Carmel Magazine september 2017

Page 1

JAARGANG 14 NUMMER 36 SEPTEMBER 2017

JONG GELEERD IS OUD GEDAAN ‘DATAGEBRUIK BRENGT DE LEERLING VERDER’ MAATWERK TUSSEN DROOM EN DAAD EEN KANS EN NÓG EEN KANS

1


In dit nummer

4

JONG GELEERD IS OUD GEDAAN

WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK VOOR DE LESPRAKTIJK VAN ALLEDAG

8

e book: kedIn en Fac e in L p o s n o Volg olleg hting ca rmelc

stic

MAATWERK TUSSEN DROOM EN DAAD…

16

ANDERE RUBRIEKEN STANDPUNT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 BELPANEL . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 MIJN PASSIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 COLUMN FRIDSE MOBACH . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 CARMEL IN BEELD . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 KORT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 HOE GING HET VERDER MET . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 COLUMN JOS BAACK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21 OPMERKELIJK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22

2

EEN KANS EN NÓG EEN KANS

STICHTING CARMELCOLLEGE omvat 12 instellingen voor bijzonder voortgezet onderwijs. Op ruim 50 locaties verzorgen we een breed onderwijs­aanbod in een kleinschalige en veilige omgeving. Zo begeleiden we onze leerlingen. Elke dag opnieuw. Onderstaande - voornamelijk brede - scholengemeenschappen zijn aan Carmel verbonden: ◗ Almelo, Pius X College, Canisius ◗ Deventer, Etty Hillesum Lyceum ◗ Eindhoven, Augustinianum ◗ Emmen, Carmelcollege Emmen ◗ Enschede, Bonhoeffer College ◗ Gouda, Carmel­college Gouda ◗ Groenlo, Marianum ◗ Haren, Maartenscollege, International School Groningen ◗ Hengelo, Scholengroep Carmel Hengelo ◗ Oldenzaal, Twents Carmel College ◗ Oss, Het Hooghuis ◗ Raalte, Carmel College Salland

18


SEPTEMBER 2017

Gitti Burema, rector Marianum

Op de toekomst

‘Zo te leren, voor het leven en de echte wereld. Zou dat nou niet zalig zijn!‘

STANDPUNT Bij ons thuis zijn we enorme liefhebbers van de Italiaanse keuken. Een groot genot, vooral in de zomer, omdat we dan volop in de gelegenheid zijn om dáár in de keuken te kijken waar het echt gebeurt; in Italië! Als we dan weer terug thuis zijn dan worden kosten noch moeite gespaard om al die verrukkelijke heerlijkheden ook hier op tafel te toveren. Maar… de tomaten zijn net iets zoeter in Italië, de mozzarella is romiger, de basilicum is iets aromatischer en de artisjokken zijn geuriger. De associaties bij een Primitivo aan mijn eigen keukentafel zijn toch net iets anders dan die ik had in de schaduw van de bomen in Toscane. Om nog maar te zwijgen over wat het ritme van het koken en de tijd die eraan besteed wordt doet met de kwaliteit, de smaak en de beleving. Want wie herkent het niet: ’s avonds om kwart voor zeven open ik mijn koelkast en vraag me af: ‘moet ik het hiermee doen?’ De koelkast zwijgt, hier moet ik het mee doen. Ik ga aan de slag en zet mijn meest productieve wapen in: mijn creativiteit! In no time ligt alles in de pan. Ik ga er voor het gemak even aan voorbij dat de ingrediënten een bepaalde volgorde nodig hebben of een bepaalde gaartijd om helemaal tot hun recht te kunnen komen. Het is nu even huppakee, want we willen aan tafel. Dan komt Het Resultaat. Dat varieert van: ‘hm, valt toch tegen’ tot

‘gatverdamme’, kauwen, doorslikken en wat overblijft gaat ambititieloos de groencontainer in. Dat is leren! Want eigenlijk weet je het al voor de eerste hap. Wat was mijn bedoeling? Een goddelijk gerecht of maagvulling? Wat waren de ingrediënten? Waren die passend? En hoe heb ik het aangepakt om ofwel tot het ene of tot het andere te komen? Mijn tafelgenoten vinden het jammer, maar ze vinden het niet erg want ze hebben het volste vertrouwen in mij! Zij weten dat we af en toe ook ultieme geluksmomentjes hebben. Dan proeven we en dan zeggen we; ‘hmmmmm, heerlijk!’ Dat is ook leren! Dan bespreken we hoe ik het deze keer heb aangepakt, we vertellen elkaar wat er nu zo anders is en ik begrijp uit hun reacties wat ik nog kan veranderen om het nog iets beter te krijgen. Zo te leren, voor het leven en de echte wereld. Zou dat nou niet zalig zijn! Ik wens het ons allemaal van harte toe. Salute! Op de toekomst. ◗

3


Maatschappelijke stage kweekt betrokken burgers

Jong geleerd is oud gedaan Vrijwilligerswerk als onderdeel van je schoolloopbaan: dat is de maatschappelijke stage, kortweg MaS. Verplicht is hij niet meer, maar veel Carmelscholen hebben 'm nog steeds op het programma staan, uit overtuiging. ‘Dit maakt je een completer mens.’

De verplichte maatschappelijke stage is in het voortgezet onderwijs geen lang leven beschoren geweest. Drie jaar na de invoering werd hij alweer afgeschaft, tot ongenoegen van veel Carmelscholen die het juist een verrijking van het onderwijsprogramma vonden. Gelukkig is het aanbieden van een maatschappelijke stage nog wel toegestaan: iedere school mag maximaal 30 uur per leerling meetellen als onderwijstijd. In die uren doen leerlingen onbetaald werk voor een maatschappelijk project of organisatie zonder winstoogmerk. ‘Wij vinden het belangrijk dat onze leerlingen een tijdje een plaats innemen in de wereld van anderen. Hierdoor ontdekken ze hoe waardevol het

4

‘Leerlingen ontdekken hoe waardevol het is dat je er zonder tegenprestatie voor iemand kan zijn’

is dat je er zonder tegenprestatie voor iemand kan zijn’, zegt Hetty Maas, die samen met Belinda Heidkamp de maatschappelijke stages coördineert op het Twents Carmel College, locatie Losser.

ZORG VOOR DE MENS Veel andere Carmelscholen hebben net als het Twents Carmel College de maatschappelijke stage gehandhaafd. In hun ogen is het een logisch voortvloeisel uit de zorg voor de mens (“elke mens, heel de mens en alle mensen”) die centraal staat in de missie van Stichting Carmelcollege.


SEPTEMBER 2017

Maas: ‘Leerlingen gaan zich door de maatschappelijke stage meer betrokken voelen bij hun leefomgeving. En jong geleerd is oud gedaan. Dat is belangrijk, juist in een tijd die zo individualistisch en materialistisch is.’ Sommige scholen reserveren voor de maatschappelijke stage geld op hun begroting. Scholengroep Carmel Hengelo zet bijvoorbeeld 10 euro per leerling apart. Dat is een belangrijke waarborg voor continuïteit, vinden Rita Kremer en Anny Schiphauwer, die op respectievelijk

20 uur en vierdeklassers havo/vwo nog eens 15 uur. Maar het is allemaal de moeite waard omdat je leerlingen ziet groeien, zegt Rachel Wolsink, die op locatie De Thij de maatschappelijke stages in de onderbouw coördineert: ‘Ouders geven aan dat hun zoon/dochter veel heeft geleerd: verantwoordelijkheid nemen, afspraken nakomen, zelfstandig zaken regelen. Leerlingen zelf zeggen het over het algemeen een leuke ervaring te hebben gevonden.’

UIT JE COMFORTZONE Maar de opbrengsten gaan verder dan persoonlijke vaardigheden. Maatschappelijke stage geeft leerlingen een breder beeld van de maatschappij dan ze kennen uit hun eigen familie- en vriendenkring en schoolgemeenschap. Schiphauwer: ‘Het gaat er juist om dat je buiten je comfortzone stapt en een ander leert kennen die je normaal niet zomaar ontmoet.’ Een mooi voorbeeld is de rolstoelwandelgroep die vier weken achtereen Het Twickel College Borne aandoet voor een koffie- en theepauze die door leerlingen wordt verzorgd. Kremer: ‘De eerste keer zie je bij leerlingen onwennigheid: hoe benader ik iemand met een beperking? Daarna raken ze ermee vertrouwd.’ De maatschappelijke stage neemt zorginstellingen, verenigingen en sportclubs bovendien werk uit handen. ‘In Losser leeft het, verenigingen maken er al jaren gebruik van. Dankzij de maatschappelijke stage is er veel meer mogelijk’, zegt Maas.

‘De MaS maakt je een completer mens’

Het levert ook nieuwe vrijwilligers op, al verschillen de aantallen sterk. Op het Twents Carmel College locatie De Thij ging in 2016 van de stagiairs uit de tweede klas maar liefst 40 procent langer met de stage door dan nodig was en bleef 30 procent aan als vrijwilliger. ‘Al geven ze “maar” voetbaltraining aan de F-jes, dat is heel waardevol’, zegt Wolsink.

ERVAREN IN DE PRAKTIJK

Het Twickel College Borne en Lyceum de Grundel nauw betrokken zijn bij de vormgeving van de stages. ‘Zo’n belangrijk onderwerp moet je niet afhankelijk laten zijn van het enthousiasme van één of twee mensen.’

DE MOEITE WAARD Organisatorisch is het een hele klus, want het gaat om grote aantallen leerlingen die allemaal een stageplaats en stagebegeleiding nodig hebben - elk jaar opnieuw. Bij het Twents Carmel College alleen al betreft het jaarlijks bijvoorbeeld ruim 1.400 leerlingen. De eerstejaars doen mee aan NL Doet, de tweedejaars lopen een stage van

Onderwijskundig gezien is de maatschappelijke stage een vorm van burgerschapsvorming, een onderwerp waar alle Nederlandse scholen volgens de wet aandacht aan moeten besteden. Dat doen ze ook wel, maar onvoldoende planmatig en doelgericht, vindt de Inspectie van het Onderwijs, die eind 2016 in een rapport pleitte voor meer regulering. Als dat betekent dat zij niet langer naar eigen inzicht vorm kunnen geven aan de maatschappelijke stage, zijn de ondervraagde Carmelscholen hier niet enthousiast over. Maas: ‘Laat deze zachte kant van burgerschapsvorming alsjeblieft een kwestie van vertrouwen blijven. Juist doordat leerlingen in de praktijk kunnen erváren wat het inhoudt, besluiten ze zich als vrijwilliger in te zetten voor onze maatschappij. De maatschappelijke stage maakt je een completer mens. Dat bereik je niet via een methodiek of door er alleen over te praten.’ ◗

5


Belpanel Iedere leerling heeft recht op het allerbeste onderwijs. Tienduizenden docenten werken er dagelijks keihard aan. Onder grote druk, want er wordt steeds meer van hen gevraagd. Zó veel, dat ze zelf zeggen te weinig tijd te hebben voor elke leerling. Aan het nieuwe Carmelpanel leggen we daarom de stelling voor:

NIET ELKE LEERLING KRIJGT DE AANDACHT DIE HIJ OF ZIJ VERDIENT!

Venhar Yerlikaya, leerling 3 vwo, Pius X College, Rijssen

Rachel Faessen, docent Frans en coördinator dyslexie, Augustinianum, Eindhoven

14.43 ✓✓ ONEENS!

12.11✓✓ EENS!

‘Ik ben het hiermee voornamelijk oneens, maar het hangt van factoren af. In de havo/vwo-brugklas waren we met 30 leerlingen. Je moest zelf met vragen komen om aandacht te krijgen. Vorig jaar zat ik in een klas van 15 leerlingen. De docenten vroegen ons steeds of we vragen hadden en of ze ergens mee konden helpen. Mijn klasgenoten hebben het net zo ervaren. In de mentorles hebben we deze stelling besproken. Mijn mentor vertelde dat het soms moeilijk aan te voelen is of een leerling aandacht nodig heeft. Maar ze was het met me eens, net als de rest van de klas. Daarom zei ik dat de reactie kan verschillen. Leerlingen in een volle klas denken misschien heel anders.’ ◗

Isa Schröder, leerling 5 vwo, Het Hooghuis, locatie Titus Brandsmalyceum, Oss

Marcel Dijkerman, ouder, Etty Hillesum Lyceum, locatie De Marke Zuid, Deventer

18.21 ✓✓ EENS!

19.05 ✓✓ ONEENS!

‘Volgens mij klopt de stelling. Niet omdat docenten niet anders zouden willen, maar vooral omdat ze soms niet weten welke aandacht nodig is. Dat kan ook een kwestie zijn van tijd of geld. In het speciaal onderwijs is dat anders, in het reguliere onderwijs kan het een probleem zijn. Als je dyslectisch bent, bijvoorbeeld, of hoogbegaafd. Ik denk dat die leerlingen vaak niet de juiste aandacht krijgen. Of niet altijd de aandacht die aansluit bij wat zij nodig hebben. Ik heb zelf deelgenomen aan twee trainingen voor hoogbegaafden. In de eerste wisselden we tips uit, de tweede was naar mijn smaak te theoretisch. De aandacht is er wel, maar lang niet altijd in een vorm die aanspreekt.’ ◗

6

‘Ik denk dat de stelling klopt. Misschien krijgen sommige leerlingen, namelijk de hardste roepers, zelfs te veel aandacht. Daar probeer ik me van bewust te zijn, maar ik wil erop wijzen dat klassen ingewikkelder zijn geworden. Bijvoorbeeld door het Passend Onderwijs en de soms complexe problematiek bij leerlingen. Met dertig leerlingen in vijftig minuten is er niet veel tijd voor iedereen. En het zijn nooit de volle 50 minuten, het duurt altijd even voor de klas rustig is. De oplossing? Kleinere klassen, maar dat is een utopie. Ik heb één leerling over de stelling bevraagd. Die dacht er genuanceerd over. Van de ene leraar krijgt ze meer aandacht dan van de andere. Ze vond het wel goed zo.' ◗

‘Die ervaring heb ik niet. Het is andersom: de school besteedt veel zorg aan het contact met leerlingen en ouders. Als ik een mailtje stuur, krijg ik heel snel antwoord. Sneller dan ik dacht. Ik merk dat elke docent het beste wil voor de leerlingen. Daarbij kan ik me voorstellen dat het voor docenten niet altijd gemakkelijk is. Al die handelingsplannen en documenten… zijn die echt allemaal nodig? Ik vraag het omdat we in het bedrijfsleven iets vergelijkbaars meemaken. Maar wordt het product daar beter van? Zo zouden we ook naar het onderwijs kunnen kijken. Wordt dat er beter van? Als je praat over aandacht, voldoende aandacht, moet je zeker ook kijken naar alle administratie eromheen.’ ◗


SEPTEMBER 2017

MIJN PASSIE

HARRY BOLSCHER (66) WERKTE 46 JAAR IN HET ONDERWIJS, WAARVAN 41 JAAR ALS DOCENT NEDERLANDS BIJ CARMELCOLLEGE GOUDA EN VOORGANGERS. ‘Lesgeven is het heerlijkste wat er is. In al die jaren heb ik nooit behoefte gehad aan een andere functie. Om dit werk goed te doen, moet je heel veel van je vak houden; je moet van leerlingen houden en een beetje humor hebben. Eigenlijk geef je elke les een voorstelling. Ik ben geen dag begonnen zonder lichte plankenkoorts. Maar elke dag weer was dat voorbij zodra ik die vrolijke snuiten voor me zag. En die keren dat leerlingen (letterlijk) na afloop applaudisseerden - ja, dan dacht ik: dit was een ‘Eigenlijk geef goede les. Het mooiste moment van het jaar is de examenuitslag. Al mijn leerlingen hebben de laatste je elke les een jaren een voldoende voor Nederlands gehaald; voorstelling’ dat vind ik fijn. Nederlands is toch een kernvak. Ik heb het met zoveel plezier op ze overgebracht! Mijn flexibiliteit ben ik in al die jaren nooit verloren. Wel ben ik een jaar of tien geleden minder gaan werken. Met een dag vrij in de week houd je het vol, anders wordt het op zeker moment te zwaar. En nu? Nu zie ik uit naar de cursus olieverfschilderen waarvoor ik me heb opgegeven en naar meer tijd om door te brengen in mijn eigen bibliotheek. Literatuur is mijn passie. Grasduinen in duizenden boeken om je heen... heerlijk.’ ◗

7


Samenwerkingsverband Carmel en Universiteit Twente

WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK VOOR DE LESPRAKTIJK VAN ALLEDAG

‘Datagebruik brengt de leerling verder’

8


SEPTEMBER 2017

Stichting Carmelcollege en Universiteit Twente (UT) zetten hun samenwerking voort. In de komende jaren zoeken en onderzoeken ze mogelijkheden om het onderwijs nog beter te maken. Dicht bij leerlingen en docenten, om beiden nog meer in hun kracht te zetten. Zodat de resultaten altijd gericht zijn op de praktijk.

Die praktijk komt volgende maand al aan de orde, tijdens de studiedag over formatief toetsen en differentiëren voor onderbouwdocenten. In het voorjaar volgt een training, mede ontwikkeld door Christel Wolterinck, teamleider onderwijs en onderzoek van het Marianum in Groenlo. Ze combineert haar werk al enkele jaren met een promotietraject aan de Universiteit Twente: ‘Uiteraard moet ik aan alle wetenschappelijke vereisten voldoen. Ik wil de opgedane kennis vertalen naar de schoolpraktijk. Leerlingen, scholen en docenten moeten er iets aan hebben.’ In Raalte spreekt Anne Tappel, projectleider Opbrengstgericht Werken bij Carmel College Salland, overeenkomstige woorden. Ze werkt sinds het begin van dit jaar aan een promotieonderzoek om onderwijsontwikkeling een duurzame plek in de scholen te geven. Ook hier de nadruk op de dagelijkse gang van zaken: ‘Onze leerlingen zouden het allerbeste onderwijs moeten krijgen door voortgang van ingezette onderwijsontwikkeling.’ Beide promovendi krijgen begeleiding van dr. Kim Schildkamp, universitair hoofddocent aan de UT en grondlegger van de datateammethode. Ze is al net zo helder: ‘We willen weten wat werkt en wat niet. Daar hebben we scholen voor nodig, zoals die van Carmel. De wisselwerking tussen onderwijs en onderzoek is erg belangrijk.’

DATATEAMS Carmel en Universiteit Twente hebben bovendien al vaker (intensief) samengewerkt. In de afgelopen periode hebben bijvoorbeeld twintig locaties de datateammethode beproefd, die ontwikkeld werd door Schildkamp. ‘We wisten dat datagebruik het onderwijs kan verbeteren. Ik wilde onderzoeken hoe we scholen daarbij kunnen ondersteunen’, legt ze uit. Zo kwam ze ook bij Carmel. ‘Gesprekken met o.a. Johan Supèr, rector van het Carmel College Salland, hebben geleid tot een pilotproject met twee maal tien scholen.’ Datateams proberen door analyse van alle in scholen aanwezige data, oplossingen te vinden voor specifieke problemen en zo het onderwijs te verbeteren.

‘Leerlingen, scholen en docenten moeten er iets aan hebben’

De promotieonderzoeken van Wolterinck en Tappel bouwen voort op het succes van de datateams. Ze sluiten aan bij de programmalijnen van Koers 2020: kwalificatie, socialisatie en persoonsvorming en op de ambitie om leerlingen zoveel mogelijk op maat te bedienen (gepersonaliseerd leren). Carmel streeft ernaar daartoe kennisallianties te vormen, met onderzoeksinstellingen en andere scholen, om onderzoek een structurele plek te geven in het onderwijs. Wolterincks onderzoek naar formatief toetsen kan als voorbeeld dienen. ‘We spreken vaker van “formatief handelen” of “formatief evalueren”, omdat we bij toetsen vooral aan proefwerken of examens denken. Formatief handelen focust op wat de leerling nodig heeft tijdens het leerproces. Het draait in essentie om drie vragen: waar wil de leerling naartoe, waar staat hij of zij nu, welke stappen zijn nog nodig?’, licht ze toe. ‘Met die kennis kan de docent gerichter differentiëren.’ In haar onderzoek maakt ze vooral gebruik van informele data, verkregen door onder meer observeren en het stellen van vragen die een beroep doen op de analytische vaardigheden van de leerlingen. ‘Zelfbeoordeling door de leerling (self assessment) en beoordeling door medeleerlingen (peer assessment) leveren eveneens informatie op. Docenten vinden vaak dat hun leerlingen daar nog niet aan toe zijn, maar ze kunnen veel meer als je dat stimuleert. In Engeland, de Verenigde Staten, Canada en Nieuw-Zeeland hebben ze daar al de nodige ervaring mee. Leerlingen worden dan veel meer eigenaar van hun leerproces.’

VERDUURZAMING Anne Tappel werkt vanuit een andere onderzoeksvraag: ‘Hoe kunnen we ervoor zorgen dat onderwijsontwikkeling duurzaam wordt, waarbij datateams als casus worden gebruikt?’ Ze vertelt: ‘In veel scholen gebeurt van alles. Toch komt de ontwikkeling vaak tot stilstand als ze net hun vruchten gaan afwerpen. Omdat de docent die de kar trekt wegvalt, de subsidie op is of een nieuwe schoolleider aantreedt. Hoe kunnen we de ontwikkeling bestendigen, zodat docenten de waarde en betekenis inzien en de leerling zijn resultaten ziet verbeteren?’

9


Hiertoe zet ze, na bestudering van de literatuur, vragenlijsten uit bij alle scholen die met datateams hebben gewerkt. Ook scholen die niet bij Carmel zijn aangesloten. ‘Ik wil graag weten hoe duurzaam het gebruik van data is. Uiteindelijk streef ik naar een bovenschoolse professionele leergemeenschap, van schoolleiders en docenten, om kennis en ervaringen te delen en datagebruik tot een routine te maken.’ Docenten willen dat graag, is haar ervaring, om gemakkelijker en beter te kunnen differentiëren. ‘Daar kan ook Christel weer veel betekenen.’ Wolterinck heeft dat inmiddels ervaren. In eigen school heeft ze verschillende workshops georganiseerd die het nodige enthousiasme teweeg hebben gebracht. ‘Vooral de waarde van de feedbackcultuur voor het onderwijs is gebleken. De toepasbaarheid eveneens, je kunt deze methodiek ook gebruiken voor teamplannen: waar wil het team naartoe, waar staat het nu en welke stappen zijn nodig?’ Ze verwacht veel van het Licentie-Foliomodel, dat bij wijze van proef in het nieuwe schooljaar wordt uitgezet voor de vakken wiskunde en biologie. Leerlingen hebben er in principe toegang tot alle lesniveaus. ‘Daar gaat het naartoe, je kunt niet van docenten verwachten dat ze alles gedifferentieerd maken. Dit helpt, net als formatief handelen.’ In het kader van haar onderzoek werkt ze nu aan een training formatief handelen. ‘In het voorjaar van 2018 beginnen we, bij wijze van pilot.’ Er komt, hoopt ze, een driejarig traject uit voort waaraan ook scholen van buiten Carmel kunnen deelnemen.

10

HUIS Onwillekeurig dient zich een beeld aan. Tappel trekt een huis op voor onderwijsontwikkeling, op een bestendig wetenschappelijk fundament. Wolterinck richt een van de kamers in. Johan Supèr, rector van het Carmelcollege Salland, vindt het aansprekend, maar verruimt de blik: ‘Dat huis staat in een straat, waarin we streven naar goede contacten met andere bewoners: andere scholen, de UT. We openen ramen en deuren om nieuwe kennis binnen te laten. Soms gaan ze weer dicht, want we kunnen niet alles en niet alles in één keer.’ Hij wijst vervolgens op nog een voornaam punt: ‘Dit vraagt van docenten en schoolleiders een andere benadering. Ik ben dan wel eindverantwoordelijk, maar dat betekent niet dat ik alles weet of kan. In het verleden wilde een schoolleider nog weleens verbeteracties bedenken als iets niet goed liep. Zo werkt het niet meer. Mede dankzij de opbrengsten van de datateams kijken we nu met alle betrokkenen. Niet op basis van indrukken of overtuigingen, maar van data. De schoolleider denkt mee en faciliteert, streeft ernaar de kennis van álle collega’s te benutten. We willen allemaal dat die leerling verder komt, die passie proberen we aan te spreken. Daar past geen topdownbenadering bij.’

‘Wij de scholen, zij de kennis’


Wat dan voor zijn school geldt, geldt wat hem betreft voor Carmel als geheel. ‘In Koers 2020 vind je ook het belang van kennisdeling en het streven naar kennisallianties. Wij werken samen met Twents Carmel College, Bonhoeffer College, Assink Lyceum, het Erasmus, Universiteit Twente, Hogeschool Windesheim, HAN ILS en de Radboud Docenten Academie in de Academische Opleidingsschool OostNederland. Zo halen we het onderzoek ook de school in. Onlangs hadden we hier een bijeenkomst, waar pakweg 35 deelnemers aan die opleidingsschool onderzoeksresultaten deelden. Dat waren lang niet allemaal Carmelmensen. Het voortdurend delen van kennis blijft belangrijk, anders zakt het snel weg, iedereen is druk. De onderzoeken van Christel en Anne laten zien hoe interessant de samenwerking met de UT is. Wij de scholen, zij de kennis. We kunnen elkaar veel bieden en veel van elkaar leren.’

COÖRDINATIETEAM Voor het voeden en aanjagen van de samenwerking is een bovenschools coördinatieteam opgericht, dat bestaat uit Christel Wolterinck, Anne Tappel en Tom Morskieft (voorzitter managementteam bestuursbureau). ‘We willen verbinden, kennis delen, zodat niet iedereen zijn eigen wiel hoeft uit te vinden’, verduidelijkt Wolterinck. ‘Een brug slaan tussen onderwijs, onderzoek en opbrengstgericht werken en de gedachtewisseling stimuleren. Carmelscholen met vragen rond dit thema kunnen bij ons aankloppen’, vult Tappel aan. Carmel en UT stellen daarnaast een Kennisagenda op. Die benoemt, aan de hand van Koers 2020, onderwerpen waar samenwerking tussen onderzoek en onderwijs voor Carmel en UT vruchtbaar kan zijn. Supèr heeft alvast enkele suggesties. ‘Ik denk aan Passend Onderwijs. Hoe pakken scholen dat aan en welke resultaten bereiken ze? Of kansenongelijkheid: wat kunnen wij als scholen doen om een kentering teweeg te brengen? Hoe kunnen we werkelijk maatwerk bieden? Wat kan ICT daarbij betekenen?’ ‘Hier kunnen we iets mee’, reageert Schildkamp. ‘Ik kan deze vragen koppelen aan wetenschappelijk gezien interessante onderzoeksthema’s die we al hebben benoemd: datagebruik, formatief toetsen, differentiëren, informatiemanagement en het meten van “soft skills”. En ze sluiten aan bij onderzoeken die al lopen. Niet alleen van Christel of Anne, we hebben hier ook een docent van een school buiten Carmel, die een training voor differentiëren ontwikkelt. Daar willen we Carmel graag bij betrekken, om zoveel mogelijk data te kunnen verzamelen. Je ziet dat datagebruik altijd een middel is voor een groter doel: onderwijs dat de leerling verder brengt.’ ◗

COLUMN

SEPTEMBER 2017

GROEN EN GRIJS Trends zijn normaliter een goede voorspeller van de toekomst. Al bijna 100 jaar is het de trend dat wij jaarlijks meer leerlingen onderwijzen op onze Carmelscholen. Natuurlijk is er weleens leerlingendaling geweest, maar Carmel als geheel is in bijna 100 jaar gegroeid naar ruim 38.000 leerlingen. Maar nu is er echter sprake van een trendbreuk, voor het eerst gaan er minder leerlingen naar onze scholen. Dat zet de komende jaren door. Vergrijzing en ontgroening zorgen voor een breukvlak. Minder leerlingen, is dat erg? Om urgentie te creëren en het thema te agenderen hoor ik te schrijven dat dat een groot probleem is en dat zich donkere onweerswolken aftekenen. Maar ja, de afname van het aantal leerlingen gaat ongeveer gelijk op met de pensionering van docenten. Probleem opgelost. Het is niet erg dat we ons op een breukvlak bevinden. Of toch wel? De volgende verdieping is beperkt door de omvang van een column. Verdieping 1. De scholen van onze stichting liggen geografisch verspreid over Nederland en de omstandigheid van het ontgroenen en vergrijzen verschilt per school. Allen werken inmiddels aan strategische personeelsplanning (SPP). Voor de Stichting wordt nieuw beleid ontwikkeld, zoals een nieuw werkgelegenheidsbeleidsplan. Het is een uitdaging om te anticiperen op de daling van het aantal leerlingen en dan ook nog volop tijd te kunnen steken in de vernieuwing van ons onderwijs. Verdieping 2. Minder leerlingen leidt tot minder budget voor ondersteuning oftewel de secundaire processen. Terwijl er bijvoorbeeld vraag is naar betere ICT in de klas, meer eigentijdse schoolgebouwen, etc. Het wordt nog een hele opgave om de bedrijfsvoering toekomstbestendig te maken in het licht van de daling van het aantal leerlingen én onze onderwijsambities. Het zal goedkoper moeten en tegelijk ook beter. Die puzzel is nog niet gelegd. We staan op een breukvlak, het moet met minder én we blijven zoeken naar steeds beter. De puzzelstukjes zijn er, daarmee is de puzzel nog niet gelegd. Maar we weten ook: met elkaar kunnen we de puzzel best aan. Wat gisteren nog niet voorstelbaar leek, zou morgen zomaar eens een mogelijkheid kunnen zijn. Je zult zien, er komt iets moois van. ◗ FRIDSE MOBACH Lid College van Bestuur, Stichting Carmelcollege

11


Carmel in beeld

Een dagje grondig onderzoek Het Ecolyceum is een driejarig programma voor leerlingen van het Etty Hillesum Lyceum in Deventer die méér aankunnen dan het gewone vwo. Na een succesvol eerste jaar is onlangs de tweede lichting van start gegaan. De leerlingen “doen” het vwo-programma in vier dagen per week en werken de vijfde dag samen aan projecten voor een betere wereld. Hoe kan een boer bijvoorbeeld zijn bedrijf verduurzamen? Renée, Noor, Cato en Philo uit klas 1EG zochten het tot op de bodem uit.

2

1 Met een biologisch sapje bij boer Christian Klein Koerkamp in Lettele onder de parasol: de perfecte start van een veldwerkdag. Tweede van links is aardrijkskundedocent Maarten van Mierlo, een van de bedenkers van dit project.

Mestoverschotten vormen voor de natuur een groot probleem, legt boer Klein Koerkamp uit. Van duurzaam boeren knapt de bodem zienderogen op.

4

3 Aan de slag met het eerste onderzoek: welke grondsoort is dit? Zo’n grondboor draait eigenlijk best wel zwaar.

Tijd voor een nadere inspectie van de bodemstructuur. Cato steekt alvast een plag uit.

Geïnteresseerd in het concept van het Ecolyceum? Neem dan contact op met projectleider Bart Zee: b.zee@ettyhillesumlyceum.nl ◗

12


SEPTEMBER 2017

5

6 Samen voelen. Niet te stevig? Niet te droog? De manier waarop de gronddeeltjes aan elkaar kleven, zegt veel over de bodemstructuur.

Noor noteert alle bevindingen in een instrument voor bodemonderzoek. Wat is de BodemConditieScore bij boer Klein Koerkamp?

7 In zo’n gezonde wei is het na afloop leuk poseren. Voor de mensen dan. De koeien hebben vooral aandacht voor het sappige gras...

13


Kort

Nieuw schooljaar, nieuwe gezichten NIEUWE VOORZITTER COLLEGE VAN BESTUUR: KARIN VAN OORT De Raad van Toezicht heeft mevrouw K. (Karin) van Oort benoemd tot voorzitter College van Bestuur van Stichting Carmelcollege. De benoeming ging in per 1 september 2017. Bestuursvoorzitter Romain Rijk legde in zijn 40ste dienstjaar bij Carmel vanaf die datum zijn voorzitterschap van het College van Bestuur neer vanwege het expireren van zijn laatste zittingstermijn. Karin van Oort (53) was sinds 2010 voorzitter van het College van Bestuur van Stichting Confessioneel Onderwijs Leiden, een bestuur met 7 VO-locaties en 17 scholen voor primair onderwijs. Hiervoor was zij

werkzaam als rector, conrector en docent handvaardigheid bij diverse VO-scholen van verschillende signatuur. Mevrouw Van Oort heeft ruime ervaring opgedaan en resultaten bereikt op het gebied van onderwijs, organisatieontwikkeling en facilitair beleid. Carmel denkt aan mevrouw Van Oort een krachtig bestuurder te hebben, met een heldere visie en feilloze intuïtie. Hierdoor beschikt zij over een goed vermogen om aan te voelen wat er nodig is om een grote onderwijsorganisatie te besturen. Wil je nader kennismaken met Karin van Oort? Scan dan deze pagina met Layar of kijk op ons YouTubekanaal: youtube.com/user/stgcarmel. ◗

SCAN MET

in van Oort?de video! kennismakenmemet tLaKar en bekijk yar Scan deze pagina CENTRALE DIRECTIE ETTY HILLESUM LYCEUM Arie van Ommeren, voorzitter Centrale Directie bij het Etty Hillesum Lyceum, heeft begin dit jaar wegens gezondheidsredenen zijn functie neergelegd. De afgelopen vijf jaar was hij voorzitter Centrale Directie in Deventer. Daarvoor was hij gedurende een periode van negen jaar voorzitter Centrale Directie op het Bonhoeffer College in Enschede. Naast zijn eindverantwoordelijkheid voor twee grote en complexe instellingen, heeft de heer van Ommeren een belangrijke bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van Carmelbeleid. Hij was vooral actief op het gebied van werkgeverschap, management development en professionalisering. Per 1 april 2017 heeft het College van Bestuur van Stichting Carmelcollege de heer Vincent Assink benoemd tot voorzitter Centrale Directie van het Etty Hillesum Lyceum. Assink was reeds sinds medio 2012 lid Centrale Directie en volgt voorzitter Arie van Ommeren op. De functie van lid Centrale Directie van Etty Hillesum Lyceum wordt per 1 september 2017 bekleed door de heer Wiebo Spoelstra. Vanwege de combinatie van zijn werkervaring, persoonlijkheid en mensgerichte benadering is het College van Bestuur ervan overtuigd dat de heer Spoelstra goed past bij het Etty Hillesum Lyceum. ◗

14

KIJK OP PAGINA 2

BENOEMING LID RAAD VAN TOEZICHT EN NIEUWE VICEVOORZITTER Na positief advies van de Gemeenschappelijk Medezeggenschapsraad, het Convent van Schoolleiders en het College van Bestuur van Stichting Carmelcollege, heeft de Raad van Toezicht pater B.J.J. (Ben) Wolbers (73) benoemd tot lid Raad van Toezicht voor een eerste benoemingstermijn van drie jaar. De benoeming is ingegaan per 1 juli 2017. Zijn functie is gekoppeld aan de kwaliteitszetel van de Orde van de Karmelieten. Wolbers is lid van het Kapittel van de Nederlandse Karmel en woont bij de Karmelgemeenschap in Boxmeer. Daarnaast heeft hij verschillende werkzaamheden en functies binnen de Karmel. Zo is hij lid van de Commissie Roeping en Vorming, novicemeester bij het noviciaat en vormingshuis en pastoor in de Onze Lieve Vrouwe Parochie in Boxmeer. Hij volgt pater C.J. (Kees) Waaijman op. De functie van vicevoorzitter wordt sinds 1 juli 2017 vervuld door mevrouw R.H.M. (Rosa) Jansen, Lid Raad van Toezicht. ◗


SEPTEMBER 2017

Hoe ging het verder met...

Professionaliseringstraject voor LD-docenten Zestien docenten begonnen in september 2016 aan een Carmelbreed professionaliseringstraject voor docenten in een LD-functie. Hoe is dat bevallen? Henri Hammink en Desirée Ensink

‘Ik stel mezelf bewust de vraag waarom we iets vernieuwen’

LD-DOCENTEN ‘Als het stimuleren van onderwijsvernieuwing je opdracht is, ben je geneigd vooral snel aan de slag te gaan’, zegt Desirée Ensink, LD-docent op Twents Carmel College locatie De Thij. ‘Tegenwoordig stel ik mezelf bewuster de vraag waarom we iets vernieuwen, wat de beste aanpak is en welke stappen we moeten zetten. Ik sta meer boven mijn opdracht en realiseer me dat voor veel vernieuwingen een cultuurverandering nodig is.’

TEACHER-LEADER Ensink is een van de deelnemers aan het eerste professionaliseringstraject voor LD-docenten dat een jaar geleden van start ging. Zoals veel recent benoemde LD’ers vervult Ensink op school de rol van teacher-leader: een motor achter vakoverstijgende vernieuwingen en structurele onderwijsverbeteringen en rolmodel voor collega’s. Deze nieuwe rol komt - zo bleek uit evaluatieinterviews met LD’ers in opdracht van het Carmelberaad Werkgeverschap - nog niet overal goed uit de verf.

LEERGEMEENSCHAP Mits praktijkgericht opgezet, is een dergelijk LDscholingstraject inderdaad een goed idee, vonden de ondervraagde LD’ers. Het resultaat is deze anderhalf jaar durende opleiding. ‘In feite vormen de deelnemers een professionele leergemeenschap die zich verdiept in relevante thema’s’, zegt Henri

Hammink, voorzitter Centrale Directie van Scholengroep Carmel Hengelo. Samen met rector Marjan Weekhout, rector van het Twents Carmel College, vormt hij de schoolleidersgeleding binnen de “designgroep” die het traject aanstuurt.

REFLECTEREN Tot nu toe kwamen in aansluiting op Koers 2020 zes thema’s aan bod, zoals brede vorming (“heel de mens”), 21e-eeuwse vaardigheden en ICT. Hammink: ‘De rode draad is steeds wat dit betekent voor de LD-docent in diens rol binnen het team. Deelnemers zijn veel bezig met reflecteren.’ Het programma bestaat afwisselend uit werkplaatsbijeenkomsten, persoonlijke opdrachten en masterclasses. Die laatste zijn ook toegankelijk voor andere geïnteresseerden, zoals teamleiders en docenten.

SUCCES Nog voordat de eerste lichting is afgezwaaid, start al een tweede groep. Voor hen duurt het traject één jaar. ‘Het bevalt heel goed, mede dankzij de inbreng van LD’ers in de designgroep’, zegt Hammink, die blij is met de voortzetting. ‘Waar veel LD’ers tot nu toe nogal geïsoleerd aan het werk waren, zie je nu dat ze samen hun rol pakken. Als de LD’er straks een gelegitimeerde positie heeft als onderwijsinnovator en aanjager van onderwijsvernieuwing, is dit traject wat mij betreft geslaagd.’ ◗

15


Landelijke proef

Maatwerk tussen droom en daad…

‘Kijk vooral naar wat de leerling kan’

‘Recht op maatwerk.’ Dat is de naam voor een landelijke proef om scholieren in het voortgezet onderwijs meer kans te geven hun opleiding in dienst te stellen van hun talenten. Volgens het ministerie van OCW geeft de wet daartoe voldoende mogelijkheden, maar maken scholen daarvan nog weinig gebruik. De locatie Potskampstraat van Twents Carmel College in Oldenzaal en de locatie Mondriaan College van Het Hooghuis in Oss vertellen over hun ervaringen. De proef, waarin OCW optrekt met de VO-raad en scholierenorganisatie LAKS, is op 6 april gelanceerd. Dezelfde dag kwam De Telegraaf met een artikel, met daarin veel aandacht voor de locatie Potskampstraat van het Twents Carmel College. ‘Iedereen één niveautje hoger’ staat er te lezen. Locatiedirecteur Hans Meinders: ‘De journalist wilde een stuk schrijven over scholen die flexibel examineren mogelijk maken. Zo kwam ze bij ons. Met vijftig tot zestig leerlingen die op verschillende niveaus examen hebben gedaan, komen we tot een veelvoud van de cijfers van andere scholen.’ Hij blijft er nuchter onder: ‘We hebben echt niet opnieuw het wiel uitgevonden.’ Het geheim, als het zo mag heten, schuilt in het streven om vmbo’ers uit de kaderberoepsgerichte leerweg en de theoretische leerweg (TL) zo veel mogelijk bij elkaar te houden. Kader en TL geven immers dezelfde leerrechten (instroom in niveau 3 of 4 van het mbo). Meinders: ‘Veel TL’ers hebben nauwelijks een beroepsbeeld of beroepshouding. Veel Kaderleerlingen weten wat ze willen, maar moeten voor de theoretische vakken een tandje bijzetten. Wij hebben uit die twee werelden het beste gekozen: onze TL-leerlingen volgen verplicht een praktijkvak, onze Kaderleerlingen krijgen de mogelijkheid vakken te volgen op TL-niveau. Als het eindexamen in zicht komt, vragen we of ze examen willen doen op TL- of Kaderniveau. We differentiëren niet zozeer in het onderwijs, maar in het examen.’ Regionale omstandigheden spelen mee. Het Twents Carmel College is monopolist in Oldenzaal en omgeving, waardoor de locatie Potskampstraat met 1.350 leerlingen een van de grootste vmbo-scholen van Nederland is. ‘Door die massa kunnen we alle leerwegen op alle niveaus aanbieden. Ons schoolgebouw met zijn leerpleinen is er bovendien op ingericht’, legt Meinders uit. Wel blijkt het verschil tussen de zwakste Kaderleerling en de begaafdste TL-leerling soms groot. ‘Dan moet je differentiëren en dat kan lastig zijn.

16

Maar onze Kaderleerlingen doen het hartstikke goed, we scoren hoog in de Elsevieronderzoeken. Zou dat kunnen zijn omdat we de lat zo hoog leggen? Wij geloven in het leren in een groep en houden onze leerlingen zoveel mogelijk bij elkaar. Dat zie je terug in onze resultaten.’

GRENZEN Terwijl het Twents Carmel College de mogelijkheden van zijn omvang benut, heeft het Mondriaan College in Oss in zijn succesverhalen de grenzen leren kennen. Neem bijvoorbeeld Ashlynn. Geboren in Nederland, deels getogen in Canada. Terug in Oss blijkt haar Engels van een hoger niveau dan dat van haar mavoklasgenoten. Aan het einde van de derde klas doet ze mavo-examen Engels, een jaar later havo-eindexamen Engels. ‘In haar laatste jaar had ze twee uur Engels in de eigen klas, één uur in de havoklas’, vertelt docent Lindy van den Hengel. ‘Het vraagt veel organisatie en de medewerking van docent en leerling. En dan moeten we er nog voor zorgen dat ze tijdens toetsweken goed is ingedeeld.’ Marloes Musters vertelt over leerlingen die, komend van de mavo, van havo-5 opstromen naar vwo-5. ‘Dan moeten er op korte termijn vakken bij, dat vergt het nodige geregel. Maar het is gelukt.’ Het blijkt dat de school veel moet doen om maatwerk te leveren. ‘We vinden het belangrijk, dus we doen het’, zegt Van den Hengel. En Musters: ‘Iedereen werkt mee, het lukt elke keer weer.’ Dat constateert ook locatiedirecteur Erik Jan Bakker. Hij herinnert zich hoeveel moeite het kostte om een havoleerling eindexamen Spaans op vwo-niveau te laten doen. Het leek onmogelijk. ‘Ik sprak er tijdens een bijeenkomst staatssecretaris Sander Dekker nog op aan. De oplossing kwam van een collega van een Carmelschool. Het is goed gekomen, maar het ging niet vanzelf.’


SEPTEMBER 2017

PUZZELEN ‘Het is soms echt puzzelen’, weet ook Maartje van Beerendonk, teamleider bovenbouw mavo. ‘Wat doe je bijvoorbeeld als examens op hetzelfde moment worden afgenomen? We hebben het al meegemaakt.’ Dat kon worden “opgelost” door de leerling een hele dag “in quarantaine” te houden. Kirsten de Haas, teamleider bovenbouw havo: ‘De overheid stimuleert maatwerk, maar houdt geen rekening met meer complexe situaties. Ze vertelt niet hoe je daarmee moet omgaan.’ Bakker: ‘Je zou verwachten dat het ministerie een aantal good practices belicht. Er is veel onduidelijk, maar uiteraard gaan we hiermee door, voor de leerling en zijn of haar toekomst.’ Dat is precies wat Van den Hengel en Musters willen meegeven. ‘Als je bij leerlingen de potentie ziet, begin er dan over, zelf komen ze niet’, adviseert Van den Hengel. Haar collega vult aan: ‘Kijk vooral naar wat de leerling kan. Je wilt hem of haar die kans geven. Dan neem je vanzelf de moeite.’ Hans Meinders

17


Leerlingen ontmoeten jonge vluchtelingen op Het Hooghuis

‘Deze kans ga ik grijpen’ Waar raken de leefregel van Karmel en de praktijk op Carmelscholen elkaar? Samen met hedendaagse Karmelieten gaan we op zoek naar de waarden die Karmel en Carmel verbinden. In dit nummer: karmeliet Falco Thuis op zoek naar de betekenis van “een kans en nóg een kans” op Het Hooghuis in Oss.

‘Wij hebben het hier zo geweldig, jullie hebben alles moeten achterlaten voor een nieuw begin’

Mohamad Rahaf

EEN KANS EN NÓG EEN ‘Wie van ons is in Nederland geboren?’ Bijna alle leerlingen van klas 1B3 steken hun hand op. ‘OK, sta maar op, kijk wie er net als jij is gaan staan en wissel van plaats.’ Als iedereen weer zit, komt de volgende vraag: ‘Wie van ons gaat er regelmatig naar een kerk of moskee?’ Nu staan maar vier leerlingen op. Ze kijken rond wie er eveneens staat en wisselen met hen van stoel. ‘Wie van ons is er op de fiets naar school gekomen vanochtend?’ Bijna iedereen staat op. ‘Wie van ons kent er in zijn omgeving mensen die een hekel hebben aan vluchtelingen?’ Acht handen gaan omhoog.

18

OVEREENKOMSTEN ‘Heb je over anderen dingen ontdekt die je niet wist?’, vraagt gastdocent Angelo Schuurmans als hij even later de kring rondkijkt. ‘Waarschijnlijk wel. Daarom doen we dit: om te ontdekken wat de overeenkomsten tussen ons zijn.’ Schuurmans is kunstenaar en initiatiefnemer van de “Stichting Oss verwelkomt vluchtelingen”. In dat kader maakt hij een ronde langs diverse locaties van Het Hooghuis. Vanochtend is hij te gast in de lessen maatschappijleer op locatie West, samen met enkele


SEPTEMBER 2017

leerlingen van de Internationale Schakelklas die sinds vorig jaar deel uitmaakt van Het Hooghuis. Op verzoek van docent maatschappijleer en ckv, Yori Ysselmuiden, hebben Mohamad, Rahaf en Hatim (die er door omstandigheden in deze les niet bij is) als voorbereiding kort hun verhaal opgeschreven: naam, gezinssamenstelling, hobby’s, toekomstdromen. De leerlingen van 1B3 mochten vervolgens bedenken wat ze hen graag zouden vragen.

Angelo Schuurmans

7 WAARDEN DIE KARMEL EN CARMEL VERBINDEN Op verzoek van de kennisalliantie bezield onderwijs ging Ben Wolbers, voormalig priorprovinciaal van de Karmelieten in Nederland, op zoek naar raakvlakken tussen de leefregel van Karmel en de praktijk op Carmelscholen. In een notitie benoemt hij zeven waarden: 1. open ruimte 2. stilte en gerechtigheid 3. ruimte geven en dienen 4. allen voor een 5. één voor allen 6. een kans en nóg een kans 7. de waarde van werk Aan elke waarde wijden we in Carmel Magazine een reportage. In dit nummer: een kans en nóg een kans. ◗

EEN KANS EN NÓG EEN KANS

KANS

In de leefregel van de Orde van Karmelieten gaat het over “aandacht hebben voor het heil der zielen”. In hedendaagse taal zou je kunnen zeggen: “een sfeer scheppen waarin mensen met heel hun persoonlijkheid kunnen gedijen.” In de missie van Stichting Carmelcollege staat het omschreven als zorg voor de mens: elke mens, heel de mens en alle mensen. Daarom krijgt iedere leerling de kans om te groeien. Een kans, en nóg een kans. Het mooie is dat een kans voor de één vanzelf een kans voor de ander wordt, want elke ontmoeting is een verrijking. ◗

VOETBAL EN PIZZA Het beeld dat naar voren komt, is dat van heel gewone jongeren, met een ongewoon verhaal. Zo houdt Mohamad (17) veel van voetbal en werkt hij na schooltijd bij de Jumbo - heel herkenbaar voor 1B3. Maar zijn vader heeft wel een gevaarlijke reis door heel Europa afgelegd om te voorkomen dat zijn zoon (Mohamad was toen 15) moest gaan vechten in het leger van Assad. Of kijk naar Rahaf (14). Zij houdt veel van haar familie en haar lievelingseten is pizza - ook dat geldt voor veel

jongens en meiden uit 1B3. Maar zij heeft wel alles achter moeten laten op de vlucht voor de oorlog in Syrië. In haar verhaal schrijft ze: “We zijn erg moe door alles, en ik ben nu nog heel veel bezig met het leren van de taal, maar gaat dat goed, dan kan ik mijn dromen ontdekken en waarmaken. Dit is het land van de kansen.” Zo ziet Mohamad het ook. ‘Als ik heel veel studeer, gaat het me lukken om een goede toekomst te krijgen’, zegt hij tegen de leerlingen in de kring. ‘Deze kans ga ik grijpen.’

19


VOORUIT

HET WARE VERHAAL

Kansen. Karmeliet Falco Thuis vindt het een sleutelwoord voor het denken binnen de Orde van Karmelieten en de scholen die in het gedachtegoed daarvan geworteld zijn. Voordat hij in Rome taken ging vervullen, was hij zelf docent, nota bene aan het Titus Brandsmalyceum dat eveneens onderdeel is van Het Hooghuis. In die zin is de cirkel rond nu hij hier vele jaren later om tafel zit met Mohamad, Rahaf en leerlingen van 1B3. Het heeft Falco Thuis geraakt dat de wil om jongeren kansen te geven, nog altijd zo voelbaar aanwezig is in deze school. Op hun beurt zijn de leerlingen van 1B3 aan het denken gezet door de manier waarop Mohamad en Rahaf aankijken tegen de kansen die zij hier geboden krijgen. Loqman, tegen Mohamad en Rahaf: ‘Eigenlijk willen we allemaal dezelfde doelen bereiken.’ Yihong: ‘Maar als je in Nederland woont, besef je niet altijd dat je zoveel kansen hebt. Wij hebben het hier zo geweldig, jullie hebben alles moeten achterlaten voor een nieuw begin. En je hebt het nog moeilijker als je eerst de taal moet leren.’ Almina: ‘Als ik deze verhalen hoor, snap ik beter hoe moeilijk het is voor mensen die vluchten. Maar hoe blijf je in zo’n geval dan hoop houden?’ ‘Dat doe je gewoon’, zegt Mohamad. ‘Als het je lukt om uit een slechte situatie te komen, dan wil je vooruit.’ Het is precies dat wat Angelo Schuurmans het meest is opgevallen tijdens de reizen die hij heeft gemaakt naar gebieden waar vluchtelingen een eerste opvang vinden. ‘Veel vluchtelingen zijn zo positief. Zodra ze een beetje uit de zorgen zijn, kijken ze al naar de toekomst.’

Het interessante is dat een school die jonge vluchtelingen kansen geeft, daarmee ook zichzelf een kans geeft, merkt Falco Thuis op. ‘Elke ontmoeting met een nieuwe cultuur is een kans voor de mensen die er al waren.’ Maar niet iedereen in Nederland denkt daar zo over, hebben Mohamad en Rahaf ondervonden. Rahaf is nu een half jaar in Nederland, maar nieuwe vriendinnen krijgen, blijkt best lastig. Mohamad is hier nu anderhalf jaar en heeft wel vrienden kunnen maken, maar aan de andere kant heeft hij al twee keer op straat te horen gekregen dat hij maar terug moet gaan naar waar hij vandaan komt. ‘Dan zeg ik: geef me 5 minuten om met je te praten, dan vertel ik je wat er is gebeurd. Soms willen ze dat en dan krijgen ze spijt van wat ze zeggen. Als ze niet willen, negeer ik ze maar.’ Het weerhoudt Mohamad en Rahaf er niet van hun verhaal te vertellen. Rahaf: ‘Ik moet dit vertellen, want als ik het niet doe, snappen mensen niet hoe het daar is.’ Mohamad: ‘Anders komen ze nooit de waarheid te weten over vluchtelingen.’ Die persoonlijke verhalen maken indruk, vindt Jim. ‘In mijn oude klas heb ik het kinderen wel horen zeggen: “vluchtelingen komen hier alleen om te profiteren”. Maar zij hebben jullie verhaal niet gehoord. Als je hier in de les zit, ga je er anders over denken.’

Falco Thuis

20

‘Elke ontmoeting met een nieuwe cultuur is een kans voor de mensen die er al waren’


COLUMN

SEPTEMBER 2017

HEREXAMEN

Rechts: Yori Ysselmuiden

GEZICHT Dat jonge vluchtelingen voor andere leerlingen een gezicht krijgen, is precies wat docente Yori Ysselmuiden met deze gastlessen hoopt te bereiken. ‘Vorig jaar kwam Angelo Schuurmans met het idee’, blikt ze terug. ‘Hij is toen met Ayham, een wat oudere Syrische vluchteling, in alle derde klassen van Het Hooghuis geweest. Dat maakte veel indruk. Ik weet nog goed dat één jongen zo geroerd was dat hij na afloop vroeg of hij Ayham een knuffel mocht geven. En nu hebben we zelf jonge vluchtelingen op school, in de Internationale Schakelklassen. Zo kunnen we het nog dichter bij huis brengen. Wat is er mooier dan dat de ene leerling de andere inspireert?’ Vandaar dat Mohamad, Rahaf en Hatim nu samen met Angelo Schuurmans in twee weken tijd in alle eerste en tweede klassen van de locatie West hun verhaal doen. ‘Ik hoop echt dat we dit volgend jaar weer kunnen doen’, zegt Yori Ysselmuiden. ‘Het zijn de verhalen van mensen die dit krachtig maken.’ Aan het eind van de gastles in 1B3 vat Angelo Schuurmans het nog even samen. ‘We hebben vanochtend gezien dat er heel veel overeenkomsten zijn in wat we willen. Houd dat dus in je achterhoofd als je straks in de gangen ISK-leerlingen tegenkomt. En zeg gewoon eens gedag. Dat maakt het zoveel makkelijker.’

De herexamens afgelopen juni zetten mij en nog een paar collega’s flink aan het denken. We verbaasden ons over cijferverbeteringen van soms wel twee punten. Op de havo waren 21 van de 23 leerlingen alsnog geslaagd, op het vwo 4 van de 5. En dat met een paar dagen voorbereidingstijd. Hoe kan dat? Door de focus, concludeerden we, gecombineerd met maximale motivatie. Als het felbegeerde papiertje binnen handbereik ligt, dan wil je wel. Maar dat is niet alles. Samen met de leerling rustig het examen doornemen levert ook veel op. Mijn collega geschiedenis vertelde dat zijn leerling na afloop van het herexamen had gezegd dat het uit het hoofd leren van de tijdvakken met hun kenmerken “eigenlijk toch wel handig was”. Mijn collega wiskunde kwam erachter dat zijn leerling nog steeds de lineaire en exponentiële vergelijkingen door elkaar haalde. Verder was er niet veel aan de hand. Geen groot hiaat, maar wel essentieel. De vinger op de zere plek leggen en daar gericht aan werken doet soms wonderen. En ik kwam er met mijn leerling achter dat hij een flink aantal basiswoorden uit de onderbouw, hoogfrequente woorden uiteraard, niet kende. Dat leest niet echt makkelijk. In een tekst over de babyboomgeneratie stond dat mensen nog zestien jaar kunnen genieten van hun pensioen, maar soms ook vijfentwintig jaar, doordat ze eerder met pensioen gaan en doordat de gemiddelde leeftijd stijgt. Nou, zei ik tegen hem, wat staat er nou precies in die alinea? Ja sorry meneer, was zijn antwoord, dat weet ik niet, ik heb altijd moeite gehad met Franse getallen. Ik weet echt niet wat seize en vingt-cinq is. Ik verzin dit niet. Deze jongen heeft vwo-extra gedaan, runt een eigen ICT-bedrijfje, zit in het leerlingenbestuur en de MR, heeft in de benoemingscommissie gezeten van onze directeur, maar snapt de alinea niet omdat hij “altijd moeite heeft gehad met de Franse getallen”. Hij is aan de slag gegaan en met een 6,4 geslaagd. ◗

Jos Baack Docent Frans, Twents Carmel College, locatie De Thij

Bekijk het filmpje van een eerdere gastles op het YouTubekanaal van Het Hooghuis door te zoeken op ‘Begrip ontstaat door met elkaar kennis te maken’. ◗

21


OPMERKELIJK 22

‘Knap Kind geeft invulling aan mentoraat’


SEPTEMBER 2017

PERSOONLIJKE GROEI MET KNAP KIND Op het Etty Hillesum Lyceum, locatie Het Stormink in Deventer, staat persoonlijke groei en individueel talent hoog op de agenda. Toen locatiedirecteur Han Nijboer in 2014 in aanraking kwam met de “Knap Kind-methode”, kwam dit op het juiste moment. Met deze methode werken brugklassers met hoofd (denken), hart (voelen) en handen (doen) aan verschillende opdrachten. Ze leren dat iedereen uniek is en waar hun eigen kwaliteiten liggen. Zo leren ze zichzelf kennen en ontwikkelen ze zich tot zelfstandige scholieren. Han: ‘We denken vanuit twee uitgangspunten: 1) Ieder mens is OK, je mag er zijn zoals je bent. 2) Verschillen tussen mensen zíjn er niet alleen, maar het helpt ook om met elkaar iets op te bouwen.’ De aftrap van Knap Kind op Het Stormink was een studiedag voor alle medewerkers. Als je iets krachtig en oprecht wilt overbrengen, dan moet je het eerst zelf ervaren. Inmiddels is de methode ingevoerd in de brugklas. Tijdens de mentoruren leren scholieren zichzelf zodanig kennen dat zij “leren leren” op de manier die het best bij hun past. Daarnaast besteden ze aandacht aan het omgaan met tegenslagen en stress. Leerlingen doen mindfulnessoefeningen waarbij ze leren ontspannen en naar hun eigen lichaam luisteren. Mentoren kunnen thema’s en opdrachten vinden in de “Knap Kind map” en ontvangen er materialen bij voor de praktijkopdrachten. Laura Hulshof, mentor en docent biologie, en teamleider Judith Bakker lichten toe: ‘Het is niet de bedoeling om de map af te werken, de mentoren schatten samen met de leerling in waar op dat moment behoefte aan is. In de ‘Knap Kind agenda’ zit een planner waarmee de leerlingen leren plannen. Ze leren hun “knappen” kennen met behulp van een test. Is een leerling bijvoorbeeld muzikaal of houdt hij van muziek luisteren, dan is hij “muziekknap”. En ook: welke zintuigen helpen mij het best om dingen te begrijpen of te onthouden? Met andere woorden: wat vind ik een prettige leerstijl? Daarnaast zijn er zinvolle oefeningen. Ervaren de leerlingen na de herfstvakantie bijvoorbeeld veel stress? Dan kan de mentor een oefening doen met een touw met een rode en een groene kant. De leerling wijst klasgenoten aan die zijn rode en groene gedachten verbeelden. Door deze gedachten letterlijk tegen elkaar te laten strijden wordt duidelijk dat positief denken ook een positief effect heeft op stressvolle situaties. Wint toch de negatieve kant? Dan wijst de leerling meer klasgenoten aan die een positieve gedachte verbeelden, totdat de positieve kant wint. De methode leert jongeren dat je gebruik kan maken van je sterke kanten en kwaliteiten, maar ook dat je gebruik mag maken van je omgeving als het gaat om kwaliteiten die je zelf niet hebt. Laura: ‘We hebben het met elkaar over “waar ben ik goed in?” en je merkt dat hierdoor onderlinge verschillen meer worden geaccepteerd. Leerlingen zijn enthousiast over de methode. Vooral de praktijkopdrachten blijven hangen. En ze kunnen ook goed toelichten waarom we ze doen. We moedigen aan om het thuis te bespreken. Dat helpt ouders om het gesprek met hun kind aan te gaan. Maar de methode werkt ook door op de mentoren. Knap Kind geeft richting aan de invulling van het mentoraat, maar ook ruimte om het eigen te maken. Past mindfulness echt niet bij je, laat het dan door een collega behandelen tijdens een talentprogramma. Voor leerlingen én medewerkers geldt: werk vanuit je eigen talent.’ Ben je benieuwd naar Knap Kind? Kijk dan op de website knapkind.nl ◗

COLOFON Carmel Magazine wordt gemaakt voor medewerkers en relaties van Stichting Carmelcollege en verschijnt drie keer per jaar. REDACTIE Fijke Hoogendijk Daphne Razi (Stichting Carmelcollege) Hans Morssinkhof (Hans Morssinkhof Publicity, Arnhem) Suzanne Visser (Perspect, Baarn) VORMGEVING EN OPMAAK Digidee, Enschede FOTOGRAFIE Marty van Dijken (Van Dijken, Enschede) DRUK Gildeprint, Enschede OPLAGE 4.570

23


RODE DRAAD, GROEN POTLOOD Achter de zoeker knipoogt de fotograaf naar de lezer. In één foto brengt hij speels de elementen van de methode “Knap Kind” in beeld. Het touw symboliseert de versterking van het zelfvertrouwen. De jongen buigt het in de vorm van een hoofd, het meisje krult het naar een hart. Ze doen het zelf, met eigen handen. En met plezier.

We zien de ontwikkeling van het eigentijdse onderwijs. Verdwenen is de leraar als boeman, even alwetend als almachtig, die de leerling met woeste halen van zijn rode potlood terechtwijst. Daartegenover staat de docent van nu, die wil inspireren en motiveren. Die nieuwsgierig is, zelf blijft leren en bij voorkeur een groen potlood gebruikt. Laat me zien wie je bent, wat je kunt en wat je wilt, en ik breng jou verder. Op de manier die bij jou past. Want íeder kind is een knap kind en zonder uitzondering uniek.

Zo wordt onderwijs steeds meer tot maatwerk. Gericht op persoonlijke groei, van én voor elke mens, heel de mens en alle mensen.

Stichting Carmelcollege Drienerparkweg 16 Postbus 864 7550 AW Hengelo (074) 245 55 55 info@carmel.nl www.carmel.nl

24

@stgcarmel @CarmelVacatures stichting carmelcollege stgcarmel stichting carmelcollege


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.