Carmel Magazine september 2020

Page 1

Carmel Magazine » jaargang 17 » nummer 45 » september 2020

#koers

Ruimte in verbondenheid

Van noodoplossing tot standaardvoorziening

De onstuitbare opmars van Teams Kennis is (maar) de helft

Dichtbij op afstand?


Nada te turbe

‘Laat niets je verontrusten’, Teresia van Avila

2

#koers


» Inhoud

6

De onstuitbare opmars van Teams Van noodoplossing tot standaardvoorziening.

16

Leren van de lockdown Opeens moest iedereen uit de comfortzone.

Rubrieken 4 5 13 14 19 24 25 26 28

Standpunt #stelling College van Bestuur: Karin van Oort Vertel! What's up? Hoe ging het verder met... Passie! Opmerkelijk Het laatste woord

10

20

Vanzelfsprekend online Meer kwaliteit door aanbesteding connectiviteit.

Dichtbij op afstand? Kennis is (maar) de helft.

Wij zijn Carmel Stichting Carmelcollege omvat 12 instellingen voor bijzonder voortgezet onderwijs. Op ruim 50 locaties verzorgen we een breed onderwijsaanbod in een kleinschalige en veilige omgeving. Zo begeleiden we onze leerlingen. Elke dag opnieuw. Onderstaande - voornamelijk brede - scholengemeenschappen zijn aan Carmel verbonden: Almelo » Pius X College, Canisius Deventer » Etty Hillesum Lyceum Eindhoven » Augustinianum Emmen » Carmelcollege Emmen Enschede » Bonhoeffer College Gouda » Carmelcollege Gouda Groenlo » Marianum Haren » Maartenscollege, International School Groningen Hengelo » Scholengroep Carmel Hengelo Oldenzaal » Twents Carmel College Oss » Het Hooghuis Raalte » Carmel College Salland

3


» Standpunt

SAMEN OP WEG NAAR 2025 Ondanks het bizarre einde van afgelopen schooljaar door het coronavirus, is het gelukt om ‘Koers 2025’ af te ronden. Ons vorige strategisch beleidskader, ‘Koers 2020’, heeft veel goeds gebracht. Het gaf instellingen en locaties richting en ruimte om vorm te geven aan het onderwijs en de organisatie. Iedere Carmelinstelling koos hierbij het tempo dat bij haar eigen lokale context paste. Bij het opzetten van de nieuwe Koers 2025 zijn we niet volledig opnieuw begonnen met onszelf uit te vinden. Wat waardeert men aan onze Carmelscholen en wat zou men juist willen aanpassen? Nadrukkelijk is ervoor gekozen om deze vragen eerst neer te leggen bij onze leerlingen. Zowel de huidige leerlingen als oud-leerlingen kwamen in het najaar van 2019 bijeen om in een drietal landelijke Carmel Meetups op deze thema’s feedback te geven. Dezelfde thema’s zijn vervolgens in het voorjaar van 2020 besproken in de Meetups tussen binnen- en buitenwereld. In deze bijeenkomsten spraken medewerkers en leerlingen van Carmel met vertegenwoordigers uit de maatschappij. Denk hierbij aan mensen van basisscholen en vervolgonderwijs van mbo tot en met universiteit. Maar ook met vertegenwoordigers van gemeenten en samenwerkingsverbanden, met bedrijven uit de omgeving en met maatschappelijke organisaties. Ook hierbij was de basisvraag: wat moeten we behouden en welke nieuwe uitdagingen moeten we omarmen? Voor de onderwijskoers 2020-2025 borduren we voort op de koers die we voor 2020 hebben uitgezet.

4

We focussen daarbij op de volgende vijf thema’s: 1. Een Carmelleerling is wereldwijs en klaar voor de toekomst; 2. Een Carmelleerling leert met energie en gaat samen met de omgeving op weg; 3. I n het onderwijsprogramma van een Carmelleerling is ruimte voor maatwerk waarbij gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheden die de inzet van ICT biedt; 4. Iedere Carmelleerling ontwikkelt zich op zijn eigen manier en deze groei maken we zichtbaar; 5. Voor de Carmelleerling creëren we de ideale school met flexibel, inspirerend en actueel onderwijs. Bij deze thema’s kiezen we telkens voor een aantal speerpunten, aangevuld met een beschrijving van wat we in 2025 binnen de Carmelscholen willen zien en waarom. Jongeren hebben de behoefte om gezien te worden als een individu met eigen wensen en doelen, en niet als een hele klas met één hoofddoel. We gaan aan de slag en samen op weg naar 2025. Helaas ga ik dit proces zelf niet meer meemaken, want ik ben sinds 1 augustus 2020 met pensioen. Ik wens Carmel veel succes, de leerlingen verdienen het.

Ben Kokhuis » oud-schoolleider Pius X College/Canisius Passies » hardlopen, cardiofitness, actiefilms en muziek. Opleidingen » Duitse Taal en Letterkunde en toegepaste

onderwijskunde (drs.), Mental Coaching (master). Was werkzaam bij Carmel » van 1981 tot 2020.


#stelling Vóór de zomer heeft de coronacrisis het onderwijs veranderd. Van de ene dag op de andere maakte les in de klas plaats voor les achter het beeldscherm. Het was wennen, voor leerlingen en docenten. Maar hoe gaan we verder, nu de leerlingen weer mogen komen? Het Carmelpanel reageert op de uitspraak:

‘Voortaan minder les op school en meer online!’

Loes Hake » leerling havo-5 » Carmelcollege Emmen

‘Ik snap dat het niet anders kon, alles moest immers dicht. Maar ik heb het liefst een les op school. In de klas krijg je betere uitleg, de docent kan daar meer tijd voor nemen, meer voorbeelden geven of nog eens iets aanwijzen. Dat is prettiger, het leert gemakkelijker. Bovendien kun je direct vragen stellen. Ik heb de lessen op school echt gemist, die online lessen vond ik niet fijn. Af en toe was het zelfs chaotisch: eerst geen les, toen via Teams maar dan niet van elke docent. Het is overigens wél rustiger. Teams is wel handiger dan e-mail, want je krijgt meteen antwoord, je hoeft er niet op te wachten. Dus, als het niet anders kan, dan is online niet erg. Mijn voorkeur heeft het niet.’

Cathelijne Pape » teamleider havo bovenbouw » Etty Hillesum Lyceum, locatie Het Vlier

‘Hier ben ik het echt niet mee eens! Er gaat niets boven lesgeven in de klas, met je leerlingen voor je. Daar draait het om interactie, sfeer, lichaamstaal, iemands blik. Online heeft veel opgeleverd, maar het blijft “next best”. Je wilt je leerlingen bij je hebben, dat hoor ik ook van collega’s. En natuurlijk maken we in het nieuwe schooljaar gebruik van de ervaringen die we hebben opgedaan toen de school gesloten was. We zijn wel weer open, maar het is niet zoals het was. Onze online-vaardigheden blijven belangrijk en waardevol. Voor ouderavonden, bijvoorbeeld, voor examentrainingen of verdiepingstrajecten. Maar dat is een afgeleide. Het beeldscherm kan de les in de klas niet vervangen.’

Cas Karperien » leerling vmbo-3 » Scholengroep Carmel Hengelo, locatie C.T. Storkcollege

‘Thuis kan ik me beter concentreren, daar zijn veel minder prikkels. Die rust was heerlijk. Ik heb geleerd dat ik veel meer zelf kan doen. In de tijd van de lockdown ben ik echt vooruitgegaan. Mijn moeder hielp me daarbij. Ze keek soms met me mee naar de lessen. Maar niet iedereen denkt er zo over. Veel van mijn klasgenoten wilden heel graag terug naar school om elkaar weer te zien. In die weken dat de school gedeeltelijk weer opende, ging dat ook best goed. In ieder geval in de klas, buiten was het moeilijker die anderhalve meter afstand te bewaren. Mij lijkt een mengvorm het mooist, met uitleg op school en daarna zelf thuis verder werken. Het zou ideaal zijn, voor mij zeker.’

Yuri Liebrand » ouder en MR-lid » Twents Carmel College, locatie Lyceumstraat

‘Ik denk dat het de toekomst is. Scholen waren nu in staat om onderwijs te blijven geven. Dat is knap, want het is voor iedereen een enorme omschakeling geweest. Van grote waarde, want we zijn het virus nog niet kwijt. Mijn kinderen konden er goed mee omgaan. De jongsten, die nog op de basisschool zitten, beter dan onze oudste die het contact met leeftijdgenoten heeft gemist. Je zou een goede balans moeten vinden. Het ene vak leent zich misschien beter voor online onderwijs dan het andere. En elkaar ontmoeten is heel belangrijk. Toch kan online onontkoombaar zijn, om flexuren in te richten of als een school krimpt. Je voorkomt er bovendien te grote drukte mee, denk aan die anderhalve meter.’

5


» Van noodoplossing tot standaardvoorziening

DE ONSTUITBARE OPMARS VAN TEAMS De scholen zijn weer open, maar dat is niet zo vanzelfsprekend als eerder. Overal zijn de coronamaatregelen zichtbaar en merkbaar. Op dit moment (medio augustus) weet niemand of er een tweede golf komt en wat er dan staat te gebeuren. Eén voordeel is er dan wel: iedereen heeft leren werken met Teams. ‘Wat onder normale omstandigheden anderhalf tot twee jaar zou hebben geduurd, moest nu in een maand gebeuren. Dat is gelukt.’ Neem Hans van der Maten, docent Engels aan het Bonhoeffer College in Enschede. ‘Ik heb de techniek vrij snel onder de knie gekregen’, zegt hij, als hij terugblikt op het begin van de lockdown. ‘Die eerste dagen kwam er zó veel op ons af.’ De lopende tienminutengesprekken moesten opeens via de telefoon worden gevoerd, de eindexamenklassen losten op en er moest worden nagedacht over resultaatsverbeteringstoetsen. Die bovendien niet op school mochten plaatsvinden. En er waren de lessen die even later weer van start gingen, nu met docent en leerlingen aan weerskanten van hun beeldschermen. Het ging allemaal goed, stelt Van der Maten vast. Met wel een voorbehoud dat hij vaker uitspreekt: een videoles heeft niet de kwaliteit van een klassikaal lesuur. ‘Je kunt het niet vergelijken. In de klas zie je of een leerling oplet.

6

Als je daaraan twijfelt, stel je hem of haar een vraag. Zo werkt dat, je wilt je leerlingen scherp houden. Ik heb tijdens videolessen geprobeerd om dat op te lossen door de microfoon van zo’n wegdwalende leerling open te zetten en hem of haar te vragen even iets voor te lezen. Zo haal je een leerling weer terug.’ Andere concessies waren even onvermijdelijk. ‘Ik ben bijvoorbeeld gewend mijn leerlingen de hand te schudden als ze binnenkomen’, legt Van der Maten uit. ‘De dynamiek in zo’n klas, daar houd ik van. In zo’n lesuur zit veel humor en sfeer, je reageert op elkaar. Als het zo uitkomt, heb je het met elkaar ook over andere zaken. Dat vind ik prachtig, dat is mijn vak. In vergelijking daarmee zijn videolessen erg afstandelijk. Je kunt elkaar niet echt aankijken. Dat is frustrerend, in dit vak draait het om persoonlijk contact en relatie.’ >>


‘Meer docenten weten elkaar nu op Carmelniveau te vinden’ Gebruik Office 365 stijgt explosief! %

23.000 Microsoft Teams

100

70

10

E-mail

20

Microsoft Teams

30

Office 365

50 40

E-mail

60

Microsoft Teams

500 Microsoft Teams

Office 365

Percentage gebruikers

Aantal Teams

90 80

0 19/02/2020

15/03/2020 (lockdown)

04/06/2020

19/02/2020

04/06/2020

Hans van der Maten en Merel Lahdo

7


Schrappen ‘Wat ik verder jammer vond: we moesten schrappen in ons lesprogramma. Zo besloten we om het onderdeel literatuur te laten vallen. Daar sta ik achter, het kon niet anders. Maar ik vind het een van de mooiste onderdelen van het vak. Je kan verhalen vertellen, in interactie met de klas over zingevingsvragen spreken. Die lessen geven mij energie, ik word er enthousiast van. Nu heb ik me vaak gevoeld als een cabaretier zonder publiek. Het is prachtig wat er met Teams allemaal kan, maar ik heb mijn leerlingen gemist.’ Tegelijkertijd ziet hij opbrengsten. Hij geeft voorbeelden. Zoals van de leerlingen die na de les nog even ingelogd blijven. ‘Dan kwamen de vragen die ze tijdens de les niet goed durven stellen, om niet uitgelachen te worden. Ik kreeg meer inhoudelijke vragen dan normaal. Kennelijk geeft de digitale omgeving leerlingen een gevoel van veiligheid. Dat is winst.’ Uit zijn mentorgroep ving hij op dat docenten in eerste instantie los van elkaar veel werk opgaven. ‘Het was te veel, de leerlingen konden het niet meer overzien. Dat hebben we vervolgens kunnen oplossen. Ik wil Teams niet meer kwijt.’

Achter de schermen Van der Matens relaas staat niet op zich. Van vele andere docenten, en van veel leerlingen, vallen vergelijkbare verhalen op te tekenen. De digitale mogelijkheden, in dit geval via Microsoft Teams, boden een uitweg toen de scholen sloten. Achter de schermen hebben de medewerkers van de afdeling Carmel ICT daarvoor bergen verzet. ‘We hebben bijvoorbeeld geïnventariseerd of er leerlingen waren die thuis geen internetverbinding hadden’, verduidelijkt Rob Calamé, accountmanager. Dat bleek voor enkele leerlingen - ‘Tien tot vijftien, denk ik, binnen heel Carmel’ - het geval, zodat daar voor mobiel internet kon worden gezorgd. Binnenskamers stond de applicatie Teams van Microsoft bij wijze van spreken al gereed. Het programma, met faciliteiten voor videobellen, videolessen, het delen van bestanden en zijn chatfunctie, was al voorbestemd voor uitrol over alle scholen. ‘Ik zal niet technisch worden, maar vier jaar terug, bij de centralisatie van ICT, hadden we al Office 365. Met Teams konden we ook de leerlingen betrekken’, weet Gijs Beldman, Office 365-beheerder. ‘We hadden op Het Hooghuis al een start gemaakt met de installatie van Teams, het was de eerste school die ermee kon werken. Elke school was er al mee bezig, na de zomervakantie zou het Twents Carmel College overgaan, daarna de anderen. Daarvoor dachten we anderhalf tot twee jaar nodig te hebben, je moet mensen de tijd geven om te wennen en te ontdekken wat voor hun waardevol is.’ Maar die tijd was er niet. Een week of twee vóór de lockdown informeerde het College van Bestuur naar wat Carmel zou kunnen bieden als het aantal COVID-19-besmettingen heel snel zou toenemen. ‘We hebben het antwoord nog uitgewerkt’, weet Beldman. ‘Het Hooghuis was zo goed als klaar om over te schakelen naar thuisonderwijs. En toen gingen de scholen dicht.’

8

‘Ik voelde me soms een cabaretier zonder publiek’ 23.000 Teams Hier zegt een getal meer dan veel woorden: onder grote tijdsdruk moesten plotseling omstreeks 23.000 Teams worden aangemaakt. ‘Er was geen tijd meer voor pilots, we moesten en masse over’, weet André Maas, applicatiebeheerder bij het Twents Carmel College. Terwijl Gijs Beldman, Jan van Zanten en Carlo Wijering de techniek verzorgden, en Rob Calamé en Marco de Groot als schakels tussen de scholen en de afdeling ICT fungeerden, werd Maas’ hulp ingeroepen voor het schrijven van handleidingen en het verzorgen van webinars. ‘Ik kom uit het bedrijfsleven, ik had ervaring met het geven van cursussen’, licht hij toe. Onderwijl stond hij collega’s van binnen en buiten de eigen school met raad en daad terzijde. ‘Het zijn in het begin lange dagen geweest. Ik begon ’s morgens om 7 uur en ging vaak door tot middernacht. Het was nodig, er kan veel als er een crisis is.’ Voor Beldman en identity manager Van Zanten kwam daar nog iets bij. Het aanmaken van zo’n 23.000 teams was vaak nachtwerk. ‘Microsoft was in die periode razend druk en onderwijs staat niet in de top van de prioriteitenlijst’, zegt Van Zanten, ‘dus we moesten een goed een moment kiezen waarin we ongestoord konden doorwerken. Dat was vaak ’s nachts. We hebben er niet over nagedacht. Dit moest gebeuren, we wisten dat de leerlingen en de docenten op ons zaten te wachten.’


NIEUWS & VLOGS carmel.nl/nieuws/ nieuws-en-publicaties

Drempels verlagen Krap enkele maanden later lijkt onderwijs zonder Teams al niet meer denkbaar. ‘Ik blijf het zeker gebruiken’, zegt Hans van der Maten. ‘Videolesgeven kan soms een uitkomst bieden, dat hebben we nu ervaren. In Teams kan ik zien of een leerling iets heeft gedaan, ik vind het prettiger dan It’s Learning, de elektronische leeromgeving die we tot nu toe gebruikten. En ik denk dat Teams zeker iets kan betekenen voor vormen van meer gepersonaliseerd leren, maar dan in combinatie met een goede lesmethode. Wij zijn net overgegaan op een andere methode. Die biedt meer materiaal en is uitdagender.’ Hij overweegt verder een digitaal spreekuur in te voeren. ‘Ik heb gemerkt dat het voor leerlingen drempels kan verlagen. En, los daarvan: de scholen zijn dan wel weer open, dat virus is er nog. Dus nog lang niet alles kan zoals we gewend waren. Ook dan kan Teams een rol spelen.’

Volgende uitdaging Binnen de afdeling Carmel ICT komen meer van dergelijke geluiden binnen. Rob: ‘Ik krijg vanuit de scholen veel positieve reacties, we hebben nogal wat complimenten mogen ontvangen.’ Hij ziet zelfs al een volgende uitdaging naderen: ‘Iedereen werkt nu met Teams. Dus komt de volgende vraag eraan: hoe kunnen we hiervan nog meer gebruikmaken voor ons onderwijs? Bijvoorbeeld om onze leerlingen meer op maat te bedienen? Want ik merk verandering: docenten vragen meer dan voorheen zelf of Teams dit of dat ook kan.’

André Maas herkent het. ‘Je ziet Carmel als kennisalliantie groeien. We zien al schooloverstijgende Teams ontstaan. Ik denk dat het docentenvak hierdoor gaat veranderen. Ook als een digitale les de klassikale les niet kan vervangen, is het niet nodig de leerlingen altijd in je lokaal te hebben. En het is heel eenvoudig: je hoeft alleen maar in te loggen en je bent er.’ Dat is inmiddels nog weer gemakkelijker geworden, door de koppeling van Teams en Somtoday, weet Van Zanten: ’Docenten hoeven niks meer zelf in te tikken. Alles staat klaar, je stelt met vinkjes je Team samen.’ Gijs Beldman verwacht dan ook dat de ontwikkeling zich voortzet. ‘Meer docenten weten elkaar nu op Carmelniveau te vinden. Ik denk dat we dat vaker zullen zien, iedereen ervaart er de voordelen van. Denk bovendien aan scholen in krimpregio’s. Misschien kunnen die niet meer alle vakken aanbieden, of niet meer op elke locatie. Dan kunnen videolessen een uitkomst bieden. De hobbel is nu wel geslecht.’ En Jan van Zanten: ‘Wat begon als noodmaatregel is een standaardvoorziening geworden.’

‘We werkten ’s nachts, het moest gebeuren’

9


» Meer kwaliteit door aanbesteding connectiviteit

VANZELFSPREKEND ONLINE Goede wifi, stabiele internetverbindingen: sinds we dit voorjaar massaal thuis moesten leren en werken, twijfelt niemand meer aan het belang hiervan. Stichting Carmelcollege heeft op dit gebied grote stappen gezet. Vier betrokkenen vertellen over de verbeterde connectiviteit, zoals dat in vaktaal heet, en wat wij daarvan merken (antwoord: hopelijk weinig, dan gaat het goed).

De deelnemers: • Wim de Boer, projectleider ICT • Marco de Groot, accountmanager ICT • Patricia Hutten-Hoepel, adviseur Inkoop • Maikel Scholten, afdelingscoördinator ICT

‘ Je loopt met je laptop een gebouw binnen en je bent meteen veilig aangemeld op de wifi’

10


Wat is connectiviteit in gewonemensentaal? Marco: ‘Connectiviteit is het geheel van computerverbindingen. Het computernetwerk in de scholen, de verbindingen tussen locaties van een school en de verbindingen naar ons centrale datacenter in Enschede. Op dat netwerk kun je verschillende dingen doen, zoals internetten en bellen met een vaste telefoon. Het voorziet in communicatie tussen de apparaten die je daarvoor nodig hebt. Connectiviteit gaat over kabels, switches, routers en verbindingen, en de dienst Connectiviteit voorziet in het beheer daarvan.

Carmel heeft het beheer van de connectiviteit aanbesteed. Wat houdt dat in? Maikel: ‘Wij willen dat alle apparatuur (hardware) optimaal functioneert, van het punt waar Carmel verbinding heeft met het internet tot aan het apparaat dat een leerling of medewerker in de school gebruikt. Voor het beheer daarvan hebben we nu één leverancier gekozen. Die zorgt dat het netwerk op een goede manier ingericht is, dat het betrouwbaar is en dat storingen op tijd worden gezien en snel worden opgelost.’ Patricia: ‘De aanbesteding staat niet op zich. Het is een stap op weg naar een centraal beheerde, toekomstbestendige ICT-omgeving. Dat vindt zijn basis in onze gezamenlijke Carmelvisie op ICT uit 2013.’ Marco: ‘Toen hebben we de keuze gemaakt om een digitale snelweg naar onze scholen te maken, en hebben we door het hele land glasvezel aangelegd. De scholen waren dus al gewend aan het idee dat we steeds meer dingen samen gaan doen. Maar connectiviteit is wel een grote stap in dit proces.’

Wat bereik je door de connectiviteit goed te regelen? Maikel: ‘Om te beginnen veiligheid. Bescherming tegen bedreigingen van buiten (partijen met kwade bedoelingen op het internet) en van binnen (een leerling die iets doet wat niet de bedoeling is). Iedereen zit op zijn eigen afgescheiden stukje netwerk, waardoor wij kunnen garanderen dat het veilig is.’ Marco: ‘Ook kunnen we beter in de gaten houden of alle apparatuur nog goed werkt of dat er iets vervangen moet worden. We kijken ook preventief. Je kunt je voorstellen dat we dagelijks tienduizenden mensen op ons netwerk hebben. Als wij zien dat we een limiet bereiken, bijvoorbeeld met de hoeveelheid data, kunnen we tijdig opschalen.’ >>

‘Iedereen zit op zijn eigen afgescheiden stukje netwerk, waardoor wij kunnen garanderen dat het veilig is’

11


Waarom was deze aanbesteding belangrijk voor Carmel? Patricia: ‘In technische zin was deze aanbesteding niet anders dan andere. In strategische zin was het wel belangrijk. Carmel is een van de grootste schoolbesturen, wat wij doen wordt nauwgezet door de markt gevolgd. En intern was dit het eerste grote project dat we echt vanuit verschillende disciplines hebben aangevlogen. De samenwerking tussen Inkoop en ICT was kenmerkend. Het was mooi om te zien hoe we elkaar aanvulden in expertise en kennis, en het was prettig dat Inkoop er al in een vroeg stadium bij betrokken werd.’ Marco: ‘Zo´n aanbesteding moet je volgens nauwgezette stappen uitvoeren. Wij zijn techneuten, daar hebben wij echt ondersteuning van Inkoop bij nodig. Er zit ook een financieel aspect aan, daar komt de afdeling Financiën bij kijken. En de afdeling Huisvesting heeft de bekabeling in portefeuille. Eigenlijk moet je met iedereen die wat over zo´n netwerk te zeggen heeft, om tafel om het in goede banen te leiden.’

Iedereen, dat zijn natuurlijk niet in de laatste plaats de scholen. Marco: ‘Ja, met de aanbesteding van de connectiviteit geven ze een extra stukje ICT uit handen. Dat is goed besproken, eerst met de schoolleiders en met de MR, later met alle hoofden bedrijfsvoering en de technische mensen op de school. Iedereen wist wat het plan was en hoe we het gingen doen. Over het algemeen is het goed ontvangen. Mensen zien dat het verstandiger en veiliger is om de krachten te bundelen.’

Wat verandert er op de scholen? Marco: ‘Tot nu toe konden we via onze digitale snelweg diensten leveren tot in de school, maar niet tot aan de werkplek. Voor het beheer en de inrichting van het netwerk had iedere school een eigen oplossing. In de ICT-visie hebben we gezegd: dat willen we veranderen. Dan kunnen we onze diensten opschalen en uitbreiden, zoals ons centrale datacenter. Daarboven zit een dienstenplatform met services voor alle scholen: aanmelden, printen... Geen dertien losse servers meer, maar centrale grote servers, met systemen die grotendeels dubbel zijn uitgevoerd. Dat is stabieler, veiliger en financieel aantrekkelijker. Als je een of twee switches koopt ben je voor een leverancier een andere gesprekspartner dan wanneer je zegt: ik wil er duizend.’ Wim: ‘Voor de ene school is het een wat kleinere sprong voorwaarts, voor de andere een hele grote. Maar overall maken we een enorme kwaliteitsslag, en dat voor evenveel geld als een gemiddelde VO-instelling uitgeeft aan connectiviteit.' Patricia: ‘En op basis van beschikbare benchmarkgegevens, waarin gekeken wordt naar de kosten per leerling, mogen we verwachten dat de jaarlijkse beheerkosten straks - als alles klaar is - onder het landelijke gemiddelde liggen.’

Zal het voor mensen anders aanvoelen nu de ICT’er niet meer twee deuren verderop zit? Patricia: ‘De beleving is anders. Het is makkelijk als je naar een collega ter plekke kunt gaan en meteen wordt geholpen.

12

‘ Voor de ene school is het een wat kleinere sprong voorwaarts, voor de andere een hele grote’

Maar dat betekent niet dat je dan altijd een snellere of betere oplossing hebt.’ Marco: ‘Zo’n collega kan ook afwezig zijn, of in gesprek, en dan zit je zonder. Nu is er op afstand altijd ondersteuning beschikbaar en liggen veel materialen al klaar.’

Jullie zijn alles nog aan het uitrollen. Wat is de stand van zaken? Wim: ‘Sinds 1 juni hebben we het hele netwerk centraal onder beheer. Dat beheer is uitbesteed aan Switch, de partij waarvoor we in de aanbesteding hebben gekozen. Met die datum van 1 juni zaten we precies op schema en dat is een pluim voor iedereen die dit in coronatijd heeft mogelijk gemaakt. Hiermee is de weg vrij om de rest op te pakken. We hebben op alle scholen het netwerk in beheer genomen zoals het was. Dat gaan we de komende maanden standaardiseren. Apparatuur die verouderd is of niet voldoet aan onze standaardwensen en -eisen wordt vervangen. Tegelijkertijd rollen we een nieuwe inrichting van de software uit, zodat alle apparaten op dezelfde manier werken. Deze standaardisatie en herconfiguratie is rond de voorjaarvakantie 2021 klaar. En dan is het, acht jaar na de start, tijd om dit project af te sluiten.’

Stel, het netwerk van een school heeft die standaardisatie achter de rug. Wat merken leerlingen en medewerkers daarvan? Wim: ‘Waarschijnlijk heel weinig. Als ze een Carmellocatie binnenstappen, werkt de wifi nog steeds. Wel zullen ze eenmalig opnieuw moeten inloggen. We zorgen dat iedereen kan printen - dat gaat straks op alle scholen op dezelfde manier - en dat mensen bij de applicaties kunnen die ze nodig hebben. En natuurlijk komt iedereen na het inloggen in een beveiligde omgeving.’ Maikel: ‘Voor medewerkers is van belang dat in de ICT-visie staat dat iedere medewerker een device (bijvoorbeeld een laptop of desktopcomputer) krijgt (voor leerlingen is dat nog niet overal haalbaar). We gaan bij dat device een standaard


MEER BLOGS

» CvB

carmel.nl/nieuws/ nieuws-en-publicaties

Spankracht en ontspanning Spankracht en ontspanning, een van de dualiteiten die aan bod komt in het boekje ‘Volharden in de broosheid’ van Bert Roebben. Het gaat over spiritualiteit in tijden van Corona. “werkplek” aanbieden . Daarmee kun je overal op dezelfde manier inloggen en werken. Scholen kunnen uit twee smaken kiezen. Er is een variant waarbij wij de werkplek volledig beheren en een variant waar wij op afstand via internet beheer doen en een gebruiker zelf veel kan regelen.’ Wim: ‘Medewerkers zullen ook merken dat we gasten straks op een standaardmanier toegang verlenen in ons complete Carmelnetwerk. Dat is handig als je elders binnen Carmel op bezoek gaat. Je loopt met je laptop een gebouw binnen en je hoeft nergens over na te denken: je bent meteen veilig aangemeld op de wifi. Het is ongelooflijk simpel.’

Hoe minder we van de connectiviteit merken, hoe beter? Wim: ‘Nou ja, we hopen straks wel te horen dat onder andere de wifi beter en sneller is. We hebben vorig jaar bij het Bonhoeffer College in Enschede een proef gedraaid en daar was een van de eerste opmerkingen dat het netwerk zoveel beter was geworden.’ Marco: ‘Ook voor docenten is dat fijn. Als je op zondagavond thuis aan het voorbereiden bent, hoef je geen angst meer te hebben of de ICT het morgen wel doet. En is er toch een verstoring, dan is Switch die al aan het oplossen voordat wij doorhebben dat er iets aan de hand is.’ Wim: ‘Het mooiste compliment dat je als ICT’er kan krijgen, is dat alles vanzelfsprekend werkt.’

‘Als je op zondagavond thuis je lessen aan het voorbereiden bent, hoef je geen angst te hebben of de ICT het morgen wel doet’

Deze dualiteit sprong er voor mij uit en vind ik heel belangrijk. We hoopten met z’n allen eindelijk weer te ontspannen toen de lockdown eindigde. Nu het schooljaar alweer even is begonnen, is het vooral duidelijk dat het onduidelijk blijft. Wereldleiders maken zich zorgen om de generatie van kinderen die nu naar school gaat. Krijgen ze wel voldoende opleiding? Hebben ze in deze wereld wel alle kansen? Ik denk dat het heel belangrijk is dat we onze leerlingen juist nu moeten meegeven om met spankracht door deze tijd heen te komen. Nu vaststaande beelden over de toekomst en vanzelfsprekendheden naar de achtergrond zijn verdwenen, moeten we leerlingen de kansen laten pakken die er wél zijn. Ook moeten we ze meegeven flexibel om te gaan met alles wat er op ze afkomt. Ik moet denken aan de mooie oproep van Jan Hoek (94), die een ingezonden brief naar de krant stuurde over zijn jeugd in de oorlog. Hij was 14 toen de oorlog begon en heeft jarenlang in crisis geleefd, moest na de oorlog in dienst en door naar Nederlands-Indië. Jan was tien jaar van zijn jeugd kwijt en ook hij kwam er met spankracht doorheen. Jan doet een beroep op de jeugd van nu: ‘Ik reken op jullie’. Dat we met elkaar de spankracht vinden om door te zetten. Ondanks onzekerheden en de introductieweken, vakanties en feestjes die niet doorgaan. Daarnaast is het belangrijk dat je ontspanning vindt door je niet druk te maken om dat wat je niet kunt veranderen. Voortdurend onder hoogspanning leven is niet goed. Deze periode dwingt ons om alledaagse dingen op waarde te schatten, te focussen op wat er allemaal wél kan en blij te zijn met dingen die je wél hebt.

13


» Vertel! Samengestelde verhalen over bijvoorbeeld spontane reacties van leerlingen, een gedicht van een collega of een impressie van een gesprek tussen docent en leerling. Betrokken collega’s geven je graag een kijkje in het leven op hun school. Waar lopen zij tegenaan in hun onderwijsbaan of wat maakt ze juist blij? Lees mee!

Het kan moet anders In de tijd dat Corona alleen nog maar een biermerk was, had ik je keihard uitgelachen, als je mij had verteld dat de afgelopen maanden er zo uit zouden zien. Maar toen kwam het moment dat Rutte in zijn toespraak vertelde dat de scholen toch echt dichtgingen. Dit zorgde voor lichte paniek bij mij, want hoe zou ik de komende tijd les volgen en hoe moest het nu met de PTA-week die eraan kwam? Als ik nu terugkijk vind ik het bewonderingswaardig hoe snel de online lessen zijn opgepakt. Ik vond de eerste weken erg prettig, omdat je minder lesuren had en ook tussen de lessen door tijd had om je huiswerk te maken. Alleen zoals gewoonlijk in het onderwijs werd de verandering weer teruggedraaid, waardoor we soms wel zeven lesuren via Teams hadden. Daardoor kregen we het juist extra druk, omdat we naast de lessen ook nog eens dood werden gegooid met deadlines. Maar ik heb gemerkt dat de urennorm helemaal niet noodzakelijk is. Een goede uitleg van tien minuten levert namelijk meer op dan een docent die zichzelf graag een uur lang hoort praten. Leerlingen zijn dan eerder klaar met school, waardoor we ook nog een sociaal leven naast school kunnen leiden. Maar toen de

scholen weer opengingen merkte ik wel dat ik mijn klasgenoten en de interactie met de leraren had gemist. Het was alleen wel heel onhandig dat ik tijdens bepaalde digitale lessen weg moest om naar school te gaan, waardoor ik soms noodzakelijke lesstof miste. Voor iemand zoals ik, die totaal niet flexibel is, was het niet de meest makkelijke tijd. Ik kreeg namelijk bijna elke week een ander rooster. Dan was ik net gewend, kreeg ik weer wat anders. Ik ben blij dat het ernaar uitziet dat de regelmaat terugkomt, alleen hopelijk met een stuk minder uren. Misschien is het een goed idee om toe te gaan passen wat we in deze tijd hebben geleerd. En zoals Rutte al zei in zijn toespraak zouden leerlingen, leraren en directie hierover mee kunnen denken. Want in de coronatijd is gebleken dat het anders kan en het lijkt me zonde om weer terug te gaan naar de oude situatie. Lieke van de Ven Leerling Bonhoeffer College

Alles wordt, niets is... Deze uitspraak wordt aan een aantal mensen toegeschreven. De Griekse wijsgeer Plato is een van hen. Dit citaat kom ik elke keer tegen als ik onder een spoorwegviaductje fiets in Hengelo. Net voor de doorgang flikkert een lichtbord op met deze tekst. ‘Wie zou dit bord met deze tekst er toch hebben neergezet?’, vraag ik mij telkens weer af. Deze “nietszeggende” uitspraak heeft voor mij veel betekenis. Kijkend naar ons onderwijs van het afgelopen schooljaar hoop ik dat het onderwijs van die laatste maanden niet zo blijft (is), maar dat we weer naar fysieke contactlessen gaan. De vooruitzichten zijn op dit moment goed. Maar deze uitspraak heeft veel meer wijsheid in zich dan alleen deze verandering in het onderwijs. Heel veel zaken in ons leven lijken onveranderlijk en schijnen vast te staan.

14

Toch blijkt in de praktijk dat veel tot stand is gekomen door beweging (wordt): in een beweging. Zelfs het christelijk geloof en andere levensbeschouwingen zijn begonnen met een beweging. Net zoals de Black Lives Matter-beweging. Alles wordt, niets is. Dat geldt ook voor dit nieuwe schooljaar! Peter van Lange Docent en schoolopleider Bonhoeffer College


CARMEL SPECIALS carmel.nl/ specials/vertel

at een ongekende ‘W flexibiliteit hebben we getoond, met z'n allen’ Olaf Koot »

Deel ook jouw verhaal! Scan de bovenstaande QR-code en deel jouw ervaring met ons!

Coronamoe Ah nee, niet wéér een column over corona… Ik ben inmiddels dat COVID-19 virus zo zat, wil er niets meer over horen. Helaas maakt het virus dat niets uit, we kunnen moeilijk beslissen dat het nu wel een keertje klaar is en we niet meer ziek worden. Voor onze persoonlijke situatie maar ook zeker voor het onderwijs is deze unieke tijd er een van noodzakelijke veranderingen die in no time ingevoerd zijn, zonder noemenswaardige problemen. Online lessen liepen binnen een week rimpelloos, leraren en leerlingen wisten na twee weken niet beter. Was er ooit een tijd dat er geen online lessen waren? Ik kan het me nu al bijna niet meer herinneren. Of al die veranderingen ook verbeteringen blijken, is een vraag waar we ons de komende tijd mee bezig kunnen houden. Dus tja, dan toch maar een column over corona. Ik vraag me weleens af of onze leerlingen wel doorhebben hoe uniek deze situatie is. Wat betreft examenuitslag, -feestjes en -felicitaties, en hoe pijnlijk het is dat dit allemaal niet door kan gaan, daarvan ziet iedereen heus wel hoe ellendig dat is. We hadden ze zo graag meer gegund. Maar als je geen examenleerling bent, en “alleen maar” bijna drie maanden niet de binnenkant van het schoolgebouw hebt gezien, is het dan wel te bevatten hoe bijzonder dat eigenlijk is? De eerste twee weken was de stemming nog opperbest. De docenten gingen puzzelen hoe ze de toetsstof, zo goed en zo kwaad als het ging, over konden brengen. De leerlingen hadden “coronavakantie”. Lang leve de lol, YOLO, lekker vrij. Helaas bleek de werkelijkheid weerbarstiger en al gauw moest men toch weer, zij het online, lessen gaan volgen.

aanvang van de les de computer aanzetten, mobiel naast me en gaan met die banaan. Zei de leraar daar mijn naam? Oeps sorry, even gemist. Wat was de vraag? Oh ja, we hebben wiskunde. Boeiuh. Ik zie wel, misschien ga ik zo nog even douchen tijdens biologie. Kan wel een half uurtje, merkt ze toch niet. Boek bij me? Moet dat? Die ligt nog op school in m’n kluisje. Oh wacht, ik heb 12 appjes gemist en ik zie net een heel vette TikTok-video van m’n favoriete influencer. Sjongejonge wat duurt die les lang zeg, denkt die kerel nou echt dat ik het volhoud om drie kwartier naar dat gezwam te luisteren? Wat heeft hij áán trouwens, zo’n overhemd, dat kán echt niet in 2020. Boomer.” Roeien met de riemen die we hebben, dat is wat we vanaf 15 maart hebben gedaan. We maakten inhoudsvolle lessen, online toetsen, samenwerkingsopdrachten, en hadden inlevermomenten, contactmomenten, mentorgesprekken. Al met al een boel werk, met het gewenste resultaat: de leerling zo goed mogelijk klaarstomen voor volgend jaar. Wat een ongekende flexibiliteit hebben we getoond, met z’n allen. Het woord “coronadiploma” blijft een taboe, het doet geen recht aan de krachtsinspanning die de examenleerlingen hebben gedaan in de afgelopen jaren. Eenzelfde krachtsinspanning verrichtten leraren, schoolleiders en OOP. Uit al deze ellende kwam er in ieder geval één wijze les die de leerlingen hebben geleerd: je doet het echt voor jezelf, nu duidelijker dan ooit. Ik ben benieuwd of we van die les de vruchten gaan plukken dit schooljaar. Olaf Koot Docent Engels en mentor op Etty Hillesum Lyceum

“Nou oké goed dan, maar dan wel in m’n pyjama en met een zak chips naast me in bed. Eén minuut voor

15


» Opeens moest iedereen uit de comfortzone

LEREN VAN DE LOCKDOWN Als dit magazine verschijnt, zijn de scholen weer helemaal open. Uiteraard met alle mogelijke maatregelen om COVID-19 tegen te gaan. Daarbij heeft iedereen dankbaar gebruikgemaakt van de ervaringen van de afgelopen maanden. Ook leerlingen en ouders. Zoals een moeder zegt: ‘Iedereen moest uit de comfortzone. Dat heeft meer inzichten opgeleverd dan we voor mogelijk hielden.’

Niemand zal zondag 15 maart snel vergeten. ’s Middags kondigen twee ministers de sluiting aan van onderwijs en horeca, om de verspreiding van het coronavirus te beperken. ‘Yes!’, denkt Luc Overeem, op dat moment brugklasser van het Bonhoeffer College in Enschede. ‘Yes!’ denkt ook Tao Mimpen, dan brugklasser van het Antoniuscollege in Gouda (onderdeel van het Carmelcollege Gouda). In Hengelo reageert Jesse Gietema, inmiddels leerling uit vwo 5 van Lyceum De Grundel (onderdeel van Scholengroep Carmel Hengelo), nuchter. ‘Ik kan goed alleen werken. En het is wel prettig niet elke ochtend om kwart voor acht op de fiets te hoeven stappen.’ In Oss verloopt het anders. Daar, in Brabant waar het virus voor het eerst toeslaat, is De Singel uit voorzorg al een dag dicht geweest. ‘Maar helemaal dicht was ook voor ons nieuw’, zegt Justin Damen, gymleraar aan deze locatie van Het Hooghuis voor praktijkonderwijs. Dat vraagt om aanpassingen: ‘Onze leerlingen zijn soms moeilijk te bereiken. Niet iedereen heeft een laptop. Dat hebben we kunnen oplossen, zodat we uiteindelijk met alle leerlingen contact hadden. Een enkeling hebben we op school opgevangen als dat beter was.’ Luc, Tao en Jesse kunnen thuis werken, net als in de meeste gevallen hun ouders. ‘We hebben elkaar de afgelopen maanden meer gezien dan in de jaren daarvoor’, constateert Jeroen Gietema, Jesses vader. Yumi Mimpen zat met haar zoon Tao en haar dochter eerst gezamenlijk aan tafel: ‘Ieder achter de eigen laptop. Later, na de gewenning, hadden we een eigen werkplek.’, vertelt Yumi Mimpen. Bij Luc thuis kiest ieder al snel een eigen werkplek, want ook zijn zus en moeder Laura zijn lang aan huis gebonden (vader Dennis werkt bij de opvang van kinderen van ouders met vitale beroepen). ‘Iedereen vanaf de eigen plek, dat is het prettigst’, vindt Luc.

16

Aanloopproblemen Er zijn onvermijdelijk aanloopproblemen. De ene school is sneller dan de andere. Jesses vader heeft zich daaraan gestoord maar vertrouwt op zijn zoon: ‘Jesse heeft vrij veel discipline en werkt graag zelfstandig. Die redt zich wel. Eventuele achterstanden loopt hij de vijfde en de zesde nog wel in.’

‘Lessen zijn saai als camera’s uitblijven’ Luc en Tao hebben steun aan hun mentor of tutor. Die denken vanaf het begin mee en dragen zo nodig oplossingen aan. En aan het afstandsonderwijs valt uiteindelijk wel te wennen. ‘Eigenlijk tot het moment waarop we gedeeltelijk weer naar school gingen. We waren in groepen verdeeld. De leraar gaf in de klas les aan de kleine groep voor hem, de rest moest het thuis volgen. Dat kan vervelend zijn, omdat de leraar zich richt tot de leerlingen die hij voor zich ziet. Thuis krijg je dan het gevoel dat je er niet bij hoort’, meent Luc. De tolerantie is niettemin groot. Het is immers voor iedereen wennen en veel docenten maakten voorheen niet of nauwelijks gebruik van de digitale mogelijkheden. ‘Dat valt te snappen’, oordeelt Jesse mild. Er volgt meteen een ‘maar’: ‘Zeker in de eerste weken stemden de leraren onderling niet voldoende af. Ze gaven extra huiswerk, zonder er rekening mee te houden dat anderen dat ook deden. Later is dat bijgetrokken, toen ze met de gezamenlijke agenda gingen werken.’ En, voegt hij eraan toe, de lessen waren soms saai: ‘Niet elke leerling zet de camera aan, en de docent bedient de microfoon. Dan wordt het snel doods.’


‘Je bereikt veel door andere vaardigheden aan te spreken’

Ook de ouders tonen begrip of meer. ‘Onze school heeft snel gereageerd, ook naar ons als ouders’, zegt Dennis Overeem. ‘Ik vind een compliment op zijn plaats, deze situatie was voor iedereen nieuw, niemand was erop voorbereid.’ Yumi Mimpen doet er een schepje bovenop: ‘De school en de docenten hebben het hartstikke goed gedaan. Logistiek was alles ook goed geregeld. Voor mij is het Antoniuscollege een excellente school, om trots op te zijn.’ Saskia Hazebroek, Jesses moeder: ‘Wij zijn waarschijnlijk al veel langer gewend om online te werken en via Teams of Zoom te vergaderen dan de meeste docenten. Dat moeten we ons wel realiseren.’

Luc houdt een soortgelijk pleidooi, om een andere reden. Een gewone schooldag overlaadt hem met prikkels. Eenmaal thuis heeft hij tijd nodig om bij te komen. Online les geeft hem meer rust. ‘Het mag van mij om de week wisselen’, legt hij uit. ‘De ene week naar school, de andere week online. Daar zit veel meer uitdaging in. Je krijgt minder voorgekauwd, je moet veel meer zelf uitvinden. Ik heb het gevoel dat ik daar meer van leer.’ En dat niet alleen, constateert zijn moeder Laura Windig: ‘In deze periode zijn onze kinderen zelfstandiger geworden, ze regelen meer zelf.’ Vader Dennis: ‘De mentor zei al dat om en om voor Luc misschien wel beter is.’

Opbrengsten

Andere voorbereiding

De gesprekken voor dit artikel vinden half juni plaats. Kort daarna maakt het kabinet bekend de scholen na de zomervakantie weer helemaal te openen. Die “andere tijd” komt echter vaak ter sprake, onder meer in de vraag naar de opbrengsten en leermomenten van de lockdown.

Het is daarnaast een andere voorbereiding op latere perioden, observeert Saskia Hazebroek. ‘Dit lijkt op het universitaire onderwijs, waar studenten zelf initiatief moeten tonen. Misschien moeten de beide onderwijsvormen meer naar elkaar toegroeien. Dit zou kunnen helpen.’ Laura Windig, werkzaam op de Universiteit Twente, beaamt het: ‘Daar worden al langer veel colleges online gegeven, die ontwikkeling gaat razendsnel.’ Ook Yumi Mimpen denkt in deze richting. ‘Ik heb aan Tao gemerkt dat hij het leuk vond om op een andere manier met de stof om te gaan. Voor geschiedenis moest hij een dagboek schrijven van iemand die leefde in de periode van de Zwarte Dood, de pestepidemie halverwege de veertiende eeuw. Hij moest zelf informatie zoeken en integreren. Daar komen andere, eveneens belangrijke vaardigheden bij kijken. Het onderwijs kan hier iets mee doen. We hebben nu gezien dat je veel kunt bereiken door een beroep te doen op die andere vaardigheden.’ >>

Jesse wijst op de vele wijzigingen die zijn lesrooster in de maanden vóór de crisis heeft ondergaan. Met steeds meer tussenuren, waardoor de tijd op school niet altijd efficiënt kan worden benut. ‘Zo’n les, die na pas na enkele tussenuren wordt gegeven, kun je ook online verzorgen. Dan kan ik naar huis en de tussentijd beter besteden’, vindt hij. ‘In een betoog voor Engels heb ik voorgesteld om in gewone tijden standaard een of twee dagen per week online les te geven. Dat is zoveel relaxter! En je voorkomt dat het op school meteen weer zo druk wordt.’

17


Drive-in diploma-uitreiking

Een ander geluid komt uit Oss. ‘Het praktijkonderwijs moet het hebben van het contact en de relatie’, legt Justin Damen uit. ‘Soms moet je je leerlingen bemoedigen, een schouderklop of een high five kan dan helpen. Ik heb zelf challenges op Instagram gezet, de leerlingen reageerden daarop. Ik kreeg berichtjes met de vraag: ‘Hé, meester, hoe gaat het?’ In een enquête onder de docenten van begin juni zie je dat terug. Iedereen heeft het contact gemist en is onder de indruk van de veerkracht van de leerlingen. Die hebben een compliment verdiend, voor onze doelgroep is afstandsonderwijs niet ideaal.’

Ik maak me zorgen om de leerlingen die niet in zo’n situatie verkeren, of die buiten beeld zijn geraakt.’ Jeroen Gietema deelt die zorg: ‘Jesse redt zich wel. Als er iets is, kunnen Saskia en ik hem steunen. Maar ik kan me voorstellen dat het voor leerlingen in de onderbouw moeilijker moet zijn geweest.’

‘Je kunt leerlingen anders met de stof laten omgaan’

Ongelijkheid Yumi Mimpen draagt nog een invalshoek aan. Ze noemt de onderzoeken over toenemende kansenongelijkheid in het onderwijs. ‘Wij hebben hier in huis alle ruimte en voorzieningen. Ik kon Tao tot de orde roepen als hij er met zijn hoofd niet bij was. Er zijn genoeg gezinnen die dat allemaal niet hebben, die met veel personen in een kleine flat leven. Hoe moet je je daar concentreren? Ook dat is ongelijkheid.’ Dennis Overeem heeft het ook geconstateerd: ‘Luc heeft zijn vader en moeder bij elkaar. Hij deed altijd al veel zelf, en nu konden we hem helpen bij het oplossen van problemen.

18

‘Verschillende leerlingen zaten dagelijks op het contact te wachten’, heeft Jusitin Damen ervaren. ‘We proberen ze altijd te stimuleren, we leggen uit dat iedereen talenten heeft. Maar dat gaat gemakkelijker als ze gewoon op school zijn.’ Daarvan ziet Yumi Mimpen weer iets terug in haar eigen zoon: ‘Tao moest opeens andere vaardigheden en talenten tonen, wat heel goed ging. Dat vind ik ook een leermoment: er zijn nog andere mogelijkheden om kinderen met de stof te laten omgaan en te inspireren. Daar ligt voor mij de waarde van de afgelopen periode: Iedereen moest uit de comfortzone en plotseling kon er veel meer.’


Volg ons op Social Media

» What’s up?

@stgcarmel @CarmelVacatures stgcarmel stgcarmel stichting carmelcollege

Lancering digitaal magazine 'Ruimte in verbinding' Een kennismaking met Carmel Dit najaar lanceren we een online magazine om (nieuwe) medewerkers kennis te laten maken met Stichting Carmelcollege. Wat is eigenlijk de historie van Carmel en is de band met de karmelieten nou (nog) zo belangrijk? En wat betekent dat eigenlijk: Heel de mens?

Houd onze website en social kanalen in de gaten! De artikelen kun je alvast lezen op onze website carmel.nl onder 'Nieuws en publicaties' als je zoekt op 'Kennismakingskatern'.

Benoemingen rectoren Carmelcollege Emmen Het College van Bestuur heeft Louwien Eising benoemd tot rector van Carmelcollege Emmen. Met een grote passie voor het onderwijs en kennis van de regio heeft Louwien ontzettend veel zin om aan de slag te gaan. Per 1 augustus 2020 volgt ze Hans Boers op.

Louwien Eising

Pius X College/Canisius Ook Pius X College/Canisius gaat verder met één nieuwe rector, waarmee de tweehoofdige centrale directiestructuur wordt losgelaten. Peter Koopman was lid centrale directie van beide scholen. Hij is een echte verbinder, denkt in kansen en gelooft in eigen kracht van mensen. De benoeming ging in per 1 augustus 2020 en hij volgt hiermee Ben Kokhuis op. Peter Koopman

19


» Kennis is (maar) de helft

DICHTBIJ OP AFSTAND? In het dagelijks leven van leerlingen en docenten is school een belangrijke ontmoetingsplaats. Hoe belangrijk, wordt pas merkbaar als de deuren dichtgaan. Wat doet het met je als je elkaar alleen op afstand kunt ontmoeten? Daarover praten leerlingen en mentoren van het Augustinianum aan de hand van ervaringen van karmeliet Anne-Marie Bos.

‘ Hoe kun je elkaar nou leren kennen van een scherm met icoontjes met de eerste letters van je voor- en achternaam erin?’

20


‘Je hecht je op een bepaalde manier aan school, je denkt dat je het hele jaar met dezelfde mensen gaat doorbrengen. Je verwacht gewoon niet dat dit zomaar ineens weg kan zijn.’ Marlieke van de Garde (12) moest echt even schakelen toen de deuren van haar school op 16 maart plotseling dicht bleven. Dat de school kan dichtgaan, daar houd je als leerling toch geen rekening mee? Net als Pip Versmissen (14) zat Marlieke op dat moment in de tweede klas atheneum van het Augustinianum. De meiden voelden zich thuis op “het Aug” en dat geldt ook voor mentoren Giorgio Dimitras en Manon Gorgosz. Alle vier ervaren ze het Augustinianum als “hun school”. Een plaats waar leraren de leerlingen kennen, ook al hebben zij ze zelf nog nooit in de klas gehad. Een school met een open sfeer, waar mensen makkelijk bij elkaar binnenlopen. En waar iedereen dus raar staat te kijken als dat ineens niet meer kan. ‘Ik zou op 16 maart net weer terugkomen na een lange periode van afwezigheid, waarin ik geopereerd werd en moest revalideren’, blikt docent lichamelijke opvoeding Giorgio terug. ‘Lesgeven kon nog niet, maar ik mocht wel als mentor aan de slag. Ik kon niet wachten, want werken met leerlingen is mijn passie. En toen ging de school dicht. Dit kan je niet menen, dacht ik.’

Ontregeld Het meest ontregelende van de situatie was het wegvallen van de routine. Lesgeven, les krijgen, contact maken – alles is anders. Karmeliet Anne-Marie Bos verwoordt het zo: ‘Wat altijd vanzelfsprekend en gewoon was, moet je opeens bewust en met beleid doen.’ Voor leerling Pip voelde het alsof de school ver weg was. ‘Ik vond het moeilijk dat je in de pauzes niemand kon zien. Je kunt online wel met elkaar praten, maar in een appje zie je niet hoe iemand iets bedoelt.’ Je mist ook je klas, vult Marlieke aan. ‘Je bent niet met iedereen dikke vrienden, maar het zijn wel mensen die je constant ziet. Thuis was ik niet eenzaam, ik had mijn familie. Maar ik miste mijn vrienden. De groepsapp van de klas is niet bedoeld voor persoonlijke appjes en gezelligheid. En met vrienden afspreken was gewoon heel lastig. Anderhalve meter afstand houden, hoe doe je dat?’ De docenten misten het contact met de leerlingen. In gewone groepslessen vindt op de achtergrond veel een-op-een-contact plaats. Maar in een online les met dertig leerlingen kun je geen persoonlijke gesprekjes voeren, zegt Manon: ‘Je kunt niet even bij een leerling langslopen als iedereen aan het werk is. En leerlingen kunnen na de les ook niet blijven hangen.’ Giorgio bedacht een manier om toch persoonlijke aandacht te organiseren. ‘Omdat ik het mentoraat in mijn klas na mijn terugkeer weer moest opstarten, had ik al een extra mentorles per week aangevraagd. Die twee lessen stonden ook in het online rooster. Toen heb ik de klas zo opgedeeld dat ik de leerlingen in groepjes van acht kon zien via Teams. >>

Giorgio Dimitras

‘Ik vond het moeilijk dat je in de pauzes niemand kon zien’ 21


‘ Die online mentorgesprekken zou ik als aanvulling best willen behouden’

Op het beeldscherm: Pip Vermissen

We deden spelletjes en kletsten over wat er wel en niet goed ging. Ik merkte dat de leerlingen die persoonlijke aandacht nodig hadden. Ze vonden het ook fijn om elkaar in een klein groepje te zien.’

Rijker beeld Interessant is dat online ontmoeten niet in álle gevallen de afstand groter lijkt te maken. Over haar eigen thuiswerkervaringen schrijft Anne-Marie Bos: ‘Als ik tijdens een online vergadering van het beeldscherm wegkijk, voel ik dat ik thuis ben. Dan komt er een kant van mezelf naar boven die ik op het werk niet zo gemakkelijk laat zien. Wie ben ik als mens, wat hoort ten diepste bij mij? Ook anderen zijn soms op een voor mij nieuwe manier in het gesprek aanwezig. Ik word meer dan anders verrast en mijn beeld van de ander wordt rijker.’ Dat is een ervaring waarin Manon zich herkent. Het contact met haar mentorklas werd in coronatijd intensiever. ‘Met een 40-minutenrooster en maar één les biologie per klas per week had ik meer tijd om tussendoor mentorleerlingen te spreken. Verspreid over een week heb ik alle leerlingen ingepland voor een tienminutengesprek. Dat waren zulke leuke gesprekjes! Leerlingen zaten vaak op hun kamer. Ze moesten van mij de camera aanzetten en dus zag ik bij de één een rek met

22

Pokémonknuffels op de achtergrond en bij de ander een poster van een tv-programma. Normaal zou ik niet eens weten dat ik over zo’n onderwerp kon beginnen, want dan zag ik mijn leerlingen in een lokaal in plaats van in hun comfortzone thuis. Maar door dat inkijkje in hun leven had ik ineens een heel ander gesprek met ze. Die online mentorgesprekken zou ik als aanvulling best willen behouden.’ Naast alle mentorleerlingen heeft Manon ook hun ouders gebeld. ‘Even checken of het echt goed ging met iedereen. Ik wil mijn mentoraat goed doen en dan doe ik liever iets te veel dan dat later blijkt dat ik bij een leerling net iets belangrijks heb gemist.’

Simpele dingen Een andere constatering van de geïnterviewden is dat het niet alleen maar nadelen heeft dat alles plotseling anders is. ‘Het is alsof gebaande paden opeens weg zijn en je in een grote zandvlakte je eigen route moet vinden, stap voor stap. Dat is ook wel positief’, schrijft karmeliet AnneMarie Bos. ‘Nu veel vanzelfsprekendheden weggevallen zijn, kom ik er achter wat ik echt mis of niet kan missen, ofwel: wat echt belangrijk voor me is.’ De mentoren van het Augustinianum herkennen zich daarin. ‘Mede doordat ik de afgelopen tijd veel rust moest houden, heb ik geleerd enorm


te genieten van de simpele dingen’, zegt Giorgio. ‘Niet alles is vanzelfsprekend.’ Manon kwam er de afgelopen periode achter wat zij in haar werk het belangrijkst vindt. ‘Biologie vind ik een superleuk vak, maar ik ben docent geworden om een bijdrage te leveren aan de toekomst van leerlingen. Ik vind het leuk om te zien hoe leerlingen zich ontwikkelen. Het contact met leerlingen, wat je van ze terugkrijgt, daar gaat het me om, heb ik gemerkt.’ Ook de leerlingen hebben het een en ander over zichzelf geleerd. Marlieke: ‘Je ontdekt nieuwe hobby’s. Ik deed bijvoorbeeld veel karaoke met mijn zusje, heel vals, dat was wel grappig. En je leert jezelf beter vermaken. In zomervakanties verveelde ik me eerder altijd. Nu heb ik een hele toren boeken gelezen.’ Pip heeft ontdekt dat zij zelfstandig kan werken als ze dat echt wil en als het moet. ‘En ik weet nu dat ik naar school gaan toch wel leuk vind. Normaal wil je vooral naar huis als je op school bent. Maar nu heb ik het toch wel erg gemist om iedereen te zien.’

Icoontjes Inmiddels is het september en ligt de periode van massaal thuiszitten achter ons. ‘Gelukkig kunnen we weer naar school’, zegt Marlieke. ‘Ik zou niet weten hoe het anders

‘Ik weet nu dat ik naar school gaan toch wel leuk vind’ moest. Je komt in het nieuwe schooljaar toch altijd in een klas die een beetje veranderd is. En kennismaken is lastig als je elkaar niet fysiek ziet. Hoe kun je elkaar nou leren kennen van een scherm met icoontjes met de eerste letters van je voor- en achternaam erin? Juist als je thuiszit en online moet leren, is het belangrijk dat je elkaar eerst in het echt ontmoet hebt.’ Manon en Giorgio zijn dat met haar eens. Al zaten er ook positieve kanten aan het online contact, er gaat toch niets boven persoonlijke ontmoetingen. Giorgio: ‘Natuurlijk zijn er leerlingen die de rust van het thuis leren juist fijn vonden. Als je verlegen bent, vind je online onderwijs misschien geweldig. Maar contact maken is ook iets wat je op school moet leren. Het sociale hoort erbij.’ Zelf genoot Giorgio van het moment dat hij weer echt een babbeltje met leerlingen kon maken. ‘En het mooiste is dat ze zeiden: “We hebben u gemist.”’

Kennis is (maar) de helft School draait niet alleen om kennis. In deze artikelenserie gaan we op zoek naar “de andere helft”. Meer lezen? Check carmel.nl > Nieuws en publicaties en zoek op “Kennis is maar de helft”.

Anne-Marie Bos » Wetenschappelijk medewerker en coördinator onderwijs, Titus Brandsma Instituut Geboren » Geboren in 1973, zuster karmeliet sinds 2000 Opleidingen » hbo sociaalpedagogische hulpverlening, doctoraalstudie en promotie in de theologie

Weet veel van » Titus Brandsma, de Karmelorde, vorming en onderwijs, kunst.

23


» Hoe ging het verder met...

KOERS 2025 De nieuwe Koers van Stichting Carmelcollege is klaar. Nu begint het echte werk: de uitvoering.

Rubrics

Ergens aan het begin van het nieuwe schooljaar wordt de strategische beleidskoers van Carmel voor de komende vier jaar gepresenteerd. In een serie “Meetups” hebben leerlingen, medewerkers en organisaties rondom Carmel over de inhoud meegedacht. ‘Ik was onder de indruk van de betrokkenheid en het enthousiasme waarmee dat gebeurde’, zegt Karin van Oort, die als voorzitter van het College van Bestuur alle Meetups bijwoonde. ‘Mensen vertelden met zoveel passie hoe het onderwijs er in hun ogen uit moet zien; je voelde de energie.’

Nieuw in Koers 2025 is het gebruik van rubrics, een fenomeen dat veel docenten kennen uit hun eigen lessen. Een rubric is een tabel die inzicht geeft in de stappen die een leerling moet zetten om een volgend niveau in het leerproces te bereiken. ‘We merkten bij het evalueren van de vorige koers dat we niet overal even goed konden vaststellen in hoeverre we doelen hadden behaald’, zegt Karin. ‘Door in rubrics de effecten te beschrijven die we de komende jaren in de praktijk willen zien optreden, weten we waar we naartoe werken. Werken met rubrics is ook een mooie vorm van congruentie: wat we doen in de klas, doen we ook in het beleid.’

Impact

Regie

Omdat Koers 2025 een document op hoofdlijnen is, komen ingebrachte ideeën er over het algemeen niet letterlijk in terug. ‘Ze hebben wel richting gegeven aan de inhoud. Je ziet in deze koers ook de hand van verschillende schrijvers terug’, zegt Karin. ‘Veel stukken zijn geschreven door de mensen die binnen Carmel voor het betreffende onderwerp verantwoordelijk zijn. We hebben bewust voorrang gegeven aan eigenaarschap. Je kunt wel een gepolijste tekst laten schrijven door een bureau, maar een koers heeft pas waarde als hij impact heeft in het primaire proces. Werkt deze koers de komende jaren voor ons? Daar gaat het om.’

De komende maanden gaan alle scholen Koers 2025 vertalen in hun schoolplannen voor de komende vier jaar. Op radicale koerswijzigingen zullen ze daarbij niet stuiten, zegt Karin. ‘Carmel lag al stevig op koers. Wel willen we de komende jaren in het onderwijs de regie veel meer aan de leerling laten. De vraag is: hoe kunnen we in de behoefte van iedere leerling voorzien zonder dat de saamhorigheid in de groep verloren gaat? Het is mooi om te zien wat voor oplossingen daarvoor al binnen Carmel aanwezig zijn. Leren van elkaar blijft een centraal thema. Daar ligt de kracht van Carmel als verbond van scholen.”

‘Heeft de koers impact in het primaire proces? Daar gaat het om’

Koers 2025 bekijk je via: www.carmel.n l/koers

Wil je deze video bekijken? Scan dan de QR-code of kijk op www.camel.nl/koers

24


» Passie!

‘ Wat is er mooier dan Hoofdconciërge Saskia van Gent »

werken met jongeren?

‘Dit wordt mijn tweede jaar op het Bonhoeffer College en ik kan alleen maar zeggen: deze stap had ik tien jaar eerder moeten zetten. Na bijna dertig jaar in de hotellerie, waar je mensen tegenkomt die op reis zijn, wilde ik iets betekenen voor mensen in hun dagelijks leven. En wat is er dan mooier dan werken met jongeren? Hun levensvreugde is fantastisch. Daar krijgt iedereen een glimlach van. Veel vaardigheden die ik eerder heb opgedaan, kan ik hier gebruiken. Met een ontzettend leuk team – vier mannen in alle leeftijden – ontvang ik leerlingen, help ik evenementen organiseren (van ouderavonden tot afscheidsborrels), los ik kleine problemen op en zorg ik in het algemeen dat dingen goed lopen. Op tijd dingen regelen, mensen aansturen,

vooruitwerken: het is hier allemaal even belangrijk als in de horeca. Maar in plaats van dat ik bijdraag aan de omzet, draag ik nu bij aan de generatie van de toekomst. Het was wennen dat de leerlingen in maart ineens niet meer op school waren. De sluiting gaf ons wel de gelegenheid in de school dingen te doen waar we normaal niet aan toekomen. Maar ik kon niet wachten om iedereen in juni weer te zien. Want een conciërge is toch vooral een mensen-mens.’

Saskia van Gent » hoofdconciërge Bonhoeffer College, locatie Van der Waalslaan, Enschede Privé » partner Waldo werkt als conciërge op een andere VO-school (in Almelo) Achtergrond » werkte bijna dertig jaar lang in vier- en vijfsterrenhotels

25


» Opmerkelijk

‘Verwondering creëren, verbeelding stimuleren en uitdagen’ ‘Wall of The World After Corona’

VAN ACTUALITEIT NAAR BETEKENISVOL KUNSTWERK ‘The world after Corona’, zo luidde de opdracht voor leerlingen van het tweetalig onderwijs (tto) op Het Stormink van Etty Hillesum Lyceum in Deventer. Deze opdracht is een onderdeel van een groter geheel, namelijk een werkboek voor alle leerlingen om thuis aan de slag te gaan met de beeldende kunstvakken. Juist in deze tijd is de essentie van kunst belangrijker dan ooit. Kunst leert je namelijk omgaan met verandering, vertelt docent Wilma Hekkert namens de vakgroep beeldende vorming, tekenen en handvaardigheid.

26


Weerspiegeling van de maatschappij ‘Kunsteducatie staat voor scheppen, vormgeven, creativiteit en verbeeldingskracht. Kunst zet ons aan het denken, over onszelf en de wereld. Het traint onze hersenen en laat ons met een ruimere blik kijken naar zaken. Kinderen hebben hier iets aan voor de rest van hun leven. Ze vergroten hiermee hun bewustzijn en alertheid, leren abstract te denken en flexibeler omgaan met teleurstellingen. Het is een wisselwerking tussen hun binnen- en buitenwereld, niet alleen een weerspiegeling van hun geest maar ook van de maatschappij. Kunst zorgt voor betere omgangsvormen tussen mensen en meer begrip tussen culturen.’

Verder kijken dan neus lang is Onze tto-leerlingen kregen de opdracht een 3D-reliëf te maken. Hoe zien zij de wereld na Corona? We zijn eerst via Teams met elkaar in gesprek gegaan. Wat gebeurt er eigenlijk als het virus doorzet? In hoeverre heeft het invloed op mens, natuur en economie? De ene leerling begon met: ‘Juf, er gaat echt niks veranderen. Het is een virusje dat overgaat en klaar.’ Anderen volgden: ‘Ik denk dat er meer laboratoria moeten komen om onderzoek te doen’ en ‘De natuur gaat ons overheersen en de mens verdwijnt’. Vervolgens ontstaan mooie gesprekken als ze divergent denken en verder kijken dan hun neus lang is. En dat doen ze! Na de brainstorm volgde een onderzoek naar andere kunstenaars die een dergelijk reliëf maakten. Vervolgens maakten de leerlingen een mindmap en deelden ze ideeën. Daarna het creatieve proces zoals schetsen en het verzamelen van materiaal. Op onze locatie hechten we in brede zin waarde aan persoonlijk leren: out-of-the-box denken, ontdekken en experimenteren. Als kunstvakdocenten willen we bij leerlingen verwondering, nieuwsgierigheid en motivatie creëren, talenten en verbeelding stimuleren en we willen ze uitdagen.

‘Met kunst kunnen we de wereld een beetje mooier maken!’

de samenleving. Iets creëren dat bij hun eigen gevoelens hoort. Vooral in deze tijd, waarin leerlingen veel moeten, raken ze het contact met zichzelf snel kwijt. Wanneer je in contact staat met jezelf, ben je op je krachtigst en het meest productief. Eigenwaarde is de kern van een gelukkig leven.’

Van lege melkpakken naar eco-friendly dorp Leerling Loes (13) startte met een paar lege melkpakken en creëerde een eco-friendly dorp, dat in het teken staat van duurzaamheid, milieuvriendelijkheid en gezondheid. In haar dorp ga je met je elektrische auto’s door ‘drivethru winkels’. Ze ging van een twijfelachtige ‘gaat dit wat worden?’ naar een zelfverzekerd ‘het resultaat ziet er echt leuk uit!’. Olaf (13) maakte robots als een soort assistent voor dokters. ‘Ik bedacht me wat er nodig zou zijn en een robot leek me het meest handig. Met mijn werk wil ik zeggen: blijf zoveel mogelijk thuis, want anders gaat het fout en daar heeft niemand zin in’. Ninke (14) maakte een grote robot: de “Greenie” die helpt het buitenleven beter te ontwikkelen. ‘Met de robot wil ik mensen geruststellen dat het goedkomt. De opdracht zette me aan het denken hoe corona ons verandert. We bezoeken geen drukke steden, houden afstand, letten goed op in contact met opa’s en oma’s, en vooral: rekening houden met elkaar in plaats van alleen doen wat je zelf wilt.’

COLOFON Carmel Magazine wordt gemaakt voor medewerkers en relaties van Stichting Carmelcollege en verschijnt drie keer per jaar. Wil je iets aan ons kwijt of heb je nog vragen? Stuur dan een mailtje naar carmelmagazine@ carmel.nl

‘De eigenheid dat elk kind heeft, dát is de kracht van de samenleving’

Redactie • Stichting Carmelcollege » Fijke Hoogendijk » Daphne Razi • Hans Morssinkhof Publicity

De verhalen van de leerlingen maken Wilma gelukkig. ‘Ik ben zo trots op mijn leerlingen en vind het geweldig om te zien wat het in ze naar boven haalt. Dit is waar ik en mijn collega’s uit de vakgroep het voor doen. We leren ze veranderen. Grote kwesties zoals deze pandemie vragen om grote veranderingen in ons gedrag. Met kunst kunnen we de wereld een beetje mooier maken!’

» Hans Morssinkhof • Perspect Communicatiebureau » Suzanne Visser

Ontwerp en opmaak Digidee - creating brand love

Fotografie Van Dijken fotografie en film

Eigenheid als kracht van de samenleving Doel van de beeldende opdrachten is dat leerlingen met zichzelf in contact komen en daarmee in de ontmoeting met de ander. De eigenheid van elk kind, dát is de kracht van

Drukwerk Gildeprint

Oplage 4.400

27


» Het laatste woord

Met waakzame blik Hij zou het symbool van het nieuwe schooljaar kunnen zijn. De waakzame blik, die voorzichtige zweem van een lachje én headset plus tablet binnen handbereik. Want dit is de nazomer van 2020. Voor het eerst in een halfjaar stromen onze scholen weer vol. Het leven is terug, gelukkig, maar zo totaal anders dan we gewend zijn. We hebben looproutes uitgezet en pompjes met desinfecteringsgel geplaatst. Spat- of kuchschermen hebben hun intrede gedaan en we rekenen in anderhalve meters. Maar de zorgen blijven. Het virus is niet verslagen. Niemand kan voorspellen hoe het gaat. Misschien valt het mee, dankzij alle voorzorgs-maatregelen. Misschien keert het virus desondanks in alle hevigheid terug. Komt het onverhoopt tot die tweede golf waarin weer alles dicht moet. Vandaar de oplettendheid. Zodat we, áls het noodzakelijk is, meteen kunnen omschakelen naar online. Want nu weten we hoe dat moet. En wat we daarmee nog meer kunnen doen. Het maakt de komende maanden spannend. En vraagt extra zorg en aandacht, voor elke mens, heel de mens en alle mensen.

Stichting Carmelcollege Drienerparkweg 16 » Postbus 864 » 7550 AW Hengelo (074) 245 55 55 » info@carmel.nl » www.carmel.nl

@stgcarmel

@CarmelVacatures

stgcarmel

stgcarmel

stichting carmelcollege


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.