Pd2014 01

Page 1

e Pijpendraaier ledenblad van het Cornelis Vreeswijk Genootschap

Jaarvergadering 2014 Cornelis zijn leven gevierd

LARS en LUCIDOR het prille begin (deel3)

Jaargang 6 - Nummer 1 29-05-2014


van de redactie Kent u A Day in the Life van the Beatles? Ongetwijfeld, want u bent CVG-lid en dus muziekliefhebber (of omgekeerd). Dan weet u misschien ook dat dit slotnummer van het meesterwerk Sgt. Pepper’s Lonely Hearts Club Band (1967) op een heel bijzondere wijze tot stand kwam. John Lennon en Paul McCartney kwam elk aanzetten met een onvoldragen liedje en toen beide halve nummers op de band gezet waren vroegen ze aan producer George Martin om ze samen te voegen tot één geheel. De tegenwerping dat de songs verschilden in toonsoort en tempo werd weggewuifd door Lennon: I’m sure you’ll come up with something, George. Het resultaat mocht er wezen: A Day in the Life geldt nu nog steeds als een van de hoogtepunten van de popmuziek. Het artikel in deze Pijpendraaier over de presentatie van Rutger Vahls biografie Misschien wordt ‘t morgen beter – de blues tussen Stockholm en IJmuiden kwam op een beetje analoge wijze tot stand.

Door een misverstand hadden beide Wimmen (van Kooten en Boswinkel) los van elkaar een verslag hierover geschreven, waar ze ieder niet helemaal tevreden over waren. In ons geval bleek Marlies Philippa te gedijen in de rol van producer en zodoende vindt u verderop een verslag van de boekpresentatie waarin de inbreng van beide auteurs tot een logische eenheid is gesmeed. Wat de biografie betreft: Ik heb het boek geboeid gelezen en daarmee veel nieuws geleerd over Cornelis, zijn muziek en zijn omgeving. In de volgende Pijpendraaier volgt een uitgebreide recensie. In dit nummer doet Wiebe van der Hout verslag van de jaarvergadering en bericht biograaf Rutger Vahl over de Stockholmse bibliotheek waar de jonge Cornelis ooit kind aan huis was, maar waarvoor nu helaas sloop dreigt.

Colofon:

Onze secretaris zong mee met het Scandinavisch koor en Hans Westin maakt de balans op van de erfenis die de in de vorige Pijpendraaiers beschreven zeventiende-eeuwse dichters Lasse Lucidor en Lars Wivallius nalieten. Ik wens u veel leesplezier met dit nummer. De volgende Pijpendraaier verschijnt kort voor de zomervakantie en zal naast de al genoemde biografierecensie verslagen bevatten van de doop van de Cornelis Vreeswijk Roos en van Café Cornelis in Zoeterwoude. Wim Boswinkel Redacteur P.S. – Nog een praktisch puntje: er heeft lange tijd een verkeerd emailadres in het colofon gestaan, u kunt de Pijpendraaier bereiken via het enige juiste adres: redactie@cornelisvreeswijk.nl

Disclaimer:

- De Pijpendraaier is het ledenblad van het Cornelis Vreeswijk Genootschap (CVG). - Het CVG heeft als doelstelling: * Het levend houden van de muziek van wijlen Cornelis Vreeswijk, en het toegankelijk maken en houden van diens werk. - Het CVG doet dit door: * informatie beschikbaar te stellen * de website www.cornelisvreeswijk.nl te onderhouden * dit ledenblad te publiceren * muziekbijeenkomsten te organiseren * het vertalen van het werk van Cornelis Vreeswijk uit het Zweeds te stimuleren - De Pijpendraaier verschijnt drie á vier maal per jaar. - Kopij sturen naar: redactie@cornelisvreeswijk.nl

-2-

De Pijpendraaier wordt samengesteld voor verspreiding onder de leden van het Cornelis Vreeswijk Genootschap (CVG). Omdat delen van de inhoud auteursrechtelijk beschermd kunnen zijn, is het uitdrukkelijk niet de opzet van de CVG dat deze inhoud buiten de kring en de bijeenkomsten van het Genootschap verspreid of gebruikt zal worden. Het CVG neemt geen verantwoordelijkheid voor zulke verspreiding, door leden of door derden.


luisterlied

INHOUD Pagina 2: Van de redactie Pagina 3: Luisterlied Pagina 4: Van de voorzitter Pagina 5: Scandinavisch koor open repetitie Pagina 6: Jaarvergadering met Bellman klanken Pagina 7: Vervolg jaarvergadering Pagina 8: Cornelis, zijn leven gevierd Pagina 9: Cornelis, zijn leven gevierd (vervolg) De bibliotheek die Cornelis leerde lezen! Pagina 10: Lars en Lucidor Pagina 11: Lars en Lucidor (vervolg) Pagina 12: Billboard

Eindredactie: Wim Boswinkel Vormgeving: Nr19 Design Op de voorkant: Roel Dullaart (foto Jurjen Oostenveld)

Als vertolker van de muziek van Cornelis ben je beperkt als je de Zweedse taal niet machtig bent. Je bent dan afhankelijk van vertalingen van anderen. Het lied "Till Visans Vänner" leek mij erg geschikt om met mijn Vreeswijkkoor "KOORnelis" te zingen, maar een Nederlandse versie bestond nog niet. Wat doe je in zo'n geval? Ik vroeg mijn vriend Harry van den Aardweg om een soort letterlijke vertaling te maken. Dat was een mooie basis en natuurlijk is een vertaalprogramma daarnaast ook best handig als extra hulpmiddel. Toch heb je niet zomaar een goed zingbare vertaling. Na verschillende tekstuele worstelingen heb ik het puzzeltje tijdens een lange vliegreis afgemaakt. En wat is het dan spannend als iemand anders de tekst leest en gaat zingen op de melodie van het Zweedse lied. Pas dan ontdek je echt of het metrum klopt, of het lekker wegzingt en of het een logische opbouw heeft. En als dat allemaal in orde is, dan weet je dat je voor het eerst in je leven een Zweeds lied hebt vertaald. Jurjen Oostenveld Beste vrienden, hef de glazen drink zolang de dag bestaat Blijf je elk moment verbazen dat de wereld niet vergaat Als wij drinken zonder zorgen dan bestaat de oorlog niet Denk niet aan de dag van morgen en niet aan liefdesverdriet

Kära bröder, tagom glasen än är tid att dricka ur. Världen har ej gått i kras än, den finns kvar än, eller hur? Låt oss därför lustigt dricka glömma bort i morgon dag. Krig och bomber, magsur hicka Kärleks kval och ödets slag.

Somberheid mag nooit regeren zorgen vinden wij niet fijn En je moet van Bacchus leren dat het leven leuk kan zijn Eerst een slok, dan even zwijgen zorg dat je ervan geniet Laat de dood de klere krijgen zing vandaag een levenslied

Sorgen bor i sump och sankor växer där förr glädjen rått Men i söder växer rankor som en gång Prins Bacchus sått. Höjom glasen! Drickom varligt! Smakom av med välbehag! Döden som vid näsan drar dig drar vid näsan du idag.

Want zolang de glazen klinken klopt de dood niet bij ons aan Laat ons in de wijn verdrinken leeg je glas en laat je gaan Als de drank je beste maat is krijg je moed, hoor wat ik zeg: Maag’re Hein komt als het laat is pak zijn zeis en gooi hem weg

Skulle vi på döden tänka då vi samlas här ikväll? Låt oss den i vinet dränka som gör var man glad och säll. Kanske att den fule styggen bliver oss en suparvän. Tager lien dän från ryggen och i hörnet ställer den!

Waarom zou je tijd besteden aan corruptie en bedrog Schone schijn is ons verleden wie vertrouwt die leugens nog? Vrienden van het goede leven wij doen alles op gevoel Wie wil er een rondje geven? alles voor het goede doel

Skulle vi på ödet grubbla som så grymt bedrager oss? Skall på skönhets svek vi snubbla när hon så behagar oss? Kära vänner, bort och undan från allt slik som sinnet stör! Drickom ur! och nästa rundan någon väl betalar för!

Liefde laat zich niet negeren maar na een perfect begin Zal zij jou de rug toekeren trap er deze keer niet in! Drinkebroeders, hef de glazen drink zolang de dag bestaat Blijf je altijd weer verbazen dat de wereld niet vergaat

Skulle vi kärleken klandra att hon oss förmenar sig? Ack, hon önskar ensam vandra därför ej förenar sig. Kära bröder, tagom glasen än finns tid att dricka ur. Världen har ej gått i kras än, den finns kvar än eller hur?

-3-


van de voorzitter Beste liefhebbers van Cornelis Vreeswijk, Het is lente en de feestelijkheden rond de 400-jaarviering zijn in volle gang. De belangrijkste dag van het jubileumjaar werd op 5 april gevierd. Koning Carl XVI Gustaf en koningin Silvia kwamen een dag eerder naar Amsterdam, waar ze o.a. de binnenstad bezochten. ’s Avonds was er een staatsbanket in het Paleis op de Dam met WillemAlexander, Máxima, Beatrix en veel genodigden. Ik mocht er ook bij zijn als vertegenwoordigster van het CVG, evenals Anna Ågren van De Andersons. Het staatsbezoek duurde twee dagen. De tweede dag konden de koninklijken Rembrandts schilderij “De samenzwering van de Bataven onder Claudius Civilis” bewonderen, dat het Nationalmuseum in Stockholm dit jaar heeft uitgeleend aan het Rijksmuseum. Op 4 april was er voorafgaand aan het staatsbanket al aandacht besteed aan dit schilderij. Dat had aanvankelijk enorme afmetingen en was bedoeld voor de galerij rond de burgerzaal van het toenmalige stadhuis, nu Paleis op de Dam. Het werd in 1662 opgehangen, maar niet goed bevonden door de gemeente. Later sneed Rembrandt de kern eruit, maar hij had een schets gemaakt van het origineel. Op basis daarvan is een reconstructie samengesteld die op de avond van 4 april werd geprojecteerd op de plaats waar het schilderij oorspronkelijk heeft gehangen. Wim Pijbes maakte er een foto van met zijn mobiele telefoon. De dag erna, 5 april dus, werd de biografie van Rutger Vahl over Cornelis Vreeswijk gepresenteerd

in de Stadschouwburg Velsen in IJmuiden. Verderop in dit nummer van De Pijpendraaier vindt u er een verslag van. In het vorige nummer schreef ik nog: “De bijeenkomst in maart met jaarvergadering en muziek erna valt buiten de viering van de vierhonderd jaar.” Toen wist ik nog niets over de boekpresentatie. Deze is wel degelijk één van de hoogtepunten gebleken van het jubileumjaar. We hebben de datum van de jaarvergadering eraan aangepast. Over deze vergadering is in deze Pijpendraaier eveneens meer te lezen. Ik maakte u in december al nieuwsgierig naar de Cornelis Vreeswijk Roos. Het CVG heeft een duurzaam symbool proberen te vinden om de betekenis van Cornelis Vreeswijk voor de band tussen Zweden en Nederland te markeren. Er is voor gekozen om een Hollandse ROOS te vernoemen naar Cornelis, dit in samenwerking met een plaatselijke bloemkweker. De roos is op 22 mei gedoopt door de Zweedse ambassadeur Håkan Emsgård. Deze ceremonie vond in de namiddag plaats in de Zweedse Kerk in Rotterdam. Na afloop was er een ‘allsång’.

-4-

Op 1 juni presenteert het CVG Café Cornelis, een muzikaal tweetalig programma in het kader van het vriendschapsjaar. De kern van het evenement wordt gevormd door een groep muzikanten, het Cornelis Collectief, die diverse artiesten zal begeleiden. Onder de artiesten bevinden zich een Zweeds-Nederlandse zangeres, een Zweedse troubadour en een vertolker van eigen Cornelisvertalingen. Het programma biedt een rijke selectie uit de 500 Zweedse en Nederlandse liederen die Cornelis geschreven heeft. U bent van harte welkom op zondag 1 juni 2014 van 15:00 tot 18:00 uur. De toegang is gratis. Locatie: Café de Vriendschap, Miening 25, Zoeterwoude. Zoals al eerder vermeld zal op 12 november het laatste evenement van dit bijzondere jaar plaatsvinden in de stadsschouwburg van IJmuiden, het Cornelis Vreeswijk Festival. Gestreefd wordt naar een mix van Zweedse en Nederlandse artiesten. Het zou geweldig zijn als Jack Vreeswijk er inderdaad weer bij is. Voor de CVG-leden geldt een bijzondere korting: twee voor de prijs van één! Met het geld van het Prins Bernhard Cultuurfonds is de Bellmanband inmiddels gedigitaliseerd. Voor en na de jaarvergadering hebben we ernaar kunnen luisteren. Prachtig! Het project vordert. Hopelijk kan het nog dit jaar worden afgerond. Marlies Philippa


Scandinavisch koor – open repetitie Een open repetitie van het Scandinavisch Koor, met o.a. liederen van Cornelis Vreeswijk, las ik op Facebook. Dat klonk uitnodigend. Ik had natuurlijk vaker van het koor gehoord, maar nog niet de moeite genomen om ernaar te gaan luisteren. Daarom toog ik naar het witte kerkje in Baarn, op zaterdag 25 januari 2014.

Op het CVG-Open Podium van 9 november kwamen zo’n 80 mensen af, dus ik had een volle kerk verwacht. Zo was het niet helemaal. Er waren ca. 20 koorleden, waaronder natuurlijk enkele bekenden. Maar met mij erbij als bezoeker werd de sessie toch “open”. Ik werd zeer hartelijk welkom geheten.

Niet geplaagd door al te veel eerdere ervaringen met koorrepetities volgen dan hier wat impressies van mijn bezoek Een repetitie klinkt natuurlijk heel anders dan een uitvoering. Dat een koor van 20 personen vierstemmig gaat zingen getuigt van een zeer hoog ambitieniveau. Dat kan alleen maar goed gaan als men heel wat uren besteedt aan (thuis) oefenen. Het “cursusmateriaal” is dan ook online voor leden beschikbaar. Daarbij moet ook aandacht worden besteed aan de juiste uitspraak van de verschillende Scandinavische talen. Van Cornelis Vreeswijk werd ook even “Cecilia Lind” gezongen (waarvan men vond, dat ik dat uit mijn hoofd moest kennen). In een interessante (vierstemmige) setting. Voor enkele liederen stelde het koor zich in een kring op. Dat klinkt anders, zo werd mij verteld. Het leverde in elk geval mooie foto’s op.

Met het lied “Kringsatt av fiender” was men kennelijk al vaak bezig geweest, want dat had het niveau als bij een “uitvoering” – het stadium van een repetitie voorbij. Het klonk zo mooi dat ook koorleden zelf hierdoor ontroerd raakten. Dit lied heeft een grote rol gespeeld bij de herdenkingsdienst voor de slachtoffers van Anders Breivik. Een week later sprak ik over mijn ervaring met een oude studiegenoot die zelf al tientallen jaren in meerdere koren zingt (waaronder het Zeister Mannenkoor). Het daaropvolgende halfuur volgden lyrische beschouwingen van zijn kant, hoe mooi het is om in een koor te zingen en hoeveel innerlijke bevrediging dat oplevert. Als iemand dus gemotiveerd is om er genoeg tijd in te stoppen dan lijkt het een aanrader om bij dit koor te gaan. Als de gegadigde bovendien muziek kan lezen en enig zangtalent heeft is dat ook mooi meegenomen. Het koor staat open voor nieuwe leden. Belangstellenden zijn welkom in het witte kerkje, Kampstraat 8 te Baarn. Tweemaal per jaar is er een open repetitie, dan is er extra bladmuziek aanwezig voor de gasten. Wil men op een ander moment komen, neem dan eerst even contact op. Doorgaans repeteert men eens in de twee weken, de precieze data staan op de website. In de nabije toekomst zal het koor optreden op de Scandinaviëmarkt in Schokland op 12 en 13 april 2014. http://www.scandinavischkoor.nl www.scandinaviemarkt.nl Wim van Kooten (secretaris CVG)

-5-


jaarvergadering met Bellman-klanken Vierhonderd jaar ZweedsNederlandse betrekkingen bepalen in 2014 ook deels de agenda van het Cornelis Vreeswijk Genootschap. Voorzitter Marlies Philippa zat op zaterdag 5 april, precies de datum van het jubileum, weer 'gewoon' voor de CVG-jaarvergadering achter het borstbeeldje van Cornelis. Maar de avond ervoor deelde ze het banket met de vier majesteiten van Nederland en Zweden en onze ex-koningin Beatrix. De Rex-zaal, qua betekenis toch ook een koningszaal, van de schouwburg in IJmuiden voelt zo langzamerhand vertrouwd voor de CVG-bijeenkomsten. Rijk belegde broodjes, goede koffie en... muziek van Cornelis van de veelbesproken Bellmanband (Epistel 81, een van mijn Vreeswijk-favorieten) geven bij binnenkomst al veel sfeer. De klanken komen via een box uit de telefoon van Jurjen Oostenveld, die met trots vertelt van de bewerking van de liederen in een moderne studio. Nog dit jaar komt er een cd van! Behalve deze tape, zo vertelt de voorzitter, valt ook nog nieuws te verwachten van in het omroeparchief opgedoken opnamen van interviews en liedjes met Cornelis. Van de 123 gratis 'galaleden' van eind 2012 zijn er 22 als betalend lid gebleven, 33 hebben afgezegd en 68 hebben niet gereageerd. Bij de oude leden zijn verder nog 7 nieuwe gekomen. Van de bestaande leden hebben 48 betaald, 33 nog niet en onder die 33 zijn er weer 18 die al jaren niet meer bijgedragen hebben. In totaal waren er dus op die vijfde april 77 betalende leden.

Die leden krijgen na vijf jaar stilstand in 2015 het verzoek wat meer te betalen: individueel 17,50 euro (was 15) en als gezin 22,50 (was 20). Van postleden wordt 10 euro extra gevraagd voor het versturen van De Pijpendraaier, ook als stimulans voor hen om over te stappen op mailontvangst. Tijdens een meezingbijeenkomst in de Zweedse Zeemanskerk in Rotterdam (17-20 uur) wordt op donderdag 22 mei de Cornelis Vreeswijk Roos gepresenteerd. De Zweedse ambassadeur Håkan Emsgård zal de naamgeving verrichten. Het gaat om een roze struikroos met geel hart, gekweekt door Jan Spek Rozen b.v. uit Boskoop. Ook al in het kader van SverigeNederland 400 staat een 'tvåspråkigt' Café/Kafé Cornelis. Dat zal zijn op zondag 1 juni in kan het toepasselijker - Café De Vriendschap, Miening 25 in Zoeterwoude (15 tot 18 uur). Het Cornelis Collectief zal diverse internationale artiesten begeleiden. De fietsroute in IJmuiden moet alweer aangepast worden, omdat Cornelis' geboortehuis van een garagebedrijf in een kringloopwinkel is veranderd opgenomen en het Cornelis Vreeswijkpad zijn bordje heeft gekregen. Ook de schouwburg, met immers die mooie grote foto van de troubadour en een

-6-

borstbeeld, moet in het rondje worden opgenomen. Bovendien is behoefte aan een routebeschrijving bij de bestaande kaart. Voorts is er samenwerking met een verhuurder van elektrische fietsen (Dutch Pedalic Tours). Van het personeelsfront niets dan goeds: penningmeester Wim Boswinkel was interimredacteur van De Pijpendraaier, maar gaat door als vaste man voor ons blad. Twee leden willen zich inzetten als webmaster. Bestuurslid Wim van Kooten kreeg via via een in de jaren vijftig uitgegeven Zweeds muziekboek met Bellmanliederen inclusief zettingen voor pianobegeleiding. Bij opbod verkopen, is zijn idee. Maar, indien mogelijk wat rechten betreft, graag wel eerst kopiëren en via het ledengedeelte van de site voor algemeen gebruik beschikbaar maken, zo wordt gevraagd. Onder wederom de klanken van de vertaalde Bellman-liederen werd nog wat nagepraat alvorens af te dalen voor het toetje van deze vergadermiddag: de culturele presentatie van de Cornelis-biografie van Rutger Vahl (elders meer daarover). Tekst: Wiebe van der Hout Foto’s: Peter Herweijer – Fotoservice IJmond


foto’s boekpresentatie © Peter Herweijer Fotoservice IJmond

Johan Hoogenboom

Tonny Vreeswijk

Dhr. V.d. Pieterman

Erik van Muiswinkel

De Andersons

-7-


Cornelis zijn leven gevierd Zaterdag 5 april om drie uur was het eindelijk zover: de feestelijke presentatie van Rutger Vahls Cornelisbiografie Misschien wordt ‘t morgen beter – de blues tussen Stockholm en IJmuiden in de foyer van de Stadsschouwburg Velsen. Naar deze bijeenkomst had het CVG lang uitgekeken; er waren diverse voorproefjes geweest, zoals een lezing op 2 juni 2013 en diverse artikelen in De Pijpendraaier. Steeds maar weer lichtte Rutger kleine stukjes van de sluier op, ons gaandeweg nieuwsgierig makend naar het moment waarop het doek helemaal open ging. Het was een bijzondere datum. Precies de dag waarop Zweden en Nederland 400 jaar geleden een verdrag ondertekenden, dat als het begin van hun diplomatieke betrekkingen wordt aangemerkt. Het Zweedse koningspaar bracht een staatsbezoek en hield zich in de ochtend van 5 april bezig met een andere boekpresentatie: “The Swedes and the Dutch are made for each other”, waarin Rutger ook al een hoofdstuk heeft geschreven. Over Cornelis, natuurlijk. Aan de presentatie van de biografie was behoorlijk veel publiciteit voorafgegaan. In diverse kranten waren er berichten verschenen en ook radio Noord-Holland had zich niet onbetuigd gelaten. De foyer was dan ook afgeladen vol. Er was rekening gehouden met ongeveer 75 bezoekers, het werd bijna het dubbele. De meegebrachte 40 exemplaren van het boek waren bij lange na niet genoeg.

klimaat paste. Vervolgens overhandigde hij het eerste exemplaar van het boek aan Erik van Muiswinkel, die met zijn imitaties van bekende Nederlanders het lied De Nozem en de Non indertijd een tweede leven bezorgde. Het was eigenlijk een tweedehands exemplaar, want de burgemeester had het al bijna stukgelezen. Hij was de voorgaande avond laat begonnen met het lezen van de biografie en werd hierdoor zo gegrepen dat hij het boek niet terzijde kon leggen. Dat hij hiervoor z’n nachtrust moest opofferen nam hij graag voor lief. Hij refereerde aan de verschillende activiteiten rond Cornelis die hij sinds z’n aantreden had meegemaakt, zoals de naamgeving van het Cornelis Vreeswijkpad, het gala in 2012 met Jack en Tonny en het aanbieden van enkele in het Chinees vertaalde Vreeswijkteksten aan het gemeentebestuur van partnerstad Qingdao. Vervolgens interviewde Kick van der Veer de schrijver. Daarbij kwamen diverse interessante aspecten van Vreeswijks liedkunst aan de orde. Volgens Rutger nam Cornelis onze cabarettraditie mee als Nederlandse invloed op z’n Zweedse visor (luisterliedjes), waarbij met name Louis Davids als inspiratie diende. Die milde spot en de ironie waren ze in Zweden niet gewend en daarmee had Cornelis een geheel eigen inbreng in de Zweedse liedcultuur.

Na het openingswoord van voorzitter Marlies Philippa kwam Kick van der Veer aan het woord, de ceremoniemeester van de middag. Hij introduceerde Franc Weerwind, burgemeester van Velsen (waaronder IJmuiden valt) en tevens beschermheer van het CVG. Deze probeerde ons wijs te maken dat hij tot burgemeester was gekozen omdat zijn naam zo goed bij het IJmuidense

Nadat Rutger verteld had over Vreeswijks minder mooie kanten, zijn ziekelijke jaloezie en zijn drankzucht, meldde zich plotseling een 90-jarige heer uit het publiek. Hij stelde zich voor als de heer Van der Pieterman en toen bleek opeens, dat een zekere heer Pieterman die vanaf zijn balkon stomverbaasd naar de reacties van de non keek (de Nozem en de Non) was gemodelleerd naar de oude buurman van de troubadour. Van der Pieterman vertelde dat hij vanaf zijn balkon in de tuin van de familie Vreeswijk kon kijken en daar vaak de kleine Kees zag spelen. In de persrecensies werd Pietermans optreden breed uitgemeten. Dat bood een toekomstvisioen: Rutger presenteert de tweede druk van zijn biografie. Meldt zich een vrouw vanuit het publiek: “En ik was die non”. Daarna was het tijd voor muziek. Johan Hoogeboom zong een leuk lied over Beverwijk; dat moest maar terug naar de natuur (en doe Den Helder er ook maar bij). Je kunt je afvragen of hij nog zonder vermomming in genoemde plaatsen durft te komen. Tonny Vreeswijk vertolkte onder meer haar vertaling van Turistens Klagan: “Klaaglied van een toerist“. De originele versie van haar broer uit 1978 klinkt als een luchtig zomerliedje, maar wanneer je het in het Nederlands hoort dan besef je dat het over een naargeestig verblijf in

Franc Weerwind

-8-


Johan Hoogeboom zijn ietwat verouderde versie van De Nozem en de Non zong: veel BN-ers van die tijd zijn inmiddels overleden. Toch bleef het leuk.

Rurger Vahl

Kick van der Veer

een sjofel drugshotel gaat. Gelukkig bieden de kinderstemmen van buiten hoop voor de toekomst, misschien wordt het morgen beter, u weet het wel. In de biografie staan opmerkelijke details, hoe journalisten in Zweden Cornelis op onheuse manier zwart probeerden te maken met dit lied. (blz. 211). Het heeft hem diep gegriefd.

Nog geen etmaal eerder was Anna van de Andersons in een koningsblauwe jurk te bewonderen op o.a. het internet, nu trad ze weer in een relatief eenvoudig rood jurkje op met de groep, voor een – als gebruikelijk – sprankelend optreden. Ze brachten een aantal nummers uit hun voorstelling Vreeswijk & de Andersons en daarna was er de finale waarin Erik van Muiswinkel samen met de Andersons en

Het boek verkocht goed op deze feestelijke presentatie waarop de schouwburg zich weer uitermate gul heeft betoond met het leveren van de locatie, de hapjes en de drankjes. Het is een heel boeiend boek geworden waarover in de komende Pijpendraaier een recensie zal verschijnen. Nog één intrigerend detail. Rutger vertelde dat het tegenwoordig goed gaat met de drugsverslaafde Fatumeh en dat ze nu in Zuid-Amerika (?) woont. Maar dat is toch niet te vinden in het boek? Of wel? Tekst: Wim van Kooten en Wim Boswinkel Producer: Marlies Philippa Foto’s: Peter Herweijer – Fotoservice IJmond en Jurjen Oostenveld

de bibliotheek die Cornelis leerde lezen Als middelbarescholier in Zweden bracht Cornelis vele uren door in bovenstaand gebouw. Het was de bibliotheek aan de Hantverkargatan in de wijk Kungsholmen in Stockholm. De bibliotheek lag vlak bij de bushalte waar Cornelis na schooltijd de bus naar het landelijke Ekerö pakte, een uur buiten de stad. De bibliotheek werd zijn toevluchtsoord. Hier kon hij in alle rust lezen, iets wat thuis – in het krappe huisje waar het gezin Vreeswijk met drie opgroeiende kinderen en baby Tonny woonde – vaak onmogelijk was.

In de bibliotheek ontdekte Cornelis de grote Zweedse schrijvers: Artur Lundkvist, Ivar Lo-Johansson, Gunnar Ekelöf en Nils Ferlin. Zij werden zijn helden en ze droegen eraan bij dat Cornelis ook zelf schrijver wilde worden. Als artiest liet hij zich beïnvloeden door zijn literaire idolen. Zo droeg hij een Zweedse elpee op aan LoJohansson (met wie hij als

twintiger correspondeerde) en zong hij gedichten van Ferlin en Ekelöf. Volgens het Svenska Dagbladet staat de bibliotheek op de nominatie om gesloopt te worden. Na het ouderlijk huis in Ekerö (dat nog altijd niet ‘veilig’ is) bezwijkt er dus mogelijk een ander belangrijk Cornelis-gebouw onder de slopershamer. Rutger Vahl

-9-


Lars en Lucidor – de erfenis In de voorgaande twee stukjes hebben we, zeer beknopt, de levens gevolgd van twee zeventiende-eeuwse dichters die dezelfde voornaam droegen maar in de meeste andere opzichten nogal verschillend waren. We hebben ook gezien hoe Cornelis Vreeswijk het drie eeuwen later niet zo nauw nam met deze verschillen. Wanneer Cornelis dus een smakelijk verhaal opdist over een zwerver en troubadour die in Skåne zijn blik laat vallen op een schone deerne, dan kunnen we vrij veilig aannemen dat hij weliswaar de naam gebruikt van de ene Lars, maar hem deels de eigenschappen en levensloop toedicht van de andere, eerdere dichter van die naam. Terwijl in veel opzichten juist deze Wivallius een waardig voorganger lijkt te zijn van onze eigen Vliegende Hollander. Niet voor niets wordt het lied in het Nederlands opgedragen aan Tijl Uilenspiegel, een fictief personage dat naadloos model had kunnen staan voor de charmante zwendelaar en vindingrijke bajesklant Wivallius. Maar in het Zweeds is het Lucidor die wordt bezongen. Daarmee verkeerde Cornelis in goed gezelschap. Al vanaf de achttiende eeuw lijkt het alsof de beide Larsen in de collectieve herinnering in elkaar zijn geschoven tot één, welhaast mythisch personage. Bellman had het over Lucidor als zijn grote voorganger, maar door alle sterke verhalen die hij losmaakte leek hij zelf uiteindelijk meer op Wivallius. Misschien is daardoor het latere beeld ontstaan van een wilde en compromisloze Lucidor, waarbij men zich kan afvragen over welke dichter het eigenlijk gaat. Wild en compromisloos: dat was Wivallius, maar hem kon je nauwelijks troubadour noemen. Die titel kwam Lucidor toe, die van de pen leefde en zijn eigen poëzie ook zingend aan de man bracht. Kennelijk heeft de verbeelding behoefte aan een oertijd waarin de zanger ook de avonturier was.

Dat het Lasse Lucidor werd die de mantel van deze dubbelster kreeg aangemeten en er zijn naam aan mocht geven, dankt hij waarschijnlijk voor een deel aan die prachtige nom de plume, maar misschien nog meer aan de titel van zijn bekendste lied. ”Zoude ik treuren, dan ware ik dwaas”, dat is nog eens een levensmotto voor wie de maatschappij wil bespelen zonder er deel van uit te maken. Gaandeweg heeft de zinsnede zich ook losgemaakt uit de literatuur om een eigen leven te leiden als gezegde in het Zweeds taalgebruik, vergelijkbaar met “what’s in a name?” of “een nieuwe lente, een nieuw geluid”.

geen smaak had inzake poëzie! Nergens valt immers zo heerlijk over te twisten als over smaak. Met dat gedicht zette Ferlin definitief het beeld neer van een meer-dan-levensgrote Lucidor: een ware musketier van het Zweedse lied. Ook de kroeg waar de ruzie zich had afgespeeld kreeg daarmee definitief een plaats in de culturele erfenis van Zweden. Er is al lang geen keldercafé meer, maar het pand staat er nog en de keramiekwinkel die erin huist noemt zich nog altijd vol trots “Fimmelstången”.

Ook de naam Lucidor blijft opduiken. Gustav Fröding (1860 – 1911), de man achter de Oude Bergtrol op Vreeswijks dubbelelpee uit 1970, leende de titel van het beroemde lied voor een pastiche waarmee hij zijn respect uitdrukte voor zijn grote voorganger. Daarna kwam Erik Axel Karlfeldt (1864 – 1931), vooraanstaand Zweeds dichter en latere Nobelprijswinnaar, die in 1912 een studie publiceerde over leven en werk van Lars Johansson. Karlfeldt was in zijn beginjaren aangemoedigd en bijgestaan door dezelfde Fröding, van wie hij een streekgenoot was, en in het gedicht Kindstugatan 14 Gamla Stan Vårskuggor (“Lenteschaduwen”, 1921) eert hij zijn mentor postuum door hem met zijn held uit de gouden eeuw samen te brengen. Dit duo, Ferlin en Lucidor, had vanzelf een grote aantrekkingskracht op de Voor het brede publiek was het echter buitenstaander, wereldburger en vooral de volksdichter Nils Ferlin (1898 – aspirant-schrijver Cornelis Vreeswijk. 1961) die van Lucidor een goede bekende Ferlin was de bohemien die van de wijk wist te maken. In zijn gedicht “På Klara het kunstenaarskwartier van källaren Fimmelstången” beschrijft hij de Stockholm had gemaakt, Lucidor was in laatste avond van Lucidor: de avond zijn handen de gedreven kunstenaar waarop de dichter ruzie krijgt met geworden die niet alleen voor de literatuur luitenant Storm, die hem even later in een in de gevangenis had gezeten, maar die duel aan de degen zal rijgen. In de ook bereid was geweest er het leven voor verbeelding van Ferlin ging die ruzie over te laten. Over wild en compromisloos poëzie. Geen gekrenkte liefde of gesproken. In hen vond Cornelis geschonden eer; de belediging bestond aansprekende rolmodellen om zijn eigen eruit dat de luitenant dichterschap vorm te geven.

- 10 -


Dichterschap, geen zangcarrière. Rond 1960 zag Cornelis zijn toekomst duidelijk voor zich in termen van kunstenaarschap, maar daarbij dacht hij aan literatuur, misschien theater, zeker niet aan muziek. Daarin leek hij op zowel Bellman als Taube: allebei schrijvers in hart en nieren die pas door hun publiek tot zanger werden verklaard. Hij wilde wel songteksten schrijven. Dat had Nils Ferlin immers ook gedaan, net als tal van andere grote dichters in het Zweeds, daar was niets mis mee. Samen met zijn muzikale vriend Tommy Eriksson begon hij in de periode 1961-’62 aan een ambitieus project. Ze zouden samen een musical schrijven: hij het libretto en Tommy de muziek. En het onderwerp stond al vast. In navolging van Ferlin, Fröding en andere voorgangers zou het jonge componistenduo een hommage brengen aan de oertroubadour! De grote Lasse Lucidor: dat was nog eens een waardig onderwerp voor twee snotneuzen die er ongetwijfeld een originele draai aan zouden geven, al was het maar uit onwetendheid.

dezelfde naam . Het beschrijft een eerder moment op de bewuste avond, nog voordat de ruzie begint. De luitenant is nog een bijfiguur in de coulissen en de aandacht gaat, zoals vaker bij Cornelis, vooral uit naar de serveerster ter plaatse. Deze serveerster heeft hij overigens van Ferlin geleend, met naam en al, evenals de rest van het lied. Hij citeert niet alleen uit het gedicht over Lucidor, sommige regels lijken bijna letterlijk uit ander werk van Ferlin getild. Men aarzelt om “plagiaat” te zeggen, maar Vreeswijk had hier zijn natuurlijke neiging tot pastiche duidelijk niet onder controle.

Lars dan ook te maken, maar het gebruikt wel een taalregister en een toonzetting die aan de vroege troubadours doen denken. En het draagt een prachtige titel: ”Soude ick treuren, dan ware ick dwaes!”

Later heeft hij dat alsnog goedgemaakt en wel twee keer. Eerst met het Telegram voor Lucidor waarmee deze artikelserie begon, later door een waanzinnig gedicht uit zijn debuutbundel op de dubbelelpee voor te dragen. Dat vers lijkt vooral een surrealistische beschrijving van een relatiecrisis en heeft qua inhoud weinig met Lucidor of welke zeventiende-eeuwse

Hans Westin

Heel ver is het project niet gekomen. Er werd wel serieus aan begonnen, dat heeft Vreeswijkbiograaf Rutger Vahl vorig jaar nog kunnen constateren. In zijn onderzoek naar de periode vlak voordat de zanger bekend werd, kwam hij bij de vriendengroep terecht waarvan Cornelis destijds deel had uitgemaakt. Daarbij sprak hij ook Tommy Eriksson, die tijdens het gesprek ineens een goed bewaarde pagina uit een oude ringmap haalde: Uppå källaren Fimmelstången, een proeve van wat de beide vrienden destijds hadden geproduceerd. Hiernaast is een scan te zien van dit unieke werkstuk, eerste en derde couplet door Cornelis, het middelste door Tommy. Via de link hieronder kunt u een opname horen van het lied, later door Tommy Eriksson zelf ingezongen. Misschien is het wel zo goed dat het daarbij is gebleven. Hoe mooi Tommy het lied ook zingt, wie de tekst vijftig jaar later leest ziet vooral hoe zwaar Cornelis op zijn idool Ferlin leunt. Het lied is een aanvulling op diens gedicht van vrijwel

- 11 -

Lasse Lucidor is begraven op het Maria Magdalena kerkhof in Stockholm, naast hem ligt zijn illustere erfgenaam Evert Taube. Lars Wivallius heeft zijn eeuwige rust gevonden op de Katarina begraafplaats, waar hij inmiddels de overbuurman is van, jawel, Cornelis Vreeswijk.

Bronnen: vooral Rutger Vahl moet worden genoemd, die zo vriendelijk was om de liedtekst van Tommy en Cornelis ter beschikking te stellen. Ook de unieke geluidsopname kunnen wij dankzij Rutger Vahl en Tommy Eriksson aan u laten horen.


Billboard

ty

NU TE KOOP

Café Cornelis 1 juni 15.00 – 18.00 Toegang gratis

Cafe de Vriendschap Miening 25, 2381GN Zoeterwoude Tel: 0715804440 Bgg: 0651150161 Facebook

12 NOVEMBER 2014 Cornelis vreeswijk Festival Stadsschouwburg IJmuiden Aanvang: 20:15

Leden van het CVG kunnen met korting kaarten bestellen via de website www.cornelisvreeswijk.nl

- 12 -


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.