Brochure Kieskit

Page 1

1 I Kieskit

KIESKIT NEEM JE TIJD OM TE KIEZEN

WERKEN ROND HET STUDIEKEUZEPROCES IN DE LAATSTE GRAAD VAN HET LAGER ONDERWIJS


HOE KWAM DIT PROJECT TOT STAND? Op het leerlingenplatform van het Lokaal Overlegplatform (LOP) van Sint-Truiden werd in 2012 aangekaart dat jongeren te vaak een foute studiekeuze maken. Scholieren moeten binnen het secundair onderwijs nog te vaak van richting veranderen, omdat hun eerste keuze fout bleek te zijn. De jongeren van het leerlingenplatform vroegen daarom om extra in te zetten op studiekeuze. Samen met het LOP van Sint-Truiden dacht de Vlaamse Scholierenkoepel een project uit. We gingen eerst praten met de ervaringsdeskundigen zelf: de leerlingen van het zesde leerjaar, die volop in een studiekeuzeproces zaten. Daarna toetsten we hun bedenkingen en ervaringen af bij een klankbordgroep, een oudergroep, de CLB’s en directies. Hoewel scholen aangaven dat er al een veelheid aan materialen bestaat met betrekking tot dit thema, merkten we ook gaandeweg op dat het overzicht voor velen ontbreekt. Het is voor leerlingen dan ook vaak niet duidelijk waar al die (goed bedoelde) acties toe zullen leiden. Daar probeerden we met deze Kieskit een antwoord op te geven.


VOORWOORD Beste leerkracht, In jouw handen heb je de Kieskit. Dit lespakket wil geen vervanging, maar wel een aanvulling zijn op alle andere initiatieven die al bestaan rond studiekeuze van het lager naar het secundair onderwijs. Er is al heel wat interessant materiaal op de markt, dus waarom zouden wij dan opnieuw het warm water proberen uitvinden? Waar dit lespakket het verschil maakt, is door bij de start van het vijfde of zesde leerjaar het hele studiekeuzeproces samen met de leerlingen te overschouwen. We brengen samen in kaart wat er allemaal komt kijken bij studiekeuze, en benadrukken dat ze de tijd moeten nemen voor een goede horizonverruiming. Op die manier hopen we iedereen, zowel leerlingen als leerkrachten, van in het begin mee te nemen in het verhaal van kiezen volgens interesses en talenten. Tijdens een halve lesdag zal jij als leerkracht aan de hand van filmpjes en opdrachten jouw leerlingen bewust maken van het proces dat ze tijdens hun studiekeuze zullen doorlopen. Dit materiaal moet een start zijn om nadien met behulp van andere materialen dieper in te gaan op de verschillende stappen van het keuzeproces. Een tijdslijn die het hele jaar door in de klas kan blijven hangen, helpt jou en de leerlingen om alles wat er doorheen het schooljaar gebeurt rond studiekeuze een plaatsje te geven. Uiteraard geven we je dan ook een overzicht van welke materialen er al op de markt zijn, sommigen ervan worden misschien al gebruikt in jouw school. Veel succes! Lora Hasenbroekx, voorzitster Vlaamse Scholierenkoepel vzw P.S. De filmpjes en het werkmateriaal vind je terug op www.kieskit.be.

We willen de provincie Limburg bedanken die het financieel mogelijk maakte om dit lespakket uit te werken. Daarnaast bedanken we ook het LOP Secundair Onderwijs en het LOP Basisonderwijs van Sint-Truiden voor hun praktische en inhoudelijke ondersteuning en feedback. En natuurlijk mogen we de leerlingen niet vergeten te bedanken die hun ervaringen met ons wilden delen.

merci!


Kieskit I 4

KIESKIT, KIEZEN OP BASIS VAN INTERESSES EN TALENTEN STUDIEKEUZE = BELANGRIJK PROCES 7,5 procent van de scholieren in Vlaanderen behaalt geen diploma of getuigschrift na het secundair onderwijs en meer dan een op tien leerlingen in het tweede en vierde middelbaar haalt een B-attest1. Zij moeten het volgende jaar aanvatten in een andere studierichting of blijven zitten. Voor veel leerlingen is dat een negatieve keuze, want het is een keuze gebaseerd op wat ze niet kunnen en dat doet hun zelfvertrouwen geen goed. Wat als alle leerlingen nu eens in hun schoolloopbaan jaar na jaar een positieve studiekeuze konden maken, die vertrekt vanuit wat ze graag doen en waar ze goed in zijn? Kunnen we er dan van uitgaan dat leerlingen meer gemotiveerd zijn en blijven? Zou dan ook blijken dat meer leerlingen de eindstreep halen? Die eerste positieve keuze moet al gebeuren op het einde van de lagere school. Voor leerlingen is de stap van het basisonderwijs naar het secundair onderwijs heel groot. Ze komen plots in een school terecht die vaak veel groter is dan hun lagere school. Ze krijgen nieuwe klasgenootjes en verschillende nieuwe leerkrachten. En ze worden bovendien geconfronteerd met les- en leermethodes die ze niet gewend zijn. Om dat eerste keuzemoment vlot te laten verlopen is horizonverruiming dan ook broodnodig: elke leerling moet uitgedaagd en begeleid worden om te ontdekken wat zijn interesses en talenten zijn, welke beroepen er op de arbeidsmarkt bestaan, welke studierichtingen er bestaan en welke scholen er in de omgeving te vinden zijn. Al die informatie geef je natuurlijk niet in één of in enkele momenten mee. Naast de school spelen ook ouders en vrienden van het kind een belangrijke rol in dat proces. En ook buitenschoolse activiteiten laten kinderen ontdekken wat ze kunnen en willen. Als er volop wordt ingezet op horizonverruiming, zullen leerlingen ook succesvol keuzes kunnen maken.

DE LEERKRACHT ALS SCHOOLLOOPBAANBEGELEIDER De school, het CLB, maar in de eerste plaats individuele leerkrachten hebben verantwoordelijkheden naar leerlingen tijdens de schoolloopbaanbegeleiding. In de Onderwijsspiegel2 geven scholen aan dat ze met die begeleiding leerlingen vooral meer kansen willen bieden op een geslaagde loopbaan. Een optimale en brede persoonlijkheidsontwikkeling staat daarin centraal. De schoolloopbaanbegeleiding gaat over alle aspecten van het schoolleven: de manier van omgaan met je leerlingen, met welke bril je leerlingen observeert, de werkvormen die je gebruikt, de evaluatiemethodes die de school hanteert, de manier waarop de klassenraad te werk gaat, de adviezen die je aan ouders en leerlingen geeft… En natuurlijk ook – in de laatste rechte lijn naar het secundair onderwijs - de begeleiding bij de studiekeuze. Jouw rol als leerkracht is in die stap cruciaal. Leerkrachten zien hun leerlingen elke dag op school. Ze zien hen evolueren, talenten ontwikkelen en ze zitten op de eerste rij om op te merken waar een leerling in uitblinkt. Dat is een privilege. Het spreekt voor zich dat leerkrachten effectief een belangrijke rol toegeschreven krijgen bij dit scharniermoment in het leven van leerlingen. Met ondersteuning van de mensen van het CLB en materiaal als Onderwijskiezer.be, word je bovendien deskundig in de structuur van het secundair onderwijs en het aanbod van de scholen in de regio: je hebt alle troeven in handen om de beste begeleiding te geven aan je leerlingen.

1

Cijfers Agentschap voor Onderwijsdiensten

Onderwijsspiegel – Deel 2: Schoolloopbaanbegeleiding in de praktijk, departement Onderwijs en Vorming, 2008-2009 2


We weten dat in het laatste jaar van de lagere school traditiegetrouw het thema studiekeuze op de agenda staat. Met de Kieskit bieden we leerkrachten een handvat aan om: • Het thema aan te kaarten bij de leerlingen. • De belangrijke factoren van een studiekeuzeproces aan te reiken. • De verschillende factoren kort te verkennen. • De leerlingen te laten reflecteren over hun eigen studiekeuzeproces. • De leerlingen te informeren over de acties die de school zal ondernemen rond het thema. Bijlage 8 geeft je een overzicht van ander materiaal dat voor handen is om met je klas te werken rond studiekeuze.

ONZE WERKWIJZE > Filmportretten van Seppe, Laura, Ian, Louis en Mylena In het schooljaar 2013-2014 volgden we 5 leerlingen uit 5 verschillende Sint-Truidense lagere scholen tijdens hun studiekeuzetraject. Zij gingen zelf een jaar lang op zoek naar wie ze waren en welke richting ze uit wilden. Leerkrachten, vriendjes, ouders, websites, het CLB, brochures, proefdagen ... Al deze hulplijnen kwamen van pas. Hun verhalen en ervaringen werden samengevat in 5 filmpjes. Die dienen als basis om in de klas aan de slag te gaan rond het thema studiekeuze. Hun traject en de twijfel die zij hebben, zijn herkenbaar voor andere leerlingen. Zo kunnen de filmpjes leeftijdsgenoten helpen bij hun eigen zoektocht. > Tijdslijn De tijdslijn bij deze Kieskit, helpt je om het thema studiekeuze het hele schooljaar lang zichtbaar aanwezig te maken in de klas. Alle activiteiten die er doorheen het schooljaar rond studiekeuze gebeuren, krijgen tijdens de halve dag werken met de Kieskit een plaatsje op de tijdslijn3.

MIJN TALENTEN

+

IK

MIJN DROOMBEROEP

3 Tijdslijn geïnspireerd op schema Uit ‘Educatief pakket voor leerlingen’, Studie- en beroepskeuze, door CEGO in opdracht van de deputatie van de provincie Vlaams-Brabant, 2012

LEREN KIEZEN

STUDIEKEUZE

SCHOOLKEUZE

5 I Kieskit

DOELSTELLINGEN VAN DE KIESKIT


Kieskit I 6

> Groepswerk Je zal merken dat we veel aandacht besteden aan groepswerk: leerlingen die in groep aan een product werken en daarbij moeten overleggen. We geloven immers dat leerlingen in interactie met anderen veel beter ontdekken waarin ze goed zijn en wat hun interesses en talenten zijn. Samenwerken an sich is trouwens al een vaardigheid waarvan kinderen moeten ontdekken of het hen ligt of niet. En bovendien is ‘kiezen’ in een groep geen evidentie: de kinderen kiezen in overleg, en daardoor kiezen ze veel bewuster. Zoals je leest: groepswerk als werkvorm is in dit pakket een heel bewuste keuze geweest. We pasten voor elke opdracht de methode van het coöperatief leren4 toe. Hierbij werken de leerlingen samen aan opdrachten die de GIPS-toets hebben doorstaan: • Gelijke deelname: elke leerling krijgt evenveel inbreng • Individueel aanspreekbaar: de leerling handelt individueel en moet zijn prestatie meedelen of tonen • Positief wederzijds afhankelijk: de leerlingen hebben elkaar nodig om de taak tot een goed einde te brengen, ze ondersteunen elkaar • Simultane actie: de leerlingen zijn tegelijk waarneembaar actief (luisteren, praten of doen) Je zal merken dat de leerlingen goed kunnen samenwerken met elkaar en dat er minder discussie opduikt, als ze de opdrachten correct uitvoeren.

TIPS OM SUCCESVOL MET DE KIESKIT AAN DE SLAG TE GAAN • ideaal moment om met dit lespakket te starten: vlak voor de eerste activiteit rond studiekeuze > dus al vrij vroeg in het schooljaar • per groepje (5 in totaal) een computer met internet hebben is handig voor de eerste fase, maar ook met 1 computer voor de hele klas lukt het. Dan laat je de groepjes om beurten hun filmpje bekijken. • als de leerkracht dit moment leidt in de klas, zou het goed zijn als hij al goed weet wat er in de rest van het jaar nog zal gebeuren rond studiekeuze. Zo kan je de leerlingen hierover inlichten. • zowel in het 5de als in het 6de leerjaar kan er met dit pakket gewerkt worden

4 Veenman, S., Kenter, B., Post, K. (1999). Coöperatief leren in het basisonderwijs. Paper gepresenteerd tijdens Onderwijs Research Dagen 1999, Nijmegen.


7 I Kieskit

AAN DE SLAG MET DE KIESKIT


Kieskit I 8

STAPPENPLAN KIESKIT KORT EN BONDIG DE KIESKIT VOLTOOIEN IN 15 STAPPEN

HOEVEEL TIJD NODIG?

MEER UITLEG?

Voorbereiding 1

Installeer op 5 verschillende PC’s telkens 1 filmpje.

Dit doe je op voorhand

9

2

Maak het materiaal voor het KIES-ID-spel (voor deel 2) klaar.

Dit doe je op voorhand

10

Deel 1: Hoe maak je succesvol je studiekeuze 3

Leid het thema in.

5 min.

11

4

Verdeel de klas in 5 gelijke groepen via een spelletje.

5 min.

12

5

De klas gaat in groepjes aan de slag rond de filmpjes: a Bekijken van het filmpje b Invullen van de KIES-ID c Een expressievorm kiezen: hoe gaan ze de inhoud van hun filmpje voorstellen aan de klas? d Voorbereiden van hun voorstelling

5 min. 5 min. 5 min.

13

20 min. 15 min.

6

Info samenbrengen: elk groepje stelt de KIES-ID van de leerling uit hun filmpje voor aan de klas. Als leerkracht noteer je tijdens de voorstellingen telkens in stilte op het bord: a Alle talenten die je hoort opsommen b Alle droomberoepen die je aan bod hoort komen c Alle manieren waarop de leerlingen hun studiekeuze maken

7

Info vervolledigen samen met de klas: laat de leerlingen een verzamelnaam bedenken voor de woorden op het bord en vervolledig zelf het IK-schema.

5 min.

14

8

Leg het IK-schema uit.

5 min.

15

9

Hang de tijdslijn op in het klaslokaal.

1 min.

15

10

Illustreer de tijdslijn met de activiteiten die jullie het komende jaar gaan doen rond elke stap.

10 min.

15

14

Deel 2: Hoekenwerk aan de hand van de KIES-ID 11

Verdeel de groep in vier gelijke groepen via een spelletje.

5 min.

16

12

Leg het KIES-ID-spel uit.

5 min.

16

13

Start het KIES-ID-spel en laat de groepjes telkens na 20 minuten doorschuiven.

80 min.

16

14

Bespreek het spel klassikaal na.

20 min.

17

15

Rond het thema af.

5 min.

17

TOTALE DUUR VAN DIT LESPAKKET

195 min. (4 lesuren)

Heb je minder tijd, omdat je de Kieskit bijvoorbeeld op een namiddag in plaats van een voormiddag wil doen? Doorheen het stappenplan vind je tips om sommige stappen in te korten


VOORBEREIDING STAP 1: FILMMATERIAAL INSTALLEREN / op voorhand Zet op 5 pc’s telkens 1 filmpje klaar. Elk van die filmpjes gaat over een andere leerling. Louis wil graag architect worden. Op school heeft hij gewerkt met HorizonTaal1 en hij ontdekte dat hij wel goed is in praktische dingen. Hij praat ook met zijn papa, die zelf goudsmid is, over zijn studiekeuze.

LOUIS

Mylena wordt later modeontwerpster. Dat weet ze al lang. En ook uit de test op Onderwijskiezer.be2 blijkt dat daar haar interesse ligt. Ze twijfelde nog of ze daarvoor best Handel of Moderne kiest.

MYLENA

Sportjournalist is het droomberoep van Seppe. Hij is zelf keeper en droomt ervan om later voetbalwedstrijden te verslagen. Hij ging daarom al eens praten met iemand die zijn droomberoep nu al uitoefent.

SEPPE

Laura twijfelt nog. Ze heeft al zoveel willen worden! Dokter, tuinarchitect … Het is goed dat de man van het CLB eens kwam praten op school om haar wat wegwijs te maken in het hele studieaanbod in het secundair onderwijs.

LAURA

Ian werkt graag met hout en hij doet dat goed. In zijn klas werken ze al vanaf de kleuterschool met de Talentenarchipel3. Als hij samen met zijn klasgenoten een kippenhok in elkaar moet steken, blijkt de handen uit de mouwen steken echt zijn ding te zijn.

IAN Je vindt de filmpjes op www.kieskit.be Materiaal: • 5 pc’s • Internetverbinding 1 Horizontaal: Lespakket waarin leerlingen intensief mogen experimenteren met zorgzame, creatieve en kritische rollen binnen tien verschillende beroepenvelden. Het pakket werd opgesteld door Magda Vanmontfort en is uitgegeven bij Garant.

Onderwijskiezer.be is een website met belangstellingsproeven voor iedereen die op zoek is naar objectieve, onafhankelijke en kwaliteitsvolle informatie over het gehele onderwijslandschap.

2

3

Talentenarchipel is een lespakket om met leerlingen doorheen hun lagere schoolcarrière te werken rond talenten. Meer info op www.talentenarchipel.be.

9 I Kieskit

STAPPENPLAN KIESKIT VAN NAALDJE TOT DRAADJE


Kieskit I 10

STAP 2: MATERIAAL KIES-ID KLAARLEGGEN / op voorhand In deel 2 (vanaf stap 11) wordt er in 4 groepen gewerkt, telkens rond een verschillende opdracht met een doorschuifsysteem. Voor elke opdracht is er wel wat materiaal nodig. Bekijk daarom op voorhand de 4 fiches die bij het KIES-ID-spel horen in de bijlagen achteraan in deze brochure. Op elke fiche vind je terug welk materiaal nodig is om de opdracht te kunnen uitvoeren. Kopieer, knip (en lamineer) op voorhand de kaartjes en leg alles klaar in 4 pakketjes. Zo kan je later snel met je leerlingen aan de slag gaan. Voorbereiding materiaal:

DEEL 1 Na de eerste uitleg door de leerkracht wordt er gewerkt in 5 groepjes, telkens rond 1 filmpje. Daarna gaat het klassikaal verder.

DEEL 2 Er wordt gewerkt in 4 hoeken/ aan 4 tafels, met een doorschuifsysteem.

• Per groepje de KIES-ID van de leerling uit hun filmpje, maak daarvan best een kopie die je in 5 stroken kan knippen (bijlage 1)

• Per leerling van de klas de ‘Eigen KIES-ID’ (maak dus een kopietje voor elke leerling)

• Per groepje een kopie van de lijst met expressievormen (dus 5 kopies) (bijlage 2)

- Fiche Talenten Extra nodig: talentenkaartjes (bijlage 3) geknipt en eventueel gelamineerd

• Per groepje een computer waarop ze het filmpje kunnen bekijken (geen internet in de klas? Download de filmpjes dan op voorhand op www.kieskit.be en installeer ze op de computers). • Materiaal om de leerlingen in groepjes op te delen (zie verder) • Schoolbord waarop je kan samenvatten • De Tijdslijn en post-its

• Per hoek 1 fiche met materiaal:

- Fiche Droomberoepen Extra nodig: droomberoepenkaartjes (bijlage 4) geknipt en eventueel gelamineerd in een enveloppe - Fiche Kiezen Extra nodig: 1 enquête (bijlage 5) per leerling van de klas, balpennen, schoolbord en krijt - Fiche Studiekeuze Extra nodig: 1 invulblaadje ‘Als ik mijn studiekeuze maak’ (bijlage 6) per leerling van de klas, balpennen, 4 blanco A3 bladeren (1 per rotatie)

Knip je liever niet in deze brochure? Kopieer dan eerst alle bijlagen die je achteraan vindt of download ze op www.kieskit.be en print ze af.


STAP 3: LEID HET THEMA IN BIJ DE LEERLINGEN / 5 minuten Voor je inleiding kan je je baseren op onderstaande tekst. Maar zorg dat je zeker deze punten aanhaalt: • Leg de structuur van het secundair onderwijs kort en bondig uit: het eerste jaar heeft overal dezelfde basis met enkele keuzevakken erbij (meer info over die structuur vind je op Onderwijskiezer.be). • Kiezen voor een middelbare school is in zeker zin al kiezen voor later, want van school veranderen is een grote stap. • Het is belangrijk dat leerlingen een eigen keuze maken die bij hen past • Belang van gemotiveerd te zijn voor je studiekeuze. Het is niet goed om eerst zo hoog mogelijk te mikken en daarna te moeten veranderen van richting of school.

“Het zesde leerjaar, dat is een heel bijzonder jaar. Het is het laatste jaar van de basisschool. Volgend schooljaar gaan jullie allemaal naar een andere school. We noemen dat het ‘middelbaar’ of … hoe nog? Inderdaad, het secundair onderwijs. Je denkt misschien ‘geen probleem, we gaan gewoon met alle vrienden van de klas naar dezelfde middelbare school en dan blijven we altijd samen!’. Maar zo eenvoudig is dat niet. Want in het secundair onderwijs worden jullie voorbereid op wat je later wil gaan doen. Voor sommige beroepen moet je na het secundair onderwijs nog verder studeren, aan andere kan je meteen beginnen. Ik geloof niet dat jullie allemaal later verpleegster worden, of elektricien, of leerkracht geschiedenis. Jullie zijn allemaal heel verschillend. En daarom zullen jullie in het secundair onderwijs waarschijnlijk ook verschillende keuzes maken. We noemen dat een ‘studiekeuze’. Kennen jullie al enkele studiekeuzes die je in het middelbaar kan kiezen? Gelukkig moet je nog niet meteen in het eerste middelbaar die keuze maken. In het eerste jaar heeft elke leerling bijna allemaal dezelfde vakken en daar dan een paar keuzevakken bij. Je zal bijvoorbeeld moeten kiezen voor Algemene vakken, Latijn of Technische vakken. Maar als je kiest voor Algemene vakken, en je wil nadien technisch onderwijs volgen … dan is dat natuurlijk niet zo makkelijk. Dan moet je misschien van school veranderen, opnieuw vrienden maken. Het is dus belangrijk dat je heel goed nadenkt over je keuze. En daar gaan we jou dit schooljaar bij helpen. Ik, je ouders, het CLB … we gaan jou allemaal helpen om die keuze te maken. Vandaag starten we met een eerste les over studiekeuze. Het zal een fijne les worden met groepswerk en opdrachten. Na vandaag weten jullie ook wat we dit schooljaar nog allemaal gaan doen rond studiekeuze. Hopelijk doen jullie allemaal goed mee!”

11 I Kieskit

DEEL 1: HOE MAAK JE SUCCESVOL JE STUDIEKEUZE


Kieskit I 12

STAP 4: GROEPEN INDELEN / 5 minuten Verdeel de klas in 5 gelijke groepen met een van deze groepsindelingsmethodieken, of bedenk zelf een manier om dit op een vlotte manier te doen. Een methodiek heeft als voordeel dat de leerlingen het gevoel hebben dat het toeval meespeelde in de verdeling. Dit verhoogt hun enthousiasme om in de groep te participeren. Je kan kiezen uit 4 methodieken om de klas in 5 groepjes op te delen:

DE SNELSTE RIJ Zeg aan de klas dat je een wedstrijdje doet. De kinderen moeten binnen 1 minuut op een rij gaan staan volgens (maak een keuze): • Huisnummer • Voornaam (alfabetisch) • Schoenmaat

Nodig?

• …

Stopwatch/horloge

Nadat de rij gevormd is, check je of het klopt. Indien nodig voer je correcties aan. Hierna ga je de rij af en geef je elk kind afwisselend een nummer van 1 tot 5 om zo 5 groepen te vormen. Daarna gaan de kinderen samen staan met de leerlingen die hetzelfde nummer kregen.

VERRASSING IN JE BANK Verzamel van 5 (voor deel 1) of 4 (voor deel 2) voorwerpen telkens het juiste aantal exemplaren (lees hiernaast). Verstop voor de kinderen de klas binnen komen in elke bank een voorwerp. Op het moment van de groepsindeling, vraag je elke leerling in z’n bank te kijken en samen te gaan zitten met de leerlingen die hetzelfde voorwerp hebben. Of een variant: de klas vormt zelf groepjes waarbij alle verschillende voorwerpen vertegenwoordigd moeten zijn in één groep (1 leesboek, 1 mandarijn, 1 … per groepje).

Nodig? 5 (of 4) voorwerpen (bv. krijtjes, mandarijnen, boeken, legoblokjes, bekers …). > Hoeveel heb je van elk voorwerp nodig? Deel daarvoor het aantal leerlingen van de klas door 5. Heb je 25 leerlingen, dan heb je van elk voorwerp 5 exemplaren nodig.

KAARTJE LEGGEN Zorg dat je een bundel kaarten (uit een gezelschapsspel bijvoorbeeld) samenstelt waar 5 (voor deel 1) of 4 (voor deel 2) verschillende soorten kleuren of afbeeldingen in bestaan. Deel het aantal leerlingen door 5 of 4 om te weten hoeveel kaarten van elke soort je in de bundel steekt. Schud de geselecteerde kaarten door elkaar, draai de stapel om en laat elk kind zelf een kaart trekken. Daarna zeg je dat elk kind mag gaan samen zitten met de kinderen die een kaart uit de zelfde soort hebben.

Nodig? kaartspel

BALGOOIEN De leerlingen zitten aan hun bank of staan in een kring. Geef een balletje aan een leerling die het naar een andere leerling mag gooien etc. Elke leerling mag maar 1 keer aan bod komen. De laatste persoon gooit het balletje terug naar de eerste, zo is de lus rond. Is dit gelukt? Zeg dan dat ze nu dezelfde lus moeten herhalen: iedereen gooit dus terug naar dezelfde persoon. Leg het spel telkens na X (zo groot als de groepjes mogen zijn = het aantal leerlingen gedeeld door 5 (voor deel 1) of 4 (voor deel 2)) keer gooien stil. Zijn dus bv. de eerste 5 leerlingen aan de beurt gekomen? Dan laat je hen alvast samen gaan staan en dus een groepje vormen.

Nodig? Balletje (of ander voorwerp om te gooien)


Laat elk groepje achter een pc plaatsnemen en leg uit wat ze mogen doen: • De leerlingen bekijken het filmpje dat open staat op hun computer. Elk groepje ziet een ander filmpje. Ze mogen tijdens het kijken dingen die ze zien noteren op een kladblad. • Als ze klaar zijn krijgen ze van jou de KIESID van de leerling uit hun filmpje (bijlage 1) • Het groepje vult de KIES-ID in, ze moeten samen met de groep tot een antwoord proberen komen. Het is belangrijk dat ze naar elkaar luisteren en elkaar laten uitpraten. Een leerling van het groepje noteert de antwoorden op de KIES-ID. • Als ze daarmee klaar zijn krijgt elk groepje het blad met expressievormen. Ze kiezen een vorm waarop ze wat ze in het filmpje gezien hebben gaan uitleggen aan hun klasgenoten. Ze krijgen daarvoor maar 20 minuutjes, dus ze zullen moeten doorwerken. (bijlage 2) Materiaal: • 5 pc’s met telkens een van de filmpjes erop • per groepje de KIES-ID van de leerling uit hun filmpje • 5 kopieën van de Expressievormen, eentje voor elke groep

WAT IS DE KIES-ID? Op de KIES-ID staan vragen waarop het antwoord duidelijk wordt in het filmpje. Ze maken zo een soort kies-paspoort voor de leerlingen uit de filmpjes. Soms wordt het antwoord uitdrukkelijk vermeld, soms moet de groep omschrijven wat ze hebben gezien in de film. Is het voor een groep moeilijk om de antwoorden te vinden? Bekijk het filmpje dan nog eens samen met hen en ondersteun de kinderen om toch zelf tot een antwoord te komen. WAT ZIJN DE EXPRESSIEVORMEN? Elke groep bekeek een ander filmpje en heeft dus andere informatie op de KIES-ID staan. Het is de bedoeling om deze informatie met de andere groepen te delen. Dat doen ze aan de hand van een expressievorm. De groep beslist eerst samen welke expressievorm ze zullen gebruiken. Geef hen mee dat je verwacht dat ze met iedereen zijn mening rekening houden. Op het blad dat ze krijgen staat info over elke expressievorm. Zo ontdekken ze hoe ze dit best aanpakken, stap voor stap. Het is de bedoeling dat de groep die stappen doorloopt en zo dus tot een eindproduct komt: een verhaal, een toneel, een interview, een prentenboek of een mimespel. Het is belangrijk dat de groep zelf aan de slag gaat en zelf beslissingen neemt. Het is dus niet nodig om als leerkracht het resultaat bij te sturen. Je grijpt natuurlijk wel in op het groepsproces als er bv. ruzie ontstaat.

In tijdsnood? Laat dan de leerlingen in groepjes naar de filmpjes kijken en laat hen in de volgende stap gewoon aan elkaar uitleggen wat ze gezien hebben.

13 I Kieskit

STAP 5: KLAS AAN DE SLAG MET DE FILMPJES / 35 minuten


Kieskit I 14

STAP 6: INFO SAMENBRENGEN / 15 minuten Na de vorige opdracht laat je de groepjes terug plaatsnemen op hun stoel en begint de voorstelling. Elke groep mag nu om de beurt de informatie van hun KIES-ID voorstellen op de door hen gekozen manier. De groepjes gaan één voor één voor de klas staan, op een zichtbare plaats. Laat de leerlingen zelf kiezen in welke volgorde ze aan bod willen komen. Tijdens de voorstellingen van de groepjes luister jij naar wat ze zeggen en noteer je in stilte de talenten, droomberoepen en manier waarop de leerlingen hun studiekeuze maken op het bord.

Alle talenten die je hoorde opsommen zet je links bovenaan

Alle manieren waarop de leerlingen hun studiekeuze maken noteer je rechts centraal op het bord Alle droomberoepen die je aan bod hoorde komen noteer je links onderaan

STAP 7: INFO VERVOLLEDIGEN / 5 minuten Nadat alle groepjes aan bod zijn gekomen, vraag je de leerlingen een verzamelnaam te bedenken voor elke verzameling van woorden die jij noteerde op het bord (talenten – droomberoepen – manieren om studiekeuze te maken …) Vervolledig daarna zelf het schema tot het volledig is en noteer alles op het bord. Je hebt nu het volgende schema op het bord staan, dat we vanaf nu het IK-schema5 noemen:

MIJN TALENTEN IK MIJN TDROOMBEROEP

5 Uit ‘Educatief pakket voor leerlingen’, Studie- en beroepskeuze, door CEGO in opdracht van de deputatie van de provincie Vlaams-Brabant, 2012

LEREN KIEZEN

STUDIEKEUZE

SCHOOLKEUZE


Leg aan de klas het IK-schema uit: a ‘Wie ben ik?’ ‘Ik ben iemand die dingen kan en andere dingen minder goed kan (talenten).’ ‘Ik ben iemand die misschien droomt van een bepaald beroep (droomberoep) of misschien gewoon weet wat me wel interesseert en wat niet.’ b ‘Het is belangrijk dat ik goed leer kiezen. Want kiezen moet je constant doen in je leven. Nu al, en ook later. Bv. welke kleren ik aantrek, maar ook in welk huis ik later wil wonen.’ c ‘Mijn studiekeuze is een heel belangrijke keuze. Ik moet daarbij goed rekening houden met mijn talenten en interesses. Als ik dat doe, kan school voor mij echt plezant en interessant zijn.’ d ‘Voor mijn studiekeuze kan ik me laten adviseren door bepaalde mensen, of zelf op zoek gaan naar informatie. Hier staan enkele mogelijke manieren om dat te doen: door een website te bezoeken, door een babbel te doen met andere mensen, door naar een infoavond te gaan …’ e ‘En als ik weet wat ik graag wil gaan doen, dan pas kan ik een schoolkeuze maken. Niet omgekeerd. Want niet elke school heeft alle richtingen. En dan kom ik (later) misschien terecht in een richting die niet goed bij me past.’ Je kan ter illustratie voorbeelden aanhalen uit de filmpjes. Bv. het talent van Ian is met hout werken.

STAP 9: TIJDSLIJN OPHANGEN / 1 minuut Hang de tijdslijn die je vindt bij dit pakket nu op in het klaslokaal op een goed zichtbare plaats. De acties die je doorheen het schooljaar gaat doen geef je in de volgende stap een plaatsje op de tijdslijn en kunnen worden gekaderd binnen het IK-schema. Materiaal: • Tijdslijn • Punaises of plakband

STAP 10: TIJDSLIJN ILLUSTREREN MET POST-ITS / 10 minuten Opdat de tijdslijn helemaal duidelijk zou worden, gaan we er nu voorbeelden bij geven. Leg uit wat jullie het komend jaar (of komende jaren) allemaal gaan doen rond studiekeuze. Noteer elke activiteit op één post-it en kleef de post-it onder de juiste stap op de tijdslijn. Het wordt nu duidelijk voor de leerlingen wat er allemaal te gebeuren staat en waarom dit zo belangrijk is. Enkele voorbeelden van activiteiten die op scholen gebeuren (en de stap uit het IK-schema waarbij het past): • Les techniek gegeven door een leerkracht of leerlingen uit het secundair (studiekeuze) • Infoavond voor ouders en leerlingen, met verhalen en informatie van oud-leerlingen (studie- en/of schoolkeuze) • Talentenshow (talenten) • Schoolbezoek aan school X (schoolkeuze) • Boekje van het CLB invullen (past bij elke stap) • Bezoek aan het Beroepenhuis (droomberoepen) • … Materiaal: • Post-its • Stift

15 I Kieskit

STAP 8: INFO DUIDEN = HET IK-SCHEMA / 5 minuten


Kieskit I 16

DEEL 2: HOEKENWERK AAN DE HAND VAN DE KIES-ID STAP 11: NIEUWE GROEPEN INDELEN / 5 minuten Verdeel de groep opnieuw, deze keer in 4 gelijke groepen. Je kan hiervoor terug gebruik maken van de methodieken in stap 4.

STAP 12: KIES-ID-SPEL UITLEGGEN / 5 minuten Zet om te beginnen de vier hoeken klaar: • Maak met banken vier fysieke hoeken • Leg in elke hoek een opdrachtenfiche • Verdeel alle nodige materiaal (zoals op de fiche en in STAP 2 vermeld) over de hoeken Wijs elke groep een hoek toe om in te starten. Doe daarna de speluitleg: “We gaan vandaag al eens kort proeven van de dingen die belangrijk zijn voor je studiekeuze. Dat gaan we doen met een doorschuifsysteem: elk groepje start aan een tafel en na 20 minuten schuiven we door naar een andere tafel. Zo heb je op het einde alle vier de opdrachten gedaan.”

De 4 opdrachten: 1 Bij de opdracht over TALENTEN speelt het groepje een kaartspel waarmee ze elkaars talenten kunnen benoemen. 2 De opdracht over DROOMBEROEPEN is een raadspelletje waarin het groepje leerlingen moet raden welk beroep iedereen heeft. 3 In de hoek van het KIEZEN mogen leerlingen een onderzoek doen naar hoe leerlingen van deze klas keuzes maken. 4 En in de hoek rond STUDIEKEUZE voeren ze een discussie over hoe iemand z’n studiekeuze best maakt. Als leerkracht bewaak je de tijd én ondersteun je de leerlingen waar nodig. Loop rond in het lokaal en spreek de groepen regelmatig aan om te polsen hoe het gaat. Na 20 minuten wordt er telkens doorgeschoven. Voor ze aan de opdrachten beginnen krijgen ze elk ook een Eigen KIES-ID (bijlage 7). Daarop kunnen ze de dingen die ze tijdens de opdrachten over zichzelf te weten komen noteren.

STAP 13: KLAS AAN DE SLAG MET HET KIES-ID-SPEL / 80 minuten Start het KIES-ID-spel op: a Elk groepje neemt plaats aan een bank b De groep leest zelf de opdracht die op de bank ligt: 1 leerling leest voor een de anderen luisteren c De groep voert de opdracht uit De leerkracht is de tijdsbewaker: je geeft aan als de groep moet overgaan naar het volgende deel van de opdracht. Na 20 minuten schuiven de groepen door naar een andere opdracht. Materiaal: • Elke spelfiches of bij stap 2 • Materiaal bij elke opdracht: zie spelfiches

In tijdsnood? Laat de groepjes dan doorschuiven na 15 minuten in plaats van 20.


Bespreek het spel klassikaal na. Dit is een belangrijke stap! Zorg dus dat je hier zeker voldoende tijd aan kan besteden. Volgende vragen kunnen aan bod komen in de nabespreking: Inleidende vragen: • Welke opdrachten vond je de leukste? En waarom? • Welke vond je de moeilijkste? En waarom? Vragen per opdracht: • Wat ben je te weten gekomen bij de opdracht over talenten? • Wat ben je te weten gekomen bij de opdracht over droomberoepen? • Wat ontdekte je bij de kies-opdracht? • Welke dingen heb je geleerd bij de studiekeuze-opdracht? Overschouwende vraag: • We zagen daarnet filmpjes van 5 verschillende leerlingen. Waar ga jij op letten nu je zelf een studiekeuze moet maken voor volgend jaar? De Eigen KIES-ID die de leerlingen doorheen de opdrachten invulden kunnen ook een perfecte aanleiding zijn om met de leerlingen eens apart over studiekeuze te praten, bv tijdens een leerlingen- of oudercontact.

STAP 15: THEMA AFRONDEN / 5 minuten Zorg dat je als leerkracht nog eens kadert wat er allemaal besproken is tijdens deze halve dag. Verwijs ook doorheen het schooljaar tijdens andere studiekeuzemomenten nog terug naar de tijdslijn die in de klas hangt. Zo help je om al jouw leerlingen het hele jaar door bewust te maken van de moeilijke keuze die ze gaan maken!

“Wat we vandaag hebben gedaan, was nog maar een begin. Zoals je ziet op de tijdslijn, gaan we dit schooljaar nog veel andere dingen doen rond studiekeuze. Die dingen doen we allemaal zodat jij een goede keuze zou maken in het middelbaar.”

17 I Kieskit

STAP 14: GEHEEL NABESPEKEN / 20 minuten


Kieskit I 18

MATERIAAL KOPIEER HET MATERIAAL ZOALS AANGEGEVEN OP PAGINA 10


Materiaal: Talentenkaartjes

DEEL 1

15 MIN

DEEL 2

5 MIN

‘Ik ben goed in werken met hout. Wat zijn jouw talenten?’ IAN

Deel 1: Benoem elkaars talenten • Iemand schudt de kaarten en deelt ze uit zodat elke speler 4 kaarten heeft. Hou je kaarten voor jezelf, zonder dat de groep ze kan zien. • De kaarten die overblijven leg je omgekeerd op een stapel. • De speler van wie de voornaam het eerste voorkomt in het alfabet (Anna, Bilal, Cédric …) begint. • De eerste speler bekijkt zijn/haar kaarten en maakt een keuze: 1 Zit er een kaartje bij waarvan je vindt dat het past bij iemand die rond de tafel zit? Geef het talentenkaartje dan aan die speler. Die legt het voor zich op tafel zodat de anderen het ook kunnen zien, maar hij mag er nog niet op reageren. 2 Vind je dat er een kaartje tussen zit dat bij niemand past? Leg het dan op een nieuwe stapel. Er wordt dus een tweede stapel begonnen van kaartjes die weer weggelegd worden die (voorlopig) niet bruikbaar zijn. De beurt van de eerste speler is nu voorbij en gaat naar de volgende speler. • Na elke speelbeurt neem je een nieuwe kaart van de stapel zodat je er terug 4 hebt. • Het eerste deel van het spel gaat net zolang door tot elke speler 2 kaarten voor zich liggen heeft. Dit zijn dus 2 kaartjes die je van anderen hebt gekregen. Als een speler al 2 kaartjes ontvangen heeft, kan hij er zelf geen meer krijgen maar wel nog weggeven aan anderen, wanneer het zijn beurt is.

Deel 2: nadenken over de talenten die je gekregen hebt Tijdens het tweede deel van het spel mag je vragen stellen bij de kaartjes die je kreeg. Bv. ‘Waarom vind jij dat dit talent bij mij past?’. Zijn er geen vragen meer bij de kaartjes? Dan vertelt elke speler om de beurt hoe het voelt om die 2 talenten ‘cadeau’ te krijgen: • Met welk kaartje ben je blij? • Met welk kaartje ben je minder blij? • Welke kaarten had je niet verwacht of net wel? Neem ten slotte je Eigen KIES-ID en beantwoord de vragen over ‘mijn talenten’.

19 I Kieskit

FICHE: TALENTEN


Kieskit I 20

FICHE: DROOMBEROEP Materiaal: Enveloppe met daarin de 10 geknipte kaartjes

DEEL 1

15 MIN

DEEL 2

5 MIN

Deel 1: elkaars beroep raden • Ga per 2 (of 3 samen) zitten • Neem samen een beroepenkaartje uit de enveloppe (zonder te spieken!) en zorg dat niemand jullie kaartje kan zien. • Lees welk beroep er op je kaartje staat. Er staat ook altijd een zinnetje uitleg bij, en enkele tips die je kan geven aan de anderen (als ze het echt niet kunnen raden). Ken je het beroep niet en begrijp je de uitleg niet? Ga dan eerst even naar de leerkracht om uitleg te vragen. • Het is de bedoeling om van elkaar te raden welk beroep jullie doen. Zoals bij het gezelschapsspel ‘wie is het’, maar dan met beroepen. • De groep met de jongste leerling mag beginnen. Ze richten zicht tot hun buren en stellen hen een ja/nee-vraag over het beroepenkaartje van de buren. De buren antwoorden eerlijk op die vraag met ‘ja’ of ‘nee’. Als je het antwoord niet zeker weet, dan antwoord je ‘ik denk het wel’ of ‘ik denk het niet’. • Daarna is het de beurt aan de volgende spelers. Die stellen ook een vraag aan hun buren enzovoort. • Zo spelen we verder tot alle beroepen geraden zijn. Waarschijnlijk hebben we daar heel wat vragenrondjes voor nodig! • Dit zijn mogelijke vragen om aan elkaar te stellen: - Is het een beroep waarvoor je veel buiten bent? - Zou jij het beroep graag doen? - Verdien je veel geld met het beroep? - Moet je goed kunnen schrijven voor dit beroep? - Moet je speciale kledij aantrekken voor dit beroep? - …

Deel 2: dagdromen over je eigen droomberoep ‘Ik wil graag modeontwerpster worden, en jij?’ MYLENA • De oudste speler vertelt aan de groep wat zijn/haar droomberoep is, en leg ook uit waarom (wat vind je er dus zo leuk aan). • Daarna mag de groep 2 beroepen zoeken die daar een beetje op lijken. Voor welke 2 beroepen heb je dus een beetje dezelfde talenten en interesses nodig? • Zo laten we iedereen aan de beurt komen. Neem daarna je Eigen KIES-ID erbij en beantwoord de vragen over ‘mijn droomberoep’.


21 I Kieskit

FICHE: KIEZEN Materiaal: 1 enquête per leerling 8 balpennen Schoolbord en krijt

DEEL 1

10 MIN

DEEL 2

10 MIN

‘Ik heb al elke week iets anders willen worden. Hoe goed kan jij kiezen?’ LAURA

Deel 1: een onderzoek voeren naar hoe leerlingen kiezen • Eén leerling is de onderzoeker: de oudste van de groep. Hij deelt aan de anderen een enquête uit en neemt voor zichzelf ook een blad. • Elke leerling krijgt 5 minuten om deze enquête individueel in te vullen. Je mag niet kijken naar wat de anderen noteren. • De onderzoeker schrijft terwijl de enquête over op het bord. Je moet de vragen niet over schrijven; alleen het nummer van de vraag en de mogelijke antwoorden, is voldoende. • Na 5 minuten overloopt de onderzoeker vraag per vraag (en alle mogelijke antwoorden erbij). Wie het antwoord aangeduid heeft, geef een teken (hand op steken). De onderzoeker telt hoeveel mensen dit antwoord hebben gegeven en noteert het juiste aantal in het groot op het schoolbord.

Deel 2: de resultaten van het onderzoek samenvatten • De onderzoeker geeft als eerste een besluit van dit onderzoek. Bv. ‘Alle kinderen vinden de keuze van hun ouders belangrijk’. • Daarna duidt hij een andere leerling aan. Die geeft ook een besluit. • Zo gaan we verder tot iedereen minstens 1 besluit heeft gegeven. • De leerlingen moeten goed naar elkaars besluiten luisteren, zodat ze niet 2 keer hetzelfde zeggen. Neem daarna je Eigen KIES-ID erbij en beantwoord de vragen over ‘Als ik moet kiezen’. Bij het einde van deze opdracht, veeg je het bord terug schoon voor de volgende groep.


Kieskit I 22

FICHE: STUDIEKEUZE Materiaal: 1 invulblaadje ‘als ik mijn studiekeuze maak’ per leerling 8 balpennen 4 blanco A3 bladeren

DEEL 1

DEEL 2

5 MIN

15 MIN

Deel 1: je eigen mening over studiekeuze • Elke leerling krijgt een invulblaadje • Iedereen vult de opdracht in zonder naar de anderen te kijken. Het gaat om wat jij denkt of vindt! • Ben je klaar? Dan wacht je even tot iedereen klaar is.

‘Ik ben met mijn papa gaan praten over studiekeuze. Jij ook?’ LOUIS

Deel 2: de mening van de groep over studiekeuze Daarna gaan we met de groep samen hetzelfde doen: we proberen als groep samen een beslissing te nemen in wat het meest belangrijk is. We maken een top 3. Dat doen we zo: • Leg het grote A3 blad in het midden van de tafel • Teken in het midden van het blad een rechthoek (zie voorbeeld hieronder) • Teken rond de rechthoek lijnen, zodat er voor elke leerling 1 vak wordt gevormd (zie voorbeelden hieronder) • Elke leerling kiest het vak dat voor hem/haar ligt • Elke leerling noteert in zijn/haar vak het antwoord op de vraag: ‘Wat vind ik de 3 belangrijkste dingen, als ik mijn studiekeuze maak?’ (=jouw nummer 1, 2 en 3 uit deel 1 van deze opdracht) • Na 1 minuut doen we een rondje: elke leerling zegt om de beurt wat hij/zij heeft opgeschreven. • Daarna volgt er een discussie in de groep. Iedereen geeft z’n mening, en de groep probeert samen tot een besluit te komen: ‘Wat vinden wij de belangrijkste dingen bij het maken van een studiekeuze?’ • Een leerling noteert het besluit van de groep in het middelste vak. Na deel 2 vraagt de leerkracht aan iemand van de groep wat het besluit is. Elke leerling moet dus kunnen zeggen wat de groep besproken en beslist heeft.

Opdeling van het blad voor een groepje van 4 leerlingen:

Opdeling van het blad voor een groepje van 5 leerlingen:

Neem daarna je Eigen KIES-ID erbij en beantwoord de vragen over ‘Mijn studiekeuze’.


BIJLAGE 1: DE KIES-ID (voor deel 1) Kopieer dit blad 1 keer en knip de strookjes uit

KIES ID

HOE MAAK IK MIJN STUDIEKEUZE Ik ben Louis

MIJN DROOMBEROEP IS

MIJN TALENTEN ZIJN

KIES ID

HOE MAAK IK MIJN STUDIEKEUZE ik ben Mylena

MIJN DROOMBEROEP IS

MIJN TALENTEN ZIJN

KIES ID

HOE MAAK IK MIJN STUDIEKEUZE Ik ben Seppe

MIJN DROOMBEROEP IS

MIJN TALENTEN ZIJN

KIES ID

HOE MAAK IK MIJN STUDIEKEUZE Ik ben Laura

MIJN DROOMBEROEP IS

MIJN TALENTEN ZIJN

KIES ID

HOE MAAK IK MIJN STUDIEKEUZE Ik ben Ian

MIJN DROOMBEROEP IS

23 I Kieskit

MIJN TALENTEN ZIJN


BIJLAGE2 : EXPRESSIEVORMEN (voor deel 1)

Kieskit I 24

Op dit blad staan verschillende manieren waarop je iets kan voorstellen. Jullie hebben waarschijnlijk een voorkeur voor één van deze manieren. Kies met je groep een van de vormen. Je krijgt nu 30 minuten om op deze manier een voorstelling te maken van jullie KIES-ID, dan stellen jullie het voor aan de klas.

EEN TV-INTERVIEW DOEN Je doet straks voor de klas een fictief interview met jouw personage. Stel eerst samen met je groep zes goede vragen op waarin alles aan bod komt wat de klas moet weten van het personage. Heb je de vragen? Bedenk dat met de groep het antwoord dat jullie personage zou geven. Pas daarna verdelen jullie de taken. • Wie wil er straks het personage spelen? • Wie zal de reporter zijn? • En wie wordt de klankman? • Wie bemant de camera als cameraman? • Welke leerling zal stylist zijn? • En tenslotte: wie is de regisseur? Oefen enkele keren het interview. Klaar? Actie!

EEN TONEELSTUK MAKEN Je voert straks voor de klas een toneel op. In dat rollenspel wordt het duidelijk wie jouw personage is. Alle informatie van de KIES-ID komt aan bod in het toneel. Een toneel maken pak je als volgt aan: • Noteer eerst alle informatie die je wil meegeven over je personage. • Bedenk een verhaal waarin al deze dingen aan bod komen. • Je mag het een beetje uitschrijven, maar dat moet niet. • Verdeel de rollen van het verhaal. Als er niet voldoende personages zijn, kunnen leerlingen ook een voorwerp als rol hebben (bv. een boom of …). • Heb je nog tijd over? Oefen dan je toneel al eens in.

EEN PRENTENBOEK MAKEN Je maakt een prentenboek over je personage. Straks lees je je prentenboek voor aan de klas: je toont de prent en vertelt welke tekst er bij staat. Zo maak je een prentenboek: • Maak van alle informatie van de KIES-ID een mooi en eenvoudig verhaal. • Deel het verhaal op in verschillende delen en maak per deel een tekening. Laat elke leerling van je groep minstens één tekening maken. • Noteer de tekst nu telkens bij de tekening. • Niet de verschillende tekeningen aan elkaar in de juiste volgorde. • Jullie verhaal is nu klaar. Je kan één persoon het hele verhaal laten voorlezen, of elke pagina door iemand anders laten lezen. Toon ook altijd de prent aan de klas, terwijl je het verhaal voorleest.

EEN VERHAAL VERTELLEN Als je voor deze werkvorm kiest, schrijf je vooral samen aan een goed verhaal met een portie fantasie. Het verhaal gaat over een jongen of meisje die op zoek is naar wat hij of zij later wil gaan studeren en doen. Bedenk een verhaal waarin deze zoektocht duidelijk wordt. Straks lees je het verhaal voor aan de klas. Enkele tips: • Zoek niet te veel extra personages, want die kunnen je verhaal te moeilijk maken. • Schrijf een verhaal dat kinderen van jullie leeftijd leuk vinden. • Het verhaal mag maximaal een halve bladzijde lang zijn.

UITBEELDEN ZONDER GELUID Je bedenkt een manier om alle informatie uit de KIES-ID aan je klasgenoten te geven, zonder dat je iets zegt of schrijft. Je zal dus de naam van de leerling, zijn droomberoep, zijn talenten en hoe hij zijn studiekeuze maakt moeten uitbeelden met je handen, je lichaam of met de hele groep samen. Zoek met de groep een manier om alles uit te beelden. Verdeel daarna de taken: wie beeld wat uit? Je opdracht is geslaagd als de klas kan raden wat jullie uitbeelden.


BIJLAGE 3: TALENTENKAARTEN (BIJ FICHE TALENTEN IN DEEL 2) Kopieer dit blad, knip de kaartjes uit. Tip: De kaartjes zullen langer meegaan als je ze lamineert.

Raadsels oplossen en denkspelletjes

Vraagstukken oplossen

Gezelschapsspelen spelen

Puzzelen

Iemand de weg wijzen, kaartlezen

Nieuwe woorden bedenken

Verhalen verzinnen

Boeken verslinden

Woordspelletjes of kruiswoordraadsels

Een andere taal leren

Voordragen en toneel spelen

Liedjes herkennen

Zingen

Bewegen op muziek (dansen)

Gevoel voor ritme hebben (ritmes kunnen naklappen)

Gevoel leggen in een lied

Noten lezen

Foto’s maken

Kamers inrichten (decoreren)

Genieten van kunst

Bouwwerken ontwerpen

Gevoelens weergeven in een tekening (kunstwerk maken)

Affiches maken

Nieuwe vrienden maken

Helpen bij ruzies of problemen

Anderen motiveren

Met kleine kinderen omgaan

Mensen doen lachen

Luisteren naar verhalen van mensen

Dingen in elkaar steken (Meccano, K’nex)

Uitpluizen hoe dingen werken

Vertoeven in de natuur en dieren bestuderen

Reizen en andere streken verkennen

Dingen die stuk zijn repareren

Boeken lezen over de wereld

Make-up aanbrengen

Computerspelletjes waarin je snel moet reageren

Nauwkeurig knippen of tekenen

Goocheltrucs

Met werktuigen werken (schroevendraaier, pincet …)

Cupcakes bakken en versieren

Zwaar werk verzetten (sleuren)

Sierlijk turnen

Lopen en springen

Behendigheid met een bal (balsporten)

Uitbeelden van een dier via beweging

Je eigen grenzen verleggen, steeds verder gaan

Een initiatief nemen (bv. om geld in te zamelen voor een goed doel)

Een feestje organiseren

Oplossingen bedenken bij problemen

Leiding geven aan een groep

Zelfstandig werken, je plan trekken

Onderhandelen om iets te verkrijgen (bv. meer speeltijd)

25 I Kieskit

Vlot werken met getallen (rekenen)


BIJLAGE 4: BEROEPENKAARTEN (BIJ FICHE DROOMBEROEP IN DEEL 2)

Kieskit I 26

Kopieer dit blad en knip de kaartjes uit. Tip: De kaartjes zullen langer meegaan als je ze lamineert.

KLEUTERLEIDSTER OF KLEUTERLEIDER

VRACHTWAGENCHAUFFEUR

Leerkracht in de 1 , 2 of 3 kleuterklas

Vervoert met een vrachtwagen ladingen van de ene plaats naar de andere, in België of het buitenland

e

e

e

TIPS: • Je werkt met kinderen

TIPS:

• Je moet creatief zijn

• Je hebt ook weekend- en avondwerk

• Er zijn meer vrouwen dan mannen die dit beroep hebben

• Je moet een speciaal rijbewijs hebben

JOURNALIST VOOR DE KRANT

LABORANT

Interviewt mensen of zoekt informatie op, en schrijft daar dan een artikel over voor in de krant

Onderzoekt bv. bloed of urine in een laboratorium, en geeft de resultaten daarvan in de computer in

TIPS:

TIPS:

• Je moet vlot kunnen schrijven

• Je moet nauwkeurig werken

• Je hebt ook avond- en weekendwerk

• Je draagt beschermende kledij

• Je moet de actualiteit goed volgen

• Je werkt altijd binnen

SECRETARESSE OF SECRETARIS

TUINMAN OF TUINVROUW

Maakt het werk van zijn of haar baas gemakkelijker: neemt de telefoon op en volgt de e-mails op

Kent veel van planten en bomen, zodat hij of zij ze goed kan onderhouden

TIPS:

TIPS:

• Je moet mooi kunnen praten

• Je werkt altijd buiten

• Je moet vlot met de computer kunnen werken

• Je houdt van de natuur

• Je ziet veel van de wereld

• Je hebt een goede conditie

• Je bent beleefd

KLEDINGVERKOPER

BOEKHOUDER

Werkt in een kledingwinkel. Helpt de klanten, verkoopt de kleding aan de kassa en houdt de winkel netjes

Volgt voor bedrijven de geldzaken op: regelt de betalingen, controleert of er niets teveel of te weinig wordt betaald

TIPS: • Je houdt van mode

TIPS:

• Je bent beleefd

• Je moet vlot met de computer kunnen werken

• Je bent niet verlegen

• Je moet goed zijn in rekenen • Je moet nauwkeurig werken

INGENIEUR

POLITIEAGENT

Heeft veel gestudeerd over wiskunde en wetenschap en kan problemen oplossen met machines, bouwwerken of het milieu

Zorgt voor de veiligheid van de mensen door op straat te patrouilleren met de auto, fiets of te voet

TIPS:

• Je bent streng maar vriendelijk

• Je bent technisch aangelegd

• Je draagt een uniform

• Je draagt veiligheidskledij

• Je bent niet bang

• Je bent goed in wiskunde

TIPS:


BIJLAGE 5: ENQUETE KIEZEN (BIJ FICHE KIEZEN IN DEEL 2)

1 Wie helpt mij om keuzes te maken over activiteiten die ik doe, bv. welke hobby’s ik wil doen of waar ik naartoe ga in het weekend? (duid alle personen aan) O Niemand, ik maak mijn keuzes alleen O Ouders O Leerkrachten O Vrienden O Familie O Andere mensen: (vul in wie) … O Andere mensen: (vul in wie) … 2 Wie helpt mij om keuzes te maken over dingen die ik koop bv. welke kleren of welk speelgoed? (duid alle personen aan) O Niemand, ik maak mijn keuzes alleen O Ouders O Leerkrachten O Vrienden O Familie O Andere mensen: (vul in wie) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . O Andere mensen: (vul in wie) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 Welke mening (van de mensen uit het lijstje van hierboven) vind ik het belangrijkste? (noteer je top 3) O . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . O . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . O . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Als ik een keuze moet maken, hoe doe ik dat dan? (duid alles aan wat voor jou van toepassing is) O Ik stel uit (‘Dat kies ik later wel.’) O Ik volg mijn gevoel (‘Mijn hart zegt me dat ik best dit doe.’) O Ik volg de anderen (‘Als zij dit gaan doen, dan doe ik dat ook.’) O Ik denk goed na en kies dan (‘Ik heb goed nagedacht en dit beslist.’) O Ik kies impulsief (‘Geef mij maar dit!’)

27 I Kieskit

ENQUÊTE OVER KIEZEN


BIJLAGE 6: INVULBLAADJE STUDIEKEUZE (BIJ FICHE STUDIEKEUZE IN DEEL 2)

Kieskit I 28

Maak kopies. Zorg dat er voor elke leerling van de klas een strookje is.

INVULBLAADJE STUDIEKEUZE In het secundair onderwijs moet je een studiekeuze maken. Dat doe je op basis van verschillende redenen. Hieronder staan allemaal dingen die een rol kunnen spelen als je die keuze maakt. Duid aan wat voor jou het meest belangrijk is (dat geef je een 1) en wat het minste (dat geef je een 10). Als ik mijn studiekeuze maak, dan hou ik rekening met …

Mijn score (1 tot 10)

Mijn punten op school voor bepaalde vakken Mijn talenten (wat ik goed kan) Mijn vrienden (wat zij kiezen) Mijn interesses (wat ik graag doe) Mijn ouders (wat zij willen dat ik doe) Waar ik woon (welke studies ik in de buurt kan volgen) Mijn broer of zus (wat zij doen) Hoe cool een bepaalde studierichting is De leerkracht (wat zij of hij denkt dat ik best kies) Het CLB (wat zij zeggen dat ik best kies) INVULBLAADJE STUDIEKEUZE In het secundair onderwijs moet je een studiekeuze maken. Dat doe je op basis van verschillende redenen. Hieronder staan allemaal dingen die een rol kunnen spelen als je die keuze maakt. Duid aan wat voor jou het meest belangrijk is (dat geef je een 1) en wat het minste (dat geef je een 10). Als ik mijn studiekeuze maak, dan hou ik rekening met …

Mijn score (1 tot 10)

Mijn punten op school voor bepaalde vakken Mijn talenten (wat ik goed kan) Mijn vrienden (wat zij kiezen) Mijn interesses (wat ik graag doe) Mijn ouders (wat zij willen dat ik doe) Waar ik woon (welke studies ik in de buurt kan volgen) Mijn broer of zus (wat zij doen) Hoe cool een bepaalde studierichting is De leerkracht (wat zij of hij denkt dat ik best kies) Het CLB (wat zij zeggen dat ik best kies) INVULBLAADJE STUDIEKEUZE In het secundair onderwijs moet je een studiekeuze maken. Dat doe je op basis van verschillende redenen. Hieronder staan allemaal dingen die een rol kunnen spelen als je die keuze maakt. Duid aan wat voor jou het meest belangrijk is (dat geef je een 1) en wat het minste (dat geef je een 10). Als ik mijn studiekeuze maak, dan hou ik rekening met … Mijn punten op school voor bepaalde vakken Mijn talenten (wat ik goed kan) Mijn vrienden (wat zij kiezen) Mijn interesses (wat ik graag doe) Mijn ouders (wat zij willen dat ik doe) Waar ik woon (welke studies ik in de buurt kan volgen) Mijn broer of zus (wat zij doen) Hoe cool een bepaalde studierichting is De leerkracht (wat zij of hij denkt dat ik best kies) Het CLB (wat zij zeggen dat ik best kies)

Mijn score (1 tot 10)


BIJLAGE 7: MIJN EIGEN KIES-ID Neem dit blaadje mee bij elke opdracht. Dit is een samenvatting van wat je over jezelf hebt geleerd uit deze oefening.

............................................................................................................................

MIJN TALENTEN: Welke 2 talentenkaartjes gaven de anderen jou? ............................................................................................................................

Wat vond je van de talenten die je kreeg? ............................................................................................................................

Welke andere talenten heb je nog? ............................................................................................................................

MIJN DROOMBEROEP: Wat is jouw droomberoep? ............................................................................................................................

Waarom? ............................................................................................................................

ALS IK MOET KIEZEN Wie helpt jou als je keuzes maakt? ............................................................................................................................

Als jij een keuze moet maken, hoe doe je dat? ............................................................................................................................

MIJN STUDIEKEUZE Met welke dingen hou jij het meeste rekening als je je studiekeuze maakt? ............................................................................................................................

29 I Kieskit

MIJN NAAM:


Droomberoepen

Kiezen

Op stap naar het secundair onderwijs (VCLB)

Werkboek

x

x

x

x

x

WATHOE secundair onderwijs (CLB GO!)

Werkboek

x

x

x

x

x

Kies raak! (de Schoolbrug)

Lespakket

x

x

x

x

x

HorizonTaal, studiekeuze als ontdekking (Provincie Limburg)

Lespakket

x

x

x

x

Ik kies voor mijn talent, toolbox voor jong talent (L. Dewulf)

Lespakket

x

Het Beroepenhuis (Beroepenhuis vzw)

Uitstap, lespakket, film

x

Talentenarchipel, op zoek naar je talenten (CEGO)

Website en lespakket

x

Talentenkijker, talenten ontdekken in wetenschap en techniek (VHTO Nederland)

Website en lespakket

x

x

Robocup junior

Website en wedstrijd

x

x

Roadies, elke week ander werk (Klasse)

Website en film

x

x

Onderwijskiezer, voor jou gemaakt door je CLB (CLB)

Website

My digital me junior, het digitaal ontwikkelingsplatform (Vlajo)

Website

x

x

Wakannekik (VCLB Kempen)

Website

x

x

De droomfabriek, Dromen – Doen (Vlajo)

Website

x

x

Ontdek je toekomst (Nederlandstalig onderwijs in Brussel)

Website

Meervoudige Intelligentie Gent

Website

De overstap (TV Klasse)

Film

Het kwaliteitenspel (Klasse voor ouders)

Spel

x

Kleurig kiezen (Centrum Informatieve Spelen)

Spel (begeleid)

x

Werk voor durvers (Beroepenhuis vzw)

Computerspel

x

Later word ik – Lees je slim reeks (M. Vermeulen)

Leesboek

x

Brugklas Bikkels, relaxed en zelfverzekerd naar de middelbare school (I. Brugman, B. Swinkels)

Leesboek

Infobrochure voor de eerste graad SO (onderwijskiezer)

Brochure

Op zoek naar méér materialen rond onderwijsloopbaan? Raadpleeg de Materialenbox op www.onderwijskiezer.be.

x

Schoolkeuze

Wat?

Studiekeuze

Naam

Talenten

Kieskit I 30

BIJLAGE 8: ANDER MATERIAAL ROND STUDIEKEUZE

x x

x

x

x

x

x

x

x

x

x x

x

x

x

x x

x

x x


31 I Kieskit

COLOFON Verantwoordelijke uitgever: Nieke Nouwen Coördinator Vlaamse Scholierenkoepel vzw www.scholierenkoepel.be Tekst en werkmateriaal: Vlaamse Scholierenkoepel vzw Vormgeving: Emma Thyssen www.emmathyssen.be Filmpjes: Joop Pareyn De Vlaamse Scholierenkoepel (VSK) vzw is de netoverschrijdende koepel van leerlingenraden en de officieel erkende spreekbuis van de scholieren in Vlaanderen. De vereniging is een vereniging voor en door scholieren uit het secundair onderwijs en wil ervoor zorgen dat scholieren betrokken worden in het onderwijs(beleid). VSK gelooft dat goed onderwijs wordt gerealiseerd mét jongeren. Momenteel zijn er meer dan 700 leerlingenraden aangesloten bij de vereniging.

Met financiële steun: van de provincie Limburg

van stad Sint-Truiden

Met steun en hulp van:

LOP Sint-Truiden Basisonderwijs en Secundair Onderwijs


Kieskit I 32

KIESKIT NEEM JE TIJD OM TE KIEZEN

In de laatste graad van het lager onderwijs wordt er op elke school gewerkt rond studiekeuze. De KIESKIT helpt leerkrachten om met hun klas na te denken over het studiekeuzeproces. Het is geen vervanging, maar wel een aanvulling op alle andere initiatieven die al bestaan rond de studiekeuze van het lager naar het secundair onderwijs. De leerkracht brengt tijdens een halve lesdag samen met de leerlingen in kaart wat er allemaal komt kijken bij die studiekeuze aan de hand van filmpjes en opdrachten. De tijdslijn bij dit pakket die het hele jaar door in de klas kan blijven hangen, helpt om alles wat er doorheen het schooljaar gebeurt rond studiekeuze een plaatsje te geven.

Met financiĂŤle steun van de provincie Limburg

Met steun en hulp van:


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.