ZozoLala 168

Page 1

gratis tweemaandelijks onafhankelijk stripinformatieblad oktober / november 2009

168

Al Davison, Andreas,

Arq, Hergé museum


Zozolala winkels ZozoLala is een onafhankelijk stripinformatieblad, uitgegeven door Stichting Zet.El, dat tweemaandelijks verschijnt. ZozoLala is gratis voor de klanten van nevenstaande stripwinkels.

Antwerpen

Kampen

Rotterdam

Mekanik strip St. Jacobsmarkt 73 2000 / 03 - 234 23 47 www.mekanik-strip.be

De fantast Burgwalstraat 7 8261 HJ / 038 - 332 03 25 www.de-fantast.nl

Arnhem

kortrijk

Dick Bos Burgemeester Baumannlaan 119a 3043 AJ / 010 - 461 31 47 www.stripwinkeldickbos.nl

Eindhoven

Enschede Koningstraat 43 6811 DH / 026 - 442 09 09 www.denoormanstrips.nl

Assen Plok. Strips en eh… dinges! Groningerstraat 71 9401 BJ / 0592 - 31 32 92 www.plok-strips.nl

Brugge

De strip-aap Javastraat 22 7512 ZJ / 053 - 430 52 61 www.stripaap.nl

Geel Alfa strip Stationstraat 125 2440 / 014 - 58 43 80

Gent Pierke Frans van Rijhovelaan 312 9000 / 09 - 227 70 86

Goes Alkmaar Bookers & strippers Boterstraat 20 - 22 1811 HP / 072 - 512 19 16

Katelijnestraat 42 8000 / 050 - 33 71 12 www.striepclub.be

Delft

Stripwinkel Paulus Verdronkenoord 62 1811 BG / 072 - 512 60 41 www.stripsenzo.nl

Bul Super Breestraat 18 - 22 2611 RG / 015 - 212 60 97 www.bulsuper.nl

Plenty plaatjes Voordam 4 1811 MA / 072 - 515 63 23 www.plentyplaatjes.nl

Den haag

Amsterdam Het beeldverhaal Kinkerstraat 162 –164 1053 EH /020 - 685 51 00 www.beeldverhaalamsterdam.nl Fantasia Gelderlandplein 203 1082 LW / 020 - 642 78 88 home.tiscali.nl/ stripwinkelfantasia Gojoker Zeedijk 31a 1012 AP / 020 - 620 50 78

Aelix strips en comics Chasséstraat 71 2518 RW / 070 - 365 07 38 www.aelix.nl Walk in Herengracht 13 2511 EG / 070 - 364 63 36 www.walkin.nl

Dordrecht

Lambiek Kerkstraat 132 1017 GP / 020 - 626 75 43 www.lambiek.net Nou moe!?! Lindenstraat 1 1015 KV / 020 - 693 63 45

Voorplaat Dr. Who in een lastig parket, door Al Davison. © DC Comics.

Het paard van Troje Langevorststraat 2 4461 JP / 0113 - 21 46 91 www.paardvantroje.nl

De boekenwolf Meensesteenweg 18 8500 / 056 - 35 44 98 www.boekenwolf.be

Leeuwarden De rat Voorstreek 83 8911 JL / 058 - 215 16 00 derat@kpnplanet.nl

Leiden Dumpie Nieuwe Rijn 18 2312 JC / 071 - 512 64 04 www.stripwinkeldumpie.nl

Leuven

Akim Ulgersmaweg 14 9731 BS www.akim.nl

Gobelijn Mechelsestraat 35 3000 / 016 - 23 55 86 www.gobelijn.be

Haarlem

Mechelen

Het Avontuur Gedempte Oude Gracht 22 2011 GR / 023 - 54 27 124 www.stripzaak.nl

Comic strips Hoogstraat 11 2800 / 0474 - 49 06 25 www.comic-strips.com

Wonderland Paardsdemerstraat 17 3500 / 011 - 22 82 00

Hoorn Het gele teken Grote Oost 35 1621 BR / 0229 - 21 86 23 www.hetgeleteken.nl

De stripkever Bruulcenter, Bruul 79 2800 / 015 - 21 76 05 www.stripkever.be

Middelburg Perron 2 Sint Janstraat 9-c 4331 KA / 0118 - 61 41 84

Nijmegen

Internet

Scheffersplein 1 3311 EJ / 078 - 614 20 12 www.stripwinkel-sjors.nl

Colofon Redactie

Jef Nieuwenhuis, Hans Pols, Hans van Soest en Gerard Zeegers

Andreas Martens, Al Davison, Seline Borking

Druk & Afwerking

Drukkerij Wilco – Amersfoort

Vormgeving & opmaak

Distributie

Vaste medewerkers

Abonnementen

Sigge Stegeman, Rogier van Neerven en Richard Bos

Toon Dohmen, VLERK, Peter de Wit, Mark Horemans en Roel Daenen

Pinceel Stripverspreiding Leuven (B), Van Ditmar Amsterdam (NL) Een abonnement is mogelijk voor één jaar (€ 15,–), of voor twee jaar (€ 25,–) en gaat in na storting van het totaalbedrag op

Schiedam ’t Centrum Korte Singelstraat 20a 3112 GB / 010 - 426 25 84

Sint truiden De galliër Beekstraat 58 3800 / 011 - 67 17 39 www.gallier.be

De stripfanaat NS Plein 10 5014 DA / 013 - 58 00 107 www.stripfanaat.net

Turnhout Tistjen Dop Paterstraat 96 2300 / 014 - 42 88 29 www.tistjendop.be

Utrecht Piet Snot Vismarkt 3 3511 KR / 030 - 231 84 72 www.pietsnot.nl Strip en lektuurshop Oude Gracht 194 3511 NR / 030 - 233 43 57 www.stripart.nl

Zwolle Houtstraat 59 - 61 6511 JM / 024 - 36 08 181 www.senorhernandez.com

Dit keer werkten mee

Yendor Korte Hoogstraat 16 3011 GL / 010 - 433 17 10 www.yendor.nl

Tilburg

Groningen

Hasselt

Donner boeken Lijnbaan 150 3012 ER / 010 - 413 20 70 www.donner.nl

Postbank giro 3253937 (NL) of Postgirorekening 000 – 164840584 (B) t.n.v. Stichting Zet.El te Bilthoven o.v.v. je eigen adres

Redactieadres

Postbus 344, 3720 AH Bilthoven, Nederland

Internet

www.zozolala.com redactie@zozolala.com

De boekenhalte Assendorperstraat 103 8012 DH / 038 - 422 10 77 www.boekenhalte.nl

Oplage

6.500 exemplaren.

issn

1382 8630

Copyright 2009, Stichting Zet.El

Overname van ­artikelen, strips of illustraties enkel in overleg met de uitgever.


Al Davison: ‘Ik wil mensen hoop geven’ Na twintig jaar wachten is er nu dan toch een vertaling van The spiral cage (De spiralen kooi), het weergaloze debuutalbum uit 1988 van de Engelsman Al Davison. „Destijds werd er al wel een enkele autobiografische strip gemaakt,” vertelt hij. „Maar zeker in Engeland was het de eerste.” door Hans van Soest In de Engelse stad Coventry is het winkeltje van Maggie Davison een oase van rust. Behalve een fijne selectie strips en manga (Bone, The acme novelty library, Barefoot Gen), verkopen ze er schilderijen, kunstboeken (Katsushika Hokusai), verfmaterialen, dvd’s (veel Japanse anime) en ansichtkaarten. Achter het winkeltje ligt het atelier van haar man Al. Als hij er geen tekenlessen geeft aan mensen uit de buurt, werkt hij er aan zijn strips. „De recessie hakt er flink in bij ons,” The Spiral Cage vertelt hij. „Maggie verkoopt steeds minder in de winkel. Jarenlang heb ik me kunnen veroorloven om alleen die dingen te doen die ik zelf leuk vond. Nu moet ik ook weer commerciëlere opdrachten aannemen om ons huishouden draaiende te houden.” Al Davison werd in 1960 geboren met een open ruggetje, of spina bifida zoals het officieel heet. De artsen gaven hem weinig kans te overleven. Maar tientallen operaties later leerde hij zowaar lopen en bekwaamde hij zich in karate en kungfu. Daarin werd hij zo goed, dat hij er anderen les in begon te geven – ondanks het vermoeidheidssyndroom ME dat zijn lichaam op latere leeftijd sloopte. Ondanks de problemen

bij hem thuis, ondanks de vele keren dat hij in elkaar werd geslagen omdat hij ‘anders’ was. Van hopeloos brokje ellende tot een veerkrachtige man die anderen onderwijst: het fascinerende levensverhaal van Al Davison wordt gekenmerkt door doorzettingsvermogen. „Omdat ik de ene na de andere operatie moest ondergaan als baby, heb ik de eerste twee jaar van mijn leven in een isoleerruimte in het ziekenhuis doorgebracht, met een grote zuurstoftank. Geen ramen, geen schilderijen of posters aan de muur. Om me te vermaken, kreeg ik potloden en papier. Daarmee hield ik me bezig. Ik kon eerder tekenen dan ik kon praten. 3


Ik communiceerde aanvankelijk ook met mijn tekeningen als ik de zuster iets duidelijk wilde maken. Ik heb nog er nog een paar van toen ik vier was. De hele vroege heb ik niet meer. Ik tekende mijn dromen. Omdat ik als kind nooit uit die ruimte was geweest, kon ik geen onderscheid maken tussen de werkelijkheid en mijn droomwereld, waarin ik een soort meermin was. Dat heeft de zuster me op een gegeven moment uitgelegd. Die ervaring heb ik ook verwerkt in De spiralen kooi.” Het boek is inmiddels twintig jaar oud. Wat doet het u nog als u het herleest? „Sommige delen zijn minder oud, omdat ik voor de Engelse heruitgave van twee jaar terug een nieuw hoofdstuk heb toegevoegd. Dat is ook overgenomen in de Nederlandse vertaling. Maar als ik het herlees, tja, dan wil ik het merendeel overdoen. Dat geldt niet alleen voor mijn werk van twintig jaar geleden, maar ook voor dat wat ik vorige week nog maakte. Ik heb me voor de heruitgave echt moeten beheersen het niet helemaal opnieuw te tekenen. Maar desondanks ben ik er nog steeds trots op. Nog altijd krijg ik brieven van mensen die zeggen dat het boek enorm veel impact op hun leven heeft gehad.” Wat had u anders willen doen? „De tekeningen. Inmiddels kan ik veel beter tekenen dan toen. Ik heb meer kaas gegeten van anatomie en mijn personages zien er inmiddels beter uit. Maar De spiralen kooi is een afspiegeling van de Al Davison die ik was toen ik het maakte. Daarom heb ik er uiteindelijk toch niets aan veranderd. Het is begonnen als een dagboek. En een dagboek herschrijf je ook niet omdat House of mystery je nu andere woorden zou gebruiken als vroeger. Dit ben ik, zoals ik toen was.” Ondanks de zware thematiek van het boek, wordt het nergens topzwaar. Telkens wisselt u de deprimerende scènes af met lichtvoetige scènes of met kinderdromen. Een bewuste keuze? „Niet echt. Ik heb destijds niet bewust geprobeerd De spiralen kooi leesbaar te houden. Zo was het gewoon. Mijn jeugd bestond niet alleen uit ellende. Ik wilde dat het boek zo eerlijk mogelijk was. Niet alleen zwart, maar ook wit. Ik heb heel veel mooie en vrolijke herinneringen. Als je het zo bekijkt, is mijn leven niet anders dan dat van anderen. Ondanks mijn handicap. Achteraf, als ik nu terugkijk op hoe het boek is ontstaan, denk ik dat ik misschien onbewust toch wel heb geprobeerd om een verhaal te maken waarin ik niet als slachtoffer zou overkomen. Dat ik me per se niet als zielig wilde afschilderen. Maar tijdens het maken van het boek, was ik daar niet mee bezig.” U krijgt na al die jaren nog steeds veel reacties? „Ja, maar niet meer zoveel als toen het boek net uit was natuurlijk. Toen kreeg ik echt heel veel brieven. Ik had verwacht dat 4

het boek vooral interessant zou zijn voor gehandicapten, maar ook anderen bleken er door te worden geïnspireerd. Ik wilde met De spiralen kooi laten zien hoe ver je kunt komen als je uitgaat van je eigen kracht, als je je beperkingen accepteert maar je je niets aantrekt van alles wat anderen over je roepen. Als je anders bent, stuit je op veel agressie. Dat heb ik aan den lijve meegemaakt, heel vaak zelfs. Ik wilde lezers hoop bieden. En dat is blijkbaar ook aangeslagen bij niet-gehandicapten. Ik krijg brieven van mensen die me vertellen dat ze na lezing van het boek de kracht vonden hun leven in eigen hand te nemen. Veel mensen putten energie uit het verhaal. Het doorbreekt Hikikomori het clichébeeld dat een gehandicapte alleen maar zielig is. En oh oh oh wat een ellende maakt die Al Davison toch allemaal mee. Niet dus. Ja, ik heb heel nare ervaringen achter de rug. Maar mijn handicap heeft mijn leven op een bepaalde manier ook verrijkt. Door mijn jarenlange verblijf in het ziekenhuis heb ik een sterke fantasie ontwikkeld. Ik zat daar alleen in mijn isolatiecel, opgesloten in mijn eigen wereldje waarin ik alles kon wat ik wilde. Ik dagdroomde veel. Die dagdromen heb ik ook verwerkt in het boek. Als kind ben je je nog helemaal niet bewust dat je anders bent. Dat komt pas als je ouder wordt. Als kind zit je nog opgesloten in je eigen wereldje. Pas later wordt je geconfronteerd met de boze buitenwereld.” In hoeverre heeft het boek uw eigen leven veranderd? „Het heeft me de kans gegeven me te vestigen als tekenaar. Ik heb met De spiralen kooi bewezen dat je in Engeland ook een strip kon maken die niet ging over superhelden. Twintig jaar geleden werden er hier nog nauwelijks alternatieve strips gemaakt. Er werden in die periode al wel enkele autobiografische strips gemaakt, maar zeker in Engeland was De spiralen kooi de eerste.” Wat voor strips las u dan vroeger? „Ik las als kind heel veel strips. Maar ik ben als stripmaker net zo goed beïnvloed Film lovers almanac cover


door schilders als Michelangelo en Japanse fijnkunstenaars. Maar als kind was ik dol op Garth, een krantenstrip van Frank Bellamy. Die heeft enorm indruk op me gemaakt.” Sinds De minotaurus uit 1992 hebben we weinig van uw werk gezien. Wat heeft u sindsdien gedaan? „Ik heb een paar jaar gewerkt voor uitgeverij Vertigo aan The dreaming, een spin-off van Neil Gaimans The Sandman. Ik heb meegewerkt aan Hellblazer en op scenario van Jamie Delano heb ik Tainted gemaakt. En een sciencefiction-serie voor DC/Helix: Vermillion op scenario van Lucius Shepard. Maar de laatste jaren is het werk vanuit de Verenigde Staten opgedroogd. Ik ben weer zelf boeken gaan uitgeven. Dat had ik niet meer gedaan sinds de eerste losse deeltjes van De spiralen kooi. Dat is Spiral dreams geworden, een verzameling herinneringen en dromen. Het boek sluit naadloos aan bij De spiralen kooi. In oktober wil ik een nieuw deel uitbrengen. En ik werk aan een nieuw autobiografisch boek: Scar tissue. Dat gaat over mijn vader en hoe hij mij als kind mishandelde en mijn oudere zus seksueel misbruikte.” Waarom heeft u het daar niet over gehad in De spiralen kooi? „Ik kon daar toen niet over schrijven, omdat mijn ouders allebei nog leefden. Dat ik er nu toch een boek over maak, is omdat ik een zo volledig mogelijk beeld wil geven van mijn leven. Sommige dingen die ik in De spiralen kooi heb behandeld, zullen ook terugkeren in Scar tissue. Maar het wordt een heel ander boek, al maak ik het wel om de zelfde reden als De spiralen kooi. Ik wil mezelf niet afschilderen als slachtoffer. Ik heb tot dusverre een geweldig leven gehad. Maar ik maak het boek omdat ik mensen hoop wil geven die als kind ook mishandeld zijn. Ik ga mijn vader ook niet demoniseren in het verhaal. Wanneer je iemand alleen maar als monster afschildert, zie je de ware oorzaak van zijn handelen niet. En ik begrijp heel goed waarom mijn vader het deed. Zelf is hij als kind ook mishandeld door zijn moeder. Daar komt bij dat hij een trauma heeft opgelopen in de Tweede Wereldoorlog. Tegenwoordig noemen we dat een posttraumatische stress-stoornis; toen bestond die diagnose nog helemaal niet. Mijn vader kwam uit een klein dorp. De mannen en jongens uit The Spiral Cage het dorp vormden samen een bataljon. Mijn vader is als enige levend terug gekomen uit de strijd. Weliswaar zwaargewond: met een long en een stuk van zijn maag minder. Dat trauma heeft hij nooit kunnen verwerken. Toen hij stierf, lag hij nog te gillen in zijn sterfbed. Ik denk dat dat ook kwam omdat hij ervan overtuigd was dat hij naar

de hel zou gaan om wat hij had gedaan met mijn zus en mij. Mijn vader was zeer streng gelovig. Mijn zus heeft het misbruik niet zo goed kunnen verwerken als ik de mishandelingen. Nog steeds staat ze onder behandeling in een psychiatrisch ziekenhuis. Daarom zal ik haar kant van het verhaal niet gebruiken voor Scar tissue. Ze heeft wel gezegd dat ik het mocht doen, maar ze is te ziek om zich bewust te zijn van de gevolgen van haar toestemming. Ik wil haar beschermen.” Waar ligt voor u de grens van wat u zou vertellen in uw autobiografie? „Bij anderen. Niet bij mezelf. Iedereen mag alles van me weten. Ik hoef me nergens voor te schamen. Maar voor mijn familie ligt dat anders. Uit respect. Destijds bij het maken van De spiralen kooi heb ik mijn ouders en mijn zus ook toestemming gevraagd om hen te mogen opvoeren in het verhaal. Ik wil hun privacy niet schenden. Nu mijn ouders dood zijn, ligt dat minder gevoelig. Mijn vader stierf vijftien jaar geleden, drie weken na mijn moeder. Ik woonde destijds in Londen. Ik werd gebeld dat hij op sterven lag, waarna ik direct de trein naar Newcastle heb genomen. Toen ik daar kwam, werd ook mijn moeder in het ziekenhuis opgenomen. Ze stierf heel onverwacht. Als mijn vader niet op sterven had gelegen, had ik haar niet meer levend gezien. Mijn moeder stierf heel vreedzaam, met een glimlach op haar lippen. Mijn vader niet. Hij was doodsbang.” U vertelde dat u ook weer commerciëlere opdrachten aanneemt de laatste tijd. „Ja, ik teken nu aan de serie Doctor Who voor DC Comics en aan House of mystery voor Vertigo.” U beschrijft in uw autobiografische werk heel vroege jeugdherinneringen. Hoe betrouwbaar zijn die eigenlijk? „Vrij betrouwbaar. Toen ik bezig was aan De spiralen kooi heb ik ze allemaal getoetst bij mijn moeder. Ik denk dat het komt doordat ik de eerste jaren van mijn leven in een isoleercel heb doorgebracht. Nog niet zo lang geleden zaten Maggie en ik tv te kijken. Er was een documentaire op over een stam Amazoneindianen. Wanneer er een nieuwe sjamaan moest worden gekozen, werd die als baby uit huis weggehaald en in een grot ondergebracht. Hij kreeg de wereld pas te zien als hij ouder was. Alles wat hij had meegemaakt in de jaren in de grot, al zijn visioenen uit die tijd, stond hem daardoor de rest van zijn leven scherp voor de geest. Ik herkende het principe. Ook ik heb heel scherpe herinneringen vanaf het moment dat ik zes maanden oud was. Wanneer je me nu vraagt wat ik twee weken geleden deed, zou ik je het antwoord schuldig moeten blijven. Maar vraag me wat ik deed op 6 december 1965 en ik kan je precies vertellen met welk speelgoed ik toen aan het spelen was.”   ×  5


Capricornus

Neem Rork of Cyrrus. Ik ben dol op dat gegeven. Een vriend „Destijds praatte ik met mijn uitgever bij Delcourt. Ik wilde van me zei me ooit eens dat dit vast kwam doordat ik oorgraag een misdaadserie opzetten rond een van de personages spronkelijk uit Oost-Duitsland kom en later in het westen ben uit Coutoo. Uiteindelijk liep dat vast, omdat ik te weinig ideeën gaan wonen: ik draag altijd twee verschillende werelden met had. Maar uit wat ik wel had, is uiteindelijk Arq ontstaan,” me mee. Ik vond het een interessante hypothese, maar ik weet vertelt hij. „Toen ik begon, wist ik wat me te wachten niet of het klopt. Ik ben altijd al gefascineerd geweest door het stond. En mijn uitgever ook! Vanaf het verschil tussen realiteit en fictie. Strip is per definitie fictie: het begin stond vast dat Arq uit achttien Meer d is niet echt, het is een getekende wereld. Daar leg delen zou bestaan: drie cycli van zes an tw a ik in mijn werk graag de nadruk op. Het delen die alledrie van elkaar zouden a lf jaar b e ke n d a ls k werkt zijn maar tekeningen waarin verschillen in albumformaat en ortwe Andre pas op g a vanalles kan.” tekentechniek. Zo is de derde s A ndrea Marte tweed s) nu a n s ( be erde v cyclus, waar ik momenteel aan verha ter l aan an dit lennet Arq. E ingen Wat betekent Arq werk, zwart-wit. Toen ik begon, werk n op het i eus ge hij is over v eigenlijk? heb ik voor mezelf een groot ander c o i jf pers n str u e mom eerde onage reldlij „Arq betekent helemaal niets. overzichtschema gemaakt van ent in s k wez d i e h v e e a Er zit ook geen diepere betekewat er in elk van die albums n tere t hoof n h gespa et ene d van cht ko nnen nis achter. Ik zocht gewoon zou gebeuren. Maar achttien m e e e n o n. Fan p het voorw kende vervo s wac een korte titel voor mijn serie. delen, ik wist dat ik daar ook e , kon lg. Wi hten e maar e de s Omdat ik toen ook net begon aan achttien jaar voor nodig lk jaa waren m o e r r e i i e l al jare ijk ins n o Capricornus en ik afwisselend dan zou hebben. Om het voor g niet n stijf tappe bunde n: de e uitver weer een deel van de ene dan weer mezelf leuk te houden, liet ling v erste d kocht an de . van de andere serei zou maken, wilde ik in het scenario ruimte e N l eerste en u ligt door H echter cyclus ans va ik een korte naam, iets wat duidelijke voor nieuwe ideeën en een in de n Soes w i n ke afstak tegen de lange titel Capricornus. invallen. Ik weet nu nog t ls. Zo kwam ik spelenderwijs op Arq. Dat steeds niet wat er straks er op internetfora en in fanzines wild allemaal gaat gebeuren. Ik werk het wordt gespeculeerd over de diepere gewoon deel voor deel uit. Maar het einde betekenis van alles wat ik maak, vind ik staat al wel vast. Hoewel dat in de tussentijd ook al geweldig. Maar soms wordt er te veel ingelicht is veranderd. Door mijn werkwijze zijn er altijd meerdere zoomd op details. Dan wordt een pagina geanalyseerd, terwijl opties voor hoe het verhaal verder zou kunnen verlopen. Die het voor mij niet meer is dan een onderdeel van alle 46 pagina’s opties laat ik graag zo lang mogelijk open.” in een album. Alles draait bij mij om het verhaal. En natuurlijk vind ik het leuk om allerlei verhaallijnen door elkaar heen te Arq draait om parallelle werelden die in elkaar laten lopen of om grapjes uit te halen, maar veel verborgen overlopen. Hoe kwam u op dat idee? boodschappen zitten er echt niet in mijn strips. Wel probeer ik „In bijna al mijn verhalen spelen parallelle werelden een rol. 6


alles betekenis mee te geven. Niets gebeurt voor niets in mijn scenario’s. Tegelijkertijd lukt dat niet altijd. Vaak laat ik van alles gebeuren in mijn verhaal en laat ik veel verhaallijntjes bungelen. Lijntjes waarvan ik denk dat ze later in het verhaal nog van pas kunnen komen. En soms kom ik er op terug, maar soms ook niet. Dat is vaak voer voor speculatie, maar er zit niet altijd een diepere betekenis achter. Het leuke aan die speculaties is wel dat ze mij ook weer inspireren. Zo wordt Montana in het tweede deel van Arq geopereerd voordat hij de parallelle wereld ingaat. De dokter heeft allemaal littekens in zijn gezicht. Dat had alleen maar een grafische reden: zodat je de figuur makkelijk weer zou herkennen een volgende keer. Er lopen immers veel personages rond in Arq. Maar op een site las ik dat er gespeculeerd werd over wat er met die man gebeurd was. Prompt heb ik dat gebruikt in het album White dust, waarin ik liet zien hoe die dokter gemarteld werd. Ik vind het hartstikke leuk om met dat soort details in mijn verhalen te spelen.” Hoe voorkomt u in zo’n langlopend project met zo veel verhaallijnen die door elkaar heen lopen, dat u fouten maakt? „Natuurlijk maak ik wel eens fouten en laat ik iets gebeuren wat in tegenspraak is met een eerdere verhaallijn. Het voordeel bij een serie als Arq is, dat je dat na ontdekking altijd nog in een later deel kunt repareren door te verklaren waarom het ineens anders zat. Ik kan er zo een-twee-drie geen voorbeeld van geven, maar het is me al een paar keer overkomen.” Heeft u niemand die uw verhalen vantevoren leest om dat soort fouten te voorkomen? „Welnee, daar ben ik veel te eigengereid voor.” Arq wordt straks meer dan 800 pagina’s lang. Uw pièce de resistance? „Voor mij is Arq niet het hoogtepunt in mijn oeuvre, al is het enorm leuk om te doen. Mijn andere serie Capricornus is net zo belangrijk voor me. Het zijn twee heel verschillende reeksen. Dat biedt voldoende afwisseling. Door aan allebei de series tegelijk te werken, voorkom ik dat ik me ga vervelen. Het meest trots ben ik nog steeds op De rode driehoek. Daarin ben ik volledig mijn eigen gang gegaan, zonder rekening te houden met albumformaat, lengte of lezer. Destijds zei ik tegen Delcourt: het wordt een boek dat ab-so-luut niet zal verkopen. Ze vonden het niet erg en ik mocht toch mijn gang gaan. Heerlijk. Het is daardoor het verhaal geworden wat het dichtst aanstaat bij wat me oorspronkelijk voor ogen stond. Meestal is het eindresultaat altijd wat afgedreven van het eerste idee. Bij De rode driehoek was dat niet zo.” Sommigen vinden uw strip nodeloos ingewikkeld. „Ha, ik zou pas teleurgesteld zijn als mensen mijn albums meteen zouden begrijpen! Wanneer je een verhaal twee tot drie keer moet herlezen, krijg je meer waard voor je geld dan wanneer je na twintig minuten leesplezier je album in de kast zet om het daarna nooit meer open te slaan. Ik wil dat mensen gedwongen worden mijn verhalen nogmaals te lezen en dan nieuwe dingen ontdekken, verbanden zien die hen eerder niet waren opgevallen. Ik wil geen wegwerpverhalen maken. Ik maak de boeken die ik zelf ook graag lees.”

Wat vindt u van de bundeling met de eerste zes delen die Sherpa nu heeft uitgebracht? „Ideaal. Het liefst had ik Arq van het begin af aan in slechts drie dikke delen uitgebracht. Het voordeel daarvan is dat je het verhaal in een keer achter elkaar kunt doorlezen. Het is immers een lang, ingewikkeld verhaal, dat lastiger te volgen is wanneer je er elk jaar maar een klein deel van voorgeschoteld krijgt in een los album. Maar het kon niet anders.

rnus

o Capric

Commercieel is het onhaalbaar om zo lang aan een album te werken. Ik hoop dat de andere twee cycli ook worden gebundeld. Het enige wat ik raar vind, is dat de samenvattingen van het voorafgaande uit elk losstaand album, ook in de bundel zijn opgenomen. Dat is wat nutteloos. Maar ik kan me voorstellen dat de fans graag alles compleet willen hebben.” Waarom wordt elke cyclus eigenlijk op een ander formaat uitgebracht? „Dat is onderdeel van het verhaal. Dat wordt nog duidelijk in een van de komende albums.” Waar werkt u nog meer aan op dit moment? „Aan een nieuw deel van Rork. (lacht) scooperdescoopscoop Het wordt een losstaand verhaal, geen vervolg op de al afgesloten reeks. Het wordt een soort deel nul, dat zich afspeelt voor de bestaande albums. Een tijd terug zat ik met een verhaallijn in mijn hoofd, die ik niet kwijt kon in Arq of Capricornus. Toen dacht ik: het zou prima bij Rork passen. Ik ben er nu al anderhalf jaar mee bezig. Het moet tussen het andere werk door. Het is erg arbeidsintensief, omdat ik het in een Cromwell Stoneachtige tekenstijl maak, met heel veel arceringen. Ik hoop dat het album volgend jaar uitkomt, maar ik ben pas bij pagina 29. En de grafisch meest ingewikkelde pagina’s moeten nog komen! Het album verschijnt net als de vorige Rork-albums in kleur. Maar door de Cromwell Stone-techniek hoop ik dat er ook een uitgever bereid is een zwart-witversie uit te brengen.” U heeft nog zes jaar te gaan voordat uw Arq-project is afgerond. Nog geen spijt dat u er aan begonnen bent? „Nee. En dat heb ik ook nog geen moment gehad. Ik wist waar ik aan begon. Het universum van Arq geeft me voldoende creatieve vrijheid om me niet het gevoel te geven dat ik al jaren bezig ben met het uitwerken van een oud idee.”   ×  7


Een dikke tien jaar geleden startte Andreas (Martens) twee ambitieuze series tegelijkertijd op: het meer toegankelijke Capricornus (een soort occulte James Bond-strip met een onmiskenbaar Andreas-sausje) en het verrassende, originele, maar soms onbegrijpelijke Arq. De nieuwste delen van Capricornus worden niet meer vertaald en lezers die het Frans niet machtig zijn, zullen zijn afgehaakt. Het twaalfde deel van Arq, Missie, werd onlangs wel uitgebracht door uitgeverij Sherpa. Missie is de afsluiting van de tweede cyclus van Arq, dat (volgens de auteur zelf) zal worden beëindigd na de volgende cyclus van nog eens zes delen. Maar wie Andreas een beetje kent, weet dat hij zomaar terug kan komen op een beslissing. Zo kondigt hij in ons interview aan dat hij weer een deel van Rork maakt, dus waarom zou hij niet ooit nog eens verder gaan met Arq? Omdat een paar delen van de eerste cyclus inmiddels niet meer verkrijgbaar zijn en het onmogelijk is de serie zomaar Andreas staat bekend om zijn uitdagende, maar ingewik- ergens op te pakken, heeft Sherpa de eerste zes delen nu als paperback gebundeld. Veel liefhebbers vinden dat dit kleinere kelde manier van verhalen vertellen. Met de serie Arq doet formaat geen recht doet aan Andreas’ spectaculaire tekenwerk. De tekenaar is er echter zelf wel blij mee en nu zijn de eerste hij er nog een schepje bovenop en knoopt hij verschillende delen tenminste weer verkrijgbaar. Aanvankelijk begreep ik zelf ook niet zo gek veel van Arq. realiteitsniveaus, bewustzijnsniveaus en heden en verleden Toch schafte ik elk jaar weer een nieuw deel aan dat ik vaak met een onbevredigd gevoel weglegde. Na telkens een jaar door elkaar. Na twee afgeronde cycli van elk zes delen, te moeten wachten, raakte ik de draad kwijt van Andreas’ ingewikkelde puzzel over verschillende werelden en realiteitsniis het tijd om eens terug te kijken waar Arq eigen- veaus, waarbij ook een paar delen passeerden die ogenschijnlijk weinig met de verhaallijn van Arq te maken hadden (Dorro Zengu en Kruisvuur). lijk over gaat. Maar wanneer je alle delen achter elkaar herleest, wordt duidelijk dat het toch echt een coherent verhaal is en dat juist door Gerard Zeegers die twee vreemde boeken, die buiten de reeks lijken te staan, cruciale informatie bevatten. Arq is echter geen makkelijk amusement: je moet als lezer voortdurend opletten of je niet iets of iemand hebt herkend en even terugbladeren om het te controleren. Gaandeweg de tweede cyclus wordt er meer uitgelegd en knoopt Andreas veel verhaallijnen aan elkaar. Voor lezers die alsnog benieuwd zijn geworden naar deze serie en serieus overwegen eraan te beginnen, is het raadzaam dit artikel niet verder te lezen. Hier wordt namelijk gepoogd om wat duidelijkheid te scheppen in de puzzel die Arq heet, zonder overigens de pretentie te hebben volledig te zijn.

Orax De volledige inhoud van Arq chronologisch weergeven, zou een paar pagina’s in beslag nemen. Bovendien, waar zou je moeten beginnen? Andreas schakelt tijdens de serie voortdurend tussen allerlei verschillende periodes, locaties en zelfs realiteitsniveaus. Het meest verwarrende aan de vertelwijze die de tekenaar in Arq hanteert, is de techniek van vooruitwijzing, ook wel flash forward genoemd. Telkens krijgen we korte brokken informatie over gebeurtenissen, die nog zullen worden uitgelegd in andere delen. Als lezer probeer je wanhopig die informatie te verwerken met de kennis die je al hebt. Dat is onmogelijk, omdat je eenvoudigweg te weinig weet om de korte, maar hoogst waarschijnlijk betekenisvolle flitsen te plaatsen. Die techniek brengt 8


maar meegaan met het verhaal, hoe het precies in elkaar zit, ontdekken we later wel.

de lezer in verwarring en dwingt hem voortdurend alle informatie opnieuw tegen het licht te houden en dus niet passief te lezen, zoals bij een lineair verhaal, maar actief op zoek te gaan naar oplossingen tijdens het leesproces. Het meest duidelijke voorbeeld van deze techniek zijn de pagina’s waarin het jongetje Amos ontdekt dat zijn broer Mike een ongeluk heeft gehad en naar het ziekenhuis is gebracht. Dit wordt slechts in enkele zwart-witpagina’s verteld, die zijn verdeeld over verschillende delen. Ze duiken opeens op en lijken niets te maken te hebben met de rest van het verhaal. Wie echter goed kijkt, ontdekt een paar aanwijzingen. Zo staat op de achterkant van Amos’ jack een symbool, dat vaker terugkomt in Arq. Het staat op de steen in het midden op de heuvel in Dorro Zengu, het staat op de jas van de blinde Travis/Saron die bekend staat als ontcijferaar. Ook duikt later opeens een onderzoeker op die Mike Amos heet. Is dat dezelfde jongen? En wat betekent de naam Orax toch? Die staat op bijna alle spullen in de kamer van Mike en ook op de busjes die rondom het huis staan, vlak nadat er iets ergs is gebeurd. En heeft die gebeurtenis te maken met de ramp uit 1958, waar onderzoeker Arthur Gilpatric het later over heeft? Over die ramp wil hij maar weinig kwijt, maar het lijkt het antwoord in zich te dragen op de vraag of de werkelijkheid ‘echt’ is of slechts fictie, zoals Gilpatric aan het slot van de tweede cyclus te horen krijgt van zijn medewerker Harry Berlin. We kunnen er wel vanuit gaan dat de spaarzame zwartwitscènes een grote rol zullen spelen in de derde cyclus, omdat de tweede cyclus hier ook mee eindigt. De derde cyclus zal bovendien ook in zwart-wit worden getekend, vertelt Andreas.

Verwarring Andreas begrijpt heel goed hoe hij zijn lezers kan manipuleren, bleek ook al uit het tweeluik Cyrrus/Mill. In interviews doet hij hier vaak wat nonchalant over. Gezien de extreme hoeveelheid verteltechnieken en vooral de uitgekiende momenten waarop hij bepaalde informatie met de lezers deelt in Arq, die als enige doel lijken te hebben de lezer te verwarren, zitten zijn scenario’s beter in elkaar dan hij toegeeft. De verwarring van Arq begint al bij het begin van het eerste deel, Elders. Vier personages bevinden zich allemaal op verschillende etages in een flat, op het moment dat een vijfde persoon van het dak springt om zelfmoord te plegen. Een van de vier is Laura die haar pooier neerschiet. Een tweede is een man met verband om zijn hoofd, Montana, die een politieinspecteur de keel doorsnijdt. Nummer drie en vier zijn Alanna en haar oudere, blinde man Travis, die uitspreken dat ze gaan scheiden. De vijfde is de zelfmoordenaar, Julian, een computerwhizzkid die geen uitweg meer ziet. De belevenissen van de personages volgen we in vier horizontale stroken, die doorlopen over meerdere pagina’s. Een sterk staaltje vertelkunst, waarmee Andreas ons twaalf jaar geleden direct het verhaal inzoog. Maar dan begint de verwarring: de vijf personages bevinden zich opeens in een andere wereld, op verschillende locaties, gekoppeld aan de vier elementen. We lezen hoe ze die wereld ontdekken, die alles in zich heeft van een klassieke fantasy-setting. We hebben echter geen idee hoe ze daar terecht gekomen zijn of wat voor planeet het eigenlijk is. We moeten

400.000 jaar oud In de twee daaropvolgende delen, Herinneringen 1 en 2, maken we kennis met de voorgeschiedenis van de personages. Dat lijkt heel duidelijk, maar is het wel allemaal waar? In deel 4 White Dust blijkt dat de personages in een laboratorium ergens in de woestijn zijn gekweekt als embryo’s, waarna hun bewustzijn via een kabel is verbonden aan dat van een vreemd wezen: Arq. Het doel van die vreemde operatie is dat de embryo’s kennismaken met het wezen, dat is ontdekt op de bodem van de oceaan. Arq bevond zich in een cocon uit de 12e eeuw, maar blijkt zelf al 400.000 jaar oud te zijn. Het wezen dat lijkt op een mens, maar het zeker niet is, ligt in coma, maar heeft wel hersengolven. Onderzoeker Gilpatric probeert via de embryo’s contact met Arq te maken. Gilpatric speelt als onderzoeker een sleutelrol in de wereld buiten Arq, maar deze man met een ooglapje heeft in alle vier de Herinnering-verhalen een andere rol. Zo is hij bij Laura de eigenaar van een mijn waarin haar vader een ongeluk krijgt. Bij Alanna en Travis is hij een vriend van Travis die hem een bril geeft waarmee hij symbolen in een grot kan ‘zien’. Bij Montana speelt hij de rol van politie-inspecteur, bij wie Montana op de eerste pagina van Elders de keel doorsnijdt. Bij Julian is hij onderzoeker van een geheim laboratorium, waar Julian wordt gebruikt als proefpersoon om computers aan hersenen te koppelen. Pas veel later blijkt dat de identiteiten van de personages fictief waren en Gilpatric slechts een rol speelde in die verzonnen herinneringen, die zijn geplaatst in de hoofden van de embryo’s. Weer een voorbeeld van onbegrijpelijke informatie, die later pas wordt uitgelegd. Maar hoe kan het dan dat Gilpatric in de ‘werkelijkheid’ toch een diepe snee heeft over zijn keel?

BuitenArqsen Behalve de personages die door Gilpatric en zijn team naar Arq worden gestuurd, bevinden zich daar een paar andere personen die eerder al zijn binnengedrongen in het bewustzijn van het wezen. Zo is er nog een proefpersoon al eerder naar het binnenste van Arq is gezonden. Dat was Haskell ‘Sides’ Truck, die een spion bleek te zijn binnen Gilpatrics team. Hij bereikt Arq en neemt daar de vorm aan van soort monster. Al snel na zijn aankomst sterft hij, tenminste zo lijkt het. Later blijkt dat ‘de 9


zwarte meester’, een van de oerbewoners van Arq, zijn lichaam in gebruik heeft genomen. Er zijn nog meer bewoners van Arq, die zijn echter van veel langer geleden. Dat ontdekken we in het vreemde verhaal Kruisvuur (deel 9) over de twee kruisridders die in de woestijn kennis maken met een nomade en zijn familie. Toevallig blijkt er ook een buitenaards wezen te zijn geland op die locatie. Het buitenaardse wezen Racken en de nomade en zijn zoon (Hodh-Makil en Zenaga) eten alledrie van een witte substantie, die uit de muur van een grot sijpelt. Die substantie gebruikt Hodh-Makil normaal gesproken om gebruiksvoorwerpen te maken en hij heeft daarvan ook de cocon vervaardigd voor Arq. Wanneer ze van de witte, kaneelachtige substantie proeven, verdwijnt er een klein rookwolkje vanuit hun lichaam naar de cocon waar Arq in ligt. Hun bewustzijn is nu binnengedrongen in Arq en neemt daar drie verschillende vormen aan. Die personages Racken, De meester van de dromen (Hodh-Makil) en De meester van de geesten Nonac (zijn zoon) hebben de wereld en de bewoners in Arq vormgegeven. Het is die wereld die de embryo-personages ontdekken wanneer ze 800 jaar later Arqs bewustzijn binnendringen. Later blijkt dat er nog twee ‘buitenArqsen’ aanwezig zijn: de oerbewoner De zwarte meester (deel 11 en 12) die het wezen Arq ooit heeft gecreëerd en Tehos (deel 10, Tehos). Tehos is een duiker die gewond raakte tijdens de ontdekking van Arqs cocon. Namus, een onderzoeker met een eigen organisatie, die is geobsedeerd door Arq, opende de cocon en injecteerde de witte substantie waarvan die is gemaakt in Tehos. Net als de drie personages uit de 12e eeuw, vertrekt er ook nu een wit wolkje van Tehos naar Arq. Later zal Tehos als spion werken voor Namus, die wil weten wat er zich in het wezen afspeelt.

Eenrichtingsverkeer De wereld van Arq en onze wereld staan door alle experimenten in contact met elkaar. De nieuwe bezoekers van Arqs bewustzijn brengen veranderingen op gang die onomkeerbaar zijn. Zo veroorzaken zij in deel 6 (Ontwaken) op een gegeven moment een vulkaanuitbarsting waardoor ‘orcieken’ (slakachtige wezens met bijzondere krachten) worden verbrand. De zure regen die vervolgens uit de wolken neerdaalt, verandert alles op de ‘planeet Arq’. De vliegende wezens Mimisaï raken hun vleugels kwijt en de kale woestijn transformeert in een weelderige jungle 10

vol nieuwe planten en dieren. Het contact tussen Arq en de realiteit verloopt op verschillende manieren, maar het is bijna altijd eenrichtingsverkeer. Er wordt voortdurend gepoogd iets in Arq te projecteren, maar er komt geen reactie. De computerwhizzkid Julian, die verslaafd was aan pillen om niet gek te worden, weet met zijn bewustzijn terug te keren naar het computercentrum. Hij was levend verbrand en werd door een Mimisaï in een van de vijf vreemde torens gelegd, die hoog boven alles uitstaken. Zijn bewustzijn zocht via die torens (de verbinding met de buitenwereld) een weg door een van de vijf kabels naar de computers en verzamelde zo gegevens over Arq. Zo komen zijn reisgenoten later te weten wat er eigenlijk aan de hand is en dat ze slechts gecreëerde personages zijn. Na de vulkanische uitbarsting wordt het wezen Arq wakker en verlaat hij het laboratorium. Hij ontdekt het woestijndorp Dorro Zengu (Ground Zero) waar allerlei freaks zich verscholen houden. Zij zijn de producten van experimenten met radioactiviteit die Gilpatric in het verleden uitvoerde. In Dorro Zengu wordt Arq geraakt door een soort verdovingspijltje. Het is echter een implantaat van Namus, die op die manier in contact kan komen met zijn spion Tehos. Het is voor het eerst dat iemand van buiten informatie krijgt toegespeeld over het innerlijk van Arq. Verder verdwijnen alleen mensen naar Arq, maar komen ze er nooit meer uit terug. Er lijkt even iets vreemds te gebeuren wanneer Namus met een team de grot uit Kruisvuur terugvindt en daar een muur kapotslaat. Opeens krijgen alle personages van buiten Arq ogen als stralende diamanten (Zwarte Meester).

Codes Er zijn dus twee duidelijk afgebakende werelden: het universum van Arq en de realiteit waarin onderzoeker Gilpatric probeert informatie te verzamelen over dat universum. Tussen die twee werelden bestaat interactie. Van buitenaf wordt Arqs bewustzijn veranderd door personages te implanteren. Arq ontwaakt en gaat op onderzoek uit in onze wereld. Vooralsnog is dat zonder gevolgen, maar de tweede cyclus eindigt met de boodschap dat Arq nu een ‘missie’ heeft. Waar die precies uit bestaat, is nog onduidelijk. Gilpatric werkt voor de organisatie American Torch, nadat hij in de jaren ‘60 werd ontslagen door het Pentagon. American Torch wordt geleid door Namus. We maken voor het eerst kennis met hem aan het einde van Kruisvuur. Een manuscript dat door een van de kruisridders in een buitenaardse taal is geschreven, is door hem ontdekt en eindelijk heeft hij de code van die taal gekraakt. Dat is niet alleen handig voor hem, ook


wij als lezer kunnen nu terugbladeren. Met de code in de hand kunnen we de dialogen tussen het buitenaardse wezen Racken en de mensen vertalen. Dat is niet zo veel tekst, Racken weet door handoplegging de taal van de mensen te transformeren zodat ze elkaar verstaan. Andreas zet Namus in één pagina duidelijk neer als een rijke man, die obsessief bezig is met het ontcijferen van het geheim van Arq. Hij zit achter een bureau in een enorme ruimte als een medewerker binnen komt rennen met de code. Namus draait zich om met een wrede trek op zijn gezicht en kijkt door het immense raam uit op zee waar de zon op komt. Namus komt nog een paar keer in beeld. Zo was hij aanwezig bij het transport van Arq op het schip en schoot hij een implantaat in Arq zodat hij kon communiceren met Tehos. Het lijkt erop dat Namus nog gedrevener is in het onderzoek naar het geheim van Arq dan Gilpatric.

gaat bloeden. „Hoe verklaar je dat een fictief gebaar tastbare gevolgen heeft in de wereld, waarvan jij denkt dat ie echt is?” vraagt Gilpatric zich af. Daarmee komen we bij de centrale vraag waar alles in Arq om draait. Wat is realiteit en wat is fictie? Hoe kun je bewijzen dat iets echt is en op wat voor manier kunnen die realiteiten elkaar beïnvloeden? De hele serie draait om een personage, waarin andere personages avonturen beleven. Die worden daarin geïmplanteerd vanuit een werkelijkheid buiten Arq. Wat nu als die werkelijkheid ook wordt bestookt met implantaten vanuit weer een andere werkelijkheid? En wat voor rol spelen wij als lezers hierin, die tenslotte vanuit onze realiteit deze fictieve verhalen lezen? Het lijkt een eindeloos verhaal te worden. Gelukkig belooft Andreas dat hij al een oplossing klaar heeft om voor dit Droste-effect een goed einde te verzinnen.   ×

Realiteit Maar net als je denkt dat je de structuur van het verhaal onder de knie denkt te hebben (Arq is een apart universum waar we bewustzijnen naar toe kunnen sturen), gooit Andreas alle zekerheden weer overhoop. Want is de wereld van Gilpatric en Namus zelf wel echt? Gilpatric zegt in Tehos iets tegen zijn assistent Harry Berlin wat al het voorafgaande in een ander daglicht zegt: „Kijk om je heen, Harry, en huil! De wereld, ONZE wereld is niet echt!” Tehos begint ook al op een vreemde manier. We zien een aantal personages die we denken te herkennen, maar nu bevinden ze zich opeens in de setting van een keurige buitenwijk. Laura heet hier ineens Anna, Alanna heet Betty en Travis wordt Meneer Ortolan genoemd. De korte conversatie tussen deze personages over Gilpatric, wordt doorsneden met beelden van een krijsende Alanna, die in de wereld van Arq bevalt van een tweeling. Inmiddels ben je eraan gewend geraakt om gewoon door te lezen als er iets vreemds gebeurd in Arq, later zal het toch wel duidelijk worden? Gilpatric zegt over de werkelijkheid dat die misschien niet echt is, wanneer hij na een helikoptervlucht ontdekt dat ‘de nederzetting compleet is verdwenen’. Over welke nederzetting gaat het? Het dorp waarin Anna, Betty en Ortolan wonen? Heeft dit iets te maken met de gebeurtenis waardoor Mike Amos’ broer naar het ziekenhuis moet? In Zwarte Meester gaat de dialoog over realiteit tussen Gilpatric en Berlin verder. Opeens blijkt Berlin een agent te zijn van ‘AZS’, een supergeheim controlelichaam, dat alleen bestaat uit vrouwen. Ook Harry is eigenlijk een vrouw en is geïmplanteerd in Gilpatrics werkelijkheid zoals Gilpatric dat heeft gedaan met de embryo’s in Arq. De twee wisselen informatie uit, maar echt veel helderder wordt het niet. Berlin (en wij als lezer onderhand ook) wil graag meer weten over ‘de ramp uit 1958’, omdat daar wel eens het antwoord zou kunnen liggen over wat wel en niet ‘echt’ is. Gilpatric gaat daar niet op in, dit geheim wordt bewaard voor de volgende cyclus. Wel neemt hij Berlin mee naar een geheim onderzoekcentrum in een berg. Gilpatric moet behandeld worden aan een snee in zijn keel. Een snee die Montana hem toebracht in een bedacht scenario en die nu ineens 11


Het heeft meer dan twintig jaar geduurd, maar nu is er dan eindelijk een museum gewijd aan Hergé, de geestelijk vader van Kuifje. Niet in Brussel waar Georges Remi (1907-1983) zijn leven lang woonde en werkte, maar in Louvain-la-Neuve, een universiteitsstad zo’n twintig kilometer ten zuidoosten van de Belgische hoofdstad. Fanny Rodwell, de weduwe van Hergé, is de initiatiefneemster van het project. Het resultaat lijkt vooral bedoeld om de wereld te tonen hoe goed haar overleden echtgenoot wel niet was. door Seline Borking Het ontwerp van het Hergé-museum is van de hand van de Franse architect Christian de Portzamparc. Hij besloot het gebouw door middel van een loopbrug met het stadscentrum te verbinden. Daarmee moet het lijken op een aangemeerd schip, een illusie die wordt versterkt doordat het museum op pilaren steunt waardoor het als het ware zweeft te midden van het geaccidenteerde landschap. Als je over deze brug het gebouw nadert, sta je oog in oog met een metershoge afbeelding op een van de buitenmuren, afkomstig uit het album De krab met de gulden scharen. Met zijn rug naar de toeschouwer staart Kuifje vanaf de kade de lucht in, een klein deel van de Karaboudjan, het schip waar hij straks aan boord zal gaan, is nog net zichtbaar op de achtergrond. De muurschildering nodigt je uit om net als de jonge reporter een nieuw avontuur te beleven. Binnen in de imposante centrale hal overheersen pasteltinten. Het interieur is opgedeeld in vijf verschillende ruimtes die ook weer via loopbruggen met elkaar zijn verbonden. De architect wilde in het museum een droomachtige sfeer creëren waar een verhaal wordt verteld, net zoals in de albums van Kuifje. De grote asymmetrische ramen in de zijwanden van het gebouw, 12

die binnen voor een lichte sfeer zorgen, bootsen de vakjes van een beeldverhaal na. Midden in de open ruimte staat een zwart-wit geblokte vierkante pilaar die de liftkoker verhult. De vormgeving ervan roept associaties op met de fameuze raket waarmee Kuifje twintig jaar eerder dan Neil Armstrong de maan bereikte. Met de lift kom je op de bovenste verdieping waar de ontdekkingstocht begint. Net als de Kuifje-albums streeft het museum ernaar een breed publiek ‘van 7 tot 77 jaar’ aan te spreken en daar zit meteen een probleem: hoe zo’n grote doelgroep te behagen? Jonge kinderen zullen waarschijnlijk een speelse opzet waarderen (waar bijvoorbeeld het Belgisch Centrum voor het Beeldverhaal in Brussel voor heeft gekozen) terwijl volwassenen (die vermoedelijk al enige kennis over Kuifje bezitten) meer de diepte in willen, op zoek naar achtergrondfeiten, weetjes en verrassende onthullingen. Door voor een gulden middenweg te kiezen, slaagt het museum er niet in aan de wensen van beide groepen te voldoen. De acht zalen – stijlvol en ingetogen vormgegeven – die over drie verdiepingen zijn verdeeld, zijn vooral gevuld met originele platen en belichten verschillende thema’s waaronder ‘het leven van de kunstenaar’, ‘reizen en dromen’ en ‘de roem van Hergé’. Striptekenaar en grafisch ontwerper Joost Swarte tekende voor de inrichting. Zo licht en luchtig als de centrale hal is, zo donker is het in deze ruimtes. Om de tekeningen niet te beschadigen is het licht gedempt, wat bijdraagt aan een bijna sacrale sfeer. In Zaal 1 zijn enkele fotoboeken met kiekjes van Hergé en zijn familie uitgestald, een schoolrapport en nog wat andere persoonlijke voorwerpen. Veel uitleg is er in de zalen niet te vinden, daarvoor is de bezoeker aangewezen op de audiogids. Zo leren we dat Hergé uit een doorsneegezin kwam en een kleurloze jeugd had; de kinderjaren


leveren verder weinig wetenswaardigheden op over de persoon Hergé. In 1928 begon hij met zijn eerste creatie, Totor, voor het tijdschrift Le Boyscout Belge. Qua uiterlijk had Totor al iets weg van zijn illustere opvolger. Een jaar later zag Kuifje het levenslicht in het katholieke en nationalistische Le Vingtième Siècle. Doordat Hergé bij dit dagblad werkte, zat hij met zijn neus bovenop het nieuws. De berichtgeving diende als inspiratie voor Kuifjes avonturen. De rotatiepersen waren er verantwoordelijk voor dat Hergé een strakke, duidelijke manier van tekenen ging hanteren zodat de afbeeldingen goed leesbaar bleven en de tekeningen niet te snel zouden dichtlopen. De ‘klare lijn’ was geboren, een tekenstijl waarvan hij de rest van zijn leven niet meer zou afwijken. Vanaf het begin is Bobbie een volwaardig personage. Hergé koos voor een foxterriër, omdat dit hondenras in de jaren ’20 van de vorige eeuw erg in de mode was. In de eerste albums is Bobbie een cynische knorrepot, die tegenwicht moet bieden aan de immer optimistische held Kuifje. Vanaf De krab met de gulden scharen neemt de grofgebekte maar goedaardige kapitein Haddock deze rol met verve van hem over. Jansen en Janssen (in het Frans Dupond et Dupont) baseerde Hergé op zijn vader en diens tweelingbroer. De twee detectives zijn echter geen tweeling, maar dubbelgangers. Ze zijn uit elkaar te houden door hun snor: de ene heeft de vorm van een kwart gedraaide hoofdletter D, de andere van een omgekeerde T. Zo worden er in de loop der jaren steeds meer markante bijfiguren ten tonele gevoerd, waaronder de verstrooide en hardhorende professor Zonnebloem en operazangeres Bianca Castafiore. Die laatste is als vrouw een vreemde entiteit,

doet, lacht niemand,” vond Hergé. Vanaf De blauwe lotus gaat Hergé zijn verhalen beter documenteren en worden de albums serieuzer van toon. Hij komt dan in contact met de jonge Chinese kunstenaar Tchang Tchong Jen die hem op bepaalde details wijst. Ondanks Kuifjes omzwervingen over de hele wereld, was Hergé erg honkvast. Pas aan het eind van zijn leven ging hij meer reizen. Zijn vooronderzoek daarentegen was altijd zeer grondig en gedetailleerd. Tot de jaren ‘50 werkte Hergé in z’n eentje aan alle nieuwe avonturen, met uitputtingsverschijnselen tot gevolg. In 1946 werd namelijk het weekblad Kuifje gelanceerd. Daarin verschenen elke week twee nieuwe pagina’s van een album dat in de maak was. De oprichting van de Studio’s Hergé in 1950 zorgde voor de nodige verlichting. Vanaf dat moment werd Hergé bijgestaan door de striptekenaars Jacques Martin, Bob de Moor en Roger Leloup en een stel inkleurders, onder wie Hergés tweede echtgenote Fanny Vlamynck (nu Rodwell). Over de crisis die deze ontmoeting in het leven van de getrouwde Hergé teweeg bracht, zwijgt het museum in alle toonaarden. Voor de katholieke striptekenaar was het een zware emotionele opgave om van zijn eerste vrouw te scheiden. Hij werd in die tijd geplaagd door nachtmerries, waarin alles om hem heen wit was. Het is niet verbazingwekkend dat zijn volgende album, Kuifje in Tibet, zich afspeelt in de sneeuw. Hergé wist uiteindelijk uit dit diepe emotionele dal omhoog te krabbelen om nog drieënhalf album te creëren voordat hij in 1983 overleed. Waar in het museum ook met geen woord over wordt gerept, zijn Hergés vermeende racistische sentimenten en zijn dubieuze opstelling in de Tweede Wereldoorlog. In een documentaire over

zoals in het klassieke Europese stripverhaal meestal het geval is. Hergé vond dat vrouwen zich er niet voor leenden om belachelijk te worden gemaakt, dat verklaarde hun afwezigheid in zijn strips. „Als een man op straat struikelt, lacht iedereen; als een vrouw dat 13


Hergé die in een van de zalen wordt getoond, horen we alleen dat er ‘goede en slechte mensen’ in de oorlog waren. Van dit soort platitudes wordt de toeschouwer niet veel wijzer. Hergé laat zich er in dezelfde documentaire verder niet over uit. Het enige dat hij over deze periode opmerkt is dat Koning Leopold, na de Duitse bezetting, het volk had opgeroepen weer rustig aan het werk te gaan. Dat was dus wat de plichtsgetrouwe striptekenaar deed, een beslissing die hem na de oorlog duur kwam te staan: twee jaar lang mocht Hergé niet werken omdat hij tijdens de bezetting voor een krant werkzaam was geweest die collaboreerde met de nazi’s. Hoe fout hij echt was, blijft vaag. Wel weten we dat hij na de oorlog diverse antisemitische passages uit zijn oorspronkelijke verhalen hertekende. Uiteindelijk lijkt die schimmige periode zijn reputatie geen blijvende schade te hebben toegebracht. In de laatste zaal passeren allerlei beroemde wereldburgers de revue: filosofen, kunstenaars, zelfs politici zoals generaal De Gaulle geven toe allemaal op een bepaalde manier door het werk van Hergé geraakt te zijn. Het museum wil de bezoeker ervan overtuigen dat Hergé een groot kunstenaar was, die overduidelijk tot de high art behoort, in tegenstelling tot de low art waar het stripverhaal te vaak onder wordt geschaard. Alhoewel het een nobel streven is om de artisticiteit van Hergés oeuvre en daarmee ook van het Europese beeldverhaal meer onder de aandacht te brengen bij het grote publiek, gaat het museum te veel voorbij aan het feit dat zijn strips juist voor miljoenen mensen in de wereld een vermakelijke

„Ik maak van mijn vrouw Fanny mijn enige erfgename.” Dat schreef Hergé in zijn testament, enkele maanden vóór zijn dood in maart 1983. Verder was er niets geregeld over de nalatenschap van de geestelijk vader van Kuifje. En dus wordt Hergés tweede echtgenote in één klap opgezadeld met een erfenis waar zij vanaf het begin niet veel animo voor kan opbrengen. Liever verdiept ze zich in oosterse meditatie en spirituele ontwikkeling. Het beheer van de nalatenschap laat zij al snel aan anderen over. Het toeval wil dat later dat jaar een jonge Brit genaamd Nick Rodwell contact opneemt met uitgeverij Lombard met het aanbod om Kuifje in GrootBrittannië te promoten. Op dat moment is het werk van Hergé zo goed als onbekend in de Engelstalige wereld. Met zijn charismatische uitstraling en aanstekelijke enthousiasme weet Rodwell al gauw door te dringen tot de inner circle van het Kuifje-imperium. Bovendien blijkt hij een begenadigd onderhandelaar. Binnen de kortste keren wordt hij betrokken bij het algehele marketingbeleid. Zijn intenties schuift hij niet onder stoelen of banken: om de kwaliteit van de Kuifje-producten te waarborgen, wil hij de merchandising centraal regelen en niet via verschillende naamloze vennootschappen zoals op dat moment het geval is. Met zijn charmes weet Rodwell niet alleen zakenlieden voor zich te winnen. Als Fanny, nog steeds met haar hoofd in hogere sferen, in 1988 plannen heeft voor een reis naar een goeroe in India, biedt Nick onverwacht aan haar op die bedevaart te vergezellen. Uit niets blijkt dat de Britse businessman haar voorliefde voor oosterse spiritualiteit en meditatie deelt. Desalniettemin bloeit er in India iets moois op tussen Fanny en de achttien jaar jongere Nick. Niet lang na terugkomst trekt Nick bij Fanny in. Enkele jaren later trouwt het koppel. De weg is nu vrij voor Rodwell om steeds meer zeggenschap te krijgen over de Kuifje-erfenis. Begin jaren ‘90 weet hij zijn aanstaande echtgenote ervan te overtuigen de huidige directeur van de Stichting Hergé, na het begaan van enkele blunders, uit zijn functie te zetten. De stichting wordt vervolgens omgedoopt tot het vennootschap Moulinsart met aan het hoofd (je raadt het al): Nick Rodwell. Officieel is Fanny nog steeds de enige erfgename, maar achter de schermen heeft Rodwell de touwtjes stevig in handen. Hij stelt alles in het werk om de versnipperde rechten op het oeuvre van Hergé terug te kopen met als doel er een absolute controle over uit te oefenen. Ook begint hij zich steeds vijandiger op te stellen tegenover de talrijke tintinofielen die het werk van de

14

rol vervullen en uitblinken in hun universele gevoel voor humor. De stripreeks Kuifje is vooral zo briljant vanwege het komische gehalte dat na al die jaren nog niets aan kracht heeft ingeboet. Vanwege het serieuze karakter van het museum, valt er voor de bezoeker echter weinig te lachen. Het is natuurlijk moeilijk om als museum aan elk aspect van Hergés oeuvre (dat inmiddels tot op het bot door allerlei ‘tintinologen’ is geanalyseerd) aandacht te besteden, maar de opzet had soms best wat uitbundiger en verrassender mogen zijn. De tentoongestelde originele platen (die vanwege hun kwetsbaarheid elke vier maanden vervangen worden) zijn zeer zeker een bezichtiging waard, maar de achtergrondinformatie blijft beperkt. Deze aanpak lijkt vooral geschikt voor toeristen die niet of nauwelijks bekend zijn met Hergés creaties. De stripliefhebber met enige voorkennis blijft na afloop echter een hongerig gevoel houden. Misschien dat er daarom een heus restaurant in het museum is ondergebracht. Met menukaarten in de vorm van een stripboek.   ×  Hergé museum Rue du Labrador 26 Louvain-la-Neuve, België openingstijden: dagelijks van 10.00 tot 18.00 uur behalve maandag en 1 januari, 1 mei, 1 en 11 november en 25 december website: www.hergemuseum.com

striptekenaar middels boeken of documentaires willen uitdiepen. Steeds vaker krijgen deze Kuifje-kenners nul op het rekest wanneer zij gebruik willen maken van citaten of afbeeldingen uit de albums. Wee een ieder die zonder Rodwells toestemming toch tot publicatie overgaat. Een fikse schadeclaim is dan onafwendbaar. Daarbij worden zelfs middelbare scholieren die in amateuristische boekjes plaatjes van Kuifje opnemen niet ontzien. In 1997 leidt het strenge bewind van Moulinsart tot openlijk verzet van een vijftal tintinologen, onder wie stripscenarist Benoît Peeters (bekend van De duistere steden). Zij spreken zich gezamenlijk uit tegen de censuur die Rodwell cum suis hanteren en beweren dat zijn machtsmisbruik hen in hun bewegingsvrijheid beperkt. Bovendien beschuldigen ze de erfgenamen ervan alleen geïnteresseerd te zijn in winstbejag. Terwijl Fanny zich van alle commotie distantieert en zich terugtrekt in haar chalet in Zwitserland, lijkt Rodwell zich weinig van de beschuldigingen aan te trekken. Integendeel, hij haalt de teugels alleen maar strakker aan en gaat onverstoorbaar door met zijn heksenjacht. Ook de pers kan rekenen op een diepgewortelde argwaan. Zo mochten er tijdens de opening van het Hergé-museum afgelopen juni geen beelden van het interieur worden vastgelegd, wat tot woedende reacties leidde van menig fotograaf en cameraman. Onderhuids lijkt alle kritiek Rodwell echter wel degelijk te raken, zo bleek onlangs uit zijn persoonlijke weblog. Daarin schroomde hij niet enkele critici op een zeer kwetsende manier aan te vallen. Een van de personen die het moest ontgelden is de RTBF-reporter Hugues Dayez. Hij publiceerde in 1999 het boek Tintin et les héritiers (Kuifje en de erfgenamen) dat een kritische kijk biedt op het beleid van Rodwell. Daarnaast onthulde Dayez twee jaar geleden dat de Brit een zwarte lijst bijhoudt van kritische Hergé-kenners die hij het zwijgen wil opleggen. In zijn weblog beweert Rodwell dat Dayez’ autistische zoon debet is aan zijn ‘frustraties’. Een andere Franse journalist krijgt hetzelfde verwijt naar het hoofd geslingerd. Een journaliste die een negatief artikel schreef over het Hergé-museum, wordt verweten dat zij in haar jeugd ‘waarschijnlijk een seksueel probleem had’. De blog is inmiddels van de website verwijderd, maar de schade die Rodwell met zijn rancuneuze actie heeft aangericht, ook aan het imago van Kuifje – dat hij juist zo hartstochtelijk van nadelige invloeden probeert te vrijwaren – kan niet meer worden teruggedraaid. Hoog tijd voor een lesje oosterse meditatie van je echtgenote, Nick?


Laatste Oordeel Een wonderschoon dubbeldebuut De smaak van chloor (Bastien Vivès) Uitg. Casterman; 134 pl.; kleur; harde kaft; € 19,95

Met De smaak van chloor maakt de Nederlandstalige stripwereld kennis met twee debuten tegelijk. Allereerst natuurlijk met het Nederlandstalige debuut van Bastien Vivès, een 25-jarige Fransman, die sinds zijn echte debuut twee jaar geleden al zeven albums de wereld in geslingerd heeft. Daarvan viel Le goût du chlore (2008) dit jaar maar liefst twee keer in de prijzen. Eerst in Angoulême voor de belangrijkste Révelation en vervolgens in België waar hij de Prix 9 de la BD ontving. De smaak van chloor is tot op heden misschien wel zijn meest eigenzinnige werk, dat niet geheel toevallig verscheen in de Casterman collectie KSTR. En dat is debuut nummer twee, want deze prestigieuze collectie, die reeds sinds 2006 bestaat, verschijnt met dit album voor het eerst in ons taalgebied. Het huidige fonds van Casterman is gevuld met veel

Opgewekte avonturenstrip met een twist Schat! (Lucie Durbiano) Uitg. L; 106 pl.; kleur; harde kaft; € 14,95

Schat! zou je het beste kunnen omschrijven als een feelgood-strip. De hoofdpersonen in dit onderhoudende album moeten de nodige tegenslagen overwinnen, maar de toon blijft positief. Als een soort verstripte Amélie uit de gelijknamige film, beleeft Christine, dochter van een beroemde archeoloog, altijd glimlachend en opgewekt haar avonturen. Het verhaal, dat zich afspeelt in de jaren ’50 van de vorige eeuw, is getekend in een luchtige, naïeve stijl. Op het eerste gezicht komen de tekeningen zelfs wat slordig en dertien-in-een-dozijn over, maar schijn bedriegt. Auteur Lucie Durbiano is een vakvrouw, die speelt met stijlen, pagina-indeling en inkleuring zonder dat dit ten koste gaat van het verhaal. Christines vader is in het bezit van éénderde van een document dat de weg wijst naar een reusachtige schat. Zijn assistent Michel is verliefd op Christine, maar durft haar dat niet te vertellen en zij ziet hem niet staan. Op een dag ontmoet zij Jean, een student van haar vader. Christine ziet Jean helemaal zitten, maar Jean is slechts uit op het document van Christines vader. En hij is niet de enige, want ook Jeans vrouw probeert via Michel aan het waardevolle stuk papier te komen. Uiteindelijk leiden alle verwikkelingen tot een jacht naar de schat, waaraan alle hoofdpersonen deelnemen. Schat! heeft alle elementen van een traditionele avonturenstrip, maar weet dit genre ook te ontstijgen door de menselijkheid

dertien-in-een-dozijn strips en probeert zijn eer hoog te houden met herdrukken en het uitmelken van bejaarde coryfeeën. Wie zich ooit afvroeg waar de trendsettende uitgeverij van weleer al die tijd haar beste werk verborgen hield, krijgt nu het antwoord. In de collectie KSTR is men op zoek naar persoonlijk en verrassend werk, waarin het gebruik van beeld en het maken van mooie boekjes de leidraad vormen. En het spits had niet beter afgebeten kunnen worden, dan met dit album. Het verhaal is simpel, het thema universeel. Een man moet van zijn fysiotherapeut gaan zwemmen om zijn rugklachten te verhelpen. Bij zijn bezoekjes aan het zwembad, raakt hij al snel in vervoering van een vrouw, die net als hij elke woensdag baantjes komt trekken. Ze zwemt aanzienlijk beter dan hij en daarin ziet hij zijn kans om haar aan te spreken. De wekelijkse gesprekken over zwemtechniek gaan gaandeweg over in vriendschap. Maar terwijl de man zich steeds meer in haar verliest, blijft zij ongrijpbaar en zich van geen kwaad bewust. De magie van dit album zit hem niet zozeer in het verhaal, maar vooral in de manier waarop Vivès dit alles vertelt en in beeld brengt. De zwemmers gedragen zich zoals zwemmers dit doen, met al die typische handelingen die een mens alleen in een zwembad vertoont. De resulterende lichaamstaal blijkt voor Vivès voldoende om een breed spectrum aan emoties en overpeinzingen over te brengen. En hij doet dat ook nog eens uiterst trefzeker, ondanks – of misschien juist dankzij – de onnatuurlijke omgeving en het dito gedrag. Het kost weinig moeite om je als lezer in te leven en de spanning te voelen tussen de twee personages. Vivès tekent dit alles met summiere, golvende lijnen, in wonderschone, zeegroene tinten. Onder water wordt de wereld gereduceerd tot monochrome kleurvlakken zonder detail. Een magisch universum. Je ruikt het chloor. Het is te hopen dat Casterman ook bij ons serieus werk gaat maken van de collectie KSTR, want De smaak van chloor smaakt naar meer.  Sigge Stegeman

die Durbiano haar personages meegeeft. Als Michel er bijvoorbeeld niet in slaagt om Christine zijn gevoelens te bekennen, zien we hem een plaatje verder naar de hoeren gaan. En er worden meer clichés doorbroken: hoofdpersonen komen om tijdens de jacht op de schat, Christine verliest haar maagdelijkheid. Voeg daar het echtpaar nog aan toe dat tot alles bereid is om een schat te vinden en daarbij zelfs het eigen lichaam in de strijd werpt en je hebt een avonturenverhaal dat tegelijk ook meer is dan dat. Schat! is op een ander niveau gelezen ook een verhaal over ambitie, achterdocht, jaloezie, allerlei alledaagse menselijke gevoelens. Dat in combinatie met Lucie Durbiano’s sfeervolle tekeningen – die meer dan eens verwijzen naar haar ontdekkers Dupuy en Berberian – levert een schat van een boek op.  Hans Pols

15


Laatste Oordeel

Incontinente despoot en bejubelde diva Vreemde liefde: eerste boek (Jouvray & Presle) Uitg. L; 104 pl.; kleur; harde kaft; € 18,95

Het eerste deel van de stripcyclus Vreemde liefde beschrijft de verweven belevenissen van een aantal personages in de totalitaire staat Monopozië, waar een incontinente despoot het land in een ijzeren greep houdt. De natie vertoont grote overeenkomsten met de Sovjet-Unie in de jaren ‘30 van de vorige eeuw en in concurrerende grootmacht De Confederatie van Sterren is moeiteloos de Verenigde Staten enkele decennia later te herkennen. De atoomgeleerde Barzavotzig wordt in eigen land niet bijster gewaardeerd. Verbitterd wil hij het land ontvluchten en heeft daarover contact met agenten van De Confederatie. De internationaal bejubelde diva Tho-Radia heeft dezelfde plannen omdat men haar amusementsprogramma’s op de zondagmiddag wil laten presenteren.

De straatventer Dimitri Spongia, bovenbuurman van de dissidente geleerde, komt achter de vluchtplannen van Barzavotzig en besluit zijn plek in te nemen. Vlak voor de ontsnapping wordt de geleerde door Spongia overvallen en voor dood achtergelaten. Als een vermomde Barzavotza weet de scharrelaar de agenten van de Confederatie te misleiden en ontkomt met hun hulp naar het buitenland. De professor heeft de brute aanslag echter overleefd en dwaalt verminkt en waanzinnig over straat. De ontsnapping van Tho-Radia verloopt even bloederig, maar een stuk moeizamer. De twee overlopers treffen elkaar in ballingschap. Dit zeer tegen de zin van Spongia, omdat Tho-Radia Barzavotzig kende. Gevaar voor ontmaskering dreigt. Het eerste deel van Vreemde liefde ziet er veelbelovend uit. In de typisch krasserige stijl die onder veel Franse tekenaars de laatste jaren erg populair is, maakt tekenaar Jérôme Jouvray sfeervolle platen die samen met de effectieve inkleuring van moeder de vrouw Jouvray, trefzeker de bedompte sfeer in dictatoriaal Monopozië weergeven. Op het moment dat de handeling zich naar de Confederatie verplaatst, worden stijl en inkleuring even effectief aangepast. De platen zijn plots een stuk opener en lichter. Als ook in het beloofde land de problemen zich opstapelen, neemt ook de grauwigheid in de platen weer toe. De Jouvrays lijken artistiek voor elkaar geschapen. Scenarist Stephane Presle speelt nadrukkelijk en effectief met de clichébeelden over de Koude Oorlog zonder zich daarbij te bekommeringen om historische correctheid. Het werkt wonderwel. De overstap van de jaren ‘30-depressiviteit in Monopozië naar het overzichtelijk optimisme van de jaren ‘50 in de Confederatie is effectief en versterkt de vertelling. Het plot zit zo degelijk in elkaar, dat zelfs onwaarschijnlijkheden aannemelijk blijven. De onprettige personages worden subtiel menselijk gemaakt door lichte humoristische ondertonen en terzijdes. Het eerste deel van Vreemde Liefde is een ijzersterke start van een veelbelovende reeks.  Jef Nieuwenhuis

De zeggingskracht van het stripverhaal Het Molitorzwembad (Cailleaux & Bourhis) Uitg. Dupuis; 69 pl.; kleur; harde kaft; €15,50

Boris Vian was wereldberoemd in Frankrijk, zoals je alleen in Frankrijk wereldberoemd kunt zijn. Het cultuurfenomeen uit de jaren ‘50 van de vorige eeuw vergaarde roem als schrijver, dichter, zanger en jazz-trompettist. Geheel in stijl ging de hartpatiënt nogal nonchalant met zijn gezondheid om, zodat hij op betrekkelijk jonge leeftijd overleed. Zo werd hem het trompet spelen ontraden, omdat het te inspannend was voor zijn hart. Elke noot kostte hem een dag van zijn leven, zei Vian daarover, ondertussen alles uit zijn korte leven persend wat erin zat. Met zo’n kleurrijk bestaan, kan een stripalbum niet uitblijven. Bij Dupuis is dan ook Het Molitorzwembad verschenen. De titel verwijst baar de gewoonte van Vian om ter bestrijding van zijn hartkwaal dagelijks in het zwembad zijn baantjes te trekken en onder water zo lang mogelijk zijn adem in te houden. Scenarist Hervé Bourhis heeft het korte, maar intense leven van Vian samengevat in een reeks los samenhangende momentopnamen. Hoewel daardoor enige voorkennis betreffende de hoofdpersoon geen overbodige luxe is, werkt de methode bijzonder goed. Dat heeft alles te maken met de keuzes die de schrijver maakt. De culturele roem komt slechts marginaal aan de orde. De focus richt zich vooral op het individu achter het fenomeen. In trefzeker uitgewerkte scènes schets Bourhis een compleet beeld van Vian en zijn omgeving. Halverwege het album wordt een uitstapje van het gezin Vian naar

16

het strand getoond. Terwijl een huisvriend met het zoontje speelt, probeert zijn vrouw Vian over te halen om met het kind op de foto te gaan. Slechts moeizaam laat de artiest zich ompraten en laat zich stram portretteren. In één pagina vatten de makers zo vlekkeloos een getroebleerd gezinsleven samen. Verplicht lesmateriaal voor elke stripopleiding. Mede doordat tekenaar Christian Cailleaux zich geheel diensbaar aan de scenarist opstelt. Zijn open tekenstijl leent zich perfect voor de fragmentarische vertelwijze. Zijn personages bewegen zich wat houterig door het verhaal, maar met minieme aanzetten laat Cailleaux elke gezichtsuitdrukking boekdelen spreken. De strandscène ontleent zijn kracht mede aan de minimalistische zeggingskracht van het tekenwerk. Vooral de afstandelijke Vian komt daardoor toch geheel tot leven. Het is de vraag hoe interessant Vian voor de Nederlandstalige striplezer is. De gekozen vertelvorm maakt het er ook niet makkelijker op. Wie echter wil weten hoe groot de zeggingskracht van het stripverhaal kan zijn, mag dit album niet ongelezen laten.  Jef Nieuwenhuis


Laatste Oordeel Spectaculaire comeback Asterios Polyp (David Mazzucchelli) Uitg. Pantheon Books; 340 pl.; kleur; $ 29.95; harde kaft (import)

David Mazzucchelli had al een zekere status in de comicwereld opgebouwd als de tekenaar van Daredevil, toen hij in 1987 in één klap beroemd werd met het eveneens door Frank Miller geschreven Batman: Year One. Het werd meteen zijn afscheid van de reguliere strip. Mazzucchelli ging experimenteren met korte verhalen in schilderachtig zwart-wit die hij vooral in zijn blad Rubber Blanket publiceerde, maar het grootste deel van zijn tijd ging op aan het lesgeven aan jonge stripmakers in New York. In 1994 verraste hij nog een keer met een stripversie van Paul Austers Broze stad, waarna het opnieuw stil werd. Nu, vijftien jaar later, maakt Mazzucchelli een ronduit spectaculaire comeback met Asterios Polyp. Asterios Polyp is een kloek, mooi vormgegeven boek, waarin het levensverhaal wordt verteld van de gelijknamige architect. Eigenlijk is Polyp eerder een theoreticus dan een architect: er is nog nooit een ontwerp van hem gebouwd. Polyp heeft zijn leven gesleten aan de universiteit. Het verhaal begint op de dag dat de bliksem inslaat in het gebouw waar hij woont. De architect verlaat haastig zijn luxe appartement, neemt alleen wat geld en een Zwitsers zakmes mee en koopt van zijn laatste centen een treinkaartje: enkele reis. In een kleine plaats maakt hij kennis met de kleurrijke automonteur Stiff Major. Polyp kan bij Major komen werken en bij hem in huis komen wonen. Tussen zijn belevenissen bij Major en zijn gezin door wordt Polyps levensverhaal verteld: zijn geboorte, zijn eerste ontmoeting met zijn vrouw, zijn leven als docent. Zo komen we steeds meer over hem te weten. Asterios Polyp heeft je na dertig pagina’s als lezer te pakken en je kunt het boek niet

Sappige kauwgumstrip Conan 1: De dochter van de ijsreus (Cary Nord & Kurt Busiek) Conan 2: Achter de noordenwind (Cary Nord & Kurt Busiek) Uitg. Dark Dragon Books; 64 pl.; kleur; harde kaft; € 17,95

Zou de figuur Conan voor iemand nog nadere introductie nodig hebben? Zelfs wie nooit de boeken van Robert E. Howard heeft gelezen, of de films met Arnold Schwarzenegger heeft gezien, of de strips kent die begin jaren ’80 ook in het Nederlands werden vertaald, zelfs die persoon kent de figuur Conan de barbaar. De oersterke Cimmeriër met zijn wapperende zwarte manen en zijn ontblote bovenlijf is een icoon van de twintigste-eeuwse populaire cultuur. De stripreeks verscheen jarenlang bij uitgeverij Marvel, met een langzaam tanende populariteit. Totdat uitgeverij Dark Horse de reeks in 2003 overnam. Scenarist Kurt Busiek (die bij Marvel al de nodige ervaring had opgedaan met onder andere Iron Man) kreeg alle vrijheid om de serie nieuw leven in te blazen. De verhalen ademden weer meer de sword and sorcery-sfeer van de oorspronkelijke verhalen. De jonge Canadees Cary Nord werd aangezocht

meer neerleggen voordat je alles over Asterios weet. Het boek verveelt geen moment, iedere pagina is anders vormgegeven. Het tekenwerk is prachtig en Mazzucchelli past zijn tekenstijl en het pastelkleurenpalet waarmee hij werkt steeds aan aan de verschillende scènes. Soms mengt hij zelfs verschillende stijlen in één plaat. IJzersterk is de scene waarin Polyp verliefd wordt op Daisy, beiden zijn getekend in een eigen tekenstijl, waarna beide stijlen geleidelijk aan met elkaar vervloeien tot één. Bovendien leren we Mazzucchelli met dit boek kennen als een grote literaire verteller in de Amerikaanse traditie van bijvoorbeeld John Irving. De plot is doordacht, de personages ontwikkelen zich op een natuurlijke manier, de teksten zijn intelligent en humoristisch. Eigenlijk is alles aan deze uitgave gewoon af en zou iedere liefhebber van literaire strips die dat predicaat echt verdienen dit boek moeten lezen.  Hans Pols om de pagina’s te vullen. Hun werk werd meermaals bekroond. De eerste verhalen van dit tandem zijn nu in het Nederlands vertaald door de nieuwe uitgeverij Dark Dragon Books. Wie van het genre houdt, kan zijn vingers aflikken. Busiek verwerkt in zijn scenario’s de nodige elementen uit de oorspronkelijke verhalen (zoals de Arabische prins die de verloren gewaande verhalen over Conan te horen krijgt). Voor de eerste reeks nam hij een nooit bij diens leven uitgegeven kort verhaal van Robert E. Howard (De dochter van de ijsreus) als uitgangspunt voor een meeslepend avontuur waarin Conan belandt op de koude vlaktes van het noorden. Hij sluit zich aan bij een groep Viking-achtige strijders en gaat op zoek naar het legendarische Hyperboria, een soort Hof van Eden. Eenmaal daar aangekomen blijkt het echter een hel waaruit Conan alleen kan ontsnappen door heel, heel veel tegenstanders in stukken te hakken. Cary Nords tekeningen doen nog het meest denken aan de kitscherige Verkerke-posters zoals die in de jaren ’80 in menig jongenskamertje hingen: met prachtige vrouwen die gewillige poses aannemen aan de voeten van overdreven gespierde strijders met enorme zwaarden. Het ziet er allemaal erg gelikt uit. Maar alles in de Conan-versie van Busiek en Nord is dan ook over the top. Toch stoort dat nergens. Het verhaal zit goed in elkaar, de spanningsboog noodt tot doorlezen en de tekeningen sluiten sfeervol aan bij de vertelling. Dark Dragon Books brengt de verhaallijn uit in drie albums; het slot verschijnt in november. Het zijn mooi uitgegeven albums geworden, met een glanzende harde kaft. Zoals U2 ooit zong: You know you’re chewing bubblegum, you know what it is but you still want some.  Hans van Soest

17


Laatste Oordeel Zeker Lezen De kinderen van de wind (François Bourgeon) Uitg. 12bis; kleur; harde kaft; € 15,95/17,95 per deel

François Bourgeon is een buitenbeentje in de Europese stripcultuur en daardoor een verrijking van de kunstvorm. Van huis uit glas-in-loodontwerper, dreef gebrek aan werk hem op latere leeftijd in de armen van zijn tweede liefde: tekenen. Na inleidende vingeroefeningen (illustraties, korte verhalen en een afgebroken stripreeks) begon de zegetocht van Bourgeon bij het Franse stripblad Circus. In 1979 startte de publicatie van de fabuleuze reeks De Kinderen van de wind. Met deze reeks schaart Bourgeon zich in een klap onder de beste stripmakers. Aanvankelijk had Bourgeon nog zijn twijfels toen Circus hem benaderde. Naast het tekenwerk moest hij ook het scenario leveren. Uiteindelijk trekt zijn liefde voor de zee en zeezeilen hem over de streep. De reeks zal uiteindelijk vijf delen bevatten voor Bourgeon overstapt naar zijn andere meesterwerk: De gezellen van de Schemering. De twee reeksen hebben een aantal belangrijke kenmerken gemeen. Het eerste deel van Kinderen van de wind (Het meisje in het want) is in alle opzichten een album in ontwikkeling. Tekentechnisch is Bourgeon nog niet geheel volgroeid, het schrijven kost hem moeite en zijn ideeën rijpen in de loop van het album. De kenmerkende aspecten van zijn werk zijn echter van het begin af duidelijk aanwezig. Hoofdpersonage Isa is een typische Bourgeon-tante: niet op haar mondje gevallen, doortastend, ongeremd en volstrekt onaangepast. Regelmatig zit zij daardoor in de hoek waar de klappen vallen (al in het eerste deel wordt ze verkracht), maar door de hele reeks heen blijft ze ongebroken. Bourgeon is duidelijk gek op haar. Zij is zijn alter ego als het om dat andere kenmerkende Bourgeon-thema gaat: het sociaal geweten in barre tijden. Aanvankelijk is haar liefde voor scheepsjongen Hoël haar drijfveer. Al snel is het het alom aanwezige onrecht in een onrechtvaardig en bruut tijdperk wat haar voortdrijft. Keer op keer komt ze in de problemen omdat ze machthebbers aan de kaak stelt. Elk verhaal wordt aangejaagd door de consequenties van Isa’s gedrag in het

vorige album. Opvallend is daarbij dat de belangrijke nevenpersonages gedurende de reeks een wezenlijke en logische ontwikkeling doormaken, terwijl Isa onveranderd doordendert. Hoe kleurrijk en aantrekkelijk ook, in wezen is Isa een attribuut van de stripmaker; een vliegwiel dat het verhaal en de hele reeks in beweging houdt. Via de Frans-Engelse oorlog belanden Isa en haar entourage in Afrika waar ze met hun neus op de dagelijkse praktijk van de slavenhandel worden gedrukt. Hier worden Isa en de lezers geconfronteerd met sociale ongelijkheid in de uiterste vorm. De albums Handelspost Juda, Het uur van de slang en Het Ebbenhout vormen het hoogtepunt van de reeks. Bourgeon heeft het schrijven in de vingers en met uitzondering van Isa worden zijn karakters steeds levensechter. Zo is de neger Aoean is een van de sterkst uitgewerkte karakters in de stripgeschiedenis. Teken- en kleurtechnisch heeft Bourgeon in het tweede deel Het gevangenisschip al eenzame hoogtes bereikt. De Fransman bezit een uniek handschrift dat zich in geen enkele school laat invoegen. De soepele lijnvoering en het specifieke kleurgebruik verraden de glas-in-loodzetter die Bourgeon oorspronkelijk is geweest. Zelf beschouwt hij de uitoefening van het ambacht als de belangrijkste leerschool voor zijn tekenwerk. Bourgeon is geen stripmaker, maar een stripfenomeen van het niveau waarop stripauteurs als Hugo Pratt of Hal Foster zich bewogen. Het beste stripnieuws in 2009 is dan ook de mededeling dat in de reeks De kinderen van de wind onverwacht een nieuw deel is verschenen. In Het kleine meisje Bois-Caïman (het eerste deel van een tweeluik) maakt het verhaal een sprong in de tijd naar de Amerikaanse Burgeroorlog. Isa is weliswaar hoog bejaard, maar nog even sterk. Een mooie gelegenheid om de door uitgeverij 12bis heruitgegeven oude verhalen nog eens te lezen. En nog eens. En nog eens…  Jef Nieuwenhuis

Lachen om striptekenaars Blotch 1: De koning van Parijs (Blutch) Uitg. Glad IJs; 48 p.; zwart-wit; harde kaft; € 9,80 Van nature uit 1: Elke dag tegenslag (Chauzy) Uitg. Glad IJs; 48 p.; kleur; harde kaft; € 9,80

Wat mogen we toch blij zijn dat de enorme archieven van het Franse tijdschrift Fluide Glacial sinds vorig jaar ook voor de Nederlandstalige lezer zijn ontsloten via de albumuitgaves van Glad IJs. Zo verscheen na twintig jaar weer eens een album van de leukste strip aller tijden Familie Suikerbuik van Christian Binet. En is er nu ook een vertaling van een al vaker in ZozoLala geroemde strip: Blotch van Christian Hincker, oftewel Blutch (hier vooral bekend van zijn album Rapido moderna). Hoofdpersoon Blotch is een gefrustreerde kunstenaar die zijn brood verdient met het tekenen van pikante cartoons. Desondanks vindt hij zichzelf een geweldige artiest. De verhalen spelen zich af in het kunstenaarswereldje van Parijs in de jaren ’30 van de vorige eeuw. Blotch heeft het voortdurend aan de stok met andere stripmakers die veel succesvoller zijn dan hij. Grappig is dat de vertaler een hoop van hun namen heeft aangepast aan de Nederlandstalige markt. Zo is zijn meest gehate concurrent Nero-tekenaar Marc Sleen. De humor in de korte verhalen van Blotch bijt venijnig.

18

Zelf noemde Blutch zijn reeks ook wel ‘een zelfstudie in zwart’. Zijn alter ego Blotch is alles wat hij vreest zelf te zijn: een mislukkeling zonder dat hij het zelf in de gaten heeft. Er wordt achter zijn rug gelachen om zijn dikdoenerij. Een groteske marionet die zijn geweten opzij zet voor zijn ambities. Met een meelijwekkend resultaat. Smullen! Veel lichtvoetiger is een andere striptekenaarstrip: Van nature uit. Tekenaar Jean-Christophe Chauzy zet zichzelf op een koddige manier te kijk wanneer hij op een stripfestival vergeefs probeert een fan in bed te krijgen, of tijdens een signeersessie wordt geïntimideerd door een bezoeker die niet van zijn werk houdt. Chauzy heeft een vlotte, karikaturale tekenstijl, in tegenstelling tot zijn wat meer realistische stijl die we kennen uit zijn reeks Clara. Voor sommige verhalen in Van nature uit heeft hij de hulp ingeroepen van Philippe Chappuis, oftewel Zep (Titeuf) en van Yan Lindingre (Tine bij de Walen). Het resultaat is conventioneler dan Blotch, maar nog steeds erg genietbaar.  Hans van Soest


Laatste Oordeel Bodemloos pretentieus en overbodig Een bodemloos bestaan (Dash Shaw) Uitg. Oog & Blik / De Bezige Bij; 720 pl.; bruin-wit; € 34,90

In de boekenwereld wordt een boek tegenwoordig vaak eerder vertaald omdat er een hype omheen wordt gecreëerd, dan dat er wordt gelet op kwaliteit. Zou die trend ook opgang maken bij de literaire strip? Het zou best kunnen, want minder dan een jaar na de Amerikaanse publicatie ligt er een vertaling in de winkel van Bottomless Belly Button, een literaire strip die in de Verenigde Staten de hemel in werd geprezen. De vertaling Een bodemloos bestaan is een dik boek, maar van de 720 pagina’s zijn er minstens tweehonderd overbodig: 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 23, 24, 25, 26, vul het rijtje zelf maar aan. Het boek staat vooral bol van de pretenties. Dat geeft niet, want als zesentwintigjarig, aanstormend talent mag je best pretenties hebben, dat levert op zich alleen nog geen goed boek op. Op het uitgangspunt van het verhaal valt nog niets aan te merken. Een bodemloos bestaan gaat over de Loonies, een doorsnee familie, die week lang samenkomt in een huis aan zee. Voor het laatst met zijn allen, want vader en moeder Loonie besluiten na veertig jaar huwelijk te gaan scheiden. De volwassen kinderen van het scheidende paar, hun dochter Claire en hun zoons Peter en Dennis, hun kind en partner, proberen elk op hun eigen manier de scheiding te verwerken, of zijn hier juist helemaal niet mee bezig. De meeste aandacht krijgt Dennis, de oudste zoon die met zijn ongeschoren kop wel iets weg heeft van Barney Flintstone. Dennis loopt over van zelfmedelijden en verwijten. Aanvankelijk kun je nog wel begrip voor hem opbrengen maar

Vlees noch vis in het oude Japan De inkt van toen (Maël & Antoine Bauza) Uitg. Dupuis; 78 pl.; kleur; harde kaft; € 15,50

Een haiku is een Japanse dichtvorm die in drie simpele regels (van altijd vijf, zeven en vijf lettergrepen) probeert een sfeer te vangen in woorden. Vaak wordt veel diepgang gesuggereerd, maar slechts echt goede dichters slagen er in om ook echt emotie over te brengen. Scenarist Antoine Bauza en tekenaar Maël (Martin Leclerc, bekend van Miltons dromen) hebben met hun album De inkt van toen een soort haiku in stripvorm gemaakt, maar dan uitgesponnen over 78 pagina’s. Traditionele Japanse kunstenaars willen in miniatuurvorm, met enkele penseelstreken een hele wereld oproepen. Maël en Bauza hebben dat ook geprobeerd. Er wordt in hun strip vooral veel gesuggereerd. Maar helaas zijn beide heren geen geweldige dichters. De inkt van toen speelt zich af in het Japan van de zeventiende eeuw. De rondreizende kalligraaf Mohitsu-san ontmoet een getalenteerd meisje dat hij meeneemt naar een bevriende schilder in Edo (de oude naam voor Tokio) om daar in de leer te gaan. Eerst helpt het meisje de oude man om weer zin aan zijn bestaan te geven, jaren later gebeurt het omgekeerd. Tot zover het verhaal. Volgens de flaptekst van het album hebben de auteurs een ‘intimistisch initiatieverhaal’ willen maken, maar dat komt nergens uit de verf. Pagina na pagina laten de auteurs de twee hoofdpersonen samen optrekken zonder dat er veel gebeurt. Gesprekken bestaan slechts uit enkele woorden en veel blikken van verstandhouding. Ook ontmoetingen met derden bestaan vooral uit veel zwijgen. Het verhaal (als je dat

na verloop van tijd wordt zijn getob mateloos irritant. Zijn personage vertoont geen enkele ontwikkeling. De jongste zoon Peter is heel anders. Hij ontloopt de sfeer in het huis aan zee en beleeft zijn eerste liefde. Om onduidelijke redenen heeft Peter niet het hoofd van een mens, maar een kikkerkop gekregen. Niettemin, of misschien juist daardoor, wekt hij de meeste sympathie op. Van een eenzame rukker verandert hij in een volwassen man met talent om met kinderen om te gaan. Waarschijnlijk lijkt Peter het meest op Shaw zelf. Het boek is immers gebaseerd op Shaws eigen ervaring en ze hebben ongeveer de zelfde leeftijd. Eigenlijk is Peters verhaallijn de meest boeiende in het boek. Dennis maakt echter geen enkele ontwikkeling door en de verhaallijn rond dochter Claire loopt domweg dood. In Een bodemloos bestaan beschrijft Shaw minutieus de gebeurtenissen die zich bij de familiebijeenkomst voordoen en daarbij gaat hij weleens enkele stappen te ver. Hij voegt bovendien details toe die niet ter zake doen voor het verhaal, zoals een plattegrond van het huis, en trekt daar rustig zes pagina’s voor uit. Wat ook opvalt, is zijn inconsequente tekenstijl, die nu eens realistisch, dan weer meer humoristisch oogt. Erg mooi kun je zijn tekeningen ook niet noemen. Er is bovendien op zich niets tegen witte vlakken en het kan effectief zijn om weinig plaatjes per pagina te gebruiken, maar je kunt ook overdrijven en dat doet Shaw! Het leven in een gezin is een prachtig onderwerp voor een roman, maar er zijn betere boeken over geschreven (denk aan Michael Cunningham of David Leavitt). Een bodemloos bestaan had er baat bij gehad als Dash Shaw zijn grafische experimenten beter had weten te beheersen, meer aandacht zou hebben gegeven aan de ontwikkeling van de personages en zijn pagina’s anders had ingedeeld. Het zou dan een dunner, maar beter boek zijn geworden. Eigenlijk is Een bodemloos bestaan nu alleen interessant voor lezers die kicken op dikke boeken. Een verrassend mager resultaat.  Hans Pols al zo kunt noemen) heeft te weinig om het lijf om te boeien. De personages worden te licht aangestipt om karakterologische diepgang te krijgen. De redenen van hun handelen worden slechts gesuggereerd. Waar het gaat om Mohitsu’s traumatische verleden doen de auteurs dat haast ongemerkt en knap. Maar de emotionele blokkade van het meisje en haar plotselinge creatieve wedergeboorte aan het eind van het album, is ronduit afgeraffeld. Sfeer weten de auteurs evenmin op te roepen, omdat ze zich toch gedwongen voelden binnen de kaders van een traditionele strip te werken. Nergens wordt gespeeld met de pagina-indeling of met kaders om emotie te benadrukken. Daardoor bestaat sfeer in De inkt van toen uit niet meer dan hokjes met mooie landschappen en close ups van betraande ogen. De suggestie wordt door dergelijke clichés platgeslagen en komt nergens echt tot leven.  Hans van Soest

19


Prikbord Bourgeon Ook zo verrast door het onverwachte vervolg, vijfentwintig jaar na dato, van De kinderen van de wind? In een interview met het Franse stripblad BoDoï vertelt François Bourgeon waarom hij de reeks weer heeft opgepikt: „Ik wilde de geschiedenis van de slavenhandel verder uitdiepen, toch een van de belangrijkste thema’s van De kinderen van de wind. En ik wilde graag de Amerikaanse Burgeroorlog behandelen, de eerste moderne oorlog.” Tijdens een reis naar het Amerikaanse Louisiana raakte hij gefascineerd door de bayous, met hun bijzondere vegetatie, slangen en alligators. Bourgeon besloot daarop hoofdpersoon Isa tachtig jaar in de tijd te transporteren. Het slot van het tweeluik verschijnt januari 2010 al in het Frans. En daarmee komt er definitief een einde aan de reeks. „Ik kan Isa toch moeilijk 150 laten worden,” zegt de 64-jarige auteur. Na het afronden van het tweeluik stort Bourgeon zich op een afsluitend deel van De cyclus van Cyann.  HvS

Astro Boy Ook zo genoten van Naoki Urasawa’s Pluto? Eerdaags verschijnt de Nederlandse vertaling bij Glénat. Mocht je daardoor geïnteresseerd geraakt zijn in Osamu Tezuka’s klassieker Astro Boy, waarop de strip gebaseerd is, dan vis je achter het net. De manga’s die jaren geleden door Standaard zijn vertaald, zijn niet meer leverbaar. Maar in februari 2010 komt voor de allerjongsten een tekenfilm uit in de Nederlandse bioscopen. Weliswaar niet over Astro Boys strijd met superrobot Pluto, maar toch een aardige introductie in de wereld van Astro Boy. Zie voor de trailer: Astroboythemovie.com.  HvS

Super-roots Superhelden, waar komen ze vandaan? En dan bedoelen we niet planeten als Krypton, maar de inspiratiebron van de stripmakers

20

zelf. Journalist Peter Coogan schreef er een 290 pagina´s dik boek over. In Superhero, the secret origin of a genre legt hij de roots bloot van de superhelden-comic in oude mythen, sciencefiction-verhalen en oude pulp en volgt het genre tot aan zijn huidige ontwikkeling tot Hollywood-blockbusters, en serieuze graphic novels. Uitg. MonkeyBrain Books, $ 15,95.  HvS

Als beste graphic novel werd Swallow Me Whole gekozen van Nate Powell. Uitgeverij Sherpa brengt waarschijnlijk nog dit jaar een Nederlandse vertaling: Verzwelg me. Voor de hele lijst winnaars: www.comic-com.org. Voor de liefhebbers. Lewis Trondheim was ook op het grootste stripfestival van de wereld en hield er een grappig blog over bij. Zie: Lewistrondheim.com/blog.  HvS

Stripschapprijs

Moslimgrappen

Barbara Stok gaat al jaren haar eigen gang. Werkend buiten de traditionele stripkanalen om bouwt ze gestaag aan een herkenbaar oeuvre met haar autobiografische verhalen. Tijdens de Stripdagen in Houten kreeg ze als eerste vrouw de Stripschapprijs voor haar hele werk. Inmiddels werkt Stok aan een stripbiografie over Vincent van Gogh. De prijs voor bijzondere verdiensten ging dit jaar naar het trio Hanco Kolk, Jean-Marc van Tol en de Nederlandse minister van CultuurRonald Plasterk voor hun pogingen de Nederlandse strip te professionaliseren middels een stripopleiding en het instellen van een staatsprijs. De Bulletje en Bonestaakschaal ging naar deinmiddels gepensioneerde Disney-tekenaar Ed van Schuijlenburg. De prijs voor het beste literaire album ging naar Berend J. Vonk met Avonturen, avonturen.  HvS

Philippe Bercovici (bij ons vooral bekend van Vrouwen in het wit) staat binnen de Dupuisstal waarvoor hij werkt ook wel bekend als de man die sneller tekent dan zijn schaduw. Ooit tekende hij een hele editie van weekblad

Eisner-awards Chris Ware kan weer een nieuwe prijs op zijn palmares bijschrijven. Tijdens de jaarlijkse uitreiking van de Eisner Aawards op het stripfestival van San Diego werd hij bekroond als beste auteur voor het negentiende deel van zijn Acme Novelty Library. The Last Musketeer van de Noor Jason werd bekroond als beste buitenlandse album.

Ook zo’n fan van Largo Winch? Dan ben je niet de enige, want al jaren is het een van de best verkopende stripreeksen in Europa. De Nederlandse fans moesten vorig jaar de bioscoopverfilming van de eerste delen van de reeks missen. In Frankrijk trok de film 1,5 miljoen bezoekers. Hier komt de film rechtstreeks uit op DVD. Wij hebben hem inmiddels al gezien en kunnen je verzekeren: de film is beter. Distributeur Twin Pics stelt vijf exemplaren ter beschikking aan de lezers van ZozoLala. Het enige wat je moet doen is een simpele vraag beantwoorden: Wie bedacht Largo Winch? Stuur je antwoord naar: redactie@zozolala.com en wie weet ben je een van de gelukkigen. De winnaars krijgen automatisch bericht


Prikbord Spirou in zijn eentje vol, inclusief de vervolgstrips van anderen. Op 11 september jongstleden verscheen het zoveelste boek van zijn hand: Ben Laden Dévoilé, oftewel Bin Laden ontmaskerd, op scenario van Mohamed Sifaoui. De strip gaat over terroristenleider Osama Bin Laden, met wie de draak wordt gestoken. Het kwam de auteurs volgens hun uitgever op de nodige doodsbedreigingen te staan. In elk geval startte uitgeverij 12bis een uiterst originele reclamecampagne voor het boek op internet, waarin Bercovici’s strip wordt aangeprezen door Bin Laden himself: Youtube. com/watch?v=iJ2U6rBFAXM.  HvS

Zone 5300 viert jubileum Vijftien jaar bestaat het Rotterdamse striptijdschrift voor strips, cultuur en curiosa nu al. „Daarmee bestaan we langer dan menig gerenommeerd tijdschrift uit het verleden, zoals Pep of De Vrije Balloen,” zegt redacteur-van het-eerst-uur Tonio van Vugt met gepaste trots. Dat het blad nog steeds bestaat, zal menigeen verbazen. Ook Van Vugt zelf af en toe. „Ooit begonnen we met de instelling: we zien wel waar het schip strand. Maar dat is niet gebeurd.” Een aantal keer leek het Zone-schip vast te lopen. Het is immers niet makkelijk om in Nederland een stripblad in de lucht te houden. Distributie is duur en soms domweg onmogelijk als je niet zelf de verzending naar winkels en abonnees verzorgt. „Maar telkens waren er weer mensen die ons de helpende hand boden, zoals nu onze uitgever Rotown Magic die het blad te mooi vond om verloren te laten gaan. Dat in combinatie met de gedrevenheid van de redactie maakt dat we er nog steeds zijn. We zijn in de loop der jaren minder studentikoos geworden, maar hopelijk nog eigenwijs genoeg om niet voorspelbaar te zijn.” Zone 5300 bood een podium voor veel beginnende stripmakers, zoals Reid, Geleijnse en Van Tol (Fokke en Sukke), Erik Kriek (Gutsman), Barbara

Stok en Jeroen de Leijer (Eefje Wentelteefje). Inmiddels is het blad al weer twee generaties beginnende stripmakers verder. „Ook al zijn er de laatste jaren meer bladen bijgekomen – en weer verdwenen – waar jong talent een kans krijgt, we nemen nog steeds een heel eigen plaats in,” zegt Van Vugt. „Zone 5300 draait nog steeds op vrijwilligers. Als commercieel blad hadden we het waarschijnlijk niet volgehouden. Iedereen weet bij ons waar hij aan toe is. We betalen geen redacteuren of stripmakers. Dat is natuurlijk tragisch, maar het kan niet anders. Tegelijk hebben een hoop mensen via Zone 5300 hun weg gevonden naar betaalde opdrachten of commerciële uitgevers.” Met het jubileumnummer nu in de winkels, kijken de makers al weer vooruit naar de volgende jaren. Van Vugt: „Zo zal Peter de Wit volgend jaar gasthoofdredacteur zijn van het blad dat uitkomt op de Stripdagen Haarlem en organiseren we nog de nodige evenementen.”  HvS

21


Stripvoorspelling Dit overzicht van te verschijnen strips is gebaseerd op door de uitgevers aangeleverde informatie. Ondanks de zorgvuldigheid waarmee het wordt samengesteld, komt het regelmatig voor dat de boeken in werkelijkheid pas later verschijnen. Houd voor de meest actuele informatie de webstekken van de uitgeverijen in de gaten. Achter elk album staan de prijs (in euro’s) en de uitvoering (slappe kaft/harde kaft) vermeld. Het cursieve commentaar is van de ZozoLalaredactie. Aanvullingen zijn van harte welkom op stripvoorspelling@zozolala.com.

Te verschijnen in oktober en november 2009 Albert René Asterix 34: Het gouden boek van Asterix (Uderzo) 6,49; sk. Extra dikke uitgave met 13

korte verhalen. Verschijnt wereldwijd op 22 november in dertien talen ter gelegenheid van 50 jaar Asterix. Mensen met echte Asterixheimwee verwijzen we graag door naar de pas verschenen Goscinny-biografie (zie hieronder).

Ambrosius Ambrosius 10: De inquisitie (Brugman) 8,95; sk.

Arcadia — www.arcadiastrips.be De Musketiers 2: De markiezin van Poppedeine (Mazel/Cauvin) 19,95; hk.

Atlas — www.uitgeverijatlas.nl Grote avonturen van de kleine Nicolaas (Sempé/Goscinny) 15,00; hk.

Ballon — www.balloonbooks.be Dance academy 1 (Beka/Crip) 5,25; sk. Meisjesstrip, voorgepubliceerd in Tina. Jommeke 284: Fifi kampioen (Nys) 4,50; sk. Sisters 1: Een gezellige bende (Cazenove/ William) 5,25; sk. Meisjesstrip, voorgepubli-

ceerd in Tina.

Bries — www.bries.be Weer over naar jou (Pacquet/Van Aken)

Casterman — www.casterman.com Airborne 44 1: Waar de mannen vallen (Jarbinet) 11,50; hk. Opzienbarend: WO II

vliegtuigstrip van de man die jarenlang strips over de late Middeleeuwen tekende (As van de Katharen).

Airborne 44 2: Morgen zullen wij er niet meer zijn (Jarbinet) 11,50; hk. De gitaar van Bo Diddley (Chauzy/Villard) 17,00; sk. Na een lange stilte verschijnen er

weer twee nieuwe delen in de hard boiled-reeks Kaliber. Van tekenaar Chauzy verscheen eerder in het Nederlands de politiethriller Clara.

Mist op de brug in Bihac (Oppel/Germain G) 17,00; sk. Paul Jester 2: Het familieportret (Tronchet) 9,80; hk. Vunzige Va (Gotlib) 9,80; hk. Corto Maltese: Mu (Pratt) 29,00; hk. Herinneringen aan het eeuwige heden (Schuiten/Peeters) 19,50; hk. Verscheen lang

een zeehond vindt.

Het is nurks konijn (Hondius) Gerriehondius. com; 7.50; sk. Voorgepubliceerd in de Volkskrant. Ik ben God (Hondius) Contact; 17,95; sk. Metafysische overwegingen van de maakster

van Pindakaas en Het is nurks konijn.

Iedereen op zoek (Seb C) Bries; 12,95; sk. En

weer een weergaloos talent uit Vlaanderen.

Goscinny (Ory) House of Books; 19,90; sk. De

22

9 Tijgers 1: Xiao Wei (Jian-Yi/Vatine) 7,95; sk. Aquablue 10: De kus van Arakh (Siro/ailleteau) 7,95; sk. Duisternis 1: Ioen (Iko/Bec) 16,95; sk Herinneringen aan de Grande Armée 1: 1807 - Men moet Austerlitz wreken! (Alexande/ Dufranne) 7,95; sk. Mandalay 3: Invasie (Guice/Perkins/Thirault) 16,95; hk. Uchronie[s]: New Byzance 2: Resistent (Chabbert/Corbeyran) 16,95; hk.

Dargaud — www.dargaud.com

Nestor Burma 3: Het opdringerige lijk van Plaine-Morceau (Moyno/Malet) 14,75; hk. De telescoop (Teng/ Van Hamme) 14,75; hk. Het

langverwachte resultaat van een bijzondere samenwerking tussen Nederlander Paul Teng en wereldster Jean van Hamme.

Dark dragon books — www.darkdragonbooks.com

geleden oorspronkelijk bij Arboris.

Catullus — www.catullus.nl Balletjes (Van de Pol) 8,95; sk. Flo 1: De dagelijkse beslommering en (De Goede) 9,95; sk. Herstart van de reeks die ooit

bij Bries begon. Vanaf deel 4 verschijnt nieuw materiaal.

Kort en triest 2: Opgepeuzeld! (Van Tol) 7,95; sk. Ype + Willem 1: Heel herkenbaar (Driessen/ Stam) 9,95; sk. Fotostrip over de dagelijkse

beslommeringen van wee jonge vrienden, bijna altijd leuk en vaak hilarisch.

Flo 2: De dagelijkse ergernissen (de Goede) 9,95; sk. Fokke en Sukke – Het afzien van 2009 (vanTol) 9,95; sk. Opkomst en ondergang van Fokke en Sukke 1: De prelude (van Tol) 11,95; sk. Graphic novel

over het ontstaan van Fokke en Sukke.

Een avontuur van de Spoorstraat 3: De geheime spleet (Wévé) Oog & Blik; 12,50; sk. Donjon avondschemer 104: De dojo in de zon (Kerascoët/Sfar/Trondheim) 14,95; hk. Elsje 3: Oenk! (Valkema/Hecules) Complot; 12,50; sk. Krantenstrip over een meisje dat op een dag

Daedalus — www.uitgeverijdaedalus.be

XIII Mystery 2: Irina (Berthet/Corbeyran) 5,75; sk. Adelaars van Rome 2 (Marini) 7,95; sk. Climax 4: Gakona, Alaska (Brahy/Braquelaire) 5,75; sk. Slot van de serie. De jonge jaren van Blueberry 18: 1276 zielen (Blanc-Dumont/Corteggiani) 5,75; sk. Siegfried 2: De Walkure (Alice) 15,50; hk. De wraak van graaf Skarbek (Rosinski/Sente) 29,00; hk. Integrale editie van het tweeluik. XIII Mystery 2: Irina (Berthet/Corbeyran) 5,75; sk.

Roboboy 1: De supersnotneus (Cromheecke/

Niet aangekondigd toch verschenen

Linthout) 4,95; sk.

echte ‘gouden avonturen’ van Asterix ontsproten aan het brein van wijlen René Goscinny (19261977). Dit is zijn (geschreven) biografie.

Jaren van de olifant (Linthout) Meulenhoff/ Manteau; 24,95; sk. Integrale uitgave van het

bedrieglijk naïef ogende verslag van de maker van Urbanus over de zelfmoord van zijn zoon en de nasleep daarvan. In december mag Willy Linthout hiervoor volkomen terecht de Bronzen Adhemar 2009 in ontvangst nemen.

Katatoon (Verboven/Conard) 6,00. Het leven van een loser (Kinney) De Fontein; 13,95; hk. Eerder een rijk geïllustreerd dagboek

dan een ‘echte’ strip over de klemmende vraag hoe je puberteit te overleven. Razend populair in de Engelstalige wereld. Zie Hetlevenvaneenloser. nl.

Nelson Mandela. De biografie (Wezithombe)

Conan 3: Afscheidsdag (Nord/Busiek) 17,95; hk. De Barbaar leeft weer! Zie Het Laatste

Oordeel.

Divo — www.sjors-en-sjimmie.nl Claire 21: Lachtherapie (Van der Kroft/van

Die/Plijnaar) sk.

Dupuis — www.dupuis.com Pema Ling 5: Katoek, de Tulpa (Bess) 5,75; sk. Orbital 3: Nomaden (Pellé/Runberg) 5,75; sk. Mooie navels 4: Duel op stiletto’s (Delaf/ Dubuc) 5,25; sk. Sarah 2: De kinderen van Salamanca 2 (Raffaele/Bec) 5,75; sk. De Blauwbloezen 53: Bloed bij de blauwen (Lambil/Cauvin) 5,25; sk. J.K.J. Bloks 21: Vluchtmisdrijf (Dodier) 5,75; sk. De kapers van Alcibiades 4: Geheim project (Liberge/Filippi) 7,95; sk. Contact; 19,95; sk. ‘Het geautoriseerde stripverhaal,’ aldus de ondertitel. Maar mooi wel zonder de naam van de maker op het omslag – zeker een biografie die zichzelf heeft bedacht en getekend?

Over onreine dieren kan ik alleen met een rilling spreken (Bandirah) Xtra; 11,90 / 17,90 (met CD); sk. Cartoons. Pulpman 2 en 3 (Diversen/De Heij) 8,95; sk. Spacedog (Dorgathen) Bries ; 9,00 ; sk. Werk

van een van meest interessante stripmakers uit Duitsland.

20th Century boys 12 (Urasawa) 6,95; sk. Victor Sackville 20: De Romeinse code (Carin/ Borile/Rivière) Stripwinkelalex.com; 7,95; sk. Dapper initiatief van Stripwinkel Alex om de

sympathieke retrodetective Sackville voor het Nederlandse taalgebied te behouden.


Stripvoorspelling De prinses van het bloed (Cabanes/ Manchette) 15,50; hk. Cabanes maakte samen

met Manchettes zoon zijn laatste roman af en bewerkte die tot deze tweedelige strip.

Glénat — www.glenat.be Albert & Co 2: Aan de kust (Cambre) 6,95; sk. Berserk 10 (Miura) 6,95; sk. Black Cat 6 (Yabuki) 6,95; sk. DNAngel 10 (Sugisaki) 6,95; sk. De Fleury-Nadals 4: Anahide (Courtois/ Giroud) 15,50; hk. Marmelade Boy 8 (Yoshizumi) 6,95; sk. One piece 10 (Oda) 6,95; sk. De orde van Cicero 3; (Gillon/Malka) 15,50; hk. Rurouni Kenshin 5 (Watsuki) 6,95; sk. 20th Century boys 13 (Urasawa) 6,95; sk. Vinci 2: (Chaillet/Convard) 15,50; hk.

De Harmonie — www.deharmonie.nl Genesis (Crumb) 19,90; sk. Langverwachte

Deze zijn opnieuw vertaald en verschijnen in rap tempo na elkaar, gevolgd door de nog niet eerder vertaalde delen.

2009 – Het jaar van Hein (de Kort) 17,50; hk. Donjon avondschemer 105: De nieuwe centurions (Kerascoët/Sfar/Trondheim) 14,95; hk. Trollen van Troy 12: Trollenbloed (Mourier/ Arleston) 8,90/16,90; sk./hk. De wouden van Opaal 2: Het toverboek van de ketter (Pellet/Arleston) 8,90/16,90; sk/hk.

George Sprott (Seth) 34,90; hk. Weersomstandigheden (Woodring) 17,90; hk.

Lombard — www.lelombard.com

Mark Retera

Vasco 22: De witte dood (Chaillet/Toublanc) 5,75; sk. Vervolg op De zwarte dame en slot van

DirkJan 15 (Retera) 7,50; sk.

het tweeluik.

Halloween blues 7: Remake (Kas/Mythic) 7,95; sk. Slot van de thrillerreeks. Het kleine afscheid (Magda/Marvano) 15,50; hk. Yakari 35: Een beertje op avontuur (Derib/ Job) 5,25; sk.

eigenzinnige stripbewerking van het eerste bijbelboek.

Nieuw Amsterdam — www.nieuwamsterdam.nl

Engeland van de maakster van Gemma Bovery. Wordt verfilmd door Stephen Frears.

Oogachtend — www.oogachtend.be

Tamara Drewe (Posy Simmonds) 19,90; sk. Geweldig leuke zedenkomedie over hedendaags

Meccano: De eenzame planeet (Kolk) 19,95; sk. Herdruk in één band van de eerste drie delen

in dezelfde uitvoering als De ruwe gids.

Sigmund: 18e sessie (De Wit) 8,50; sk. Sigmund weet wel raad met de feestdagen (De Wit) 9,90; hk.

Hoogland & van Klaveren — www. hooglandvanklaveren.nl De legende van Sally Jones (Wegelius) 17,50; hk.

Kana — www.mangakana.com/nl Detective Conan 11 (Aoyama) 5,95; sk. Bleach 8 (Kubo) 5,95; sk. Inuyasha 8 (Takahashi) 5,95; sk. Monster 17: Ik ben thuis (Urasawa) 7,50; sk.

L — www.uitgeverijl.nl MW 1: Geheimen (Tezuka) 18,95; hk. De wouden van Opaal 1: De armband van Cohars (Pellet/Arleston) 8,90/16,90; sk./hk. Oorspronkelijk verschenen drie delen bij Talent.

Agenda Evenementen De striptweedaagse Hasselt vindt plaat op 3 en 4 oktober. Kijk op: www.stripbeurshasselt.be. Van 3 t/m 10 oktober staat Leuven in het teken van de strip met het gloednieuwe festival Leuven stript. Een week lang stripverfilmingen, signeersessies, workshops striptekenen en boekpresentaties. Bekijk het volledige programma op: www.leuvenstript.be. Zaterdag 7 november wordt in de Janskerk in Utrecht een kunststripbeurs gehouden. In het kader van het Holland Animation Festival verkopen en signeren strip- en tekenfilmmakers

wereld (Ware) 34,90; hk. Al heel, heel lang verwachte vertaling van Chris Ware’s meesterwerk.

Striptekenen met Zusje (De Jager) 12,50; sk.

Cordelia 10: De 10 Verboden van Cordelia (Ilah) sk Esther Verkest 7: Vol van Genade (Kim) Misschien / Nooit 1/2 (Spaey/Legendre) Psychologische thriller op scenario van de maker

van Wachten op een eiland en Biebel. Tekenaar Kristof Spaey publiceerde eerder Hoop en Façade. Dubbelalbum: eerste twee delen van trilogie die afsluit met (u raadt het al) het album Ooit.

Oog & Blik/De bezige bij — www. oogenblik.nl Ibicus integraal (Rabaté) 39,90; hk. Zeker Lezen-

klassieker over de avonturen van een rasopportunist tijdens de Russische Revolutie.

Simons kat (Tofield) 12,95; sk. Waarom ik Pierre vermoordde (Alfred/Ka) 19,90; hk. Indringend verhaal over seksueel

kindermisbruik.

Yap (Hendriks) 18,90; sk. Boerke 5 (de Poortere) 13,50; hk. Gus 2: Mooie schurk (Blain) 18,90; hk. Jimmy Corrigan, de slimste jongen ter

er hun werk. Zie: www.haff.awn.com. Op 11, 12 en 13 december vindt het interessantste stripfestival van België plaats: Strip Turnhout. Willy Linthout ontvangt er zijn Bronzen Adhemar en de organisatie belooft de aanwezigheid van onder anderen Milo Manara en Matt Madden. Plaats: De Warande. Alle informatie vind je op: www.stripturnhout.be.

Exposities De expositie Nederland volgens Sigmund in het Stripmuseum Groningen is verlengd tot 1 november. Voor alles wat er nog meer te zien is: www.stripmuseum.nl. Het Brusselse stripmuseum bestaat twintig jaar. Ter gelegenheid daarvan loopt nog tot

Querido — www.querido.nl Verhalen uit een verre voorstad (Tan) Geïllustreerde verhalen van de maker van De

thuiskomst.

Sherpa — www.sherpa.nu Pampa (Nine/Zentner) 29,95; hk. Sharaz-de (Toppi) 39,95; hk. Verzwelg me (Powell) 19,95; sk.

Silvester — www.silvesterstrips.nl The Beatles in stripvorm (Diversen) 29,95; hk. Canoë Bay (Oger/Prugne) 19,95; hk. De geheimen van Coney Island (Kleist) 14,95; hk. Hara kiwi 5 (Lectrr) 8,95; sk. Machtsspel 2: De zwarte goden (Pécau/ Pilipovic/Thorn) 14,95; hk. De moorden in de Rue Morgue (Clod/Ceka/ Poe) 14,95; hk. De oorlog van Alan 2 (Guibert) 19,95; hk. Rimpels (Roca) 19,95; hk. Psychologische strip

over bejaarden in een verzorgingshuis. Paco Roca maakte eerder de avonturenstrips Het lugubere spel en De zonen van Alhambra: Pacoroca.com.

De verborgen geschiedenis 13: Goden​schemering (Kordey/ Pécau) 14,95; hk.

Standaard — www.standaard.com Apostata 1: De purperen vloek (Broeders) 9,95; sk. Historische thriller over het oude Rome,

geschilderd door de maker van Voorbij de steen.

F.C. de Kampioenen 59: De afronaut (Leemans) 5,25; sk. Urbanus 116: De luierfabriek (Linthout/ Urbanus) 5,25; sk. W 817 21: Isabel in de knel (Swerts/ Vanas) 5,25; sk. Figaro 4: Taco’s en diamanten (Bael) 5,25; sk. Jump 8: Haai five (Cambré) 5,25; sk.

6 december de tentoonstelling Het stripverhaal… twintig jaar later, over de ontwikkeling van de strip de afgelopen twee decennia. Decennia waarin maar liefst 30.000 nieuwe titels verschenen. Zie: www.stripmuseum.be. In het Huis van het Beeldverhaal kun je nog t/m 10 januari volgend jaar terecht voor een overzichtstentoonstelling van het werk van Willy Vandersteen. Zie: www.jije.org. Voor alles wat er nog meer te doen is in het kader van het Brusselse stripjaar, zie: www. brusselscomics.com.

Diversen In de Rotterdamse stripwinkel Dick Bos signeert Eric Heuvel op zaterdag 31 oktober.

23


Stripvoorspelling De vliegende Hollander — www. vaarmee.com Wals met Bashir (Folman/Polonsky) 17,50; sk. Stripbewerking van de gelijknamige verplet-

terende animatiefilm. Zou de strip even goed zijn?

Y the last man 1 (Guerra/Vaughan) 14,95; sk. Sin city 1: een wreed vaarwel (Miller) 18,95; sk. Voor wie deze hard boiled-klassieker nog niet in

het Engels had.

Uno Mundo wereldstrips In het buitenland verschijnen stapels prachtige strips die ons taalgebied nauwelijks bereiken. Kwaliteit kent echter geen grenzen. Daarom hieronder een selectie van de meest opvallende buitenlandse titels van de laatste twee maanden. De prijzen in euro’s vallen bij importtitels doorgaans wat hoger uit.

Tekstloos Plan ‘B’ (Manuel) L’Association; 6,00; sk. Het ver-

volg op Invasion ‘A’ in de karakteristieke ‘vierkante lijn’ van 2d-auteur Manuel. Lenin kino (Deprez) FRMK; 9,00; sk. Poëtische overpeinzingen over het verband tussen Malevitsj, de cinema en de rechtlijnige voorman van de Russische Revolutie. La ville rouge (Matthys) FRMK; 28,00; hk. Eigenzinnige ode aan Charleroi, geschilderd in

runderbloed uit het lokale slachthuis.

When We Fall (Clement) Mrclement.com; 13,00; sk. Spijkerharde SF over (jawel) de relationele

perikelen van een aandoenlijk koNijntje.

Les bandes dessinées Appelle-moi Ferdinand (Durieux/Bourhis/ Conty) Gallimard; 16,00; hk. Psychologisch

drama over een terminale kankerpatiënt die het staartje van zijn leven een dramatische wending geeft. Tekenaar Christian Durieux debuteerde acht jaar geleden met Mobilis, op scenario van Andreas.

Ben Laden dévoilé (Bercovici/Sifaoui) Éd. 12 bis; 15,00; hk. Lachen met Osama: satirische

reactie op de heisa rond de Deense Mohammedcartoons en de Al Qaida-waanzin. De tekenaar van Vrouwen in ’t wit slaat nieuwe wegen in? Het scenario is van de Frans-Algerijnse publicist Mohamed Sifaoui. De uitgever heeft hoge verwachtingen: verschenen op 11 september.

Dans les cartons de Où le regard ne porte pas (Pont/Abolin) Dargaud; 29,00. Leuk voor

de fans: achtergronden bij de culthit Over de grenzen van de tijd.

Dieu en personne (Mathieu) Delcourt; 17,50; hk. Stripessay over de plek van religie in een gera-

(waar hebben we dat eerder gehoord?)

Jardin (Yokoyama) Matiere.org; 22,00; sk. Op

visuele ‘ontdekkingsreis’ met de eigenzinnige manga-auteur Yūichi Yokoyama. Verschijnt t.z.t. ook in Engelse vertaling bij Pictureboxinc. com.

Jean-Jacques (Rocco/Richaud/Makyo) Delcourt; 14,95. Biografische strip gewijd aan de grote

filosoof van het gevoel, Jean-Jacques Rousseau (1712-1778).

Jusepe en Amérique (Tunica/Trillo) Gallimard; 16,50; hk. Historische strip over een door

syfilis aangetaste Spaanse conquistador. Indrukwekkend tekenwerk van de jonge Argentijnse debutant Pablo Tunica op scenario van ouwe rot Carlos Trillo.

Les larmes d’Ezechiel (Lehmann) Actes Sud; 16,50; sk. Psychologisch drama over een jonge

vrouw die voor een begrafenis terugkeert naar de voorstad waar ze is opgegroeid. Door de Franse cultauteur Mathias Lehmann.

Madame désire? (Mardon) Fluide Glamour; 13,95; hk. Pikante zedenkomedie van de maker

van Schoonheid thuisbezorgd.

Mlle. Else (Fior/Schnitzler) Delcourt; 14,95. Bewerking van Arthur Schnitzlers novelle

Fräulein Else door de getalenteerde jonge Italiaan Manuele Fior.

Pachyderme (Peeters) Gallimard; 16,50; hk. S urreële strip van de getalenteerde Zwitserse

maker van Pilules bleues, komend jaar mogelijk in vertaling bij uitg. Sherpa.

Pain d’alouette (Lax) Futuropolis; 16,00; sk. Soort noordelijk ‘vervolg’ op Lax’ bejubelde

wielerstrip De teenloze adelaar, dit keer over de geschiedenis van de wielerklassieker ParijsRoubaix.

Roi rose 1 (David B./Orlan) Gallimard; 13,00; hk. De maker van Vallende ziekte bewerkt een

magisch-realistisch verhaal van Pierre Mac Orlan (1882-1970).

Ventricule (Phicil/Ulf K./Dutertre/Lizano) Carabas; 15,00; hk. Psychologische strip waarin

verschillende tekenaars de gedachten van verschillende personages verbeelden.

Comix Best American Comics 2009 (Diversen) Bestamericancomics.com; $ 22.00; hk. De-titel-

zegt-het-al-bloemlezing. Dit jaar samengesteld door Zwart gat-auteur Charles Burns.

Cat Burgler Black (Sala) First Second; $ 16.99; sk. P sychologische tienerhorror van de maker van

Peculia.

Fahrenheit 451 (Hamilton/Bradbury) Hill and Wang; $ 16.95; sk. Geautoriseerde bewerking

van Ray Bradbury’s dystopische SF-klassieker uit 1953 over een wereld waarin boeken verboden zijn.

tionaliseerde samenleving. Opnieuw een prikkelende strip van de misdadig weinig vertaalde Franse stripgod Marc-Antoine Mathieu.

Hot Potatoe. Fine Ahtworks 2001-2008 (Bell) Drawn & Quarterly; $ 34.95; hk. Korte verhalen

de bitterzoete overpeinzingen van een jonge Française die probeert tegelijk de perfecte minnares, moeder en freelance illustrator te zijn

maker van King Cat Comics tekent zijn echtscheiding van zich af.

J’aurais adoré être ethnologue (Motin) Marabout; 12,90; sk. Culthit in Frankrijk:

24

van de maker van Worn Tuff Elbow.

Map of My Heart (Porcellino) Drawn & Quarterly; $ 24.95; sk. De minimalistische

Masterpiece Comics (Sikoryak) Rsikoryak.com;

$ 19.95; hk. Cultauteur R. Sikoryak, bekend uit

Raw, draait literaire klassiekers door de comicsmolen met als resultaat The Crypt of Brontë, Dostoyevsky Comics en Good Ol’ Gregor Brown.

Nancy Vol. 1 (Stanley) Drawn & Quarterly; $ 24.95; hk. Tweede deel in reeks luxe her-

drukken van de grafische oerstrip van Ernie Bushmiller en John Stanley. Dit voorjaar verscheen bij dezelfde uitgever al een bundeling van Stanleys minder bekende jeugdstrip Melvin Monster.

Parker. The Hunter (Cooke/Stark) IDW; $ 24.99; hk. Rauwe thriller van Richard Stark (pseudo-

niem van wijlen Donald Westlake) in een ambitieuze stripbewerking van Darwyn Cooke.

Red Snow (Katsumata) Drawn & Quarterly. Korte ‘gekiga’ (literaire manga) van Susumu

Katsumata.

Stitches. A Memoir (Small) Norton; $ 24.95; hk. Kind van radioloog groeit op in jaren ’50 en

raakt besmet door atoomstraling.

The Toon Treasury of Classic Children’s Comics (Diversen) Abrams; $ 40.00; hk. Bloemlezing van de allerleukste kinderstrips,

bijeen gezocht door het illustere duo SpiegelmanMouly, de samenstellers van de Little Litbundels. Genieten voor kinderen van alle leeftijden.

You are the Umpire (Trevillion) Guardian Books; £ 12.99; hk. How British: cricket voor beginners

in stripvorm. Vergeet je wondersloffen niet!

Neue Deutsche Welle Da war mal was… Erinnerungen an hier und drüben (Flix) Carlsen; 14,90; hk. ‘It was 20

years ago today…’ Korte strips over de val van de Muur.

drüben! (Schwartz) Avant Verlag; 14,95; sk. ebuut van Simon Schwartz, waarin hij vertelt D

over de beslissing van zijn ouders de DDR in de jaren tachtig voorgoed te verlaten.

Grenzgebiete. Eine Kindheit zwischen Ost und West (Lenkova) Gerstenberg Verlag; 14,90; hk. Autobio herinneringen van Claire Lenkova

die vorig jaar debuteerde met ‘Alle meine Freunde’.

Heute ist der letzte Tag vom Rest deines Lebens (Lust) Avant Verlag; 29,95; sk. Bitterzoet

portret van twee punkmeiden die in de jaren tachtig op de bonnefooi naar Sicilië reizen. Vorig jaar verscheen van dezelfde Berlijnse stripmaakster de bundel ‘Fashionvictims, Trendverächter: Bildkolumnen und Minireportagen aus Berlin’. Verder kennismaken: Ullilust.de.

Leroy & Dexter (Gilke) Avant Verlag; 19,95; hk. Fris ontworpen ‘nanogags’ over de elementaire

deeltjes Leroy en Dexter, door Thomas Gilke (Gilkistan.blogspot.com).

Olaf G. (Fiske/Kverneland) Avant Verlag; 24,95; hk. Fear and Loathing am Tegernsee.

Eigenzinnige stripbio van de Noorse schilder en Simplicissimus-tekenaar Olaf Gulbransson (1873-1958).


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.