Robyn Orlin / Moving into Dance Mophatong Company — We wear our wheels with pride ...

Page 1

ROBYN ORLIN / MOVING INTO DANCE MOPHATONG COMPANY — WE WEAR OUR WHEELS WITH PRIDE AND SLAP YOUR STREETS WITH COLOR… WE SAID ‘BONJOUR’ TO SATAN IN 1820… Met We wear our wheels with pride... maak je een reis door het verleden, door je herinneringen aan je eigen kindertijd, in het bijzonder je herinneringen aan de riksja’s die in het stuk worden genoemd. Dit is je tweede samenwerking met Moving Into Dance Mophatong. Waar staan die riksja’s en hun rijders voor? Aan wie brengen jullie hulde? Robyn Orlin: De riksja’s waren een transportmiddel dat door slaven werd beheerd en dat al bestond lang voordat ik geboren werd, nog voor er sprake was van auto’s in Zuid-Afrika. Ook na de komst van de auto werden ze nog steeds gebruikt, maar toch minder vaak. Door de komst van de auto was er een noodzaak om ze heruit te vinden en zo werden het toeristische attracties. De rijtuigen waren geen eigendom van de bestuurders. Die moesten ze huren en ze moesten zelf betalen voor hun parkeerplaatsen. Voor hen was het leven hard en pijnlijk. Het waren allemaal mannen en ze werden niet ouder dan 35 jaar. Maar ze maakten van hun rijtuigen zeer kleurrijke vehikels. Ze droegen veelkleurige outfits en hoofdeksels met spectaculaire koeienhoorns. Deze flamboyante expressie was er een van grote levensvreugde, en zorgde geleidelijk voor een competitie tussen de chauffeurs. Vandaag bestaan er nog steeds riksja’s in Durban maar niet in Johannesburg. Ze lijken absoluut niet meer op de riksja’s van uit mijn jeugd. Er is niets flamboyants meer aan. Welke indrukken hebben die mannen op je achtergelaten? Maakte je vroeger zelf gebruik van die riksja’s toen je jong was? Robyn Orlin: Ik heb er nooit gebruik van gemaakt. Mijn ouders vonden het politiek incorrect om ons te verplaatsen met riksja’s. Toen ik ze ontdekte moet ik tussen de vier en de zes geweest zijn. De chauffeurs waren prachtig uitgedost; zoals echte dansers lieten ze hun passagiers op en neer kantelen alsof ze zichzelf wilden opvrolijken. Maar het was ook een manier om hun politieke en sociale frustratie te uiten en om niet in de slachtofferrol te kruipen. Het was een vorm van veerkracht en verzet tegen hun levensomstandigheden. Ze droegen heel speciale schoenen waarvan de zolen gemaakt werden van banden. Ik keek altijd hoe ze met hun sandalen tegen de grond tikten. Als klein meisje zag ik hen als engelen. Voor mij stonden ze voor een mystieke ervaring.

Welke rol geef je ze in het stuk, en hoe? Robyn Orlin: Nu ik oud ben, denk ik na over mijn jeugd, over apartheid, over mijn herinneringen. Mijn moeder, Rhoda Orlin, was choreografe in Johannesburg en werkte met zwarte dansers, zangers en muzikanten. Ze deed ook onderzoek naar Gumboots, een dans die werd uitgevonden door de slaven die in de mijnen werkten. Zoals iedereen in Zuid-Afrika met een politiek bewustzijn, zaten we gevangen tussen onze kennis van de oorsprong van de relaties van overheersing en de onmogelijkheid om die te herstellen. Tijdens de lockdown in Berlijn herinnerde ik me die riksja-chauffeurs die nooit werden gewaardeerd, ook al speelden ze een rol in de strijd tegen apartheid. Ik wil hen eer bewijzen met dit stuk, waarin elke danser een riksja-chauffeur voorstelt en symbolisch contact probeert te maken met de voorouders zodat ze in vrede kunnen rusten. In Zuid-Afrika worden ‘memory cloths’ gemaakt ter ere van belangrijke overledenen. Naar analogie hiermee maken de dansers levende visuele monumenten als teken van respect en erkenning om de doden te herdenken en om ze tegelijkertijd te vieren. Wat zijn de banden tussen de dansers van Moving into Dance Mophatong en de riksjarijders? Heeft een van hen familiebanden met deze arbeiders? Robyn Orlin: De riksja-rijders behoorden tot het Zoeloevolk. Twee van de dansers, Oscar Buthelezi en Sbusiso Gumede, zijn Zoeloe. Ik vroeg hen om onderzoek te doen naar hun familiegeschiedenis, maar door de erbarmelijke staat van de rijksregisters konden ze geen extra informatie vinden. De andere artiesten komen uit andere regio’s. Ze zijn niet Zoeloe en hebben daarom andere traditionele dansen. In het stuk werkten en amuseerden we ons met die verschillen. Ik vroeg de dansers die geen Zoeloe zijn om niet te doen alsof ze dat waren en de Zoeloe-dans niet te imiteren. Hun voorouders waren waarschijnlijk slaven in de kool- of goudmijnen of waren huispersoneel voor blanke kolonisten. Het was dus niet moeilijk voor hen om zich in te leven in de gevoelens van de Zoeloes. De herinnering aan apartheid is nog springlevend in het land. Interview door Thomas Hahn, voor Festival d’Automne, Paris

DANS DI 19 DEC - 20:00 30CC/SCHOUWBURG 70’ ——— HET IS VERBODEN FOTO’S OF VIDEO’S TE MAKEN TIJDENS DE VOORSTELLING. — TAKING PICTURES OR RECORDING VIDEO IS PROHIBITED DURING THE PERFORMANCE.

CONCEPT EN CHOREOGRAFIE ROBYN ORLIN | DANS MOVING INTO DANCE MOPHATONG: SUNNYBOY MOTAU, OSCAR BUTHELEZI, EUGENE MASHIANE, LESEGO DIHEMO, SBUSISO GUMEDE, MASEGO MOLOTO | LIVE MUZIEK & COMPOSITIE UKHOIKHOI / YOGIN SULLAPHEN EN ANELISA STUURMAN | VIDEO ERIC PERROYS | LICHT ROMAIN DE LAGARDE | KOSTUUMS BIRGIT NEPPL | TECHNISCHE LEIDING JEAN-MARC L’HOSTIS | STAGE MANAGEMENT JORDAN AZINCOT | TOUR MANAGEMENT THABO PULE | ADMINISTRATIE & SPREIDING DAMIEN VALETTE | COÖRDINATIE LOUISE BAILLY | PRODUCTIE CITY THEATER & DANCE GROUP, MIDM - MOVING INTO DANCE MOPHATONG EN DAMIEN VALETTE PROD | COPRODUCTIE FESTIVAL MONTPELLIER DANSE, TANZ IM AUGUST - HAU HEBBEL AM UFER (BERLIN), CHAILLOT – THÉÂTRE NATIONAL DE LA DANSE, LE GRAND T - THÉÂTRE DE LOIRE-ATLANTIQUE, CHARLEROI DANSE - CENTRE CHORÉGRAPHIQUE DE WALLONIE-BRUXELLES, THÉÂTRE GARONNE - SCÈNE EUROPÉENNE, CHÂTEAU-ROUGE - SCÈNE CONVENTIONNÉE D’ANNEMASSE



Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.