AM_2009_2_LR

Page 1

België-Belgique PB Brussel 5

magazine DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT VAN ARBEID EN MILIEU VZW • JAARGANG 2009 • NR 2 • APRIL - MEI - JUNI

• • • •

We zijn verhuisd! Bouwsector in de kijker Interview met Ann Vermorgen A&M bezocht Daikin Europe N.V.

Afgiftekantoor: 1050 Brussel 5 • Erkenningsnummer: P209314 Afzender: A&M, Edinburgstraat 26, 1050 Brussel

ARBEID

&

MILIEU

1


INHOUD

Inhoud is een driemaandelijkse uitgave van “Arbeid & Milieu” vzw Edinburgstraat 26 - 1050 Brussel Tel. (02) 894 46 53 secretariaat@a-m.be • www.a-m.be Het secretariaat van Arbeid & Milieu vzw is op alle gewone werkdagen, van 8.30u tot 16.30u bereikbaar. Ons documentatiecentrum is te raadplegen tijdens de openingsuren. Redactie: Edinburgstraat 26 - 1050 Brussel Druk: De Wrikker Lay-out: www.x-oc.com Foto cover: vooraanzicht Mundo-B © Thijs Calu

Arbeid & Milieu Magazine is een initiatief van “Arbeid & Milieu” vzw. “Arbeid & Milieu” vzw is een samenwerkingsverband waarin de arbeidersbeweging en de milieubeweging paritair vertegenwoordigd zijn. De arbeidersbeweging is momenteel vertegenwoordigd door het ABVV, ACV en ACLVB. De milieubeweging wordt vertegenwoordigd door de Bond Beter Leefmilieu. A&M Magazine biedt, aan de hand van reportages, interviews, achtergrondartikels, columns en praktische tips, informatie over thema’s die zich situeren op het raakvlak tussen arbeid en milieu. Om de band tussen arbeid en milieu aan te tonen en te bevorderen. Want wij denken dat het absoluut noodzakelijk is om sociaal en ecologisch welzijn met elkaar te verzoenen. Zonder dat geen duurzame ontwikkeling. Een jaarabonnement op A&M Magazine kost vanaf 2009 € 17,50. U kunt zich abonneren door dit bedrag te storten op het rekeningnummer Fortis 001-149595597, met vermelding ‘Abonnement 2009’. Geef ons ook je exacte adres en contactgegevens door via mail of telefoon en laat weten of je een factuur wenst. Geïnteresseerd in een proefnummer van A&M Magazine? Contacteer ons op tel: 03/218.74.72 of secretariaat@a-m.be “Arbeid & Milieu” vzw bestaat sinds 1988 en bracht voorheen “Arbeid en Milieu Nieuws” uit. Redactieraad: Peter Bostyn, Bram Claeys, Annick Clauwaert, Timothy De Clerck, Dominique Kiekens, Danny Jacqmot, Karin Mels, Thijs Calu, Kris Van Eyck, Ellen Van Hertbruggen, Anton Gerits, Tom Willems. VU: Anton Gerits Edinburgstraat 26 - 1050 Brussel Arbeid & Milieu Magazine is gedrukt op kringlooppapier. Het binnenwerk wordt gedrukt met vegetale inkt. De redactie is niet gebonden door de inhoud van de opgenomen advertenties. Mits voorafgaande toestemming mogen artikels overgenomen worden. Dit kan alleen maar de betere verspreiding van milieu-informatie in al zijn facetten ten goede komen. Foto achterpagina: © Danny Jacqmot

2

ARBEID

& MILIEU

3

Redactioneel Arbeid en Milieu verhuisde van Berchem naar Brussel. Een sfeerbeeld van een papierslag, wat te doen met je AEEA (?) en onze opstart in Mundo-B.

4

Congres ACV ACV hield in april zijn vierjaarlijkse congres in Oostende. Ann Vermorgen, nationaal secretaris ACV, vertelt ons hoe ACV omgaat met dingen als de kilometerheffing en groene jobs.

7

Beleid: logistiek Op 18 mei bracht Arbeid en Milieu een aantal délégués en secretarissen samen om na te denken of en hoe logistiek kan bijdragen tot meer jobs zonder langere files. Alex Van Breedam, dé Vlaamse autoriteit in logistiek, was er ook bij.

9

Websites in de kijker We bekeken volgende websites van naderbij: www.duurzameontwikkeling.be www.greenbazaar.be www.nucleairforum.be

10

Bedrijfsbezoek In april was Arbeid en Milieu te gast in Oostende bij Daikin. Daikin is niet alleen een belangrijke werkgever in Oostende, maar produceert veel meer dan alleen maar airco’s.

13

Duurzaam feesten Een feestje organiseren, dat doen we allemaal wel eens. Geen zin om af te wassen? Dan maar gauw plastieken bordjes, bekertjes, ... of zijn er alternatieven?

14 15

Duurzaam aankopen Het secretariaat van Arbeid en Milieu heeft de mond vol van duurzaam aankopen. Maar zijn we zelf wel ‘goe bezig’? Afscheid Tom Willems en Ellen Van Hertbruggen hebben hun mandaat als bestuurder bij Arbeid en Milieu neergelegd. Hoe kijken zij terug op Arbeid en Milieu, welke boodschap willen ze ons meegeven?

18

Groene jobs Peter Poschen is senior raadgever duurzame ontwikkeling aan de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO). Onze voorzitter Dominique Kiekens ontmoette hem in Genève en sprak met hem over de functie van de organisatie, de financiële crisis, groene jobs en vele andere dingen.

24

Publicaties in de kijker Deze keer staan volgende publicaties in de kijker: - Onzichtbare risico’s in het draadloze tijdperk - Onze ecologische voetafdruk. De aarde bekeken vanuit de ruimte. - Het mondiale uitzendkantoor. Waardig werk in tijden van globalisering en crisis

25

Sector in de kijker A&M nam de bouwsector onder de loep, onder de vorm van een interview met Justin Daerden, nationaal ACV-secretaris van de bouwsector.

26

Milieu-Kalender Danny Jacqmot geeft ons enkele tips voor de milieuwerking tijdens de maanden juli, augustus en september.


REDACTIONEEL

Arbeid & Milieu is verhuisd Als je dit leest, is ons secretariaat al verhuisd naar Brussel, en zijn Thijs en Anton langzaam aan het bekomen van de ‘vlucht’ naar Brussel. Maar vooraleer zij arriveerden in hun nieuwe kantoor in Mundo-B1, moesten ze eerst wel hun vorige stek proper achterlaten. Enkele sfeerbeelden bij onze verhuis.

1,5 ton oud papier buiten gezet

J

Jawel, ongeveer 100 dozen vol oude verslagen en documenten buitengedragen, van elk gemiddeld 15 kg, dat is het resultaat van enkele weken opruimen op de 2e verdieping in de Statiestraat in Berchem. Allemaal via de trap. ‘Heb je dan niet teveel weggegooid?’, hoor ik iemand vragen. Nee, daar zijn we zeker van! Als er de laatste 15 jaren nooit echt is opgeruimd, krijg je als resultaat dat er alleen maar papier bijkomt (en ook klasseurs en klasseerdozen natuurlijk).

Gratis kantoormateriaal En toen dat oud papier weg was, moesten we beslissen welk kantoormateriaal we zouden meenemen naar Brussel. Op onze nieuwe stek hebben maar de helft van de ruimte van in Berchem, waardoor we selectief moesten zijn in wat we konden meenemen. Eerst hoopten we stiekem dat de nieuwe bewoners van de 2e verdieping in Berchem (een deel van) dat kantoormateriaal wel zouden overnemen, gratis natuurlijk. Maar dat oude materiaal moesten ze helaas niet hebben. Dus hebben Thijs en ik menige houten en ijzeren rekken en kasten uit mekaar gevezen en naar beneden gezeuld via de trap, en vervolgens met de verhuiswagen naar de Kringwinkel gebracht.

AEEA Dit is niet onze nieuwe vreugdekreet, maar wel de afkorting van Afgedankte Electrische en Electronische Apparaten. 5 oude computerschermen, 2 desktops, 4 klavieren, een defecte radio en een oude server die bromde als een tank. Dit waren de belangrijkste stukken uit deze categorie die we eerst amateuristisch ingepakt (de originele verpakking was er niet meer) hebben, en daarna samen naar beneden hebben gekreund. Een geluk dat de kringwinkel verplicht is dit aan te nemen, ook al marcheert het niet meer.

Goodbye VVBAD We hebben ook afscheid moeten nemen van de andere bewoners van de Statiestraat 179, de mensen van VVBAD2. We zullen hen missen. Maar nu zullen ze tenminste geen vervelende vragen meer krijgen zoals ‘hoe zit dat met jullie koffie, is die wel fair trade?’ of ‘jullie doen toch wel mee met dikke truiendag dit jaar hé?’ Bureau’s demonteren, Yes we can!

Hello Mundo-B Ja, we zijn er geraakt, in Mundo-B. Zonder kleerscheuren. En alle dozen zijn op ons kantoor op de derde verdieping geraakt. Maar op het moment van dit schrijven functioneert toch nog niet alles zoals het zou moeten. We kunnen nog niet printen, nog niet kopiëren, ons netwerk moet nog geïnstalleerd. Maar niet getreurd, Rome is ook niet op 1 dag gebouwd. Laat ons kijken naar de VS, waar de aanhangers van Obama in koor roepen: YES WE CAN! Anton Gerits, coördinator Arbeid en Milieu vzw 15/06/09

1

Mundo-B is een groot pand in Brussel waar een 30-tal organisaties zijn gehuisvest: www.mundo-b.org 2 VVBAD: Vlaamse vereniging voor Bibliotheek-, Archief- en Documentatiewezen.

In de verhuiswagen

ARBEID

&

MILIEU

3


CONGRES

Het Vlaams ACV pleit voor een duurzame economie Op 24 en 25 april 2009 hadden in Oostende de Vlaamse ACV-dagen plaats. Daar werden de krachtlijnen voor de werking van het Vlaams ACV voor 4 jaar vastgelegd, ook wat betreft hun visie op een duurzame economie. Kris Van Eyck stelde een aantal vragen aan Ann Vermorgen, nationaal secretaris, verantwoordelijk voor het Vlaams ACV.

K

KVE: Met militanten en beroepskrachten van het ACV discussieerden we over hoe we de sociale, economische en ecologische uitdagingen waar Vlaanderen voor staat, willen aanpakken. Deze keer gingen we terug naar de kerntaak van het ACV in Vlaanderen, opkomen voor solidariteit en voor een sociaal beleid in Vlaanderen. We deden dit vanuit vier invalshoeken: lerende en leefbare loopbanen, kwalitatieve welzijns- en zorgvoorzieningen, een duurzame economie en een sociaal rechtvaardige dienstverlening en fiscaliteit. Hoe komt een congrestekst tot stand? AV: Voor het ACV vormen congressen steeds een oefening in basissyndicalisme. Tijdens het najaar van 2008 organiseerden we in alle deelorganisaties, beroepscentrales en gewestelijke verbonden, een open besprekingsronde aan de hand van een basistekst met richtvragen. Het resultaat van deze bespreking was de basis voor het uitwerken van een eerste ontwerp van krachtlijnen, dat in januari en februari 2009 opnieuw werd besproken. De ingediende amendementen werden verwerkt in een tweede ont-

4

werp van krachtlijnen, dat ter discussie voorlag op de Vlaamse dagen zelf. Na twee dagen debatteren, overleggen en waar nodig stemmen, kwamen we tot een definitieve tekst met 72 krachtlijnen voor de toekomst van Vlaanderen. Duurzaam ruimte- en energiegebruik en een rechtvaardige transitie naar een duurzame economie zijn belangrijke thema’s in de krachtlijnen? AV: We zijn erin geslaagd om voor deze niet alledaagse vakbondthema’s een verregaande visie op papier te zetten. Belangrijk want willen we een duurzame Vlaamse tewerkstelling creëren, dan moeten we nu werk maken van deze thema’s. Een voorbeeld hiervan is het zuinig omspringen met de beperkte beschikbare ruimte in Vlaanderen. Zo moeten duurzaamheidscriteria gekoppeld worden aan de keuze van nieuwe bedrijventerreinen. Bij voorkeur worden verwaarloosde en vervuilde terreinen herwaardeerd. Ook een duurzame locatie en inrichting zijn noodzakelijk: kantoren en diensten verweven in stedelijke gebieden, logistieke bedrijven in de buurt van multimodale knooppunten, een goede ontsluiting en bereikbaarheid met de fiets en het openbaar vervoer, een groene buffer, CO2-neutraliteit… Dit zijn maar enkele voorbeelden van onze eisen. Tewerkstelling is voor ons uiteraard van groot belang. We willen dat nieuwe activiteiten onderworpen worden aan een tewerkstellingstoets zodat voorrang kan gegeven worden aan die activiteiten die de meeste tewerkstelling creëren. Ook op onze wegen is de ruimte beperkt. Werd er gepraat over een betere mobiliteit in Vlaanderen? AV: We pleiten voor de verplichting tot het opstellen van bedrijfsvervoerplannen of zonevervoerplannen. Ook moeten stimuli en infrastructuur voorzien worden om in het woon-werkverkeer een verschuiving naar de fiets en het collectief of openbaar vervoer ter realiseren. Een belangrijke discussiepunt was de verdere uitbouw van de logistiek als motor van de Vlaamse economie. Niemand trekt het belang van deze sector in twijfel. Ze zorgen voor een grote directe en indirecte tewerkstelling. Toch werd gekozen voor een voorzichtige aanpak. De uitbreiding van het

500 militanten verzameld in Oostende op het ACV congres

ARBEID

& MILIEU


CONGRES Anne Vermogen

Kris Van Eyck

vrachtvervoer moet op het Vlaams niveau bekeken worden, na een maatschappelijk debat aan de hand van een objectieve milieu- en mobiliteitseffectenrapportage. We willen ook rekening houden met een aantal randvoorwaarden zoals de loon- en arbeidsvoorwaarden, voldoende toegevoegde waarde, strenge milieudoelstellingen en de bereikbaarheid van industriële ondernemingen.

het verleden al gematigd positief uitgelaten over een kilometerheffing, omdat het de goederentransporteurs meer zal doen nadenken over de meerwaarde van elke vrachtwagen die ze de weg opsturen. Het Vlaams ACV heeft overigens recent nog mee het advies van de Mobiliteitsraad Vlaanderen voor de invoering van een beperkte kilometerheffing voor het vrachtvervoer onderschreven.”

Op de Vlaamse ACV-dagen lag ook een voorstel voor om een kilometerheffing op Europees niveau voor auto- en vrachtwagenverkeer in te voeren. Konden de militanten van het Vlaams ACV zich hierin vinden? AV: Neen, dit voorstel werd vervangen door een pleidooi om de mogelijkheden en de effecten van stimulerende maatregelen om over te schakelen op alternatieve vervoersmodi te onderzoeken. De discussie over een kilometerheffing heeft altijd al gevoelig gelegen binnen het ACV, en dan voornamelijk met betrekking tot personenvervoer. Heel wat militanten vrezen er terecht voor dat een dergelijke maatregel vooral geld zal kosten aan de gewone werknemer, die vaak geen andere keuze heeft dan de wagen te gebruiken in het woon-werkverkeer. De meeste bedrijventerreinen en kantoorlocaties zijn immers heel slecht bereikbaar per openbaar vervoer. Bovendien lenen collectieve vervoersoplossingen zoals carpoolen zich vaak niet voor werkende ouders met kinderen, die op een dag heel wat ketenverplaatsingen moeten doen. Een kilometerheffing voor personenvervoer wordt dus eerder beschouwd als een bestraffing dan als een stimulans om de auto meer aan de kant te laten staan. Voor het vrachtvervoer liggen de zaken iets anders. Daar hebben we ons in

Welke oplossingen stelt het ACV voor om het klimaatprobleem aan te pakken en de energierekening voor de mensen betaalbaar te houden? AV: Het ACV wil dat de Vlaamse overheid fors investeert in een groene economie, drastisch de CO2-uitstoot beperkt en solidair is met de allerarmste landen in hun strijd tegen de klimaatverandering. De huishoudelijke elektriciteitsgebruik moet tegen 2030 volledig gedekt worden door middel van hernieuwbare energie. Hindernissen voor de bouw van windmolens moeten weggewerkt worden, het elektriciteitsnetwerk moet slimmer worden en er moet onder andere ook een transparanter subsidiesysteem komen voor kleinschalige HE-installaties. Tegelijkertijd beseft het ACV zeer goed dat de laagste inkomens het meest getroffen worden door stijgende energieprijzen. Veel aandacht werd dan ook aan dit probleem besteed. De beste aanpak is ervoor te zorgen dat mensen minder energie verbruiken. De laagste inkomens moeten toegang hebben tot directe premies en renteloze leningen voor hun REG-investeringen. Ze moeten ook een beroep kunnen doen op een energiedienstenbedrijf en gratis eenvoudige energiebesparende maatregelen aangeboden krijgen. Verhuurders moeten we verplich-

ARBEID

&

MILIEU

5


CONGRES ten om de meest energiebesparende maatregelen te nemen zoals dakisolatie, hoogrendementsglas, hoogrendementsketels, enzovoort. We laten ook kansen liggen in de sociale huisvesting. Die kan absoluut energiezuiniger gemaakt worden. Het ACV sluit echter niet de ogen voor het reële kostenplaatje van energie en de energiearmoede. Een aantal pistes stellen we voor zoals een mogelijk BTW-verlaging op energie, het uitbreiden van de gratis hoeveelheid KWh voor alle energiebronnen en zeker een automatisch toegekend recht op een sociaal tarief voor de laagste inkomens. Hoe denkt het ACV de transitie naar een groene, duurzame economie te realiseren? AV: Een duurzame economie respecteert zowel de rechten van de werknemers als de grenzen van het milieu. De overheid moet de touwtjes sterker in handen nemen via onder andere strengere regels en harde economisch instrumenten. Sectoren moeten transitieprogramma’s opstellen met een concreet stappenplan om te komen tot een duurzame en toekomstgerichte ontwikkeling van de sector. Werknemers mogen echter niet uit de boot vallen. Een ‘rechtvaardige transitie’ zorgt ervoor dat werknemers die hun job verliezen sociaal beschermd worden en dat er een recht op vorming en opleiding bestaat, zodat ook werknemers zich kunnen aanpassen. Dit alles moet vooraf besproken worden via het sociaal overleg. Vlaanderen moet in dit kader ook werken aan maatschappelijk gestuurde innovatie die vertrekt vanuit de behoeften en uitdagingen van de maatschappij. Er moeten kenniscentra uitgebouwd worden rond duurzaam bouwen, afvalverwerking, groene chemie, duurzaam vervoer en logistiek,

6

duurzame energiesystemen, enzovoort. De opgedane kennis moet nadien omgezet worden in productie en diensten, met ander woorden in groene jobs. Hoe gaat het ACV zichzelf vergroenen? AV: In onze krachtlijnen hebben we steeds aandacht voor de rol die het ACV zelf zal spelen. Het is maar al te eenvoudig om alleen te zeggen wat anderen moeten doen. We spraken af dat het ACV haar inspanningen op het vlak van informatie, vorming en begeleiding van militanten en vrijgestelden zal verhogen. In dit kader wordt expliciet verwezen naar het materiaal en de ondersteuning van de vzw Arbeid en Milieu. Ook zullen we allianties aangaan en steun zoeken bij andere groepen uit het maatschappelijk middenveld zoals de milieubeweging. We hebben natuurlijk niet gewacht op de Vlaamse ACV-dagen om de handen uit de mouwen te steken. Reeds vorig jaar beslisten we om in alle gebouwen een energieaudit uit te voeren en een energieplan op te stellen. Aan onze hoofdzetel wordt gewerkt aan een nieuw kantooorgebouw voor enkele organisaties van de christelijke arbeidersbeweging (KWB, KAV, KAJ). Dit wordt gebouwd volgens het passiefhuis-principe. Voor het bestaande gebouw wordt geïnvesteerd in een gloednieuwe WKK-installatie op basis van biobrandstofffen. We willen de ingeslagen weg zeker verder zetten. Bedankt voor het interview! Kris Van Eyck, verantwoordelijke Milieu-werking bij Dienst Onderneming ACV De volledige krachtlijnen van de Vlaamse ACVdagen kan je vinden op www.acv-online.be.

ACV congres, een democratisch proces

ARBEID

& MILIEU


BELEID

verslag over infoavond logistieke toekomst Vlaanderen In deze crisistijd wordt de verdere ontwikkeling van Vlaanderen als logistieke topregio steeds luider genoemd als een belangrijke hefboom om uit de crisis te geraken. Maar wegen de maatschappelijke baten (meer jobs) wel voldoende op tegen de maatschappelijke kosten (langere files,uitstoot C02 en fijn stof, ...)? Op 18 mei organiseerde Arbeid en Milieu in Leuven een eerste infoavond hierover.

M

Maatschappelijk debat Als vakbonden en milieubeweging vinden we dat het maatschappelijke debat over de mobiliteitsafwikkeling ten gevolge van de uitbreiding van de logistieke activiteiten gevoerd moet worden. Heel wat vragen worden gesteld: • Gaan de files niet nog langer worden door meer logistiek, zodat onze bedrijven helemaal niet meer bereikbaar worden? • Welke impact zal meer logistiek hebben op het klimaat (uitstoot van CO2) en onze gezondheid (uitstoot van fijn stof)? • Gaat meer logistiek ook gepaard met meer jobs, of alleen maar met meer containers? • Is een meer duurzame logistieke ontwikkeling mogelijk?

Om een globale visie te kunnen ontwikkelen over de verdere ontwikkeling van de logistiek in Vlaanderen, bracht Arbeid en Milieu op 18 mei een aantal geïnteresseerden uit de vakbonden, milieubeweging en economische wereld samen om voor een eerste maal van gedachten te wisselen. Twee deskundigen leidden het thema in. Langetermijnvooruitzichten transport Inge Mayeres , transportdeskundige van het Federaal Planbureau, keek in haar glazen bol, en zette enkele feiten en cijfers op een rijtje over de langetermijnvooruitzichten voor het transport in België. En die vooruitzichten zien er niet goed uit. Zo zal het goederenvervoer in België tegen 2030 stijgen met 60% ten opzichte van 2005, terwijl het gebruik van de vrachtwagen slechts met 5% zal afnemen (van 72% naar 67%) het goederenvervoer per spoor stijgt slechts 3% (van 12% naar 15%), de binnenvaart blijft nagenoeg status quo (van 13% naar 14%). Kosten doorrekenen Van een echte ‘modal shift’ – waarbij er meer goederen van de weg worden gehaald en vervoerd worden per spoor of binnenvaart – zal dus geen sprake zijn. De oorzaak van deze oppermachtige positie van koning vrachtwagen ten opzichte van de trein of het binnenschip moet gezocht worden bij de te lage belasting van de vrachtwagen in vergelijking met de marginale externe kosten veroorzaakt door het goederenvervoer op de weg. De kosten veroorzaakt door files (stilstaan kost geld) en de uitstoot van schadelijke kosten (CO2 en andere schadelijke stoffen zoals fijn stof) worden met andere woorden te weinig doorgerekend in de prijs per kilometer. Hierdoor blijft voor transporteurs de vrachtwagen eigenlijk te goedkoop in vergelijking met de trein of het binnenschip, waardoor het niet ‘loont’ om de modal shift te maken. Inge Mayeres besluit dat een beleidsaanpassing zich opdringt, en dat dus een betere afstemming nodig is tussen de belastingen en de externe kosten voor de vervoersmodi. Als er niets verandert aan het beleid, zullen de congestiekosten sterk toenemen1.

1

De studie ging uit van een jaarlijkse groei van 2%. maar ook bij een lagere groei, blijven de conclusies geldig.

ARBEID

&

MILIEU

7


BELEID

Inge Mayeres

Alex Van Breedam

Erik Grietens

Natuurlijke biotoop Volgens Alex Van Breedam is Vlaanderen is een natuurlijke biotoop voor logistiek. Er zijn weinig regio’s in de wereld met zo’n hoge dichtheid aan logistieke stromen. We liggen nu eenmaal in het economisch hart van Europa, tussen de belangrijke logistieke “gateways” als Antwerpen en Rotterdam. De aanwezigheid van honderden Europese distributiecentra op ons grondgebied vormt een bewijs van onze logistieke roeping en ons logistiek talent De lusten worden sinds kort ook door de Nationale Bank van België becijferd: meer dan 9% van ons bruto binnenlands product en om en bij de 9% van onze werkgelegenheid worden gecreëerd door logistieke activiteiten. Slimme logistiek De toekomstige opportuniteiten zijn minder gekend en liggen volgens Van Breedam in het bundelen en regisseren van logistieke stromen. Het potentieel hiervan is makkelijk in te zien: heel wat goederenstromen lopen vanuit Vlaanderen kris kras naar het Europese achterland of komen eruit terug. Door deze bestaande stromen slim te bundelen wordt de beschikbare capaciteit van onze schaarse logistieke infrastructuur meteen veel beter benut. Het Extended Gateway® concept dat vandaag in Vlaanderen volop geïmplementeerd wordt, is er net op gericht om dikke stromen te creëren tussen logistieke “hotspots”, multimodale terminals en grote internationale gateways. Dikke stromen hebben het voordeel dat ze perfect gebruik kunnen maken van spoor en binnenvaart. Nog een stap verder is het regisseren van deze stromen. Regisseren wil zeggen dat de goederenstromen perfect op elkaar afgestemd worden, zelfs over de bedrijfsgrenzen heen. Legoblokjes Alex Van Breedam vergelijkt het met een volle doos Legoblokjes waarin de blokjes gewoon door elkaar liggen. Door te regisseren worden alle blokjes in de

doos perfect gestapeld, waardoor er plotseling 30% meer capaciteit beschikbaar komt in dezelfde doos. Als die beschikbare capaciteit opgevuld wordt met nieuwe stromen daalt de eenheidskost van elke logistieke beweging in het bestaande netwerk, zonder dat daarbij de maatschappelijke hinder toeneemt. Met andere woorden: als we de talloze logistieke stromen in Vlaanderen slimmer gaan bundelen, regisseren en structureren, zou onze regio hierdoor meer stromen kunnen behandelen binnen dezelfde capaciteit en zonder bijkomende maatschappelijke hinder. Vrijwaar de open ruimte Volgens Erik Grietens van de Bond Beter Leefmilieu (BBL) is de milieubeweging niet tegen een verdere ontwikkeling van logistieke activiteiten, maar kan dit enkel als er geen nieuwe open ruimte (een schaars goed in Vlaanderen) wordt ‘opgeofferd’. Enkel inzetten op logistiek is zowel economisch als ecologisch onverstandig, aldus Erik. Vlaanderen moet kiezen voor economische activiteiten die toenemende welvaart koppelen aan lagere milieudruk. We moeten klassieke industrieën helpen te innoveren en zich hier te verankeren, inzetten op nieuwe ecoindustrieën en –diensten, op doorgedreven energiebesparing en groene energieproductie. Tenslotte zegt BBL dat meer wegen niet noodzakelijk zorgen voor vlotter auto- en vrachtverkeer. Ze zuigen integendeel nog meer verkeer aan. Genereer geen nieuwe verkeersstromen op de weg, maar vermijd ze, bouw de behoefte af. Hoe zit het met onze infrastructuur? Tijdens de vragenronde werd de vraag gesteld naar de noodzaak van investeringen in een aantal ‘missing links’, wegen die een vlottere doorstroming zouden mogelijk maken. Volgens Inge Mayeres is het zomaar aanleggen van nieuwe autowegen zonder iets te doen aan de te lage prijs per kilometer een verkeerde optie. Ook werd gesteld dat ons wegennet zeer slecht wordt onderhouden in vergelijking met onze buurlanden. Waarom vinden we het logisch dat je moet betalen om in het buitenland gebruik te maken van een goed onderhouden autosnelweg, terwijl in België buitenlanders gratis kunnen rijden? Tenslotte kwam ook het rekeningrijden ter sprake. Hierover werd gezegd dat dit geen sociale maatregel is, omdat bij deze vorm van belasting het principe van tarifering naar draagkracht niet wordt gehanteerd. Arbeid en Milieu stelt vast dat deze avond slechts een eerste aanzet was om tot een breed gedragen standpunt te komen, en zal in de toekomst nog verder werken rond dit thema. Anton Gerits, coördinator Arbeid en Milieu vzw

8

Het panel

ARBEID

& MILIEU


WEBSITES IN DE KIJKER

I

Website nucleair forum

In februari startte de nucleaire sector een groot mediaoffensief via het Nucleair Forum, onder andere via de website www.nucleairforum.be . Het nucleair forum is een samenwerkingsverband van alle bedrijven en instellingen die met kernenergie te maken hebben. Het Nucleair Forum gooide er maar liefst 2 miljoen euro tegenaan. Niemand heeft naast de ja/nee borden in het straatbeeld kunnen kijken. De bedoeling is om na de zomer een nieuwe golf te lanceren. Veel subtiliteit hebben de miljoenen alvast niet opgeleverd.

W

www.greenbazaar.be

Wil je een spaardouchekop of een opwindbare zaklamp, maar weet je niet waar die te vinden? Of ben je eerder op zoek naar vegetarische bio-hondenbrokken? Dan biedt greenbazaar.be de oplossing. Dit is een interactieve Belgische portaalsite voor duurzame producten en diensten uit alle domeinen van het dagelijkse leven. GreenBazaar.be stelt u duurzame producten en diensten voor die beschikbaar zijn op de Belgische markt en geeft aan waar de producten aangekocht kunnen worden (bijna 700 producten/diensten bevinden zich op dit moment op GreenBazaar.be). GreenBazaar lanceert binnenkort groepsaankopen van producten of diensten. Op die manier worden milieuvriendelijke en/of fair trade producten toegankelijk voor een redelijke prijs: door meerdere kopers te groeperen, wordt het mogelijk interessante prijzen te bedingen.

D

www.duurzameontwikkeling.be De website www.duurzame-info.be werd in april in een nieuw kleedje gestopt en kreeg een nieuwe url: www.duurzameontwikkeling.be

Daar vindt u voortaan beleids- en praktijkinformatie over duurzame ontwikkeling in België. De website wordt uitgebouwd als interactief kennisforum voor middenveld, bedrijfsleven, overheden en burgers. U bent alvast uitgenodigd om via de nieuwe website het debat rond duurzame ontwikkeling aan te wakkeren, informatie aan te leveren en opinies te ventileren! Nieuwsgierig naar de inhoud en mogelijkheden van de nieuwe website? Surf dan snel naar www.duurzameontwikkeling.be Thijs Calu, educatief medewerker Arbeid & Milieu

Kernenergie is goed, en met hernieuwbare energie gaat het licht uit. Daar komt het zo’n beetje op neer. Dat is er zodanig over dat het zelfs niet evident was om iemand te vinden die de spotjes wou inspreken. Zo stapte acteur Koen De Bouw de studio weer uit, toen hij de teksten voor de neus kreeg: “Vanuit mijn vak ben ik het gewoon teksten te analyseren. Zeker op papier was het duidelijk dat dit pure manipulatie was en het bewustzijn groeide dat ik dat niet over mijn lippen kon krijgen.” (DM, 4/2/09) De lezer van de posters en de website wordt subtiel overtuigd van de onhaalbaarheid van een energietoekomst zonder kernenergie. De problematiek van het nucleair afval wordt bewust geminimaliseerd. Bijzonder bedenkelijk is dan ook dat de Nucleaire Afvalinstelling (NIRAS) bij de campagne betrokken is, via haar dochteronderneming Belgoprocess. Diezelfde NIRAS probeert een neutrale en objectieve consultatie te houden over de berging van het hoogradioactief afval uit de kerncentrales. Dat valt natuurlijk niet te combineren met een betrokkenheid bij de manipulatieve campagne van het Nucleair Forum. Hoewel het Nucleair Forum bij hoog en bij laag de neutraliteit van haar nucleaire promotiecampagne volhoudt, kreeg deze uiteindelijk toch politieke gevolgen. Minister Magnette kondigde in de Kamer aan dat Belgoprocess zich terugtrekt uit de campagne en het Forum. Daarmee bevestigen de minister en NIRAS de kritiek op de campagne, en op de betrokkenheid van de overheidsinstelling NIRAS bij de manipulatieve campagne. NIRAS trekt zich volledig terug. Een andere betrokken overheidsinstelling, het IRE, zal niet meer meewerken aan de campagne. Deze stappen zijn zeer significant, en eigenlijk ongezien. In 2008 droeg Belgoprocess 100.000 euro bij aan de campagne. Ze tonen dat zelfs binnen de nucleaire sector, de fameuze “ja/nee” posters, er meer dan een beetje over waren. Belgoprocess staat vandaag (15-6-2009) wel nog altijd op de site vermeld als partner van het Nucleair Forum. Bram Claeys, beleidsmedewerker BBL

ARBEID

&

MILIEU

9


BEDRIJFSBEZOEK

Verslag Bedrijfsbezoek Daikin Europe N.V. Donderdag 2 april werd Arbeid & Milieu uitgenodigd bij Daikin Europe N.V., in Oostende. Daikin Europe N.V. is een bedrijf dat bij velen spontaan het woord ‘airco’ naar boven zal halen, maar dat is niet langer hun enige, activiteit, integendeel! Daikin Europe N.V. heeft reeds een lange traditie met de ontwikkeling van omkeerbare warmtepompen, die naast de verwarmingsfunctie optioneel een koelfunctie hebben.

N

Na een kort fietstochtje - stilaan een traditie bij de bedrijfsbezoeken van Arbeid & Milieu - werden we met een 15-tal mensen ontvangen in de vergaderzaal. Ter inleiding werd een algemene presentatie over het bedrijf gegeven, gevolgd door wat meer uitleg rond de de milieu-inspannigen en activiteiten van Daikin Europe N.V.

door een betere uitsortering en het toepassen van de principes van de Ladder van Lansink1. Gedurende het transport van onderdelen wordt waar mogelijk gebruik gemaakt van herbruikbare verpakkingen in plaats van eenmalige verpakking. • Acties met betrekking tot energieverbruik: leidingen voor oververhit water werden geïsoleerd; In een nieuwe studie wordt nagegaan hoe de efficiëntie van de elektro-motoren geoptimaliseerd kan worden. Daarnaast is er bij Daikin Europe N.V. de nodige aandacht voor de persluchtsystemen, waarbij men lekken periodiek opspoort en meteen herstelt en met behulp van symbolen het gedrag in energiezuinige richting stuurt. Ook een nieuw type persluchtpistolen met een venturi-opening zorgen ervoor dat het persluchtverbruik daalt.

Aandacht voor milieu Meteen werd duidelijk dat Daikin Europe N.V. niet lichtzinnig omspringt met haar milieu-impact. Een reeks concrete acties getuigen hiervan, wat onder andere resulteerde in het (reeds 10 jaar) behalen van het West-Vlaams Milieucharter. Eind juni ’09 zal Daikin Europe N.V. voor de eerste maal de opvolger van het milieucharter, het duurzaamheidscharter, in de wacht slepen.

• De toeleveranciers van Daikin Europe N.V. worden gemotiveerd een milieuzorgsysteem te hanteren, vooraleer ze aan Daikin Europe N.V. kunnen leveren.

Een greep uit de ‘milieu-acties’ bij Daikin Europe N.V.: • Afvalbeheer: Afval probeert men bij Daikin Europe N.V. zoveel mogelijk onder controle te houden

Niet enkel intern wordt een grondig milieubeleid gevoerd. Ook verschillende afgewerkte producten wonnen milieugerelateerde awards. Daarnaast wordt getracht om zoveel mogelijk producten met een energie A-label op de mark te te brengen.

• Sinds Juli 2007 wordt groene elektriciteit, AlpEnergy, aangekocht bij Electrabel. Deze electriciteit uit hernieuwbare bron wordt door middel van waterkrachtcentrales opgewekt, dus zonder CO2 uitstoot te genereren.

In het D-Solution Plaza kregen we een deskundige uitleg rond de werking van warmtepompen

De nodige aandacht gaat ook naar de externe communicatie rond de bedrijfsvoering op vlak van de milieu-aspecten. Zo verscheen onlangs een ‘Environmental report’, een milieurapport dat Daikin Europe N.V. reeds voor de 5e maal uitbracht en waar we als bezoeker de nodige vragen rond konden stellen. We waren dan ook blij te vernemen dat men in de toekomst met enkele van onze opmerkingen rekening zal houden.

10

Aandacht voor werknemers Na deze voorstellingen kregen we een rondleiding in de fabriek zelf, waarbij ons opviel dat er veel aandacht gaat naar het comfort van de werknemers. Zo zijn in vele plaatsen in de productie platformen voorzien, die in de hoogte versteld kunnen worden. Op die manier kunnen de werknemers het platform naargelang hun grootte hoger of lager zetten om gemakkelijker te werken.

ARBEID

& MILIEU


BEDRIJFSBEZOEK

Bij Daikin Europe N.V. is veel aandacht voor de werknemers. Zo zijn op veel plaatsen in de productie platformen voorzien die in de hoogte verstelbaar zijn.

Om de communicatie met de werknemers te bevorderen wordt er dagelijks per productlijn en per shift een meeting gehouden. Eveneens bestaat er een systeem waarbij de werknemers voorstellen tot verbetering kunnen doen. RoHS Tijdens de rondleiding brachten we ook een bezoek aan de afdeling Kwaliteit van Daikin Europe N.V.. In het labo bevinden zich heel wat kleine en grotere onderdelen van alles wat in de productie gebruikt wordt. Het bleek te gaan om de verschillende componenten die stuk voor stuk uit de producten gehaald worden, waarbij elk afzonderlijk onderdeeltje (hoe onooglijk ook) wordt gescand, om na te gaan of het voldoet aan de zogenaamde ‘RoHS-richtlijn’. De RoHS-richtlijn (Restriction of Hazardous Substances) werd in het leven geroepen om schadelijke stoffen in elektrische producten die op de markt worden gebracht zoveel mogelijk te vermijden. Zo gelden er bijvoorbeeld maximum normen voor de hoeveelheid chroom 6, kwik en lood in een product. Bij Daikin Europe N.V. passen ze deze richtlijn sinds jaren strikt toe, met interne controles via X-straling, waarbij elke nieuwe component gescand wordt op de eventuele aanwezigheid van schadelijke producten. Hierbij gaat men zeer secuur tewerk. Door jarenlange ervaring met dit proces kunnen de medewerkers vaak al op het zicht zien of er schadelijke stoffen aanwezig zijn (“Gele schroeven, daar zit waarschijnlijk te veel Chroom 6 in!”). Enventuele nieuwe leveranciers die foute prototypes leveren vallen dan ook vlug door de mand.

Momenteel wordt deze richtlijn herzien en is er een tendens om deze af te zwakken voor air conditioners. Voor Daikin Europe N.V. heeft dit echter als gevolg dat al hun investeringen op vlak van de

Bedrijfsfiche Naam bedrijf: Daikin Europe N.V. Locatie: Zandvoordestraat 300, 8400 Oostende Aantal werknemers: 1395 medewerkers Activiteit: Daikin Europe N.V. werd in 1973 opgericht in Oostende, België, als onderdeel van Daikin Industries Ltd. Daikin Europe N.V. biedt niet alleen onderdak aan het Europese productie- en administratief centrum, maar is ook het verkoop- en marketinghoofdkantoor voor de EMEA. Als hoofdkantoor voor de EMEA (Europa/Midden Oosten/Afrika) is Daikin Europe N.V. verantwoordelijk voor meer dan een kwart van de geconsolideerde omzet van de Daikin groep. Het bedrijf produceert en verkoopt zijn toestellen op de verschillende markten in Europa, het Midden Oosten en Afrika. Daikin Europe N.V. heeft eigen vestigingen en distributeurs in al deze markten. Tijdens zijn meer dan 80-jarig bestaan is Daikin Industries van een producent van comfortkoelingproducten uitgegroeid tot een leverancier van totaaloplossingen die vier belangrijke gebieden bestrijkt: comfortsystemen voor thuis, geavanceerde verwarmingssystemen gebaseerd op de energiebesparende warmtepomptechnologie, industriële toepassingen, afkoelings- en ventilatiesystemen. Bezoek de Daikin Europe website op www.daikin.eu voor meer informatie over Daikin Europe N.V. en zijn producten.

ARBEID

&

MILIEU

11


BEDRIJFSBEZOEK controle hierrond voor niets zijn geweest. Daikin Europe N.V. meent dan ook dat er geen afzwakking kan zijn van de bestaande richtlijn. Daikin Europe N.V. geeft wel aan de controles in de toekomst te blijven doen, ook al zijn deze niet meer verplicht. Na de rondgang in de fabriek brachten we een bezoek aan het D-Solution Plaza , waar we meer uitleg kregen rond de werking van warmtepompen (zie kadertekst) en de ‘geïntegreerde systemen’ van Daikin Europe N.V.. Een voorbeeld dat hierbij tot de verbeelding spreekt is het zogenaamde ‘conveni-pack’-systeem. In de winter wordt bijvoorbeeld de warmte die uit frigo’s en diepvriezer wordt onttrokken in een supermarkt hergebruikt als verwarming voor de winkel. Dergelijke ‘slimme’ systemen werden reeds met awards beloond omwille van hun efficiënte manier van omgaan met energie. Carpooldatabank Tot slot kregen we nog even de tijd om vragen te stellen. Onder andere het beleid rond woon-werk verkeer werd hierbij toegelicht. Zo’n 90% van de werknemers gaat bij Daikin Europe N.V. met de wagen naar het werk, waarvan 25% carpoolt. Daarom wordt in de eerste plaats carpoolen gestimuleerd. Zo werd een database opgericht waarbij mensen op zoek kunnen gaan naar collega’s die in de buurt wonen en zich ook met de wagen verplaatsen. Men werkt hierbij met het systeem van ‘gegarandeerde ritten’, waarbij een taxi wordt geregeld als iemand bijvoorbeeld ziek wordt. Fietsers krijgen bij Daikin Europe N.V. een fietsvergoeding, en er is een overdekte fietsenstalling voorzien. Thijs Calu Educatief medewerker Arbeid & Milieu 1

2

Voorkeursrangorde van verwerking afval: 1.preventie 2. hergebruik 3.recyclage 4.verbranden 5. storten) Richtlijn 2009/28/EC van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen (Publicatieblad van de Europese Unie 5 Juni 2009, L 140/16)

Wat zijn warmtepompen? Hoe werkt het? In de lucht, water en grond is er ook bij lage temperaturen nog altijd energie (warmte) aanwezig. De temperatuur van deze energie is echter te laag om zomaar gebouwen of water op te warmen. Om deze energie op de juiste temperatuur te brengen gebruiken we warmtepompen. De energie nodig om deze thermische energie te transformeren tot de juiste temperatuur is slechts een deeltje van de getransformeerde energie. Warmtepompen verplaatsen de thermische energie (warmte) uit lucht, water of de grond van een lage naar een hogere temperatuur. Het transport van deze warmte gebeurt door een speciale vloeistof. Warmtepompen kunnen zowel in een verwarmingsfunctie als een koelfunctie voorzien. Soms worden beide functies gecombineerd. Om een gebouw te verwarmen wordt de warmte van buiten naar binnen verplaatst. Dit gebeurt doordat de vloeistof aan de buitenzijde van het gebouw verdampt (warmte onttrekt) en condenseert (warmte afgeven) aan de binnenzijde van het gebouw. Om een gebouw te koelen gebeurt het omgekeerde, de vloeistof onttrekt warmte aan de binnenzijde van het gebouw die aan de buitenzijde wordt afgegeven. Minder Energie Hiervoor heeft de warmtepomp energie nodig, maar deze energie is 3 tot 5 keer minder dan de energie die het oplevert in de vorm van warmte. Ook de totale energie die nodig is voor de verwarming is veel lager dan de conventionele systemen. Minder CO2-uitstoot Doordat een warmtepomp minder energie gebruikt, is ook de CO2-uitstoot veel minder. Hernieuwbare energiebronnen De benodigde energie voor de verwarming wordt uit lucht, water of bodem gehaald, allemaal bronnen van hernieuwbare energie, zoals recent gedefinieerd in de richtlijn ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen2. Als de elektriciteit die nodig is om de warmte uit die grondstoffen te halen ook nog eens hernieuwbaar is (zoals bv. zonne-energie), dan is het plaatje compleet.

afval: 1.prev

12

Werking warmtepomp

ARBEID

& MILIEU


DOE-HET-ZELF Flyeren, niet de meest duurzame manier van reclame maken. ©flickr.com

Duurzaam feesten Een goed feestje is altijd leuk. Al te vaak gaat het plezier echter ten koste van ons milieu. Het meest sprekende voorbeeld zijn de festivalterreinen na afloop: een waar slagveld van bekers, blikken, glas, verpakkingen allerhande, ... . Maar ook kleinere evenementen kunnen soms heel wat afvalarmer. Arbeid en Milieu verzamelde enkele nuttige tips om je evenement in duurzame richting om te buigen, zonder dat we aan amusement hoeven in te boeten. Met enkele eenvoudige maatregelen kun je al veel bereiken!

G

Herbruikbare Beker: © idm

1. Gebruik herbruikbare bekers Gebruik geen wegwerpbekers, maar herbruikbare bekers. Je drankje zal je evenveel smaken, maar is de milieu-impact ten opzichte van wegwerpbekers wordt gehalveerd! In het streven naar afvalarme evenementen is dit dus een belangrijk instrument. Uit onderzoek van OVAM blijkt dat herbruikbare bekers minimum 32 keer gebruikt moeten worden om milieuvriendelijker te zijn dan wegwerpbekers uit het bioplastic PLA. In het onderzoek werd ook de klassieke wegwerpbeker opgenomen. Daaruit bleek dat de milieu-impact op grote outdoor evenementen van alle bekers dezelfde is. Meer info over dit onderzoek vind je op http://ovam. be/jahia/Jahia/pid/858 2. Gebruik biodegradeerbare en composteerbare borden en ander cateringmateriaal Tegenwoordig is veel biodegradeerbaar en composteerbaar cateringmateriaal op de markt. Ook dit helpt je in de strijd tegen de afvalberg! Laat die wegwerpborden dus achterwege en ga op zoek naar duurzamere alternatieven. 3. Gebruik Fair Trade en/of biologische producten Vele producten die op evenementen verkocht worden hebben een Fair Trade en/of biologische tegenhanger. Even lekker, maar op sociaal en/of milieuvlak kunnen evenementen die dergelijke producten verkopen een serieuze steen bijdragen!! 4. Beperk het uitdelen van flyers tot het minimum Je hoeft geen wetenschapper te zijn om te constateren dat de overgrote meerderheid van de flyers hun doel voorbij schieten, met andere woorden door bijna niemand gelezen worden. Ondanks de vermelding ‘niet op de openbare weg gooien aub’ belandt nog steeds een aanzienlijke meerderheid toch op die weg, het festivalterrein, .... Daarnaast sneuvelen heel wat bomen voor niets. Als eventueel

alternatief kunnen een aantal grote posters worden uitgehangen in plaats van duizenden flyers af te drukken. De echt geïnteresseerden worden op die manier wel bereikt. 5. Afval sorteren Wij Belgen zijn al vrij goed vertrouwd met het sorteren van afval. Jammer genoeg wordt dit nog al te vaak gereduceerd tot het thuis sorteren. Op evenementen staan meestal vuilnisbakken waar alle afval in gedeponeerd mag worden. Het sorteren kan eventueel op grotere evenementen (waar niet enkel drank geconsumeerd wordt) gestimuleerd worden door het gebruik van verschillende soorten vuilnisbakken (Restafval, PMD, Glas, ...). Maak hierbij zo duidelijk mogelijk wat waarin moet. Nieuw dit jaar is de eventscan die de organisatoren leert hoe ze hun milieuprestaties kunnen verbeteren. Waar het soms aan ontbreekt bij al deze inspanningen is een tekort aan juiste cijfergegevens en een duidelijk zicht op de belangrijkste afval- en materialenstromen. Daarom lanceert de OVAM dit jaar de eventscan, een milieu-audit voor evenementen. De evenementen die dit jaar geselecteerd werden, zullen allen de eventscan testen en toepassen. De eventscan stelt de OVAM in staat om de afvalcijfers en de impact van alle milieumaatregelen in kaart brengen. Maar belangrijker nog is dat de organisatoren met de resultaten van de eventscan aan de slag kunnen. Zij krijgen een overzicht van hun verbeterpotentieel: zaken die ze nog kunnen of moeten aanpakken om minder afval te veroorzaken en meer afvalarme producten en materialen te gebruiken. Verdere nuttige info over het organiseren van afvalarme evenementen vind je op http://www. ovam.be/jahia/Jahia/pid/1779

ARBEID

&

MILIEU

13


DOE-HET-ZELF

Arbeid en Milieu goes duurzaam Via het lopende project Duurzaam van 9 to 5 zijn we Doe het zelf fiches aan het klaarstomen over heel diverse thema’s: van duurzaam energiebeheer tot duurzaam beleggen van pensioengelden. Binnen het thema Duurzaam Aankopen zijn we een stappenplan aan het uitwerken hoe een délégué de onderneming kan aansporen tot een duurzamer aankoopbeleid.

B

Begin bij jezelf Verbeter de wereld, en begin bij jezelf, zegt het spreekwoord. Dus hebben we op het secretariaat eens gekeken wat we zelf konden doen. En er is meer mogelijk dan je op het eerste zicht zou denken. Neem nu kantoormaterialen. • De printetiketten waren op, nu gebruiken we ecologische etiketten, en die plakken even goed! • We zijn overgeschakeld op biologische fair trade koffie en thee, en die smaakt even goed • we hebben het WC-papier met bloempjes en parfum vervangen door een ecologische variant, en ... onze hygiëne is er niet op achteruitgegaan • de zeep is nu ook biologisch afbreekbaar • ons afwasproduct is eveneens biologisch (met label)

Heeft dit veel moeite gekost? Helemaal niet! Bij een bepaalde firma1 die zich gespecialiseerd heeft in ecologische kantoormaterialen hebben we een catalogus besteld, waarin al deze producten overzichtelijk samen gebracht zijn. de bewuste printer , duurzaam hersteld

Maar moeilijk gaat ook, zo bewijzen volgende beslissingen die we ook moesten nemen. De printer is kapot... De electronische printerkaart in onze printer was defect geraakt. Zowel de verdeler waar de printer was aangekocht, als het hoofdkantoor Benelux van de fabrikant (Brother) probeerden ons te overtuigen om een nieuwe printer te kopen. Dat zou maar nauwelijks iets meer kosten dan de vervanging van de printerkaart. Wat ze er echter niet bij vertelden, waren volgende ‘bijkomstigheden’: deze goedkope printers worden in China of een ‘nog lager loon-land’ in zeer slechte arbeidsomstandigheden in elkaar geknutseld. de kans is heel groot dat onze afgedankte printer via allerlei achterpoortjes op een of andere afvalberg in Afrika zou terechtkomen, waar kleine zwartjes die electronica dan zonder bescherming en tegen een hongerloon gaan ontmantelen (zie artikel in ons vorige magazine) voor het produceren van een nieuwe printer zijn weer nieuwe grondstoffen nodig (en onze aarde is al meer dan opgebruikt) het transport van de nieuwe printer van de fabriek in China naar ons kantoor in Berchem en van de defecte printer van Berchem naar de afvalberg in Afrika veroorzaken heel wat kg CO2-uitstoot ... en werd vakkundig hersteld Een kleine zoektocht op het internet leerde ons dat enkele kilometers verderop (in Lier) een bedrijfje2 zich gespecialiseerd had in het herstellen van defecte printers. En deze herstelling was bovendien goedkoper dan de aankoop van een nieuwe printer. Dus is een technieker bij ons ter plaatse gekomen, en op een half uurtje tijd was de klus geklaard. Door het inschakelen van de diensten van dit herstelbedrijf, hebben we dus met ons klein vzw-tje een stukje Vlaamse tewerkstelling gecreëerd, die je bovendien een 100% groene job kan noemen. En we hebben de aarde niet moeten plunderen door de aankoop van een nieuwe en het dumpen van een oude printer. In de economieboekskes noemen ze dit een win-win situatie. Surftip: www.makeitfair.org (waar je ook een petitie kan tekenen om betere arbeidsomstandigheden te vragen in de IT-sector) Anton Gerits, coördinator Arbeid en Milieu

14

1 www.pandava.com 2 www.printerservice.com

ARBEID

& MILIEU


AFSCHEID

Bestuurswissels Arbeid en Milieu heeft afscheid moeten nemen van twee gedreven bestuurders: Ellen van Hertbruggen (ACLVB) en Tom Willems (ACV). We wilden graag weten hoe zij terug kijken op hun bestuursperiode bij Arbeid en Milieu.

H

Hoelang ben je afgevaardigde geweest in het bestuur bij A&M? Ellen: ACLVB werd lid van de vzw Arbeid & Milieu in september 2003. En dit voor de eerste maal. Ik had dus de eer en het genoegen om als eerste van ACLVB toe te treden tot het bestuur van A&M. Tom: Het ACV heeft na een aantal jaar afwezigheid in 2002 besloten om opnieuw toe te treden tot Arbeid en Milieu. Ik ben in 2003 beginnen werken op de studiedienst van het ACV. Als milieu- en energiedeskundige werd ik de afgevaardigde in de raad van bestuur en hielp ik mee aan de inhoudelijke voorbereiding van activiteiten. Af en toe schreef ik een artikel in het magazine. Waarom verlaat je het bestuur van A&M? Ellen: Ik blijf waar ik ben bij ACLVB, maar door enkele interne verschuivingen werd mijn takenpakket wat gewijzigd en uitgebreid. Daarom hebben we ervoor geopteerd om de studiedienst van de Vlaamse Regionale van ACLVB uit te breiden met een bijkomende adviseur voor het pakket milieu, energie en economie. Dit omdat enkel op die manier deze thema’s grondig kunnen opgevolgd worden en ze ook een meerwaarde voor onze organisatie betekenen. We hebben Suzanne Kwanten aangeworven, die gezien haar interesses en opleiding hiervoor de geknipte persoon is en bijgevolg lid van de Raad van Bestuur van Arbeid & Milieu wordt.

Mijn afscheid is dus helemaal niet zo drastisch. Ik blijf trouw op post bij de Vlaamse Regionale van ACLVB, maar ga me meer bezighouden met de interne werking en ik blijf een aantal thema’s opvolgen zoals het subregionaal sociaal-economisch overleg (serr-resoc), sociale economie, maatschappelijk verantwoord ondernemen en vooral ook mobiliteit. A&M zal dus zeker en vast nog beroep op mij kunnen doen. Tom: Ik verlaat de raad van bestuur van A&M omdat ik sinds kort niet meer werk voor het ACV. Na meer dan zes jaar beleidswerk en soms moeizaam overtuigingswerk had ik nood aan concrete verwezenlijkingen. Ook het dagelijks op en af pendelen naar Brussel, in combinatie met gezin en nog een paar hobby’s begon zwaar te wegen. Daarom ben ik ingegaan op een aanbod van projectverantwoordelijke bij de groene stroomproducent en -leverancier Ecopower. Ecopower is een coöperatieve waarbij de klant als aandeelhouder rechtstreeks mee participeert in nieuwe projecten. De filosofie van het bedrijf trok me aan. Ik blijf dus in de mij vertrouwde energiesector en zal binnen de sector van de hernieuwbare energie het energiebeleid blijven opvolgen. Wat is je fijnste herinnering aan A&M? Ellen: Het fijne aan A&M is vooral het feit dat je telkens kan terugkeren naar de basis. Je werkt dan voor je achterban: de leden, délégués en militanten. Je maakt de zaken voor hen concreet, je doet de vertaalslag. Het is altijd leuk om van een wereld van adviesraden, kabinetten en administraties terug te kunnen afdalen naar de leefwereld van de gewone mens en werknemer. Tijdens de vergaderingen van Arbeid & Milieu ging het er bovendien altijd gezellig en gemoedelijk aan toe. Ook dat is iets wat ik zeker ga missen. Tom: Er is niet één moment dat ik kan omschrijven als dé beste herinnering van Arbeid en Milieu. Ik heb het altijd fijn gevonden om naar Arbeid en Milieu te komen. In vergelijking met het werk in de adviesraden, waren de vergaderingen van Arbeid en Milieu eerder ontspannend. Logisch als je onder gelijkgezinden iets moet voorbereiden. Ik heb aan Arbeid en Milieu aangename ontmoetingen en vriendschap overgehouden. Ik heb me nu lid gemaakt van de organisatie, zodat ik op de hoogte blijf van de activiteiten en nog af en toe langs kan komen. Wat vond je het grootste ‘shit’moment tijdens je mandaat bij A&M? Ellen: Ik herinner me maar één echt ‘shit’moment. Dit was in mijn beginperiode van A&M en ook in

Ellen Van Hertbruggen

ARBEID

&

MILIEU

15


AFSCHEID

menten moeten in het juiste perspectief geplaatst worden en vooral gerelativeerd worden. Tom: Ook voor deze vraag heb ik niet één echt slecht moment dat eruit springt. De grootste ontgoocheling was allicht de soms magere opkomst voor activiteiten waar veel werk in gestoken was, zoals de info-avonden over duurzaam werken. Je moest voortdurend achter de mensen aanzitten om aanwezig te zijn. Ook werden veelal dezelfde overtuigde mensen bereikt, terwijl juist één van de bedoelingen van de vzw er in bestaat om het debat breder open te trekken naar leden die nog niet helemaal mee zijn met het ecologische verhaal, ten einde een breder draagvlak te creëren voor duurzame ontwikkeling. Het ecologisch thema wordt nog onvoldoende als een prioriteit gezien in de vakbondswerking. Heb je een bepaalde evolutie vastgesteld bij A&M tijdens jouw bestuursperiode? Ellen: A&M is vooral meer geprofessionaliseerd. We hebben altijd gedreven projectmedewerkers en coördinatoren gehad bij A&M, maar sinds A&M een erkende milieuvereniging is moest er wel wat geprofessionaliseerd worden. Subsidies krijg je natuurlijk niet zomaar. Organisatorisch loopt alles nu ook meer op wieltjes, denk ik. Er werden draaiboeken gemaakt voor debatavonden, studiedagen, het Magazine, enz… En vooral... er zijn nu twee vaste medewerkers voltijds in dienst en dat maakt dat er ook meer ruimte is op inhoudelijk vlak. Tom Willems (ACV)

16

het eerste jaar van het “Intersyndicaal milieuproject”. Samen met ABVV en ACV kregen we van de toenmalige minister van leefmilieu de opdracht te werken rond milieuthema’s, o.a. over milieu en gezondheid. A&M kreeg de opdracht hierover een studiedag voor de drie vakbonden samen te organiseren. Alles verliep vlot tot er plots een hele grote ACV delegatie binnenkwam die niet vooraf had ingeschreven. Plotseling was de zaal veel te klein en de lawaaihinder groot. Daarbij kwam dan nog dat wij als ACLVB nog maar net gestart waren met een milieuwerking en dus in vergelijking met ABVV en ACV inhoudelijk dus een grote achterstand hadden die we niet konden wegstoppen. Dit zorgde natuurlijk voor de nodige commentaar vanwege de deelnemers van de andere vakbonden. Achteraf heb ik van de ACLVB deelnemers moeten horen: “Als het zo zit, doen we niet meer mee”. En toen heb ik echt gedacht van shit, waar ben ik aan begonnen. Maar... nu kunnen we er eens mee lachen. Ondertussen hebben we intensief vormingen over milieuthema’s gegeven en hebben we toch een serieus inhaalmanoeuvre gedaan. Dus ook ‘shit’mo-

ARBEID

& MILIEU

Tom: Arbeid en Milieu is gegroeid tot een professionele organisatie waar heel wat kennis en ervaring aanwezig is. Arbeid en Milieu heeft zich vooral toegespitst op vormingsactiviteiten en het aanmaken van informatiebrochures voor militanten. We hebben de stap gezet naar twee voltijdse medewerkers op het secretariaat. Het is alleen spijtig dat de opgedane kennis soms onvoldoende gevaloriseerd wordt. Vakbonden zouden meer beroep moeten doen op de vzw voor hun interne vormingsactiviteiten. Wat zijn volgens jou de sterktes van A&M? Ellen: Op zich is de samenstelling en het opzet van A&M al uniek: de drie representatieve vakbonden samen met de milieubeweging. We leren standpunten van elkaar kennen, we kunnen hiervoor begrip opbrengen en we kunnen vooral daar veel ervaringen uitwisselen. Bovendien zijn milieuthema’s dikwijls ‘de -ver –van- mijn- bed -show’ voor délégués en militanten en hebben ‘de groene jongens’ vaak een slechte naam. A&M probeert dat nu juist te verhelpen. En in deze maatschappij waar milieu en energie toch


AFSCHEID

meer en meer centraal komt te staan, is dit heel belangrijk. Tom: De sterkte van de organisatie ligt in de samenstelling: via de vakbonden beschikt de vzw over een groot doelpubliek. Bovendien maken de vakbonden en milieubeweging vaak dezelfde analyses over wat er fout loopt met de economische globalisering. Alleen leggen de organisaties soms verschillende accenten of prioriteiten. Het gevaar bestaat dan dat onze leden tegen elkaar uitgespeeld worden door het lobbywerk van de werkgevers. Via de werking van Arbeid en Milieu moeten we dit trachten te voorkomen. Netelige dossiers moeten daarom tijdig besproken kunnen worden binnen de werking van Arbeid en Milieu. Ik denk dan bijvoorbeeld aan de eis van de industrie om zoveel mogelijk gratis emissierechten te krijgen. Onder het voorwendsel van delocalisatie worden onze leden dan onder druk gezet. Terwijl we steeds het volledige plaatje voor ogen moeten houden. Wat zijn volgens jou de zwaktes van A&M? Ellen: A&M is een kleine vzw en heeft nog wat te kampen met een te kleine naambekendheid en populariteit. Bovendien is A&M, omwille van de beperkte subsidie, steeds verplicht om bijkomende projecten te zoeken. Dit samen met de verplichting om allerlei verslagen te maken en er op toe te zien dat alle wettelijke administratieve verplichtingen worden nagekomen, maakt soms volgens mij dat er kostbare tijd verloren gaat om inhoudelijk te werken. Maar die dingen moeten nu eenmaal ook gebeuren en dit geldt voor alle vzw’s. Tom: De zwakte van Arbeid en Milieu is dat de organisatie onvoldoende bekend is. Dit is ook het gevolg van zijn samenstelling. De verschillende lidorganisaties nemen immers standpunt in. Arbeid en Milieu doet weliswaar aan voorbereidend en sensibiliserend werk, maar komt nooit met eigen standpunten naar buiten. De organisatie is ook sterk afhankelijk van subsidies. Het is dus voortdurend zoeken naar nieuwe projecten. Daardoor is het moeilijker om een duidelijke planning op te stellen.

A&M zal altijd wel een kleine vzw blijven, maar ook daarin zit een sterkte. “Small is beautiful”, en geloof me, wij weten waarover we spreken als kleinste vakbond. A&M moet er gewoon voor zorgen dat ze de juiste thema’s kiest en zorgt voor een concrete en bruikbare output voor de doelgroep. “Op een grootschalige manier, kleinschalig werken”, dat is waarvoor A&M moet staan en ik weet heel zeker dat dit met de huidige medewerkers kan. Veel succes nog A&M en heel erg bedankt want ik heb veel bij jullie geleerd. En..we zien elkaar weer! Tom: Arbeid en milieu moet meer geïntegreerd worden in een netwerk van andere ngo’s, zodat de organisatie meer naambekendheid krijgt. De verhuis naar de nieuwe kantoren in Brussel zal daar allicht toe bijdragen. Dan kan Arbeid en Milieu nog beter de brugfunctie vervullen tussen sociale en milieu verenigingen. Het milieuthema staat nu centraal op de internationale politieke agenda. Ook voor de vakbonden wordt dit een steeds belangrijker thema, al dringt dit nog niet helemaal door tot de lokale werking. Vaak ontbreekt de capaciteit en de middelen bij de vakbonden om hier rond te werken. Dit is een kans voor Arbeid en Milieu om de verzamelde kennis beter te valoriseren. Misschien kan Arbeid en Milieu in de toekomst ook meer ingezet worden als een intern overlegorgaan over socio-ecologische problemen waar onze economie en samenleving mee geconfronteerd wordt en kan A&M gebruikt worden als een forum om een gemeenschappelijke boodschap naar buiten te brengen. Bedankt Ellen en Tom. Wij wensen jullie het allerbeste in jullie nieuwe bezigheden! Anton Gerits, coördinator Arbeid en Milieu

Waarop zou A&M meer moeten (of kunnen) inzetten de komende jaren volgens jou? Ellen: A&M is mijn inziens heel goed bezig. Verbeterpunten zullen er altijd zijn. A&M zat tot nu toe erg geïsoleerd in een kantoor in Berchem. Met de verhuis naar Brussel zullen ze samen met andere organisaties het gebouw delen. Ik zou zeggen: profiteer hiervan om het netwerk van A&M te vergroten en maak vooral gebruik van de kennis en expertise van de andere organisaties. Suzanne Kwanten, opvolgster van Ellen

ARBEID

&

MILIEU

17


GROENE JOBS

Wat doet de Internationale Arbeidsorganisatie voor de vakbonden en de milieubeweging? Peter Poschen is senior raadgever duurzame ontwikkeling aan de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO). Onze voorzitter Dominique Kiekens ontmoette hem in Genève en sprak met hem over de functie van de organisatie, de financiële crisis, groene jobs en vele andere dingen.

W

Wat doet de IAO? Wat doet de IAO voor de actieve leden van de vakbonden? Voor de delegees, leden van het comité, de ondernemingsraad? De IAO is de enige organisatie op wereldniveau waarin de vakbonden stemgerechtigde leden zijn. Met andere woorden de vakbonden beheren de IAO. Peter Poschen, adviseur duurzame ontwikkeling bij de IAO

18

Alles wat we doen, doen we om werknemers te steunen. We stellen internationale arbeidsnormen op, bouwen aan internationaal arbeidsrecht, we stellen regels op die van toepassing zijn in alle landen. We verbieden kinderarbeid en dwangarbeid, zijn voor gelijke kansen zodat iedereen in de werksituatie gelijk behandeld wordt naar loon en werkomstandigheden. We beschermen het recht op vereniging van werknemers in alle landen zodat iedereen die dat wil, zich bij een vakbond kan aansluiten en over zijn werkomstandigheden in dialoog kan treden met zijn werkgever. De IAO promoot de rechten van werknemers in alle landen. Onze organisatie telt meer dan 180 landen. De landen zijn niet alleen vertegenwoordigd door hun regering maar ook door de afgevaardigden van de werknemers en werkgeversorganisaties. Wij luisteren naar het standpunt van werknemers over globalisering, armoedebestrijding, ontwikkeling. We helpen ook individuele landen bij problemen met de werking van de sociale inspectie, bij de uitbouw van arbeidsdiensten, bij de opleiding van arbeidsinspecteurs, bij het uittekenen van richtlijnen voor veilig werk. We helpen landen om minimum lonen vast te leggen, om arbeidsdiensten uit te bouwen die werklozen begeleiden op de arbeidsmarkt, om sociale zekerheidssystemen te ontwikkelen. Vakbonden kunnen technische steun vragen aan de IAO over al deze onderwerpen. Er zijn eenheden gespecialiseerd in de uitbouw van vakorganisaties. In West-Europa tellen de bonden minder leden en hebben ze minder macht dan voordien maar ze blijven een gevestigde waarde. Heel wat ontwikkelingslanden kennen geen vakbonden of zeer zwakke bewegingen. We helpen de vakbonden te groeien, beter en sterker te worden of te installeren. Hoe gaan jullie te werk in een land waarin geen vakbonden zijn? We starten met de basisconventies zijnde het recht op vereniging en op collectief overleg. We dringen bij de landen aan op een ratificatie van deze conventies. De meeste landen namen de conventies op

ARBEID

& MILIEU


GROENE JOBS in hun nationale wetgeving. We bestaan ondertussen 90 jaar. Onlangs hadden we nog een zaak in één van de Arabische landen. Zij pasten de grondwet aan zodat verenigingen zich ook daar kunnen ontwikkelen. IAO en de crisis In West-Europa zijn vakbonden bezorgd over het behoud van jobs. Zeker nu in tijden van globale financiële en economische crisis. Wat is de oplossing van de IAO voor de problemen die de financiële en economische crisis stelt? We stelden een reeks beleidsvoorstellen op. Voor de landen maakten we een voorstellenpakket bestaande uit: het aanmoedigen van de vraag en van investeringen. Consumenten en investeringen zorgen voor jobs. Enerzijds zorgen beschermingsmaatregelen zoals werkloosheidsuitkering, pensioen, gezondheidszorg,... voor een stabiele vraag naar goederen en diensten. Anderzijds kunnen werknemers en werkgevers op het niveau van de onderneming collectieve overeenkomsten sluiten over werkherverdeling of 4/5de werk. Zodat er geen werknemers moeten ontslagen worden. De IAO weet dat loonverlies de werknemers in een zwakkere onderhandelingspositie zet. Wij stellen voor dat het resultaat van collectieve onderhandelingen over werkherverdeling geen loonverlies inhoudt. Verder kunnen regeringen investeringen in bedrijven aanmoedigen door leningen toe te staan. We dienen de crisis te gebruiken om ons voor te bereiden op de periode nadien: • de economie kan zich voorbereiden op een economische activiteit met minder milieu-impact • de regering investeert momenteel massaal in economisch herstel. Deze investeringen kunnen leiden naar een groene economie en de creatie van groene jobs. • de werknemers onderhandelen over werkherverdeling en kunnen de vrijgekomen tijd gebruiken om zich bij te scholen in groene jobs. Dit gebeurt al in sommige landen zoals Korea, de Verenigde Staten, China maar ook, zij het in mindere mate, in Frankrijk, Duitsland en Japan. Voorbeeld: de bouwsector De Bouwsector, bijvoorbeeld, kampt momenteel met moeilijkheden. Zij voelen de rechtstreekse gevolgen van het ineenstorten van de huizenmarkt. Een nieuwe niche voor de bouwsector is de huizen en gebouwen energie-efficiënt maken. Regeringen kunnen hierin investeren. Energie-efficiëntie zorgt voor tewerkstelling: isolatie, het plaatsen van zonnepanelen, kortom alle ingrepen om de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen. Hierdoor verlagen de kosten voor energie. Uiteraard gaat dit gepaard met vaardigheden en ervaring in isoleren of in het plaatsen van zonnepanelen. Daarop kunnen werknemers zich nu voorbereiden. Deze ingreep creëert niet alleen jobs

Dominique Kiekens

in de bouwsector maar in de totale leveranciersketen: transport, materiaal. Dit is een goed voorbeeld van overheidsinvesteringen die onmiddellijk tot jobcreatie leiden en tegelijkertijd investeren in een duurzame toekomst. IAO en groene jobs Hoe zou je het groene jobs initiatief van de IAO uitleggen aan een Belgische delegee? Je zou het een tijdbom kunnen noemen. Wetenschappers analyseerden klimaatverandering zeer nauwkeurig de laatste 10 jaar. Momenteel weten we over de hele wereld dat klimaatverandering een gevolg is van menselijk handelen. Het is het resultaat van het gebruik van petroleum, kolen, gas en tot op een bepaalde hoogte van ontbossing en landbouw. Hierdoor ontstaan er extreme weersomstandigheden: meer droogtes en overstromingen. Australië bijvoorbeeld kende een aantal jaren na elkaar enorme droogtes die de voedselprijzen beïnvloedden. Australië exporteert vooral graan. Door de droge weersomstandigheden werd graan uit Australië zeldzaam. Dit was een van de redenen waarom de voedselprijzen stegen vorig jaar. Nu zijn de droge periodes voorbij en wordt het noorden geteisterd door overstromingen terwijl het zuiden enorme bosbranden kent. Sowieso zal het klimaat onvermijdelijk veranderen als gevolg van onze industriële activiteiten de laatste 100 jaar. Hittegolven zoals die van 2003 in Europa met dodelijke slachtoffers in Spanje en Frankrijk worden normaal. Toen moesten we water exporteren naar Barcelona omdat het drinkwater er op was. Warm, warmer, warmst Als we echter niets doen aan de broeikasgassen die we produceren wordt het erger dan de zomer van 2003. Enerzijds dienen we ons aan te passen aan de huidige klimaatverandering, anderzijds moeten we dringend onze uitstoot van emissies terugdringen. Hierin dienen de geïndustrialiseerde landen een voortrekkersrol te spelen. Wij stootten al de meeste emissies uit. We moeten ingrijpen opdat de veranderingen niet uit de hand lopen, opdat we geen

ARBEID

&

MILIEU

19


GROENE JOBS temperatuurstijging van 2 graden krijgen. Oceanen worden dan water met bubbels die schuimen zoals een goed geschonken Belgische pint waarin vissen niet overleven. Dit zou een dramatische impact hebben op het leven in de oceaan. 2 graden temperatuurverandering lijkt niet veel maar in het menselijk lichaam veroorzaakt een stijging van 2 graden koorts en dan zijn de gevolgen niet te overzien. De temperatuurverandering met regen en droogtes als gevolg, volgen elkaar zo snel op dat de natuur zich niet kan aanpassen. Hoe ziet een groene job eruit? Alle jobs die de milieu-impact van productie en consumptie reduceren. Jobs die minder energievoorziening vragen. We spraken al over de bouwsector waarin werknemers gebouwen isoleren opdat ze energiezuiniger worden. Jobs die schonere energie produceren, energiebronnen zonder emissies maar ook gasinstallaties waarbij de uitstoot geminimaliseerd wordt. De auto-industrie Wat zijn de gevolgen of de mogelijkheden van schonere jobs voor bijvoorbeeld de auto-industrie? Sommige landen kennen een bonussysteem: als je een nieuwe energiezuinige auto koopt dan krijg je

een overheidstussenkomst. Dit zorgt voor een daling in de consumptie van petroleum. Dikwijls zijn het gewoon kleinere auto’s: i.p.v. een auto die 8 tot 10 liter verbruikt een auto die rijdt op 4 of 5 liter. Dit is een stap in de juiste richting. Schone auto’s stoten minder dan 120 gram uit terwijl zwaardere auto’s meer dan 200 gram uitstoten. Tot op een zekere hoogte kan je de auto-industrie groener maken. Dit is echter niet de oplossing voor de emissie-uitstoot van transport en voor andere problemen zoals accidenten, files, geluidsoverlast, geur. Auto’s hebben veel nadelen. Als je investeert in meer publiek transport in bussen, trams en treinen, als je voor de middenlange afstand investeert in hoge snelheidstreinen in plaats van vliegtuigen dan is er minder overlast. Dit horen de werknemers in de auto-industrie niet graag! Ik weet het, maar de beste manier om jobs te verliezen is niks doen. Zie naar de visindustrie. We vissen te veel en als we niks doen sterven heel wat vissoorten, met het uitdoven van de visvangst als gevolg. Doen alsof het probleem niet bestaat doet het niet verdwijnen. We moeten ons realiseren dat sommige sectoren niet kunnen blijven werken zoals ze nu werken.

De auto-industrie, een sector in moeilijkheden. ©flickr.com

20

ARBEID

& MILIEU


GROENE JOBS staalindustrie. Dit heeft alles te maken met minder vraag naar staal uit het Westen en meer productie van staal in andere werelddelen. De auto-industrie zal met zware herstructureringen moeten afrekenen. Hiervoor het hoofd in het zand steken zou dom zijn. Zoals het ook dom zou zijn om nu zwaar te investeren in luchtvaart, wetende dat de dagen van goedkope kerosine geteld zijn. Je kunt beter investeren in hoge snelheidstreinen voor de afstanden in Europa. Dan creëer je jobs met een toekomst.

Plaatsing van een windturbine

Wat is het alternatief voor deze sectoren? Kijk naar wat er gebeurt met General Motors in de Amerikaanse auto-industrie. Zij zitten midden in een crisis omdat ze de vraag naar energiezuinige wagens negeerden. De auto constructeurs die het nu goed doen zijn diegenen die zich voorzien hadden op energiezuinige wagens: kleine auto’s en hybride motoren. Pas op: werknemers in de auto-industrie hebben ervaring in het verwerken van materiaal dat ook in publiek transport gebruikt wordt. Een wagen bouwen duurt 30 manuren, een treinwagon maken duurt 3000 werkuren. Dus we zetten zeker geen mensen op straat met een groene economie. Er zal een transitie naar een groene economie zijn. Je kunt dit beter in de ogen kijken dan te wachten tot er geen alternatief meer is. Zoals General Motors of Chrysler die recht op een faillissement afstevenen. Wij pleiten ervoor dat zij die hun job verliezen omwille van klimaatverandering hulp krijgen bij het vinden van een nieuwe job. In Europa is de kolenontginning min of meer verdwenen maar die was sterk aanwezig in België, Engeland, het noorden van Frankrijk. Deze regio kende een zware depressie bij het sluiten van de mijnen. Nu weten we wat erop ons afkomt en kunnen we er ons beter op voorbereiden. We mogen niet totaal afhankelijk worden van de lokale auto-industrie of de lokale koolmijn voor jobvoorziening. We moeten uitkijken naar nieuwe jobs, naar nieuwe vaardigheden en kennis. We moeten mensen helpen aan jobs die een toekomst hebben. Sommige industrieën komen onder druk te staan. Dit heeft niet alleen met klimaatverandering te maken. Denk aan de globalisering en de schommelingen die veroorzaakt werden in de

In België is uw auto uw vrijheid...? Ja, ik weet het, en auto’s betekenen nog veel meer dan dat. Ze zijn een statussymbool. Veel mensen hebben een veel grotere auto dan…goed. Echte vrijheid is de vrijheid om keuzes te maken, bestaat uit toegang tot diensten, uit mobiliteit. In Zwitserland is voor een afstand van minder dan 6 km een fiets sneller dan een auto. Het verkeer gaat in de bebouwde kom niet meer vooruit. Dat is geen vrijheid. Integendeel: het wordt hoe langer hoe meer gevangenschap. Als je dan nog eens rekening houdt met het geld dat je moet verdienen om een auto en benzine te kopen dan werkt een auto helemaal niet bevrijdend. Goede toegang tot openbaar vervoer creëert jobs. In de Verenigde Staten heeft onderzoek uitgewezen dat Staten met beter toegankelijk openbaar vervoer minder werkloosheid kennen. Kwalitatief toegankelijk openbaar vervoer bespaart tijd, tijd die je anders besteedt aan geld verdienen voor een auto, aan files, enz. Momenteel kan je auto’s delen met andere gebruikers. Heb je een bestelwagen nodig dan kan je die lenen. Je eigen auto heeft praktisch altijd het verkeerde formaat: te groot om alleen in te rijden en te klein om naar IKEA te gaan. Delen met andere automobilisten levert een grotere keuze op. Groene jobs en vakbonden In het groene jobs initiatief speelt de vakbond een belangrijke rol. Hoe zien jullie de rol van de vakbeweging? De vakbonden waren de enige grote sociale groep die benadrukte dat onze levensstijl niet houdbaar was, dat de manier waarop we consumeren op lange termijn niet duurzaam is, dat we ons bestaan op de helling zetten. Vakbonden bleven dit herhalen in de jaren ’90 wanneer iedereen geloofde in economische groei en globalisering. Er was een soort van collectieve illusie, maar vakbonden wisten dat dit niet kon blijven duren. Nu is het van het grootste belang dat vakbonden opkomen voor verandering. Dat ze hun ongerustheid over hun leden en jobs uiten. Vakbonden staan voor solidariteit met alle werknemers en werklozen, ook in andere werelddelen. Als je uitgaat van het belang voor iedereen

ARBEID

&

MILIEU

21


GROENE JOBS

Windturbine fabriek, een sector in opmars

22

dan is verandering noodzakelijk. Hierbij mogen we niemand met de vinger wijzen of straffen, geen regio’s, geen sectoren. Bepaalde jobs worden momenteel bedreigd. Dat moeten we op een volwassen manier onder ogen zien. Met voldoende alternatieven, begeleiding en hulp. Daar zal de verandering uit bestaan. Werknemers en bedrijven hebben hier hulp bij nodig. Werknemers en werkgevers kunnen veel doen om het bedrijf energiezuiniger te maken. Zelfs in de energie-intensieve sector, vooral in de energieintensieve sector. Op de werkplaats kan er veel gebeuren: minder pollutie, een lager energieverbruik. Werknemers kennen hun werkplaats, ze kennen de werkprocessen. Hier op de IAO merkten de gebouwverantwoordelijken dat de keuken 15% van het totale energieverbruik opneemt. De werknemers hadden de meeste ervaring om energiezuinige maatregelen aan te brengen. Zij reikten de oplossingen aan. Hier zijn ontelbare voorbeelden van, toch wordt deze voor de hand liggende oplossing nog niet genoeg gebruikt. Werknemers hebben de verantwoordelijkheid om internationaal en met hun overheid in dialoog te gaan over de sectoren van de toekomst, over problematische sectoren waarbij we moeten nadenken over de toekomst van deze sectoren of regio’s. Tegelijkertijd kunnen werknemers op de werkplaats al heel wat energiebesparende initiatieven nemen. Op ieder niveau kunnen werknemers heel wat doen.

ARBEID

& MILIEU

Sociale dialoog omhelst traditioneel arbeidsvoorwaarden en - omstandigheden. Zoals het hier geschetst wordt kan de dialoog ook een instrument zijn om jobs te behouden en te creëren op een waardige wijze? Zeker, ook al zijn sommige werkgevers sceptisch over groene thema’s in onderhandelingen. Misschien kan het comité voor veiligheid en gezondheid met haar ervaring hierin een voortrekkersrol spelen. Veel milieuproblemen in het bedrijf zijn problemen van veiligheid. Alleszins hebben we de medezeggenschap van werknemers nodig. We hebben al een aantal internationale voorbeelden waarin sociale dialoog in milieuaangelegenheden wordt gebruikt. Bijvoorbeeld in Spanje overlegden de sociale partners tripartiete over de toepassing van het Kyoto protocol. Spanje dient enorm te reduceren. Zij organiseerden rondetafels over hoe ze de inspanningen over de verschillende sectoren konden verdelen: over de energie-intensieve sector, cement, staal, glas. Ze kwamen tot een nationaal akkoord. In de sectoren kijken de sociale partners ook naar de gevolgen van de overeengekomen reductie in uitstoot. Sommige kolencentrales moesten sluiten en werden vervangen door windmolenparken of zonne-energie. De Spaanse overheid investeert sterk in groene energie. Enerzijds sluiten vervuilende centrales in Spanje, anderzijds worden nieuwe energievoorzieningen opgebouwd. De sociale partners bespraken deze


GROENE JOBS

transitie: hoe kunnen we werknemers opvangen en begeleiden naar hun nieuwe job. Sociale dialoog helpt regeringen aan informatie over en legitimering van groene initiatieven. Vakbonden en milieubeweging werken samen Kan de vakbeweging een sterke partner zijn voor de milieubeweging? De Verenigde Staten zijn hierin een goed voorbeeld. De arbeiders en milieubeweging werkten samen om de transitie naar een groene economie mogelijk te maken. De Staten in de VS die al een milieuprogramma uitwerkten, zijn deze waarin arbeid en milieu samenwerken: California, New York. De Blue-Green Alliance1 promoot deze beleidsverandering zeer systematisch en consistent. Zij bestaan uit de grootste milieubewegingen en de metaalarbeiders. Ondertussen nemen de vakbonden deel. Ze bepalen mee het wettelijk kader van groene jobs waarin beslissingen genomen worden door de minister van arbeid, samen met de minister van energie. In de Bush administratie konden noch de milieu- noch de arbeidersbeweging met de overheid spreken, en dus spraken ze met elkaar. Hoe kan een milieuactivist vakbonden motiveren? Milieuactivisten moeten weten dat het onderwerp ‘milieu’ technisch is, maar dat de gevolgen economisch en sociaal zijn. Een technische duiding van milieu is verre van voldoende om mensen te motiveren. We moeten steeds rekening houden en verwijzen naar de sociale en economische consequenties. Ik denk dat de meeste mensen in hun hart begrijpen dat er een verschil is tussen levensstandaard en levenskwaliteit; dat materieel genot niet is wat iedereen ervan verwachtte; dat meer materiële voldoening ons niet vooruit helpt en de toekomst van onze kinderen hypothekeert. We leerden dat ons model van globalisering niet werkt voor mensen. Inkomens daalden. Zelfs al kijk je naar al het geproduceerde in Euro’s, toch daalde het inkomen. Er is een probleem van distributie van de groei. Diegenen die meest nood hebben aan groei, de armen in de geïndustrialiseerde landen maar zeker ook de armen in de ontwikkelingslanden, voor wie meer voedsel niet zou leiden tot overwicht, hartproblemen, diabetes maar tot een volwaardig leven, zij kunnen de vruchten van deze groei niet plukken.

economische ontwikkeling focust op kwaliteit en niet op kwantiteit en kent een betere distributie van wat we produceren. Daarin vinden arbeiders en milieubewegers elkaar. Ik ben steeds gefascineerd over hoe verantwoordelijk individuele werknemers reageren op milieuvraagstukken. Ik kom net terug van een educatief programma in China met zeer bescheiden werknemers, je zou ze arm kunnen noemen denk ik. Wanneer je met hen milieuproblemen bespreekt dan voelen zij zich verantwoordelijk, dan willen zij de oplossingen aanreiken. Zij zijn niet de oorzaak van milieuproblemen maar trekken zich er wel het meeste van aan. Het beïnvloedt hun gemeenschap, zij ondergaan de meeste milieuproblemen. In tijden van economische groei geven mensen om het milieu, willen ze minder vervuilen. Bij economische achteruitgang komen jobs op de eerste plaats staan. Je kunt niet afwisselend nu het ene en straks het andere benadrukken. Beide verdienen aandacht. Dat willen we met groene jobs doen. Als de groene veranderingen niet werken voor arbeidsmarkten, als sommigen meer moeten bijdragen of inleveren dan anderen, dan veranderen we niet! Wij adviseren milieubewegingen om eerlijk te zijn over de omwenteling, er zullen kosten zijn en om er zorg voor te dragen dat de kosten eerlijk verdeeld worden. Nu is het steeds gevaarlijk wanneer een kleine groep van werknemers de agenda blokkeert. De energiesector bijvoorbeeld is zeer kapitaalintensief en minder arbeidsintensief. Als een kleine groep van werknemers de agenda blokkeert en beweert niks aan klimaatverandering te kunnen doen omdat 50 000 jobs op de helling staan, dan zijn dat zeer gevaarlijke situaties. Dan worden honderdduizenden jobs in andere sectoren op de helling gezet. Wij willen een eerlijke oplossing vinden voor sectoren met problemen maar staan niet toe dat iedere vooruitgang afgeblokt wordt. Dominique Kiekens, voorzitter Arbeid en Milieu

1 www.bluegreenalliance.org

Geen groei om de groei Vanuit milieu oogpunt dienen we tot een kwalitatief leven te groeien voor iedereen zonder extravagante hoge economische groei. Zo’n extreem hoge economische groei vraagt meer planeten dan 1 aarde. Zo’n extreem hoge groei zal altijd op de rug van anderen bekomen worden. Rechtvaardige

ARBEID

&

MILIEU

23


SECTOR IN DE KIJKER

Publicaties in de kijker Onzichtbare risico’s in het draadloze tijdperk

V

Karel en Caroline van Huffelen

In dit boek hebben Karel en Caroline van Huffelen op begrijpelijke wijze de belangrijkste informatie uit de berg aan wetenschappelijke studies en literatuur uit de doeken gedaan. Een groot pluspunt: het boek is bedoeld voor de leek, dus een technische achtergrond van welke aard ook, is niet nodig om dit boek te begrijpen. Vele handige tips om de gezondheidsrisico’s van GSM’s en draadloos internet te beperken komen aan bod. Daarnaast wordt ook aandacht besteed aan praktijkinformatie over zendmasten en antennes in je woonwijk en de schadelijkheid ervan voor de volksgezondheid. Ook draadloos internet en onderwerpen als elektrosensibiliteit komen aan bod. Kortom: een echte aanrader voor al wie zich wil informeren op het onderwerp, met of zonder voorkennis.

Onze ecologische voetafdruk. De aarde bekeken vanuit de ruimte Dech, Olaser & Meisner

Dit boek toont ons spectaculaire beelden over onze aarde die de ernst van de huidige milieuproblematiek laten zien. De satellietfoto’s en de 3D-beelden tonen ons de sporen de afdruk die de mens achterlaat. Anderzijds tonen de foto’s ook hoe mooi onze aarde eigenlijk is, vanuit een standpunt die we op deze aarde nooit met eigen ogen kunnen aanschouwen, en geeft ze de boodschap mee dat het nog niet te laat is om het tij te keren.

24

ARBEID

& MILIEU

Of, om het met de woorden van Jan-Hendrik Bakker te zeggen (Algemeen Dagblad, 29 november 2008): In “Onze ecologische voetafdruk” wordt vanuit de ruimte zichtbaar gemaakt hoe ver de bemoeienis van de mens met moeder Aarde intussen reeds gevorderd is. [...] De foto’s hebben een dubbel effect. Enerzijds tonen ze een buitengewoon verontrustende werkelijkheid, anderzijds bezitten ze ook een grote schoonheid. Dat levert in combinatie een vervreemding die aan het denken zet. [...] Een informatief en krachtig boek, dat iedereen eigenlijk moet gelezen hebben.

Het mondiale uitzendkantoor. Waardig werk in tijden van globalisering en crisis John Vandaele en Dirk Barrez

In tijden van een mondiale economische en financiële crisis is pessimisme nooit ver weg. Toch verzinken Dirk Barrez en John Vandaele niet in het louter beschrijvende. Ze reiken ook oplossingen aan en zien hoop in de toekomst. De sterkte van het boek ligt vooral in de verwoording van een moeilijke realiteit, die toch met vele duidelijke voorbeelden en getuigenissen zo helder mogelijk wordt gemaakt. Begrippen als mondialisering en de ‘Green New Deal’ (als middel om uit de economische malaise te geraken) kennen steeds minder geheimen en worden perfect gekaderd in de sociaal-economische realiteit van vandaag. De hoopvolle tekenen laten zich op de achterflap als volgt verwoorden: “De crisis is een aansporing om een economie te bouwen die én sociaal is én ecologisch én democratisch”.


SECTOR IN DE KIJKER Duurzaam bouwen:

Interview met Justin Daerden Duurzaam bouwen zit in de lift, zoveel is duidelijk. Er gaat tegenwoordig geen Batibouw-editie voorbij zonder ruime aandacht voor het thema. In Duitsland werd het duurzaam bouwen verhaal zelfs gehanteerd om jobs te creëren, met bijkomende milieuwinst. Hoog tijd dus voor een interview met Justin Daerden, nationaal secretaris ACV Bouw en Industrie.

A

A&M: Kun je jezelf kort voorstellen? Als nationaal secretaris rond het thema ben ik enerzijds betrokken bij de werking van het bouwgebeuren en anderzijds bij dat van de industrie waar de bouwmaterialen geproduceerd worden.

Justin Daerden, Nationaal secretaris ACV Bouw en Industrie

A&M: Hoe definieer je duurzaam bouwen? Voor mij komt duurzaam bouwen vooral neer op 2 belangrijke aspecten. Enerzijds moet men voldoende aandacht hebben voor het energieverbruik. Zo zijn dubbel glas en dakisolatie een absolute must tegenwoordig. Zonnepanelen en dergelijke behoren natuurlijk ook tot het plaatje van duurzaam bouwen, maar investeren in dergelijke zaken doe je pas als je je energieverbruik zoveel mogelijk gereduceerd hebt. Ik ben blij dat de overheid veel campagne voert rond het thema, zonder daarbij de prioritiet – rationeel energieverbruik – uit het oog te verliezen. Daarnaast komt duurzaam bouwen ook neer op aandacht hebben voor de materialen die gebruikt worden. A&M: Merk je dat de principes van duurzaam bouwen in de lift zitten? Duurzaam bouwen is de laatste jaren inderdaad zeer sterk komen opzetten. De evolutie in de energieprijzen is hier de belangrijkste stimulans geweest. Ook de overheid heeft hierrond heel wat gesensibiliseerd en de meeste mensen beseffen nu wel dat een goeie isolatie en dubbele beglazing van primordiaal belang zijn. Het aantal huizen die nog steeds geen basisisolatie hebben is nog steeds hoog, maar al veel minder als pakweg 20 jaar geleden. Toen ikzelf verbouwde een 4-tal jaar geleden was een dakisolatie van 5 cm nog gewoon de norm. Tegenwoordig gaat dat veeleer richting 12 tot zelfs 20 cm. Een ander voorbeeld is grind: tegenwoordig legt men nergens nog nieuw grind. Als er grind wordt gelegd komt dit uit oud grind dat werd gerecycleerd. Ook de afbraak van gebouwen is natuurlijk belangrijk. Ook hier wordt alles tegenwoordig gesorteerd en zoveel mogelijk gerecycleerd. Zo’n zaken waren vroeger simpelweg ondenkbaar. Er is dus een ganse evolutie gekomen, die zich nu nog steeds doorzet. A&M: Recent trad de energieprestatieregelgeving in voege, die de ambitie heeft om de energieprestatie van nieuwe of te renoveren gebouwen in Vlaanderen te verbeteren. Heeft dit een groot effect gehad? Voor nieuwe woningen heeft dit veel teweeg gebracht. Zoals daarstraks al aangehaald zijn bijvoorbeeld de isolatienormen enorm verstrengd. Nadeel is echter dat de kost van een woning hierdoor ook vergroot. Ook al is dat procentueel gezien niet zoveel, als er op iets wat al heel veel geld kost pakweg 3% bijkomt, dan gaat dat nog steeds om heel veel geld.

ARBEID

&

MILIEU

25


SECTOR IN DE KIJKER

Ook het fenomeen huurhuizen is een groot knelpunt in dit verhaal. De verhuurder ligt niet wakker van de energiekosten, die worden toch ten laste van de huurder gelegd. We moeten ons dus op die groepen mensen concentreren door hen enerzijds te overtuigen van die langetermijneffecten en anderzijds moet de last voor die mensen zo laag mogelijk gehouden worden. Hierbij denk ik onder andere aan projecten die gefinancierd worden uit het zogenaamde Fonds ter Reductie van de Globale Energiekost (FRGE). Zoals bijvoorbeeld het autonoom gemeentebedrijf Energiebesparing Oostende (EOS), dat aan Oostendenaren renteloze leningen verstrekt voor energiebesparende maatregelen. Andere maatregelen die dit zouden kunnen stimuleren zijn prefinanciering, een derdebetalersregeling, het afbetalen van de lening voor de renovaties a rato van het bedrag dat je door de renovatie per maand bespaart aan energiekosten, …. Dit zijn de zaken die men moet stimuleren en die ik vandaag de dag nog te weinig zie. "Dakisolatie is tegenwoordig een absolute must”, aldus Justin Daerden. ©flickr.com

In se is die regelgeving een goeie zaak, zolang men voldoende aandacht heeft voor de gevaren van de kostprijs die bij vele mensen bepalend is. Daarnaast komt nog eens de complexiteit van de vele regels en normen waar weinigen nog aan uitkunnen. We moeten voldoende aandacht besteden aan die elementen die de mensen tegenhouden om te investeren in rationeel energiegebruik en ervoor zorgen dat de kloof tussen de armen en de rijken hierdoor niet groter wordt.

26

A&M: IJveren jullie als vakbond naar een verdere verduurzaming? Welke extra maatregelen kan men nemen om die evolutie niet te laten stilvallen? De grootste uitdaging voor de vakbonden ligt voor mij in het overtuigen van de grote ‘middenmoot’. Tegenwoordig zijn er een aantal overtuigden die de middelen hebben om bijvoorbeeld extra te isoleren of zonnepanelen te plaatsen en te werken met een lange termijnvisie. Heel veel mensen denken echter op veel kortere termijn, vooral omdat ze niet de middelen hebben om verder te denken. Dat zijn echter meestal de mensen die in de slechtst geïsoleerde huizen wonen en dus relatief gezien het meest baat zouden hebben bij een energiezuinigere woning. Nu betalen ze zich blauw aan energiefacturen, maar door de beperkte middelen wil men eerst de andere kosten dekken en zo komt men in een negatieve spiraal terecht.

ARBEID

& MILIEU

A&M: In Duitsland kent men de fameuze ‘Alliantie voor Werk en Milieu’, een alliantie tussen de overheid, de vakbonden en de bouwsector, waarbij men 300.000 woningen per jaar renoveert, waardoor 200.000 jobs worden gecreeërd en een CO2 besparing van 2 miljoen ton wordt bereikt. Waar wachten we op om zoiets ook bij ons in gang te zetten? Het Duitse verhaal is inderdaad iets wat – terecht – vaak aangehaald wordt als goed voorbeeld. Anderzijds heb ik daar toch enige reserves bij. Er wordt met veel cijfers gezwaaid, die mij toch niet heel ovetuigend kunnen aantonen waar nu precies de netto-winst van die operatie zit. Concreet: wat is het netto tewerkstellingseffect geweest van de productie van isolatiemateriaal? Er zal ongetwijfeld op verschillende vlakken winst geboekt zijn, maar de echte effecten zijn mij niet helemaal duidelijk. Ik vergelijk dit ook altijd met onze situatie. Ten eerste is Vlaanderen een gans andere schaal dan Duitsland. Wij hebben 6 miljoen inwoners ten opzichte van de 80 miljoen inwoners van Duitsland. We moeten alles dus in het juiste perspectief bekijken. Laat ons eens de basiselementen in Duitsland bekijken, namelijk in de eerste plaats zorgen dat er geïsoleerd wordt, creëeren van tewerkstelling in de productie van isolatiemateriaal, tewerkstelling door het plaatsen van de isolatie, … . In Vlaanderen kennen we geen formele alliantie, maar rond die basiselementen gebeurt hier ook al heel veel. Of we hier dus ook nood hebben aan een dergelijke alliantie, durf ik te betwijfelen.


SECTOR IN DE KIJKER

Ik ben dus nog niet overtuigd dat Duitsland verder staat op dat gebied. Het lijkt me wel zeer nuttig om eens samen te gaan zitten met de Duitsers en ons meer te informeren. Dit kan perfect in de schoot van Arbeid & Milieu gebeuren (dat zijn we ook van plan. Eind augustus nodigen we de Duitse vakbonden uit in Limburg. Meer nieuws volgt. Nvdr.) A&M: We beleven vandaag een economische crisis, met ongeziene gevolgen in vele sectoren. Laat de crisis zich ook in de bouwsector voelen? Op dit moment laat de crisis zich wel voelen, maar zeker niet in dezelfde mate als in de industrie. Er is wel wat meer tijdelijke werkloosheid, maar er zijn nog niet echt veel bouwfirma’s failliet door deze crisis. De vrees is er echter wel dat als de crisis nog even duurt de effecten binnen een paar maanden wel zwaar gevoeld zouden kunnen worden. Nu blijven vele plannen liggen, die normaal gezien al in uitvoering zouden gegaan zijn. Voorlopig is dat geen groot probleem, maar op termijn zeker wel. A&M: Door te investeren in zogenaamde groene jobs in de bouwsector kunnen we misschien een brug maken over de crisis heen? Er kunnen op die manier inderdaad bruggen gemaakt worden. Zo was ik geschrokken toen minister Vandenbroecke zei dat er in Vlaanderen nog heel wat scholen zijn waar de elementaire isolatie niet aanwezig is. In die scholen en openbare gebouwen moet men durven investeren. Ooit moet het toch gebeuren, dan grijpen we deze crisis beter aan als een kans om ervoor te gaan. Dit zou goed zijn voor de tewerkstelling, en de scholen profiteren van de terugverdieneffecten.

A&M: De bouwsector evolueert blijkbaar snel, heb je het gevoel dat er voldoende opleidingsaanbod is, en dat er ook voldoende mogelijheid is om die opleidingen te volgen? In de bouwsector wordt heel veel energie en geld besteed aan vorming en opleiding. De opleidingen concentreren zich vandaag vooral op het grote verloop in de bouw. Zelfs als we zoals vandaag slechtere tijden beleven blijft de vraag naar opleidingen dus enorm. De opleidingen worden gecoördineerd door het Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid (FVB). Aparte opleidingen voor bijvoorbeeld isolatie bestaan er niet echt, omdat dat onderdeel uitmaakt van de opleidingen rond renovatie en eigenlijk niet echt om een aparte opleiding vraagt. Er is in de opleidingen dus wel al wat aandacht voor het isolatiegebeuren, al kan dat misschien nog wel wat beter. Om de opleidingen uit te voeren wordt hoofdzakelijk met de VDAB samengewerkt. Er zijn vaak lange wachtlijsten voor opleidingen in de bouw, maar dat is zo bij alle knelpuntberoepen. Ook voor tijdelijke werklozen is het niet makkelijk om een in een bijkomende opleiding te voorzien tijdens de periode van tijdelijke werkloosheid. Helaas vergt dit een enorme reorganisatie op heel korte tijd, maar het is wel een permanente zorg van de vakbonden A&M: Bedankt voor het interview! Thijs Calu (Educatief medewerker Arbeid & Milieu)

ARBEID

&

MILIEU

27


Milieukalender

Juli-Augustus-September

In het vorige nummer bespraken we kort een aantal van belangrijkste etappes in het syndicale milieuwerk binnen het bedrijf. Tijdens de zomermaanden is het evident wat rustiger in het bedrijf. Tijd om orde op zaken te stellen en te inventariseren wat we al hebben.

I

Danny Jacqmot

Inventariseer: Stel jezelf de volgende vragen: • Welke instrumenten werden dit jaar in het CPBw en de OR behandeld? • Via welke instrumenten heb je het meeste informatie verzameld over het milieubeleid van het bedrijf? • Wat is niet aan bod gekomen? Welke instrumenten bleven onderbenut? Een voorbeeld: het JAP werd wel besproken, maar er staan geen milieupunten in. • Wat wil je het komende jaar zeker verder uitspitten? Op welk terrein zie je zelf mogelijkheden? • Hoe staat het met de milieuvergunningen voor het bedrijf? Zijn er vergunningen die in het komende jaar en half dreigen te vervallen? Plan: Maak op basis hiervan een lijstje met wat je allemaal in het komende jaar wil te weten komen en over welke syndicale instrumenten je meer wil weten. Je kan meer te weten komen via gerichte vragen aan de milieuverantwoordelijke op het bedrijf en de verschillende brochures, vorming en online informatie van de vakbonden.

Hier zou de bespreking zeker moeten gebeuren

Mogelijke start van de bespreking

Start voorbereidingen door militantenkern

Motivatie: Als vakbond bemoeien we ons met het milieubeleid van het bedrijf. Een aantal redenen: • Het comité en de ondernemingsraad zijn het platform om alle nodige informatie over het bemilieu-vergunning JAP IMJV Jan Feb Mrt Apr Mei Jun Jul Aug Sep Okt Nov Dec

drijfsmilieubeleid te verkrijgen en te verwerken. Met deze informatie kunnen we vervolgens alternatieven voorstellen die de belangen van de werknemers en het milieu dienen. Veel werkgevers zijn voorstander van individuele milieu-initiatieven zonder bemoeienis of regelgeving van de overheid of de vakbonden. Deze initiatieven resulteren echter zelden in duurzame veranderingen. • De ondernemingsleiding is en blijft verantwoordelijk voor het milieubeleid van de onderneming. Een actief milieubeleid is in het belang van de werknemers: als we geen zorg dragen voor het milieu zullen we op termijn niets meer kunnen produceren en ook geen gezonde werknemers meer hebben om al het werk te doen. Hier is het korte termijn winstperspectief van de werkgever en de aandeelhouders vaak tegengesteld aan het lange termijnperspectief van duurzame tewerkstelling en zorg voor het milieu. • Bedrijven proberen vaak de milieuproblematiek op te lossen door er achteraf wat aan te doen. Het vuile water zuiveren, op de schouwen filters plaatsen, afval gescheiden verzamelen, recyclage... Bedrijven pakken dus in de eerste plaats de effecten van milieuvervuilende activiteiten aan. Dit vergt een dubbele inspanning. En bovendien kan niemand garanderen dat het nog goed gebeurt ook. De vakbond ijvert daarom voor een preventieve aanpak: zorgen dat er geen milieuproblemen ontstaan. Dit is ook van aanzienlijk belang voor de gezondheid van de werknemers, die vaak als eerste worden blootgesteld aan de vervuiling die de fabriek in de omgeving veroorzaakt. Danny Jacqmot, milieuverantwoordelijke Vlaams ABVV

jaarverslag milieucoördinator EFI

jaarlijkse toelichting


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.