AM magazine 01 2015

Page 1

PB- PP  Driemaandelijkse uitgave van Arbeid & Milieu vzw - jaargang 2015 - nr 1 - januari - februari - maart - ISSN: 1377-3445

BELGIE(N) - BELGIQUE

magazine Brussel 5, P209314

GROENE VAARDIGHEDEN VOOR GROENE JOBS DOSSIER GREEN SKILLS Groene vaardigheden voor groene jobs

Green skills in de sectorale opleidingsfondsen

p4

p9

Afgiftekantoor: 1050 Brussel 5/ Afzender: A&M, Tweekerkenstraat 47, 1000 Brussel

p19


AGENDA

in Am magazine #1 - 2015

Zondag 26 april 2015 Kaaitheater Brussel - 11u-19u ECOPOLIS: Boeken en debatten voor een juiste samenleving ECOPOLIS, de opvolger van ‘Het Groene Boek’, is dé ontmoetingsplek voor wie begaan is met een duurzame toekomst. Centraal op dit evenement staan beziel(en) de boeken, documentaires en dialogen tussen schrijvers, wetenschappers en denkers uit het middenveld over ecologie, economie en samenleving. Omdat ecologische uitdagingen geen taal- of landsgrenzen kennen, gaat Ecopolis voor divers, internationaal en interactief. Ecopolis daagt ook uit, met een kortverhalenwedstrijd ‘Ecofuture’ en de prijs voor het Beste Ecoboek. Dit jaar gaan de debatten over het nut van utopisch denken; een balanseconomie als antwoord op de tekortkomingen van de groei-economie; en praktische hefbomen voor een duurzame transitie, zoals complementaire munten en een burgeragenda voor het klimaat, naar aanloop van de COP in Parijs. De documentaire ‘Voices of Transition’ trapt haar Vlaamse tournee af, in aanwezigheid van regisseur Nils Aguilar. Sprekers zijn o.a. Philipp Blom (AT), Katherine Richardson (DK), Leander Bindewald (UK), Jean Paul Van Bendegem (BE) en Tinneke Beeckman (BE). Als afsluiter zal Alberto Acosta, voormalig minister van Energie in Ecuador, uitleggen wat ‘buen vivir’ of het goede leven betekent. Ecopolis is een organisatie van Het Groene Boek vzw, met als partners: Argus, Climaxi, Crosstalks, Denktank Oikos, EPO, Etopia, Kaaitheater, Kunstenpunt/ Flanders Arts Institute. Tickets en meer info: www.ecopolis.be

4

19

21

In dit nummer 3 Editoriaal – Duurzaamheid loont! 4 Groene vaardigheden voor groene jobs: een hype die wel zal overwaaien, of een teken van echte verandering die we best niet negeren? Werk maken van zogenaamde ‘green skills’ (of groene vaardigheden, groene competenties, …) zijn een must als we willen werken aan een rechtvaardige transitie richting een groenere economie. In dit artikel onder andere meer over wat die groene competenties zoal kunnen inhouden en wat dit kan betekenen voor werknemers in verschillende sectoren. 9 Green skills in de sectorale opleidingsfondsen De sectorale opleidingsfondsen, die paritair beheerd worden, kunnen een grote rol spelen in het verhaal van de groene competenties. Vooral het opleidingsfonds van de bouwsector heeft hierrond al heel wat werk verricht. Ook de vakbonden geven hun visie.

2

9

am magazine jaargang 2015 nr 1

19 Green Skills scheppen en redden jobs: 3 buitenlandse voorbeelden Frankrijk, Denemarken en het Verenigd Koninkrijk tonen ons de weg met een aantal goede praktijkvoorbeelden van hoe men de uitdagingen op het vlak van green skills heeft aangepakt. 21 Ecocampus: inzetten op de student van vandaag, de duurzame professional van morgen. Vergroenen van competenties start uiteraard al in het onderwijs. Ecocampus, een project van de Vlaamse overheid, ondersteunt, verbindt en inspireert het hoger onderwijs in hun zoektocht naar de integratie van het concept duurzame ontwikkeling in hun werking. 23 A&M in ’t kort Vernieuwde Labelinfo.be gidst je door het bos van duurzaamheidslabels


EDITORIAAL

COLOFON

Duurzaamheid loont! Duurzaamheid loont. Opnieuw tonen verschillende studies aan dat investeren in een groene economie op termijn meer voordelen dan nadelen meebrengt op vlak van jobs. We lichten er enkele uit. Het WWF liet berekenen dat een resolute omschakeling naar een groene economie in Europa 20 miljoen jobs kan opleveren tegen 2020. Op dit moment zijn er al zo’n 14,6 miljoen Europeanen werkzaam in de “groene sector”, maar er is dus nog een groot potentieel aan bijkomende tewerkstelling. Het gaat dan niet alleen om jobs zoals die in de hernieuwbare energiesector, maar vooral ook om jobs in bedrijven die meer inzetten op hergebruik en recyclage, in plaats van ontginnen en weggooien van materialen. Die jobs zijn bovendien arbeidsintensiever, meer lokaal verankerd, en kunnen bedrijven en overheden jaarlijks 500 miljard euro besparen. Te mooi om waar te zijn? Niet noodzakelijk. In het Verenigd Koninkrijk houden ze bij wat de impact is van milieumaatregelen tussen 2011 en 2022. Naast milieuen gezondheidswinsten, berekende het Britse ministerie voor milieu, voedsel en landbouw dat tot 2012 tegenover een kost van 4 miljard pond voor bedrijven, een gezamenlijk positief effect van 10 miljard pond staat. Ook het Europees milieuagentschap bracht recent haar vijfjaarlijks rapport

uit over de toestand van het leefmilieu in Europa. De Europese milieuregelgeving heeft, zo blijkt, duidelijk resultaat opgeleverd op vlak van afval, water, luchtkwaliteit, innovatie, wekgelegenheid en groene groei. Maar er blijven hardnekkige problemen bestaan en het potentieel wordt nog niet gerealiseerd. Alleen een grondige, structurele aanpak van ons hele productie- en consumptiesysteem biedt hiervoor een oplossing. Er is dus een echte transitie nodig, hier en daar bijsturen zal niet volstaan. Dat zien we ook in Vlaanderen. Daarom heeft men binnen het Vlaams Materialenprogramma een samenwerking opgestart die impact op jobs bekijkt bij een omschakeling naar een echte circulaire economie. We (want Arbeid & Milieu is ook betrokken) willen meer zicht krijgen op welke jobs bijkomen en welke veranderen. Maar ook: welke bijkomende of andere competenties zijn nodig om deze jobs uit te bouwen? Met andere woorden: welke “groene vaardigheden” hebben we nodig? Want onder meer het onderwijs, opleidingsinstanties als VDAB en ook sectorfondsen zullen deze veranderingen mee in goede banen moeten leiden. Ook in het sociaal overleg zullen de groene vaardigheden aan bod komen. Deze editie van AM Magazine is volledig gewijd aan het thema “green skills” en kan misschien een handige inleiding zijn voor wie in dit overleg actief is.

Groene vaardigheden zijn niet alleen technische vaardigheden. Om onze economie te verduurzamen moeten we bewust omgaan met duurzaamheidsuitdagingen. Bijvoorbeeld ook op vlak van energie. En daar geldt: de beste investering is die in energiebesparing. Werknemers kunnen hier ook hun steentje bijdragen. Arbeid & Milieu is dan ook trots te mogen aankondigen dat het zopas gestart is met een Europees project rond energiebesparing. Onder de noemer Save@ Work willen we werknemers bij overheden het waarom en hoe van energiebesparing op de werkvloer bijbrengen, met als rode draad een wedstrijd die gedurende een jaar loopt. Omdat het project veel extra werk met zich zal meebrengen, zijn we ook verheugd om Emma Denorme te mogen verwelkomen als nieuwe medewerkster van Arbeid & Milieu. Jorre Van Damme Coördinator A&M

AM magazine is een driemaandelijkse uitgave van Arbeid & Milieu vzw. Tweekerkenstraat 47 - 1000 Brussel Tel +32 (0)2 325 35 01 secretariaat@a-m.be, www.a-m.be Het secretariaat van Arbeid & Milieu vzw is op alle gewone werkdagen, van 9u tot 17u bereikbaar. Redactie: Tweekerkenstraat 47 - 1000 Brussel Druk: De Wrikker Lay-out: bigtrees. Foto cover: Thijs Calu Arbeid & Milieu magazine is een initiatief van Arbeid & Milieu vzw. Arbeid & Milieu vzw is een samenwerkingsverband waarin de arbeidersbeweging en de milieubeweging paritair vertegenwoordigd zijn. De arbeidersbeweging is momenteel vertegenwoordigd door het ABVV, ACV en ACLVB. De milieubeweging wordt vertegenwoordigd door de Bond Beter Leefmilieu. A&M magazine biedt, aan de hand van reportages, interviews, achtergrondartikels, colums en praktische tips, informatie over thema’s die zich situeren op het raakvlak tussen arbeid en milieu. Om de band tussen arbeid en milieu aan te tonen en te bevorderen. Want wij denken dat het absoluut noodzakelijk is om sociaal en ecologisch welzijn met elkaar te verzoenen. Zonder dat geen duurzame ontwikkeling. Een jaarabonnement op A&M magazine kost € 17,50. U kunt zich abonneren door dit bedrag te storten op het rek. nr. BNP Paribas Fortis BE54 0011 4959 5597, met vermelding ‘Abonnement 2014’. Geef ons ook je exacte adres en contactgegevens door via mail of telefoon en laat weten of je een factuur wenst. Geïnteresseerd in een proefnummer van A&M magazine? Contacteer ons op tel: +32 (0)2 325 35 01 of secretariaat@a-m.be Arbeid & Milieu vzw bestaat sinds 1988 en bracht voorheen ‘Arbeid en Milieu Nieuws’ uit. Redactieraad: Thijs Calu, Bert De Wel, Mike Desmet, Dominique Kiekens, Stijn Roovers, Brecht Van Roey, Fredrik Snoeck, Joris Van Damme, Rob Buurman, Pieter Verbeek, Timothy Wyffels en Emma Denorme. VU: Joris Van Damme Tweekerkenstraat 47 - 1000 Brussel AM Magazine wordt gedrukt op kringlooppapier. Het tijdschrift wordt gedrukt met vegetale inkten en zonder toevoeging van alcohol of alcohol vervangende producten. De redactie is niet gebonden door de inhoud van de genomen advertenties. Mits voorafgaande toestemming mogen artikels overgenomen worden. Dit kan alleen maar de betere verspreiding van milieu-informatie in al zijn facetten ten goede komen.

am magazine jaargang 2015 nr 1

3


Š marie-II

Elektrotechniekers kunnen vrij makkelijk omgeschoold worden tot onderhoudstechniekers voor windenergie, mits ze de nodige opleidingen kunnen volgen over elektronica en hydraulische systemen, veiligheidsprocedures en bediening en onderhoud.

Groene vaardigheden voor groene jobs: Een hype die wel zal overwaaien, of een teken van echte verandering die we best niet negeren? Met de vergroening van onze economie zien we ook jobs veranderen. Er is in enkele jaren al heel wat gezegd en geschreven over die zogenaamde groene jobs, ook in dit magazine. Toch is het nog goed om even stil te staan bij een welbepaald onderdeel van die groene jobs. Met name de groene vaardigheden of competenties, “green skills� in het Engelse jargon, die al dan niet noodzakelijk aanwezig moeten zijn of verworven moeten worden om de uitoefening of de creatie van die nieuwe groene jobs mogelijk te maken.

4

am magazine jaargang 2015 nr 1


De eerste studies die over dit onderwerp werden uitgevoerd, waren op zijn zachtst gezegd uiteenlopend in hun conclusies. Ofwel wachtte ons een schier onuitvoerbare taak om zowat iedereen om te scholen en bij te scholen om in onze nieuwe duurzame economie gelijk welke job te kunnen uitoefenen. Ofwel zouden we als vanzelf in die nieuwe groene jobs inrollen, zonder dat we het haast zouden merken. Groene jobs en het aanleren van de daarvoor noodzakelijke vaardigheden zou dus ofwel een aardschok teweegbrengen in onze economie, ofwel een puur hypothetische hype zijn waar we hoegenaamd niet van wakker moesten liggen. De waarheid ligt bij dergelijke uiteenlopende voorspellingen zoals wel vaker het geval is ergens in het midden. Natuurlijk moeten we niet allemaal terug naar de schoolbanken, maar zomaar vanzelf en onopgemerkt gaan veranderingen in de arbeidsmarkt natuurlijk zelden of nooit. Bovendien gaat het niet alleen over de vaardigheden van deze of gene groene of vergroende job. We zien op dit ogenblik duidelijk verschuivingen van tewerkstelling tussen sectoren, tussen bedrijven binnen sectoren, en binnen bedrijven of afdelingen van een groep. En we verwachten dat deze verschuivingen in de nabije toekomst zeker niet zullen afnemen. Veranderende economieën zijn echter niets nieuws. We hebben al meermaals grondige verschuivingen gekend. Denk aan die van landbouw, over de industriële naar een meer dienstgerichte economie. Of denken we aan de gevolgen van de automatisering en de informatisering, de invloed van het internet op onze consumptiepatronen, communicatie, kennisdeling en innovatie. Bij elk van die verschuivingen zijn ook jobs van inhoud veranderd, zijn er jobs verloren gegaan en zijn er nieuwe bijgekomen. Feit is wel dat die veranderingen in het verleden niet voor iedereen zomaar verteerd werden. Zo heeft mijn grootvader zaliger ooit besloten om zijn pensionering aan te vragen op het ogenblik dat de ambtenaren van de Europese Gemeenschap destijds besloten om de typmachines te vervangen door computers. Dat zag hij niet meer zitten, om dat nog te leren.

“Natuurlijk moeten we niet allemaal terug naar de schoolbanken, maar zomaar vanzelf en onopgemerkt gaan veranderingen in de arbeidsmarkt natuurlijk zelden of nooit.” Op dezelfde manier kan men zich voorstellen en zal het ook voorvallen, dat in een vergroenende economie mensen uit de boot vallen van onze arbeidsmarkt, helaas ook buiten hun eigen wil om. En dat hopen we toch te kunnen vermijden. Er duiken voor die nieuwe groene jobs ook dikwijls vragen op naar veranderingen op vlak van werkbaarheid, arbeidsvoorwaarden en –omstandigheden, bijvoorbeeld inzake veiligheid en gezondheid. En dat heeft dan ook weer een sterke verwevenheid met nood aan de juiste kwalificaties, vorming en opleiding voor die jobs. Daarom dat van Europees, over Vlaams tot op sectoraal niveau de Commissie, regeringen, arbeidsbemiddelingsdiensten, vormings- en opleidingsinstellingen, het onderwijs, én de sociale partners zich hiermee inlaten. We merken wel dat dit voor zowat iedereen nieuw terrein is als het aankomt op die “green skills”: waar sommigen al grote stappen gezet hebben, vaak onder druk van nieuwe regelgeving en normering, horen anderen het nog in Keulen donderen wanneer geconfronteerd met dit gegeven, laat staan dat er dan sprake is van enige visie, strategie of concrete maatregelen. Een extra woordje uitleg kan dus zeker geen kwaad, niet in het minst ter versterking van het sociaal overleg.

Groene economie, groene jobs Wat zijn groene jobs en vanwaar komen die groene jobs dan, of waarom en hoe vergroenen jobs? De internationale arbeidsorganisatie (ILO) definieert groene jobs als die jobs die bijdragen aan een vermindering van de negatieve impact op het milieu door bedrijven en economische sectoren, om uiteindelijk tot een duurzaam niveau te komen. Dit gaat dan over jobs in landbouw, maakindustrie , diensteneconomie en binnen de overheid, die bijdragen aan milieubehoud, én tegelijk voldoen aan criteria voor waardig werk, met name voldoende hoge verloning en veiligheids- en gezondheidsstandaarden, werknemersrechten, sociale dialoog en sociale bescherming. Dit is een brede, inclusieve definitie, wat impliceert dat een groene job als begrip of het groene gehalte van een job kan evolueren met de tijd. Naarmate de tijd verstrijkt en de economie sterker vergroent, kan wat vandaag als een groene job wordt aanzien morgen niet meer zo gezien worden.* Jobs vergroenen naarmate een economie vergroent. De vergroening van die economie wordt gestuwd door vier factoren, die ook onderling met elkaar verband houVergroening van de economie gaat gepaard met een verschuiving van jobs, zowel kwalitatief (andere jobs) als kwantitatief. Zo komen er jobs bij in de sector van het openbaar vervoer.

© wagenwerkplaats Amersfoort

am magazine jaargang 2015 nr 1

5


GROENE VAARDIGHEDEN VOOR GROENE JOBS

Ten tweede, kan de introductie van nieuw regels en de ontwikkeling van nieuwe technologieën resulteren in het ontstaan van totaal nieuwe beroepen. Hiertoe moet voorzien worden in de juiste opleidingen en de aanpassing van bestaande vorming- en opleidingssystemen. Ten derde, zullen nieuwe vaardigheden nodig zijn bij werknemers in veel bestaande jobs en industrieën die aan het vergroenen zijn. Denk aan werknemers in de auto-industrie die te maken krijgen met nieuwe technologieën voor energieefficiëntie, of aan werknemers in de bouw, die meer energiezuinig, ecologisch verantwoord en materiaalbewust moeten bouwen.*

Het is vaak een kwestie van de juiste bijscholing van werknemers of een juiste bijsturing van basisopleidingen om aan een bepaalde vraag te voldoen. Denk aan de installateurs van zonnepanelen, die soms elektriciens waren die bepaalde competenties van dakwerkers moesten leren (of omgekeerd). © The Climate Group

den: (1) fysieke veranderingen in het leefmilieu, zoals de gevolgen van klimaatverandering, waardoor we moeten inspelen op extreem weer, droogte, overstromingen of een stijgende zeespiegel ; (2) nieuw beleid en regelgeving; (3) technologische ontwikkeling en innovatie; en (4) veranderende gewoontes van de consument en een groeiende markt voor groenere producten en diensten. Daardoor krijg je veranderingen op twee vlakken. Er is een kwalitatieve verschuiving van jobs, doordat jobs inhoudelijk veranderen. En er is een kwantitatieve verschuiving, waar bv. meer jobs in het openbaar vervoer bijkomen, maar de inhoud van de job niet verandert.*

Een eerste manier is door wat we groene herstructurering noemen. We zien een verschuiving van minder energie-efficiënte en CO2- en materiaalintensieve activiteiten naar meer energie-efficiënte en minder materiaalintensieve en vervuilende activiteiten. Dit soort van transformatie veroorzaakt structurele verschuivingen van economische activiteiten op het niveau van de industrie, en dus van tewerkstelling, tussen en binnen industrieën. Daardoor zien we een vermindering van de vraag naar sommige beroepsen competentieprofielen en een stijgende vraag naar andere profielen. Voorbeelden hiervan vinden we in de energiesector, waar de hernieuwbare energie de tradi-

“Naarmate de tijd verstrijkt en de economie sterker vergroent, kan wat vandaag als een groene job wordt aanzien morgen niet meer zo gezien worden.” Groene jobs, groene vaardigheden De transformatie van de economie en de jobs in die economie beïnvloeden de behoefte aan vaardigheden op drie manieren.

tionele, fossiele energie uiteindelijk zal vervangen. Om dit op te vangen is er dus nood aan een kader waarbinnen werknemers kunnen (om)geschoold worden om van een krimpende sector naar de groeiende te migreren.

* International Labour Organization (2011), “Skils for green jobs, a global view”, p 4

6

am magazine jaargang 2015 nr 1

Net zoals we een kwalitatieve en kwantitatieve verschuiving zien in jobs onder invloed van een vergroenende economie, zien we logischerwijze een kwalitatieve en kwantitatieve verschuiving van noden aan vaardigheden die met die veranderende jobs samenhangen. Dit wil zeggen, we zien een groeiende nood aan sommige vaardigheden, een krimpende nood aan andere. We zien nieuwe noden aan bepaalde vaardigheden. Nieuwe noden aan vaardigheden is echter iets anders dan totaal nieuwe vaardigheden die zouden ontstaan. Er is weinig bewijs dat we voor de uitdaging staan om onszelf heruit te vinden. Meestal worden uitdagingen rond vergroening van jobs het hoofd geboden door het toevoegen van bepaalde vaardigheden aan bestaande en reeds verworven competenties, of door nieuwe combinaties van competenties te maken. Mat andere woorden: een gewijzigde combinatie van vaardigheden of een toevoeging van vaardigheden, of “upskilling”, is nodig eerder dan totaal nieuwe vaardigheden. Een ander onderscheid kunnen we maken tussen technische groene vaardigheden en generieke groene vaardigheden, en kan het vorige punt ook mee verduidelijken. Technische competenties evolueren voortdurend, met of zonder vergroening. Het is een kwestie van de juiste bijscholing van werknemers of een juiste bijsturing van basisopleidingen om


aan een bepaalde vraag te voldoen. Denk aan de installateurs van zonnepanelen, die soms elektriciens waren die bepaalde competenties van dakwerkers moesten leren, of dakwerkers die zich omscholen met de juiste technische bagage om zonnepanelen te kunnen installeren. Daarnaast is er echter nog een belangrijke, maar vaak over het hoofd gekeken groep van generieke, of algemene vaardigheden. Om al die veranderingen in gang te zetten, te begeleiden opdat ze naar wens verlopen en op te volgen, zien we immers een groeiende nood aan competenties ontstaan die niet technisch of specifiek van aard zijn, maar eerder algemeen. Doch daarom niet minder belangrijk. Dan gaat het over sensibilisering rond

bestaat voor verandering, … Zonder die mensen met dergelijke vaardigheden, verandert er meestal helemaal niets. Ook die vaardigheden zijn dus cruciaal om onze economie en onze jobs te vergroenen, en een aantal daarvan verdienen dan ook een meer prominente plaats in het rijtje van competenties waarover we zouden moeten kunnen beschikken.

duurzaamheid in onderwijs en naar werkgevers en werknemers toe, over interdisciplinair samenwerken, veranderingsmanagement, enz… Zonder de mensen die met de juiste kennis van zaken de juiste impulsen geven, die bruggen bouwen tussen verschillende eilandjes van kennis, die theorie in praktijk kunnen omzetten en durven experimenteren. Zonder mensen die buiten de bestaande denkkaders kunnen treden en niet zomaar wat bijsturen van wat al altijd bestaan heeft, en die nieuwe vormen van samenleven, consumeren, en verplaatsen introduceren. Mensen die ons wijzen op het voordeel van delen in plaats van hebben. Zonder mensen die visie ontwikkelen en zorgen dat iedereen mee is en er een draagvlak

“Zonder de juiste generieke groene vaardigheden­, verandert­er meestal helemaal niets.”

WAT KUNNEN DIE GROENE VAARDIGHEDEN NU CONCREET ZIJN? Omdat het gros van de veranderingen als gevolg van vergroening zal inhouden dat vaardigheden moeten toegevoegd worden aan bestaande om de uitdagingen het hoofd te bieden, geven we hieronder een aantal voorbeelden daarvan. Beroep(en)

Basisopleiding

Upskilling

Nieuw beroep

Industrieel elektricien / Energietechnologieexpert

Ingenieursopleiding / beroepsspecifieke opleiding

Kennis van energiebronnen, integratie van energiesystemen, projectmanagement

Manager hernieuwbare energie

Industrieel operator / Industrieel elektricien

Beroepsspecifieke opleiding / hoger secundair

Montage, installatie van onderdelen, gebruik van gereedschappen

Windturbine operator

Bouwarbeider

Minimale beroeps­ specifieke opleiding

Kennis van energiesystemen, dataanalyse en projectmanagement

Energie-auditor

Arbeider afvalverwerker

Minimale beroeps­ specifieke opleiding

Sorteer- en intaketechnieken, kennis van conditionering en opslag

Recyclage-operator

Productontwerper

Verscheidene cursussen en opleidingen

Milieu-criteria opnemen in ontwikkelingsproces, ketenbeheer en levenscyclusanalyse

Ecodesigner

Elektrotechnieker

Initiële beroepsopleiding

Elektronica en hydraulische systemen, veiligheidsprocedures, bediening en onderhoud

Onderhoudstechnieker windenergie

Loodgieter / Installateur elektriciteit en verwarming

Initiële beroepsopleiding

Technische bijscholing, administratie en ondernemerschap

Zelfstandig installateur zonnepanelen

Ingenieur in de energiesector

Ingenieursopleiding

Installatie en onderhoud van CO2-arme technologieën en klantenservice

Slimme energie-expert

Beurshandelaar

Hoger onderwijs

Praktische vaardigheden over het functioneren van de CO2-handel

CO2-makelaar

Bron: ILO & Cedefop, Skills for green jobs - European synthesis report, p. 10

am magazine jaargang 2015 nr 1

7


GROENE VAARDIGHEDEN VOOR GROENE JOBS

Welke rol voor het sociaal overleg? Het belang van sociaal overleg is meer dan duidelijk. Gezien de verschuivingen die we (zullen) zien in de arbeidsmarkt en de competenties die daarvoor noodzakelijk zijn, is er nood aan een kader om toekomstige noden te identificeren, een nauwe opvolging van wijzigende competenties en een adequate respons op die noden. De overheid, de sociale

plaats meer vinden in de arbeidsmarkt. Een bruuske en chaotische transitie in economie en arbeidsmarkt is niet alleen dodelijk voor de tewerkstelling zelf, het is ook een recept voor meer precaire jobs en slechtere arbeidsomstandigheden. Dat alles is in de eerste plaats een ramp voor die mensen, maar het zet ook de doelstellingen rond een vergroening van onze economie zelf op de helling. Allerminst een wenselijk scenario dus.

Een gewijzigde combinatie van vaardigheden of een toevoeging van vaardigheden, of “upskilling”, is nodig eerder dan totaal nieuwe vaardigheden. © domus medica

“Een bruuske en chaotische transitie in economie en arbeidsmarkt is niet alleen dodelijk voor de tewerkstelling zelf, het is ook een recept voor meer precaire jobs en slechtere arbeidsomstandigheden.” partners, kennisinstellingen, het onderwijs en arbeidsbemiddelings- en opleidingsdiensten hebben allen een rol te spelen en moeten hierrond samenwerken. De eerste kiemen daarvan zijn reeds gelegd. De overheid bestelt sinds enkele jaren studies bij kennisinstellingen over dit thema, VDAB werkt aan een vergroening van zijn opleidingen, en sociale partners hebben binnen sommige sectoren al afspraken gemaakt en fondsen vrijgemaakt voor opleiding en bijscholing van werknemers. Vooral de bouwsector staat, onder impuls van regelgeving vanuit Europa, al veel verder dan de andere sectoren. De doelstellingen rond energiebesparing en de uitbouw van een circulaire economie, waaraan op Europees niveau wordt gewerkt, zullen ook op die andere sectoren een grondige impact hebben de komende jaren. Als we er dan niet in slagen om hierop te anticiperen en de nodige bijsturing te doen en het juiste aanbod aan vorming en opleiding uit te bouwen, riskeren we in een situatie te komen waar mensen geen

Waar kan, naast een overheid die haar rol opneemt, het sociaal overleg dan bijdragen? De uitdagingen rond vergroening zijn nog niet tot in alle sectoren, en dus ook niet binnen het sociaal overleg, doorgedrongen. Bewustwording en bewustmaking daarrond in alle sectoren, want vergroening zal ook alle sectoren aanbelangen, is al een eerste en noodzakelijke stap. Het identificeren, herkennen en erkennen van noden aan groene vaardigheden moet vervolgens nog veel meer ontwikkeld worden. Het moet integraal deel gaan uitmaken van de programma’s, in plaats van totaal niet of slechts ad hoc en fragmentair aan bod te komen. Vakbonden moeten via het sociaal overleg mee bewaken dat die groene jobs ook waardige jobs zijn. Er zijn vele aspecten aan waardig werk, maar we zien in elk geval een verband tussen het niveau van opleiding van werknemers en waardig werk: hoe beter opgeleid, hoe beter de arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden. Opleiding, bijscho-

ling en levenslang leren moet dus absoluut aangemoedigd worden. Maar dan moet er ook voor gezorgd worden dat er een voor iedereen toegankelijk, effectief en betaalbaar aanbod is. Vooral werknemers uit KMO’s hebben nog te weinig kansen en toegang tot stelsels van levenslang leren en bijscholing. Beleidscoördinatie, coherentie van maatregelen en consistentie moeten een geleidelijke overgang verzekeren. Industrieel beleid, sociaal beleid, klimaat- en milieubeleid en het beleid en de programma’s en middelen voor vorming en opleiding moeten in een logisch geheel op elkaar afgestemd worden. Dat is uiteraard een heel moeilijke opgave, en het lijkt misschien zelfs een utopische doelstelling, maar het is wel mogelijk. Sociale­partners spelen een belangrijke rol bij het in kaart brengen, monitoren en regelmatig evalueren van noden in snel veranderende omgevingen.

“Vakbonden moeten­ via het sociaal overleg­ mee bewaken­dat groene­jobs ook waardige­jobs zijn.” Verder is er voor de partners ook intern een rol weggelegd. Sociale partners kunnen naar hun respectievelijk achterban de bewustmaking rond deze uitdagingen organiseren en hen wapenen in hun taak binnen het sociaal overleg op nationaal, regionaal, sectoraal en ondernemingsniveau. Bij deze krijgt u al een eerste aanzet hiertoe.

Er duiken voor nieuwe groene jobs ook dikwijls vragen op naar veranderingen op vlak van werkbaarheid, arbeidsvoorwaarden en –omstandigheden, bijvoorbeeld inzake veiligheid en gezondheid.

Bron: ETUC, BusinessEurope, CEEP, UAEPME, “skills needs in greening economies”, Brussel, 31 jan. 2014 © Leeroy

8

am magazine jaargang 2015 nr 1

Jorre Van Damme Coördinator A&M


Green skills in de sectorale opleidingsfondsen Sectorale opleidingsfondsen coĂśrdineren het beleid inzake beroepsopleiding binnen het kader van het sectoraal sociaal overleg. Bedrijven uit de sector kunnen al dan niet een beroep doen op hun diensten. Die sectorale opleidingsfondsen, die paritair beheerd worden door vertegenwoordigers van werknemers en werkgevers, kunnen een cruciale rol spelen in het vergroenen van competenties. Voor dit magazine contacteerde A&M verschillende sectorale opleidingsfondsen, maar al snel bleek dat door het uitblijven van een duidelijke visie en druk van buitenaf het thema ‘green skills’ bij de meeste fondsen nog niet (beleidsmatig) aan de orde is, hoewel er in de praktijk toch een aantal initiatieven te bespeuren vallen, zij het dan omwille van wetgeving of nieuwe trends op de markt (in het kaderstuk verderop lees je hier meer over). am magazine jaargang 2015 nr 1

9


GREEN SKILLS i/D OPLEIDINGSFONDSEN

De uitzondering die regel bevestigt is het Fonds voor de Vakopleiding in de Bouwnijverheid (fvb-ffc ConstructivI), waar het thema ‘Green skills’ ondertussen heel sterk aanwezig is in het beleid. Waarom dat zo is vroegen we aan Bruno Vandewijngaert, directeurgeneraal van het fonds. We legden hem enkele vragen voor en kregen onderstaand uitgebreid antwoord.

Bruno Vandewijngaert directeur-generaal van fvb-ffc Constructiv

GROENE UITDAGING

ion

© sustainable sanitat

“De bouwsector stelt permanent 150.000 vakmensen tewerk. Bovendien wordt ze geconfronteerd met grote uitdagingen en nieuwe evoluties: de toepassing van nieuwe normen op het gebied van techniek, energie en milieu, de ontwikkeling van onderzoek en innovatie (in het bijzonder op het vlak van duurzaam bouwen) of de zorg om de vergroening van de bouwberoepen en de bouwsector in het algemeen. Op het gebied van milieu worden vanuit Europa de 20-20-20 klimaatdoelstellingen geformuleerd. Concreet wordt vooropgesteld dat tegen 2020: de uitstoot van broeikasgassen met 20% daalt; 20% van het energiegebruik afkomstig is van duurzame energiebronnen; een besparing gerealiseerd wordt van 20% op de energievraag. De bouwsector kan een enorme bijdrage leveren om de maatschappij te helpen om deze doelstellingen te behalen. Dit maakt onder andere dat er een toename zal moeten komen van het aantal gekwalificeerde arbeiders. De vertaling van deze evoluties in aangepast vakmanschap en de hiermee gepaard gaande kwalificaties, kortom omscholing, vormt misschien wel de grootste uitdaging. Dit aangepast vakmanschap vereist een visie en ambitie van de sector inzake haar opleidingsbeleid. Vandaar dat de sociale partners, via het sectoraal opleidingsfonds fvb-ffc Constructiv ambitieuze politieke doelstellingen omzetten in concrete opdrachten en realisaties.

2021 verplichte kelijk om de vanaf bouwproces, noodza olgen hebben het in gev en ook ing len zig zul wij De duceren ale woningen te pro utr -ne rgie ene a bijn d. voor de werkinhou

Nog meer bouwbedrijven en hun technici opleiding laten volgen op advies en met steun van hun sectoraal opleidingsfonds, vormt ontegensprekelijk de belangrijkste doelstelling. Dit werd vertaald in een toename van de opleidingsparticipatiegraad van 5% per jaar en dit zowel op het vlak van aantal uren, werknemers als bouwbedrijven. Deze doelstelling werd opgenomen in de collectieve arbeidsovereenkomst rond vorming. Om deze doelstelling te bereiken, heeft het fvb regionale antennes, ook de fvb-regio’s genoemd. Vanuit deze regionale verankering staan onze sectorale opleidingsadviseurs dagelijks ter beschikking van hun klanten: bouwbedrijven en hun werknemers. Ze adviseren over de organisatie van opleidingen en informeren hun klanten over de sterke sectorale hefbomen.”

I FVB : Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid, FFC : Fonds de Formation Professionnelle de la Construction

10

am magazine jaargang 2015 nr 1


VERGROENING EN DE MOGELIJKE IMPACT VAN DE BOUWSECTOR “Op het gebied van energieverbruik liggen bij de gebouwen de meeste mogelijkheden om de broeikasgasuitstoot terug te dringen. Op basis van deze vaststelling heeft de Europese Commissie de gebouwsector opgenomen in haar prioriteitenlijst om de doelstellingen te behalen die vastgelegd werden in de “Europa 2020-strategie”. Een Europese richtlijn houdt onder andere in dat vanaf 2021 van nieuwe gebouwen geëist wordt dat ze bijna-energieneutraal zijn. De uitdagingen en dus de kansen voor de bouwbedrijven zijn talrijk. De omvang van deze uitdagingen in verband met de verlagingen van de broeikasgasuitstoot van de gebouwen is het gevolg van de slechte energieprestaties van de Belgische gebouwen. Het McKinsey rapport (“Naar energie-efficiëntie van wereldklasse in België”) stelt vast dat het energieverbruik per vierkante meter in België ruim het Europese gemiddelde overschrijdt (kloof van 72% met Europa en 51% met de ons omringende landen). Door het klimaat in België liggen de verwarmingsbehoeften nochtans iets lager dan die van onze buren. Het verschil in verbruik houdt dan ook verband met de aard van het Belgische gebouwenpark (ouder, minder compact, slechter geïsoleerd).

“Op het gebied van energieverbruik liggen bij de gebouwen de meeste mogelijkheden om de broeikasgas­ uitstoot terug te dringen.” In het kader van de van Europa te realiseren 2020-strategie, kunnen we besluiten dat alle banen die te maken hebben met nieuwbouw, groene banen zullen zijn. Alle nieuwe gebouwen zullen dan namelijk bijna energie-neutraal moeten zijn. Dit hoeft niet per definitie te betekenen dat de bestaande beroepen in de bouwsector 100% groen zullen worden, wel zullen er belangrijke groene elementen aan toegevoegd worden. De wijzigingen in het bouwproces, noodzakelijk om deze bijna energie-neutrale woningen te produceren zullen ook gevolgen hebben voor de werkinhoud. Bij passiefbouw is er bijvoorbeeld maar heel weinig, of zelfs geen, werk voor een verwarmingsinstallateur, in een ‘traditioneel’ gebouw is het installeren van verwarming een belangrijke activiteit. Echter, ventilatie aanbrengen is optioneel bij een traditioneel huis, maar is des te belangrijker in een passiefwoning. De inhoud van de banen verwarming-verluchting bij nieuwbouw zal dus, in het kader van de vergroening van de bouwsector, verschuiven van verwarming naar ventilatie.

Naast ventilatie met warmterecuperatie (zoals gebruikt in een passiefhuis) bestaat er ook de mogelijkheid om als alternatief vraaggestuurde ventilatie te gebruiken. Een door IDEA Consult in opdracht van de Confederatie Bouw uitgevoerde enquête toont aan dat de houding van aannemers tegenover duurzaam bouwen varieert van passief (het moet) tot heel actief (trends willen volgen). De meest actieve houding is terug te vinden bij de aannemers die installatiewerken uitvoeren. Daarnaast blijkt ook dat bouwbedrijven vragende partij zijn naar bijkomende opleidingen, zowel vaktechnische, als niet-vaktechnische opleidingen. Tevens blijkt dat vele aannemers nog bekommerd zijn om de kostprijs van duurzaam bouwen. De opleiding van bouwvakarbeiders verdient dus de nodige aandacht. Hiervoor kan op verschillende domeinen ingezet worden. We kunnen hier denken aan de aanpassing van de reeds bestaande beroepsprofielen aan de nieuwe noden. Hiervoor zijn reeds initiatieven genomen in de schoot van fvb. De bijwerking van deze beroepsprofielen moet resulteren in de aanpassing van de verschillende opleidingsprogramma’s (zowel voor basisopleidingen, alternerende opleidingen als voortgezette opleidingen). Verder is er de ontwikkeling van specifieke opleidingsmodules rond technieken in verband met energie-efficiëntie en hernieuwbare energie. Dit laat toe dat ondernemingen een snel antwoord te krijgen op de veranderende eisen die aan hun competenties gesteld worden. Hiervoor moet er natuurlijk voldoende opleidingscapaciteit bestaan én dienen opleiders voldoende gevormd te zijn. Daarnaast dienen opleidingen, van welke aard dan ook, kwaliteitsvol te zijn. Om de kwaliteit van de inhoud te verzekeren, kan het WTCB (Wetenschappelijk en Technologisch Centrum voor het Bouwbedrijf), maar ook de producenten van materialen een belangrijke rol vervullen.”

Een Europese richtlijn houdt onder andere in dat vanaf 2021 van nieuwe gebouwen geëist wordt dat ze bijna-energieneutraal zijn. De uitdagingen en kansen voor de bouwbedrijven zijn dus talrijk.

am magazine jaargang 2015 nr 1

11


GREEN SKILLS i/D OPLEIDINGSFONDSEN

BIJSTURING VAN DE BEROEPSCOMPETENTIEPROFIELEN “In samenwerking met de sociale partners, het WTCB, het NAVBII en experten uit de sector werd er onder de coördinatie van fvb in 2011 gestart met de vernieuwing van de competentieprofielen. Deze beroepsprofielen bevatten alle activiteiten en gerelateerde vaardigheden binnen een bepaald beroep. Om de eerder vermelde uitdagingen te beantwoorden, worden ze voorzien van een stevig groen fundament en van alle nodige welzijnsaspecten. Zo zullen er profielen beschikbaar zijn die de basis zullen vormen voor de ontwikkeling van aangepaste opleidingsprogramma’s en didactische instrumenten, maar ook voor een geschikte screening van potentiële arbeidskrachten.”

“Onze beroepsprofielen worden voorzien van een stevig groen fundament en alle nodige welzijnsaspecten” Ter illustratie, in 2011 werd het profiel van de dakdekker/dakafdichter afgewerkt. Voorheen was de essentiële vraag: “Hoe en met welk materiaal kunnen we een dak bedekken en er voor zorgen dat het waterdicht is?”. Tegenwoordig dienen complexere vragen gesteld en beantwoord te worden: Wat zijn de vereisten op het vlak van energie-efficiëntie? Wat is de nodige isolatie? Met welke aangepaste materialen moeten er gewerkt worden? Hoe kunnen we het dak luchtdicht maken? Zullen er zonnepanelen geïnstalleerd worden? II NAVB-CNAC Constructiv is het preventie-instituut van de bouwnijverheid

12

am magazine jaargang 2015 nr 1


OPMAAK VAN DE COMPETENTIEPROFIELEN Bij de herwerking van de profielen wordt vertrokken vanuit het “competentiedenken”. Een competentie is een set van kennis, vaardigheden en attitudes die zich uiten in observeerbaar gedrag.

Activiteitenblokken De activiteiten binnen het beroepscompetentieprofiel worden in vier blokken opgedeeld. Deze blokken worden ook nog eens opgedeeld in sleutelactiviteiten. Per sleutelactiviteit worden de competenties benoemd.

Gemeenschappelijke activiteiten eigen aan alle bouwvakarbeiders

Specifieke activiteiten eigen aan het beroep, zoals bijvoorbeeld het plaatsen van traditionele dakbedekkingsmaterialen voor de dakdekker.

Basisactiviteiten eigen aan het beroep, zoals bijvoorbeeld de diagnose van de staat van het dak. In het beroepscompetentieprofiel dakdekker/dakafdichter behoren deze activiteiten toe aan zowel de dakdekker als de dakafdichter.

Transversale groene accenten, zoals bijvoorbeeld het plaatsen van isolatiemateriaal of het implementeren van het luchtdichtheidsscherm komen in meerdere beroepsprofielen voor. Het is echter niet zo dat deze competenties gemeenschappelijk zullen zijn voor alle bouwvakarbeiders.

Compententies Kennis (kennen) Onder kennis wordt alles verstaan wat een bepaalde bouwvakarbeider moet kennen om zijn beroep uit te oefenen. Vaardigheden (kunnen) Onder Vaardigheden wordt alles verstaan wat een bouwvakarbeider moet kunnen om zijn beroep te kunnen uitoefenen. Attitudes Attitudes verwijzen naar de houding, de denkwijze of het gedrag dat een bouwvakarbeider moet hebben om zijn beroep uit te oefenen.

am magazine jaargang 2015 nr 1

13


GREEN SKILLS i/D OPLEIDINGSFONDSEN

0 0

VOORAFGAAND: GEMEENSCHAPPELIJKE BASISBEGRIPPEN BOUW VOORAFGAAND: BASISBEGRIPPEN WAARMEE GEMEENSCHAPPELIJKE REKENING DIENT TE WORDEN GEHOUDENBOUW WAARMEE REKENING DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

MILIEUBEWUSTZIJN MILIEUBEWUSTZIJN&&AANPAK AANPAKVAN VANKWALITEIT KWALITEIT

ACTIVITEIACTIVITEITENBLOK TENBLOK

SLEUTELSLEUTELACTIVITEIT ACTIVITEIT

KENNEN KENNEN

EnergieprestaEnergieprestatie gebouwen tie gebouwen (EPB) (EPB)

De algemene principes van de energieprestaDe algemene principes van de energieprestatie van gebouwen. tie gebouwen. De van gevolgen van het slecht plaatsen van De gevolgen van het slecht plaatsen van isolatie. isolatie.

KwaliteitsKwaliteitsbewaking bewaking

Traceerbaarheid van producten, bewijsstukken Traceerbaarheid vanwerd. producten, bewijsstukken van wat uitgevoerd van wat uitgevoerd werd.

De van kracht zijnde wetgeving: ecologische, De van kracht zijnde wetgeving: ecologische, juridische en financiële standpunten (boetesjuridische en financiële standpunten (boetessancties). sancties). Onderscheid tussen gevaarlijke en Onderscheid tussen gevaarlijke en niet-gevaarlijke producten en afvalstoffen. niet-gevaarlijke producten en afvalstoffen.

Afvalbeheer Afvalbeheer

De sorteercategorieën (recycleerbare producDe (recycleerbare ten,sorteercategorieën te storten producten - categorieënproducvan ten, te storten producten - categorieën van storten en/of specifieke evacuatierichtingen, storten evacuatierichtingen, speciaalen/of gevalspecifieke van asbest). speciaal geval van asbest). Belang van de rol van de onderneming bij het Belang rol van de bij het sorterenvan en de recycleren vanonderneming sommige afvalstofsorteren en recycleren van sommige afvalstoffen, en de voordelen daarvan voor het bedrijf fen, en het de voordelen zelf en milieu. daarvan voor het bedrijf zelf en het milieu. De risico’s van behandeling en de reglemenDe van behandeling en de reglementairerisico’s bepalingen inzake de verwijdering van taire bepalingeneninzake verwijdering asbesthoudend anderdegevaarlijk afval.van asbesthoudend en ander gevaarlijk afval. Eigenschappen en risico's van gevaarlijke Eigenschappen producten. en risico's van gevaarlijke producten.

Beheer van de Beheer vanen de veiligheid veiligheid en gezondheid gezondheid

De veiligheidsregels voor het gebruikte De veiligheidsregels voordiehetkunnen gebruikte gereedschap; de risico's ontstaan gereedschap; de risico's die kunnen ontstaan bij het gebruik van stelling, een ladder, een bij het gebruik van stelling, een ladder, een bouwplaatsmachine, etc. bouwplaatsmachine, etc. De middelen en technieken die gebruikt De middelen en technieken worden voor het verwijderendievangebruikt asbesthouworden voor het dende materialen.verwijderen van asbesthoudende materialen.

COMPETENTIES COMPETENTIES KUNNEN KUNNEN

De etiketten en markering van de gebruikte De etikettenbijhouden. en markering van de gebruikte materialen materialen bijhouden.

Het milieu beschermen tegen de schadelijkHet beschermen tegen de heidmilieu van bepaalde materialen en schadelijksubstanties. heid van bepaalde materialen en substanties. Zichzelf beschermen tegen de schadelijkheid Zichzelf beschermen tegenendesubstanties. schadelijkheid van bepaalde materialen van bepaalde materialen en substanties.

Het sorteren organiseren (in bakken, contaiHet (in bakken, containers,sorteren …) enorganiseren het afval sorteren. ners, …) en het afval sorteren.

Asbesthoudende en andere gevaarlijke Asbesthoudende en andere gevaarlijke afvalproducten identificeren, apart houden afvalproducten identificeren, van de andere afvalstromen, opapart eenhouden veilige van de andere afvalstromen, op een manier verpakken en verwijderen. veilige manier verpakken en verwijderen. Opslaan en veilig gebruiken van gevaarlijke Opslaan en veilig gebruiken van gevaarlijke producten. producten. Gepaste maatregelen nemen bij ongelukken Gepaste maatregelen nemen bij ongelukken met gevaarlijke producten. met gevaarlijke producten. In werking stellen van individuele en colIn werking stellen van individuele en collectieve beschermingsmiddelen. lectieve beschermingsmiddelen. De verplichte opleidingen volgen. De verplichte opleidingen volgen. De asbesthoudende producten tijdens De asbesthoudende producten tijdens verschillende handelingen herkennen. verschillende handelingen herkennen.

ATTITUDES ATTITUDES Er zich van bewust zijn waarom elke tusEr zich vaninbewust zijn waarom elkeistussenkomst het gebouw belangrijk voor de senkomst in het gebouw belangrijk is voor de globale energieprestatie van het gebouw. globale energieprestatie van het gebouw. Met zorg en toewijding werken. Met zorg en toewijding werken. Zin voor precisie. Oog voor detail bezitten en Zin voor precisie. Oog voorzorgvuldig detail bezitten het geduld om detailwerk uit teen het geduld om detailwerk zorgvuldig uit te voeren. voeren. Economische ingesteldheid - op een Economische ingesteldheid op een economische wijze omgaan-met materialen, economische wijze omgaan met materialen, gereedschappen en tijd. Verspilling vermijden. gereedschappen en tijd. Verspilling vermijden. Zin voor esthetiek - wanneer mogelijk Zin voor esthetiek - wanneer mogelijk esthetische overwegingen laten meespelen bij esthetische overwegingen laten de uitvoering van het werk. meespelen bij de uitvoering van het werk. Zin voor zelfcontrole en kwaliteit. ProfessioZin voor zelfcontrole en kwaliteit. Professionele houding. nele houding. Zich bewust zijn van het ecologische belang Zichvan bewust zijn van het ecologische belang en de mogelijkheden tot dwangsommen en van de mogelijkheden tot dwangsommen als gevolg van een slecht afvalbeheer. als gevolg van Voorzichtig zijn.een slecht afvalbeheer. Voorzichtig zijn. Systematisch verzamelen van afval. Systematisch verzamelen van afval. Motivatie om afvalstoffen te sorteren. Motivatie om afvalstoffen te sorteren. Zich informeren in geval van twijfel over de Zich informeren geval van twijfel over de bestemming vaninafvalstoffen. bestemming van afvalstoffen. Zorgvuldig werken. Zorgvuldig werken. Actie ondernemen wanneer container vol is. Actie ondernemen wanneer container vol is.

Zich informeren over risico's inherent aan de Zich informeren over risico's inherent aan de gebruikte producten. gebruikte producten. Aandacht voor alle gevaarlijke situaties. Aandacht voor alle gevaarlijke situaties. De moed hebben om de opmerkingen van De moed om hebben de opmerkingen van collega's veiligom te werken te aanvaarden. collega's om veilig te werken te aanvaarden. Reageren ten opzichte van verschillende situReageren ten opzichte situaties, de juiste reacties van als erverschillende asbest aanwezig de juiste reacties als er asbest aanwezig isaties, op een dak (bescherming, verwittigen is op een chef), etc.dak (bescherming, verwittigen chef), etc.

In deze figuur zie je een voorbeeld van wat deze competenties in de praktijk kunnen betekenen. Naast het kennen en kunnen (technische vaardigheden) worden ook de verschillende relevante attitudes weergegeven. Ook op deze niet-vaktechnische competenties dienen opleidingen aangepast te worden.” BERoEPSCoMPETENTIEPRoFIELEN DAKDEKKER - DAKAFDICHTER BERoEPSCoMPETENTIEPRoFIELEN DAKDEKKER - DAKAFDICHTER

14

am magazine jaargang 2015 nr 1

7 7


GROENE OPLEIDINGEN “Het is van belang om als sector deze vergroening als een volwaardig onderdeel te integreren in het sectoraal opleidingsplan. Zeker vanuit het besef dat deze evolutie zal leiden tot een sterke toename van het aantal arbeidskrachten. Onderstaande indeling moet helpen om een zicht te krijgen op het diverse aanbod van groene opleidingen binnen de bouwsector.

Kern activiteiten

Duurzaam bouwen

ECO industrie

Afvalverwerking

Ecologisch duurzame grondstoffen

Niet duurzaam bouwen

Milieugerelateerde opleiding

Strikte interpretatie groene opleidingen Brede interpretatie groene opleidingen

Er zijn verschillende categorieën binnen het concept van duurzaam bouwen. Elke categorie heeft zijn eigen benadering ten aanzien van groene opleidingen. Binnen de eerste categorie passen de opleidingen van de eco-industrie. We spreken van kernactiviteiten wanneer er een onmiddellijke impact op het milieu is. De duidelijkste voorbeelden hiervan zijn opleidingen rond bodemsanering en grondreiniging. We spreken van een strikte interpretatie van groene opleiding als we bij de kernactiviteiten ook de opleidingen nemen die kaderen binnen duurzaam bouwen. Opleidingen rond isolatie, hernieuwbare energie, luchtdicht schrijnwerk …

Een derde groep opleidingen zijn de milieugerelateerde opleidingen. Deze opleidingen houden zich vooral bezig met de problematiek van afvalverwerking. Zowel verwerking van bouwmaterialen als het verwijderen en verwerken van asbest vallen hieronder. Bij een brede interpretatie van groene opleidingen voegen we bij bovenstaande punten nog het bouwen met duurzame grondstoffen bij. Bouwen met houtskeletten of het gebruiken van leien dakpannen vallen onder deze categorie.”

… en de andere sectoren (en hun fondsen)?

Herbert Matthys adviseur IPV

Na bevraging gaf Herbert Matthys, adviseur bij IPV (Initiatieven voor Professionele Vorming van de Voedingsnijverheid) aan dat de voedingssector op zich met milieuconvenanten en dergelijke wel sterk inzet op duurzaamheid. IPV zet heel sterk in op technische competenties, maar dat wil niet zeggen dat er geen specifieke inspanningen gebeuren rond het vergroenen van competenties. Zo zijn er een aantal kleine initiatieven: er is groeiende aandacht voor de milieuproblematiek, al is dat eerdere een gevolg van wettelijke verplichtingen (bv. afvalwaterzuivering) of meer rentabiliteit (verminderen van afval, zuinig omgaan met energie, …). Daarnaast promoot IPV een aantal ‘best practices’ omtrent milieusensibilisering in de voedingssector en ondersteunt het dergelijke projecten met een financiële tussenkomst en eventueel het aanbrengen van de juiste docent/ begeleider.

Opleidingsfondsen als Volta (o.a. elektriciens) en Educam (garagesector) hebben al enige tijd hun opleidingsaanbod vergroend naar aanleiding van de vraag naar bv. zonnepanelen en elektrische wagens. Voor zover we konden nagaan bestaan in de sectorale opleidingsfondsen in de metaalsector weinig initiatieven met betrekking tot het vergroenen van de competenties. Er is wel het initiatief van ABVV Metaal om naar aanleiding van de resultaten van de studie van Bernard Mazijn1 een kwetsbaarheidstool te ontwikkelen, die militanten in staat stelt om de specifieke kwetsbaarheid van hun bedrijf in kaart te brengen. Binnenkort wordt de tool beschikbaar gesteld via ABVV Metaal. De kwetsbaarheid hangt vooral af van de zeldzaamheid van bepaalde metalen. Inzicht in deze materie resulteert uiteraard in het vergroenen van competenties van de militanten. De tool maakt van hen geen specialisten, maar stelt de militanten in staat om hun bedrijf een spiegel voor te houden.

1 Mazijn B. en Devriendt S., (2013), Naar een ‘nieuwe industrialisering’ van en voor de metaalsector. Een kringloopeconomie binnen de context van duurzame ontwikkeling. Rapport in opdracht van ABVV Metaal. Instituut vóór Duurzame Ontwikkeling vzw, Brugge, 190 pp. (zie ook AM Magazine 4 2014)

am magazine jaargang 2015 nr 1

15


GREEN SKILLS i/D OPLEIDINGSFONDSEN

VAKBONDSVISIES

VAKBONDSVISIES BOUW op het vlak van energiezuinigheid en hernieuwbare energie bepalen. Als we die doelstellingen in de komende jaren willen behalen dan weten we dat dit enkel kan door de bestaande woningen en kantoorgebouwen te renoveren én te investeren in nieuwbouw. Mijn inschatting is dan ook dat het aantal arbeidsplaatsen in de Belgische bouwsector in de komende jaren zal stijgen.

Katharina Van der Helst Federaal secretaris algemene centrale ABVV voor de bouw­ sector en woordvoerder voor het ABVV in de Raad van Bestuur van het Fonds voor Vakopleiding in de Bouwsector.­ A&M: Hoe belangrijk zijn ‘green skills’ voor de vakbond in de bouwsector? Als vakbond zijn we natuurlijk voorstander van de transitie naar een energiezuinige economie waarin het aandeel van duurzame energie toeneemt. Daarnaast zijn we vooral begaan met het aantal arbeidsplaatsen en de kwaliteit ervan. Mijn inschatting is dat een ‘vergroening’ voor de bouwsector niet gepaard zal gaan met jobverlies, zoals in sommige andere sectoren. Het zijn de drie gewesten die de eisen 16

am magazine jaargang 2015 nr 1

Vandaag echter, besparen de overheden hierop in plaats van het voorbeeld te geven en starten met de nodige renovaties van hun eigen patrimonium zodat ze zelf voldoen aan de 2020-doelstellingen. Ter illustratie : in Vlaanderen is het aantal aanbestedingsberichten voor ziekenhuizen, woonzorgcentra en centra voor de opvang van gehandicapten sterk teruggevallen. Dat is geen goede aanpak, de overheden moeten hun huidige besparingsbeleid achter zich zouden laten en opnieuw de motor worden van een investeringsbeleid. A&M: Wordt volgens jullie genoeg aandacht aan vergroening van competenties besteed via het fvb? Ja, maar het is een groeiproces. De structuur en het werkingsmodel van het fvb draagt bij aan een goede invulling en het aanbod van green-skills-opleidingen.

sensibiliseren over de noodzaak om hun werknemers te laten omscholen naar de nieuwe « green skills » beroepen of bij te scholen in hun huidige job. Maar evengoed wordt het opleidingsaanbod aangepast en bijgestuurd vanuit de vraagzijde, met name door bouwondernemingen zelf, die aangeven voor welke competenties ze vandaag geen opleidingsaanbod op de markt vinden. Het fvb ontwikkelt dan zelf de nodige opleidingen – test deze en biedt deze nadien zelf en/of via derde opleidingspartners aan. Dit proces neemt binnen de werking van het fvb geen jaren in beslag. Het sectorale vormingsen opleidingsfonds kan dergelijke aanpassingen op vrij korte termijn verwezenlijken en dat is voor ons ook essentieel. Het is voor ons belangrijk dat bouwvakkers de nodige bijscholingen en opleidingen krijgen, omdat dit hun werkzekerheid vergroot. A&M: Hoe schatten jullie het belang hiervan in bij werkgevers? Ook de ondernemingen vinden dit belangrijk, maar vanuit een ander uitgangspunt. Als een onderneming zijn omzet en winstcijfers wil vergroten en vaststelt dat er in steeds meer aanbestedingen green skills vereist zijn

Katharina Van der Helst (ABVV): “Het is voor ons belangrijk dat bouwvakkers de nodige bijscholingen en opleidingen krijgen, omdat dit hun werkzekerheid vergroot.” De reden is dat het aanbod gestuurd wordt door het fvb, o.a. via de sectorale opleidingsadviseurs die ondernemingen

om de opdracht toegewezen te krijgen en de green-skills-competenties nodig zijn om het werk naar behoren te kunnen


uitvoeren, zal de werkgever niet lang wachten om op zoek te gaan naar de nodige opleiding voor zijn werknemers… De overheid blijft één van de belangrijkste opdrachtgevers voor de bouwsector. Het ABVV is reeds enige tijd vragende partij om de huidige wetgeving met betrekking tot publieke aanbestedingen aan te passen. Zowel op

vlak van de criteria waarop de keuze van een aannemer gebeurt als op vlak van de procedure. Het naleven van loonen arbeidsvoorwaarden zouden hierin verankerd moeten worden. Waarom zou niet ook het opleidingsbeleid van de aannemers hierin getaxeerd kunnen worden?

“Bovendien werden voor bestaande gebouwen, die verantwoordelijk zijn voor 40 % van het finaal energiegebruik en 36 % van de broeikasgasemissies in Europa, geen echte ambitieuze eisen vooropgesteld. En dit is essentieel om de emissiereductiedoelstellingen tegen 2020 te kunnen halen. De bevoegde overheden in ons land moeten hiervoor de nodige maatregelen nemen.”

Patrick Franceus Diensthoofd studie- en vormingsdienst ACV Bouw industrie & energie “In 2011 gaf ACV bouw-industrie & energie haar statutair congres rond het thema “duurzaam en sociaal gaan samen”. Vijf thema’s kwamen daarbij uitgebreid aan bod: maatschappelijk verantwoord ondernemen, duurzame energie, duurzame arbeid, werken met derden en Europa. Bij het thema “duurzame energie” keurde het congres ook een actiepunt goed rond de energie-efficiëntie en de consequenties voor de bouw.” “De industrie heeft al heel wat inspanningen gedaan in kader van energie-efficiëntie. In de woningbouw en renovatie van gebouwen zullen de inspanningen moeten opgedreven worden. Ook hierbij zal men rekening moeten houden met de betaalbaarheid. Ook de overheid zal inspanningen moeten leveren voor de gebouwen waarvoor zij verantwoordelijk is. De maatregelen inzake energie-efficiëntie in de (ver)nieuwbouw

zal opleidingsinspanningen vragen. Hierbij is een belangrijke taak weggelegd voor zowel de overheid, de bouwsector, de ondernemingen en opleidingscentra (scholen, VDAB, Forem, Bruxelles Formation).”

“Bovendien moet er op vlak van renovatie een inhaalbeweging gebeuren. Bijna 800.000 huurwoningen en sociale woningen hebben nog ongeïsoleerde daken. Op zich is dit een positief vooruitzicht naar tewerkstelling toe. Maar de opleidingsinspanningen moeten nu opgevoerd worden. Dit moet gepaard gaan met het aanpassen van de opleidingscentra. We doelen hier niet enkel op de beschikbaarheid en de infrastructuur, maar ook op de deskundigheid van de opleiders. Hiervoor zullen dan ook de nodige middelen ter beschikking moeten gesteld worden.”

Patrick Franceus (ACV BIE): “We juichen toe dat het concept van de (bijna) nul energiegebouwen een wettelijke verankering krijgt, maar betreuren dat deze norm pas tegen 2021 moet bereikt worden.” “We juichen toe dat het concept van de (bijna) nul energiegebouwen een wettelijke verankering krijgt, maar betreuren dat deze norm pas tegen 2021 moet bereikt worden. Wij dringen er dan ook op aan dat de maatregelen inzake energie-efficiëntie in de (ver)nieuwbouw versneld ingevoerd worden.”

“Daarnaast kan, in samenwerking met sectorale onderzoekscentra (o.a. het Wetenschappelijk en Technologisch Centrum van de Bouwnijverheid, het Technisch Centrum voor de Houtnijverheid,…) een plan ontwikkeld worden met de bedoeling milieuvriendelijke materialen te promoten.” am magazine jaargang 2015 nr 1

17


GREEN SKILLS i/D OPLEIDINGSFONDSEN

VAKBONDSVISIES

VAKBONDSVISIES

VOEDINGSNIJVERHEID rond het vergroenen van competenties. Dit wil evenwel niet zeggen dat het vergroenen van de activiteiten geen topic is binnen de voedingsnijverheid. Onlangs nog kon ik met mijn eigen ogen zien hoe een voedingsbedrijf in de regio Gent een uitbreidingsinvestering aangreep om hun energie-efficiëntie te verhogen. Dit impliceert onvermijdelijk dat ook de werknemers die in dit bedrijf werken meestappen in dit verhaal en automatisch ook hun competenties aanpassen.

Maarten Dedeyne Nationaal sectoraal verantwoordelijke­ ACLVB “Het klopt inderdaad dat IPV voornamelijk initiatieven ontwikkelt die gericht zijn op de technische competenties die nodig zijn om te kunnen werken in de voedingsnijverheid, en in mindere mate

Bart Vannetelbosch Nationaal secretaris ACV Voeding en Diensten “Ik onderschrijf (nvdr - zie p. 15) de analyse van Herbert Matthys: een sectoraal vormingsinstituut moet geen trekkersrol spelen in milieuproblematiek, maar een ondersteunende rol. De dynamiek moet dus op gang gebracht

18

am magazine jaargang 2015 nr 1

personeel binnen deze bedrijven. Indien de vergroening van de economie zich verder doorzet, bijvoorbeeld door een strengere milieuwetgeving, investeringen in kader van energie-efficiëntie… zal dit onrechtstreeks ook een impact hebben op de nodige competenties voor de mensen die tewerkgesteld zijn in de voedingsnijverheid. Los van de sectorale vormingsinstellingen probeert de ACLVB het thema van Green skills toch mee

Maarten Dedeyne (ACLVB): “Indien de vergroening in de economie zich verder doorzet zal dit onrechtstreeks ook een impact hebben op de nodige competenties voor de mensen die tewerkgesteld zijn in de voedingsnijverheid” Eén van de strategische doelstellingen van het IPV is het nemen van initiatieven om de inzetbaarheid van de huidige werknemers in de voedingsbedrijven te bevorderen in functie van optimale doorstroming en het vasthouden van

worden door de ondernemingen en door onze ondernemingsafgevaardigden. Een aanpassing van de productiemethodes om milieuredenen heeft vaak een impact op de manier van werken en de nodige competenties. Daar is dan inderdaad een rol weggelegd voor de sectorale vormingsinstellingen. Vaak gaat het om ondernemingsspecifieke skills die via opleidingen op maat kunnen aangeleerd worden. Het moet zeker nog meer een aandachtspunt worden dat de opleidingssverstrekkers die voor IPV werken in hun opleidingen aandachtspunten inzake milieu opnemen. Dat kan bijdragen tot een verdere sensibilisering. Bijvoorbeeld in opleidingen voor productieoperatoren moet men aandacht hebben voor energiezuinig werken. Het is daarnaast belangrijk dat onze ondernemingsafgevaardigden betrokken

te geven aan onze afgevaardigden door hen vormingen aan te bieden betreffende dit thema. Hierbij worden onze interne milieuadviseurs ingezet, maar worden ook vaak externe experts aangetrokken zoals de mensen van Arbeid en Milieu.”

worden in het transformatieproces en de eventuele opleidingsnoden die hiermee gepaard gaan kunnen signaleren en opnemen in het opleidingsplan dat elk voedingsbedrijf moet opstellen.”

Bart Vannetelbosch (ACV Voeding en Diensten): “Een sectoraal vormingsinstituut moet geen trekkersrol spelen in de milieuproblematiek, maar moet de vergroening van competenties die op gang gebracht wordt door bedrijven wel mee ondersteunen.”


© lorc.dk

green skills scheppen en redden jobs: 3 buitenlandse voorbeelden

Over praktische ervaring met het vergroenen van competenties valt heel wat inspiratie te vinden in het buitenland. Zo bedacht Frankrijk een groot mobilisatieplan om groene jobs te creëren en Denemarken en het Verenigd Koninkrijk herdachten hun scheepswerven in functie van en het behoud van tewerkstelling en de milieu-uitdagingen. Mobilisatieplan Frankrijk mikt op 600.000 groene jobs tegen 2020 Het mobilisatieplan in Frankrijk werd gerealiseerd door een samenwerking van ministeries, regionale overheden, opleidingsinstellingen, adviesorganen, sociale partners en arbeidsbemiddelingsdiensten. De doelstelling van het mobilisatieplan is het updaten van bestaande opleidingen en competenties in het licht van de milieu-uitdagingen. Waar mogelijk worden ook nieuwe competenties gedefinieerd. Met dit programma wil men in Frankrijk maar liefst 600.000 jobs creëren tegen 2020. Het plan vertrekt vanuit 4 thema’s: Identificatie van relevante beroepen: onder andere door het oprichten van een nationaal observatorium dat informatie verzamelt over relevante nieuwe beroepen en hun impact in te schatten Definitie van de opleidingsnood en het opstellen van een strategie voor opleidingen en competenties: op basis van de gedefinieerde beroepen, wil het plan een pad uitstippelen om aanvullende opleidingen te organiseren zodat de gewenste competenties behaald worden. Matchen van groene jobs en competenties: er worden o.a. acties opgezet om werkzoekenden te begeleiden om aan de eisen te voldoen van de jobs die momenteel massaal worden aangeboden, maar niet ingevuld geraken door het gemis aan competenties op de arbeidsmarkt. Promotie en ontwikkeling van groene jobs: begin 2010 werd een nationaal event over groene jobs gecreëerd, waarbij het concept van groene groei uit de doeken werd gedaan en een nationaal observatorium over groene tewerkstelling en groene jobs werd opgericht. Om het plan uit te voeren werden 11 comités opgericht, waarin de sectoren vertegenwoordigd waren die het meest veelbelovend waren in termen van de creatie van groene jobs: het ging onder andere om de autosector en de sectoren bouw, toerisme en hernieuwbare energie. Hun missie is om een kwantitatieve en kwalitatieve analyse te maken van de noden van elke sector op het vlak van de nood aan competenties, opleiding en tewerkstellingsbeleid. am magazine jaargang 2015 nr 1

19


GREEN SKILLS SCHEPPEN EN REDDEN JOBS

Herstructurering van de scheepsbouwsector in Denemarken en het Verenigd Koninkrijk zorgt voor vergroening van de skills en jobs De ‘Odense Steel’ scheepswerf op het industriepark in Lindoe (Odense, Denemarken), vroeger één van de grootste scheepswerven in Europa, werd in 2012 omwille van de economische crisis opgedoekt. 8000 directe en indirecte jobs stonden hiermee op de helling. Toen bleek dat offshore hernieuwbare energie een sector was waarmee veel jobs gecreëerd konden worden bleef men niet bij de pakken zitten. Lindoe is bovendien een geschikte plek voor een ommezwaai naar deze sector, de nodige structuur is er immers aanwezig: dokken, productie- en opslagfaciliteiten, kranen, materiaal voor zwaar transport, … . Daarnaast is er slechts een minimum aan bijkomende opleiding nodig: veel competenties die nodig zijn voor offshore hernieuwbare energie zijn bij de arbeiders van Lindoe al aanwezig (zoals lassen, oppervlaktebehandeling van metalen, binneninrichting van schepen (plaatsen machines, elektriciteit e.d.), …)

onderzoeks-, innovatie-, en testcentra voor offshore windenergie. Een van de hoofdactiviteiten van het LORC is het organiseren van opleidingen en het continue identificeren van competentienoden in de sector. Het LORC speelde haar kennis door aan de lokale gemeentelijke overheden, die de verantwoordelijkheid op zich namen om samen met arbeidsbemiddelingsdiensten te zorgen dat zoveel mogelijk mensen een bijkomende opleiding kregen om aan de slag te gaan in de sector van de offshore hernieuwbare energie. Het LORC wil een magneet zijn voor de offshore-sector in Lindoe, en hoopt dat ze als gerenommeerd testcenter de offshore-productie ter plaatse doet aangroeien. Op die manier wil het LORC de omwenteling van scheepsbouw naar offshore mee ondersteunen, en zo meer groene jobs creëren.

Toch zijn er bijkomende opleidingen nodig, en die werden georganiseerd in de openbare opleidingscentra en in het in 2010 door een aantal grote spelers opgerichte en nabijgelegen LORC (Lindoe Offshore Renewable Centre), een van de wereldwijd meest gerenommeerde

scheepsbouwbedrijven in het Verenigd Koninkrijk diversifieerde hun activiteiten een 15-tal jaar geleden richting de offshore olie- en gasmarkt. Tegenwoordig is H&W producent van verschillende producten voor de sector van de hernieuwbare energie, zoals windturbines en producten voor de opslag

Harland & Wolff Heavy Industries (H&W), een van de grootste

van energie door de golf- en getijdenwerking. Ook het zo milieuvriendelijk ontmantelen van oude schepen en reperatie van oude schepen behoort tegenwoordig tot haar kernactiviteiten. Ook hier was een basis van geschikte competenties bij de huidige arbeiders aanwezig, maar moest toch een ambitieus opleidingsprogramma worden opgezet. Laaggeschoolde arbeiders moesten leren werken met nieuwe machines en gereedschappen. Daarvoor werden opleidingen opgezet die werden gegeven door de producenten van die machines en gereedschappen. Ook de ingenieurs en designers kregen bijkomende opleidingen, hoewel de competenties die nodig zijn voor de bouw van olie- en gasplatformen vrij gelijklopend zijn aan die voor de bouw offshore windmolenparken. Om arbeiders de kans te geven om bij hen aan de slag te gaan, voorzag men opleidingen die de mensen met de nodige ervaring (maar zonder officieel bewijs) van een certificaat te voorzien. H&W specialiseert zich ondertussen verder in generatoren voor golfenergie, wat terug nieuwe jobs met zich meebrengt met hun specifieke nieuwe groene competenties. Thijs Calu, educatief medewerker A&M

Het Lindoe Offshore Renewable Centre, een van de wereldwijd meest gerenommeerde onderzoeks-, innovatie-, en testcentra voor offshore windenergie, organiseerde opleidingen en identificeerde competentienoden om mensen aan de slag te krijgen in de sector van de offshore hernieuwbare energie.

Om de voormalige werknemers van de scheepswerf om te scholen om te beginnen in de offshore hernieuwbare energie is er slechts een minimum aan bijkomende opleiding nodig. Veel van de nodige competenties, zoals bv. lassen, waren reeds aanwezig. © lorc.dk

© lorc.dk

Bronnen: - Skills for green jobs: a global view: synthesis report based on 21 country studies/Olga Strietska-Ilina, Christine Hofmann, Mercedes Durán Haro, Shinyoung Jeon ; International Labour Office, Skills and Employability Department, Job Creation and Enterprise Development Department. - Geneva: ILO, 2011008. -P ersbericht Maritime Danmark, via www.maritimedanmark.dk op 08/09/2010. - http://en.wikipedia.org/wiki/Odense_Steel_Shipyard -B ibby Andrew, “Tomorrow’s jobs will be green”, zie http://www.andrewbibby.com/socialpartners/greenjobs.html - www.lorc.dk 20

am magazine jaargang 2015 nr 1


Ecocampus:

inzetten op de student van vandaag, de duurzame professional van morgen “I will not follow where the pad may lead; instead I will go where there is no path and leave the trail�

Muriel Strode, Amerikaanse dichteres en schrijfster (†1930)

Kritisch en creatief denken is een van de competenties rond duurzame ontwikkeling die de studenten wordt aangeleerd om een oplossing te vinden voor maatschappelijke uitdagingen. Illustratie: Delphine Frantzen

Willen we de economie en samenleving van de toekomst op een duurzame manier invullen, dan kan het onderwijs hierin een hefboom zijn. Via onderwijs kunnen kennis, vaardigheden en houdingen aangeleerd worden opdat iedereen als burger en professional met deze complexe uitdagingen zou kunnen omgaan, in het belang van de leefkwaliteit van alle huidige en toekomstige generaties. Enerzijds kan de huidige werknemer bijgeschoold worden via o.a. beroepsopleidingen. Anderzijds kan ingezet worden op de toekomstige professional door via het hoger onderwijs studenten voor te bereiden op een actieve, verantwoordelijke rol in de samenleving. Zelden zijn mensen zo flexibel en leergierig dan als student, geen betere plaats om de wereld te beginnen veranderen dan in het hoger onderwijs. am magazine jaargang 2015 nr 1

21


ECOCAMPUS: INZETTEN OP DE STUDENT VAN VANDAAG, DE DUURZAME PROFESSIONAL VAN MORGEN

Een afgestudeerde die een duurzame maatschappij vorm kan geven, beschikt over diverse en brede competenties waarvan de ‘green skills’ een onderdeel zijn. De essentie is dat de afgestudeerde zowel een kritische als een open houding heeft, met een zicht op langetermijnsverandering, én in staat is de gangbare systemen in vraag te stellen. Om deze duurzame profielen te realiseren zijn sterke coalities tussen álle verschillende betrokken partijen noodzakelijk; in eerste instantie tussen het hoger onderwijs en de overheid maar ook met bedrijven, middenveldorganisaties,... De Vlaamse overheid draagt bij aan dit verhaal via het project Ecocampus van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie. Het accent ligt op het verbinden, inspireren en ondersteunen van docenten, onderzoekers, studenten en het management van het hoger onderwijs om op die manier het hoger onderwijs te verduurzamen. Dit gebeurt via een brede waaier aan acties rond onderwijs, onderzoek en studenten. Zo wordt gewerkt aan o.a. het verder professionaliseren van docenten en het heroriënteren van opleidingen. Verder organiseert Ecocampus het debat rond duurzaamheid in onderzoek. Ecocampus werkt gericht naar studenten: ze ondersteunt, inspireert en bouwt een netwerk op bij de zogenaamde ‘change agents’, studenten die binnen hun onderwijsinstelling inzetten op duurzame ontwikkeling (DO). Tenslotte wordt er ook actief ingezet op het ondersteunend klimaat o.a. via het aanbieden van een

zelfreflectie-instrument (LiFE, Learning in Future Environments). Naast bovenstaande acties rond opbouwen van kennis en netwerken en ondersteunen van projecten, werkt Ecocampus ook aan de integratie van duurzaamheidscompetenties in curricula. Competenties voor DO omvatten: systeemdenken en omgaan met complexiteit, anticiperend denken, kritisch denken, eerlijk en ecologisch handelen, samenwerking in (heterogene) groepen, participatie, empathie en verandering van perspectief, interdisciplinair werken, de communicatie en het gebruik van media, het plannen en realiseren van innovatieve projecten, evaluatie, ambiguïteit en tolerantie van frustratie (Referentiekader DHO). Om dit te realiseren werkte Ecocampus i.s.m. experten uit het hoger onderwijs een leidraad uit, ‘duurzame ontwikkeling als kompas bij de opmaak van leerresultatenkaders’. Die focust op competenties voor duurzame ontwikkeling die een afgestudeerde idealiter beheerst. Het is een inspiratieleidraad die elke competentieontwikkelaar uitdaagt om ook rekening te houden met de maatschappelijke uitdagingen en om afgestudeerden te ondersteunen om deze uitdagingen ook effectief duurzaam te kunnen, willen en durven aangaan. Vele praktijkvoorbeelden tonen aan dat heel wat hogeronderwijsinstellingen de uitdaging nu al aangaan. Dit was de aanleiding voor Ecocampus om een inspiratiemuur op te starten. Dit digitaal platform, waar zowel docenten, studenten, onderzoekers als mid-

denveldorganisaties goede praktijkvoorbeelden kunnen op delen, dient als katalysator om duurzaamheid concreet te maken. Verder werkt Ecocampus ook aan professionalisering van de docenten. Met focus op competenties worden o.a. studiedagen georganiseerd (systeemdenken) en een lerend netwerk voor docenten uit de lerarenopleiding (EDO-competentieprofiel met deze competenties: nieuwe kennis, systeemdenken, waardenontwikkeling, omgaan met emoties en actiegerichtheid). Geëngageerde studenten hebben vaak genoeg kennis om te werken aan duurzame ontwikkeling. Ecocampus ondersteunt hen in het opbouwen van vaardigheden door trainingen aan te bieden rond o.a. systeemdenken, overtuigend communiceren, leiderschap,… zodat ze op die manier hun eigen projecten kunnen optimaliseren. Meer acties zijn terug te vinden op de website­van Ecocampus: ecocampus.lne.be Thijs Calu, educatief medewerker A&M Leen Audenaert, Ecocampusmedewerker bij het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie van de Vlaamse overheid Samengevat is de inzet van Ecocampus het verduurzamen van hoger onderwijs zodat studenten in staat zijn om in steeds wisselende contexten de wegen naar duurzame ontwikkeling vorm te geven tijdens hun nakende loopbaan en als burger. Competenties voor duurzame ontwikkeling binnen het hoger onderwijs kunnen zo heel concreet bijdragen aan een duurzame toekomst.

Een aantal goede praktijkvoorbeelden in Vlaanderen Aanbieder

Voor

Titel

Duurzaamheid niveau

Tags

Thomas More

Groep Technologie en Design Domein Bouw & Interieur

Leerlijn Duurzaam bouwen

Opleiding

Duurzaam bouwen, ruimte, energie, water, materialen

KU Leuven

Studenten die een bijdrage willen leveren aan de DO van onze samenleving

CORE cvba-so: Coöperatief Ondernemen in Rationeel Energiegebruik

n.v.t.

Coöperatieve, mobiliteit, huisvesting, industrieel­ energiegebruik

Karel de GroteHogeschool

Opleidingen sociaal werk en bedrijfskunde

Intensive Programme ‘Wellbeing en Economic Growth’ – editie 2014

Interdisciplinair opleidings­onderdeel

Onderwijsproject, economische crisis, wellbeing, welfare

UGent

Alle UGent-studenten die interesse hebben

Studium generale duurzaamheidsdenken

Universiteitsbreed opleidingsonderdeel­

Interdisciplinair, multidisciplinair, reflectie, transitiedenken

Howest

Studenten uit de professionele­ bachelor bedrijfsmanagement

MVO-markt

Interdisciplinair project

Ondernemen, interdisciplinair, teams, ontwikkelen beursstand

Wie zich verder in de thematiek wil verdiepen, vindt heel wat inspiratie in de tweedelige publicatie ‘Ontwerpen voor het onbekende’ (een Inspiratieboek en een Referfentiekader DHO). Je vindt er onder meer interviews en ervaringen uit de onderwijssector. Meer info en downloaden kan via de website van Ecocampus http://www.lne.be/doelgroepen/onderwijs/ecocampus

22

am magazine jaargang 2015 nr 1


A&M in ‘t kort

VERNIEUWDE LABELINFO.BE GIDST JE DOOR HET BOS VAN DUURZAAMHEIDSLABELS Labelinfo.be, de online databank voor duurzaamheidslabels, zit in een fris nieuw kleedje. Je kan de website nu ook op smartphone of tablet raadplegen, erg handig wanneer je in de supermarkt een bepaald label wil checken. Labelinfo geeft objectieve informatie over 69 duurzaamheidslabels en de controle erop. Labelinfo.be maakt duurzaam aankopen eenvoudiger Labelinfo.be biedt consumenten een veilige weg door de jungle van labels en maakt duurzaam aankopen eenvoudiger. Je kan gemakkelijk opzoeken welke Fairtradelabels er allemaal bestaan of hoe je duurzaam hout herkent. Op de website komen verschillende productcategorieën aan bod, van elektrische apparatuur tot cosmetica, schoonmaakmiddelen, toerisme en financiële producten. Via een eenvoudig beoordelingssysteem kan je in één oogopslag verschillende labels met elkaar vergelijken op vlak van milieucriteria, sociale criteria en controle. Wie meer informatie zoekt over één specifiek label krijgt in een gedetailleerde fiche informatie de verschillende criteria, de wetgeving en controle op het label. 13 extra labels doorgelicht Labelinfo.be is een initiatief van Netwerk Bewust Verbruiken vzw. Het project wordt ondersteund door FOD Leefmilieu en het Federaal Instituut voor Duurzame Ontwikkeling (FIDO). De vernieuwde site telt ook 13 extra labels: de cosmeticalabels Cosmos, Demeter verzorging, Natrue en Biogarantie verzorging, de textiellabels Naturtextil, Step en Goodweave. Daarnaast vullen Responibly Fresh, Seedling, Beschermde Geografische Aanduiding, Nature & Progrès, Energie-Efficiëntielabel banden en ASC de website aan. Bron: persbericht Netwerk Bewust Verbruiken, 3 maart 2015.

am magazine jaargang 2015 nr 1

23


V.U. Danny Jacobs, BBL, Tweekerkenstraat 47, 1000 Brussel

Winkel van 25 april tot 30 mei 2015 met de fiets of te voet bij deelnemende handelaren, en vraag een Belgerinkelsticker. Hiermee maak je kans op mooie prijzen, waaronder 200 Minerva fietsen! Meer info op www.belgerinkel.be.

Een initiatief van:

in samenwerking met

Met de steun van:


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.