ZozoLala 172

Page 1

GRATIS TWEEMAANDELIJKS ONAFHANKELIJK STRIPINFORMATIEBLAD JUNI / JULI 2010

172

Ken Broeders, Pia Guerra, Luc Morjaeu, Peter van Gucht en Leen vandersteen


Zozolala winkels ZozoLala is een onafhankelijk stripinformatieblad, uitgegeven door Stichting Zet.El, dat tweemaandelijks verschijnt. ZozoLala is gratis voor de klanten van nevenstaande stripwinkels.

Fantasia Gelderlandplein 203 1082 LW / 020 - 642 78 88 home.tiscali.nl/ stripwinkelfantasia Gojoker Zeedijk 31a 1012 AP / 020 - 620 50 78 Lambiek Kerkstraat 132 1017 GP / 020 - 626 75 43 www.lambiek.net Nou moe!?! Lindenstraat 1 1015 KV / 020 - 693 63 45

Antwerpen

Walk in Herengracht 13 2511 EG / 070 - 364 63 36 www.walkin.nl

Koningstraat 43 6811 DH / 026 - 442 09 09 www.denoormanstrips.nl

Assen Plok. Strips en eh… dinges! Groningerstraat 71 9401 BJ / 0592 - 31 32 92 www.plok-strips.nl

• Alkmaar Bookers & strippers Boterstraat 20 - 22 1811 HP / 072 - 512 19 16 www.bookers-strippers.nl Plenty plaatjes Voordam 4 1811 MA / 072 - 515 63 23 www.plentyplaatjes.nl

Brugge

Scheffersplein 1 3311 EJ / 078 - 614 20 12 www.stripwinkel-sjors.nl

Eindhoven

De strip-aap Javastraat 22 7512 ZJ / 053 - 430 52 61 www.stripaap.nl

Gent Pierke Frans van Rijhovelaan 312 9000 / 09 - 227 70 86

Goes Het paard van Troje Langevorststraat 2 4461 JP / 0113 - 21 46 91 www.paardvantroje.nl

Houtstraat 59 - 61 6511 JM / 024 - 36 08 181 www.senorhernandez.com

De fantast Burgwalstraat 7 8261 HJ / 038 - 332 03 25 www.de-fantast.nl

kortrijk De boekenwolf Meensesteenweg 18 8500 / 056 - 35 44 98 www.boekenwolf.be

De rat Voorstreek 83 8911 JL / 058 - 215 16 00 derat@kpnplanet.nl

Leiden Dumpie Nieuwe Rijn 18 2312 JC / 071 - 512 64 04 www.stripwinkeldumpie.nl

Leuven

Katelijnestraat 42 8000 / 050 - 33 71 12 www.striepclub.be

Delft Bul Super Breestraat 18 - 22 2611 RG / 015 - 212 60 97 www.bulsuper.nl

Den haag

Akim Ulgersmaweg 14 9731 BS www.akim.nl

Haarlem Het Avontuur Gedempte Oude Gracht 72 2011 GT / 023 - 54 27 124 www.stripzaak.nl

Hasselt Wonderland Paardsdemerstraat 17 3500 / 011 - 22 82 00

Hoorn

Het beeldverhaal Kinkerstraat 162 –164 1053 EH /020 - 685 51 00 www.beeldverhaalamsterdam.nl

Barelli Zoutmanstraat 80 2518 GT / 070-3653070 www.stripwinkelbarelli.nl

Het gele teken Grote Oost 35 1621 BR / 0229 - 21 86 23 www.hetgeleteken.nl

Colofon Redactie

Jef Nieuwenhuis, Hans Pols, Hans van Soest en Gerard Zeegers

Vormgeving & opmaak Sigge Stegeman, Rogier van Neerven en Richard Bos

Vaste medewerkers

Toon Dohmen, VLERK, Peter de Wit, Mark Horemans en Roel Daenen

Dit keer werkten mee

Ken Broeders, Luc Morjaeu, Peter van Gucht, Leen vandersteen, Pia Guerra en Suzanne Docter

Druk & Afwerking

Drukkerij Wilco – Amersfoort

Distributie

Pinceel Stripverspreiding Leuven (B), Van Ditmar Amsterdam (NL)

Abonnementen

Een abonnement is mogelijk voor één jaar (€ 15,–), of voor twee jaar (€ 25,–) en gaat in na

Rotterdam Donner boeken Lijnbaan 150 3012 ER / 010 - 413 20 70 www.donner.nl Yendor Korte Hoogstraat 16 3011 GL / 010 - 433 17 10 www.yendor.nl

Schiedam ’t Centrum Korte Singelstraat 20a 3112 GB / 010 - 426 25 84

Tilburg De stripfanaat NS Plein 10 5014 DA / 013 - 58 00 107 www.stripfanaat.net

Turnhout

Groningen

Amsterdam

Een exclusief omslag van Ken Broeders.

Kampen

Leeuwarden Enschede

Aelix strips en comics Chasséstraat 71 2518 RW / 070 - 365 07 38 www.aelix.nl

Voorplaat

Nijmegen

Dordrecht

Mekanik strip St. Jacobsmarkt 73 2000 / 03 - 234 23 47 www.mekanik-strip.be

Arnhem

Internet

Gobelijn Mechelsestraat 35 3000 / 016 - 23 55 86 www.gobelijn.be

Mechelen Comic strips Hoogstraat 11 2800 / 0474 - 49 06 25 www.comic-strips.com De stripkever Bruulcenter, Bruul 79 2800 / 015 - 21 76 05 www.stripkever.be

Middelburg Perron 2 Sint Janstraat 9-c 4331 KA / 0118 - 61 41 84

storting van het totaalbedrag op Postbank giro 3253937 (NL) of Postgirorekening 000 – 164840584 (B) t.n.v. Stichting Zet.El te Bilthoven o.v.v. je eigen adres

Redactieadres

Postbus 344, 3720 AH Bilthoven, Nederland

Internet

www.zozolala.com redactie@zozolala.com

Tistjen Dop Paterstraat 96 2300 / 014 - 42 88 29 www.tistjendop.be

Utrecht Piet Snot Vismarkt 3 3511 KR / 030 - 231 84 72 www.pietsnot.nl Strip en lektuurshop Oude Gracht 194 3511 NR / 030 - 233 43 57 www.stripart.nl

Zwolle De boekenhalte Assendorperstraat 103 8012 DH / 038 - 422 10 77 www.boekenhalte.nl

Oplage

6.000 exemplaren.

issn

1382 8630

Copyright 2010, Stichting Zet.El

Overname van ­artikelen, strips of illustraties enkel in overleg met de uitgever.


Ken Broeders:

‘Het Westen is een reus op lemen voeten’ „Ken Broeders is met voorsprong de beste stripauteur van de nieuwe generatie.” Aldus de woorden van grootmeester Marvano. Maar waar veel generatiegenoten van Broeders (1970, Antwerpen) internationale lof oogstten als de roemruchte ‘nieuwe Vlaamse golf’, bleef hij met zijn afwijkende werk altijd ongenoemd. Vreemd, want Broeders is een uitmuntend tekenaar en een geboren verteller. Dat bewees hij met de fantasy-reeksen Voorbij de Steen, Tyndall en de one shot Cyrano. En zopas verscheen De heks, het tweede deel van zijn nieuwe reeks Apostata. Tijd van handeling is het jaar 355 na Christus. door Roel Daenen Wat heb jij toch met geschiedenis, mythologie en legenden? „Ik ben inderdaad heel erg in geschiedenis geïnteresseerd, ook militaire geschiedenis. Ik heb daar veel boeken over gelezen en zo beland je vanzelf bij het ene historische onderwerp na het andere. Uiteindelijk kom ik bij onderwerpen of gebeurtenissen uit die me inspireren en waarbij ik denk: ‘Dat is nu toch echt een knap verhaal!’ Zo ben ik al heel mijn leven gefascineerd door de figuur van Napoleon. Ik heb er nog geen boek over geschreven omdat… (twijfelt) ik gewoon weet dat ik mezelf volledig zou verliezen in details. Misschien word ik wel aangetrokken door mythische, machtige en grote figuren. (lacht, de bebaarde Broeders is zelf niet bepaald klein van gestalte). Ik droom er ook al heel lang van om iets te doen met het verhaal van de drie musketiers. Mijn voorkeur voor de zeventiende eeuw begon met de films

van Richard Lester over de drie musketiers. Die vond ik echt fantastisch knap. Vervolgens heb ik het boek van Alexandre Dumas gelezen. De personages in het boek zijn anders dan we ons tegenwoordig voorstellen. Eén voor allen en allen voor één, klinkt bij Dumas zelfs een beetje cynisch. Als kind las ik vooral Thorgal en Storm. Maar mijn voornaamste inspiratiebronnen liggen buiten de stripwereld. Illustratoren en schilders zoals John Howe, die het artwork voor Peter Jacksons The Lord of the Rings voor zijn rekening heeft genomen. Maar ook Angus McBride (een Engelse fantasy-illustrator1931-2007, red.) heeft een stijl die me heel erg aanspreekt. Er zijn natuurlijk ook veel films die me als stripmaker hebben beïnvloed, vooral films die ik tijdens mijn jeugd gezien heb, zoals Star Wars, Excalibur en het werk van John Milius en Sergio Leone. Op de een of andere manier is dat allemaal samengekomen in mijn werk, wat maakt dat ik niet bij de klassieke familiestriptekenaars kan ondergebracht worden, maar ook niet bij de ‘alternatieve’ school.” Hoe is Apostata ontstaan, je meest recenter stripreeks? „Het idee ontstond toen ik nog bezig was aan Voorbij de Steen. Ik plaatste die wereld in een min of meer laat-Romeinse setting. En toen ben ik op een roman gestoten van Gore Vidal over de figuur van Julianus. Het was een nogal sympathiek portret van de man. 3


Ik vond hem meteen heel interessant en bruikbaar voor Voorbij de Steen. Maar op een bepaald moment is die reeks stopgezet door Arboris. Toch bleef dat verhaal in mijn achterhoofd zitten. Julianus groeide ver weg van het hof op. Toen keizer Constantijn stierf, hebben zijn zonen het rijk onder elkaar verdeeld. En zoals zo vaak in dat soort situaties ontstond er onenigheid. Uiteindelijk bleef er eentje over die de rest van zijn concurrenten genadeloos uitgeschakelde. Twee neefjes bleven gespaard: Julianus en zijn broer. Die werden zo ver mogelijk van het keizerlijk hof in Constantinopel gehouden. Als jonge gast werd hem meegedeeld: ‘Jij bent nu de caesar van het westen.’ Iedereen verwachtte daarop dat hij zich als een marionet zou laten manipuleren. Maar dat bleek dus niet het geval te zijn, en tegen alle verwachtingen in bleek Julianus een goed bestuurder en een populaire veldheer te zijn. Hij zorgde met andere woorden voor de nodige verrassingen. In Apostata gebruik ik Julianus als rode draad en hij is interessant genoeg om de reeks zelf te dragen. Hij staat garant voor verrassingen én drama. Eigenlijk is het klein wonder dat er al niet meer met dit personage is gedaan. Er zijn een paar boeken, dat is alles. Je hebt natuurlijk ook nog andere strips over de Romeinse tijd, zoals Murena en De adelaars van Rome, maar die roepen toch een heel ander gevoel en sfeer op. Murena speelt zich af ten tijde van Nero, driehonderd jaar voor Apostata. In die drie eeuwen is er heel erg veel gebeurd: de opkomst van het christendom, de groeiende invloed uit het oosten. De Romeinen begonnen er minder ‘Romeins’ uit te zien – ze begonnen bijvoorbeeld andere kleren te dragen… Het hart van het rijk lag niet meer in Rome zelf, maar dat was Constantinopel – aan de poort van het oosten. Ik ben met Apostata eerst naar Franstalige uitgevers gegaan, aanvankelijk met succes. Apostata zou eerst uitgegeven worden door Casterman. De uitgever had me ondergebracht bij het Jacques Martin-fonds. Ik stelde me daar aanvankelijk weinig

vragen bij. Apostata moest dan nog voorgelegd worden aan een afgevaardigde van Jacques Martin. En ook dat bleek geen probleem. Maar in het contract dat me werd toegestuurd eiste Jacques Martin vijftien van mijn originele platen op. Daar kon ik niet mee akkoord gaan. Intussen was ik ook met de Standaard Uitgeverij in gesprek. Ik had niks te verliezen en ik verwachtte dat ze zouden antwoorden dat de reeks niet in hun fonds paste. Maar er was net een nieuwe uitgever begonnen die er wel in geloofde. De rest van het verhaal ken je.” Hoe historisch correct is Apostata? „Ik heb me zo goed mogelijk gedocumenteerd. Van het schoeisel tot en met de haardracht, de wapens, hoe ze vochten, wat de mensen aten: alles klopt volgens de bronnen. Maar ik kon onmogelijk alle historische feiten precies volgen, want dan heb je geen spannend verhaal meer. Ik wil ook geen geschiedenisles brengen. Als het verhaal erom vraagt, laat ik soms figuren weg of doe ik kleine aanpassingen. De geschiedenis mag een goed verhaal niet in de weg staan. Ik schrijf enorm graag, dus dat scheelt. Maar het is wel véél werk. (zwijgt even) Ik kan heel slecht afstand nemen van mijn werk. Ik ga zelfs heel zelden signeren omdat ik zaterdag en zondag ook werk. Ik heb ongeveer een jaar nodig gehad om Apostata te maken. Van de uitgever kreeg ik slechts tien maanden. (lacht) Maar ik houd wel van deadlines. Voor Apostata III zal ik echt een volledig jaar nodig hebben. Vergeet niet dat ik, afgezien van het tekenwerk, ook nog het scenario, schilderwerk, scanwerk, digitaal kuiswerk en waarschijnlijk binnenkort ook nog de lettering voor mijn rekening moet nemen. Ook de research vraagt ongelooflijk veel tijd.”

Voorbij de Steen

Cyrano

Tyndall

Apostata

Het lot van het volk der Dwergen hangt door de belegering van de Nhamad – de aartsvijanden van de Dwergen – aan een zijden draadje. Krijger Demer trekt erop uit, voorbij de mythische bergvesting ‘De Steen’, om het noodlot te bezweren.

Bewerking van het klassieke toneelstuk van Edmond Rostand (18681918) over de gelijknamige 17e-eeuwse Franse militair-dichter die hopeloss verliefd is op zijn nichtje Roxane, maar zich schaamt voor zijn enorme neus.

In het magische Tyndall dreigt een allesverwoestende oorlog tussen rivaliserende clans en koninkrijken. De jonge Fynn en zijn vrienden doen een ultieme poging het noodlot te keren.

De jonge Julianus wordt door zijn oom Constantius II uit zijn rustige bestaan gerukt en gebombardeerd tot aanvoerder van de Romeinse troepen in het westen van zijn rijk. Daar moet hij de grenzen verdedigen tegen de oprukkende Germanen.

4

Welk gevoel geeft het als je je nieuwe album uiteindelijk in handen hebt? „Heel weinig eigenlijk. Het stripmaken zelf, het verhaal bedenken, tekenen en schilderen, dat is waar het voor mij om draait. Alles wat buiten de tekentafel gebeurt, interesseert me veel minder. Ik wil natuurlijk dat het een mooi boek wordt, dat het mooi wordt uitgegeven en zo, maar ik sta daar toch wat afstandelijk tegenover. Als ik ga signeren, heb ik het rare gevoel dat het allemaal over iemand anders gaat. Het is opmerkelijk dat wat ik hier aan mijn tekentafel maak door


duizenden mensen wordt gelezen. Zo werd Voorbij de Steen ook uitgebracht in Scandinavië. Toen kreeg ik via de uitgeverij heel wat post en andere reacties. Dat is aangenaam, maar toch ook wat bevreemdend. Misschien een gevolg van de aard van het beroep: je zit hele dagen alleen te zwoegen aan je tekentafel. Als je dan opeens met ‘de mensen’ geconfronteerd wordt op een boekenbeurs, doet dat lichtjes surrealistisch aan. (lacht)” Hoe verklaar je de toegenomen belangstelling – denk aan films, televisiereeksen, strips en romans – voor de Romeinse geschiedenis? „Je kunt in dat kader ook verwijzen naar Engeland, waar de laatste jaren heel veel avonturenromans verschijnen met die historische achtergrond, zoals het werk van Bernard Cornwell. Die worden door een enorm publiek verslonden. En ook het oude Rome is duidelijk terug in trek. En ik denk dat het werk van historici zoals Adrian Goldsworthy en Tom Holland momenteel ook heel goed verkoopt. Blijkbaar is er de laatste jaren een soort van nood om terug te blikken naar het verleden. Het heeft ook te maken met het tijdsgewricht waarin we ons momenteel bevinden, dat doet enigszins denken aan dat van de Romeinen: de tijd van het oppermachtige West-Europa en de VS als supermacht wordt meer en meer ter discussie gesteld.

Het Westen blijkt een reus op lemen voeten. En net als toen – in de tijd van Julianus – komt ‘het gevaar’ uit het MiddenOosten. Julianus is ten strijde getrokken tegen het Perzische rijk en de hoofdstad van dat rijk was: Bagdad. Het einde van het Romeinse rijk kende ook heel wat tumult op religieus vlak. Er zijn veel parallellen tussen de val van het Romeinse rijk en het heden.” Hoe lang gaat de reeks Apostata worden? „Ik voorzie een eerste cyclus van drie boeken en als de verkoop bevredigend is, komt er een tweede en zelfs een derde. Uiteindelijk moet Apostata uit negen albums bestaan. Maar je hebt dat zelf niet in de hand. Voorbij de Steen is onverwachts gestopt. Dat is niet zo fraai verlopen. Het vierde album was klaar en Arboris had nog maar slechts een fractie betaald. Toen de uitgever het boek wou afhalen, heb ik dat geweigerd. De dag erna kreeg ik opeens het bericht dat ze wilden afzien van de publicatie en dat ik maar een andere uitgever moest zoeken. Toen hebben we daar nog even over gebakkeleid. Uiteindelijk

werd alles toch betaald en is het boek ook uitgegeven, maar mijn naam staat niet op de kaft. Het binnenwerk is echt heel slecht van kwaliteit. Voorbij de Steen is dus jammer genoeg in mineur geëindigd. De meeste lezers hebben echt geen idee hoe moeilijk het is om een boek uitgegeven te krijgen. Sommige mensen waren kwaad op mij omdat de reeks stopte! Uitgevers hebben keuze zat: er zijn stripmakers genoeg. Bij een uitgever draait alles om geld en die neemt soms beslissingen waar je je als tekenaar maar bij hebt neer te leggen.” Heb je nog tijd voor ander werk? „Nee, ik werk momenteel van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat aan Apostata, een jaar lang. Vroeger heb ik wel illustraties gemaakt voor Marc de Bel, maar daar moest ik mee stoppen. Het kostte me teveel tijd. Mijn manier van werken is erg arbeidsintensief. De eerste tekeningen maak ik in potlood en zijn altijd lichtjes uitgewerkt. Vervolgens werk ik dikwijls met stift en verdunde plakkaatverf voor de kleuren en de schaduwen. Voor Apostata werk ik met acryl en plakkaatverf en schilder ik veel rechtstreeks. Pas een jaar of twee, drie geleden heb ik echt mijn stijl gevonden. Misschien dat andere mensen dat niet opvalt, maar het tekenen en inkleuren gaan me veel vlotter en gemakkelijk af. Nu kan ik er echt alle kanten mee op. Zo kan ik bijvoorbeeld heel fijn werk afleveren, maar ik kan ook wat ruwer en suggestiever uitpakken.” Hoe komt het dat jij ontbreekt in elk overzicht van de ‘nieuwe Vlaamse golf’? „Ik heb echt geen idee. Ik weet wel dat er een hele tijd terug iemand tegen me zei dat ik subsidie moest aanvragen. Dat kan bij het Vlaams Fonds voor de Letteren (VFL). Dat was een organisatie waar ik nog nooit van gehoord had. Maar waarom zou ik in godsnaam subsidies moeten vragen? Die persoon – die het echt goed met me voorhad trouwens – meende dat het weinig uitmaakte waarom ik dat zou doen. Op die manier zou het VFL mij en mijn werk leren kennen. Tja, anders kennen ze je gewoon niet. Dat vond ik een heel rare gedachte. Uiteindelijk heb ik geen subsidies aangevraagd. Een paar maanden later vond het stripfestival van Angoulême plaats (waar de ‘nieuwe Vlaamse golf ’ internationaal een goeie beurt maakte, red.) en in het kielzog daarvan nog wat projecten die het VFL had opgezet. Maar ook daar was ik jammer genoeg niet bij. Blijkbaar klopt het wel dat het VFL, dat de Vlaamse strip zou moeten promoten, enkel interesse heeft voor die tekenaars die ze subsidiëren. Diegenen die geen subsidie vragen, worden over het hoofd gezien. Bon, ik ga er ook niet teveel meer over uitweiden, ons standpunt staat goed omschreven in de recente open brief aan de minister (open brief aan de Vlaamse minister van Cultuur, ‘Subsidies zijn de doping van het strippeloton’, na te lezen op www.kenbroeders.be).” Apostata II; De Heks, Standaard Uitgeverij, € 9,95.   ×  5


Vanaf de lancering van de reeks in september 2002 was Y the last man in de Verenigde Staten een groot Y the last man speelt zich af in een wereld waarin alle mannelijke wezens van het ene op het andere moment dood neervallen. Alle mannelijke wezens? Nee, amateur-goochelaar Yorick en zijn mannelijke huisaap Ampersand leven nog en ze zwerven, geholpen door een stoere geheime agente en een wetenschapster, door een Amerika vol vrouwen (en die zijn hem niet allemaal even goed gezind) op zoek naar het antwoord op de vraag waarom hij er nog is en hoe de mensheid kan worden gered van de ondergang. Scenarist is Brian K. Vaughan, die onder andere schreef aan Runaways, Ex Machina, Pride of Baghdad en populaire tv-series als Lost. Pia Guerra had nog niet veel werk op haar naam staan toen ze aan de hitserie begon. Zelf wel eens gedroomd van een wereld zonder mannen? „Ha! Ik probeer maar niet te veel bij het idee stil te staan. Veel te deprimerend!” Hoe ben je bij Y the last man betrokken geraakt? „Ik was Heidi MacDonald van de uitgeverij al vaker tegengekomen op stripbeurzen. Telkens liet ik haar wat van mijn tekenwerk zien en zij vond het leuk. Ze had me al eens zonder succes proberen te koppelen aan een andere reeks, toen Brian Vaughan langs kwam met zijn idee voor Y the last man. Hij liep haar kantoortje binnen, grasduinde wat door de stapels met werk van tekenaars op haar bureau en haalde dat van mij er uit: this guy, zei hij.” Wat had je daarvoor zoal gedaan? „Wat independent-strips in kleine oplagen, handleidingen voor rollenspellen, storyboards voor reclames. Ik was op dat moment net klaar met een boek voor uitgeverij Bongo: Heroes Anonymous, over superhelden in groepstherapie. Y the last man was mijn eerste mainstream-strip en hoe moeilijk het ook was, ik dank God op mijn blote knieën dat ik dit heb mogen doen. Aanvankelijk hadden we niet gedacht dat het zo’n langlopende serie zou worden (Y wordt in het Nederlands in tien bundels uitgegeven, red.). De meeste nieuwe reeksen worden na een paar delen immers weer van de markt gehaald. Maar ik wilde dit zo graag doen. Het scenario 6

van Brian was heel filmisch, daar kon ik heel veel mee als tekenaar. Van het eerste deel werden er 17.000 gedrukt. Dat is net iets meer dan wat er bij grote Amerikaanse uitgevers van een titel moet worden verkocht willen ze er mee doorgaan. Inmiddels heb ik geen idee meer hoeveel exemplaren er van zijn verkocht. Veel.”

verkoopsucces. En nu lijken wij voor de bijl te gaan. De Canadese tekenares Pia Guerra (1971) snapt wel waarom de strip zo aanslaat: iedereen droomt er wel eens van alleen op de wereld achter te blijven. door Hans van Soest

Je schreef ook mee aan het scenario van Y the last man… „Nou: ik sta weliswaar vermeld bij de credits, maar ik heb niet daadwerkelijk geschreven. Ik heb wel geholpen bij de opzet van de reeks, het ontwerp. Ik heb bepaald hoe het boek eruit kwam te zien en heb Brian ‘visuele suggesties’ gedaan, voor de figuur van Agent 355 bijvoorbeeld. Als ik een idee had, stuurde ik het naar hem op. Soms gebruikte hij het, soms was er geen ruimte voor. Een van die ideeën was de verhaallijn over Safeword, die later in het Nederlands vertaald zal worden. Uiteindelijk besloeg die drie delen van de serie. Het ontstond toen ik ’s avonds in bed wat lag te woelen. Hoofdpersoon Yorick is een boeienkoning die trucs van Houdini nadoet. Ineens schoot me te binnen: wat als hij het moest opnemen tegen een andere ontsnappingskunstenaar? Hoe zou hij zo gek kunnen worden gemaakt dat hij zich laat


Hoe maak je een strippersonage geloofwaardig? „Voor het tekenen van de locaties en de rekwisieten doe ik veel naslagwerk, zodat alles er zo min mogelijk bedacht uit ziet. Je kunt geen dingen verzinnen, zoals in superheldenstrips, want dan haal je de lezer uit de illusie van realiteit bij het lezen. Ik gebruik dus heel veel foto’s. En vroeger heb ik drama gestudeerd. Dat helpt bij het zo echt mogelijk laten acteren van de figuren.”

inpakken? Ik analyseerde Yoricks karakter. De hele reeks gedroeg hij zich al behoorlijk roekeloos, dus het paste in principe bij de rest. Ik sprong uit bed, mailde mijn ideeën naar Brian en een paar maanden later kreeg ik het scenario voor de volgende afleveringen en tot mijn grote verrassing had hij mijn ideeën gebruikt.” Was het een voordeel dat je zelf vrouw bent bij het ontwerpen van al die vrouwelijke personages? „Mij maakt het niets uit. Ik ben niet zo van het man-vrouwgedoe. Het gaat altijd om een goed verhaal. Mijn belangrijkste doel als stripmaker is een verhaal overbrengen dat geloofwaardig overkomt en dat bij de lezer als ‘echt’ voelt. Dat betekent dus dat alle personages zo menselijk mogelijk moeten zijn. Ik heb niet meer empathie bij de mannelijke of de vrouwelijke figuren in de strip.”

Als vrouw in een stripwereld die door mannen wordt gedomineerd zul je toch vaak op je sekse worden aangesproken. „Dat is waar. Zeker in het begin van mijn carrière kreeg ik nog al wat opmerkingen over mijn werk, dat ik niet tekende als een meisje. Ze bedoelden het niet vervelend, maar ik vond dat altijd zo raar. Het was hondsmoeilijk om opdrachten binnen te slepen en ik heb me lang afgevraagd of dat kwam door de vooroordelen over vrouwelijke stripmakers of gewoon door de belabberde markt in het midden van de jaren ’90, die ook echt héél belabberd was. Ik werd gek van de twijfel. Totdat ik me realiseerde dat het te makkelijk was om mezelf een slachtoffer te voelen van mijn sekse. Ik moest gewoon een betere portfolio hebben om opdrachten binnen te slepen! Dus ben ik dat destructieve wie-ben-ik-stemmetje gaan negeren en ging ik beter luisteren naar goede raad van andere tekenaars en uitgevers. Ik las meer boeken, probeerde andere technieken uit. Ik heb hard gewerkt om mijn tekeningen sterk en helder te krijgen en op een constant niveau te krijgen. Elke keer als nu iemand over mijn vrouw-zijn begint, zeg ik maar dat ik daar geen tijd voor heb.” Heb je een grafische opleiding gevolgd? „Nee, alleen op de middelbare school had ik een goede tekenleraar. Daarna heb ik het mezelf geleerd. Ik ben net zo veel beurzen afgelopen en net zo veel raad gevraagd aan anderen tot ik een verkoopbaar product kon maken.” Waarom heb je voor strips gekozen? „Als meisje van tien maakte ik al mijn eigen stripjes. Het was gewoon mijn hobby, lang heb ik er niet over gedacht het als beroep te kiezen. Totdat ik andere striptekenaars ontmoette en zag dat die er een duurzame carrière mee opbouwden. Bij ons in Vancouver werden er regelmatig kleine festivals gehouden, 7


waar auteurs als P. Craig Russel, Diana Schutz, Mike Mignola of Ken Steacy werden uitgenodigd. Na afloop werden er dan etentjes georganiseerd waar bezoekers en tekenaars elkaar konden spreken. Dat waren ideale gelegenheden om vragen te stellen, tips uit te wisselen over technieken en zo veel mogelijk te leren. Ik herinner me nog goed hoe Ken Steacy me vertelde hoe hij kon leven van zijn werk en hoe dat heel mijn wereldbeeld op zijn kop zette. Ik dacht altijd dat stripmakers omkwamen van de honger en pas erkenning kregen na hun dood. En ineens ontmoette ik tekenaars die hun werk leuk vonden, gewoon een gezin hadden, een auto hadden, een huis en tamelijk gelukkig leken. Nou, dat was een geruststelling. Toen dacht ik: let’s give it a go.” Wat las je als kind dan zoal wat je inspireerde? „Mijn eerste comic was X-Men nummer 128 en ik was direct verslaafd. Een ouder neefje waar ik erg tegen op keek, had het bij ons thuis achter gelaten. Dat moest wel cool zijn, dacht ik. Daarna kwamen Teen Titans, Daredevil, Wonder Woman, The Shadow en DC Vertigotitels als Hellblazer, Sandman en Shade of Changing Man. Nee, geen typische meidendingen dus.” Lijkt de stripcultuur in Canada op die in de VS? „Strip is hier even groot als daar, je kunt hier de zelfde albums kopen, in tegenstelling tot tv-programma’s die hier gek genoeg heel anders zijn. Canadese stripauteurs kunnen makkelijk de concurrentie aan met hun Amerikaanse collega’s. Toen ik aan Y the last man werkte, kreeg ik de scripts per e-mail, en de getekende pagina’s gingen per koerier naar de uitgever. Nu is het zelfs nog makkelijker met al die goede scanners . Waar ter wereld je ook woont als tekenaar, je kunt nu voor alle grote uitgevers in de VS werken.” Je man Ian Boothby werkt voor de populaire tekenfilmserie Futurama van Matt Groening. Helpen jullie elkaar bij het verzinnen van verhalen? „Jazeker. We zitten vaak gewoon maar wat te geinen met elkaar en dan borrelt er een ideetje op dat Ian opschrijft voor zijn werk of andersom. Hij is echt een briljante grappenmaker en hij schijnt mij ook grappig te vinden, dus we proberen veel op elkaar uit. En we herinneren elkaar er contant aan invalletjes op te schrijven, zodat ze niet verloren gaan. Onlangs hebben we samen gewerkt aan een Treehouse of Horror-verhaal (een comicreeks over Groenings Bart Simpson, red.). We schreven het samen en ik tekende het. Dat was erg leuk.” In vijf jaar tijd heb je zestig deeltjes Y the last man gemaakt. Je moet er dag en nacht aan gewerkt hebben. Was je het nooit zat? „Ik heb ze niet allemaal getekend, zo’n 45 denk ik. Gelukkig waren er enkele andere tekenaars die de omslagen maakten en die af en toe invielen, zodat ik kon toekomen aan andere dingen, zoals ziek zijn en trouwen. Een reeks als deze wordt in een heel strak schema gemaakt. Je hebt bijna geen vrije dagen. Gelukkig begreep Ian hoe het werkt en was hij heel geduldig. Nadat de serie was afgerond heb ik nog een verhaal gemaakt: Doctor Who: The Forgotten. Daarna kon ik een jaar vrij nemen. Natuurlijk was ik het ook wel eens zat. Maar dan ging Brians scenario toch ineens weer een heel andere kant op, waardoor het leuk bleef om het te blijven tekenen. That’s what kept me going.” Hoe zag je werkdag er uit? „Ik werkte meestal ’s nachts, totdat het weer licht wordt. Om 2 of 3 uur ’s middags werd ik dan wakker, deed snel wat noodzakelijke dingen als boodschappen of bankzaken, at wat met Ian en ging 8

dan aan het werk. Soms kon ik meteen aan de slag, maar meestal moest ik even in de stemming komen. Nog even wat surfen op het internet, wat lezen, een paar spelletjes Tetris spelen op de computer en dan aan de slag. En dat elke dag en de dag erna en daarna en daarna… Na twee jaar nam ik mijn eerste pauze. Ik moest gewoon stoppen om mijn geestelijke gezondheid weer wat op orde te krijgen. We zijn toen een weekjes naar Hawaï gegaan. Een paar jaar later moest ik weer stoppen voor een operatie. Niets ernstigs, maar het kon niet langer wachten.” Alweer met nieuwe projecten bezig? „Momenteel werk ik aan een strip voor Torchwood Magazine, een Brits blad over sciencefiction. Daarna wil ik samen met een vriend een nieuwe reeks opzetten. Maar het is nog erg prematuur allemaal. Hoe leuk het ook was, na jaren ondergedompeld te zijn in het drama van Y the last man en elke dag weer die zelfde hoofden tekenen, wil ik nu iets heel anders.” Y the last man is een groot commercieel succes geworden, in alle landen waar de reeks is vertaald. Enig idee waarom de serie tussen die honderden andere comic-reeksen zo is opgevallen? „Volgens mij is het hetzelfde als met rampenfilms, die inspelen op een droom die iedereen wel eens gehad heeft: wat als ik de enige ben die het overleeft terwijl de rest van de wereld uit elkaar valt? Iedereen fantaseert daar wel eens over. Dat de wereld wordt bedreigd, dat niemand het kan controleren, maar dat jij het om de een of andere reden wel redt. Of omdat je heel slim of sterk bent, of door puur geluk, maar op de een of andere manier ben jij diegene die overblijft. Iedereen droomt daar wel eens over.” Je tekenstijl doet heel on-Amerikaans aan. „Y the last man wilden Brian en ik er zo toegankelijk mogelijk laten uitzien. Als een lezer het oppikt, moet hij er meteen inzitten, zoals in een film. Het moest er niet te ingewikkeld uitzien. Ik ben dol op het werk van Europese tekenaars als Moebius, Milo Manara en Britten als Paul Grist en Sean Philips. Ze gebruiken strakke lijnen, hun tekeningen ogen altijd helder, net als hun verhalen. Hun werk valt op omdat er zo veel comics zijn die echt overdreven zijn getekend: met te veel lijntjes, te veel ingewikkelde perspectieven, te veel rommelige plaatjes. Er gebeurt zó veel in een tekening, dat je het verhaal maar moeilijk kunt volgen. Ik wil mijn lezers direct het verhaal in trekken. Dus hoe helderder een tekening, hoe beter. Maar ik ben veel dank verschuldigd aan de inkter van Y the last man, Jose Marzan. Hij maakte mijn potloodtekeningen nog strakker en zorgde ervoor dat de tekeningen gedurende de hele serie op elkaar bleven lijken, ook als iemand anders mijn werk overnam.” Heb je je stijl speciaal voor dit project aangepast? „Ik had echt geen tijd om over mijn stijl na te denken terwijl ik aan dit project bezig was. (lacht) Ik moest gewoon mijn pagina’s inleveren, zo goed als ik kon. Dit is ongeveer zoals ik altijd teken. Na jaren oefenen past dit het best bij me. Ik wil me wel verder ontwikkelen en nieuwe dingen uitproberen. Daar moet ik nu de tijd voor nemen en kijken hoe het uitpakt. Ik hoop dat ik kan loskomen van het filmische van Y the last man, zodat ik ook minder serieuze projecten aankan.”   ×


Al 65 jaar zijn Suske en Wiske het populairste stripduo van België en Nederland. Voorwaar een prestatie, wat sommigen ook over de kwaliteit van de reeks mogen zeggen. Een tijd raakte de reeks in de versukkeling. Ook huidig scenarist Peter van Gucht, tekenaar Luc Morjaeu en Willy Vandersteens dochter Leen lazen niet alles meer. Tot ze zich een paar jaar geleden voornamen de strip weer op te frissen. Aan het einde van dit jaar komt een speciaal jubileumalbum uit waarin Sus en Wis terugkeren naar hun roots. Leen Vandersteen is 72, vijf jaar jonger dan haar vader Willy toen hij overleed. Toch is het niet moeilijk om in haar stripheldin Wiske te herkennen. Met haar halfkorte blonde haar, gulle lach en een voortdurende twinkeling in haar ogen. „Mijn vader heeft nooit expliciet verteld dat hij Suske en Wiske op mij en mijn broer Robert baseerde. Maar hij plaagde wel dat ik even ondeugend was.” Als kind identificeerde ze zich graag met haar alter ego. „Ik ging verkleed als haar tijdens optochten van school. Mijn moeder smeerde mijn haar met zeep omhoog en stak er een strikje in. Mijn vader beschouwde zijn tekeningen als oud papier. Ook gaf hij zijn originele albums rustig weg. We hebben ze lang niet allemaal meer.” Ze is nog altijd kind aan huis bij tekenstudio Vandersteen die op de bovenverdieping van haar voormalige ouderlijk huis in Kalmthout is gevestigd. Tekenaar Luc Morjaeu en scenarioschrijver Peter van Gucht begroeten haar met een dikke zoen. „Mijn vader tekende de eerste jaren in de woonkamer,” vertelt ze. „Als we uit school kwamen, keken we over zijn schouder wat de volgende dag in de krant zou komen.” Veel gebeurtenissen uit de eerste Suske en Wiskes kwamen uit het dagelijks leven van de familie Vandersteen. „Het vliegtuig Gyronef sneed hij uit een enorme winterwortel waarmee mijn moeder thuiskwam. Dat kwam zomaar in hem op. Hij hoefde maar íets te horen en schetste dan op een bierviltje een heel verhaal.” Voor Leen is het een sprookje dat de geesteskinderen

van haar vader na 65 jaar nog springlevend zijn. „Voor zijn dood liet hij vastleggen dat Sus en Wis werd voortgezet. Hij wilde niet dat de strip stopte zoals Kuifje. Vooral niet omdat er veel mensen aan meewerkten, die anders werkloos zouden worden.” Op school was de grondlegger van het Vlaamse stripimperium altijd al aan het tekenen. Omdat leerkrachten hem voorhielden dat hij daar nooit zijn brood met zou kunnen verdienen, werd hij etaleur. Leen: „Tijdens zijn werk zag hij in een Amerikaans blad opeens strips staan en zo is hij zelf begonnen met striptekenen.” Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden veel Amerikaanse strips verboden en rook haar vader zijn kans om hun plek in te nemen. Steeds meer tijdschriften plaatsten zijn tekeningen en aan het einde van de oorlog bedacht hij broer en zus Rikki en Wiske. Zij beleefden dit jaar precies 65 jaar geleden hun eerste avonturen in krant de Nieuwe Standaard. „Na één album verving mijn vader Rikki voor Suske. Hij vond Rikki te elitair en op Kuifje lijken. Ook vond hij Suske een mooiere naam. En met twee kinderen die geen familie zijn, kun je meer kanten op. Wis is vaak jaloers als Sus aandacht krijgt van meisjes. Dat zou als zijn zus niet kunnen.” In de naoorlogse jaren sloten miljoenen Belgen en Nederlanders de helden, hun tante Sidonia en ‘ooms’ Lambik en Jerom in hun hart. Ook scenarioschrijver Peter van Gucht en tekenaar Luc Morjaeu, de huidige


makers van de strip, lazen ze als kind stuk. „Laatst vond ik een brief terug die ik ooit schreef aan Willy Vandersteen, met een tekening van mij erbij. Als antwoord kreeg ik terug dat ik vooral moest doorgaan,’’ vertelt Morjaeu. „Terwijl noch ik, noch hij wisten dat ik het stokje ooit zou overnemen. Best spooky.” Het succes van Suske en Wiske schrijven Van Gucht, Morjaeu en Vandersteen toe aan diverse factoren. „Het zijn doodgewone kinderen die niet kunnen toveren. Maar die met hulp van moederfiguur Sidonia, de ijdele, domme Lambik, de sterke Jerom en uitvindingen als de teletijdmachine avonturen beleven die jij ook wil meemaken,” denkt Leen. „Ook was via de strip in de krant vlak na de oorlog eindelijk wat te lachen voor mensen,” zegt Morjaeu. „Het was ook herkenbaar, het volkse, het alledaagse. Bij elkaar opgeteld hebben de hoofdpersonen alle eigenschappen die iedereen heeft.” Peter van Gucht (‘Ik associeer mezelf het meest met Van Zwollem: speels en een tikkeltje dramatisch’) knikt. „Vandersteen was een meester in het schetsen van heftige situaties die dan opeens vanuit het niets werden doorbroken met een kwinkslag. In De apenkermis dreigen Sus en Wis met hun ruimteschip te pletter te slaan op een meteoriet. Vanuit het laboratorium van professor Barabas kijkt de rest mee. Tante Sidonia valt flauw en Jerom komt aanrennen met een vaatje vlugzout. Dan zie je dat vaatje flauwvallen en is die spanning door zoiets simpels meteen doorbroken.” De strip beleefde hoogtijdagen in de jaren ‘70, toen van een nieuw album soms een half miljoen exemplaren over de toonbank gingen. Toen Vandersteen het stokje overgaf aan Paul Geerts, begon de oplage te zakken. Toen daarna Marc Verhaegen de serie overnam, daalden de verkoopcijfers verder. „Sinds mijn veertiende en tot die tijd heb ik eigenlijk geen Suske en Wiskes meer gelezen,” bekent Leen. ,,Ik was niet zo’n stripboekenkind en heb totaal geen tekentalent. Maar met het inzakken van de verkoop, zijn mijn familie en ik ze weer gaan lezen. We ontdekten dat de hoofdpersonen steeds zuurder waren geworden. De helderheid en de subtiele humor van mijn vader waren weg. Ook klaagden fans dat de verhalen te ingewikkeld waren geworden.” De erven-Vandersteen zochten een nieuw team om de geest van Vandersteen terug te brengen. Morjaeu en Van Gucht – allebei al succesvol en afkomstig van Studio 100 – kregen de strip weer in de lift, volgens Leen. „We hebben de personages terug naar hun wortels gebracht,” zegt Morjaeu. „Jerom was de laatste jaren bijvoorbeeld een enorme moraalridder geworden die in volzinnen hele boodschappen bracht in plaats van de droge krachtpatser van weleer.” Hij vervolgt dat hij en Van Gucht verder hebben getracht om de magie van Vandersteen terug te brengen. „Zijn geheim was de helderheid die in de verhalen zit en de gelaagdheid die ze hebben aan de andere kant,” vindt Morjaeu. „Je kunt alleen plaatjes bekijken en zo het verhaal volgen. De volgende laag zijn de teksten en daarnaast is er de diepere laag van herkenbare, alledaagse, actuele situaties die je pas later ziet.” Lol hebben ze er na vijf jaar samenwerken nog steeds in. Een goede graadmeter voor Peter van Gucht is zijn echtgenote. „Als die ’s ochtends de krant pakt om onze strip te lezen, kijk ik naar haar gezicht. Als zij lacht, ben ik blij.” Bij een nieuw album bedenkt hij eerst de verhaallijn. „Vaak schetst hij die dan voor. Vervolgens ga ik ermee aan de slag,” legt Morjeau uit. „Meestal gewoon met hulp van onze 10

creativiteit en het internet. Vroeger werden er wel eens exotische reizen gemaakt. Maar wij hebben de tijd niet. Voor De Nachtwachtbrigade ben ik wel een paar keer naar Amsterdam gegaan, maar voor De Elfstedenstunt ben ik alleen digitaal op vakantie geweest. Dat is het handige aan albums die in Nederland spelen. Jullie zijn zo trots op jullie steden: alles wordt gefotografeerd.” Van de erven-Vandersteen krijgen de heren volledige vrijheid. „Het testament van Vandersteen waarin staat dat de verhalen niet over drugs, seks of politiek mogen gaan, heb ik nooit gelezen. Wat niet kan, voelen we vanzelf aan,” zegt Morjaeu. „Het gebeurt zelden dat een deel van een verhaallijn sneuvelt. Toevallig gebeurde dat pas bij De rillende rots. Daarin zat een dorp met een taalstrijd. Maar zo’n plot ligt in België enorm gevoelig en onze Nederlandse lezers zouden er niets van begrijpen.” Voor hun fans maken ze zo veel mogelijk tijd vrij. Elke brief en tekening wordt beantwoord. Ook geven Morjaeu en Van Gucht regelmatig acte de présence tijdens verzamelbeurzen en fandagen. Keer op keer staan ze daar weer verbaasd over hoe hoog de liefde voor Suske en Wiske kan oplopen. „Wij zijn niet compleet verslaafd, fans soms wel,” grijnst Morjaeu. Hij en Van Gucht rakelen anekdotes op over verzamelgekte. „Eén jongen weet ieder plaatje uit elk album feilloos te herkennen. Ongelooflijk. Ik heb ze zelf lang niet allemaal gelezen. Wel alle Vandersteens als verplicht studiemateriaal. Maar de latere niet,” bekent Morjaeu, die bijval krijgt van Van Gucht. Morjaeu vervolgt hoe een collega een fan tegenkwam met het complete Eiland Amoras op zijn rug getatoeëerd. „Het is ook bizar wat je soms meemaakt tijdens signeersessies. Dat we in Almere kwamen en daar een rij stond van een paar honderd meter: te wachten op óns.” Ook op verzamelbeurzen klapperen hun oren en ogen soms flink. „Pas liet een man een album signeren en verpakte hij dat ter plekke hermetisch in plastic,” vertelt Van Gucht. „Zo, zei hij. ‘Daar komt hij nooit meer uit’. Dat is toch zonde? Strips moet je stuklezen.’’ Morjaeu haalt een herinnering op aan een andere beurs. „Daar liep een man met wel zeventien tasjes. Het was aan het einde van de dag en hij wilde nog gauw een litho laten drukken. Helaas stopte de pers ermee. Je zag die armen met die tasjes naar de grond zakken en die man enorm teleurgesteld naar huis gaan. Terwijl hij al zo veel spullen had.” Voor de superfans en alle normale exemplaren blijven Morjaeu en Van Gucht vier albums per jaar voltekenen en -schrijven. Of ze het net als Vandersteen en Geerts tot hun vijfenzestigste uitzingen, durft Luc Morjeau niet te beloven. „Ik blijf dit doen totdat ik het niet meer leuk vind. Voorlopig is daar geen sprake van. Ik ga ook niet allerlei nieuwe bijfiguren introduceren. Er zijn nog genoeg karakters zoals de Zwarte Madam of de Dulle Griet die ik nog nooit heb getekend. En als ik stop, zal ik het stokje doorgeven.” Ook Leen Vandersteen is duidelijk over de toekomst van haar vaders geesteskinderen. „Zie ze niet als 65 jaar oud, maar als 65 jaar jong.”   ×


Laatste Oordeel Overdaad schaadt Haas 1: De weg terug (De Heij & Van Bavel) Uitg. Don Lawrence Collection; 48 pl.; kleur; harde kaft; € 14,95

Sinds Eisner het genre een officiële status gaf, is de grafische roman op velerlei wijze gedefinieerd. Een algemeen kenmerk van de definities lijkt echter te zijn dat het beeldverhaal dat in deze categorie thuis hoort, in elk geval meer moet vertellen dan de zichtbaar gemaakte handelingen met de daarbij behorende aanvullende teksten. Wars van al dat striptheoretisch geleuter verschenen in de loop der jaren talloze prachtwerken zonder die term. Maar de laatste tijd is de term grafische roman ineens een soort statusverhogende verzamelnaam geworden voor alles wat niet meteen voor kinderen is bedoeld. Fred de Heij is de Quentin Tarantino van de Nederlandse strip. Hij is een begenadigd tekenaar die zijn klassiekers kent, daarom het citaat niet schuwt en zinloos geweld of lompe seks ruimharig plaats biedt in zijn werk. Zijn pulpreeks Filo kende grote hoogten en diepe dalen. Met de alom aanwezige Rob van Bavel (die eigenhandig Eppo weer nieuw leven inblies) is uit Freds tekenpen kort geleden het eerste deel van de stripreeks Haas verschenen. ‘ De Tweede Wereldoorlog in

Moeilijk boek Nietzsche (Le Roy/Onfray) Uitg. Lombard; 128 pl.; kleur; harde kaft; € 19,00

Filosofie is in de mode. Een paar jaar geleden was Tot ziens Deleuze van Jens Balzer en Martin Tom Dieck nog een noviteit in de stripwinkels. Maar inmiddels is er een kleine hausse aan filosofiestrips uitgekomen. Nadat eerder al een stripboek verscheen over Bertrand Russell (Logicomix) en Margreet de Heers filosofiecursus voor dummy’s is het nu de beurt aan Nietzsche. Bij Lombard, een uitgever van wie je dit niet snel verwacht, verscheen een dikke stripbiografie over Friedrich Nietzsche, een van de meest invloedrijke filosofen van de negentiende eeuw. Hoewel het even zou duren voordat hij ook die erkenning kreeg. Zelf maakte hij het in elk geval niet meer mee. Ook na zijn dood zorgde Nietzsche nog voor veel controverse. Veel mensen kennen hem vooral van de vaak verkeerd begrepen uitspraak ‘God is dood’ en zijn vermeende antisemitisme. Die reputatie heeft hij vooral aan zijn zus Elisabeth te danken. Zij sympathiseerde met de nazi’s, gaf na diens dood de boeken van haar broer uit en verwerkte er haar eigen antisemitische opvattingen in. Zo ontstond het beeld van Nietzsche als een oorlogszuchtige en antisemitische man die geweld ophemelde. Met dit imago willen de makers van Nietzsche afrekenen. Een van hen is Michel Onfray, een van de meest gelezen Franse filosofen van het moment. De jonge tekenaar Maximilien Le Roy (1985) bracht zijn scenario in beeld. Het is een heel fraaie, goed verzorgde uitgave geworden. Het tekenwerk van Le Roy doet denken aan dat van Battaglia en Baudoin. Hij maakt effectief gebruik van kleur en waar de

Nederland – Een grafische roman’ staat er ronkend op de omslag. Om de statuur van het werk te onderstrepen zijn de 48 pagina’s strip en de aanvullende tekst ‘The making of Haas’ verpakt in een harde kaft. Het eerste deel van de serie leest goed weg. Een aantal Joodse onderduikers moet naar Antwerpen worden vervoerd. De reis verloopt niet voorspoedig en er vallen doden, waaronder een priester. Een van de onderduikers, een rabbi, neemt aan het eind van het eerste deel noodgedwongen de plaats in van de gesneuvelde priester. Fred de Heij tekent aards en bonkig zoals gebruikelijk en dat past goed bij deze belevenissen van het polderverzet. Juist daarom storen de pretenties. Blijkbaar hadden we meer moeten lezen dan we nu te zien krijgen. Het aansluitend tekstgedeelte achter de strip is interessant als het over de totstandkoming van het verhaal gaat. Maar het wekt ook irritatie omdat krampachtig diepgang wordt benadrukt die in de strip zelf niet wordt gerealiseerd. Door van Haas meer te hebben willen maken dan het is, doen de makers zichzelf te kort. Ambacht is geen kunst. Waarom zou het ook. Haas – de weg terug is geen modderschuit. Een vlag is dan ook nergens voor nodig.  Jef Nieuwenhuis

tekst dat vereist, gaan de tekeningen over in zwart-wit. Op die manier weet hij bij elke scène de juiste sfeer te creëren. Nietzsche is een mooi maar ook een moeilijk boek. Nietzsches leven wordt niet van geboorte tot dood verteld, maar de auteurs springen heen en terug door de tijd. Daarnaast wisselen ze realiteit en droombeelden af. Bovendien bevat het boek nauwelijks achtergrondinformatie over de persoon Nietzsche en zijn werk. Wie onvoorbereid begint te lezen in Nietzsche, loopt daarom het gevaar de draad halverwege of al eerder kwijt te raken. Onfray veronderstelt dat de lezer van dit boek bekend is met Nietzsche en zijn werk. Wie dat niet is, doet er goed aan zich eerst voor te bereiden en pas daarna aan het boek te beginnen. Dan staat hem een boeiende ervaring te wachten.  Hans Pols

11


Laatste Oordeel Karakterstudie in losse gags Wilson (Daniel Clowes) Uitg. Oog&Blik/De Bezige Bij; 80 p.; kleur; harde kaft; € 19.90

Daniel Clowes geldt al jaren als hét wonderkind van de Amerikaanse strip. Zijn kwaliteiten zijn echter omgekeerd evenredig aan zijn productietempo. In zijn meer dan twintig jaar omspannende carrière publiceerde hij naast tientallen korte verhalen slechts vier stripromans. Maar wel stuk voor stuk van uitzonderlijke kwaliteit: Like a Velvet Glove Cast in Iron, Ghost World, David Boring en Ice Haven. Die laatste dateert alweer uit 2005. Geen wonder dat liefhebbers reikhalzend uitkeken naar zijn nieuweling Wilson. Helaas is Wilson niet van hetzelfde kaliber als de voorgaande boeken van Clowes. De kracht van zijn andere strips is dat ze onderhuids broeien. Er schrijnt altijd iets. Zijn hoofdpersonen zijn stuk voor stuk hoogst onsympathieke losers die echter medelijden weten op te roepen door hun machteloosheid. In Wilson is de gelijknamige hoofdpersoon een zeldzaam irritante vrijgezel van middelbare leeftijd. Zijn baanloze bestaan vult

Surrealistische antioorlogsstrip De wachters 1: Juli/augustus 1914, mannen van staal (Enrique Breccia & Xavier Dorison) Uitg. L; 64 p.; kleur; harde kaft; € 18,95

De 65-jarige Argentijn Enrique Breccia komt uit een waar stripnest. Zijn vader was de fameuze Alberto Breccia, wiens baanbrekende werk helaas amper in het Nederlands is vertaald, zoals Mort Cinder, Rapport sur les aveugles, Perramus en enkele bewerkingen van Edgar Allen Poe-verhalen. En ook zijn jongere zussen Cristina en Patricia werden stripmaker. Zelf werd Enrique Breccia bekend om zijn felrealistische, uiterst gedetailleerde tekenstijl. In het Nederlands verscheen in 1991 alleen de historische conquistadores-strip Aguirre. Voor de serie Wachters werkt hij samen met scenarist Xavier Dorison (bekend van onder andere W.E.S.T., Het derde testament en de XIII-spin-off De mangoest). De reeks speelt zich af in de Eerste Wereldoorlog. Hoofdpersoon is de gefrustreerde kolonel Mirreau, die vlak voor de oorlog een prestigieus project heeft moeten afblazen. Daarbij werden soldaten omgebouwd tot schier onverwoestbare vechtmachines met stalen ledematen. Helaas werkten de half-robots slecht, omdat hun batterijen te snel leeg waren. Maar als de pacifistische wetenschapper Gabriel Féraud een radiumbatterij uitvindt, denkt Mirreau de oplossing gevonden te hebben. De net uitgebroken loopgravenoorlog, met onnoemelijk grote verliezen aan Franse kant, maakt dat het oude project nieuw leven wordt ingeblazen. Door een samenloop

12

hij met verongelijkt zijn en anderen lastigvallen. Na de dood van zijn vader zoekt hij contact met zijn ex-vrouw, een al even onsympathieke psychiatrisch gevalletje. Dan ontdekt hij dat hij mogelijk de vader van haar dochter is, die na de geboorte is afgestaan ter adoptie. Wilson heeft ineens een doel in zijn leven gevonden. De structuur van Wilson doet denken aan Ice Haven: Clowes vertelt een groter verhaal in heel veel korte verhaaltjes met afgeronde scènes. In Wilson doet hij dat in de vorm van tientallen éénpagina-gags. Elke gag is in een andere tekenstijl gemaakt, zodat ze in eerste instantie niet op elkaar lijken aan te sluiten. Hoewel de afzonderlijke gags een doorlopend verhaal vertellen, komt de karakterstudie van Wilson door de gekozen vertelstructuur niet helemaal uit de verf. De opbouw van de gags is te eenzijdig. Vrijwel elke gag eindigt met een opmerking van Wilson die alles wat hij eerder op de pagina betoogde weer onderuit schopt. Daardoor blijft hij niet meer dan een bloedirritante zeikerd. In tegenstelling tot de hoofdpersonages in Clowes’ voorgaande boeken roept Wilson nergens sympathie op. Dat maakt het boek een stuk ééndimensionaler dan had gekund. Wilson is zeker geen slecht boek. De structuur van het boek is uiterst origineel en blijft boeien tot aan de laatste pagina. Toch sla je de strip daarna enigszins teleurgesteld dicht. Hij kruipt niet onder je huid, zoals het eerdere werk van Clowes. Daardoor ben je Wilson na lezing helaas al verrassend snel weer vergeten.  Hans van Soest van omstandigheden wordt de arme Féraud zelf tot proefkonijn. De wachters is een surrealistische oorlogsstrip die gedeeltelijk is geïnspireerd op de anti-oorlogsfilm Johnny Got His Gun (gebaseerd op het boek Stiltewoorden van Dalton Trumbo), waarin de hoofdpersoon al zijn ledematen, zijn gezichtsvermogen en zijn gehoor verliest. Mede door de overdadige arceringen van Breccia ademt het boek de sfeer uit van de politiek geëngageerde Voorbijganger-strips die Enki Bilal eind jaren ’70 maakte. Met dat verschil dat De wachters veel rauwer is in het tonen van de gruwelen van de oorlog. De tekeningen van Breccia slokken door hun detaillering zo veel aandacht van de lezer op, dat het leestempo er enigszins onder te lijden heeft. Daarentegen beelden diezelfde tekeningen vol verwrongen poses de waanzin van de oorlog erg goed uit. De wachters stijgt daarmee uit boven de middelmaat.  Hans van Soest


Laatste Oordeel Na vijftien jaar nog altijd grensverleggend Jimmy Corrigan, de slimste jongen ter wereld (Chris Ware) Uitg. Oog & Blik/De Bezige Bij; 380 p.; kleur; harde kaft; € 34,90.

Elk medium kent zijn pioniers en onderzoekers. De duwers en trekkers die grenzen verleggen en ogen openen. Maar de tijdgeest is meedogenloos. Wie een decennium later niet bij het oud vuil wil belanden, moet meer bieden dan louter technische hoogstandjes. Vorm en inhoud zullen hand in hand moeten gaan. Een kolfje naar de hand van Chris Ware. Al in de eerste exemplaren van zijn eigen tijdschrift The ACME Novelty Library liet hij zien dat de beeldtaal van de strip veel meer mogelijkheden biedt dan iemand tot dan toe voor mogelijk had gehouden. Wares typografische experimenten en magnifieke paginacomposities, verpakt in een barokke en tevens strak gestileerde vormgeving, maakte zijn werk tot ver buiten de stripgrenzen populair. (Het beste overzicht van dit werk is zonder twijfel het rode boek, The ACME Library of Novelty. Of in het kort: The ACME Novelty Library Final Report to Shareholders and Saturday Afternoon Rainy Day Fun Book.) Omdat Ware in die beginperiode zijn stortvloed aan ideeën de vrije loop liet, viel er weinig samenhang in zijn werk te ontdekken. Chris Ware kreeg de naam een auteur te zijn van prachtige, maar onbegrijpelijke strips. De loftuitingen op de voorpublicaties van Jimmy Corrigan betroffen dan ook steevast het tekenwerk. Met de gebundelde en geredigeerde uitgave van Jimmy Corrigan, the Smartest Kid on Earth, in 2000 verschenen bij Pantheon, was het eindelijk mogelijk om het hele verhaal in één ruk uit te lezen. Pas toen bleek dat Chris Ware niet alleen een begaafd tekenaar is, maar ook een uitmuntend schrijver. Het is dit lijvige boek, dat nu door Oog & Blik/De Bezige Bij vertaald is. Jimmy Corrigan is een eenzame, kleurloze veertiger. Hij slijt zijn dagen werkend in een cubicle, bekwaamt zich in dagdromen en zijn contact met de andere sekse beperkt zich tot de vele telefoongesprekken met zijn moeder. Op een dag neemt zijn vader contact met hem

Vermakelijke verhalen, maar geen geheel Slapend kasteel (Linda Medley) Uitg. Oog & Blik / Bezige Bij; 450 pl.; zwart-wit; harde kaft; € 29,90.

Slapend kasteel begint als een pastiche op het sprookje van Doornroosje, bevolkt door personages uit diverse andere sprookjes. Na vijftig pagina’s ontwaakt de prinses en gaat ze er vandoor met haar prins, de bevolking van het kasteel ontzet achterlatend. Daar eindigt elke overeenkomst met Doornroosje. Vele jaren later is het kasteel verlaten, op een paar heksen, bedienden en sprookjeswezens na en is het omgedoopt tot het slapend kasteel. Het zal niet de laatste keer zijn dat het verhaal op een geheel andere voet verder gaat. Linda Medley heeft een rijke fantasie en legt zich duidelijk niet graag vast op één verhaallijn. Ze houdt ervan om nieuwe personages te introduceren en uit te wijden over hun levensloop. Op een gegeven moment gaat dat zo ver, dat er een verhaal in een verhaal in een verhaal verteld wordt. Als lezer moet je opletten de draad niet kwijt te raken. Iets waar Linda Medley zelf niet helemaal in geslaagd is. Aanvankelijk vertelt zij over de wederwaardigheden van het kasteel en haar bewoners, maar zodra de eerste zijstapjes gezet zijn, vervalt het hoofdplot volledig. Dat is een probleem, want hoe vermakelijk de bizarre verhalen en hun excentrieke personages

op. De man verliet het gezin toen Jimmy nog een kind was en Jimmy aarzelt. Maar zijn vader nodigt zichzelf uit voor Jimmy kan weigeren. De twee ontmoeten elkaar en blijken weinig met elkaar overeen te hebben. Zo introvert als Jimmy is, zo ongeremd is zijn vader. Egocentrisch is hij ook. De lezer voelt weinig sympathie voor hem. Terwijl Jimmy en zijn vader elkaar leren kennen, wisselt Chris Ware hun verhaal af met de jeugd van Jimmy’s grootvader. Het is een moeilijke jeugd, met een tirannieke vader en pestende leeftijdsgenoten. Fantasie is voor opa Corrigan, net als voor Jimmy, zijn belangrijkste uitvlucht. Naarmate het boek vordert, begin je de overeenkomsten te zien tussen de drie generaties. Begin je te snappen hoe de persoonlijkheid van de één het resultaat is van de opvoeding door de ander. Chris Ware laat zien hoe onze handelingen gevolgen hebben voor de generaties na ons. Hoe iemands karakter niet alle (jeugd)ervaringen kan wegpoetsen en welke verantwoordelijkheid we daarom dragen. Het tekenwerk in Jimmy Corrigan is zoals we dat van Ware kennen. Hij experimenteert naar hartenlust met bladspiegels, sequenties, tijd, kaders, kleuren, teksten en typografie. Ware verrast de lezer continue, maar verliest hem nooit. Het is misschien wel zijn grootste verdienste:

de vorm zit de inhoud niet in de weg, maar vult hem juist aan, tilt hem naar een hoger plan. Niemand die eenzaamheid beter invoelbaar weet te maken dan Ware, dankzij de vele, kleine kaders, de herhaling en het kruipen van de tijd. Het is dan ook niet voor niets dat Chris Ware als één van de belangrijkste en meest invloedrijke stripmakers van de afgelopen twee decennia wordt gezien. En dat Jimmy Corrigan, de slimste jongen ter wereld vandaag de dag nog net zo indrukwekkend is als vijftien jaar geleden.  Sigge Stegeman ook zijn, als lezer houd je het gevoel dat je midden in een spanningsboog bent onderbroken. Het feit dat de hoofdlijn ook nooit meer voltooid wordt, doet daar geen goed aan. Ondanks deze tekortkomingen is Slapend kasteel best leuk om te lezen. Wie zich over het gebrek aan samenhang heen kan zetten en net als Medley vooral geïnteresseerd is in de avonturen van de personages, houdt er een prettig leesbare verhalenbundel aan over. Te meer daar de soepele tekenstijl van Linda Medley uitgesproken aaibaar is en zich uitstekend leent voor een vriendelijke, grappige en fantasierijke titel als Slapend kasteel.  Sigge Stegeman

13


Laatste Oordeel Ook solo zijn Lamelossers verrukkelijk leuk Victor & Vishnu: Text free (Jeroen Funke) Uitg. Catullus; 112 p.; zwart-wit; paperback; € 9,95 In de schaduw van mijn lul (Sam Peeters) Uitg. Oog&Blik/De Bezige Bij; 54 p.; kleur; harde kaft; € 17,50

Het auteurskwartet achter het stripcollectief Lamelos staat al jaren garant voor vrolijke stripjes vol visuele grappen en melige personages, waarvan Kaasheld en Poephoofd wellicht de bekendste zijn. Lamelos-auteurs Jeroen Funke en Sam Peeters kunnen echter ook zonder hun tekenmaatjes Boris Peeters (de broer van Sam) en Aleks Deurloo Dat bewijzen ze met hun soloprojecten Victor & Vishnu: Text free (Funke) en In de schaduw van mijn lul (Peeters). Het zijn twee albums die kwalitatief niet onder doen voor het Lamelos-werk. Victor & Vishnu bundelt enkele korte verhalen die Funke maakte bij vier tekenwedstrijden, waarbij de deelnemers binnen 24 uur een afgerond verhaal moesten inleveren. Het resultaat is een toonbeeld van Funkes kracht: geheel spontaan linksboven op de pagina beginnen met tekenen, je fantasie de vrije loop laten en rechtsonder met een rond lopend verhaallijntje eindigen. De tekstloze avonturen van Victor en Vishnu (de een is een soort vogel, de ander een soort beer) ademen een aanstekelijke vrolijkheid. In bijna elk plaatje krijgt het verhaaltje een andere wending, maar toch slaagt Funke er in om zijn vertelling volkomen begrijpelijk te houden. Hij doet dat met eenvoudige tekeningen die razendsnel op papier zijn gezet, maar die in al hun spontaniteit de lol van de verhaaltjes alleen maar verder benadrukken. Hier is een stripmaker aan het werk die het echt leuk vindt wat hij doet en dat is aan het album af te lezen.

Ontroerend verhaal over verlies Scherven (Erik de Graaf) Uitg. Oog & Blik/ De Bezige Bij;230 pl.; kleur; slappe kaft; € 29,90

Erik de Graaf maakte veel indruk met de trilogie Verzamelde herinneringen (20032004) waarin hij terugblikte op zijn jeugd in de jaren ’60 en ’70. In één klap had Nederland een eigen École Pigalle-adept. Zijn tekenstijl refereert aan het werk van kunstenaars als Dupuy en Berberian, Avril en Denis. In een effectieve stijl met een minimum aan kleur en details en een maximum aan zeggingskracht wist hij striplezend Nederland voor zich te winnen. In Scherven gaat hij verder terug in het verleden. Scherven is ook gebaseerd op herinneringen, maar dit keer zijn het niet de herinneringen van De Graaf zelf. Het ontroerende verhaal is gebaseerd op de belevenissen van een oom van hem. Het speelt zich grotendeels af in de meidagen van 1940, toen die oom als soldaat van het luchtafweergeschut verbleef bij De Graafs grootouders op een boerderij in de buurt van Rotterdam. In Scherven staat een groepje jonge vrienden centraal. Ze zijn rond de twintig als Nederland zijn neutraliteit moet opgeven en wordt bezet door het Duitse leger. Twee van hen zijn Victor en Esther, die verkering met elkaar hebben. Victor wordt opgeroepen voor het leger en als hij weken later terugkeert, is Esther verdwenen. Victor vreest dat hij haar nooit meer

14

In de schaduw van mijn lul is een veel geconstrueerder verhaal dan Victor & Vishnu. Sam Peeters (in het dagelijks leven docent aan de Groningse kunstacademie Minerva) heeft zichtbaar nagedacht over wat hij wilde gaan vertellen en hoe hij het zou vormgeven, alvorens hij begon met tekenen. De wat studentikoze titel van het boek maskeert helaas de kwaliteit ervan. Die is vele malen hoger dan de argeloze koper in de stripwinkel zou vermoeden. In een tekstloze vertelling zoomt Peeters in op een hele reeks personages wier absurde belevenissen knap met elkaar verbonden worden. Moeiteloos laat Peeters de ene visuele anekdote in de andere overvloeien. Daarbij geeft hij enkele personages echt een ziel mee. Het merendeel van de figuurtjes in In de schaduw van mijn lul is ongelukkig, waardoor hun belevenissen niet alleen grappig zijn maar af en toe ook licht schrijnen. Peeters hanteert een strak gestileerde tekenstijl die gecontroleerder is dan veel van het vertrouwde Lamelos-werk. Beeldverhalen in optima forma die nieuwsgierig maken naar meer soloprojecten van de Lamelos-boys.  Hans van Soest terugziet. Een andere vriend van het groepje is Chris, een jongen die slechts een paar dagen van de Tweede Wereldoorlog zal meemaken. Op 4 mei 1946 bezoekt Victor Chris’ graf. En daar op het kerkhof ziet hij Esther na jaren weer terug. Hij heeft haar veel te vertellen en daarmee neemt dit verhaal een aanvang. Wie aan deze vertelling begint met het idee dat het zoveelste verhaal over de Tweede Wereldoorlog nauwelijks nog boeiend kan zijn, heeft het mis. Met ogenschijnlijk simpele tekeningen, goed gekozen scènes en een sober maar efficiënt gekozen kleurenpalet trekt Erik de Graaf je het verhaal in en hij weet je aandacht vast te houden tot aan het einde van het eerste deel van een tweeluik over verlies; het verlies van vrienden, het verlies van vrijheid en het verlies van onschuld…  Hans Pols


Laatste Oordeel Verspilde moeite Peppino Impastato. Een nar tegen de maffia (Marco Rizzo, Lelio Bonaccorso) Uitg. Silvester; 68 pl. + 40 p. extra materiaal; zwart-wit.; hk.; € 15,95.

Je hebt van die boeken waarbij het liefde is op het eerste gezicht. Een pakkend onderwerp, mooie tekeningen, veel extra’s en een verzorgde uitgave. Een laaiend enthousiaste recensie lijkt onafwendbaar. Zo’n boek is Peppino Impastato. Maar tijdens het lezen bekoelt het enthousiasme al snel. Alle beloftes ten spijt, gaat Peppino helaas met de tanden hard het grind in. Het boek vertelt het waargebeurde verhaal van Peppino Impastato, een Siciliaanse radiopresentator die in 1978 door de maffia uit de weg werd geruimd. Aanleiding was een satirisch hoorspel waarin hij de plaatselijke politici en kopstukken van de maffia belachelijk maakte en hun smerige zaakjes uit de doeken deed. Dat was een hard gelag. Niet alleen omdat dergelijk openlijk verzet in die tijd nogal ongebruikelijk was, maar ook omdat Peppino deel uitmaakte van een belangrijke maffiafamilie. Eén van de mensen die hij elke uitzending door het slijk haalde was zijn eigen oom. De moord op Peppino was gruwelijk, het politie-onderzoek een aanfluiting en de conclusie ervan (een terroristische aanslag) een gotspe. Het schudde de Siciliaanse bevolking wakker en maakte dat een grote groep mensen zich ging verzetten tegen de praktijken van de maffia. Scenarist (en onderzoeksjournalist) Marco Rizzo heeft voor louter sleutelscènes gekozen om zijn verhaal te vertellen. Dat betekent dat in elke scène nieuwe personages worden geïntroduceerd en dat je de meeste van hen ook maar één keer te zien krijgt. Tijd voor enige karakterontwikkeling is er dus niet. Te meer daar Rizzo de scènes uiterst kort houdt en het grootste deel ervan vult met teksten van het hoorspel. Dat overigens volkomen onnavolgbaar is, door de stortvloed aan – voor verreweg de meeste lezers – onbekende namen en anekdotes. Als er al een poging wordt gedaan om personages wat vlees op de ribben te geven, dan gaat het vreemd genoeg steevast om bijfiguren. Dat leidt tot extra verwarring en levert geen enkele bijdrage aan het verhaal.

Tot overmaat van ramp maak je bij elke scène ook nog eens een fikse sprong in de tijd. Soms vooruit, soms achteruit. Al na een paar pagina’s ben je als lezer de draad dan ook volledig kwijt. De frustratie over deze gemiste kans wordt nog groter zodra je de extra’s begint te lezen. Om te beginnen het nawoord van Rizzo zelf. Daarin etaleert hij alle bovenstaande gebreken als verdiensten, in de veronderstelling dat hij het verhaal hiermee diepgang heeft weten te geven. Daarop volgen een chronologische opsomming van gebeurtenissen, een artikel en twee interviews waarin vooral duidelijk wordt hoeveel er in de strip niet verteld wordt. Tot overmaat van ramp overlappen deze extra’s met elkaar en met de strip. De lust tot doorlezen vergaat daardoor al snel. Dat betekent dat er 40 kostbare pagina’s verspild zijn, die gebruikt hadden kunnen worden voor de strip. Al is het de vraag of Rizzo en Bonaccorso daarin zouden kunnen goedmaken wat ze in de huidige 68 platen al niet gelukt is. Het is mogelijk dat menig Siciliaan dit verhaal met instemmend geknik gelezen heeft. Maar voor lezers uit Nederland en België, die niet bekend zijn met deze geschiedenis, is er helaas geen touw aan vast te knopen. En dat mogen Rizzo en Bonaccorso zich aanrekenen.  Sigge Stegeman

Zeker Lezen De anatomische les van McCloud De onzichtbare kunst – understanding comics (Scott McCloud) Uitg. Strip Turnhout uitgaven; 215 pl.; zwart-wit; harde kaft; € 18,00

In 1993 verscheen in Amerika het baanbrekende striptheoretische werk Understanding comics van stripmaker Scott McCloud. Eindelijk is door de organisatoren van het jaarlijkse festival Strip Turnhout een Nederlandstalige uitgave gerealiseerd. Voor deze publicatie in 1993 was McCloud in Noord-Amerika

al een gekend stripacteur. Zijn praktische ervaringen in het medium hebben in belangrijke mate bijgedragen aan de toegankelijkheid van dit standaardwerk. De kracht van De onzichtbare kunst zit namelijk in de vormgeving. In plaats van diepgravende teksten te schrijven waarin hij theorieën en wetmatigheden uiteen zet, doet McCloud waar het kunstvorm om vraagt: hij verbeeldt. De onzichtbare kunst leest als een strip. In heldere tekeningen voert de stripmaker zichzelf ten tonele om in tekstballon en beeld uit te leggen hoe het menselijk oog en het menselijk brein een tekening of een opeenvolging van tekeningen ‘lezen’. Het logische vervolg daarop is dat hij daarna laat zien hoe en stripmaker daar mee om kan gaan of er op kan anticiperen. Op die manier legt McCloud alle aspecten van het beeldverhaal op een vanzelfsprekende en toegankelijke manier uit. Uitstapjes naar de kunst of de beeldoorsprong van de letters worden niet geschuwd en komen logisch voort uit de ontleding van de stripkunst. Met behulp van de door hem gekozen vorm, lukt het McCloud de visuele en technische aspecten van het stripmaken uitputtend en toch steeds toegankelijk aan de orde te stellen. Daarom hoeft hij geen enkel onderwerp te schuwen en gaat soms behoorlijk ver in zijn theoretische onderbouwing van zijn betoog. Daarnaast laat hij ook de meest basale aspecten van de strip aan de orde komen. In een logische ordening vaart hij op die manier steeds verder de schatkamer van het stripambacht/de stripkunst binnen en fileert het medium als het menselijk lichaam in een anatomisch lesboek. De onzichtbare kunst is een heldere uiteenzetting van het ambacht en een ode aan de kunst.  Jef Nieuwenhuis

15


Prikbord Willy Vandersteen-prijs De jonge Vlaming Brecht Evens is de winnaar van de eerste Willy Vandersteen-prijs. Evens krijgt de prijs voor zijn veelgeprezen boek Ergens waar je niet wilt zijn (zie ZozoLala 167), dat al in het Frans verscheen bij Actes Sud en binnenkort ook een Engelse vertaling krijgt bij Drawn&Quarterly. De prijs zal hem worden uitgereikt bij de opening van de Stripdagen Haarlem: 5000 euro en een tentoonstelling die zowel in Nederland als in Vlaanderen te zien zal zijn. De Willy Vandersteen-prijs is een nieuwe prijs die in het leven is geroepen door VlaamsNederlands huis de Buren in Brussel, in samenwerking met Strip Turnhout en Stripdagen Haarlem. De prijs is een bekroning van het volgens de jury beste Nederlandstalige album van de voorbije twee jaar, en zal afwisselend worden uitgereikt op een van de beide festivals. Het vervangt de Grand Prix van de Stripdagen Haarlem en de debuutprijs van de stad Turnhout. De jury prijst Ergens waar je niet wilt zijn, omdat Evens’ zoektocht naar grafische vernieuwing, de drang om te experimenteren met alternatieve technieken nergens de leesbaarheid in de weg zit’.  HvS

In Memoriam

Kees Kousemaker (1942-2010) Toen Kees Kousemaker in 1968 de eerste stripspeciaalzaak van Europa opende in Amsterdam, kon hij nog niet vermoeden dat zijn winkel Lambiek na meer dan veertig jaar misschien wel de oudste nog bestaande stripwinkel ter wereld zou zijn. Kousemaker droeg niet alleen daardoor bij aan de ontwikkeling van de Nederlandse stripcultuur. Hij organiseerde exposities,

Chris Ware Dit voorjaar verscheen eindelijk Chris Wares hedendaagse klassieker Jimmy Corrigan. De slimste knaap ter wereld in Nederlandse vertaling. De Amerikaanse veertiger verlegt nu al twee decennia lang de grenzen van het beeldverhaal. Een van zijn bewonderaars is Duistere steden-scenarist Benoît Peeters. Die ging met Ware een lang tweegesprek aan en schreef met publicist Jacques Samson in het Frans een boekje vol over de wondere werken van de Amerikaan: Chris Ware, la bande dessinée réinventée (Lesimpressionsnouvelles.com). Nog meer achtergronden over de schepper van Jimmy Corrigan zijn te vinden in de recente Engelstalige essaybundel The Comics of Chris Ware. Drawing Is a Way of Thinking, samengesteld door de Amerikaanse literatuurwetenschappers David M. Ball en Martha B. Kuhlman (University Press of Mississippi).   TD

Bill Watterson Alleen al de titel van de strip brengt bij hele volksstammen een glimlach om de lippen: Calvin & Hobbes. Bill Wattersons krantenstrip over een fantasievol jongetje en zijn speelgoedtijger, die hij tussen 1985 en 1995 maakte, was al kort na verschijnen een geheide klassieker. Watterson zelf hield nadrukkelijk afstand tot de commercie en de media. Hij trok ook heel welbewust – en tot verdriet

Chris Ware

haalde buitenlandse auteurs naar Nederland en zijn winkel was een ontmoetingsplek voor Nederlands talent dat elkaar bekruisstuifde. Daarnaast droeg hij bij aan de geschiedschrijving van de strip door zijn striplexicon Wordt Vervolgd en de internetencyclopedie Comiclopedia. Met het heengaan van Kousemaker is een belangrijke gangmaker van de stripcultuur binnen en buiten Nederland heengegaan.

van velen – op het hoogtepunt de stekker uit zijn creatie en stopte geheel met het maken van strips. De man zelf bleef al die tijd een mysterie. Voor schrijver Nevin Martell was Watterson daarom de J.D. Salinger van de stripwereld. Ruim tien jaar na het stoppen van de strip zette Martell zich aan een zoektocht naar de man achter Calvin & Hobbes. Het resultaat van zijn omzwervingen verscheen dit voorjaar onder de titel Looking for Calvin and Hobbes. The Unconventional Story of Bill Watterson and His Revolutionary Comic Strip (Nevinmartell.com).  TD

In Memoriam

Frank Frazetta (1928-2010) Frank Frazzetta (met twee z’s, zoals hij oorspronkelijk heet) begon zijn carrière al op 16-jarige leeftijd bij diverse Amerikaanse stripsyndicaten. Hij werkte in de jaren ’40 voor diverse avonturenseries als White Indian, The Shining Knight en Thun’da, King of the Congo. Jarenlang assisteerde hij Al Capp bij zijn krantenstrip L’íl Abner, werkte met Harvey Kurzman aan Little Annie Fannie en maakte nog diverse horrorstrips voor Eerie, Creepy en Vampirella, alvorens hij zich in de jaren ’60 toelegde op illustratiewerk. Hij verwierf bekendheid met zijn heroïc fantasy-schilderijen die onder andere werden gebruikt als omslag voor de Conan-boeken. Zijn schilderijen stelde hij tentoon in zijn eigen museum in East Stroudsburg, Pennsylvania. Duitse stripkrimi’s Met De meesterspion maakt Isabel Kreitz deze zomer haar Nederlandse boekdebuut. De Duitse veertiger is al haar halve leven als stripmaker actief. Momenteel werkt ze samen met toneelschrijver Peer Meter, die eerder dit jaar als stripscenarist debuteerde met de historische thriller over een seriemoordenares in 19e-eeuws Bremen Gift. Samen met Kreitz maakt Meter opnieuw een historische thriller over alweer een seriemoordenaar: Fritz Haarmann, begin vorige eeuw actief (ook als kannibaal) in Hannover. Oktober dit jaar zal het album verschijnen bij de Duitse uitgeverij Carlsen. Meer achtergronden, ook over de kinderstrips die Meter samen met Nicola MaierReimer en Julia Briemle in voorbereiding heeft, zijn te vinden op: Peermeter.de.   TD

16


Prikbord stripjes in zwart-wit. Voor deze luxueuze uitgave werden die afgedrukt op een door Jetty geschilderde achtergrond. Het resultaat is een mooi boek op groot formaat dat vooral Maartens vakbroeders en andere mensne die zijn geïnteresseerd in architectuur zal aanspreken. Het boek is te bestellen via de boekhandel (ISBN 978-90-814739-1-0) of door een mailtje te sturen naar de uitgever ATLJmin2@min2. nl. De prijs is € 22,50.  HP

In Memoriam

Philippe Bertrand (1949-2010) Philippe Bertrand is 16 mei overleden. De Franse stripauteur is vooral bekend geworden met zijn erotische werk. Hij begon zijn loopbaan als cartoonist en legde zich al snel toe op meer persoonlijk werk, waarin de esthetiek van de tekeningen centraal stond. Het bekendste voorbeeld is de reeks Linda aime l’art. Bertrands werk vol strakke lijnen, geometrische vormen en pasteltinten vond in de jaren ’80 veel weerklank bij generatiegenoten als Jacques de Loustal.

Bij koopt oog Eind april werd bekend dat De Bezige Bij uitgeverij Oog&Blik heeft overgenomen. In 2009 gingen beide uitgevers al een alliantie aan bij de uitgave van nieuwe titels. Oog&Blik werd in 1992 opgericht door Joost Swarte en Hansje Joustra en bouwde sindsdien een interessant fonds op. Met de uitgave van wat tegenwoordig literaire strips worden genoemd, wist Oog&Blik zich te onderscheiden van andere stripuitgevers. Uitgever Robbert Ammerlaan van de Bezige Bij, Swarte en Joustra hebben de ambitie om uit te groeien tot de meest toonaangevende uitgever

Agenda Evenementen: Het tweejaarlijkse Stripdagen Haarlem vindt plaats in het weekeinde van 4, 5 en 6 juni. Een belangrijk thema is dit keer Oost-Europese strips. Aanwezige auteurs zijn onder anderen Chris Ware, Charles Burns en Mezzo&Pirus. Zie voor alle info: www.stichtingbeeldverhaal.nl. Het blad Menner houdt op het Rotterdamse eiland onder de Van Brienenoordbrug een stripbeurs en wel op zondag 6 juni. Zie: www.freewebs.com/mennerstripbeurs. In de Rijnhal te Arnhem wordt voor het weekeinde van 26 en 27 juni de verzamelaarsbeurs Strip Spektakel 2010 georganiseerd. Zie voor alle informatie: www.pl-strips.nl

van literaire beeldverhalen in Nederland. Vooralsnog is het de bedoeling dat titels die tot nu toe alleen bij Oog&Blik verschenen en niet bij de gezamenlijke imprint Oog&Blik/De Bezige Bij, zoals de western Bouncer, blijven verschijnen.  HP

Worstelende architect Zes jaar lang werkten Maarten Min en zijn vrouw Jetty aan Autobiografie, een verzameling met vijftig korte strips waarin Maarten vertelt over zijn worsteling om een plek te vinden in de Nederlandse architectuurwereld. Hij maakt de losjes op Little Nemo gebaseerde Schrijf in je agenda voor zondag 4 juli (en niet 6 zoals we in de vorige ZozoLala abusievelijk vermeldden): het Stripfestijn in Dordrecht, dit keer in Het Hof. Het mini-festijn staat in het teken van graphic novels, uitgevers als De Bezige Bij en Bris zijn aanwezig met tekenaars Zie: www.stripwinkel-sjors.nl of www.dordtseboekenmarkt.nl. Van 21 juli t/m 8 augustus kun je in Middelkerke terecht voor het jaarlijkse stripfestival. Centraal staat dit keer de reeks Suske & Wiske die 65 jaar bestaat. In de stad zijn decors uit de strip nagebouwd. Zie: www.stripbdmiddelkerke.be.

Exposities: In het Brusselse stripcentrum is nog tot 29 augustus de tentoonstelling De droomwereld

van Tove Jansson te zien. Tevens loopt er t/m 20 juni de expositie Bing met werk van studenten van de stripopleiding van het Sint-Lukas in Brussel en de nieuwe stripopleiding ArtEZ in Zwolle. Zie: www.stripmuseum.be. Nog t/m 5 september loopt in het Groningse stripmuseum een overzichtstentoonstelling van het werk van Jan Kruis, naar aanleiding van de Marten Toonderprijs die hij eerder dit jaar ontving. Zie: www.stripmuseum.nl. In het Haagse Museon is nog tot en met september de tentoonstelling Achter de Kawat te bezichtigen. Charles Burki maakte een getekend verslag van het leven in een Japans gevangenenkamp in de Tweede Wereldoorlog. Uitgeverij Xtra bracht het onlangs uit in boekvorm. Zie: www.museon.nl.

17


Stripvoorspelling Dit overzicht van te verschijnen strips is gebaseerd op door de uitgevers aangeleverde informatie. Ondanks de zorgvuldigheid waarmee het wordt samengesteld, komt het regelmatig voor dat de boeken in werkelijkheid pas later verschijnen. Houd voor de meest actuele informatie de webstekken van de uitgeverijen in de gaten. Achter elk album staan de prijs (in euro’s),de uitvoering (slappe kaft/harde kaft) en de geplande maand van verschijning vermeld. Het cursieve commentaar is van de ZozoLala-redactie. Aanvullingen zijn van harte welkom op stripvoorspelling@zozolala.com.

Te verschijnen in juni, juli en begin augustus 2010

Catullus — www.catullus.nl Flo 4: De dagelijkse druk (De Goede) 9,95; sk.; jun. Fokke en Sukke aan het werk (Van Tol/ Reid/Geleinse) 12,50; hk.; aug. De beste

kantoorgrappen.

Ik, God en mijn oma (Kuyvenhoven) 11,95; sk.; jun. Edith Kuyvenhoven debuteert met deze

autobio graphic novel.

In het wild (Suvaal) 19,95; sk.; jun. Erwin

Suvaal als fotograaf. Portretten van stripmakers.

Jaren van de olifant 2: De Leveling (Linthout) sk. Waarin Linthout de verhalen

van anderen vertelt die een kind verloren.

Ype + Willem 2: Typisch (Driessen) sk.

12 bis — www.12bis.com

Daedalus — www.uitgeverijdaedalus.be

De laatste der Katharen 1 (Lambert/ Delalande) 15,95; hk.; jun. Een lange bloedige nacht: Eerste bedrijf (Bedouel/Bollée) 15,95; hk.; jun.

Albatros 3: Fluisterende zielen (Vincent) 16,95; hk.; jul. Einde van de trilogie. Codex Angélicus 3: Thomas (Bourgouin/ Gloris) 16,95; hk.; jul. Einde van de trilogie. Genetiks 1 (Ponzio/Marazano) 19,95; hk.; jul. Farmaceutische thriller. De onthoofde arenden bundel 3 (Pellerin/ Kraehn) 9,95; hk.; jul. Bevat het vijfde en zesde

Atlas — www.uitgeverijatlas.nl Reynaert de vos (Legendre/Broens) 22,50; sk.; jun. Onderdeel van een ambitieus project t.g.v.

750 jaar Reynaert waarbij het historische epos op verschillende manieren wordt verteld. Verstripping door de maker van Wachten op een eiland.

Ballon — www.balloonbooks.be Jommeke 251: Schattenjagers in Bokrijk (Nys) 4,95; sk.; jun.

deel. Deel 3 en 4 verschijnen tegelijkertijd als afzonderlijke uitgaven. Verloren brood 1 (Lax) 19,95; hk.; jul. Over de begindagen van de wielersport. Opvolger van De teenloze adelaar.

De verschrikkelijke paus: Della Rovere ( Theo/Jodorowsky) 15,95; hk.; jul. Spin-off van

de serie Borgia.

Bonte — www.bonte.be

Dargaud — www.dargaud.com

Lou Smog 7: Misdaad op misdaad (Van Linthout) 10,00; sk.

Het bloed van de Porphyres 4: Hermine (Parnotte/Balac) 8,95; sk.; jun. Slot van deze

Bries — www.bries.be

Grand Prix 1: Renaissance (Marvano) 13,50; hk.; jun. Start van historische trilogie over de

Hunker bunker 2: Blijven oefenen, schat! (Reinhart) 12,00; sk.; jun. De man die zijn baard liet groeien (Schrauwen) 19,95; sk.; jul. Opvolger van

Olivier Schrauwens alom bejubelde debuut My Boy.

Playin’/ Smilin’/ Cookin’/ Fightin’ (Pacquet) 19,95; sk.; jun. Vier verhalen over jazz en jazz-

muzikanten gepresenteerd als dubbele EP.

Spekkie Big in een parrallellepipedumuniversum (Van der Holst) 5,00; sk.; jun.

Casterman — www.casterman.com Brussel city guide (Schuiten/Coste) 17,50; sk.; jun. De ultieme reisgids voor een (lang)

weekend Brussel – of althans met ultieme stadsbeelden van Duistere Steden-tekenaar en Brusselaar François Schuiten.

De grote slachting (Tardi/Verney) 19,50; hk.; jun. Loopgravenoorlog voor gevorderden:

langverwachte nieuwe strip van Tardi over de Eerste Wereldoorlog.

De killer 8: De natuurlijke orde der dingen (Jacamon/Matz) 9,80; hk.; jun. Lefranc 21: De vervloeking (Taymans/Drèze/ Delperdange) 6,25; sk.; jun. Medea 2: De schat van Byzanthium Ersel/ Renot) 6,25/11,50; sk./hk.; jun.

18

familietragedie.

fascinatie van de nazi’s voor de autoracesport. Door de maker van De eeuwige oorlog.

Karaat 5: De zingende wasrol (Meynet/ Yann) 8,95; sk.; aug. Na vier jaar wachten een

nieuw tweedelig verhaal. Karaat 6 kunnen we nog in 2010 verwachten.

Metropolitan 1: Borderline (Bonneau/ Bonneau) 6,50; sk.; aug. Ambitieus debuut

van twee broers.

Namibia 1 (Marchand/Leo/Rodolphe) 6,50; sk.; jun. Nieuwe vijfdelige reeks uit de koker

van Leo en Rodolphe die aansluit op de Kenya-cyclus

Op zoek naar de tijdvogel - Voor de zoektocht 3: De weg van de jager (Mallié/ Loisel/Letendre) 8,95; sk.; jun. De schorpioen 9: Het masker van de waarheid (Marini/Dufaux) 6,50; sk.; aug. Witte tijgerin 7: Parijs zien en sterven (Conrad/Wilbur) 6,50; sk.; jun.

Dark Dragon Books — www.darkdragonbooks.com Conan 5 (Busiek/Nord) 17,95; hk.; jul. Hercules 1: De Thracische oorlogen ( Wijaya/Moore) 17,95; hk.; jul. Legendes van Conan 1 en 2 (Busiek/Ruth) 17,95; hk.; jun.

Dupuis — www.dupuis. com Alleen 5: In het oog van de maalstroom (Gazzotti/ Vehlmann) 6,50; sk.; aug. Slot van

de eerste cyclus.

Aria 32: De nieuwe duivel (Weyland) 6,50; sk.; jun. Guust Flater: De biodiversiteit volgens Flater (Franquin) 6,50; sk.; jun. Een selec-

tie groene grappen ter gelegenheid van Wereldmilieudag.

High security 5: De schaduw van Ezekiel (Gihef/Calledé) 6,50; sk.; aug. Rataplan 19: Blunders 9 (Janvier/Fauche/ Lethurgie) 6,50; sk.; jun. Robbedoes en Kwabbernoot (Franquin) 32,00; hk.; jun. Herdruk van het legendarische

eerste Robbedoes-album van Franquin uit 1947.

Rose uit Elisabethville (Séraphine) 14,50; hk.; jun. Sarah 2: De kinderen van Salamanca (Raffaele/Bec) 6,50; sk.; aug. Een vrijmoedige zomer 2 (Pellejero/Lapiere) 14,50; hk.; aug.

Glénat — www.glenat.com Black cat 9: De slag om het oude kasteel ( Yabuki) 7,50; sk.; jun. Dragonball ultimate edition 8 (Toriyama) 11,75; sk.; jun. Gals 9 (Fujii) 7,50; sk.; jun. Hoshin 9: De keuze van de prins (Fujisaki) 7,50; sk.; jun. De Katamarom 40: De Verstekelingen (Gos) 6,95; sk.; jun. Levenslijnen 4: Paranoia (Hulet/Mangin) 14,50; hk.; jun. Levenslijnen 5: Het spook (Espé/Corbeyran) 14,50; hk.; jun. One piece 13: Alles in orde (Oda) 7,50; sk.; jun. Reiziger 10: Verleden 3 (Siro/Stalner/ Boisserie) 14,50; hk.; jun. Vorstenbloed 1: Goddeloze bruiloft (Liu/ Jodorowsky) 15,50; hk.; jun.

Kana — www.mangakana.com/nl Bleach 11 (Kubo) 6,95; sk.; jun. Bleach 12 (Kubo) 6,95; sk.; aug. Nana 14 (Ayazawa) 6,95; sk.; jun. Naruto 23 (Kishimoto) 6,95; sk.; jun. Shaman king 23 (Takei) 6,95; sk.; aug. Yu-gi-oh! (Takahashi) 6,95; sk.; jun.

L — www.uitgeverijl.nl Amazones van Troy 1: Yquem de welwillende (Dany/Arleston/Melanyn) 8,90/16,90; sk./hk.; aug. Nieuwe uitbreiding van het Troy-

universum, getekend door niemand minder dan Dany.

Aya uit Yopougon 5 (Oubrerie/Abouet) 15,95; hk.; jul. Donjon monsters 3: Een kaart van groot


Stripvoorspelling

belang (Andreas/Sfar/ Trondheim) 14,95; hk.; aug. De langverwachte

Donjon-met-gasttekenaar met tekeningen van de maker van Rork en Arq.

De donkere toren 4: De val van Gilead (Isanove/Furth/David) 17,95; hk.; jul. Witte termiet 1: Wedergeboorte (Bianchini/ Santucci/Evangelisti) 8,90/16,90; sk./hk.; jul. Nieuwe SF reeks, met gelikt artwork dat doet

denken aan Liberatore en Corben

Lombard — www.lelombard.com Cassio 4: Het laatste bloed (Reculé/Desberg) 6,50; sk.; jun. Slot van de oudheid-thriller. Dokus de leerling 16: In beslag genomen (Godi/Zidrou) 5,95; sk.; aug. I.R.$. all watcher 3: Petra (Queireix/Desberg) 6,50; sk.; jun. Bob Morane 46: De tanden van de tijger 2 (Coria/Vernes) 6,50; sk.; jun.

Nouga — www.tombouden.be De geschiedenis van Tom Jones (Bouden/ Fielding) jun. Stripversie van de Engelse

romanklassieker. Oorspronkelijk gemaakt voor uitgeverij Atlas. Nu in eigen beheer uitgebracht door Tom Bouden.

Oog & Blik/De Bezige Bij — www. oogenblik.nl Beestjes 2: Er staat een paard in de gang (Schwantz) sk. Blast (Larcenet) Bouncer 7 (Boucq/Jodorowsky) hk.

Niet aangekondigd toch verschenen Antichrist 1: Goede wil en trouw (Aleksic/ Falba) Saga; 7,99/17,99; sk/hk. Ben Hur 1: Messala (Mitton) Saga; 19,99; hk. Bin Laden ontsluierd (Bercovici/Sifaoui) 12bis.com; 15,95; hk. Het boek van het lot 1: De eerste stap (Biancarelli/LeTendre) Saga; 17,99; hk. Nieuwe reeks op scenario van de schrijver

van Op zoek naar de Tijdvogel.

Box 3: Durf je? (Mounier) Saga; 7,99; sk. Draw & Shoot (Magito/Ceulemans) Jakari.be; 29,95. De bekende Nederlandse en Vlaamse

stripmakers waren de afgelopen maanden niet voor de lens weg te slaan: nog meer fotoportretten.

Haas 1: De weg terug (De Heij/Van Bavel) Don Lawrence Collection; 14,95; hk. WO

II-thriller getekend door de maker van Filo.

Hun verdiende loon (Lewis) BBNC; 9,95. artoons over de financiële crisis. C

Donker: Zuid-Afrika dagboek (Hartjes) Terug naar Johan (Van de Pol) De zoon van (De Poortere) hk. De maker van

Boerke werpt zich op Adolf H. jr.

Saga — www.sagauitgaven.be Ben Hur 1: Messala (Mitton) 7,99/19,99; sk./ hk.; jun. Taxi Molloy 1 (Chabert/Dimberton) 19,99; hk.; jun.

Sherpa — www.sherpa.nu Bijgedachten (Asker) hk. Nederlands boek-

debuut van de jonge Zweed Niklas Asker: Niklasasker.se. Blauwe pillen (Peeters) Psychologisch drama van de maker van Lupus. Hold-up (Mezzo/Pirrus) 24,95; hk. Thriller van de auteurs van De vliegenkoning.

Silvester — www.silvesterstrips.nl Arctica 3: De prehistorische passagier (Kovacevic/Pecqueur/Schelle) 16,95; hk.; jun. Bone 7: Spokenkringen (Smith) 19,95; hk.; jun. Dylan Dog 4 t/m 6 (Trigo/Sclavi) 9,95; hk. Michael Jackson – getekend (Diversen/ Céka) 29,95; hk.; jun. Lars! 2: Extra Lars (Lectrr) 8,95; sk.; jun. Mijn mama is in Amerika en ze heeft Buffalo Bill ontmoet (Bravo/Regnaud) In de schaduw van mijn lul (Peeters) Oog & Blik; 17,50. Onverbloemde tekstloze strip

van een van de leden van het grootgeschapen stripcollectief Lamelos.

In het land van Horus 3: Tiasatré of Het oordeel van Anubis (Dethan) Arboris; 7,95; sk. Kroniek der barbaren 1: De woede van de vikingen (Mitton) Saga; 17,99; hk. Sam Lawry 5: Vyshaya, Mera, Marina (Richez/Chetville) Saga; 7,99; sk. Dread MacFarlane 5: De zeeleeuw (Poinsot) Saga; 7,99; sk. Eddy Merckx, zo is er maar 1 (Buth) Worldstrips; 7,50. De 90 bekendste boeken voor mensen met haast (Lange) Kosmos; 10,00. Speeddaten met literaire klassiekers als

Misdaad en straf en A Clockwork Orange (op zich al een dun boekje).

Barack Obama ; Gewonetaal.nl; 14,95; sk. orte stripbio van de huidige Amerikaanse K

19,95; hk.; jun. Prachtige kinderstrip getekend

door de maker van Robbedoes: Dagboek van een fantast.

Okko 6: De cyclus van de lucht 2 (Hub) 16,95; hk.; jun. Prins Valiant 7: jaargangen 1949-1950 (Foster) 59,00; hk.; jun.

Standaard — www.standaard.com Jump 10: Vampieren van ketchup (Cambré) sk. Suske en Wiske 309: De watersater (Van Gucht/Morjaeu) sk. Urbanus 139: De ghostprutsers gaan verder (Linthout/Urbanus) sk. W817 - 23: Het ei van Fabergé (Swerts/ Vanas/Leemans) sk.

De vliegende Hollander — www. vaarmee.com 5 x 30 + 1: Ben ik dat (Jong & Frij) 9,95; sk.; jul. Wellicht bekend uit de Telegraaf. Check anders

de website: Jongenfrij.nl.

Sin City 3: De grote vuile moord (Miller) 14,95; sk.; jul. Umbrella Academy 1: De Apocalyps suite (Bá/Way) 17,50; sk.; aug. Superhelden voor de

21e eeuw geschreven door de zanger van rockband My Chemical Romance en getekend door het Braziliaanse talent Gabriel Bá.

gericht op beginnende lezers en dyslectici.

Omnipolis 3: Oud litteken (Geyser/Laine) Saga; 7,99; sk. De partners 1: Dynamiet (Brugman/ Richards) Don Lawrence Collection; 7,95/17,95; sk/hk. Thomas Pips in de Tour Worldstrips; 7,50. Ronson Inc. 1: De afrekening (Oosterveer/ Ritstier) Don Lawrence Collection; 7,95/17,95; sk/hk. Sylvia (Van Gasse) Wereldbibliotheek; 17,90. Visuele poëzie van dichter en beeldend kun-

stenaar Lies van Gasse.

Het testament der tijden 1: Melencolia (Pacurariu/Loevenbruck/Jarry) Saga; 7,99/17,99; sk/hk. Was iedereen maar zoals ik (Stok) M. Muntinga; 6,95; sk. Woensdagavondsessies 1: Sektes en paranoia (Bleda) Prestige; 5,99. Zack en Willie 1 (Paulo/Robberecht) 12bis. com; 15,95.

president in Jip en Janneke-taal, speciaal 19


Stripvoorspelling thriller door de scenarist van Conquistador en Lou Smog.

Le chat qui courait sur les toits (Hausman/ Rodrigue) Le Lombard; 14,50; hk. Sprookjesachtige

naar van Laïyna.

fantasy met aquarellen van de teke-

En Italie, il n’y a que des vrais hommes (De Santis/Colaone) Dargaud; 15,50; hk. ‘In

Italië lopen alleen echte mannen rond.’ Aldus dictator Mussolini. Inkijkje in een van de meest homofobe naties van de Europese Unie.

Uno Mundo wereldstrips In het buitenland verschijnen stapels prachtige strips die ons taalgebied nauwelijks bereiken. Kwaliteit kent echter geen grenzen. Daarom hieronder een selectie van de meest opvallende buitenlandse titels van de laatste twee maanden. De prijzen in euro’s vallen bij importtitels doorgaans wat hoger uit.

Tekstloos Back + Forth. A Novel in 90 Linocuts (Chudolinska) Porcupine’s Quill; $ 19.95. Linosnedestrip voor de 21e eeuw: Marta

sche ziel.

Par les sillons (Fortemps) FRMK; 36,00. eeldende kunst voor gevorderden: hallucinanB

te reis door een duister striplandschap. Door de maker van Cimes.

Les bandes dessinées Braquages et bras cassés (Fisher/Van Linthout) La Boîte à bulles; 17,00; sk. Waalse

Spaans dorpje in de jaren ’20. Door de tekenaar van Merlijn.

Travelling Square District (Shaw) Sarbacane; 23,00. Conceptuele thriller van de maker van

Parcours pictural waarin elk plaatje direct is afgeleid van de omslagtekening.

Comix

Art in Time. Unknown Comic Book Adventures 1940-1980 (Diversen/Nadel) Fantagraphics; $ 40.00; hk. Parodie of werke-

wortelen van het hedendaagse beeldverhaal met de scenarist van Gipsy en Ghost Money.

Quai d’Orsay (Blain/Lanzac) Dargaud; 15,50. e schepper van Gus en Isaac de piraat biedt D

een inkijkje in het leven van de Franse minister van Buitenlandse Zaken, gemodelleerd naar de voormalige Franse premier Dominique de Villepin. Lanzac is pikant genoeg een pseudoniem van een oud-topambtenaar aan de Quai d’Orsay.

Peu de gens savent (Larcenet) Les Rêveurs; 28,00; hk. Inkijkje in de schetsboeken van

Manu ‘Dagelijkse worsteling’ Larcenet. Reset (Tsutsui) Ki-oon; 7,50; sk. Dystopische

ADVERTENTIE

NIEUWE UITGAVEN BIJ CATULLUS

Le signe de la lune (Munuera/Bonet) Dargaud; 15,50; hk. Zwart sprookje over een

Il était une fois la Sibérie (Maslov) Actes Sud; 20,00. Inkijkje in het Wilde Oosten van de

wolf (die de mens kent)? In de opvolger van Net doen alsof is ook liegen laten Dominique Goblet en Guy Marc Hinant de vertrouwde kaders van het beeldverhaal vrijwel geheel los.

R.I.P. Best of 1985-2004 (Ott) L’Association; 24,99. Onweerstaanbare eerste kennismaking

voor wie nog niet bekend is met het Zwitserse schaafkarton-wonder Thomas Ott.

loze vrouwen met de ‘reïntegratie-industrie’ in Frankrijk. Sandrine Revel tekende eerder Le 11e jour over 11/9.

Almost Silent (Jason) Fantagraphics; $ 24.95; hk. Kuifje voor de 21e eeuw: zonder reporter,

Naissances de la bande dessinée. De William Hogarth à Winsor McCay (Smolderen) Les Impressions Nouvelles; 29,50; sk. Beredeneerd grasduinen tussen de

Love and Hat (Big Ben) Groinge; 12,50; sk. ekstloos portret van een hopeloos romantiT

Résurgences, femmes en voie de resociabilisation (Revel) La Boîte à bulles; 14,00. Stripreportage over de ervaringen van baan-

Les hommes loups (Goblet/Hinant) FRMK; 32,00; hk. Wie is er bang voor de grote boze

Sovjet-Unie door de maker van het opmerkelijke Une jeunesse soviétique.

Chudolinska neemt de guts over van Frans Masereel c.s.

manga-thriller van Tetsuya Tsutsui: Pn221. com

www.catullus.nl

zonder hondje, zonder padvindersmoraal. Bundel van vier novelles van de Noorse cultauteur Jason.

lijkheid? Dan ‘Art Out of Time’ Nadel presenteert een nieuwe eigenwijze selectie uit vier decennia ‘vergeten’ cultstrips.

Ax 1 (Diversen) Top Shelf; $ 29.95; sk. Bloemlezing van hedendaagse

underground-manga.

Couch Fiction. A Graphic Tale of Psychotherapy (Graat/Perry) Palgrave Macmillan; $ 25.00; sk. Non-fictie inkijkje in

de harde dagelijkse werkelijkheid in de spreekkamer van Dr. Sigmund c.s.

Cyanide and Happiness. I’m Giving You the Finger (Rob D./Dave) Explosm.net; $ 13.99; sk. Minimalistische webcomic vol

zwarte humor.

Dragon Puncher 1 (Kochalka) Top Shelf; $ 9.95. Superkattenstrip voor alle leeftijden

door de maker van Superf*ckers.

Kenk. A Graphic Portrait (Marinkovich/Poplak/ Jansen) Kenk.ca; $ 28.00. Mengvorm van film-

documentaire en non-fictiestrip. Een portret van hedendaags Toronto aan de hand van de nijvere fietsendief en outsider Igor Kenk.

Meanwhile: Pick Any Path. 3,856 Story Possibilities (Shiga) Shigabooks.com; $ 15.95; hk. Conceptuele strip voor alle leef-

tijden over de knaap Jimmy die keuzes moet maken in het leven: creëer je eigen multiple choice-avontuur.

Moving Pictures (Immonen/Immonen) Top Shelf; $ 14.95. Historische strip over kunstFlo 4 (Floor de Goede) €9,95 Victor & Vishnu 1 (Jeroen Funke) €9,95

Ype + Willem 2 (Ype Driessen) €9,95

20

Ik, God & mijn oma (Edith Kuyvenhoven) €11,95

Jaren van de Olifant 2 (Willy Linthout) €11,95

Alle nieuwe uitgaven zijn te koop tijdens de Stripdagen in Haarlem bij het thuishonk van Uitgeverij Catullus: Café Studio aan de Grote Markt. De boekjes kunnen ook worden besteld via www.foksuk.nl/webshop

roof in WO II-Parijs. Zie voor de auteurs: Immonen.ca.

The Playwright (Campbell/White) Top Shelf; $ 14.95; hk. Zwarte komedie over het seksle-

ven van een man van middelbare leeftijd. Met stemmig kleurenwerk van de tekenaar van From Hell.

Ristorante Paradiso (Ono) Viz; $ 12.99; sk. omantische manga-komedie over – dubbele R

globalisering-bonus – het wel en wee in een Romeins restaurant.

The Unwritten 1 (Carey/Gross) DC Vertigo; $ 9.99; sk. Mythologische thriller.


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.