woord is.

Het daghet inden oosten, het lichtet overal Hoe luttel weet mijn liefken, och waer ick henen sal

Och warent al mijn vrienden, dat mijn vianden zijn Ick voerde u uten lande, mijn lief mijn minnekijn

Dats waer soudi mi voeren, stout ridder wel gemeyt? ic ligge in mijns liefs armkens met grooter waerdicheyt.

Ligdy in uws liefs armen? Bilo, ghi en segt niet waer. Gaet henen ter linde groene, versleghen so leyt hi daer

Ook in "Het viel eens hemels douwe" (Antwerps liedboek nr. 74) komt een dialoog voor waarbij de lezer/luisteraar uit de tekst zelf maar moet opmaken dat er een perspectiefwisseling heeft plaatsgevonden. Een moderne (bijna)parallel vinden we in "She's leaving home" van het Sergeant Pepper album van de Beatles, dat eenzelfde thematiek als "Waar ga je heen" behandelt, al wordt daar alleen het standpunt van de ouders in de eerste persoon weergegeven.[3] Voor zover ik zicht heb op de persoonlijkheid van Cornelis Vreeswijk, lijkt het me goed verdedigbaar dat hij zowel door oude Middeleeuwse teksten (zijn fascinatie voor het oeuvre van Bellman geeft overduidelijk aan dat hij aanzienlijk verder keek dan zijn neus lang was)[4] als door de Beatles beïnvloed werd (op het album "Tre Damer & Cornelis Vreeswijk" vinden we een cover van "get back").

Het gestileerde vraag- en antwoordspel, de parallelle zinsbouw, de min of meer pleonastische herhalingen (schoen/laars; moois/waars) en de archaïserende toon dragen er allemaal toe bij om dit ogenschijnlijk simpel kwatrijntje ver boven het anekdotisch uit te tillen. Voeg daarbij het klassieke thema van de "Queeste", de zoektocht naar de zin van het leven, en we zitten op een minstens even fundamenteel niveau als bij het Zweedse origineel. Waar dat zich bezig hield met vragen rond sociale ongelijkheid, gaat het in dit lied blijkbaar over zaken als het je losmaken van je ouders en de stap in de grote boze buitenwereld. Oppervlakkiger of juist nòg fundamenteler?

Het archaïserende taalgebruik is hier niet dat van iemand die zijn vaderland op jonge leeftijd heeft verlaten en het contact met het Nederlands een beetje is kwijtgeraakt (die Vreeswijk kennen we ook allemaal), maar dat van iemand die zijn klassiekers kent en weet hoe hij in eenvoudige woorden grote thema's aan kan snijden op een manier die de tekst vrijwel achteloos universeel maakt.

[C]Zilver is leugen en goud is een vloek Blijf liever thuis, m'n kind

[D]Moeder, het geeft niet waar ik zoek, waar ik zoek

Als ik m'n droom maar vind

Het is vrijwel onmogelijk om bij vers [C] niet minstens even te denken aan het bekende spreekwoord "Spreken is zilver en zwijgen is goud". Als we die bekende wijsheid combineren met onze tekst, zouden we iets krijgen als "spreken is leugen en zwijgen een vloek", wat een diepe uitspraak is waar je heel lang over na kunt denken. Waar het oorspronkelijke spreekwoord ons een relatief eenduidige goede raad voorhoudt, stelt onze nieuw geconstrueerde spreuk ons voor een duivels dilemma (een keuze tussen twee kwaden waarbij altijd iets verloren gaat), waarbij we zelf na moeten denken in plaats van een vooraf gegeven recept te volgen. Heeft Vreeswijk bij het schrijven van dit lied zelf gedacht aan "Spreken is zilver en zwijgen is goud"? Ik vermoed van wel, al was het maar onbewust. De boventonen zijn onmiskenbaar in de tekst aanwezig. Heeft hij bewust gezinspeeld op ons afgeleide "Spreken is leugen en zwijgen een vloek"? Hoogstwaarschijnlijk niet. Hij schreef te zeer uit het hart om zich om zulke kunstmatige constructies te bekommeren, maar dat is ook niet waar het om gaat. Zijn liedjes en gedichten zitten zo in elkaar dat elke luisteraar/lezer wordt uitgenodigd om er over door te filosoferen, zonder daarvoor eerst aan de Meester toestemming te hoeven vragen. Op die manier ontstaan er interpretaties die mogelijk de oorspronkelijke bedoeling(en) ver achter zich laten, maar dat is hoe het bij elke tekst werkt. Lezers zijn dwergen op de schouders van reuzen, die soms net iets verder kunnen kijken dan de reus op wier schouders ze meeliften. Zo zal ook Shakespeare, bij het schrijven van zijn beroemde "to be or not to be", vast niet de hele boekenplanken aan analyses in gedachte hebben gehad die er later aan gewijd zijn. Er lijkt in het lied iets heel anders te spelen rond dat zilver en goud. In vers [B] heeft de Ik aangegeven op zoek te zijn naar "iets moois en iets waars". Als we vers [C] als een bezorgde waarschuwing zien, heeft de moeder blijkbaar weinig vertrouwen in het kritisch vermogen van de Ik, en dat, hoogstwaarschijnlijk, ten onrechte, want welke luisteraar zal na vers [B] het gevoel hebben dat de Ik op zoek is naar rijkdom? Iedereen met enig gevoel voor poëzie zal begrijpen dat de uitspraak in [B] als authentiek moet worden opgevat. Kortom, de moeder slaat de plank hier, mogelijk in een wanhopige poging haar dochter bij zich te houden, volledig mis. Dat de dochter haar moeder tot twee maal toe uit moet leggen wat haar drijft, geeft aan dat "thuis" niet meer echt een "thuis" is waar de Ik zich begrepen voelt.

Iedereen zal zich in kunnen leven in een moeder die haar dochter node ziet gaan omdat ze vreest dat haar kind niet gewapend is tegen die harde buitenwereld. Dat is wat in die krachtige openingsregel van het lied zo beeldend verwoord wordt Een pijnlijke vraag die diep onder het lied verborgen zit, is de vraag of het niet de taak van een moeder is (vaders doen er blijkbaar in de wereld van dit lied niet zo toe...) om haar kind van stevig schoeisel te

voorzien, zodat het vanaf een bepaalde leeftijd goed uitgerust is om zelfstandig de wereld in te trekken. Vanuit dat perspectief gezien, heeft de moeder mogelijk zelf de situatie geschapen die het, in ieder geval in haar ogen, moeilijk maakt voor de Ik om het huis achter zich te laten. Was dat slechts tekortschieten of opzet? Het zou ook op een situatie van armoe kunnen duiden (zoals in het Zweedse origineel, met die "trasiga skor"), maar zeker is dat allerminst. De tekst roept de vraag op, maar geeft geen definitief antwoord.

Aangezien de moeder in [C] de plank volledig missloeg door de motieven van haar dochter in twijfel te trekken, zou je als luisteraar verwachten dat de Ik haar daar in haar antwoord genadeloos mee zou confronteren ("ken je me zo slecht dat je echt dacht dat ik op zoek ben naar rijkdom?"), maar haar reactie negeert het pijnlijke eerste deel van vers [C] en zoomt in op het tweede deel ("blijf liever thuis, m'n kind"). Haar reactie sluit hier niet 100% logisch op aan, want haar "het geeft niet.." kan amper dienen als troost en het is erg kunstmatig (om niet te zeggen geforceerd) om de optie open te houden dat de Ik thuis zou gaan zoeken. Dat zou je als een zwakheid van de schrijver kunnen zien, maar ook als een meesterlijke manier om te laten zien hoe de dochter, enigszins onhandig, probeert de moeder gerust te stellen en over die pijnlijke miskleun van de moeder heen te stappen alsof ze die niet had opgemerkt De Ik positioneert zich hier als een zoeker voor wie het onderscheid tussen Thuis en Buitenwereld secundair is. Alles draait voor haar om het zoeken en vinden van "iets moois en iets waars". Het gevoel van gemis daaraan is onmiskenbaar thuis ontstaan, maar op een enigszins abstract en theoretisch niveau wordt hier sussend gesuggereerd dat dat wellicht ook thuis te vinden zou zijn. Hieruit volgt niet noodzakelijk dat de thuissituatie op wat voor manier dan ook als onprettig ervaren werd of wordt, maar er is wel degelijk sprake van een "missen" en een onvervuld verlangen. Kortom: in het blokje [A] t.m. [D] zien we een daadkrachtige Ik die de zorgen van haar moeder begrijpt, maar zich niet van haar hogere doel af laat brengen. Of ze echt de wereld intrekt "zonder schoen, zonder laars", of dat dat een overdreven angst van haar moeder is, weten we niet. Misschien heeft haar moeder wel degelijk voor schoenen gezorgd, maar zijn die inmiddels te klein geworden... Of, ze is bang dat de door haar aan haar dochter gegeven schoenen niet toereikend zullen zijn voor dat rotsachtige pad waar dochterlief blijkbaar veel te licht over denkt.

[E]Ik ben een droef en armzalig persoon Onder de zon en maan

[F]Armoe en dood is een zwerver z'n loon Is dit een goed bestaan?

[G] Maar ik loop door en ik struikel en val Soms sta ik op en loop

[H]Hoog op de berg en beneden in 't dal Waar vindt een zwerver hoop?

We hebben al geconstateerd dat in het blokje [E] t.m. [H] mogelijk een ander, mannelijk Ik aan het woord is. Die theorie wordt door een aantal aanwijzingen ondersteund: Vers [E] (en eigenlijk het hele blok) kan bezwaarlijk de tekst zijn van iemand die zojuist het ouderlijk huis verlaten heeft. "Onder de zon en maan" is niet de aanduiding van iemand die gisteren nog thuis in een donzen dekbed sliep. Wie de Ik uit het blokje [E] t.m. [H] (vanaf nu aangeduid als het Zwerversblok) wil koppelen aan de persoon uit het begin van het lied, zal (a)een behoorlijk interval tussen [D] en [E] aan moeten nemen waarin de Ik verviel tot dolen in plaats van te zoeken naar "iets moois en iets waars" en (b) moeten aannemen dat het vrouwelijke "kind" van de Moeder nu door de schrijver als "zwerver" wordt aangeduid. Daarbij mag niet uit het oog verloren worden dat je onze trend om vrouwen met mannelijke termen aan te duiden (directeur i.p.v. directrice) niet zomaar terug kunt projecteren op de tijd waarin dit lied ontstond.

Het zwerversblok is wezenlijk anders dan het eerste blokje. Dat blijkt al meteen uit dat "ik ben", wat van een andere aard is dan "ik zoek". De Ik uit dit blok staat niet naïef aan de start van een energieke queeste "dwars in de Noordenwind". Hier is een gedesillusioneerd iemand aan het woord die die kille wind al jaren kent en geen punt aan de horizon heeft om zich op te richten. Beiden zoeken naar iets positiefs ("iets moois en iets waars"; "m'n droom"; "een goed bestaan"; "hoop"), maar er zijn een aantal wezenlijke verschillen:

-de één laat vrijwillig een veilig thuis achter zich; de ander is letterlijk dakloos en kent alleen de open lucht (zon en maan; berg en dal)

-de één heeft een moeder die om haar geeft; de ander lijkt volledig op zichzelf aangewezen

-de één gaat energiek en doelgericht op zoek; de ander doolt ("ik struikel en val") en formuleert het positieve in retorische vragen die weinig perspectief bieden ([F] en [H]).

Waar in het eerste blokje de woorden van de dochter het mogelijk maakten om anders naar de woorden van de moeder te kijken, gebeurt hier iets soortgelijks: nu we de woorden horen van iemand die al een heel leven zwerft, kunnen we niet om de vraag heen: weet de Ik wel waar ze aan begint? Zelfs voor iemand die wel voorzien is van schoenen of laarzen lijken de vragen uit het zwerversblok ("is dit een goed bestaan?" en "waar vindt een zwerver hoop?") uiteindelijk onontkoombaar. Die harde werkelijkheid ("realitycheck") maakt vervolgens weer dat de bezorgdheid van de moeder een sterker fundament krijgt. Misschien was onze impliciete keuze voor het standpunt van de dochter naïef en werden we misleid door haar vaste overtuiging dat daarbuiten "iets moois en iets waars" te vinden zou zijn, terwijl zelfs "hoop" (toch uiteindelijk een niveau lager dan, want eerder een 'voorportaal' voor, "iets moois en iets waars") daar schier onvindbaar blijkt...

Wie het lied beluistert, hoort aan de zang niet dat er een stevige cesuur ligt tussen [D] en [E]. Cornelis Vreeswijk heeft enkele fraaie duetten gezongen (o.a. met Monica Zetterlund, Eartha Kitt, Pernilla Wahlgren en Siw Malmkvist) en dit lied zou wellicht enorm aan helderheid winnen als het werd gezongen door drie stemmen:

Vrouw 1: [A], [C], [I], [J], [K], [L], [M]

Vrouw 2: [B], [D],

Man 1: [E], [F], [G], [H]

Als we de Ik uit het zwerversblokje definiëren als dakloos, eenzaam en gedesillusioneerd, dringt zich de idee aan ons op dat het de bedoeling was van Cornelis Vreeswijk om twee situaties tegenover elkaar te zetten:

-de persoon die het huis verlaat in de naïeve overtuiging dat daarbuiten het heil te vinden is.

-de persoon die het zonder huis moet stellen en al zwervend moet zien te overleven

Beide personen lijken zich in de sympathie van de zanger te kunnen verheugen. In hoeverre dat ook met de moeder het geval is, is lastig in te schatten. Haar miskleun in vers [C] lijkt haar buitenspel te zetten, maar wie zou geen sympathie voelen voor een bezorgde moeder wier dochter het huis ontvlucht? Een vergelijking met She's leaving home dringt zich hier op. Daar was het een mogelijk dubieuze "man from the motor trade" die, heel subtiel, suggereerde dat de angst van de ouders wel eens meer dan koudwatervrees zou kunnen zijn. Hier krijgen de stuntelig verwoorde angsten van de moeder aanzienlijk meer gewicht als we het zwerversblokje eenmaal hebben gehoord. Bovendien kunnen we niet om het feit heen dat de moeder maar liefst zeven verzen krijgt, tegen maar twee voor de dochter.

[I]Waar ga je heen zonder liefde, m'n kind?

Kijk nog 's om je heen

[J]Eens komt de man die je teder bemint

't Is toch voor iedereen

[K]Liefde is heerlijk en liefde is mooi

Maar niet te lang voor mij

[L]Want

En ik ben liever vrij

Met vers [I] keren we terug naar de moeder uit het begin van het lied. [I] is in zekere zin een herhaling van elementen uit [A] en [C], waarbij "kijk nog eens om je heen" een subtiele verwijzing is naar "blijf liever thuis, m'n kind". De boodschap is helder: waarom wil je zo nodig weg? Blijf liever bij mij thuis! Waar de beginzin luidde "Waar ga je heen, zonder schoen, zonder laars?", klinkt het hier "Waar ga je heen zonder liefde, m'n kind?". Voor een oppervlakkige luisteraar is hier sprake van weinig meer dan een variatie op een thema, maar niets is minder waar. In dat "zonder schoen, zonder laars" drukt de moeder haar angst uit De zin "Waar ga je heen zonder liefde, m'n kind? moeten we anders verstaan. Het woord "liefde" kan duiden op iets wat je krijgt òf aan een ander kunt geven Diezelfde spanning zit in de zin "eens komt de man die je teder bemint", waarbij het aan ons als luisteraars is om te bepalen of we dat "je" opvatten als onderwerp ("jij") of lijdend voorwerp ("jou"). Beide lezingen zijn mogelijk. In deze context is het onzin om te beweren dat de ik de wereld in trekt zonder een vermogen tot liefhebben. Er is niets wat die interpretatie ondersteunt. De enige geldige interpretatie is dat de moeder zegt dat als de ik vertrekt, ze liefde achter zich laat en het zonder liefde zal moeten stellen. Die uitleg wordt versterkt, zo niet bewezen, door het "kijk nog eens om je heen" ("zie wat je achterlaat..."). Je zou deze zin kunnen parafraseren als "waar blijf je, mijn kind, als je de liefde die je thuis krijgt willens en wetens verlaat om op je queeste te gaan..." De moeder lijkt hier een stevig punt te scoren, zeker als we de tekst van het Zwerversblok in ogenschouw nemen: in de boze buitenwereld is blijkbaar zelfs "hoop" al een schaars artikel, laat staan echte liefde.

Het knappe van de tekst is dat Vreeswijk de moeder haar valide argument meteen daarna, in [J], zelf weer onhandig om zeep laat helpen. Er zit namelijk een rare spanning tussen dat "kijk nog eens om je heen" en de volgende regels. De zin van dat "kijk nog eens om je heen" lijkt te zijn: "het is thuis dat je de liefde vindt, dus bedenk je en trek niet de wereld in". In menig lied zou dat de eindzin kunnen zijn (in de geest van "oost west thuis best" en "home sweet home"...), maar Vreeswijk neemt daar geen genoegen mee. De zin in kwestie is niet zijn mening, maar die van de moeder. De ironie is, zoals gezegd, dat ze zelf haar wijze raad meteen onderuit haalt. Alleen, hoe ze dat precies doet, is niet helemaal helder. De boodschap lijkt te zijn: "blijf thuis, daar vind je de liefde", maar die wijsheid botst met de volgende zin: "Eens komt de man die je teder bemint". Het probleem is: een man die nog moet komen, zie je niet als je "nu" om je heen kijkt... Dus, letterlijk genomen slaat de mededeling van de moeder opnieuw de plank mis. Zinnen die niet op elkaar lijken aan te sluiten, kunnen al te gemakkelijk als fouten van de schrijver geïnterpreteerd worden, en vaak is dat terecht, maar in dit geval werkt het precies andersom. De simpelste uitweg lijkt te zijn dat de moeder voor het gemak twee vormen van liefde op één hoop gooit: de liefde die een kind van de moeder krijgt (en die je alleen thuis kunt vinden) en de liefde van "een man die je (jij/jou?) teder bemint", waarvan en passant ook geclaimd wordt dat je die alleen thuis tegen zou kunnen komen. Dat laatste is natuurlijk een zeer dubieus punt (een "non sequitur"): de beste plaats om die man te vinden is nou juist buitenshuis. Wat voor reden zou de spreekwoordelijke prins op het witte paard hebben om precies bij dat ene huis af te stappen en aan te kloppen? Het lijkt of de moeder hier het beeld voor zich heeft van de wijzen uit het oosten die door eenvoudigweg een ster te volgen precies bij het goede huis uitkomen -alsof een ster precies boven één huis stil zou kunnen blijven staan... Wie de ware wil vinden, zal toch echt het huis uit moeten om mensen te ontmoeten. Is het toeval dat de enige echte zwakke "stoplap-zin" (" 't Is toch voor iedereen") meteen volgt op deze kromme redenatie van de moeder? Dit is geen zwakke zin van de schrijver, maar van de moeder... en Vreeswijk laat haar hier expres uit de bocht vliegen. Wat maakt haar redenatie eigenlijk zo zwak?

-zoals al gezegd, wanneer het om de toekomstige liefde van een man gaat, slaat het "kijk nog eens om je heen" nergens op. Die zin krijgt alleen maar betekenis als de moeder doelt op de liefde die zijzelf aan haar dochter heeft gegeven en nog steeds wil blijven geven, maar

liefde is ook een betraliede kooi

we hebben al gezien dat dat voor de dochter niet genoeg is. Zij wil op zoek naar iets wat ze duidelijk thuis niet kan vinden.

-moederliefde zou eigenlijk in moeten houden het voorbereiden van het kind op de echte wereld ("opvoeden is voorbereid en gefaseerd loslaten"), maar de moeder is blijkbaar tekort geschoten in het voorzien van haar kind van schoenen en laarzen, wat ze vervolgens ook nog eens gebruikt om haar kind te ontmoedigen om die buitenwereld in te trekken. Is dat enkel onmacht of boos opzet? Wij mogen het invullen.

-als thuis de plek is waar haar dochter de liefde van een man zal vinden, is thuis ook de plek waar ze alsnog haar kind zal moeten laten gaan. Haar pleidooi wordt daardoor gereduceerd tot weinig meer dan tijdwinst. Op zijn best zou je kunnen stellen dat de moeder beseft dat er een moment komt dat haar dochter daadwerkelijk het huis zal moeten verlaten omdat ze zich aan een man bindt, maar dat ze haar dochter niet wil zien zwerven in de boze buitenwereld op zoek naar zo'n man. In het lied spelen de termen "gaan", "zoeken" en "vinden" een sterk symbolische rol. Dat betekent automatisch dat het "eens komt de man die je teder bemint" in die termen geduid moet worden. Dat roept een massa vragen op:

-Vindt de moeder dat het wel goed is als een man het huis verlaat om "iets moois en iets waars" (de vrouw die het waard is innig bemind te worden) te zoeken? Dat moet wel, want als beide geslachten structureel thuis blijven, wordt het hier op aarde maar een dooie boel...

-Zou zij, als zij een zoon in plaats van een dochter had gehad, hebben gezegd: "trek de wereld in, mijn zoon, om de vrouw te vinden die je teder kunt beminnen?"

-Zou zij, als er een vrijer op de stoep staat, tegen haar dochter zeggen "ga maar", of zou ze ook dan nog proberen haar dochter over te halen thuis te blijven?

De rol van de moeder is en blijft erg onduidelijk. Niet omdat de schrijver zijn materie niet zou beheersen, maar omdat de rol van een moeder nou eenmaal vanzelf onduidelijk wordt zodra het kind het nest dreigt te verlaten. "She's leaving home" zongen de Beatles. Korter kan het niet worden samengevat.

Wie het lied van enige afstand bekijkt, kan alleen maar concluderen dat de kern wel moet liggen in de verzen [K] en [L]. Dat blokje lijkt het credo te zijn van de schrijver. Het valt niet mee om bij zo'n stelling alle kennis over het leven van de auteur buiten de deur te houden, maar ook de opbouw van het lied wijst in die richting. Het is de enige strofe die een expliciet statement lijkt te brengen dat net iets verder gaat dan de subjectieve uitspraken uit de andere blokjes: [A] t.m [D] en [M] en [N] bestaan uit een discussie tussen moeder en dochter; [I]en [J] geven de visie van de moeder. Het deel [E] t.m. [H] bestaat uit beschrijvingen van het uitzichtloze lot van een dakloze zwerver, eindigend in retorische vragen die niet echt kunnen dienen als programmatische statements van de auteur. Dan blijven alleen [K] en [L] over, tenzij je de zanger eenduidig wilt identificeren met één van de drie personages. Toch speelt Vreeswijk ook hier een complex spel met de luisteraar, want de tekst lijkt te suggereren dat het blokje [K] t.m [L] een uitspraak is van de vrouwelijke hoofdpersoon (de dochter). Hoezo zou dat dan de positie van de auteur weergeven?

Een analyse van de tekst heeft redelijk aannemelijk gemaakt dat we met drie personages te maken hebben: de moeder; de dochter en de zwerver. Je zou hier zelfs van archetypen kunnen spreken. Ik denk dat weinigen willen bestrijden dat de persoon van Vreeswijk nauw aansluit bij het personage van de zwerver. Er zijn andere liederen en biografische details die die interpretatie zouden kunnen ondersteunen. Hij presenteert zich meer dan eens als de troubadour, de persoon die buiten de gevestigde orde staat. Om dan je persoonlijke credo in de mond te leggen van een ander personage in een lied waarin ook een zwerver voorkomt, is een zeer gewaagde stap, zeker als dat personage ook nog eens vrouwelijk is. Toch is het het personage van de dochter dat in dit lied de spreekbuis van de zanger lijkt te zijn.

Zowel in [B] als [D] zien we de dochter een redelijk absoluut statement maken: ze zoekt "iets moois en iets waars" en "een droom". Wat ze zoekt, moet, in ieder geval in haar beleving, de liefde van een moeder voor haar dochter overstijgen, anders zou ze niet hoeven te vertrekken. We hebben ook al vastgesteld dat haar onderneming nogal naïef is als we naar

de harde werkelijkheid van het zwerversblokje kijken. De cruciale vraag is nu: wat zoekt ze in het begin van het lied. Er dringen zich twee mogelijkheden op: liefde en vrijheid. Als we aannemen dat ze op zoek is naar liefde, botst de naïef-idealistische visie uit het begin van het lied onmiskenbaar met de nogal relativistische houding uit [K] en [L]. Het lijkt onwaarschijnlijk dat ze huis en haard (en haar moeder) zou verlaten voor iets wat, in haar eigen woorden, ook weer "niet te lang" moet duren. De enige overblijvende optie is dan dat het de dochter om vrijheid gaat. Alleen in die visie lijken alle puzzelstukjes te passen. [K] en [L]rekenen nu genadeloos af met het pleidooi van moeder uit [I] en [J]: zowel de liefde van de moeder als van de minnaar bieden de Ik niet meer dan tijdelijk soelaas. "Vrijheid" staat net een trapje hoger in haar waardepiramide. Sterker nog: de liefde van de moeder (de enige die ze tot nu toe ondervonden heeft) wordt blijkbaar als verstikkend (een getraliede kooi) ervaren. Als het zwerversblokje niet zou bestaan, zou je dit lied vrij eenduidig als een ode aan de vrijheid kunnen bestempelen. Maar, het zwerversblokje bestaat wel, en het werpt een heel wat minder fraai licht op dat complexe begrip "vrijheid". Wie in een getraliede kooi zit, kan misschien wel eens dromen over een vrij bestaan "onder de zon en maan". Wie daadwerkelijk in die situatie zit, weet wel beter. Het lijkt er sterk op dat Vreeswijk in dit lied enerzijds een eloquent pleidooi houdt voor vrijheid (toch wel een kernwaarde uit zijn leven, zoals wij dat kennen), maar anderzijds ons waarschuwt voor de schaduwzijden van een te radicale keuze voor vrijheid. Onze zwerver is onmiskenbaar "vrij", maar een vrolijk bestaan leidt hij niet. Vrijheid heeft een prijs, waar de dochter zich, in haar naïeve verlangen nog absoluut niet van bewust is. Zij ziet slechts een keuze tussen de "getraliede kooi van liefde" die haar moeder haar voorhoudt enerzijds en een geïdealiseerde vorm van "vrijheid" anderzijds. Wat zou haar standpunt zijn als ze een aantal maanden de "vrijheid" van onze zwerver aan den lijve had ondervonden? Kunnen we uitsluiten dat zij, in tegenstelling tot onze zwerver, wèl het vermogen heeft om daadwerkelijk vrij te zijn? Staat zij sterker in haar schoenen (of laarzen)? Hoe ingewikkeld wil je het krijgen? De stelling dat de Nederlandstalige Vreeswijk een schrijver van simpele liedjes zou zijn, kan nu toch wel gevoeglijk op de "vuilnishoop" uit dat andere bekende lied.

Ook de herhaling op het eind is niet zonder betekenis. Nadat we alle partijen gehoord hebben, keren we toch weer terug naar de beginpositie van de Ik. Blijkbaar wegen noch de liefde van de moeder, het dak boven het hoofd, de liefde van een man, noch het zware bestaan van de zwerven zwaarder dan de zoektocht naar "iets moois en iets waars". Dat maakt dit complexe lied met al zijn lagen uiteindelijk tot een ode aan de vrijheid "dwars in de Noordenwind". "Dwars" en "vrij" zijn, in ieder geval in mijn beleving, nou precies de sleutelwoorden voor een goed begrip van die gewapende bedelaar, Cornelis Vreeswijk...

Ik durf niet te beweren dat wat ik hier over dit intrigerende lied heb gepresenteerd ook maar in de buurt komt van wat Cornelis Vreeswijk voor ogen stond toen hij aan het schrijven sloeg. Wat ik wel durf te beweren is dat mensen die zich neerbuigend over dit lied uitlaten, niet doorhebben dat ze hier Cornelis Vreeswijk in topvorm aan het werk hadden kunnen zien, als ze net even wat nauwkeuriger hadden gekeken.

Als groot Vreeswijkfan moet ik helaas iets te vaak toegeven dat zijn Nederlandse teksten soms nogal rammelen, iets wat mij als tekstschrijver en taalliefhebber extra pijn doet (wat me er -gelukkig- niet van weerhoudt om ze, privé, regelmatig luidkeels mee te zingen, inclusief de taalfouten) Maar wat me misschien nog het meeste raakt, is dat juist één van zijn sterkste teksten regelmatig naar voren wordt geschoven als "een slap aftreksel van het Zweedse origineel" of woorden van gelijke strekking Als al zijn teksten (Zweeds of Nederlands) dit niveau hadden gehad, had hij waarschijnlijk al lang voor zijn dood de Nobelprijs voor literatuur gekregen, want niets is moeilijker dan zoveel nuances in een ogenschijnlijk zo simpel tekstje te stoppen. In liedjes als "Een paleis van zand" en "Waar ga je heen" laat hij zien dat hij ook in het Nederlands teksten kon schrijven die een leven lang met je mee kunnen reizen zonder dat je er op uitgekeken raakt. Het is jammer dat er in zijn

tijd nog geen AMG Schmidt prijs was. Dat brengt het aantal misgelopen prijzen, wat mij betreft, op twee; de één Nederlands, de ander Zweeds...

Ad Thijs

NOTEN

[1] Rutger Vahl, Misschien wordt 't morgen beter, Amsterdam 2014, 144.

[2] Op het album Vildhallon staat een Zweedse versie van dit lied, die echter, op de beginregel ("Nu dagas det i öster, och ljuset bryter fram") na, weinig met het origineel te maken heeft.

[3] Het pleit enorm voor het inlevingsvermogen van McCartney dat hij, als radicale vertegenwoordiger van de jeugd van de jaren '60, zich zo inlevend wist op te stellen met betrekking tot de generatie van zijn ouders die op hun manier het beste wilden voor hun kind, dat hij zelfs in dit lied hun standpunt -zonder ironie of sarcasme- centraal stelde

[4] Vergelijk R. Vahl, 148.

Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.