Carmel Magazine september 2015

Page 1

jaargang 12 nummer 30 september 2015

in dit magazine:

onderzoek wijst uit: datateams werken samen werken aan kwaliteit heel de mens in de klas open kennismaken op de thij

1


In dit nummer

4

onderzoek wijst uit: datateams werken

Volg ons o

samen werken aan kwaliteit

8

p

stichtingLinkedIn en Faceb ca rmelco o llege ok:

heel de mens in de klas

16

andere rubrieken Standpunt van een schoolleider . . . . . . . . . . . . 3 belpanel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 mijn passie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 column fridse mobach . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 carmel in beeld . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 kort . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 hoe ging het verder met . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 column jos baack . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21 opmerkelijk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22

layar Dit nummer van Carmel Magazine heeft een heel leuk extraatje: Layar. Met je smartphone of tablet heb je nu nog meer plezier van dit papieren magazine! Bij het artikel op pagina 22 zie je het Layar-logo.

2

open kennismaken op de thij

Stichting Carmelcollege omvat 12 instellingen voor bijzonder voortgezet onderwijs. Op ruim 50 locaties verzorgen we een breed onderwijs­aanbod in een kleinschalige en veilige omgeving. Zo begeleiden we onze leerlingen. Elke dag opnieuw. Onderstaande - voornamelijk brede - scholengemeenschappen zijn aan Carmel verbonden: ◗ Almelo, Pius X College, Canisius ◗ Deventer, Etty Hillesum Lyceum ◗ Eindhoven, Augustinianum ◗ Emmen, Carmelcollege Emmen ◗ Enschede, Bonhoeffer College ◗ Gouda, Carmel­college Gouda ◗ Groenlo, Marianum ◗ Haren, Maartenscollege, International School Groningen ◗ Hengelo, Scholengroep Carmel Hengelo ◗ Oldenzaal, Twents Carmel College ◗ Oss, Het Hooghuis ◗ Raalte, Carmel College Salland

Hoe werkt Layar? ◗ Zoek met je smartphone of tablet de applicatie Layar en download deze (gratis) applicatie (app). ◗ Houd je smartphone of tablet boven de pagina met het Layar-logo. ◗ Volg de instructies op het scherm en beleef de extra ervaring!

18


september 2015

Lid Centrale Directie Bonhoeffer College

Genio Ruesen

Onderwijs, iederwijs, eigenwijs, anderswijs

standpunt Werken in het onderwijs is het mooiste dat er is. Je vormt de toekomstige maatschappij. In de loop van dertig jaar voor de klas beïnvloedt een docent hele generaties kinderen. Dat onderwijs mis ik wel eens nu ik zelf geen les meer geef, de directe feedback op je handelen, op je lessen. Daarbij realiseer ik me dat onderwijs niet makkelijker wordt. Egyptenaren en Soemeriërs klaagden in de kleitablettentijd al over de "jeugd van tegenwoordig"; wij doen het ook. Het kán ook behoorlijk afmattend zijn om uitdagende leerprocessen te organiseren. Tegelijkertijd houd je het oog op ieders persoonlijk welbevinden, het groepsproces en de kerndoelen of eindexamentermen. In onze scholen hebben we veel "jeugd van tegenwoordig" en die weet wel wat ie wil, en anders weten hun ouders het wel, of onze overheid, of het bedrijfsleven, of allemaal tegelijk maar allemaal wat anders. Binnen Carmel weten we het ook: we willen leerlingen opleiden en opvoeden. We willen kwalificeren, socialiseren en persoonlijk vormen. Daarbij willen we ook zorgen dat we tegemoetkomen aan de "jeugd van tegenwoordig" in gepersonaliseerd leren. Iedereen krijgt passend onderwijs met ondersteuning door pedagogisch en didactisch bekwame collega's, naarmate dat nodig is. Zij werken samen met een schoolleiding en een schoolbestuur die voor hun taak geknipt zijn. En allen leren continu bij en van elkaar. Zo wordt ieder wijs.

Dat is ongeveer het Carmeldocument Koers 2020. Tegen de maatschappelijke druk die presteren en excelleren zalig verklaart, blijven we eigenwijs en houden we vast aan het adagium van "elke mens, héél de mensen alle mensen". We willen in Carmelverband kinderen ruimte geven voor hun eigen ontwikkeling. We bieden voorbeelden en uitdaging. Zo groeien leerlingen uit tot complete mensen. Zelfbewust en betrokken bij hun omgeving. Dat is onze trots. Dat maakt werken in het onderwijs mooi en boeiend, maar geen makkie. Wij hebben op een kruispunt in de maatschappelijke ontwikkelingen de opdracht om kinderen, het kostbaarste goed van ouders, voor te bereiden op een ongewisse toekomst. Waarbij de spelregels elke keer weer veranderen, omdat de maatschappij verandert. Soms maakt dat ons leven zwaar. Daarom is nog een element van belang, en dat wil ik graag op ieders volle bordjes erbij leggen. Humor. Als we erin slagen om af en toe om onszelf te lachen en onze leerlingen met complimenten, uitdagingen en duidelijkheid maar vooral met humor te motiveren om te presteren, dan doen we anderswijs. En we lachen. Het besef dat wij samenwerken aan de toekomst en dat de wereld morgen niet beter wordt als je vandaag uit je vel springt, dat maakt ons vak zo mooi. ◗

3


Beter onderwijs, meer opbrengstgericht werken

Onderzoek wijst uit: datateams werken Vier jaar lang zochten docenten en schoolleiders van Carmelscholen in datateams naar oplossingen voor ingewikkelde onderwijsproblemen. Dat was zo'n succes dat veel scholen er op eigen kracht mee doorgaan.

Lisa Moonen en Arina Molenaar

datateamproject Een datateam is een klein onderzoeksteam van docenten en schoolleiders die met behulp van gegevens ("data") oplossingen zoekt voor onderwijskundige vraagstukken waar hun school al langere tijd mee worstelt. Verdeeld over twee "tranches" waren op Carmelscholen tussen 2011 en 2015 in totaal twintig van deze teams actief. Onder begeleiding van de Universiteit Twente (UT) deden ze onderzoek naar de meest uiteenlopende vragen, van onvoldoende onderbouwrendement tot achterblijvende resultaten op de Cito-rekentoets of het eindexamen Nederlands.

Grote winst Officieel is het datateamproject afgelopen: eind juni werden op een inspirerende ontmoetingsmiddag de laatste ervaringen en resultaten gedeeld. 'Het enthousiasme straalde ervan af', zegt CvB-voorzitter

4

Romain Rijk. ‘En terecht, want we hebben de afgelopen vier jaar gezien dat werken met datateams zowel kan helpen bij het oplossen van onderwijsproblemen als bij het veranderen van de professionele cultuur op scholen. In het onderwijs zijn we nog wel eens geneigd om uitspraken te doen "vanuit de onderbuik" en problemen aan anderen toe te schrijven: het ligt aan de leerlingen, het ligt aan de basisschool‌ Deze methode leert ons om eerst na te denken en te kijken wat we er zelf aan kunnen doen. Dat vind ik een heel grote winst.'

Bewijs Hun begeleidende taak is weliswaar afgerond, maar onderzoeker Kim Schildkamp en haar collega's van de UT volgen de teams tot eind 2016 om te zien wat de resultaten zijn van maatregelen die scholen op grond van het datateamonderzoek hebben genomen.


september 2015

‘Ook al zijn nog niet alle resultaten binnen, we kunnen nu al zeggen dat het werken met deze methode effect heeft op het opbrengstgericht werken in de school', zegt Schildkamp. ‘Op alle niveaus: van het datateam dat het hele onderbouwrendement onder de loep neemt tot de individuele docent die de teleurstellende resultaten van een klas op zijn laatste toets wil analyseren.' Wat haar eveneens verheugt, is dat er nu niet alleen bewijs is dat de datateammethode bijdraagt aan professionalisering, maar ook dat het onderwijs er beter van wordt. ‘Scholen die al jaren met een bepaald probleem worstelden, zien aantoonbaar effect van de genomen maatregelen.'

Doorgaan Een van de scholen uit de tweede tranche was Carmelcollege Gouda. Het datateam onderzocht hier hoe het kan dat een op zich goed presterende locatie als De Meander kampt met achterblijvende cijfers voor het centraal examen. ‘We denken nu dat het komt door een combinatie van factoren', zegt datateamlid en medewerker kwaliteitszorg Arina Molenaar. ‘We hebben geen bewijs gevonden voor de veronderstelling dat het ligt aan een gebrekkige leesvaardigheid bij leerlingen. Wel zijn we inconsistenties op het spoor gekomen in de manier waarop cijfers tot stand komen. Die beïnvloeden onze determinatie in de onderbouw en dat kan wel doorwerken in de bovenbouw. Daarom zijn we de vaksecties gaan versterken en werken we nu aan toetsbeleid. Maar of het probleem daarmee helemaal zal zijn opgelost? Misschien zit het toch meer in de motivatie van de leerlingen, zoals de Inspectie denkt. Dat gaan we verder onderzoeken. Want we gaan door, ook al loopt het project af. We zouden het heel jammer vinden om te stoppen.'

‘Hadden we dit maar tijdens onze opleiding geleerd'

Genoeg bagage Ook op het Augustinianum in Eindhoven wil het datateam niet van ophouden weten, vertelt teamvoorzitter Lisa Moonen. ‘We vinden de datateammethode heel geschikt om onderwijsproblemen te onderzoeken. We zeggen regelmatig tegen elkaar: hadden we dit maar tijdens onze opleiding geleerd!' Het Eindhovense team deed de afgelopen twee jaar onderzoek naar het zittenblijven in havo 3. Leerlingen die "bespreekgeval" waren aan het eind van havo 2, bleken een risicogroep te vormen bij de doorstroom van havo 3 naar havo 4. 'Een begeleidingsprogramma op maat in havo 2 had aantoonbaar effect: 63 procent van de genoemde leerlingen is vooruitgegaan, tegen 28 procent in eerdere jaren.' ‘Komend jaar gaan we óf de secties hulp bieden bij het zoeken naar dieperliggende oorzaken van achterblijvende leerlingprestaties, óf we zoeken een nieuw onderwerp', zegt Moonen. ‘Maar door gaan we zeker. Dankzij de goede begeleiding van de UT hebben we daar genoeg bagage voor.'

Standaard Romain Rijk is blij te horen dat scholen ook in de toekomst willen blijven werken met de datateammethode. ‘Wat mij betreft zou een datateam tot de "standaarduitrusting" van de school kunnen horen. Een kernteam van twee tot drie mensen dat je aanvult met steeds andere mensen op die manier verspreidt deze manier van denken zich in de school. Wat ik verder nog interessant vind om te weten, is of we uit de resultaten van verwante onderzoeken ook algemene lessen kunnen trekken. Als je een aantal van die onderzoeken aan een satéprikker rijgt, kun je de resultaten dan breder trekken? Daar gaan we nog over praten met de Universiteit Twente.' ◗

5


Belpanel Gesprek tussen volwassenen. ‘School was niet leuk', zegt een van hen. De ander vindt het de mooiste tijd van het leven. Daarna wisselen ze meningen uit: niet alles was prettig, niet alles vervelend. Maar is dat erg? Die vraagt voert naar de stelling voor ons vernieuwde Belpanel:

SCHOOL HOEFT HELEMAAL NIET LEUK TE ZIJN!

Johanneke ten Broeke, leerling 6 vwo, Bonhoeffer College Enschede:

Astrid Westers, docent Nederlands onderbouw vmbo, Marianum Groenlo: 22.07 ✓✓ neutraal!

15.48 ✓✓ ONEENS!

‘Volgens mij moet een school er alles aan doen om een prettige sfeer te creëren. Dán ga je er met plezier naartoe. Als een school dat kan bereiken, ben je als leerling gemotiveerd om te studeren, of het onderwerp je nu wel of niet aanspreekt. In zo'n omgeving stap je over minder leuke kanten heen. Gelukkig heb ik zo'n school. Onze leraren zijn enthousiast en open. De andere medewerkers zijn net zo positief. Wij, als leerlingen, doen daaraan mee. De school krijgt terug wat ze geeft. Ik heb bewust voor deze school gekozen, vanwege de prettige sfeer en mijn enthousiasme over het Technasium. Na vijf jaar vind ik nog steeds dat ik de goede keuze heb gemaakt.' ◗

Mohammed el Hamdaoui, ouder, Maartenscollege Haren:

Marijn Schoonderwoerd, leerling 5 havo, Antoniuscollege Gouda:

20.13 ✓✓ neutraal!

17.08 ✓✓ ONEENS!

‘Tegenwoordig moet alles leuk zijn, daar heb ik moeite mee. Zeker als we leuk uitleggen als vermaak, je niet hoeven inspannen. Dat is een degradatie van school en werk. Ouders en docenten hebben ook de taak onze kinderen bij te brengen dat ‘niet leuk' een onderdeel van het leven is. Daarmee moet ieder van ons leren omgaan. Hoe vroeger, hoe beter. Dat wil niet zeggen dat ik voor een Spartaanse school ben. Integendeel! Een school moet het beste uit haar leerlingen halen en veiligheid en geborgenheid bieden. Ze moet alles doen om haar leerlingen te laten groeien. Ik zou daarom het liefst de stelling aanpassen: school hoeft niet altijd leuk te zijn. Dat drukt mijn standpunt beter uit.' ◗

6

‘Deze stelling is me te zwart-wit. School kan niet altijd leuk zijn. En wat de één leuk vindt, hoeft voor de ander niet leuk te zijn. Zelf streef ik ernaar dat het óók leuk is. Ik zet me in om een goede sfeer te creëren, waarin de kinderen veilig kunnen werken. Bovendien probeer ik gevarieerd les te geven. Voor veel leerlingen is Nederlands toch een saai vak. Maar voor presentatieopdrachten mogen ze met de tablet naar buiten om in het park te filmen. Zo probeer ik meer vrijheid te geven. School is niet altijd leuk. Dat vond ik als scholier ook. Maar ik kijk met plezier terug op die jaren. Ik hoop dat onze leerlingen dat straks ook doen.' ◗

‘Helemaal oneens. School moet wél leuk zijn, want dan wekt ze je interesse. Dan werk je vanzelf harder en bereik je meer. Voor mij is school belangrijk omdat ik er mijn vrienden tref. Als je veel met elkaar omgaat, word je betere vrienden en stimuleer je elkaar. Ik ben bij een aantal vakken met mijn vrienden voorin gaan zitten. Dan blijft het gezellig en de prestaties gaan omhoog. Of de school leuk is, is uiteindelijk een persoonlijke keuze: het begint bij jezelf. Natuurlijk kan de school daaraan meewerken. Wij krijgen hier gevarieerd les en er zijn aansprekende activiteiten en evenementen. Dat werkt mee. De school kan veel doen om leuk te zijn. Maar het begint bij onszelf, is mijn ervaring.' ◗


MIJN PASSIE

september 2015

Saskia Veldhuis (29) werkt op het Titus Brandsma Lyceum (TBL) als docente geschiedenis en teamleider in opleiding en binnen Het Hooghuis als projectmanager educatieve digitalisering. Ook runt zij huiswerk- en coachingsinstituut Echt Lef (echtlef.nl). ‘Ik heb altijd geweten dat ik iets met geschiedenis wilde doen, maar een universiteit was niets voor mij. Gelukkig bood de lerarenopleiding uitkomst. Al tijdens mijn eerste stage werd ik verliefd op het docentschap. De alledaagse verwondering is magisch. Leerlingen openen mij de ogen met hun visie op mijn vak, de wereld en de mensen om ons heen. Ze zijn ontwapenend, echt, oprecht. Toen ik LC-docent werd, moest ik een project opzetten binnen school. Omdat mijn hart en kennis liggen bij digitalisering koos ik voor bring your own device (BYOD). Afgelopen jaar hebben we op het TBL een succesvolle pilot gedraaid, en dit schooljaar wordt BYOD schoolbreed ingevoerd! Naast mijn lestaak word ik nog opgeleid tot teamleider en heb ik diverse projectleiderschappen. Het is veel, maar ik ga elke dag met een gevoel van "yes!" naar school en huis. Daarnaast run ik Echt Lef. De naam zegt het al: het vergt moed om als tiener te erkennen dat het anders moet. We geven niet alleen huiswerkbegeleiding, het gaat ook om worden wie je bent. Zelf krijg ik daar alle kansen toe. In Tom Brocks heb ik een gouden rector. Zijn leiderschapsstijl inspireert mij. Hij geeft ruimte, vertrouwen. Daar groeien mensen van. Ik in elk geval wel!' ◗

‘De alledaagse verwondering is magisch'

7


De praktijk van School aan Zet en Leerkracht

Samen werken aan kwaliteit Het wemelt van projecten om de onderwijskwaliteit te verbeteren. De nadruk ligt daarbij steeds vaker op de docent. Wat heeft hij of zij nodig om de leerlingen (nog) meer en (nog) beter te enthousiasmeren? Dat is waar School aan Zet en LeerKRACHT zich op richten.

School aan Zet, een project van het ministerie van OCW, PO-Raad en VO-raad, wil scholen tot een lerende organisatie maken. Oftewel ‘een organisatie waarin samen leren centraal staat en waarin bevlogenheid van medewerkers wordt gestimuleerd.' En dat door een pragmatische aanpak die het enthousiasme en de motivatie van docenten versterkt. Als zij gedreven voor de klas staan, heeft dat een stimulerend effect op de leerlingen. ‘Dat is wat we willen', zegt Pieter van Schilt, directeur van de vmbo-locatie Van Renneslaan van het Almelose Pius X College. ‘We houden onze leerlingen voor dat het om hen gaat. Dat moeten ze doorleefd in de

8

school terugvinden. School aan Zet helpt ons daarbij. In feite creëer je je eigen scholing.' Wat dat onder meer brengt, vertelt Sander Postma, docent wiskunde. ‘We hebben dit jaar een experiment gedaan waarbij leerlingen hun eigen werktempo bepalen. Alle leerstof zit in de elektronische leeromgeving, ze hebben de vrijheid eraan te werken wanneer ze willen. Teun Weerman, docent aardrijkskunde: ‘De leerling heeft steeds meer nodig. Hij of zij heeft een eigen niveau, een eigen tempo. Wie meer structuur nodig heeft, kan die krijgen. Wie meer


september 2015

vrijheid nodig heeft, krijgt die ook.' Van Schilt luistert tevreden toe: ‘Als je met die houding voor de klas staat, krijg je heel andere kinderen.' Weerman: ‘Het is talentontwikkeling. Bij leerlingen en docenten.'

Parallel Hier dient zich een parallel aan met handelingsgericht werken. ‘We zijn overgestapt van het rode naar het groene potlood. We kijken naar wat onze leerlingen kunnen. Het is niet meer "Ja, maar", het is: "Ja, en?"' Een lerende organisatie volgt hetzelfde pad. De schoolleider: ‘We kijken naar wat we zelf al kunnen. Daarom liever geen externen meer. We willen zelf leren, dan wordt het van ons.' De beide docenten knikken. ‘Je moet kunnen experimenteren', vindt Postma. ‘Dan zul je best eens terugvallen, maar daar leer je van.' Weerman: ‘In een presentatie voor andere School aan Zet-scholen hebben we benoemd wat nog niet goed gaat. Dát zijn de momenten waarvan je leert.' De voorbeelden gaan over tafel. Een verkeerd woord in een notitie. Een studiemiddag die niet bood wat de docenten verwachtten. ‘Er kwam niets uit ons', herinnert Weerman zich. ‘Ik werd daar kriegel van',

vult Van Schilt aan. Postma, reflecterend: ‘Dat hebben we uitgesproken. We durven elkaar aan te spreken en ter verantwoording te roepen. We leren van wat misgaat.'

Differentiëren ‘En kunnen dus nog verdere stappen kan zetten', neemt Van Schilt over. ‘Deze manier van werken, van "samen bouwen, creëren, verwonderen" brengt ons veel. We gaan de komende tijd ontdekken hoe we meer werk kunnen maken van differentiëren. Samen, met onze eigen mensen. Dán leren we. Er is zelfs al gevraagd of we niet bij elkaar in de lessen kunnen kijken.' De veranderingen blijven niet onopgemerkt. School aan Zet heeft de school uitgeroepen tot referentieschool. ‘Eén van de twintig, omdat we al zover zijn. Zo is het ons gezegd. Daar zijn we trots op.' Andere scholen kunnen bij zo'n referentieschool binnenlopen om te zien of en hoe het werkt. Dat is alleen nog niet gebeurd. ‘Jammer', vindt Postma, ‘we kunnen veel meegeven. En we kunnen valkuilen benoemen. Inclusief de les dat niet alles in één keer kan. Je moet het uitsmeren in de tijd, het gaat stap voor stap.'

9


‘Hier gebeurt iets!' Arnold Seppenwoolde (25), docent Duits op de locatie De Boerhaave van het Etty Hillesum Lyceum, geldt als één van de voortrekkers van LeerKRACHT. ‘Daar herken ik me wel in', luidt zijn reactie. ‘We zijn met zeven docenten naar een bootcamp van de Stichting LeerKRACHT geweest, in de veronderstelling dat het over onderwijs en ICT zou gaan. Maar het ging over LeerKRACHT. En dus over onderwijs.' Het zevental was verrukt. ‘We zijn bordsessies gaan houden in de docentenkamer. Collega's kwamen kijken. Daaruit is spontaan een tweede groep ontstaan.' Seppenwoolde verklaart het succes uit de overzichtelijke opzet van LeerKRACHT: ‘We zijn bezig onze lessen beter te maken. Met kleine en haalbare doelen, zodat we elke dag een beetje beter worden.' Daarvoor moeten wel valkuilen worden overwonnen. Zoals de formulering van de doelstellingen. ‘Eén van onze eerste luidde: ‘Leerlingen moeten het werken met digitale media leuk vinden.' Veel te abstract! Je moet het concreet en meetbaar maken. Dan zie je waar je vordert of moet bijsturen.' En: ‘Die doelen formuleer je zelf. Dan trek je er harder aan dan wanneer ze worden opgelegd.' In dat klimaat gedijen de ambities van LeerKRACHT. Seppenwoolde: ‘Neem feedback en lesbezoek. Het komt spontaan op. De ene docent vraagt de andere: ‘Wil jij eens bij mij kijken? Zo eenvoudig is het.' En dat keert terug naar de leerlingen. ‘Voor mij het voornaamste punt. De leerling moet het zien. Ik heb enkele leerlingen geïnterviewd. Ze vertelden dat er veel meer eenheid in de lessen zat. Dat was één van onze doelen. Die leerlingen wisten dat niet. Voor ons een succes!' ‘We ontdekten ook: soms is de ene werkvorm beter dan de andere. Daarop spelen we nu in. We laten de kinderen niet meer alles op de laptop doen. Alleen als het meerwaarde heeft. Nu kunnen we gemakkelijker differentiëren en zowel achterblijvers als koplopers beter bedienen.' Hij ziet nog een groot voordeel. ‘Tijdens de bordsessies ontstaat een taakverdeling. Als iemand een afspraak niet is nagekomen, legt hij uit hoe dat komt. Soms vraagt iemand dan of hij het zal overnemen. Succes wordt een gezamenlijke verantwoordelijkheid.' Dat zien ook meer sceptische collega's: ‘Sommigen van hen doen nu volop mee. Die voelen ook: hier gebeurt iets!' ◗

10

McKinsey LeerKRACHT is een initiatief van adviesbureau McKinsey & Company. In 2010 heeft het onderzocht hoe succesvolle verbeteringen van de onderwijskwaliteit tot stand komen. Nederland komt er wat bekaaid vanaf: de kwaliteit ‘is in het algemeen goed' maar neemt niet toe. Andere landen passeren ons. Vergelijking van de onderzoeksresultaten en de PISA-onderzoeken van de OESO, leert dat elders vooral wordt ingezet op veranderingen die uit de docenten zelf komen. ‘Dan beklijven ze beter', weet Minke Maters, teamleider op de locatie De Boerhaave van het Etty Hillesum Lyceum in Deventer. Vincent Assink, lid van de Centrale Directie: ‘McKinsey werkt vanuit de gedachte dat elke medewerker ideeën heeft hoe hij zijn werk kan verbeteren. De kwaliteit van je organisatie verbetert sneller als je daarvan gebruikmaakt. Zo benadert LeerKRACHT het onderwijs. Wat kunnen we beter doen? Hoe kunnen we dat stapje voor stapje doen? Het motto is: ‘Elke dag samen een beetje beter.'' Lia Suurd, LeerKRACHT-coach voor het hele Etty Hillesum Lyceum en teamleider van de locatie Arkelstein (praktijkonderwijs), benadrukt: ‘LeerKRACHT is geen methode, maar een kapstok om anders te werken, om een cultuurverandering te bewerkstelligen. Voorwaarde daarvoor is vertrouwen vanuit de schoolleiding. Het is verantwoording achteraf.' En Maters: ‘Met een cruciale rol voor de bordsessie. Je staat te praten, je maakt afspraken en kunt meteen aan de slag.'

Bordsessie Het woord is gevallen: de bordsessie. LeerKRACHT gaat uit van drie "kerninterventies": werkbezoek en feedback, gezamenlijke werkvoorbereiding en de bordsessies. In de terminologie van LeerKRACHT betreft het wekelijkse ‘effectieve, korte teamsessies, waarin de medewerkers en teamleider doelen stellen en hierbij verbeteracties afspreken. Ze visualiseren dit op een whiteboard.' Uit de interactie tussen de drie kerninterventies ontstaat de verandercyclus. ‘Aan de hand van de doelen vraag je elkaar hoe je ervoor staat. Wat is de stand van zaken, hoe gaan we verder?, legt Suurd uit. Ze geeft een voorbeeld vanuit Arkelstein. Daar was het doel dat alle leerlingen binnen zes weken hun doelen kennen. ‘Na zes weken lag de score op 70%. We spreken van een "leraaractie", ontstaan uit een op de leerlinggericht doel.' Maters noemt het doel van de ICT-klas van De Boerhaave (een pilot om het onderwijs digitaler te maken). ‘De docenten willen meer differentiëren. Leerlingen kunnen nu kiezen. Volg je de les, ga je zelf aan het werk of ga je verdiepen? De docenten hebben het idee zelf ontwikkeld en samen uitgewerkt. Wij willen onze leerlingen in staat stellen hun weg te vinden in een dynamische samenleving. Daar zetten we LeerKRACHT voor in.'

m


september 2015

COLUMN

‘Bij de Centrale Dienst werken we ook met LeerKRACHT', neemt Assink het woord over. ‘Je staat aan dat bord en leert snel dat je tot concrete acties moet komen. Doordat je staat, zie je elkaar en komt iedereen aan het woord. Dat werkt beter dan een zittende vergadering.' Na de zomer is ook locatie De Keurkamp overgegaan op LeerKRACHT. De overige locaties maken gebruik van andere methodieken.

Carmel Wat kunnen andere (Carmel)scholen van Pius X en Etty Hillesum Lyceum leren? Pieter van Schilt: ‘Als referentieschool van School aan Zet heten we iedereen welkom.' Vincent Assink weet dat het Augustinianum in Eindhoven na de zomer met LeerKRACHT is begonnen. ‘We hebben uitvoerig onze ervaringen gedeeld.' Het vuurtje draagt nog verder. Lia Suurd en Arnold Seppenwoolde (zie kader) hebben een presentatie verzorgd tijdens de studiedagen van Carmel. ‘We doen er goed aan hierover in Carmelverband met elkaar door te praten', meent Assink. Hij krijgt bijval van Van Schilt: ‘Het zou goed zijn binnen Carmel te spreken over het belang van een lerende organisatie. Daar worden we allemaal wijzer van.' ◗

met elkaar

Schijn-integer Carmelscholen willen dat hun leerlingen zich ontwikkelen tot volwassen en verantwoordelijke mensen, met een goed ontwikkeld moreel kompas. Dit naast alle basisvakken en cognitieve vakken. Voorbeeld(ig)gedrag van alle Carmelcollega's is een voorbeeld voor onze leerlingen en draagt zo bij aan de ontwikkeling van dat kompas. Hoe staat het daar eigenlijk mee? Vanuit de identiteit van onze stichting is impliciet af te leiden welk gedrag wel en welk gedrag niet kan. Maar omdat een misverstand zo geboren is, is onlangs in een gedragscode opgeschreven hoe om te gaan met dilemma's in de omgang met onze leveranciers. Deze gedragscode vormt zo een aanvulling op onder meer de klachten- en klokkenluidersregeling. Een moreel kompas zit van binnen, het is je eigen oordeel van goed of fout. Dat kompas groeit door in gesprek te gaan en de dilemma's te ontdekken waarvoor we ons gesteld zien. Zo bezien is het vreemd dat we een gedragscode met richtlijnen en regels nodig hebben. De code maakt ons schijn-integer. De bedoeling van de gedragscode is echter om het gesprek op gang te brengen. Bovendien worden we erop aanspreekbaar, doordat onze leveranciers kunnen lezen wat je van ons kunt verwachten. De besluitvorming over de gedragscode heeft de nodige tijd in beslag genomen. Ik hoop niet dat dat ons moreel kompas weerspiegelt. Gezocht is naar de balans in de tekst van de code tussen expliciet en niet te betuttelend. Een beetje integer bestaat niet. Toch kun je over integriteit aan het twijfelen slaan, zeker als het "de schijn van" betreft. De oplossing ligt in het goede gesprek. Wanneer heb jij dat voor het laatst gevoerd? ◗

FRIDSE MOBACH Lid College van Bestuur, Stichting Carmelcollege

11


Carmel in beeld

Op naar de Shell Eco Marathon! Voor het eerst reden er eind mei leerlingen van het Bonhoeffer College, locatie Bruggertstraat, mee in de Shell Eco Marathon, een internationale wedstrijd voor energiezuinig rijden met zelfgebouwde auto's. Alleen al de aanloop naar de race was bloedstollend spannend. Zou de auto op tijd klaar zijn?

2

1 Nog twintig dagen en dan moet dit een rijdende elektrische auto zijn! Anneke, Isabel, Wouter en Bas blijven er opmerkelijk koel onder.

En dit is-ie dan! De superzuinige, elektrische UrbanConceptcar van het Green Team Twente Young.

12

Het Bonhoefferteam bestaat uit 25 leerlingen van het technasium en de business school. Even voorstellen: Bas, eerste chauffeur.


september 2015

3 Het moederteam van Universiteit Twente heeft geholpen met een tweedehands kap, sponsor Maxon leverde de elektromotoren. De rest doen de leerlingen. Ja, ook het programmeren van de ruitenwissers.

4 Tja, dan heb je wel vier wielen, maar hoe monteer je die eigenlijk?

6

5 Isabel en Martijn plaatsen een stuk van het zelfgebouwde frame. Millimeterwerk!

Tijd om de kap eroverheen te zetten. Past die ook nog met de chauffeur erin?

7 Op 25 mei staat deze auto aan de start in Rotterdam. En‌ hij rijdt! Doel voor de race van volgend jaar: een mooie tijd neerzetten. London, here they come!

13


Kort De datateam methode: formatief toetsen Carmel en de UT zetten hun succesvolle samenwerking graag voort. We starten een nieuw project waarbij we scholen via een soort datateam methode willen ondersteunen in het (beter) gebruikmaken van toetsgegevens, zoals de schoolexamens. Door toetsgegevens te gebruiken kunnen docenten en leerlingen beter inzicht krijgen in de onderwijsbehoeften, de instructie hier beter op afstemmen en daarmee de kwaliteit van het onderwijs verbeteren.

Vragenlijst formatief toetsen In het najaar van 2015 worden alle Carmelscholen benaderd om schoolbreed een vragenlijst over formatief toetsen in te laten vullen door docenten. We willen het gebruik van formatieve toetsing onderzoeken in de lespraktijk van het voortgezet onderwijs. Bij voldoende respondenten ontvangt de school een rapportage over formatieve toetsing in de eigen lespraktijk. Professionalisering formatief toetsen In het voorjaar van 2016 starten we met het professionaliseringstraject formatief toetsen. Hiervoor zijn we op zoek naar docenten die lesgeven in exacte vakken (wiskunde, natuurkunde, scheikunde, biologie) in het havo examentraject. In dit project willen we ook gebruikmaken van een nieuwe tool: de proeftuinen van SLO (proeftuinexamens.slo.nl). Leerlingen kunnen via een webapplicatie oefenen voor hun eindexamens. Leerlingen en docenten krijgen een overzicht van de mate waarin leerlingen onderwerpen en vaardigheden beheersen, welke hoofdstukken uit de methode of uit "open content" zij nogmaals door kunnen nemen en welke andere examenvragen zij kunnen oefenen. Uit onderzoek blijkt dat de proeftuin een meerwaarde heeft voor docenten en hen helpt bij het realiseren van instructie op maat. Meer informatie Christel Wolterinck (teamleider onderzoek & onderwijsontwikkeling, Marianum) is sinds januari 2015 parttime verbonden aan de UT als een zogenaamde buitenpromovenda bij project Datateams. Is jouw Carmelschool geïnteresseerd in de thema's "opbrengstgericht werken", "datateams" en "formatief toetsen" en wil je aan de slag met de examenresultaten in de havo? Neem dan contact op via cwolterinck@marianum.nl.

14

Leerlingen Pius X College en Maartenscollege winnen Carmel Award 2015 Op donderdag 9 april vond in Hengelo de finale van de Carmel Award 2015 plaats. Uit de acht genomineerde groepen zijn leerlingen uit 5 havo van het Pius X College (Almelo) en uit 6 vwo van het Maartenscollege (Haren) als winnaars uit de bus gekomen. Zij steken niet alleen de titel "Beste Carmelprofielwerkstuk 2015" in hun zak, maar ook een mediacheque ter waarde van € 500. De winnares van de havo, Demi Vallery Plettenburg, heeft de titel te danken aan haar bijzondere profielwerkstuk over "Hoe van boek naar doek". "Spannend, innovatief; een prachtige film van een transitie van een lees- naar een filmische cultuur.", aldus de jury. De winnaars van het vwo, Christiaan van den Berg en Thom Nijboer, aan hun profielwerkstuk "Survival of the strongest" (over het belang van spierweefsel bij levertransplantaties). "Een hoog professioneel gehalte, Engelstalig, deze was écht genuanceerd!"

Carmel Award 2016 Wil je dat jouw Carmelschool ook in aanmerking komt voor deze award? Laat je leerlingen dit schooljaar dan deelnemen! De finale vindt plaats op vrijdag 15 april 2016. ◗

Volg je ons op social media?

@stgcarmel en @CarmelVacatures

stichting carmelcollege

stgcarmel

stichting carmelcollege ◗


september 2015

Hoe ging het verder met...

Carmel ICT

Nog dit najaar werken alle leerlingen en medewerkers binnen Carmel met Office 365. Het is het eerste tastbare effect van het Carmelbrede ICT-project dat in volle gang is.

'De grootte van de verandering in de praktijk verschilt per school'

eigentijds Eigentijds onderwijs is niet meer denkbaar zonder ICT. De ontwikkelingen gaan echter zo snel en vragen zo veel expertise dat kleinere scholen het nauwelijks meer kunnen bijbenen. Zeker niet als zij ook nog te maken krijgen met krimp. Een oplossing ligt in het bundelen van krachten en daarom heeft Stichting Carmelcollege eind 2013 besloten de ICT te gaan concentreren. Alle scholen gaan gebruikmaken van een gezamenlijke ICT-omgeving met centrale ondersteuning vanuit het bestuursbureau. De meeste ICT-medewerkers zullen niet langer op de scholen gestationeerd zijn, maar werken vanuit Hengelo. Op de scholen blijft nog wel ondersteuning aanwezig in de vorm van werkplekbeheerders.

Even wennen De bouw van die gezamenlijke ICT-omgeving is inmiddels in volle gang. Dit najaar wordt op alle scholen Office 365 uitgerold, het eerste merkbare effect voor leerlingen en medewerkers. Zij gaan werken met Microsoftprogramma's als Word, Excel, Outlook en Powerpoint. Ook worden hun data voortaan opgeslagen op OneDrive: niet langer op de servers van de school, maar "in the cloud". Hoe groot de verandering in de praktijk zal zijn, verschilt per school. ‘Bij mij op school gebruikten we bijvoorbeeld

een ander mailprogramma, dus Outlook zal even wennen zijn', zegt Paul Slegers, lid van de Centrale Directie van Het Hooghuis en één van de projectleiders. ‘Een school die altijd al met Outlook werkte, merkt daar minder van.' En zo geldt dat voor alles. Nieuw is dat scholen de beschikking krijgen over tools als Skype for Business en Sharepoint - een intranet waarmee het Twents Carmel College en het Bonhoeffer College momenteel als eerste ervaring opdoen.

Medewerkers Veruit het grootst is de verandering voor de ICTmedewerkers op de scholen. Hun toekomstige standplaats zal niet langer Oss, Haren, of Oldenzaal zijn, maar Hengelo. Slegers beseft hoe ingrijpend dat is: ‘Op je school de ICT zien veranderen waar je met hart en ziel aan hebt gewerkt en dan ook nog ver(der) reizen om het werk te kunnen blijven doen waar je van houdt. Maar het aantal devices in de school neemt toe, de drukte op het net wordt groter, de techniek complexer. Het concentreren van de ICT is de enige manier waarop we op de lange termijn kunnen garanderen dat leerlingen en medewerkers op al onze scholen groot en klein toegang houden tot de ICT die nodig is voor toekomstgericht onderwijs.' ◗

15


waardering No Blame en The Challenge

Heel de mens in de klas

'We hebben een zaadje geplant'

‘Iedereen wil gezien en gewaardeerd worden.' Het is de kernzin uit het gesprek met Mieke Doornenbal, specialistisch leerlingbegeleider en anti-pestcoördinator op Carmel College Salland in Raalte. Ze duidt op de essentie van het No Blame-programma om pestgedrag te bestrijden. Hans Kosterink, onder meer antipestcoördinator op de locatie Woolderweg Borne van Het Twickel College, zegt: ‘Iedereen wil voelen dat hij er mag zijn en goed is zoals hij is.' En dat was de inzet van de Challenge Day op zijn school. No Blame en The Challenge lijken afzonderlijke grootheden. Het eerste gaat pestgedrag tegen door de pesters medeverantwoordelijk te maken voor de oplossing. ‘Ze krijgen de kans om hun herstelrecht te gebruiken: wie vervelend heeft gedaan krijgt de kans zich te herstellen', legt Doornenbal uit. Hier ligt de verbinding met Challenge Day. ‘De kinderen hebben gezien dat er veel façade is; dat veel mensen zich anders voordoen uit angst om niet geaccepteerd te worden. Onze leerlingen hebben mogen voelen dat iedereen er mag zijn', duidt Kosterink.

16

No Blame Doornenbal kwam op het spoor van No Blame toen ze in 2007 een effectieve methode zocht om pestgedrag tegen te gaan. ‘Pesters bestraffen heeft zelden zin. Het risico is groot dat ze dat opnieuw gaan verhalen op het slachtoffer', legt ze uit. ‘No Blame doet een beroep op de kracht en de waarden van klasgenoten. Ze worden medeverantwoordelijk voor het groepsproces. Dan wordt het vinden van oplossingen een gezamenlijke opdracht.'


september 2015

Na de signalering van pestgedrag praten Doornenbal (of één van de andere vijf No Blame-coaches van het Carmel College Salland) en de mentor met het slachtoffer X. ‘We vragen wat er gebeurt en wat dat met hem of haar doet. Daarna vragen we wat hij of zij nodig heeft.' De mentor stelt aansluitend een groep van acht klasgenoten samen: maximaal twee personen waarvan X last heeft en zes gangmakers uit de klas. ‘Die acht worden uit de klas gehaald en dat is niet vooraf aangekondigd. Wij vragen: ‘Iemand voelt zich ongelukkig in de klas, weten jullie wie?' Meestal noemen ze zelf al de naam. Dan zeggen wij dat ze ons kunnen helpen het probleem op te lossen. Dat willen ze, ze zijn trots hiervoor te worden gevraagd.' Verder gaan Doornenbal en de mentor niet. ‘We vragen wat ieder van hen kan doen om ervoor te zorgen dat X zich prettig voelt. Wij stellen niets voor, het moet uit henzelf komen. Daarna vragen we of ze tips hebben voor X. Zo ontstaat wisselwerking en gaat X ook bewegen.' En dan zijn verrassende uitkomsten mogelijk. Doornenbal: ‘We geven X bagage mee en maken de pesters medeverantwoordelijk. De ervaringen zijn altijd positief. We horen van de leerlingen dat ze meer zelfvertrouwen krijgen. We bereiken veel als we leerlingen helpen elkaar te begrijpen en hen voor elkaar verantwoordelijk te maken.'

The Challenge De locatie Woolderweg van Het Twickel College in Borne is een breed instroompunt voor de onderbouw. Hans Kosterink is er docent tekenen, handvaardigheid en techniek, mentor en anti-pestcoördinator. Hij heeft vorig schooljaar twee locatiebrede projecten georganiseerd rond pesten en "anders zijn" en (seksuele) diversiteit. Daarbij kwam de voorbeeldfunctie van docenten aan bod. ‘Wij moeten laten zien dat ook wij gevoelig kunnen zijn. Ik kan niet Hans zijn als ik niet laat zien dat het me raakt.'

Daarom kwam het tv-programma "Over de streep" diep bij hem binnen. In deze Nederlandse variant van de Challenge Day uit Amerika gaan leerlingen met elkaar in gesprek over wat hen bezighoudt. In kleine groepjes vertellen ze over zichzelf, met als beginzin ‘Als je me beter zou kennen, dan…'. Later vraagt de presentator de deelnemers over de streep te komen als ze, bijvoorbeeld, wel eens gepest zijn of iets anders ernstigs hebben meegemaakt. De achterblijvers betuigen respect. Diep onder de indruk nam Kosterink contact op met de organisatie Challenge Day. ‘We wilden geen tv-registratie. Dan kost het meer, maar de gemeente Borne heeft subsidie gegeven.' De grote dag was 11 maart. Zo'n honderd tweedeklassers en 25 begeleiders deden mee. Kosterink vertelt er bij vlagen ontroerd over. ‘Die kinderen leerden elkaar aan te kijken, te laten zien dat de ander OK is zoals hij is. Als ze naar huis gaan, weten ze dat die ander hun steun kan gebruiken. Neem maar mee dat je door het niet zien van de pijn van de ander schade kunt aanrichten. Dat heeft veel in gang gezet. Er is wat met die kinderen gebeurd, hoor... Iedereen heeft gevoeld dat de ander er mag zijn. Heel intens, heel emotioneel. We hebben een zaadje geplant.' Dat heeft ook de relatie tussen de deelnemende collega's versterkt. ‘We hebben gezien dat we meer voor elkaar kunnen doen. Nu begrijpen we beter waarom sommige kinderen zijn zoals ze zijn.' Dat heeft ook hem getroffen: ‘Het was de meest bijzondere dag uit mijn onderwijsloopbaan.' ◗

Meer weten? Neem contact op met de geïnterviewden via: m.doornenbal@carmelcollegesalland.nl en h.kosterink@carmelhengelo.nl ◗

17


Open kennismaken op De Thij

‘Je mag er zijn' Waar raken de leefregel van Karmel en de praktijk op Carmelscholen elkaar? Samen met hedendaagse Karmelieten gaan we op zoek naar de waarden die Karmel en Carmel verbinden. In dit nummer: karmeliet Ben Wolbers op zoek naar de open ruimte op Twents Carmel College, locatie De Thij in Oldenzaal.

Hun gezichten staan verwachtingsvol, maar ook wel een tikje gespannen. Het is zover! Voor de nieuwe brugklassers is het eerste schooljaar op De Thij begonnen. De meesten zijn voor hun gevoel wel toe aan de overstap naar de middelbare school. Maar spannend blijft het: een nieuwe start in een klas waar je lang niet iedereen kent. Tweedeklassers Joost en Celena kunnen het zich nog goed herinneren. Vorig jaar waren zij nieuwkomers op De Thij. Joost zag er toen echt even tegenop om te beginnen op zo'n grote school. Zou het lukken om vrienden te maken? En Celena zat maar bij één leerling van haar vorige school in de klas. ‘Omdat ik op de basisschool een groep heb overgeslagen, was ik pas 11 toen ik hier kwam', vertelt zij aan karmeliet Ben Wolbers, die vandaag op school te gast is. ‘Ik weet nog dat ik me afvroeg: zullen ze me niet als een kleuter behandelen?'

Persoonlijk Voor de groepsvorming in een nieuwe klas zijn de eerste weken doorslaggevend. Forming, storming, norming en performing: in ongeveer acht weken tijd doorloopt elke groep een aantal klassieke ontwikkelingsfasen. Wat daar gebeurt, werkt door in de rest van het jaar. Belangrijk is dus dat de leerlingen elkaar in die eerste weken op een goede manier leren kennen. Net als de meeste scholen organiseert De Thij voor dit doel een introductie- of "wenweek". Op De Thij gebeurt echter iets bijzonders. Docent levensbeschouwing Elies Schledorn en zorgcoördinator en docent mens & gezondheid Meriam Zwiers verzorgen voor elke brugklas een speciale groepsles, een idee dat afkomstig is van docent Ellen van Ruiten. Zwiers doet het al voor het achtste jaar; voor Schledorn is dit de tweede keer. Het gaat om een blokuur van tweemaal vijftig minuten waarin de leerlingen uit één klas elkaar aan de hand van allerlei werkvormen persoonlijk leren kennen. Dat gaat een stuk verder dan het standaard-kennismakingsspel: leerlingen delen echt ervaringen met elkaar en ontdekken wie er schuilgaan achter de maskers van uiterlijk en bravoure. ‘Wij zijn een school van kansen geven', verklaart Schledorn. ‘We willen leerlingen de ruimte geven om te groeien. De sfeer in een klas is daarbij heel belangrijk. Voel je je veilig, dan kun je beter presteren. Met deze groepslessen hopen we een goede basis te leggen voor de rest van het jaar.'

18

'Wij zijn een school van kansen geven'


september 2015

Vertrouwen Voor Joost en Celena heeft dat gewerkt, vertellen zij terugblikkend aan Ben Wolbers (zie foto pagina 20). ‘Eerst vind je het wel raar om in zo'n les persoonlijke dingen te vertellen aan onbekende kinderen', zegt Celena. ‘Maar door de manier waarop het gaat en de spelletjes die je doet, gaat het vanzelf.' Of het fijn is om op deze manier met elkaar te praten, wil Wolbers weten. Joost vindt van wel: ‘Je ontdekt dat anderen ook

Zeven waarden die Karmel en Carmel verbinden Op verzoek van de werkgroep Waardengericht Leren ging Ben Wolbers, voormalig priorprovinciaal van de Karmelieten in Nederland, op zoek naar raakvlakken tussen de leefregel van Karmel en de praktijk op Carmelscholen. In een notitie benoemt hij zeven waarden: 1. open ruimte 2. stilte en gerechtigheid 3. ruimte geven en dienen 4. allen voor een 5. een voor allen 6. een kans en nóg een kans 7. de waarde van werk Aan elke waarde wijden we in Carmel Magazine een reportage. In dit artikel gaat Ben Wolbers op zoek naar de open ruimte op Twents Carmel College De Thij in Oldenzaal. ◗

ruimte

19


Ben Wolbers in gesprek met Joost en Celena.

Open ruimte In de leefregel van de Orde van de Karmelieten staat het begrip ruimte centraal. De regels en afspraken die er zijn, hebben altijd een menselijke maat: ze zijn niet gesloten, en waar het kan, niet absoluut. Ze bieden een doorgang naar de liefde: het geheim van het leven. Het is die liefde waardoor de paters werden gedreven die aan de oorsprong van Stichting Carmelcollege stonden. Een onvoorwaardelijke liefde, zonder pretenties, maar met passie voor "elke mens, heel de mens en alle mensen", zoals het nog steeds in de missie van Carmel staat. Liefde voor iedere mens, van leerling tot rector, is de bron van waaruit Carmelscholen werken. Geen geslotenheid, geen starre afspraken en regelingen, maar vasthouden dat er altijd méér is. ◗

allemaal iets hebben. Iedereen is anders. En als je dat van elkaar weet, ga je met respect met elkaar om.' Celena vult aan: ‘Eerst is het best moeilijk om persoonlijke dingen te vertellen. Maar omdat de anderen jou dingen toevertrouwen, vertrouw jij hen ook. En als je het eenmaal verteld hebt, ben je blij en opgelucht dat ze het weten. Het zijn dingen waar je het anders niet elke dag over hebt. Terwijl het vaak wel goed is dat je van elkaar weet wat er aan de hand is. Want dan ga je ook anders tegen elkaar doen.' Joost: ‘Je krijgt echt een band met elkaar. Zonder zo'n band ga je heel anders naar school. Dan denk je 's ochtends misschien: zullen ze weer over me gaan roddelen? Dat voelt niet veilig.' Celena: ‘Daar kunnen je prestaties ook van achteruit gaan. Als je elkaar goed kent, heb je meer ruimte om te leren.'

Niet oordelen De Thij kiest er bewust voor de extra groepsles niet door de mentor te laten leiden. Die is er wel bij, maar de leiding is in handen van Schledorn en Zwiers. Dit geeft de mentor de kans om te observeren, wat waardevolle

20

'Wie gaan er schuil achter de maskers van uiterlijk en bravoure?'

informatie oplevert voor de rest van het jaar. Daar komt bij dat sommige mentoren het lastig vinden om in zo'n kennismakingsfase al door te vragen. En dat doorvragen is juist belangrijk om dieper te komen dan de oppervlakte. Een ander belangrijk uitgangspunt is dat er in de groepsles niet wordt geoordeeld. ‘We doen bijvoorbeeld een ja/nee-spel waarbij leerlingen door opstaan of zittenblijven aangeven of een uitspraak op hen van toepassing is', vertelt Zwiers. ‘Ik houd van sport, ik ontbijt nooit, noem maar op. Dan zeggen wij dus niet: "je moet wel ontbijten, hoor." Het kan zijn dat we een leerling vragen wat hij of zij zelf ergens van vindt, maar we oordelen niet.' Wolbers vindt dit essentieel. ‘Dit is een goed voorbeeld van wat in de Karmelspiritualiteit met open ruimte wordt bedoeld. Je weet nooit wat er bij iemand achter zit. En zodra je daarover gaat oordelen, kun je niet meer met die ander in contact komen. Dan heb je de muur gesloten.'

Bewustwording Na een pauze vervolgt hij: ‘Ik ben sowieso onder de indruk van de openheid waarmee leerlingen en docenten elkaar tegemoet treden. Als ik dat vergelijk met mijn eigen tijd op het gymnasium… Kijk alleen al naar wat Celena en Joost vertelden; zij durven zichzelf echt te laten zien. Dat vind ik mooi. Wie ben ik, wat kan ik, hoe kom ik over, wat vind ik moeilijk? Met die bewustwording begint het. "Iedereen is anders." Ik hoorde het Joost tegelijkertijd zeggen als een ontdekking én een aanvaarding.'


Schledorn wijst op een passage in de notitie over "Karmel en Carmel", die op tafel ligt: ‘Hier staat: "jij mag er zijn". Dat is in zo'n groepsles inderdaad onze boodschap. Niemand is gelijk, iedereen is gelijkwaardig. Het is prachtig om te zien hoe 32 leerlingen allemaal een eigen persoonlijkheid hebben en toch verbinding zoeken met elkaar. Er wordt in zo'n groepsles echt geluisterd, niemand is ondertussen met andere dingen bezig.' Zwiers: ‘Soms komen veel emoties vrij, bijvoorbeeld bij leerlingen die in het verleden zijn gepest. Andere leerlingen vinden dat erg, gaan even naast zo'n leerling zitten. Soms vragen ze of ze de ander een knuffel mogen geven. Ook dat zegt: "jij mag er zijn". Vervolgens maken Elies en ik dan de switch naar iets luchtigers, want die balans is wel belangrijk.' Voor de leerling in kwestie eindigt het hiermee natuurlijk niet: de mentor kan er in vervolggesprekken op terugkomen en zo nodig wordt het zorgteam ingeschakeld.

Compliment Schledorn en Zwiers sluiten de extra groepsles bij voorkeur af met een activiteit waarbij leerlingen aangeven hoe zij gaan bijdragen aan een positieve sfeer. Schledorn: ‘Dit doen we ofwel door leerlingen hun bijdrage te laten noemen terwijl ze een steentje in een hartenemmer leggen (‘hoe draag jij je steentje bij'), of door een compliment aan elkaar te schrijven op een A4-tje dat iedere leerling op de rug geplakt krijgt. En dan niet "wat heb je mooie ogen", maar iets over wat je waardeert in de ander. Zo houden ze een tastbare, positieve herinnering aan de extra groepsles, die bijvoorbeeld in hun mentormapje opgeborgen kan worden.' Aan het eind van de ochtend willen Zwiers en Schledorn van Wolbers weten met welke indruk hij naar huis gaat. Een positieve, zo blijkt. ‘Ik heb echt het gevoel dat er liefde is voor de leerling. Ik hoor dat jullie met zorg en eerbied met de leerling omgaan, zonder er bovenop te zitten. Dat jullie de leerling vrijheid geven en ondertussen nauwkeurig volgen. Het is hier geen "gelijke monniken, gelijke kappen", om het met een passende beeldspraak te zeggen. Jullie bieden de leerling een open ruimte aan, die tegelijkertijd gestructureerd is. Zo is het ook in de leefregel van Karmel. Een duidelijke structuur met daarbinnen openheid voor iedere mens. Dat is belangrijk: je kunt ruimte pas benutten om te groeien als je weet welke grenzen er aan die ruimte zijn.' ◗

Meer weten over de extra groepslessen op Twents Carmel College De Thij? Mail met meriam.zwiers@twentscarmelcollege.nl of e.schledorn@twentscarmelcollege.nl. De publicatie "Karmel en Carmel in gesprek" is te vinden op carmel.nl/themas onder Waardengericht Leren. ◗

COLUMN

september 2015

Alles komt goed Ondanks de hitte, de tegenvallende examenresultaten en de Radler nul procent, was het een bijzonder gezellige diplomauitreiking dit jaar. Ook heel leerzaam. Toevalligerwijs waren er veel oud-mentorleerlingen aanwezig: Emma, Eefje, Nick, Len, Tako, Bram en nog een paar. Chris, die voor zijn zusje kwam, was een volwassen man geworden en leek mede door zijn modieuze kleren nog maar weinig op de onhandige, stotterende jongen van een jaar of zes geleden. Eén ouderavond staat me nog helder voor de geest. Moeder rechts, een opgefokte vader links, Chris in het midden. Begrijp ik het nou goed, vroeg vader die rechtstreeks van zijn werk was gekomen, dat die onvoldoendes er ook staan omdat jij een stel verslagen niet hebt ingeleverd? Dreigende stilte. Chris schrompelde langzaam in elkaar. Godverdomme Chris, vandaag of morgen smiet ik dat ding nog een keer oet het raam! Dat ding, dat was natuurlijk de computer, de oorzaak van alle inactiviteit van de zoon. Wis-ie dat, beet hij zijn vrouw toe, na weer een stilte. Jaha, zei ze, terwijl ze de andere kant op keek, dat wist ik wel. Dezelfde sloomheid van praten als Chris. Vader hapte naar adem, had even geen woorden meer. Zoveel testosteron, zo veel adrenaline, maar het liep allemaal weg, loste op, verdampte in deze coalitie van passiviteit. Tussen twee toespraakjes door vertelde Chris me opgewekt dat hij kunstmatige intelligentie studeerde in Nijmegen. De studie lag op schema. De andere leerlingen vertelden later elk hun eigen verhaal, maar de boodschap was duidelijk: het gaat goed met me. Eentje was uit de kast gekomen en zag er zichtbaar gelukkig uit. Een ander (PDD-NOS, gescheiden ouders) had in één jaar tijd zowel het vavo-traject als zijn eerste hbo-jaar afgerond (bijna, nog twee hertentamens). Ik heb jonge collega's die met grote stelligheid tijdens een rapportvergadering over een derdeklasser durven te beweren: hij zal voor mijn vak nooit een voldoende halen. Mensen veranderen, zou ik tegen hen willen zeggen, mensen ontwikkelen zich, kleine jongens worden groot. Het komt wel goed. Meestal. ◗ Jos Baack Docent Frans en CKV, Twents Carmel College, locatie De Thij

21


opmerkelijk

filmpje zien? matie legizenan en Meer infanorde met Layar! ze pa Sc

22

SCAN MET KIJK OP PAGINA 2


september 2015

Etty Hillesum goes Antarctic Het Etty Hillesum heeft er dit jaar twee "duurzame leiders" bijgekregen. Leerling Manon Heerts (15) en haar docent Yvonne Wittingen, Het Vlier/De Boerhaave, hebben in maart 2015 de reis van hun leven gemaakt naar Antarctica. Groepen pinguïns, zeehonden en walvissen... Yvonne vertelt erover, nog vol met herinneringen aan een oneindig wit uitzicht met het contrast van de blauwe zee. Maar ook de donkere kant van de zichtbare klimaatverandering staat nog in haar geheugen gegrift. Op het event "Cleantech Tomorrow" was Manon met haar klas aanwezig en ging zij naar huis met een persoonlijke uitnodiging van spreker Robert Swan voor de duurzaamheidsreis naar Antarctica. Swan is als eerste mens op aarde te voet naar de Noord- en Zuidpool gegaan en is oprichter van "Expeditie 2041", een stichting die zich inzet voor het behoud van Antarctica. In 2041 loopt een verdrag af, waarin staat dat er alleen voor wetenschappelijke doeleinden onderzoek gedaan mag worden op Antarctica. Jaarlijks gaat hij met een groep mensen van over de hele wereld naar de Zuidpool om ze op te leiden tot "duurzame leiders" die er in de toekomst voor gaan zorgen dat Antarctica beschermd blijft. Zo hoopt Swan dat er tegen 2041 mensen zijn die het stokje van hem overnemen. Omdat Manon minderjarig is mocht ze niet alleen op expeditie. Yvonne, docent klassieke talen, solliciteerde op deze job en mocht mee: ‘Van jongs af aan was ik al (in mindere mate) bewust bezig met duurzaamheid. Na deze unieke expeditie is deze bewustwording natuurlijk alleen maar groter geworden. Zo ben ik weer volledig vegetariër, probeer ik weinig producten te gebruiken die plastic bevatten (denk aan bepaalde soorten shampoo en tandpasta) en nog vaker de fiets te pakken. Je zet voet in een compleet andere wereld. Natuurlijk hebben we prachtige dingen gezien. Maar je ziet ook ter plekke de gevolgen van klimaatverandering, zoals grote ijsplateaus die 10.000 jaar stabiel waren en nu zijn afgebroken door de opwarming van Antarctica. Het programma was druk; van de ene lezing naar de andere en 's avonds werkten we nog snel ons dagboek bij. En dit alles deelden we met een groep mensen uit 26 verschillende landen, heel bijzonder.

‘Je zet voet in een compleet andere wereld'

Voor ons persoonlijk houdt het ambassadeurschap ook in dat we Cleantech breder bekendmaken binnen de regio. Cleantech maakt zich hard voor meer duurzaamheid binnen het bedrijfsleven in de regio. Daarnaast blijven we in contact met 2041. Zo hebben we in mei en september weer een follow up call gehad en blijven we elkaar inspireren. Ook het Etty Hillesum Lyceum gaat zich in de toekomst steeds meer bezighouden met duurzaamheid in de vorm van het "Ecolyceum". De precieze vorm is nog niet bekend, maar er zijn ideeën in overvloed die hopelijk aankomend schooljaar vorm gaan krijgen!'

Op de hoogte blijven van de duurzaamheidsplannen op het Etty Hillesum Lyceum? Houd dan ettyhillesumlyceum.nl in de gaten. Benieuwd naar de belevenissen van Manon en Yvonne? Scan dan de pagina met Layar. ◗

Colofon Carmel Magazine wordt gemaakt voor medewerkers en relaties van Stichting Carmelcollege en verschijnt drie keer per jaar. Redactie Fijke Hoogendijk Daphne Razi (Stichting Carmelcollege) Hans Morssinkhof (Hans Morssinkhof Publicity, Arnhem) Suzanne Visser (Perspect, Baarn) vormgeving en opmaak Digidee, Enschede Fotografie Marty van Dijken (Van Dijken, Enschede) Druk Gildeprint, Enschede Oplage 4.770

23


BETROKKENHEID EN CONTACT Elke leerling heeft een verhaal. Net als elke docent en elke andere medewerker. De inhoud daarvan blijft vaak onbekend. Delen met anderen kan moeilijk zijn of zelfs onmogelijk. Innerlijke blokkades kunnen daarvoor te sterk zijn.

Als buitenstaanders gaan we dan meestal interpreteren en invullen. Etiketten plakken. ‘Dat is een moeilijke leerling.' Of: ‘Met die collega valt niet te praten.' Als zo'n beeld ontstaat, lijkt het snel in beton gegoten. Het leidt een eigen leven en kan schade veroorzaken. Soms grote schade, die een leven lang doorwerkt.

Aan het begin van het schooljaar kunnen we ons optrekken aan deze twee meiden. Alles is weer nieuw, het blad is nog onbeschreven. Een uitgelezen moment om over de streep te gaan. Om versleten interpretaties en vooroordelen los te laten, veiligheid te geven, contact te zoeken en betrokkenheid te tonen. Om te laten zien dat iedereen telt: elke mens, heel de mens en alle mensen. Binnen en buiten de school.

Stichting Carmelcollege Drienerparkweg 16 Postbus 864 7550 AW Hengelo (074) 245 55 55 info@carmel.nl www.carmel.nl

24

@stgcarmel @CarmelVacatures stichting carmelcollege stgcarmel stichting carmelcollege


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.