Carmel Magazine december 2016

Page 1

JAARGANG 13 NUMMER 34 DECEMBER 2016

IN DIT MAGAZINE:

‘IK WIL NAAR EEN GEWONE SCHOOL’ ALTIJD ONLINE JAN PUT: EEN LEVEN LANG CARMEL ÉÉN VOOR ALLEN

1


In dit nummer

4

‘IK WIL NAAR EEN GEWONE SCHOOL’

Volg ons op L

ALTIJD ONLINE

8

in

stichting ckaerdIn en Facebook: melcollege

JAN PUT: EEN LEVEN LANG CARMEL

16

ANDERE RUBRIEKEN STANDPUNT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 BELPANEL

...................................................

MIJN PASSIE

...............................................

COLUMN FRIDSE MOBACH

6 7

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11

KOERS 2020 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 KORT

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14

HOE GING HET VERDER MET

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15

COLUMN JOS BAACK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21 OPMERKELIJK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22

LAYAR Dit nummer van Carmel Magazine heeft een heel leuk extraatje: Layar. Met je smartphone of tablet heb je nu nog meer plezier van dit papieren magazine! Bij het artikel op pagina 13 en 22 zie je het Layar-logo.

2

ÉÉN VOOR ALLEN

STICHTING CARMELCOLLEGE omvat 12 instellingen voor bijzonder voortgezet onderwijs. Op ruim 50 locaties verzorgen we een breed onderwijsaanbod in een kleinschalige en veilige omgeving. Zo begeleiden we onze leerlingen. Elke dag opnieuw. Onderstaande - voornamelijk brede - scholengemeenschappen zijn aan Carmel verbonden: ◗ Almelo, Pius X College, Canisius ◗ Deventer, Etty Hillesum Lyceum ◗ Eindhoven, Augustinianum ◗ Emmen, Carmelcollege Emmen ◗ Enschede, Bonhoeffer College ◗ Gouda, Carmelcollege Gouda ◗ Groenlo, Marianum ◗ Haren, Maartenscollege, International School Groningen ◗ Hengelo, Scholengroep Carmel Hengelo ◗ Oldenzaal, Twents Carmel College ◗ Oss, Het Hooghuis ◗ Raalte, Carmel College Salland

Hoe werkt Layar? ◗ Zoek met je smartphone of tablet de applicatie Layar en download deze (gratis) applicatie (app). ◗ Houd je smartphone of tablet boven de pagina met het Layar-logo. ◗ Volg de instructies op het scherm en beleef de extra ervaring!

18


DECEMBER 2016

Marjan Weekhout

Wat kunnen wij bijdragen aan beter samenleven? 'Samenleven is ook samenwerken'

STANDPUNT Als ik de krant lees, dan bekruipt mij de gedachte dat samenleven steeds lastiger wordt. En dan vraag ik me af: wat kunnen wij bijdragen aan beter samenleven?

Iedereen heeft weleens - in meer of mindere mate, korter of langer - ondersteuning nodig. Zorg dat docenten die ondersteuning kunnen geven.

Voor leerlingen is het horen bij een groep heel belangrijk. De moraal van de vriendengroep komt naast die van “thuis” te staan. Zo’n vriendengroep kent een eigen dynamiek met binnen- en buitencirkels en buitenstaanders. Staan die buitenstaanders alleen buiten deze groep of buiten alle groepen en als dat zo is, wat vinden wij daarvan en wat doen we daarmee? Hoe homogeen is zo’n groep? Kijkend naar onze personeelslijst zie ik veel namen met typisch Twentse uitgangen als -ink en -ing. De aanvankelijke twijfel bij sommige leerlingen toen er een docent van Turkse afkomst aantrad, ebde snel weg toen bleek dat het een “coole gast” was want: actief met muziek op YouTube, hij werd omarmd door de groep.

Samenleven is ook samenwerken. Door de krimp vormen we in Oldenzaal twee scholen om tot één onderbouw- en een bovenbouwlocatie. Dat betekent afstemming over de aansluiting. Daarbij kun je in de valkuil trappen dat je eerder gemaakte inhoudelijke keuzes aan de ander gaat uitleggen. Je kunt ook verkennen waar je gezamenlijke ambities liggen en hoe je die kunt verwezenlijken. Dan werk je aan een gezamenlijke toekomst als onderbouw en bovenbouw, door een gedeelde ambitie te realiseren. Ook is er de verhouding tussen instelling en Stichting. Die kún je benaderen vanuit autonomie: wat is ieders afzonderlijke speelveld? Of vanuit kracht. De kracht van de instellingen ligt in het vormgeven van onderwijs in samenwerking met lokale stakeholders. De kracht van de Stichting is steun te bieden daar waar deze nodig is, georganiseerde solidariteit. Maar ook: het professionaliseren van secundaire processen om instellingen in hun ware kracht, namelijk lokale kracht, te zetten. Samenleven, wij - zij of ik & jij?

In onze regio, waar scholieren in lange colonnes fietsend naar school gaan, is het belangrijk dat je meefietst in plaats van dat je met een busje naar een school buiten de regio wordt gebracht. Kan dat altijd? Nee, maar veel vaker dan we dachten. Daarvoor is nodig dat we het belang inzien van samen naar school gaan en dan kijken wat daarvoor nodig is. In plaats van het bijzondere speciaal te maken en een zorgteam in te richten, keren we het om.

Marjan Weekhout Rector Twents Carmel College ◗

3


Marijn Papen

‘Ik wil naar een gewone school’ Marijn Papen (16) neemt in 2015 een gedurfd besluit. Hij is dan leerling op het voortgezet speciaal onderwijs (VSO). ‘Ik wil naar een gewone school’, zegt hij zijn interne begeleider. Ruim een jaar later slaagt hij op het Avila College in Hengelo (onderdeel van Scholengroep Carmel Hengelo) voor zijn eindexamen vmbo-tl. Met een 7 voor nask, dat hij op het VSO nauwelijks heeft gehad. Een succesverhaal over Passend Onderwijs.

v.l.n.r. Joop Vaneker, Marijn Papen, Susan Papen

4


DECEMBER 2016

Marijn vindt het goed dat zijn verhaal wordt gepubliceerd. Hij laat het echter aan zijn moeder Susan om het te vertellen. Ze legt uit dat haar zoon na groep 7 van de basisschool overstapt naar het speciaal onderwijs. Marijn heeft ASS, de verwachting is dat de reguliere groep 8 te druk is. ‘Het was beter, hij liep vast, onder meer door de wisseling van leerkrachten en de onvoorspelbaarheid die daarmee samenhangt.’, blikt Susan terug. Als leerkracht in het basisonderwijs weet ze waarover ze spreekt. Toch voelt Marijn er zich niet prettig. Dat blijkt als hij de wens uit om naar een "gewone school" te gaan. De interne begeleider twijfelt. Zo vaak komt die stap niet voor. ‘Maar Marijn gaf niet op, hij wist al dat hij de opleiding mechatronica op het ROC van Twente wilde volgen’, weet Susan. ‘We zijn gaan praten met Leo Sand, de zorgcoördinator van het Avila College. Die dacht meteen mee. “Wat heeft Marijn nodig?”, wilde hij weten.’ Maar er was nog iets: Marijn had op de VSOschool nauwelijks nask gehad. Dat zou hij dus in het vierde (en eindexamen)jaar nog moeten inhalen.

DRIEHOEK Leo Sand schakelde meteen Joop Vaneker in, docent natuur en scheikunde. ‘Ik was direct enthousiast, ook omdat Marijn wist wat hij wilde’, zegt Vaneker. ‘Wel hebben we benadrukt geen garanties te kunnen geven en dat er van Marijn en zijn ouders veel werd verwacht. Terugkijkend, zijn twee dingen belangrijk geweest. Als eerste de sfeer binnen de driehoek leerling - ouders - school. We kwamen eens per vier weken bijeen en er was vertrouwen van iedereen. Alles kon worden gezegd. In de communicatie heb ik vervolgens steeds de nadruk gelegd op wat goed ging, om Marijn te stimuleren.’

Hij kreeg steun vanuit de school. ‘Dit doe je er niet bij; Passend Onderwijs vraagt veel van alle betrokkenen: leerling, ouders, school’, verduidelijkt Sand. ‘Joop is iemand die zich committeert. Zonder zo’n collega die de verbinding aangaat, verliest zo’n leerling het.’ Dat brengt hem bij een punt van zorg: ‘Als wij een leerling uit het VSO accepteren die later toch terugkeert, kost ons dat € 14.000, want de verwijzer betaalt. Steeds meer problematiek is psychosociaal door gezinsproblematiek. Daar kan de school niets aan doen, maar ze krijgt wel de rekening. Het wordt steeds meer het Passend Onderwijs van de portemonnee. Zo is het niet bedoeld.’

ACHTERSTAND Gelukkig speelde dit niet bij Marijn. Die voelde zich meteen prettig op het Avila College en ging hard aan het werk om zijn achterstand in te halen. Han, de stagiaire van Vaneker, hielp hem daarbij intensief. ‘Steeds heb ik gevraagd: “Marijn, wat heb jij nog meer van ons nodig?”, merkt Vaneker op. ‘Ik heb daarnaast duidelijk de stip op de horizon gemarkeerd. Marijn kwam niet voor zijn diploma, maar om naar het ROC te kunnen. Daar hebben we naartoe gewerkt.’ Sand, instemmend: ‘Je hebt hem zelf verantwoordelijk gemaakt.’ Vaneker knikt. ‘Zijn moeder vertelde me dat Marijn zelfs met de jongens van zijn klas naar het schoolfeest ging. Dat vond ik zó mooi.’ Sand valt hem bij: ‘Ja, dat gaat over geluk.’

OORKONDE Het resultaat mag er zijn. Marijn haalde een 7 voor nask, wat hem bovendien een oorkonde van de Nederlandse Vereniging voor het Onderwijs in de Natuurwetenschappen (NVON) heeft opgeleverd. ‘Drie jaar natuurkunde in één jaar en dan zó’n eindcijfer, dat komt niet vaak voor’, verklaart Vaneker zijn besluit om Marijn voor te dragen. Sinds de zomer volgt hij inderdaad de opleiding mechatronica. ‘Daar hebben we nog wel discussie over gehad’, blikt Susan terug. ’Zijn dossier was voor het ROC reden om niveau 3 voor te stellen. Dat heb ik geweigerd: het diploma vmbo-tl geeft recht op niveau 4. Het is opgelost, maar je ziet weer: als ouders niet mondig genoeg zijn, kan er van alles anders lopen. Je hebt als ouders een belangrijke rol.’ Eind goed, al goed? Susan stemt ermee in. ‘Marijn zei pas nog dat we hem niet naar het VSO hadden moeten sturen. Hij heeft het een plek kunnen geven, dat vind ik écht knap. De overstap naar het Avila College heeft hem goed gedaan. Als je naar het VSO gaat, hoor je niet meer bij je vrienden in de wijk. Hij heeft steeds benadrukt dat niemand op het Avila College mocht weten van zijn ASS, op het ROC spreekt hij er met medestudenten evenmin over. Hij mag "gewoon" zijn. Ik ben ook als leerkracht een overtuigd voorstander van Passend Onderwijs. Dat vraagt veel, ik weet het, als leerkracht en als moeder. Maar onderwijs is een afspiegeling van de samenleving: iedereen hoort erbij. Daar moeten we samen iets van maken.’ ◗

5


Belpanel Volgens onderzoeken hebben niet alle leerlingen gelijke kansen. Een lager opleidingsniveau van ouders leidt soms tot een lager schooladvies voor hun kinderen. Tegen die "talentverspilling" wil de minister maatregelen nemen. Maar is dat háár taak? Het blijft toch de leerling die het werk moet doen. Voor het Carmelpanel de stelling:

BETERE KANSEN BEGINNEN BIJ DE LEERLING ZELF!

Isa Schröder, leerling 4 vwo, Het Hooghuis, locatie Titus Brandsmalyceum, Oss

Sabrina Jorna, coördinator vmbo-bg onderbouw en mentor, Carmelcollege Emmen

16.05 ✓✓ EENS!

19.05 ✓✓ ONEENS!

‘Ik kan me vinden in de stelling. Ouders en leerlingen hebben beslist een belangrijke rol. Ze kunnen je helpen je talenten te ontdekken en je stimuleren. Dan nog ben je als leerling zelf verantwoordelijk. Maar: het scheelt als je weet wat je hierna wilt. Ik heb dat zelf gemerkt. Tot voor een paar maanden terug had ik er zelf nog geen idee van en was ik minder gemotiveerd. Nu, na een paar open dagen, weet ik het. Dat speelt echt een rol. Ik realiseer me nu dat ik mijn vwo-diploma moet halen om hierna te kunnen studeren en later een leuke baan te vinden. Zeker heb je als leerling begeleiding nodig, maar uiteindelijk moet je het zelf waarmaken.’ ◗

Rens Bolk, leerling 2 vmbo-kt, Twents Carmel College, locatie De Thij, Oldenzaal

Vincent Gooiker, ouder, Scholengroep Carmel Hengelo, locatie Lyceum De Grundel, Hengelo

17.25 ✓✓ EENS!

20.30 ✓✓ EENS!

‘Als je echt iets wilt, lukt je dat. Dan maakt het niet uit of je ouders laagopgeleid zijn of weinig verdienen. Als je op school al weet welk beroep je kiest, dan werk je daarvoor. Zo weet ik al lang dat ik chef-kok wil worden. Koken is echt mijn passie. Daarom heb ik bewust voor horeca gekozen. Ik doe daarnaast theorie, om andere kansen open te houden. Willen is volgens mij belangrijker dan achterstanden en hindernissen. Die kun je overwinnen. Dan groei je en misschien groeien je ouders zelfs met je mee. Wat voor maatregelen ze ook bedenken, als leerling moet je het toch zelf doen. Ik ben het eens met de stelling.’ ◗

6

‘Er is maar één ding belangrijk: wat heeft de leerling nodig? Daar moeten we handreikingen voor geven. Ik ben het niet eens met de stelling. Onlangs was ik in Ghana, om collega’s van een basisschool te adviseren. Ik zag er kinderen die twee uur moeten lopen om bij school te komen. En daar zitten ze dan met 123 klasgenoten, op de grond. Dat heeft me aan het denken gezet. Uiteraard moeten leerlingen het zelf doen. Maar je kan niet altijd verwachten dat ze zelf iets oppakken als ze thuis geen voorbeeld hebben. Dan moeten wij dat voorbeeld geven en zijn. De betere kansen beginnen dan bij ons.’ ◗

‘Uiteindelijk zul je het als leerling zelf moeten doen. Bij voorkeur met hulp van je ouders en docenten, maar dan nóg. Als jij het vwo kunt halen maar je hebt de werkhouding niet, dan ga je het niet redden. Daarbij wordt de maatschappij harder, iedereen moet letten op de eigen prestaties. Je moet meer zelf doen. Maar: we moeten er rekening mee houden dat het nog kinderen zijn. En rekening houden met wat het kind zelf wil en kan. Daar hebben docenten en ouders zeker een taak. Of het opleidingsniveau van de ouders meespeelt, kan ik niet beoordelen. Ik denk dat de meeste ouders hun kinderen stimuleren. En misschien eerder te hoog willen grijpen dan te laag.’ ◗


DECEMBER 2016

MIJN PASSIE

‘Ik hoef me nooit af te vragen waarom ik dit werk doe’

SWINTHA HORDIJK (27) WERKT ALS ZORGONDERSTEUNER OP HET ANTONIUSCOLLEGE GOUDA, ONDERDEEL VAN CARMELCOLLEGE GOUDA. ‘Ik denk nog wel eens terug aan mijn mentor op de middelbare school, die zei dat ik écht het onderwijs in moest. Zelf dacht ik daar anders over: ik wilde graag kinderen begeleiden, maar niet op school. Toen raakte ik tijdens mijn studie pedagogiek in leerstoornissen geïnteresseerd en kwam het onderwijs ineens toch dichtbij. Als zorgondersteuner ben ik zowel bezig met het coördineren van de zorg als met begeleiding van individuele leerlingen. Het is werk waarvan ik me nooit hoef af te vragen waarom ik het doe. Natuurlijk, soms lukt het niet om een leerling te bereiken. En er zijn dagen die helemaal opgaan aan administratief werk. Maar er zijn vooral ook veel mooie momenten. Als een ouder tegen me zegt: “Ik weet niet wat jullie gedaan hebben, maar mijn zoon komt ineens weer blij uit school.” Of als een leerling ondanks alles toch het examen haalt, met betere cijfers dan gedacht. Dit is werk dat je niet alleen doet. Ik ben dan wel de enige zorgondersteuner, maar ik werk samen met ambulante begeleiders, stagiairs, coaches, externen en natuurlijk het onderwijspersoneel. In je eentje weet je niet altijd wat voor een leerling de juiste ingang is. Als je in de zorg echt iets voor leerlingen wilt kunnen betekenen, heb je elkaar nodig.’ ◗

7


Mediawijsheid op school

ALTIJD ONLINE 8

‘Wij doen méér dan leerstof overdragen’


DECEMBER 2016

Via het internet zijn we tegenwoordig bijna 24 uur per dag met anderen verbonden. Op social media ontmoeten we vrienden en bekenden, in de cloud doen we ons werk en het nieuws bekijken we op internet. Maar leven in een online wereld brengt ook risico’s met zich mee. Mediawijsheid wordt daarom steeds belangrijker. Diverse Carmelscholen besteden er aandacht aan.

“De vaardigheden die een mens - groot en klein - nodig heeft om actief, kritisch en bewust deel te kunnen nemen aan onze moderne (media)samenleving.” Zo wordt mediawijsheid omschreven op mediawijsheid.nl, een website van vijf grote Nederlandse organisaties, waaronder Kennisnet en de publieke omroep. De term werd al in 2005 bedacht door de Raad voor Cultuur. Om het onderwerp in het onderwijs op de agenda te krijgen, pleitte dit adviesorgaan toen onder meer voor het opleiden en aanstellen van docenten als mediacoach. Er kwam een landelijke opleiding die inmiddels door 2.600 mensen is gevolgd. Ruim 1.000 van hen werken op scholen voor voortgezet onderwijs. Naast hun andere werk op school geven deze docenten lessen over mediawijsheid, coachen leerlingen, helpen bij het gebruik van bronnen op internet, regelen dat er afspraken over mediagebruik komen, organiseren ouderavonden en themaweken en nog veel meer.

KOERS 2020 Sinds 2005 heeft mediawijsheid nog niets aan belang ingeboet. Integendeel: onze samenleving is alleen maar digitaler geworden. Vandaar dat mediawijsheid uitdrukkelijk genoemd wordt in Koers 2020, de gezamenlijke Carmelvisie op goed onderwijs voor de komende vier jaar. Het hoort bij de digitale geletterdheid die leerlingen tijdens hun schoolloopbaan moeten ontwikkelen, om aan de vragen van de snel veranderende maatschappij te voldoen. Diverse Carmelscholen zijn hier al korte of langere tijd mee bezig. Neem het Twents Carmel College locatie Lyceumstraat in Oldenzaal, waar docenten Thijs Telgenhof Oude Koehorst en Jimy Wiggers sinds dit voorjaar de taak van mediacoach hebben gekregen. Iedereen die vragen heeft over mediagerelateerde onderwerpen kan bij hen terecht: van een leerling met een nare ervaring op Snapchat tot een collega uit het zorgteam die meer wil weten over gameverslaving. Daarnaast nemen Telgenhof Oude Koehorst en Wiggers initiatieven voor scholing: zo organiseerden ze onlangs een studiedag over mediawijsheid. Bovendien geven ze het merendeel van de lessen mediawijsheid die op deze locatie één uur per week op het rooster staan: in alle eerste en tweede klassen gedurende een half jaar.

24 UUR ONLINE De twee docenten vinden het niet meer dan logisch dat een school voor voortgezet onderwijs aandacht

besteedt aan mediawijsheid besteedt. Wiggers: ‘Leerlingen zijn 24 uur per dag online, ook op school. In de pauze zitten ze naast elkaar met hun telefoon, druk met WhatsApp, Instagram en Snapchat. En ja, soms gaat er wat mis. Iedere school heeft daar denk ik wel één of twee keer per jaar mee te maken. Want ook al kennen leerlingen veel meer techniekjes en appjes dan wij - daar sta je verbaasd van - ze kunnen de gevolgen van hun gedrag op social media niet altijd overzien. Denk aan "sexting": leerlingen die elkaar seksueel getinte foto’s en berichtjes sturen, die dan onverwacht en op ongewenste plekken weer opduiken.’ ‘Eigenlijk beginnen we in de brugklas al met een achterstand’, vult Telgenhof Oude Koehorst aan. ‘Leerlingen hebben tegenwoordig al op zo’n jonge leeftijd een mobieltje dat ze tegen de tijd dat ze bij ons binnenkomen vaak al ongewenste dingen hebben gezien of meegemaakt. Wat wij ze willen leren, is hoe je met dat soort dingen op een goede manier omgaat, waardoor je problemen kunt voorkomen. Dat opvoedkundige, daar ligt onze taak als school.’

VERRAST Omdat je leerlingen pas kunt begeleiden als je zelf voldoende van het onderwerp weet, geven de mediacoaches veel aandacht aan bewustwording bij docenten. Tijdens de eerdergenoemde studiedag hebben ze veel aan collega’s doorgegeven van wat zij zelf tijdens hun eigen opleiding tot mediacoach hebben geleerd. Wiggers: ‘Collega’s reageren heel geïnteresseerd en positief. Velen zijn verrast over de mate waarin zaken spelen. Dat maakt ze onzeker: wat is tegenwoordig normaal?! Een jongen die met de nieuwe live-functie van Facebook voor de ogen van de wereld zelfmoord pleegt; leerlingen die dat hebben gezien hoe reageer je daarop in de klas?’ Maar het gaat niet alleen om gevaren en incidenten. Minstens zo belangrijk zijn de kansen en mogelijkheden die de online wereld biedt. Hoe maak je als school goed gebruik van sociale media, bijvoorbeeld in het contact met huidige en toekomstige leerlingen? En hoe kunnen docenten met nieuwe technologieën hun lessen aantrekkelijker en beter maken? Ook daar houden de mediacoaches zich mee bezig. De meerderheid is nog niet zo ver, maar er zijn op de Lyceumstraat al docenten die leerlingen bij wijze van verslag bijvoorbeeld een vlog of een filmpje laten maken. Dat wordt makkelijker naarmate meer klassen de beschikking hebben over iPads, al roept de aanwezigheid van devices in de les ook nieuwe vragen op.

9


‘EEN OPEN BLIK OP DE WERELD IS BELANGRIJK’ Liesbeth Hop is directeur van de Nationale Academie voor Media en Maatschappij die de landelijke opleiding tot mediacoach verzorgt, en initiatiefnemer van de Stichting Media Rakkers, een kenniscentrum over mediawijsheid bij de jeugd. ‘Gelukkig zijn op steeds meer scholen een of meer docenten opgeleid tot mediacoach’, zegt zij. ‘Sociale media spelen zo’n belangrijke rol in het leven van jongeren dat het ontzettend belangrijk is dat jongeren op school terechtkunnen voor informatie en met vragen over dit onderwerp. Zeker bij jongeren in de tienerleeftijd staan ouders op dit punt vaak buitenspel: opgroeiende jongeren nemen nu eenmaal afstand van hun ouders en bovendien voltrekken de technologische veranderingen zich razendsnel. Daarom is het goed als er op school iemand is die verantwoordelijkheid neemt voor alle aan media gerelateerde issues. In positieve zin gaat het erom jongeren krachtig te maken in het omgaan met media (tegenwoordig spreken we eerder van media empowerment dan van mediawijsheid). In negatieve zin gaat het om het verstandig omgaan met incidenten zoals cyberpesten en "sexting". Ook vanuit de school gezien zijn de belangen groot. Goed omgaan met media is belangrijk in de externe communicatie (het bouwen aan een goede reputatie, ouderparticipatie), in de interne communicatie (welke afspraken over mediagebruik maken we binnen de school) en als instrument binnen de vakken (gebruiken we mobieltjes in de klas?). Het is belangrijk dat scholen een open blik op de wereld hebben. Het onderwijs kan niet doordraaien zoals het vijftig jaar geleden was. Moderne media bieden een enorme kans om het onderwijs te innoveren.’

Telgenhof Oude Koehorst: ‘In theorie kunnen leerlingen dan ook tussendoor online gaan of hun berichtjes checken. Daar hebben we het dus met leerlingen over in de lessen mediawijsheid. Ga je het doen omdat het kan? Is dat verstandig? Daar maken we samen afspraken over.’ Voor de nabije toekomst zitten de mediacoaches vol ideeën. Zo zijn ze een ouderavond aan het organiseren over smartphonegebruik en gaming, hebben ze plannen voor een offline-dag (kunnen we als school nog wel een dag zonder internet?), willen ze contact leggen met externe partijen zoals wijkagenten en willen ze ook in de hogere leerjaren in een of andere vorm structureel aandacht voor mediawijsheid.

www.liesbethhop.nl ◗

‘Is er iets gebeurd op social media, dan merken wij dat de volgende dag' 10

v.l.n.r. Jimy Wiggers, Thijs Telgenhof Oude Koehorst

BETER VOORBEREID Ook andere Carmelscholen vinden dat aandacht voor mediawijsheid op school thuishoort. Bijvoorbeeld Het Hooghuis, locatie Stadion in Oss .‘Wij pikken op school heel veel signalen op’, zegt docent Nick Timmerman, initiatiefnemer van een mediawijsheidstraject dat na de


COLUMN

DECEMBER 2016

168-URIGE WERKWEEK?

jaarwisseling van start gaat. ‘Is er iets gebeurd op social media, dan merken wij dat de volgende dag in de klas of in de gymzaal. In dat opzicht zien we meer dan ouders. Zij worstelen vaak met de balans tussen hun beschermende rol en de privacy van hun opgroeiende kind. Sommige ouders geven hun kind de vrijheid, anderen kijken dagelijks mee in WhatsApp. Maar wat alle ouders van ons verwachten, is dat wij als school een visie hebben op mediagebruik. Wij doen méér dan leerstof overdragen: het gaat ook om de sfeer in de klas, om sociale veiligheid. Als school zijn we niet verantwoordelijk voor wat leerlingen op social media doen, maar we hebben wel een ethische plicht om er aandacht aan te besteden.’ Daarbij verdient veilig omgaan met sociale media prioriteit, vindt Timmerman. ‘In technologische kennis zijn jongeren ons vaak vooruit, maar ze staan niet genoeg stil bij de gevaren. Zo beseffen ze vaak niet hoe lang online informatie beschikbaar blijft.’ Komend voorjaar krijgen alle docenten van locatie Stadion een training van experts van de Nationale Academie voor Media en Maatschappij. Zo gaat het onderwerp nog meer leven, hoopt Timmerman. Vervolgens komt er een ouderavond over de kansen en bedreigingen van sociale media en krijgen alle leerlingen van leerjaar 2 een lessenreeks over dit onderwerp. ‘Zij zijn op de leeftijd waarop ze voor het eerst een vriendje of vriendinnetje krijgen, waardoor een onderwerp als “sexting” dus extra relevant is’, licht Timmerman toe.

7 X 24 = 168, het aantal uren in een week. Pakweg een kwart daarvan besteden we aan ons werk. Die andere uren - gelukkig het overgrote deel - zijn van onszelf, om te besteden aan slaap, familie en vrienden, hobby, politiek of wat je ook maar wilt. Onlangs werd scherp duidelijk dat die uren van jezelf ook in verbinding staan met je werk. De casus waarin dit naar voren kwam, kennen jullie vast allemaal wel uit de krant, namelijk het ontslag van een nog maar net benoemde collega in Oldenzaal. Over die casus is veel te zeggen en ook al geschreven. Eén punt wil ik er nu uitlichten, mede aan de hand van de uitspraak van de rechter over de ontbinding van de arbeidsovereenkomst met deze jongeman. De rechter vindt dat de man in zijn respect voor anderen niet geloofwaardig is en dat maakt hem daarom ongeschikt is voor de baan. Als je nadenkt over de betekenis van die uitspraak dan houdt dat in dat ook wat je in je eigen tijd doet, ertoe doet als je leraar bent. Een bekende columnist in het Onderwijsblad schreef daar ook over en gaf te kennen dat hij zelf wilde bepalen of hij in beschonken toestand op vrijdagavond in de kroeg op de tafels danst. En dat is natuurlijk ook zo… of toch niet? Of doet het iets met zijn geloofwaardigheid als leraar, doet het iets af aan de belofte die wij en hij dus ook aan onze leerlingen heeft gedaan? Wat betekenen onze Carmelwaarden écht voor ons? Hoe dan ook, het geloofwaardig vervullen van je voorbeeldrol beperkt zich niet tot de werktijden. Misschien iets om bij stil te staan als je de volgende keer op tafel danst. ◗

FRIDSE MOBACH Lid College van Bestuur, Stichting Carmelcollege

De bedoeling is dat de docenten ouders na afloop van gefundeerde adviezen kunnen voorzien en dat leerlingen op sociale media hun eigen grenzen beter kunnen beschermen. Pakt dit goed uit, dan hoopt de school van de ouderavond en de lessenreeks een terugkerend initiatief te maken. www.mediawijsheid.nl ◗

11


Koers 2020 is het strategisch beleidskader van Stichting Carmelcollege. Het geeft houvast en richting aan de keuzes die alle Carmelscholen samen, maar vervolgens ook weer ieder voor zich maken. Wat kenmerkt ons onderwijs, hoe denken we over leren, professionele ontwikkeling en onze bedrijfsvoering? We doen die dingen “op z’n Carmels” en met elkaar, omdat we ze belangrijk vinden. Koers beschrijft onze gezamenlijke doelen en beloftes op het gebied van onderwijs (-inhoud en -kwaliteit), bedrijfsvoering, en de ontwikkeling van Carmelmedewerkers. We komen in volgende nummers van dit magazine nog uitgebreid terug op die beloftes. Hoe elke Carmelschool dit invult, is aan hen. Geen school of locatie - en de mensen erin - is immers hetzelfde. Maar

12

we trekken wél samen op in dezelfde richting, om uiteindelijk allemaal op onze eigen manier onze beloftes na te komen. Daarbij gebruiken we zoveel mogelijk elkaars kennis, ervaring en vaardigheden. Samen leren om onze leerlingen zo goed mogelijk voor te bereiden op hun toekomst. Deze pagina geeft je een korte indruk van waar Koers over gaat. We dagen je uit om te lezen en erover na te denken op welke onderdelen - groot of klein - jij van waarde zou kunnen zijn. En als je meer wilt weten kun je de Koers lezen op onze website. Of erover in gesprek gaan met je collega’s. Dat allemaal met één gezamenlijk doel voor ogen: de ontwikkeling van “hoofd, hart en handen” van onze leerlingen! ◗


DECEMBER 2016

?ar en EN ET W ER ME Lay met ina pag e Sca n dez

202 0 Of ont dek mee r ove r Koe rs.nl/ koe rs. mel car r naa ga dir ect

ONDERWIJSINHOUD EN -KWALITEIT

LEREN STAAT CENTRAAL

We besteden op verschillende manieren aandacht aan de ontwikkeling van onze leerlingen. Ze leren niet alleen taal en rekenen, maar we kiezen er bewust voor om ze een brede vorming mee te geven:

Elke dag valt er iets te leren: van je leerlingen, van je collega’s of van andere mensen om je heen. Leren is belangrijk, omdat het zorgt voor groei, vooruitgang en ontwikkeling. Wat voor onze leerlingen geldt, gaat ook op voor onszelf. Om een goede leraar, collega of goed mens te zijn blijf je leren. We zorgen samen voor volop mogelijkheden.

• Kwalificatie: leren weten en doen. • Socialisatie: leren samenleven en samenwerken. • Persoonsvorming: helpen om uit te groeien tot een individu met eigen mening, normen en waarden. • Gepersonaliseerd leren: onderwijsaanbod waar mogelijk/nodig afstemmen op de individuele leerling. • 21e -eeuwse vaardigheden: de ontwikkeling van eigentijdse talenten met hulp van moderne middelen. • Kwaliteitsmonitoring: meetbaar, zichtbaar en kenbaar maken van dat wat we doen, zodat we weten waar en hoe we ons onderwijs kunnen verbeteren. ◗

• Intern: leren van elkaar in de onderwijsteams, kennisallianties, professionele leergemeenschappen, leerlabs, verbeterteams, datateams etc. • Met de wereld om ons heen: meedoen aan onderzoek, samenwerkingsverbanden, opleidingsscholen etc. • Strategische samenwerking: we hebben contact met lerarenopleidingen, onderzoeksinstituten en andere relevante kennisinstellingen. ◗

PROFESSIONELE ONTWIKKELING

BEDRIJFSVOERING

Jouw ontwikkeling staat voorop. Jouw ontwikkeling als mens, maar ook jouw ontwikkeling in je vakgebied. En daarbuiten. Daarom besteden we aandacht aan:

Achter de schermen moet alles op orde zijn. Ook dat is een belangrijke voorwaarde om het onderwijs goed te laten verlopen. Denk aan allerlei dingen die goed geregeld moeten zijn, bijvoorbeeld financiën, gebouwen, inkoop, administratie, ICT, leermiddelen, enzovoort. Prioriteiten die in Koers specifiek benoemd zijn:

• Feedback geven en ontvangen: leren van elkaar. • Bevoegd en bekwaam: Carmelonderwijs vraagt krachtige professionals die onze leerlingen het beste kunnen geven. • Leiderschap: een gezonde balans tussen loslaten/ ruimte geven en bijsturen. • Professionele ruimte: je kunt doen waar je goed in bent en wat je leuk vindt, en je voelt je daarin gesteund en gewaardeerd. • Professionalisering en scholing: het nut en de noodzaak om jezelf te blijven ontwikkelen. • Bezielde professionaliteit: met passie en plezier op een positieve manier je werk doen. ◗

• Goede formatieplanning: op tijd in beeld hebben wie waar en wanneer nodig is. • Inspirerende leeromgeving: goede huisvesting en moderne ICT-voorzieningen. • Kwaliteit dienstverlening: dat wat we doen, doen we goed en op tijd. • Financiële stabiliteit: voorwaarde voor het realiseren van ons onderwijs, voor innovaties en de opvang van risico’s. • Doelmatigheid en rechtmatigheid: zodat zoveel mogelijk middelen ten goede komen aan het onderwijs. ◗

13


Kort CARMEL AWARD 2017: NU OOK EEN PUBLIEKSPRIJS Stichting Carmelcollege beloont met de Carmel Award de meest excellente Carmelprofielwerkstukken in twee categorieën: havo en vwo. Het doel is deze bijzondere prestaties en talenten van leerlingen voor een breder publiek zichtbaar te maken. Een deskundige jury bepaalt - na een korte pitch van de genomineerde leerlingen welke van de ingezonden werkstukken met de eer gaan strijken. Op 7 april 2017 zal naast de inmiddels bekende Carmel Award Profielwerkstukken ook een Publieksprijs worden uitgereikt. Het publiek dat aanwezig is op de finaledag bepaalt wie de winnaar is. Profielwerkstukken die meedingen naar de Publieksprijs komen niet in aanmerking voor het winnen van de Carmel Award.

Het zijn vanzelfsprekend profielwerkstukken die als dik voldoende gewaardeerd worden op school, maar hoeven niet te voldoen aan de strikte criteria van de Carmel Award. Zij blinken vooral uit in toegankelijkheid, creativiteit en bijzondere ontwerpen. Profielwerkstukken die meedingen naar de publieksprijs komen niet in aanmerking voor het winnen van de Carmel Award. Meer informatie over de Carmel Award is te vinden op carmel.nl en op het Carmel Intranet onder Projecten > Carmel Award profielwerkstuk. ◗

BENOEMINGEN

OPENING HET TWICKEL COLLEGE BORNE

Rector Marianum Mevrouw Gitti Burema is benoemd tot rector Marianum in Groenlo en Lichtenvoorde. De benoeming gaat in per 1 april 2017. Burema volgt de heer Jan Put op, die per 1 april 2017 van de levensloopregeling gebruik gaat maken en aansluitend met pensioen gaat.

Op dinsdag 11 oktober 2016 was de officiële opening van Het Twickel College, locatie Borne. De sleutel werd aangereikt door een drone die aan kwam vliegen. Met deze sleutel opende burgemeester Rob Welten de nieuwbouwlocatie aan de Welemanstraat. Een kleine 225 leerlingen maken al sinds het begin van het schooljaar gebruik van de locatie. Te Kiefte Architecten uit Borne ontwierp dit fraaie en moderne gebouw, waarbij rekening is gehouden met duurzaamheid en een breed spectrum aan onderwijsvormen. 'Hier wordt onderwijs gegeven in een beschermde omgeving, met korte lijnen naar de ouders en waarbij structuur wordt geboden aan kinderen die op weg zijn volwassen te worden', aldus de burgemeester van Borne. Teamleider Johannes Douma zei zijn gevoel in één woord te kunnen omschrijven: 'Trots, trots op het feit dat de nieuwe school er nu staat en wij de mogelijkheid krijgen de leerlingen in dit prachtige gebouw onderwijs te bieden.'

Lid Raad van Toezicht Na positief advies van de GMR, het CvS en het CvB van Stichting Carmelcollege, heeft de Raad van Toezicht de heer drs. Frits Gronsveld benoemd tot lid Raad van Toezicht. De benoeming ging in per 1 oktober 2016 en is voor de komende drie jaar. Hij volgt mevrouw mr. R. Voss op. ◗

Het Twickel College Borne is een onderbouwlocatie voor atheneum, havo en vmbo en middenbouwlocatie voor vrijeschool onderwijs. ◗

VOLG JE ONS OP SOCIAL MEDIA? @stgcarmel en @CarmelVacatures stichting carmelcollege stgcarmel stichting carmelcollege ◗

14


DECEMBER 2016

Hoe ging het verder met...

Toptraject De koninklijke weg van vmbo-t naar hbo, dat is wat het Toptraject wil zijn. Veel Carmelscholen doen mee aan dit initiatief, dat vmbo-leerlingen de kennis en vaardigheden bijbrengt die ze nodig hebben om met succes het hoger beroepsonderwijs te doorlopen.

‘Een vmbo-diploma met een gouden randje’

TOPTRAJECT Voor getalenteerde vmbo-t-leerlingen met interesse in de beroepspraktijk is er sinds 2014 het zogenaamde "Toptraject". Een doorgaand leertraject dat een gezamenlijk initiatief is van vmbo-scholen in de regio Twente, het ROC van Twente en Saxion.

uit verdiepende opdrachten voor Nederlands en rekenen/ wiskunde, aandacht voor studievaardigheden en loopbaanoriëntatie en -begeleiding.

Carmel is goed vertegenwoordigd binnen het groeiende aantal deelnemende vmbo-scholen (nu elf in getal). Scholengroep Carmel Hengelo doet mee met locatie VMBO De Spindel, Twents Carmel College met de locaties Potskampstraat en Losser en sinds dit schooljaar neemt ook Pius X College in Almelo deel. Volgend schooljaar komen daar het Bonhoeffer College en de twee locaties van Canisius bij.

De Spindel biedt het Toptraject aan alle leerlingen aan. Tegen het eind van het derde jaar wordt bekeken welke leerlingen kans maken om naast hun diploma het Toptraject-certificaat te halen. Hun cijfers moeten daar goed genoeg voor zijn en ze moeten voldoende groei in vaardigheden laten zien. De afgelopen twee jaar was dat bij 20 tot 25 procent van de leerlingen het geval, zegt Overbeek: aanzienlijk meer dan verwacht. In juni verlieten de eerste acht leerlingen mét Toptrajectcertificaat de school.

BETER VOORBEREID

OPBLOEIEN

‘Wij vinden het heel belangrijk om leerlingen die meer kunnen en willen, iets extra’s te bieden waarmee ze nog beter voorbereid naar het mbo en hbo gaan’, zegt Roy Overbeek, teamleider tl op VMBO De Spindel. ‘We weten dat veel studenten in het hbo moeite hebben met competenties zoals analytisch werken en samenwerken. Ook hun kennis van kernvakken zoals Nederlands en rekenen/wiskunde schiet nogal eens tekort. Met het Toptraject zetten we daar extra op in, waarna dit in het mbo wordt uitgediept.’ Het programma begint in het derde leerjaar en bestaat

Het is nog te vroeg om te zeggen of Toptrajectleerlingen meer succes hebben in het hbo. De eerste lichting heeft pas net de overstap naar het mbo gemaakt. Maar docenten op De Spindel zien leerlingen wel opbloeien, zegt Overbeek. ‘Vooral in projecten zie je ineens dat leerlingen de koppeling tussen theorie en praktijk gaan zien: in een project over CSI krijgen DNA en krachtenleer plotseling betekenis.’ Overbeek is ervan overtuigd dat het Toptraject een mooie toekomst tegemoet gaat. ‘Het is een vmbo-diploma met een gouden randje.’ ◗

15


Jan Put

Afscheid na een halve eeuw September 1965. Scholier Jan Put ďŹ etst met drie andere jongens voor het eerst vanuit Haaksbergen naar het gymnasium van het R.K. Lyceum De Grundel in Hengelo. Achttien kilometer heen en terug. Ruim een halve eeuw later bereidt hij zich voor op het einde van zijn werkzame leven. Op 1 april 2017 neemt hij afscheid als rector van scholengemeenschap Marianum in Groenlo en Lichtenvoorde. En van een leven lang Carmel.

EEN LEVEN LANG CARMEL 16


DECEMBER 2016

De schoolleider en historicus beschouwt zichzelf als een product van de katholieke emancipatie. ‘Voor het eerst konden kinderen van katholieke arbeiders, zoals ik, naar het gymnasium. En daarna naar de universiteit. Dat danken we aan de paters karmelieten, die zich er sterk voor hebben gemaakt’, zegt hij. In deze zinnen komt de essentie van het gesprek naar voren. Het gaat over geschiedenis, emancipatie en Carmel. Over traditie, continuïteit en vernieuwing.

Lachend: ‘Ik ben misschien te enthousiast, maar hier sta ik voor. Carmelscholen waren altijd voertuigen van emancipatie, ik ben er zelf het voorbeeld van. Dat is een geweldige erfenis, die we moeten koesteren.’

De vier Haaksbergse jongens moeten zich in 1965 aanpassen. Thuis spreken ze Twents, op school is Nederlands de voertaal. ‘We hadden een taalachterstand’, lacht Put. Er lopen nog de nodige paters die tot 1968 in kloosterpij lesgeven. Ze laten dankbare herinneringen na: ‘Ze ontfermden zich over ons. We vonden er een warm bad. Je was gekend, er was zorg. Het was onderwijs voor alle lagen van de katholieke bevolking.’

CONTINUÏTEIT

VERANDEREN

Na zijn eindexamen studeert Put geschiedenis in Nijmegen. Door zijn stage aan Het Twickel College in Hengelo vindt hij er zijn eerste aanstelling, in 1978. ‘Twee jaar later stapte ik over naar Lyceum De Grundel. Een baan van meer dan twintig uur, die me vrijstelling gaf van militaire dienst.’ Naast het leraarschap trekt nog iets anders. ‘Ik wilde ook iets met de organisatie van het onderwijs. Dat heb ik van thuis meegekregen, mijn vader was van jongsaf bestuurlijk actief, onder meer in de katholieke bouw- en houtbond St. Jozef. Net als hij voel ik me verantwoordelijk voor de samenleving, daarom heb ik altijd ook andere bestuurlijke functies vervuld.’

In 1994 komen de lijnen samen, als Jan Put wordt benoemd tot rector van scholengemeenschap De Grundel. Hij geeft er leiding aan de vorming van een brede scholengemeenschap. ‘Uit vier scholen moesten we een nieuwe school vormen. Dat lukte voortreffelijk. Ik ben er nog trots op. Later keerde de verticalisering terug, waarna de scholengemeenschappen Lyceum De Grundel en Het Twickel College opgingen in Scholengroep Carmel Hengelo.’ Nog steeds voelt hij zich met zijn "oude school" verbonden. Toch vertrekt hij in 2008 naar Marianum. ‘Een enorme stap, maar de kans deed zich voor. Ik was 40 toen ik rector van De Grundel werd, vond het toen al lang om tot mijn pensioen op dezelfde plek te blijven.’

Puts opmerkingen duiden op een besef van continuïteit. ‘Dat heeft met mijn vak te maken. Als je je geschiedenis niet kent, ken je jezelf niet. Dat geldt voor ieder individu en voor scholen en instituties. Wie zijn geschiedenis kent, is beter in staat het hier en nu te begrijpen en naar de toekomst te kijken. En om het hoofd te bieden aan het populisme.’ Hij valt even stil. ‘Dat kunnen we in het onderwijs niet oplossen. Maar als het onderwijs het niet doet, wie dan wel?’

Een goede keuze, vindt hij nog steeds: ‘Het is waardevol geweest, weldadig zelfs. Een nieuw begin, in een nieuwe omgeving.’ Dat brengt hem tot een cri de coeur: ‘Het is goed één of twee keer van organisatie te veranderen. Zo blijf je een leven lang leren. Een vaste benoeming zou voor een bepaalde tijd aan een bepaalde school moeten gelden. Daarna zou je jezelf oprecht moeten afvragen of het niet beter is om te wisselen. Zo brengen we beweging in de organisatie en dat houdt ons vitaal.’

VASTE DRIESLAG MEER TIJD Zo komt het waardengerichte onderwijs aan de orde. Put: ‘Opnieuw: ken je geschiedenis. Verdiep je in de basis van Carmel: wat wilden die paters? Ik noem het de “vaste drieslag” van Carmel: aandacht voor heel de mens, geestelijke ruimte en kritische loyaliteit. Die drie begrippen keren altijd terug. Zie het nieuwe visiedocument Koers 2020: meer dan zijn voorgangers biedt het hiervan de verwoording. Laten we daaraan vasthouden! We kunnen ons spiegelen aan de karmelieten. Ze staan kritisch in de katholieke kerk, zijn zelfbewust, autonoom én loyaal. Ze vragen naar het waarom en bieden geestelijke ruimte: alle meningen mogen er zijn. Dát moeten we blijven overdragen!’

Er komt meer ter sprake. Het gewicht van het schoolleiderschap, de vreugde om de benoeming van Gitti Burema, nu al lid van de directie van Marianum, tot zijn opvolgster. Dan het leven na de pensionering, met meer tijd voor echtgenote en gezin. En Carmel? ‘Als er iets is waarvoor Carmel oud-eindverantwoordelijken wil inzetten, sta ik daarvoor open…’ De cirkel is bijna rond. Op 1 april 2017 valt voor Jan Put het doek. ‘Dan is de nieuwbouw in Groenlo klaar en ben ik hier acht jaar. Een mooi en symbolisch moment om op te houden.’ ◗

17


Medezeggenschap op Scholengroep Carmel Hengelo

‘We zitten hier voor de leerlingen’ Waar raken de leefregel van Karmel en de praktijk op Carmelscholen elkaar? Samen met hedendaagse karmelieten gaan we op zoek naar de waarden die Karmel en Carmel verbinden. In dit nummer: karmeliet Eef van Vilsteren op zoek naar de betekenis van “één voor allen” op Scholengroep Carmel Hengelo.

ÉÉN VOOR ALLEN Wat beweegt docenten en leerlingen van Scholengroep Carmel Hengelo om op te komen voor de belangen van collega’s en medeleerlingen? Het is een vraag die karmeliet Eef van Vilsteren bijzonder interesseert. Zelf was hij lange tijd werkzaam als arbeidspastor - een rol waarin hij, geïnspireerd door de profeten uit de joodschristelijke traditie, op de bres stond voor recht en gerechtigheid. Zijn gesprekspartners van vanmiddag zijn allemaal betrokken of lange tijd betrokken geweest bij de Centrale Medezeggenschapsraad (CMR) van Scholengroep

18

Carmel Hengelo. Zo was Debby Wijnreder, docent lichamelijke opvoeding en Nederlands en leerlingcoördinator op locatie VMBO De Spindel, lange tijd voorzitter van deze raad. Daarnaast was zij nog lid van de overkoepelende Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) van Stichting Carmelcollege. In het “op de bres staan voor de ander” herkent zij zich goed. ‘De kracht van het MR-werk is dat je als individu probeert voor alle leerlingen en docenten de dingen zo goed mogelijk voor elkaar te krijgen. De directie is veel


DECEMBER 2016

bezig met cijfers en verliest in die rol de kinderen soms even uit het oog. Geregeld denk je als docent: dat moet ook anders kunnen. Daarom zitten we toch in de MR: voor de kinderen, voor een stukje gerechtigheid.’ Ook trajectgroepleider Hans Bebseler van De Arcade heeft zowel CMR- als GMR-ervaring. Hij noemt zich “een kritische volger van degenen die beleid maken”. ‘Vaak vind ik de afstand tussen de beleidsmakers en de mensen om wie het gaat te groot. Mijn hele leven zet ik me al in om te voorkomen dat er over de hoofden van mensen heen wordt beslist. Het is belangrijk om iets voor

7 WAARDEN DIE KARMEL EN CARMEL VERBINDEN Op verzoek van de kennisalliantie bezield onderwijs ging Ben Wolbers, voormalig priorprovinciaal van de karmelieten in Nederland, op zoek naar raakvlakken tussen de leefregel van Karmel en de praktijk op Carmelscholen. In een notitie benoemt hij zeven waarden: 1. open ruimte 2. stilte en gerechtigheid 3. ruimte geven en dienen 4. allen voor een 5. één voor allen 6. een kans en nóg een kans 7. de waarde van werk Aan elke waarde wijden we in Carmel Magazine een reportage. In dit nummer: één voor allen. ◗

ÉÉN VOOR ALLEN De Orde van Karmelieten ziet aandacht voor de individuele persoon als een verantwoordelijkheid van de gemeenschap. In de leefregel van Karmel staat dat de gemeenschap ervoor moet zorgen dat ieder krijgt wat hij of zij nodig heeft - en dan niet door het afspreken van een regeling, maar op een persoonlijke manier. Dat persoonlijke geeft aan de zorg en aandacht een dimensie van “gunnen”: ieder individu mag er zijn. ◗

SPANNING

anderen te betekenen. Dat heb ik van huis uit meegekregen.’ Relatieve nieuwkomer in het gezelschap is Sander Scholten, leraar levensbeschouwing en sinds kort CMR-lid. 'Ik ben altijd geïnteresseerd geweest in hoe de radertjes in een organisatie werken. Voor mezelf, maar meer nog voor collega’s, want mensen kunnen beleid vaak niet duiden. En als ze gaan gissen, leidt dat tot onrust. Ik vind dat je vragen beter bij de bron kunt stellen. Wat ik hoop, is dat mensen daarvoor naar mij toe komen.’

‘Wat mij De drie docenten hebben voor medezeggenschap gekozen omdat helpt is om altijd het dé manier is om constructief mee te praten over het beleid op school. eerlijk te zijn’ Debby: ‘Als je onderaan dingen wilt veranderen, moet je bovenaan invloed hebben. En ik kwam er al snel achter dat alles op school wordt getoetst aan de MR.’ Sander: ‘In de MR zit je vanuit het idee dat het mogelijk is om dingen te veranderen.’ Dat kan in goede harmonie, zegt Hans: ‘Als je maar eerlijk bent tegenover elkaar, kunnen MR en schoolleiding een gezonde relatie onderhouden.’ Dat neemt niet weg dat er soms spanning is, vooral in het medezeggenschapswerk op schoolniveau. Debby: ‘Vergeleken met de GMR ligt er in de CMR meer druk op. 19


In de GMR gaat het meestal om zaken op de wat langere termijn. Als het eens voorkomt dat de GMR ergens niet mee instemt, is de reactie van het College van Bestuur: oké, dan gaan we het anders doen. In de CMR van onze school ligt het tempo hoger. De directie voelt druk om dingen snel van de grond te krijgen. Daardoor gaan de dingen soms in sneltreinvaart. Af en toe zeggen wij dan: even de handrem erop. Een voorbeeld was de ondersteuningsroute die bij ons op school wordt ingericht. Natuurlijk moet die er komen, maar ons ging het wat te snel. Wij misten de visie die juist bij zulke complexe zaken van belang is. Toen is het proces stopgezet en is men bij de visie begonnen. Dat was een goede stap.’

BREDER BLIKVELD

‘HET IS GOED DAT LEERLINGEN MEEPRATEN’ Janna van der Lee (17, 6 vwo) zit voor het tweede jaar in de leerlinggeleding van de CMR van Carmel Hengelo. ‘Ik ben in de derde klas in de Leerlingenraad gegaan omdat ik het leuk vind om dingen te organiseren. Daardoor had ik regelmatig contact met de directie en toen werd ik benieuwd hoe op dat niveau besluiten tot stand komen. Vanuit de deel-MR van onze locatie ben ik vorig jaar in de CMR gekomen. Daar zit je niet alleen voor je eigen belang, je eigen locatie: het gaat om grotere vraagstukken. Dat is wennen, maar al snel krijg je er een beter beeld van en dan wordt het steeds interessanter. Het is goed dat er leerlingen meepraten op het niveau waar de beslissingen worden genomen. Zelf ontwikkel je daar als leerling natuurlijk je talenten mee. Maar je kunt ook echt wat bijdragen. Leerlingen komen soms met nieuwe inzichten. Misschien omdat het voor ons makkelijker is om terug te grijpen naar de kern: het gaat om goed onderwijs. Wij maken dat onderwijs immers elke dag mee.’ ◗

20

In de aard van het MR-werk ligt besloten dat je opkomt voor de belangen van velen. Dat is een andere manier van kijken, zegt Debby: ‘Aanvankelijk kijk je vanuit je eigen blikveld en je eigen locatie. Maar in de CMR vertegenwoordig je een breder belang. Het gebeurt wel eens dat je instemt met een besluit dat voor jouzelf niet zo gunstig uitpakt, maar dat beter is voor het geheel.’ Dat er ook leerlingen in medezeggenschapsraden zitten, vinden ze een goede zaak. Hans: ‘Leerlingen komen anders uit de hoek, zien dingen waar volwassenen niet aan denken. Ze reageren nuchterder, soms relativerender.’ Debby: ‘Dan zeggen ze: waarom doen jullie zo moeilijk? Vaak denk ik dan: ja, eigenlijk is dat ook zo.’ Wel is het jammer dat het lastig is leerlingen voor MR-werk te motiveren. Vooral in het vmbo valt dat niet mee, zegt Sander. De onderwerpen zijn wat ver van hun bed. ‘Je kunt de belangstelling als school denk ik wel aanwakkeren door te investeren in leerlingenraden, discussiepanels en zo’, denkt Debby. ‘Soms helpt het als leerlingen met zijn tweeën komen, dan hebben ze steun aan elkaar.’

ALTIJD EERLIJK Een feit is dat MR-werk van alle betrokkenen een lange adem vraagt. Voormalig arbeidspastor Eef van Vilsteren weet als geen ander dat het niet altijd lukt om je idealen te verwezenlijken, laat staan op korte termijn. Vandaar zijn vraag: ‘Hoe houden jullie het vol? Waarom zeggen jullie zeggen niet: zoek het maar uit, maar gaan jullie ervoor, elke keer weer?’ Debby: ‘Als je af en toe echt iets voor elkaar krijgt, dan geeft dat een boost. Het gevoel dat je iets hebt gedaan wat goed is, daar kun je dan weer op voort. En je moet op zijn tijd even rust nemen. Zelf heb ik nu bijvoorbeeld even een pauze ingelast.’


COLUMN

DECEMBER 2016

‘Als je af en toe echt iets voor elkaar krijgt, dan geeft dat een boost’

Sander: ‘Wat mij helpt is om altijd eerlijk te zijn, ongeacht de consequenties. Dan gaat je energie niet zitten in het verbergen van dingen en dan word je niet cynisch.’

BEJAARD Hoewel ik mezelf nog jong en energiek voel, krijg ik de laatste tijd veel signalen dat ik oud ben. Hoe lang moet je eigenlijk nog, Jos? Meneer, kent u John Wiggers nog? Dat is mijn vader! Dag Jos, hoe is het met je, ken je me nog?! Op de laatste ouderavond bleken maar liefst vier ouders van mentorleerlingen les van mij te hebben gehad. Van één mentorleerling was zowel de vader als de moeder een oud-leerling. Goed, dat soort vragen kan ik nog wel aan.

TRANSPARANTIE Het gesprek komt op hoe de communicatie tussen de diverse lagen in de school nog beter kan. ‘In mijn werk als arbeidspastor bij Stork heb ik geleerd dat medewerkers heel loyaal zijn als een directie maar transparant en open is’, zegt Eef. Debby herkent dat: ‘Transparantie is zo belangrijk. Omdat ik door het MR-werk van sommige onderwerpen wat meer op de hoogte ben, valt het mij soms op dat een teamleider aan docenten nog niet de helft van een verhaal vertelt. Ik denk dan: vertel wat meer, neem je mensen nog meer serieus, luister naar ze, dan gaat het beter.’ (Iedereen knikt.) Zorgvuldigheid in de communicatie is ook zoiets, vervolgt Debby: ‘Ik kan vaak wel volgen waarom de directie een besluit neemt, maar het is belangrijk om ook de weg daarnaartoe goed te bewandelen.’ ‘Bijvoorbeeld geen dingen als feiten presenteren als het nog geen feiten zijn’, vult Sander aan. ‘En de medezeggenschapsraad wat eerder bij plannen betrekken’, suggereert Hans. ‘Als je als MR wat meer gelijk op kunt lopen met de directie, maakt dat de besluitvorming aan het eind veel makkelijker.’

VECHTER Aan het eind van het gesprek is Eef van Vilsteren onder de indruk van de bevlogenheid waarmee de MR-leden zich voor de school inzetten. ‘Wat ik hier aan tafel heb geproefd, is zorg voor de gemeenschap, zorg voor de kinderen. Dat is typisch Karmel. Overal ter wereld zijn er mensen die vanuit een vergelijkbare inspiratie knokken om recht te behouden voor armen, voor zwakken, voor kinderen. Vergeet niet: het Kerstkind was ook een vechter.’ ◗

Maar nu zei Niels, 4V, zoon van een oud-leerling (prachtige lichtblauwe ogen) vorige week dat zijn moeder alle Franse schriften had bewaard. Weet u, meneer, ik kan die schriften zo weer gebruiken, de Franse grammatica is nog helemaal hetzelfde. Zo’n opmerking vind ik een stuk confronterender, alsof ik al 30 jaar alles hetzelfde doe. Het doet me denken aan een collega van mijn vrouw die ooit zei: "Ik ben 53 jaar, je denkt toch niet dat ik nu nog een andere methode ga nemen." Het toppunt was dit voorjaar, toen we ons huis hadden verkocht. Er waren meerdere collega’s die serieus aan mij vroegen of we nu een huis gingen zoeken ‘met een slaapkamer op de begane grond’. Ik ben geen jonge god meer, ik weet dat het leven eindig is en dat ouderdom met gebreken komt. De lijst van generatiegenoten (vrienden, familie) die er niet meer zijn, is lang. Maar kom op mensen, als jullie dit lezen ben ik net 62 geworden. Wat is nou 62? Mijn haren zijn al behoorlijk grijs, maar ik heb ze allemaal nog. Dat kunnen een hoop twintigers met glimmende schedels niet zeggen. Als ik 73 ben, hoop ik nog vief de trap op te huppelen. En als jullie zo oud zijn, dan zijn jullie nog gewoon aan het werk, vermoed ik. Gaan jullie om kwart over acht in de rij staan, bij de lift. Hoe lang moet jij nog? ◗ JOS BAACK Docent Frans, Twents Carmel College, locatie De Thij

21


OPMERKELIJK 22

inatiefilmpje Bekijk het nom ndelijke 15. voor de lajkp 20 kti rijs La NRO-VOR-Pra yar! t me ina Scan deze pag

'Met Go-Lab maak je complexe processen inzichtelijk’


DECEMBER 2016

ONDERZOEKEND LEREN MET HET GO-LAB PROJECT Lessen verrijken met demonstraties en experimenten die in het echt te gevaarlijk of te duur zijn. Maar ook proeven heel nauwkeurig kunnen uitvoeren én optimaal gebruikmaken van het BYOD-onderwijs. Go-Lab (Global Online Science Labs for Inquiry Learning at School) bevat virtuele en op afstand bestuurbare laboratoria en heeft nu al bewezen een zinvolle bijdrage aan het natuurwetenschappelijk onderwijs te zijn. In 2015 is Go-Lab genomineerd voor de NRO-VOR-Praktijkprijs. Economiedocent Casper de Jong, van Canisiuslocatie Tubbergen, werkt één dag per week als student-assistent bij de Universiteit Twente (UT) en volgt daarnaast de studie Educational Science & Technology. Hierbij maakt hij gebruik van de Lerarenbeurs. Vanuit de UT krijgt hij begeleiding van Ton de Jong, hoogleraar Instructietechnologie en projectleider van het Go-Lab Project. ‘Go-Lab is een online omgeving waarin onderzoekend leren wordt gefaciliteerd. Kort gezegd zijn het meer dan 400 apps, labs, demonstraties en experimenten, afkomstig van docenten uit ruim 11 Europese landen, gebundeld op één online portaal. Daarnaast biedt het de mogelijkheid om lesmateriaal en ervaringen te delen met anderen binnen een web gebaseerde pedagogische community. Met Go-Lab maak je complexe processen inzichtelijk. Doordat de modellen in gebruik een versimpelde weergave zijn van de werkelijkheid (je hebt immers geen materialen nodig), kun je eigenlijk “alles” laten zien. Zo kun je bijvoorbeeld chemische stoffen bij elkaar gooien. Je ziet weliswaar geen explosie, maar het laat wel zien wat er gebeurt. Zelf heb ik in Go-Lab het Hypothesekladblok gemaakt. Dit is een tool die je kunt inbouwen in je lessen waarbij je aan de slag gaat met onderzoeksvaardigheden. De tool helpt leerlingen een goede hypothese te maken. Tijdens mijn studie deed ik onderzoek naar de meerwaarde van het Hypothesekladblok. Uit dit onderzoek blijkt dat leerlingen die met het Hypothesekladblok werken, een hypothese van betere kwaliteit neerzetten. Go-Lab als complete vervanger van real life experimenten? Daar worden leerlingen en docenten niet gelukkig van. Je wilt leerlingen ook laten ervaren dat er een foutmarge is. Maar het is wel heel handig voor de afwisseling. Het voordeel is dat alle data erin staan. Leerlingen kunnen er zelf mee aan de slag, onafhankelijk van tijd en plaats. Daarbij komt dat ze de kans krijgen om te werken aan 21e eeuwse vaardigheden zoals het bouwen van hypotheses, het opstellen van een verslag en het schrijven van conclusies. Bovendien helpt het ze om gestructureerd te denken en een onderzoek op een logische manier neer te zetten. Ook is het een handig hulpmiddel om gepersonaliseerd leren in praktijk te brengen. Je kunt namelijk zien wáár in het proces een leerling vastloopt en dat specifieke onderdeel aanpakken. Vooral in natuur-, scheikunde- en biologielessen wordt Go-Lab bij ons al gebruikt. Hoewel je gebruik kunt maken van “andermans lessen” is het een misvatting dat het je altijd extra tijd oplevert. Kortom: als je je verdiept in innovatieve en digitale lesmethodes, steek je er tijd in, maar krijg je er ontzettend veel energie voor terug!’ Wil je meer weten over het Go-Lab Project? Ga dan naar golabz.eu of scan deze pagina met Layar en bekijk het nominatiefilmpje voor de landelijke NRO-VOR-Praktijkprijs 2015. ◗

COLOFON Carmel Magazine wordt gemaakt voor medewerkers en relaties van Stichting Carmelcollege en verschijnt drie keer per jaar. REDACTIE Fijke Hoogendijk Daphne Razi (Stichting Carmelcollege) Hans Morssinkhof (Hans Morssinkhof Publicity, Arnhem) Suzanne Visser (Perspect, Baarn) VORMGEVING EN OPMAAK Digidee, Enschede FOTOGRAFIE Marty van Dijken (Van Dijken, Enschede) DRUK Gildeprint, Enschede OPLAGE 4.770

23


IEDEREEN HOORT ERBIJ

Geen jaar zonder publicaties en debatten over onderwijs. Met meningen, visies, tabellen, grafieken en kengetallen. Over wat kan of moet; over structuren, groei en krimp, achterstanden, excellentie… Over de wenselijkheid van digitale leermiddelen én over mediawijsheid. Alle discussies houden ons scherp. Dwingen ons tot nadenken, tot het maken van keuzes. De keerzijde: ze bieden de mogelijkheid tot vluchten in abstracties. Terwijl onderwijs concreet is. Met elke afzonderlijke leerling als middelpunt. Zijn of haar kansen, talenten, ideeën en mogelijkheden. Dat maakt ons werk inspirerend. We dragen bij aan de ontwikkeling van jonge mensen. Op verstandelijk, sociaal en emotioneel gebied. Dus zoeken we voor elke leerling het passende onderwijs - met of zonder hoofdletters. Want iedereen hoort erbij. Elke mens, heel de mens en alle mensen. Dat is onze boodschap, en die is ook in 2017 onverminderd actueel. Wij wensen u en allen die u dierbaar zijn fijne feestdagen en een gelukkig, gezond en liefdevol 2017.

Stichting Carmelcollege Drienerparkweg 16 Postbus 864 7550 AW Hengelo (074) 245 55 55 info@carmel.nl www.carmel.nl

24

@stgcarmel @CarmelVacatures stichting carmelcollege stgcarmel stichting carmelcollege


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.