Aenorm editie 88

Page 1

Magazine voor studenten Actuariaat, Econometrie & Operationele Research Een publicatie van

Nr. 88 Volume 23 September 2015

AENORM DEZE EDITIE: PERSONAL DEVELOPMENT Relatie tussen individuele ziektekosten en ziektekostenverzekeringen | Weak Identification in Linear Factor Models Column Marc Salomon | De belofte van de econometrist waarmaken | Verslag The Experience: Business Battle | Interview met werknemers van Keylane


WWW.CAREERS4QUANTS.COM w w w.f a c e b o o k . c o m/ C a r e e r s 4 Q u a n t s w w w . t w i t t e r. c o m / C a r e e r s 4 Q u a n t s

Onlangs heeft de VSAE haar nieuwe vacaturewebsite gelanceerd: www.careers4quants.com. Naast het aanbieden van vacatures dient www.careers4quants.com ook als informatie- en oriテォntatieplatform waar de verschillende werksectoren worden toegelicht en waar je terecht kunt voor o.a. CV- en sollicitatietips. Ben jij op zoek naar de volgende stap in je carriティre? Ga dan snel naar www.careers4quants.com!

VACATURES BINNEN DE KWANTITATIEVE SECTOR CV- EN SOLLICITATIETIPS ORIテ起TATIEPLATFORM VOOR VERSCHILLENDE SECTOREN


Personal Development bij de VSAE COLOFON Hoofdredactie Marlou Beringer Redactie Morena Bastiaansen Fredie Haver Niels Heijenk Timna van der Horst David Kranenburg Jowita Osinga Marit Sloof Maarten Uijen Arthur Zwartsenberg Oplage 800 De artikelen in dit blad zijn niet noodzakelijkerwijs de mening van het VSAE bestuur of de redactie. Niets uit dit blad mag worden gedupliceerd zonder toestemming van de VSAE.

Adverteerders Careers4Quants.com Keylane Towers Watson Design United Creations, 2013 Adres redactie VSAE Roetersstraat 11, Kamer E1.32 1018WB Amsterdam Tel. 020 - 5254134

Gwendolyn Stuitje Voorzitter VSAE

VOORWOORD

Er zijn verscheidene zaken die bijdragen aan de ontwikkeling van een persoon. Voor de één is het relevanter zich te ontwikkelen op vlak X in plaats van Y, oftewel: maatwerk speelt een rol bij persoonlijke ontwikkeling. Gelukkig is Amsterdam een plek die veel mogelijkheden biedt voor jouw persoonlijke ontwikkeling. Dagelijks zijn er lezingen over vele onderwerpen, prikkelende voorstellingen van filmhuizen en theaters en talloze netwerkborrels waar je aan het eind van de middag binnen kan lopen om een gesponsord drankje te drinken en je sociale vaardigheden te ontwikkelen. Al deze zaken dragen bij aan de manier waarop je in het leven staat en hierdoor zijn zij ook impliciet van invloed op jouw latere carrière als econometrist. Waar persoonlijke ontwikkeling voor de persoon an sich in de eerste instantie lijkt te gaan over maatwerk, kan persoonlijke ontwikkeling voor de econometriestudent uniformer worden beschouwd. Naast ons diverse subjectieve zelf (we zijn eigen individuen met verschillende meningen, interesses en ontwikkeling), is het zijn van ons allen gedefinieerd door het studeren van econometrie. Hier komen we dus in overeen, wat betekent dat er voor de persoonlijke ontwikkeling van de econometrist (nogmaals: slechts een deel van onze identiteit) ontwikkelingsvlakken zijn die voor ons allemaal relevant zijn. Als VSAE zien wij dit laatste als een mogelijkheid waar wij als bestuur in kunnen assisteren. In het verleden is er nog geen aandacht besteed aan de bovengenoemde ontwikkelingsvlakken die voor ons als econometristen belangrijk kunnen zijn en wij als bestuur hebben onszelf het nobele doel gesteld dit op de agenda te zetten en uit te voeren. In deze Aenorm zal onze eigen Mark Verhagen dan ook uitweiden over het belang van persoonlijke ontwikkeling bij de econometriestudent en verduidelijken op welke manier wij hier een bijdrage aan willen leveren. Maar, wij zijn niet de enige met deze mening. In deze editie van de Aenorm zullen verscheidene personen vanuit verschillende disciplines het belang van persoonlijke ontwikkeling aankaarten. Zo vind je op pagina 5 een opiniestuk van Marc Salomon, de decaan van de Amsterdam Business School, waarin hij de noodzaak van persoonlijke ontwikkeling voor de studerende econometrist omschrijft.Tot slot zal er bij commissie uitgelicht en de exchange verslagen te lezen zijn hoe andere VSAE’ers met hun persoonlijke ontwikkeling omgaan; genoeg stof tot nadenken!

KALENDER BEROEPENDAGEN BORREL LAUNCH EVENT LA ISP SINGAPORE

3

| | | |

29 & 30 SEPT 5 OKT 7 OKT 2 NOV - 10 NOV


INHOUDSOPGAVE WAT KAN DE “21ST CENTURY” ECONOMETRIST?

THE EXPERIENCE: BUSINESS BATTLE

COLUMN | PAGE 05

EVENEMENTSVERSLAG | PAGE 18

DE BELOFTE VAN DE ECONOMETRIST WAARMAKEN

UITWISSELING RUBEN SPRUIT MET CHENG CHI UNIVERSITY TAIWAN

LEARNING ACADEMY | PAGE 07

EXCHANGEVERSLAG | PAGE 21

BEROEPENDAGEN

INTERVIEW KEYLANE

COMMISSIE UITGELICHT | PAGE 10

BEDRIJFSINTERVIEW | PAGE 24

UITWISSELING LEO HUBERTS NATIONAL UNIVERSITY OF SINGAPORE

PUZZELPAGINA

PUZZEL | PAGE 26

EXCHANGEVERSLAG | PAGE 12

VACATUREPAGINA

VACATURES | PAGE 28

VSAE ONDERZOEKT PERSOONLIJKE ONTWIKKELING

RELATIE TUSSEN INDIVIDUELE ZIEKTEKOSTEN EN ZIEKTEKOSTENVERZEKERINGEN

INHOUDSOPGAVE

VSAE ONDERZOEK | PAGE 15

INTERNATIONAL STUDY PROJECT

DUTCH | ECONOMETRICS BSC-LEVEL | PAGE 30

COMMISSIE UITGELICHT | PAGE 16

WEAK IDENTIFICATION IN LINEAR FACTOR MODELS ENGLISH | ECONOMETRICS MSC-LEVEL | PAGE 36

Magazine voor studenten Actuariaat, Econometrie & Operationele Research Volume 23 September 2015

Nr. 88

Een publicatie van

4


Wat kan de “21st century” Econometrist ? DOOR:

De huidige Econometrie opleiding heeft bewezen om uitstekend te voldoen als je als economisch onderzoeker of (beleids)adviseur aan de universiteit, bij de overheid of in het bedrijfsleven aan de slag wilt en ook als je bijvoorbeeld management trainee of consultant wilt worden. Eigenlijk voldoet de studie overal waar ze slimme mensen zoeken. Het SEO onderzoek “Studie & Werk” uit 2014 (pagina 27) laat zien dat Econometristen nog steeds heel gemakkelijk een erg goede baan vinden.

kennis van informatiesystemen en coderen. De cursussen over databases met aandacht voor SQL en de cursussen over datastructuren waarin je ook leert om efficiënt te programmeren zijn helaas in de jaren tachtig - toen ik zelf Econometrie studeerde - uit de meeste Econometrie curricula verdwenen. Jullie Learning Academy zou daar goed op kunnen inspelen, denk ik. Kennis van informatiesystemen om met extreem grote datasets om te gaan en het programmeren van websites en apps is enorm belangrijk bij de New Economy bedrijven. Econometrie richt zich van oudsher vooral op macro- en micro-economische vraagstukken en soms ook op Finance. Echter, vele Data Scientists werken in Marketing Analytics aan onderwerpen zoals Revenue Management (dat leidt bijvoorbeeld tot algoritmiek die op basis van vraag en aanbod “live” de prijzen van hotels of vliegtickets kan optimaliseren) of Realtime Bidding (dat leidt bijvoorbeeld tot algoritmiek die online de banners en advertentieruimte veilt die ik op mijn mobiele telefoon te zien krijg). Ook hier geldt: in het UvA Master’s curriculum zijn de eerste stappen in die richting gezet, met een keuzevak Quantitative Marketing. Ik zou het in deze tijd absoluut volgen als Econometrist!

Ik maakte onlangs een reis naar Sillicon Valley om te leren wat New Economy bedrijven als Google, Facebook en Amazon van hun “Data Scientist” - de moderne econometristen - verwachten. Een groot aantal van de onderwerpen die zij van Data Scientists verwachten zitten al in het huidige Econometrie curriculum, maar er zijn ook onderwerpen die er (nog) niet in zitten. Daarom is de Learning Academy die jullie als VSAE willen starten naar mijn mening een uitstekend idee.

Kennis

Econometristen kunnen natuurlijk als geen ander met getallen - de “gestructureerde data” - omgaan, dat staat centraal binnen de studie. De Data Scientist voelt zich ook als een vis in het water met “ongestructureerde data”, zoals tekst, video of geluid. Daar worden meestal Machine Learning technieken voor gebruikt en daarom is het een goed idee dat Machine Learning sinds kort als keuzevak in de Econometrie Master is opgenomen. Ik raad iedereen die bij de New Economy bedrijven wil gaan werken van harte aan om het vak te volgen. Daarnaast heeft de Data Scientist uitgebreide

Vaardigheden

Naast dat een Data Scientist bepaalde skills heeft, heeft hij ook een breed pallet aan vaardigheden. Ik denk daarbij aan de “21st century skills”, de vaardigheden die je nodig hebt om in de 21e eeuw succesvol te zijn. Je kunt er veel over op internet vinden, onder andere op de OECD website. Een van die vaardigheden is

5

COLUMN

MARC SALOMON


bijvoorbeeld Data Literacy. Sommige Econometristen weten weinig over waar je (op internet) welke data het beste vandaan kunt halen en hoe je zelf data kunt verzamelen. Dat komt omdat er tijdens de studie weinig opdrachten zijn waarbij je zelf je data moet verzamelen. De Data Scientist heeft veel ervaring met het verzamelen van data (vooral via internet) en kent de beperkingen en problemen die zich daarbij voordoen. Een goede tip voor Econometristen is denk ik, om hier tijdens je afstuderen ervaring mee op te doen. Verder zou er in deze tijd - waarin alles met data kan maar soms niet mag of ethisch niet verantwoord is - een cursus recht en ethiek volgen. Daar zou de Learning Academy goed in kunnen voorzien. Tot slot zou de Learning Academy kunnen helpen bij het ontwikkelen van communicatieve vaardigheden: het is heel belangrijk om als Data Scientist de resultaten van je modellen en de “so what’s” helder aan anderen over te brengen. Er zijn op dat gebied ook fantastische nieuwe ontwikkelingen, vooral op gebied van data visualisatie - de vaak interactieve grafische weergave van complexe verbanden. Als je zelf nog eens rustig wilt nalezen welke kennis en vaardigheden een Data Scientist nodig heeft, dan raad ik je het boekje “Getting a Big Data Job for Dummies” van Jason Williamson aan.

Marc Salomon is afdelingsvoorzitter van ABS, de Business School van de Universiteit van Amsterdam. Hij studeerde Econometrie aan de VU in Amsterdam en promoveerde op een onderwerp uit de Operations Research aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Hij was in het verleden ondermeer werkzaam bij ORTEC Consultants, Rabobank (Centrum voor Kwantitatieve Methode) en McKinsey & Company.

COLUMN

Gezien het bovenstaande wekt het denk ik weinig verbazing dat ik een groot supporter ben van jullie nieuwe initiatief: de Learning Academy.

6


De belofte van de econometrist waarmaken DOOR:

Het VSAE bestuur maakt zich dit jaar hard voor de ontwikkeling van haar leden naast het curriculum van de universiteit. Tal van vaardigheden vallen niet binnen een academisch ontwikkelingstraject, maar zijn wel essentieel om te bezitten voor een succesvolle carrière. Onze QC Learning Academy zal hierin tegemoet komen.

MARK VERHAGEN wanneer er verteld wordt dat je Econometrie studeert: ‘Ah, Econometrie, dan word jij zeker ook miljonair?’. Ja, het klopt dat de gemiddelde econometrist niet dezelfde kopzorgen over de toekomst hoeft te lijden als de student Kunstgeschiedenis, maar hoe ziet die toekomst er dan uit?

The Economist kopte onlangs nog met ‘Data sciences help meet the challenges of the 21st century. Surprising and transformative effects of data-mining and predictive analytics’, slechts één deel uit een aaneenschakeling van artikelen, gewijd aan de diverse en haast grenzeloze mogelijkheden die de moderne data-scientist schijnt te bezitten. Econometristen, prijs jezelf rijk! Althans, dat lijken deze berichten te melden. Het blijkt echter keer op keer dat een intrinsieke kennis van data-analyse en een kwantitatieve mindset alléén veelal niet toereikend zijn voor de problemen van de toekomst. Bevat data de antwoorden voor de meest diverse problemen? Ja. Betekent dit ook dat jouw antwoorden op deze problemen automatisch gehoord en meegenomen worden? Helaas niet. De vertaalslag van datgene wat de Econometrist kan aantonen naar een duidelijk, coherent verhaal wat vervolgens geïmplementeerd wordt door de opdrachtgever vergt nog een reeks aan andere skills en kwaliteiten. Daarnaast vraagt de praktische toepassing van theorie een heel ander perspectief dan succesvol zijn binnen de academische sfeer.

Steeds vaker doen geluiden de ronde over het klakkeloos kiezen van een studie ‘omdat het hoort’. Veelal worden keuzes voor studies niet op basis van oprechte interesse of mogelijke carrièrevoortzettingen gemaakt, maar vanuit een comfort perspectief. Daarnaast heerst er een bepaalde mate van sociale druk om aan de universiteit te studeren, zelfs wanneer studenten eigenlijk een veel praktischere natuur hebben die beter bij het HBO zou aarden. Nu denk ik dat veel van ons zich niet op dergelijke laksheden kunnen betrappen: Econometrie is en blijft een van de zwaardere studies binnen het aanbod en wij mogen ons best op de schouders kloppen dat wij niet de makkelijkste weg hebben gekozen. De vraag blijft, echter, of we ons goed bewust zijn van de koers die ons ontwikkelingstraject neemt en of we daar tevreden mee zijn.

De Universiteit van Amsterdam biedt een zeldzaam sterk programma dat de student inwijdt in de verschillende theorieën omtrent Econometrie. Veelal wordt ons curriculum geprezen om zijn kwalitatief hoogstaande niveau en het doet daarmee eer aan de Universiteit als entiteit die zich inzet voor het volbrengen van hoogstaand onderzoek. Nu moet dit niet verward worden met een hoogstaande opleiding, die de sociale vaardigheden in acht neemt die nodig zijn om dit in de praktijk te brengen en succesvol te zijn in het bedrijfsleven. Ik wil hier heel duidelijk in zijn: dit is ook op geen enkele manier de functie van de universiteit en dat zou het naar mijn mening ook nooit moeten zijn. Feit blijft, echter, dat veel studenten aan onze faculteit zich niet noodzakelijkerwijs toespitsen

Voortbordurend op het opiniestuk van Marc Salomon, decaan van de Amsterdam Business School, dat in dit nummer gepubliceerd is, zou ik graag een aantal waarnemingen willen presenteren over onze studie en het traject dat naar mijn mening van hoog niveau wordt ingezet. Onze studie is en blijft een academisch traject en dat zou ook zo moeten zijn: wij studeren namelijk allemaal aan de universiteit, waar gestreefd wordt de grenzen van het menselijk kennen continu te verleggen. Een academische loopbaan is echter niet precies het toekomstbeeld dat sommigen van jullie voor ogen hebben. Nu zullen jullie allemaal wel vertrouwd zijn met de ‘standaard’-reactie,

7

LEARNING ACADEMY SECTION

Sinds jaar en dag is het volgen van een studie een logische opvolging van het ontwikkelingsproces dat vanaf de basisschool (en soms al daarvoor) wordt ingezet. Een proces dat begint met basale taken als lezen en schrijven en zich vervolgens splintert in de verschillende facetten van de menselijke kennis, netjes opgedeeld in het handjevol vakken waarin wij eindexamen doen. Hier is uiteraard al een mate van toespitsing geweest: we hebben een middelbare school gekozen (al dan niet bewust) en binnen deze middelbare school een specifiek vakkenpakket samengesteld. Vervolgens, echter, staan wij voor één van de grootste crossroads van onze verdere ontwikkeling: de keuze voor een studie, zowel richting als niveau.


op een academische loopbaan, of een carrière waarin de eerder genoemde mogelijkheden benut worden. Om die reden willen wij, in samenwerking met de Universiteit van Amsterdam, de mogelijkheid faciliteren om deze skills wel toe te eigenen.

aanbieden voor onze studenten. Deze trainingen worden geselecteerd vanuit de vraag ‘Wat zijn cruciale skills die een student moet bezitten wil hij/zij succesvol carrière kunnen maken?’. Wij zullen deze trainingen faciliteren voor alle jaarlagen binnen onze vereniging, sommige zullen dus relevanter zijn voor ouderejaars terwijl andere geschikter zijn voor eerste- of tweedejaars. Daarnaast zal de Learning Academy gecentreerd blijven rondom het actief praktiseren van onze kennis en testen van de verscheidene soft- en hardskills die in de academy aan bod komen; dat wil zeggen met partijen om de tafel gaan en kijken naar hun bedrijfsstructuur of de manier waarop zij hun activiteiten uitvoeren. Wederom zullen deze projecten sterk verschillen, afhankelijk van de progressie van de student. De ideële instelling die voorheen in stichting Qloud Connect aanwezig is geweest, dat wil zeggen het assisteren van bedrijven die niet noodzakelijkerwijs het geld hebben om zelf dergelijke consulten te betalen, zal hierin ook gewaarborgd worden.

LEARNING ACADEMY SECTION

Wij zullen het volgende collegejaar een Learning Academy gaan uitrollen, waarin studenten zichzelf kunnen ontwikkelen op de voorheen genoemde vlakken. Met name het toevoegen van een praktisch element aan Econometrie zal hierin centraal staan. Het concept van de Learning Academy is echter niet zomaar uit de lucht gevallen: ongeveer vier jaar geleden hebben een aantal studenten aan onze universiteit het idee gehad om eens uit te vinden waar hun studie ze wel niet allemaal toe in staat stelde en een stichting in het leven geroepen die deze mogelijkheid voor onze studenten faciliteerde. Stichting Qloud Connect heeft zich gefocust op een uitwisseling tussen studenten en het bedrijfsleven, die waardevolle trainingen en inzichten in de toekomst kunnen bieden. Daarnaast werd concrete ervaring opgedaan door het helpen van goede doelen en stichtingen, waarbij soft- en hardskills aan bod kwamen. Hierdoor kende de stichting een bijzonder sterke ideële motivatie: zij consulteerden immers bedrijven die anders niet over de middelen beschikten voor dergelijke assistentie. Dit concept van wederzijdse uitwisseling zal wederom centraal staan in onze Academy.

De Learning Academy zal met name een open forum worden, waar allerlei zaken die wel te maken hebben met onze studie en verdere loopbanen, maar niet in het curriculum verweven zitten, aan de orde kunnen komen. Wij zijn van mening dat er geen afgebakend proces aan een dergelijke ontwikkeling ten grondslag ligt; zo zie je bijvoorbeeld dat een aantal van de meest prestigieuze bedrijven steeds vaker een beroep doet op zelf-ontworpen ‘corporate universities’. Wij ontlenen de drijfveren van onze Academy met name uit input van bedrijven en volgen daarmee de meest actuele demand. Zo zien wij dat zaken als digital literacy en een entrepeneurial mindset steeds vaker verkozen worden boven soft- en hardskills die voorheen erg gewild waren. Deze nauwe band met het bedrijfsleven wordt ondersteund door de raad van advies van de Academy, waar vooraanstaande mensen uit het bedrijfsleven in plaats hebben genomen.

Wat bij stichting Qloud Connect begon met kleine ‘kwantitatieve consults’ bij goede doelen en andere nonprofit organisaties, groeide naar mate de studenten zich ontwikkelden in de studie uit naar steeds complexere opdrachten voor, bijvoorbeeld, KLM. Zelf ben ik hier ook op een gegeven moment ingerold en heb zodoende de extreme potentie van onze studie, maar ook de eisen op communicatief en creatief gebied van het benutten van deze potentie leren kennen. Het bleek keer op keer dat een kwantitatief ingesteld persoon van enorme meerwaarde kan zijn, zonder dat er al concrete problemen bij een organisatie geconstateerd zijn, maar dat dit wel begrijpbaar moet worden gemaakt. Het kan vaak gewoon allemaal veel beter, alleen niet iedereen kan dat inzien zonder een sterke kwantitatieve ondertoon. Het meest heb ik geleerd door open gesprekken aan te gaan met stichtingen en te kijken waar verbeterpunten zitten. Daarnaast zijn wij tijdens daadwerkelijke analyses tegen problemen aangelopen die je eigenlijk niet tot nauwelijks tegenkomt in de studie, met name in de onvolledigheid van data, maar ook in het begrijpbaar maken van je resultaten (of juist waarom er geen eenduidige uitkomst is). Tot slot volgde er een extreem leuk en leerzaam proces, waarbij er gekeken wordt naar de toekomst en er een structureel consult met het bestuur van de stichting volgt.

Uiteindelijk is de Learning Academy bedoeld voor al onze studenten en heeft het als doel een ontwikkelingstraject toe te voegen aan de kwalitatief hoogstaande theoretische opleiding die wij allemaal genieten aan de Universiteit van Amsterdam. Daarnaast is het altijd een goed idee om mee te denken bij organisaties die niet noodzakelijkerwijs direct in het pad der verwachtingen liggen. Persoonlijk heb ik er bijzonder veel uit gehaald, toen het concept nog op kleinere schaal uitgewerkt werd. Het schone aan het concept is haar open format: als jij iets specifieks wil leren, dan wordt daar naar gekeken. Wanneer een interessant, inspirerend persoon iets te zeggen heeft wat een oor verdient, dan wordt dat gefaciliteerd. Als een culturele instelling bij jou om de hoek op de rand van de afgrond balanceert, dan gaan we een keer met ze om tafel zitten. Jullie ontwikkeling staat centraal binnen de Academy en de aard van onze studie ligt zo dat wij al vrij vroeg in onze progressie van bijzonder veel waarde kunnen zijn voor veel bedrijven. Gelukkig kunnen wij elkaar daar vanaf dit collegejaar ideaal in tegemoet komen.

Hoe zal dit alles nu vorm krijgen in het komende collegejaar? Allereerst gaan wij in zee met een aantal van de meest vooraanstaande bedrijven in de consulting sector, welke op structurele basis trainingen zullen gaan

8


“Data scientist - the sexiest job of the 21st century� - The Harvard Business Review October 7th 20:00 - 23:00 ArtDeli, Nes 104

Study Career Learning Academy Social

QC Learning Academy Launch Event The world is becoming increasingly data driven. This opens up a world of possibilities to analyse our surroundings and gain insights into the processes that drive decision making. The need is there, but who will stand up to the challenge? Studying Econometrics is one step in the right direction, making sure you have the quantitative mindset the future requires. It is not everything, though. Creativity, communicative skills and teamwork are just a couple of essential skills that one needs to fulfill the promise a modern world sets.

Participate in the QC Learning Academy to learn these essential skills from the most innovative and exciting professionals in the scene. Develop yourself from a student to a future leader!


Commissie uitgelicht: Beroependagen Op 29 en 30 september vinden de Beroependagen weer plaats in hotel Sofitel Legend The Grand in Amsterdam. De Beroependagen is een jaarlijks terugkerend evenement dat door de VSAE en de FSA (Financiële Studievereniging Amsterdam) gezamenlijk wordt georganiseerd. Door middel van bedrijfspresentaties, workshops, trainingen, lunches, diners en individuele gesprekken komen bedrijven en studenten met elkaar in contact. Dit zodat studenten zich optimaal kunnen oriënteren en voorbereiden op de arbeidsmarkt. In juni is de commissie geïnterviewd over de Beroependagen. De commissie bestaat uit Mitchell Wansink (FSA, voorzitter), Tom van der Woude (VSAE), Orjan Ohlsen (VSAE), Nik Gabel (VSAE),Vivianne Vluggen (FSA), Camiel Boukhaf (FSA), Cato Kleipool (FSA), Marlou Beringer (VSAE, coördinator) en Wietske Wentrup (FSA, coördinator).

DOOR: NIELS HEIJENK & MARIT SLOOF

COMMISSIE UITGELICHT

Hoe gaat het met de voorbereidingen?

Vivianne: Goed. We zijn nu alle contracten met de bedrijven die gaan deelnemen aan het afronden, waarna we informatie gaan verzamelen voor in het profielenboek. In de zomer gaan ook de nadere promotionele activiteiten verder uitgewerkt en voorbereid worden. Wietske: De voorbereidingen verlopen heel goed. Maar wat verwacht je anders van zo’n fantastische commissie? Als de contracten binnen gaan lopen nu, dan ligt alles helemaal op schema. Cato: Goed! De acquisitie van bedrijven loopt een tikkie achter en onze promo-man heeft afgezegd, maar de stress is nog niet echt toegeslagen. Dat komt vast nog wel…

Hoe gaat het met de samenwerking binnen de commissie, in het speciaal tussen de VSAE en FSA?

Cato: Heel goed, het levert totaal geen problemen op, juist alleen maar voordelen. Input vanuit twee studieverenigingen zorgt toch voor een frisse blik op verschillende zaken. Alleen jammer dat we steeds maar met een halve commissie op borrels staan. Marlou: Goed! Maar met twee mensen in de commissie die zowel VSAE’er als FSA’er zijn kan dat natuurlijk ook niet anders. Mitchell: De samenwerking gaat zeer goed! De commissie voor de Beroependagen 2015 is een leuk, enthousiast, pro actief maar bovenal gezellig team. De leden kunnen goed met elkaar overweg, maar de ‘roots’ gaan bijvoorbeeld tijdens het Pub-quizzen niet verloren (FSA vs. VSAE)! Resultaat van de avond: FSA 1,VSAE 0. Een revanche wordt gepland…

10


Van links naar rechts: Tom van der Woude, Wietske Wentrup, Mitchell Wansink,Vivianne Vluggen, Orjan Ohlsen, Cato Kleipool, Nik Gabel, Marlou Beringer & Camiel Boukhaf

Op welk bedrijf dat deelneemt aan de Wie is er altijd te laat op vergaderingen? Beroependagen zijn jullie het meest trots? Mitchell: Ik wil niet stoken, maar meestal is het een Vivianne: Friesland Campina, zij doen dit jaar voor het eerst mee. Zij gaan een presentatie geven, een lunch, en individuele gesprekken doen.Wij zijn erg benieuwd naar hun invulling van deze onderdelen. Friesland Campina is namelijk veel meer dan slechts een melk-producent! Nik: Ik ben het meest trots op Nike.

VSAE-er ;). Nik: Orjan. Tom: Orjan heeft er een handje van om nog in bed te liggen.

Welk puntje mag absoluut niet op de agenda van de vergaderingen ontbreken?

Nik: De studenten zullen er meer te weten komen over de bedrijven waar ze geïnteresseerd in zijn, ze leren er om samen te werken met studenten die je waarschijnlijk niet kent en daarnaast zijn er ook nog trainingen die zeker een bijdrage leveren aan je persoonlijke ontwikkeling. Orjan: Je leert je professioneel op te stellen, jezelf te presenteren en bezig te zijn met realistische cases. Verder leer je natuurlijk veel bedrijven kennen wat nuttig is voor je beroepsoriëntatie. Marlou: De Beroependagen is natuurlijk hét evenement om jezelf te ontwikkelen. Naast dat je kennis kunt maken met bedrijven door middel van een presentatie, workshop, lunch of diner worden er ook weer trainingen verzorgd die je in de gelegenheid stellen om jezelf op professioneel gebied te ontwikkelen.

In hoeverre heeft het plaatsnemen in deze commissie bijgedragen aan je eigen persoonlijke ontwikkeling?

vergadering niet heb gezien, Orjan? Marlou: Het puntje “Fotograaf” is absoluut onmisbaar op de agenda. Ook al is het van tevoren duidelijk dat we er niets over te bespreken hebben, Mitchell zet het puntje steevast op de agenda. Camiel: Niet echt een speciaal puntje. Volgens mij hebben we wel nog een fotograaf voor het evenement nodig, misschien dat ik dat eens in de groep moet gooien.

Zijn er leuke dingen die je zou willen vertellen over de commissie?

Wietske: Neem Camiel altijd mee als je gaat pubquizen! Camiel: Genoeg, maar ja, wat gebeurt in de commissie Beroependagen, blijft in de commissie Beroependagen… Ik kan wel zeggen dat ik het prima naar mijn zin heb, en dat het altijd wel een gezellige boel is binnen de commissie.

Nik: Het leert je goed samen te werken met een groep studenten. Daarnaast is het heel goed voor je eigen ontwikkeling een om keer zo’n groot evenement te organiseren. Wietske: Ik heb geleerd om samen te werken met zo’n grote groep studenten (veel delegeren).

11

COMMISSIE UITGELICHT

Hoe draagt de Beroependagen bij aan de Nik: De fotograaf natuurlijk! persoonlijke ontwikkeling van de deelnemers? Mitchell: De fotograaf! Hoewel ik hem de afgelopen


Uitwisseling met National University of Singapore Als je er dan voor kiest om zes maanden in het buitenland te gaan zitten, dan is er één stad die er een sport van maakt om het jou zo makkelijk mogelijk te maken. In die stad praat iedereen Engels, zijn de belastingen laag en de salarissen hoog, het openbaar vervoer efficiënt en de straten schoner dan waar dan ook. Die stad is Singapore. Daar kwam ik aan als student ‘expat’, kort na oud & nieuw, klaar voor het avontuur.

DOOR: LEO HUBERTS

EXCHANGE VERSLAG

In 2010 was ik ooit één dag in Singapore geweest. Tijdens die dag had ik niet super veel gezien, dus wat ik nou allemaal moest verwachten wist ik eigenlijk niet. Midden in de nacht kwam mijn vlucht aan en na een nachtje overbrugt te hebben in een simpel hostel, kwam ik aan op campus van de National University of Singapore (NUS). De campus is state-of-the-art, het grootste deel van de gebouwen is net af. Er is een zwembad, een sportschool een 24/7 Starbucks, 24/7 studiezalen, een zaal vol met iMac’s en alle andere dingen die je mogelijk nodig zou hebben. Ik sliep op de 13e verdieping in een klein kamertje, een ‘suite’ met een woonkamertje gedeeld met vijf anderen. De eerste dagen waren er nog vrij weinig mensen op campus. De lokale studenten bleken pas net voor de start van colleges richting de universiteit te komen en ook de internationale studenten waren nog niet in grote getalen gearriveerd.

12


Terugkijkend begrijp ik dit beter: voor lokale studenten is de universiteit echt hard werken en niet veel meer dan dat. Vanaf de eerste week zaten er al Singaporians te studeren in de studiezalen tot diep diep in de nacht, terwijl de tentamens pas 13 weken later zouden komen. In het weekend gaan de meesten dan terug naar hun ouderlijk huis ergens in Singapore.

NUS is een hele goede universiteit. Het is de beste universiteit in Azië volgens QS en dat merk je er ook wel aan af. De mensen zijn gemiddeld gemotiveerder en misschien wel beter, de faciliteiten zijn onvergelijkbaar met een Nederlandse universiteit (de kosten daarmee uiteraard ook) en het systeem zelf is ook heel anders dan wat wij in Nederland over het algemeen doen. Zo geldt bijvoorbeeld dat studenten cijfers krijgen aan de hand van een ‘Bell Curve’. ‘Pray to the Bell Curve god’ was een veelgehoorde uitspraak rond tentamenperiode. De Bell Curve is namelijk een curve waar ze de resultaten van alle studenten op gooien, die ervoor zorgt dat het cijfer niet per definitie afhankelijk is van je absolute prestatie, maar vooral van je relatieve prestatie ten opzichte van je medestudenten. Dit maakt het studeren heel erg competitief, daarmee ook vaak vrij stressvol voor de studenten. Gelukkig is zakken dan ook weer vrij lastig. Naast studeren heeft Singapore van alles te bieden. Het is een stad die in 50 jaar uit de grond is gepompt (deze zomer vieren ze hun 50e verjaardag), maar wat is er veel in die 50 jaar neergezet! Van Botanische tuinen van wereldklasse, tot architecturale meesterwerken in de Marina Bay Sands area. Er is van alles te doen, het enige nadeel is dat dit ‘van alles’ ook erg veel geld kost. In Singapore is het eten goedkoop, algemene kosten vergelijkbaar met Nederland, huisvesting erg duur en alcohol simpelweg onbetaalbaar. Een dikke 10 euro is voor een biertje heel normaal, zelfs in de supermarkt betaal je gemakkelijk 4 à 5 euro voor een biertje. Dat was soms wel een uitdaging, maar studenten zouden

13

EXCHANGE VERSLAG

Singapore heeft een ongelofelijk diverse bevolking. Hoewel het grootste deel Chinees-Singaporian is, zijn alle rassen en geloven alom vertegenwoordigd. Gemiddeld werken de mensen ontzettend hard. Niet alleen de studenten werken de nachten door, maar ook in het business district gaan de lampjes eigenlijk nooit uit. Voor ontspanning doen de meeste studenten in Singapore andere dingen dan wij in Nederland.Waar de gemiddelde student in Nederland effectief alcoholist is, relaxen de Singaporians liever door samen heel veel te eten bij alle verschillende goed betaalbare foodcourts en restaurantjes in het land. Soms pakken ze een filmpje, maar samen studeren vinden ze eigenlijk ook wel socializen genoeg. Niet iedereen uiteraard, na goed zoeken heb ik daar ook zeker een aantal kroegtijgers gevonden.


voorbeelden zijn surfen in de Filipijnen, Cityhoppen naar Hong Kong, beachbummen in Maleisië en op Jungle avontuur op Borneo. Daarbij stemde ik dit vaak af met bezoekjes vanuit het thuisfront en waren het heerlijke ontsnappinkjes uit het soms toch wel beklemmende campusleven. Na mijn semester succesvol te hebben afgesloten, ben ik als uitsmijter nog bij een Nederlandse maat op bezoek gegaan in Taiwan, bij een in Singapore ontmoette Koreaan in Zuid Korea en geëindigd met een korte rondreis door het prachtige Japan.

studenten niet zijn als ze er niet wat op zouden verzinnen (duty-free feestjes enzovoorts). Ik had mij voorgenomen om naast lekker wat rond te reizen, toch ook wel echt een leven op te bouwen met alles erop en eraan. Daarom heb ik mij gedurende mijn verblijf ook aangesloten bij een voetbalteam van Hollandse expats, gepoogd om wel echt met Singaporians om te gaan en niet enkel met andere exchangestudenten en heb ik best veel tijd doorgebracht in Singapore zelf.

Terugkijkend was Singapore een geweldige ervaring, het land is ontzettend interessant met een unieke regeringsvorm en een unieke cultuur(mix). De reizen die ik heb gemaakt zal ik nooit vergeten en het niveau van de mensen aan de universiteit en daaromheen heeft een diepe indruk gemaakt. Ik zou elke student kunnen aanbevelen om in Singapore te gaan zitten, fix dan wel even een kamer met airco.

EXCHANGE SECTION VERSLAG

Maar het rondreizen vanuit Singapore is toch ook wel extreem aantrekkelijk. Met Changi als internationaal vliegveld kun je voor redelijke prijzen heel Azië afvliegen. Mijn uiteindelijk score staat op 10 landen,

14


Dit is het moment waar velen op gewacht hebben. Dit was de kans voor vele VSAE’ers om eindelijk hun ongecensureerde mening te geven over prangende zaken, beschermd door de sluier van anonimiteit.

DOOR: ARTHUR ZWARTSENBERG

Op de vraag hoe VSAE’ers zichzelf ontwikkelen was een veelvuldig terugkomend antwoord het bijwonen van de Persoonlijke Ontwikkelingsdag. Anderen vatten de vraag iets breder op en zeggen zich te ontwikkelen door middel van commissies of een bestuursjaar voor de VSAE, het opzoeken van het buitenland of door middel van het werken als werkstudent. Sommigen hadden in hun haast de vraag verkeerd gelezen en dachten antwoord te geven op de vraag: ‘Wat doe je er aan om je lever te ontwikkelen?’, waarop hun antwoord natuurlijk ‘bier drinken’ was. Een enkeling was blijkbaar gesponsord door de KFC en vond veel kip eten een passende manier om zichzelf persoonlijk te ontwikkelen. Salmonella oplopen en de grenzen van je lichaam leren kennen is indirect ook een manier om je te ontwikkelen. Blijkbaar loopt er ook een model rond op de UvA, deze persoon vond er lekker uitzien genoeg diepte voor zijn/haar karakter. We hopen dat diegene tot inzicht komt voordat de grijze haren en kraaienpootjes tevoorschijn komen.

over de impact van het bezoeken van borrels op je karakter, ze waren het over één ding wel eens: gratis alcohol is mooi. Een verbluffend hoog percentage gaf aan enkel voor de drank naar de borrels te gaan. Er waren ook opvallend veel mensen die in het onderzoek aangaven bestuur te willen doen om hun ‘vestje te laten likken’. Deze personen hoopten op meer aandacht van het andere geslacht door een bestuursfunctie te vervullen. Anderen wensten een plekje in het bestuur te bemachtigen in de hoop een even woeste baard te groeien als Mark Verhagen. In het bestuur zitten zorgt echter niet voor een groeispurt van je gezichtshaar. Correlatie is geen causatie (Bron: Internet).

Een veelvoorkomend antwoord op de vraag wie reeds het beste CV heeft is ‘Wat is een CV?’. We wensen deze mensen alvast succes met hun toekomstige carrière. Anderen kozen de optie ‘Ik’. Kennelijk waren deze personen vergeten dat de enquête anoniem was. Verder kwam de naam van onze eigen co/voorzitter/ baas Marlou een aantal keer uit de bus, ze zal vast ontzettend trots zijn dat al haar inzet voor de Aenorm niet onopgemerkt is gebleven! Bovendien is Alex Wong ook genomineerd voor het hebben van het beste CV. Het geven van Wiskunde 1 werkcolleges staat blijkbaar heel goed. Ten slotte was ‘Ik ben een ninja’ een antwoord. Hoe goed ze ook zijn met een katana, blijkbaar zijn ze heel slecht in vragen lezen. Een aantal mensen denkt dat de bezoekers van de borrels zich het meest zullen gaan ontwikkelen. Anderen dachten juist het tegenovergestelde: zij vonden dat naar de borrels gaan op geen enkele manier bijdraagt aan je ontwikkeling. Het is duidelijk dat de meningen hierover flink verdeeld zijn. Weliswaar waren ze het oneens

Op de vraag of de studenten naar de oriëntatiedagen waren geweest was het antwoord enkele malen ontkennend omdat deze personen zichzelf te oud vonden. Opmerkelijk, aangezien er maar één persoon de optie ‘Ik word hier te oud voor’ koos op de vraag ‘In welk studiejaar zit je nu?’ Anderen vonden het bezoeken van de oriëntatiedagen nutteloos, ‘omdat ze hun BSA toch niet zouden halen’. Waarom ze dan wel de tijd namen om deze enquête in te vullen is echter nog onduidelijk. De antwoorden waren variërend op de vraag wat jullie dromen zijn. Het overgrote deel van deze antwoorden is echter te scharen onder het kopje ‘rijk worden’. De meesten wilden dit bereiken door een rijke man of vrouw te trouwen. Stiekem zijn al die econometristen dus gewoon golddiggers. Een enkeling wilde ‘rijk worden en zijn punten halen’. Ik vermoed dat deze persoon zijn prioriteiten niet helemaal op een rijtje heeft. Er was zelfs iemand wiens meest ambitieuze droom het invullen van de Aenormenquête is. De redactie is erg blij met dit antwoord. Erg opvallend was dat iedereen de vraag “Wat vond je van deze enquête?” heeft beantwoord met: AWESOME!

15

VSAE ONDERZOEK

VSAE’ers over persoonlijke ontwikkeling


Commissie uitgelicht: International Study Project Het International Study Project is een jaarlijkse reis naar een internationale stad gevuld met bedrijfsbezoeken, cases en netwerkborrels. Het geeft studenten een mooie gelegenheid om zich te oriënteren op een mogelijke vervolgstap in hun carrière. De commissie bestaat uit Nikki van Ommeren (voorzitter), Mark Verschuren, Mats van Beelen, Isabel de Heus en Gwendolyn Stuitje (coördinator).

DOOR: JOWITA OSINGA & NIELS HEIJENK

COMMISSIE UITGELICHT

Hoe gaat het met de voorbereidingen?

Nikki: Op het moment dat je deze Aenorm leest is de locatie bekend en de sponsoring rond, daar zijn we nu het drukste mee samen met het boeken van de tickets. Omdat bedrijven hun budgetbesprekingen in de zomer hebben, is dit een hele spannende week omdat we nu de eerste toezeggingen binnen krijgen. Gwen: De voorbereidingen voor onze obesitas gaan goed. De hoeveelheid voedsel die wij tijdens de vergadering binnen krijgen stijgt gestaag. Zo hebben wij de afgelopen vergadering twee zakken Dorito’s met chilisaus en een aantal glazen rode wijn als pre-voorgerecht tot ons genomen.

Waarom zouden wij mee willen op ISP?

Nikki: Op welke manier zou je liever kennis willen maken met nieuwe bedrijven dan in een nieuwe stad en zien wat zij op internationaal gebied te bieden hebben? Gwen: De ISP is de uitgelezen kans om met een geweldige groep VSAE’ers het vliegtuig in te stappen om de Zuidas van een ander land te verkennen. Contact met bedrijven op zowel een formele als informele manier en alvast je carrièrepad in het buitenland uitstippelen? Niemand hoort hier meer dan een seconde over te twijfelen.

Hoe draagt de ISP bij aan de persoonlijke ontwikkeling van de deelnemers?

Isabel: Tijdens je studie zit je vier tot vijf (of meer) jaar lang in de banken passief naar colleges te luisteren. De ISP daarentegen biedt een unieke kans om eens uit die passieve rol te stappen en jezelf te presenteren. Mats: Bovendien is het ook een ervaring om mee te maken hoe een bedrijf in een ander land ook een hele andere werksfeer kan hebben.

Wie drinkt het meest tijdens de vergaderingen?

Gwen: Mats drinkt meestal water, Mark Verhagen is een keer gestopt met doordeweeks drinken maar is daar ook al weer op terug gekomen. Dus, buiten Mats, staan we allemaal op nummer een.

16


Van links naar rechts: Isabel de Heus, Mats van Beelen, Gwendolyn Stuitje, Nikki van Ommeren & Mark Verschuren

In hoeverre heeft het plaatsnemen in deze Beschrijf jullie commissie in een woord. commissie bijgedragen aan je eigen persoonlijke Gwen: Eten ontwikkeling? Isabel: Wijn

Hoe zien jullie vergaderingen er over het algemeen uit?

Nikki: We beginnen standaard om 18:15 door alle werkende mensen in de commissie. Meestal is er wel iemand te laat (Mark Verschuren of Mats zijn op dit moment recordhouders). We vergaderen meestal bij mij thuis of in Crea of bij de Krater buiten als het niet te druk is. Als het kan plakken we er ook eten aan vast, maar wijn of bier zijn eigenlijk altijd wel aanwezig. Gwen: Nikki is eigenlijk altijd de notulist omdat ze dit zelf graag wil omdat ze dan perfect op de hoogte is (eigenlijk vertrouwt ze de andere commissieleden haar nieuwe Macbook niet toe). De vergadering verloopt in het begin altijd erg soepel, maar wanneer het over de locatie gaat vervallen we altijd in een soort van blij fantasievol geraas over rooftopborrels.

Wat is jouw grootste toevoeging tijdens de vergaderingen? Gwen: Ik zie mijzelf als mentale steun voor Nikki.

Nikki: Borrel

Wie uit de commissie heeft de grootste kans op een topbaan later?

Gwen: Isabel heeft al een topbaan bij de ING (oké, dit is dus DNB - fonetisch gezien lijkt het op elkaar) en Mark Verschuren bij Sprenkels & Verschuren;:ik denk dat de topbanen er wel al zijn. Alhoewel ik verwacht dat Nikki later een sprong naar de top gaat maken met haar dubbele master Econometrie en Programmeren en daarnaast een bestuursjaar bij haar LANX dispuut. Isabel: Ook Gwen is een grote kanshebber. Twee bachelors in de pocket én voorzitter van de VSAE! Met zo’n breed netwerk is het ook niet gek dat je je af en toe vergist in de functies van je commissiegenoten.

Wie heeft de meest losbandige levensstijl?

Nikki: Duidelijk Mark Verhagen, alleen zit die officieel niet in de commissie. Die haalt zelfs een date uit het contact met recruiters.

Waarom vinden jullie jezelf een elitaire commissie? Mats: Graag wil ik u erop attenderen dat deze vraag nogal ongepast is, wij vinden niets (behalve dure vliegtickets), wij zijn elitair. Gwen: Pardon?

Wat gaat er voor zorgen dat de ISP 2015 de ISP 2014 naar New York overtreft?

Nikki: Ik denk niet dat het het doel moet zijn om een

Wie steekt zijn/haar handen nooit uit de mouwen vorige ISP te overtreffen.Wel zullen we het programma tijdens jullie vergaderingen? iets minder vol proberen te maken, zodat er iets meer Gwen: Ik ben bang dat ik hier naar mezelf moet wijzen. En een beetje naar Mark. Afwassen of koken hebben wij namelijk nog nooit gedaan.. Alhoewel ik wel een keer boodschappen heb gehaald! Isabel: We doen allemaal ons best. De één is beter in delegeren en de ander is beter in notuleren. Mats: Iedereen steekt zijn of haar handen graag uit naar foodies.

tijd is om alle indrukken op te nemen en meer tijd te besteden aan de bedrijven die we bezoeken om het evenement meer inhoud te geven. De goede punten nemen we natuurlijk mee: ik denk dat iedereen zich de borrel met Flow Traders nog wel kan herinneren?

17

COMMISSIE UITGELICHT SECTION

Gwen: Meer ‘nee’ en ‘TERUG NAAR DE BASIS’ roepen is wel iets wat ik heb geleerd tijdens de ISPvergaderingen. Het moment waarop we het gaan hebben over de mogelijke locaties is namelijk om de een of andere duistere reden ook het moment waarop iedereen door elkaar begint te praten en verdwaald raakt in fantasieën over het maken van een case onder palmbomen, op zee of in de ruimte.


The Experience: Business Battle Op 11, 22 en 24 juni vond een succesvolle eerste editie van The Experience: Business Battle plaats: een nieuw en dynamisch evenement waarin studenten door middel van verschillende cases en opdrachten tegen elkaar strijden om de titel. Door middel van een selectie op basis van cv’s en cijferlijsten werden per dag de beste 24 studenten uitgenodigd om langs te komen bij de bedrijven. De deelnemende bedrijven waren de Boston Consulting Group (BCG), Deloitte, SAS, Zanders en PwC.

DOOR: NYNKE OSINGA

EVENEMENTSVERSLAG

11 juni – Ochtend, BCG

The Experience: Business Battle werd geopend in het op de Zuidas gevestigde kantoor van BCG. Het bezoek aan BCG kan het beste gevat worden met de woorden ‘eigen initiatief’. Meteen bij binnenkomst kreeg iedereen een aantal rode en groene stickers, waarmee op een bord vol vragen over BCG kon worden aangegeven waarin we geïnteresseerd waren en wat we juist liever niet wilden bespreken. Na een leuk voorstelrondje, waarin de BCG’ers elkaar voorstelden aan de hand van studieachtergrond, ervaring, hobby’s en typerende eigenschappen, werd het inmiddels roodgroen gekleurde bord erbij gehaald. Dit maakte al snel duidelijk dat er weinig belangstelling was voor het leven buiten BCG en er meer interesse was voor de ‘beste en slechtste ervaringen bij BCG’. Nadat iedereen uitgebreid de tijd had gekregen zijn vragen te stellen, werd er gestart met de introductie van case. De case betrof een echte consultancy case, waarin een klant met een probleem zat en BCG vroeg om een advies te formuleren over hoe zij dit probleem konden oplossen. Hiervoor werd een crash-course probleemoplossend-werken in BCG stijl gegeven, waarna de studenten in groepjes de case mochten uitwerken. Een minimale hoeveelheid informatie en een breed scala aan mogelijke oorzaken van het probleem dwong iedereen tot een structurele aanpak, resulterend in uiteenlopende standpunten en de nodige discussies. Gaandeweg werd duidelijk dat de klant om meer informatie gevraagd kon worden, maar slechts een beperkt aantal keer. Hieruit bleek al dat je zonder de juiste vragen te stellen, niet tot de kern van het probleem kon komen en dus niet tot de juiste oplossing. Gelukkig bleek bij de presentaties dat een aantal groepjes hier wel in geslaagd waren en wisten Susanna, Rick, Karlijn, Job,Wessel en Gwendolyn het management van de klant het meest te overtuigen. De ochtend werd afgesloten met extra gelegenheid om de werknemers van BCG te spreken onder het genot van een lekkere lunch op het dakterras.

18


Na een zinderend ochtendprogramma bij BCG, zetten we de dag voort bij het eveneens op de Zuidas gevestigde Deloitte. We werden ontvangen op de bovenste verdieping van het nieuwe gebouw van Deloitte, wat een geweldig uitzicht gaf over Amsterdam. Deloitte begon met een korte introductie van de twee vertegenwoordigde afdelingen: Financial Risk Management en Pension Advisory, waarna al gauw met de case begonnen werd. Waar tijdens het voorstelrondje de meeste studenten nog weg leken te dromen bij het indrukwekkende uitzicht, was iedereen tijdens de case weer vol energie. Het betrof twee verzekeringsmaatschappijen en twee pensioenadviseurs, met als doel de allocatie van de pensioenen van een bedrijf X. Aan de verzekeringsmaatschappijen de taak deze pensioenen binnen te halen en aan de pensioenadviseurs de taak er een zo goed mogelijke regeling uit te slepen. Al gauw bleek dat de verzekeringsmaatschappijen totaal verschillende profielen hadden en daarmee ook verschillende belangen.

22 juni – SAS

Maandag 22 juni zijn we met een groep studenten naar Huizen vertrokken, waar het internationale software bedrijf SAS is gevestigd. Rond 12 uur kwamen we aan bij het prachtige gelegen pand van SAS, waarin we allereerst werden uitgenodigd voor een lunch. Nadat iedereen voldaan was, begon Michael Otten, de manager van het Academics Program, met een introductie over SAS. Allereerst over de oorsprong van SAS en het historische pand waarin het zich bevindt en daarna een specifiekere toelichting bij econometrische cases die zich hebben voorgedaan. Vervolgens kregen we een uitgebreide workshop voor twee van de door SAS ontwikkelde tools, waarna we zelf aan de slag mochten met de tools voor de ‘campagne case’. Door de data de analyseren aan de hand van de SAS tools moesten we erachter zien te komen welke doelgroep we het beste konden aanspreken bij de promotie van de nieuwe campagne. Na de presentaties, was er duidelijk één creatieve groep de winnaar, bestaande uit Alex, Emma, Jasper en Fredie. Na afloop van de presentaties verzorgde Michael Otten nog een uitgebreide rondleiding door het mooie pand, waarna we de dag afsloten met een borrel.

Na een eerste ronde modelleren, kregen de teams de kans zich te verantwoorden tegenover hun CEO. Deze wilde echter nog wel eens lastige eisen stellen. Na een tweede ronde modelleren, werden de gesprekken tussen de verschillende pensioenadviseurs en verzekeringsmaatschappijen gevoerd, in een poging de andere partij te overtuigen. Niet alle partijen hadden dezelfde informatie en het ging hard tegen hard, waarbij het ene overleg duidelijk vruchtbaarder was dan het ander. Nadat de final offers op tafel waren gelegd, kwamen de pensioenadviseurs met hun advies voor de allocatie van de pensioenen en onthulden de verzekeringsmaatschappijen hun werkelijke winstmarges. Dit leidde tot verrassende uitkomsten waarin Wessel, Sander, Jesse, Marlou, Joey en Kasper als winnaars uit de bus kwamen. De dag werd uiteindelijk afgesloten met een borrel uitkijkend over de Zuidas.

19

EVENEMENTSVERSLAG

11 juni – Middag, Deloitte


24 Juni – Ochtend, Zanders

VERSLAG THE EXPERIENCE: BUSINESS BATTLE

De laatste dag van The Experience Business Battle ging van start bij Zanders. Nadat iedereen was voorzien van koffie, begon de ochtend met een interessante workshop over kredietwaardigheid. Hierin werden ons alle aspecten uitgelegd die van belang zijn bij het beoordelen van de kredietwaardigheid van een bedrijf. Na afloop van de workshop kregen we de case geïntroduceerd door Steyn Verhoeven, oud RvC-lid van de VSAE, die vorig jaar als associate consultant is begonnen bij Zanders. Een leuke case, waarin we als consultant werden gevraagd een bank te adviseren bij het uitgeven van een lening aan één van de vier geselecteerde voetbalclubs. Dit advies moest worden gevormd aan de hand van verschillende financiële ratio’s en een eigen ontworpen kredietwaardigheidsmodel. Nadat elke groep haar investeringsadvies had gepresenteerd en de pittige vragen van het management van de bank had doorstaan, ging het management in beraad. Ondertussen gaf Liza Wyatt, de recruiter van Zanders, ons nog een toelichting en de kans om vragen te stellen over de mogelijkheden om bij Zanders te beginnen als stagiair, scriptant, werkstudent of associate consultant. Bij terugkomst lichtte de bank toe dat er een groep consultants was die met hun model, financiële onderbouwing en presentatie boven de rest uitstak, en dat de keuze daarom was gevallen op Kasper, Mara, Glenn, Gwendolyn en Jelle. De ochtend werd afgesloten met een heerlijke lunch, waarbij iedereen uitgebreid de gelegenheid kreeg om met verschillende werknemers kennis te maken en verdere vragen te stellen.

uiteindelijk doel zoveel mogelijk punten te scoren. Alle facetten van het bedrijf kwamen aan bod: zo moesten we aan de hand van een kamergroot touchscreen data analyseren door allerlei verschillende variabelen tegen elkaar uit te zetten. Andere opdrachten bevatte onder andere pensioenadvies, personeel in- en uitstroom analyses en teambuilding. In de finale opdracht, bleek dat team van Glenn, Sven, Christov, Irene, Bas en Rozemarijn toch het snelst was. De dag werd afgesloten met een gezellige borrel.

Na afloop van het evenement zijn alle recruiters en werknemers gevraagd punten toe te dienen aan studenten die in positieve zin extra opvielen. Op basis van deze punten en de punten toegediend aan de winnende groepen, zijn we tot de uiteindelijke winnaar gekomen: Kasper van Vliet. Kasper heeft, naast The Experience: Business Battle beker, een reisje voor twee naar Antwerpen gewonnen. Maar ook voor de overige deelnemers zal het waarschijnlijk geen verloren tijd zijn geweest. We hebben de bedrijven van binnen uit leren kennen, wat een goed inzicht gaf in cultuur van het bedrijf en hoe er aan toe gaat. We hebben voor uitdagende cases gestaan en de kans gehad ons zelf te laten zien. En hebben daarbij drie ontzettend leuke dagen gehad. Daarnaast schijnen de recruiters en studenten elkaar goed te hebben gevonden, want de eerste contacten en sollicitaties zijn al vastgelegd.

24 Juni – Middag, PwC

Na een busrit vanaf Zanders, werden we rond 14 uur ontvangen bij PwC door onder andere Daan Stroosnier en Mila Harmelink, twee oud-bestuursleden van de VSAE. De dag begon met ontzettend energieke introductie gegeven door een partner bij PwC en een korte toelichting op de twee vertegenwoordigde afdelingen PAIS en Data-Analytics. Hierna werden we eigenlijk meteen aan het werk gezet. Per groep moesten we verschillende soorten opdrachten verspreid over de twee gebouwen van PwC uitvoeren, waarbij we maximaal drie hulplijnen konden inzetten met het

20


Uitwisseling met Cheng Chi University Scrollend door de selectielijst van de UvA zag ik dat veel populaire bestemmingen ruimschoots vertegenwoordigd werden door UvA-studenten. Eenmaal bij mijn naam aangekomen, kwam ik er achter dat ik de enige was die naar Taiwan zou gaan! Na een spoedcursus Chinees gevolgd te hebben was ik klaar om mijn exchange in Taipei te beginnen.

DOOR: RUBEN SPRUIT

Aankomst

In de dagen erna kwamen er steeds meer mede-uitwisselingstudenten aan en hebben we samen de stad verkend. Ik ben erg blij geweest met de keuze om in het Ihouse te verblijven. Omdat ik als een van de eerste studenten was aangekomen, heb ik bijna alle exchange studenten leren kennen. Hoewel er in de dorm behoorlijk strikte regels gelden - na 11 uur ‘s avonds geen gasten, geen alcohol in het gebouw en bij elke overtreding zou een “penalty-point” worden uitgedeeld (3 strikes and you’re out) - bleek gelukkig dat in de praktijk deze regels minders streng nageleefd werden. In de eerste week was er een vliegtuigramp in Taipei, mijn 2 buddies die mij aangewezen waren door de universiteit vertelden mij “it’s never boring in Taiwan, this week a plane crash, next week we’ll probably have an earthquake or something”. Ze hadden gelijk: precies een week later ervaarde ik mijn eerste aardbeving.

Campus life

De campus van NCCU ligt ten zuiden van Taipei- Centrum aan de voet van een berg. NCCU heeft in tegenstelling tot de UvA meer een campus

EXCHANGEVERSLAG SECTION

De eerste dag dat ik aankwam, zette de bus mij af bij de hoofdingang van National Cheng Chi University (NCCU). Ik zou verblijven in het International House, een studentenhuis op 5 minuten afstand van de campus, waar de meeste uitwisselingsstudenten verblijven. Ik was één van de weinige exchange students die al was aangekomen. Na een ontmoeting met de mede-exchange students gingen we voor het diner rond de campus en heb ik mijn eerste nacht doorbracht, doen wat Taiwanese jongeren het liefst doen, KTV. Ik verwachtte een aantal 16 jarige meisjes te zien zingen, maar het tegenovergestelde bleek waar. Vooral ouderejaarsstudenten komen ‘s avonds bijeen om de longen uit het lijf te zingen en die nemen het bloedserieus. Die avond kwam ik er achter dat KTV toch niet mijn ding is…


gevoel. Overdag is de universiteit erg levendig en altijd druk. De meeste studenten wonen in een van de dorms op de campus of, als ze dichtbij wonen, bij hun ouders. In de avond zie je veel verschillende student clubs bijeenkomen. Ikzelf ben gaan voetballen met het NCCU university team, die voor de ene helft bestond uit Taiwanezen en de andere helft buitenlandse studenten. Door het voetbalteam heb ik ook veel Taiwanese studenten leren kennen.We gingen vaak met het team uit eten of samen uit en zo vormden we een hechte band. Onze coach was een oud-voetballer en had in het verleden voor het nationale team gespeeld (voor voetballers, Taiwan staat op nr. 179 van de FIFA ranking). Een kleine en stille man die nauwelijks Engels sprak. Echter tijdens de diners met het voetbalteam, na een aantal alcoholische versnaperingen, werd hij heel spraakzaam en nodigde hij het team vaak uit om naar de KTV te gaan.

EXCHANGEVERSLAG

Colleges

Na 2,5 jaar wiskunde- en statistiekvakken gevolgd te hebben was het erg verfrissend om meer bedrijfskundevakken te volgen. Anders dan de vakken in Nederland werd voor de meeste vakken die ik volgde het cijfer opgebouwd uit opdrachten, presentaties en je participatie. Bij een vak was de participatie zelfs 50% van het cijfer. Het vak New Media Technology: Eastern and Western perspectives ging voornamelijk over maatschappelijke veranderingen door de komst van internet en andere technologische vooruitgang. Tijdens mijn eerste college verstond ik haast niets wegens het accent van de professor, maar gelukkig raakte ik er snel aan gewend. Gedurende de andere colleges zou het accent niet veel beter worden. Naast het New Media volgde ik de vakken Fixed Income Securities, een Competition Policy vak en IT for networked organizations, waarin ik als final project een app heb ontworpen. Ik merkte dat de vakken die ik volgde minder uitdaging boden dan in Amsterdam. De meeste professoren moedigden ons aan om veel te reizen tijdens onze tijd in Taiwan en daarom was het vaak toegestaan om een les te missen als je daar een goede reden voor had. Naast de reguliere vakken heb ik een cursus Chinees gedaan waar ik de meeste tijd voor gestudeerd heb. Ik heb plezier beleefd aan het leren van Chinees en wat ik vooral leuk vond is dat ik gelijk in praktijk kon brengen wat ik elke les had geleerd.Vooral buiten Taipei spreken veel mensen vaak geen Engels en hebben de lessen Chinees mij erg geholpen.

Taipei en Taiwan

Vanwege het one China beleid van de VN, erkennen de meeste landen slechts China en niet Taiwan. Een aantal Midden-Amerikaanse en Afrikaanse landen erkennen Taiwan. Om deze reden zie je relatief veel uitwisselingsstudenten uit die landen. Hoewel de situatie

22


verkrijgen zoals Stinky Tofu, een gerecht die z’n naam niet ten onder doet maar eigenlijk best lekker is.

Reizen

Helaas komt mijn Azië avontuur al weer bijna tot een eind, maar ik zal altijd met plezier terug kijken naar alle dingen die ik hier heb beleefd en alle mensen die ik heb ontmoet.

EXCHANGEVERSLAG

tussen China en Taiwan nu redelijk stabiel is, spreken Taiwanese mensen vaak met weinig enthousiasme over China en Chinezen. Het leven in Taipei is iets minder hectisch dan in de meeste grote Aziatische steden. Het openbaar vervoer is zeer toegankelijk en als Taiwanezen moeten wachten vormen ze altijd netjes een rij. De favoriete uitgaansgelegenheden voor de meeste uitwisselingsstudenten waren de open-bars, clubs waar studenten voor onder €20 de hele nacht kunnen drinken. Op de Night Markets zijn lokale delicatesse te

Omdat er genoeg tijd was om ook andere landen te bezoeken hadden Leo en ik in maart afgesproken in de Filippijnen. Daar verbleven we voor een week op het eiland Siargao, waar onze dagelijkse bezigheid surfen en kokosnoten drinken was. Op de zaterdagavond zijn we naar de Jungle disco gegaan waar de lokale bevolking, van jong tot oud, naartoe gaat om te dansen in het midden van de jungle. Naast de Filippijnen zijn een groep exchange students en ik naar Bali geweest. Na 3 dagen in het zuiden van Bali gesurft te hebben had ik de andere studenten ontmoet in Kuta, de grootste stad op Bali. Deze plek was een stuk meer toeristisch en al na de eerste avond, waar iemand mij probeerde te zakkenrollen, was ik helemaal klaar met die plek. Gelukkig zouden we veel dagtrips over het hele eiland doen. Zo zijn we een keer om 2 uur ‘s nachts opgestaan om een berg op Bali te beklimmen voor de zonsopgang. Aan het einde van het semester kwam Leo mij opzoeken en hebben we voor een aantal dagen langs de oostkust van Taiwan gereisd. Terwijl ik dit schrijf is mijn broertje hier op bezoek om samen door Taiwan rond te reizen.

23


Bedrijfsinterview Keylane Morena en Jowita zijn bij Keylane langsgeweest voor een interview met Dirk Koops en Lauren Hammink. Dirk werkt op de Human Resource Development afdeling en Lauren is Teamleider. Kunt u iets over uzelf vertellen?

Dirk: Ik werk op de HRD tak van de HR afdeling van Keylane. Ik werk hier drie dagen in de week. Ik geef zowel trainingen als één op één coaching. De overige twee dagen werk ik zelfstandig en doe ik teambegeleiding, individuele coaching en traineeships. Lauren: Ik ben 1 februari binnengekomen bij Keylane, dus ik werk er nog niet zo lang. Ik ben teamleider van een groep van acht mensen, waarvan de jongste 24 is en de oudste 32. Hiernaast ben ik ook assistent projectleider van het project Univé.

BEDRIJFSINTERVIEW

Wat voor producten en services biedt Keylane aan?

Dirk: Keylane biedt een softwareoplossing aan voor de verzekeringsbranche: schade, leven en pensioen. We bieden een totaalpakket aan dat het hele verzekeringsproces automatisch af kan handelen. De strategsiche ambitie van Keylane op dit moment is om van drie verschillende softwareleveranciers, die alle drie een stukje van de markt bedienen, één speler te maken binnen Europa. Dat is best een ingewikkelde ontwikkeling omdat je én aan het integreren bent én in een snelle markt vooraan wil staan, maar ook de tijd wil nemen om visie te nemen en daarbij stil te staan.

Hoe groot is het bedrijf?

Dirk: We bestaan uit ongeveer 360 mensen. We zitten nu in Scandinavië, UK, Duitsland en België. In Duitsland hebben we slechts één grote concurrent en daar wil Keylane tegenop concurreren. Een grote inhoudelijke uitdaging is het lokaliseren van de software.

In hoeverre en op welke manier heeft u zich kunnen ontwikkelen binnen Keylane?

Lauren: Er is binnen Keylane heel veel aandacht voor persoonlijke ontwikkeling. Keylane is een bedrijf waar heel veel jonge mensen werken en daarom speelt coaching en opleiding aanbieden aan medewerkers een belangrijke rol. Elke medewerker krijgt een “people manager”; een persoon die met jou meegroeit. Regelmatig heb je een gesprekje, waarin je doelstellingen vaststelt en die bijstuurt waar nodig. Toen ik hier binnenkwam begon ik als teamleider en na 4 maanden ben ik al redelijk op weg om projectleider te worden. Ik krijg steeds meer verantwoordelijkheden

op projectleiderniveau. Initiatief nemen wordt hier zeer gewaardeerd. Ik had hiervoor niet veel leidinggevende ervaring en nu geef ik leiding aan acht mensen. Dus als je wilt, kun je je hier heel snel ontwikkelen. Ook mag je hier elk kwartaal twee cursussen volgen. Een cursus ondubbelzinnig schrijven of presenteren bijvoorbeeld.

Hoe blijft het personeel up to date in de IT sector, waar op dit moment zoveel verandering plaatsvindt?

Dirk: Het zoeken van mensen met actuariële achtergrond, maar ook software kennis is en blijft een uitdaging. We zijn nu aan het onderzoeken hoe we dat vanuit HR en met opleidingen kunnen ondersteunen. Maar dit is nog in ontwikkeling. Lauren: Op dit moment kan ik meekijken hoe de ontwikkelingen plaatsvinden en hoe ons bedrijf verandert. Het leuke is dat je er af en toe ook een bijdrage aan kunt leveren. Er wordt veel samengewerkt en hierdoor leer je heel snel. Dit komt vooral doordat je al snel veel verantwoordelijkheden krijgt. Dirk: Het leuke voor mensen die nieuw binnenstromen is dat je niet alleen inhoudelijk heel veel en snel kunt leren van de mensen die hier zitten, maar dat je ook heel snel dingen kunt bijdragen. Je kan bijvoorbeeld ook al vrij snel de kans krijgen om naar onze vestiging in Scandinavië te gaan.

Zijn er mogelijkheden voor werkstudenten/stages/ scriptieplekken bij Keylane?

Dirk: Wij hebben altijd stagiairs en werkstudenten rondlopen. Er worden belangrijke vraagstukken bij hen neergelegd. Stagiairs kunnen cursussen volgen en worden goed begeleid. Het is een wederzijdse kennismaking. Voor ons is het ook een mooie manier om mensen te leren kennen en vrij regelmatig komen er dienstverbanden uit.

Hoe omschrijf je de typische Keylane medewerker?

Lauren: De Keylane medewerkers zijn allemaal heel divers, maar wel allemaal hoogopgeleid bèta. Dan moet je denken aan econometrie, wiskunde, informatica, natuurkunde, sterrenkunde, etc. Zolang je analytisch sterk bent, kun je zeker bij ons terecht.

24


Think talent, act career. Werk maken van talent.

Keylane|Quinity maakt werk van talent! Hoe? Heel simpel! We bieden je vanaf je eerste dag een groot scala aan opleiding, training en begeleiding. Samen met jou stippelen we je ideale carrière uit en stimuleren wij je om te blijven leren en groeien! Vanaf de start werk je aan complexe projecten, waardoor je je kennis direct kunt toepassen! Dit kun je doen als software-engineer of als consultant.

www.werkenbijkeylanequinity.nl

Specialist in de ontwikkeling en implementatie van software voor de internationale verzekeringen- en pensioenenmarkt.

software that matters


Puzzelpagina

Every row, column and cluster and the red V line, must contain the numbers 1 to 9.

PUZZEL AENORM 88 Op deze pagina is een uitdagende puzzel te vinden. Oplossingen kunnen tot en met 1 november 2015 worden ingeleverd. Dit kan in de VSAE kamer (E1.32), per mail via aenorm@vsae.nl onder vermelding van “Aenorm puzzel 88” of per post naar de VSAE t.a.v. Aenorm puzzel 88. Roetersstraat 11, 1018 WB Amsterdam, Nederland.

2 7 3 1 6 5 8 9 4

8 6 4 5 1 9 2 7 3

9 1 2 7 4 3 5 6 8

5 4 6 8 3 1 9 2 7

4 3 8 9 5 6 7 1 2

1 8 9 2 7 4 6 3 5

3 5 7 4 9 2 1 8 6

6 2 1 3 8 7 4 5 9

7 9 5 6 2 8 3 4 1

© Praxis Professional Services Pty Limited, Australia

2946767

Er zal onder de correct ingezonden oplossingen een bol.com-waardebon ter waarde van €10,worden verloot

www.sudokion.com

1735066

7 4 9 8 5 3 2 1 6

PUZZEL

OPLOSSING PUZZEL AENORM 87 Hiernaast staat de oplossing van de puzzel uit de vorige editie van de Aenorm. De winnaar van de vorige puzzel is Pieter Schermers! Gefeliciteerd. Er ligt een bol.com-waardebon op je te wachten in de VSAE kamer.

3 6 8 2 1 9 5 7 4

www.sudokion.com

26

2 5 3 6 7 4 1 9 8

1 8 4 9 3 5 7 6 2

9 1 5 3 2 6 8 4 7

4 7 2 5 9 1 6 8 3

5 9 6 4 8 7 3 2 1

8 3 7 1 6 2 4 5 9

6 2 1 7 4 8 9 3 5

© Praxis Professional Services Pty Limited, Australia


Puzzelpagina

SCHATTINGSVRAAG AENORM 88 Tijdens sollicitatiegesprekken kunnen schattingsvragen gesteld worden om de manier van denken te observeren. Probeer door logisch redeneren tot een antwoord te komen op de volgende vraag: Hoeveel bomen staan er in Amsterdam?

BEREDENERING SCHATTINGSVRAAG AENORM 87

Beredenering: 1. Hoeveel ponten zijn er? 2. Welke ponten worden vooral gebruikt (de korte pont tussen Centraal en Buiksloterweg) 3. Hoeveel ponten gaan er per uur? 4. Hoeveel mensen gaan er gemiddeld op een pont? Hou rekening met piekuren in de spits en rustige momenten overdag. 5. Hoeveel ponten gaan er per dag? 6. Maak er vertaalslag van 1 pont met x aantal mensen naar hoeveel ponten per dag. 7. Maak de vertaalslag van x aantal mensen op 1 dag naar totaal aantal mensen per jaar. 8. Hou rekening met piekuren v. rustige uren. Denk aan de andere ponten die nog gaan richting IJplein en de NDSM werf. Die zijn rustiger maar ook daar gaan mensen mee. Hou rekening met zomer en winter verschil. Je moet uiteindelijk naar een gemiddelde.

27

PUZZEL

Vraag: “Hoeveel mensen maken per jaar gebruik van de pont van Amsterdam naar Amsterdam-Noord?�


VACATURES Alle vacatures zijn terug te vinden op www.careers4quants.com

Werkstudent

Wil je werkervaring opdoen op het gebied van actuariaat of andere financiële- of personeelskwesties? Dat kan bij Towers Watson! Wij bieden studenten met een relevante studie de mogelijkheid om voor minimaal twee dagen per week werkervaring bij ons op te doen als werkstudent. Een werkstudentschap is een unieke gelegenheid om onze organisatie beter te leren kennen. Je kunt dan goed bepalen of wij jouw toekomstige werkgever zouden kunnen zijn.

Bedrijf

Towers Watson

Opleidingsniveau

Eind bachelor, begin Master (Econometrie of Actuariaat)

Plaats

Amstelveen

Junior Consultant Big Data Management Jij helpt in Business Intelligence en Analytics projecten om grote hoeveelheden data te structureren en om te zetten in informatie. Daarnaast ondersteun je organisaties bij het ontwerp en inrichting van hun toekomstige data architectuur om voorbereid te zijn op het opslaan en analyseren van Big Data. Je werkt samen met experts van Deloitte uit andere vakgroepen, zodat we in multidisciplinair verband tot het beste advies voor onze klanten komen.

VACATUREPAGINA

Junior Trader

Bedrijf

Deloitte

Opleidingsniveau

Afgeronde WO-studie (bv. Econometrie, Informatiekunde of Technische Bedrijfskunde)

Plaats

Junior Consultant Finance & Risk Management

Amsterdam

Quantitative Risk Analyst

You manage and optimize our position using a wide range of financial products. You formulate innovative trading strategies and - in close collaboration with our software engineers - develop trading models and tools that allow us to capitalize on opportunities efficiently.

Je houdt je bezig met het oplossen van complexe vraagstukken op het gebied van Financial Risk Management. Met een team werk je projectmatig binnen verschillende organisaties, met name binnen het bank- en verzekeringswezen, zowel in Nederland als in het buitenland. Het effectief inzetten van IT speelt een belangrijke rol.

Jouw taak is het verkrijgen van inzicht in de verzekeringstechnische risico’s op het gebied van pensioen-, leven- en/of schadeverzekeringen. Door bestaande modellen te onderzoeken en nieuwe modellen op te stellen kunnen we de verzekeringstechnische risico’s van verplichtingen en beleggingen op onze balans verkleinen.

Company Flow Traders Education Degree in finance, economics or related Location Amsterdam

Bedrijf Accenture Opleidingsniveau Afgeronde bèta Masteropleiding Plaats Amsterdam

Bedrijf Aegon Opleidingsniveau Afgeronde kwantitatieve WO-studie Plaats Den Haag

28


Relatie tussen individuele ziektekosten en ziektekostenverzekeringen In de scriptie van Rens Garssen staat het verband tussen het al dan niet verzekerd zijn en de totale medische uitgaven centraal.

Weak Identification in Linear Factor Models Alex Wong presents his Master’s thesis. His results show that small betas are a possible issue for linear factor models with currency portfolios.


BSC-LEVEL | ECONOMETRICS

Relatie tussen individuele ziektekosten en ziektekostenverzekeringen Volgens het rapport “The Economic Case for Health Care Reform” van de ‘Counsil of Economic Advisors’ (CEA) (2009) heeft een hervorming van het Amerikaanse ziektekostenverzekeringssysteem een hoge prioriteit in Amerika. Deze hervorming wordt als noodzakelijk gezien vanwege twee aspecten, het stijgende aandeel van de medische kosten in het bruto binnenlands product en de grote groep onverzekerden. Het eerste probleem is dat in 2009 achttien procent van het BBP van de Verenigde Staten uit medische uitgaven bestond. In het rapport wordt ook een voorspelling gemaakt voor het jaar 2040, waarin, als de groei van de medische uitgaven zo doorgaat, 34 procent van het BBP uit medische uitgaven bestaat (CEA, 2009). Het tweede probleem is de grote groep onverzekerden. Hoewel in Nederland een ziektekostenverzekering verplicht is, is dit in Amerika niet het geval. Om de groep onverzekerden te kunnen verkleinen, moet er gekeken worden naar de voor- en nadelen van verzekerd zijn. Uit Fronstin (2005) blijkt dat de financiële afweging de belangrijkste overweging is bij het al dan niet afsluiten van een verzekering. In 2002 gaf namelijk 64,4 procent van de onverzekerden aan dat de hoge kosten de reden was om geen verzekering af te sluiten (Fronstin, 2005). In deze scriptie staat het verband tussen het al dan niet verzekerd zijn met de totale medische uitgaven centraal. Theoretisch kader

Om dit verband te kunnen verduidelijken en bepalen wordt er eerst gekeken naar voorgaande onderzoeken. Duan et al. (1982) hebben onderzoek gedaan naar statistische modellen die gebruikt kunnen worden voor het verklaren van de vraag naar medische zorg. De methodes die aan bod komen zijn de analyse van de variantie (ANOVA) en covariantie (ANOCOVA), het one-part model, het two-part model en het fourpart model. Duan et al. (1982) concluderen dat het four-part model de beste resultaten oplevert, maar ze zijn nog steeds ontevreden omdat de aannames over de verdeling van de storingstermen inconsistente

DOOR: RENS GARSSEN

schatters kunnen opleveren als die aannames van de storingstermen niet waar blijken te zijn. De oplossing hiervoor is een semi-parametrisch of non-parametrisch model. Hierbij worden er geen aannames gemaakt over eventuele verdelingen. Het four-part model is in ieder geval wel de beste optie van de besproken methodes volgens Duan et al. (1982). Manning et al. (1988) hebben vervolgens precies het hierboven beschreven four-part model geschat. Uit hun resultaten blijkt dat tussen 1950 en 1984 de medische uitgaven zijn gestegen met een factor zeven, maar deze verandering van ziektekostenverzekeringen kunnen maar voor een klein

30


Het model

Shen (2013) heeft zijn onderzoek gebaseerd op de onderzoeken besproken in bovenstaande paragraaf. Hiervoor gebruikt hij een model dat grotendeels vergelijkbaar is met het four-part model. Hij onderscheidt drie onderwerpen met drie verschillende vergelijkingen: het al dan niet afsluiten van een privéziektekostenverzekering, het opzoeken van medische zorg of niet en de medische uitgaven. Shen (2013) creëert een belangrijk verschil tussen zijn model en een normaal four-part model door rekening te houden met correlaties in zijn model. Hij voegt namelijk twee correctietermen en een correlatiefactor toe. De keuze voor het al dan niet afsluiten van een privéziektekostenverzekering wordt zo goed mogelijk verklaard door de verklarende variabelen, maar het blijft een individuele keuze wat endogeniteit kan veroorzaken. Endogeniteit kan bijvoorbeeld veroorzaakt worden door het bestaan van ‘adverse selection’ en ‘moral hazard’. ‘Adverse selection’ is gebaseerd op asymmetrische informatie tussen twee partijen, in dit geval de verzekeraar en de persoon die een verzekering wil. Personen die meer medische hulp nodig hebben of nodig denken te hebben, zullen daardoor een grotere stimulans ervaren om een verzekering af te sluiten (Chassagnon & Chiaporri, 1997). Vervolgens, als een individu een verzekering heeft afgesloten, bestaat er een kans op ‘moral hazard’ (Mirrlees, 1999). ‘Moral hazard’ is te definiëren als een situatie waarbij een partij meer risico durft te lopen, omdat de eventuele extra kosten van dat risico niet voor de desbetreffende partij zelf zijn. Ook zullen sommige verzekerden sneller naar de dokter gaan of willen eerder medicijnen voor lichte klachten. ‘Moral hazard’ heeft dus vooral invloed bij vergelijking (2) en (3). Om deze redenen zijn de correctietermen toegevoegd in het model. In deze scriptie wordt gebruik gemaakt van een Heckman sample selection model, wat deels overeenkomt met het model van Shen (2013). Dit houdt in dat het model in twee stappen wordt onderverdeeld, namelijk de indicatorfunctie voor het wel of niet afsluiten van een privéziektekostenverzekering en de functie voor de medische uitgaven met een selectiviteitscorrectie. Onder een privéziektekostenverzekering wordt zowel een ziektekostenverzekering via werk als een zelf afgesloten verzekering bij een particulier verzekeringsbedrijf verstaan. Er is gekozen voor het weglaten van de vergelijking over het opzoeken van medische zorg of niet, omdat de interesse vooral ligt

bij de ontwikkeling van het wel of niet verzekeren en de medische uitgaven over de tijd. Om het al dan niet gebruik maken van medische zorg niet helemaal te negeren is er een variabele toegevoegd die het totale aantal bezoeken aan een medische deskundige weergeeft. Het model van deze scriptie is weergegeven in vergelijking (1) en (2). Vergelijking (1) wordt geschat met behulp van een probit-model. Vergelijking (2) is de functie voor de medische uitgaven, waarbij I de dummyvariabele is uit vergelijking (1). De derde term in de formule is de correctieterm.­­ (1) (2) Dit model houdt rekening met endogeniteit van de keuze voor het al dan niet afsluiten van een privéziektekostenverzekering door middel van de correctieterm. Bij dit model zijn er ook nog twee kritische punten. Ten eerste wordt er gebruikt gemaakt van de assumptie dat normaal verdeeld is. Als dit niet waar is, leidt dit tot inconsistente schatters. Dit zou opgelost kunnen worden door een semi-parametrische of nonparametrische methode (Shen, 2013). Ten tweede is er een kans op multicollineariteit als de matrices Z en X te veel overeenkomen (Puhani, 2000). Daarom moeten er instrumenten gevonden worden waardoor de matrices X en Z zo veel mogelijke verschillen. Anders kan er een sterke correlatie ontstaan tussen en de correctieterm die afhangt van Z en , wat een ernstige mate van multicollineariteit kan veroorzaken.

De overeenkomende variabelen van X en Z

Uit voorgaande onderzoeken blijken gegevens als leeftijd, inkomen, scholing, geslacht en etniciteit van belang te zijn voor zowel de keus voor het afsluiten van een privéverzekering als de hoogte van de medische uitgaven (Duan et al., 1983, Manning et al., 1988, en Miller et al., 2004). De variabele etniciteit wordt ook vaak bediscussieerd. De relatie tussen etniciteit en gezondheid is lastig te specificeren, ondanks dat het er wel degelijk is. Etniciteit hangt namelijk sterk samen met andere socio-economische variabelen (Fuchs, 2004). Een opvallend probleem in de Verenigde Staten is de verklaring waarom de levensverwachting van zwarte mensen 7 jaar lager ligt dan van blanke mensen. Hiervoor worden meestal laag inkomen, minder scholing en slechtere toegang tot medische zorg als verklaringen gebruikt. Naast deze variabelen hebben Duan et al. (1983), Manning et al. (1988) en Miller et al. (2004) ook significante effecten van de grootte van de

31

BSC-LEVEL | ECONOMETRICS

deel van deze stijgende medische uitgaven verklaren. De sterke stijging van de medische uitgaven wordt voor het grootste deel verklaard door de technische innovatie (Manning et al. 1988). Er zijn namelijk veel nieuwe behandelingsmethode met nieuwe apparaten bijgekomen in vergelijking met 1950.


familie, rookgedrag en drinkgedrag ontdekt. Behalve familiegrootte zijn deze variabelen niet voor ieder jaar in de MEPS-data beschikbaar. Daarom zullen er regressies met en zonder deze variabelen uitgevoerd worden. Een variabele als eigen gezondheidsstatus volgens de persoon zelf kan een indicatie geven of mensen een verzekering willen afsluiten of niet. Ook kan deze variabele een rol spelen bij de medische uitgaven (Duan et al., 1982).

De verschillende variabelen van X en Z

BSC-LEVEL | ECONOMETRICS

Om het effect van multicollineariteit te verkleinen, zullen er verschillen tussen de matrices X en Z moeten zijn (Puhani, 2008). Het belangrijkste verschil tussen de variabelen die meegenomen worden in de vergelijking van het two-part model is de correctieterm. Deze wordt toegevoegd als variabele bij het model voor de totale medische uitgaven. In het model in deze scriptie wordt er vanuit gegaan dat het al dan niet afsluiten van een privéziektekostenverzekering een endogene variabele is en er dus een correlatie tussen

de twee storingstermen bestaat. Daarom wordt er een significant effect van de correctieterm verwacht bij de resultaten. Ook Shen (2013) heeft geprobeerd X en Z zo min mogelijk te laten overlappen. Hij gebruikt bijvoorbeeld huwelijkstatus wel voor de indicatorfunctie voor het al dan niet afsluiten van een privéziektekostenverzekering, maar vervolgens niet voor de uitgavenfunctie. Dit doet hij, omdat hij beredeneert dat wanneer een patiënt heeft besloten medische hulp te zoeken, de voorgeschreven behandeling en dus de medische kosten los staan van de burgerlijke staat van de patiënt. Nog een verschil tussen de matrices X en Z heeft betrekking op werk. Voor het verzekeren via werk gebruikt Shen (2013) niet alleen inkomen en scholing, maar ook de beroepscategorie. Zo is er bijvoorbeeld een verschil in verzekeringsaanbod voor fulltime en parttime werknemers (Fronstin, 2005). Of een persoon een verzekering via werk heeft, hangt dus af van welk beroep er wordt uitgeoefend. Shen (2013) neemt daarom beroepscategorie wel mee bij de

Tabel 1 - Bovenaan is de pseudo-R2 van het model vermeld. De afhankelijke variabele is de dummyvariabele PRIVATEINSEVER. Deze wordt zo goed mogelijk verklaard door de overige variabelen in de tabel. *, **, *** geven aan dat een variabele significant is bij een significantieniveau van respectievelijk 10%, 5% en 1%.

32


indicatorfunctie voor de verzekering, maar niet voor de medische uitgaven.

Resultaten

Conclusie

Uit de resultaten van dit onderzoek naar de stabiliteit van de relatie tussen de individuele ziektekosten en de ziektekostenverzekering is gebleken dat het effect

BSC-LEVEL | ECONOMETRICS

Voor het onderzoek in deze scriptie worden data van de Medical Expenditure Panel Survey gebruikt. Hierbij is gekozen voor de jaartallen 1996 tot en met 2012 met stappen van vier jaar. Met deze gegevens en het opgestelde model zijn er resultaten gevonden die weergegeven zijn in tabel 1, 2 en 3. Uit tabel 1 blijkt dat de coëfficiënten van de variabelen MARRIED, WHITECOLLAR en MORELOCAT significant zijn. Omdat deze variabelen een verschil tussen de matrices X en Z moesten creëren, is het belangrijk dat ze ook daadwerkelijk significant zijn1. De significantie van de negatieve coëfficiënt van leeftijd en de positieve coëfficiënt van leeftijd gekwadrateerd wijzen op een kwadratisch verband tussen leeftijd en het al dan niet afsluiten van een

privéziektekostenverzekering. In 1996 is het marginale effect van leeftijd -2% en voor leeftijd kwadraat 0,02%. Het verband kan met behulp van de marginale effecten grafisch worden weergegeven als een dalparabool met een minimum bij de leeftijd van 36 jaar. Bij de jongere individuen in de steekproef zorgt leeftijd dus voor een verkleining van de kans op het afsluiten van een privéziektekostenverzekering. Dit effect wordt steeds negatiever tot de leeftijd van 36 jaar. Vanaf dat punt gaat het gezamenlijke effect van leeftijd en leeftijd gekwadrateerd weer naar nul. Het gezamenlijke effect wordt positief vanaf 73 jaar. Dus alleen voor de oudsten in de steekproef zorgt leeftijd voor vergroting van de kans op het afsluiten van een privéziektekostenverzekering.

Tabel 2 - Bovenaan wordt de voorspelde kans op het afsluiten van een privéziektekostenverzekering per jaar weergeven.Vervolgens de marginale effecten van de verklarende variabelen op de keus van het al dan niet afsluiten van een privéziektekostenverzekering. Deze waardes zijn verkregen met het commando mfx. *, **, *** geven aan dat een variabele significant is bij een significantieniveau van respectievelijk 10%, 5% en 1%.

MARRIED is de variabele voor het al dan niet getrouwd zijn. WHITECOLLAR is de variabele voor beroepscategorie en MORELOCAT geeft aan of het bedrijf waar de persoon werkt meerdere locaties heeft of niet. 1

33


bedrijven te motiveren en/of financieel te steunen bij het aanbieden van een ziektekostenverzekering voor hun personeel. Hoewel er duidelijke en significante resultaten zijn gevonden, zijn er ook wat aanmerkingen die vragen om een vervolgonderzoek. Zo bestaat de gebruikte steekproef ieder geanalyseerd jaar uit verschillende individuen. Dit komt door de opzet van de Medical Expenditure Panel Survey. Dit soort panel surveys kan ook geschat worden door middel van cohorten. Het verschil tussen de matrices X en Z werd ook belangrijk geacht. In deze scriptie is daar rekening mee gehouden door burgerlijke staat, beroep en bedrijfsgrootte toe te voegen bij alleen de keuze voor het al dan niet afsluiten van de ziektekostenverzekering. In een vervolg onderzoek moeten er meer variabelen toegevoegd worden om het verschil tussen de twee matrices te vergroten en moet er ook nauwkeurig gekeken worden of alle gekozen instrumenten insignificant zijn bij de vergelijking voor de totale medische uitgaven.

BSC-LEVEL MSC-LEVEL || ECONOMETRICS SPECIALTY

van een ziektekostenverzekering niet stabiel maar wel positief en significant is. Dit blijkt uit de geschatte coëfficiënten van het al dan niet hebben van een privé- en/ of publieke ziektekostenverzekering. Als tegenargument van deze conclusie is er uit de resultaten gebleken dat de coëfficiënt van de correctieterm negatief is. Dit houdt in dat bij een grotere kans op het afsluiten van een privéziektekostenverzekering de medische kosten afnemen. Waarschijnlijk is het positieve effect van het hebben van een privéziektekostenverzekering op de medische uitgaven sterker dan het negatieve effect van de correctieterm, wat resulteert in een positief effect van de privéziektekostenverzekering op de medische uitgaven. Dit kan echter niet bij ieder persoon met zekerheid worden vastgesteld. Dus een negatief effect kan niet uitgesloten worden. Uit de resultaten van het probit-model is gebleken dat de beroepscategorie en de grootte van een bedrijf een significant effect hebben op het al dan niet afsluiten van een privéziektekostenverzekering. Dit aspect kan de overheid ook aanpakken door de kleine

Tabel 3 - Bovenaan is de R² van het model vermeld. De afhankelijke variabelen zijn de totale medische uitgaven. Deze worden zo goed mogelijk verklaard door de overige variabelen in de tabel. Daarnaast is er een correctieterm toegevoegd die verkregen is uit de resultaten van het probit-model. *, **, *** geven aan dat een variabele significant is bij een significantieniveau van respectievelijk 10%, 5% en 1%.

34


and Quality Working Paper, No. 04007. Mirrlees, J.A., (1999), ’The Theory of Moral Hazard and Unobservable Behaviour: Part I’, The Review of Economic Studies, vol. 66, No.1, pp. 3. Puhani, P.A., (2000), ‘The Heckman Correction for Sample Selection and Its Critique’, Journal of Economic Surveys, vol. 14, pp. 53-68. Shen, C, (2013), Determinants of health care decisions: insurance, utilizations and expenditures, Review of Economics and Statistics, vol. 95, pp. 142-153.

Literatuur

Chassagnon, A., Chiaporri, P.H. (1997), ‘Insurance under moral hazard and adverse selection: the case of pure competition’. Council of Economic Advisors, (2009), ‘The Economic Case for Health Care Reform’, Executive Office of the President. Duan, N., Manning, W.G., Morris, C.N., Newhouse, J.P., (1982), ‘A Comparison of Alternative Models for the Demand for Medical Care’, Rand Health Insurance Experiment Series. Fronstin, P., (2005), ‘Sources of Health Insurance and Characteristics of the Uninsured: Analysis of the March 2005 Current Population Survey’, Employee Benefit Research Institute, No. 287. Fuchs, V.R., (2004), ‘Reflections on the socio-economic correlates of health’, Journal of Health Economics, No. 23, pp. 653-661. Manning, W.G., Newhouse, J.P., Duan, N., Keeler, E., Benjamin, B., Leibowitz, A., Marqis, M., Zwanziger, J., (1988), ‘Health Insurance and the Demand for Medical Care’, RAND Health Insurance Experiment. Miller, E., Banthin, J.S. & Moeller, J.F., (2004), ‘Covering the Uninsured: Estimates of the Impact on Total Health Expenditures for 2002’,Agency for Healthcare Research

35

OVER DE AUTEUR Rens Garssen Cees Diks Rens (21) heeft of deze Cees Diks is professor Data-zomer zijn BSc Econometrie aanat de analysis and Economic Statistics Universiteit van Amsterdam the University of Amsterdam. He is afgerond. Tijdens zijn bachelor an expert on non-linear time series heeft hij een semester aan analysis, a new field at the order de universiteit in Hong Kong between non-linear dynamical gestudeerd. Volgend jaarsystems gaat and statistical data-analysis. Within his hij starten met zijn Master research in the Center for Nonlinear Econometrics. Naast zijn studie Dynamics in Economics Finance loopt Rens hard en and werkt hij in de horeca.he focuses on detecting (CeNDEF) and modelling nonlinearities, which often arise in systems with boundedly rational economic agents.

Recommended for readers of| XXx-level MSC-LEVEL SPECIALTY | SPECIALTY | NL BSC-LEVEL | ECONOMETRICS

Ook is er een variabele voor het totale aantal bezoeken aan een medisch specialist toegevoegd (TOTMEDVIS), maar hierbij is onbekend of het een controle bezoek of een noodgeval betreft. Een extra vergelijking toevoegen voor het gebruik van medische zorg, zoals Shen (2013) heeft gedaan, behoort ook tot de opties. Extra opties om de realiteit beter te beschrijven resulteren in een four-part, six-part of zelfs een eight-part model. Maar om verbanden per jaar en over een bepaalde tijd te kunnen analyseren, moet het model niet te complex worden. Ook is er een assumptie gemaakt over de verdeling van de storingsterm in het probit-model. De assumptie is dat normaal verdeeld is. Als dit niet waar is, leidt dit tot inconsistente schatters. Dit zou nader onderzocht kunnen worden door een semiparametrische of non-parametrische methode (Shen, 2013). Uiteindelijk zijn er in dit onderzoek nieuwe inzichten ontstaan en bevestigingen van voorgaande resultaten uit eerdere onderzoeken gevonden. De medische uitgaven in combinatie met de gezondheidszorg en ziektekostenverzekeringen blijft een complex geheel. Hierbij is het probleem van de grote groep onverzekerden in Amerika nog niet opgelost.


MSC-LEVEL | ECONOMETRICS

Weak Identification in Lineair Factor Models Results of this thesis show that small are a possible issue for linear factor models with currency portfolios. A principal component analysis on the currency portfolio returns show that the factors used in Lustig and Verdelhan (2007) leave a large unexplained factor structure in the first pass residuals from the Fama and MacBeth (1973) (FM) two pass procedure, while the factors proposed by Lustig, Roussanov, and Verdelhan (2011) do not. The second pass statistics based on the FM two pass procedure become unreliable due to the unexplained factor structure and lead to incorrect statistical inferences. Factor robust test statistics proposed by Kleibergen (2009), which remain trustworthy irrespective of the values of the , are used to test hypotheses on the risk premia. The factors from Lustig and Verdelhan (2007) and Lustig et al. (2011) are neither supported nor rejected by the 95% condence sets as these consist of the whole real line. 1 Introduction

Linear factor models are commonly used statistical models in finance, see Fama and MacBeth (1973), Gibbons (1982), Shanken (1992), Lustig and Verdelhan (2007), Cochrane (2009) and Lustig et al. (2011). In asset pricing, the financial models used to analyze the relationship between portfolio returns and (macro-) economic factors imply a linear factor model. The FM two pass procedure is used to estimate the linear factor model (Fama & MacBeth, 1973). The second pass statistics are used for statistical inferences, however these second pass measures have recently been criticized as they become unreliable when the estimated are small and close to zero. Kleibergen (2009) therefore proposes the use of factor robust test statistics, which remain trustworthy irrespective of the size of the . In light of these findings, it is important to analyze in which areas of finance small can be an issue. This thesis will focus on the area of foreign currency risk premia, where such analysis has

BY: ALEX WONG

not been conducted yet. The goal of this thesis is to analyze to what extent the size of the is an issue in Lustig and Verdelhan (2007) and how estimation results are affected. In addition, the two factors proposed by Lustig et al. (2011) will be constructed from the currency portfolio returns of Lustig and Verdelhan (2007) and analyzed to see to what extent these are valid factors such that use of second pass statistics is appropriate.

2 Linear Factor Models for Portfolio Returns 2.1 Lustig and Verdelhan (2007)

Lustig and Verdelhan (2007) use a consumption-based model to explain the violation of the uncovered interest rate parity, which describes the relationship between exchange rates and interest rates and show that excess returns are a compensation for the US investor as he takes on more US consumption growth risk. Lustig and Verdelhan (2007) construct eight currency portfolios, which are sorted on interest rates. The stochas-

36


tic discount factor is linearly approximated, where non-durable consumption growth (nd), durable consumption growth (d) and stock market return (m) are used as factors for their linear factor model.

2.2 Lustig et al. (2011)

Lustig et al. (2011) start from an arbitrage pricing theory (APT) approach to identify common risk factors for currency portfolios. The observed proxy factors can be found by applying principal component analysis on the covariance matrix of the currency portfolio returns. By analyzing the factor structure of the currency portfolios they find that the first two principal components explain most of the variation in the currency portfolio returns. These are identified as the average currency portfolio return factor and the factor, which is highest interest rate currency portfolio return minus the lowest interest rate currency portfolio.

ly affect the portfolio returns, therefore principal component analysis can be applied by decomposing the covariance matrix of the portfolio returns in a matrix with eigenvalues and eigenvectors. Three metrics will be used to analyze the factor structure. The factor structure check is dened as

with and the principal components in descending order. The likelihood ratio (LR) statistic tests whether the parameters of the observed proxy factors are equal to zero, i.e., : B = 0 against the alternative that they are unequal to zero :B 0. The LR test is equal to (5)

Fama and MacBeth (1973) propose a two pass procedure to estimate B, and for the factor model with k factors: (1) where is a N-dimensional vector with portfolio returns, is a N-dimensional vector with constants, B is the N x k dimensional matrix with factor loadings, is a vector with factors and is the vector with residuals. In the first pass an estimate for B is obtained by regressing the portfolio returns on the factors , the OLS estimator for B in equation (1) is: (2)

where

and . The OLS estimator for is (3)

In the second pass the average return sed on and to find estimates for

is regresand (4)

3 Principal Component Analysis

This thesis follows the approach of Kleibergen and Zhan (2014) to analyze the factor structure in the portfolio returns. The factors simultaneous-

The pseudocan be used as a goodness of fit measure to see what percentage of the total variation of the portfolio returns is explained by the observed proxy factors and it can be computed using the the principal components of the covariance matrices of the portfolio returns and the residuals. The pseudois dened as (6)

3.1 Principal Component Analysis Results and Discussion

The factor structure check from Table 1 shows that the factors from Lustig and Verdelhan (2007) (LV07) do not capture the factor structure well as a large unexplained factor structure remains, while the factors from Lustig et al. (2011) (L11) do not leave a large unexplained factor structure as the large difference between the second and third largest principal component is not observed. The small size of the LR statistics also indicate that the factors from Lustig and Verdelhan (2007) are weak as a large number of parameters are tested simultaneously, while the size of the statistics for the factors of Lustig et al. (2011) is much larger. The F-statistics reiterate that the factors from Lustig and Verdelhan (2007) do not capture the factor structure well, whereas the factors of Lustig et al. (2011) do. The pseudoshows that only 5.22% of the factor structure is explained by the factors of Lustig and Verdelhan (2007), while the factors from Lustig et al. (2011) explain 72.70% of the variation.

37

MSC-LEVEL | ECONOMETRICS

2.3 FM Two Pass Procedure


signicant. In addition, a is found of 0.8763.The results stipulate the problem with second stage statistics when weak factors are used. From the results of the previous table it is clear that the factors of Lustig and Verdelhan (2007) do not capture the factor structure well, however signicant results are found when statistical inference based on the second stage statistics is done.

MSC-LEVEL | ECONOMETRICS

Table 1: Largest three principal components in descending order of the covariance matrix of the portfolio returns and residuals that result using the LV07 factors or the L11 factors. The likelihood ratio (LR) statistic tests against the indicated specication (p-value between brackets). The F-statistics result from testing the signicance of the factors in a regression of the two largest principal components on them. FACCHECK equals the percentage of the variation explained by the two largest principal components.

Table 2 reports the FM second pass statistics and from the table it follows that the factor prices of non-durable and durable consumption growth are

Table 2: Estimation results of LV07 factors using FM two pass procedure with standard errors between brackets.

4 Second Pass

The is a commonly used statistic to determine how well the variation is explained by the estimated model, however under weak factors Kleibergen and Zhan (2014) show that the is inconsistent and that it converges to a random variable leading to incorrect statistical inferences.

Figure 1: Density function of and FACCHECK (the ratio of the sum of the two largest principal components of the residual covariance matrix over the sum of all principal components) when one factor (dashed) or two factors (solid) are used of Lustig et al. (2011).

Figure 2: Density function of and FACCHECK (the ratio of the sum of the two largest principal components of the residual covariance matrix over the sum of all principal components) when one weak factor (dashed), two weak factors (dash dotted) or three weak factors (solid) are used of Lustig and Verdelhan (2007).

38


Figure 3: Density function of and FACCHECK (the ratio of the sum of the two largest principal components of the residual covariance matrix over the sum of all principal components) when three weak factors are used in combination with a strong factor structure (dashed), a factor structure (dash dotted) and a weak factor structure (solid).

The densities of and FACCHECK are estimated with a Monte Carlo simulation, which is calibrated on the estimation results of Lustig and Verdelhan (2007). Figure 1 starts with a model with only one strong factor (dashed line). When another strong factor is added, the density of shifts to the right substantially. In addition, the density of FACCHECK shifts to left as the unexplained factor structure should decrease when a strong factor is added. The graphs in Figure 2 show that adding weak factors shifts the density to the right leading to a higher , but this stems from the estimation error in and not from adding relevant factors to the regression as the density FACCHECK remains unchanged. Adding weak factors has little to no effect on the unexplained factor structure in the rst pass residuals. To further analyze the influence of the unexplained factor structure on a model is estimated using the three weak factors of Lustig and Verdelhan (2007). The strength of the unexplained factor structure can be adjusted by varying the covariance matrix of the residuals in the original model. In Figure 3, the density of is close to one, when the unexplained factor structure is strong (dashed line). As the strength of the factor structure decreases the densities of and FACCHECK shift to the left. The is therefore uninformative about the strength of the relationship between the factors and the portfolio returns for models with a large unexplained factor structure in the residuals.

tics of Anderson and Rubin (1949), Kleibergen (2002), Moreira (2003) and Kleibergen (2005). This thesis will focus on the generalized least squares - Lagrange multiplier test (GLS-LM), the factor Anderson Rubin test (FAR) and the conditional likelihood ratio test (CLR). These proposed statistics are used for testing hypothesis on the risk premia, such as : = . The model is adjusted by deleting from it, as the focus lies on . This implies the following moment conditions (7) (8) (9) with is a ( N - 1) x 1 vector, is a scalar, is a ( N - 1 ) x k matrix and is a k x 1 vector. Under : = , the least squares estimator is defined as (10) with

and

.

5.1 GLS-LM Statistic

The GLS-LM statistic is one of the factor robust test statistic proposed by Kleibergen (2009) and under : = (11)

5 Factor Robust Test Statististics

Kleibergen (2009) proposes the use of alternative statistics whose limiting distributions are unaffected by the size of the , which can then be reliably used for statistical inference. These statistics are centered around the maximum likelihood estimator (MLE) of Gibbons (1982) and they are based on the Generalized Method of Moments (GMM) and instrumental variable statis-

where

39

and

MSC-LEVEL | ECONOMETRICS

4.1 Monte Carlo Simulation Experiment and Results


The GLS-LM statistic converges to a random variable as the sample size increases irrespective of the values of the . It can be shown that the GLS-LM statistic is the quadratic form of the derivative of the FAR statistic discussed below (Kleibergen, 2009). This implies that the statistic will be equal to zero at points of , which set the derivative of the FAR statistic equal to zero.

5.2 FAR Statistic

The difference between the logarithms of the unrestricted and the restricted concentrated likelihood is proportional to the FAR statistic, which is defined as (12)

The FAR statistic converges to a distribution as the sample size increases.

MSC-LEVEL | ECONOMETRICS

5.3 JGLS Statistic

As discussed earlier the GLS-LM statistic is zero, whenever the derivative of the FAR statistic is zero, this difficulty can be overcome with the use a pre-test to see whether the moment conditions at = hold. The JGLS statistic can be used for this and is defined as (13) where under : = the statistic converges to a distribution as the sample size increases.The JGLS test can be used in conjunction with the GLS-LM test by first testing whether the moment conditions hold under = at a signicance level of If the moment conditions are not rejected, the GLS-LM can be used with a signicance level of GLSLM.

5.4 CLR Statistic

The likelihood ratio test statistic is equal to two times the difference between the logarithms of unrestricted and restricted concentrated likelihoods and it can be shown that the CLR can specified as (14)

where r (

) is the smallest eigenvalue of As the sample size grows larger the CLR statistic converges to

40

(15)

where and are and distributed random variables respectively. A Monte Carlo simulation is used to find the critical regions of the CLR. It can be shown that the CLR statistic attains it minimal of zero at the MLE.

5.5 Condence Sets

The factor robust test statistics can be used to construct confidence sets for the risk premia by specifying a range of values for or : = or : = is tested for each value in the range and the GLS-LM, FAR, CLR and their corresponding p-values are computed. The confidence set corresponds with the values in the range for which the p-values are larger than the signicance level These confidence sets of the robust test statistics can have different shapes: 1. convex 2. unbounded: and and 3. empty. An empty confidence set is only possible for FAR as GLS-LM and CLR are zero at the MLE. If a convex set is found it implies that the factors are strong and that there is no evidence for small . Unbounded confidence sets are an indication of weak factors, while an empty confidence set is an indication that the factors used are not exogeneous.

5.6 Factor Robust Test Statistics Results and Discussion

This subsection discusses the results found by applying the factor robust tests on the data of Lustig and Verdelhan (2007) to see whether the signicant results found there using FM second pass test statistics still hold. In addition the proposed factors in Lustig et al. (2011) are also tested to see whether these are strong factors. In Figure 4 the one minus p plots can be found for the Wald t-statistic, the GLS-LM statistic, the FAR statistic and the CLR statistic of the non-durable consumption growth factor, the durable consumption growth factor and the market factor. From the first two graphs, it follows that the Wald t-statistic confidence sets both exclude zero. The confidence sets of the factor robust test statistics are unbounded, as for all statistics the curves lie beneath the 95% confidence level. The confidence sets neither support nor reject the consumption-based model of Lustig and Verdelhan (2007), since the 95% confidence sets consist of the whole real line. The GLS-LM and CLR statistic are zero at the MLE, which corresponds with the minimum of the FAR statistic.


Confidence sets are also constructed for the average return and factors, but the factor causes problems for the MLE, because of its construction. Estimates for the restricted MLE are difficult to find as numerical techniques compute numbers that are close to singularity. To resolve this issue the return of the lowest interest rate currency portfolio is subtracted from the geometric mean of the two highest interest rate currency portfolios Figure 4: 1 - p plot for GLS-LM (solid), FAR (dashed dotted), CLR (dashed) and JGLS (diamonds) for the average return factor price.

Figure 4: 1 - p plot for GLS-LM (solid), FAR (dashed dotted) and CLR (dashed) statistics for the average return and the factor prices using a geometric mean for .

6 Conclusion

Figure 4: 1 - p plot for GLS-LM (solid), FAR (dashed dotted) and CLR (dashed) statistics for various factor prices.

A principal component analysis is applied on the currency portfolio returns to analyze the factor structure.The factors from Lustig and Verdelhan (2007) are considered to be weak. They do not capture the factor structure sufficiently, as a large unexplained factor structure remains in the first pass residuals. The factors from Lustig et al. (2011) capture the factor structure much better, as no unexplained factor structure is found in the first pass residuals. The inadequacy of the with weak factors is shown with a Monte Carlo simulation. The results show that factor structure in the first pass residuals can lead to high values of , especially when the factor structure is very strong. Factor robust test statistics are used to test hypotheses on the risk premia and are compared with the FM second pass t-statistic. The consumption-based pricing model of Lustig and Verdelhan (2007) is not supported by the factor robust test statistics as all 95% confidence sets of the factors are unbounded nor is it

41

MSC-LEVEL | ECONOMETRICS

In Figure 5 the one minus p plot is given for the average portfolio return factor. The Wald t-statistic reports a confidence set which excludes zero. The 95% confidence set of GLS-LM excludes zero, which is also the case for FAR and CLR. This implies that statistical evidence is found to support the average return factor as a signicant factor, although the 95% confidence sets are unbounded for all three factor robust test statistics. In Figure 6 the one minus p plots are given for the average return and the geometric factor. Under geometric factor no support is found for the factors of Lustig et al. (2011).


rejected as the 95% confidence sets consist of the whole real line. The factors of Lustig et al. (2011) are also not supported nor rejected as the 95% confidence sets of the risk premia of these factors are unbounded and also consist of the whole real line, although this is based on the geometric . The results from the thesis show that small are an issue for foreign currency portfolios and that statistical inference based on FM second pass statistics should be done judiciously. However this thesis suggests the use of factor robust test statistics by Kleibergen (2009) as these remain valid for all values of the .

References

Anderson, T. W., & Rubin, H. (1949). Estimation of the parameters of a single equation in a complete system of stochastic equations. The Annals of Mathematical Statistics, 46-63.

Recommended for readers of XXx-level

MSC-LEVEL | ECONOMETRICS | SPECIALTY | NL

Cochrane, J. H. (2009). Asset pricing:(revised edition). Princeton university press. Fama, E. F., & MacBeth, J. D. (1973). Risk, return, and equilibrium: Empirical tests. The Journal of Political Economy, 607-636. Gibbons, M. R. (1982). Multivariate tests of financial models: A new approach. Journal of financial economics, 10 (1), 3-27. Kleibergen, F. (2002). Pivotal statistics for testing structural parameters in instrumental variables regression. Econometrica, 70 (5), 1781-1803. Kleibergen, F. (2005). Testing parameters in gmm without assuming that they are identified. Econometrica, 73 (4), 11031123. Kleibergen, F. (2009). Tests of risk premia in linear factor models. Journal of econometrics, 149 (2), 149-173.

ABOUT THE AUTHOR Alex Wong Alex Wong (23) currently works as a teaching assistant at the University of Amsterdam (UvA), where he recently obtained his MSc Econometrics (cum laude) at the UvA in July 2015. After his graduation he plans to work in the financial sector as a consultant. This article summarizes part of his master thesis, which he wrote under the supervision of prof. dr. F.R. Kleibergen.

42


Like AENORM www.facebook.com/aenorm.vsae


Hi, I’m

Anthony I work at Towers Watson, and today I did something extraordinary.

yourexpectations. You’ve nearly completed your degree, and you’re ready for what’s next: a job that will inspire you, make you think and put your skills to the best use. But don’t you really want more than that? Go beyond your expectations at Towers Watson.

QR Code goes here

If you join us, you’ll often be challenged to do something extraordinary. From the start, you’ll team with senior associates to learn on the job and interact with clients on projects that help improve their business. And along the way, you’ll be in charge of your own career, working with your manager to decide what’s next and how to get there. Sound good? Then plan to Go Beyond at Towers Watson.

Towers Watson. A global company with a singular focus on our clients.

Benefits Risk and Financial Services Talent and Rewards Exchange Solutions towerswatson.com


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.