ZozoLala 178

Page 1

GRATIS TWEEMAANDELIJKS ONAFHANKELIJK STRIPINFORMATIEBLAD JUNI / JULI 2011

178

Bastien Vivès, Frank Miller, Lode Devroe, Marmus


Zozolala winkels ZozoLala is een onafhankelijk stripinformatieblad, uitgegeven door Stichting Zet.El, dat tweemaandelijks verschijnt. ZozoLala is gratis voor de klanten van nevenstaande stripwinkels.

Lambiek Kerkstraat 132 1017 GP / 020 - 62 67 543 www.lambiek.net Nou moe!?! Lindenstraat 1 1015 KV / 020 - 693 63 45 Snoek Linnaeusstraat 205 1093 EN / 020 - 46 88 109

Antwerpen Mekanik strip St. Jacobsmarkt 73 2000 / 03 - 234 23 47 www.mekanik-strip.be

Walk In Herengracht 11 2511 EG / 070 - 36 46 336 www.walkin.nl

Internet

Nijmegen

Kampen

Houtstraat 59 - 61 6511 JM / 024 - 36 08 181 www.senorhernandez.com

Dordrecht

Scheffersplein 1 3311 EJ / 078 - 614 20 12 www.stripwinkel-sjors.nl

Eindhoven

Arnhem

De fantast Burgwalstraat 7 8261 HJ / 038 - 332 03 25 www.de-fantast.nl

Koog aan de Zaan De 9e kunst Zuideinde 7a 1541 CA / 06 - 1533 4667 stripboekhandelde9ekunst.nl

kortrijk Koningstraat 43 6811 DH / 026 - 442 09 09 www.denoormanstrips.nl

Assen Plok. Strips en eh… dinges! Groningerstraat 71 9401 BJ / 0592 - 31 32 92 www.plok-strips.nl

Beverwijk De stripgek Begijnenstraat 25a 1941 BR www.stripgek.nl

Brugge

• Alkmaar Bookers & strippers Boterstraat 20 - 22 1811 HP / 072 - 512 19 16 www.bookers-strippers.nl

Amsterdam Fantasia Gelderlandplein 203 1082 LW / 020 - 64 27 888 www.stripwinkelfantasia.nl Gojoker Zeedijk 31a 1012 AP / 020 - 620 50 78

Voorplaat Een omslag van Bastien Vivès.

Enschede De strip-aap Javastraat 22 7512 ZJ / 053 - 430 52 61 www.stripaap.nl

Goes Het paard van Troje Langevorststraat 2 4461 JP / 0113 - 21 46 91 www.paardvantroje.nl

Groningen Akim Ulgersmaweg 14 9731 BS / 050 - 54 99 698 www.akim.nl

De boekenwolf Meensesteenweg 18 8500 / 056 - 35 44 98 www.boekenwolf.be

Leeuwarden

Delft Bul Super Breestraat 18 - 22 2611 RG / 015 - 21 26 097 www.bulsuper.nl

Den haag Aelix strips en comics Chasséstraat 71 2518 RW / 070 - 365 07 38 www.aelix.nl Barelli Zoutmanstraat 80 2518 GT / 070 - 365 30 70 www.stripwinkelbarelli.nl

Colofon Redactie

Jef Nieuwenhuis, Hans Pols, Hans van Soest en Gerard Zeegers

Vormgeving & opmaak Sigge Stegeman, Rogier van Neerven, Richard Bos en Frank Boesveld

Vaste medewerkers

Toon Dohmen, Peter de Wit, Mark Horemans en Roel Daenen

Het Avontuur Gedempte Oude Gracht 72 2011 GT / 023 - 54 27 124 www.stripzaak.nl

Hasselt Wonderland Paardsdemerstraat 17 3500 / 011 - 22 82 00

Hoorn Het gele teken Grote Oost 35 1621 BR / 0229 - 21 86 23 www.hetgeleteken.nl

Donner boeken Lijnbaan 150 3012 ER / 010 - 413 20 70 www.donner.nl Yendor Korte Hoogstraat 16 3011 GL / 010 - 433 17 10 www.yendor.nl

Schiedam ’t Centrum Korte Singelstraat 20a 3112 GB / 010 - 426 25 84

Tilburg

De rat Voorstreek 83 8911 JL / 058 - 215 16 00 derat@kpnplanet.nl

De stripfanaat Piusstraat 36 5038 WT / 013 - 58 00 107 www.stripfanaat.net

Leiden

Turnhout

Dumpie Nieuwe Rijn 18 2312 JC / 071 - 512 64 04 www.stripwinkeldumpie.nl

Tistjen Dop Paterstraat 96 2300 / 014 - 42 88 29 www.tistjendop.be

Leuven

Utrecht

Haarlem Katelijnestraat 42 8000 / 050 - 33 71 12 www.striepclub.be

Rotterdam

Gobelijn Mechelsestraat 35 3000 / 016 - 23 55 86 www.gobelijn.be

Mechelen Comic strips Hoogstraat 11 2800 / 0474 - 49 06 25 www.comic-strips.com De stripkever Bruulcenter, Bruul 79 2800 / 015 - 21 76 05 www.stripkever.be

Piet Snot Vismarkt 3 3511 KR / 030 - 231 84 72 www.pietsnot.nl Strip en lektuurshop Oude Gracht 194 3511 NR / 030 - 233 43 57 www.stripart.nl

Zwolle De boekenhalte Assendorperstraat 103 8012 DH / 038 - 422 10 77 www.boekenhalte.nl

Middelburg Perron 2 Sint Janstraat 9-c 4331 KA / 0118 - 61 41 84

Dit keer werkten mee Bstien Vivès, Lode Devroe en Marmus

Druk & Afwerking

Drukkerij Wilco – Amersfoort

Distributie

Pinceel Stripverspreiding Leuven (B), Van Ditmar Amsterdam (NL)

Abonnementen

Een abonnement is mogelijk voor één jaar (€ 15,–), of voor twee jaar (€ 25,–) en gaat in na

storting van het totaalbedrag op Postbank giro 3253937 (NL) of Postgirorekening 000 – 164840584 (B) t.n.v. Stichting Zet.El te Bilthoven o.v.v. je eigen adres

Redactieadres

Postbus 344, 3720 AH Bilthoven, Nederland

Internet

www.zozolala.com redactie@zozolala.com

Oplage

6.000 exemplaren.

issn

1382 8630

Copyright 2011, Stichting Zet.El

Overname van a­ rtikelen, strips of illustraties enkel in overleg met de uitgever.


Polina, Bastien Vivès’ jongste strip, toont de coming of age van de jonge Russische danseres Polina. Haar balletleerkracht, de stugge Bojinski, probeert haar met ijzeren hand discipline bij te brengen en te kneden tot een danseres die zijn aandacht waardig is. Maar, zo geeft hij haar mee, ‘toon elegantie en lichtheid, anders zien ze alleen moeite en inspanning’. Zo’n ondubbelzinnig devies is allicht ook van toepassing op Bastien Vivès zelf. We ontmoeten hem op het hoofdkwartier van uitgeverij Casterman in Brussel, na een hele dag (!) interviews. Toch blijkt Vivès goedlachs, vriendelijk en zelfs nog enthousiast ook. De massale aandacht lijkt hem allemaal maar wat te overvallen. Maar schijn bedriegt, want Vivès heeft de laatste jaren als een TGV gepubliceerd, met een prijs in Angoulême voor De smaak van chloor als kers op de taart. door Roel Daenen

Polonia is alweer Vives’ elfde album. In de vier jaar hiervoor leverde de jonge Fransman maarliefst tien (!) andere albums af. Een ongekende hoeveelheid, temeer als je je bedenkt dat Vives in februari pas 27 jaar oud is geworden. „Ik heb een enorme drang om te vertellen, er zitten zo veel verhalen in mijn hoofd. Strip is een snelle manier om je verhalen op papier te krijgen,” licht hij zijn enorme productietempo toe. „Mijn tekenstijl is dan ook simpel, wat het hoge tempo mogelijk maakt. Strips moeten er ook licht en elegant uitzien. In zoverre ben ik het eens met de lessen van de balletleraar uit Polonia: de inspanning moet je niet aan het eindproduct kunnen afzien.” In vrijwel elk album wisselt hij van techniek. Zo is het eveneens vertaalde In mijn ogen met vetkrijt en kleurpotlood getekend en zijn Innige vriendschap en De smaak van chloor volledig met de computer gemaakt, zo vertelt hij. Polonia lijkt dan weer meer op het werk van Edmond Baudoin met snelle, soms dikke inktvegen op papier gezet. Dapper blijft hij in elk album zijn grenzen verleggen door telkens weer te kiezen voor experiment. Geen van zijn strips lijkt op iets wat hij al eerder maakte, steeds weer wil hij zichzelf vernieuwen. „Al gaat het me niet om het experiment. Ik zoek bij elk nieuw project de techniek die het best bij de sfeer van het verhaal aansluit.” Een van zijn nieuwste projecten is een manga die meer dan duizend pagina’s moet gaan beslaan. Een project dat hij samen met enkele collega’s uit zijn studio Manjari & partners maakt (zie ook www.manjari.fr) en waarvoor hij het scenario schrijft en de personages tekent.

3


Op de diverse internationale stripfestivals is de opstormende Vives hot. Net als Brecht Evens, Vlaanderens coming-man-inhet-wereldwijde-striplandschap. „In maart was ik samen met Brecht in Italië, voor het stripfestival van Bologna. We hebben een avondje samen plezier gemaakt, gaan dansen en zo. Hij is echt zoals in zijn albums. Het is iemand met bijzonder veel talent. En hij heeft een echte, eigen grafische identiteit. Ik kan nauwelijks wachten om zijn volgende album te zien. Maar… hij moet allicht 1000 keer meer de druk voelen dan ik. Hij wordt van alle kanten bestookt, en de verwachtingen – van iedereen, uitgevers, de pers en het publiek – zijn hooggespannen. Ik heb daar minder last van. (lacht)” Iets wat jullie bindt, is de aandacht voor de emotionele toestand van de hoofdpersonen. Ook bij jouw albums vóór Polina. Je kunt in die verhalen moeilijk spreken van een duidelijk begin en einde en een ontwikkeling daar tussenin. Wel van momentopnames en veel sfeerbeelden. „Er zijn heel wat dingen die we gemeen hebben. De manier waarop we tegenover ons métier staan, hoe je verhalen vertelt, onze thematiek. Neem verhalen als In mijn ogen of De smaak van chloor, dat zijn vooral opeenvolgingen van kleine verhaaltjes, sequenties of impressies. Polina daarentegen is een tikkeltje klassieker, meer geconstrueerd, op een zekere manier. Ook op het vlak van de teksten… Ik heb dit keer veel meer tijd gestoken in de dialogen. Veel van mijn vorige werken zoomden in op de gevoelens van de hoofdpersonages en spitten die helemaal uit.” Hoe komt het dat jij zo gefascineerd bent door gevoelens? „Ik ben al sinds ik kind was gefascineerd door hoe mensen zich tegenover elkaar verhouden. Ik heb altijd veel getekend, en daardoor, via dat medium, willen vertellen over deze fascinatie. Laat ik een voorbeeld geven. Op school had ik een vriendinnetje. Ik heb enorm zitten tobben over het feit dat zij de volgende dag nog steeds mijn vriendinnetje bleek te zijn. Ik was er echt van overtuigd dat, met het aanbreken van een nieuwe dag, alles weer van nul af aan zou beginnen… Hoe kon dat? En hoe konden relaties zich dan ontwikkelen? Ik denk dat mijn albums op de een of andere manier getuigen van die complexiteit van menselijke gevoelens en relaties. Ik vertel altijd over zaken die me bezig houden. Neem nu meisjes. Of de vrouwelijke 4

psychologie! Ik ben daar mateloos door geïntrigeerd. En dat volstaat om er een verhaal, of meerdere verhalen over te maken. Ik ben dol op heldinnen.” Is de strip een geschikt medium om dat soort gevoelens te behandelen? „Ja, toch wel hoor. Eerlijk gezegd ben ik heel blij dat ik wat kan tekenen… (serieus) want praten ligt me niet zo. Tekenen valt me dan ook lichter dan schrijven. Er zijn massa’s zaken die ik niet zou kunnen vertellen met behulp van tekst. Ik doe alles op de computer. Anders dan de meeste van mijn collega’s slaag ik er niet in om op papier te tekenen. Ik heb niet meteen het geschikte beeld in mijn hoofd, ik moet er echt naar zoeken. Het kost me echt wel wat moeite om te visualiseren wat ik wil. Ik zou natuurlijk naar beeldmateriaal kunnen zoeken op het internet, maar dat is toch wat anders.” Je bent van opleiding animatiefilmtekenaar. „Inderdaad. Maar het maken van animatiefilms is een vak apart. Het draait helemaal om beweging, terwijl mijn kracht eerder ligt bij het illustratieve. Laat ik er eerlijk bij vertellen dat ik van de technische kant van het animeren ook niet alles begrepen heb. (lacht) Maar wat ik er wel van geleerd heb, is om een tekening als een narratief element te hanteren. Kijk bijvoorbeeld naar De Smaak van chloor. Dat is geen echte strip, meer een storyboard. Ik zei in het begin altijd tegen mezelf dat mijn strips een soort van ‘cinema voor de armen’ waren. (lacht hartelijk) Ik denk dat ik tegenwoordig de ziel van de strip wel beter begrijp. Met daarbij het hele gamma aan instrumenten die je als stripmaker ter beschikking staan. De essentie van de strip, schuilt voor mij in het imaginaire beeld dat tot stand komt, elke keer als je twee tekeningen naast elkaar zet. Dat is magie! Je kan met die tussenruimte spelen. Het is een ellips, alles vloeit.” Waarom dit album, over een jonge ballerina? „Ik wilde iets doen met de relatie tussen meester en leerling. En iets vertellen over een leven dat draait om de kunst. Zo kwam ik uit bij dans. Ik had ook wel zin om danseressen te tekenen. Dansende mensen tekenen is echt heel moeilijk, zo niet het moeilijkste dat er is. Ja, zelfs moeilijker dan paarden tekenen.


(grijnst) Alle details moeten kloppen. Al mijn schetsen zijn door een paar bevriende ballerina’s ‘gecontroleerd’. In bijna elke tekening heb ik wel iets moeten aanpassen, een spier die wat boller moest, een arm die gracieuzer kon, enzovoort. Maar het gaat ook over hoe ouderen staan tegenover jong talent en vice versa. Hoe kan je als jongere die enorme ervaring en wijsheid in je opnemen? Goeie leerkrachten zijn mateloos fascinerend. Als je ontvankelijk bent, kunnen ze je leven helemaal sturen, of van koers doen veranderen. Met één zinnetje, of een advies, of wat dan ook.” Je hebt in een oud interview verklaard dat je eigen leven je inspiratiebron is voor je werk. Geldt dat nog? „Ik zou nu eerder zeggen dat mijn geestesgesteldheid die inspiratiebron is. Ik teken letterlijk waar ik zin in heb. Enerzijds heb ik sinds een tijdje bijvoorbeeld zin om erotische scènes te tekenen. Anderzijds heb ik ook trek in hele primaire zaken, zoals ruzies en knokpartijen. Dat zijn de dingen die ik nu graag wil doen, dus voilà… dat zit er aan te komen. En inspiratie kan echt van alle kanten komen. Als ik iets hoor op de radio, bijvoorbeeld. Het is stom, ik weet het, maar toen ik de voetbalwedstrijd tussen Olympique Lyon en Real Madrid bekeek, viel me de kop van een van die spelers op. Dat gebruik ik dan. In het boek dat ik momenteel aan het maken ben, zitten heel veel van dat soort elementen. Bij elk album heb ik wel een mapje met documentatie: beelden, teksten, advertenties, grapjes… noem maar op. Het is dan de kunst om al die losse eindjes aan elkaar te knopen. Dat ligt me gelukkig wel. Ik kan heel snel zeggen of iets een goed idee is, of niet. Als je een klepper hebt van tweehonderd pagina’s, dan kun je je het echt niet veroorloven om een slechte scène te hebben. Bij een kutscène van pakweg tien pagina’s ben je de lezer kwijt! Je moet proberen om vaart in het verhaal te krijgen. Bij ‘Polina’ had ik toch wel een beetje schrik, omdat ik vooral haar moeilijkheden wou tonen. Ze is samen met haar lief, Adrian, in een moeilijke relatie verwikkeld. Ik vond dat bijzonder lastig. Al die twijfels, botsingen, verveling zelfs… Daarom introduceerde ik William, het zwarte personage. Een coole gast, die Polina toelaat om haar twijfels te uiten. Je moet als verteller altijd een systeem vinden om het zo aangenaam mogelijk te houden voor de lezer. En niet alleen dat, je moet ook keer op keer proberen te verrassen, bij elke sequentie. En je vindt altijd wel een uitweg. (lacht) Het is ook daarom dat ik niet wens te werken met andermans scenario’s. Als ik zelf het scenario aan het schrijven ben, zie ik sommige scènes al helemaal voor me!”   ×  Vivès website: http://bastienvives.blogspot.com/

Niet vertaalde boeken van Bastien Vives Poungi la racaille (onder pseudoniem Bastien Chanmax), éditions Danger Public, 2006 Elle(s), éditions KSTЯ, 2007 Hollywood Jan, avec Michaël Sanlaville, éditions KSTЯ, 2008 La boucherie, éditions Warum, 2008 Juju Mimi Féfé Chacha, avec Alexis de Raphelis, éditions Ankama, 2009 Pour l’empire - Tome 1: L’honneur, met Merwan Chabane, collection Poisson Pilote, Dargaud, 2010 Tranches Napolitaines, met Anne Simon, Alfred en Mathieu Sapin, Dargaud, 2010 Pour l’empire - Tome 2: Les femmes, met Merwan Chabane, collection Poisson Pilote, Dargaud, 2010

5


Het Frank Miller-concept:

Regenjassen, knallende pistolen en een enkele maillot In korte tijd verschenen er vertalingen van twee comic-klassiekers van Frank Miller: Daredevil: Wedergeboorte en De terugkeer van de Dark

Knight. Met zijn interpretaties van de belegen stripseries Daredevil en

voordat ik geboren was, maakte die kerel dit al! Het liep ver voor op alles wat er Batman veranderde Miller het aanzien van de Amerikaanse strip en destijds werd gemaakt.” Veel van wat Miller (1957) later zelf zette hij zich internationaal op de kaart als vernieuwend auteur. zal tekenen en schrijven, is indirect een rauwere, moderne versie van wat Eisner door Hans van Soest destijds maakte: detectivestrips met een bijzondere misdaadbestrijder. Maar Bij de release van de verfilming van Will Eisners stripklassieker de humor blijft in Millers werk achterwege en de The Spirit in 2008, had Film Journal International een interview onweerstaanbare vrouwen uit Eisners oude strips zijn met regisseur Frank Miller. Nadat Hollywood al menig strip van vervangen door verlopen heroïnehoeren. De sombere beginjaren ’80, jaren van economische crisis waarin Miller had omgewerkt tot kaskraker op het witte doek, mocht hij nu zelf eens in de regisseursstoel plaatsnemen en wel voor het Westen twijfelde of het politieke en economische een adaptatie van het werk van Eisner, dat grote invloed had op systeem inderdaad wel zo zaligmakend was als het Miller als stripmaker. „Toen ik als jonge stripmaker in New York lang had gedacht, klinken door in alle verhalen die Miller in die jaren maakt. aankwam, had ik een stapel strips en vingeroefeningen onder mijn arm waarmee ik bij uitgevers van superheldencomics langs Daredevil ging,” vertelt Miller in dat interview. „Het waren tekeningen van kerels in lange regenjassen en oude wagens. De uitgevers Miller trekt als beginnend striptekenaar van zeiden: ‘Waar zijn de mannen in maillot?’ En ik moest mezelf leren hoe ik die moest tekenen. Zodra ik de kans kreeg om me met een comicreeks bezig te houden, nadat Omslag in de comics-industrie Gene Colan stopte met Daredevil, wist ik: dit is mijn kans om misdaadstrips te tekenen maar dan met een superFrank Miller droeg niet alleen bij aan de held erin. Dus lobbyde ik om de strips te mogen maken artistieke vernieuwing van de Amerikaanse strip, hij droeg ook mede bij aan een sociale en ik kreeg de kans.” Dat is de essentie waarop vrijwel al Millers strips omwenteling in de comic-industire. zijn terug te voeren: misdaadstrips in de vorm van door Sigge Stegeman een superhelden-comic. Die kunst heeft hij naar eigen zeggen afgekeken van Will Eisner. Al gaat de Midden jaren ’80, als Miller begint aan zijn vergelijking slechts gedeeltelijk op. Eisner maakte interpretatie van Batman, ziet de wereld van tussen 1940 en 1952 zo’n zeshonderd korte verhasuperheldenstrips er substantieel anders uit dan len van The Spirit. Voor wie de strip niet kent: die tegenwoordig het geval is. De twee grootste uitdraait om detective Denny Colt die in de eerste geverijen, Marvel en DC, hebben op dat moment aflevering schijnbaar sterft, maar die vervolgens gezamenlijk ruim 90% van de markt in handen. met een simpel maskertje voor zijn ogen en in zijn Marvels aandeel is bijna het dubbele van DC. blauwe pak met dito gleufhoed de misdaad bestrijdt Beide bedrijven zijn starre productiemaatschapvanuit zijn geheime schuilplaats. De strip is een originepijen, waar uitgevers en marketeers de scepter le mengeling van de cynische detectiveverhalen a là Raymond zwaaien. Om de klanten tevreden te houden, Chandler, pulpachtige B-films vol mooie vrouwen en exotische moet het product – de superhelden – in hun locaties en Tex Avery-achtige grappen. De jonge Miller vrat de ogen onkreukbaar, heroïsch en voorspelbaar zijn. verhalen van Eisner. „Ik was 14 en ging op de fiets in Vermont Creativiteit is van ondergeschikt belang en van de winkels af om strips te kopen. In Barre vond ik in een winkel stripmakers wordt vooral verwacht dat ze snel en een tijdschrift op groter formaat, met zwart-wit tekeningen. Ik goedkoop werken. Ze krijgen betaald per pagina geloofde mijn ogen niet: deze nieuwe tekenaar is het beste wat en houden er auteursrechten, noch royalty’s aan de strip ooit is overkomen, dacht ik. Totdat ik zag dat het om over. een heruitgave ging van oude strips: copyright 1948. Dus járen Eind jaren ’70 heeft comic-auteur Neal Adams 6

al wel een soort vakbond opgericht, de Comics Creators Guild, waarvan ook de jonge Frank


Montpelier, Vermont naar New York en vestigt zich in de wijk Hell’s Kitchen, die een prominente rol zal spelen in zijn latere Daredevil-strips. Hij vindt emplooi bij uitgeverij Marvel en vanaf 1979 neemt hij als tekenaar de serie Daredevil over, de strip (door Stan Lee gestart in 1964) over de blinde advocaat Matt Murdock die door radioactieve straling een bovenmenselijk goed gehoor en gevoel heeft ontwikkeld en zo als Daredevil springend over de daken de misdaad kan bestrijden. De verhalen zijn dan nog op scenario van Roger McKenzie. Millers hoekige tekenstijl wijkt af van veel traditionele superheldenseries en hij geeft de pulpreeks een heel eigen sfeer door de achterbuurten van Daredevils werkgebied meer op de voorgrond te plaatsen. De serie krijgt zo een film noir-accent. Dat slaat aan. De verkopen stijgen en Marvel besluit van Daredevil een maandelijkse comic te maken in plaats van een tweemaandelijkse.

Miller lid was. Ze ijverden er onder andere voor de Superman-scheppers Joe Shuster en Jerry Siegel alsnog een fatsoenlijke beloning kregen voor hun creatie. Marvel-icoon Jack Kirby (mede-schepper van onder andere The Fantastic Four, X-Men en The Hulk) stapt in die tijd boos op bij Marvel. Auteurs die de rechten van hun strips in eigen hand willen houden, beginnen kleine uitgeverijtjes. Kortom: het rommelt. Frank Miller krijgt het in 1983 voor elkaar dat hij bij DC zijn zelf bedachte strip Ronin uitgegeven krijgt, zonder afstand te hoeven doen van de rechten. Een eerste doorbraak. Als DC besluit om de tanende populariteit van Batman een halt toe te roepen, stappen ze op Miller af. Hij aarzelt aanvankelijk, maar besluit een paar jaar later om het toch te doen. Miller is vastbesloten een goed verhaal af te leveren en sleutelt aan het scenario zonder acht te slaan op deadlines. Dat zijn ze bij DC niet gewend en er ontstaat onenigheid. Uiteindelijk mag Miller toch doorgaan met het project en The Dark Knight Returns deel 1 (uit 4) verschijnt in januari 1986. Het slaat in als een bom. Niet alleen bij het publiek, maar ook bij collega stripmakers. Uit alles blijkt immers dat Frank Miller het respect heeft weten te krijgen, waar zij al zolang naar snakken. De comic is mooi uitgevoerd, met een rijk kleurenpalet, glanzend papier, een gelijmde rug en voor een iets hogere prijs dan gebruike-

In 1981 mag Miller ook zelf de scenario’s schrijven. Vanaf dat moment transformeert hij de superheldenreeks definitief in een misdaadstrip: Daredevils tegenstanders zijn niet langer andere gekostumeerde schurken, maar de georganiseerde misdaad onder leiding van de onaantastbare godfather The Kingpin. Die superschurk acteerde eerder al als slechterik in de Spiderman-strips en verschilde daarin weinig van andere tegenstanders met superkrachten. Miller transformeert hem echter tot een crimineel brein met weliswaar enorme fysieke krachten, maar die heeft hij nu te danken aan het eindeloze trainen in de fitnessruimte van zijn hoofdkwartier. De toon van de strip wordt veel realistischer. De eerste delen die hij helemaal zelf maakt, worden meteen klassiekers. Hij introduceert de ninja-strijdster Elektra, een oude vlam van Daredevil, en de huurmoordenaar Bullseye. Uiteindelijk sterft Elektra door Bullseye’s toedoen in Daredevils armen. De verhaallijn zal later aan de basis liggen voor de succesvolle Daredevil-verfilming uit 2003. In 1983 houdt Miller de serie voor gezien en stapt later over naar concurrent DC Comics waar hij (na de door hem zelf gecreëerde strip Ronin) het zelfde trucje als bij Daredevil zal toepassen bij Batman, waarover later meer. Na een paar jaar begint hij toch weer Daredevil-verhalen te maken, waaronder de succesvolle verhaallijn Wedergeboorte uit 1986, die nu in het Nederlands is vertaald door Nona Arte. Voor het tekenwerk zoekt hij David Mazzucchelli aan. Wedergeboorte doet in weinig meer denken aan een superheldenstrip. Matt Murdock heeft in het grootste deel van het verhaal zijn kostuum niet eens aan. Karen Page, een ex-geliefde van Murdock die zijn geheime identiteit kent (ze komt al voor in

lijk. Opvallender is wel dat Miller een kreukloos en essentieel personage als Batman heeft mogen veranderen in een wraakzuchtige psychopaat. Een artistieke vrijheid die tot dan toe ongekend was. Maar het allerbelangrijkste is het feit dat Miller auteursrechten heeft kunnen bedingen en royalty’s krijgt uitgekeerd. Daarmee is de geest uit de fles. Stripmakers beginnen zich openlijk te beklagen over de slechte voorwaarden waaronder zij moeten werken. In 1992 culmineert de onvrede in muiterij bij uitgeverij Marvel. Nadat hun eisen zijn verworpen, stappen acht topauteurs (waaronder Rob Liefeld, Todd McFarlane, Jim Lee, Marc Silvestri en Chris Claremont) op en stichten uitgeverij Image Comics. Die richt zich op creator owned comics: strips gemaakt door auteurs en niet door marketeers. De comics van Image (zoals Spawn, Gen 13, Witchblade en The Darkness) zijn spectaculair getekend, bevatten originele helden en verhalen en zijn beter verzorgd dan die van DC en Marvel. Ze zijn al snel razend populair en Image weet een ongekend marktaandeel te behalen. Korte tijd is het zelfs groter dan DC. In haar kielzog ontspruiten en floreren diverse uitgeverijen (zoals Dark Horse) met hetzelfde ideaal. Marvel en DC zien hun marktaandeel bijna halveren en proberen het bloeden te stelpen met speciale uitgaven, cross-overs en ander kunst-en-vliegwerk. Vooral Marvel grossiert

hier in. Het mag niet verhinderen dat die laatste begin jaren 2000 op de rand van bankroet komt te staan en genoodzaakt is het roer om te gooien. Het keurmerk van de Comics Code Authority – de garantie voor kindveilige comics – wordt losgelaten, er komt een aantal collecties die expliciet op volwassenen gericht is en over de hele linie worden de strips van Marvel realistischer en rauwer en de helden menselijker. Kwaliteit is voortaan van belang. Auteurs krijgen daarom meer tijd, inspraak en creatieve vrijheid. Ze krijgen ook beter betaald en behouden in sommige gevallen zelfs rechten op hun creaties. Ook concurrent DC, die weliswaar minder kleerscheuren heeft opgelopen, gaat hierin mee (al blijven haar helden tot op de dag van vandaag klassieker). Na door een diep dal gegaan te zijn, nemen beide uitgeverijen hun oude kopposities weer in. Maar nooit weten ze hun volledige marktaandeel van weleer te herstellen. Het gaat te ver om te zeggen dat deze omslag er zonder The Dark Knight Returns nooit was gekomen. Er leefde immers al langere tijd onvrede bij stripmakers. Maar The Dark Knight Returns was wel de druppel die de emmer deed overlopen en heeft daardoor een onmiskenbare invloed uitgeoefend, die nog steeds is terug te vinden in de comics die je vandaag de dag kunt kopen.

7


het allereerste Daredevil-verhaal uit 1964), is een aan lager wal geraakte junk geworden. Om aan haar volgende shot te komen, verkoopt ze Murdocks geheim aan de organisatie van The Kingpin. Die maakt Murdock kapot door hem via een ingenieus complot alles te ontnemen: zijn baan, zijn huis en zijn vrienden. Volkomen aan lager wal geraakt en paranoïde geworden, zwerft Murdock door de straten van Hell’s Kitchen. Slechts één ding houdt hem op de been: wraak. Wedergeboorte wordt wederom een succes, de bundel is in herdruk nog steeds in alle Amerikaanse boekhandels verkrijgbaar. Miller keert daarna nog met enige regelmaat terug naar het Daredevil-universum. Onder andere met de graphic novel Daredevil: Love and War uit 1986, die hij samen illustratorschilder Bill Sienkiewicz maakt. Hierin staat misdaadkoning The Kingpin centraal en wordt een brug geslagen tussen de eerdere Miller-verhalen en Wedergeboorte. Een andere succesvol project is de veel geprezen mini-serie Elektra Assasin uit 1987, eveneens met Sienkiewicz, waarin de ninja-strijdster toch min-

der dood blijkt dan gedacht. En in 1993 zal Miller weer een serie Daredevil-comics maken onder de titel The Man without Fear. Zoals in al Millers verhalen is de protagonist geen kleurloze held, maar een cynische wreker die à la Philip Marlowe de grenzen van de wet opzoekt om het kwaad te bestrijden. Daredevil wordt onder Millers regie minder een superheld en meer een uiterst bekwame beoefenaar van oosterse vechtsporten, waardoor hij geloofwaardiger wordt als personage. Zo heeft Daredevil in Millers verhalen geen telepathische radar meer, maar wel een verfijnder gehoor waarmee hij dingen van afstand hoort aankomen. Zelf zegt Miller daarover dat hij geen interesse heeft in een zoveelste ‘Superman-spin-off’.

Batman Op het hoogtepunt van zijn carrière, in 1986, nog voor hij aan Wedergeboorte begint, stort Miller zich op een andere superheld wiens avonturen in de loop der jaren steeds minder goed zijn gaan verkopen: Batman. Wat volgt, is genoegzaam bekend. De 8

vierdelige miniserie The Dark Knight Returns slaat in als een bom. Miller maakt een sprong in de tijd, waarin hij de al lang gepensioneerde Bruce Wayne nog een keer zijn Batman-pak uit de mottenballen laat halen, omdat hij niet langer kan aanzien hoe Gotham City ten onder gaat aan geweld en zwakke leiders die de steeds decadentere vormen van criminaliteit niet de kop in weten te drukken. In het Nederlands was De terugkeer van de Dark Knight jarenlang uitverkocht, maar is nu als bundel heruitgegeven door De Vliegende Hollander. Batman is nooit een personage geweest met bovennatuurlijke krachten, zoals andere superhelden, maar altijd een gewone man met een pak en veel foefjes. De Batman van Frank Miller wordt echter meer dan dat. Hij wordt een man wiens keuzes niet alleen worden ingegeven door nobele bedoelingen, maar ook door wraakzucht, bloeddorst en een reactionaire kijk op de samenleving. Millers Batman krijgt rake klappen, heeft spierpijn en kan zijn tegenstanders nauwelijks bijbenen. Die tegenstanders zijn – net als in Daredevil – vooral gewone misdadigers en straatbendes. Waar in de oude Batman-verhalen zijn vijanden een soort beschilderde meesterschurken waren, zijn figuren als Two-Face en The Joker nu ‘gewone’ psychopaten en een stuk echter – en dus griezeliger. Ook in Millers Batman-verhalen komt de omgeving vol omgevallen vuilnisbakken en criminelen in trenchcoats meer op de voorgrond, waardoor alles een film noir op papier wordt, iets wat Eisner ooit al zo goed kon, maar dan als een pastiche op het genre. Grappig detail is dat snoevende straatrover Turk zowel in Millers Daredevil- als Batmanverhalen opduikt en altijd de hardste klappen krijgt. Millers interpretatie van Batman leidde tot een ware revival van het personage. Zelf zou hij samen met wederom Mazzucchelli in 1987 nog Batman: Year one maken en vele prijswinnende strips voor een meer volwassen publiek zouden volgen (zoals The Killing Joke van Alan Moore en Brian Bolland en Arkham Asylum van Grant Morrison en Dave McKean) en een hele trits verfilmingen waarvan er tot dusver twee zijn gebaseerd op de Miller-strips. In 2002 maakt Miller nog een vervolg op De terugkeer van de Dark Knigt: The Dark Knight Strikes Again, ook wel afgekort als DK2, maar die is aanzienlijk minder succesvol. Het trucje is dan wel uitgewerkt. Ronduit slechte kritiek krijgt hij op All Star Batman and Robin the Boy Wonder, een mini-serie hij samen met tekenaar Jim Lee maakt en die na jarenlang stil te hebben gelegen in 2011 alsnog wordt afgerond. Het is meer van hetzelfde. De verhalen verrassen niet meer. Bovenal ligt de wansmakelijke geweldverheerlijking er te dik bovenop, vinden critici. Wat meespeelt, is dat Miller zijn eigen methode al enkele jaren daarvoor heeft vervolmaakt met Sin City, dat hij begon in 1991. In die serie zonder een vast hoofdpersonage draait alles om de film noir-wereld waar Miller zo van houdt. Vierkante mannen in lange jassen beuken op elkaar in, schieten hun pistolen op elkaar leeg en draaien mee in en perverse orgie van geweld en seks, door Miller in subliem clair-obscur op papier gezet. In Sin City zet Miller de koers die hij inzette in Daredevil door in maximum overdrive. Het is allemaal een stuk minder onschuldig dan Eisners The Spirit, maar het levert evenzeer tijdloos leesgenot op.   ×


Marmus, het pseudoniem van de Gentse auteur Mark Musschoot (1963), bracht enkele jaren terug het historische tweeluik Alison uit. Helemaal onder de radar van de ‘Nieuwe Vlaamse Golf’ (zie ook ZozoLala 165), verscheen zopas van zijn hand Barst. Een ingetogen verhaal, gebracht in een eigen, sterke grafische stijl. Het is een verhaal over twee vrienden die allebei leven voor hun vak. De een is leraar geschiedenis, de ander is gambabouwer. De liefde voor hun vak wordt echter hevig op de proef gesteld. Bij de een door ongeïnteresseerde leerlingen, bij de ander door een onbeantwoorde liefde. door Roel Daenen

Hoe is het idee voor Barst ontstaan? „Toen ik, inmiddels al negen jaar geleden, vernam dat mijn vader darmkanker had en hij niet zo lang meer zou leven, kreeg mijn bestaan een ander ritme. Zo veel mogelijk bij mijn vader zijn, was het enige wat nog van belang was. Het drukke leven werd herleid tot louter aanwezig zijn. Ik kreeg een zee van tijd om na te denken. Toen mijn vader een half jaar later stierf, was het idee voor een beeldroman geboren. Zijn dood had mij kwetsbaar én opstandig gemaakt, precies de twee thema’s in Barst.” Wanneer heb je de stap gezet om de strip uit te geven? „Barst bleef nog jaren in de kast liggen. Ik was in opdracht van de Sint-Pietersabdij in Gent en samen met scenarist Doreen Gaudblomme aan de historische stripreeks Alison begonnen. Toen Doreens scenario voor het derde deel op zich liet wachten, haalde ik mijn idee voor de beeldroman weer uit de kast en begon ik in een heel eigen stijl de platen uit te werken. Zowel voor de verhalende als grafische stijl heb ik bij Barst mijn inspiratie buiten de stripwereld gezocht. De boeken van Ian McEwan en Philippe Claudel kunnen mij bijzonder bekoren en naar werken van (de Oostendense, symbolistische kunstschilder, red.) Leon Spilliaert kan ik uren kijken. Toen was het alweer 2008. Ik ging hard op zoek naar een uitgever. Ria Schulpen van uitgeverij Bries zag wel iets in mijn verhaal en vond vooral mijn tekeningen goed. Daar was ik heel blij om, want tenslotte stelde ik een project voor dat voor de hedendaagse stripmarkt niet zo vanzelfsprekend was.” Je bent leraar plastische kunsten. Beïnvloedt je werk op school je techniek, zowel grafisch als narratief? „Als leraar zoek ik altijd weer een boeiende en originele manier om iets uit te leggen. Ik geef graag demonstraties. Iets zien

groeien op een blad papier lijkt soms op toveren en dat kan de leerlingen bijzonder motiveren om zelf eens iets te proberen. Met mijn beeldroman wil ik de mensen weliswaar niet aan het striptekenen zetten, maar probeer ik een sfeer te creëren waarin het leuk is te lezen en te kijken en die hopelijk daarna ook de drang oproept om met andere mensen over bepaalde zaken uit de strip nog eens na te praten.” Heb je je eigen ervaringen verwerkt in je boek? „Ja, natuurlijk. Ik vind dat men met surrealistische of futuristische verhalen soms een brug te ver gaat. Met Barst haal ik vooral herkenbare thema’s aan. Een moeder met Alzheimer, een leraar met problemen in de klas, liefdesperikelen… het zijn allemaal zaken die een soort van betrokkenheid creëren bij de lezer.” Wat wil je met Barst overbrengen? „Art en Jan, de personages uit mijn boek, maken een moeilijke tijd mee. Velen zien in een barst alleen maar een teken van verval. Voor Art en Jan zal geleidelijk aan duidelijk worden dat een barst ook een houvast kan zijn op een glad oppervlak.” Wat zijn je toekomstplannen? „Als Barst goed ontvangen wordt, en daar ziet het wel naar uit, blijf ik beeldromans maken. Dat geeft mij, anders dan bij de populaire strip, de mogelijkheid steeds op zoek te gaan naar andere invalshoeken om bepaalde onderwerpen te benaderen. Ik zie bijvoorbeeld zo veel mensen met de beste bedoelingen van alles om zeep helpen. Dat vind ik een mooi thema om een beeldroman rond te bouwen. Veel heb ik nog niet op papier, maar ik kan nu wel al zeggen dat mijn volgend verhaal begint met... fruitpap! (lacht)”   × Meer info over Marmus vind je op www.bries.be/artistsmarmus.html

9


„Ik debuteer inderdaad op latere leeftijd,” vertelt Devroe. „Misschien zou je het boekje Dr. Dia, dat tien jaar geleden verscheen in de Incognito-reeks, ook al een debuut kunnen noemen, maar dat beschouw ik eerder als een jeugdzonde. Hangar 84 stamt alweer uit 2007. Destijds is een kortere versie verschenen in Zone 5300. Een jaar later heb ik een langere versie gemaakt voor de website Pulpdeluxe.be. Al met al was dat allemaal een aanzet voor het grotere verhaal dat ik al veel langer in mijn hoofd

Op zijn 47ste debuteerde Vlaming Lode Devroe met zijn eerste echte boek: Hangar 84. Wie zijn werk al kende uit het small press-circuit en van internet, herkent direct zijn eigentijdse Atoomstijl en zijn voorliefde voor snelle auto’s, gleufhoeden en pseudowetenschap. Zijn fans kunnen zich schrap zetten, Hangar 84 is nog maar het begin. door Hans van Soest

heb en waar ik nu aan werk: Painted Desert!” Painted Desert zal in vier delen verschijnen, in het zelfde grote oblongformaat als Hangar 84 en eveneens bij uitgeverij Sherpa. In oktober moet het eerste deel in de winkels liggen. „Ik werk er al met tussenpozen aan sinds 2008. Van de 160 pagina’s heb ik er inmiddels 120 af.” Hangar 84 gaat over het fameuze Roswell-incident in 1947 in de woestijn van New Mexico, waar een ufo zou zijn neergestort. In het verhaal op scenario van Pieter van Oudheusden blijkt een van de gecrashte aliens zwanger. De foetus wordt geïmplanteerd bij een medewerkster van de Amerikaanse legerbasis ter plaatse. De alien-baby wordt geboren en ontsnapt, wat de opmaat is voor een groter avontuur. „Painted Desert speelt zich tien jaar later af, in 1957. Een ufoloog gaat op zoek naar de zorgvuldig weggewerkte sporen van het incident. Hij krijgt een brief van een getuige die telkens de zelfde droom heeft over een vreemde Japanner. Dat is Max, de alien uit Hangar 84. Wat volgt is een ware road movie op papier. Dit keer schrijf ik het scenario zelf.” Zonder Hangar 84 had Devroe nooit aan zijn grote project kunnen beginnen. „Ik heb altijd willen leven van mijn strips. Hoewel ik dat nog niet kan, heb ik nu wel een beurs gekregen. Voorwaarde was evenwel dat je al een album op je naam hebt staan. Die heb ik nu dankzij Sherpa. Vijftien jaar lang heb ik gewerkt in een bedrijf dat textieletiketten maakte: vignetten om op jeans en overhemden te stikken. In 2001 ben ik voor mezelf begonnen als illustrator en tekende vooral voor schoolboeken. Ondertussen hield ik mijn droom levend met publicaties op Pulpdeluxe.be.” De liefde voor de Atoomstijl ontwikkelde Devroe bij zijn eerste baan. „Die vignetten waren eind jaren ’80 echt een rage. Ik moest veel oldtimers tekenen, pin-ups, piloten, tankstations, motels en jukeboxen. Alles moest rock-’n-roll zijn, in een jaren ’50-stijltje. Ik kon voor die ontwerpen geen rasters gebruiken en moest in een vette, klare lijn-stijl tekenen. In de jaren ’80 was de Atoomstijl met tekenaars als Serge Clerc ook erg populair: zij grepen terug op de vormgeving uit de jaren ’50. Hun stijl paste perfect bij wat ik nodig had voor mijn 10

werk. Zo heb ik me het werken met penseel eigen gemaakt en ben ik verknocht geraakt aan het retro-stijltje. In België is de Atoomstijl sinds het vijftigjarig jubileum van de Wereldexpo van 1958 weer aan een ware revival bezig.” De Atoomstijl heeft Devroe altijd gecombineerd met zijn andere passie: pseudowetenschap. „Ik lees alles wat los en vast zit over ufo’s en graancirkels en zo. Toen Pieter van Oudheusden in 2007 met het idee kwam om zestig jaar na het Roswell-incident daar een strip over te maken, hoefde ik niet lang na te denken. Toen het eenmaal af was, vond ik wel dat er meer in zat. Het is destijds verschenen als verhaal van tien staande pagina’s, dat zijn twintig liggende. Hangar 84 is uiteindelijk 38 liggende pagina’s geworden: bijna twee keer zo lang. Ik heb sommige scènes meer uitgewerkt en Pieter heeft een alternatief einde verzonnen. Om het geheel wat authentieker te doen lijken hebben we een dossier in het album opgenomen.” Voor Devroe bestaat er geen twijfel dat Roswell meer is dan een verzinsel van complotdenkers. „Ik weet niet of er echt een ufo is geweest, of dat het Amerikaanse leger er een mislukt experiment uitvoerde. Feit is wel dat daar in 1947 iets vreemds is gebeurd. Er zijn te veel getuigenverslagen en bekentenissen van oud-generaals op hun sterfbed die vertelden dat ze inzittenden van de crash hebben gezien en dat er in Corona nog een tweede crash zou zijn geweest. De luchtmacht heeft opvallend genoeg eerst ook erkend dat er iets is neergestort om dat later weer in te trekken en te verklaren dat het om een weerballon ging. Dat is verdacht. Niet alles wat erover gepubliceerd is, kun je zomaar weglachen. Als je erover nadenkt, is het ook nogal pretentieus te beweren dat hele heelal voor ons alleen is. Ook al is er geen bewijs, het kan geen kwaad er gewoon eens over na te denken. En er verhalen over te verzinnen uiteraard!”   ×  Zie ook: www.Lodedevroe.be


Prikbord Batman zonder lettertjes Elders in dit nummer kun je lezen over Frank Millers inspanningen medio jaren ’80 om de figuur Batman nieuw leven in te blazen. De succesvolle strips die volgenden, worden nu omgewerkt tot animatiefilms [meervoud?] die filmmaatschappij Warner direct op dvd zal uitbrengen, net zoals eerder met de animatiefilm Tales of the Black Freighter, het extraatje uit de Watchmen-strip. Er werd al gewerkt aan Batman Year One en inmiddels is er ook een contract afgesloten voor een geanimeerde versie van De terugkeer van de Dark Knight. Het zal nog wel even duren voordat die in de winkels ligt, want de productie is pas net begonnen. Zul je tot die tijd toch gewoon al die lettertjes moeten lezen.  HvS

MAD komt terug Na Eppo en de release van Por Dios komt uitgever Rob van Bavel eind dit jaar met een nieuwe herstart van een oud tijdschrift: de Nederlandstalige versie van MAD. Een Nederlandstalige versie van het in de Verenigde Staten al decennia populaire blad zag in 1964 het licht, maar in 1996 verscheen het tijdschrift voor het laatst. Van Bavel belooft dat in de nieuwe MAD behalve Amerikaanse strips ook veel humorstrips van eigen bodem komen te staan. In een tijd waarin oude successen worden afgestoft en al dan niet succesvol worden voortgezet, past de wederopstanding van de Nederlandse MAD prima, aldus de uitgever. Wij wachten gespannen af.  HvS

Roodkapje Redux Sommige nieuwe strips zijn zó de moeite waard dat je ze te kort doet met slechts een korte aankondiging in deze rubriek. Maar toch. De Duitse illustratrice Nora Krug maakte een hilarische, eigentijdse interpretatie van Roodkapje. In vijf tekstloze miniboekjes vertelt ze het beroemde sprookje telkens vanuit

het gezichtspunt van een ander personage: Roodkapje zelf, de wolf, oma, moeder en de jager. Uitgeverij Bries bracht ze uit in een prachtig doosje voor alles bij elkaar slechts € 25,00 (ISBN 9789076708898). Een absolute aanrader voor wie geen al te tere ziel heeft.  HvS

Oosterveer doet Spiderman Stripschapprijs-winnaar Minck Oosterveer kondigde enige tijd geleden al aan meer voor de Amerikaanse markt te willen gaan werken. Voor Marvel werkte hij al aan The Unknown en de ‘Victoriaanse detectivestrip’ Ruse, inmiddels is hij ook gevraagd te gaan tekenen voor het vlaggenschip van de uitgeverij: Spiderman. Deze zomer verschijnt de spin-off Spider-Island: Deadly Foes, over een wereld waarin New York is getroffen door een duistere ramp. Spiderman zelf komt amper in het verhaal voor, wel zijn tegenstanders The Jackal en Hobgoblin. Mede-tekenaar is Giuseppe Camuncoli, scenaristen zijn Dan Slott, Christos Gage en Fred van Lente.  HvS

Marten Toonderprijs Peter Pontiac krijgt de Marten Toonder-prijs 2011. De oeuvreprijs wordt voor de tweede keer uitgereikt door het Fonds voor beeldende kunsten, vormgeving en bouwkunst. Vorig jaar was Jan Kruis de gelukkige. Pontiac (echte naam Pollmann) heeft vooral furore gemaakt als illustrator. Een van zijn weinige echte strips is Requiem Fortissimo. Hij krijgt de onderscheiding voor zijn striproman Kraut uit alweer het jaar 2000, een autobiografische zoektocht naar het foute verleden van zijn vader. De prijs wordt op 9 september uitgereikt tijdens het stripfestival in Breda. Dan opent ook een overzichtstentoonstelling van Pontiac in het Graphic Design Museum in Breda. Die expositie duurt tot 27 november.  HvS

In Memoriam

Carlos Trillo (1943 – 2011) Nederland maakte medio jaren ’80 kennis met het werk van de Argentijnse stripscenarist Carlos Trillo via enkele erotische strips die hij maakte met tekenaar Horacio Altuna, zoals Señor Lopez knijpt er tussenuit en De laatste overlevenden. In zijn vaderland had hij toen echter al een forse productie op zijn naam staan. Een van zijn bekendste, nooit vertaalde, werken is het geëngageerde Un tal Daneri met Alberto Breccia, een somber beeld van Argentinië begin jaren ’70. Het waren echter vooral zijn pulpstrips die ook in ons taalgebied verschenen, zoals De underzone (met Juan Giménez), Dragger (met Domingo Mandrafina) en Fulu (met Eduardo Risso). De veelschrijver legde zich toe op zo veel mogelijk genres. Van de detectivestrip Wilson (met Walter Fahrer), via de kinderstrip Zachary Holmes (met Juan Bobillo) tot de humoristische reeks Klaartje bij nacht (met Jordi Bernet).

11


Laatste Oordeel Een rauw, meeslepend en betoverend mooi sprookje Het Maagdenbos 1: Bijl (Béatrice Tillier/Jean Dufaux) Uitg. Silvester; 54 pl. + 8 p. dossier; kleur; harde kaft; € 16,95.

Het huwelijk tussen de prinses van de mensen en de prins der wolven is gearrangeerd om verzoening te brengen, maar loopt uit op een bloedbad. Beide partijen voelen zich vernederd en bedrogen en schreeuwen om wraak. De oorlog die er op volgt, is hevig. Hij verslindt aan beide kanten meer levens en voorraden dan acceptabel is. De machthebbers zien zich genoodzaakt naar radicale middelen te grijpen. De mensen kloppen aan bij de legendarische, maar weerbarstige heer Clam, de wolvendoder. De wolven gaan

Thriller met vaart Milan K. 1: Overleven tot elke prijs (Corentin & Timel) Uitg. Medusa; 48 pl.; kleur; zachte of harde kaft; € 7,95 of € 16,95

Er verschijnen de laatste jaren zo veel nieuwe strips, dat het nauwelijks bij te houden is. En tussen al die stripalbums is het soms lang zoeken naar de enkele krent in de pap, de strip die nét even beter is dan de rest. Zo’n strip is Milan K. en het zou zelfs wel eens een hele grote reeks kunnen worden. Scenarist Sam Timel en tekenaar Rouge Corentin zijn nieuwkomers op stripgebied en ze leveren met het eerste deel van de reeks, Overleven tot elke prijs, in elk geval een prima visitekaartje af. Het is een met veel vaart vertelde thriller die gebaseerd is op actuele gebeurtenissen in Rusland. Khodorov is een enorm rijke Russische

12

een ongemakkelijke alliantie aan met de lynxen en de vossen. Zo woekert de strijd voort en lijkt een oplossing verder weg dan ooit. De enige die een verschil zou kunnen maken, is de prinses die was uitgehuwelijkt. Zij wist aan de dood te ontsnappen door het Maagdenbos in te vluchten. Velen zijn sindsdien op pad gestuurd om haar te halen, maar niemand is ooit levend teruggekeerd. Het Maagdenbos is een betoverend mooi sprookje. De prachtige kostuums, decors en – niet te vergeten – dieren van Béatrice Tillier tillen het verhaal naar een hoger plan. Zelfs de bloederigste scènes zijn een lust voor het oog. Het Maagdenbos is ook rauw en meeslepend, zoals sprookjes horen te zijn. Mens en dier zijn door Jean Dufaux geloofwaardig neergezet, met aan beide kanten zowel goede als kwaadaardige en vooral zeer menselijke personages. Beide auteurs vullen elkaar goed aan. De balans tussen betovering en rauw realisme is goed getroffen. Daarmee komt de lat voor de komende delen in deze trilogie hoog te liggen.  Sigge Stegeman

ondernemer die het slachtoffer wordt van een complot tegen hem waar vermoedelijk de president achter zit. Nadat eerst Khodorov zelf wordt opgepakt en naar de gevangenis gestuurd, wordt een paar jaar later bijna heel zijn gezin vermoord bij een aanval op het vliegtuig waarin ze zich bevinden. Bijna, want dankzij zijn pubergedrag mist Khodorovs zoon Milan het vliegtuig en weet hij aan de aanslag te ontkomen. Vanaf dat moment verdwijnt Milan met zijn lijfwacht in de anonimiteit en hij probeert onder een andere naam in de VS een nieuw bestaan op te bouwen. Milan is de enige erfgenaam van een enorm vermogen, maar op het moment dat zijn vaders tegenstanders er achterkomen dat hij nog leeft, is er geen plek meer op de wereld waar hij nog veilig is. Met dit sterke gegeven bouwen Timel en Corentin een razend spannende pageturner op. Het verhaal heeft vaart en Corentin is een uiterst verdienstelijke tekenaar die werkt in een stijl die doet denken aan Rossi en vooral Boucq. Dat zijn niet de minsten om mee vergeleken te worden. Als zij dit niveau weten vol te houden hebben we hier een strip in handen die zich kan meten met het beste van Van Hamme.  Hans Pols


Laatste Oordeel Niet alles wat Clowes aanraakt, verandert in goud De ideale man (Daniel Clowes) Uitg. Oog&Blik/De Bezige Bij; 80 p.; kleur; harde kaft; € 19,90

In afwachting van de Nederlandse vertaling van de nieuwe Daniel Clowes, De ideale man, lag de Engelse editie (Mister Wonderful) al in grote stapels in menig boekhandel. Begrijpelijk, want zijn albums zijn populair. Daniel Clowes bewees met albums als David Boring en Ghost World over het unieke talent te beschikken om de lezer met minimale middelen en veel suggestie te beklemmen door verhalen te vertellen waarin de minder mooie karaktereigenschappen van zijn personages centraal staan: angst, egoïsme en huichelarij. In De ideale man zijn dat opnieuw de centrale thema’s. Hoofdpersoon is Marshall, een man van middelbare leeftijd die wanhopig op zoek is naar een nieuwe relatie nadat hij in zijn vorige is bedrogen met meerdere vrienden. Tot veel zelfrespect heeft dat niet geleid bij Marshall, een neuzelende zeur die aan het begin van het verhaal in een kroeg zit te wachten op een blind date die een kennis voor hem heeft geregeld. Waneer de dame in kwestie, Nathalie, na lang wachten eindelijk opduikt, blijkt zij een labiele vrouw die de breuk met haar vorige vriend nog niet verwerkt heeft. Dat wordt Marshall echter pas duidelijk wanneer ze samen naar een feestje gaan. De ideale man is helaas een vluchtig tussendoortje van Clowes. Waar hij normaal gesproken jaren nodig heeft voor een nieuw boek, verschijnt deze al twaalf maanden na zijn vorige, Wilson. En dat is aan het boek af te lezen. Het verhaal krijgt nergens de ontregelende lading die we van Clowes gewend zijn, nergens schrijnt

Zoveelste autobiostrip weet toch te boeien Sprakeloos (David Small) Uitg. Lebowski; 336 p.; zwart-wit; pocket; € 19,90

De stortvloed aan autobiografische strips waarin auteurs afrekenen met hun al dan niet zelfbenoemde jeugdtrauma’s begint behoorlijk de keel uit te hangen. Strip is een verhalend medium, maar veel stripmakers hebben blijkbaar weinig interessanters te melden dan hun eigen navelstaarderij. Positieve uitzonderingen zijn er uiteraard wel in het genre en een daarvan is de Amerikaanse zestiger David Small. Zijn boek Stitches uit 2009 werd internationaal lovend ontvangen en terecht is er nu ook een Nederlandse vertaling verschenen onder de titel Sprakeloos. Sprakeloos onderscheidt zich van andere autobiostrips door alles wat er niet in verteld wordt. Small schetst een beeld van zijn jeugd in de benauwende jaren ’40 en ’50 en het gezin waarin hij opgroeide. Een gezin waar de onderhuidse spanningen de sfeer in huis aanhoudend bepalen, zonder dat ze ooit worden uitgesproken. Zonder dat de lezer grip krijgt op wat er precies mis is met de ouders van de jonge David, zijn de ongemakkelijke situaties die hij beschrijft haast fysiek voelbaar. Het is knap dat een auteur dat kan met slechts minimale middelen, door het tonen van het aanhoudende zwijgen en het neurotische slaan met keukenkastjes. Gaandeweg het verhaal geeft Small de nodige hints over wat zijn liefdeloze moeder en zwijgende vader heeft gevormd tot wie ze zijn, maar hij laat vooral veel over aan de verbeeldingskracht van de lezer. De titel Sprakeloos verwijst daarmee niet alleen naar de zwijgende personages en het verlies van het spraakvermogen door de hoofdpersoon,

het op een ongemakkelijke manier. Het is een grappig liefdesverhaal vol pijnlijke situaties die doen glimlachen. Maar om de boel wat meer emotie mee te geven, kon Clowes dit keer niet meer verzinnen dan wat scènes met starende, zwijgende hoofden. Het tekenwerk is vluchtig en anatomisch af en toe ronduit slordig. Daarmee is zijn nieuweling weliswaar goed voor een halfuurtje onderhoudend leesvoer, maar hij laat geen blijvende indruk achter. De ideale man is een vermakelijke relatiekomedie, maar tevens Clowes’ minste werk tot dusver.  Hans van Soest maar evenzeer naar de verteltechniek van Small die ervoor heeft gekozen in zijn verhaal zo veel mogelijk te suggereren. Daardoor komen de ellende in het gezin Small en de waanzin van de grootmoeder waar de jonge David aan bloot staat er niet duimendik bovenop te liggen en krijgt het verhaal meer diepgang. Small doet dat allemaal in een uiterst sobere tekenstijl die bij nadere beschouwing zwieriger is dan hij op het eerste gezicht lijkt. In het verleden won hij al meerdere prijzen voor zijn illustratiewerk en Sprakeloos is een overtuigende proeve van zijn kunnen. Maar bovenal is het een boek waarin de auteur daadwerkelijk een interessant verhaal te vertellen heeft. Zijn jeugdtrauma is niet een zoveelste verhaal over een puber die worstelt met zijn seksualiteit, maar een indrukwekkend relaas van hoe mensen door gebrek aan liefde blijvend worden getekend.  Hans van Soest

13


Laatste Oordeel Ook oud werk Delisle verveelt niet

In al zijn eenvoud is Shenzhen een invoelbaar en daardoor doeltreffend uitgewerkt egodocument.  Jef Nieuwenhuis

Shenzhen (Guy Delisle) Uitg. Oog&Blik/Bezige Bij; 120 pl.; zwart-wit; paperback; € 19,90

Mede door het werk van zijn vrouw voor Artsen zonder Grenzen is de Franse stripmaker Guy Delisle een echte globetrotter. Ook voor zijn eigen werk reist hij regelmatig af naar verre oorden. Op indrukwekkende wijze doet hij daarvan verslag in autobiografische strips. Eerder verschenen in vertaling al Pyongyang en Birma. Vooral de laatstgenoemde strip was in al zijn eenvoud een indrukwekkend egodocument. Nu is bij dezelfde uitgever Shenzhen verschenen, een boek dat hij al maakte voor de twee eerder genoemde titels. Shenzhen is een van de rest van het land gescheiden Chinese stad in de buurt van Hong Kong en Kanton. De isolatie houdt verband met de aanwezigheid van Westerse bedrijven die hier gebruik maken van goedkope Chinese arbeid. Delisle is er om voor een Frans animatiebedrijf de plaatselijke productie weer vlot te trekken. Zonder zijn gezin voelt Delisle zich behoorlijk eenzaam. Niemand spreekt Frans en een enkeling uit zich in nauwelijks verstaanbaar Engels. Regelmatig verbeeldt de tekenaar hoe hij machteloos is overgeleverd aan de beperkte vaardigheden van zijn tolk. In fraaie miniatuurtjes beschrijft Delisle zijn ervaringen die gekleurd zijn door een mengeling van geïntrigeerde verbazing en deprimerende eenzaamheid. Gelukkig blijft hij open genoeg voor zijn omgeving om fraaie observaties te kunnen doen. Shenzhen is een aaneenschakeling van typerende anekdotes over het leven van een Westerling achter de bamboeschutting. De tekenstijl van Delisle is anders dan die in zijn twee latere, maar eerder vertaalde boeken. In Pyongyang en Birma waren de tekeningen sober en plat. In de tijd dat hij Shenzhen maakte, was hij vooral druk met arceren en vullen van zijn platen. Daardoor oogt alles voller en benauwder als verbeelding van de eenzaamheid die aanhoudend op de maker drukte.

De naïeve stripkunst van Linthout Wat wij moeten weten 1: Solden in Griekenland (Willy Linthout) Uitg. Oog&Blik/De Bezige Bij; 120 pl.; zwart-wit; slappe kaft; € 11,95

Willy Linthout is bepaald een fenomeen. Zijn bekendheid dankt hij vooral aan

14

het tekenwerk voor de Urbanus-stripverhalen. Zijn elementair Vlaams handschrift sluit uitstekend aan bij de schijn-boerse humor van Urbanus en de albums zijn een succes. Het gebruik van dat zelfde handschrift voor het autobiografische Jaren van de olifant is in het Nederlandstalige striplandschap een sensatie. De eenvoudige tekeningen maken het zware onderwerp van die strip opvallend toegankelijk zonder de ernst weg te nemen. Doordat hij zijn potloodtekeningen niet uitwerkt of inkt, krijgen ze bovendien een onvermoede diepgang. Met het gebruik van dezelfde tekenstijl voor het eveneens niet misselijke Solden in Griekenland gaat Willy Linthout voort op de ingeslagen weg. Waar hij in Jaren van de olifant de zelfmoord van zijn zoon verwerkte, daar baseert hij deze nieuwe reeks (die uit vier delen moet gaan bestaan) op zijn jeugdherinneringen. De titel Wat wij moeten weten verwijst naar een huishoudboek van Linthouts moeder waarin zij alles opschreef wat je zou moeten weten: van recepten tot tips tegen aambeien. Met gebruik van dezelfde volks-lichtvoetige tekenstijl als in zijn andere werk vertelt Linthout ditmaal over de belevenissen van de werkloze Valère (deels gebaseerd op een broer van Linthout) die nog steeds bij zijn moeder woont. In het eerste deel dat nu is verschenen, begint de moeder van Valère gezondheidsklachten te krijgen. Haar inwonende zoon heeft daar weinig oog voor en is drukker met het bewaken van zijn eigen privacy. Een daarvoor ontwikkeld mechanisme zal later de indirecte oorzaak zijn van de eerste hartaanval van de moeder. In al zijn eenvoud getekend is deze scène typerend voor de achteloze wijze waarop Linthout zware onderwerpen hanteerbaar maakt zonder het gewicht te ontkennen. De naïeve tekenstijl van Linthout blijkt een perfect vehikel voor het grote drama. Solden in Griekenland is naïeve stripkunst in de beste zin van het woord.  Jef Nieuwenhuis


Laatste Oordeel Te veel van het goede De sluipschutter (Tardi & Manchette) Uitg. Oog&Blik/Bezige Bij; 95 pl.; zwart-wit; paperback; € 17,90

Het is niet de eerste keer dat Tardi een policier van Jean-Patrick Manchette (1942-1995) bewerkt. Met Griffu gooide de stripmaker eind jaren ’70 van de vorige eeuw al hoge ogen en enkele jaren geleden kreeg Tardi veel lof voor Kleine west coast blues. Ditmaal heeft de stripmaker zich aan de bewerking gewaagd van De sluipschutter. Het verhaal beschrijft de uiteindelijke teloorgang van de simpele, boerse Charles Terrier. Hij is in het afslachten van talloze medemensen uiterst vaardig, maar mist de slimheid om zich aan de machinaties van zijn opdrachtgevers te ontworstelen. Zijn pogingen om aan het milieu te ontsnappen zijn tot mislukken gedoemd. Uiteindelijk zal hij zijn leven slijten als dezelfde dronken idioot die zijn vader ook was. Gebruikt en daarna afgedankt. Tot dat moment is er een hoop slagerswerk verricht en veel gekonkeld. Bij het verstrippen

Mislukte boekversie van een muzikale animatiefilm Chico & Rita (Mariscal en Trueba) Uitg. Oog&Blik/ De Bezige Bij;212 pl.; kleur; harde kaft; € 24,90

Chico & Rita is een animatiefilm die enthousiast werd onthaald op het filmfestival van Cannes vorig jaar en die de Grand Prix 2010 won op het Holland Animation Film Festival. Maar bewegende beelden met begeleidend geluid en muziek is iets heel anders dan een stripboek waarvan je de bladzijden omslaat en waarin de muziek wordt weergegeven door onomatopeeën (‘plin plin’, ‘tum! tum!’) en rondzwevende notenbalken. Die dimensie ben je als tekenaar al kwijt en dat is bij dit verhaal meteen een heel belangrijke. Chico & Rita vertelt namelijk het verhaal over twee jonge muzikanten aan de vooravond van de Cubaanse Revolutie. Chico is een pianist en Rita een zangeres. Ze worden verliefd op elkaar en hij schrijft een lied voor haar waarmee ze enorm veel succes hebben. Mijn smaak op je lippen zorgt ervoor dat Rita carrière maakt in de VS, nadat ze ontdekt dat Chico is vreemdgegaan. Natuurlijk reist hij haar achterna, maar zal het allemaal nog goed komen? Het verhaal van Chico & Rita wordt verteld vanuit het kader van een oude man in het hedendaagse Cuba, die terugdenkt aan zijn mislukte leven. Vanaf de eerste flashback is het een opeenvolging van ‘en toen en toen’, waardoor je als lezer steeds verder afraakt van de personages. Ze maken van alles mee en rennen van hot naar her, maar door de vele clichés in het verhaal is het moeilijk om je in te leven in deze twee jonge mensen op zoek naar liefde en roem. Het stijlvol ingekleurde klarelijn-tekenwerk van Mariscal is oogstrelend, maar dat kan dit boek ook niet redden. Zonder stuwende verhaallijn of interessante personages glijdt dit na de eerste

van Manchette’s roman is Tardi veel te eerbiedig met het materiaal omgesprongen. Om recht te doen aan wat de schrijver allemaal te vertellen heeft, is de stripmaker zuinig geweest op het basismateriaal en heeft verzuimd stevig te snoeien. Daardoor zijn de platen overvol en barsten regelmatig uit de voegen. De scènes verdringen zich op de bladspiegel en delven op hun beurt weer het onderspit ten gunste van de tekstballonnen. Je zou bijna niet in de gaten hebben dat het tekenwerk van Tardi nog steeds puik is en uitstekend bij de morsige wereld van Manchette past. Maar in deze overdaad begin je het halverwege wel een beetje te geloven. De sluipschutter van Tardi en Manchette is een goed glas bier met een veel te grote schuimkraag. Zelfs het striphandwerk van Tardi heeft zijn grenzen en die worden in De sluipschutter behoorlijk overschreden.  Jef Nieuwenhuis

bewonderende blikken langs je heen. Dit stripboek mist bovendien duidelijk de muziek die wel bij de animatie zat. Bij 50 procent van de gebeurtenissen zou je die namelijk moeten horen, maar nu zie je het alleen. Misschien had een bijgevoegde CD nog wat kunnen redden, maar die loopt dan natuurlijk weer niet synchroon met de beelden. Eigenlijk hadden ze na de animatiefilm beter met een nieuw project aan de slag kunnen gaan, in plaats van de film uit te melken tot een statisch plaatjesboek.  Gerard Zeegers

15


Laatste Oordeel ‘Het is ingewikkelder dan je denkt’ Israël in 60 dagen (Sarah Glidden) Uitg. Oog & Blik/ De Bezige Bij; 206 p.; kleur; harde kaft; € 24,90.

Birthright Israel is een organisatie die joodse jongeren buiten Israël een gratis reis naar en door het beloofde land aanbiedt. Tijdens de rondrit van tien dagen, wordt de jongeren de geschiedenis van het joodse volk en het land Israël uit de doeken gedaan. Birthright doet dit om meer begrip en sympathie voor Israël te kweken. En om de joodse identiteit en de onderlinge verbondenheid te versterken bij joodse jongeren uit de hele wereld. De Amerikaanse Sarah Glidden besluit op haar zesentwintigste (in 2007) gebruik te maken van dit aanbod. Ze identificeert zich niet zozeer met het joodse volk als wel met een links, progressief gedachtegoed, waarin Israël de agressor is en de Palestijnen slachtoffers. Ze wil Israël bezoeken om haar mening eens aan de werkelijkheid te toetsen. Zijzelf, maar ook haar vriend en zijn familie, zijn beducht op een hersenspoeling door Birthright. Voor ze vertrekt, bereidt ze zich daarom grondig voor door een aantal (kritische) boeken te lezen. Al aan het begin van de reis blijkt dat haar vrees niet onterecht was. Gezien de doelstellingen van Birthright is dat ook niet verrassend. Maar de Israëlpromotie is subtieler en milder dan Glidden had verwacht. En juist dat blijkt effect te sorteren. De reisgidsen zijn mensen zoals iedereen. Ze hebben een eigen mening en zijn het lang niet met alle maatregelen eens. Bovendien zijn het allemaal immigranten met ieder een zeer persoonlijke motivatie om in Israël te willen wonen. Glidden, die vooral aan het begin van het verhaal de gevangene is van haar eigen hokjesgeest, blijkt hierdoor makkelijk van haar stuk te brengen. Vooral

Politiek incorrecte verteller maakt stripbio boeiend Castro (Reinhard Kleist) Uitg. Silvester; 282 pl.; zwart-wit; harde kaft; € 19,90

Een kunstenaar die aan de slag gaat met biografisch materiaal loopt het risico dat hij te veel van de informatie die hij heeft verzameld wil delen met zijn lezers. Daardoor wordt het eindresultaat vaak een saaie opsomming van feiten en gebeurtenissen. Een recent voorbeeld van een stripverhaal dat daardoor mislukte, is de biografie van Malcolm X door Randy DuBurke (uitg. Xtra). Dat is jammer, want een boeiende persoonlijkheid verdient een boeiende biografie. Reinhard Kleist heeft uitstekend begrepen hoe hij die val moet omzeilen. Hoewel uit alles blijkt dat hij zich goed heeft gedocumenteerd, leest het boek dat hij heeft gemaakt over Fidel Castro als een trein. In de eerste plaats neemt Kleist ruim de tijd om zijn verhaal te vertellen. Zijn uitgever heeft hem blijkbaar geen beperkingen opgelegd ten aanzien van het aantal pagina’s en van die vrijheid maakt Kleist dankbaar gebruik. In de tweede plaats heeft hij de slimme keuze gemaakt om een fictief personage te introduceren, de Duitse fotograaf Karl Mertens, door wiens ogen het levensverhaal van Castro wordt verteld. En Mertens is meer dan alleen de verteller van Fidels levensverhaal: zijn eigen

Agenda Evenementen In Oostende wordt op 11 juni in kasteel Zandvoorde een stripfestival gehouden. Aan de Kasteelstraat 22 kun je terecht voor een tweedehandsbeurs en signeersessies. De toegang is gratis, zie: www.zandvoordestript.be Kalmthout staat op zondag 19 juni in 16

als mensen niet aan haar vooroordelen blijken te voldoen. Elk betoog dat met overtuiging wordt gebracht en afwegingen voor en tegen bevat, brengt haar aan het twijfelen. Daarbij vergeet ze maar al te makkelijk na te gaan of de argumenten inhoudelijk en feitelijk wel kloppen. Glidden mag zichzelf dan zien als een kritische denker, voor de lezer valt ze hierdoor al snel door de mand als wat naïef en oppervlakkig. Gelukkig herstelt ze zich enigszins naarmate de reis vordert. Soms prikt ze met haar vers opgedane boekenkennis door de verhalen heen. En op momenten waarop Glidden zich afvraagt in hoeverre ze een band voelt met het land en haar inwoners, blijft ze vaak opvallend nuchter. Dat maakt dit reisverslag informatiever en beter in balans dan

je bij aanvang zou vrezen. Samen met de vlotte manier van vertellen, de vele humoristische momenten en de losse, maar sprekende tekenstijl, maakt dat van Israël in 60 dagen alsnog een aangenaam boek. Vergeleken met bijvoorbeeld het werk van Joe Sacco (Onder Palestijnen), is het natuurlijk lichte kost. Maar daar staat tegenover dat het een kant belicht die Sacco nagenoeg niet laat zien: namelijk de joodse.  Sigge Stegeman belevenissen is minstens zo interessant als dat van Castro. Als jonge fotograaf en journalist wordt Mertens aangestoken door het vuur van de revolutie dat op dat moment woedt in Cuba. Daarmee staat Mertens model voor een groep Amerikaanse en Europese intellectuelen die ook daadwerkelijk naar Cuba gingen om er mee te strijden. Mertens interviewt Fidel Castro, hij reist mee met de rebellen, wordt er verliefd op een vrouw en blijft in Cuba wonen. Je kunt moeilijk anders dan bewondering hebben voor de manier waarop de jonge, intelligente en gedreven advocaat Castro leiding geeft aan de opstand tegen het door de maffia gecontroleerde regime van de dictator Batista. Castro’s grote verdienste is dat hij Cuba en de Cubanen voor het eerst een eigen identiteit en eigenwaarde gaf na jaren van knechting. Het is triest dat deze charismatische idealist en leider zich , nadat hij aan de macht komt, ontwikkelt tot een tiran die zijn volk onderdrukt. Die verandering beschrijft Kleist ook door de ogen van Mertens, een man die zich van de onafhankelijke journalist die hij was ontwikkelt tot een Castroaanhanger die blind is voor diens misdaden. Zijn blindheid wordt fraai geïllustreerd op de pagina’s 221 en 222 waarop Juan, een vriend van Mertens, wordt opgepakt en naar een werkkamp gestuurd vanwege zijn homoseksualiteit. Voor Juan, die meende dat hij in het socialistische Cuba een betere positie zou hebben, betekent dit het verlies van zijn socialistische idealen. Mertens blijft die echter trouw. Zijn politiek incorrecte houding geeft aan dit boek een interessante dimensie die in veel vergelijkbare uitgaven ontbreekt.  Hans Pols

het teken van de jaarlijkse Suske en Wiskestripdag. Verzamelaars vinden alles wat ze willen weten op: www.vvvkalmthout.be Op zondag 3 juli wordt in Dordrecht de jaarlijkse Dordtse Boekenmarkt gehouden. Aan Het Hof in het centrum van de stad is ook een aparte stripbeurs, mede georganiseerd door stripwinkel Sjors. Gratis entree, voor alle informatie kun je te zijner tijd terecht op: www.stripwinkel-sjors.nl

Exposities In het Brusselse stripmuseum aan de Zandstraat is nog tot 19 juni een expo te zien over Kim Duchateaus femme fatale Ester Verkest, onder de titel Roodheidswaanzin. Ook loopt nog tot 2 oktober Het Publiartavontuur, naar het gelijknamige Belgische reclame-stripbureau uit de jaren ’50. Zie: www. stripmuseum.be.


Laatste Oordeel Zeker Lezen Man zonder armen en benen redt de wereld Alef-Thau 1 en 3 (Jodorowsky, Arno, Nizzoli) Uitg. Sherpa; 208 en 112 pl; kleur; harde kaft; € 29,50 en € 19,50

Uitgever Mat Schifferstein kan niet genoeg geprezen worden voor de volstrekt eigenwijze manier waarop hij boeken uitgeeft waarvan hij vindt dat ze gelezen moeten worden. Dat kan een dromerige stripnovelle van Baudoin zijn, maar ook een luxe uitgegeven koffietafelboek waarin Conan de Barbaar flink wat vijanden over de kling jaagt. Die combinatie klinkt vreemd, maar zijn uitgeverij Sherpa is altijd al een heterogeen fonds geweest voor en door liefhebbers. Daarom is het ook geloofwaardig dat ze nu komen met de heruitgave van de sf-pulpstrip Alef-Thau. Wie goed zoekt op beurzen of marktplaats, vindt misschien nog de oude uitgaven van Oberon en Big Balloon, maar zal dan teleurgesteld ontdekken dat een paar delen van de serie niet zijn vertaald. Dat komt omdat de Franse tekenaar Arno (Arnaud Dombre) op jonge leeftijd overleed voordat de serie tot een einde was gekomen. Snel nam Covial het een deeltje over, waarna Jodorowsky de serie voorzette met Marco Nizzoli. Sherpa brengt nu twee bundels Alef-Thau. De eerste bevat de eerste vier verhalen Het rompkind, De eenarmige prins, Koning Eenoog en De heer der illusies. De derde bundel bestaat uit de laatste twee verhalen die zijn getekend door Nizzoli namelijk Wedergeboorte en Tussen twee werelden. Het tussenliggende gedeelte zal later in deel 2 worden gebundeld. Voor lezers die nog nooit gehoord hebben van Alef-Thau is met name de eerste bundel interessant. Daarin maken we kennis met het ‘rompkind’ Alef-Thau. Op een planeet vol vreemde wezens, maar

ook mensen, worden de ouders van Alef-Thau vlak voor hij wordt geboren, ontvoerd door een groep monsters. Zij brengen de ouders naar een ruimteschip, waar ‘levenssap’ aan hen wordt onttrokken, waardoor ze opeens tientallen jaren ouder zijn. De gevolgen voor de ongeboren vrucht zijn dat die geen armen en benen heeft. Vlak

na de geboorte weet het huisdier Mirra de baby in veiligheid te brengen als de ouders worden vermoord door weer andere monsters. Alef-Thau groeit op bij bosfeeën, ‘loereloes’ en een tovenaar genaamd Hogl. Na een relatief veilige jeugd moet Alef-Thau dan zonder ledematen op avontuur en dat gaat hem wonderwel goed af. Met hulp van anderen, zijn vermogen om met zijn etherische lichaam uit te treden en een hoop mazzel, voert Alef-Thau een paar ogenschijnlijk onmogelijke missies uit. Soms krijgt hij als beloning een paar ledematen terug. Een andere keer levert hij een oog in bij De boom der wijsheid, die hem dan een houten been geeft. Rode draad van het verhaal is de haat-liefde verhouding die Alef-Thau heeft met Diamanta. Zij wordt in het ruimteschip vastgehouden, omdat zij speciale krachten bezit. Alef-Thau en Diamanta worden verliefd, voeren daarna oorlog met elkaar om dan toch weer toenadering te zoeken. Dat er ondertussen hele volkeren worden uitgemoord, nemen ze maar op de koop toe; scenarist Jodorowsky heeft namelijk een goede truc bedacht om aan het einde alle slachtpartijen te relativeren… Jodorowsky is met Alef-Thau lekker op dreef. De rijke wereld waarin alles zich afspeelt, zit vol met originele vondsten, rare wezens en interessante plotwendingen. Hij heeft het zichzelf niet makkelijk gemaakt met een held zonder armen en benen, maar toch redt hij zich eruit zonder echt ongeloofwaardig te worden. Qua verhaal en wereld behoren de eerste zes delen van Alef-Thau (deel vijf en zes De kreupele keizer en De man zonder werkelijkheid) samen met de eerste delen van de Incal (zie ZozoLala 175) tot het sterkste werk van Jodorowsky. Misschien was het een idee geweest om alleen die eerste zes delen uit te geven in een bundel. Dan heb je namelijk de beste verhalen bij elkaar en het sublieme tekenwerk van de talentvolle Arno bijna volledig gebundeld. Arno was een tijd lang assistent van Jean Giraud en dat zie je goed aan het tekenwerk af. Achtergronden en personages lijken soms verdacht veel op die in de Incal of Blueberry, maar dat is in dit geval op te vatten als een aanbeveling. Ook de inkleuring met soms bizarre combinaties (een rood gezicht met paarse schaduw) roepen herinneringen op aan Moebius, maar ook aan Richard Corbens Den. Gaandeweg de serie verandert Arno’s stijl en wordt die iets rommeliger. Het lijkt ook alsof voor Jodorowsky de koek eigenlijk op was en hij nog wat kruimels bij elkaar veegde. De latere verhalen zijn herhalingen van zetten, waarin het spel tussen werkelijkheid en fictie op de voorgrond treedt. Dat weet Jodorowsky pas in de laatste twee delen die door Nizzoli zijn getekend weer een beetje in goede banen te leiden. Daarin lezen we dat de tekenaar van de serie in onze wereld een ongeluk krijgt en in coma belandt. Tijdens zijn comateuze toestand keert hij terug naar de fantasiewereld van Alef-Thau en verbindt zo de fantasiewereld met onze werkelijkheid. Alef-Thau is een van de meest originele striphelden die er ooit zijn geweest en zijn avonturen zijn bizar, spannend en amusant. Daarom is het toe te juichen dat Sherpa die verhalen heeft afgestoft en in een mooi nieuw jasje heeft gestoken.  Gerard Zeegers

17


Stripvoorspelling Dit overzicht van te verschijnen strips is gebaseerd op door de uitgevers aangeleverde informatie. Ondanks de zorgvuldigheid waarmee het wordt samengesteld, komt het regelmatig voor dat de boeken in werkelijkheid pas later verschijnen. Houd voor de meest actuele informatie de webstekken van de uitgeverijen in de gaten. Achter elk album staan de prijs (in euro’s) en de uitvoering (slappe kaft/harde kaft) vermeld. Het cursieve commentaar is van de ZozoLalaredactie. Aanvullingen zijn van harte welkom op stripvoorspelling@zozolala.com.

Te verschijnen in juni. en juli. 2011 Atlas — www.uitgeverijatlas.nl Gaza 1956. In de marge van de geschiedenis (Sacco) 29,95; pbk.; juni. Wellicht Joe

Sacco’s meest doorwrochte en indrukwekkende stripdocumentaire, waarbij hij gericht onderzoek doet naar één specifieke en schokkende gebeurtenis in Gaza, die door de autoriteiten altijd onder het tapijt geveegd is.

Ballon — www.ballonmedia.be Game over 5: Walking blork (Midam/Adam) 5,95; sk.; juni. Terugkeer op de Nederlandse

markt van een geestige, tekstloze jeugdstrip waarin computergames centraal staan.

Bries — www.bries.be 30.000 Years of Bad Luck (Schrauwen) 3,50; sk.; juli. Tekstloze strip van de maker van De

man die zijn baard liet groeien.

Binnenskamers (Enthoven) Bries; 24,50; sk; juni. Ambitieus boekdebuut van Tim

Enthoven. Zie Binnenskamers.com.

Casterman — www.casterman.com Dagboek van mijn vader (Taniguchi) juni. E en man keert na de dood van zijn vader terug

naar de plaats waar hij zijn jeugd doorbracht en wordt er geconfronteerd met de spoken uit zijn verleden. Een van Taniguchi’s mooiste verhalen, uit zijn toch al niet onverdienstelijke oeuvre.

De gids van de duistere steden (Schuiten/ Peeters) juni. Volledige en geactualiseerde

herdruk van deze reisgids voor het universum van Schuiten en Peeters. Het was dertien jaar geleden ook wel tamelijk misdadig van Casterman om de Nederlandstalige lezer af te schepen met een zeer selectief vertaald armetierig gidsje.

H.M.S. 6: Het bloed van Caroline

18

(Roussel/Seiter) 6,50; sk.; juni. De killer 9: Oneerlijke concurrentie (Jacamon/Matz) juni. Meisjes (Vivès) juni. Het wonderkind van de

Franse strip doet verslag van het (liefdes)leven van twee negentienjarige meisjes zoals alleen hij dat kan. Zie het omslagverhaal in deze ZozoLala.

Quick en Flupke integraal 1 (Hergé) juni. erdruk van de eerste zes oorspronkelijke H

albums uit 1949-1954.

De republiek 3: Echelon (Frisco/Legall) 6,50; sk.; juni.

Daedalus — www.uitgeverijdaedalus.be Drie Christussen (Bajram) juni. Historische

strip over de vermeende lijkwade van Christus, waarin drie mogelijke scenario’s worden voorgeschoteld. Van de maker van Universal War One. Mattéo 2 (Gibrat) hk.; juni. En nu maar hopen dat dit deel beter vertaald is dan het eerste!

Allan Quatermain en de mijnen van koning Salomon 1: Het wilde avontuur (Dobb’s/Dim D.) juni. Naar de klas-

sieke romans van Henry Rider Haggard (1856-1925).

De verschrikkelijke paus 2: Julius II (Theo/ Jodorowsky) Voortzetting van deze amusante

en niettemin op historische feiten gebaseerde reeks over de immorele, homoseksuele paus Della Rovere.

Dargaud — www.dargaud.com De donkere kamer (Bonin) 24,95; hk,; juni. an de Nederlandse uitgave van dit tweeluik V

verschijnt meteen de integrale versie (zie ook Lena hieronder). Fin de siècle-thriller met kenmerkende sfeervolle beelden van de tekenaar van Fog.

Dubbelmasker 5: De hanen (Jamar/Dufaux) 6,50; sk.; juni. Voorlaatste deel van deze histo-

rische detective die zich afspeelt ten tijde van Napoleon.

Geo 1: Wolkenhaak (Marko/Beka) 6,50; sk.; juni. In samenwerking met het tijdschrift Geo

(zeg maar de Franse Kijk) start Dargaud een conceptreeks op, die de lezers laat kennismaken met verre en onbekende culturen. Lena (Juillard/Christin) 24,95; hk.; juni. Twee grote namen van de Franse strip werken voor het eerst samen. Lena is een eigentijds politiek tweeluik in de lijn van Christins vroegere werk met onder meer Bilal, Tardi en Goetzinger. Een jonge vrouw reist vanuit Oost-Berlijn door een veranderende wereld met op de

achtergrond de dreiging van internationaal terrorisme.

De Onnoembaren integraal: De Nul-cyclus (Conrad/Yann) 25,00; hk.; juni. Bevat de laat-

ste twee nog niet gebundelde verhalen, die eigenlijk de eerste twee waren: Nummer 0-0-0 en Shukumei.

W.E.S.T. 6: Seth (Rossi/Dorison/Nury) 8,95; sk.; juni.

Dark Dragon Books — www.darkdragonbooks.com Conan 1: De dochter van de ijsreus ; 7,95; sk.; juni. Sláine 4: Tara (Langley/Mills) 17,95; hk.; juni. Verloren paradijs 4: Aarde (Xavier/Ange) 17,95; hk.; juni. World of Warcraft 1: Vreemdeling in een vreemde wereld (Lullabi/Lee/Hope/ Simonson) 7,95; hk.; juni. Deze Amerikaanse

comic, naar het populaire computerspel World of Warcraft, wordt getekend door de Fransman Ludo Lullabi, die wij kennen van Lanfeust Quest en Kookkaburra: Ludolullabi. blogspot.com.

Dupuis — www.dupuis.com Alter ego 1: Camille (Reynes/Beneteau/ Renders/Lapière) 6,50; sk.; juni. Eerste deel

in een zesdelige conceptreeks met zes op zich staande verhalen, die samen een geheel vormen. We zijn benieuwd!

Aria 33: Ontsnapt aan de herinnering ( Weyland) 6,50; sk.; juni. Ralph Azam 1: Lieg je tegen de mensen van wie je houdt? (Trondheim) 6,50; sk.; juni. Terwijl Donjon nog lang niet is afge-

rond, presenteert Trondheim onverwacht het eerste deel van een nieuwe humoristische fantasyreeks.

Glénat — www.glenat.com Bankgeheimen USA 2: Norman brothers (Hé/Richelle) 6,50 ; sk. ; juni. Berserk 15 (Miura) 7,50 ; pbk. ; juni. Black cat 9 (Yakubi) 7,50 ; pbk. ; juni. Gals 10 (Fujii) 7,50 ; pbk. ; juni. De Katamarom 41: Laureaat K22 (Walt/Gos) 6,50 ; sk. ; juni. Levenslijnen 10: De muur (Goethals/ Germaine/Giroud) 14,50 ; hk. ; juni. Levenslijnen 11: De voorouder (Béhé/Matz/ Giroud) 14,50 ; hk. ; juni. One piece 14 (Oda) 7,50 ; pbk. ; juni. Rurouni Kenshin 9 (Watsuki) 7,50 ; pbk. ; juni.


Stripvoorspelling

Kana — www.mangakana.com/nl Liar game 2 (Kaitani) 8,50; pbk. ; juni. Nana (Yazawa) 6,95; pbk.; juni. Naruto 28 (Kishimoto) 6,95; pbk.; juni.

met mooi tekenwerk van de in het Nederlands debuterende Raphaël Beuchot. Ademt de sfeer van Aya uit Yopougon.

Het kleine boek van de Beatles ( Bourhis) 24,90; sk.; juni. De kunst van Hergé 1950 - 1983 (Goddin) 32,90; hk.; jul. Heinz van H tot Z 3: I (Windig/De Jong) 19,90; hk.; apr. Ogregod 1: De schipbreukelingen (Janjetov/Jodorowsky) 17,90; hk.; juni. Showman killer 1: een held zonder hart (Fructus/Jodorowsky) 17,90; hk.; juni.

L — www.uitgeverijl.nl

Marsu productions

Cixi van Troy 2: Het geheim van Cixi ( Vatine/Arleston) 8,90/16,90; sk./hk.; juni. Slhoka 3: De witte wereld (Floch/ Godderidge) 17,95; hk.; juni.

Guust: Flaters liefde (Franquin) 6,50; sk.; juni. ema-album waarin oude gags zijn verzaTh

Lombard — www.lelombard.com

Medusa

Silvester — www.silvesterstrips.nl

Dommeltje 1: Woesj (Rodrigue/Aucaigne) 5,95; sk.; juni. Blijkbaar is Dommel nog niet

vergeten en ziet de uitgever wel brood in een kinder(achtige?) spin off.

Feul 1: Valnes (Gaudin/Peynet) De keuken van de duivel 1: Het reuzenmaal (Damien/Karl T.) Lijst 66 2: Missouri (Eric Stalner) De Samaritaan 1: Gij zult niet doden (Le Berre/Rouge)

Amulet 2 (Kibuishi) 19,95; hk.; juni. Geestenburg (TenNapel) juli. Doug

lijke en grappige fantasyreeks. De eerste platen zien er in ieder geval veelbelovend uit.

Oog & Blik — www.oogenblik.nl

Malafide 1: Het bal (Minguez/Pona) 6,50; sk.; juni. De uitgever belooft een nieuwe avontuurDe verhalenverteller (Beuchot/Zidrou) 19,50; hk.; juni. Scenarist Zidrou verrast opnieuw na

het mooie Lydie. Ditmaal schreef hij een lang verhaal over een Afrikaanse verhalenverteller,

Niet aangekondigd toch verschenen 50/50 (Baeken) Xtra; 29,90; sk. Vrij werk van

de maker van The No Stories.

Achtste continent 1: Edgar Allan Poe: De laatste nachtmerrie (Vila/Collignon) 12Bis; 16,95; hk. Atlantis experiment 3 (Millan/Mosdi) Saga; 19,99; hk. Daredevil wedergeboorte (Mazzucchelli/ Miller) Nona Arte; 19,90; sk. Dirkjan BBQ & zo. Eerste hulp bij barbecuën (Retera) ImageBooks; 12,95; hk. Culinaire hoogstandjes met Dirkjan aan de

barbecue.

Flandria Catholica 1946-1952 (Ytinel) 30,00. pgroeien in naoorlogs Gent. O Flikkerzicht 8: Le poof magnifique (Bouden) Tombouden.be; 9,95; sk. Flo 5: De dagelijkse dingen (De Goede) Catullus; 9,95; sk. Haas 1 (De Heij/Van Bavel) Don Lawrence Collection; sk. De auteurs dachten aanvanke-

lijk dat een klein formaat en een harde kaft voldoende was om van een avonturenstrip een graphic novel te maken. Deze uitgave in slappe kaft is wat eerlijker.

meld over de liefde in het algemeen en Guusts liefde voor juffrouw Jannie in het bijzonder.

TenNapel is bij sommigen misschien bekend van Catscratch, Earthworm Jim, of The Neverhood. Hij maakt al jaren erg grappige strips, vol insecten, robots en helden tegen wil en dank. Ook Tommysaurus Rex staat in de planning en hopelijk volgt er daarna meer: Tennapel.com.

Blast 2: Openbaringen van Jacky (Larcenet) 24,90; hk.; juni. Boerke in Hollywood (De Poortere) 19,90; hk.; juni.

Hemel in puin 1: Horride (Dauger/Pinard) 16,95; hk.; juni. Start van een vijfdelige pilo-

Israël in 60 dagen (Glidden) Oog & Blik/De Bezige Bij; 24,90; hk. Glidden gaat als radi-

Op het spoor van Pom (Diversen) ’t Mannekesblad; 9,95; sk. Eerbetoon aan de

cale, linkse twintiger naar Israël en ontdekt dat de werkelijkheid ingewikkelder is dan ze dacht. Interessant om naast Gaza 56 van Joe Sacco te lezen.

Jan, Jans en de kinderen 46: 40 jaar (Studio Jan Kruis) 4,95; sk. Jan, Jans en de kinderen in Suriname (Kruis) Studio Jan Kruis; 9,95. Herdruk met

daarin ook het verhaal In Mozambique. Beide verhalen zijn gemaakt voor de leprastichting.

Kick Ass 1 (Millar/Romita Jr.) Nona Arte; 19,90; sk. Voor alle duidelijkheid: deze meesterlijke

strip van Mark Millar en John Romita Jr. was er vóór de film en bevat bovendien een geweldige plottwist die de film ontbeert.

Kreukel: De toestand van Kneukel (Cooper) Xtra; 14,90; sk. Underground van de

maker van Loeder: Davegraphics.com.

Kroniek der barbaren 3: De odyssee van de Vikingen (Mitton) Saga; 19,99; hk. Layla & Mimi (Paepe) ’t Mannekesblad; 9,95. New Avengers 1: Uitbraak (Bendis/Finch) Nona Arte; 16,50; sk. Oekaze 1 t/m 4 (Espinosa/Stoffel/Brahy) Saga; 7,99; sk.

tenserie in klare lijn.

schepper van Piet Pienter en Bert Bibber.

Over Hans G. Kresse. Herinneringen aan een meester (De Goede) Panda; 18,90. Pulpman 9 (Diversen) Xtra; sk. Schpledder in het begin (Wouter/Jan) Bonte; 10,00; sk. Sigmund: Breekbaar als porselein (De Wit) MatchBoox.com; 4,95. Sigmund op

luciferdoosjesformaat.

Sky (Peeten) 15,00. Nieuw werk van de

Vlaamse maker van Het ontwaken en Ex capite.

Solden in Griekenland (Linthout) Oog & Blik/De Bezige Bij; 11,95. De sponzenkoopman (Baudoin/Vargas) Sherpa. Nieuw werk van het duo dat eerder De vier stromen maakte. Storm 26: De muiters van Anker (De Vos/Molenaar) Don Lawrence Collection; 7,95/16,95; sk./hk. Esther Verkest 9: Roodheidswaanzin (Kim) Oogachtend; 19,00. Ype en Willem 2: Twee onder één kap ( Ype/Willem) Catullus; 9,95; sk. Samenwonen

voor beginners: Ype-en-willem.nl. 19


Stripvoorspelling

De orde van de drakenridders 8: Het koor van de duisternis (Meddour/Ange) 16,95; hk.; juni. Prins Valiant 10: Jaargangen 1955-1956 (Foster) 59,00; hk.; juni. Snoopy Peanuts compleet 2: 1953-1954 (Schulz) 29,95; hk.; juni. Uur U 3: Rode september (Cavez/Duval/ Pécau) 16,95; hk.; juni. Ditmaal speelt het ver-

haal zich af rond de Eerste Wereldoorlog.

Standaard Jump 13: Boek 13! (Cambré) 5,25; sk.; juni. Kiekeboe 128: Nood in Macadamia (Merho) 5,25; sk.; juni. De rode ridder 230: Het koekoeksjong (Claus/Lodewijk) 5,25; sk.; juni. Suske en Wiske 313: De kwakende Queen (Morjeau/Gucht) 5,25; sk.; juni.

Uno Mundo wereldstrips

Dickens-hommage.

Derib sous l’œil de Jijé et Franquin ; Mosquito; 15,00; sk. Monografie gewijd aan

de schepper van Buddy Longway, Red Road en Yakari.

Far Away (Gamberini/Charles/Charles) Glénat; 25,00. ‘Magasin général 100 jaar later’: road

movie over de ervaringen van een trucker op het Canadese platteland. Scenario van de makers van India dreams.

Herioc (Tillieux) D. Maghen; 59,00. ‘ Beeldbiografie’ gewijd aan de schepper van

Guus Slim (1921-1978).

Le Major (Moebius/Diversen) Moebius. fr; 50,00; hk. Schetsen en korte strips over

Majoor Fataal, inclusief gastoptredens van o.a. Lorenzo Mattotti, François Avril, André Juillard en William Vance.

Mojo (Van Linthout/Rodolphe) Vents d’Ouest; 20,00; hk. De makers van het gesmaakte

Conquistador slaan nogmaals de handen ineen voor een nieuwe bluesstrip.

In het buitenland verschijnen stapels prachtige strips die ons taalgebied nauwelijks bereiken. Kwaliteit kent echter geen grenzen. Daarom hieronder een selectie van de meest opvallende buitenlandse titels van de laatste twee maanden. De prijzen in euro’s vallen bij importtitels doorgaans wat hoger uit.

L’ordre du chaos 1: Jérôme Bosch (Perez/ Geto/Ricaume) Delcourt; 13,95; hk. Stripportret van Jeroen Bosch (1450-1516)

Tekstloos

Seznec 1: Malheur à vous, jurés bretons ! (Bresson/Le Berre/Michel) Glénat; 9,95. Historische thriller over moord in Bretagne.

L’Hydrie (Presl) Atrabile; 22,00. Tekstloze ode

aan de klassieke oudheid door Nicolas Presl.

Love 1: Le tigre (Bertolucci/Brrémaud) Ankama; 14,90. Natuurstrip die liefhebbers

van Zoo en Storm zeker zal aanspreken: Web. me.com/federico.bertolucci.

Les bandes dessinées La belle image (Bonin/Aymé) Futuropolis; 16,00. Verstripping van de gelijknamige roman

van Marcel Aymé (1902-1967) door de tekenaar van De donkere kamer en Fog. Curiosity Shop 1: 1914, le réveil (Martin/Valero) Glénat; 13,50; hk. Art nouveau-

fantasy compleet met Charles ‘The Old Curiosity Shop’ 20

in een nieuwe, zesdelige biografische reeks die verder o.a. Machiavelli, Nostradamus en Einstein zal omvatten. Leuk vergelijkingsmateriaal bij de Bosch-strip die Marcel Ruijters momenteel in voorbereiding heeft.

Comix The Armed Garden & Other Stories (David B.) Fantagraphics; $ 19.99; hk. Niet-vertaalde

historische verhalen van de maker van Vallende ziekte.

Caniff (Mullaney/Canwell) IDW; $ 49.99; hk. onografie gewijd aan de schepper van Steve M

Canyon (1907-1988).

Congress of the Animals (Woodring) Fantagraphics; $ 19.99; hk. Nieuwe onnavolg-

bare avonturen van Jim Woodrings Frank.

Even the Giants (Jacobs) Adhouse Books; $ 9.95; sk. Eigenzinnig debuut van Canadees

Jesse Jacobs over het noordelijke karakter van zijn vaderland: Jessejacobs.ca.

The Homeland Directive (Huddleston/ Venditti) Top Shelf; $ 14.95; sk. Politieke

thriller op scenario van de schrijver van The Surrogates.

The Influencing Machine ( Neufeld/Gladstone) WW Norton; $ 23.95; hk. S tripdocumentaire over de rol van de media

in ons leven. Door de tekenaar van A.D. New Orleans na de watersnood.

Walt Kelly: The Life & Art of the Creator of Pogo (Diversen) Hermes Press; $ 49.99; hk. Monografie gewijd aan de schepper van Pogo

(1913-1973).

The Klondike (Worton) Drawn & Quarterly; $ 24.95; sk. Gold rush-western van

de Canadese debutant Zack Worton: Crosshatchballad.blogspot.com.

Marijuanaman (Mahfood/Casey/Marley) Image; $ 24.99; hk. Scenario van Ziggy Marley. The Next Day (Porcellino/Peterson/Gilmore) Pop Sandbox; $ 16.95; sk. Stripdocumentaire

over mensen die na een poging tot zelfdoding toch in leven bleven. Tekenwerk van de minimalistische maker van Thoreau at Walden en King Cat.

One Soul (Fawkes) Oni Press; $ 24.99; hk. E igenzinnige reflectie op parallelle levens en de

aard van de tijd: Rayfawkes.com.

Onward Towards Our Noble Deaths (Mizuki) Drawn & Quarterly; $ 24.95; sk. ‘De

oorlog van Mizuki’: autobiografische herinneringen aan de nadagen van het Japanse leger in WO II.

Paying for It. A Comic Strip Memoir About Being a John (Brown) Drawn & Quarterly; $ 24.95; hk. Waarom zijn er zo veel hoeren en

tegelijk zo weinig mannen die ervoor uitkomen dat ze van hun seksuele diensten gebruikmaken? De maker van I Never Liked You en The Playboy doet niet moeilijk en vertelt over zijn eigen ervaringen. Poseurs (Vankin/Mays) Image; $ 16.99; sk. Drie tieners maken kennis met L.A. en de onderbuik van Hollywood.

The Sky over the Louvre (Yslaire) NBM; $ 19.99; hk. Omdat de Nederlandse vertaling

vast nog járen op zich laat wachten: Yslaires strip over schilder Jacques-Louis David (17481825) en de geschiedenis van het Louvre (nu in Engelse vertaling) is nog altijd een dikke aanrader.

Who Is Ana Mendieta? (Redfern/Caron/ Lippard) The Feminist Press at CUNY; $ 18.95; sk. Stripbiografie van de Cubaans-

Amerikaanse beeldend kunstenaar (1948-1985).


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.