EERLIJKE & DUURZAME HANDEL: welke labels en garantiesystemen voor mijn bedrijf?

Page 1

TRADE FOR DEVELOPMENT

EERLIJKE & DUURZAME HANDEL: WELKE LABELS EN GARANTIESYSTEMEN VOOR MIJN BEDRIJF ?


VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Raad van bestuur van BTC CONCEPT CAP conseil – Serge De Backer REDACTIE Pierre Biélande, Vincent Carbonnelle, Madeleine Dembour, Sandra Evrard, Philippe Lamotte COÖRDINATIE CAP conseil en Kalamos LAY-OUT mpointproduction Deze uitgave van het Trade for Development Centre vertolkt niet het officiële standpunt van het Belgisch ontwikkelingsagentschap, juni 2010 Brussel, januari 2010 (c) BTC, Belgisch ontwikkelingsagentschap, 2010. Alle rechten voorbehouden. De inhoud van deze uitgave mag worden overgenomen met de toelating van BTC, op voorwaarde dat de bron wordt vermeld.


INHOUD

HOE MOET DEZE BROCHURE GELEZEN WORDEN ?

5

INLEIDING Duurzame handel, een fenomeen in volle groei dat om een professionele aanpak vraagt

DE GARANTIESYSTEMEN ONDER DE LOEP Hoe moet je de fiches lezen ? De labels Het engagement van de ondernemingen

EEN GLOBAAL OVERZICHT Duurzame handel in de wereld Welke criteria voor welke systemen ?

7

11 13 17 45

67 68 70

THE BUSINESS VIEW Het antwoord van de Belgische economische actoren

73

CONCLUSIE Geen goede of slechte leerlingen

79

GLOSSARIUM

81


Het duurde tot 2007 (4 jaar na de certificering) vooraleer de verkochte volumes, integraal gelabeld, groot genoeg waren om een concrete impact te hebben op het welzijn van de gemeenschap. De fairtradepremie maakt het vooral mogelijk om de schoolkosten en uniforms voor de kinderen te betalen, twee crèches te onderhouden, voor de jongeren technische opleidingsprogramma’s (gebruik en vermindering van pesticiden) en opleidingsprogramma’s in literatuur of wiskunde te financieren, en voor sommigen toegang tot de universiteit mogelijk te maken. Het bedrag van de premie wordt ook gebruikt voor sportinfrastructuur. We hopen dat ze in de toekomst ook het schoolvervoer kan helpen verbeteren omdat onze gemeenschap zeer afgelegen ligt en de kinderen ver moeten lopen voor een bus of collectieve taxi.

VERNON HENN, ALGEMEEN DIRECTEUR VAN THANDI WIJNEN (ZUID-AFRIKA) DIE IN 2003 DE EERSTE FAIRTRADE GECERTIFICEERDE WIJNEN IN DE WERELD WERDEN >

Zie Max Havelaar fiche (FLO) p.32

www.thandi.com


SAMENVATTING

HOE LEEST U DE BROCHURE ? Deze brochure is vooral bedoeld om meer licht te werpen op de verschillende labels en garantiesystemen voor eerlijke en duurzame handel. - Eerst een kleine semantische oefening om duidelijk te maken waar we het over hebben. Eerlijk, ethisch, duurzaam, bio, … al die adjectieven worden vandaag aan verschillende handelspraktijken gekoppeld. Waar praten we precies over? Wat is de draagwijdte van deze initiatieven? Hebben ze succes? Met welke punten moet een ondernemer die belangstelling heeft voor duurzame handel rekening houden? Al deze vragen komen in de inleiding van de brochure aan bod. - Over welke producten en diensten gaat het? Pagina's 14 en 15 zetten de grote lijnen uit. Duurzame handel heeft nog altijd in hoofdzaak betrekking op voeding en soms op ambachtelijke producten. Maar het concept begint ook bij andere soorten producten door te dringen: hout, papier, speelgoed, schoenen enz. Bij elk besproken garantiesysteem hoort een gedetailleerde steekkaart, een soort identiteitskaart. - De lezer vindt in de steekkaarten informatie over de context van elk systeem maar ook over de reikwijdte van de garanties, de aard van de controles, de verschillende stappen die men moet volgen om gecertificeerd te worden, de kosten die erbij komen kijken, enz. - Het handelsverkeer heeft vandaag een mondiaal karakter, zodat het interessant is om het geografisch in beeld te brengen. Pagina's 68 en 69 tonen de geografische activiteitszones van de verschillende vermelde garantiesystemen. Zo kunnen we zien dat bepaalde praktijken meer verspreid zijn in het Noorden dan in het Zuiden – een voorbeeld is het MSC-label (Marine Stewardship Council) dat de overbevissing bestrijdt en voor 80% op het noordelijk halfrond actief is – terwijl andere initiatieven vooral in het Zuiden worden ontplooid en nog andere evenwichtig over de planeet verdeeld zijn. - Een ander overzicht, op pagina's 70 en 71, geeft een heel gedetailleerd beeld van de criteria die elk garantiesysteem hanteert. Deze criteria hebben betrekking op drie pijlers: milieu, samenleving en economie. - Ten slotte laat de brochure een aantal actoren op het terrein aan het woord. Zij vertellen over hun motivatie, de uitdagingen en de moeilijkheden waarmee ze te maken krijgen. Op die manier krijgen we een vrij concreet beeld van de huidige trends in eerlijke en duurzame handel.

5


6 © MAX HAVELAAR


INLEIDING

DUURZAME HANDEL: EEN FENOMEEN IN VOLLE GROEI DAT EEN PROFESSIONELE AANPAK VRAAGT WAT ZOU U DOEN ALS VIER VIJFDE VAN UW KLANTEN UW PRODUCTEN ZOU BOYCOTTEN OMDAT THEMA'S ALS MILIEU EN ETHIEK U KOUD LATEN ? Surrealisme ? Fictie ? Overdrijving ? Volgens de barometer1 van de Union for Ethical BioTrade is het wel degelijk zo. De peiling van deze organisatie legt een fundamentele trend bloot: de consumenten hechten alsmaar meer belang aan een ethische en ecologische handel. Dit verschijnsel neemt toe in perioden van financiële en economische crisis, wanneer de conventionele actoren aan geloofwaardigheid verliezen. Een grote meerderheid van de marketingprofessionals2 heeft waarden als 'ethisch' en 'authentiek' trouwens opgenomen in de top 5 van de huidige trends, en hun belang neemt voortdurend toe. Hebben deze waarden een sterk positief effect op de verkoop? Het antwoord is ongetwijfeld ja. De cijfers spreken boekdelen:

+83%

België

Groei van de omzet van eerlijke handel sinds 20011

+66%

Verenigde Staten

Groei van de verkoop van vijf door Wal-Mart verkochte duurzame producten tussen 2007 et 20082

+47%

Wereld

Groei van de omzet van eerlijke handel tussen 2006 et 20073

+20%

Europa

Jaarlijkse groei van de omzet van eerlijke handel in de 5 voorbije jaren44

+15%

Verenigd Koninkrijk

Groei van de uitgaven voor duurzame goederen en diensten tussen 2007 en 20085

Wereld

Mondiale groei van de uitgaven van de gezinnen6

+3%

Duurzame handel kent een tweecijfergroei terwijl de wereldwijde uitgaven van gezinnen een jaarlijkse groei van 3% vertonen.

1/ en 4/ BTC, Belgisch ontwikkelingsagentschap 2/ Wal-Mart’s Live Bette Index, www.livebetterindex.com 3/ Dexia Asset Management, oktober 2009 5/ en 6/ UBS, 2009, Q-series: The Green Consumer, geciteerd door Dexia Asset Management

Gezien deze cijfers is het voor een alerte ondernemer dus onverstandig en weinig professioneel om niet een minimum aan aandacht te besteden aan duurzame handel. Welk bedrijf zegt in 2010 nee tegen een product met een dergelijke omzetgroei ?

1. Deze barometer is gebaseerd op drie soorten gegevens: een studie bij 4.000 personen in Frankrijk, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten, de mediadekking in dezelfde vier landen en de analyse van de jaarverslagen van de 100 grootse cosmeticabedrijven van de wereld (Bayer, L’Oréal, LVMH, Yves Rocher, Chanel, enz.) (www.ethicalbiotrade.org). 2. Patrick De Pelsmaecker, hoogleraar Marketing aan de Universiteit Antwerpen, in PME-KMO, 15 oktober 2009.

7


INLEIDING

WAT IS DUURZAME HANDEL ? Het is duidelijk dat deze sector aandacht verdient, maar hoe moet dat in de praktijk? Omdat er zo veel verschillende initiatieven zijn, is het immers niet altijd duidelijk welke lading de vlag 'duurzame handel' precies dekt: eerlijke handel, ethische handel, biologische handel, …? Het begrip duurzame handel vereist dus verduidelijking. En wat is eerlijke handel? Eerlijke handel of fair trade staat voor een alternatief economisch model met specifieke sociale en ecologische criteria (zie glossarium). Naast de initiatieven voor eerlijke handel, die de billijke vergoeding van de producenten als een van zijn belangrijkste principes heeft, is enkele jaren geleden de term 'duurzame' handel verschenen: 12 van de 23 garantiesystemen die in deze brochure worden voorgesteld zijn in de jongste tien jaar ontstaan. Door het woord 'duurzaam' te gebruiken, leggen de initiatiefnemers van deze systemen de nadruk op niet alleen fatsoenlijke arbeidsvoorwaarden maar ook op het feit dat het handelsverkeer echt rekening houdt met de ecologische hulpbronnen en met een streven om grondstoffen te bewaren en te hergebruiken. Volgens de voorstanders is dit type van handel een bron van sociale, economische en ecologische voordelen en komt het dus overeen met de drie traditionele pijlers van duurzame ontwikkeling. Eerlijke handel is dus een specifiek model van duurzame handel. Maar hoewel de overvloed van initiatieven de aandacht van de economische actoren voor duurzame ontwikkeling bewijst, bemoeilijkt dit ook de keuze voor ondernemingen die deze weg willen inslaan. Daarom wil deze brochure meer duidelijkheid scheppen over de verschillende bestaande systemen. Niet door goede en slechte punten uit te delen, maar wel door elke ondernemer de basisinformatie en de analyses te verschaffen die hij nodig heeft om zich een mening te vormen. Er bestaan momenteel verscheidene labels en garantiesystemen voor duurzame handel. Onze brochure behandelt in totaal 23 referentiesystemen. Allemaal hebben ze een stelsel ingevoerd dat het mogelijk maakt om garanties te bieden3. Het betreft hier sociale, economische en/of ecologische garanties voor handelstransacties.

Om deze brochure samen te stellen hebben wij rechtstreeks contact opgenomen met de initiatiefnemers van elk garantiesysteem. De informatie op de volgende pagina's is dus afkomstig uit de volgende bronnen: - de door de initiatieven zelf verstrekte gegevens; - contacten met bronnen zoals auditors, inspecteurs, enz.; - informatie uit interviews met producenten en ondernemers; - publiek beschikbare gegevens (internet, brochures, databanken) en vooral het Memento 2008 van het Plate-forme Française pour le Commerce Equitable (PFCE), de website infolabel.be en de instrumenteninventaris ‘Responsabilité sociétale’ van het Institut de l’Energie et de l’Environnement de la Francophonie (IEPF).

Deze lijst is niet volledig en zal in de toekomst moeten worden aangevuld, want de duurzame handel kent momenteel een buitengewone dynamiek en is in volle ontwikkeling.

8

3. Het begrip 'garantiesysteem' en andere termen worden gedefinieerd in het glossarium op pagina 81.


INLEIDING

EEN HULPMIDDEL VOOR DE BESLUITVORMING Welke zijn de potentiÍle aandachtspunten voor een onderneming die belangstelling heeft voor duurzame handel ? - Weet waar uw klanten gevoelig voor zijn : afhankelijk van hun culturele achtergrond en sociaaleconomische omgeving hebben sommige klanten meer aandacht voor het milieu terwijl andere vooral naar het sociale aspect zullen kijken of naar het 'natuurlijke' karakter van de ingrediÍnten van de producten, enz. Om uw strategie voor duurzame handel te bepalen, is het erg belangrijk dat u deze voorkeuren kent. - Vind een garantiesysteem (het kunnen er ook meer zijn) dat overeenkomt met uw klantenprofielen : de meeste garantiesystemen zijn in een heel specifieke context ontstaan, als antwoord op een welbepaalde behoefte (zoals de integratie van betere sociale praktijken, de strijd tegen overbevissing, het voorkomen van de negatieve impact van traditionele landbouwmethoden, de strijd tegen ontbossing, enz.). - Kies de weg die het best bij uw activiteit past : een label of misschien een structurele aanpak. Er bestaan geen kant-en-klare antwoorden op deze vraag (zie pagina's 14 en 15). De mate van uw nabijheid tot de consument speelt hier een grote rol. - Ken de criteria : ecologische (vermindering van het energieverbruik, bescherming van de biodiversiteit, enz.), sociale (verbod op kinderarbeid, geen discriminatie, enz.) en economische (prijsbepaling, voorfinanciering, enz.) voorwaarden die men moet respecteren om deel te nemen aan de verschillende garantiesystemen. De tabel "Welke criteria voor welke systemen?" op pagina 70 geeft een overzicht van de aandachtspunten van elk bestek. - Zoek informatie over de gebruikte methodologie : de verschillende stappen van de certificering, het type controles (interne controle, controle door een tweede of derde partij – zie glossarium) en de gebruikte methoden voor de controles, de manoeuvreerruimte die de kandidaat voor een certificering krijgt. - Vorm u een beeld van de 'kosten' of in elk geval van hun grootteorde. De steekkaarten op pagina's 18 tot 65 vermelden in de mate van het mogelijke de criteria die de kosten bepalen, zodat elke onderneming zelf een oordeel kan vormen. - Let op de geografische invloedzones van de verschillende systemen. De dubbele pagina (68 en 69) is in dit opzicht verhelderend, maar ook de plaats waar de maatschappelijke zetel van elk systeem is gevestigd. - Ken de reputatie van het garantiesysteem in het land van bestemming. Deze verschillende punten worden uiterst gedetailleerd behandeld in de volgende pagina's en kunnen dus helpen bij uw besluitvorming. Om u nog beter te helpen bij een strategische keuze, geven pagina's 73 en volgende het woord aan ondernemingen die vertellen over hun motivatie, hun uitdagingen en moeilijkheden in de praktische beoefening van duurzame handel. We onderzoeken niet alleen de respons van de distributiesector maar ook die van verwerkende bedrijven.

9



© ERIC GARNIER — ALTER ECO

DE GARANTIESYSTEMEN ONDER DE LOEP


TITRE CHAPITRE

Wij zijn nog maar een jaar door Fair for Life erkend, zodat het wat te vroeg is om de impact te beoordelen. Maar toch merken we dat onze medewerkers het op prijs stellen dat een officiële vertegenwoordiger in het bedrijf aanwezig is en dat zij sterk betrokken worden bij onze strategische keuzen. Ze hebben het gevoel dat ze meewerken aan een leefbaar project op lange termijn dat nieuwe perspectieven opent (wij hebben plannen om te diversifiëren naar de teelt van Spaanse peper en palmolie of zelfs koffie). Ze zijn ook blij dat hun productie tegen een betere prijs gekocht wordt.

RESPI TEMOIGNAGE

CORINNE INGELS, ZAAKVOERDER VAN DOMAINE MONTS DE LA LUNE IN DE DEMOCRATISCHE REPUBLIEK CONGO, DAT ONDER HET FAIR FOR LIFE-LABEL (IMO) DE VANILLE EN CACAO VAN MEER DAN 1.000 LANDBOUWERS OP DE MARKT BRENGT. >

Zie de steekkaart van Fair for Life op p.24

www.mountains-of-the-moon.com

12


DE GARANTIESYSTEMEN ONDER DE LOEP

HOE LEEST U DE STEEKKAARTEN ? Welke producten en diensten komen in aanmerking voor eerlijke en duurzame handel? De volgende dubbele pagina zet de grote lijnen uit. Dit type handel heeft nog altijd in hoofdzaak betrekking op voeding en soms op ambachtelijke producten. Maar het concept begint door te dringen tot andere soorten producten: hout, papier, textiel, tapijten, speelgoed, schoenen, enz. Bij elk besproken systeem hoort een gedetailleerde steekkaart, een soort identiteitskaart. De lezer vindt in de steekkaarten informatie over de context van elk systeem maar ook over de reikwijdte van de garanties, de belanghebbenden (een begrip dat in het glossarium gedefinieerd wordt, zie p. 81), de individuen, doelgroepen of organisaties die baat hebben bij het systeem, enz. Het pictogram aanpak hanteert. Het pictogram gericht zijn.

betekent dat het garantiesysteem een veeleer sociale

staat bij systemen die meer op een ecologische benadering

De steekkaarten vermelden in de mate van het mogelijke het of de producten en diensten die onder het garantiesysteem vallen en die men op de Belgische markt kan vinden. Elke steekkaart geeft ook uitleg over het soort controles die het garantiesysteem voorziet: interne controle, controle door een tweede of derde partij (zie glossarium). De voor de controles gebruikte methoden worden eveneens besproken, samen met de manoeuvreerruimte die de kandidaat voor de certificering/labeling krijgt. Daarnaast worden de 'kosten' behandeld: het gaat hier uiteraard om grootteorden, niet om nauwkeurige prijzen. De steekkaarten vermelden in het mate van het mogelijke de criteria die deze kosten bepalen, zodat elke onderneming zelf een oordeel kan vormen. Het methodologische gedeelte ("Hoe verkrijgt men een certificering?") past in hetzelfde streven naar eerstelijnsinformatie. Zoals op de volgende pagina wordt uitgelegd, zijn de steekkaarten in twee grote families ingedeeld: labels (13 steekkaarten) en bedrijvencharters (10 steekkaarten).

13


DE GARANTIESYSTEMEN ONDER DE LOEP

DE LABELS RAINFOREST ALLIANCE CACAO, KOFFIE, THEE, VARENS EN BLOEMEN, FRUIT P.40

MSC VIS P.34

UTZ CERTIFIED KOFFIE, CACAO, PALMOLIE, THEE P.42

NATURLAND LANDBOUWPRODUCTEN, BOSPRODUCTEN, VIS,TEXTIEL, COSMETICA P.36

BIOLOGISCHE LANDBOUW LANDBOUWPRODUCTEN P.18

MAX HAVELAAR (FLO) BANANEN, CACAO, KOFFIE, KATOEN, BLOEMEN, VERS FRUIT, HONING, VRUCHTENSAP, RIJST, SPECERIJEN, SPORTBALLEN, SUIKER, THEE, WIJN P.32

FAIR FOR LIFE (IMO) LANDBOUWPRODUCTEN, THEE P.24

FSC HOUT, PAPIER, KARTON, BOSPRODUCTEN P.28

PEFC

ESR (ECOCERT)

ECOLABEL

OLIE, FRUIT, CACAO, KOFFIE, KATOEN, SPECERIJEN, THEE, TEXTIEL P.22

TEXTIEL, VLOERBEDEKKING, ELEKTRONISCHE APPARATUUR, GLOEILAMPEN, … P.20

FAIRWILD NOTEN, BESSEN, FRUIT, PLANTEN, PADDENSTOELEN, … P.26

GOODWEAVE (RUGMARK) TAPIJTEN P.30

De 13 bovenvermelde garantiesystemen laten het engagement van de organisaties zien in de vorm van een label. Het label wordt aangebracht op de producten die afkomstig zijn van goede praktijken op commercieel,

14

HOUT, PAPIER, KARTON P.38

sociaal en ecologisch vlak. De eindconsument kan ze dus gemakkelijk herkennen, doordat het label op de verpakking van de producten zichtbaar is.


DE GARANTIESYSTEMEN ONDER DE LOEP

DE BEDRIJVENCHARTERS SA8000

P.60

ETI

BSCI

P.52

TEXTIEL, SPEELGOED, LANDBOUWPRODUCTEN P.48

FAIR LABOR

P.54

FAIR WEAR TEXTIEL, KLEDING, SCHOENEN P.56

MULTISECTORAAL

STEP TAPIJTEN P.62

AMBACHTELIJKE PRODUCTEN TOEBEHOREN-UITRUSTING TEXTIEL COSMETICA

LEVENSMIDDELEN WFTO AMBACHTELIJKE PRODUCTEN, VOEDING, TEXTIEL P.64

ETHICAL BIOTRADE NATUURPRODUCTEN VOOR DE SECTOREN VOEDING EN COSMETICA P.50

RSPO

4C

PALMOLIE P.58

KOFFIE P.46

Deze 10 initiatieven kozen voor de organisatorische aanpak: De ondernemingen sluiten aan bij een programma ter verbetering van hun sociale en/of ecologische prestaties, wat kan uitmonden op een certificering. De aanpak is gebaseerd op het nakomen van een engagement om binnen een

welbepaalde tijdspanne de principes van het initiatief na te leven en de conformiteit te laten verifiĂŤren door controleurs. Het is het functioneren van de organisatie, en niet het product, dat gecontroleerd en gecertificeerd wordt. Dit engagement is dus niet zichtbaar voor de consument

15


TITRE CHAPITRE

In het begin was het label een marketinginstrument. Het is geleidelijk onmisbaar geworden, naarmate de wetgeving in Europa en Noord-Amerika evolueerde naar een striktere reglementering voor de exploitatie van bossen. We moeten de ecosystemen beschermen waarvan we voor onze industriële en commerciële activiteit rechtstreeks afhankelijk zijn. De principes en de criteria van FSC, die door Greenpeace en WWF gesteund worden, zijn erg veeleisend. Deze norm vertrekt van het concept duurzame ontwikkeling, dus een bosbeheer dat tegelijkertijd ecologisch aangepast, sociaal doordacht en economisch leefbaar is.

LUCAS VAN DER WALT, DIRECTEUR VAN DE DEENSE GROEP DLH, WAARVAN HET FILIAAL CONGOLAISE INDUSTRIELLE DES BOIS (CIB) SINDS HET VOORJAAR VAN 2008 OVER 750.000 HECTARE BOSSEN MET FSC-CERTIFICERING BESCHIKT. >

Zie de steekkaart van FSC op p.28

www.dlh-group.com

16


TITRE CHAPITRE

DE GARANTIELABELS ONDER DE LOEP

> DE LABELS

- Biologische landbouw: het ecosysteem beheren - Het Europese ecolabel: het label met de bloem - Het vlindereffect van ESC (Ecocert) - Fair for Life (IMO): eerlijk maar anders - FairWild: wild, niet woest - FSC: in het geweer tegen de ontbossing - GoodWeave (RugMark): tapijten uit India en Nepal - Max Havelaar (FLO): de pionier van eerlijke handel - MSC: vis voor vandaag en morgen - Naturland: de voorloper - PEFC: eerste stappen in AziĂŤ en Afrika - Rainforest Alliance: intelligente landbouw - Utz: "goed" in de taal van de Maya's 17


DE GARANTIESYSTEMEN ONDER DE LOEP

© SXC

BIOLOGISCHE LANDBOUW : HET ECOSYSTEEM BEHEREN

(Europees label)

DE BIOLOGISCHE LANDBOUW HEEFT ZICH OP WERELDSCHAAL EN OP WETTELIJK VLAK ONTWIKKELD. HIJ VORMT EEN COMPLEX SYSTEEM VAN NATIONALE EN REGIONALE INITIATIEVEN DIE ELKAAR WEDERZIJDS ERKENNEN. MEER UITLEG De International Federation of Organic Agricultural Movements (IFOAM) gebruikt de volgende definitie: "De biologische landbouw is een productiesysteem dat de gezondheid van de bodem, de ecosystemen en de mens in stand houdt en verbetert. Het is gebaseerd op ecologische processen, biodiversiteit en aan de plaatselijke omstandigheden aangepaste cyclussen in plaats van op het gebruik van productiemiddelen met schadelijke gevolgen. De biologische landbouw combineert traditie, innovatie en wetenschap ten voordele van het gemeenschappelijke milieu en bevordert eerlijke relaties en een goede levenskwaliteit voor alle betrokkenen."

EN BREF Création : 1993 Siège Central : Bonn, Germany Origine/contexte : Established as a response to concerns over global BIOLOGISCHE LANDBOUW : BIOGARANTIE deforestation, FSC is widely regar1987. Stichting: ded the most important initiatives to Maatschappelijke promote responsiblehoofdzetel: forest manaAntwerpen en Gemboux. gementworldwide Oorsprong/behoefte: Biogarantie: Labellisation Produit Concerne is ontstaan antwoordfrom op een All productsals originating resgebrek aan wetgeving, controle en ponsible forest management: certificering uit de mostly timbervoor andproducten paper products, biologische landbouw. but also NTFPs Sector : landbouw En Belgique : Mostly wood, wooIn België : voeding en alleproducts andere den products and paper producten de landbouw of label de Ce qui est uit garanti : The FSC kweek: eetwaren, cosmetica, provides a credibletextiel, link between reinigingsproducten. responsible production and Wat gegarandeerd wordt: dat consumption of forest products, de producten uit de biologische enabling consumers and busilandbouw volgens de Europese nesses to make purchasing deciverordening EG 834/2007 worden sions that benefit people and the geproduceerd, en verenvironment as verwerkt well as providing kocht. business value ongoing Belanghebbenden: Contrôle externe ngo's, overheden, experts,: ondernemingen. Parties prenantes Begunstigden : onafhankelijke companies,NGO’s,Consumers,Lab producenten, coöperaties, fabrieken, or unions, Experts,Other ondernemingen/merken, Bénéficiaires : Independent produverkooppunten, groepskeukens, cers, Cooperatives, Manufacturers, restaurants. Companies/brands

BEKNOPT

18

Er bestaat sinds 1991 een beschikking van de Europese Commissie over de biologische landbouw in Europa. Het op deze beschikking gebaseerde "Europees label voor biologische landbouw" werd echter pas in maart 2000 gelanceerd. Het mag worden gebruikt wanneer het product in een van de lidstaten van de EU een goedkeuring van biologische herkomst heeft gekregen. In België is Biogarantie het belangrijkste label voor biologische (bio) landbouw. Het certificeert biologische producten die in ons land vervaardigd zijn of die in het buitenland onder een min of meer equivalent garantiesysteem geproduceerd zijn. Frankrijk heeft het label "AB" van het Agence Bio. In de Verenigde Staten wordt het label "USDA Organic" beheerd door het Amerikaanse ministerie van Landbouw. "Biologische landbouw is niet het monopolie van de ontwikkelde landen. In 2006 werd in 120 landen biologische landbouw bedreven op in totaal 31 miljoen hectare, goed voor een markt van 40 miljard dollar", aldus de Voedselen Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO). In de ontwikkelingslanden speelt de biologische landbouw andere essentiële rollen, onder meer op het vlak van de voedselveiligheid en door landbouwers duurzame bestaansmiddelen te leveren.

WIST U DIT ? De nationale biolabels stellen soms hogere eisen dan de Europese reglementering. Het label Biogarantie bepaalt bijvoorbeeld de criteria voor de verpakking van de producten die in de Europese verordening ontbreken: overbodige verpakkingen moeten voorkomen worden. In de mate van het mogelijke moet de voorkeur uitgaan naar recycleerbare of herbruikbare verpakkingen. Meer informatie over biologische landbouw: ec.europa.eu/agriculture/organic Meer informatie over Biogarantie (het Belgische systeem): www.bioforum.be


© SXC

DE GARANTIESYSTEMEN ONDER DE LOEP

WAT MOET MEN IN BELGIË DOEN OM HET LABEL BIOGARANTIE TE KRIJGEN? Lid worden van BioForum. Een contract sluiten met Blik/Integra of Certisys: elk bedrijf (producent, bereider, importeur, verkooppunt, distributeur) dat op zijn producten naar de biologische landbouw wil verwijzen, moet: - zijn activiteit melden en zich ertoe verbinden de technische referenties te respecteren (opmeting van de percelen, enz.); - zijn activiteit laten controleren; - een conventie over het gebruik van het logo ondertekenen; - royalty's (kosten) betalen. WAT KOST DE CERTIFICERING IN BELGIË? Royalty's: producenten 75 euro/jaar; verkooppunten 38 euro/jaar of 62 euro/jaar als de omzet hoger is dan 100.000 euro; verwerkers 0,05% van de omzet. Certificeringskosten > Verkooppunten: van 200 tot 650 euro, afhankelijk van de omzet. > Producenten: per vestiging een basisbedrag van 215 euro + per hectare van 2,5 euro voor grasland tot 2.118 euro voor champignons + per dier van 0,004 euro voor slakken tot 3,9 euro voor koeien, merries en zeugen. > Verwerkers: 0,36% voor een omzet van minder dan 1.250.000 euro, een degressief percentage vanaf deze drempel. Vermeerderd met een bedrag van 234 tot 517 euro, afhankelijk van de complexiteit van de controles. > Distributeurs/groothandelaren/winkeliers: zoals de verwerkers, maar de omzet wordt met een coëfficiënt 0,15 vermenigvuldigd voor men de berekening maakt. De kosten voor bijkomende controles worden gefactureerd a rato van 606 euro per dag in het bedrijf, reiskosten inbegrepen, en 454 euro per dag kantoorwerk.

EEN ANTWOORD OP DE ECOLOGISCHE MAAR OOK SOCIALE UITDAGINGEN De biologische landbouw is een van de vele alternatieve landbouwsystemen die ontstaan zijn als reactie op de grote ecologische en sociale uitdagingen van onze tijd (voedselonveiligheid, aantasting van de bodem, watervervuiling, gezondheidsrisico's, daling van de inkomsten van de landbouwers). Volgens de International Federation of Organic Agricultural Movements (IFOAM) levert de overschakeling naar biologische landbouw de landbouwers diverse voordelen op: hogere winsten en een gewaarborgde toegang tot de markt, verbetering van de gezondheid van hun gezin, betere toegang tot voedsel, onderwijs en levensbelangrijke gezondheidsdiensten, verbetering van de gezondheid van de landbouwomgeving, meer macht voor de plaatselijke gemeenschappen. Kortom, de totale impact van de overstap naar biologische landbouw schept duurzame levensomstandigheden voor de landbouwersgezinnen en hun gemeenschappen1. 1. Effets Socio-Economiques de l’agriculture Biologique en Afrique, IFOAM, 2007

Type controle: derde partij. Methoden: analyse van het documentensysteem, al dan niet aangekondigde waarnemingen op het terrein, gesprekken met de interne belanghebbenden. Betrokken fases van de keten: productie, export/import, distributie, sensibilisering. Bestek: de bestekken van Biogarantie (voeding) en Ecogarantie (cosmetica, reinigingsproducten en zeezout) zijn beschikbaar op de website www.bioforum.be. Manoeuvreerruimte: er zijn verschillende sancties voorzien voor afwijkingen van het bestek: gewone opmerking, eis tot verbetering (met of zonder schriftelijke verbintenis), waarschuwing, versterkte controle, declassering van het perceel of de partij, schorsing van het product, volledige schorsing. Vooruitgangscontrole: geen, behalve voor de catering.

19


DE GARANTIESYSTEMEN ONDER DE LOEP

HET EUROPEES ECOLABEL: HET LABEL MET DE BLOEM

BEKNOPT Oprichting: 1992. Maatschappelijke zetel: Brussel (helpdesk in Parijs). Oorsprong/behoefte: initiatief van de Europese Unie om de consumenten beter te informeren en hen te helpen een meer milieubewuste keuze te maken. Beperking van de milieu-impact van producten en diensten. Sector : alle niet-voedingssectoren, met inbegrip van de diensten. In België : reinigingsproducten, kampeerterreinen, matrassen, papier, detergent, vloerbedekking, verf en vernis, smeermiddelen, computers, zeep en shampoo, televisies, textiel, toeristische verblijven, enz. Wat gegarandeerd wordt: producten/diensten met een kwaliteit die vergelijkbaar is met of beter dan van standaard producten, terwijl ze minder schadelijk zijn voor het milieu en ongevaarlijk voor de gezondheid. Belanghebbenden : ngo's, ondernemingen, vakbonden, consumenten, overheden. Begunstigden : onafhankelijke producenten, coöperaties, fabrieken, ondernemingen, distributeurs met huismerk.

HET IN 1992 INGEVOERDE EUROPESE ECOLABEL IS BEDOELD OM PROMOTIE TE MAKEN VOOR NIET-VOEDINGSPRODUCTEN MET EEN KLEINERE MILIEU-IMPACT. MOMENTEEL DRAGEN 20.000 PRODUCTEN, WAARVAN 1.500 IN BELGIË, HET ECOLABEL Het is nooit gemakkelijk om zich een plaats te veroveren in de jungle van de labels, zelfs niet met de slagkracht van de Europese Unie achter zich. Het Ecolabel heeft beetje bij beetje ingang gevonden, tot de consumenten een echte vraag schiepen die de producenten in de opwaartse spiraal meetrok. In 2004 waren er nog maar een dertigtal producten in België te koop. In 2006, veertien jaar na de geboorte van het label, was het cijfer amper verdubbeld, naar 88. Vandaag is het opgelopen tot meer dan 1.500. Het nut van het Europese Ecolabel staat buiten kijf, want het promoot producten (met uitzondering van voedingswaren en farmaceutica) die een minder hoge milieu-impact hebben dan hun concurrenten. In zijn bestek houdt het Ecolabel rekening met elf soorten ecologische problemen: de kwaliteit van de lucht, die van het water, de bescherming van de bodem, de beperking van afval, energiebesparing, het beheer van de natuurlijke hulpbronnen, de preventie van de opwarming van de aarde, de bescherming van de ozonlaag, milieuveiligheid, geluidsoverlast en de biodiversiteit. De verschillende criteria worden geanalyseerd in alle stadia van de levenscyclus van het product, vanaf de winning van de grondstoffen, over de productie, de distributie en het gebruik, tot de opruiming na de levensduur. De leden van het Comité van de Europese Unie voor het Ecolabel (CUELE) vertegenwoordigen de bevoegde instanties van de lidstaten, milieu-ngo's, verbruikersverenigingen, beroepsverenigingen, vakbonden, kmo's en distributeurs. Ze stellen de criteria voor die, eenmaal goedgekeurd, om de drie of vijf jaar worden herzien.

WIST U DIT ? De EU werkt mee aan het project "Enabling developing countries to seize eco-label opportunities" van het VN-Milieuprogramma (UNEP), dat in een aantal proeflanden (China, India, Kenia, Zuid-Afrika, Brazilië en Mexico) capaciteitsontwikkeling en technische bijstand tot stand wil brengen. Meer informatie: www.ecolabel.eu

20


DE GARANTIESYSTEMEN ONDER DE LOEP

WAT MOET MEN DOEN OM HET ECOLABEL TE KRIJGEN? Elke Europese of niet-Europese onderneming die producten in de door het Ecolabel omvatte categorieĂŤn maakt of verkoopt, evenals elk kampeerterrein of toeristisch verblijf, komt in aanmerking. 1. Het Europese Ecolabel aanvragen door contact op te nemen met een bevoegd nationaal organisme. Het organisme zal de behoeften identificeren en technische steun leveren. Als uw onderneming buiten de EU gevestigd is, moet u contact opnemen met een organisme in het Europese land waar u verkoopt. 2. Een dossier samenstellen en de nodige producttests uitvoeren, op basis van milieu- en prestatiecriteria. Er is een checklist verkrijgbaar. Een inspectie op het terrein is mogelijk om de conformiteit na te gaan. 3. Het Europese ecolabel verkrijgen en het recht om het te gebruiken. Er bestaat een controlesysteem om de aanhoudende conformiteit van de productie na te gaan (inspecties van het bedrijf, producttests). Bij afwijkingen vraagt men meer diepgaande analyses of wordt het recht om het label te gebruiken ingetrokken. WAT KOST DE ECOLABEL-CERTIFICERING? Procedurekosten: Minimum 300 euro, maximum 1.300 euro. Kortingen: 25% voor kmo's en kandidaten in de ontwikkelingslanden. Jaarlijkse vergoedingen: gebruik van het label = 0,15% van de jaarlijkse omzet, met een minimum van 500 euro en een maximum van 25.000 euro. Kortingen: 25% voor kmo's en kandidaten in de ontwikkelingslanden; 15% voor wie een EMAS- en/of ISO 14001-certificering bezit. In het kader van de herziening van het systeem van het Europese Ecolabel gaan in het voorjaar van 2010 nieuwe tarieven van kracht. Vooral de jaarlijkse vergoedingen veranderen: ze zijn niet langer aan de omzet gekoppeld (350 euro voor zko's, 750 euro voor kmo's en ondernemers in de ontwikkelingslanden, 1.500 euro voor de andere bedrijven).

DE VOLLEDIGE LEVENSCYCLUS Om de milieu-impact gedurende de volledige levenscyclus te beperken, gebruikt men instrumenten zoals de 'CO2-balans', de 'ecologische voetafdruk' of de levenscyclusanalyse (LCA). Het reglement van Ecolabel bevat bepalingen in verband met de levenscyclus. De essentiĂŤle milieuaspecten waarvoor men criteria moet opstellen, worden bepaald op basis van de levenscyclus, volgens internationaal erkende methoden en normen. Men moet rekening houden met de principes van de normen ISO 14040 en ISO 14024.

Type controle: derde partij. Methoden: analyse van het documentensysteem, aangekondigde waarnemingen op het terrein, gesprekken met externe belanghebbenden. Betrokken fases van de keten: de volledige levenscyclus, van de winning van de grondstoffen tot het levenseinde van het product. Bestek: elke productgroep heeft een eigen bestek (criteria). Alle bestekken kunnen op de website geraadpleegd worden. Manoeuvreerruimte: gesloten systeem, geen tolerantie. Vooruitgangscontrole: bij de herziening van de verschillende criteria moeten de licentiehouders aan de nieuwe vereisten voldoen. Zo omvat de nieuwe reglementering vanaf 2010 sociale en ethische aspecten die in bepaalde gevallen van toepassing zijn.

21


DE GARANTIESYSTEMEN ONDER DE LOEP

HET VLINDEREFFECT VAN ESC (ECOCERT)

BEKNOPT Oprichting: 2007. Maatschappelijke zetel: Isle Jourdain, Frankrijk. Oorsprong/behoefte: de publicatie van het ESR-referentieysteem in 2007 was het gevolg van een beginnende normalisatie van eerlijke handel in Frankrijk. Ecocert wil ermee bijdragen aan de harmonisatie van de referentiesystemen voor eerlijke handel. Sector : landbouw, fabricage (textiel, cosmetica), pluk. In België : arganolie, bananen, kokosnoten, dadels, gember, guarana, sesamolie, karitéboter, textiel, vanille. Wat gegarandeerd wordt: eerlijke handel in een logica van duurzame ontwikkeling; productie en verwerking met respect voor het milieu (biologische productie, bescherming van de biodiversiteit, ...) en met sociale verantwoordelijkheid (naleving van de verdragen van de IAO). Belanghebbenden : ngo's, consumenten, overheden, experts, ondernemingen. Begunstigden : onafhankelijke producenten, coöperaties, ondernemingen/merken, plantages, distributeurs die zich vrijwillig bij het label aansluiten.

22

ECOCERT IS ONTSTAAN IN DE FRANSE BIOLOGISCHE LANDBOUW MAAR HEEFT ZIJN ACTIVITEITEN GELEIDELIJK IN EN BUITEN EUROPA UITGEBREID. HET HEEFT ZIJN EIGEN REFERENTIESYSTEEM VOOR EERLIJKE HANDEL ONTWIKKELD, ESR ("EQUITABLES, SOLIDAIRES, RESPONSABLES"). Het controle- en certificeringsorganisme Ecocert werd in 1991 in Frankrijk gesticht. Het kwam voort uit de bewegingen rond de biologische landbouw van de jaren '70. Aanvankelijk was het beperkt tot een kleine groep van militante ecologisten. In het midden van de jaren '90 verspreidde het zich naar verschillende Europese landen (Duitsland, Portugal, Spanje, …) en overschreed het geleidelijk de grenzen van de Europese Unie, tot in Afrika (Madagaskar, Burkina Faso, ...), Azië (China) en Amerika. Deze snelle expansie heeft soms kritiek gekregen. Zo hebben in België de vertegenwoordigers van het organisme met Ecocert gebroken om in maart 2007 hun eigen structuur te stichten (Certisys). Toch is Ecocert een wereldwijde referentie geworden van biologische certificering. In 2007 heeft Ecocert Frankrijk zijn eigen referentiesysteem voor eerlijke handel opgesteld. Het heet ESR (voor "échanges Equitables, Solidaires, Responsables": eerlijke, solidaire en verantwoorde uitwisselingen) en geeft de consument garanties die vergelijkbaar zijn met die van Max Havelaar. ESR omvat een gewaarborgde minimumprijs voor de producenten, een sociaal fonds voor de financiering van ontwikkelingsprojecten, de technische en commerciële begeleiding van achtergestelde producten, en goede landbouwpraktijken (voor bananen, bloemen en katoen wordt de biocertificering geëist). Het bestek staat los van de op de markt gebrachte volumes en is van toepassing op de voedingsketens, maar ook op cosmetica en textiel. Bijzonderheid: luchttransport wordt ontmoedigd. Momenteel voert Ecocert alleen de controles uit. Het werkt aan de ISO 65-certificering, die de onafhankelijkheid van de controles waarborgt.

WIST U DIT ? Controle van de marges: alle ondernemers moeten transparant zijn met betrekking tot de marges die ze op hun ESR-producten toepassen. Ecocert gaat na of de marges niet groter zijn dan die op analoge conventionele producten. Meer informatie: www.ecocert.com/-ESR-.html


DE GARANTIESYSTEMEN ONDER DE LOEP

WAT MOET MEN DOEN OM HET ESR-LABEL TE KRIJGEN ? De operator die het product op de markt brengt ('drager' van het project) moet in samenwerking met alle andere operators van de ESR-keten informatie verzamelen en samenvatten in een beschrijving van de keten. De 'drager' organiseert het verkrijgen van de certificering. Hij kan producent of koper zijn. 1. De 'drager' vult een aanvraagformulier in, zodat de dienst voor eerlijke handel van Ecocert kan beoordelen of hij voldoet aan de voorwaarden van het ESR. 2. De dienst voor eerlijke handel van Ecocert stuurt een van zijn inspecteurs uit. 3. De inspectie vindt plaats op het terrein, aan de hand van het controleschema van ESR. De inspectie leidt tot een lijst van afwijkingen van de criteria van ESR. 4. Nadat alle blokkerende afwijkingen opgelost zijn (met bewijs van de verbeteringsmaatregelen) stuurt de dienst voor eerlijke handel van Ecocert het certificaat naar de aanvrager. WAT KOST DE ESR-CERTIFICERING? De kosten van de audit en de certificering zijn gekoppeld aan het aantal producenten en/of werknemers van de operator. Op 30 oktober 2009 kostte de certificering gemiddeld 2.000 euro voor een productiestructuur en 1.000 euro voor een verwerkende structuur (de ESR-certificering kan gecombineerd worden met de biocertificering, wat de kosten vermindert). De kosten worden betaald door de 'drager' van het project, dus ofwel de productiestructuur als zij in staat is om de producenten te begeleiden, ofwel, wat het vaakst voorkomt, de koper of zelfs de eigenaar van het merk. Het gebruik van het ESR-label is gratis.

HET ASPECT TRANSPORT KOMT EINDELIJK AAN BOD Afgezien van zijn biologische ervaring heeft Ecocert zijn bestek een bijkomende ecologische dimensie kunnen geven door rekening te houden met het transport. Om de lokale transacties te bevorderen zijn de bestemmingslanden die landen die het product zelf niet maken of in te kleine hoeveelheden om aan de nationale vraag te kunnen voldoen. Ecocert geeft de voorkeur aan transport over zee; luchtvervoer moet gerechtvaardigd zijn; vervoer met uitsluitend vrachtwagens moet gerechtvaardigd worden als de mogelijkheid van spoor/wegvervoer bestaat ('begeleid gecombineerd' vervoer).

Type controle : derde partij. Ecocert bereidt zijn ISO 65-certificering voor. Methoden : analyse van het documentensysteem, al dan niet aangekondigde waarnemingen op het terrein, gesprekken met interne en externe belanghebbenden. Betrokken fases van de keten : productie, export/import, verwerking, distributie, sensibilisering. Bestek : het ESR-bestek (dat men op het internet kan downloaden) is het enige bestek voor eerlijke handel dat Ecocert heeft opgesteld. Bijzonderheden in verband met de grondstoffen en de productiezone. Manoeuvreerruimte : de certificering omvat een aantal minimale of instapeisen, algemene eisen (waar elke operator aan moet voldoen om zijn certificering te laten hernieuwen) en vooruitgangseisen. Vooruitgangscontrole : de verbeteringen die de operator aanbrengt om de ontwikkelingscriteria na te leven worden elk jaar gevolgd. Voor bepaalde criteria moet de operator een formeel actieplan opstellen, dat regelmatig gecontroleerd wordt.

23


DE GARANTIESYSTEMEN ONDER DE LOEP

FAIR FOR LIFE (IMO) : EERLIJK MAAR ANDERS EN BREF Création : 1993 Siège Central : Bonn, Germany Origine/contexte : Established as a Oprichting: 2006. response to concerns over global Maatschappelijke zetel: deforestation, FSC is widely regarWeinfelden, ded the mostZwitserland. important initiatives to Oorsprong/behoefte: alle produpromote responsible forest manacenten die eerlijke handel willen gementworldwide bedrijven – enProduit meer bepaald de : Labellisation Concerne zwaksten enoriginating de minst georganiAll products from resseerden –forest de kans geven om zich ponsible management: door een extern organisme te laten mostly timber and paper products, certificeren. but also NTFPs Sector: vooral landbouw, visserij, En Belgique : Mostly wood, woobosbouw, productie (textiel, den products and paper products cosmetica). Ce qui est garanti : The FSC label Wat gegarandeerd wordt: geen provides a credible link between dwangarbeid, vrijheid van vereniging, responsible production and geen illegale vormen kinderarconsumption of forestvan products, beid (verdragen van de gelijke enabling consumers andIAO), busikansento enmake behandeling, toereinesses purchasing decikendethat gezondheidsen veiligheidssions benefit people and the systemen, eerlijke lonen en environment as well as providing arbeidsomstandigheden, ongoing business value aandacht voor het milieu (zorgvuldige Contrôle externe omgangprenantes met water,: beheer van de Parties ecosystemen, de energie en het companies,NGO’s,Consumers,Lab afval), relaties volgens de regels van or unions, Experts,Other de eerlijke handel in heel de produBénéficiaires : Independent productieketen. cers, Cooperatives, Manufacturers, Belanghebbenden: ngo's, experts, Companies/brands ondernemingen, adviseurs, certificeringsorganismen. Begunstigden: onafhankelijke producenten, coöperaties, fabrieken, ondernemingen/merken.

BEKNOPT

WIST U DIT ? Voor de volgende herziening van het bestek zijn verscheidene nieuwe criteria voorgesteld: een productie met aandacht voor het dierenwelzijn en geen dierenproeven. Meer informatie: www.fairforlife.net

24

Het label symboliseert het respect voor het leven van dieren en planten, zonder daarom te eisen dat de landbouw "biologisch" zou zijn.

FAIR FOR LIFE (IMO) WIL EEN CERTIFICERING EN EEN LABEL VOOR EERLIJKE HANDEL INVOEREN VOOR ALLE SOORTEN PRODUCTEN, IN ALLE LANDEN EN VOOR ALLE PRODUCTIEKETENS. Het certificeringsprogramma Fair for Life werd in 2006 in Zwitserland gesticht door Bio-Foundation en door IMO (Institute for Marketecology), met de uitdrukkelijke bedoeling zich van het door FLO International (zie p. 32) ingevoerde systeem te onderscheiden. Het was de bedoeling om alle producenten en actoren van de eerlijke handel – ook zij die niet aan de voorwaarden van FLO voldoen – een onafhankelijke certificering te verstrekken die de naleving bewijst van criteria zoals het afwijzen van dwangarbeid en kinderarbeid, de vrijheid van vereniging, veilige en fatsoenlijke arbeidsvoorwaarden, enz. Het logo van het label Fair for Life, een dubbel boomblad, symboliseert het respect voor het leven van dieren en planten. Biologische landbouw is echter geen vereiste. Het label wordt aangebracht op landbouwproducten (fruit en groente, kruiden en specerijen, olie, enz.) en op maritieme producten, cosmetica, textiel, ambachtelijke producten en zelfs speelgoed. Fair for Life stelt zijn certificeringsprogramma ("IMO Social and Fair Trade Program") ook open voor grotere ondernemingen die niet noodzakelijk een specifieke gecertificeerde productie hebben maar een neutraal, onafhankelijk bewijs willen voorleggen dat ze de hoogste sociale normen en de algemene principes van de eerlijke handel respecteren. Hoewel nog vrij jong, meent Fair for Life dat het heeft bijgedragen tot de verbetering van de inkomsten en de levensomstandigheden van duizenden arbeiders, kleine eigenaren en kleine boeren in Europa, Afrika, Azië en Amerika.


DE GARANTIESYSTEMEN ONDER DE LOEP

WAT MOET MEN DOEN OM DE FAIR FOR LIFE-CERTIFICERING TE KRIJGEN? IMO eist controle en certificering in alle stappen van de productieketen. Wie producten of ingrediënten aankoopt bij een gecertificeerde producent en het label "Fair for Life" wil gebruiken, moet een aantal formaliteiten vervullen: - zich registreren bij IMO (moet om de twee jaar herhaald worden. Er zijn geen audits op het terrein, goedkeuring van het product; - de registratiedocumenten van de leverancier ontvangen; - in het geval van producten met verscheidene ingrediënten, contact opnemen met IMO. Ondernemingen die aan de eindklant verkopen (merken) en hun producten het label van Fair for Life willen geven, moeten zich bevoorraden bij leveranciers met de Fair for Life-certificering of een equivalente certificering (waaronder die van FLO). Geen audits op het terrein voor ondernemingen die 1 tot 3 producten met het label in de handel brengen, als deze producten minder dan 5 procent van de omzet vormen. Deze ondernemingen moeten een labelovereenkomst ondertekenen en de details van hun verkoop van producten met het label meedelen. WAT KOST DE FAIR FOR LIFE-CERTIFICERING? 200 euro/jaar voor 2 producten, 300 euro/jaar voor 2 tot 5 producten, voor de kopers. Merken betalen geen licentiekosten voor het gebruik van het label maar wel een bijdrage van 200 euro/jaar.

EEN EERLIJKE PRIJS : PRODUCENTEN EN KLANTEN BEPALEN HEM SAMEN Fair for Life laat zich inspireren door de criteria van FLO, Rainforest Alliance, SA8000 en de verdragen van de IAO. Het wil de andere certificeringsinitiatieven aanvullen, maar er zich toch ook van onderscheiden. Een van de bijzonderheden van het label is een grotere transparantie over de precieze besteding van de 'premie' die aan de producenten van het Zuiden wordt uitgekeerd, samen met een grotere vrijheid voor de producenten en hun klanten om samen het bedrag van de premie en de 'eerlijke prijs' te bepalen. IMO legt zelf geen bedragen op maar gaat na of de door beide partijen overeengekomen prijs passend en eerlijk is.

Fair for Life geldt voor landbouwproducten, maritieme producten, cosmetica, textiel, ambachtelijke producten en zelfs speelgoed.

Type controle : derde partij. Methoden : analyse van het documentensysteem, aangekondigde waarnemingen op het terrein, gesprekken met interne en externe belanghebbenden in heel de productieketen. Betrokken fases van de keten : productie, export/import, verwerking, distributie. Bestek : het programma hanteert specifieke criteria volgens het profiel van de operatie (arbeid, groepen, eerlijke handel). Het bestek is publiek en kan worden gedownload. Manoeuvreerruimte : verplichte controlepunten (minimale criteria); afhankelijk van het jaar van de certificering moet men aan een aantal algemene criteria voldoen. Vooruitgangscontrole : voor de initiële certificering is een minimum aan criteria vereist. Naarmate de ontwikkeling vordert, worden aanvullende criteria toegepast.

25


DE GARANTIESYSTEMEN ONDER DE LOEP

FAIRWILD : WILD, NIET WOEST FAIRWILD, EEN LABEL MET EEN DUITS-ZWITSERSE ACHTERGROND EN INSPIRATIE, IS EEN INTERNATIONAAL CERTIFICERINGSYSTEEM DAT ZICH SPECIFIEK RICHT OP DE BESCHERMING VAN WILDE PLANTEN EN DE ONTWIKKELING VAN DE GEMEENSCHAPPEN DIE ZE OOGSTEN.

EN BREF Création : 1993 Siège Central : Bonn, Germany Origine/contexte : Established as a Oprichting 2005. over global response to :concerns Maatschappelijke : regardeforestation, FSC iszetel widely Weinfelden, (IMO), to ded the mostZwitserland important initiatives met secretariaat in Frankfurt, promote responsible forest manaDuitsland (WWF Germany). gementworldwide Oorsprong/behoefte : de Labellisation Produit Concerne : groeiende naar natuurproAll productsvraag originating from resducten inforest de voeding, de cosmeponsible management: tica entimber de geneeskunde oefent mostly and paper products, eenalso te sterke but NTFPsdruk uit op kwetsbare planten: en bedreigt de wooEn Belgique Mostly wood, plaatselijke en de den productsecosystemen and paper products gemeenschappen Ce qui est garanti :van Theplukkers. FSC label Deze gemeenschappen behoren provides a credible link between meestal tot production de armste sociale responsible and groepen. consumption of forest products, Sector : consumers pluk (fruit, noten, enabling and busipaddenstoelen, bessen, enz.). nesses to make purchasing deciWat gegarandeerd wordt : het sions that benefit people and the behoud van as de well bestanden aan environment as providing MAP (wild Medicinal and Aromatic ongoing business value Plants), het voorkomen van schaContrôle externe delijke milieu-impact, Parties prenantes : het respect voor wetten, reglementen, verdragen companies,NGO’s,Consumers,Lab enunions, het gemeenrecht, de invoering or Experts,Other van verantwoordelijke manageBénéficiaires : Independent produmentpraktijken, eerlijke arbeidscers, Cooperatives, Manufacturers, voorwaarden en handelsrelaties, Companies/brands eerlijk gedrag in de handel, kwaliteitsbewustzijn. Belanghebbenden : ngo's, consumenten, overheden, ondernemingen, experts in natuurbescherming, eerlijke handel en de criteria van FLO en OIT. Begunstigden : onafhankelijke producenten, coöperaties, fabrieken, ondernemingen/merken.

BEKNOPT

26

In het begin van de jaren 2000 maakten professionals uit de handel in en de bescherming van geneeskrachtige en aromatische planten een inventaris op van de goede landbouwpraktijken die tot dan toe aanbevolen waren door organismen zoals de Wereldgezondheidsorganisatie, het World Wildlife Fund en de International Union for Conservation of Nature. Het was niet alleen de bedoeling om een overzicht te maken maar ook om een aanbeveling op te stellen die zowel het voortbestaan van deze natuurlijke rijkdommen zou garanderen als het respect voor de plaatselijke landelijke gemeenschappen, die vaak in grote mate van deze planten afhankelijk zijn om te overleven. Deze voorlopers stelden vast dat de gebruikelijke criteria van eerlijke handel (bijvoorbeeld die van FLO) of van de biologische productie wel volstaan voor 'klassieke' teelten zoals koffie of vanille, maar niet voor een zo specifieke biodiversiteit als die van de planten die gebruikt worden in de geneeskunde, de cosmetica of de voeding. Daarom stelden ze een bestek op en ontwierpen ze een nieuw certificeringsysteem: de International Standard for Sustainable Wild Collection of Medicinal and Aromatic Plantes (ISSC-MAP). Dit op economische, sociale en ecologische criteria gebaseerd garantiesysteem bestaat sinds 2005. De FairWild Foundation maakt sinds 2008 promotie voor het systeem bij de plukkers, de ondernemingen, de handelaren, de exporteurs en importeurs, enz., door middel van diverse opleidings- en sensibiliseringsprogramma's. Afgewerkte producten op basis van FairWildplanten mogen het logo dragen indien ze ten minste 75% gecertificeerde ingrediënten bevatten. Als de verhouding kleiner is, mogen ze de vermelding "Bevat FairWild-ingrediënten" gebruiken. De eerste producten met de FairWildcertificering worden in de loop van 2010 in Noord-Amerika en Europa verwacht. Ze zijn afkomstig uit Oost-Europa, Afrika, Azië of Latijns-Amerika.

WIST U DIT ? Traditional Medicinals (TM) is de eerste fabrikant in de Verenigde Staten die de FairWild-certificering heeft verkregen. TM, een leider op de markt van geneeskrachtige thee uit eerlijke handel, had het gemis vastgesteld van een duurzame certificering voor in het wild geplukte planten. Slechts ongeveer 3.000 van de bijna 70.000 plantensoorten die wereldwijd voor medische toepassingen worden gebruikt, worden internationaal verhandeld. Meer informatie: www.fairwild.org


DE GARANTIESYSTEMEN ONDER DE LOEP

Het programma streeft naar de bescherming van de natuurlijke rijkdommen en het respect voor de plaatselijke rurale gemeenschappen.

WAT MOET MEN DOEN OM HET FAIRWILD-LABEL TE KRIJGEN? Om het FairWild-label op producten te mogen gebruiken, moet men een licentie van de FairWild Foundation krijgen. Om het eens te worden over de licentiekosten vullen de kopers een verklaring in over de handelsrelatie, de aan de producenten betaalde prijzen en een reporting over de verkoop van producten met het FairWild-label. De koper verbindt zich tot de betaling van een eerlijke prijs die ten minste 3% boven de marktprijs ligt. Hij stort een premie in een ontwikkelingsfonds voor de financiering van sociale investeringen in de plukkersgemeenschappen. Deze premie staat los van de aankoopprijs en kan in heel de keten geheel of gedeeltelijk doorgerekend worden. WAT KOST DE FAIRWILD-CERTIFICERING? De inspectiekosten hangen af van de tarieven van elk controleorganisme. Momenteel is IMO het enige door FairWild goedgekeurd organisme. De houder van het certificaat draagt de kosten. Het kan ofwel de importeur zijn, ofwel de organisatie van plukkers. De licentiekosten bedragen 1% van de jaarlijkse omzet (zie www.fairwild.org). De interne ontwikkelingskosten worden betaald door de organisatie die de initiatieven neemt. Op de prijs van het eindproduct wordt een premie berekend.

PROJECTEN IN HET ZUIDEN Met de financiële steun van het Duits Ministerie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling heeft IUCN (International Union for Conservation of Nature) samen met TRAFFIC, WWF, en andere partners, geijverd om de ISSC-MAP-norm te doen toepassen in het kader van het gezamenlijk initiatief “Red de planten die levens en bestaansmiddelen redden” en om duurzame extractie in de natuur te certificeren onder auspiciën van de FairWild Foundation. Er worden op dit moment projecten uitgevoerd in Brazilië, Cambodja, India, Lesotho, Nepal, BosniëHerzegovina, China en Oekraïne.

Type controle : interne controles, controles door een tweede en derde partij. Methoden : analyse van het documentensysteem, al dan niet aangekondigde waarnemingen op het terrein, gesprekken met interne en externe belanghebbenden. Betrokken fases van de keten : productie, export/import, verwerking. Bestek : het bestek van FairWild combineert de vroegere FairWildnorm (het sociale gedeelte) met die van ISSC MAP (milieugedeelte). Voor 2010 is een herziene versie gepland. Beschikbaar op www.fairwild.org Manoeuvreerruimte : checklist met beoordelingssysteem (0 = niet-conform; 1 = basisconformiteit; 2 = conform het lastenboek; 3 = buitengewoon). 90% van alle punten van het lastenboek moeten in het eerste jaar bereikt worden. Alle belangrijke punten moeten nageleefd worden. Vooruitgangscontrole : 95% moeten tijdens het tweede jaar bereikt worden, 100% tijdens het derde.

27


DE GARANTIESYSTEMEN ONDER DE LOEP

FSC : STRIJDEN TEGEN ONTBOSSING EN BREF Création : 1993 Siège Central : Bonn, Germany Origine/contexte : Established as a Oprichting: 1993. response to concerns over global Maatschappelijke zetel: Bonn, deforestation, FSC is widely regarDuitsland. ded the most important initiatives to Oorsprong/behoefte: antwoorden promote responsible forest manaop de toenemende dreiging van de gementworldwide wereldwijde ontbossing die onder : Labellisation Produit Concerne meer op de Top over defrom Aarde in All products originating res1992 in Rio werd vastgesteld. ponsible forest management: In België : vooral mostly timber andhout, paperhoutproproducts, ducten papier. but also en NTFPs Sector : bosbeheer. En Belgique : Mostly wood, wooWatproducts gegarandeerd wordt: het den and paper products FSC-label eenFSC duurzaam Ce qui est waarborgt garanti : The label beheer van het bos link en zijn hulpprovides a credible between bronnen. production and responsible Belanghebbenden : ngo's, consuconsumption of forest products, menten, consumers vakbonden, and experts, enabling busiondernemingen. nesses to make purchasing deciBegunstigden : onafhankelijke prosions that benefit people and the ducenten, coöperaties, ondernemingen/merken.

BEKNOPT

WIST U DIT ? Fairtrade Labelling Organization (FLO, zie p. 32) en FSC hebben een proefproject gestart voor een dubbele certificering die toegankelijk moet zijn voor kleine boseigenaren. Men wil zowel de duurzame bosbouw als de eerlijke handel certificeren. Meer informatie: www.fsc.org

In België draagt 13% van het ingevoerde hout het FSC-label

FSC IS IN AMPER VIJFTIEN JAAR UITGEGROEID TOT EEN VAN DE BELANGRIJKSTE LABELS VOOR BOSBOUW TER WERELD. HET WORDT ERKEND EN ZELFS AANGEMOEDIGD DOOR DE GROTE MILIEUORGANISATIES DIE STRIJDEN TEGEN DE ONTBOSSING. De Forest Stewardship Council (FSC) werd in 1993 opgericht in Toronto (Canada) door boseigenaren, in de houtketen actieve bedrijven, diverse groepen uit het middenveld en ngo's die iets wilden doen aan het probleem van de ontbossing. Het doel was de consument een concrete garantie te geven (in de vorm van het FSC-label) dat het hout of het papier dat hij koopt afkomstig is uit een bos dat beheerd wordt met respect voor de biodiversiteit, op een sociaal lonende en economisch leefbare manier. 'Sociaal lonend' betekent hier dat FSC toeziet op het welzijn van de plaatselijke gemeenschappen die in of in de buurt van de geëxploiteerde bossen leven, en op dat van de exploitanten en de bosarbeiders. Een van de belangrijkste kenmerken van FSC is het krediet dat de organisatie geniet bij de grote milieuorganisaties, zoals WWF en UNEP1. Om het label te ontvangen moet men behalve een aantal criteria ook 10 fundamentele principes naleven. Deze principes worden door lokale werkgroepen aangepast aan het type bos. Ze zijn geïnspireerd door de Internationale Arbeidsorganisatie (eigendomsrecht van de autochtone bevolking, financiële compensatie voor de onteigening van gronden, enz.), maar ook door een reeks milieunormen (een beheerplan voor het bos opstellen, opmerkelijke bossen beschermen, de nationale wetten naleven, de biodiversiteit vrijwaren, enz.). Het FSC-label moet niet verplicht worden aangebracht op het verkochte hout of papier maar wel op de facturen. De certificering wordt toegekend voor een termijn van vijf jaar, na een onafhankelijke audit die ten minste om het jaar wordt herhaald. De audit betreft niet alleen de administratie maar ook een inspectie op het terrein, al dan niet aangekondigd. Zowel het product (het hout in alle stappen van de verwerking) als het bos zelf (het beheer) worden geïnspecteerd. De meeste gecertificeerde bossen liggen op het noordelijke halfrond, vooral in de Verenigde Staten en Canada. In België draagt 13% van het ingevoerde hout (voor timmerwerk, tuinmeubelen, enz.) het FSC-label. 1. United Nations Environment Programme

28


DE GARANTIESYSTEMEN ONDER DE LOEP

WAT MOET MEN DOEN OM HET FSC-LABEL TE KRIJGEN? 1. Contact opnemen met een of meer door FSC erkende certificeringsorganismen. Op basis van de verstrekte informatie geeft het organisme een raming van de kosten, de vereisten en de duur van de procedure. 2. Een FSC-certificeringsorganisme kiezen en er een overeenkomst mee afsluiten. 3. Het organisme voert een audit uit om de naleving van de FSC-principes en -criteria te controleren. 4. Het stelt op basis van de verzamelde gegevens een auditrapport op. 5. Op basis van het rapport wordt beslist of men de certificering toekent. Als het besluit positief is, wordt een FSC-certificaat uitgereikt. Als de naleving onvoldoende is, stelt het certificeringsrapport verbeteringsmaatregelen voor en kan er later een nieuwe audit worden uitgevoerd. WAT KOST DE FSC-CERTIFICERING? De kosten hangen af van de aard van de certificering (bosbouw of productieketen) en van een aantal andere parameters: omvang, plaats, complexiteit van het bos. Het centrale element is de duur van de audit en het vereiste aantal inspecteurs. Hoe groter het bos, hoe hoger de kosten, maar ze zijn niet noodzakelijk evenredig met het aantal hectaren. Omgekeerd zal voor een kleiner bos de prijs per hectare hoger zijn (een groepscertificering levert een schaalvoordeel op). De kosten verschillen bovendien van land tot land. Een voorbeeld: in Zuid-Amerika kunnen de totale certificeringskosten voor bosbeheer variëren van ongeveer 20 USD/ha voor kleine bossen (minder dan 1.000 hectare) tot 1 à 3 USD/ha voor bossen van minder dan 10.000 hectare en minder dan 0,5 USD/ha voor bossen van meer dan 50.000 hectare. Jaarlijkse vergoeding voor de deelname aan het FSC-programma in België: - boscertificering: 1 tot 2 euro per jaar/ha (individueel of in groep, vanaf een bepaalde oppervlakte); - certificering van de productieketen: vanaf 750 euro per jaar voor bedrijven met minder dan 156 werknemers. Grotere bedrijven betalen 850 euro of meer per jaar.

EEN GELOOFWAARDIGE KETEN TOT STAND BRENGEN Om het label te mogen gebruiken moet elke handeling bij de productie, de verwerking, de handel of de verpakking van of in producten met FSCcertificering eveneens gecertificeerd zijn. Op die manier vormt men een geloofwaardige productieketen, vanaf het duurzaam beheerde bos tot bij de consument. De certificering van de productieketen vereist de identificatie van de grondstoffen die voor FSC-producten worden gebruikt en de invoering van een scheiding tussen producten met en zonder FSCcertificering.

De meeste gecertificeerde bossen liggen op het noordelijke halfrond, vooral in de Verenigde Staten en Canada.

Controletype : derde partij. Methoden : analyse van het documentensysteem, al dan niet aangekondigde waarnemingen op het terrein, gesprekken met de interne en externe belanghebbenden. Betrokken fases van de keten : productie, export/import, verwerking, distributie, sensibilisering. Bestek : de principes en criteria van FSC vormen een internationaal kader voor de certificering van bossen. Parallel hiermee kan men dankzij een bestek voor de productieketen de producten tot bij de consument traceren. Manoeuvreerruimte : tijdens de certificeringsaudit worden verbeteringsmaatregelen voorgesteld om afwijkingen op te lossen. Ingrijpende maatregelen schorten het proces op, terwijl kleinere verbeteringen binnen een gegeven termijn na de certificering moeten worden uitgevoerd. Vooruitgangscontrole : de verbeteringsmaatregelen (CAR: corrective actions requested) leiden tot een permanent verbeterproces.

29


DE GARANTIESYSTEMEN ONDER DE LOEP

© ROBERTO ROMANO

GOODWEAVE (RUGMARK) : TAPIJTEN UIT INDIA EN NEPAL

Sinds 1994 hebben meer dan 9.000 kinderen dankzij RugMark onderwijs en scholing gekregen.

EN BREF Création : 1993 Siège Central : Bonn, Germany Oprichting : 1994.: Established as a Origine/contexte Maatschappelijke zetel: Washington. response to concerns over global Oorsprong/behoefte : in deregarjaren deforestation, FSC is widely 1980 voerde Satyarthi, deto ded the most Kailash important initiatives voorzitterresponsible van SACCS (South promote forest manaAsian Coalition on Children in gementworldwide Servitude), wereldwijd strijd tegen: Labellisation Produit Concerne kinderarbeid. Om de betrokken All products originating from resactoren een economische prikkel ponsible forest management: te geven, richtte RugMark op, mostly timber andhijpaper products, eenalso samenwerkingsverband tusbut NTFPs senBelgique ngo's, ondernemingen, overEn : Mostly wood, wooheidsinstanties enpaper multilaterale den products and products groepen UNICEF. Ce qui estzoals garanti : The FSC label Sector : ahandgemaakte tapijten provides credible link between (Europese verkooppunten responsible production andin Duitsland en of hetforest Verenigd consumption products, Koninkrijk). enabling consumers and busiWat gegarandeerd wordt :decigeen nesses to make purchasing illegale arbeid vanpeople kinderen sions that benefit andonder the de 14 jaar; eerlijke voor de environment as welllonen as providing volwassen arbeiders. Belanghebbenden : ngo's, experts, ondernemingen. Begunstigden : onafhankelijke producenten, coöperaties, fabrieken.

BEKNOPT

30

RUGMARK IS EEN AMERIKAANSE NGO DIE STRIJDT TEGEN KINDERARBEID IN DE AMBACHTELIJKE TAPIJTINDUSTRIE EN DE KINDEREN DE MOGELIJKHEID GEEFT OM NAAR SCHOOL TE GAAN. NA EEN ONAFHANKELIJKE AUDIT KENT DE ORGANISATIE HET "GOODWEAVE" LABEL TOE. Sinds ongeveer vijftien jaar vecht RugMark tegen het gebruik van kinderarbeid in de productie van tapijten. Dit is een sector met een van de hoogste percentages uitgebuite kinderen. In Zuidoost-Azië werken meer dan 250.000 kinderen van 4 tot 14 jaar onder dwang in de tapijtproductie, wat een zeer zware hypotheek legt op hun toekomst. Veel consumenten beseffen niet dat hun aankopen kunnen bijdragen tot het in stand houden van kinderuitbuiting. RugMark werkt niet alleen op het terrein maar ook op het vlak van de bewustmaking en mediatisering van de problematiek naar de consumenten toe. In augustus 2009 doopte de organisatie haar certificeringsprogramma "GoodWeave". Net als het vorige garandeert dit label de consumenten dat hun aankopen niet bijdragen tot deze wantoestanden. Het geeft ook de ontwerpers, kleinhandelaren en importeurs de mogelijkheid om zich bij een eigen keten aan te sluiten. Dankzij deze certificering zijn meer dan 3.600 kinderen uit hun donkere werkplaatsen bevrijd om ze onderwijs en scholing te geven. Om de certificering te verkrijgen moeten de kandidaten een contract ondertekenen waarin zij zich ertoe verbinden geen kinderen onder de 14 jaar te laten werken, hun lokalen onaangekondigd te laten inspecteren, hun arbeiders een eerlijk loon te betalen en een vergoeding uit te keren aan RugMark, als bijdrage tot het toezicht, de inspecties en de educatieve programma's van de organisatie.

WIST U DIT ? In 2009 was meer dan 4% van de in de Verenigde Staten verkochte tapijten door dit programma gecertificeerd. De certificering zal in de toekomst ook rekening houden met sociale en ecologische criteria. Meer informatie: www.rugmark.net ; www.goodweave.org


Š ROBERTO ROMANO

DE GARANTIESYSTEMEN ONDER DE LOEP

HOE NEEMT MEN DEEL AAN HET GOODWEAVE-PROGRAMMA? De importeurs zijn de beslissende actoren in het programma. Zij moeten ervoor kiezen om zich bij gecertificeerde tapijtfabrikanten te bevoorraden. Daartoe ondertekenen ze een contract dat hun betrekkingen met GoodWeave regelt. Ze verbinden zich ook tot de betaling van licentiekosten, waarvan 60% wordt gebruikt voor de financiering van de educatieve programma's van GoodWeave. Om GoodWeave-tapijten te verkopen moeten wederverkopers en exposanten zich bevoorraden bij gecertificeerde importeurs (momenteel zijn dat er 60). Een producent of exporteur die het label wil verkrijgen, moet het aanvragen bij zijn nationale secretariaat, indien dat bestaat (India of Nepal). Het gebeurt ook dat het secretariaat de aanvraag bij de producenten doet. WAT KOST DE DEELNAME AAN HET GOODWEAVE-PROGRAMMA? De exporteurs betalen 0,25% van de exportwaarde van elk tapijt. De importeurs betalen licentiekosten, die overeenkomen met 1,75% van de verkoopwaarde. Deze licentiekosten dekken de kosten voor monitoring, inspectie en vooral de educatieve programma's van GoodWeave.

NA INDIA EN NEPAL GoodWeave is vooral actief in India en Nepal, maar onderzoekt de mogelijkheid om naar andere exportlanden uit te breiden. Dit is een grotere prioriteit dan uitbreiding in de importregio's.

Als een inspecteur een kind onder de 14 jaar aan het werk vindt, geeft hij het de mogelijkheid om naar school te gaan, terwijl de producent zijn GoodWeave-label verliest.

Controletype: tweede partij (inspecteurs van GoodWeave). Er loopt een project voor controles door een derde partij, met name in India, waar sommige inspecties door een onafhankelijke organisme worden uitgevoerd. Methoden: analyse van het documentensysteem, waarnemingen op het terrein, gesprekken met belanghebbenden. Betrokken fases van de keten: productie, export/import. Bestek: de algemene norm voor de tapijtfabrikanten wordt opgesteld en beheerd door de organisatie RugMark. Hij kan op de website geraadpleegd worden. Manoeuvreerruimte: afwijkingen van de norm leiden tot de intrekking van de gebruikslicentie voor het label. Vooruitgangscontrole : geen.

31


DE GARANTIESYSTEMEN ONDER DE LOEP

MAX HAVELAAR (FLO) : DE PIONIER VAN EERLIJKE HANDEL EN BREF Création : 1993 Siège Central : Bonn, Germany Origine/contexte : Established as a Oprichting: response to 1988. concerns over global Maatschappelijke deforestation, FSCzetel: is widely regarBonn, ded theDuitsland. most important initiatives to Oorsprong/behoefte: de eerlijke promote responsible forest manahandel is ontstaan uit protest tegen gementworldwide de sociale ongelijkheden die de Labellisation Produit Concerne : naoorlogse handel All productsinternationale originating from resveroorzaakte. label "Max ponsible forestHet management: Havelaar" werdand in het levenproducts, geroepen mostly timber paper opdat deNTFPs consumenten producten uit but also de Belgique eerlijke handel zouden kunnen En : Mostly wood, wooherkennen in de warenhuizen. den products and paper products Sector: vooral landbouw, textiel. Ce qui est garanti : The FSC label In België:a bananen, rietsuiker, cacao, provides credible link between koffie, gedroogde vruchten, responsible production andfruit, vruchtensap, bloemen, kruiden consumption of forest noten, products, en specerijen, honing,and olijfolie, quinoa, enabling consumers busirijst, katoen, sportballen, thee,deciwijn. nesses to make purchasing Wat gegarandeerd wordt:and prijzen sions that benefit people the die de kostenas van eenas duurzame proenvironment well providing ductie dekken, eenvalue bijkomende preongoing business mie, voorfinanciering, Contrôle externe duurzame handelsbetrekkingen, Parties prenantes : fatsoenlijke arbeidsvoorwaarden. companies,NGO’s,Consumers,Lab Belanghebbenden: ngo's, experts, or unions, Experts,Other ondernemingen, vakbonden, produBénéficiaires : Independent producenten. cers, Cooperatives, Manufacturers, Begunstigden : coöperaties, fabrieCompanies/brands ken, ondernemingen/merken.

BEKNOPT

WIST U DIT ? In België rondde Max Havelaar in 2009 de kaap van de 1.000 producten met label. Een van de redenen van het succes is de verkoop van Max Havelaar-producten in de warenhuizen. Sommige merken, zoals Candico (voor zijn rietsuiker), zijn voor al hun producten overgestapt op eerlijke handel. Meer informatie: www.fairtrade.net www.flo-cert.net

32

Dit label blijft de referentie voor eerlijke handel.

MAX HAVELAAR WERD IN 1988 IN NEDERLAND OPGERICHT OM DE PRODUCENTEN VAN HET ZUIDEN TE BEVRIJDEN VAN HUN AFHANKELIJKHEID VAN MARKTPRIJZEN EN TUSSENPERSONEN. HET WAS HET EERSTE LABEL VOOR EERLIJKE HANDEL MET EEN WERELDWIJD BEREIK. VANDAAG KOMT HET TEN GOEDE AAN BIJNA 7 MILJOEN PRODUCENTEN IN EEN ZESTIGTAL LANDEN. Max Havelaar is de hoofdpersoon van het gelijknamige boek van Multatuli, waarin deze in de 19de eeuw de uitbuiting van de arbeiders op de Javaanse koffieplantages door het Nederlandse koloniale regime wou aanklagen. In 1988 koos de Nederlandse priester-arbeider Francisco Van der Hoff, die toen in Mexico werkte, deze naam voor de organisatie die hij samen met Nico Rozen van de Nederlandse ngo Solidaridad oprichtte. Hun doel was een label in te voeren voor producten die aan een aantal economische, sociale en ecologische criteria moesten voldoen. Aanvankelijk beperkte Max Havelaar zich tot koffie, maar vandaag de dag verschijnt het label op allerlei etenswaren (suiker, chocolade, honing, rijst, enz.) maar ook en steeds meer op niet-voedingsproducten (snijbloemen, voetballen, alcohol, katoen, enz.). Max Havelaar garandeert de consument onder meer dat er formele contractuele betrekkingen bestaan tussen de producenten en de exporteurs en importeurs. Deze laatsten moeten een gewaarborgde minimumprijs, een ontwikkelingspremie en een voorschot betalen. Ze moeten bovendien een contract op lange termijn aangaan. De organisatie ziet ook toe op de naleving van de arbeidsvoorwaarden (geen gedwongen arbeid, geen kinderarbeid, vakbondsvrijheid, recht op collectieve onderhandelingen, enz.). Ten slotte controleert ze de naleving van ecologische criteria, waaronder een verbod op GGO's. Max Havelaar België is samen met 23 ander internationale labels voor duurzame handel lid van FLO International (Fairtrade Labelling Organisations). De overkoepelende organisatie bepaalt de internationale normen voor eerlijke handel. Sinds 2003 is de certificering toevertrouwd aan FLO-Cert, een dochter van FLO International die de internationale ISO 65-norm toepast.


DE GARANTIESYSTEMEN ONDER DE LOEP

Aanvankelijk beperkte Max Havelaar zich tot koffie, vandaag verschijnt het label op tientallen etenswaren en nietvoedingsproducten.

HOE NEEMT MEN DEEL AAN DE HANDEL IN MAX HAVELAAR-PRODUCTEN? De algemene normen voor winkeliers zijn bedoeld voor zaken die producten met de Max Havelaar-certificering willen verkopen. Daarnaast bestaan er specifieke normen voor elk type product. De producten moeten in heel de keten gecertificeerd zijn, van de producent tot het afgewerkte, verpakte product. Elke commerciële speler moet dus contact opnemen met FLO-Cert en daarna eerlijke producten bij eveneens gecertificeerde producenten kopen. Kandidatuur van een marktspeler bij FLO-Cert: - activeringskosten: 500 euro; - verschillende supplementen, afhankelijk van de omvang en de variëteit van de producten en de betroffen leveranciers. Jaarlijkse certificeringskosten: - Basiskosten: Van 1.800 tot 2.600 euro (kleine operators: van 400 tot 1.200 euro) - Audits: Van 400 tot 1.200 euro - Supplement per: - bijkomend productvolume (afhankelijk van het product): van 600 tot 1.000 euro - bijkomende producent/leverancier: van 100 tot 300 euro - bijkomende productcategorie: van 100 tot 300 euro

EEN OMZETSTIJGING VAN 17% 80 tot 90% van de marketingprofessionals heeft waarden als 'ethisch' en 'authentiek' opgenomen in hun top 5 van de huidige trends. Het belang van deze waarden neemt nog altijd toe. Dat verklaart ongetwijfeld de omzetstijging van 17% die de eerlijke producten met Max Havelaar-certificering in 2009 in België noteerden.

Controletype : derde partij. Methoden : analyse van het documentensysteem, aangekondigde waarnemingen op het terrein, gesprekken met interne en externe belanghebbenden. Betrokken fase van de keten : productie, export/import, verwerking, distributie, sensibilisering. Bestek: algemene normen voor in coöperaties verzamelde kleine producenten en producenten met werknemers; specifieke normen per product. Beschikbaar op het internet. Manoeuvreerruimte : minimale eisen en vooruitgangseisen. Vooruitgangscontrole : de FLOnormen omvatten vooruitgangseisen die de producenten aansporen tot permanente verbetering en tot duurzame investeringen in hun organisatie en hun personeel. Deze normen mikken op de gemarginaliseerde producenten.

33


DE GARANTIESYSTEMEN ONDER DE LOEP

© SXC

MSC: VIS VOOR VANDAAG EN MORGEN EN BREF Création : 1993 Siège Central : Bonn, Germany Origine/contexte : Established as a Oprichting: 1998. response to concerns over global Maatschappelijke zetel: Londen. deforestation, FSC is widely regarOorsprong/behoefte: toene- to ded the most importantde initiatives mende bezorgdheid ondernepromote responsible van forest manamingen en ngo's over de toestand gementworldwide van de visbestanden. Labellisation Produit Concerne : Sector : Visserij. All products originating from resIn Belgiëforest : Ongeveer 70 variëteiten ponsible management: vis of afgeleide producten. mostly timber and paper products, Watalso gegarandeerd wordt: de but NTFPs bescherming de visbestanden, En Belgique : van Mostly wood, wooeenproducts beperkte and impact op de mariene den paper products ecosystemen, een systeem voor Ce qui est garanti : The FSC label duurzame provides a visserij. credible link between Belanghebbenden : ngo's, responsible production and overheden, experts, of consumenten, overconsumption forest products, heden. consumers and busienabling Begunstigden nesses to make: onafhankelijke purchasing deciproducenten, coöperaties, sions that benefit people and the ondernemingen/merken. environment as well as providing

BEKNOPT

WIST U DIT ? MSC schat dat 12% van de wereldwijd voor menselijke consumptie gevangen vis zijn label draagt (of het binnenkort zal verwerven). De organisatie heeft zich in het recente verleden vooral ingezet voor soorten als de kabeljauw, de leng, de Noordzeegarnaal, de schelvis, enz. Meer informatie: www.msc.org

34

In samenwerking met de partners van de visserijketen leidt MSC een programma voor de bevordering van duurzame visserijpraktijken.

IN 2009 DROEGEN 7 MILJOEN TON ZEEPRODUCTEN HET MSC-LABEL. DE MARINE STEWARDSHIP COUNCIL IS DAARDOOR EEN BELANGRIJKE SPELER IN DE DUURZAME VISSERIJ EN VOOR DE TOEKOMST VAN DE MARIENE ECOSYSTEMEN. "Eet meer vis!" Keer op keer horen we deze aansporing uit de mond van voedingsdeskundigen die zich zorgen maken over het te hoge verbruik van vlees. Het probleem is dat de zee leeg raakt. Dat is niet alleen het gevolg van overbevissing maar ook van het gebruik van visserijtechnieken die het ecosysteem van de zee verwoesten. De "Marine Stewardship Council" werd in 1998 door Unilever en het World Wide Fund for Nature (WWF) opgericht om een oplossing te vinden voor dit wereldwijde probleem. Het principe: een door derden geverifieerd label voor zeeproducten die gevist zijn met ecologisch verantwoorde methoden die de reproductie van de visbestanden niet in de weg staan. MSC werd onafhankelijk van zijn twee initiatiefnemers en ontwikkelde snel, in samenwerking met wetenschappers, een gedragscode die steunt op twee pijlers: duurzame visserij en traceerbaarheid. Onafhankelijke certificeringsorganismen controleren of de vissers en de verwerkende industrie zich houden aan de code, die geïnspireerd is door de Gedragscode voor een verantwoord visserijbeleid van de WGO (VN), de Richtlijn voor de ecologische etikettering van vis (WGO), de Code van goede praktijken voor de invoering van sociale en ecologische normen (ISEAL) en de bepalingen van de Wereldhandelsorganisatie (WHO). Na twaalf jaar bestaan hebben ongeveer zestig visserijbedrijven de MSC-certificering verkregen en vindt men de producten met het door de consument gemakkelijk herkenbare blauwe logo in 65 landen. In 2009 is MSC van start gegaan met een nieuwe, op 31 indicatoren gebaseerde methodologie voor de evaluatie van de visserij. Het systeem moet de gemiddelde duur en misschien ook de kosten van elke evaluatie beperken.


© I&J

© DYLAN SKINNS

DE GARANTIESYSTEMEN ONDER DE LOEP

WAT MOET MEN DOEN OM HET MSC-LABEL TE KRIJGEN ? Een visserijbedrijf dat belangstelling heeft voor het label moet eerst contact opnemen met een door MSC erkend certificeringsorganisme. Het proces duurt ongeveer 18 maanden. - Voorbereidende audit: het organisme stelt een vertrouwelijk rapport op waarin het besluit of het bedrijf in aanmerking kan komen voor certificering, eventueel met begeleidend advies. - Voorbereiding: het bedrijf komt in de voorbereidende fase en betrekt al zijn stakeholders bij het project. - Audit: in een proces met 7 stappen controleert men of het bedrijf aan de voorwaarden van het MSC-bestek voldoet. De stakeholders worden op de hoogte gebracht, men stelt een evaluatieschema op, verzamelt informatie, praat met de stakeholders, geeft scores, ontmoet de klanten en collega's en stelt dan een eindrapport op met een beslissing. Ten slotte wordt het certificeringsrapport gepubliceerd. - Post-audit: er wordt een planning van de jaarlijkse controles overeengekomen en de rest van de productieketen wordt bij het proces betrokken. WAT KOST DE MSC-CERTIFICERING ? De MSC-certificering brengt twee soorten kosten mee: de kosten van de eigenlijke certificering en de kosten van de MSC-vergunning, voor bedrijven die hun producten onder het MSC-label willen verkopen (restaurants, groothandels, fabrikanten, enz.). Auditkosten: worden geval per geval bepaald na overleg tussen de organisatie die gecertificeerd wordt en het certificeringsorganisme. Deze kosten hebben vooral betrekking op de voorbereidende audit, de audit en de jaarlijkse audits. De visserijbedrijven kunnen een beroep doen op subsidies, die variëren van 15.000 tot 120.000 USD, afhankelijk van de complexiteit van het proces, de beschikbare informatie, het aantal vestigingen en de mate van betrokkenheid van de stakeholders. De licentiekosten hangen af van de verkoop van producten met MSC-certificering: - minder dan 200.000 USD: 250 USD (+0,5% van de verkoop voor organisaties die aan de eindverbruiker verkopen); - van 200.000 tot 500.000 USD: 1.000 USD (+ 0,5% van de verkoop); - meer dan 500.000 USD: 2.000 USD (+ 0,55% van de verkoop).

DE TRACEERBAARHEID IS GEEN PROBLEEM De verificatie van de traceerbaarheid van de organisatie in heel de MSCproductieketen is vrij eenvoudig. In de meeste gevallen beschikken de organisaties immers al over een voor andere doeleinden ingevoerd systeem voor de identificatie en follow-up van hun producten: inventaris, ISO 9000-certificering of HACCP (Hazard Analysis and Critical Control Points).

Type controle : derde partij. Methoden : analyse van het documentensysteem, al dan niet aangekondigde waarnemingen, gesprekken met de arbeiders en het management. Betrokken fase van de keten : productie. Bestek : het is beschikbaar op het internet. Er bestaat ook een bestek voor de ondernemingen die in heel de productieketen actief zijn. Manoeuvreerruimte : het bestek bestaat uit 31 prestatieindicatoren, verdeeld volgens 3 principes. Om een certificering te krijgen moet een bedrijf voor elke indicator een score van 60% behalen, met een gemiddelde van 80% voor elk principe Vooruitgangscontrole : visserijbedrijven kunnen voorwaardelijk gecertificeerd worden. De voorwaarden moeten dan binnen de geldigheidsduur van de certificering (5 jaar) voldaan zijn.

35


DE GARANTIESYSTEMEN ONDER DE LOEP

NATURLAND : DE VOORLOPER EN BREF Création : 1993 Siège Central : Bonn, Germany Origine/contexte : Established as a response to concerns over global Oprichting: 1982. deforestation, FSC is widely regarMaatschappelijke zetel: ded the most important initiatives to Gräfelfing, Duitsland. forest manapromote responsible Oorsprong/behoefte: Naturland is gementworldwide een verenigingProduit voor biologische Labellisation Concerne : landbouw de negatieve All productsdie originating fromimpact resvan bepaalde ponsible forestconventionele management:landbouwpraktijken wilpaper tegengaan. mostly timber and products, Sector landbouw, bosbeheer, visbut also: NTFPs serij, textiel, cosmetica, andere. En Belgique : Mostly wood, wooWatproducts gegarandeerd wordt: den and paper products Ecologische en duurzame producCe qui est garanti : The FSC label tie: traceerbaarheid, kwaliteitsgaprovides a credible link between rantie, onafhankelijke certificering responsible production and door derden van de producten, consumption of forest products, welzijn van de arbeiders. enabling consumers and busiBelanghebbenden : Consumenten, nesses to make purchasing deciexperts, landbousions thatwetenschappers, benefit people and the wers. Begunstigden : onafhankelijke producenten, coöperaties, verwerkende bedrijven, distributeurs, fabrieken, ondernemingen/merken.

BEKNOPT

WIST U DIT ? Naturland biedt zijn leden een adviesdienst aan. Een netwerk van Duitse en internationale adviseurs helpt de landbouwers bij het oplossen van problemen of de ontwikkeling van hun activiteiten. Meer informatie: www.naturland.de

36

In de jaren 1980 was het logo van Naturland alleen op landbouwproducten te vinden. Nu wordt het ook gebruikt in het bosbeheer, de visserij, het textiel en de cosmetica.

NATURLAND IS EEN WERELDWIJDE ORGANISATIE VOOR DE VERDEDIGING VAN DE BIOLOGISCHE LANDBOUW. DOOR DIT TYPE LANDBOUW TE STEUNEN WIL ZE HET VOORTBESTAAN VERZEKEREN VAN KLEINE PRODUCENTEN DIE DUURZAAM EN MET RESPECT VOOR HET PLAATSELIJKE ECOSYSTEEM TE WERK GAAN. De bijna 50.000 landbouwers die aangesloten zijn bij Naturland bewerken momenteel wereldwijd 275.000 hectare landbouwgrond. In 2008 is hun aantal sterk gestegen. Naturland is een internationaal label dat strenge eisen stelt. Het garandeert de consument dat de producten met zijn logo voortkomen uit biologische landbouw en niet genetisch gemodificeerd zijn. Naturland is ook actief in de sectoren biologische bosbouw, textiel, cosmetica en visserij. De certificeringscriteria houden rekening met het sociale engagement van de ondernemingen. Speciale aandacht gaat uit naar de veiligheid en de gezondheid van de arbeiders. Daarnaast ligt de nadruk op de bestrijding van kinderarbeid en de toegang van de kinderen tot onderwijs. Een project voor eerlijke samenwerking geeft fabrikanten de mogelijkheid om gecertificeerd te worden wanneer zij een eerlijke handelsrelatie met de landbouwers onderhouden. Naturland meent dat de biologische landbouw kan bijdragen tot de strijd tegen de armoede indien hij ook andere voorwaarden hanteert: een eerlijke verdeling van de grond, politieke steun voor landbouwonderzoek, de implementatie van moderne infrastructuren en technologieën. Kortom, biologische landbouw draagt bij tot de bescherming van het milieu en de biodiversiteit.


DE GARANTIESYSTEMEN ONDER DE LOEP

WAT MOET MEN DOEN OM HET NATURLAND-LABEL TE KRIJGEN ? 1. Uitwisseling van informatie: Naturland verstrekt technische en formele informatie over de certificering. De organisatie/boerderij stelt zich op haar beurt voor. 2. Inspectie om de evaluatie voor te bereiden: Naturland doet een eerste indruk op van de situatie, praat met alle belanghebbenden en stelt een actieplan op om de certificering te bereiken. 3. Inspectie: Naturland doet voor de inspectie van de organisatie/boerderij een beroep op een onafhankelijk certificeringsorganisme. 4. Contracten: Naturland en de organisatie/boerderij sluiten een productiecontract af. De wettelijke basis voor het gebruik van het Naturland-label wordt door een afzonderlijk contract bepaald. 5. Certificering: Het certificeringscomité beslist over de toelating en de certificering van nieuwe boerderijen/organisaties als lid van Naturland. WAT KOST DE NATURLAND-CERTIFICERING ? - Kosten van de voorbereidende evaluatie: 500 euro/dag - Bijdrage: 500 euro/jaar - Licentie: 1% van de omzet - Rechtstreeks aan het certificeringsorganisme te betalen inspectiekosten: ongeveer 500 euro/dag. Meestal voert men een jaarlijkse inspectie uit, met een bijkomende dag voor het schrijven van het rapport. De jaarlijkse inspectiekosten bedragen dus ongeveer 1.000 – 1.500 euro per dag.

EEN BELANGRIJKE SOCIALE DIMENSIE Enkele bijzonderheden van de aanpak van Naturland: - Men geeft de voorkeur aan vervoer over zee, maar luchtvervoer is niet verboden. - Een streng en algemeen verbod op het gebruik van Genetisch Gemodificeerde Organismen (GGO's) en hun afgeleiden. - Het bestek van Naturland omvat een belangrijk sociaal gedeelte over de arbeidsvoorwaarden, geïnspireerd door de verdragen van de IAO. Deze sociale dimensie krijgt in de ontwikkelingslanden gestalte in een driejaarlijkse sociale audit.

Type controle : derde partij. Methoden : analyse van het documentensysteem, al dan niet aangekondigde waarnemingen op het terrein, gesprekken met interne en externe belanghebbenden. Betrokken fases van de keten : de inspectie heeft betrekking op de volledige productieketen (laboratorium/kwekerij, herkomst van de grondstoffen, voedselproductie, boerderijen, verwerking, opslag, export). Bestek : Naturland heeft normen opgesteld voor de landbouw, de aquacultuur, de visserij, de textielsector, de cosmetica, enz. De normen zijn beschikbaar op het internet. Manoeuvreerruimte : in het geval van afwijkingen worden bijzondere voorwaarden gesteld die binnen een gegeven termijn vervuld moeten zijn. Kleine afwijkingen staan de certificering niet in de weg, grote wel. Vooruitgangscontrole : ja, om het bestek te respecteren. Er worden regelmatig opleidingen en seminaries georganiseerd.

37


DE GARANTIESYSTEMEN ONDER DE LOEP

PEFC : EERSTE STAPPEN IN AZIË EN AFRIKA EN BREF Création : 1993 Siège Central : Bonn, Germany Origine/contexte : Established as a Oprichting: 1999. response to concerns over global Maatschappelijke zetel: Genève. deforestation, FSC is widely regarOorsprong/behoefte: is to ded the most importantPEFC initiatives ontstaanresponsible in een periode vanmanagrote promote forest protesten tegen de ontbossing van gementworldwide het Amazonewoud. Bos en hout : Labellisation Produit Concerne spelen een fundamentele rol in de All products originating from resstrijd tegen de klimaatverandering. ponsible forest management: De consument moet dus products, de garanmostly timber and paper tie krijgen dat hij hout van duurbut also NTFPs zame herkomst koopt.wood, wooEn Belgique : Mostly Sector : bosbeheer. den products and paper products In België (ruw: The en afgewerkt) Ce qui est: hout garanti FSC label en houtproducten karton). provides a credible(papier, link between Wat gegarandeerd wordt: responsible production and een economisch leefbaar consumption of forestbosbeheer products, met respect voor hetand milieu (herstel, enabling consumers busibescherming vanpurchasing de biodiversiteit, nesses to make decihet water de bodem) met een sions that en benefit peopleen and the positieve sociale invloed (plaatseenvironment as well as providing lijke werkgelegenheid, respect voor de inlandse bevolking en de rechten van de arbeiders). Belanghebbenden : ngo's, consumenten, vakbonden, overheden, ondernemingen, experts. Begunstigden : onafhankelijke producenten, coöperaties, fabrieken, ondernemingen/merken.

BEKNOPT

WIST U DIT ? De kerstboom die Paus Benedictus XVI in december 2009 van het Waalse Gewest ten geschenke kreeg, kwam uit een bos met PEFC-certificering. Meer informatie: www.pefc.org

38

Het van oorsprong Europese PEFC houdt rekening met de eigenheid van de voor de Europese ecosystemen typische kleine bossen.

PEFC WERD OP HET EINDE VAN DE JAREN 1990 IN EUROPA OPGERICHT EN IS NU IN OPPERVLAKTE HET MEEST VERSPREIDE CERTIFICERINGSYSTEEM VOOR BOSBEHEER TER WERELD. PEFC, Program for the Endorsement of Forest Certification Schemes (vroeger Paneuropean Forest Council), is een onafhankelijke, niet-gouvernementele organisatie zonder winstoogmerk, die in 1999 werd opgericht. Ze ging van start in twaalf Europese landen, waaronder België, om een certificeringsysteem in te voeren dat rekening hield met de eigenheid van de voor de Europese ecosystemen typische kleine bossen. PEFC ijvert voor een beheer dat het milieu respecteert maar ook sociaal voordelig en economisch leefbaar is. De certificering is gebaseerd op de erkenning door PEFC International van elk nationaal certificeringsysteem (de bossen verschillen immers van land tot land). De in totaal 305 criteria waarmee rekening wordt gehouden, zijn op hun beurt gebaseerd op de beslissingen die tijdens grote internationale milieuconferenties werden genomen, zoals de conferentie van Helsinki in 1993. Met wereldwijd 225 miljoen hectare gecertificeerd bos is PEFC al lang niet meer beperkt tot de Europese Unie en is het bijzonder sterk aanwezig in Noord- en Centraal-Amerika (zie p. 44). De PEFC-certificering gebeurt op vrijwillige basis. Ze geeft dus geen garantie over de kwaliteit van het gekochte hout maar wel over de duurzame bosbouw waaruit het voortkomt. PEFC certificeert niet alleen de bossen maar ook de 'controleketen'. Deze certificering geldt voor de ondernemingen die in de verwerkende keten actief zijn. Het volstaat dat een enkel bedrijf van die keten niet gecertificeerd is (of na de jaarlijkse controle door een onafhankelijk organisme zijn certificering verliest) opdat het eindproduct het PEFC-logo niet mag gebruiken. In België was in 2009 281.000 hectare bos (uitsluitend in Wallonië) door PEFC gecertificeerd.


DE GARANTIESYSTEMEN ONDER DE LOEP

WAT MOET MEN DOEN OM DE CERTIFICERING TE KRIJGEN? PEFC is een programma voor de wederzijdse erkenning van nationale certificeringsystemen. De procedures en de kosten verschillen dus van land tot land. We nemen België als voorbeeld: Boseigenaren: Ze ondertekenen het charter voor duurzaam beheer, sturen het beheerdocument naar de Koninklijke Belgische Bosbouwmaatschappij (KBBM) of naar de Division Nature & Forêts (DNF - Waals Gewest) en betalen de bijdrage. Na de betaling ontvangen ze een attest dat bevestigt dat ze deelnemen aan de PEFC-boscertificering. De bijdrage dekt de kosten van de nalevingscontrole door een erkend onafhankelijk certificeringsorganisme. De verbintenissen worden op twee niveaus gecontroleerd: - intern door de KBBM en de DNF, die audits uitvoeren; - extern door een erkend onafhankelijk certificeringsorganisme. Wanneer bij een meerderheid van de eigenaren afwijkingen worden vastgesteld die niet worden verbeterd, zou de KBBM of de DNF zijn certificeringsmandaat verliezen en zou de PEFC-certificering van de boseigenaren ingetrokken worden. Ondernemingen: - Om te beginnen moeten ze kiezen tussen twee methoden voor een followup van de houtstroom: ofwel wordt het hout met PEFC-label in alle fasen van de productie, het transport en de opslag gescheiden gehouden van het hout zonder PEFC-label, ofwel gebruikt men de 'pariteitsmethode': de hoeveelheid hout met PEFC-label die de onderneming verkoopt mag ten hoogste gelijk zijn aan de hoeveelheid hout met PEFC- die ze aankoopt. - De audit wordt voorbereid door de nodige documenten te verzamelen en een erkend certificeringsorganisme te kiezen. - Als het organisme vaststelt dat de onderneming aan de eisen van PEFC voldoet (geen afwijkingen), levert het een certificaat af dat drie jaar geldig blijft. Het certificaat vermeldt het nummer van de controleketen dat de onderneming heeft ontvangen. WAT KOST DE CERTIFICERING ? Boseigenaren : Voor 3 jaar: 5 euro voor een bos van minder dan 5 ha, vermeerderd met 0,5 euro/ha per bijkomende hectare (max. 250 euro). Ondernemingen : +/- 750 euro/jaar voor de audit door het certificeringsorganisme + bijdrage aan PEFC Belgium in verhouding tot de omzet (van 100 tot 2.000 euro/jaar).

PEFC was tot nu toe vooral in Europa en Noord-Amerika aanwezig. Vandaag zet het zijn eerste stappen in Afrika en Azië.

Type controle : derde partij. Methoden : analyse van het documentensysteem, onaangekondigde waarnemingen op het terrein, gesprekken met interne en externe belanghebbenden. Betrokken fases van de keten : productie, export/import, verwerking, distributie, sensibilisering. Bestek : PEFC werkt met verschillende bestekken voor tropische en andere wouden. Beschikbaar op het internet. Manoeuvreerruimte : afwijkingen moeten binnen een gegeven termijn verholpen worden. Als de vereiste maatregelen niet op tijd genomen zijn, wordt de deelnemer uitgesloten. Vooruitgangscontrole : Bosbeheer is een langdurig proces. De rotatie van de bomen duurt soms langer dan een mensenleven (in het geval van loofbomen). Aanpassingen moeten geleidelijk gebeuren, vandaar dat het systeem van permanente verbetering belangrijk is.

39


DE GARANTIESYSTEMEN ONDER DE LOEP

RAINFOREST ALLIANCE : INTELLIGENTE LANDBOUW

Dit label legt de nadruk op zogenaamde 'schaduwkoffie', dus koffie die tussen de bomen wordt verbouwd en het milieu minder zwaar belast dan de grote monoculturen.

EN BREF Création : 1993 Siège Central : Bonn, Germany Origine/contexte : Established as a response to concerns over global Oprichting: 1986. deforestation, FSC is widely regarMaatschappelijke zetel:initiatives New-York. ded the most important to Oorsprong/behoefte: het propromote responsible forest managramma voor duurzame landbouw gementworldwide werd gestart toen de intensieve Labellisation Produit Concerne : bananenteelt ernstige problemen All products originating from resbegon teforest veroorzaken (ontbossing, ponsible management: vergiftiging vanand de arbeiders). mostly timber paper products, Sector: landbouw. but also NTFPs In België: bananen, koffie, En Belgique : Mostlythee, wood, woocacao. den products and paper products Wat gegarandeerd Ce qui est garanti : wordt: The FSC label bescherming van delink ecosystemen: provides a credible between gezonde en production fatsoenlijke and arbeidresponsible somstandigheden, bescherming consumption of forest products,van de biodiversiteit en van hetbusiwater, enabling consumers and geïntegreerd beheer van pesticiden nesses to make purchasing decien afval, betrekkingen sions thatgoede benefit people andmet thede plaatselijke gemeenschappen, environment as well as providing bescherming van de bodem. ongoing business value Belanghebbenden Contrôle externe : ngo's, consumenten, overheden, experts, Parties prenantes : vakbonden, ondernemingen, enz. companies,NGO’s,Consumers,Lab Begunstigden: onafhankelijke or unions, Experts,Other producenten, coöperaties, Bénéficiaires : Independent produondernemingen/merken. cers, Cooperatives, Manufacturers, Companies/brands

BEKNOPT

40

RAINFOREST ALLIANCE IS ONTSTAAN ALS EEN ECOLOGISCH LABEL MAAR HEEFT BEETJE BIJ BEETJE OOK SOCIALE EN ECONOMISCHE CRITERIA INGEVOERD. HET WERKT ZOWEL MET KLEINE PRODUCENTEN ALS MET DE REUZEN VAN DE VOEDINGSINDUSTRIE. Rainforest Alliance is een internationale ngo die op het einde van de jaren 1980 werd opgericht, toen men in Latijns-Amerika besefte dat de zeer snelle ontwikkeling van de bananenteelt, vooral in Costa Rica, bijdroeg tot de ontbossing. Het werd bovendien duidelijk dat de toegepaste landbouwpraktijken (gebruik van kunstmest en fytofarmaceutische producten) schadelijk waren voor de gezondheid van de arbeiders, voor de bodem en voor de biodiversiteit. Sinds 1992 kent Rainforest Alliance een label toe aan verschillende tropische producten (koffie, thee, bananen, cacao). De nadruk ligt historisch op 'schaduwkoffie' die tussen de bomen van het bos verbouwd wordt en minder schadelijk is dan de grote monoculturen. Het label is toegankelijk voor producten van coöperaties of onafhankelijke producenten die een reeks criteria naleven met betrekking tot de arbeidsvoorwaarden, de bescherming van de bodem en het ecosysteem, de bescherming van de soorten, het water- en afvalbeheer, enz. Rainforest Alliance werkt niet met een op lange termijn gewaarborgde prijs voor de producenten en evenmin met biologische landbouw, maar wel met geïntegreerde landbouwpraktijken (zo laag mogelijke milieu-impact). De ngo werkt samen met zowel grote plantages als met traditionele landbouwers. Ze is vooral actief in Centraal- en Zuid-Amerika maar ook op de Filippijnen, in Kenia, Ethiopië, enz. De organisatie verzorgt bovendien het secretariaat van het Sustainable Agriculture Network (SAN), een wereldwijd netwerk voor duurzame landbouw dat veel belang hecht aan het beheer van de landbouwbedrijven. SAN kiest de criteria en de indicatoren voor de certificering door Rainforest Alliance. Ten slotte doet Rainforest Alliance een beroep op lokale onafhankelijke auditeurs die opgeleid zijn in de auditprocedures van ISO 65. Het is lid van de International Social and Environmental Accreditation and Labelling Alliance (ISEAL).

WIST U DIT ? Rainforest Alliance schat dat wereldwijd 15% van de bananen, 5% van de thee en 2% van de koffie onder zijn label worden verkocht. De ngo werkt samen met grote voedingsbedrijven (Chiquita, Lipton, Nestlé) maar heeft zich in de loop van de jaren ook opengesteld voor kleine producenten. Sinds 2003 wordt het logo van Rainforest Alliance ook gebruikt voor bepaalde initiatieven voor duurzaam toerisme. Meer informatie: www.rainforest-alliance.org


DE GARANTIESYSTEMEN ONDER DE LOEP

Rainforest Alliance schat dat wereldwijd 15% van de bananen, 5% van de thee en 2% van de koffie (hier een plantage in Kenia) onder zijn label worden verkocht.

WAT MOET MEN DOEN OM DE CERTIFICERING VAN RAINFOREST ALLIANCE TE KRIJGEN? Een multidisciplinair team van experts van Rainforest Alliance kan op vraag van de uitbater van een landbouwbedrijf een voorafgaande evaluatie maken, zodat men de sterke en de zwakke punten van het bedrijf kent en maatregelen kan nemen om aan de normen te voldoen. Wanneer de uitbater denkt dat zijn bedrijf klaar is voor een inspectie, beoordeelt een team van specialisten van Rainforest Alliance de naleving van de criteria. Het team stelt een rapport op dat geëvalueerd wordt door een comité van externe, onafhankelijke en onbezoldigde experts. Rainforest Alliance besluit aan de hand van deze 'peers review' en van de aanbevelingen van de inspectieteams of het bedrijf gecertificeerd wordt. Wanneer de certificering geweigerd wordt, kan het bedrijf verbeteringsmaatregelen nemen en een nieuwe aanvraag indienen. Nadat de conformiteit met de normen aangetoond is, mag men het label gebruiken. WAT KOST DE CERTIFICERING DOOR RAINFOREST ALLIANCE ? De producenten betalen de certificeringprocedure en jaarlijkse kosten. Vaak worden ze hierin financieel gesteund door stichtingen, exporteurs of kopers. De kosten zijn op 3 factoren gebaseerd: - De omvang en de ligging van het bedrijf: de kosten van transport en logistiek worden volgens een dagtarief berekend. - Gecertificeerde landbouwbedrijven betalen jaarlijks 7,5 USD/ha voor grote en middelgrote bedrijven en 5 USD voor groeperingen (coöperaties, verenigingen van producenten). - Conformiteit met de SAN-normen: het is mogelijk dat men grote of minder grote investeringen zal moeten doen om de certificering te verkrijgen.

80% NESPRESSO-KOFFIE MET LABEL TEGEN 2013 Rainforest Alliance werkt sinds kort samen met de koffiereus Nespresso. Ze hebben een overeenkomst gesloten die Ecolaboration is gedoopt. Eén van de gezamenlijke doelstellingen is de vermindering van de milieuimpact en de verbetering van de sociale voorwaarden in de tropische koffieteelt. Tegen 2013 moet 80% van de koffie van Nespresso afkomstig zijn van 'Rainforest Alliance Certified™'-plantages.

Type controle : derde partij. Methoden : analyse van het documentensysteem, al dan niet aangekondigde waarnemingen op het terrein, gesprekken met interne en externe belanghebbenden. Betrokken fases van de keten : productie, export/import, verwerking. Bestek : de normen van het Sustainable Agriculture Network (SAN) zijn beschikbaar op het internet. Er wordt gewerkt aan normen voor groeperingen. Manoeuvreerruimte : de criteria voor duurzame landbouw zijn in tien principes verdeeld. 14 criteria zijn kritiek en moeten gerespecteerd worden om de certificering te verkrijgen. Een scoresysteem schrijft voor dat 80% van alle criteria moet worden nageleefd, met een minimum van 50% per principe. Als het vereiste minimum niet wordt bereikt, moet men verbeteringsmaatregelen nemen. Vooruitgangscontrole : gecertificeerde bedrijven worden elk jaar volledig doorgelicht en moeten van audit tot audit hun vooruitgang aantonen.

41


DE GARANTIESYSTEMEN ONDER DE LOEP

UTZ: "GOED" IN DE TAAL VAN DE MAYA'S EN BREF Création : 1993 Siège Central : Bonn, Germany Origine/contexte : Established as a Oprichting: 1997. response to concerns over global Maatschappelijke zetel: deforestation, FSC is widely regarAmsterdam. ded the most important initiatives to Oorsprong/behoefte: Utz Certified promote responsible forest manais een initiatief van een gementworldwide Guatemalteekse koffieplanter en : Labellisation Produit Concerne een Nederlandse koffiebrander. All products originating from resHoewel ze goede sociale en ecoloponsible forest management: gische timber praktijken mostly andhanteerden, paper products, waren te groot voor het circuit but alsozeNTFPs vanBelgique de eerlijke handel.wood, wooEn : Mostly Sector : landbouw (thee, products koffie, den products and paper cacao). Ce qui est garanti : The FSC label In Belgiëa: credible koffie. link between provides Wat gegarandeerd wordt: responsible production and naleving van de basisverdragen van de consumption of forest products, IAO, onderwijs voor de kinderen, enabling consumers and busibodembeheer, gebruik nesses to makeverantwoord purchasing decivan pesticiden, waterbehandeling, sions that benefit people and the beschermingas van deas oerwouden environment well providingen van bedreigde diersoorten. ongoing business value Belanghebbenden: Contrôle externe ngo's, overheden, experts, ondernemingen, Parties prenantes : onderzoeksinstellingen, producencompanies,NGO’s,Consumers,Lab ten. or unions, Experts,Other Begunstigden: :Independent onafhankelijke proBénéficiaires produducenten, coöperaties, ondernecers, Cooperatives, Manufacturers, mingen/merken. Companies/brands

BEKNOPT

WIST U DIT? Utz Certified schat dat in 2009 10% van de in België verkochte koffie en 5% van de wereldproductie van koffie zijn label droeg. Sinds enkele jaren werkt Utz Certified ook aan de certificering van cacao, thee en palmolie. Meer informatie: www.utzcertified.org

42

Volgens de Nederlandse koffiebrander die het initiatief genomen heeft voor Utz Certified is 5% van de consumenten echt bereid om biologische en/of eerlijke koffie te kopen.

KOFFIE MET HET UTZ-LABEL IS GOED INGEBURGERD IN ZWITSERLAND EN NEDERLAND EN WORDT OOK IN BELGIË VERKOCHT. DE INITIATIEFNEMERS BESCHOUWEN HUN LABEL ALS EEN AANVULLING VAN DE KLASSIEKE SYSTEMEN VOOR EERLIJKE CERTIFICERING. Het certificeringprogramma Utz Certified werd in 1997 in het leven geroepen door een Guatemalteekse koffieproducent en een Nederlandse brander, Ahold Coffee Company, met als doel de wederzijdse kennis tussen de verschillende spelers in de koffiehandel te verbeteren. De koffieplanter had een bedrijf dat te groot was voor de criteria van Fair Trade. De koffiebrander meende dat slechts 5% van de consumenten in het Noorden echt bereid was om biologische en/of eerlijke koffie te kopen. De twee stichters stelden een bestek op dat elke koffieproducent kan onderschrijven: redelijk gebruik van pesticiden, beheersing van het verbruik van water en energie, bescherming van de rechten van de arbeiders, veiligheid op het werk, toegang tot gezondheidszorg voor de arbeiders en hun gezinnen, bescherming van de biodiversiteit, enz. Er werd een bijzondere nadruk gelegd op de traceerbaarheid. Na certificering door een onafhankelijk organisme (IMO, Ecocert, enz.) mag de koffie het label Utz Certified dragen. Het bestek is onder meer geïnspireerd door de verdragen van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) en EurepGap (protocol voor goede landbouwpraktijken voor fruit en groente). Utz Certified mikt niet zozeer op rechtstreekse ondersteuning van de ontwikkeling van kleine gemeenschappen als wel op een verbetering van het professionalisme en de concurrentiepositie van de producenten, die tegelijk aangemoedigd worden om socialer en ecologischer te werk te gaan. Utz Certified garandeert de uitkering van een (kleine) premie. Ze beloont de betere kwaliteit van het product en is dus afhankelijk van de productietechnieken, de traceerbaarheid, de smaak, enz. Utz Certified is sinds 2008 lid van de Roundtable on Sustainable Palm Oil (RSPO, zie p. 58). Het is de bedoeling om het traceringsysteem van Utz Certified ook toe te passen op de door RSPO gecertificeerde palmolie.


DE GARANTIESYSTEMEN ONDER DE LOEP

Utz Certified schat dat in 2009 10% van de in België verkochte koffie en 5% van de wereldproductie van koffie zijn label droeg: herhaling van hierboven

WAT MOET MEN DOEN OM DE CERTIFICERING TE KRIJGEN? De kopers (exporteurs, importeurs, handelaren, koffiebranders) kunnen zich online inschrijven om deel te nemen aan het programma van Utz Certified. Vervolgens moeten ze contact opnemen met een door Utz Certified erkend onafhankelijk certificeringorganisme (zie website). Eerste contact, registratie, zelfevaluatie, inspectie, certificering. WAT KOST DE CERTIFICERING? De kosten voor de producenten hangen af van het certificeringsorganisme dat de audits uitvoert, de omvang van het bedrijf en het beheersysteem. Aangezien organisaties van diverse pluimage aan het programma van Utz Certified deelnemen, kunnen de auditkosten variëren van 500 tot 4.500 USD. De kosten om het bedrijf aan de criteria aan te passen, hangen af van dezelfde reeds vermelde factoren. Utz Certified probeert de certificeringsorganismen per regio zo veel mogelijk te diversifiëren. Het spel van de concurrentie maakt de prijzen competitiever. De eerste kopers van de gecertificeerde producten betalen 0,012 USD/pond administratiekosten (voor koffie).

ELK BOONTJE IS OPSPOORBAAR. De producentenorganisatie kan de herkomst van elke productstroom identificeren: veld, lid, producent. Ook heel de keten van de productie, de verwerking en de handel is traceerbaar. Elke transactie met gecertificeerde producten wordt opgenomen in een onlinesysteem. Op het einde van de keten kan de eindkoper (brander, groothandelaar, enz.) het traceringsysteem raadplegen aan de hand van een unieke code. Op die manier kan hij precies nagaan waar de koffie vandaan komt.

Type controle : derde partij. Methoden : analyse van het documentensysteem, onaangekondigde waarnemingen op het terrein, gesprekken met interne en externe belanghebbenden. Betrokken fases van de keten : productie, export/import, verwerking, distributie, sensibilisering. Bestek : Utz Certified werkt met drie bestekken: voor koffie, voor thee en voor cacao. Er bestaat ook een bestek voor de productieketen. De bestekken kunnen op de website geraadpleegd worden. Manoeuvreerruimte : het bestek omvat verplichte en bijkomende controlepunten. Vooruitgangscontrole : elk jaar worden bijkomende controlepunten in verplichtingen omgezet. Op die manier kunnen de organisaties zich stapsgewijs volledig in orde brengen met het bestek en hun activiteit permanent verbeteren.

43


44

© ETHICAL TRADING INITIATIVE


TITRE CHAPITRE

DE GARANTIESYSTEMEN ONDER DE LOEP RESPI TEMOIGNAGE > DE BEDRIJVENCHARTERS

- 4C: de koffieketen van begin tot einde - Business Social Compliance Initiative: de sociale prestaties verbeteren - Ethical BioTrade: kopen met respect - De gedragscode van het Ethical Trading Initiative - Fair Labor Association legt de nadruk op het werk van de onderaannemers - Fair Wear Foundation: voor een 'schone' textielsector - Roundtable on Sustainable Palm Oil: de impact op de ecosystemen beperken - SA8000: eerbied voor de mensenrechten op het werk - STEP: comfortabel ‌ en eerlijk tapijt - World Fair Trade Organization: de hoeder van de waarden van eerlijke handel

45


DE GARANTIESYSTEMEN ONDER DE LOEP

4C: DE KOFFIEKETEN VAN BEGIN TOT EINDE EN BREF Création : 1993 Siège Central : Bonn, Germany Origine/contexte : Established as a Oprichting 2006 response to :concerns over global Maatschappelijke : Genève, deforestation, FSC iszetel widely regarmetthe secretariaat in Bonn,initiatives Duitsland. ded most important to Oorsprong/behoefte : In 2003 promote responsible forest manalanceerden de Duitse koffiesector gementworldwide en de Duitse ontwikkelingsamenLabellisation Produit Concerne : werking eenoriginating meerpartijenproces All products from resom een gedragscode uit te werken. ponsible forest management: De code streeft naar de invoering mostly timber and paper products, vanalso duurzame but NTFPspraktijken, zowel in de Belgique conventionele koffiesector als En : Mostly wood, woovia het institutionele kader. den products and paper products Sector : koffie. Ce qui est garanti : The FSC label Wat gegarandeerd wordt : de provides a credible link between uitsluiting van 10 onaanvaardbare responsible production and praktijken: kinderarbeid, dwangarconsumption of forest products, beid, mensenhandel, verbod enabling consumers and busi-op vakbonden, afwezigheid van nesses to make purchasing decidrinkwater, ontbossing, sions that benefit peoplegebruik and the van bepaalde immoenvironment aspesticiden, well as providing rele transacties. ongoing business value Belanghebbenden Contrôle externe : ondernemingen, ngo's, Parties prenantes : overheden, vakbonden, experten, companies,NGO’s,Consumers,Lab producentenorganisaties or unions, Experts,Other in Afrika, Zuid-Amerika :en Azië. Bénéficiaires Independent produBegunstigden : onafhankelijke cers, Cooperatives, Manufacturers, producenten, coöperaties (leden: Companies/brands koffieproducenten, koffiemerken, maatschappelijk middenveld).

BEKNOPT

WIST U DIT ? De leden van 4C vertegenwoordigen potentieel 50% van de wereldproductie van koffie. Meer informatie: www.4c-coffeeassociation.org

46

Eind 2009 maakte 4C bekend dat de koffieverkoop met meer dan 150% gestegen is. In 2010 verwacht het een nieuwe vooruitgang met minstens 50%.

HET PROJECT 4C IS EEN GEDRAGSCODE VOOR DE KOFFIESECTOR. DE CODE BERUST OP HET RESPECT VOOR 28 PRINCIPES EN DE UITSLUITING VAN 10 ONAANVAARDBARE PRAKTIJKEN, WAARONDER KINDERARBEID. BIJ DE LEDEN VAN DIT MEERPARTIJENINITIATIEF VINDT MEN INTERNATIONALE GROEPEN ZOALS ALDI, KRAFT EN NESTLÉ. 4C (Common Code for the Coffee Community) werd in 2003 opgericht door de Duitse koffievereniging en de Duitse ontwikkelingssamenwerking. De vereniging groepeert vertegenwoordigers van de koffie-industrie, producenten, vakbonden, ngo's, certificeringsorganismen en internationale instellingen. Deze groep publiceerde in 2006 een gedragscode die rechtstreeks geïnspireerd is door de Millenniumdoelstellingen van de Verenigde Naties. Ze wil de actoren van de koffieketen duurzame bestaansmiddelen garanderen, met een sociale, ecologische en economische dimensie. De code steunt op de volgende elementen: - De koffieproductie kan alleen duurzaam zijn wanneer ze de producenten, hun gezinnen en werknemers fatsoenlijke werk- en leefomstandigheden garandeert. Dit begrip omvat de eerbied voor de mensenrechten en de arbeidsnormen, samen met een fatsoenlijk levenspeil. - De bescherming van het milieu, zoals het regenwoud, en de vrijwaring van natuurlijke hulpbronnen zoals het water en de bodem, de biodiversiteit en energie zijn essentiële componenten van een duurzame productie en verwerking van de koffie. - De economische leefbaarheid vormt de basis van de sociale en ecologische duurzaamheid. Ze gaat samen met redelijke inkomsten voor alle actoren van de koffieketen, een vrije toegang tot de markt en duurzame bestaansmiddelen. Dit systeem gaat ervan uit dat de aanmoediging van duurzaamheid in de koffiesector een productieve, competitieve en efficiënte aanpak is voor de verbetering van de economische situatie van de mensen die werkzaam zijn in de teelt, de verwerking na de oogst en de handel in koffie.


DE GARANTIESYSTEMEN ONDER DE LOEP

Als de verkoop blijft toenemen, zal 4C in staat zijn om in alle fases van de klassieke koffieketen een duurzame benadering op te leggen.

HOE KRIJGT MEN DE 4C-LICENTIE? 1. Lid worden van de vereniging 4C. 2. Informatie en documentatie aanvragen (gedragscode, dossier voor zelfevaluatie, Business Partner Mapping, enz.). 3. De zelfevaluatie uitvoeren en een verificatie aanvragen. 4. De verificatie organiseren: startbijeenkomst, voorbereidende audit, analyse van het documentensysteem, gesprekken, inspectie op het terrein, slotbijeenkomst. 5. De evaluatie afwachten: bevestiging van de zelfevaluatie (geen uitsluitingscriteria en een geel gemiddelde voor de 28 principes), of weigering. 6. De 4C-licentie voor de verkoop van koffie verkrijgen bij een ander lid van 4C, of een verbeteringsplan overeenkomen om het gemiddelde te bereiken (zie "Vooruitgangscontrole" in het kaderstuk hiernaast). WAT KOST DE DEELNAME AAN 4C? 4C heeft een verificatiesysteem ontwikkeld dat koffieproducenten de mogelijkheid biedt om hun naleving van de 4C-code zelf te volgen en te verbeteren, en om onafhankelijke audits door derde partijen te organiseren. De producenten bij de bron moeten deze kosten niet dragen: ze worden betaald uit de jaarlijkse lidgelden van de leden. De kosten hangen af van de plaats van de organisaties in de productieketen en van hun omvang: voor de producenten zijn de kosten het laagst, voor de industriĂŤle actoren het hoogst (bijv. een producent zal voor een productie van 500.000 zakken koffie van 60 kg 9.000 euro betalen, terwijl een eindkoper 30.000 euro zal betalen).

EEN 'BUSINESS-TO-BUSINESS'-LOGICA 4C hanteert een 'business-to-business'-logica in de productieketen van de koffie. De koffiebranders verbinden zich ertoe om geleidelijk meer 4Ckoffie te gebruiken en in heel hun gamma op te nemen. Er is echter geen communicatie op het niveau van het product, dus geen herkenbaar label voor de eindverbruiker. Het staat de leden vrij om naar hun aansluiting bij 4C te verwijzen.

Type controle: interne controles en controles door derde partij. Methoden: analyse van het documentensysteem, al dan niet aangekondigde waarnemingen op het terrein, gesprekken met interne en externe belanghebbenden. Betrokken fases van de keten: productie, export/import, verwerking, distributie, sensibilisering, andere. Bestek: De gedragscode voor de productie, de verwerking en de verhandeling van koffie is beschikbaar op de startpagina van www.4c-coffeeassociation.org en bij het secretariaat van 4C. Manoeuvreerruimte: voor elk van de 28 principes is een systeem met rood, geel of groen licht ingevoerd. Een geel gemiddelde is vereist. Er geldt een nultolerantie voor de onaanvaardbare praktijken. Vooruitgangscontrole : heel het systeem van 4C berust op het principe van permanente verbetering. Elk duurzaam principe dat niet wordt gerespecteerd (rood) moet gecompenseerd worden door een duurzaam principe dat wel gerespecteerd wordt (groen). Het is de bedoeling dat voor alle 28 principes het licht op groen komt te staan (eventueel met geel als tussenstap).

47


DE GARANTIESYSTEMEN ONDER DE LOEP

BUSINESS SOCIAL COMPLIANCE INITIATIVE: DE SOCIALE PRESTATIES VERBETEREN HET BUSINESS SOCIAL COMPLIANCE INITIATIVE (BSCI), EEN INITIATIEF VAN EEN EUROPEES PLATFORM VAN HANDELAREN, INDUSTRIËLEN EN IMPORTEURS, IS EEN KWALIFICATIEEN AUDITSYSTEEM VOOR DE TOEPASSING VAN SOCIALE NORMEN BIJ ONDERAANNEMERS.

EN BREF Création : 1993 Siège Central : Bonn, Germany Origine/contexte : Established as a Oprichting 2003. response to :concerns over global Maatschappelijke : Brussel. deforestation, FSC iszetel widely regarOorsprong/behoefte bedrij-to ded the most important: veel initiatives ven pleitten voor eenforest gemeenpromote responsible manaschappelijk platform en een gementworldwide gezamenlijke Produit methodologie voor : Labellisation Concerne deproducts verbetering van de sociale All originating from resprestaties in hun productieketen. ponsible forest management: Ze hadden vaak een monitoringmostly timber andalpaper products, systeem, maar waren op zoek naar but also NTFPs synergie met: andere En Belgique Mostly bedrijven. wood, wooSector : landbouw, textiel, den products and paper products speelgoed. Ce qui est garanti : The FSC label In Belgiëa: credible enkele leden van BSCI provides link between die hun producten in België responsible production and verkopen: Esprit, Aldi, Hema, Intersport, consumption of forest products, Lidl, enz.consumers and busienabling Wat gegarandeerd wordt : decide nesses to make purchasing aangesloten organisatie mee sions that benefit people werkt and the aan een proces vooras deproviding ontwikkeenvironment as well ling van business de socialevalue prestaties, op ongoing basis vanexterne fundamentele verdragen Contrôle van de IAO. Parties prenantes : Belanghebbenden : ngo's, ondercompanies,NGO’s,Consumers,Lab nemingen, experts. or unions, Experts,Other Begunstigden: Independent : onafhankelijke Bénéficiaires produproducenten, coöperaties, cers, Cooperatives, Manufacturers, fabrieken, ondernemingen/merken, Companies/brands kleinhandelaren.

BEKNOPT

48

Veel bedrijven hebben hun eigen gedragscode ingevoerd om de arbeidsvoorwaarden in de leveranciersketen te verbeteren. In 2002 heeft de Europese handelsvereniging Foreign Trade Associaton (FTA) een platform opgericht om een gedragscode voor de kleinhandel in te voeren. De bedoeling hierbij was om de diverse systemen en audits in de productieketen te harmoniseren en te vereenvoudigen. In 2003 leidden besprekingen binnen werkgroepen van bedrijven en verenigingen tot de creatie van BSCI, dat in grote mate geïnspireerd is door de SA8000-certificering (zie p. 60), aangezien ook deze code zich toespitst op de eerbiediging van de normen van de IAO. We vinden er dus verplichtingen in terug zoals de eerbied voor de nationale en internationale wetten, het recht op vrijheid van vereniging en collectieve onderhandeling, het verbod op discriminatie, de plicht om het wettelijke minimumloon te respecteren of zelfs te overschrijden (een verschil met SA8000, dat vaak een hoger bestaansminimum voorschrijft in de ontwikkelingslanden) en onder meer het verbod op kinderarbeid en dwangarbeid. De code houdt ook rekening met de milieuproblematiek, met criteria voor afvalbeheer, de behandeling en opruiming van chemische producten en andere gevaarlijke stoffen, en de behandeling van uitstoot en lozingen van afvalwater. De audits worden uitgevoerd door onafhankelijke controle-instanties die door BSCI erkend zijn. Ze worden gevolgd door verbeteringsplannen. Leden van BSCI of gemandateerde experts helpen de productiefabrieken bij het bepalen van de te nemen maatregelen. Een tweede audit meet de geboekte vooruitgang. Eind 2009 telde BSCI 422 leden, waaronder bedrijven zoals Esprit, Etam, Intersport, Lidl en The Coton Group.

WIST U DIT ? Een BSCI-audit levert geen certificering op, omdat hij geen integrale toepassing van de normen garandeert. BSCI wil de sociale prestaties geleidelijk verbeteren, zonder een certificering in te voeren. Meer informatie: www.bsci-eu.org


DE GARANTIESYSTEMEN ONDER DE LOEP

HOE WORDT MEN LID VAN BSCI? Het volstaat dat men zijn kandidatuur indient bij BSCI. Door lid te worden betrekt men zijn productieketen (leveranciers) bij het proces. Enige voorwaarde: een omzet van minstens 500.000 euro en een lokalisatie van de leveranciers in de ontwikkelingslanden en groeilanden die voorkomen op de lijst van BSCI. WAT KOST DE DEELNAME AAN BSCI? De kosten hangen af van de omzet: - Minder dan 20 miljoen euro: 3.000 euro. - Minder dan 500 miljoen euro: 12.000 euro. - Minder dan 5 miljard euro: 24.000 euro. - Meer dan 5 miljard euro: 30.000 euro. Dit omvat de financiering van en de deelname aan de vergaderingen van het ComitĂŠ en de leden, een newsletter en een ledenrubriek op de website. De inspectiekosten kunnen variĂŤren van 600 tot 800/900 euro per dag en per inspecteur. Men moet drie werkdagen rekenen voor een fabriek met 500 arbeiders. Als de audit positief is, blijft hij 3 jaar geldig. In het andere geval wordt een jaar later een nieuwe audit uitgevoerd. De reiskosten moeten geval per geval vergoed worden. In principe dragen de leden de kosten, maar soms worden ze betaald door de fabrieken (leveranciers) of wordt een tussenoplossing gezocht.

BSCI: EEN STAP NAAR DE SA8000-CERTIFICERING De BSCI-gedragscode is lichter en minder dwingend dan SA8000. Men beschouwt ze daarom als een tussenstap op weg naar het verkrijgen van de SA8000-certificering. Omgekeerd wordt SA8000 in het proces van BSCI als 'best practice' beschouwd. Er bestaat trouwens een overgang naar SA8000. De controles letten dan vooral op drie punten: de onderaannemers, het systeem voor collectieve onderhandeling en de managementpraktijken.

Type controle : derde partij. Methoden : analyse van het documentensysteem, aangekondigde waarnemingen op het terrein, gesprekken met de arbeiders en het management. Betrokken fase van de keten : productie. Bestek : de gedragscode is beschikbaar op de website. Manoeuvreerruimte : de audits krijgen een score van 0 (afwijkend), 1 (verbeteringen nodig) of 2 (conform). 1/3 van de leveranciers moet binnen de 3 jaar een score van 1 of 2 hebben; 2/3 moet dit binnen de 5,5 jaar doen. BSCI zal in de toekomst overgaan naar 2/3 van leveranciers (in termen van volume) met een score van 1 of 2 binnen de 3 jaar. Vooruitgangscontrole : bij elke audit moet men meetbare en zichtbare verbeteringen vaststellen.

49


DE GARANTIESYSTEMEN ONDER DE LOEP

© SXC

ETHICAL BIOTRADE: BEVOORRADING MET RESPECT

ETHICAL BIOTRADE MOEDIGT ONDERNEMINGEN AAN OM ZICH TE BEVOORRADEN MET GRONDSTOFFEN UIT DE INLANDSE DIVERSITEIT. DOEL?: EEN EERLIJKE VERDELING VAN DE WINST VERZEKEREN MET DE BETROKKEN GEMEENSCHAPPEN EN DE LOKALE PRODUCENTEN.

BEKNOPT Oprichting: 2007. Maatschappelijke zetel: Genève. Oorsprong/behoefte: de door de kleine en middelgrote producenten van de ontwikkelingslanden uitgedrukte behoefte aan een differentiëring van hun biologische producten op de markt. Sector : natuurlijke producten voor de cosmetica en de voeding. Wat gegarandeerd wordt: bescherming van diversiteit, duurzaam gebruik van de natuurlijke hulpbronnen, eerlijke verdeling van de winst, respect voor de plaatselijke, nationale en internationale wetten en voor de rechten van de betrokkenen, duidelijkheid over het eigendom van de grond. Belanghebbenden : ondernemingen, ngo's, overheden, experts. De normen zijn het voorwerp geweest van een open raadpleging, zoals de goede praktijken voor het opstellen van normen van ISEAL en WHO voorschrijven. Er werd aan deelgenomen door belanghebbenden met een economisch, sociaal of ecologisch profiel, zowel uit de ontwikkelde als uit de ontwikkelingslanden. Begunstigden : onafhankelijke producenten, coöperaties, fabrieken, ondernemingen/merken

50

Volgens het Verdrag inzake Biologische Diversiteit (VDB) is een aantal bedrijven die gebruik maakt van de natuurlijke rijkdommen van bepaalde regio's zich niet bewust van de noodzaak om de plaatselijke gemeenschappen, de hoeders van de traditionele kennis en de biodiversiteit, hiervoor te compenseren. De in Genève gebaseerde Union for Ethical BioTrade is een jonge vzw die in mei 2007 gesticht werd met de steun van Unctad (United Nations Conference on Trade and Development). Haar missie: een "bevoorrading met respect" bevorderen ("Sourcing with Respect"). De aangesloten bedrijven verbinden zich ertoe om in de verschillende fasen van de ontwikkeling, de productie en de commercialisering een duurzame benadering te hanteren. Dat betekent dat men de traditionele kennis van de gemeenschappen van de wingebieden respecteert, de plaatselijke biodiversiteit in stand houdt, en alle partijen die bij de productie betrokken zijn eerlijk vergoedt. Het respect voor deze regels voorkomt dus biopiraterij, d.w.z. het gebruik van de ingrediënten van de biodiversiteit of van lokale kennis zonder de gemeenschappen te vergoeden. De vereniging heeft drie soorten leden: handelaren, aangesloten verenigingen en individuen. De eerste twee kunnen het directiecomité verkiezen en het beheer van de organisatie goedkeuren. Op dit ogenblik zijn de meeste leden actief in de sector van de cosmetica en de persoonlijke verzorging.

WIST U DIT ? 79% van de consumenten is bereid om producten te boycotten die op de markt worden gebracht door bedrijven die zich niet om het milieu en ethisch gedrag bekommeren! Dat blijkt uit de barometer van het Internationale Jaar van de Biodiversiteit 2010. De barometer is gebaseerd op drie soorten gegevens: een studie bij 4.000 personen in Frankrijk, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten, de mediadekking in dezelfde vier landen en de analyse van de jaarverslagen van de 100 grootse cosmeticabedrijven van de wereld (Bayer, L’Oréal, LVMH, Yves Rocher, Chanel, enz.) Meer informatie: www.ethicalbiotrade.org


© SXC

DE GARANTIESYSTEMEN ONDER DE LOEP

HOE NEEMT MEN DEEL AAN ETHICAL BIOTRADE? Kandidaten moeten er eerst voor zorgen dat ze in regel zijn met de principes van Ethical BioTrade. Nadat ze door het ledencomité goedgekeurd zijn, moeten ze binnen de zes maanden een externe audit door een erkende organisatie ondergaan. De audit controleert de naleving van de minimumcriteria en eventuele afwijkingen van de criteria en principes van Ethical BioTrade. Na deze stap dienen de kandidaten een actieplan in, met een beschrijving van de stappen naar volledige conformiteit. Wanneer het auditrapport en het actieplan goedgekeurd zijn, kan men lid worden. Momenteel (begin 2010) zijn er 23 leden, waarvan 12 uit Zuid-Amerika (vooral in Colombia en Brazilië), 6 uit Europa, 3 uit Afrika en 2 uit de Verenigde Staten. WAT KOST DE DEELNAME AAN ETHICAL BIOTRADE? Er bestaan 3 soorten kosten: 1/ Lidmaatschapskosten (gekoppeld aan de omzet). Voor de organisaties die handel drijven: - minder dan 1 miljoen USD: 0,1% van de omzet (minimum 50 USD). - 1 tot 100 miljoen USD: 1.000 USD voor het eerste miljoen USD + 200 USD per volgend miljoen USD. - Meer dan 100 miljoen USD: 22.000 USD voor het eerste miljoen USD + 200 USD per volgende 25 miljoen USD (maximum 50.000 USD). 2/ De kosten van de inspectie door een derde partij. 3/ De kosten voor de toepassing van goede praktijken. Ethical Bio Trade heeft een logo dat gratis mag worden gebruikt. Technische expertisediensten worden gratis of tegen verlaagde prijs aangeboden.

DIT IS GEEN CERTIFICERING Ethical Bio Trade is geen certificeringsysteem maar een ledenorganisatie. De vereniging gaat de verbintenissen van haar leden na en het lidmaatschap blijft geldig zolang de verbintenissen nageleefd worden. Om de 3 jaar wordt een audit door een derde partij uitgevoerd.

Type controle : interne controles en controles door derde partij. Methoden : analyse van het documentensysteem, aangekondigde waarnemingen op het terrein, gesprekken met interne en externe belanghebbenden. Betrokken fases van de keten : productie, export/import, verwerking, distributie, sensibilisering. Bestek : het bestek kan geraadpleegd worden op www.ethicalbiotrade.org. Manoeuvreerruimte : men moet minimale criteria respecteren; de organisatie krijgt vijf jaar tijd om het bestek volledig na te leven. Vooruitgangscontrole : ja, om een volledige conformiteit met het bestek te bereiken..

51


DE GARANTIESYSTEMEN ONDER DE LOEP

DE GEDRAGSCODE VAN ETHICAL TRADING INITIATIVE

Oprichting: 1998. Maatschappelijke zetel: Londen. Oorsprong/behoefte: In 1997 begon een groep ondernemingen, vakbonden en ngo's besprekingen over de efficiëntie van het invoeren van gedragscodes. Ze stelde vast dat er nood was aan een organisme dat coherente normen en richtlijnen voor ethische handel zou opstellen. Sector : alle sectoren. Wat gegarandeerd wordt: de leden onderschrijven de gedragscode (geïnspireerd door de verdragen van de IAO) in haar geheel. Ze houden zich ook aan de implementatieprincipes van ETI, die voorschrijven hoe de gedragscode moet worden toegepast. Belanghebbenden : ngo's, ondernemingen, vakbonden. Begunstigden : fabrieken, ondernemingen/merken.

WIST U DIT ? Is ETI te soepel? In 2008 lanceerde ETI een campagne die de Britse consumenten aanmoedigde om zich als 'ethisch jeukpoeder' te gedragen. Ze werden verzocht om nauwkeurige en 'lastige' vragen te stellen aan de verkopers van modezaken die erop betrapt werden hun ethische verbintenissen betreffende de arbeidsvoorwaarden van hun leveranciers in de wind te slaan.fournisseurs. Meer informatie: www.ethicaltrade.org

52

© CLAUDIA JANKE / ETI

BEKNOPT

ETI ONDERSCHEIDT ZICH VAN DE ANDERE GARANTIESYSTEMEN: HET IS IN ESSENTIE BRITS MAAR WERKT MET PRODUCTIEKETENS IN HEEL DE WERELD. ZIJN HOOFDDOEL: FATSOENLIJKE ARBEIDSVOORWAARDEN IN ELK TYPE ORGANISATIE. Ethical Trading Initiative (ETI) werd in 1998 in het Verenigd Koninkrijk opgericht door ondernemingen, ngo's en vakbonden. Het streeft vooral naar fatsoenlijke arbeidsvoorwaarden voor fabrieksarbeiders. Het initiatief komt voor uit een vaststelling: om zich te kunnen ontwikkelen, heeft de ethische handel zowel nood aan de expertise van de bedrijfswereld als aan het vermogen van ngo's en vakbonden om te mobiliseren en te innoveren. ETI is een organisatie zonder winstoogmerk. Ze telt meer dan vijftig leden uit sterk verschillende sectoren, zoals voeding, schoenen, kleding, meubilair en steen. Ook de kleinste ondernemingen of verenigingen kunnen zich aansluiten bij ETI. De vereniging moedigt haar leden – nooit boeren, ambachtslieden of basisfabrikanten uit het Zuiden maar wel handelaren en hun productieketen – aan de arbeidsvoorwaarden permanent te verbeteren en de gedragscode van ETI over te nemen. Deze gedragscode is geïnspireerd door de normen van de Internationale Arbeidsorganisatie en omvat 9 principes: geen dwangarbeid en kinderarbeid, vrijheid van vereniging, recht op collectieve onderhandelingen, veiligheid en hygiëne op het werk, fatsoenlijke lonen, geen enkele vorm van discriminatie, geen onmenselijke of vernederende behandeling. Alle leden van ETI moeten de code onderschrijven en zich ertoe verbinden ze in hun productieketen toe te passen. ETI voert zelf geen audits uit maar vraagt zijn leden om elk jaar een door de aangesloten vakbonden en ngo's gecontroleerd verslag in te dienen. De leden van ETI hebben wereldwijd ongeveer 8,6 miljoen werknemers.


© CLAUDIA JANKE / ETI

DE GARANTIESYSTEMEN ONDER DE LOEP

HOE NEEMT MEN DEEL AAN ETI? ETI raadt aan contact op te nemen met zijn secretariaat om het eerste contact te leggen en meer uitleg te krijgen over de manier van werken. Het secretariaat beoordeelt het vermogen van de onderneming om zich te engageren en om menselijke en financiële middelen in een meer ethische handel te investeren. Als het oordeel positief is, kan men een dossier indienen om zich kandidaat te stellen. De kandidaturen worden viermaal per jaar door de raad van bestuur van ETI geëvalueerd. Het is aanbevolen om ruim van tevoren een eerste voorstel in te dienen, zodat het indien nodig nog kan worden aangepast. WAT KOST DE DEELNAME AAN ETI? Ondernemingen die zich bij ETI willen aansluiten, betalen een vergoeding (in ponden) volgens hun omzet: - minder dan 20 miljoen £: 2.000 £ - 20 - 100 miljoen £: 2.000 £ - 6.000 £ - 100 – 1.000 miljoen £: 6.000 £ - 12.500 £ - 1000 – 3.500 miljoen £: 12.500 £ - 30.000 £ - meer dan 3.500 miljoen £: 30.000 £ Vakbonden betalen niets, grote ngo's dragen 5.000 £ bij. Kleine ngo's betalen 50 £ en kunnen zich laten financieren door een participatiefonds.

EEN LEDENORGANISATIE ETI is geen certificerings- of accrediteringsorganisme maar een ledenorganisatie. Hun leveranciers (fabrikanten en andere), dus de werkgevers van de arbeiders voor wie de gedragscode uiteindelijk bedoeld is, worden geen lid van ETI en worden niet gecertificeerd. Bepaalde leveranciers kunnen zich echter door een onafhankelijke organisatie op basis van de gedragscode laten doorlichten en ontvangen dan een certificaat dat de naleving van de code bevestigt. Deze procedure wordt niet door ETI zelf verplicht.

Type controle : interne controle (jaarlijkse rapportering). Betrokken fases van de keten : productie, export/import, verwerking. Bestek : de gedragscode van ETI is beschikbaar op de website. Manoeuvreerruimte : flexibel, open systeem. Als blijkt dat een onderneming haar verplichtingen herhaaldelijk met de voeten treedt, wordt ze onderworpen aan een disciplinaire procedure. De ultieme sanctie is de uitsluiting uit ETI. Vooruitgangscontrole : heel het systeem van ETI berust op permanente verbetering. De leden ondertekenen de gedragscode van ETI en passen ze geleidelijk in hun productieketen toe. Door middel van de jaarlijkse rapportering kan men hun vooruitgang volgen.

53


DE GARANTIESYSTEMEN ONDER DE LOEP

FAIR LABOR ASSOCIATION LEGT DE NADRUK OP HET WERK VAN DE ONDERAANNEMERS

EN BREF Création : 1993 Siège Central : Bonn, Germany Origine/contexte : Established as a Oprichting: 1999. response to concerns over global Maatschappelijke zetel: deforestation, FSC is widely regarWashington. ded the most important initiatives to Oorsprong/behoefte: de noodpromote responsible forest manazaak voor de ondernemingen om gementworldwide normen voor menselijke arbeids- : Labellisation Produit Concerne voorwaarden op te stellen en resde All products originating from consumenten te informeren. ponsible foresterover management: Sectortimber : alle sectoren. mostly and paper products, In België : kleding, schoenen, but also NTFPs uitrusting, fruit en groente. En Belgique : Mostly wood, wooWatproducts gegarandeerd wordt: den and paper products bescherming van de arbeiders, een Ce qui est garanti : The FSC label verantwoordelijke van de provides a crediblehouding link between ondernemingen in hun productiekeresponsible production and ten. consumption of forest products, Belanghebbenden ngo's, vakbonenabling consumers: and busiden, experts, ondernemingen, uninesses to make purchasing deciversiteiten. sions that benefit people and the Begunstigden: fabrieken, onderneenvironment as well as providing mingen/merken, landbouwbedrijven.

BEKNOPT

WIST U DIT ? De Fair Wear Foundation (zie fiche op pagina 56) is een van de organisaties die door FLA erkend zijn om externe controles uit te voeren. Meer informatie: www.fairlabor.org

54

DE AMERIKAANSE NGO FLA WERKT SAMEN MET MULTINATIONALS IN DE SECTOREN TEXTIEL EN SCHOENEN. ZE VOLGT KRITISCH DE ARBEIDSVOORWAARDEN VAN TIENDUIZENDEN ARBEIDERS DIE VOOR ONDERAANNEMERS VAN GROTE MERKEN WERKEN. Fair Labor Association (FLA), een droom van de Amerikaans ex-president Bill Clinton, werd in 1999 opgericht op initiatief van een groepering van 200 uiteenlopende actoren: producenten uit de sectoren textiel en schoenen, ngo's die het opnemen voor de mensenrechten, verbruikersverenigingen en universiteiten. FLA werkt samen met de grote textiel- en kledingmerken (Adidas, Nike, Puma, H&M, ...) om het respect voor de rechten van de arbeiders te bevorderen. De organisatie legt vooral de nadruk op de arbeidsvoorwaarden bij de onderaannemers in landen als Thailand, Pakistan, Bolivia en China. De gedragscode van FLA is uitgewerkt door een verbond van industriëlen en werd aanvankelijk nogal sceptisch onthaald door ngo's die vonden dat de code niet ver genoeg ging. De code wil vooral de normen van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) omzetten in contractuele arbeidsrelaties: verbod op dwangarbeid en kinderarbeid, garanties voor de veiligheid en de hygiëne, vrijheid van vereniging en collectieve onderhandelingen, fatsoenlijke lonen, geen discriminatie, enz. Een bedrijf dat zich bij FLA wil aansluiten, moet bewijzen dat het zich wil onderwerpen aan een programma voor sociale verantwoordelijkheid en aan onafhankelijke audits. Voor de audits doet FLA een beroep op een twintigtal certificeringsorganismen op de vijf continenten. Elke onderneming die voor het FLA-systeem kiest, moet het op de eerste plaats toepassen op zijn leveranciers en onderaannemers.


DE GARANTIESYSTEMEN ONDER DE LOEP

HOE NEEMT MEN DEEL AAN FAIR LABOR ASSOCIATION? Kandidaten moeten eerst een engagementbrief indienen, samen met een plan dat de sociale systemen beschrijft die ze zullen invoeren. Het directiecomitĂŠ, dat driemaal per jaar vergadert, beslist over de aanvaarding van de kandidaturen. De ondernemingen beloven dat ze een duidelijke gedragscode zullen opstellen en er via een monitoringsysteem voor zullen zorgen dat hun leveranciers de code naleven. Deze verbintenissen worden gecontroleerd met externe evaluaties door onafhankelijke organismen die door FLA erkend zijn (jaarlijks wordt 5% van de leveranciers gecontroleerd). WAT KOST DE DEELNAME AAN FAIR LABOR ASSOCIATION? De kosten worden volledig gedragen door de bij FLA aangesloten bedrijven. Ze zijn drieledig: 1. Jaarlijkse bijdrage van 0,00184% van de omzet van het bedrijf, met een minimum van 5.000 USD, te betalen aan FLA. 2. 4.000 USD monitoringkosten per leverancier (het aantal leveranciers is hier 5% van het bij het proces betrokken totaal). Dit geld wordt gebruikt om de externe controles te betalen. 3. 2.110 USD administratiekosten voor elk bezoek van een externe controleur, te betalen aan FLA.

ONAANGEKONDIGDE EXTERNE CONTROLES VERSTERKEN DE GELOOFWAARDIGHEID FLA vertrekt van de hypothese dat de leveranciers zich niet houden aan de in de gedragscode gedefinieerde arbeidsvoorwaarden. Het voert geen occasionele audits uit om de naleving van de gedragscode na te gaan, maar vraagt de leveranciers om zijn programma toe te passen. Dit programma omvat een plan voor permanente verbetering en voor monitoring van die verbetering door een aantal elementaire aandachtspunten vast te leggen. Niets garandeert dus dat de systemen voor sociaal beheer op het ogenblik van de aansluiting bestaan. Het proces van competentieontwikkeling wordt op participatieve basis ingevoerd, in nauwe samenwerking met het bedrijf. Onaangekondigde controles versterken de geloofwaardigheid van deze aanpak. Een rapporteringsysteem moet een totale transparantie verzekeren.

Type controle : derde partij. Methoden : analyse van het documentensysteem, al dan niet aangekondigde waarnemingen op het terrein, gesprekken met interne en externe belanghebbenden. Betrokken fases van de keten : productie, export/import, verwerking, distributie, sensibilisering. Bestek : FLA werkt met een gedragscode, met een document dat de plichten van de aangesloten ondernemingen vastlegt en met vergelijkingen per sector. Al deze informatie is verkrijgbaar op het internet. Manoeuvreerruimte : FLA zet zich in voor sociale verbeteringen bij de leveranciers, wat niet belet dat de leden ook in hun eigen organisatie het bestek moeten respecteren. Vooruitgangscontrole : de weg naar een duurzaam beheer van de productieketen is gebaseerd op permanente verbetering. Het is de bedoeling dat het monitoringprogramma van het lid door FLA erkend wordt.

55


DE GARANTIESYSTEMEN ONDER DE LOEP

FAIR WEAR FOUNDATION: VOOR EEN 'SCHONE' TEXTIELSECTOR EN BREF Création : 1993 Siège Central : Bonn, Germany Origine/contexte : Established as a Oprichting: 1999. response to concerns over global Maatschappelijke zetel: deforestation, FSC is widely regarAmsterdam. ded the most important initiatives to Oorsprong/behoefte: na enkele promote responsible forest manajaren van campagnes tegen de gementworldwide slechte arbeidsvoorwaarden in de : Labellisation Produit Concerne textielsector werd de FWF-code All products originating from resopgesteld op basis van het werk ponsible forest management: van Clean Clothes Campaign en mostly timber and paper products, hetalso Internationaal but NTFPs Verbond van Vrije Vakverenigingen (IVVV). En Belgique : Mostly wood, wooSector : textieland (kleding). den products paper products In België: Belgische Ce qui est 3garanti : Theleden, FSC fabrilabel kanten van T-shirts en provides a credible linkpromotieklebetween ding. responsible production and Wat gegarandeerd wordt : de consumption of forest products, leden zetten zich in voor naleenabling consumers and de busiving van essentiële punten,decizoals nesses to8make purchasing de vrije arbeidskeuze, hetand recht op sions that benefit people the staken en vereniging, minimumenvironment as well ashet providing loon, gereglementeerde ongoing business value werkuren, veiligheidexterne en gezondheid van de Contrôle werknemers, geen :discriminatie bij Parties prenantes de aanwerving, respect voor de companies,NGO’s,Consumers,Lab contractuele wettelijke normen, or unions, Experts,Other geen kinderarbeid. Bénéficiaires : Independent produBelanghebbenden ondernemincers, Cooperatives,:Manufacturers, gen, ngo's, vakbonden, experts. Companies/brands Begunstigden : onafhankelijke producenten, fabrieken, ondernemingen/merken.

BEKNOPT

WIST U DIT ? De deelname van een onderneming aan het Fair Wear-programma betekent niet dat haar producten '100% fair' zijn, wel dat ze voldoende inspanningen levert en vooruitgang boekt in de invoering van de arbeidscode. Meer informatie: http://fairwear.org

56

Elk lid van de stichting moet beetje bij beetje al zijn leveranciers bij het proces betrekken.

FAIR WEAR FOUNDATION IJVERT VOOR BETERE ARBEIDSVOORWAARDEN IN DE TEXTIELINDUSTRIE. HET WERKT SAMEN MET ZIJN LEDEN EN GAAT DE VOORUITGANG NA VAN HUN INSPANNINGEN OM DE ARBEIDSVOORWAARDEN TE VERBETEREN. Het textiel is een van de sectoren waarin de arbeidsreglementen vaak worden overtreden, vooral wat kinderarbeid en de schending van bepaalde mensenrechten betreft. Fair Wear Foundation bestrijdt dit probleem door de bedrijven een aanpak voor te stellen waarmee ze hun respect voor de arbeidsreglementen kunnen bewijzen. De code die de stichting voorstelt, houdt rekening met de internationale arbeidsnormen van de IAO en met de Verklaring van de Rechten van de Mens. Enkele belangrijke punten zijn het verbod op discriminatie bij de aanwerving, de naleving van de contractuele wettelijke normen en het verbod op kinderarbeid. Omdat elke organisatie anders is (complexiteit van de productieketen, plaats van de activiteit, omvang van de onderneming, vertreksituatie) kiest FWF bewust voor een proces dat de arbeidsvoorwaarden moet verbeteren. Elk lid moet geleidelijk al zijn leveranciers bij het proces betrekken, aandachtspunten identificeren en bijbehorende actieplannen opstellen. Tijdens heel het proces verifieert FWF de verbintenissen via audits op het terrein bij de leden en hun leveranciers. Het controleert niet alleen maar helpt de partners ook om de arbeidscode geleidelijk in hun werking en hun beheersysteem op te nemen. De audit gebeurt daarom op verscheidene niveaus: bij het management, bij de aandeelhouders en natuurlijk in de fabrieken. Als extra bescherming voor de werknemers wordt een klachtenprocedure ingevoerd.


DE GARANTIESYSTEMEN ONDER DE LOEP

Fair Wear is meer dan een controleorganisme. Het helpt zijn leden om de arbeidscode in hun werking op te nemen.

HOE NEEMT MEN DEEL AAN FAIR WEAR? De aangesloten onderneming voert elk jaar een audit uit, onder toezicht van FWF. Het volgende jaar wordt een rapport opgesteld over de effectiviteit van de genomen maatregelen. FWF gaat na of het lid het plan voor de toepassing van de gedragscode goed heeft uitgevoerd. Dit gebeurt door eigen auditteams en externe inspecties. De rapporten worden op de website van de ondernemingen gepubliceerd. FWF controleert de rapporten en publiceert zelf een verslag over de activiteiten van het bedrijf. WAT KOST DE DEELNAME AAN FAIR WEAR? De kosten worden berekend op basis van de jaaromzet van het lid. 0 - 5 miljoen euro : 3.000 euro 25 - 30 miljoen euro : 5.500 euro 70 - 80 miljoen euro : 10.500 euro 250 - 300 miljoen euro : 32.500 euro 750 - 1.000 miljoen euro: 78.000 euro Ze omvatten de kosten van de verificatie door FWF, samen met een reeks andere diensten. FWF is immers meer dan een controleorganisme. Het treedt ook op als adviseur en helpt de ondernemingen om de arbeidscode in hun werking op te nemen. Het informeert over de plaatselijke wetgeving en reglementen en over een arbeidscultuur met respect voor de mensenrechten.

EEN GEDETAILLEERD WERKPLAN :* - Een register van de leveranciers: het bedrijf moet zijn leveranciers en werknemers informeren over het proces waartoe het zich verbindt. - Audits en eventueel verbeteringsmaatregelen. - Documenten over de interne organisatie en de opleidingen die de onderneming verschaft. - Tijdens het eerste jaar van het lidmaatschap moet 40% van de leveranciers geverifieerd worden; het bedrijf blijft lid van de stichting zolang de door FWF uitgevoerde controles positief zijn (in het tweede jaar wordt 60% van de keten gecontroleerd, in het derde jaar de volledige keten). * Memento 2008, PFCE (la Plate-Forme pour le Commerce Equitable)

Type controle : interne controles voor de leden en bij hun leveranciers. Controles door FWF bij dezelfde leveranciers. Methoden : analyse van het documentensysteem, aangekondigde waarnemingen op het terrein, gesprekken met interne en externe belanghebbenden, analyse van hun klachten, regionale studies. Betrokken fases van de keten : kledingnijverheid, sensibilisering. Bestek : de arbeidscode van Fair Wear is gebaseerd op erkende internationale normen. Ze is opgesteld na overleg tussen de verschillende partijen. Manoeuvreerruimte : er wordt niet verwacht dat onmiddellijk aan alle criteria van het managementsysteem wordt voldaan. Een afwijking van de arbeidscode betekent dus niet dat het lid geschorst wordt, behalve als het weigert een plan voor verbeteringsmaatregelen uit te voeren. Vooruitgangscontrole : Het volledige proces van Fair Wear berust op een vooruitgangsdynamiek. De aangesloten bedrijven moeten aantonen dat ze voldoende inspanningen leveren om de arbeidsvoorwaarden tot op het niveau van de FWF-code te brengen.

57


DE GARANTIESYSTEMEN ONDER DE LOEP

ROUNDTABLE ON SUSTAINABLE PALM OIL: DE IMPACT OP DE ECOSYSTEMEN BEPERKEN EN BREF Création : 1993 Siège Central : Bonn, Germany Origine/contexte : Established as a Oprichting: 2004. over global response to concerns Maatschappelijke zetel: Selangor, deforestation, FSC is widely regarMaleisië. ded the most important initiatives to Oorsprong/behoefte: Antwoord promote responsible forest manaop een algemene, dringende gementworldwide behoefte aan voorwaarden voor : Labellisation Produit Concerne een duurzame productiefrom van respalAll products originating molie. In forest 2001 vroeg WWF een ponsible management: Nederlands adviesbureau om de mostly timber and paper products, mogelijkheid te beoordelen van de but also NTFPs stichting van:een ronde tafel woovoor En Belgique Mostly wood, palmolie, met and vertegenwoordigers den products paper products vanqui de est grote actoren vanFSC de sector. Ce garanti : The label Sector : palmolie. provides a credible link between Wat gegarandeerd wordt: responsible production and wettelijkheid van de activiteiten, consumption of forest products, economische leefbaarheid, enabling consumers and busitransparantie, productiemenesses to makebetere purchasing decithoden, ecologische sions thatsociale benefitenpeople and the verantwoordelijkheid (verdragen environment as well as providing van de IAO, geen rooien van oerwoud, enz.). Belanghebbenden : ngo's, ondernemingen. Begunstigden : ondernemingen, gemeenschappen.

BEKNOPT

WIST U DIT ? De eerste plantages werden in 2008 gecertificeerd in Maleisië, na Indonesië de tweede grootste producent van palmolie in de wereld. De twee landen samen vertegenwoordigen 85% van de wereldproductie van palmolie. Meer informatie: www.rspo.org

58

De oliepalm is met zijn zeer hoge opbrengst per hectare de belangrijkste bron van plantaardige olie geworden, nog voor soja.

DE PRODUCTIE VAN PALMOLIE IS IN TIEN JAAR TIJD MEER DAN VERDUBBELD. DIT GAAT TEN KOSTE VAN DE TROPISCHE WOUDEN. DE ROUNDTABLE ON SUSTAINABLE PALM OIL IJVERT VOOR EEN DUURZAME PRODUCTIE. Palmolie wordt in een indrukwekkend aantal producten verwerkt: chips, gedroogde soep, koekjes, babymelk, sardines in blik, mayonaise, tomatensaus, ontbijtgranen, chocolade, ijsjes, enz. De olie kan bovendien geraffineerd worden om er biodiesel van te maken. Een en ander verklaart waarom de oliepalm, met een productiviteit per hectare (4 tot 6 t/ha) die ver boven die van zijn concurrenten ligt (soja komt niet verder dan 0,36 t/ha), de voorbije jaren een enorme expansie heeft gekend. Tussen 1999 en 2004 is de productie in Indonesië met 400% toegenomen. De oliepalm is nu de belangrijkste bron van plantaardige olie ter wereld, nog voor soja. In 2002 begonnen de spelers van de sector te overleggen over een vermindering van de negatieve impact van deze teelt op de ecosystemen. Dat leidde in 2004 tot de stichting van de Roundtable on Sustainable Palm Oil (RSPO), een vereniging van planters, producenten en distributeurs, kleinhandelaren, banken, investeerders, natuurbeschermingsorganisaties zoals WWF en ontwikkelingsorganismen. RSPO streeft naar een duurzame productie van palmolie. Het heeft samen met WWF een certificering opgesteld. De criteria zijn zowel ecologisch als sociaal. Ze mikken bijvoorbeeld op de bescherming van de biodiversiteit, onder meer door een maximale beperking van het gebruik van chemische producten, maar ook op de eerbiediging van de mensenrechten, onder andere door de territoriale rechten van de plaatselijke bevolking en de vakbondsvrijheid te respecteren. De audits en de certificering worden uitgevoerd door onafhankelijke entiteiten die goedgekeurd zijn door RSPO. RSPO en zijn geaccrediteerde certificeringsorganisaties voeren een uiterst transparant beleid. Alle documenten kunnen publiek geraadpleegd worden (bestekken, verslagen van de vergaderingen, certificeringrapporten, enz.).


DE GARANTIESYSTEMEN ONDER DE LOEP

De eerste plantages werden in 2008 in Maleisië gecertificeerd, de tweede palmolieproducent ter wereld na Indonesië.

WAT MOET MEN DOEN OM DE RSPO-CERTIFICERING TE KRIJGEN? Organisaties die lid willen worden van RSPO moeten zich vertrouwd maken met de gedragscode (principes en criteria), ze ondertekenen en hun kandidatuur indienen bij het secretariaat. Het inspectieproces bestaat uit twee delen : - planning van de audit, logistiek, analyse van de documenten, wettelijke conformiteit, analyses van de reacties van de belanghebbenden: - audit op het terrein, bezoek aan de plantage, de verwerkingseenheid en de plaatselijke gemeenschappen. Om het verband te leggen tussen de plantages en de spelers die actief zijn in de verdere productieketen is een tracering ingevoerd. RSPO gebruikt hiervoor het systeem dat ontwikkeld is door Utz Certified (zie p. 42). WAT KOST DE RSPO-CERTIFICERING? De inspecties kosten 0,6 tot 2 USD/hectare. De jaarlijkse lidmaatschapskosten bedragen 2.000 euro voor gewone leden en 500 euro voor kleine planters (250 euro voor aangesloten leden, 100 euro voor geassocieerde leden).

ONTWIKKELINGEN IN AFRIKA EN ZUID-AMERIKA Hoewel palmolie met RSPO-certificering momenteel alleen uit Azië afkomstig is (Maleisië, Indonesië en Papoea Nieuw-Guinea) zijn er ontwikkelingen gaande in Afrika en in Zuid-Amerika. In Colombia, Ghana, de Salomonseilanden, Thailand en Brazilië zouden nationale initiatieven binnenkort in de RSPO-certificering van palmolie moeten uitmonden.

Type controle : derde partij. Methoden : analyse van het documentensysteem, aangekondigde waarnemingen op het terrein, gesprekken met interne en externe belanghebbenden. Betrokken fases van de keten : productie, export/import. Bestek : er bestaat een bestek voor de palmolieplantages en een tweede voor de economische actoren in de rest van de keten (beschikbaar op de website). Manoeuvreerruimte : elk criterium omvat een reeks indicatoren. Het niet naleven van een verplicht criterium leidt tot een ernstige afwijking. Als dit niet binnen de 60 dagen wordt rechtgezet, wordt de certificering opgeschort. Kleine afwijkingen moeten tegen de volgende controle verholpen zijn (jaarlijkse inspecties). Vooruitgangscontrole : elke exploitant moet actieplannen ontwikkelen om zijn werking permanent te verbeteren.

59


DE GARANTIESYSTEMEN ONDER DE LOEP

SA8000 : EERBIED VOOR DE MENSENRECHTEN OP HET WERK EN BREF Création : 1993 Siège Central : Bonn, Germany Origine/contexte : Established as a Oprichting: 1997. response to concerns over global Maatschappelijke zetel: New deforestation, FSC is widely regarYork. ded the most important initiatives to Oorsprong/behoefte: op het einde promote responsible forest manavan de jaren 1990 begonnen gementworldwide bedrijven gedragscodes op te Labellisation Produit Concerne : stellen. Ze hielden vaak from geen resAll products originating rekeningforest met demanagement: basisverdragen ponsible van detimber IAO enand omvatten mostly paper geen products, managementsystemen of but also NTFPs systematische verificatieprotocols. En Belgique : Mostly wood, wooDe Council onand Economic Priorities den products paper products bracht een garanti aantal belanghebbenCe qui est : The FSC label den samen. Dit leidde de provides a credible linktot between oprichting van SAI, dat ethische responsible production and arbeidspraktijken moetproducts, definiëren consumption of forest en controleren. enabling consumers and busiSectorto : alle sectoren. nesses make purchasing deciIn België Rosy Blue Diamond, sions that :benefit people and the Antwerp Stevedoring environment as well asInternational, providing Hansen business Transmission International, ongoing value Randstadexterne Belgium, Trace SA, Contrôle Vande de Velde zijn: enkele organiParties prenantes saties met SA8000-certificering. companies,NGO’s,Consumers,Lab Wat gegarandeerd wordt: een or unions, Experts,Other werkplek die de verdragen van de Bénéficiaires : Independent produVN en de IAO respecteert en de cers, Cooperatives, Manufacturers, mensenrechten en economische Companies/brands rechten bevordert: geen kinderarbeid, geen dwangarbeid, gezondheid en veiligheid, vrijheid van vereniging, recht op collectieve onderhandeling, geen discriminatie, geen disciplinaire maatregelen, werktijden, loon. Belanghebbenden : ondernemingen, ngo's, consumenten, vakbonden, experts. Begunstigden : onafhankelijke producenten, coöperaties, fabrieken, ondernemingen/merken, overheidsdiensten.

BEKNOPT

60

SA8000 is een van de strengste certificeringen op het vlak van de arbeidsvoorwaarden

DE SA8000-NORM STREEFT NAAR DE VERBETERING VAN DE ARBEIDSVOORWAARDEN IN DE BEDRIJVEN EN MEER BEPAALD IN DE BEVOORRADINGSKETEN. HET IS EEN VAN DE STRENGSTE CERTIFICERINGEN DIE ER BESTAAN. De SA8000-norm ontstond in 1997 op initiatief van Social Accountability International (SAI), een vereniging zonder winstoogmerk. De code stelt een certificering voor die gebaseerd is op de eerbiediging van de tien basisverdragen van de IAO: geen kinderarbeid, geen dwangarbeid, vrijheid van vereniging, gezondheid en veiligheid, recht op collectieve onderhandeling, geen discriminatie, geen disciplinaire maatregelen, werktijden, loon en betrekkingen met de leveranciers. Speciaal aan de code is dat hij opgesteld is in overleg met de ngo's, de vakbonden en de ondernemingen is. Daarnaast is dat dit een van de meest veeleisende certificeringen op het vlak van de arbeidsvoorwaarden in de ontwikkelingslanden. De normen die men moet naleven voor de lonen (men gaat uit van het bestaansminimum, niet van het nationale minimumloon) en voor de vakbondsvrijheid worden als buitengewoon hoog beschouwd. De gecertificeerde bedrijven zijn voor het merendeel fabrieken (kleding, speelgoed, schoenen) en winkels. De SA8000-norm geldt voor ondernemingen van verschillende omvang, in verschillende sectoren en verschillende landen. De productiesites worden doorgelicht en gecertificeerd. De verificatie gebeurt door externe onafhankelijke organismen. Op 30 juni 2009 hadden 2.010 productiesites van 66 ondernemingen in 64 landen de SA8000-certificering ontvangen. De certificering had een weerslag op 1.119.145 werknemers. Italië was de koploper, met 875 gecertificeerde productiesites, gevolgd door India (396), China (231), Brazilië (97) en Pakistan (87).

WIST U DIT ? Het is verbazend dat China, een land waar geen vakbondsvrijheid bestaat, op de derde positie staat in het aantal certificeringen. In landen zonder vakbondsvrijheid moedigt SA8000 de communicatie aan tussen de werknemers en het management evenals de ontwikkeling van parallelle verenigingsvormen. Meer informatie: www.sa-intl.org


DE GARANTIESYSTEMEN ONDER DE LOEP

WAT MOET MEN DOEN OM DE SA8000-CERTIFICERING TE KRIJGEN? Een onderneming die de SA8000-certificering wil krijgen, moet haar kandidatuur indienen bij een onafhankelijk certificeringsorganisme dat erkend is door SAAS (Social Accountability Accreditation Services). Op de website www.saasaccreditation.org vindt men een lijst van erkende organismen. Het certificeringsorganisme bezoekt de organisatie om te bepalen wat er moet gebeuren om te voldoen aan de norm. Nadat de vereiste verbeteringen uitgevoerd zijn, kan het certificeringsproces beginnen. De certificering is gedurende 3 jaar geldig. In die periode voert men een aantal audits uit om de permanente verbetering van de organisatie te controleren. De certificeringsprocedure kan enkele maanden tot enkele jaren duren. WAT KOST DE SA8000-CERTIFICERING? De onderneming die gecertificeerd wil worden, betaalt voor de audits door een onafhankelijk certificeringsorganisme. De kosten hangen af van: - het aantal dagen dat nodig is voor de voorbereiding en uitvoering van de audit: omvang van de onderneming, aantal werknemers, aantal gebouwen, geografische ligging, risico's van de activiteit, afgebakend gebied. Het bestaan van andere certificeringen voor beheersystemen kan de audit versnellen. - kosten die door het certificeringsorganisme worden aangerekend; ze kunnen variëren volgens de geografische regio (aanpassing aan de betaalmogelijkheden). De prijs van een man/dag kan variëren van 250 euro in India en Pakistan/Bangladesh, tot meer dan 1.000 euro in West-Europa (gemiddeld ongeveer 975 euro/man/dag). Wie betaalt? Het bedrijf dat de certificering aanvraagt, want de verbintenis die het aangaat is vrijwillig. - Uit te voeren investeringen om de conformiteit met de norm te verzekeren. SAI werkt met verschillende progressieve tarieven voor de jaarlijkse lidmaatschapskosten. Ze hangen af van de omzet: - 0-100 miljoen USD: 12.000 USD - minder dan 1 miljard USD: 22.000 USD - minder dan 10 miljard USD: 60.000 USD - meer dan 10 miljard USD: 77.000 USD Deze bedragen dekken de opleidingen (managers, leveranciers, werknemers), de technische bijstand voor de invoering van SA8000, de toegang tot een gezamenlijke databank van leveranciers en het recht om de logo's van SAI en SA8000 te gebruiken in de communicatie tussen het bedrijf en de buitenwereld. Het logo mag niet op producten worden aangebracht.

Italië is de koploper, met 875 gecertificeerde productiesites, gevolgd door India (396), China (231), Brazilië (97) en Pakistan (87).

Type controle : evaluaties door derde partij. Methoden : analyse van het documentensysteem, al dan niet aangekondigde waarnemingen op het terrein, gesprekken met interne en externe belanghebbenden. Betrokken fases van de keten : productie, export/import, verwerking, distributie, sensibilisering. Bestek : de SA8000-norm kan op de website gedownload worden. Manoeuvreerruimte : alle elementen van de SA8000norm moeten geëerbiedigd worden. Vooruitgangscontrole : audits garanderen de permanente verbetering.

61


DE GARANTIESYSTEMEN ONDER DE LOEP

STEP : COMFORTABEL … EN EERLIJK TAPIJT EN BREF Création : 1993 Siège Central : Bonn, Germany Origine/contexte : Established as a Oprichting: 1995. response to concerns over global Maatschappelijke zetel: Basel, deforestation, FSC is widely regarZwitserland. ded the most important initiatives to Oorsprong/behoefte: in demanajaren promote responsible forest 1990 laaide in Europa een felle gementworldwide discussie op over de kinderarbeid Labellisation Produit Concerne : in de tapijtsector. All products originating from resVertegenwoordigers van de ponsible forest management: tapijthandel, en Zwitserse mostly timberngo's and paper products, ministeries reageerden door de but also NTFPs stichting STEP op te richten. En Belgique : Mostly wood, wooSector : tapijten. den products and paper products Wat gegarandeerd wordt: goede Ce qui est garanti : The FSC label arbeids- aencredible levensvoorwaarden provides link between voor de tapijtknopers -knoopsresponsible productionenand ters en voor de in de consumption of werknemers forest products, productieconsumers van handgemaakte enabling and busi-tapijten, geen misbruik van kinderarnesses to make purchasing decibeid. that benefit people and the sions Belanghebbenden environment as well:as providing ngo's, experts, ondernemingen. Begunstigden : onafhankelijke producenten, coöperaties, fabrieken, ondernemingen/merken, thuiswerkers.

BEKNOPT

WIST U DIT ? STEP schat dat ongeveer 450.000 tapijtknopers en knoopsters voordeel halen uit de controle op hun activiteiten in Afghanistan, India, Pakistan, Turkije, Kirgizië, Iran, Nepal en Marokko. 40% van de in Zwitserland verkochte handgemaakte tapijten dragen het STEP-label. In Oostenrijk is dat 50%, in Duitsland en in Frankrijk 5%. In België is het label nog niet vertegenwoordigd. Meer informatie: www.label-step.org

62

STEP is actief in de voornaamste tapijtexporterende landen: Afghanistan, India, Iran (foto), Kirgizië, Marokko, Nepal, Pakistan en Turkije.

STEP IS EEN IN ZWITSERLAND GEBASEERDE INTERNATIONALE NGO DIE EEN LABEL TOEKENT AAN BEDRIJVEN DIE HANDGEMAAKTE TAPIJTEN OP DE MARKT BRENGEN. HET HOOFDDOEL VAN DE ORGANISATIE IS DE VERBETERING VAN DE ARBEIDS- EN LEEFOMSTANDIGHEDEN EN HET VOORKOMEN VAN MISBRUIKEN BIJ KINDERARBEID. STEP werd in 1995 in Zwitserland opgericht, als reactie op de kritiek in de publieke opinie op de arbeidsvoorwaarden van kinderen die in de fabricage van met de hand gemaakte tapijten werden tewerkgesteld. Het label is het werk van meerdere ngo's, het Syndicat professionel du tapis en de Zwitserse ministeries van Economie en Ontwikkelingssamenwerking. De stichting STEP ziet erop toe dat de productie van en de handel in handgemaakte tapijten op een eerlijke manier gebeuren. De garantie heeft betrekking op de volledige keten, van de grondstoffen tot de groot- en kleinhandel in het Noorden. Deze twee laatste schakels van de keten moeten zich verbinden tot het eerbiedigen van sociale (verdragen van de IAO) en ecologische criteria in al hun activiteiten en bevoorradingscircuits. De traceerbaarheid van de producten moet gegarandeerd zijn. Het bestek omvat de betaling van een eerlijke prijs, een 'billijk' loon ('Living Wage') dat gebaseerd is op de criteria van Ethical Trading Initiative (zie p. 52) (het bedrag wordt regelmatig herzien), de strijd tegen het misbruik van kinderarbeid (een delicaat criterium, want vooral in India, Pakistan en Afghanistan werken de kinderen vooral thuis, op een zeer informele en gefragmenteerde manier), een minimaal gebruik of zelfs de eliminatie van giftige oplosmiddelen en kleurstoffen, fatsoenlijke arbeidsvoorwaarden (ruimte, licht, luchtkwaliteit, ...), enz. Elk onderneming uit het Noorden betaalt een jaarlijkse bijdrage. Het geld wordt aan de stichting STEP gestort, dat de ontwikkelingsprogramma's (scholing, opleiding, ...) toevertrouwt aan ngo's, staatsagentschappen of vakbonden. Op 1 januari 2007 werd dit label een volwaardige entiteit van de Zwitserse Max Havelaar-stichting.


DE GARANTIESYSTEMEN ONDER DE LOEP

HOE NEEMT MEN DEEL AAN HET STEP-PROGRAMMA? Het proces begint in het Noorden, met de toetreding van kleinhandelaars / groothandels / importeurs tot STEP (indiening van vertrouwelijke boekhoudkundige en commerciĂŤle gegevens). Ze krijgen dan het recht om het label te gebruiken. STEP stelt vervolgens samen met de producent, zijn stakeholders en het bedrijf uit het Noorden een bestek op en stelt de producent een individuele verbintenis voor. Het team van STEP werkt daarna aan de traceerbaarheid van de keten (identificatie van de productiezones en/of de producent door een lokaal team). De inspecties worden door lokale medewerkers van STEP uitgevoerd. Ze leiden tot gedetailleerde rapporten die met alle partners worden besproken. De commerciĂŤle partners in het Noorden worden door onafhankelijke organismen gecontroleerd (lijst van de leveranciers, aankoop- en verkoopvolumes). De hoofdzetel onderzoekt elk jaar de dossiers van de kleinhandelaars en/of groothandelaars, met inbegrip van de rapporten van de lokale teams, en kent het label toe of trekt het in. WAT KOST DE DEELNAME? Een licentiehouder van STEP betaalt een forfaitaire bijdrage (300 euro in 2008) en een deelname op basis van het aantal door het bedrijf gekochte of verkochte vierkante meters. De werkingskosten van het systeem en de lokale teams worden uit de lidgelden betaald. Bepaalde ontwikkelingsprogramma's in het Zuiden worden gedeeltelijk gefinancierd door groepen van kleinhandelaars en/of groothandelaars uit het Noorden en/of met Zwitserse en internationale subsidies.

JAARLIJKSE TOETSING De kleinhandelaar/groothandelaar/importeur ontvangt het logo van STEP dadelijk na zijn toetreding, maar het label kan elk jaar ingetrokken worden (validatie door de zetel). De kleinhandelaar / groothandelaar / importeur mag het logo op zijn winkel of magazijn aanbrengen. Het is een ondernemingslabel, geen productlabel.

In 2008 bracht STEP in Nepal een overeenkomst tot stand tussen de tapijtindustrie, de vakbonden en de regering. Het nieuwe loon van de tapijtknopers en -knoopsters varieert tussen 46 en 57 euro per maand. Dit is ongeveer 68 tot 110% meer dan het gemiddelde inkomen.

Type controle: tweede partij in het Zuiden, derde partij in het Noorden. Methoden: analyse van het documentensysteem, al dan niet aangekondigde waarnemingen op het terrein, gesprekken met interne belanghebbenden. Betrokken fases van de keten: productie, export/import, distributie, sensibilisering. Bestek: verkrijgbaar op schriftelijk verzoek. STEP ontwikkelt momenteel specifieke criteria voor elke productiecontext (thuiswerk, kleine ateliers, fabrieken). Manoeuvreerruimte: de minimumcriteria worden duidelijk gedefinieerd en besproken. Na een gepaste periode worden ze geverifieerd. Als de productie-eenheden niet meewerken, moet de licentiehouder van STEP ervoor zorgen dat zijn leverancier zich aan de regels houdt. Vooruitgangscontrole: verbeteringsmaatregelen worden in het verificatierapport genoteerd, met een termijn voor hun uitvoering.

63


DE GARANTIESYSTEMEN ONDER DE LOEP

WORLD FAIR TRADE ORGANIZATION : DE HOEDER VAN DE WAARDEN VAN EERLIJKE HANDEL EN BREF Création : 1993 Siège Central : Bonn, Germany Origine/contexte : Established as a Oprichting: 1989. response to concerns over global Maatschappelijke zetel: deforestation, FSC is widely regarCulemborg, ded the mostNederland. important initiatives to Oorsprong/behoefte: ontstaan uit promote responsible forest manahet verlangen van organisaties voor gementworldwide eerlijke handelProduit in de Verenigde Labellisation Concerne : Staten en Europa om hun krachten All products originating from reste bundelen voor de ambachtslieponsible forest management: den entimber kleine producenten van het mostly and paper products, Zuiden. creatie van dit wereldbut also De NTFPs wijd netwerk:was eenwood, antwoord op En Belgique Mostly woode toenemende armoede en aanden products and paper products tasting vangaranti het milieu in de wereld Ce qui est : The FSC label als gevolg van een onrechtvaardig provides a credible link between handelssysteem. responsible production and Sector : landbouw, artisanaat, textiel. consumption of forest products, In Belgiëconsumers : artisanaat,and voeding enabling busi-en textiel (onder meer via het netwerk nesses to make purchasing decivan Oxfam-Wereldwinkels). sions that benefit people and the Wat gegarandeerd wordt: 10 environment as well as providing principesbusiness van de eerlijke ongoing value handel in heel de productieketen (lonen, Contrôle externe prijzen, prenantes …), bescherming van het Parties : milieu en de biodiversiteit, kwaliteit companies,NGO’s,Consumers,Lab van de producten, ontwikkeling van or unions, Experts,Other lokale competenties, toegangprodutot de Bénéficiaires : Independent markt, respect en sensibilisering cers, Cooperatives, Manufacturers, voor de Rechten van de Mens. Companies/brands Belanghebbenden : ondernemingen, consumenten, experts, ngo's, leden (onder wie producenten). Begunstigden : onafhankelijke producenten, coöperaties, fabrieken, ondernemingen/merken, gemeenschappen van producenten.

BEKNOPT

Twee derde van de leden van WFTO bestaat uit organisaties uit het Zuiden die meegewerkt hebben aan het opstellen van de normen en de methodologie voor het verkrijgen van de certificering.

WFTO IS EEN INTERNATIONALE ORGANISATIE VAN 350 VERENIGINGEN DIE IN EEN GEEST VAN EERLIJKE HANDEL WERKEN. ZE IS IN 70 LANDEN VERTEGENWOORDIGD EN HELPT DE AANGESLOTEN KLEINE PRODUCENTEN OM UIT DE ARMOEDE TE ONTSNAPPEN.

WFTO, het vroegere IFAT, helpt kleine producenten om hun levenspeil te verbeteren, door voor 100% voor eerlijke handel te kiezen. Bijna 110 miljoen boeren, producenten, ambachtslieden en vergelijkbare beroepen hebben dit model overgenomen. Ze zijn goed voor een omzet van 2,2 miljard dollar. De leden zijn over 70 landen verspreid in verschillende regio's (Afrika, Azië, Europa, Latijns-Amerika, het Noorden en de kustgebieden van de Stille Zuidzee). WFTO heeft vijf regionale kantoren (COFTA in Afrika, WFTO Asia, WFTO LA in Latijns-Amerika, WFTO Pacific en WFTO Europe). Zij helpen hun leden om toegang te krijgen tot de markten, tot rechtshulp en marketinginstrumenten. Het wereldwijde netwerk vertegenwoordigt de volledige keten van de eerlijke handel, vanaf de productie tot de verkoop. Om lid te worden van WFTO moeten de kandidaten de regels van eerlijke handel al toepassen en aantonen dat de verkoop van producten uit eerlijke handel 50% van hun totale omzet vertegenwoordigt. De organisatie staat ook open voor organisaties die eerlijke handel bevorderen en steunen, universiteiten, schrijvers, journalisten en andere vooraanstaande personen die hun expertise of steun kunnen inbrengen. WFTO beperkt zich niet tot de ondersteuning van zijn leden en tot het aanreiken van instrumenten. Het profileert zich ook als een organisatie die zich actief inzet voor de uitbreiding van Vooral in de ambachtelijke sector is een minimumprijs soms moeilijk te eerlijke handel in heel de wereld. Het bepalen. Er bestaat een 'Fair Wage Guide' om een eerlijk prijsniveau werkt als een platform dat de kleine voor ambachtslieden te berekenen. producenten en alle spelers die ijveMeer informatie: www.wfto.com en www.fairtradecalculator.com ren voor de bevordering en de ontwikkeling van eerlijke handel verenigt.

WIST U DIT ?

64


DE GARANTIESYSTEMEN ONDER DE LOEP

HOE WORDT MEN LID VAN WFTO? Eerst wordt een zelfevaluatierapport opgesteld: een intern auditinstrument dat een gedetailleerd overzicht geeft van de praktijken van de organisatie en haar betrokkenheid bij eerlijke handel. Het gaat om een rapportering op basis van 10 principes. De leden worden gevraagd om hun zelfevaluatie met documenten te staven (facturen, jaarverslagen, beleidsdocumenten, strategie, actieplan). Beoordeling en feedback: de zelfevaluatierapporten worden beoordeeld door de controledienst van WFTO. De feedback helpt de leden (vaak kleine producenten) om te begrijpen wat er van hen verwacht wordt en wat zij moeten doen om lid te worden. De feedback verzekert bovendien de kwaliteit en de consistentie van het controleproces. Goedkeuring: het zelfevaluatierapport en de feedback worden voorgelegd aan een extern panel met ervaring in het toezicht op de sector van de eerlijke handel. Het panel stuurt de documentatie terug en geeft elk lid een score aan de hand van de 10 principes (men moet een minimumscore behalen). WAT KOST DE DEELNAME AAN WFTO? > Jaarlijks lidgeld - Organisaties voor eerlijke handel / commerciële actoren. Afhankelijk van de omzet: - minder dan 100.000 euro → jaarlijkse bijdrage van 250 euro - tussen 100.000 euro en 1.000.000 euro → 0,25% van de omzet - boven de 1.000.000 euro → 2.500 euro + 200 euro voor elk bijkomend miljoen. Leden / organisaties uit het Zuiden betalen ten hoogste 1.500 euro lidgeld. In het Noorden bedraagt het plafond 7.500 euro. - Netwerken voor eerlijke handel: jaarlijkse bijdrage van 250 euro - Organisaties voor steun aan de eerlijke handel: 750 of 1.250 euro - Buitengewone leden: 100 euro voor individuen, 35 euro voor studenten en werklozen; organisaties met inkomsten betalen 750 euro of 1.250 euro, afhankelijk van hun omzet. > Kosten van het toezicht (om de twee jaar, voor alle leden behalve buitengewone leden): Van 25 euro tot 1.000 euro, afhankelijk van de omzet.

STRENGERE REGELS TEGEN HET EINDE VAN 2010 WFTO werkt aan een geïntegreerd certificeringsysteem, het 'Sustainable Fair Trade Management System' (SFTMS), dat tegen eind 2010 klaar zou moeten zijn. Het wordt opgesteld volgens de goede praktijken van ISEAL, waarvan WFTO sinds 2008 lid is. Het zal onder meer rekening houden met de milieu-impact van de productiemethoden en zal de producenten aanzetten om effectief werk te maken van permanente verbetering. Dankzij het SFTMS zal WFTO producenten kunnen bereiken die geen toegang hebben tot de traditionele kanalen van de eerlijke handel, zonder zijn structurele aanpak in het gedrang te brengen.

WFTO wil kleine producenten helpen om hun levenspeil te verbeteren, door voor 100% voor eerlijke handel te kiezen.

Type controle : zelfevaluatie van de conformiteit met de normen van de eerlijke handel, wederzijds onderzoek tussen handelspartners, externe verificatie in geval van klachten. Methoden : analyse van het documentensysteem, onaangekondigde waarnemingen op het terrein, gesprekken met interne en externe belanghebbenden. Betrokken fases van de keten : alle stadia van de productieketen. Bestek : omvat 10 principes, kan geraadpleegd worden op het internet. Men werkt aan een SFTMS (Sustainable Fair Trade Management System). Manoeuvreerruimte : geen tolerantie voor schendingen van de 10 principes. Vooruitgangscontrole : permanente verbetering door middel van een tweejaarlijkse controle van de tekortkomingen.

65


TITRE CHAPITRE

Wij zijn geen ngo en geen liefdadigheidsinstelling, maar een 100% Vietnamese privéonderneming. Wij streven sinds onze start met onze doelbevolking – duizend landbouwgezinnen uit verschillende etnische minderheidsgroepen in Vietnam – naar een vorm van duurzame ontwikkeling. Wij wisten dat onze manier van werken een vorm van eerlijke handel was, maar we hadden een 'ethisch stempel' nodig voor de buitenwereld. Het is een kwestie van bekendheid en erkenning. Iedereen die op het internet surft, moet weten dat MDI op een volstrekt onafhankelijke manier door Max Havelaar gecertificeerd is.

DOMINIC SMITH, ADVISEUR VOOR LANDBOUWECONOMIE BIJ MDI, EEN VIETNAMEES BEDRIJF GESPECIALISEERD IN DE PRODUCTIE, VERWERKING EN EXPORT VAN THEE, KOFFIE EN CASHEWNOTEN NAAR ZUIDOOST-AZIË EN EUROPA. >

Zie de steekkaart van Max Havelaar (FLO) p.32

www.mdivietnam.com

66


OVERZICHT > DUURZAME HANDEL IN DE WERELD > WELKE CRITERIA VOOR WELKE SYSTEMEN?


OVERZICHT

DUURZAME HANDEL IN DE WERELD : DE INVLOEDSZONES VAN DE GARANTIESYSTEMEN AZIË & OCEANIË

CENTRAAL- & LATIJNS-AMERIKA

AFRIKA

LABELFAMILIE BIOLOGISCHE LANDBOUW

20 %

Gecertificeerde hectaren

46 %

ECOLABEL

ESR (ECOCERT)

35 %

Afgeleverde certificeringen

FAIR FOR LIFE (IMO)

30 % 50 %

Betrokken producenten

FAIRWILD

25 %

Betrokken plukkers Gecertificeerde hectaren bos

6%

10 %

4%

50 % 46 %

31 %

Betrokken producenten

5% 6%

NATURLAND

5%

RAINFOREST ALLIANCE

Betrokken producenten

68

10 %

13 %

12 %

45 %

34 %

20 %

60 %

23 %

71 %

49 %

Gecertificeerde ondernemingen

UTZ CERTIFIED

57 %

20 %

Gecertificeerde productie Gecertificeerde hectaren bos

34 % 100 %

MAX HAVELAAR (FLO)

PEFC

4% 5% 5%

30 %

25 %

Gecertificeerde productiesites

Gecertificeerde visserijbedrijven

30 % 10 %

GOODWEAVE (RUGMARK)

MSC

7%

98 %

Afgeleverde certificeringen

FSC

24 %

41 % 78 %

8% 9%


OVERZICHT

NOORDAMERIKA EUROPA

BEDRIJVENCHARTERFAMILIE 4C

17 %

Betrokken producenten

56 %

BSCI

99 %

Betrokken productiesites

ETHICAL BIOTRADE

30 %

Aantal leden

FAIR LABOR

60 %

7%

Betrokken productiesites

100 %

Volume gecertificeerde palmolie

Betrokken productiesites

10 %

43 %

RSPO

STEP

11 %

54 %

Betrokken productiesites

Betrokken arbeiders

10 %

70 %

FAIR WEAR

SA8000

27 %

7%

64 %

5%

WFTO

Aantal leden

95 %

26 %

Deze kaart toont de ruimtelijke spreiding van de in onze brochure besproken garantiesystemen. Voor elk systeem is een representatieve indicator gekozen. De indicator wordt onder de naam van het systeem vermeld. Dat kan bijvoorbeeld het aantal gecertificeerde hectaren zijn (biologische landbouw, FSC, PEFC) of het aantal gecertificeerde productiesites (BSCI, Fair Labor, Fair Wear, STEP). Over ETI (Ethical Trading Initiative) zijn geen gegevens beschikbaar. Percentages kleiner dan 3% worden niet vermeld.

26 %

14 %

29 %

31 %

De kaart laat zien dat sommige praktijken meer verspreid zijn in het Noorden dan in het Zuiden – bijvoorbeeld PEFC, FSC, MSC of Ecolabel, die allemaal voor meer dan 80% op het noordelijk halfrond actief zijn – terwijl andere vooral in het Zuiden werken, zoals de in Azië sterk aanwezige familie van de bedrijvencharters.

69


OVERZICHT

R AL AIN LIA FO NC RES E T UT ZC ER TIF IE D

NA TU RL AN D PE FC

G RU OOD GM W AR EAV K E/ M (F AX LO HA ) V EL AA R MS C

B LA IOLO ND G BO ISC UW HE EC OL AB EL ES R (E CO CE RT FA ) IR FO R LIF E( IM FA O) IR W ILD FS C

WELKE CRITERIA VOOR WELKE SYSTEMEN ?

MILIEU Energiebeheer Luchtbeheer Waterbeheer Bodembeheer Afvalbeheer Beheer van de biodiversiteit Maatregelen tegen GGO's Transportbeheer

SOCIAAL Verbod op dwangarbeid Verbod op kinderarbeid Verbod op discriminatie Fatsoenlijke lonen* Vrijheid van vereniging en collectieve onderhandeling Arbeidstijd Gezondheid en veiligheid Fatsoenlijke disciplinaire maatregelen Beheer van klachten. Rechten van inheemse volkeren

ECONOMISCH Gewaarborgde minimumprijs** Premie* Voorfinanciering** Traceerbaarheid * De garantie van de vergoeding verschilt van systeem tot systeem. Sommige systemen waarborgen een 'fatsoenlijk' loon, andere een bestaansminimum (ESR, Fair for Life, Fairwild, FSC, GoodWeave, Max Havelaar (FLO), BSCI, ETI, Fair Wear, RSPO, SA8000, STEP, WFTO). Het bestaansminimum ('living wage') hangt af van de regio en

70

wordt berekend op basis van de levensduurte (gemiddelde gezinsaankopen). Weer andere systemen garanderen gewoon het respect voor de wettelijke barema's, zonder na te gaan of ze volstaan voor een 'fatsoenlijk' inkomen. In de steekkaarten van de verschillende garantiesystemen vindt men meer informatie over dit punt.


OVERZICHT

W FT O

ST EP

SA 80 00

RS PO

W EA R FA IR

LA BO R

Opmerking: sommige systemen zijn meer op het milieu gericht en besteden weinig aandacht aan het sociale aspect. Dat geldt onder meer voor de biologische landbouw en voor het Ecolabel. Omgekeerd hebben systemen zoals BSCI, ETI, Fair Labor, Fair Wear, SA8000, STEP en GoodWeave een uitgesproken sociale roeping.

FA IR

ET HI CA LB IO TR AD ET E I

BS C

4C

I

Tijdens de research voor deze brochure werd individueel contact opgenomen met elk van de bestudeerde garantiesystemen. De onderstaande gegevens zijn het resultaat van deze contacten. Een stip in de kolom betekent dat het systeem rekening houdt met het thema: voor GGO's betekent een stip bijvoorbeeld dat men maatregelen neemt tegen het gebruik van GGO's.

MILIEU Energiebeheer Luchtbeheer Waterbeheer Bodembeheer Afvalbeheer Beheer van de biodiversiteit Maatregelen tegen GGO's Transportbeheer

SOCIAAL Verbod op dwangarbeid Verbod op kinderarbeid Verbod op discriminatie Fatsoenlijke lonen* Vrijheid van vereniging en collectieve onderhandeling Arbeidstijd Gezondheid en veiligheid Fatsoenlijke disciplinaire maatregelen Beheer van klachten. Rechten van inheemse volkeren

ECONOMISCH Gewaarborgde minimumprijs** Premie* Voorfinanciering** Traceerbaarheid ** FinanciĂŤle zekerheid komt tot uiting in het bepalen van een gewaarborgde minimumprijs (vooral voor grondstoffen) of de betaling van een premie boven op de marktprijs (als beloning voor de superieure kwaliteit van het product) en/of via contractuele regelingen zoals de duur van de samenwerking (lange termijn), de

mogelijkheid van (voor)financiering, enz. Deze elementen hangen nauw samen met het criterium 'loon' : een correcte prijs veronderstelt een 'fatsoenlijk' loon. Meer informatie over deze punten is te vinden in de respectieve steekkaarten van de garantiesystemen.

71


Grote internationale spelers zoals Unilever, Kraft en onlangs nog Nestlé hebben zich ertoe verbonden om vanaf 2015 uitsluitend palmolie met certificering voor duurzame ontwikkeling te kopen. Dat is uitstekend nieuws, maar het moet genuanceerd worden door het feit dat een groot gedeelte van de Indonesische palmolie in Indonesië zelf als kookolie wordt gebruikt of naar India of China wordt geëxporteerd. Anders dan het Westen zijn deze landen nog niet gesensibiliseerd voor duurzame ontwikkeling. En ze kunnen vooral moeilijk de meerprijs betalen die een veralgemeende RSPO-certificering inhoudt.

OLIVIER TICHIT, GENERAL MANAGER VAN TOLAN TIGA INDONESIA , EEN GROEP DIE DE RSPO-CERTIFICERING VAN ZIJN PALMOLIEPLANTAGES HEEFT AANGEVRAAGD. >

Zie de steekkaart van RSPO p.58

www.rspo.org

72


BIJ DE BEDRIJVEN > DE RESPONS VAN DE BELGISCHE ECONOMISCHE ACTOREN


BIJ DE BEDRIJVEN

GROEI VAN DE DUURZAME HANDEL : DE RESPONS VAN DE BELGISCHE ECONOMISCHE ACTOREN MET EEN ALSMAAR GROEIENDE VERKOOP IS DUURZAME HANDEL NIET LANGER EEN MARGINAAL VERSCHIJNSEL, MAAR EEN ECHTE BRON VAN MOGELIJKHEDEN VOOR DE MARKT. HOE REAGEREN DE VERSCHILLENDE BELGISCHE ECONOMISCHE ACTOREN OP DIT NIEUWE GEGEVEN? EEN OVERZICHT VAN DE GROOTDISTRIBUTIE EN ENKELE ANDERE SECTOREN. Zoals we in de inleiding van deze brochure al hebben gezien, heeft de verkoop van goederen uit duurzame handel echt de wind in de zeilen: in Europa zien we de laatste vijf jaar een groei van 20% per jaar, in BelgiĂŤ zelfs met 87% sinds 2001.1 De grootdistributie kon deze nieuwe vraag van de consumenten niet negeren. Wanneer we de evolutie in deze sector van nabij bekijken, dringt zich een vaststelling op: vrijwel elke distributeur ontwikkelt zijn eigen gamma met producten uit duurzame handel. Meestal worden de producten onder een huismerk aangeboden en steunen ze op bestaande garantiesystemen, zoals Rainforest Alliance (zie p. 40), Max HavelaarFLO (p. 32) of MSC (p. 34). Dat is een kwestie van geloofwaardigheid tegenover het grote publiek maar ook van knowhow. Fairtradecertificering maakt immers geen deel uit van de traditionele 'core business' van de distributeurs. Die strategie is de consumenten niet ontgaan, althans niet voor eerlijke handel2: volgens de jongste beschikbare cijfers kopen de Belgen die vertrouwd zijn met het concept eerlijke handel dit soort van producten steeds vaker in de supermarkt (64% in 2008 tegenover 36% in 20053). IN DE GROOTDISTRIBUTIE: MEER DAN EEN TREND, EEN FUNDAMENTELE VERANDERING "Dankzij zijn aanwezigheid in de landen van het Zuiden kan Max Havelaar ons met kennis van zaken over de keuze van onze leveranciers adviseren", zegt Julie Stordiau, Brand PR Communications Manager van Carrefour Belgium. "Leveranciers die een groep als de onze willen bevoorraden, moeten de vereiste kritische grootte hebben. Samen met FLO International heeft Max Havelaar een knowhow op het gebied van fairtradecertificering die wij intern niet bezitten." De producten met het 'Solidair'-logo van Carrefour leggen de nadruk op de bevordering van de eerlijke handel tussen Noord en Zuid. Koffie, thee, suiker, chocolade, cichorei, bananen, sinaasappelen, rijst en andere granen: het 'Solidair'-gamma is sinds 2001 voortdurend uitgebreid en omvat nu ook nietvoedingsproducten zoals rozen. Het fair trade merk van Lidl heet 'Fairglobe' en wordt door Max Havelaar gecertificeerd. Fairglobe omvat ongeveer vijftien voedingsproducten: rijst, koffie, bananen, vruchtensap, chocolade, enz. "Voor ons was Max Havelaar een natuurlijke keuze", vertelt Lien Truwant, communicatieverantwoordelijke van Lidl 1 Bron: BTC, Belgisch ontwikkelingsagentschap 2 Eerlijke handel is een specifiek model van duurzame handel (zie Glossarium). Zes van de 23 garantiesystemen die in deze brochure worden voorgesteld, beroepen zich op 'eerlijke handel': ESR, Fair for Life, Fairwild, Max Havelaar, Step, WFTO. 3 Studie van IPSOS 2008 op initiatief van het Fair Trade Centre.

74


BIJ DE BEDRIJVEN

Belgium. "Onze groep werkte in het buitenland al samen met FLO, de overkoepelende internationale organisatie waarbij Max Havelaar aangesloten is." Lidl heeft nog een ander gamma met label: zijn ingeblikte en diepvriesvis draagt het duurzame label van MSC (zie p. 34) dat strijdt tegen de overbevissing. De groep Delhaize nam al in 1989 producten uit de eerlijke handel op in zijn assortiment. Het was de eerste Belgische grootdistributeur die dat deed. Het initiatief ontstond uit een samenwerking met Max Havelaar en sinds 2001 met Oxfam. Sinds 2002 gebruikt de distributeur het eigen label 'Controle & Origine' voor verscheidene productfamilies met in totaal ongeveer vijftig soorten artikelen. Het label werkt met bestekken die van product tot product verschillen en soms door andere in deze brochure gepresenteerde systemen geïnspireerd zijn. Colruyt kiest voor een benadering op diverse fronten: de distributeur vindt dat er tal van manieren zijn om bij te dragen tot een duurzamere wereld. "Daarom werken wij met een heleboel verschillende labels, zoals Collibri, Oxfam, Rainforest Alliance, enz. Elk circuit beantwoordt aan de verwachtingen van een ander publiek", zegt Mieke Vercaeren, adviseur bij Colruyt.

HET COLLIBRI-PROGRAMMA VAN COLRUYT: SCHOLEN VOOR HET ZUIDEN Het Collibri-logo verdient een woordje uitleg. Sinds 2005 gebruikt de groep Colruyt dit logo op diverse producten uit het Zuiden (koffie, honing, cacao, enz.) en op bepaalde soorten speelgoed en tuinmeubelen. De leveranciers ondertekenen een specifiek, openbaar en transparant charter waarmee ze driejaarlijkse onafhankelijke controles aanvaarden. De controles hebben betrekking op het verbod op kinderarbeid, respect voor de sociale rechten van de arbeiders en de vermindering van de milieu-impact. Het hoofddoel van Collibri for education is investeren in scholing en opleiding in het Zuiden. Deze taken worden toevertrouwd aan ngo's of gespecialiseerde stichtingen, die 5% van de omzet (zonder btw) van de Collibri-producten ontvangen. Sinds 2005 heeft Collibri 546.977 euro ingezameld. In 2008 steeg de verkoop van de producten met het label met 12%. Collibri probeert in de mate van het mogelijke contracten op lange termijn met de producenten af te sluiten. Het zorgt ook voor voorfinanciering, "altijd in de context van de vrije markt en de prijsvorming door de confrontatie tussen aanbod en vraag". Sommige waarnemers merken dan ook op dat Collibri afwijkt van de politiek van de eerlijke handel, die altijd prijzen boven de marktprijs betaalt. Colruyt heeft geen moeite met die kritiek. "Wij gebruiken in onze communicatie nooit de term 'fair trade' (die door Max Havelaar-FLO wordt gebruikt). Ook ons model is positief. Wij blijven trouwens 'fair trade'producten in onze winkels verkopen. Wij zijn ervan overtuigd dat je ieders eigenheid en overtuiging moet respecteren maar dat er meer dan één manier bestaat om effectief en efficiënt bij te dragen tot een betere wereld voor meer mensen. Ons project Collibri moet op de eerste plaats worden gezien als een belangrijke stap naar duurzame handel", zo klinkt het op de website www.collibri.be.

75


BIJ DE BEDRIJVEN

IMPORTEURS VEROORZAKEN EEN AANZUIGEFFECT Naast de initiatieven van de grote distributeurs laten ook de merken zich niet onbetuigd. Een veelzeggend voorbeeld is dat van Candico, een Belgische suikerfabrikant die in 2009 besloot om zijn rietsuiker uit Zambia en Malawi uitsluitend via het kanaal van de eerlijke handel aan te kopen (in dit geval via Max Havelaar-FLO). Een ander voorbeeld is Chiquita. In 1992 werd de bananenmultinational door de Amerikaanse ngo Rainforest Alliance (zie p. 40) gevraagd om deel te nemen aan zijn certificeringsproces. De certificering duurde twaalf jaar en sinds 2005 zijn alle bananen die Chiquita in Europa verkoopt door Rainforest Alliance gecertificeerd. "Het lijkt ons de volledigste certificering", zegt François Tasmowski, Europees marketing manager, "Ze omvat namelijk zowel sociale als ecologische criteria (samen een honderdtal), en legt vooral de nadruk op het milieuaspect, bijvoorbeeld met programma's voor de beperking van het gebruik van pesticiden. Vandaag moet nog maar ongeveer 15% van de onafhankelijke plantages bij wie Chiquita zich bevoorraadt gecertificeerd worden. Bovendien houden wij bij de evaluatie van het personeel – van arbeiders tot managers – en zeker op al onze eigen plantages gedeeltelijk rekening met het respect voor de duurzaamheidscriteria van Rainforest Alliance." Ook andere, kleinere ondernemingen kiezen bewust voor duurzame handel. Een voorbeeld: de koffie-importeur en -brander Café Liégeois in Battice (Luik) brengt sinds een jaar of tien een van zijn betere koffiegamma's onder het Max Havelaarlabel op de markt. Bijna twee jaar geleden besloot de Belgische koffiebrander een studie te maken van de verschillende duurzame labels op de ethische markt. Uiteindelijk bleef hij bij Max Havelaar, "het enige label dat niet alleen ecologische criteria hanteert maar ook de producenten van het Zuiden een gewaarborgde prijs betaalt", zegt afgevaardigd bestuurder Michel Liégeois. In 2008 lanceerde Café Liégeois het gamma 'Mano Mano', samen met Terre solidaire, een Waalse vereniging die financiële steun geeft aan de boeren van Chiapas, een van de armste streken van Mexico. Het basisprincipe: per verkochte kilo 100% Chiapas Mexico-koffie (het gamma Mano Mano omvat verscheidene soorten koffie) betaalt de brander 1 euro aan de boeren van Chiapas, die het geld gebruiken om materieel aan te kopen en minder afhankelijk te zijn van de wereldprijzen van de koffie. Ten slotte nog een interessante uitspraak van G. Coles-Christens, een tapijtimporteur die deelneemt aan het GoodWeave-programma: "Wij stemmen met onze dollars", zegt hij. "Door te letten op wat wij kopen, krijgen wij een zekere macht om dingen te veranderen."1 De deelname aan de ontwikkeling van goede sociale praktijken was trouwens zeer voordelig voor zijn bedrijf, meer bepaald op het gebied van de werksfeer en werkcultuur. DE WETGEVING ALS GROEIFACTOR ! In sommige gevallen is de groei van de markt voor duurzame producten duidelijk het gevolg van wetgevende initiatieven. De houtsector is daar een voorbeeld van: in Wallonië is nu bijna 90% van de openbare bossen PEFC-gecertificeerd (zie p. 38), na de beslissing van het Waalse Gewest in het begin van de jaren 2000 om aan dit programma deel te nemen. Het staat privé-eigenaren vrij om zich er wel of niet bij aan te sluiten, maar het spreekt vanzelf dat de evolutie van de openbare bossen een aanzuigeffect heeft op de actoren van de privésector. Veel ondernemingen uit de hout-papierketen eisen vandaag de dag dat hun leveranciers hun bossen duurzaam beheren (via het PEFCof het FSC-label, zie p. 28). Een voorbeeld is uitgeverij Weirich in Neufchâteau, die in 2010 90% van haar productie op gecertificeerd papier wil drukken. 1 Bron: www.goodweave.org

76


BIJ DE BEDRIJVEN

200% IN VIJF JAAR Wereldwijd had eind 2009 222 miljoen hectare bos een PEFC-certificering en 118 miljoen hectare een FSC-certificering (wat overeenkomt met een groei van 218% en 180% sinds 2005). In BelgiĂŤ bezat 281.000 hectare bos de PEFC-certificering en 10.000 hectare de FSC-certificering. De wetgeving is ook een van de redenen voor het recente succes van het Europese Ecolabel (zie p. 20): sommige overheden kopen voortaan uitsluitend producten met het Ecolabel en steeds meer besturen nemen dit criterium op in hun bestekken. Een van de bedrijven die dat goed begrepen hebben, is de firma Pollet. Deze Doornikse kmo met 45 werknemers is een van de acht Belgische ondernemingen die producten met het Ecolabel aanbieden. Haar verkoop van producten met het label (zeep, detergent, reinigingsproducten, enz.) is sinds 2007 elk jaar verdrievoudigd. In 2010 zouden deze producten ongeveer 25% van de omzet moeten vertegenwoordigen. HET EINDE VAN EEN IMPLICIETE TWEEDELING ? De groei van de duurzame handel als gevolg van de toenemende vraag van de consumenten, de stijgende druk van de kopers en de alsmaar strengere voorwaarden van de openbare aanbestedingen is een feit. De respons van de Belgische economische actoren op deze fundamentele verandering verschilt volgens hun omvang en hun plaats in de keten: producent, importeur, verwerker, distributeur. Toch is het een opmerkelijke vaststelling dat de Belgische ondernemingen, klein of groot, multinational of KMO, vandaag in staat zijn om de uitdaging aan te gaan en geloofwaardige antwoorden te geven in termen van strategieĂŤn en producten voor de duurzame handel. Nog niet alle ondernemingen doen dat. Dat is normaal. Maar wij durven erop te wedden dat de enkele initiatieven die we hier als illustratie hebben aangehaald alle economische actoren aan het denken zullen zetten en zullen aanmoedigen om voor een meer 'duurzame' aanpak te kiezen. Zo zal de impliciete tweedeling tussen duurzame handel en de rest van het handelsverkeer verdwijnen.

77



BESLUIT

BESLUIT : GEEN GOEDE EN GEEN SLECHTE LEERLINGEN Zoveel labels, zoveel garantiesystemen‌ Welk is het beste voor mijn activiteit? Met de beschrijving van meer dan twintig garantiesystemen wil deze brochure elke ondernemer helpen om te beslissen. Aan de hand van verscheidene overzichtstabellen en testimonials heeft de lezer zich een beeld kunnen vormen van de grote diversiteit van de systemen. Hun grote verscheidenheid is te verklaren door: - de vele sociale en ecologische uitdagingen: ontbossing, kinderarbeid, de levensomstandigheden van de producenten in het Zuiden, onfatsoenlijke lonen, enz.; - de verschillende benaderingen van een meer duurzame handel: de labels richten zich tot de consumenten, de bedrijvencharters mikken op de leveranciers, enz.; - geografische en sectorgebonden motieven. Sommige systemen zijn erg bekend in de zones en de sectoren waar ze ontstaan zijn, maar staan nog in de kinderschoenen in andere regio's en/of sectoren. Men moet bovendien beseffen dat elk systeem zich in een specifieke context en als reactie op welbepaalde behoeften heeft ontwikkeld (een rechtvaardige vergoeding van de kleine koffieproducenten in Zuid-Amerika, de strijd tegen de ontbossing voor de teelt van oliepalmen in Zuidoost-AziÍ, de rechten van de arbeiders in de fabrieken van China, de emancipatie van de ambachtslieden in Afrika, enz.). De verscheidenheid van achtergronden en behoeften leidt tot een groot aantal systemen. Deze verschillen in benadering verklaren bovendien waarom er geen 'hitparade' onder de garantiesystemen bestaat. We vermoeden echter dat meer dan een ondernemer in de verleiding zal komen om de scores voor de 3 pijlers (de ecologische, de sociale en de economische) van de overzichtstabel op pagina 70 en 71 op te tellen, om een klassement van de goede en minder goede leerlingen te maken. Toch heeft dat weinig zin, want bepaalde systemen passen in een veeleer ecologische logica en besteden dus weinig aandacht aan het sociale aspect. Omgekeerd hebben andere systemen een uitgesproken sociale roeping. In de huidige context, met zijn vele en soms concurrerende initiatieven, is het aangewezen om elk garantiesysteem de kans te geven zich van de andere te onderscheiden: ofwel door zijn criteria verder uit te diepen, ofwel door specifieke accenten te ontwikkelen, die bijvoorbeeld aan een sector gebonden kunnen zijn. Iedereen moet de informatie raadplegen en kijken welke garantiesystemen geschikt lijken voor zijn verwachtingen en de kenmerken van zijn bedrijf. We sluiten deze brochure af met enkele uitspraken van verschillende economische actoren over hun ervaringen met 'duurzame handel': - "Aanvankelijk was de keuze voor certificering erg reactief, als antwoord op de - gerechtvaardigde – kritiek die Chiquita kreeg. Beetje bij beetje is ze strategisch geworden, en een zaak van gezond verstand, omdat ze het mogelijk

79


BESLUIT

maakt de productiviteit te verbeteren en de kosten te beperken". François Tasmowski, Marketing manager Chiquita Europe, over de Rainforest Alliance-certificering. - "Grote internationale spelers zoals Unilever, Kraft en onlangs nog NestlÊ hebben zich ertoe verbonden om vanaf 2015 uitsluitend palmolie met certificering voor duurzame ontwikkeling te kopen". Olivier Tichit, general manager van Tolan Tiga Indonesia , een groep die de RSPO-certificering voor haar palmolieplantages heeft aangevraagd. - "De markt zal meer en meer hout met label vragen". Bernard DÊom, ingenieur Waters en Bossen in Libin. - "Het heeft een tijd geduurd vooraleer Ecolabel naam maakte, maar vandaag doet het zijn voordeel met de macht die de Europese Unie aan een label kan geven". Christophe Maisonneuve, algemeen directeur van de firma Pollet. - "Het Ecolabel is in Europa een algemeen aanvaarde standaard. Het zal ons in staat stellen om ons marktaandeel op het continent te vergroten en ook, door een zuiniger gebruik van chemische stoffen, ons energieverbruik te beperken". Thada Montrikul Na Ayudhaya, kaderlid van een Thais textielbedrijf. - "Eerst was het label een marketinginstrument. Het is geleidelijk onmisbaar geworden, naarmate de wetgeving in Europa en Noord-Amerika evolueerde naar de bevordering van de wettelijke exploitatie van de bossen". Lucas Van Der Walt, directeur van de Deense groep Dlh, waarvan het filiaal Congolaise Industrielle des Bois (CIB) sinds het voorjaar van 2008 over 750.000 hectare bossen met FSC-certificering beschikt. - "In 2008, toen wij nog geen SA8000-certificering hadden, noteerden wij 75 ongevallen in de fabriek, in 2009 waren het er maar 17 (cijfers tot oktober). De menselijke impact is evident en leidt tot een betere economische prestatie, want de vermindering van het aantal ongevallen in 2009 betekende dat onze mensen 650 dagen meer konden werken". Bashar Esshali, SA8000-vertegenwoordiger van Denim Authority, een textielbedrijf met 1.400 werknemers, de eerste Tunesische onderneming die de SA8000-certificering heeft verkregen.

80


GLOSSARIUM Accreditatie : het bewijs door een derde partij van de competentie, de onafhankelijkheid en de onpartijdigheid van een organisme dat de conformiteit van producten of diensten controleert1. Audit : de audit is een methodisch onderzoek van een situatie met betrekking tot een product, een proces of een organisatie, uitgevoerd in samenwerking met de betrokkenen, om na te gaan of het voorwerp van de audit in overeenstemming is met vooraf bepaalde voorwaarden en geschikt is voor het nagestreefde doel2. Vergelijkbare begrippen in het kader van een certificeringsproces zijn inspectie, verificatie of controle. Belanghebbende : een individu of groep met een belang in de activiteiten of beslissingen van een organisatie15. De Engelse term is 'stakeholder'. Bestek : document met principes, standaarden, criteria, acties en/of normen. De conformiteit met het bestek wordt nagegaan door de praktijk aan deze voorwaarden te toetsen. Dit verificatieproces bepaalt of wel of niet aan het bestek wordt voldaan. Certificaat : document dat de certificering staaft. Certificering : het resultaat van de procedure waarin een derde partij de schriftelijke verzekering geeft dat een product, een proces of een dienst conform is met specifieke criteria3 of met een bestek. Certificering door een derde partij : een derde organisatie (onafhankelijk van de gecertificeerde organisatie en de organisatie die het bestek heeft opgesteld). De Direction Centrale de la Sécurité des Systèmes de l’Information (DCSSI) definieert dit als volgt: "De certificering door een derde partij is de certificering van het hoogste niveau. Ze geeft een klant dankzij de tussenkomst van een bevoegde, gecontroleerde en onafhankelijke professional, die het certificeringsorganisme wordt genoemd, de zekerheid dat een product in overeenstemming is met een bestek of een technische specificatie. De certificering door een derde partij is voor de klant de onafhankelijke, onpartijdige bevestiging dat een product aan een gepubliceerd bestek of technische specificaties voldoet. Deze technische specificaties kunnen al dan niet opgesteld zijn in een normatief kader4". Controle door een tweede partij : slechts twee partijen nemen deel aan het proces. De conformiteit wordt nagegaan door de organisatie die het bestek heeft opgesteld. Documentensysteem : het geheel van documenten (contracten, facturen, reglementen, charter, archieven, notulen van vergaderingen, agenda's, enz.) waarover een organisatie beschikt en die verband houden met haar activiteit.

Duurzame handel : duurzame handel ontstaat wanneer het internationaal verkeer van goederen en diensten sociale, economische en ecologische voordelen oplevert die overeenstemmen met de vier basisprincipes van duurzame ontwikkeling: 1. ze creëert economische waarde; 2. ze vermindert armoede en ongelijkheid; 3. ze regenereert de natuurlijke milieurijkdommen en 4. ze wordt geleid door een discreet bestuurskader dat gekenmerkt wordt door openheid, transparantie en toerekenbaarheid6. Duurzame ontwikkeling : een ontwikkeling die aansluit op de behoeften van het heden zonder het vermogen van toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen8. Duurzaamheid : de vertaling van het Engelse 'sustainability'. Het duidt op het vermogen van een ontwikkeling, een productiewijze of een systeem om aan te sluiten op de behoeften van het heden zonder het vermogen van toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen9. Eerlijke handel : de organisaties uit de eerlijke handel hebben in 2001 een gezamenlijke definitie van eerlijke handel opgesteld: "Eerlijke handel is een commercieel partnerschap gebaseerd op dialoog, transparantie en respect, dat op zoek gaat naar een grotere gelijkheid in de internationale handel. Het draagt bij tot duurzame ontwikkeling door betere handelsverhoudingen te creëren en door de rechten te vrijwaren van de gemarginaliseerde producenten en arbeiders, vooral in het Zuiden. Eerlijke handelsorganisaties (gesteund door de consumenten) verbinden zich ertoe om actief de producenten te ondersteunen, het publiek te sensibiliseren en campagnes te voeren voor de wijziging van de regels en praktijken die gelden in de conventionele internationale handel". Filière : een opeenvolging van acties van actoren om een product te produceren, te verwerken, te verkopen en te verbruiken10. Men spreekt ook van 'productieketen', de opeenvolging van processen en/of activiteiten, en van 'waardeketen' wanneer men de nadruk wil leggen op de meerwaarde die elk proces of elke activiteit aan het product of de dienst verleent11. Garantiesysteem : een systeem dat het mogelijk maakt om garanties te bieden. In deze context betreft het sociale, economische en/of ecologische garanties in het kader van commerciële transacties. Er bestaan meerdere soorten systemen: wetten, conventies, verdragen, charters, verklaringen, principes, normen, standaarden, enz.

81


GLOSSARIUM ISEAL : de International Social and Environmental Accreditation and Labelling Alliance is een vereniging die de grootste internationale organisaties groepeert die sociale en ecologische normen opstellen. Om als lid aanvaard te worden, moeten de organisaties een transparant en participatief proces waarborgen en de gedragscode van ISEAL volgen. Interne controle : een interne controle vindt plaats wanneer het controleproces door slechts één partij wordt uitgevoerd. Men spreekt dan van zelfevaluatie. Intentieverklaring : de door een onderneming of organisatie vrijwillig aangegane verbintenis om bepaalde principes en gedragsnormen toe te passen op haar werking of handelingen7. Logo/label : een logo is een visueel herkenningsteken voor een groep producten of diensten in een organisatie12. Een label wijst bovendien op een engagement en wijst op de conformiteit met een bestek. Manoeuvreerruimte : de mate van vrijheid waarover een organisatie beschikt in de toepassing van een instrument. Ze houdt rekening met het gemak waarover de organisatie aan een bestek kan voldoen, de verplichting om alle of slechts een gedeelte van de voorschriften na te leven, de inspanningen die men moet leveren om desgevallend een certificering te krijgen13. Merk: een teken dat de consument in staat stelt om een product of dienst te onderscheiden van concurrerende producten of diensten. Het merk kan gestalte krijgen in de vorm van een naam, een woord, een uitdrukking of een visueel symbool. Het merk is een richtpunt en eventueel een 'garantie' voor de consument14. Monitoring : het toezicht in reële tijd op de werking van een systeem of een proces. Premie : een som die boven op de betaling van een product of dienst wordt uitgekeerd. In de context van eerlijke of duurzame handel is de premie vaak bestemd om geïnvesteerd te worden in de commerciële activiteiten van de producenten en hun gemeenschappen, of voor de sociaal-economische ontwikkeling van de arbeiders en hun gemeenschappen. Productieketen : de opeenvolging van productiestadia, zie ook Filière.

1. http://economie.fgov.be/nl/ondernemingen/leven_onderneming/kwaliteits beleid/Accreditatie/index.jsp. 2. www.enpc.fr/fr/formations/ecole_virt/trav-eleves/QFS/audit_qualite.htm. 3. Consumer International (CI), International Institute for Environment and Development (IIED), From bean to cup: how consumer choice impacts upon coffee producers and the environment, 2005. 4. www.ssi.gouv.fr/fr/confiance/evalcertif.html. 5. www.befair.be. 6. In 2000 gedefinieerd door het International Institute for Environment and Development 7. IEPF, Responsabilité sociétale, inventaire d’outils, 2007. 8. Vertaling van ISO 26000 WD4.2 "Guidelines for social responsibility" juni 2008.

82

BELANGRIJKSTE ACRONIEMEN 4C : Common Code for the Coffee Community ARM : Alliance for Responsible Mining BSCI : Business Social Compliance Initiative CNUCED : United Nations Conference on Trade and Development ESR : "Equitable, solidaire, responsable" (eerlijk, solidair, verantwoord) ETI : Ethical Trading Initiative FLA : Fair Labor Organisation FLO : Fairtrade Labelling Organisations International FSC : Forest Stewardship Council FWF : FairWear Foundation DDII : Diamond Development Initiative International IEPF : Institut de l’Energie et de l’Environnement de la Francophonie IMO : Institute for Marketecology ISEAL : International Social and Environmental Accreditation and Labelling ISO : International Standard Organisation ISO 65 : Algemene eisen voor organismen die producten certificeren16 ISO 14001 : Algemene eisen voor diverse aspecten van het milieubeheer16 ISO 14024 : Algemene eisen voor milieu-etikettering en verklaringen16 ISO 14040 : Principes en kader voor de analyse van de levenscyclus16 MSC : Marine Stewardship Council GGO : Genetisch gemodificeerd organisme IAO : Internationale Arbeidsorganisatie WHO : Wereldhandelsorganisatie WGO : Wereldgezondheidsorganisatie NGO : Niet-gouvernementele organisatie PEFC : Programme for the Endorsement of Forest Certification schemes PFCE : Plate-forme Française pour le Commerce Equitable KMO : Kleine of middelgrote onderneming UNEP : United Nations Environment Programme RSPO : Roundtable on Sustainable Palm Oil SAI : Social Accountability International’s SAN : Sustainable Agriculture Network ZKO : Zeer kleine onderneming EU : Europese Unie WFTO : World Fairtrade Organization WWF : World Wide Fund

9. www.massivechangeenaction.museevirtuel.ca/toolkit/glossary/ 10. www.fao.org/docrep/003/X6991F/x6991f04.htm. 11. Vertaling van ISO 26000 WD4.2 "Guidelines for social responsibility" juni 2008. 12. IEPF, Responsabilité sociétale, inventaire d’outils, 2007. 13. IEPF, Responsabilité sociétale, inventaire d’outils, 2007. 14. www.definitions-marketing.com/Definition-Marque. 15. Vertaling van ISO 26000 WD4.2 "Guidelines for social responsibility" juni 2008. 16. www.iso.org


GLOSSAIRE

TRADE FOR DEVELOPMENT CENTRE Het Trade for Development Centre is een programma van BTC (het Belgische ontwikkelingsagentschap) dat eerlijke en duurzame handel met de ontwikkelingslanden bevordert.

DRIE HOOFDACTIVITEITEN : > EXPERTISECENTRUM Het Trade for Development Centre is het expertisecentrum voor eerlijke handel, duurzame handel en handelshulp. - Het verzamelt, analyseert en produceert informatie (opiniepeilingen bij de consumenten, marktstudies, enz.) - Het leidt een werkgroep van het platform ‘Ondernemen voor ontwikkeling’ dat steun biedt aan de privésector.

> STEUN AAN PRODUCENTEN Het Trade for Development Centre is een instrument voor de ondersteuning van producentenorganisaties. Het steunt gemarginaliseerde producenten, micro- en kleine ondernemingen en projecten in de sociale economie die kaderen in de dynamiek van eerlijke en duurzame handel. - Het versterkt de organisatie- en technische capaciteiten evenals de productiecapaciteiten - Het geeft relevante informatie door (over de markt, potentiële certificeringen, enz.).

> SENSIBILISERING Het Trade for Development Centre organiseert bewustmakingscampagnes en ontwikkelt instrumenten voor de sensibilisering van de consument (Week van de Fair Trade), de economische actoren en de Belgische overheid.

In het kader van deze opdrachten publiceert het Centrum deze brochure voor de Belgische economische actoren. Tegelijkertijd verschijnen twee andere brochures over eerlijke handel, de ene bedoeld voor de producenten, de andere voor het grote publiek. Deze twee bijkomende brochures zijn verkrijgbaar bij het Centrum (gegevens op keerzijde). 83


BTC BELGISCH ONTWIKKELINGSAGENTSCHAP TRADE FOR DEVELOPMENT CENTRE HOOGSTRAAT 147 1000 BRUSSEL T+32 (0)2 505 19 35 WWW.BTCCTB.ORG WWW.BEFAIR.BE


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.