Pd2012 02

Page 1

e Pijpendraaier Ledenblad van het Cornelis Vreeswijk Genootschap

R채nnstensungar Feel good sprookje

Nederlandse biografie Valt er nog iets nieuws te ontdekken over Cornelis?

De Andersons Vreeswijk (ook) voor een jongere generatie Jaargang 4 - Nummer 2

02-07-2012

De Andersons Theater aan de slag, Culemborg


luisterlied

INHOUD Pagina 2: Het Luisterlied Pagina 3: Van de voorzitter

In dit nummer besteden wij o.a. aandacht aan de zanggroep De Andersons; daarom als luisterlied één van hun Vreeswijk-vertalingen, binnenkort te horen in het programma Vreeswijk en de Andersons. Op de oorspronkelijke opname, te vinden op de LP Grimascher och Telegram uit 1966, wordt Cornelis begeleid door het trio van de legendarische jazzpianist Jan Johansson.

Pagina 4: Verslag jaarvergadering Pagina 5: Nieuws uit Zweden Even voorstellen Pagina 6: De Andersons Pagina 7: De Andersons (vervolg) Pagina 8: Nederlandse biografie Cornelis Pagina 9: Nederlandse biografie Cornelis (vervolg) De Koopmanszoon Pagina 10: Filmtip: Rännstensungar Pagina 11: In Memoriam Will Hoebee Pagina 12: Billboard

Stoomboot Blues (Ångbåtsblues)

tekst en muziek: C. Vreeswijk vertaling: A. Ågren / R. Dullaart / R. Hellevoort Voor het Grand Hotell, aan de havenpoort Ligt de Vaxholm 2, welkom hier aan boord! Daar een matroos en daar de kapitein Op een behouden vaart, geen water bij de wijn Wanneer we vertrekken dat weten we niet Maar leve alle oude stoomboten die je hier nog altijd ziet Willen jullie mee, weg hier vandaan Dansen op een steiger in de volle maan Accordeonmuziek van het platteland Zwemmen zonder kleren, lekker nonchalant Plezier in de kajuit tot de eerste zonnestraal Met dank aan de stoomboot, zij stoomt... fenomenaal Zeg jongelui, waar gaan jullie heen Naar Möja om te zuipen en voor een handgemeen Vechten met de flikken, ons krijgen ze niet klein Maar ze slaan ons in de boeien als we dronken zijn We komen samen met duizenden op een klein veld In elke tent een orgie tot we zijn uitgeteld De lading bestaat uit brandewijn en bier Eén levende geit en meisjes van plezier We sturen onze vrouwen naar het zomerhuis En wij gaan naar de bar en geven mooi niet thuis Het maakt ons uit niet wie er ’s nachts naast ons kruipt Als die verdomde boot maar niet met ons verzuipt Vaarwel allemaal, de stoomfluit blaast De boot maakt slagzij, de kapitein heeft haast Wordt het een botsing of een vrije val We hebben wel een zwemvest, maar dat ligt nog aan wal Helaas is de reddingsboot helemaal lek Maar godzijdank is er een bar op het dek Voor het geval je honger krijgt Voor het geval je zeeziek wordt Voor het geval je zin krijgt

Eindredactie: Hans Westin Vormgeving: Design No19 Foto omslag: Jan Deurloo © Design No19

Te luisteren en lezen op YouTube: http://www.youtube.com/watch?v=PtXvwrmgnj4 -2-


Van de voorzitter

Beste liefhebbers van Cornelis Vreeswijk, Alweer ruim een kwartaal voorbij. Veel kou en regen hebben we meegemaakt, afgewisseld door korte warme periodes. We zitten inmiddels volop in het jubileumjaar en de zomer is aangebroken. Op 3 maart in Soest was er de jaarvergadering met daarna de film Cornelis met Engelse ondertiteling, gevolgd door een muzikaal samenzijn dat enthousiast geleid werd door Jan Deurloo en Jurjen Oostenveld. Verderop in De Pijpendraaier kunt u er meer over lezen. De notulen van de jaarvergadering worden bijgevoegd. En nu volgt er dan een zomer vol activiteiten. Allereerst moet er gefietst worden. De Cornelis Vreeswijk Fietsroute is op 26 augustus 2011 al ingereden, en toen is de eerste versie van het fietsboekje door mij aangeboden aan de Velsense wethouder voor recreatie en toerisme A.V. Baerveldt. Daarvoor was erg veel belangstelling van de plaatselijke pers. Een nieuwe presentatie van het verbeterde boekje leek daarom niet opportuun. Maar de route zal de komende tijd in het kielzog van de aandacht voor andere Cornelisactiviteiten opnieuw gepromoot worden. Dat 2012 een belangrijk jubileumjaar is wat Cornelis Vreeswijk betreft, heeft niet alleen het CVG bedacht, maar ook theatergroep De Andersons, waarvan de kern bestaat uit Roel Dullaart en de half-Zweedse Anna Ågren. Zij toeren al vanaf februari door het land met try-outs

van hun programma “Vreeswijk en De Andersons”, waarin sommige liederen (gedeeltelijk) in het Zweeds worden gezongen en andere er uitspringen met schitterende zelf vertaalde teksten. Ik heb op 9 april de voorstelling gezien in de Buiksloterkerk in Amsterdam-Noord en was diep onder de indruk. Sprankelend, buitengewoon muzikaal, en vol leven en humor. Op 31 oktober gaat het programma officieel in première in theater Bellevue in Amsterdam. Augustus wordt een maand die er uitspringt. Op 8 augustus vieren we de geboortedag van Cornelis. Erik Beekman gaat er uitgebreid aandacht aan besteden op het IJmuidense radiostation Seaport FM. De film “Cornelis” wordt via A-Film Distribution B.V. met Nederlandse ondertitels op DVD uitgebracht. Het CVG heeft voor vertalingen van een aantal van de liederen uit de film gezorgd. Het leek het Filminstituut Eye in Amsterdam een goed idee om de film te lanceren rond de geboortedag van Cornelis. Ze hebben besloten de film te vertonen van 2 tot en met 8 augustus. Op 8 augustus zal de film ook te zien zijn in Paviljoen Zuidpier in IJmuiden. U hoort nog van ons hoe laat en met welk muzikaal optreden dit gepaard zal gaan. De DVD ligt op 9 augustus in de winkel. Er komt een gelimiteerde oplage waarbij een CD met muziek van Vreeswijk is bijgesloten. Leden van het CVG kunnen een exemplaar uit deze gelimiteerde oplage verkrijgen voor € 8.50. Op de laatste zondag van augustus is het CVG weer vertegenwoordigd op het Havenfestival in IJmuiden. We

-3-

zijn nog druk bezig om een mooi programma samen te stellen. Ons lid de Zweedse zangeres Karin Kalmér heeft al toegezegd mee te willen doen, evenals singer-songwriter Bart Jan Baartmans. Wij houden u op de hoogte. Laurens Joensen speelt een belangrijke rol in het tot stand brengen en vormgeven van het Cornelis Vreeswijk Gala, dat de Stadsschouwburg Velsen organiseert in samenwerking met het CVG. Het gala vormt de apotheose van het Cornelisjaar. Het zal plaatsvinden op 12 november, Cornelis’ sterfdag. Zweedse hapjes en drankjes zullen er zijn en een voorprogramma met Tonny Vreeswijk, de zus. In het hoofdprogramma treden illustere artiesten op als Maarten van Roozendaal, Fay Lovsky, Fernando Lameirinhas en de virtuoze bassist Henrik Holm. Ook Jeroen Zijlstra was welkom geweest, maar die speelt die dag in Den Bosch met De Andersons. Een bijzondere rol zal Jack Vreeswijk vervullen, de zoon van Cornelis, die in Zweden inmiddels bekend is als vertolker van zijn vaders liederen. Hopelijk kan dit jaar al de nieuwe website gerealiseerd worden. Die zal veel meer interactieve mogelijkheden bieden en er zal ook een scheiding zijn tussen het publieke en het alleen voor leden toegankelijke domein. We zien ernaar uit. En ten slotte moet er in IJmuiden natuurlijk ook een straat of plein naar Cornelis worden vernoemd. Dat is iets voor de wat ons betreft zeer nabije toekomst.

Marlies Philippa


Jaarvergadering 3 maart 2012

Op het Filmfestival in Leeuwarden kreeg de redactie van de Pijpendraaier zomaar versterking: Wiebe van der Hout, journalist bij de Leeuwarder Courant, bood zich spontaan aan als medewerker. In dit nummer liefst twee artikelen van zijn hand: het stuk over de Andersons op pagina 6 en 7. En hier zijn verslag van de jaarvergadering in maart. Genootschap vertienvoudigd?! Het zou zomaar kunnen dat ons 57 leden tellende Cornelis Vreeswijk Genootschap eind dit jaar tien keer zo groot is. Een wonder? Nee, kil cijferwerk. Ons bestuur maakte op de jaarvergadering van zaterdag 3 maart in Soest bekend dat alle bezoekers van het Cornelis-gala op 12 november in Velsen een gratis lidmaatschap voor een jaar krijgen. Er kunnen 700 mensen in de zaal, dus reken maar uit... Het bestuur zal zijn best doen van de bezoekers van het gala (precies 25 jaar na de dood van de troubadour) de mailadressen te krijgen om hen warm te krijgen en liefst te houden voor het genootschap. Het verloop onder de leden baart toch wel enige zorgen. Op de vergadering in Soest zitten vijf bestuursleden in de spotlights achter de tafel en elf (later twaalf) Vreeswijkgenoten in de knusse bioscoop/schouwburgzaal. ”Cornelis leeft dit jaar meer dan ooit”, constateert voorzitter Marlies Philippa. Hij zou 75 jaar geworden zijn in augustus en zijn sterfdag is dus een kwart eeuw geleden. Moonyard, de Andersons, Van Roozendaal/De Munnik (dodezangersproject “Heimwee naar de hemel”) en Piter Wilkens “doen” Cornelis. En ook Astrid Nijgh wil zijn liederen uitvoeren. Tevreden wordt teruggekeken naar vorig jaar: het Havenfestival in IJmuiden, de première van de Cornelis-film in Vlissingen en het filmfestival in Leeuwarden met opnieuw drie films en als hoogtepunt het optreden van Jack Vreeswijk.

De al veelbesproken Cornelisopname met Bellman-repertoire is nog niet beschikbaar voor digitalisering naar cd. De eigenaar ervan is inmiddels overleden. Het bestuur probeert met zijn erfgename – door de voorzitter mevrouw Loes genoemd – tot overeenstemming te komen. Het Meertens Instituut kan vervolgens betrokken worden bij het 'oppoetsen' van de historische opname. Het boek van Hans Westin, met wie het na een ziekteperiode gelukkig weer beter gaat, is nog niet af. Mogelijk dat het – net als de Cornelis-biografie van journalist Rutger Vahl – in 2013 verschijnt. De statutenwijziging is rond en ondertekend. Penningmeester Wim Boswinkel speelde quitte met de opbrengst uit contributie, donaties en een klein batig saldo van een concert en dvd-handel. Het maken van het mooie spandoek, de internetsite, zaalhuur, artiestenvergoedingen en de kosten voor de bank zijn belangrijke uitgaven. De kascommissie is tevreden, maar dringt wel aan op het tijdig innen van contributie. De leden kunnen zich verheugen op een gemoderniseerde website. Daar komt een afgeschermd ledengedeelte op en mogelijk ook een forumachtige reactiemogelijkheid. Het bestuur meldt geen aftreders te hebben. De Cornelis-fietstocht in IJmuiden zal in juni officieel “ingereden” worden. Het zou mooi zijn als de Zweedse ambassadeur daarbij de cultuurwethouder Wim Westerman vergezelt. Het genootschap ontketent een persoffensief om bekendheid aan de route te geven. Op 8 augustus, Vreeswijks geboortedag ligt dan 75 jaar achter ons, is in het Thalia Theater in IJmuiden de presentatie van de Zweedse Cornelis-bioscoopfilm met -4-

Nederlandse ondertiteling. Het Genootschap leverde de vertalingen van sommige liederen in de rolprent. Het Havenfestival in IJmuiden is dit jaar op zaterdag 25 en zondag 26 augustus. Ook daar is meestal aandacht voor de Cornelis-historie. De Stadsschouwburg van Velsen biedt op 12 november onderdak aan een Cornelis-gala met Zweedse hapjes en drankjes en stands, zoals die van de Zweeds-Nederlandse Vereniging. Tonny Vreeswijk zingt in het voorprogramma. Naar Jack Vreeswijk wordt uitgekeken na zijn sfeervolle optreden in Leeuwarden. Maarten van Roozendaal doet Cornelis' trieste liedjes, de Nederlandse Portugees Fernando Lameirinhas zijn samba's en Astrid Nijgh treedt ook op. Het genootschap zal meer reclame maken voor zichzelf en zijn activiteiten in Sverige Kuriren, het blad van de Zweeds-Nederlandse Vereniging. Na een uurtje vergaderen kijken we ademloos naar de Engels ondertitelde Cornelis-film van regisseur Amir Chamdin. Af en toe wordt gelachen, meegezongen of ritmisch meegetikt. Ten overvloede wordt duidelijk hoe groot Vreeswijk in Zweden was en hoe belangrijk zoon Jack, zijn “Prins”, voor hem was. Een film over een ongrijpbare figuur in zijn muziek, zijn poëzie en in zijn gedragingen. Gevoelig, achterdochtig, jaloers en opvliegend. Een realistisch beeld, volgens nogal wat Zweedse fans misschien wat te negatief. Terug in de caféruimte zet Jurjen Oostenveld bij de nazit tussen de tafeltjes meteen “Hopeloos blues” in. Jan Deurloo vergezelt hem in “Cecilia Lind”. “Marjolijn” wordt massaal meegezongen. Deze vergadering was mijn reis uit Fryslân meer dan waard!

Wiebe van der Hout


Nieuws uit Zweden

Er is de laatste jaren nogal wat gebeurd binnen Cornelis Vreeswijk Sällskapet, het Zweedse Cornelis Vreeswijk Genootschap. Dit is een vereniging die is opgericht na Cornelis’dood en die dus vijf en twintig jaar bestaat, twee keer zo lang als ons eigen genootschap, en die 1623 leden telt, een aantal waar ook wij naar streven. Door Sällskapet wordt twee keer per jaar een speciale dag georganiseerd: Cornelisdagen begin augustus rond de geboortedag van Cornelis op Mosebacke in Stockholm en Minneskonserten op 12 november, de sterfdag van Cornelis, in de Katarinakerk, eveneens in Stockholm. Elf jaar lang heeft de vereniging een prachtig Cornelismuseum beheerd, tot juni 2011. Over het wel en wee van Sällskapet hebben wij u steeds geïnformeerd. Inmiddels is het museum dus gesloten en zijn de administratie en de collectie van het museum verhuisd naar het Bellmanhuis in Gröna Lund, een locatie die zij voortaan zullen delen met de genootschappen die gewijd zijn aan Evert Taube en Bellman. En er is een nieuw bestuur aangetreden met nieuwe ideeën.

Tot voor kort gaf Sällskapet vier keer per jaar een blad uit: Cornelisbladet, een beetje te vergelijken met onze Pijpendraaier, maar met slechts acht pagina’s. Kwalitatief goed, maar zeker niet beter dan ons eigen blad. Daar is de vereniging na februari van dit jaar mee gestopt. In plaats daarvan komt er vanaf nu ieder jaar een Årsbok uit en gaat de vernieuwde website veel meer informatie verstrekken. In het weekend van 16 juni is het eerste jaarboek verschenen. Het draagt de titel Vi tycker om Cornelis, “Wij houden van Cornelis”. Het bevat een groot aantal kortere en langere stukken over Cornelis die verschenen zijn in kranten en tijdschriften, op platenhoezen etc. tussen 1964 en 2011. Er zijn bijdragen van onder anderen Lars Forsell, Beppe Wolgers en Lars Berghagen, maar ook van Ida Leuhusen, de in Zweden wonende zus van Cornelis. Het is een mooi uitgevoerd boekje van 72 bladzijden met ontroerende foto’s en prachtige tekeningen. Die tekeningen zijn

gemaakt door de Deense kunstenares Anne Bang. In de beginjaren van het Cornelis Vreeswijk Genootschap was er nogal wat contact tussen het Genootschap en Sällskapet. Daar is later een beetje de klad in gekomen. Maar onlangs is het contact weer hersteld tussen de inmiddels nieuwe besturen. Enkele leden van ons bestuur (waaronder ik) zullen aanwezig zijn op Cornelisdagen, aanstaande 5 augustus. De dagen daarvoor zullen we overleg hebben met het Zweedse bestuur om nieuwe ideeën te ontwikkelen. Van het Zweedse bestuur zullen enkele leden ons Cornelisgala op 12 november bezoeken. Verder zijn de Zweden van plan een artikel over het CVG op de website van Sällskapet te plaatsen, met daarop ook een link naar de kaart van de fietsroute, een initiatief waarover men in Stockholm zeer te spreken is.

Marlies Philippa

Mag ik me even voorstellen?

Mijn naam is Harry van den Aardweg, ik ben 63 jaar, woon in Leiderdorp en werk als projectontwikkelaar van maatschappelijke projecten. Sinds het najaar van 2011 draai ik mee als nieuw bestuurslid van het Cornelis Vreeswijk Genootschap, zoals de voorzitter in het vorige nummer van de Pijpendraaier al heeft meegedeeld. De liefde voor de muziek van Cornelis begon in de jaren zestig, toen ik enige tijd in Zweden woonde en werkte. Wat mij vooral trof, was het spelen met de Zweedse taal en de veelzijdigheid van zijn teksten. Hoewel dat zich allemaal lang geleden heeft afgespeeld, ben ik altijd fan gebleven.

Vorig jaar op 7 augustus in Stockholm heb ik nog genoten van Cornelisdagen, hoewel het die dag verschrikkelijk regende, iets wat niet eerder was voorgekomen in de historie van dit jaarlijkse evenement. Via plaatsgenoot, bestuurslid en musicus Jurjen Oostenveld kwam ik in aanraking met KOORnelis en het CVG. Sindsdien maak ik met veel plezier deel uit van het koor en ben ik dus ook het bestuur komen versterken. Met name voor de PR en om regelmatig een bijdrage voor de Pijpendraaier te schrijven. Dat doe ik graag, want er is heel wat te melden over Cornelis. En met de zomer in het vooruitzicht heb ik met

-5-

mijn zoon afgesproken de Cornelis Vreeswijk Fietsroute in IJmuiden te gaan rijden. Dit jubileumjaar belooft een prima Cornelisjaar te worden en ik wil met plezier aan het succes daarvan meewerken!


De Andersons

Ook anderen dan vijftigplussers in contact brengen met het werk van Cornelis. Dat is een belangrijke drijfveer van een jeugdig viertal bij het spelen van de theatervoorstelling “Vreeswijk & De Andersons”. In de geest van de uit te voeren “Nudistenpolka” gingen ze er naakt met hun instrumenten voor op de foto – een knipoog naar de legendarische Taube-LP van Cornelis, waarop dat lied ooit verscheen. Zangeres Anna Ågren en pianist Tom Dicke vertellen. Vreeswijk (ook) voor een jongere generatie

van zijn ouders. “De LP met de vertalingen van liedjes van Jim Croce.” In zijn geval – uiteraard – Nederlandse vertalingen.

Anna Ågren, die ook contact had met leden van het Cornelis Vreeswijk Genootschap bij de voorbereiding van de voorstelling.

Ågren roemt de stemkleur van Cornelis in zijn Zweedse werk. ,,Veel warmer en zijn taal is ook poëtischer. Hij was belezen in het Zweeds en heeft zich duidelijk verdiept in de taal, waardoor hij haar beter sprak dan menig Zweed. In het Nederlands zag je bij hem veel meer dwangrijm. Die taal was hij eigenlijk al te veel kwijt.''

Het programma moet een mix bieden van herkenbare liederen en in Nederland onbekend materiaal. De Zweedse teksten zijn volgens haar universeel, maar er zitten beelden in die niet rechtstreeks in het Nederlands te vertalen zijn, omdat ze met typisch Zweedse kersten midzomergebruiken te maken hebben.

Dicke noemt de akkoordenschema's in het gros van de composities van Vreeswijk eenvoudig en effectief. “Vaak niet heel origineel, maar de uitvoering dan weer wel. De presentatie was de drager van het succes. Het is aan ons om die eigenheid van hem te bewaren, maar er toch ook onze draai aan te geven met verrassende arrangementen. Dat moet er voor zorgen dat zowel onze generatie als de oudere liefhebbers aan kunnen haken.”

“Ik vertaal liedjes eerst gewoon compleet in het Nederlands. Daarna gaan we puzzelen met de tekst, zonder te ver van het origineel af te gaan.” Een liedje als “En halv böj blues” krijgt op het podium een uitleg in een anekdote. “Felicia, adjö” en de Zweedse topper “Somliga går med trasiga skor” worden tweetalig uitgevoerd. “Dat vind ik mooi, omdat ik net als Cornelis het Zweedse en Nederlandse in mij verenigd voel.”

Een Zweedse vader en een Nederlandse moeder zorgden ervoor dat Anna Ågren opgroeide met “Wreeswiek”, zoals Scandinaviërs dat zo mooi kunnen zeggen. “Als negenjarige zong ik al “Veronica”. Mijn moeder zong ook. Zij ging als 22-jarige naar Zweden, had niet eens zoveel met zijn Nederlandse repertoire, maar stond versteld van zijn Zweedse werk: Wat is dit!” Met De Andersons, een groep die ze opzette met haar eveneens in de muziek en het theater geschoolde partner Roel Dullaart, ontwikkelde Anna Ågren eerst een eigen stijl alvorens de oude liefde voor het werk van Cornelis op te pakken. De poëzie, de humor en de diversiteit aan muzikale stijlen van de Zweeds-Nederlandse troubadour liggen perfect in het verlengde van waar de kleinkunstgroep al enkele jaren succesvol mee bezig is.

Pianist Tom Dicke en gitarist Mirek Walton - beiden ook arrangeur completeren de band. Eerstgenoemde kende Vreeswijk al van de platenkast

Om dat te bereiken zijn De Andersons al bijna een half jaar onderweg om in de reeks “De Andersons zingen Vreeswijk” liedjes op het podium uit te proberen. Dat hun opzet om jongeren te interesseren werkt, blijkt uit een optreden voor studenten in Enschede. “Het dak ging eraf”, aldus

-6-

Deze zomer verblijft Anna Ågren anderhalve maand in Zweden om zich ook te verdiepen in het verzamelde dichtwerk van Cornelis Vreeswijk. Wellicht dat De Andersons nog pareltjes vinden waar ze iets mee kunnen voor hun programma. Zo zouden dan nieuwe melodieën bij geschreven kunnen worden door bijvoorbeeld Tom Dicke, die ook componeert.


Ågren heeft zelfs al een optreden in Zweden staan met Dicke, Dullaart en de van zijn band Zijlstra bekende trompettist/zanger Jeroen Zijlstra. Zij treden op in Hi - Jazz in Uppsala. Dicke heeft al een favoriet, die in het Zweeds, het Nederlands en het Fries (Piter Wilkens) bekend is: Epistel 81, aan pijpendraaier Lövberg, in het knekelhuis bij de Danto-brug, geschreven aan het graf (van Carl Michael Bellman). “Dat lied zing ik zelf en het snijdt me door de ziel. Een waanzinnig mooie melodie met een heel onverwachte wending. Maar misschien haalt het de voorstelling niet.” Uiteindelijk moet al die voorbereiding na pijnlijke keuzes uit het grote repertoire resulteren in een concertvorm met verbindende teksten: de kleinkunst- voorstelling “Vreeswijk & de Andersons”, met ook enkele eigen nummers.

“Wij willen dat de nummers muzikaal geramd zitten”, stelt Dicke. “En dan moet er een dramatische lijn bij, een rode draad met spreekteksten”, vult Ågren aan. Daarvoor is dramaturg Jurre Bussemaker in de arm genomen. Hij is daartoe ondergedompeld in Zweedse tradities. In mei is met extra muzikanten een cd opgenomen met vijftien Vreeswijk-liederen. Die is mede tot stand gekomen door € 6000 aan sponsoring door cultuurminnaars, die daarvoor een tegenprestatie van De Andersons konden verdienen. Dat liep uiteen van een liedje live via de telefoon tot een “'fika” (Zweedse high tea met zoetigheden als kladdkaka en kanelbullar) of een avondje Zweeds dineren met zelfs een compleet privéconcert.

De Andersons willen twee seizoenen toeren met hun voorstelling. In het eerste seizoen waren toen dit gesprek plaatsvond (eind april) zo'n 45 voorstellingen geboekt. De première (beperkt toegankelijk) staat gepland op 31 oktober in Theater Bellevue te Amsterdam met een avond eerder een voorpremière met meer kaarten op hetzelfde podium. Als extraatje brengen Ågren en Dullaart rond de sterfdatum van Cornelis (12 november) met de band Zijlstra enkele keren de gelegenheidsvoorstelling “Ballades en Brutaliteiten – een ode aan Cornelis Vreeswijk (1937-1987)”. Première 12 november in de Verkadefabriek in Den Bosch, gelijktijdig met het Vreeswijk-gala in Velsen. Anna Ågren: “Op twee plaatsen een hommage aan Cornelis. Dat is toch prachtig.”

Wiebe van der Hout

-7-


Nederlandse biografie van Cornelis Vreeswijk

Na een aantal Zweedse biografieën is er nu ook een Nederlands boek over Cornelis in de maak. Biograaf Rutger Vahl beschrijft waar hij in zijn onderzoek tegenaan loopt, maar ook waarin zijn boek zal afwijken van de eerdere Zweedse biografieën.

hij had geen idee dat dit het voormalige huis van de bekende zanger was. “Gôh, dat is toevallig,” hoorde ik hem zeggen. “Mijn vriendin heet ook Vreeswijk.”

Svenson, Anderson Ruim 60 jaar na het vertrek van Valt er nog iets nieuws te ontdekken over Cornelis woont er dus opnieuw een Cornelis? Vreeswijk op de Zeeweg 275. Ze is geen familie. Toen ik dit feitje In november 2011 was ik samen met mailde aan de Zweedse biograaf van Bert Broek in IJmuiden. Bert woonde Cornelis, Klas Gustafson, tijdens de Tweede Wereldoorlog op de antwoordde hij met een vraag Zeeweg 273 en was de buurjongen van waarvoor je volgens mij echt een Keessie Vreeswijk. Die woonde met zijn Zweed moet zijn: hoeveel Vreeswijks ouders en zusjes op 275. We begonnen zijn er in Nederland? Als je uit een ons bezoek uiteraard bij de twee-onderland komt waar iedereen Svenson, een-kapwoningen waar de Broeks en de Anderson of Gustafson heet, denk je Vreeswijks 70 jaar geleden buren waren misschien dat elke Nederlander de geweest. Terwijl Bert vertelde over hun achternaam De Vries, Jansen of jongensavonturen, tuurde ik opzichtig Vreeswijk heeft. (Terwijl ons land door de ramen naar binnen. Waarop ik volgens het Meertens Instituut hoopte gebeurde. Een wat oudere vrouw slechts 1.287 Vreeswijks telt en kwam argwanend aan de deur en vroeg 72.442 De Vriesen). Wat mij brengt wat de bedoeling was. Ik legde uit wat op een van de grote handicaps van ons naar de Zeeweg had gebracht, en een biograaf in Zweden: de toen ik Bert introduceerde als “de vermaledijde Zweedse voormalige buurjongen” ontdooide ze. (achter)namen. Iedereen heet daar Inmiddels was ook haar zoon naar hetzelfde. Op dit moment zoek ik buiten gekomen. Hij bleek, samen met bijvoorbeeld naar ‘Lars Pettersson’, vriendin en kind, de huidige bewoner een schoolvriend van Cornelis. Even van nummer 275. in het Zweedse telefoonboek kijken? Er zijn 1.000 treffers. Welke Lars Pettersson zal ik als eerste bellen? Wat helpt is dat de Zweden zich fanatiek aanmelden op de Zweedse versie van de site “Schoolbank”. Via StayFriends.se heb ik al diverse vrienden en bekenden van Cornelis getraceerd. En aan geheime nummers doen de Zweden (Abba uitgezonderd) gelukkig ook zelden. In mijn ogen beroemde collega’s van Cornelis als Finn Zetterholm en Alf Hambe staan gewoon in het telefoonboek.

Hoewel ik hem op nog geen dertig schatte, wist hij meteen over welke Cornelis Vreeswijk ik het had. En nee,

Gefronste wenkbrauwen Een vraag die mij in Nederland vaak en in Zweden nooit wordt gesteld is waarom ik een boek schrijf over Cornelis Vreeswijk. Voor een Zweed is het niet meer dan normaal dat

-8-

iemand van (bijna) 40 in het leven van hun grootste artiest is geïnteresseerd. Hooguit denkt men dat er na een x-aantal boeken, documentaires en een speelfilm niet veel nieuws meer te ontdekken valt. (Wat gelukkig niet waar blijkt te zijn). In Nederland stuit ik op gefronste wenkbrauwen. Cornelis Vreeswijk, had die niet iets te maken met Radio Veronica? Is die niet van voor jouw tijd? En wat doet die man tegenwoordig, zingt ‘ie nog? Dan leg ik geduldig uit wie Cornelis was, wat hem tot zo’n bijzonder artiest maakte en waarom zijn leven erom vraagt beschreven te worden. Maar dat overtuigt niet iedereen. Zo deed ik een subsidieverzoek bij het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten. Het Fonds zette vraagtekens bij de relevantie van Cornelis Vreeswijk voor de Nederlandse lezersmarkt. Heeft deze zanger niet veel te kort in Nederland gewoond om een boek te rechtvaardigen? En wat zou ik kunnen toevoegen aan de Zweedse biografieën? Wat mijn boek toevoegt…? Dat ik in het Nederlands schrijf? Ik besefte met andere argumenten te moeten komen. Hollandse bril De Zweden beschouwen Cornelis als een Zweed die min of meer toevallig van Nederlandse komaf was. Hij was een dichter die hun taal zo perfect beheerste dat ze hem onmogelijk als buitenlander kunnen zien. Niet voor niets besteedt Klas Gustafson maar enkele pagina’s aan de Nederlandse jaren van Cornelis. Ook zijn zes Nederlandse LP’s zijn in de Zweedse boeken nauwelijks meer dan een voetnoot. Cornelis maakte meer dan 500 Zweedse liedjes, zijn verzameld werk beslaat drie dikke boeken. Waarom zou je als Zweed ingaan op die 75 Nederlandstalige nummers die ook nog eens grotendeels vertalingen zijn?


Maar ik kijk naar Cornelis Vreeswijk met een Hollandse bril, en zie vervolgens dat hij meer Nederlander was dan de Zweden onderkennen. Om te beginnen woonde hij een kwart van zijn leven in IJmuiden. Het waren jaren die vormend voor hem waren en die, zoals bij iedereen, de basis vormden van de man die hij later werd. Maar Nederland was niet alleen een herinnering, zijn geboorteland bleef zijn hele leven ook een ijkpunt. Hij kwam vaak terug en in zijn Zweedse werk zitten tal van Nederlandse verwijzingen. Dat Cornelis nooit Zweeds staatsburger werd, had niet alléén met de Zweedse bureaucratie te maken. Cornelis koesterde zijn Nederlandse identiteit die hem in Zweden per definitie tot de outsider maakte die hij wilde zijn.

De dichter Tegelijk zorgde dat Nederlandse paspoort voor verwarring. Want een Nederlander voelde Cornelis zich nu ook weer niet. Zweden was zijn land en het Zweeds zijn taal. Ik ga in mijn biografie uitgebreid in op zijn Zweedse bestaan, met al zijn hoogteen dieptepunten. Ik zal proberen dat immense Zweedse repertoire toegankelijker te maken. En ik wil iets van zijn poëzie overbrengen. Wat voor mij persoonlijk een grote verrassing was, is hoezeer Cornelis zich door andere dichters liet inspireren. Zijn hart lag misschien wel meer bij de literatuur dan bij de muziek. Over zijn dichterschap is in Nederland nog nauwelijks iets bekend.

Dat bleek mij toen ik contact zocht met Bernlef, de Nederlandse vertaler van de Zweedse dichter Tomas Tranströmer (Nobelprijswinnaar 2011).

Bernlef

Bernlef had zelfs nog nooit van Cornelis Vreeswijk gehoord, laat staan dat hij wist dat diens verzamelde werk zo’n 1500 pagina’s omvat. Ik stuurde hem het gedicht Till en gipsmadonna (“Aan een gipsen Madonna”), waarin Cornelis zijn ervaringen als kind in het nonnenziekenhuis beschrijft, maar hoorde nooit meer iets. Graag had ik Bernlef verteld dat ik in een van de vele schriften die Cornelis naliet heb ontdekt dat hij als twintiger ook Tranströmer in het Nederlands heeft vertaald. Maar die primeur bewaar ik dan maar voor in mijn boek.

Onuitwisbaar De Hollandse jaren van Cornelis Vreeswijk liggen nog grotendeels braak. Daar zal ik in mijn boek veel aandacht aan geven. En aan zijn Nederlandse repertoire. Dat is klein en van mindere kwaliteit dan zijn Zweedse, maar bevat toch een aantal liedjes die het verdienen om langer bij stil te staan. En die Nederlandse kant had invloed op zijn Zweedse werk en leven. Die dwarsverbanden wil ik blootleggen. Dat hij de oudVlaamse ballade “De Koopmanszoon” (zie het luisterlied in de Pijpendraaier nr.2, 2010) naar het Zweeds vertaalde, was geen eenmalig incident maar zegt in mijn ogen iets over de Zweeds-Nederlandse artiest die Cornelis Vreeswijk was. Nog even terug naar het Fonds voor de Bijzondere Journalistieke Producties. Na een tweede aanvraag kreeg ik een reisbeurs en onlangs kon ik in Zweden onderzoek doen. Wat voor het Fonds de doorslag heeft gegeven weet ik niet. Misschien de bovenstaande redenatie. Of was het toch mijn slotopmerking? “Welke Nederlandse zanger kan bogen op een eigen Genootschap dat al tien jaar bestaat en zijn nalatenschap levend houdt? Is dat niet het ultieme bewijs dat Vreeswijk ook op zijn voormalige landgenoten een onuitwisbare indruk heeft gemaakt?”

Rutger Vahl

-9-


Filmtip: Rännstensungar (Straatschoffies)

Eerst een excuus: de hieronder besproken film is volledig in het Zweeds en staat zonder ondertiteling op YouTube, waardoor een aantal van onze lezers er weinig aan zullen hebben. Toch brengen we hem hier onder de aandacht, al is het maar als tegenwicht tegen de teleurstelling die velen zullen hebben gevoeld bij de saaie vertoning van Svarta Palmkronor in Leeuwarden. En we weten dat veel van onze leden wel een werkbare basiskennis van het Zweeds hebben, via werk, toerisme of familie. Voor de liefhebber die wat vaker de taal wil oefenen is deze film een absolute aanrader.

Daarom was het een aangename verrassing toen ik op YouTube de “Straatschoffies” tegenkwam. Onder de link http://www.youtube.com/ watch?v=FxS88pBZELQ staat de film Rännstensungar, een productie uit 1974 waarin Cornelis anderhalf uur lang zichzelf is, volstrekt en vanzelfsprekend, en daarmee een onvergetelijke filmheld neerzet. Het verhaal speelt in een romantische versie van “Grootmoeders Tijd”, ergens tussen de beide wereldoorlogen. De binnenplaats van een verwaarloosde huurkazerne vormt een microkosmos met alle benodigde ingrediënten voor een echt feelgood-sprookje voor het hele gezin. De boosaardig roddelende buurvrouw is aanwezig, evenals de levenslustige straatventer, de onbegrepen kunstschilder en het gehandicapte weesmeisje. En natuurlijk de straatschoffies. Echte straatschoffies. Compleet met petten en plusfours, knikkers en katapulten. Ciske de Rat gaat naar Disneyland, en dat bedoel ik niet eens spottend maar als oprechte aanbeveling.

Rännstensungar (Straatschoffies) Als acteur was Cornelis op zijn best wanneer hij niet hoefde te acteren. Film- en theatermakers waren het roerend met elkaar eens: die Vreeswijk moet je een rol geven waarin hij alleen zichzelf hoeft te zijn, dan komt het wel goed. Op de planken leverde dat schitterende rollen op in Die Kaukasische Kreidekreis en Anatevka, op het doek bleef het helaas meestal bij een gastrol die een verder overbodige rolprent nog van enig cachet moest voorzien. En Svarta Palmkronor, zijn eerste serieuze filmproject, ging gebukt onder een regisseur die met een sterrencast en een prikkelend basisverhaal iets wist neer te zetten dat vooral neerkwam op een langdradige oefening in uitgesteld ongeduld.

In dit geheel speelt Cornelis Vreeswijk de rol van Johan Fahlén, straatarme kunstenaar met een gouden hart die zich aan het begin van de film ontfermt over de verlamde en verweesde Ninni. Dit gebeurt zeer tegen de zin van de publieke opinie, in de persoon van de achterbakse conciërgevrouw Malinda, maar met onverwachtse steun van de inspectrice van de armenzorg. Deze beide dames worden gespeeld door

twee vooraanstaande Zweedse zangeressen: Malinda door jazzcoryfee Monica Zetterlund, die vreemd genoeg haar hele rol vervult zonder één noot te zingen, en Ingrid van de armenzorg door schlagerzangeres Anita Lindblom, die wél een paar zangnummers voor haar rekening neemt. Cornelis zingt zelf ook een paar liederen, maar een musical kun je de film absoluut niet noemen. Het is vooral het verhaal over Ninni, die na de dood van haar moeder een onzekere toekomst tegemoet gaat. Hierbij krijgt zij niet alleen de steun van kunstenaar Fahlén, maar ook van de plaatselijke straatkinderen die alles doen om haar bij hun gemeenschap te betrekken. En wanneer Fahlén onterecht wordt beschuldigd van diefstal zijn het dezelfde straatschoffies die de echte daders weten te grijpen. Zo hoort het. En natuurlijk wordt de kunstenaar uiteindelijk als genie erkend, waardoor hij de middelen krijgt om Ninni door een specialist te laten behandelen en de straatschoffies mee kan nemen de stad uit, naar het platteland, voor een bezoek aan de natuur die zij alleen kennen van horen zeggen. Zo hoort het ook. En de hele tijd hoeft Cornelis alleen zichzelf te zijn. Wanneer zijn rolfiguur Fahlén de huur niet kan betalen en de huurbaas probeert af te kopen met een onverkocht schilderij, gebeurt dat met de woorden: “Misschien weet de directeur wel dat er kunstenaars en uitvinders zijn geweest die van de honger zijn omgekomen. Achteraf zijn ze beroemd geworden en zijn er mensen geweest die daar rijk van werden, maar die nooit de moeite namen om een bloemetje naar hun graf te brengen”. Om die zinnen uit zijn hart te zeggen, zal de zanger nauwelijks hebben hoeven acteren.

Hans Westin - 10 -


Will Hoebee (64) overleden

Op 12 juni overleed Will Hoebee, producer van de vierde Nederlandse LP van Cornelis, Foto’s en een souvenir uit 1976. Hoebee stierf aan de gevolgen van darmkanker en werd net geen 65 jaar. Hoebee, die freelance voor platenmaatschappij Phonogram werkte, was voor Cornelis de opvolger van Gerrit den Braber. Deze legendarische producer had de eerste drie LP’s van Vreeswijk in Nederland tot stand gebracht maar was medio jaren zeventig vertrokken bij Phonogram.

Die werden niet helemaal ingelost. Weliswaar haalde de plaat de albumlijsten (7 weken genoteerd, hoogste positie 24) maar de twee singles die uitkwamen deden niets. Ook zorgde de plaat niet voor de gehoopte doorbraak van Cornelis in Nederland. De zanger was aanvankelijk positief over Foto’s en een souvenir maar werd later kritischer over deze plaat en liet zich ook minder vleiend uit over Will Hoebee.

De platenmaatschappij zat een beetje met Vreeswijk in zijn maag. De zanger was contractueel verplicht nog een aantal Nederlandse platen te maken, maar zijn LP’s uit ’73 en ’74 (Leven en Laten Leven en Liedjes voor de Pijpendraaier) waren commercieel gezien tegengevallen. Het was Hoebees idee een plaat met nummers van de Amerikaanse singersongwriter Jim Croce op te nemen. Zowel Vreeswijk als Phonogram hadden hoge verwachtingen van de LP.

Een paar maanden geleden heb ik Hoebee nog gesproken. Hij herinnerde zich dat de opnames van Foto’s en een souvenir redelijk makkelijk waren verlopen, maar dat Cornelis zijn buien had en ineens de deur uit kon lopen. “Dan vond ik hem terug in het café op de hoek en had hij al een flink aantal borrels op,” vertelde Hoebee. De producer in ruste was getrouwd met voormalig Luv-zangeres José van de Wijdeven, beter bekend als José Hoebee. Ze woonden in het Belgische Lommel en hadden één zoon.

Rutger Vahl

Disclaimer:

Colofon: - De Pijpendraaier is het ledenblad van het Cornelis Vreeswijk Genootschap (CVG). - Het CVG stelt zich ten doel om: * de herinnering aan Cornelis Vreeswijk in Nederland levend te houden * het vertolken van de liederen van Cornelis Vreeswijk in het Nederlands te stimuleren * in Nederland het bestaan en de ontwikkeling van een troubadourtraditie te bevorderen - Het CVG doet dit door: * informatie beschikbaar te stellen * dit ledenblad te publiceren * muziekbijeenkomsten te organiseren* het vertalen van het werk van Cornelis Vreeswijk uit het Zweeds te stimuleren - De Pijpendraaier verschijnt jaarlijks in februari, juni, september en december. - De kopijsluiting per nummer is op de eerste van de maand waarin het nummer verschijnt. - Kopij sturen naar: pijpendraaier@cornelisvreeswijk.nl - 11 -

De Pijpendraaier wordt samengesteld voor verspreiding onder de leden van het Cornelis Vreeswijk Genootschap (CVG). Omdat delen van de inhoud auteursrechtelijk beschermd kunnen zijn, is het uitdrukkelijk niet de opzet van de CVG dat deze inhoud buiten de kring en de bijeenkomsten van het Genootschap verspreid of gebruikt zal worden. Het CVG neemt geen verantwoordelijkheid voor zulke verspreiding, door leden of door derden.


Billboard

Cornelisdagens jubileumsprogram den 5 augusti Vi firar Cornelis 75-årsdag på Mosebacke några dagar i förskott. Årets Cornelisdag den 5 augusti får ett stjärnspäckat jubileumsprogram där samtliga artister är tidigare Cornelispristagare. Louise Hoffsten (-01) Sven Bertil Taube (-02) Owe Thörnqvist (-04) Peps Persson (-07) Jack Vreeswijk (-00) Rikard Wolf (-08) Björn J:son Lindh (-93) Claes Janson (-92) Lasse Tennander (-96) Ewert Ljusberg (-06) Sven Zetterberg (-89)

- 12 -


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.