ZozoLala 171

Page 1

gratis tweemaandelijks onafhankelijk stripinformatieblad april / mei 2010

171

Alfred & Olivier Ka, Mike Mignola, Margreet de Heer, Willem Verburg

ZL171_DEF.indb 1

2010.03.23 14:11:03


Zozolala winkels ZozoLala is een onafhankelijk stripinformatieblad, uitgegeven door Stichting Zet.El, dat tweemaandelijks verschijnt. ZozoLala is gratis voor de klanten van nevenstaande stripwinkels.

Amsterdam Het beeldverhaal Kinkerstraat 162 –164 1053 EH /020 - 685 51 00 www.beeldverhaalamsterdam.nl Fantasia Gelderlandplein 203 1082 LW / 020 - 642 78 88 home.tiscali.nl/ stripwinkelfantasia Gojoker Zeedijk 31a 1012 AP / 020 - 620 50 78 Lambiek Kerkstraat 132 1017 GP / 020 - 626 75 43 www.lambiek.net Nou moe!?! Lindenstraat 1 1015 KV / 020 - 693 63 45

Barelli Zoutmanstraat 80 2518 GT / 070-3653070 www.stripwinkelbarelli.nl Walk in Herengracht 13 2511 EG / 070 - 364 63 36 www.walkin.nl

Dordrecht

Assen Plok. Strips en eh… dinges! Groningerstraat 71 9401 BJ / 0592 - 31 32 92 www.plok-strips.nl

• Alkmaar Bookers & strippers Boterstraat 20 - 22 1811 HP / 072 - 512 19 16 www.bookers-strippers.nl

Brugge

Scheffersplein 1 3311 EJ / 078 - 614 20 12 www.stripwinkel-sjors.nl

Eindhoven

Enschede De strip-aap Javastraat 22 7512 ZJ / 053 - 430 52 61 www.stripaap.nl

Geel Alfa strip Stationstraat 125 2440 / 014 - 58 43 80

Gent Pierke Frans van Rijhovelaan 312 9000 / 09 - 227 70 86

Katelijnestraat 42 8000 / 050 - 33 71 12 www.striepclub.be

Delft

Het paard van Troje Langevorststraat 2 4461 JP / 0113 - 21 46 91 www.paardvantroje.nl

Groningen

Stripwinkel Paulus Verdronkenoord 62 1811 BG / 072 - 512 60 41 www.stripsenzo.nl

Den haag

Haarlem

Plenty plaatjes Voordam 4 1811 MA / 072 - 515 63 23 www.plentyplaatjes.nl

Aelix strips en comics Chasséstraat 71 2518 RW / 070 - 365 07 38 www.aelix.nl

Het Avontuur Gedempte Oude Gracht 22 2011 GR / 023 - 54 27 124 www.stripzaak.nl

Colofon Redactie

Jef Nieuwenhuis, Hans Pols, Hans van Soest en Gerard Zeegers

Vormgeving & opmaak Sigge Stegeman, Rogier van Neerven en Richard Bos

Vaste medewerkers

Toon Dohmen, VLERK, Peter de Wit, Mark Horemans en Roel Daenen

ZL171_DEF.indb 2

Hoorn Het gele teken Grote Oost 35 1621 BR / 0229 - 21 86 23 www.hetgeleteken.nl

Nijmegen

Rotterdam Kampen De fantast Burgwalstraat 7 8261 HJ / 038 - 332 03 25 www.de-fantast.nl

De boekenwolf Meensesteenweg 18 8500 / 056 - 35 44 98 www.boekenwolf.be

Leeuwarden De rat Voorstreek 83 8911 JL / 058 - 215 16 00 derat@kpnplanet.nl

Leiden Dumpie Nieuwe Rijn 18 2312 JC / 071 - 512 64 04 www.stripwinkeldumpie.nl

Leuven

Goes

Akim Ulgersmaweg 14 9731 BS www.akim.nl

Een origineel omslag van Albert Ka.

Perron 2 Sint Janstraat 9-c 4331 KA / 0118 - 61 41 84

kortrijk

Bul Super Breestraat 18 - 22 2611 RG / 015 - 212 60 97 www.bulsuper.nl

Voorplaat

Wonderland Paardsdemerstraat 17 3500 / 011 - 22 82 00

Houtstraat 59 - 61 6511 JM / 024 - 36 08 181 www.senorhernandez.com

Mekanik strip St. Jacobsmarkt 73 2000 / 03 - 234 23 47 www.mekanik-strip.be

Koningstraat 43 6811 DH / 026 - 442 09 09 www.denoormanstrips.nl

Middelburg

Internet

Antwerpen

Arnhem

Hasselt

Dit keer werkten mee Edmond Baudoin, Nate Powell, Seline Borking, Martijn van Santen

Druk & Afwerking

Drukkerij Wilco – Amersfoort

Distributie

Pinceel Stripverspreiding Leuven (B), Van Ditmar Amsterdam (NL)

Abonnementen

Een abonnement is mogelijk voor één jaar (€ 15,–), of voor twee jaar (€ 25,–) en gaat in na

Donner boeken Lijnbaan 150 3012 ER / 010 - 413 20 70 www.donner.nl Yendor Korte Hoogstraat 16 3011 GL / 010 - 433 17 10 www.yendor.nl

Schiedam ’t Centrum Korte Singelstraat 20a 3112 GB / 010 - 426 25 84

Tilburg De stripfanaat NS Plein 10 5014 DA / 013 - 58 00 107 www.stripfanaat.net

Turnhout Tistjen Dop Paterstraat 96 2300 / 014 - 42 88 29 www.tistjendop.be

Utrecht Gobelijn Mechelsestraat 35 3000 / 016 - 23 55 86 www.gobelijn.be

Mechelen Comic strips Hoogstraat 11 2800 / 0474 - 49 06 25 www.comic-strips.com De stripkever Bruulcenter, Bruul 79 2800 / 015 - 21 76 05 www.stripkever.be

storting van het totaalbedrag op Postbank giro 3253937 (NL) of Postgirorekening 000 – 164840584 (B) t.n.v. Stichting Zet.El te Bilthoven o.v.v. je eigen adres

Redactieadres

Postbus 344, 3720 AH Bilthoven, Nederland

Internet

Piet Snot Vismarkt 3 3511 KR / 030 - 231 84 72 www.pietsnot.nl Strip en lektuurshop Oude Gracht 194 3511 NR / 030 - 233 43 57 www.stripart.nl

Zwolle De boekenhalte Assendorperstraat 103 8012 DH / 038 - 422 10 77 www.boekenhalte.nl

Oplage

6.500 exemplaren.

issn

1382 8630

Copyright 2010, Stichting Zet.El

Overname van ­artikelen, strips of illustraties enkel in overleg met de uitgever.

www.zozolala.com redactie@zozolala.com

2010.03.23 14:11:06


Waarom de demon dood moest. We scheven er al over in de vorige ZozoLala. Waarom Pierre dood moest is een indrukwekkend relaas over

Olivier Ka en

een gevoelig onderwerp. Even het geheugen opfris-

Alfred over hun

sen. Pierre is een progressie-

gelauwerde strip

ve priester, een bonk van een kerel, met grote handen

andere kinderen, naar Pierres vakan-

overkomen niet erg is.” Pas toen durfde hij het

en een fikse baard. Hij raakt

tiekolonie Joyeux Rivière. En daar

aan om zijn boezemvriend en striptekenaar

bevriend met de hippie-

blaast Pierre de wereld van de jonge

Alfred (pseudoniem voor Lionel Papagelli, 1976) te

ouders van de kleine Olivier

Olivier op door zich aan de twaalfjari-

vertellen. Samen vonden ze een manier om Ka’s

Ka (1968). Olivier en Pierre

ge knaap te vergrijpen. Jaren later,

duivels te bezweren. Pourquoi j’ai tué Pierre

worden, ondanks hun leef-

wanneer hij zelf een dochter van die

sleepte in 2007 de grote prijs van het festival van

tijdsverschil, soulmates. In

leeftijd heeft, eist de gebeurtenis zijn

Angoulême in de wacht en is nu eindelijk in het

de zomer gaat de jonge

tol en blokkeert Ka: „Omdat ik mezelf

Nederlands vertaald.

Olivier, net als een heleboel

jarenlang overtuigd heb dat wat me is

door Roel Daenen

Alfred, je hield als jongeman je school voor bekeken om strips te maken. Waarom eigenlijk?

zelfs. Wat denk je dat ik tijdens die eindeloze repetities en voorstellingen altijd deed, terwijl mijn ouders op de planken stonden? (glimlacht) Ik tekende de hele voorstelling! Ik kreeg de voorliefde voor mooie verhalen dus echt met de paplepel ingegoten. En zonder dat ik het zelf besefte, maakte ik mijn eerste beeldverhalen. Vermoedelijk stamt de aandrang om verhalen te vertellen en te tekenen dus uit die periode. En aangezien ik me prima vermaakte in m’n eentje, was dat een heel geschikte activiteit. Laten we zeggen dat ik een erg gespannen kind was. Tekenen had een kalmerend effect. Dat is nu niet meer het geval. Maar destijds wilde ik zoveel mogelijk tijd vrijmaken om te tekenen. Dat was mijn

grootste geluk.”

Alfred: „Ik was achttien toen ik met strips begon. Nu ben ik vierendertig, dat maakt dat ik al zo’n vijftien jaar professioneel bezig ben. Maar eigenlijk wist ik als kind al heel zeker dat ik strips wilde gaan maken. Mijn beide ouders zijn acteurs en ik was als kind bijna altijd bij hen in de buurt, in de coulissen of in de theaterzaal. Ik denk dat ik als kind een beetje solitair was, een tikkeltje gereserveerd

Had je toen al een idee wat je huidige beroep ging inhouden?

Alfred: „Totaal niet, nee. Ik had geen enkel idee hoe je striptekenaar kon worden, of wat dat precies inhield. Maar omdat mijn beide ouders kunstenaars zijn, had ik wel zo’n vaag vermoeden hoe een ‘kunstenaarsleven’ eruit zag. Maar ik zag mezelf ook niks anders doen! Ik heb alles zelf geleerd, heb geen grafische opleiding gevolgd. Ik ben wat je een autodidact zou kunnen noemen. Natuurlijk keek ik wel goed naar het werk van andere tekenaars. Vooral Fred (auteur van Philemon, red.), die een enorme vrijheid had in zijn tekenen. Zijn strips bevielen me enorm. Ik liep niet bepaald warm voor de ‘klare lijn’, dat was me veel te klinisch en te geconstrueerd. In het begin was het niet gemakkelijk. Op financieel vlak 3

ZL171_DEF.indb 3

2010.03.23 14:11:07


al helemaal niet. Ik moest verschillende, kleinere klussen combineren om de eindjes aan elkaar te knopen. Zo was ik onder meer conciërge in een theater, ging ik babysitten, dat soort dingen. Maar goed, ik tekende mijn eerste contract bij Delcourt toen ik twintig was.”

Olivier, je hebt inmiddels al zo’n dertig boeken op je naam staan. Wat doe je liever: stripscenario’s of boeken schrijven?

Olivier Ka: „Dertig boeken klinkt misschien indrukwek-

Hoe heb je Olivier Ka ontmoet?

Alfred: „We zijn elkaar in Bordeaux tegen het lijf gelopen. Dat was de stad waar we destijds woonden. We hebben elkaar ontmoet tijdens een kleine boekenbeurs, de Salon du Livre Jeunesse. Het was liefde op het eerste gezicht. (lacht hartelijk) En sindsdien hebben we heel veel samengewerkt.” Een van die projecten was Monsieur Rouge. Wat voor een reeks was dat?

Olivier Ka: „Dat was ons allereerste gezamenlijke project. Monsieur Rouge was een reeks voor kinderen, heel anders qua sfeer dan Waarom Pierre dood moest. We gingen uit van een aantal – voor kinderen heel herkenbare – emoties. Daar probeerden we dan iets grappigs mee te doen. En je kunt wel stellen dat dit een enorm succes had. We hebben sinds het eerste album van Monsieur Rouge duizenden kinderen ontmoet, op school en op boekenbeurzen. We hebben er zelfs een ‘show’ van gemaakt, waarmee we in heel Frankrijk zo’n twee jaar rondgetrokken hebben! De opzet was even eenvoudig als effectief. Ik was de animator, de verteller, en Alfred de tekenaar. We filmden wat hij tekende en dat projecteerden we rechtstreeks op een scherm. Ik mengde me tussen het publiek, stelde vragen aan de kinderen en hun ouders, en zo maakten we – letterlijk – samen het verhaal van die voorstelling. Op het einde waren de kinderen echt uitzinnig van plezier! En voor ons was het ook heel leuk.” Waarom zijn jullie er mee opgehouden?

Alfred: „Na die twee jaar zijn we er inderdaad mee opgehouden. Niet omdat we geen inspiratie meer hadden of zo, wel omdat we voelden dat we in herhaling dreigden te vallen. En ook om een minder prozaïsche reden: we zijn opgestapt bij de uitgever om een aantal redenen. Het is niet zo dat we van de ene dag op de andere dag zeiden: ‘Monsieur Rouge, zand erover!’ Nee, het was een combinatie van verschillende, kleinere redenen.” Olivier Ka: „En daarnaast is ook Pierre in beeld gekomen. Ik zag Monsieur Rouge eerder als een test om te zien of we konden samenwerken. En het werkte! Dat maakte dat we allebei zeker genoeg waren om iets anders, iets minder luchtigs aan te snijden. Dat werd Waarom Pierre dood moest.”

kend, maar het grootste deel daarvan zijn teksten of boeken voor de jeugd. Het zijn dus niet van die dikke turven. (lacht) Er zijn jaren geweest dat ik wel acht publicaties afleverde. Dat zou onmogelijk geweest zijn met romans, of stripscenario’s. Maar ik houd van beide disciplines. Ik ben dol op schrijven, want dat is waar ik goed in ben. Maar als je ’t me op de man af vraagt, beleef ik toch meer plezier aan het schrijven van een roman. In literatuur kunje meer spelen met het ritme van de zinnen, de muziek die de woorden oproepen. En je hebt meer grip op de karakters die je als auteur kunt scheppen. Het maken van een stripscenario is technischer, ik beleef er minder literair plezier aan. Als scenarist moet je op een directe manier aangeven hoe het verhaal zich ontwikkelt, zonder al te veel beschrijvingen of literaire uitweidingen. Ik kan me daarbij jammer genoeg minder laten gaan.”

4 ZL171_DEF.indb 4

2010.03.23 14:11:07


Hoeveel tijd heeft Waarom Pierre dood moest jullie gekost?

Alfred: „Het tekenen eigenlijk niet zoveel. Tweeënhalve maand. Maar om het verhaal te laten rijpen: dat duurde wat langer. Nadat Olivier klaar was met het scenario, heeft het toch nog zo’n twee jaar geduurd voor het min of meer in mijn hoofd zat. Gedurende die jaren was ik ermee bezig, las ik geregeld het scenario nog eens door, maar kon ik er me om de een of andere reden niet echt toe zetten. Ik had blijkbaar die tijdspanne nodig om het vorm te kunnen geven. Tot ik opeens wist ik dat ik eraan kon beginnen. Daarna is het bijzonder vlug gegaan. Tweeënhalve maand later werkte ik de laatste pagina af. Het was heel intens, ik werkte er dag en nacht aan, letterlijk koortsachtig bijna.” Toen het boek klaar was, trokken jullie naar de plek waar de sleutelscène van het boek zich afspeelt. Waarom?

Olivier Ka: „We hebben er inderdaad nog enkele pagina’s aan toegevoegd, na dat aanvankelijke einde. In dat tweede deel zijn er vier pagina’s die we gevuld hebben met fragmenten uit een videofilmpje dat ik gemaakt heb, louter voor onszelf, als een soort van aandenken aan die plek. Maar waarom dat tweede deel? Tot hier aan het einde van het eerste deel bevinden

we ons in mijn herinneringen. En plotseling zitten we in de tegenwoordige tijd, en beleven Alfred en ik het verhaal samen. Tot daar had hij een beeld van dit verhaal gekregen door mijn woorden, maar opeens ontvouwt het zich levensecht voor zijn, en uiteraard ook mijn ogen. Om die realistische dimensie – een serieuze overgang – te doen slagen, hebben we foto’s geïntroduceerd. En daarmee verlengden we het verhaal. Mijn verhaal was al gestopt. De uitgever kende het scenario en wist waar het eindigde en hoeveel pagina’s het album zou gaan tellen. Het

moest dus daar ophouden. Maar we zijn op dat moment werkelijk ingehaald door de realiteit. Meteen na de ontmoeting met Pierre, jaren na dato, hebben we de uitgever gebeld en gezegd, ‘Luister, we hebben iets ongelofelijk meegemaakt. Dat moeten dat vertellen, we hebben beiden het gevoel dat het niet anders kan, we willen meer pagina’s.’ Achttien dagen later was het album helemaal klaar.” Is alles in het album waar gebeurd?

Olivier Ka: „Alles is precies zo gegaan zoals ik het vertel. Er zijn vanzelfsprekend wel passages waarin er sprake is van interpretatie van de gebeurtenissen, zoals bij heel wat emotioneel geladen momenten, maar dat is dan de verdienste van Alfred. Maar ik heb dit verhaal echt helemaal van me afgeschreven, zonder de minste overdrijving. Dat lag anders bij vroeger werk. Zo heb ik een paar romans en novelles op mijn naam staan die slechts een vleugje autobiografie hebben. In die boeken heb ik ware gebeurtenissen aangepast aan de nood van het verhaal. Dat is in dit boek allerminst het geval. Ik heb àl de herinneringen die ik aan die periode had, verzameld en geordend.” Waarom wilde je per se dit verhaal vertellen?

Olivier Ka: „Ik wilde in de eerste plaats begrijpen. En daarmee proberen om de vele emoties die ik aan die herinneringen had een plaatsje te geven. Ik wou ze in zekere zin van me afschrijven, in welke vorm dan ook. In het begin dacht ik aan een roman. Uiteindelijk besefte ik dat ik een veel langere aanloop moest nemen om alles goed te duiden. En dat ik het verhaal chronologisch moest afwikkelen. Toen pas had ik mijn invalshoek en heb ik er met Alfred over gesproken. Hij kende dit verhaal helemaal niet, maar uiteindelijk is hij degene die met het voorstel op de proppen kwam er een strip van te maken. Omdat het zo vanzelfsprekend was, had ik niet eens aan gedacht!” Alfred: „Olivier vertelde me zijn verhaal in een café, zoals hier en nu. Ik vond zijn manier van vertellen van meet af aan heel beeldend. Toen hij me vertelde dat hij er een roman van wilde maken, maar in de knoop zat met de manier waarop hij het verhaal wou brengen, stelde ik voor er een strip van te maken. Mijn advies was heel eenvoudig: Als je je verhaal wilt vertellen, dan moet je het doen op precies dezelfde manier zoals je het zopas aan mij hebt verteld. Met precies dezelfde woorden en dezelfde aandacht voor de vele beelden in het verhaal.” Olivier Ka: „Schrijven is mijn manier om me te uiten. Als ik niet schreef, was ik zeker ooit bij een psycholoog beland. Het is enigszins te vergelijken met Vallende ziekte van David B. Die gebruikt zijn strip ook als een soort van remedie, om zicht te krijgen op zijn eigen gevoelens. In essentie werkt psychoanalyse precies hetzelfde. Je moet het kwade, de pijn, of hoe je het ook wilt noemen, proberen te benoemen. Door je problemen te benoemen kun je ze afbakenen en vervolgens uit jezelf krijgen. Je kunt er dan over praten met anderen of, zoals ik doe, erover schrijven.” Hoe waren de eerste reacties op je verhaal?

Olivier Ka: „Waardig. Blijkbaar heeft het boek veel losgemaakt bij andere mensen, die een soortgelijke situatie hebben meegemaakt. Dat heb ik althans van meerdere mensen 5 ZL171_DEF.indb 5

2010.03.23 14:11:08


dat die eerder een bestraffende connotatie heeft. En dat was geenszins onze bedoeling.” Pierre komt er in je verhaal ondanks alles tamelijk goed vanaf. In het begin krijg je zelfs sympathie voor de man.

Olivier Ka: „Ja, dat klopt. De realiteit is nu eenmaal niet zwart of wit. Geen enkele slechterik heeft alle kenmerken van de stereotiepe slechterik. Pierre is ook niet alleen maar slecht. Hij heeft een groot deel van mijn kindertijd tot een heerlijke tijd gemaakt. Hij heeft me ook gemaakt tot wie ik ben. Ik herinner me hem als een gids, iemand uit duizenden. Maar hij had een demon in zich, die ik liever niet was tegengekomen.” Hoe ga je nu om met die ervaringen uit je jeugd?

Olivier Ka: „Hoe ouder ik word, hoe meer ik de indruk krijg dat die gebeurtenissen nooit echt hebben plaatsgevonden. Dat het iemand anders is overkomen die ik verzonnen heb. Met het verstrijken van de tijd vervagen ook stilaan mijn herinneringen. (stilte) Ik denk dat het een geheugenprobleem is, Altzheimer of zo! (lacht)” Waarom ben je nu pas met je verhaal naar buiten gekomen?

gehoord. Enorm veel lezers – honderden – hebben me geschreven of aangesproken tijdens stripbeurzen. Ik kan je verzekeren: dat zijn heel bijzondere momenten. Ik ben geen psycholoog, en – op luisteren na – kon ik die mensen niet helpen. Toen het boek goed bleek te worden ontvangen, kreeg ik het opeens benauwd. Stel je voor dat ik gevraagd werd om als boegbeeld op te treden voor een bepaalde groep slachtoffers! Aanvankelijk weigerde ik – grotendeels uit die vrees – alle uitnodigingen voor conferenties en lezingen over pedofilie. (lange stilte) Maar na een tijdje heb ik er toch een geaccepteerd, en toen nog een, en nog een… Het is telkens goed verlopen. En in weerwil van de tijdsgeest waarin overal schandalen opduiken over seksueel misbruik door priesters – heeft dit boek geen beschuldigend vingertje.” Ook al klinkt de titel Waarom Pierre dood moest bepaald suggestief?

Olivier Ka: „Daar moet ik toch echt wel de puntjes op de i zetten. In het Frans was de titel Pourquoi j’ai tué Pierre (letterlijk: ‘Waarom ik Pierre heb gedood’, red). Je had de titel van het boek naar het Nederlands kunnen vertalen als ‘Waarom ik op symbolische wijze Pierre heb gedood’, maar dat is allicht een draak van een titel, dat kan ik niet inschatten. (lacht) In het Frans heeft deze titel een eerder ‘reflexieve’ associatie, in tegenstelling tot de Nederlandstalige versie, waarbij ik het gevoel heb

Olivier Ka: „Omdat ik er eerder niet klaar voor was. Ik heb het natuurlijk wel eens geprobeerd. Op twintigjarige leeftijd heb ik het al eens geprobeerd op te schrijven. Het was mijn allereerste poging naar buiten te komen als ‘schrijver’. Dat is me toen niet gelukt. Ik denk dat ik me te veel focuste op de gebeurtenissen zelf. Ik was bovendien niet volwassen genoeg. Sindsdien kwam dit verhaal met de regelmaat van de klok terug voor mijn geest. Ik wist wel zeker: op zekere dag moet en zal ik het van me afschrijven. Op een bepaald moment was ik daar haast bezeten mee bezig en dacht ik er bijna elke dag aan. Ik moest alleen nog leren schrijven. En dat heeft me wel wat tijd gekost. (grijnst) Kinderen krijgen was ook heel confronterend. Toen mijn kinderen de leeftijd bereikten die ik had toen het gebeurde, kreeg ik eigenlijk pas echt inzicht in de menselijke geest, in hoe kinderen van die leeftijd denken. En ook de macht die volwassenen over kinderen kunnen uitoefenen. Dat besef had ik daarvoor allerminst. En al die elementen had ik nodig om dit verhaal te kunnen schrijven. Ik maak in het boek ook wel wat sprongen in de tijd. Dat komt omdat al die momenten op de een of andere manier gelieerd zijn aan het evenement zelf. Zoals de scène met het huwelijk: op dat moment kwamen opeens al die herinneringen weer boven die tot dat moment begraven waren.” Hebben jullie ooit nog contact gehad met Pierre?

Alfred: „Nee, nooit meer. We weten zelfs niet of hij het boek gezien heeft.” Olivier Ka: „Eerlijk gezegd wil ik het ook niet weten. Dat zou getuigen van een bepaalde rancune. Voor mij is het verhaal nu verteld en afgesloten. Ik voel geen enkele behoefte om nog verder te gaan. We hebben Pierre gesproken, zoals in het boek beschreven staat, en daardoor is hij ‘gestraft’. Het feit dat hij daardoor lijdt, of op zijn minst een vorm van wroeging heeft gekregen, volstaat voor mij. Ik houd niet van het woord ‘straf’, maar ik zie het eerder als een confrontatie met hetgeen hij heeft aangericht.”   ×

6 ZL171_DEF.indb 6

2010.03.23 14:11:08


Margreet de Heer draait al dik tien jaar mee in het stripwereldje. Ze maakt strips voor diverse tijdschriften, verdient bij als sneltekenaar op congressen en seminars en illustreert bedrijfsrapporten. Klinkt dat saai? De levenswandel van de 36-jarige De Heer is dat allesbehalve. Ze was verslaafd aan wiet, had een relatie met schrijver Richard Klinkhamer –vooral bekend als de man die zijn vrouw vermoordde en er een boek over schreef – en werd pleegmoeder van meerdere kinderen. Openhartig vertelt ze over haar leven in haar autobiografische strips, die ze deels op haar eigen site Senoeni.net publiceert. Filosofie in beeld is haar eerste ‘echte’ boek. Haar persoonlijke kijk op de geschiedenis van het denken ligt niet alleen in de stripspeciaalzaken, maar ook in de reguliere boekhandels. De Heer hoopt op een doorbraak naar het grote publiek. door Hans van Soest

„Ik maak al drie jaar voor dagblad Trouw elke maand een stripreportage. Dat leek me wel wat voor een boek. Ik ging met een bundeltje onder mijn armen wat uitgevers af. Uitgeverij Meinema hapte toe. Dat wil zeggen… mijn stripreportages vonden ze niet geschikt, het formaat was te onhandig voor een bundel. Maar ze vonden de aanpak leuk: het figuurtje Margreet de Heer dat een verhaal in gaat en zich daarbij van alles afvraagt, zich verwondert of zich juist boos maakt. Zoiets wilden ze, maar dan over filosofie.” Gewaagd. Heb je filosofie gestudeerd? „Ha, nee. Ik ben theologe. Klinkt ook geleerd, toch? Nee, ik ben geen gediplomeerd filosoof. Ik ben in eerste instantie stripmaker. Het is mijn vak om met beeld en woord informatie over te dragen. Maar ik ga nu wel beginnen aan een stripreportage over de geschiedenis van religie. Dat ligt meer in het verlengde van mijn studie. In november moet die af zijn.” Hoe ben je te werk gegaan? „Eerst met een synopsis: welke vragen wilde ik stellen? Welke filosofen wilde ik behandelen? Daarna ben ik het internet op gedoken. Ik heb wel een paar bibliotheekboeken doorgebladerd, maar ik had veel meer aan Wikipedia. Op internet kun je gericht zoeken en vind je

beknoptere informatie. Dat heb ik allemaal tot me genomen, het laten bezinken en vervolgens distilleerde zich er vanzelf een lijn uit. Tegelijk voerde ik voortdurend discussies met mijn man Yiri Kohl, die het boek heeft ingekleurd. Ik gebruikte hem als klankbord of ik alles wel goed begrepen had. Die discussies hebben ook hun weerslag gevonden in het boek.” Welk publiek stond je voor ogen? „Meinema wilde dat het een educatief boek zou worden. Het thema van de Boekenweek dit jaar was jeugd. De uitgever wilde daarom dat het geschikt was voor jongeren. Ik wilde autobiografische elementen verwerken in het boek. Het moest míjn kijk op filosofie worden. Het leek me voor de lezer het handigst om mijn manier van denken in het boek uit te leggen, zodat ik de lezer aan de hand daarvan kon meenemen naar wat de denkbeelden van beroemde filosofen precies behelsden. Dat heb ik gecombineerd met allerlei historische feitjes, zodat het boek ook in het onderwijs gebruikt kan worden, bijvoorbeeld op middelbare scholen voor filosofielessen.” Je hebt een kinderlijke tekenstijl. Die lijk je voor dit boek nog verder versimpeld te hebben. Waarom? „Twee jaar geleden ben ik gestopt met het werken met kroontjespen en ben ik overgestapt op fineliner. 7

ZL171_DEF.indb 7

2010.03.23 14:11:09


Mijn stijl moest nog simpeler en strakker worden. Meer dan vroeger maak ik nu heel doorsnee poppetjes met grote neuzen die je overal voor kunt gebruiken. De tekst in Filosofie in beeld is zwaar. De tekeningen moeten daarom uiterst simpel en duidelijk zijn. Het beeld moet volledig in dienst staan van de informatie die ik wil overbrengen. Af en toe heb ik mezelf echt moeten dwingen om wat meer aandacht te besteden aan de achtergronden, zodat het er nog een beetje spannend uit kwam te zien.” Toen je destijds begon met strips, had je ook al een kinderlijke tekenstijl. Had je toen ook al zo over functionaliteit nagedacht? „Ik kon helemaal niet tekenen, maar ik wilde wel strips maken. Toen ik mijn eerste stripje af had, een autobiografisch stripje over hoe je over een verbroken relatie heen komt, viel het me al mee dat te zien was wat ik bedoelde (het hilarische How to Get Over your Ex, integraal na te lezen op haar website, red.). Ik kreeg er allerlei positieve reacties op en dacht: ‘Hé, blijkbaar hoef je helemaal niet fotorealistisch te kunnen tekenen.’ Ik ben altijd een grote fan geweest van Calvin and Hobbes. Die luchtigheid, beweeglijkheid en snelheid in de lijnvoering van Bill Watterson probeerde ik ook in mijn tekeningen te stoppen. Toen ik begon, ben ik mensen gaan imiteren. Ik was in die dagen vooral weg van het werk van Maaike Hartjes en Michiel van de Pol. De eenvoud van hun tekenstijl sprak me zo enorm aan! Het plezier spat van hun werk af. En omdat het er zo kinderlijk uit ziet, kunnen hun strips overal over gaan: ook over dingen die eigenlijk geen verhaal zijn, zoals het drinken van een kopje thee of een snotje in je neus. Het blijft onderhoudend. Door de simpelheid van hun tekeningen, zit je direct in het hoofd van de tekenaar die iets over zijn dagelijkse leven vertelt. Een uitgewerkte tekening leidt in zo’n geval alleen maar af. Bij de strips van Hartjes zit het ’m nooit in de lijntjes, maar puur in de boodschap. Het is superfunctioneel. Toen ik de stijl van Michiel van de Pol ging overnemen, klikte er iets bij mij. Dat paste het best bij me.” Je was al in de twintig toen je met strips begon. Hoe komt dat? „Ik tekende altijd al. Zo maakte ik tijdens mijn studie theologie een stripje in het faculteitblad over de avonturen van Jezus. Maar ik had nooit gedacht er ooit mijn brood mee te zullen verdienen. Pas toen ik in mijn laatste jaar jongerenwerk ging doen in Amsterdam, stuitte ik toevallig op studio De Zwarte Handel van Maaike Hartjes, die vlak naast mijn werk lag. Maaike was net zo oud als ik en verdiende geld met wat ze het liefste deed: stripjes tekenen. Dat wilde ik ook! Ik heb me bij haar studio aangesloten en heb de kunst van haar afgekeken.” In Filosofie in beeld stel je jezelf voortdurend vragen. Ben jij zo’n tobbertje? „Ik? (roept naar haar vriend) Ben ik een tobbertje? Nee toch? (Yiri mompelt wat terug) Ik ga niet gebukt onder het bestaan hoor. Ik heb de meeste antwoorden in het leven wel gevonden, denk ik. Ik ben helemaal niet zo filosofisch, eerder spiritueel. Wel wil ik graag aan anderen overbrengen hoe ik tegen de wereld aankijk. Daarin komt mijn achtergrond naar voren. Mijn

ouders waren allebei dominee, mijn opa ook. Aanvankelijk ging ik naar de Filmacademie, maar toen k daar vastliep, ging ik toch maar theologie studeren. Ik sloot destijds niet uit dat ik ook dominee zou worden. Maar dat is er nooit van gekomen. Hahaha!” Je bent in je leven flink op zoek gegaan. Je hebt meerdere, heel verschillende relaties aangeknoopt, waarover je strips maakte. Ben je aan het einde van je zoektocht gekomen nu je geen autobiografische strips meer maakt, maar dit boek? „Wat mijn huidige relatie betreft, ben ik helemaal op mijn plek. En dat geldt ook voor mijn godsbeeld en de grote levensvragen. Het zal wel bij de leeftijd gehoord hebben dat ik zo zoekende was. Ik wist gewoon nog niet wat er bij mij paste, wat mijn normen en waarden eigenlijk waren. Lange tijd heb ik gedacht dat mijn ultieme werk mijn autobiografische strips zouden zijn over al mijn verschillende relaties. Maar Gerrie Hondius doet dat al zo goed, dat een poging van mij bij voorbaat al volkomen overbodig zou zijn. Als ik haar autobiografische werk lees, zinkt de moed me in de schoenen.” Destijds ben je wel begonnen aan een groot project over je complexe relatie met Richard Klinkhamer, Graven. Dat ligt in de ijskast? „Dat boek komt er zeker niet meer. Filosofie in beeld is misschien wel meer autobiografisch dan Graven zou zijn geworden. Nu zit je als lezer in mijn hoofd en zie je welke levensvragen mij bezig houden. Dat is wezenlijker en misschien wel veel intiemer dan te lezen met wie ik allemaal het bed heb gedeeld.” Je publiceert veel strips van kinderen. Eerst in boekjes, nu op je site Dailydanger.nl. Wat fascineert je daar zo aan? „De pure lol die je in de strips van kinderen ziet. Je ziet ze ontdekken hoe ze hun ideeën kunnen weergeven. Alle kinderen tekenen bestaande strips na, maar toch kun je al vroeg een eigen stijl ontdekken. In 2003 ben ik gaan rondbazuinen, dat iedereen die jong was en een strip wilde maken bij mij terecht kon. Dat heb ik geweten. Een paar jaar later was ik failliet. Ik had een enorme wachtlijst aan projecten die ik in eigen beheer uitgaf. Maar er moest alleen maar geld bij. Ik ben helemaal geen verkoper. Ik gaf de boekjes vooral weg. Toen ben ik overgestapt op internet. De site was al opgezet door Pim Steinmann en Jordy Knoop die naast hun school elke dag een stripje op het web wilde publiceren. Dat bleek iets te ambitieus. Ik beheerde de site en sinds oktober 2007 is Dailydanger. nl een podium voor iedereen. Het heeft geen drempel: of je nou een strookje instuurt of een paar pagina’s. Er zijn zo veel kinderen die leuke dingen doen. Ik zie het ook bij het Nederlands kampioenschap striptekenen waarbij ik betrokken was. De nieuwe aanwas komt vanzelf. Echt lol.”   ×

8 ZL171_DEF.indb 8

2010.03.23 14:11:09


Een knalrode lompe boer   in grijstinten Vergeet de glitter, glamour en het goudlamé uit de verfilming van regisseur Guillermo del Torro.  Sluit de ogen en verbeeld je een omgeving vol verzakte en vergane glorie, bedekt met het patina van schimmelgroen, grafsteengrijs en modderbruin. Welkom in de wereld van Mike Mignola’s Hellboy. door Jef Nieuwenhuis

Eindelijk is er een begin gemaakt met de Nederlandstalige uitgaves van de avonturen van de bloedrode vreemdeling uit een ander universum. Striptekenaar Mike Mignola maakte al in 1993 het eerste verhaal Seed of Destruction (Kiem van het kwaad) waarin hij zijn curieuze hoofdpersoon introduceerde. Op dat moment timmerde hij al een decennium met toenemend succes als tekenaar en inkter aan de weg in het stripwereldje. Maar op een gegeven moment vond hij het wel welletjes. Het keurslijf van de comicsfabrieken Marvel en DC knelde hem te veel. Bij Dark Horse Comics behield hij de rechten over zijn eigen creaties en kreeg hij de mogelijkheid zich creatief te ontplooien. Ontketend liet hij zijn fantasie de vrije loop, schiep Hellboy en zag dat het goed was. Hellboy is een demon (zijn echte naam blijkt later Anung an Rama te zijn) die in de nadagen van de Tweede Wereldoorlog door nazi-occultisten naar de aarde wordt gehaald. De jonge, tomaatrode demon valt echter in handen van de geallieerden, die hem laten opvoeden door het Amerikaane Bureau for Paranormal Research and Defense (BPRD). Zijn rechterhand is van een soort steen. Eenmaal volwassen onderzoekt de oersterke Hellboy voor de BPRD allerlei bovennatuurlijke meldingen. In een interview voor IGN Comics, zei Mignola het volgende over de ontstaansgeschiedenis van de reeks: „Zo lang als ik me kan herinneren, ben ik gefascineerd door het bovennatuurlijke. Als kind al. Alles wat daar over geschreven werd, las ik. De eerste tien jaar van mijn leven als stripmaker, tekende ik hoofdzakelijk superhelden. Maar op een gegeven moment wilde ik iets maken wat me werkelijk kon boeien. Aanvankelijk dacht ik aan een normaal mens dat paranormale gebeurtenissen onderzoekt. Ik besefte dat ik me echter snel zou gaan vervelen als de reeks een succes werd. Toen bedacht ik me dat ik uiteindelijk het liefst altijd monsters tekende. Daar kwam het eigenlijk op neer: ik wilde mijn brood verdienen met het tekenen van monsters.”

De nuchtere houding van Mignola weerspiegelt zich in de lompe directheid van zijn belangrijkste personage. Met een dikke sigaar in de mondhoek, brengt Hellboy elke gruwel uit de hel en ieder wereldschokkende fenomeen terug tot hanteerbare proporties. Hellboy gedraagt zich als een paranormale loodgieter die het zoveelste lek moet dichten. Mignola heeft duidelijk plezier in zijn getekende held. De intuïtieve wijze van werken die tot de creatie van Hellboy leidde, beperkt zich niet tot het tekenen en creëren van personages alleen. In een ander interview zegt hij daarover: „In het begin waren mijn verhalen heel eenvoudig. Ik liet Hellboy wat doen, iemand reageerde daarop, ze raakten in gevecht met elkaar en uiteindelijk won Hellboy. Vlugge halen, snel thuis. Ik liet veel onopgelost of onuitgesproken. Tegenwoordig denk ik er meer over na. Als Hellboy weer eens tegen een monster vecht, vraag ik me af of ze grommen, hoe hun onderlinge relatie is. Mijn personages gaan daardoor meer en meer een eigen leven leiden. Soms vind ik het griezelig worden. Zij zegt wat, hij zegt wat terug en plotseling wordt er iets opgemerkt dat me verrast. Vanaf zo’n moment gaat de bal rollen. Gewoonlijk schrijf ik 90 procent van het verhaal tijdens het tekenen. Soms zitten daar dialogen tussen waar ik op dat moment niets mee kan doen. Die bewaar ik dan. Tijdens het douchen overkomt het me ook wel eens dat ik op bruikbare teksten kom. Ik voer onder de douche hele gesprekken met mezelf.” Door deze intuïtieve, bijna achteloze manier van werken zit er bijna een natuurlijke ontwikkeling in het personage Hellboy. 9

ZL171_DEF.indb 9

2010.03.23 14:11:09


verzorgen. Mike Mignola keert terug naar zijn voornaamste geesteskind.

De schrijver praat alsof zijn geesteskind Hellboy geheel buiten zijn macht functioneert. In het eerste deel van de reeks wordt de rode sloophamer te voorschijn geroepen door Raspoetin. Deze doet dat op verzoek van Hitler, die – het is 1944 – deerlijk om een wonder verlegen zit om de oorlog nog te kunnen winnen. Het wonder blijkt een vuurrood saterachtig ventje, wat Raspoetin niet belet verontrustend tevreden te zijn. Drie bladzijden verder is Hellboy al de lompe, en toch sympathieke reus die Mike Mignola voor ogen stond. Aanvankelijk blijven Raspoetin en de nazi’s nadrukkelijk een rol spelen in de verhalen. Later verdwijnen ze naar de achtergrond. Mignola: „Ik had het gevoel dat ik met dat gegeven wel alles had gedaan. Bovendien kreeg ik de indruk dat de lezers de nazi’s een beetje zat waren.” Hij schrijft sterk op zijn gevoel. In het vijfde deel van de verhalenreeks laat hij Hellboy het bedrijf verlaten waarvoor hij werkt en waar hij is opgegroeid. Het betekent tevens de start van de spin-off serie BPRD. Gewoonlijk is zoiets een manoeuvre om het succes zo veel mogelijk te benutten. Maar bij Mignola lijkt het een logische ontwikkeling: „Voor mijn gevoel is Hellboy het bureau ontgroeid. Hij is wel kwaad op ze omdat ze een vriend van hem in gevaar hebben gebracht, maar dat is de reden niet. Ik denk gewoon dat hij een aantal zaken op een rijtje wil zetten.” BPRD wordt een zelfstandige reeks waarvoor andere stripmakers het tekenwerk

Het succes en de kwaliteit van de reeks steunt op drie pijlers: de intuïtieve werkwijze van Hellboy’s maker, diens specifieke onderkoelde humor die de verhalen een extra dimensie geven, en als derde de sfeertekening. In de avonturen van de rode demonen bestrijder is de inkleuring even belangrijk als het plot en de tekeningen. Hoewel Hellboy sinds 1944 in onze wereld rondbanjert, oogt zijn omgeving als de achtergrond bij de avonturen van Dracula. De inkleuring kent felle tinten, maar wordt gedomineerd door donkere tinten rood, bruin en blauw. Zoals gebruikelijk, zeker in de Verenigde Staten, is de inkleuring van de strip uitbesteed. Maar de sturende hand van de meester is nadrukkelijk aanwezig. Die sfeer van de late negentiende eeuw roept nadrukkelijk associaties met de vroege horrorfilms, zoals Frankenstein’s monster met Boris Karloff uit 1931. Hellboy is op een plek waar hij niet om gevraagd heeft, en hij moet zich maar zien te redden. Anders dan het Monster van Frankenstein voelt Hellboy zich echter volledig op zijn gemak. Letterlijk en figuurlijk onaantastbaar maakt hij een wereld, die niet de zijne is, tot zijn eigendom, zijn achtertuin. De knalrode monsterdoder is in deze doffe en donkergekleurde wereld nadrukkelijk aanwezig. In die context misstaan ook de duistere toespelingen van zijn tegenstanders niet. Allen weten meer van hem dan Hellboy zelf. Dat hij toch wel eens worstelt met zijn identiteit van ‘slechte demon’, blijkt onder andere uit het feit at hij zijn horens afvijlt tot stompjes. De door Mignola als een lompe kolenboer geportretteerde vechtjas is de voorbode van de Apocalyps. Iedereen weet het en Hellboy doet alsof het hem worst is. Mignola’s tegendraadse humor weet met zulke dubbele bodems en de bijpassende ironie de reeks levend en boeiend te houden. Een simpel gegeven vormt op die manier het hechte raamwerk voor een reeks even vermakelijke als verslavende verhalen.   ×  Hellboy wordt uitgegeven door uitgeverij De Vliegende Hollander. Inmiddels zijn twee delen vertaald: Kiem van het kwaad en De duivel ontwaakt.

10 ZL171_DEF.indb 10

2010.03.23 14:11:10


Waarom ben je gestopt met schilderen? „Ik was het zat na vier tentoonstellingen op rij. Ik heb in die tijd voor zo’n kwart miljoen euro verkocht. Mijn schilderijen verkochten als een gek. Dan denk je: tjonge, ik ben succesvol. Maar de galeriehouders gingen er met al het geld vandoor. Toen ik langs kwam om mijn percentage van de verkoop op te halen, bleken ze het geld al te hebben betaald aan openstaande schulden. Ik heb nog wel geprocedeerd, maar er viel niets meer te

Willem Verburg (Mijdrecht, 1967) is druk bezig om in zijn huis annex atelier de schade van een schoorsteenbrand te herstellen. Een gesprek over zijn nieuwe stripboek Fairland is een welkome onderbreking op het opruimen van de troep. Zwart van het roet gaat hij er voor zitten. Fairland is het eerste boek van Verburg in jaren. Acht jaar heeft hij er aan gewerkt. „Ik heb er echt mijn best op gedaan.” Het gaat over een groep kinderlijke personages die wonen op een vuilnisbelt. Hun hele leven draait om de wedstrijd tussen een kat en een muis, die elkaar voortdurend te slim af proberen te zijn. Met het spel zijn drugs te winnen om de dag door te komen. Langzaam dringt het tot hen door dat hun hele bestaan gemanipuleerd wordt van bovenaf.

door Hans van Soest Waarom heeft ’t zo lang geduurd? „Ik heb kinderen, ben beeldend kunstenaar, schilder, speel in een bandje. Strips heb ik er altijd voor de lol naast gedaan. Vroeger maakte ik heel regelmatig boekjes. Om de zoveel tijd gaf ik een boekje uit van 24 of 32 pagina’s. Maar op een gegeven moment wilde ik eens aan de slag met een langere verhaallijn. Ik had het idee in mijn hoofd om een soort eeuwigdurende soap te maken, met elk half jaar een nieuw deeltje. Ik had al zes afleveringen in mijn hoofd. Maar omdat ik steeds meer succes kreeg met mijn schilderijen, bleef het project op de plank liggen. Als ik me er weer eens over boog, wilde ik telkens een andere plot en werd het steeds complexer om de verhaallijn nog kloppend te houden. Ik maakte zo niet meer dan een pagina in de twee maanden. Maar twee jaar geleden had ik ineens geen zin meer om te schilderen. Toen heb ik Fairland afgemaakt en alles digitaal opgeschoond, zodat ik er één bundel van kon

maken zonder dat je aan de pagina’s kon zien dat er soms jaren tussen zaten. Ik heb mijn tijd genomen om er zo’n mooi mogelijk boek van te maken van 144 pagina’s. Omdat ik alles in eigen hand wilde houden, is het een mega-project geworden.”

halen. Daar ben ik flink gedesillusioneerd van geraakt. Nu schilder ik alleen nog voor mezelf. Ik leef van mijn spaargeld en de opbrengst van mijn honderden schilderijen in de kunstuitleen. Ik doe wat opdrachten in de marge, zoals ontwerpen voor het Rotterdams Filmfestival, Hier en daar pluk ik een vrucht, maar ik moet nu weer manieren verzinnen om geld te verdienen.” Je werkt altijd zonder scenario. Waarom? „Ik wil het fris houden voor mezelf. Telkens als ik aan een nieuwe bladzijde begin, wil ik op mijn intuïtie afgaan. Ik heb een vrij bizarre manier van werken: eerst teken ik de tekstballonnetjes en schrijf ik de teksten. Daarna teken ik er pas de plaatjes bij, herlees ik alles en begin aan een volgende pagina. Bij mijn eerste boek Son of a Gun deed ik dat al. Toen liet ik me voor elke passage inspireren door de droom die ik de nacht ervoor gehad had. Zo ging het verhaal telkens een andere kant op. Ik vind het leuk om een verhaal zo voor de vuist weg te laten ontstaan. Improviseren houdt je scherp. Ook met de band werken we zo. Een van ons zet een toon in en de rest begint te spelen. Hetzelfde bij mijn schilderijen. Het zijn altijd opeenstapelingen van beelden die zich net zo lang opstapelen tot het klaar is. Tijdens mijn werk moet ik me continu 11

ZL171_DEF.indb 11

2010.03.23 14:11:10


kunnen verwonderen over wat ik aan het maken ben, anders raak ik mijn interesse kwijt. Ik houd niet van vakken vullen.” Wat stond je voor ogen toen je aan Fairland begon? „In het oorspronkelijke concept stonden de zeven personages symbool voor de werelddelen. De vuilnisbelt waarop zij leefden was de metafoor voor de aarde. Het onderlinge, politieke gekonkel tussen de machten op aarde wilde ik weergeven als het gebekvecht tussen kleine kinderen. Het spel waarmee je fuel kunt winnen, is een verwijzing naar olie en hoe die de wereldpolitiek beïnvloedt. Het kat-en-muis-spel staat voor hoe de strijd tussen de grootmachten alles overheerst. Het actiefiguur met BPAF op zijn helm, staat voor Black Power Action

Figure, enerzijds een grapje omdat er geen zwarte superhelden bestaan, anderzijds een verwijzing naar de islamitische wereld die allerlei aanslagen plant. Afijn, zo had ik van alles in mijn hoofd. Maar gaandeweg heb ik dat concept wat losgelaten. De vertelling werd steeds kleiner. En uiteindelijk ging het vooral om de kinderen zelf, al is het achterliggende idee hetzelfde gebleven. Uiteindelijk raken alle personages gecorrumpeerd. De enige persoon met integriteit mist de daadkracht om tot actie over te gaan. Dat strookt wel met mijn wereldbeeld: het individu staat machteloos tegen alle grote machinaties.” Die uitleg had je boek toegankelijker kunnen maken. „Aanvankelijk was ik wel van plan om duiding te geven in een voorwoord. Maar omdat het verhaal een steeds grotere metafoor werd, zou het minder krachtig zijn geworden als ik alles had uitgelegd. Dan was de poëzie verloren gegaan. Het boek moest geen Suske en Wiske worden met een van A tot Z uitgesponnen verhaal. De lezer moet zelf verklaringen zoeken, dat geeft meer voldoening en rijkdom. Ik heb niet voor niets een citaat van Mark Twain als motto in mijn boek opgenomen: Ideally a book would have no order in it, and the reader would have to discover his own. Zo beleef ik verhalen maken.” Je tekenstijl lijkt erg op graffiti. „Graffiti heeft altijd mijn interesse gehad. Schrijven op een muur is een fantastische uiting van genoegen of ongenoegen op straat. Zelf werk ik ook graag met uitgesneden malletjes en spuitbussen op plekken waarvan ik vind dat er een tekening past of waar ik me erger aan hakenkruizen of jodensterren die overgespoten moeten worden. Maar ik ben geen fulltime straatartiest hoor. In 2004 ben ik eens gearresteerd. Sindsdien is de lol er wel een beetje af. Ik moest muren schoonmaken.

Daar heeft mijn zoontje me nog bij geholpen. Hij en zijn zusje vinden het geweldig wat ik doe. Ik had allerlei figuren gemaakt op de zuilen van een viaduct. Buurtbewoners waren woest dat ik het weghaalde. Dat was wel de omgekeerde wereld. Grappig hoe alles altijd anders loopt dan je aanvankelijk bedenkt. Dat is dus niet alleen in mijn strips zo.” Je schildert, spuit graffiti, maakt beelden, maakt strips. Wat is voor jou het verschil tussen die disciplines? „Voor mij hangt het allemaal samen. Ik gebruik veel teksten en kreten in mijn schilderijen. Mijn schilderijen zijn daardoor een soort afzonderlijke stripplaatjes. Soms maak ik ook series van zes, zeven schilderijen die samen een geheel vormen maar ook los gezien kunnen worden. Strip, graffiti, etiketten, posters, alle grafische uitingen – vooral in zwart-wit – hebben me altijd gefascineerd.” In je werk komen vaak dezelfde figuren terug: superhelden, manga-achtige meisjes… „…apen, chicks met blaffers. Ja, die figuren staan voor bepaalde denkbeelden. Al mijn figuren zijn metaforen. In Fairland staat ATOM voor kernenergie en de macht van de VS. De kikkerkoning zou een prins kunnen worden maar je weet het niet. Hij staat voor de gladde glijder die houdt van manipulatie. Blanche is het ogenschijnlijk lieve blondje dat alleen op eigen plezier uit is. Ik gebruikte haar al in oude strips: Nero en Blanche. Ze is wit van buiten maar pikzwart van binnen. Tom is een tomboy, en stoere meid die wil helpen maar zich voortdurend in de nesten werkt. De kat is impulsief en verliest altijd zijn doel uit het oog. Hij heeft geen focus. Chill staat voor de huidige patatgeneratie en zo kan ik nog wel even doorgaan. Ik ben zelf een samenraapsel van al die figuurtjes denk ik. Ik heb ook altijd het beste met iedereen voor en verlies ook altijd mijn focus. Behalve de kikkerkoning, daar heb ik niks mee. Macht laat me volkomen koud. Misschien dat alle figuren aan het eind van Fairland daarom tegen hem ten strijde trekken.” Waarom werk je altijd in het Engels? „Vroeger heb ik in de VS gewoond. Daar heb ik nog steeds lezers van mijn werk zitten. Ik wil graag dat iedereen het kan begrijpen. Voor mijn schilderijen werk ik soms ook samen met Australische en Amerikaanse collega-kunstenaars. Ik verkeer gewoon in een internationaal circuitje. Er zit geen commercieel idee achter of zo. Met Fairland ga ik ook weer geen moer verdienen. Joh, een oplage van 500. Maar winst is ook niet het doel. Ik wilde gewoon weer en leuk boek maken. Hartstikke spannend, want ik had al zolang niks meer uitgebracht.”   ×  Fairland is verkrijgbaar in de stripspeciaalzaak of te bestellen via Verburgs website: www.plusminusprodukties.nl

12 ZL171_DEF.indb 12

2010.03.23 14:11:10


Laatste Oordeel Smakelijk escapisme met zwaard en lingerie Red Sonja 1 t/m 3 (Oeming, Carey & Rubi) Uitg. Dark Dragon Books; 64 p.; kleur; harde kaft; € 17,95 (per deel)

Red Sonja is een van de meest intrigerende iconen uit de populaire cultuur. De avonturen van de rondborstige, schaars geklede, zwaardvechtende mannenmoordenares zouden het dagelijks leesvoer moeten zijn van elke feministe die de onafhankelijkheid van de vrouw in het patriarchaat hoog in het vaandel heeft. Daarentegen is ze het favoriete personage van menig mannelijk stripfanaat, die de ge-airbrushte posters boven hun bed hebben hangen waarop haar vurige lokken wulps over haar metalen bh’tje vallen. Red Sonja is het archetype van de femme fatale. Een stoere vrouw die ongenaakbaar haar eigen weg gaat, ongevoelig voor de smeekbedes van haar bewonderaars. Dat beeld wordt weer eens bevestigd in de trilogie De brandende schedels, Leven en dood en Toren van bloed die nu in het Nederlands is verschenen. De ronkende titels doen het al vermoeden: de verhaallijn in deze vervolgstrip is nogal pover. Red Sonja komt op haar reizen terecht in de stad Gathia, waar een profeet een schrikbewind voert. Met haar zwaard baant ze zich een weg door alle ontberingen heen. Red Sonya (let op de spelling) was oorspronkelijk een figuur uit een kort verhaal van Conan-auteur Robert E. Howard uit 1934: The Shadow of the Vulture. Daarin is ze een Oost-Europese krijgster in de 16de eeuw die het met degen en pistool opneemt tegen de Turkse sultan. In de jaren ’70 werd de figuur door Barry Windsor-Smith en Roy Thomas getransformeerd naar Howards Conan-universum dat zij aan het verstrippen waren. Sonya werd Sonja en voortaan dartelde ze rond in de prehistorie in metalen lingerie en met een enorm zwaard waarmee ze de mannelijke barbaren om haar heen afslachtte. Al snel kreeg ze haar eigen serie en in 1985 volgde een film met Brigitte Nielsen in de hoofdrol. Net als de Conan-strips raakte ook die van Red Sonja wat in de versukkeling. En net als Conan is ook Red Sonja weer nieuw leven ingeblazen door nieuwe auteurs. Zo verstaan de scenaristen Michael Avon Oeming en Mike Carey en

tekenaar Mel Rubi de kunst alle elementen uit het sword and sorcerygenre opnieuw op te poetsen voor een lekker verteerbare hap-slik-wegstrip. Als een ware furie gaat de hoofdpersone te keer in een duister landschap vol gedrochten en verraders. De tekeningen en de inkleuring ogen als glazuur: hard, zoet en attractief. Knap gemaakt escapisme voor wie een half uurtje onderhouden wil worden. En dat in een luxe uitvoering in glanzende harde kaft om het edelkitsch-niveau wat extra te accentueren. Dat de vertaling juist nu komt met een nieuwe Red Sonja-film op komst, is vast geen toeval en zal ongetwijfeld van invloed zijn op de verkoop. Schaamteloos commercieel, maar wat deert dat zolang het smaakt?  Hans van Soest

Betrapt door een glazenwasser Sisco 1: Schiet alleen op bevel! (Legrain & Benec) Uitg. Lombard;48 pl.; kleur; slappe kaft; € 6,50

Na een aantal jaren waarin het bergafwaarts ging met Le Lombard, moet de uitgever dit jaar weer uit het dal zien te klimmen. Met een nieuwe man aan het roer worden er in elk geval veel nieuwe initiatieven gestart, zoals een opfrisser van de ooit met veel tamtam gelanceerde collectie Derde stroming. Nieuw in deze collectie is Sisco. Blijkbaar heeft de uitgever hoge verwachtingen van Sisco, want hij siert de omslag van de aanbiedingsfolder. Terecht? Erg origineel is Sisco om te beginnen al niet. Sisco is een huurmoordenaar (à la De killer van Jacamon en Matz) in dienst van de Franse geheime dienst. Hij mag de vuile zaakjes van de Franse overheid opknappen. Als hij bij zijn werkzaamheden wordt betrapt door een toevallig aanwezige glazenwasser gaat het mis. Sisco moet alles op alles zetten om zich uit deze vervelende situatie te redden. Of dat hem gaat lukken, zal pas blijken in deel 2. Sisco wordt getekend door Thomas Legrain, die ook de serie MX-20 op zijn naam heeft staan. Zijn tekenstijl is zo’n typische realistische die je meer tegenkomt in het fonds van Le Lombard, vergelijk het maar met I.R.S. of Alfa maar dan een stukje stijver en houteriger. Benec (pseudoniem van Benoît Chaumont), die met Sisco professioneel debuteert, won eerder de Prix Raymond Leblanc, maar een volleerd scenarioschrijver is

hij nog niet. Hij weet allerlei clichés zoals hitsige secretaresses en onderling rivaliserende agenten niet te vermijden. Ondanks al die tekortkomingen slagen de twee erin om een lekker spannend verhaal neer te zetten dat vlot wegleest en nieuwsgierig maakt naar het slot dat gelukkig al wel voor dit jaar staat aangekondigd.  Hans Pols

13 ZL171_DEF.indb 13

2010.03.23 14:11:11


Laatste Oordeel Intrigerend, maar onevenwichtig Levenslijnen 1: De overval (Giroud/Durand) Levenslijnen 2: De zoon (Giroud/Greiner/ Collignon) Levenslijnen 3: De Afrikaanse val (Giroud/Christin/ Lécossois/Brahy) Uitg. Glénat; 46 pl.; kleur; harde kaft; € 14,50 per deel

Het is 1992, Greg werkt als pompbediende in Houston, Texas. Hij is van de universiteit getrapt, nadat bekend werd dat hij drie jaar eerder de wapens had opgepakt tegen de Contra’s in Nicaragua. Een organisatie die gesteund wordt door president Reagan en zijn ministerie. In de avonduren broedt Greg op plannen om zijn verzet voort te zetten. Hij wordt daarin gesteund door Jane, zijn vriendin. Jane is een wilde tante, maar als Greg besluit een overval te plegen, gaat dat haar toch een stap te ver. Ellen, een studiegenoot van Jane en heimelijk verliefd op Greg, ziet haar kans schoon en besluit wél mee te doen. Zeventien jaar later is Ellen het gezicht van een hulporganisatie en mateloos populair bij het publiek. Niemand weet dat zij destijds

Zeldzaam immoreel stuk tuig Rani 1: Bastaard (Vallès, Van Hamme & Alcante) Uitg. Lombard; 48 pl.; kleur; slappe kaft; € 6,50

De inmiddels 70-jarige Jean Van Hamme gaf een tijdje geleden zijn populairste reeksen uit handen en zei alleen nog verder te willen schrijven als scenarist aan de serie Lady S. Toch ligt er nu weer een nieuwe reeks in de winkels waaraan hij zijn naam heeft verbonden: Rani. Maar in dit geval is zijn bemoeienis met de serie beperkt. Hij leverde het concept dat verder wordt uitgewerkt door Alcante (wellicht bekend van Pandora Box en Een paar dagen samen). Die maakte er een verhaal van vol vaart en met geloofwaardige personages. Voor het tekenwerk is Francis Vallès verantwoordelijk, een verdienstelijke tekenaar van realistische reeksen die dankzij die zelfde Van Hamme zijn doorbraak beleefde met De meesters van de gerst. Op zijn tekenwerk valt ook bij Rani weinig af te

betrokken was bij de overval en dat wil ze graag zo houden. Maar als het onderzoek naar die affaire heropend wordt en Jane voor de brokken lijkt te moeten opdraaien komt ze in gewetensnood. Kiest Ellen voor haar carrière en gezin, of doet ze wat ethisch juist is? Dit is de premisse waarop een serie van veertien delen is gebaseerd. De delen volgen elkaar niet chronologisch op. Aan het eind van elk album komt Ellen voor een belangrijke keuze te staan. Daarop splitst de reeks zich in tweeën en worden beide keuzes uitgewerkt. Op die manier vertakt de reeks zich een paar keer, om later weer bij elkaar te komen en uiteindelijk te eindigen in één epiloog. Levenslijnen is een typische conceptreeks van Frank Giroud (bekend van De tien geboden en Quintett). Het bevat interessante personages en een uitgebreid plot, met veel ruimte voor onverwachte wendingen en subplots, is gemaakt door een heel team van auteurs en wordt in hoog tempo uitgebracht. Voor de verandering werkt Giroud dit keer niet alleen met verschillende tekenaars, maar ook met verschillende scenaristen. Naar verluidt kreeg eenieder slechts datgene te horen wat van belang was voor zijn of haar deel van het verhaal. Dat pakt niet lekker uit. Doordat elke scenarist een eigen schrijfstijl heeft, voelt de serie niet aan als een geheel. Dat wordt nog eens versterkt doordat hoofdpersonage Ellen in elk deel een andere persoonlijkheid lijkt te hebben. Is ze in deel twee nog een album lang aan het kniezen over de keuze die ze moet maken, in deel drie lijkt alle twijfel van haar afgegleden als was ze gemaakt van teflon. En aangezien de albums elkaar iets overlappen, is die schizofrenie des te voelbaarder. Levenslijnen wordt zodoende nogal onevenwichtig. Plot en personages zijn interessant en maken nieuwsgierig naar wat komen gaat. De individuele albums zijn op zich degelijk tot goed geschreven. Maar het wil maar geen geheel worden. Het lijkt er op dat Giroud zich verslikt heeft in een uitgekiend, nauwsluitend plot, waar hij zijn personages in heeft moeten schoenlepelen. Een probleem waar hij overigens niet voor het eerst tegenaan loopt.  Sigge Stegeman dingen of het moet zijn dat hij wel erg weinig varieert met de ooguitdrukking van zijn personages. Verder ziet het er allemaal weer gelikt uit met fraaie decors, interieurs en kostuums. Inderdaad, Rani is een kostuumdrama dat zich afspeelt in 1743 (dit eerste deel althans). Markies de Valcourt voelt zijn einde naderen en heeft de keuze gemaakt om zijn vermogen niet na te laten aan zijn losbollige zoon Philippe, maar aan zijn rebelse bastaarddochter Jolanne. Philippe is vastbesloten daar een stokje voor te steken. Daarbij schuwt hij geen enkel middel. Zelden werden de pagina’s van een stripverhaal bevolkt door zo’n immoreel stuk tuig als hij. Jolanne op haar beurt is – zodra ze achter Philppes plannen komt – vastbesloten haar huid duur te verkopen en verandert door de gebeurtenissen van een minderjarig meisje in een zelfbewuste jonge vrouw die vecht voor haar recht. Aan het einde van dit deel ziet het er overigens beroerd voor haar uit, maar er worden ons nog zeven volgende delen beloofd. Ze zal dus nog heel wat moeten doorstaan.  Hans Pols

14 ZL171_DEF.indb 14

2010.03.23 14:11:11


Laatste Oordeel Prekerige variant op Oliver Twist Fagin de jood (Will Eisner) Uitg. Atlas; 118 p.; bruin-wit; slappe kaft; € 18,95

Will Eisner (1917-2005) is tijdens zijn leven al zo’n beetje heilig verklaard. Inderdaad heeft hij enkele baanbrekende strips gemaakt, zoals Een contract met God en Levenskracht. Zijn strips onderscheiden zich door de overdreven acterende figuurtjes die de meest tragische dingen meemaken. In de beste joodse traditie combineert Eisner perfect de lach en de traan, zodat hij zijn lezers ontroert met zijn poppetjes vol vertwijfeling. Tegen het eind van zijn leven raakte hij die gave echter enigszins kwijt. Zo blijkt ook uit Fagin de jood, dat hij enkele jaren voor zijn dood afrondde en dat nu pas is vertaald. In Fagin de jood geeft Eisner zijn interpretatie van Charles Dickens’ klassieker Oliver Twist. In Eisners bewerking draait alles om de heler Fagin, die de zwervende Oliver uit stelen stuurt. De nadruk in het verhaal ligt op de jeugd van het romanpersonage Mozes Fagin. Eisner geeft hem de achtergrond van een immigrantenzoon die eind achttiende eeuw in Londen door armoede en uitsluiting de criminaliteit in wordt gedreven. Het verhaal biedt alle elementen om er een schmierend theaterstuk op papier van te maken, zoals

Eisner dat zo goed kon. De tekening zijn weer uitermate sfeervol. En net als in andere boeken geeft de stripmaker het boek wat educatieve waarde mee, door het verhaal te vervlechten met een korte geschiedenisles. Dit keer over de joodse immigranten in Engeland. Maar Eisner wilde dit keer te veel. In het voorwoord vertelt de Amerikaan hoe hij zich altijd heeft geërgerd aan vooroordelen tegen joden in de literatuur. En ook Dickens maakte zich daar volgens hem schuldig aan. In Fagin de jood laat Eisner zijn hoofdpersoon zijn nood klagen tegen de Engelse feuilletonschrijver. In een paginalange preek laat Eisner Fagin tegen Dickens zeggen dat hem onrecht is aangedaan. Hij is het product van het antisemitisme dat hem het slechte pad op heeft gedreven om te kunnen overleven. Niemand wilde hem, altijd werd hij in de goot getrapt omdat hij joods was. Bovendien is hij helemaal niet zo gemeen als de niet-joodse schurken in Dickens’ verhalen, dus waarom wordt hij als jood toch zo zwart afgeschilderd in Oliver Twist? Eisner vergaloppeert zich volledig met die aanpak. Alles in Fagin de jood is van dik hout zaagt men planken. Ruimte voor relativering is er niet. Eisner heeft aan het eind van zijn leven een pamflet willen maken tegen jodenhaters. De vertelling is ondergeschikt gemaakt aan de boodschap. Dat deed hij ook al in Het complot, zijn laatste strip, die twee jaar geleden al bij uitgeverij Atlas verscheen. En ondanks alle goede bedoelingen behoorde ook die strip, net als Fagin de jood, niet tot zijn beste werk.  Hans van Soest

Bizar voorbeeld van zelfcensuur Mijn brein hangt op z’n kop (David Heatley) Uitg. Oog & Blik/De Bezige Bij;128 pl.; kleur; € 29,90

Sinds het einde van de jaren ’90 is David Heatley bezig zijn demonen uit te drijven. Hij doet dat in stripverhalen die doorgaans zijn opgebouwd uit een groot aantal minuscule plaatjes. Dat maakt het lezen niet al te eenvoudig, maar het versterkt wel het intieme karakter van zijn ontboezemingen die vaak zijn gebaseerd op dromen. Erg prettig zijn de verhalen niet, maar ze zijn ontwapenend eerlijk en Heatley durft onderwerpen te behandelen waar de meeste mensen hooguit met hun psychiater over praten. In de loop van de jaren verschenen de strips van de afgestudeerde psycholoog Heatley in toonaangevende avant-gardistische uitgaven zoals Mome, Kramers Ergot, The New Yorker, The New York Times en McSweeneys In 2008 werd een eerste bundel van zijn verhalen uitgegeven door Pantheon Books. Die is nu in het Nederlands vertaald als Mijn brein hangt op z’n kop. Het is een dikke bundel met heel veel kleine plaatjes die in verschillende hoofdstukken zijn verdeeld: Seks, Ras, Ma, Pa en Familie. Heatley is genadeloos eerlijk over zichzelf en legt ook zijn seksleven bloot. Maar hier is iets vreemds aan de hand. Wie het eerste hoofdstuk opslaat, wordt tot zijn niet geringe verbazing geconfronteerd met allemaal roze rechthoekjes die de top van de stijve pikken die de piepkleine stripfiguurtjes soms hebben, moeten onttrekken aan het oog van de volwassen striplezer die hier wel eens geschokt door zouden

kunnen zijn. Is hier sprake van censuur? In een radio-interview laat Heatley doorschemeren dat hij reacties kreeg van lezers die zijn strips opwindend vonden, terwijl dat niet zijn bedoeling was. Hij wilde geen erotische strip maken, maar iets vertellen over slechte seks en onvervulde verlangens. Om de aandacht te vestigen op de inhoud, heeft hij blijkbaar besloten zichzelf te censureren. Dat is vreemd. Ik heb oprecht medelijden met mensen die opgewonden raken van de strips van David Heatley. Maar ja, ‘t is een raar volk die Amerikanen. Tot moes geslagen gezichten (plaat 1) en afgelikte namaakvagina’s (plaat 2) vormen geen probleem, maar zodra er een stijve penis opduikt raakt iedereen in paniek. Ik kan me best voorstellen dat Heatley van zijn eerste boek graag een succes wil maken en niet verkeerd begrepen wil worden, maar of het nu zijn eigen beslissing is geweest of die van zijn uitgever, feit is dat al die roze balkjes de aandacht trekken en daarmee schiet de censor zijn doel (het beschermen van de tere zieltjes die wel eens opgewonden kunnen raken bij het zien van twee experimenterende pubers met een hard plassertje) volledig voorbij. Hij vestigt niet de aandacht op de inhoud, maar hij leidt de lezer er juist van af. En dat is erg dom.  Hans Pols

15 ZL171_DEF.indb 15

2010.03.23 14:11:12


Laatste Oordeel Povere pastiche op het pulpgenre Dylan Dog 1: Dageraad van de dood (Sclavi & Stano) Uitg. Silvester; 96 p.; zwart-wit; harde kaft; € 9,95

Dylan Dog is al jaren de meest populaire strip in Italië. Inclusief alle herdrukken gaan er jaarlijks miljoenen exemplaren van over de toonbank. Inmiddels zijn er honderden afleveringen verschenen. Uitgeverij Silvester wil uit dat aanbod voortaan elke maand een deel vertalen. Begonnen is bij het eerste deel Dageraad van de dood uit 1986 en ook de verhalen Jack the Ripper en De geest van Anna Never zijn inmiddels verschenen. In Dageraad van de dood klopt de bevallige Sybil Browning aan bij paranormaal detective Dylan Dog voor hulp. Ze wordt beschuldigd van moord op haar man, maar hoe kan ze hem vermoord hebben als hij al dood was? Al snel blijkt Sybils echtgenoot het slachtoffer van een door de duivel bezeten geleerde (dokter Xabaras) die in Schotland lijken weer tot leven wekt. In het mistige Schotland moeten ze het opnemen tegen een waar leger van zombies. Dylan Dog is niet bedoeld als de zoveelste doorsnee horrorstrip. Scenarist Tiziano Sclavi heeft een pastiche op het genre gemaakt door rijkelijk te citeren uit slechte B-films à la George Romero (Night of the Living Dead) en Amerikaanse pulpstrips uit de jaren ’50 en ’60 (vooral de EC-comics). Die inspiratiebronnen zet Sclavi vet aan. Dog woont op Craven Road 7 (verwijzing naar horror-regisseur Wes Craven), laat zich om de zaak op te lossen inspireren door voor de veertiende keer naar An American Werewolf in London te kijken en zo barst het van de verwijzingen naar de hoogtepunten uit het horror-

Lieve beestjes Scott Leblanc 1: Alarm boven Fangataufa (Devig & Geluck) Uitg. Casterman; 48 pl.; kleur; slappe kaft; € 6,25

Veel mensen hebben eens in de zo veel tijd behoefte aan een nieuwe uitdaging in hun leven. Striptekenaars zijn daarop geen uitnodiging. Philippe Geluck is zo iemand. Deze acteur en striptekenaar

genre. Ook in de latere delen. Hoeveel dubbele lagen Sclavi ook in scenario stopt, het maakt Dylan Dog nog niet automatisch tot een leuke strip. Daarvoor hebben de verhalen een te hoog slapstick-gehalte. Het stoer bedoelde cynisme van de hoofdpersoon is niet bijtend genoeg. Zijn assistent in de persoon van oude filmkomiek Groucho Marx is strontvervelend, net als diens voortdurende belegen grappen. De avonturen die ze beleven zijn te afgezaagd. In een pastiche wordt weliswaar gespeeld met alle clichés van een genre, maar in Dylan Dog wordt er geen originele draai aan gegeven. Echt grappig wordt het nergens. De serie Dylan Dog wordt inmiddels door een hele schare stripmakers in elkaar gezet. De oorspronkelijke tekenaar is Angelo Stano. Zijn sobere, realistische stijl past prima bij de klassieke pulp-sfeer die Sclavi wil oproepen. Niet te veel poespas, dat leidt maar af van het verhaal. Dylan Dog wordt nog al eens vergeleken met die andere pastiche op het horrorgenre: Hellboy (zie elders in dit nummer). Hellboytekenaar Mike Mignola maakte destijds ook de covers voor de Amerikaanse vertalingen van Dylan Dog. Maar verder vallen beide reeksen niet te vergelijken. Een goede pastiche blijft de lezer lang bij door zijn inventiviteit. Een slechte pastiche ontstijgt het niveau niet van het genre dat het op licht ironische wijze heeft willen imiteren. Dat is helaas bij Dylan Dog het geval.  Hans van Soest

heeft al jaren succes in Frankrijk en Franstalig België met Le chat, een bijkans cultureel fenomeen. Helaas is zijn droogkomische humor in het Nederlandse taalgebied veel minder bekend. Met Le chat verricht Geluck vooral korte baanwerk met gags van een plaatje of een enkel strookje. Hij ging de uitdaging aan om ook eens een lang humoristisch verhaal te maken. Dat werd een parodie op de klassieke avonturenstrip, waarvoor hij de hulp in riep van tekenaar Devig (pseudoniem van Christophe de Viguerie). Zijn aan Hergé schatplichtige klare lijnstijl heeft een aangename jaren ’50-look die mooi past bij het verhaal. Scott Leblanc (een knipoog naar de voormalige uitgever van weekblad Kuifje Raymond Leblanc) is een journalist die zich vooral bezighoudt met een serie artikelen over sterren en hun huisdieren. Hij leeft in zijn eigen door beestjes bevolkte wereldje. Wanneer hij er op uit wordt gestuurd om de geleerde Nobelprijswinnaar professor Moleskin te interviewen, raakt hij betrokken bij een wereldwijd complot. Het is het begin van een reeks verwikkelingen en een lading grappen. Helaas lukt het Devig en Geluck niet om een goede balans te vinden tussen enerzijds een goede plot voor een avontuurlijk verhaal en anderzijds de dosering van het aantal grappen. Zeker, Alarm boven Fangataufa is een leuk verhaal, maar na lezing blijf je toch het gevoel houden dat er meer in had gezeten. Voor een parodie is het niet leuk genoeg en voor een avonturenverhaal te weinig spannend. Wellicht slagen Devig en Geluck er bij de volgende delen wel in om het evenwicht te vinden. Ze kondigen er alvast negen aan. Of is dat een grap?  Hans Pols

16 ZL171_DEF.indb 16

2010.03.23 14:11:12


Prikbord schrijven van scenario’s. De nieuwe Samber-cyclus gaat Werner en Charlotte heten. Yslaire werkt daarvoor samen met MarcAntoine Boidin. Het nieuwe drieluik gaat over nog verdere voorouders van de hoofdpersonen uit de hoofdreeks: de overgrootmoeder van Bernard Samber. Zij raakt in het Wenen van 1768 verliefd op een man met rode ogen: Werner von Gotha. Yslaire belooft op zijn eigen weblog weer de geijkte ingrediënten: gedoemde liefde, niets ontziende ambitie en waanzin. De volgende delen moeten in 2011 en 2012 verschijnen.  HvS

Wereldoorlog in Nederland. De Terugkeer handelt over de onafhankelijkheidsstrijd in voormalig Nederlands-Indië en de repatriëring van de Nederlanders daarna. Verder is Heuvel druk met zijn strips voor Eppo, na January Jones nu ook Alleen rond de wereld.  HvS

Evenhuis goes Frankrijk In maart verscheen bij de Franse stripuitgeverij Clair de Lune, het eerste deel van het tweeluik Snooze, Le grand sommeil. Nu is dat niet zo opvallend want er verschijnen dagelijks nieuwe strips in Frankrijk. Opmerkelijk is wel dat de strip wordt getekend door de Nederlander Chris Evenhuis. Nog opmerkelijker is dat deze strip voor de Franse markt is gemaakt en er geen Nederlandse vertaling

Briefwisseling Footnotes in Gaza

Sacco doet Europa Onlangs verscheen Footnotes in Gaza, de jongste, ruim 400-pagina’s dikke stripreportage van Joe Sacco, waarmee hij terugkeerde naar de Palestijnse gebieden om te berichten over het conflict aldaar. Na die uitputtingsslag komt hij nu op adem met een kleiner project. Sacco werkt aan een kort verhaal van 48 pagina’s over Afrikaanse emigranten die naar Europa willen. Hij ging ervoor naar Malta (waar de Amerikaanse auteur overigens geboren is), voor veel illegalen de dichtst bijzijnde toegang tot de Europese Unie.  HvS

Samber Nog dit jaar moet er een nieuw deel in de winkels liggen van De oorlog van de Sambers. De eerste cyclus (Hugo en Iris) is net afgerond. De tekenaars van die delen (Jean Bastide en Vincent Mézil) vertelden aan Actuabd. com een leuke anekdote over hoe ze met Bernard Yslaire in contact kwamen. De geestelijk vader van Samber ging in 2003 op zoek ging naar jonge tekenaars voor de spin-off van zijn succesreeks. Daartoe ging hij in de eindexamencommissie zitten van de stripopleiding van het Brusselse Sint Lucas. Hij viel bijna van zijn stoel toen hij het werk van Jean Bastide onder ogen kreeg. Niet om het werk zelf, maar om de naam van de jonge tekenaar. „Is dit een grap”, wilde hij weten. Voor de niet Samber-kenners onder jullie: Bastide is de naam van het ouderlijk huis van de Sambers. Bastide ging zich bezig houden met de personages, Mézil met de kostuums en de decors. De eerste wil zich voortaan bezig houden met het verstrippen van bestaande romans, de tweede wil zich gaan toeleggen op het

In 1979 stuurde Dick Matena een exemplaar van Virl naar Marten Toonder met een korte brief daarbij. Dat werd het begin van een correspondentie die tot kort voor Toonders dood zou worden voortgezet. Een groot deel van de brieven die zij elkaar schreven, is nu gebundeld door De Bezige Bij in Wat jij, jonge vriend? Het is een juweel van een uitgave waarin twee stripmakers aan het woord komen over alles wat hen bezighoudt: hun werk, kunst, de stripwereld, tekenfilms en nog veel meer. Bovendien zijn hier twee mensen met elkaar in gesprek die ook nog eens prachtig kunnen schrijven.  HP

Terugkeer Eric Heuvel Alle Nederlandse scholieren in het voortgezet onderwijs krijgen dit voorjaar een stripboek over de geschiedenis van voormalig Nederlands-Indië tijdens en kort na de Tweede Wereldoorlog. Het boek De Terugkeer is van de hand van Eric Heuvel. Hij heeft ervaring met educatieve strips. Zo maakte hij eerder onder andere De ontdekking, De zoektocht en Frontstad Rotterdam over de Tweede

Snooze, Le grand sommeil

van verschijnt. Maar misschien gebeurt dat later nog eens. De pagina’s zien er in elk geval mooi uit. Het verhaal is van de hand van Kid Touissant en gaat over een man die na dertien jaar uit een coma ontwaakt en betrokken blijkt te zijn bij een oude moordzaak.  HP

17 ZL171_DEF.indb 17

2010.03.23 14:11:13


Stripvoorspelling Dit overzicht van te verschijnen strips is gebaseerd op door de uitgevers aangeleverde informatie. Ondanks de zorgvuldigheid waarmee het wordt samengesteld, komt het regelmatig voor dat de boeken in werkelijkheid pas later verschijnen. Houd voor de meest actuele informatie de webstekken van de uitgeverijen in de gaten. Achter elk album staan de prijs (in euro’s),de uitvoering (slappe kaft/harde kaft) en de geplande maand van verschijning vermeld. Het cursieve commentaar is van de ZozoLala-redactie. Aanvullingen zijn van harte welkom op stripvoorspelling@zozolala.com.

Te verschijnen in april, mei. en begin juni 2010 Arcadia — www.arcadiastrips.be Arcadia archief 10: Johnny Goodbye: De zoon van Al Capone (Attanasio/Lodewijk) 19,95; hk.; apr.

Ballon — www.balloonbooks.be Dance academy 2 (Crip/Béka) 5,95; sk.; mei Jommeke 250: Savooien op de Galapagos (Nys) 4,95; sk.; mei Sisters 2: Zo doen wij dat! (William/Cazenove) 5,95; sk.; mei

Beta De partners 16: Dynamiet (Brugman/ Richards) 7,95; sk.; apr. Nieuw verhaal, voorge-

publiceerd in Eppo.

Ronson Inc. 1: De afrekening (Oosterveer/ Ritstier) 7,95; sk.; apr. Westernreeks, voorgepu-

bliceerd in Eppo.

Casterman — www.casterman.com AutoBio 2: Groen uit zich! (Pedrosa) 9,80; hk.; mei. Boboland 2: De Bobo’s zijn helemaal niet afgeschreven (Dupuy/Berberian) 12,00; hk.; mei Caroline Baldwin 14: Free Tibet (Taymans) 6,25; sk.; apr. Canardo 19: De asbestemming (Sokal) 9,80; hk.; apr. In mijn ogen (Vivès) 19,50; hk.; apr. Prachtig in

kleurpotlood gemaakt liefdesverhaal van de maker van De smaak van chloor.

De reizen van Alex 19: Petra (Henin/Martin) 6,95; sk.; mei De reizen van Alex 20: Persepolis (Hervan/ Martin) 6,95; sk.; mei De reizen van Lois 1: Portugal (Differ /Martin) 6,95; sk.; apr.

Daedalus — www.uitgeverijdaedalus.be Codex angelicus 3: Thomas (Bourguoin/ Gloris) 15,95; hk.; apr. Druïden 4: De ronde van de reuzen (Istin/ Jigourel/Lamontagne) 7,95; sk.; mei Herinneringen aan de Grande Armée 2: 1808, De kinderen van de weduwe (Dufranne/Alexander/Fernandez) 7,95; sk.; mei H.H. Holmes 2: White city (Le Hanenf/Fabuel) 15,95; hk.; apr. Ik ben een Kathaar 2: Grenzeloze genade (Calore/Makyo) 7,95; sk.; apr. Kruistochten 1 (Izu/Nikolavitch/Zhang Xiaoyu) 15,95; hk.; mei Nelson Lobster 3: Het oog van Zaya (Corbeyran/Calvez) 15,95; hk.; mei Weerwolven: Renaissance 1: De Holtons (Nino/Gaudin) 7,95; sk.; apr.

Dargaud — www.dargaud.com Ravian 21: De tijdopener (Mézières/Christin) 6,50; sk.; mei. Na meer dan veertig jaar komt

hiermee definitief een einde aan Ravian.

Dupuis — www.dupuis.com Cédric 24: Gewonnen! (Laudec/Cauvin) 5,95; sk.; mei Robbedoes en Kwabbernoot door… 6: Paniek op de Atlantische Oceaan (Parme/ Trondheim) 8,95; sk.; mei. Langverwachte

Robbedoes door de makers van UFO en Kobijn.

De Fontein — www.defonteinkinderboeken.nl Het leven van een loser 2: Vette pech! (Kinney) 13,95; hk.; mei. Hilarisch dagboekver-

slag van het dagelijks leven van een opgroeiende jongen.

Glénat — www.glenat.com Berserk 12 (Miura) 7,50; sk.; apr. Black Crow 2: De vervloekte schat (Delitte) 14,50; hk.; mei Dragonball ultimate edition 7 (Toriyama) 11,75; sk.; apr. Dulle Griet (Blondeau) 17,50; hk.; mei De erfgenaam 5: Het testament van de profeet (Béhé/Giroud) 15,50; hk.; apr. Slot van

deze spin-off van De tien geboden.

Fruits basket 11 (Takaya) 7,50; sk.; mei Gals 8 (Fujii) 7,50; sk.; apr. One piece 12: De legende begint (Oda) 7,50; sk. De piraten van Barataria 2: Cartagene (Bourgne/Bonnet) 14,50; hk.; mei Reiziger 9:

Verleden 1 (Rollin/ Boisserie/Stalner) 14,50; hk.; apr. Rurouni Kenshin 8: De oostelijke zeeroute ( Watsuki) 7,50; sk.; mei Vorstenbloed 1: Goddeloze bruiloft (Liu/ JodorowskY) 15,50; hk.; apr. Zoeaaf 1 (Ersel) 14,50; hk.; apr.

De Harmonie — www.deharmonie.nl Polderburka’s (De Wit) 12,50; hk.; mei. In

dezelfde uitvoering als Burka babes.

Sigmund 19: Negentiende sessie (De Wit) 9,90; sk.; apr. S1ngle trio (Kolk/De Wit) 12,50; sk.; mei

L — www.uitgeverijl.nl Lanfeust odyssee 1: Het raadsel van GoudAzuur (Tarquin/Arleston) 8,90/16,90; sk./hk.; apr. Het langverwachte vervolg op Lanfeust

van Troy en Lanfeust van de sterren.

Legenden van Troy Tykko 2: De verdronken stad (Keramidas/Melanin/Arleston) 8,90/16,90; sk./hk.; mei Het leven van Anne Frank (Colón/Jacobson) 14,95/19,95; sk./hk.; mei. Verschijnt t.g.v. het

50-jarig jubileum van het Anne Frank Huis. De Amerikaanse auteurs maakten eerder stripbio’s over (jawel) Che Guevara en Vlad de spietser.

Niet aangekondigd toch verschenen Achter de kawat (Burki) Xtra; 15,00. Getekend verslag vanuit het Jappenkamp,

door Charles Burki (1909-1994). Een gelijknamige expositie is t/m 5 sep. te zien in het Museon Den Haag.

Tom Carbon 5: De knetterende gek (Cromheecke/Letzer) Strip2000; 7,99; sk. Cordelia onverbloemd (Ilah) Oogachtend; 11,95; sk. Ilah leest haar bloem uit Cordelia

1 t/m 5, met extra’s.

Fairland (Verburg) Plusminusprodukties. nl; 18,00; sk. Cultstrip van Amsterdammer

Willem Verburg. Zie elders in deze ZozoLala.

Garfield pocket 55 (Davis) Loeb; 6,95; sk. Gus 2: Mooie schurk (Blain) Oog&Blik; 18,90; hk. Konvooi 9: Infiltratie (Morvan/Buchet) Arboris; 7,50; sk. Kronieken van de zwarte maan 13: De profetie (Froideval/Pontet) Arboris; 7,50/14,95; sk./hk. Storm 25: Het rode spoor (Molenaar/De Vos/Lodewijk) Storm.nl; 7,95/16,95; sk./hk.

18 ZL171_DEF.indb 18

2010.03.23 14:11:13


Stripvoorspelling Suske en Wiske: De Arthur-trilogie ( Vandersteen) 69,99; hk.; apr. Omnibus met Arthur,

de broer van Lambik, in de hoofdrol. Bevat De vliegende aap, De tamtamkloppers en De bevende baobab

Vreemde liefde 2 (Jouvray/Presle) 18,95; hk.; mei De wachters 1: Juli/augustus 1914. Mannen van staal (Breccia/Dorison) 18,95; hk.; apr. Retro SF. Door de tekenaar van Aguirre. De wouden van Opaal 6: De betovering van de Pontifex (Pellet/Arleston) 8,90/16,90; sk./hk.; mei

Lombard — www.lelombard.com De aantekeningen van Darwin 1: Het oog van de Kelten (Ocana/Runberg) 6,50; sk.; mei. Een soort X-Files onderzoek naar mythi-

sche wezens, met in de hoofdrol Charles Darwin.

Nietzsche: Vrijheid scheppen (Le Roy/ Onfray) 19,00; hk.; mei. Stripbiografie van de

Duitse filosoof met de hamer (1844-1900), getekend naar een nooit verwezenlijkt filmscenario van filosoof en Nietzsche-kenner Michel Onfray door het jonge Franse talent Max le Roy: Maxleroy.blogspot.com.

Rik Ringers 77: Hier 77 (Tibet/Duchateau) 6,50; sk.; mei. Het laatste door Tibet zelf vol-

tooide verhaal.

Oog & Blik / De Bezige Bij — www. oogenblik.nl De feestwinkel (Rabaté) 22,50; hk.; apr. Nieuw

werk van de maker van Ibicus en Een tweede jeugd.

Heinz van H tot Z 2: E (Windig/De Jong) 29,90; hk.; mei. Tweede bundel van de inte-

grale Heinz.

De meesterspion (Kreitz) 19,90; sk.; apr. Lijvige

WO II-spionagethriller. Nederlands boekdebuut van Isabel Kreitz, een van de grote namen van de hedendaagse Duitse strip.

Agenda Evenementen Op 17 en 18 april vindt de stripbeurs Arnhem plaats. Van 10 tot 17 uur kun je terecht in Hotel Haarhuis aan het Stationsplein 1 voor onder anderen José-Luis Munuera. Zie voor alle info: www.stripbeursarnhem.nl. De Gentse stripbeurs wordt op zondag 25 april gehouden. De VIP-school aan de Martelaarslaan 13 staat dit keer in het teken van Jommeke. Zie ook: www.gentsestripbeurs.be. Op zondag 2 mei wordt in Gouda het festival Strips op de markt gehouden. Op de centrale markt is een beurs en er zijn tentoonstellingen. Zie: www.stripopdemarkt.nl. Het gratis stripfestival in Knokke Heist is

ZL171_DEF.indb 19

Suske en Wiske 308: De gamegoeroe (Van Gucht/ Morjaeu) 5,25; sk.; mei Urbanus 138: Ghostprutsers (Linthout/ Urbanus) 5,25; sk.; apr.

Scherven (De Graaf) 29,90; sk.; mei. Nieuw

WO II-drama van de maker van het veelgeprezen drieluik Verbleekte herinneringen, Gekleurd geheugen en Gevonden verleden. Check Erikdegraafcomics.blogspot.com. Wilson (Clowes) 19,90; hk.; mei. De langverwachte terugkeer van Daniel Clowes.

Prestige Claudia, de vampierridder 3: Rode opium ( Tacito/Mills) 6,99; sk.; apr. Requiem, de vampierridder 8: De koningin der dode zielen (Ledroit-Mills)

Saga — www.sagauitgaven.be Ben Hur 1: Messala (Mitton) sk./hk.; apr./mei Het Boek van het Lot 1: De eerste stap (Biancarelli/Le Tendre) 6,99; sk.; apr.

Sherpa — www.sherpa.nu Arman en Ilva 4: Een robot is ook maar een mens (Khing/Hartog van Banda) hk.; mei Arq 13 (Andreas) hk.; mei. Begin van de afslui-

tende cyclus in zes delen, waarin al het voorgaande weer op zijn kop wordt gezet.

Pampa (Nine/Zentner) hk.; mei Sharaz-de (Toppi) hk.; mei Storende verhalen 2: Lente in de k.centrale (Khing/Hartog van Banda) hk.; mei

Standaard — www.standaard.com Apostata 2: De heks (Broeders) 9,95; sk.; mei F.C. De Kampioenen 62: Oma Boma trainer (Leemans) 5,25; sk.; mei Rode ridder 226: Het hels verbond (Lodewijk/Scholz) 5,25; sk.; mei

georganiseerd voor zondag 9 mei. Er zijn de nodige auteurs, zoals Francis Carin en Hermann. Info: www.stripfestivalknokkeheist.be. Het tweejaarlijkse Stripdagen Haarlem wordt dit keer gehouden in het weekeinde van 4, 5 en 6 juni. Een belangrijk thema is dit keer Oost-Europese strips. Wat er allemaal te doen is (en dat is meestal zeer de moeite waard), kun je de komende weken terugvinden op: www. stichtingbeeldverhaal.nl. Het blad Menner houdt op het Rotterdamse eiland onder de Van Brienenoordbrug een stripbeurs en wel op zondag 6 juni. Zie: www.freewebs.com/mennerstripbeurs. Schrijf vast in je agenda voor zondag 6 juli: het Stripfestijn in Dordrecht, dit keer op een andere locatie. Zie: www.stripwinkel-sjors.nl of

De Vliegende Hollander — www. vaarmee.com Fables 1: Legenden in ballingschap (Buckingham/Willingham) 14,95; sk.; mei. Vertaling van een van de leukste mainstream-

comics over een samenleving bestaande uit allerlei sprookjesfiguren.

From Hell 1 (Campbell/Moore) 19,95; sk.; juni Nederlandse vertaling van de ambitieuze

opvolger van Watchmen. Eerste deel van drie.

Hellboy 3: De geketende kist (Mignola) 17,50; sk.; juni. Zie elders in deze Zozolala. Ik word niet goed (Van den Boogaard/ Schippers) 14,95; sk.; mei. Een Sjef van Oekel-

omnibus, reeds.

De losers 1: Eerste inzet (Jock/Diggle) 14,95; sk.; juni Spionagethriller. De verfilming draait

begin deze zomer in de bioscoop.

Streken van een serial tekenaar (Van den Boogaard) 17,50; sk.; mei. Nieuw werk van

de tekenaar van Sjef van Oekel. Check: Theovandenboogaard.com.

Y the Last Man 3: Een kleine stap (Guerra/ Vaughan) 14,95; sk.; juni

Uno Mundo wereldstrips In het buitenland verschijnen stapels prachtige strips die ons taalgebied nauwelijks bereiken. Kwaliteit kent echter geen grenzen. Daarom hieronder een selectie van de meest opvallende buitenlandse titels van de laatste twee maanden. De prijzen in euro’s vallen bij importtitels doorgaans wat hoger uit.

www.dordtseboekenmarkt.nl.

Exposities: In het Brusselse stripcentrum is nog tot 29 augustus de tentoonstelling De droomwereld van Tove Jansson te zien. En tot 30 mei loopt de expositie over Poisson Pilote, de Franse stripreeks die uitgeverij Dargaud tien jaar geleden opstartte en waarin de jonge garde zijn werk kwijt kon, zoals Trondheim zijn Kobijn en Blain zijn Isaac de piraat. Zie: www.stripmuseum.be. In het Haagse Museon is nog tot en met september de tentoonstelling Achter de Kawat te bezichtigen. Charles Burki maakte een getekend verslag van het leven in een Japans gevangenenkamp in de Tweede Wereldoorlog. Uitgeverij Xtra bracht het onlangs uit in boekvorm. Zie: www.museon.nl.

19

2010.03.23 14:11:14


Stripvoorspelling Tous à Matha! (Denis) Futuropolis; 16,00; hk. Nieuw

werk van de maker van Die maanden in Amelie.

Comix Artichoke Tales (Kelso) Fantagraphics; $ 22.99; hk. Ambitieuze psychologische strip

Le Diable amoureux et autres films jamais tournés par Méliès (Duchazeau/ Vehlmann) Dargaud; 14,50; hk. Hommage

Tekstloos Les amours impossibles (Willem) Ouvroir Humoir; 22,00; sk. Vrije variaties op het mense-

lijk geslachtsverkeer, in stijl opgediend door de legendarische provo-tekenaar.

Les bras de Morphée (Petit-Roulet) A. Beaulet; 5,00; sk. Morfeus op zijn minimaalst bekeken

door de meest minimalistische van alle École Pigalle-auteurs. Zie: Petit-roulet.com. Love Town (Beck) Ed. Moderne; 9,80; sk. Ode aan de liefde door de Zwitserse debutant Konrad Beck: Konradbeck.ch. Samuelin matkassa (Musturi) Huudahuuda. com; 25,00. Finse psychedelica van Tommi

Musturi (bekend van de Books of Hope, verschenen bij Bries). Warm aanbevolen door Marcel Ruijters.

Victor & Vishnu 1: Text free (Funke) Catullus. nl; 9,95; sk. Solostrip van Jeroen Funke, een

van de vier mannen van Lamelos.

Les bandes dessinées Bourdelle, le visiteur du soir (Bézian) Parismusees.com; 17,00; hk. Hommage aan

beeldhouwer Émile-Antoine Bourdelle (18611929) door de maker van Dodendans en Het volle leven.

Championzé (Vaccaro/ Ducoudray) Futuropolis; 20,00; hk. Het tragische levensverhaal van de

aan de grote filmpionier (1861-1938) door de makers van Gilgamesj en La nuit de l’Inca.

Faire le mur (Le Roy) Casterman; 15,00; hk. Op eigen ervaringen gebaseerde strip over

de muur die Israëli’s en Palestijnen scheidt. Door de ambitieuze maker van de stripbio Nietzsche (zie boven). Uitgebreid voorproefje op: Maxleroy.blogspot.com/search/label/ Casterman.

Liberty (Warnauts/Raives) Casterman; 15,00; hk. P sychologische strip over een jonge zwangere

vrouw op drift tussen Afrika en Amerika. Door de makers van Lou Cale en Congo 40.

Lulu femme nue 2 (Davodeau) Futuropolis; 16,00; hk. Slot van psychologisch tweeluik over

een gewone Franse vrouw die volkomen onverwacht huis en haard verlaat. Door de maker van De val.

Mode d’emploi (Nosal) Les Requins Marteaux; 20,00; hk. Surrealistisch portret van de

denkbeeldige SF-schrijver Jules Verne. Zie: Ericnosal.com. La porte (Parrondo) L’Association; 15,00; sk. De bedrieglijk eenvoudige avonturen van een mannetje en zijn onafscheidelijke deur. Door de maker van Allez raconte.

Senegalese bokser Battling Siki (1897-1925).

Short Scories (Lindingre) Les Requins Marteaux; 14,00; sk. Korte verhalen van de maker van Tine

van Frankrijk.

Si doux foyer (Le Borgne) Fluide Glacial; 9,95; hk. Politiek incorrecte grappen over daklozen.

Le dernier socialiste (Jim) Vents d’Ouest; 9,40; hk. ‘Dream on’-grappen over de laatste socialist

bij de Walen. Zie: Lindingre.com.

advertentie

NIEUWE UITGAVEN BIJ CATULLUS

www.catullus.nl

over een jonge vrouw die gevangen zit tussen twee kampen in een burgeroorlog. Door de maakster van Queen of the Black Black.

Berlin & That (East) Blank Slate Books; £ 13.99; hk. De Berlijnse avonturen van de maker van

Trains are… Mint. Zie: Trainsare.blogspot. com.

Black Blizzard (Tatsumi) Drawn & Quarterly; $ 19.95; sk. Romantische mangathriller uit de

jaren ’50 door de maker van A Drifting Life.

Bodyworld (Shaw) Pantheon; $ 27.95; hk. P sychologische SF van de maker van Een

bodemloos bestaan.

Booth (Colbert/Tanitoc) First Second; $ 19.99; sk. P sychologische strip over de moordenaar van

Abraham Lincoln.

Chocolate Cheeks (Weissman) Fantagraphics; $ 16.99; sk. Nieuw onverbloemd inkijkje in de

kindertijd door de maker van Yikes.

Crogan Adventures 1 en 2 (Schweizer) Oni Press; $ 14.95; hk. Lekker ouderwetsche

avonturenstrip van Chris Schweizer: Curiousoldlibrary.com.

The Raven (Mattotti/ Reed) Seuil; 30,00. De

Edgar Allen Poe-cd uit 2003 van rocklegende Lou Reed uitbundig geïllustreerd door de maker van Vuren en Caboto.

Neil Young’s Greendale (Chiang/Dysart) DV Vertigo; $ 19.99; hk. Stripbewerking van de

nieuwste cd van rocklegende Neil Young.

Deutsche Neue Welle Faust (Flix) Carlsen; 14,95; hk. Bewerking van

Goethes literaire klassieker door de maker van Da war mal was. Voorgepubliceerd in de Frankfurter Allgemeine. Gift (Yelin/Meter) Reprodukt; 20,00; sk. Historische thril-

ler die speelt in 19e-eeuws Bremen. Zie: Barbarayelin.de.

Peking. Zehn Gesichter einer Stadt (Diversen) Tokyopop; 19,95. De opkomst van Flo 1, 2 en 3 (Floor de Goede), per deel €9,95 Het Fokke & Sukke Kwartet €2,95

Victor & Vishnu 1 (Jeroen Funke) €9,95

de hedendaagse manhua (Chinese strips) in het Westen loopt via Duitsland. Tien Chinese auteurs vertellen over hun hoofdstad. De gelijknamige expo was vorig jaar tijdens de Frankfurther Buchmesse te zien.

Pornografie und Selbstmord (Mahler) Reprodukt; 14,00; hk. Korte autobiostrips

van de maker van Kunsttheorie versus Frau Goldgruber.

Punkrock Heartland (Lirium) Männerschwarm; 18,00; sk. Rauw op papier gesmeten ervarin-

gen van een jonge homo in de punkscene van Hamburg.

Ype + Willem 1 (Ype Driessen) €9,95

20

ZL171_DEF.indb 20

Roboboy 6 (Linthout/ Cromheecke) €4,95

Alle uitgaven zijn te koop in de (strip)winkel of via www.foksuk.nl/webshop

2010.03.23 14:11:14


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.