Carmel Magazine september 2018

Page 1

JAARGANG 15 NUMMER 39 SEPTEMBER 2018

'JE ZIET LEERLINGEN GROEIEN' BEVOLKINGSKRIMP ALS STIMULANS VOOR KWALITEIT HET EERSTE JAAR CARMEL LEERLABS WAT BETEKENT SCHOOL VOOR LEERLINGEN?

1


In dit nummer

e book: kedIn en Fac e in L p o s n o Volg olleg hting ca rmelc

stic

'JE ZIET LEERLINGEN GROEIEN'

4

BEVOLKINGSKRIMP ALS STIMULANS VOOR KWALITEIT

8

HET EERSTE JAAR CARMEL LEERLABS

16

WAT BETEKENT SCHOOL VOOR LEERLINGEN?

18

ANDERE RUBRIEKEN STANDPUNT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 BELPANEL . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 MIJN PASSIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 COLUMN KARIN VAN OORT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 CARMEL IN BEELD . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 KORT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 HOE GING HET VERDER MET . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 COLUMN JOS BAACK

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

21

OPMERKELIJK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22

LAYAR Dit nummer van Carmel Magazine heeft een heel leuk extraatje: Layar. Met je smartphone of tablet heb je nu nog meer plezier van dit papieren magazine! Bij de artikelen op pagina's 14, 15 en 18 zie je het Layar-logo.

2

STICHTING CARMELCOLLEGE omvat 12 instellingen voor bijzonder voortgezet onderwijs. Op ruim 50 locaties verzorgen we een breed onderwijs­aanbod in een kleinschalige en veilige omgeving. Zo begeleiden we onze leerlingen. Elke dag opnieuw. Onderstaande - voornamelijk brede - scholengemeenschappen zijn aan Carmel verbonden: ◗ Almelo, Pius X College, Canisius ◗ Deventer, Etty Hillesum Lyceum ◗ Eindhoven, Augustinianum ◗ Emmen, Carmelcollege Emmen ◗ Enschede, Bonhoeffer College ◗ Gouda, Carmel­college Gouda ◗ Groenlo, Marianum ◗ Haren, Maartenscollege, International School Groningen ◗ Hengelo, Scholengroep Carmel Hengelo ◗ Oldenzaal, Twents Carmel College ◗ Oss, Het Hooghuis ◗ Raalte, Carmel College Salland

Hoe werkt Layar? ◗ Zoek met je smartphone of tablet de applicatie Layar en download deze (gratis) applicatie (app). ◗ Houd je smartphone of tablet boven de pagina met het Layar-logo. ◗ Volg de instructies op het scherm en beleef de extra ervaring!


SEPTEMBER 2018

Ank Brent, rector Carmelcollege Gouda

Leren met en van elkaar

‘Wij bieden leerlingen ruimte om zelf keuzes te maken en de regie over hun leerproces te nemen’

STANDPUNT Het Carmelcollege Gouda biedt, met uitzondering van praktijkonderwijs, alle vormen van voortgezet onderwijs aan. Gouda kent onderwijs in alle denkbare denominaties. Dat maakt de concurrentie heftig en de strijd om de leerling is hier op alle scholen voelbaar. Het maakt mij trots dat het ons is gelukt om op het Antoniuscollege, de havo/vwo-locatie, een aansprekend en veelzijdig aanbod te realiseren en de instroom van leerlingen fors uit te breiden. Hetzelfde willen we graag realiseren op de vmbo-locatie door ons op eenzelfde wijze te profileren in de komende schooljaren. Op onze locaties vinden we het belangrijk dat we leerlingen ruimte bieden om zelf keuzes te maken en de regie over hun leerproces te nemen. Daar draait het om op onze scholen! Het volledige leerproces neemt daarbij een centrale plaats in.

GEEN UREN MAAR TAKEN Wil je zoiets realiseren? Dan maken de collega’s het verschil. Onze docenten zetten zich samen met de teamleiders voor honderd procent in. In Gouda denken we niet in uren maar in taken. We weten wat we met

elkaar willen neerzetten en we gaan als team aan de slag om het resultaat te bereiken. Wanneer je als team sterk bent in de persoonlijke aandacht voor iedere leerling, kun je samen op zoek naar mogelijkheden om zijn of haar doelen te verwezenlijken. Technasium met tweetalig onderwijs of juist met gymnasium? Het is allemaal mogelijk als de leerling daarvoor wil gaan.

COACHING ON THE JOB Om dit te bereiken investeren we in onze medewerkers. In Gouda doen we dit door de mogelijkheid te bieden tot scholing, maar nog meer door coaching on the job. Daar geloof ik in. Feedback krijgen op concreet, waarneembaar gedrag en het uitproberen van ander gedrag in een soortgelijke situatie, daar leer je meer van dan het lezen van een managementboek! Leren met en van elkaar. We stimuleren de participatie in netwerken. Of dat nu het Leerlab Formatief Evalueren is, het Netwerk Technasium of juist de interne leergemeenschappen. Allemaal dragen ze bij aan aansprekend en toekomstbestendig onderwijs. En dat is waar we op Carmelcollege Gouda samen voor gaan. ◗

3


Emmy Douwsma Certificaten dragen bij aan succesvolle uitstroom naar arbeid. Zo heeft Emmy een contract gekregen bij de Broodbode in Enschede. ◗

PRAKTIJKONDERWIJS Erkende certificaten en diploma’s in het praktijkonderwijs

‘Je ziet leerlingen groeien’

Aandacht voor elke mens, voor heel de mens, voor alle mensen: dat motto is scholen voor praktijkonderwijs op het lijf geschreven. Iedere leerling volgt er een eigen route. Die wordt vaak niet alleen afgesloten met een certificaat praktijkonderwijs, maar ook met een of meer erkende branchecertificaten en soms met een diploma. We laten twee Carmelscholen aan het woord hierover.

Een jaar of twee geleden zou je het niet achter John* (17) gezocht hebben. Hij was nauwelijks te motiveren voor school. Niet dat hij een lastpak was; hij was alleen niet in beweging te krijgen. Toen er na veel hoofdbrekens een geschikte stage voor hem was gevonden, ging het iets beter. Maar eenmaal terug op school was het weer het oude liedje. Toen kwam John voor zijn tweede stage terecht bij een steigerbouwbedrijf. ‘Wat hij dáár heeft laten zien, is geweldig’, vertelt Martijn Schrijver, afdelingsleider onderbouw op de locatie Vlierstraat praktijkonderwijs van het Bonhoeffer College in Enschede, enthousiast. ‘De directeur van het bedrijf zei: “Doe mij nog drie van zulke stagiairs, dan kan ik de rest van de collega’s naar huis sturen!” Hij vond het ongekend hoeveel werk John ziet liggen en weet te verzetten.’ Inmiddels heeft John op school, op kosten van het bedrijf, een erkend veiligheidscertificaat gehaald, heeft hij zijn heftruckopleiding afgesloten en is hem door het bedrijf een contract aangeboden.

4

ABSOLUTE NOODZAAK Johns verhaal laat zien waar het in het praktijkonderwijs om gaat: zoeken naar de beste manier om leerlingen te xxxgroeien. ‘Wij willen dat iedere leerling succesvol laten uitstroomt’, zegt Frans Coehorst, locatiedirecteur Vlierstraat praktijkonderwijs van het Bonhoeffer College. ‘Met “succesvol” bedoelen we dan dat er voor de leerling perspectief is. Dat kan werk zijn, dat kan scholing zijn, dat kan werk én scholing zijn. Wat maar bij de leerling past.’ Werk en scholing is echter niet het enige. In het praktijkonderwijs leren jongeren ook hoe zij zelfstandig kunnen wonen en deelnemen aan de maatschappij. ‘We kijken naar de hele leerling en bieden gepersonaliseerd onderwijs’, vervolgt Coehorst. ‘Veel van wat in de Koers van Carmel staat, doen wij in het praktijkonderwijs al, gewoon omdat dit voor onze leerlingen absolute noodzaak is.’


SEPTEMBER 2018

ERKEND DIPLOMA

‘Het is mooi om te merken dat je meer kunt dan gedacht’

Opvallend is dat leerlingen het praktijkonderwijs steeds vaker verlaten met méér dan alleen het getuigschrift praktijkonderwijs op zak. Ze halen certificaten die erkend zijn in een specifieke branche (denk aan een algemeen veiligheidscertificaat, een certificaat schoonmaak in de groothuishouding, heftruckrijden, bosmaaien, enzovoort) of doen een zogeheten “entree-opleiding” die toegang geeft tot niveau 2 van het mbo. Op Carmelscholen behaalde in het schooljaar 2016-2017 bijna 73 procent van alle leerlingen van het praktijkonderwijs een of meer certificaten (tegen ruim 48 procent landelijk) en bijna 35 procent een diploma entree-onderwijs (tegen 21 procent landelijk). Dat komt vooral door de aandacht die er is voor de pedagogische relatie en de zorgvuldige individuele begeleiding, denkt Coehorst.

HELE OVERWINNING

Enschede (Vlierstraat), locatie praktijkonderwijs

• 210 leerlingen • Speciale begeleiding voor leerlingen met een auditieve of communicatieve beperking • Pro+-klas voor tussentijdse doorstroom naar het vmbo • Onderwijsjeugdzorgarrangement (jeugdzorg binnen school) • Entree-opleiding samen met ROC Twente ◗

CARMEL COLLEGE SALLAND Raalte, locatie praktijkonderwijs

• 110 leerlingen • Theorie+-klas voor doorstroom naar regulier onderwijs • Avondschool voor leerlingen en oud-leerlingen (van alle onderwijsaanbieders) met leervragen in Raalte en omgeving • Entree-opleiding samen met ROC Landstede ◗

* Om privacyredenen is de naam van de leerling aan het begin van het artikel veranderd in John.

BONHOEFFER COLLEGE

Ook vertegenwoordigers van het praktijkonderwijs van Carmel College Salland in Raalte schrijven de mooie resultaten toe aan een goed pedagogisch klimaat. ‘Wij passen het onderwijs aan de leerling aan en niet andersom’, zegt teamleider praktijkonderwijs Silvette Nijkamp. ‘Het halen van een certificaat of diploma heeft voordelen, als het bij de leerling past’, vult docent entree-onderwijs Nathalie Mensink aan. ‘Onze maatschappij vraagt voor van alles een diploma. Ouders vinden het een prettig idee dat hun zoon of dochter een erkend certificaat of diploma heeft. En voor leerlingen kan het een hele overwinning zijn. Als je jarenlang het gevoel hebt gehad dat een diploma er voor jou niet in zit, is het mooi om te merken dat je meer kunt dan gedacht.’

GOEDE MOTIVATIE Voordat een leerling aan een branche- of entree-opleiding begint, wordt eerst wel goed gekeken of de leerling de theorie aankan en de juiste werkhouding heeft. ‘De leerling moet het zelf graag willen’, zegt Nijkamp. De kans van slagen is dan veel groter, merkt Mensink: ‘Als het onderwerp hun interesse heeft, slaan leerlingen zich vaak goed door het theoriegedeelte van een praktijkgerichte opleiding heen, ook als dat best pittig is.’

GROEI Dankzij een samenwerking met ROC Landstede kunnen leerlingen in Raalte de hele entree-opleiding op hun eigen praktijkschool volgen. ‘Je zíet leerlingen gewoon groeien; na een jaar herken je ze niet meer terug’, zegt Mensink enthousiast. ‘Sommigen gaan zelfs mbo niveau 3 of 4 doen. Een enkeling groeit iets langzamer, dan vragen we extra tijd aan. Vorig jaar hadden we bijvoorbeeld een entree-leerling die na een jaar nog niet toe was aan de overstap naar het mbo. Zij heeft een jaar langer over entree gedaan en ontwikkelde zich toen ineens tot onze beste leerling.’ ◗

5


Belpanel Geen namen van geslaagden meer in de krant. Toestemming vooraf voor publicatie van foto’s. Beperking van de termijn waarin scholen leerlinggegevens mogen bewaren. Docenten die niet meer vanzelfsprekend mogen deelnemen aan groepsapps. Nieuwe wetgeving gaat ver om onze privacy te beschermen. Wat vinden we hiervan? Het vernieuwde belpanel zet zijn tanden in de volgende stelling: VOOR

SCHOLEN GAAN DE PRIVACYREGELS TE VER!

Jort Kruidenier, leerling 4 vmbo kader sector economie en ondernemen, Marianum, Groenlo

Joyce de Leau, docent Nederlands en docent debatteam, Carmel College Salland, Raalte

16.05 ✓✓ ONEENS

09.15 ✓✓ EENS

‘Volgend jaar, na mijn eindexamen, wil ik de acteursopleiding volgen. Dat wist ik al als kind. En nu al weet ik dat ik het straks, als ik acteur ben, niet prettig zal vinden als iedereen weet waar ik woon of wat mijn telefoonnummer is. Je weet nooit wat mensen daarmee gaan doen. Ik vind mijn privacy belangrijk, daarom ben ik het oneens met de stelling. De regels gaan niet te ver. Ik kan het nu al storend vinden als ik vaak word gebeld. Op school merk ik weinig van de nieuwe regels. Ook niet in de klassenapp. Onze docent gebruikt die enkel om dingen door te geven, zodat we het allemaal in één keer weten. Gesprekken voeren we er niet.’ ◗

Rayco Wermelink, leerling 5 vwo, Canisius, Almelo

Daniëlle van Tilburg, ouder en lid MR, Het Hooghuis, Oss

17.20 ✓✓ EENS

14.05 ✓✓ ONEENS

‘Met deze stelling ben ik het eens. Ik snap de noodzaak om de privacy te beschermen, maar ik wijs ook op iets anders. Via een groepsapp kan de leraar snel een bericht doorgeven. Dat werkt beter dan e-mail, want niet iedereen kijkt daarnaar. Het kan bovendien goed zijn als een leraar weet heeft van wat er buiten de lessen gebeurt. Als je alles afschermt, blijven ook de verkeerde dingen verborgen. En voor ons als leerlingen leeft dit niet. Het afschermen van eindexamenresultaten is volgens mij eerder de wens van ouders dan van ons. Voor de docenten en de administratie zal het bovendien bewerkelijk zijn om aan alle regels te voldoen. Het gaat onder die nieuwe regels soms echt te ver.’ ◗

6

‘Op zich begrijp ik de nieuwe regels, maar dit is een school! Ik vind het jammer, we kunnen nu bijna niets meer. Pas hadden we hier een Taaldorp, waar alle moderne vreemde talen zich presenteren. Dan is iedereen enthousiast. Dat wil ik graag fotograferen en delen, maar dat mag niet meer. Tenzij de leerlingen onherkenbaar zijn of toestemming geven. Dat is zó omslachtig dat ik er maar van afzie. Ik denk ook aan appverkeer. In het afgelopen schooljaar was ik mentor van een brugklas. Soms waren kinderen zo in paniek dat ik ze even een appje stuurde om ze gerust te stellen. Nu zou ik daar eerst even over nadenken. Het spontane gaat eraf, dat vind ik echt heel jammer.’ ◗

‘De nieuwe regels gaan inderdaad ver, maar extra beveiliging kan geen kwaad. Hoewel ik het soms ook wel jammer vind. Mijn dochter is in de zomer geslaagd, ik had haar naam wel in de krant willen zien. En ik vond op Facebook een pagina van een basisschool die smileys had geplakt over de gezichtjes van de kinderen. Hier in de MR hebben we er in februari over gesproken, de school heeft er serieus werk van gemaakt. In SOM staat een toestemmingsformulier voor fotografie, de devices van de docenten zijn versleuteld, er is nieuw beleid voor het delen en bewaren van privacygevoelige gegevens. Als iedereen zich op de nieuwe regels instelt, hoeven ze geen problemen op te leveren.’ ◗


MIJN PASSIE

SEPTEMBER 2018

ELSE VERHEIJEN-GROENHOF WAS OOIT LEERLING VAN CARMELCOLLEGE EMMEN EN WERKT ER NU ALS TEAMLEIDER HAVO/ATHENEUM. IN HAAR VRIJE TIJD ZINGT ZE IN DE BAND WHOLELOTTA. ‘Toen ik van de havo kwam, was ik nog te jong voor het conservatorium, waar ik zang had willen studeren. Ik ben toen eerst de pabo gaan doen en kon in het laatste jaar als muziekdocent in het vmbo aan de slag, hier op mijn oude school. Een aantal stappen volgden en nu werk ik alweer drie jaar als teamleider havo/vwo. Mijn werk heeft allemaal aspecten die ik leuk vind: beleid maken en kaders stellen, maar ook kunst (ik heb onder ‘Ik wil iets meer het kennisteam Kunst onder mijn hoede) en leerlingenzorg, een onderwerp waar vanuit het vmbo nog altijd mijn hart ligt. voor een ander Ik word blij van goede resultaten, bijvoorbeeld als onze havo betekenen’ 5-leerlingen goed de eindexamens ingaan. Maar waar het me echt om gaat, is dat ik iets voor een ander kan betekenen. Of dat nu is in een gesprek met een collega die ergens mee worstelt, of door te werken aan de verdere ontwikkeling van het Pluspunt, de centrale plek voor al onze leerlingen die extra zorg nodig hebben. Ik wil voor de ander het verschil maken. Mijn liefde voor muziek is altijd gebleven, maar naar het conservatorium ben ik nooit meer gegaan. Het is goed zo. Ik werk met plezier op school en zing in mijn vrije tijd in de coverband WholeLotta. Op het podium laat je een heel andere kant van jezelf zien, dat geeft energie. Anderen lopen hard, ik zing.’ ◗

7


Van Carmelscholen naar Carmelcollectief

BEVOLKINGSKRIMP ALS STIMULANS VOOR KWALITEIT ‘We gaan voor de kracht van het collectief’

8


SEPTEMBER 2018

Hoe vergroot je de kwaliteit van je onderwijs in tijden van bevolkingskrimp? Dat is de vraag waarop onder meer het programma Toekomstbestendige Bedrijfsvoering antwoorden wil vinden. De noodzaak is aanwezig: tot het jaar 2020 daalt het aantal leerlingen van Carmelscholen met 6 procent. En minder leerlingen betekent minder geld. ‘We gaan voor de kracht van het collectief’, zegt Johan Supèr, voorzitter van het Beraad Bedrijfsvoering.

Uitgerekend op de dag waarop het gesprek met Johan Supèr plaatsvindt, stuurt minister Arie Slob voor Basisen Voortgezet Onderwijs de Tweede Kamer een brief over de bevolkingskrimp. Hij neemt hierin prognoses op. Het afgelopen schooljaar bedroeg de daling van het leerlingenaantal omstreeks 10.000 leerlingen, in 2030 zijn er circa 113.000 leerlingen minder – een daling van 12 procent ten opzichte van nu. De vraag is dan: hoe bereidt Stichting Carmelcollege zich hierop voor? Supèr, voorzitter van de directie van Scholengroep Carmel Hengelo en voorzitter van het Beraad Bedrijfsvoering, maakt een opmerking vooraf. ‘We zijn een onderwijsorganisatie. Daarom praten we over toekomstbestendig onderwijs, dat onze leerlingen voorbereidt op het leven na de school. Het programma Toekomstbestendige Bedrijfsvoering sluit hierop aan. We willen een effectieve en efficiënte bedrijfsvoering van hoge kwaliteit. Zo kunnen we zoveel mogelijk geld in het onderwijs steken. Maar met alleen aanpassing van de bedrijfsvoering vangen we de gevolgen van de krimp niet op. Het gaat om het samenspel van toekomstbestendig onderwijs en toekomstbestendige bedrijfsvoering.’

MEER SAMENWERKING Minister Slob bepleit meer samenwerking tussen schoolbesturen, Carmel zet in op meer samenwerking tussen haar scholen en bestuursbureau. ‘Dat is voorlopig ambitieus genoeg’, vindt Supèr. ‘We willen de kwaliteit van de bedrijfsvoering verbeteren en de uitgaven voor ondersteuning terugbrengen. Dus onderzoeken we wat we hier samen kunnen doen. We hebben twaalf scholen, 52 locaties en het bestuursbureau. Door samenwerking kunnen we elkaar verder versterken.’ Supèr trekt een parallel met zijn ‘eigen’ school in Hengelo. Scholengroep Carmel Hengelo telt zes scholen met nu nog negen locaties. ‘Ook daar stemmen we werkprocessen af om zoveel mogelijk geld voor ons onderwijs over te houden. Toekomstbestendige Bedrijfsvoering gaat over hetzelfde.’ Dat gaat niet zonder wennen, weet hij. Carmelscholen zijn van origine behoorlijk autonoom. Ze zijn gewend eigen keuzes te maken. De laatste jaren echter treedt Carmel steeds vaker als collectief op. Ze maakt meer gebruik van haar schaalgrootte, ook om te voldoen aan

(Europese) wet- en regelgeving. Voorbeelden zijn de inkoop van schoolboeken, busvervoer en energie. ‘Dat zijn dingen die je als school niet meer alleen regelt. Soms is dat jammer, vanwege persoonlijke contacten, maar hierdoor besparen we grote bedragen op inkoop en administratie.’ Een ander voorbeeld is de invoering van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG), die voor de zomer plaatsvond. ‘Dat regel je samen, anders kost het veel meer geld. Zo groeit het collectief autonoom, vanuit de vraag van de scholen.’

SCHOLEN PLUS BUREAU Collectief betekent hier nadrukkelijk niet: centraal. Supèr: ‘Het collectief bestaat uit instellingen plus bestuursbureau, het ís niet het bestuursbureau. We zijn het samen, dus onderzoeken we hoe we die gezamenlijkheid nog meer in het voordeel van de scholen kunnen benutten.’ Van hieruit legt hij een link naar visiedocument Koers 2020: ‘We hebben afgesproken werk te maken van kennisdeling. En dat is precies wat we hier doen.’ Het programma Toekomstbestendige Bedrijfsvoering rust op vijf pijlers. De eerste vier zijn: bestuurlijk, organisatorisch, inzet van ICT en digitalisering, en communicatie. Later werd de vijfde toegevoegd: professionalisering. ‘Omdat zaken deels parallel lopen’, legt Supèr uit. ‘ICT krijgt een steeds belangrijkere plek in het onderwijs, daarmee moeten we rekening houden bij de bedrijfsvoering.’ In de Carmelprojectgroep buigen twaalf personen (eindverantwoordelijk schoolleiders, directeuren/teamleiders bedrijfsvoering van de scholen, medewerkers bestuursbureau) zich over de meest gewenste werkwijze. ‘We vinden uit wat we nodig hebben, welke programma’s daarbij passen en hoe die ons eventueel kunnen helpen om te versnellen. Zo gingen we na hoe digitalisering de bedrijfsvoering effectiever en efficiënter kan maken.’ Enkele leden van de projectgroep hebben onderzocht hoe de inschrijving en aanmelding van nieuwe leerlingen doelmatiger kan. ‘Ze hebben gesproken met alle betrokkenen: administratie, schoolleiding, ICT’ers, docenten. Vanuit de vraag ‘Wat hebben we nodig?’ Opvallend is dat iedereen van elkaar wilde leren.’

9


VERDER KIJKEN DAN DE SCHOOL Inmiddels lopen de nodige initiatieven waardoor de scholen in hun bedrijfsvoering naar elkaar toegroeien. ‘Zo groeien meer uniforme spelregels en procedures’, verduidelijkt Supèr. Scholen en bestuursbureau stappen samen over op het computerprogramma Cogix voor het maken van (meerjaren)begrotingen en formatieplannen. Verdere afstemming en verbetering van de planning- & controlcyclus staat eveneens op de rol. ‘We kunnen veel winnen als we verder kijken dan de eigen school. Noem het denken in termen van Carmel, in het belang van de eigen school.’ Het visiedocument Koers 2020 heeft hiervoor de basis gelegd, meent Supèr. ‘Voor het eerst in de Carmelhistorie hebben we een gezamenlijke onderwijsvisie. Allemaal vinden we brede vorming van belang: kwalificatie, persoonsvorming en socialisatie. Onderwijs bij Carmel is meer dan alleen opleiden voor een diploma. Daarom zijn brede scholen het uitgangspunt. Wij richten ons op alle jongeren,

‘BREED KIJKEN EN KEUZES MAKEN’ Werner Peters is sinds anderhalf jaar directeur bedrijfsvoering bij het Carmel College Salland in Raalte. Onder zijn aanvoering werkt de school aan maatregelen om het hoofd te bieden aan de gevolgen van de krimp. ‘We moeten keuzes maken’, zegt hij. Het Carmel College Salland telde ooit omstreeks 3.000 leerlingen. Nu zijn dat er 2.700. Mogelijk loopt dat aantal terug tot omstreeks 2.500 of iets daaronder. ‘Puur het gevolg van het afnemend kindertal’, benadrukt Peters. De financiële consequenties zijn groot. ‘Doorgaan op de manier zoals we gewend waren, kan echt niet. Omdat het onderwijs vooropstaat, kijken we eerst naar de ondersteunende processen.’ De school heeft inmiddels de eerste stappen gezet door ervoor te kiezen alle mensen met hetzelfde werk fysiek bij elkaar te plaatsen. ‘We vergroten de kwaliteit van de ondersteuning door kennis en kunde samen te brengen. Dat versterkt de basis, we maken ons minder afhankelijk van het individu. En we borgen de continuïteit van de ondersteunende processen, ook bij personele wijzigingen. In de wisselwerking tussen de collega’s komen bovendien gemakkelijker en spontaner nieuwe ideeën en initiatieven op. Eindeloos schrappen helpt niet, we moeten keuzes maken.’

10

Overzichtelijk speelveld Die keuzes vragen een brede blik, bij een overzichtelijk speelveld. Peters: ‘Je hebt de kwaliteit die we willen leveren, en je hebt de bekostiging die we daarvoor krijgen. Daarmee moeten we het doen. Lukt dat niet, dan moeten we iets anders bedenken. Het is de uitdaging om buiten de gebruikelijke kaders te denken. Hij geeft er een voorbeeld bij. ‘Stel, we hebben één collega voor p&o en die neemt afscheid. Met hem of haar verdwijnt ook alle kennis. Zoek ik dan een vervanger of onderzoek ik de mogelijkheden van het collectief van Carmel?’ Dat is een andere manier van denken, die per vraagstuk en per school tot andere oplossingen kan leiden, weet Peters. ‘Onze scholen werken in verschillende omgevingen. Maar als we zaken als collectief willen doen, moeten we denken als collectief. Dat is een grote stap. We waren gewend alles zelf te doen. Die houding verander je niet in een dag.’ Tijd Daarom is tijd een belangrijke factor, net als communicatie. ‘In de kernwaarden van Carmel staat dat we iedereen de kans willen geven om te groeien. Dat geldt ook hier in huis. We willen iedereen meenemen. Ik vraag de collega’s daarom altijd of ze zelf ideeën hebben. Dit gaat ons allemaal aan, ik heb niet de wijsheid in pacht.’ ◗


COLUMN

SEPTEMBER 2018

EEN JAAR LATER…

‘Kennisdelen is precies wat we hier doen’

ook op degenen die beroepsonderwijs of praktijkonderwijs volgen. Dat is Carmel: elke mens, heel de mens, alle mensen.’

DEZELFDE TAAL Je zou kunnen zeggen: alle scholen spreken nu dezelfde onderwijstaal. ‘Dan grijpen vanzelf meer ontwikkelingen in elkaar’, duidt Supèr. ‘De groei van een tamelijk losse organisatie naar een collectief is al langer gaande. De scholen beleven dat steeds meer als vanzelfsprekend. Ze willen van elkaar leren en dat kan binnen Carmel. Werkwijzen afstemmen, zie de gezamenlijke inkoop van schoolboeken, levert concrete resultaten op.’ Over de uitkomsten van het beleidsprogramma Toekomstbestendige Bedrijfsvoering is hij optimistisch gestemd. Zo kan de krimp bijdragen aan verdere vergroting van de kwaliteit van het onderwijs. ‘Uiteindelijk gaat het om de interactie tussen docent en leerling. Die docent professionaliseert, maakt steeds meer gebruik van digitale mogelijkheden. Hij of zij moet kunnen vertrouwen op de ondersteuning, dat geeft professionele ruimte. Maar altijd blijft de verbinding van belang. De professional kan het niet alleen, de school kan het niet alleen. De kracht van het collectief neemt toe, binnen de scholen en binnen Carmel.’ ◗

Een jaar geleden aanvaardde ik de baan van voorzitter College van Bestuur van Stichting Carmelcollege. Voor de buitenwereld is dat niet altijd een positieve keuze: bestuurders zijn per definitie machtsbeluste, megalomane mensen en besturen die wat groter van omvang zijn, zijn per definitie slecht. Je moet dus wel een beetje gek zijn om met veel genoegen aan zo’n klus te beginnen. Ik ben nu een jaar verder en als ik terugkijk zie ik veel dingen om trots op te zijn. Ik deel ze graag met je. Ten eerste is er de pedagogisch-didactische filosofie: elke mens, heel de mens en alle mensen. Carmel heeft het waardengericht onderwijs in de genen. Al bijna honderd jaar geven onze scholen hieraan een eigentijdse en persoonlijke invulling, en dat maakt verscheidenheid binnen onze eenheid ook mogelijk. Verder investeren wij - vanuit diezelfde filosofie - écht in onze eigen mensen. Carmel is een kennisalliantie, wat betekent dat wij kennis ophalen en inzetten van onze eigen vakmensen. Daarnaast besteden we veel geld, tijd en aandacht aan de professionalisering van onze mensen. Dat is geen reclamepraatje, want de feiten bewijzen het: Wij trekken hiervoor méér dan het dubbele bedrag uit dan is afgesproken in de CAO. Wat ook belangrijk is, is dat we samen problemen oplossen vanuit eigenaarschap en solidariteit. Dankzij onze omvang kunnen we een school ondersteunen waarmee het even minder gaat. Zowel financieel als met inzet van mensen. Ook uitdagingen als krimp en toekomstbestendige bedrijfsvoering gaan we samen aan. Door onze geografische spreiding verbindt iedere locatie zich met de eigen omgeving en biedt vanuit deze context een aanbod waarbij de ontwikkeling van de leerling centraal staat. Carmel levert dus nooit een eenheidsworst. Tenslotte zijn we een kwaliteitsorganisatie. We zijn ons ervan bewust dat de kwaliteit dagelijks in het klaslokaal geleverd wordt. We houden dit ook goed in beeld om onze beloften aan leerlingen en hun ouders na te komen. Onze verantwoordelijkheid voor 38.000 leerlingen en 4.300 medewerkers nemen wij zeer serieus. Je zult begrijpen dat ik na de vakantie stond te trappelen om weer aan de slag te mogen gaan voor onze mooie organisatie! Hopelijk is dat voor jou ook zo. ◗

KARIN VAN OORT Voorzitter College van Bestuur, Stichting Carmelcollege

11


Carmel in beeld

Leren door te doen in het Science Lab Onlangs opende het Bonhoeffer College, locatie Geessinkweg in Enschede, een vernieuwd Science Lab: drie multifunctionele theorie-/praktijklokalen, waar alle bètavakken samenkomen. Het voordeel is dat leerlingen en docenten nu in één ruimte een onderzoek kunnen opzetten, uitvoeren en de resultaten bekijken. Dat past goed bij het motto van de locatie: ‘leren door te doen’. Door theorie met veel praktijk te combineren, leren de leerlingen op verschillende manieren belangrijke vaardigheden aan. Een kijkje in de practicumcarrousel van 3 mavo 3.

2

1 Docent biologie Ruud Roelofs legt in het biologielokaal uit wat de bedoeling is van de onderzoekjes van vandaag. Achter hem is het beeld van de digitale microscoop rechtstreeks op het digibord te zien.

3

4 Mirthe en Anouk zijn al aan de slag. Van plantencellen en watermonsters tot dierlijk weefsel: op celniveau ziet alles er heel anders uit.

12

Danitsja en Maaike krijgen uitleg over de microscoop. ‘Hieraan draaien, dan stelt ‘ie scherp.’

Jassen aan! Labjas en veiligheidsbril zijn vaste prik bij de scheikundeproefjes, waar soms met sterke zuren en basen wordt gewerkt.


SEPTEMBER 2018

7 Oordeel van 3 mavo 3: nu alle bètavakken bij elkaar komen, is science nog nooit zo leuk geweest. ‘Dat vindt u toch ook, meneer Roelofs?!’

6

5 Titreren is een precisiewerkje. Heel nauwkeurig voegen Vera en Danitsja vloeistof toe aan het mengsel in de erlenmeyer.

Intussen zijn Anouk en Mirthe aan het meten met behulp van Coachlab II. Deze moderne ‘interface’ stuurt hun resultaten automatisch naar de laptop, waar zij ze kunnen verwerken.

13


Kort COLUMNIST GEZOCHT!

CARMEL DOCENTENDAG 2018

Vanaf het eerste nummer in december 2004 was hij erbij. Jos Baack, docent Twents Carmel College locatie De Thij, is de afgelopen 15 jaar onze trouwe columnist geweest in Carmel Magazine en daarvoor al jaren in de voorloper van ons magazine.

Op dinsdag 27 november a.s. komen onderbouw-docenten van alle Carmelscholen bijeen voor de jaarlijkse Docentendag. Het thema is ‘Gepersonaliseerd leren met behulp van ICT’.

‘Gepersonaliseerd leren met behulp van ICT’

De dag wordt ingeleid door Michel van Ast: wiskundige, docentenopleider, schrijver, blogger en begeleider van docenten die technologie willen inzetten voor hun onderwijs. In het ochtend- en middagprogramma kunnen collega’s van en met elkaar leren door middel van een aantal workshops. De Docentendag biedt daarmee een podium aan verschillende initiatieven in en om Carmelscholen, zoals bijvoorbeeld de ontwikkeling van gestandaardiseerd naar gepersonaliseerd onderwijs, de Carmel Leerlabs, leermiddelen en het differentiëren met ICT.

En wat hébben we genoten van zijn columns over alledaagse situaties en vol grappige anekdotes over zijn leerlingen en lessen Frans. Helaas voor ons gaat Jos na dit schooljaar met pensioen. Dit betekent dat hij de spreekwoordelijke pen neerlegt en dat we op zoek zijn naar een enthousiaste opvolger. Maakt schrijven over jouw baan in het onderwijs je blij en ben je bereid om drie keer per jaar een column voor ons te schrijven? Dan horen wij graag van je! Neem contact met ons op via nieuws@carmel.nl ◗ Scan deze pagina met Layar om alvast kennis te maken met de keynotespreker Michel van Ast. Van elke Carmelschool kunnen zich 10 onderbouwdocenten aanmelden. ◗

VOLG JE ONS OP SOCIAL MEDIA? @stgcarmel @CarmelVacatures

t kennismaken Wil je vashel ? met Mic inavanmeAst yar! La t Scan deze pag

stichting carmelcollege stgcarmel stichting carmelcollege

14

SCAN MET KIJK OP PAGINA 2


SEPTEMBER 2018

Hoe ging het verder met...

Leidinggeven aan onderwijsinnovatie Teamleiders zijn doorgaans veel tijd kwijt aan “de waan van de dag” en komen te weinig toe aan

‘Leidinggeven aan verandering is iets anders dan meewerkend voorman zijn’

écht leiderschap. In twee drukbezochte workshops op de Carmel Schoolleidingendag 2018 liet Harald Huijssoon leidinggevenden nadenken over hoe het anders kan. Op 11 april 2018 kwamen teamleiders, locatiedirecteuren en eindverantwoordelijk schoolleiders van alle Carmelscholen bijeen om kennis te delen en elkaar te inspireren. Dit jaar was “Leidinggeven aan onderwijsinnovatie” het thema. Om voor de toekomst te bouwen aan sterke Carmelscholen, is een ander soort leiderschap nodig: onderwijskundig én resultaatgericht.

VERSCHIL MAKEN Met hun positie tussen directie en werkvloer vervullen teamleiders hierbij een sleutelrol. ‘Jarenlang was de teamleider een soort meewerkend voorman die veel praktische zaken regelde. Maar leidinggeven aan verandering is echt iets anders’, zegt locatiedirecteur Harald Huijssoon van het Bonhoeffer College, Van der Waalslaan. ‘Een voorwaarde is dat je met je docenten in verbinding staat. Dan kun je ze inspireren en ook aanspreken op gedrag, zonder dat ze zich als persoon afgewezen voelen.’

OP DE WERKVLOER Tijdens de workshops die Huijssoon tijdens de Schoolleidingendag verzorgde, werd duidelijk dat verbinding niet vanzelf ontstaat: daarvoor moet je als leidinggevende veel tijd op de werkvloer doorbrengen en dat valt niet mee als je ook nog veel regeltaken hebt. Toch verdient het prioriteit, zegt Huijssoon: ‘Geïnspireerde en enthousiaste docenten zijn beter in hun werk en nemen hun verantwoordelijkheid. Dan hoef je als leidinggevende vanzelf minder te regelen.’

GEREEDSCHAPSKIST Wat moet er in de gereedschapskist van een leidinggevende zitten? ‘Allereerst een duidelijke visie’, vindt Huijssoon. ‘Komt een docent met een voorstel, dan moet je snel scherp hebben of dat in de visie past, of het goed is voor leerlingen en of de school er de mogelijkheden voor heeft. Vervolgens goede gespreksvaardigheden en zo nodig kennis van wet- en regelgeving. En tot slot een zeker omgevingsbewustzijn: een school in de stad is anders dan op het platteland. Maar vooral gaat het erom dat je zelf onderzoekt of je gereedschapskist voldoende is gevuld, en waar nodig actie onderneemt.’

NETWERK Voor Huijssoon, die sinds medio 2017 bij Carmel werkt, was dit de eerste Schoolleidingendag. Hij vindt het een mooie uitingsvorm van Carmel als kennisalliantie, een van de doelstellingen van het meerjarenplan Koers 2020. ‘Ik heb veel mensen ontmoet die ik nu zó even kan bellen om te sparren. Het is een aantrekkelijke manier om je netwerk te versterken, zeker door de combinatie met interessante inleidingen en workshops.’ ◗

SCAN MET KIJK OP PAGINA 2

hoe de Wil je weten nd ge idin lle Schoo deze pagaginawas? Scan met Layar! 15


Over vieze voeten en stoute schoenen

Het eerste jaar Carmel Leerlabs De Carmel Leerlabs beginnen aan hun tweede jaar. Een natuurlijk moment voor een tussenbalans.

‘We wisten wat we wilden, niet wat we zouden tegenkomen’

‘Iedereen pioniert en is bereid vieze voeten te krijgen en de stoute schoenen aan te trekken’, zegt projectleider Matthijs van de Woestijne. Zijn collega Dick Bijl: ‘Ik heb het afgelopen jaar meer geleerd dan in de 18 of 19 jaar hiervoor.’

Een jaar verder. Bijl en Van de Woestijne, die elk een Leerlab leiden, vertellen gedreven over hun ervaringen. ‘Het is een ontdekkingsreis geweest’, blikt Van de Woestijne terug, ‘we wisten wel wat we wilden, maar niet wat we zouden tegenkomen.’ Bijl noemt een bijzondere bijvangst. Tijdens een bijeenkomst van ‘zijn’ Leerlab kwam Frank Voshaar, docent aardrijkskunde in Almelo, vertellen over de digitale methode die hij zelf heeft gemaakt. ‘Ik ben zelf docent aardrijkskunde en ik ben onder de indruk. We gaan hierover met collega’s van andere Carmelscholen in gesprek, want hiermee kunnen we elkaar ontzettend veel werk uit handen nemen. Frank is verlost van de methodedictatuur, hij geeft zelf invulling aan zijn onderwijs. Dat is wat de Leerlabs ook beogen. Franks initiatief staat er los van, maar dankzij de Leerlabs weten we nu van het bestaan ervan.’

nog moet doen. En hij snapt waarom hij dat nog moet doen. Dat stimuleert. Als docent heb je dan meer mogelijkheden om hem of haar te ondersteunen. Je kunt personaliseren en misschien de leerling wel laten versnellen. Dan krijg je een situatie waarin de leerling en de leraar gemotiveerd zijn. Dat is wat iedereen wil.’

ELKAAR STIMULEREN

CONCRETE VRAAG

Zo komt vanzelf de essentie van Leerlabs in beeld: de deelnemers kijken bij elkaar op school en delen ervaringen. Ze stimuleren elkaar en denken met elkaar mee. Met een gezamenlijk doel: ze willen allemaal het onderwijs voor hun leerlingen nog boeiender en uitdagender maken. Gastsprekers dragen hieraan bij. ‘Han Nijboer, rector van Carmel College Salland, heeft er nog eens op gewezen dat leerlingen echt wel willen leren, maar niet uit een boek’, vertelt Bijl.

Barrie Satink, docent natuurkunde aan het Bonhoeffer College in Enschede, neemt met een concrete vraag deel aan het Leerlab. Hij maakt in mavo 3 geregeld mee dat leerlingen zijn vak willen laten vallen. Meestal verdwijnt dan ook de interesse. ‘Ik wil iets ontwikkelen waarmee ik ook die groep leerlingen bereik. Dat betekent differentiëren, met verschillende proefjes en opgaven voor die verschillende groepen leerlingen.’

Nijboer attendeerde bovendien op het leerdoeldenken. Van de Woestijne: ‘Als de leerling weet wat hij moet kennen, krijgt hij inzicht in waar hij staat en wat hij

16

Per hoofdstuk wil hij bepalen wat de leerdoelen zijn, voor welke leerlingen. ‘Daarna kan ik zelf aan de slag. Het Leerlab heeft me bijgebracht klein te beginnen.’ Dat werkt aanstekelijk: Satinks collega’s zijn


SEPTEMBER 2018

Dick Bijl leidt Leerlab B Zijn onderzoeksvraag: ‘Hoe implementeer en borg je digitale didactiek in de les?’ ◗

Matthijs van de Woestijne leidt Leerlab A Zijn onderzoeksvraag: ‘Hoe kun je binnen de bekende klassikale setting stappen zetten richting gepersonaliseerd leren?’ ◗

nieuwsgierig. ‘De olievlekwerking, zoals Matthijs het noemt, is al gaande.’ Dat ziet ook Dennis van Loon, docent techniek op locatie Lichtenvoorde van het Marianum. Hij heeft een collega meegenomen naar het Leerlab. Samen onderzoeken ze nu waar ze de methode gebruiken en waar ze zelf ontwikkelen. Met oog voor het werkveld: ‘Wij zitten in een techniekregio, daar passen we de leerdoelen op aan.’ Hij geeft een voorbeeld: ‘Je kunt een leerling opdracht geven om een asje te draaien, je kunt hem ook vragen dat asje eerst digitaal te tekenen. Dat is voor hem boeiender en heeft een directe relatie met zijn latere beroep.’ De ervaringen wil hij straks delen: ‘Dan helpen we andere scholen verder, vooral ook in de beroepsgerichte vakken. Hier zijn collega’s al betrokken, maar we bereiken graag meer scholen en mensen.’ Allebei zijn ze enthousiast. ‘Door het Leerlab weet ik hoe ik het moet aanpakken. Ik zou wel een Leerlab per vak willen’, zegt Satink. En Van Loon: ‘Je komt op verschillende scholen, alleen dat is al een pre. En je leert zóveel van elkaar.’

VERWACHTINGEN Van het tweede jaar hebben Bijl en Van de Woestijne grote verwachtingen. ‘We kunnen straks mooie dingen laten zien’, zegt Bijl. ‘En wat ik daarnaast belangrijk vind: het wordt gewoon om bij elkaar te kijken, zo krijg je een wisselwerking die heel veel mogelijkheden biedt. Dan kun je beter inspelen op de gevolgen van de bevolkingskrimp en beter op de veranderingen in de maatschappij. Bovendien wordt het vak er nog leuker van. Als we jonge mensen in het onderwijs willen houden… Hier kunnen we een mooie stap maken.’ Van de Woestijne: ‘Daarom hoop ik op een vervolg, waarin we als Carmel verder samenwerken aan onderwijsvernieuwing. Het Leerlab is een uitstekend middel om de beweging, het zoeken en het gezamenlijke, naar je eigen school te brengen. We zijn één stichting, maar we kijken als docenten nog weinig over de muren van de eigen school. Terwijl we zoveel voor elkaar kunnen betekenen.’ ◗

17


Kennis is maar de helft

WAT BETEKENT SCHOOL School draait niet alleen om kennis. Maar als kennis “maar” de helft is, wat is dan die andere helft? Rond die vraag kwamen voor de zomervakantie vijftien leerlingen van zeven Carmelscholen bij elkaar. Het idee is dat zij de komende tijd met vlogs in beeld gaan brengen wat school voor hen betekent. Naar aanleiding daarvan spreken we dan in Carmel Magazine met docenten en andere betrokkenen.

Het water van de IJssel kabbelt zachtjes tegen de kade, een warm briesje waait naar binnen. Bij het Food Dock in Deventer druppelen de leerlingen groepsgewijs binnen. De delegaties uit Denekamp, Oss, Enschede en Deventer zijn er al en Gouda en Borne volgen snel. Als laatste komt - na een lange en warme treinreis - ook Eindhoven binnen.

VLOGGEN

Vijftien leerlingen van zeven Carmelscholen. Ze kennen elkaar niet, maar ze delen een interesse in vloggen. En dat is een van de manieren waarop Carmel de komende jaren meer in beeld wil brengen wat de school voor leerlingen wil betekenen en hoe dat vorm krijgt. Aanleiding is de notitie over levensbeschouwelijke en morele vorming in de school, die vorig najaar is verschenen. De titel, “Kennis is maar de helft”, is afkomstig uit een toespraak

Hedendaagse Carmelscholen kunnen zich nog steeds in die gedachte vinden. Wel vinden ze dat er dan ook een beeld bijhoort van wat vorming in de dagelijkse praktijk betekent. We hebben het over een “moreel kompas” en “de waarderende school”, maar wat is dat in het schoolleven van een tiener? De abstracte termen maken het lastig om hierover gewoon met jongeren in gesprek te gaan.

ers Onze Vloggnen leren kenpag?ina Scan dezeyar! met La 18

SCAN MET KIJK OP PAGINA 2

van Karmeliet Titus Brandsma, die bijna negentig jaar geleden al pleitte voor onderwijs waarin brede vorming een belangrijke plaats krijgt.


SEPTEMBER 2018

VOOR LEERLINGEN? Om toch een beeld te krijgen van wat school voor leerlingen betekent, zijn andere middelen nodig. Zo ontstond de gedachte om leerlingen te laten vloggen over wat zij op school nodig hebben om te kunnen groeien. Diverse leerlingen die hier vandaag in Deventer aanwezig zijn, vloggen op eigen initiatief al regelmatig over onderwerpen die hen bezighouden. Anderen zijn op school al eens met vloggen bezig geweest of willen het gewoon graag leren. Allemaal krijgen ze vanochtend in een workshop de kneepjes van het vak bijgebracht door ervaren vlogger Lars Henning van Taaluilen. Hij zet de jonge vloggers meteen aan het werk: binnen de kortst mogelijke tijd staan overal tieners te filmen en te presenteren. De docenten die als begeleiders zijn meegekomen, kijken met verbazing hoe gemakkelijk hun leerlingen met hun telefoon of tablet een vlogje in elkaar draaien. De eigenheid is opvallend: alleen beelden, een verslag met commentaar, een vrolijk verhaal, een kritische ondertoon. Iedere vlog vertelt zijn eigen verhaal.

VRIENDEN ONTMOETEN Na de lunch is het tijd voor een brainstorm over de onderwerpen waarover gevlogd en vervolgens in Carmel Magazine geschreven kan worden. Leerstof en cijfers daargelaten: wat vinden de leerlingen belangrijk aan school? Wat zit er op hun school allemaal in die “andere helft” dat de moeite waard is om in een vlog in beeld te brengen? Het is even zoeken, maar geleidelijk ontstaat er toch een beeld. School is belangrijk als plek waar je vrienden maakt en vrienden ontmoet, vinden eigenlijk alle leerlingen. Pauzes spelen daarbij een grote rol. ‘Vaak zitten we dan allemaal naast elkaar met onze telefoons’, zegt Pèma van het Bonhoeffer College, ‘maar toch is het gezelliger om dat met vrienden te doen dan alleen.’ Uitstapjes buiten school hebben eveneens veel waarde voor de onderlinge band. Daarom zijn bijvoorbeeld de kennismakingsactiviteiten aan het begin van een schooljaar onmisbaar. ‘Als je ergens naartoe gaat met de klas, leer je hoe de andere leerlingen buiten school zijn en wat ze leuk vinden’, merkt Evha van Carmelcollege Gouda op.

‘Uitstapjes buiten school hebben eveneens veel waarde voor de onderlinge band’

19


JEZELF ZIJN Iets anders wat Evha belangrijk vindt, is dat school een plaats is waar iedereen zichzelf kan zijn, ‘waar niemand genegeerd wordt, waar mensen leuk tegen je doen en de leraren aardig tegen je zijn.’ Mitchell (Etty Hillesum Lyceum) zegt het zelfs nog specifieker: ‘Iedere school zou zo veilig moeten zijn dat je niet met anderen mee hoeft te doen als dat niet bij je past.’

NIEUWE REEKS: KENNIS IS MAAR DE HELFT School is een van de belangrijkste elementen uit het leven van jongeren, en niet alleen omdat ze er kennis opdoen. Waarin zit volgens jongeren die ándere waarde van school? Hierover gaan leerlingen van diverse Carmelscholen de komende jaren vloggen. Hun vlogs dienen als inspiratiebron voor een reeks artikelen in Carmel Magazine waarin scholen in beeld worden gebracht. De eerste vlog-artikelcombinatie verschijnt in december en gaat over “School met de S van Samen”. Om te beginnen hebben de vloggers zichzelf echter kort voorgesteld. Je kunt de vlogs via verschillende manieren bekijken: scan pagina 18 met Layar of check ze op carmel.nl onder ‘Nieuws en publicaties’, op intranet (voor medewerkers van Carmel) en op het YouTube-kanaal van Stichting Carmelcollege (stgcarmel)! Meer lezen over Kennis is maar de helft? Kijk op www.carmel.nl (zoek op Kennis is maar de helft) ◗

20

Emma van het Augustinianum is dat met hem eens: ‘Pesten komt overal voor, maar het gaat erom dat een school er iets aan doet. Bij ons is antipestbeleid heel belangrijk. Het zorgt ervoor dat iedereen zich thuisvoelt en dat je altijd iemand hebt waar je naartoe kunt.’ Vaak is dat de mentor, maar niet altijd, vult Niels van Het Hooghuis aan: dat hangt ook wel van de persoonlijkheid van de mentor af. Joni van Scholengroep Carmel Hengelo tekent er wel bij aan dat een goede sfeer niet uitsluitend de verantwoordelijkheid van de school is. ‘Je bent samen verantwoordelijk voor hoe het gaat in je klas.’

EXPERIMENTEREN Alles dichttimmeren met regels en afspraken is geen goed idee, vervolgt Mitchell. ‘Fouten maken moet mogen, want van fouten kun je leren. Maar dan moet het niet zijn: hup, straf, en verder. Je moet wel de ruimte krijgen om er met elkaar over te praten.’ Sowieso is ruimte belangrijk, vindt Evha. ‘Als het goed is, maakt de school je nieuwsgierig naar dingen die je nog niet kan. Het is goed als je allerlei dingen kunt uitproberen en zo kunt ontdekken wat je leuk vindt en waarover je meer wilt leren voor je latere beroep.’

VERANTWOORDELIJKHEID NEMEN Maar krijg je ruimte, dan hoort daar ook bij dat je zelf verantwoordelijkheid neemt, vinden zo’n beetje alle leerlingen. Dat is een van de belangrijkste dingen die je op school kunt leren. Lars en Niels van Het Hooghuis beschrijven hoe dat op hun school klein begint, bijvoorbeeld doordat ze zelf moeten beslissen hoe ze tijdens de lessen op een goede manier omgaan met de spelletjes die op hun device staan en of ze voor een bepaalde toets een cijfer willen (dat meetelt). Verantwoordelijkheid nemen wordt in één adem


genoemd met andere vaardigheden waarvan de leerlingen vinden dat je ze op school moet kunnen ontwikkelen. Je eigen mening geven (Pooja, Etty Hillesum Lyceum) en leren presenteren (Pien, Twents Carmel College) bijvoorbeeld, ‘want daar heb je je hele leven veel aan.’ Misschien, zo filosoferen ze, is het ontwikkelen van vaardigheden tegenwoordig wel belangrijker dan het opdoen van kennis. ‘Als je wel de kennis hebt, maar je kunt die niet goed verwoorden, kom je ook niet verder’, redeneert Hesther van het Augustinianum. Sowieso moet de aandacht op school niet alleen naar ‘leren met je hoofd’ uitgaan. ‘Vooral de doevakken vind ik fijn’, zegt Niels. Hij krijgt onder meer bijval van Paula (Scholengroep Carmel Hengelo), die zegt: ‘Het leukste van school vind ik als je niet samen naast elkaar in een lokaal hoeft te zitten, maar samen aan het sporten bent.’

BEGRIP KWEKEN Het laatste aspect dat de leerlingen aandragen, is dat school bij uitstek een plek is waar je begrip voor anderen leert ontwikkelen. Soms gebeurt dat dichtbij, als het gaat om verschillen in achtergrond, cultuur of geloofsovertuiging tussen leerlingen (Eline, Bonhoeffer College): ‘Als iemand zich aan de Ramadan houdt, ga jij niet naast die persoon staan eten’. Soms speelt het op grotere schaal, als het gaat om verschillen tussen landen en culturen. Emma: ‘Je leert veel van uitwisselingen met leerlingen uit andere landen. Maar je kunt het er natuurlijk ook gewoon over hebben in de les Frans...’ ◗

VORMING VAN HET VERSTAND ÉN VAN DE PERSOON Waar komt de uitdrukking “Kennis is maar de helft” vandaan? Karmeliet Anne-Marie Bos: ‘Karmeliet Titus Brandsma gebruikte deze woorden in 1931 in een beroemd geworden rede over de taak van onderwijzers. Hij zegt daarin dat de mens - de leerling - meer is dan een vat vol kennis: geen abstract wezen, maar iemand met een hart, met gevoelens en verwachtingen. Als de leraar geen aandacht heeft voor datgene waar het hart van de leerling naar uitgaat, kan er bij die leerling ook geen kennis binnenkomen. Het gaat op school dus niet alleen over vorming van het verstand, maar ook over vorming van de persoon: Kennis is maar de helft. Ik ben benieuwd naar de manier waarop leerlingen en docenten van Carmelscholen dit de komende jaren in beeld gaan brengen.’ ◗

COLUMN

SEPTEMBER 2018

Wie svoolpg? t Jo g. 14 ie Z pa DIT VAK GAAT NERGENS OVER Sommige zinnen blijven je altijd bij. Ooit was er een leerling die in de klas zei: “Meneer, dit vak gaat helemaal nergens over.” Ik was hevig gepikeerd en begon me meteen te verdedigen. In mijn les leerde je Frans praten! En schrijven en lezen en luisteren. Maar dat bedoelde hij niet, hij bedoelde inhoud en kennis, zoals bij natuurkunde en economie. De vinger op de zere plek. Voor je het weet ben je in een les moderne vreemde talen alleen maar bezig met losse woorden en zinnen, grammatica, willekeurige teksten en vragen over teksten. Ik ben Robin nog elke dag dankbaar, die zin van hem heeft mij scherp gehouden. In april waren we in Parijs. De vijfdeklassers hadden zich van tevoren in een onderwerp verdiept: de aanslagen in Parijs, de vergroening van de stad, vervoersproblemen, de buitenwijken. In Parijs moesten ze minimaal vier personen interviewen over het onderwerp, in totaal twintig minuten, de gesprekken opnemen en de conclusies op school presenteren. Na afloop waren ze zichtbaar opgelucht en ook wel trots. “Meneer, minstens twee interviews kunt u zo gebruiken als luistermateriaal in de les, dat meen ik echt!” Eén groepje had zich verdiept in de stadsarchitect Haussmann die rond 1850 het middeleeuwse Parijs heeft veranderd in een moderne metropool. Maar zou een willekeurige Parijzenaar weten wie Haussmann was, vroegen ze zich van tevoren af. Ja dus. “Iedereen wist wie Haussmann was, echt iedereen!” Eerlijk gezegd was ik zelf ook trots toen ik de gesprekken naderhand beluisterde. Jelle en Freek hadden niet alleen geïnterviewd, ze hadden een echt gesprek gevoerd en vroegen goed door. Was het dagelijks leven echt niet veranderd na de aanslagen? En al die politie dan? Een paar meisjes begrepen al snel waarom de fiets niet zo populair is in Parijs onder de Parisiennes: de regen en de wind hè, en geen douches op het werk. Goeie opdracht, dacht ik bij mezelf. Actueel. Relevant. Robin kan tevreden zijn. ◗ JOS BAACK Docent Frans, Twents Carmel College, locatie De Thij

21


OPMERKELIJK Milou, Robin en Fleur

22

‘Als mijn collega’s en hun leerlingen enthousiast terugkomen van een geslaagde olympiade, geniet ik’


SEPTEMBER 2018

STIMULEREN VAN TALENT MET CANISIUS OLYMPIADESCHOOL Canisius heeft verschillende pijlers om zich als school te profileren. Naast dat de school een BYOD-school (Bring Your Own Device) is, tweetalig onderwijs aanbiedt en bekendstaat als volleybalschool, staan de landelijke olympiades ook hoog op de agenda. Jaarlijks strijden havo- en vwo-leerlingen van Canisius tijdens zogenaamde “olympiades” van verschillende vakken tegen leerlingen van andere scholen. Robin Kamperman, docent biologie en een van de coördinatoren van de Olympiadeschool, zorgt ervoor dat dit bij Canisius op de kaart staat. ‘Zelf zit ik sinds 2007 in het bestuur van de landelijke Biologie Olympiade. Sinds 2012 is Canisius Olympiadeschool, wat volgens het keurmerk van SLO inhoudt dat we aan minimaal vijf olympiades per jaar meedoen. We hebben met onze kleine school al gestreden op ruim tien verschillende olympiades, van exacte vakken maar ook geschiedenis en aardrijkskunde. Allemaal met hetzelfde doel: stimuleren van individueel talent. Je biedt leerlingen iets extra’s en ze werken aan 21e-eeuwse vaardigheden. Als mijn collega’s en hun leerlingen enthousiast terugkomen van een geslaagde olympiade, geniet ik. Het is voor mij net dat beetje extra naast lesgeven, samen écht bezig zijn met je vak. Dat vind ik leuk aan mijn baan. Olympiades zijn bij uitstek geschikt voor leerlingen die voor een bepaald vak meer aankunnen dan gemiddeld. Maar dat betekent niet dat alleen leerlingen mee mogen doen die uitblinken in een vak. Bij een aantal vakken doet de hele klas mee en is de olympiade opgenomen in het curriculum. Zo is de wedstrijd bij aardrijkskunde bijvoorbeeld een verplicht onderdeel. De vragen zijn pittig, maar dienen perfect als voorbereiding op het eindexamen. Bij mijn eigen vak biologie probeer ik leerlingen te stimuleren om mee te doen door een competitie-element toe te voegen. Leerlingen die deelnemen krijgen een bonus voor het aantal punten dat zij scoren en deze telt mee voor hun volgende proefwerkcijfer. Leerlingen zijn vaak bescheiden en niet iedereen staat graag op de voorgrond. Onze visie is dat meedoen belangrijker is dan winnen. Daarnaast mag je je talent laten zien, je mag uitblinken in een vak. Ga voor goud! Wat ik zo mooi vind, is dat je soms onderpresteerders boven zichzelf ziet uitstijgen. Zo heb je leerlingen die in de klas minder hoog scoren, maar door het competitie-element boven het maaiveld uitsteken. Ze komen erachter dat ze tóch goed zijn in een vak. Dit zorgt af en toe voor mooie inzichten.’ Intussen zijn leerlingen Fleur en Milou (17) uit 5 vwo aangeschoven. Milou deed vorig jaar mee aan de Geschiedenis Olympiade en de EUSO (voor exacte vakken): ‘Meedoen was echt superleuk! Het is eens wat anders en je kunt laten zien wat je allemaal hebt geleerd zodat je weet waar je staat. Bij geschiedenis moesten we een museum bestuderen, waar in de grote toets vragen over werden gesteld. Samen met iemand waar ik eigenlijk niet mee omging, was ik zó fanatiek aan het discussiëren! Door mee te doen kwam ik achter een paar cruciale dingen: dat ik toch niet zo van de bètavakken ben én dat ik mijn profielwerkstuk in de richting van de Amerikaanse geschiedenis wilde doen. Ik doe dit jaar weer mee!’ Fleur vult aan: ‘Ook leer je andere vaardigheden, zoals analyseren, oplossingsgericht werken en samenwerken. We leerden elkaar veel beter kennen.’ Robin: ‘Ik ben blij dat ze zo enthousiast zijn en dat het echt iets in werking zet. Dat maakt me trots!’ Wil je meer weten over de Olympiadeschool? Neem dan gerust contact op met een van de coördinatoren van Canisius: Robin Kamperman, locatie Almelo (r.kamperman@canisius.nl) of Gerbrand Wilbrink, locatie Tubbergen (g.wilbrink@canisius.nl) ◗

COLOFON Carmel Magazine wordt gemaakt voor medewerkers en relaties van Stichting Carmelcollege en verschijnt drie keer per jaar. REDACTIE Fijke Hoogendijk Daphne Razi (Stichting Carmelcollege) Hans Morssinkhof (Hans Morssinkhof Publicity, Arnhem) Suzanne Visser (Perspect, Baarn) VORMGEVING EN OPMAAK Digidee, Enschede FOTOGRAFIE Marty van Dijken (Van Dijken, Enschede) DRUK Gildeprint, Enschede OPLAGE 4.650

23


MEEDOEN IS BELANGRIJKER DAN WINNEN Ook in niet-Olympische jaren klinkt bovenstaande spreuk vaak. Ze voelt goed aan. Meedoen betekent: erbij horen, jezelf laten zien, verantwoordelijkheid nemen. En daardoor groeien en (h)erkenning krijgen. In een veilige sfeer waarin verlies slechts een woord is.

Want de echte competitie gaan we met onszelf aan. Op de momenten waarop we aarzelen of niet goed durven. Of denken niet te kunnen. Dan krijgt de vraag om mee te doen het karakter van een uitnodiging om de sprong te wagen. Zo nodig nog eens. En nog eens. Om vervolgens door het verleggen van eigen grenzen en het doorbreken van eigen belemmeringen te ervaren dat je meer kunt dan je dacht. Meer bĂŠnt dan je dacht. Die overwinning smaakt zoeter dan die van de vanzelfsprekende winnaar.

Meedoen is belangrijker dan winnen. Het is haast de Carmelboodschap, in net wat andere woorden. Overal geldig, onbeperkt houdbaar en een gebaar vol vertrouwen: aan elke mens, heel de mens en alle mensen.

Stichting Carmelcollege Drienerparkweg 16 Postbus 864 7550 AW Hengelo (074) 245 55 55 info@carmel.nl www.carmel.nl

24

@stgcarmel @CarmelVacatures stichting carmelcollege stgcarmel stichting carmelcollege


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.