Communicatieplan basisschool Sint Bernardus

Page 1


Dit communicatieplan is een ontwikkeldocument dat juiste communicatie binnen de St Bernardus beschrijft en waarmee we de juiste communicatie voortdurend blijven nastreven. Binnen gestelde kaders en voornemens worden afspraken bijtijds en structureel besproken en geëvalueerd met alle betrokkenen en zo nodig wordt dit kader bijgesteld/geactualiseerd. Inleiding “Communicatie is de belangrijkste vaardigheid in ons leven. Van alle uren dat we niet slapen, brengen we de meeste tijd door met communicatie. We hebben leren lezen en schrijven, we hebben er jaren over gedaan om te leren spreken. Maar hebben we ook leren luisteren?” (Stephen Covey) “Het grootste onverkende terrein in de wereld is de ruimte tussen onze oren.” (Peter Senge) Communicatie is een nogal veelomvattend begrip. Als wij het hebben over communicatie dan heeft dit betrekking op de directe gerichtheid van de ene mens op de andere, met als doel een actie of ontwikkeling tot stand te brengen. Vanuit deze visie is communicatie te verdelen in drie categorieën:   

Informeren ; Discussiëren; Het voeren van een dialoog

Het doel van informeren is de boodschap over te brengen van zender naar ontvanger. De één informeert de ander. De discussie wordt voornamelijk gekenmerkt door een overtuigen van de ander en het winnen van de ander voor het eigen standpunt. De dialoog is een zuivere vorm van discussie en kenmerkt zich door het samen willen bereiken. Communicatie is een uiterst ingewikkeld proces, dat bestaat uit het uitzenden van informatie door een zender, die een inhoudelijke boodschap overbrengt en vervolgens een reactie/antwoord van de ontvanger krijgt op deze boodschap, overeenkomstig de wijze waarop hij de boodschap(info) heeft waargenomen. Bij informatie is de zender eenzijdig actief. Discussie en dialoog zijn interactieve processen tussen zender en ontvanger. Informatie is de arme vorm van communicatie. Communicatie is actie over en weer. Ze vindt plaats in de sfeer van wederzijdse afhankelijkheid. Communiceren is eigenlijk niets anders dan iemand anders iets laten weten en/of van iemand anders iets willen weten (Jan Jutten). Goede communicatie tussen alle betrokkenen in de school is onontbeerlijk. Als het gaat om opvoeding en onderwijs hebben ouders (als eerste partner van de school) en school/peuterspeelzaal een gemeenschappelijk belang: het kind voorbereiden op zijn deelname aan de samenleving. Dit plan is ontstaan vanuit het toenemende belang van communicatie in scholen. Goed met elkaar communiceren is één van de belangrijkste kenmerken van een professionele cultuur: openheid, eerlijkheid, echt naar elkaar luisteren en proberen elkaar te begrijpen is in een school van groot belang. Communicatie komt en blijft echter niet vanzelf, we moeten het blijvend nastreven. Op welk domein communicatie nu ook aan de orde is, altijd moet/kan een aantal (basis)principes in acht worden genomen, dit verhoogt de kans van slagen van een goed communicatieproces. Vandaar de hier gestelde kaders als houvast, welke bij reflectie ons richting blijven geven.


De laatste jaren is de noodzaak om ook op school goed te communiceren alleen maar toegenomen. Enkele redenen hiervoor zijn: 

leerkrachten werken meer met elkaar samen: het idee van “koning in eigen klas” ligt (gelukkig) achter ons

van en met elkaar leren wordt belangrijker: hiervoor is een goede communicatie noodzakelijk

scholen worden groter en complexer: meer leerkrachten en meer verschillende taken, dus ook meer gesprekken, meer overleg. Denk b.v. eens aan alle gesprekken die te maken hebben met leerlingenzorg.

het (voort)bestaan in een snel veranderende omgeving vereist eveneens een grotere mate van complexiteit

toename van het aantal duobanen: ook hier is goede communicatie en samenwerking van belang

ouders zijn kritischer geworden, ook dat vraagt van een leerkracht andere communicatieve vaardigheden

interactie is één van de peilers van adaptief onderwijs: hoe communiceer ik met kinderen en hoe beïnvloed ik de interactie tussen de kinderen onderling?

Aspecten van communicatie worden in dit plan nader belicht. Leerkrachten aan de St. Bernardus verlangen naar een juiste vorm van interactie, maar we zijn er niet altijd zeker van dat en hoe dit in de school ook mogelijk is. De werksituatie wordt beschouwd als een plaats waar aan deze behoefte hoort te worden voldaan. We willen in ieder geval voorkomen dat situaties zich voordoen waarin collega’s: 

elkaar misleiden door wat ze zeggen

meer zeggen dan ze weten: de eigen waarheid uitspreken als “de waarheid”, ook wel stelligheid genoemd.

niets zeggen: b.v. omdat anderen het toch al weten, of uit angst voor de mogelijke gevolgen

Werken aan de St. Bernardus in deze tijd betekent samenwerken. Het beroep van leraar is zo veranderd en zo complex, dat we alleen door goede samenwerking iets waar kunnen maken van de opgaven waar we voor staan. Samen werken en samen leren zijn in een lerende school noodzakelijke voorwaarden voor succes.


Om te kunnen werken aan doelen in de richting van onze gezamenlijke visie zullen alle medewerkers elkaar moeten ondersteunen. Samenwerking kan alleen vruchten afwerpen als men goed met elkaar communiceert en open staat voor ideeën van anderen. Uit allerlei onderzoek blijkt dat samenwerking een aantal voordelen heeft, onder meer: 

betere kwaliteit van het werk, betere prestaties

meer nieuwe ideeën en mogelijke oplossingen

leren om op een andere manier te denken

transfer van leren: wat iemand door samenwerking leert kan hij vaak ook in andere situaties toepassen

Het kunnen parkeren van eigen opvattingen (mentale modellen) is voor een goed gesprek van belang. In zo’n gesprek vertelt iedereen zijn eigen waarheid, niet de waarheid. Vaak zie je dat mensen wel tegen en over elkaar praten , maar te weinig met elkaar. Dat geldt zowel voor tweegesprekken als ook voor gesprekken in groepen of met het hele team. Er is vaak sprake van veel discussie en weinig dialoog. Mensen begrijpen elkaar op het ene moment beter dan het andere. Dit kan te maken hebben met de inhoud van het gesprek, maar ook met de wijze waarop het gesprek verloopt; de wijze waarop er wordt geluisterd en de verschillende belangen die in het geding zijn. Bij goede communicatie, die gericht is op samenwerking, gelden een aantal vuistregels. Een aantal van deze vuistregels, ontleend aan Jan Jutten, worden na het benoemen verder uitgewerkt.

De belangrijkste vuistregels zijn: 

Contact voor contract.

Echtheid.

Slinger van bewustzijn.

Actief luisteren.

Vragen stellen.

Terughoudend zijn met oplossingen.

Verschillende gespreksinterventies.


Contact voor contract Als iemand met een gesprek begint, is het van belang dat er een sfeer van veiligheid en vertrouwen ontstaat. Maak daarom echt contact met de ander voordat je naar de inhoud gaat. We hebben vaak de neiging om meteen met de deur in huis te vallen. Stel de ander op zijn gemak, laat merken dat je er voor de ander bent. Dat kan b.v. door kort even te vragen “Hoe gaat het met je?”. Vaak is een blik of een uitnodigende houding al voldoende. Voorbeeld: Je hebt oudergesprekken. Een ouder komt binnen voor een gesprek. Ze is met de fiets en is door de stromende regen kletsnat geworden. Als je dan meteen begint over hoe Pietje momenteel op school bezig is, zondig je tegen dit belangrijke uitgangspunt.

Echtheid Je kunt in een goed gesprek onmogelijk belangstelling spelen, alleen doen alsof je geïnteresseerd bent. Probeer de ander echt te begrijpen, heb echte belangstelling voor de ander en laat dat ook merken (verbaal en non-verbaal). De slinger van bewustzijn In een gesprek verleggen we voortdurend onze concentratie. We maken a.h.w. steeds opnieuw een slinger in ons bewustzijn: soms zijn we bij de ander, dan weer bij onszelf, op andere momenten stappen we ‘uit het gesprek’ en bekijken het vanuit een helikopterpositie: wat gebeurt er hier tussen ons?? Waarom loopt dit gesprek niet goed? Hoe komen we hier samen uit? Het is de kunst om de aandacht op een goede manier te verdelen. In de praktijk zien we vaak dat we de tijd, waarin de ander aan het woord is, gebruiken om te bedenken wat we zelf dadelijk gaan zeggen: Hoe zit dat bij mij? Herken ik dit? Hoe zou ik dat doen? Wat ga ik adviseren? Het gevolg hiervan is, dat hetgeen de ander zegt voor een groot deel aan je voorbij gaat. Actief luisteren Luisteren naar iemand is niet iets passiefs, maar een activiteit. Het heeft alles te maken met de slinger van bewustzijn: slagen we erin om bij de ander te blijven? Proberen we de ander echt te begrijpen? Actief luisteren vraagt om empathie, geduld, rust, goed omgaan met stiltes in een gesprek. De eenvoudigste en tevens de belangrijkste regel bij luisteren is: stop zelf met praten! Het lijkt een open deur, maar de praktijk is in veel gevallen anders…


Vragen stellen Het stellen van goede vragen heeft in een gesprek een dubbele betekenis: 

Voor de vragensteller levert het meer informatie op, beter begrijpen wat de ander bedoelt, wat het probleem is, hoe de ander dingen beleeft.

Met het stellen van goede vragen help je echter niet alleen jezelf, maar ook de ander: hij wordt gedwongen om na te denken, om te reflecteren, om de eigen gedachten en gevoelens te ordenen.

Er worden diverse typen vragen onderscheiden: 

Gesloten vragen: hierop zijn slechts enkele antwoorden mogelijk, b.v. ‘ja’ of ‘nee’. Voorbeeld: Heb je dit kind huiswerk meegegeven?

Open vragen: deze leveren de vragensteller en de ander het meeste op. Voorbeeld: Welke aanpak heb je tot nu toe gekozen?

Kettingvragen: meerdere vragen achter elkaar stellen; ze komen vaak voor uit ongeduld. Voorbeeld: Wat heb je gedaan? En wat leverde dat op? Wat ben je nu nog van plan te gaan doen?

Suggestieve vragen: het antwoord zit a.h.w. in de vraag ‘verstopt’. Voorbeeld: Vind je deze aanpak ook zo moeilijk?

Keuzevragen: bij deze vragen moet de ander kiezen uit enkele alternatieven die je aanbiedt. Voorbeeld: Hoe ga je het probleem aanpakken? Ga je een gesprek met de ouders voeren, geef je huiswerk mee of schakel je de Interne Begeleider in?

Zoals gezegd leveren open vragen het meeste op. Goede vragen stellen is vergelijkbaar met flipperen: met zo weinig mogelijk ballen zoveel mogelijk punten scoren. De vragen moeten doorstuiteren in het hoofd van de ander. In goede vragen ligt vaak al een groot deel van de oplossing. We letten ook op de inhoud van de vraag. Enkele te onderscheiden soorten vragen die we met regelmaat stellen zijn: 

Vragen naar feiten. Op welke feiten baseer je dit? Hoe weet je dat?

Vragen naar opvattingen. Wat vind je hiervan? Wat vind je positief of negatief aan dit idee?

Vragen naar gevoelens. Waar maak je je zorgen over? Ik heb de indruk dat je van streek bent. Klopt dat?

Vragen naar waarden. Wat vind je belangrijk in deze? Wat heeft voor jou prioriteit?


Terughoudend zijn met oplossingen In het onderwijs zijn we gewend om anderen te helpen, om ze te adviseren en om problemen (voor anderen) op te lossen. In een gesprek bestaat vaak de neiging om anderen adviezen te geven wat ze zouden moeten doen. Ook zonder dat de ander daarom gevraagd heeft. In veel gevallen is dit niet de meest geschikte aanpak; de ander voelt zich niet serieus genomen, of de ‘oplossingen’ zijn wel voor jou, maar niet voor de ander adequaat. Als we niet zeker weten of de ander graag suggesties voor een oplossing wil, dan vragen we het gewoon: wat verwacht je in dit gesprek van mij?

Verschillende gespreksinterventies De manier waarop het gesprek wordt gevoerd hangt onder meer af van de accenten die men in een gesprek legt. Deze accenten worden bepaald door de nadruk die men wenst te leggen op de inhoud, de procedure, de interactie tussen de betrokkenen of de gevoelens van de betrokkenen. Een actie, die geënt is op een van de hiervoor genoemde aspecten, heet een gespreksinterventie. We onderscheiden de volgende vier typen van gespreksinterventies: 

Inhoudsinterventie. Deze komt het meeste voor; we blijven hier vaak hangen, terwijl andere interventies meer zouden opleveren. Voorbeelden: o

Hoe gaat het nu met de nieuwe aanpak?

o

Waar zitten de knelpunten?

o

Ik zal je uitleggen hoe dit komt.

-Procedure-interventie. We zeggen iets over de procedure van het gesprek. Voorbeelden: o

We hebben nu weinig tijd. Zullen we er straks rustig over praten?

o

Moeten de ouders ook niet aanwezig zijn bij dit gesprek?

o

Zijn er nog andere punten die aan de orde moeten komen?

Interactie-interventie. Verwoorden van wat er speelt tussen de gesprekspartners. Voorbeelden: o

Waarom zeg je niets?

o

Ik heb de indruk dat we langs elkaar door zitten te praten

o

Zo spelen we kat en muis met elkaar




Gevoelsinterventie. Gevoelens van de gesprekspartners een rol laten spelen in het gesprek. Voorbeelden: o

Ik merk dat je je ongerust maakt.

o

Wat irriteert je nou eigenlijk zo?

o

Ik ben erg teleurgesteld over deze uitspraak.

Gewoonlijk wordt er alleen geluisterd naar en gereageerd op de inhoud van wat de gesprekspartner inbrengt. Als het gesprek moeilijk verloopt, gaat men nog meer informatie geven, nog meer argumenten gebruiken, nog meer inhoudelijke vragen stellen. Meestal levert dit niet het gewenste resultaat op. Een gesprek zal effectiever verlopen wanneer alle vier de mogelijkheden van reageren in het gesprek worden betrokken. Als bijvoorbeeld een ouder zeer boos en rood aangelopen je klas binnenkomt en tegen je begint te foeteren, helpt het vaak weinig om een aantal argumenten te noemen waarom je deze houding onterecht vindt. Een korte gevoelsinterventie: ‘Ik merk dat u erg boos bent’ doet dan vaak wonderen. De ander merkt dat hij in elk geval erkend wordt en serieus wordt genomen. In dit hoofdstuk zijn, met enkele uitgangspunten voor goede communicatie nader belicht. Hierbij in overtuiging dat het verbeteren van de onderlinge communicatie in een school veel oplevert; niet alleen voor de kwaliteit van het werken in de klas, maar vooral ook voor de sfeer, het werkklimaat, of mensen zich lekker voelen in hun school. Goed met elkaar samenwerken en met elkaar praten zijn vooral in een lerende school zoals de St. Bernardus is belangrijke vaardigheden. Hierbij weten we dat we geen vaardigheden leren door een communicatieplan zoals dit te lezen en vervolgens over te gaan tot de orde van (de drukke) alledag. We zullen het blijvend moeten oefenen, er expliciet aandacht aan moeten schenken, met kleine onderdelen beginnen. Piano spelen leer je immers ook niet door drie boeken over de piano te lezen.

Al weten we en constateren we in aangehechte schematische weergave communicatie dat vele school communicatie gericht is op informeren, hechten we een enorme waarde aan de ontmoeting in een gesprek. Eigenlijk is praten met elkaar het ontdekken van eigen en elkaars gedachten over het thema.


hierbij gelden naast de genoemde vuistregels een aantal uitgangspunten: • Gespreksregels - Laat elkaar uitspreken. - Wen aan langzaam denken. - Kies voor meedenken in plaats van tegendenken. - Verplaats je in de ander. - Kies eerst voor begrijpen in plaats van oplossen. • Gespreksvaardigheden - Actief luisteren. - Luisteren, samenvatten, doorvragen. - Springplank bieden (je zei: een eerste stap, een stap waar naartoe? Je zat dus daar en dacht toen… En toen…?) - Kauwen op een antwoord (het precies willen snappen). • Houding - Open: ik oordeel niet (al weet ik: elke drie seconden heb ik een oordeel), ik wil je niet overtuigen. - Eerlijk: ik doe geen kunstje, ik val je niet aan, ik verdedig mezelf niet. Ik zoek bij elke vraag ook een voorbeeld van mezelf. - Nieuwsgierig: ik heb het antwoord zelf nog niet, de ‘ja-en-houding’, willen ontdekken. - Onderzoekend: ik ben op zoek, ik heb geen doel, ik ben geen interviewer, we zoeken samen, we houden het tempo laag. - Vragend: wat bedoel je precies? - Niets vanzelf aannemend: ik snap het werkelijk niet. - Reflectief: stilstaan bij wat er is.


Externe contacten De school onderhoudt functionele externe contacten 1. De school onderhoudt functionele contacten met voor- en naschoolse voorzieningen. Er zijn contacten met voorschoolse (educatieve) voorzieningen (peuterspeelzalen, kinderdagverblijven) De contacten richten zich op overdracht van leerling gegevens en de aansluitingsproblematiek De contacten zijn gericht op afstemming Er zijn contacten met naschoolse opvang (voorzieningen) 2. De school onderhoudt functionele contacten met scholen voor voortgezet onderwijs Er zijn contacten met de scholen voor voortgezet onderwijs, waar leerlingen naar zijn uitgestroomd De contacten richten zich op overdracht van leerling gegevens en de afstemming inzake juiste aansluiting. Deze contacten zijn gericht op afstemming en op voorlichting. Afspraken over de nazorg van uitstromende leerlingen zijn schriftelijk vastgelegd De school ontvangt rapportages over de vorderingen van oud-leerlingen De school bekijkt rapportages van oud-leerlingen in verband met de juistheid van het gegeven advies . De school komt tot beleid op basis van rapportages en contacten 3. De school onderhoudt functionele contacten met de begeleidingsdiensten en verschillende nascholingsinstanties. Tevens vindt begeleiding en scholing plaats door hiertoe bestaande initiatieven vanuit ons samenwerkingsverband. Deze contacten en uitvoering van begeleiding cq. Scholing verloopt planmatig De condities voor begeleiding binnen de school zijn gunstig Er worden vooraf duidelijke doelstellingen geformuleerd De ingebrachte expertise leidt veelal tot beoogde resultaten 4. De school participeert actief binnen het samenwerkingsverband en andere netwerken in de regio Zowel schoolleiding als leraren zijn actief betrokken bij de activiteiten binnen het Samen Werkings Verband “Weer Samen Naar School� De schoolleiding ziet toe op het nakomen van de binnen het SWV gemaakte afspraken Er is contact/samenwerking met instellingen jeugdhulpverlening voor het op elkaar afstemmen van interventies Er is contact/samenwerking met instellingen voor gezondheidszorg voor het op elkaar afstemmen van interventies 5. De school onderhoudt functionele contacten met opleidingen en nascholingsinstituten De school biedt stage mogelijkheden aan stagiairs en leraren-in-opleiding De school heeft duidelijke afspraken over stage faciliteiten met de opleidingsinstituten De afspraken over ondersteuning/scholingen door andere instellingen ligt vast. De ondersteuning/scholingen sluiten aan bij de inhoudelijke prioriteiten van de school


Interne communicatie De school heeft functionele overlegstructuren 1. Het beleidsmatig overleg tussen school en het bevoegd gezag is gericht op optimalisering van de kwaliteit van het onderwijs Het bevoegd gezag heeft in overleg met de school (integraal) personeelsbeleid vastgelegd voor de langere termijn. Het bevoegd gezag heeft in overleg met de school ondersteuningsbeleid (onderhoud, huisvesting, inventaris, nascholing, begeleiding) vastgelegd voor de langere termijn. Het bevoegd gezag heeft in overleg met de school onderwijskundig beleid vastgelegd voor de langere termijn. Het bevoegd gezag heeft in overleg met de school organisatiebeleid (planning, communicatie met ouders, MR e.d) vastgelegd voor de langere termijn De bevoegdheidsafbakening tussen de taken van school (directie) en bevoegd gezag is in goed overleg geregeld door middel van een directiestatuut. De school informeert het bevoegd gezag regelmatig over de resultaten van het onderwijs. Het bevoegd gezag stelt zich regelmatig op de hoogte van de situatie op school. Het bevoegd gezag brengt schoolbezoeken . De directeur van de school is aanwezig bij het (meerscholig) directeurenberaad en neemt deel aan verschillende werkgroepen binnen de Stichting. Het bevoegd gezag vervult een stimulerende rol ten aanzien van het schoolbeleid . Het bevoegd gezag lost in overleg met de schoolleiding personele problemen snel en adequaat op 2. Het overleg in het managementteam van de school is gericht op optimalisering van de kwaliteit van het onderwijs. Er is gestructureerd en functioneel overleg binnen de directie van de school over de inhoud van het onderwijs Er is met regelmaat gestructureerd en functioneel overleg binnen de de school over de organisatie van het onderwijs Er is tevens gestructureerd en functioneel overleg binnen de directie van de school over het personeelsbeleid van de school Er wordt overleg gepleegd tussen directie, interne begeleider, bouwcoÜrdinatoren, vakspecialisten, ingestelde werkgroepen, collega´s onderling etc. 3. Het overleg binnen het team is gericht op optimalisering van de kwaliteit van het onderwijs Er worden periodiek teamvergaderingen gehouden over de (verbeteringen van de) inhoud van het primaire proces . Er worden periodiek teamvergaderingen gehouden over de (verbeteringen van de) organisatie van het primaire proces. De schoolleiding bereidt de teamvergaderingen voor. Teamvergaderingen kenmerken zich door een agenda vooraf. De vergadering leidt tot (minimaal) een besluiten-/afsprakenlijst (wie, wat, wanneer). Er is sprake van controle op de besluiten / afspraken. Er worden periodieke onder- en bovenbouwvergaderingen gehouden. De coÜrdinator verzorgt de agenda Van de onder- en bovenbouwvergaderingen worden notulen gemaakt 4. Het overleg tussen de school en de medezeggenschapsraad is gericht op beleidsmatige en onderwijsinhoudelijke ontwikkelingen De (G)MR komt periodiek bijeen De vergaderingen kenmerken zich door een agenda vooraf De vergaderingen zijn voornamelijk gericht op beleidsmatige aspecten De vergaderingen zijn gericht op onderwijsinhoudelijke aspecten De vergaderingen worden genotuleerd (besluitenlijst/afspraken) De MR beschikt over een archief (dossier op school)


5. Het overleg met de oudercommissie is gericht op huishoudelijke (meer organisatorische) zaken. De oudercommissie komt periodiek bijeen De vergaderingen kenmerken zich door een agenda vooraf. De vergaderingen zijn gericht op organisatorische aspecten. De vergaderingen worden genotuleerd (besluitenlijst/afspraken. De vergaderingen van de oudercommissie worden bijgewoond door een vaste vertegenwoordiger van het team met roulerend een teamlid. De ouderraad beschikt over een archief (dossier op school) 6. De school hanteert hulpmiddelen ter ondersteuning van de interne communicatie. De leerkrachten beschikken over een groepsmap en een zorgmap waarin relevante informatie is opgenomen voor invallers en duo-partners. Informatie wordt verstrekt via een mail memo. Informatie wordt verstrekt via postvakken Informatie wordt verstrekt via de leesplek op de koffietafel. Informatie wordt verstrekt via een whiteboard. Informatie wordt verstrekt via de mededelingenbrief.


Contacten met ouders en/of verzorgers De school onderhoudt functionele contacten met ouders en/of verzorgers . Voor leesgemak kiezen we in bijgaande info voor de term ouders. 1.De school betrekt de ouders bij schoolactiviteiten. De school stelt in afstemming en samenwerking met de oudercommissie jaarlijks een ouderhulplijst op. Ouders worden ingeschakeld bij projecten, bij vieringen, bij schoolkampen, schoolreizen en excursies. Ouders worden door de overblijfgroep ingeschakeld bij de tussen schoolse opvang. De oudercommissie organiseert in ouderavonden met een thema in overleg met school De school organiseert inloop bij de kleuters, info – middagen voor belangstellende. En infoavonden voor betreffende groepen waar dit van toepassing is. 2. De school stelt zich op de hoogte van de opvattingen en de verwachtingen van ouders over het onderwijs en houdt daar rekening mee via MR, oudercommissie, ouderavonden, jaarlijkse enquêtes huisbezoeken op verzoek en in afstemming, oriëntatie- en intakegesprekken alsmede via exitgesprekken 3. De school informeert ouders op een functionele wijze (schoolgids) over de kenmerken van de school. Ouders ontvangen de schoolgids en worden geïnformeerd over doelen en resultaten van het onderwijs, over de zorg voor het jonge kind, geïnformeerd over de zorg voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften , geïnformeerd over de benutting van de verplichte onderwijstijd , geïnformeerd over de rechten en plichten van ouders/verzorgers, leerlingen en bevoegd gezag (incl. klachtenregeling), geïnformeerd over sponsoring De school houdt rekening met de etnische/culturele achtergrond van ouders. Ouders worden tevens geïnformeerd over de geldelijke bijdrage van ouders 4. De school informeert ouders regelmatig over de actuele gang van zaken op school . De school informeert de ouders bij het intakegesprek De school informeert ouders via twitters en nieuwsberichten op de schoolsite, via een informatiekalender en via gerichte brieven. De school organiseert informatieavonden. De school verstrekt aan nieuwe ouders de schoolgids en ouders ontvangen wijzigingen via de site te lezen. De school informeert ouders via de daartoe bestemde prikborden. De school informeert verder via de website De school informeert ouders via uitgaande brieven indien dit van toepassing is. 5. De leerkrachten laten zich informeren over de opvattingen en bevindingen van ouders over de ontwikkeling van hun kind op school en thuis en laten zich informeren over ontwikkelingen in de thuissituatie, over de schoolbeleving, over begeleiding van kind en/of gezin door instellingen voor hulpverlening alsmede over effecten van specifieke begeleiding. Informatie wordt verkregen door tussentijdse en geplande gesprekken met ouders, contactavonden en mogelijkheid van huisbezoek Tevens wordt Informatie verkregen bij de oriëntatie gesprekken, toelating (inschrijfformulier en intakeformulier), bij handelingsplanning en overige begeleidingsgesprekken bij kinderen waarbij sprake is van extra ondersteuning. De leerkrachten leggen bevindingen vast in een dossier Belangwekkende zaken worden gecommuniceerd met de directie .


6. De leerkrachten informeren ouders regelmatig over de voortgang in de ontwikkeling van hun kind Leraren informeren ouders tenminste drie maal per jaar door middel van een contactmiddag of contactavond, twee maal per jaar door een schriftelijk rapport (groep 2 t/m 8 en groep 1 aan het einde van het school jaar), over eventuele handelingsplanning voor hun kind. Leerkrachten, IB en directie zijn beschikbaar voor ouders die behoefte hebben aan het maken van een afspraak voor een gesprek over hun kind. Graag maken we hierbij ook melding van de inloop bij de kleutergroepen, die wekelijks mogelijk zijn, alsmede twee infomiddagen waar de school vrij toegankelijk is voor belangstellenden met openbare lessen alsmede gerichte informatieverstrekking vanuit verschillende thema’s en geledingen van de school. Hierbij graag specifiek aandacht voor de volgende bindende afspraak: Binnen de St. Bernardus worden alleen met toestemming van of op verzoek van teamleden opnamen gemaakt. Hieronder verstaan we het maken van opnamen (foto’s, filmpjes, geluid) in en om de school en tijdens schoolactiviteiten elders. Het ongevraagd plaatsen van foto’s en/of filmpjes op internet, ongewenste sms’jes, ongewenst bellen wordt ervaren als schending van de privacy en wijzen we dan ook af, en hier spreken we elkaar op aan als dat onverhoopt nodig is. Natuurlijk zijn er momenten tijdens het schooljaar waarop ouders even een foto maken van hun eigen kind tijdens een presentatie en / of feest. Over deze incidentele momenten spreken we hier niet. Wel melden we dat wij bij ervaren van last, u hierop aangesproken wordt / u zich laat aanspreken. Vervolgens verwachten we dat een ieder dan handelt conform verwoord denkkader. De enige insteek is dat de school graag ziet dat medewerkers, leerlingen en ouders binnen iedere mogelijk voorstelbare situatie, dus ook op de sociale media goed met elkaar communiceren in het verlengde van de missie en visie van de onderwijsinstelling en de reguliere fatsoensnormen. 7. De leerkrachten stimuleren onderwijsondersteunend gedrag van ouders in de thuissituatie. Ouders worden betrokken bij de uitvoering van opdrachten die leerlingen thuis moeten uitvoeren. De school organiseert thema-avonden met pedagogisch-didactische onderwerpen. Ouders worden gericht betrokken bij het ondersteunen van hun kind en nemen deel aan werkgroepen t.g.v. verschillende thema´s.


Een verzoek tot gesprek tussen ouder(s) en leerkracht(en) Een verzoek tot gesprek tussen ouder(s) en leerkracht(en) wordt volgens een vast stappenplan gevolgd Een gesprek met een leerkracht wordt op een zo kort mogelijk termijn geregeld. Een gesprek met de interne begeleider en/of directeur wordt op een zo kort mogelijk termijn gepland Bij een probleem met een leerkracht zal de directeur de ouders altijd adviseren tot een gesprek met de desbetreffende leerkracht De directeur licht altijd de desbetreffende leerkracht in, zowel voor als na het gesprek met de ouder(s) Mocht een gesprek tussen ouder(s) en leerkracht(en) niet het gewenste resultaat opleveren en leiden tot een conflictsituatie dan: - vinden er meerdere gesprekken tussen ouder(s) en leerkracht(en) plaats - de leerkracht(en) kunnen advies vragen aan het team, directeur en/of locatieleider - de ouder(s) kunnen contact opnemen met de directeur - de directeur neemt contact op met de leerkracht en probeert een gesprek te arrangeren tussen de ouder(s), de leerkracht(en) en de directeur - de directeur kan ook besluiten de gesprekken afzonderlijk met de ouder(s) en leerkracht(en) te voeren - mocht dit geen oplossing brengen dan kan men zich wenden tot het bestuur of tot de klachtencommissie Tijdens een gesprek worden de volgende gedragsregels gehanteerd: - er wordt discreet omgegaan met de verstrekte informatie - men behandelt elkaar met respect en luistert naar elkaars standpunten - dreigementen zijn te allen tijde onacceptabel en kunnen in uiterste geval leiden tot aangifte bij de politie - afspraken worden schriftelijk vastgelegd en gedateerd indien ĂŠĂŠn van beide partijen dit wenst - de schriftelijke vastlegging dient met instemming van alle partijen ondertekend te worden Ouders kunnen altijd de vertrouwenspersoon benaderen. De vertrouwenspersoon kan daarna de klachtencommissie inschakelen. Als bovenstaande geen oplossing biedt is er ook een vertrouwensinspecteur. Verwijzing naar ons schoolveiligheidsplan is hier op zijn plaats.


Communicatie tussen leerkracht en leerlingen  De mondelinge communicatie tussen leerkracht en leerlingen is inzichtelijk en motiverend. Ten aanzien van de mondelinge communicatie gelden volgende afspraken: Elk mondeling contact met kinderen, kort of langdurend, verloopt volgens de fase:  opening, bijv. je stelt een vraag aan een leerling,  uitwisseling, bijv. je bent met de leerling in gesprek en  afsluiting, bijv. je laat de leerling merken dat je de boodschap begrepen hebt, ook al is het antwoord niet correct. De mondelinge communicatie verloopt inzichtelijk    

duidelijk groepsgericht duidelijk individueel gericht overgang van groep naar individueel en v.v. is gemarkeerd interactie heeft een start, een uitwisseling en een afsluiting

De mondelinge communicatie draagt bij tot het versterken van zelfvertrouwen van kinderen  eenduidig  helder taalgebruik  positief bevestigend  negatieve boodschappen gericht op gedrag en niet de leerling.  benoemen van voorbeeld- cq gewenst gedrag


 De schriftelijke communicatie is inzichtelijk en motiverend. Om de correctie inzichtelijk en motiverend te laten zijn, gelden volgende uitgangspunten:

1

2

3

4

5

6

7

8

9

Uitgangspunten De schriftelijke opmerkingen zijn motiverend. De andere opmerkingen worden mondeling gegeven.

Indien er sprake is van een duidelijke “speciale” situatie sluiten de opmerkingen bij deze actuele situatie van de betreffende leerling aan(persoonlijk accent). Soms schriftelijk, meestal mondeling. Schriftelijke opmerkingen geven informatie aan de leerling over de vraag waarom het werk wel of niet goed is gemaakt. De inhoud van de geschreven reactie komt overeen met de gestelde criteria De opmerkingen kunnen door de leerling slechts op 1 manier worden geïnterpreteerd (helder taalgebruik). . Als het werk niet goed is krijgt de leerling informatie over de vraag welke deel moet worden verbeterd, en hoe! Het werk van de leerling wordt vergeleken met ander eigen werk (dus niet met het werk van andere leerlingen). De opmerking houdt rekening met de persoonlijke inspanning van de leerling.

De opmerkingen zijn gerelateerd aan prestatie en gedrag (dus niet aan eigenschappen van het kind: jij bent zo slim…, zo ’n sloddervos als jij…, als je maar niet zo lui was, flierefluiter, knappe kop). De leerlingen kijken hun werk waar mogelijk zoveel mogelijk zelf na

voorbeelden Schriftelijk “netjes gewerkt… “veel gedaan … Mondeling … weinig gedaan” … was het ook netjes?” Bijvoorbeeld bij een gewonde vinger: “Dat was lastig hé, met die pleister …” Bijvoorbeeld bij een verjaardag: “Ook dit werk is een feest! “ “De getallen staan niet goed onder elkaar, we zouden de cijfers toch in de hokjes zetten?” “Het ziet er keurig uit, je bent overal binnen de lijnen gebleven.” “Ik vind dat je goed met Gert hebt overlegd.” “Probeer wat sneller te beginnen.” “Begin elke zin met een hoofdletter.” “Verbeter alleen de laatste som van de foute rijtjes (let op het min-teken)”. “De vorige keer was het netter, blader maar eens terug…, hoe kwam dat? ” “Wat heb je lang stilgezeten…” “Als je iets meer had doorgewerkt, was het af geweest…” “Je vond het moeilijk hè, maar het is best goed gegaan…” Niet… “Je bent een slimmerd”, Maar wel… “Je hebt dit slim aangepakt”.


Daarnaast onderscheiden we de volgende vormen van correctie:  Doorkijken van gemaakt werk (controle op de netheid van het werk en is het af)  Volledige correctie van gemaakt schriftelijk werk van alle leerlingen (voldoet aan alle uitgangspunten)  Steekproefsgewijze correctie van enkele leerlingen (voldoet aan alle uitgangspunten)  Gerichte correctie van zorgleerlingen (voldoet aan alle uitgangspunten, bevat daarnaast in ieder geval een foutenanalyse en een voorstel tot plan van aanpak)  Zelfcorrectie van leerlingen gebruik makend van nakijkboekjes  voor het geven van cijfers en waarderingen zijn intern afspraken vastgelegd Het rapport: In het rapport geven wij een overzicht van de schoolvorderingen van het kind. Het rapport bestaat uit een aantal opmerkingen en waarderingen /beoordelingen. De eerste pagina in het rapport wordt gewaardeerd met (volledig uitgeschreven): - onvoldoende - matig - voldoende - ruim voldoende - goed - zeer goed - uitmuntend

In de groepen 1 t/m 4 hanteren we bij alle vakken ook deze waarderingen en dus geen cijfers. Vanaf groep 5 t/m 8 werken we met cijfers: hele en halve getallen (geen minnetjes of plusjes) Het hoogste cijfers dat behaald kan worden is een 10 en het laagste cijfer is een 4. In groep 1 krijgt het kind aan het eind van het schooljaar en in groep 2 halverwege alsmede aan het eind een rapport mee. In groep 1 is dit een geschreven verslag en in groep 2 is het rapport aangevuld met o.a. een weerslag van het kleuteronderzoek dat in dat jaar is afgenomen Vanaf groep 3 t/m 8 krijgt het kind twee keer een rapport mee, het eerste rapport na ongeveer 22 weken en het tweede na ongeveer 38 schoolweken. Het is natuurlijk duidelijk dat een rapport niet volledig kan zijn. Voor vragen en/of opmerkingen kunnen de ouders/verzorgers altijd terecht bij de leerkracht(en) van het kind. Zij zullen de ouders/verzorgers graag te woord staan. Het is dan wel raadzaam eerst een afspraak te maken. Hiertoe staan op de jaarkalender van de school al verschillende data gepland.


Schematische weergave Communicatie Communicatie op algemeen niveau Wat

Hoe

wanneer

door wie

voor wie

aanvulling

Actueel nieuws over wat er in de school is gebeurd of nog gaat gebeuren

notities / twitterbericht op de website alsmede gerichte infobrieven

Wekelijks

Directie, leerkrachten, oudercommissie, werkgroepen

Ouders/

Ieder bericht wordt geplaats door de ICTer. Via mailadres frank@stbernardus.net is deze 24 uur per dag bereikbaar.

Informatie over onderwijs

Via schoolgids, protocollen, themaavonden, open middagen, ouderbrochure, en schooleigen uitgebrachte informatiekaternen.

Periodiek en of jaarlijks naar afstemming en wijzigingen

Directie,

Ouders/

MR,

verzorgers

Schoolgids en tijdens infomoment bij open middagen

jaarlijks naar afstemming en wijzigingen

Directie,

Jaarkalender en notities / twitterbericht op de website. Brieven aangaande activiteiten

Periodiek en of jaarlijks naar afstemming en wijzigingen

Directie, leerkrachten, oudercommissie,

ontwikkelingen, beleidszaken, informatie over opvoeding t.b.v ouders etc Schoolbeleid, schoolorganisatie

verzorgers

College van Bestuur

Ouders/ verzorgers

en praktische informatie Jaarplanning van evenementen, activiteiten, studiedagen etc.

Op de site van school staat genoemd informatie voortdurend beschikbaar onder “nieuws” en info knop “schoolinformatie”

Ouders/ verzorgers

De schoolgids staat integraal op de website. Ouders die een gedrukt exemplaar willen hebben kunnen dit aangeven Indien de info op groep gericht is, wordt volstaan om per groep een informatiebrief met juiste toelichting mee te geven aan betreffende ouders.

werkgroepen Een algemene brief / notitie op de website voor gehele school volstaat vervolgens als informatie.


Schoolorganisatie, groepsindeling etc. in het nieuwe schooljaar

Schriftelijk d.m.v. aanreiken van overzicht en toelichting

Enkele weken voor de zomervakantie /z..s.m. nadat de organisatie is vastgesteld door het schoolteam en de MR

Directie

Ouders/ verzorgers

Iedere gezinsoudsten ontvangt een brief waarin overzicht en toelichtingen gegeven worden aangaande de groepsindeling met de bezetting van leerkrachten.. Ouders van kinderen uit de kleutergroepen ontvangen hierbij tevens de namen van alle kinderen die in de kleutergroepen geplaatst zijn. Directie verklaart bij deze brieven dat vragen, twijfels en of wensen aansluitend graag gehoord worden.

Informatie voor nieuwkomers

Schoolgids wordt aangereikt tijdens de eerste oriëntatie.

Directie

Ouders/ verzorgers

Indien bij aanmelding ouders vragen hebben over gewenste extra ondersteuning kan inzet IB-er alsmede afstemming met het team in de vorm van het afwegingsformulier overwogen worden. Zie hiertoe onze afspraken welke opgenomen zijn in ons zorgplan.

Bij definitieve schoolkeuze wordt overige informatie aangereikt in een rugzakje door de leerkracht waarbij het kind geplaatst is.

leerkacht

      

De schoolgids in gedrukte vorm; Kennismakingsgesprek alsmede rondleiding door school; aanvullende informatiefolders over groep 1 en 2 Informatiefolder “de eerste weken op de St. Bernardus” ; informatie die op de website staat vermeld “de ouderbrochure” Informatie vanuit VSO / BSO Boekje “ En nu naar de basisschool” Afstemmingsgesprek met leerkracht tijdens wendagen.


Groepsgebonden activiteiten

  

Open middagen

     

Besmettelijke ziektes

Informatie van derden voor leerlingen en/of ouders/ verzorgers

 

Brieven aan ouders Laatste nieuws notitie op website Groep 1-2 op informatieborden bij de lokalen en in de hal

Periodiek

Leerkrachten, werkgroep leden en directie alsmede verschillende instanties

Ouders/ Verzorgers van betreffende groep

Externe instanties dienen vooraf toestemming te vragen aan de directie

Brieven aan ouders Laatste nieuws notitie op website en twitterbericht informatieborden bij de lokalen en in de hal Bij publieke instanties Mogelijk via de regionale krant of weekblad Website van de school Flyers en posters Brieven aan ouders en /of notitie met linkverwijzingen op de site

Bij geplande data die in de jaarkalender opgenomen zijn

Leerkrachten, werkgroep leden en directie

Ouders/ Verzorgers en belangstellenden

Een gevarieerd en activerend programma wordt voorbereid door leerkrachten die zich hiertoe geroepen voelen en hiertoe vanuit de normjaartaak gefaciliteerd worden.

Indien hiertoe noodzaak is

directie

Ouders/

We volgen hierbij het advies van de GGD

Prikborden en info van brieven via notitie op de website met hieraan gekoppeld twitterbericht

verzorgers

Periodiek

Directie en/of collegae in de rol van

Ouders/ verzorgers

Externe instanties dienen vooraf toestemming te vragen aan de directie.


Inspectierapporten

Kernachtige omschrijving met verwijzing naar de website van de inspectie in de schoolgids.

Periodiek en of jaarlijks naar afstemming en wijzigingen

Directie

Ouders/ verzorgers

Op de site met een link naar de website van de inspectie.

Bij nieuwe verslagen n.a.v. periodiek onderzoek worden voorzitter van College van Bestuur, stafmedewerker onderwijskundige zaken alsook de MR, naast het team geheel meegenomen in de verschillende verslagen en toelichtingen. Alle ouders ontvangen een door de directie opgesteld verslag van nieuwe rapportages en gevoerde gesprekken met verwijzingen naar de site van de inspectie. Tevens worden ouders gedetailleerd geĂŻnformeerd over mogelijke verbeterplannen die hieruit rollen met bereikte resultaten. Dit geldt ook t.a.v. de jaarlijks opgestelde verbeterplannen die uit gestelde doelen vanuit -4- jarig schoolondernemingsplan opgezet zijn.

Als mededelingsbrief onder informatie op de website van de school.

Informatie van de MR

Prikborden en info van brieven via notitie op de website met hieraan gekoppeld twitterbericht

Periodiek en of jaarlijks naar afstemming en wijzigingen

Voorzitter MR

Ouders/ verzorgers en medewerkers

Notulen uit de vergaderingen worden aan leden van de MR en ter inzage aan teamleden aangeboden. Vertegenwoordigers vanuit de MR lichten teamleden tevens in bij het vaststaande agendapunt tijdens teamvergaderingen.

Informatie van de Oudercommissie

Prikborden en info van brieven via notitie op de website met hieraan gekoppeld twitterbericht

Periodiek en of jaarlijks naar afstemming en wijzigingen

Voorzitter OC

Ouders/ verzorgers en medewerkers

Notulen uit de vergaderingen worden aan leden van de OC en ter inzage aan teamleden aangeboden. Teamleden ontvangen info bij het vaststaande agendapunt tijdens teamvergaderingen.


Communicatie op niveau van Individuele leerling Wat

Hoe

wanneer

Door wie

Voor wie

aanvulling

Informatie over reguliere ontwikkeling van individuele leerlingen

Schriftelijk d.m.v. het rapport.

maandelijks geplande oudergesprekken. Er is dan voldoende tijd voor een gesprek tussen ouders en leerkracht.

ouders en leerkrachten

ouders en leerkrachten

De Sint Bernardusschool streeft naar integrale kwaliteitszorg. Dit betekent dat er een continue aandacht is voor kwaliteitszorg binnen de school op de vele te onderscheiden maar ook in elkaar overlopende situaties op verschillende niveaus binnen onze schoolorganisatie. Hiertoe verwijzen we graag naar door ons opgestelde zorgplan.

ouders en leerkrachten met mogelijke inzet van hiertoe opgeroepen specialisten

ouders en leerkrachten of aanvulling voor delen van expertise.

Wanneer er sprake is van ziekte, geboorte, overlijden of bijzondere omstandigheden gaat de leerkracht ook op huisbezoek

twee maal per jaar ontvangen de ouders van de groepen 3 t/m 8 een schriftelijke rapportage van de vorderingen van hun kind; Mondeling tijdens de 15-minuten gesprekken en/of voortgangsgesprekken Informatie over aanvullende zorg betreffende ontwikkeling van individuele leerlingen

uitgangspunt is altijd mondeling contact met de ouders over de gesignaleerde problemen in een zo vroeg mogelijk stadium;

twee maal per jaar zijn er rapportgesprekken

bij 4-jarigen vind er een kennismakingsgesprek plaats op school. Aan het begin van het schooljaar in de 8e week of na afstemming wanneer er voor de leerling een handelingsplan opgesteld wordt kunnen ouders betrokken worden bij de uitvoering hiervan;


ouders geven instemming wanneer er externe deskundigen worden ingeschakeld; wanneer de leerkracht voorstelt een leerling aan te melden bij de commissie leerlingenzorg (CLZ) geven ouders hier schriftelijk toestemming voor; ouders worden begeleid bij eventuele verwijzing naar het speciaal onderwijs.

Bespreking van een leerling in het HGPDoverleg.

Vanaf het begin wordt er uitgegaan van een voortdurende samenwerking tussen leerkracht, kind, ouders en begeleiders;Het uitgangspunt is vooral het benutten van kansen en positieve factoren en het zoeken naar uitgangspunten;

Tijdens het werken in de groep kan een leerkracht in handelingsverlegenheid komen, Hij of zij kan er voor kiezen om in overleg met de intern begeleider de leerling in te brengen in de HGPD-bespreking

leerkrachten , IB-er, Zorgteamlid met mogelijke inzet van hiertoe opgeroepen specialisten na overleg met ouders en

ouders en leerkrachten of aanvulling voor delen van expertise. Alles ten behoeve van juist functioneren van het kind.

zie ons zorgplan Hfdst. 3.5. Handelingsgerichte procesdiagnostiek, HGPD bespreking


Gesprekken met externe deskundigen

In afstemming met en op initiatief van de IB-er

Als hiertoe behoefte ontstaat.

leerkrachten , IB-er, Zorgteamlid, directie ouders in passende afstemming

Wanneer een leerling extra ondersteuning krijgt door en voor een specifiek onderdeel

uitgangspunt is altijd mondeling contact met de ouders over de gesignaleerde problemen in een zo vroeg mogelijk stadium;

Als hiertoe behoefte ontstaat.

leerkrachten , IB-er, Zorgteamlid, directie ouders in passende afstemming

leerkrachten , IB-er, Zorgteamlid, directie ouders in passende afstemming

Ontwikkeling van het kind wordt gevolgd en vastgelegd in een kind eigen Persoonlijk Ontwikkelings Plan


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.