Stadshavens Rotterdam Monitor 2014

Page 1

Juni 2015

Â

Stadshavens Rotterdam MONITOR 2014


COLOFON:

Monitor geschreven door: Stadshavens Rotterdam Met dank aan: De afdeling Onderzoek en Business Intelligence van de gemeente Rotterdam, DCMR, diverse afdelingen van de gemeente Rotterdam, diverse afdelingen van het Havenbedrijf Rotterdam N.V.. Foto op cover: Bas Wilders Foto op laatste pagina: AeroView

1


INHOUDSOPGAVE

INLEIDING ........................................................................................................... 3 1. PROGRAMMA .................................................................................................. 6 2. BEREIKBAARHEID ......................................................................................... 18 3. MILIEU, ENERGIE EN WATER .......................................................................... 21 Geluid ............................................................................................................. 21 Luchtkwaliteit .................................................................................................. 28 Overige thema’s ............................................................................................... 33 4. RUIMTELIJKE KWALITEIT ............................................................................... 39 Lijst met tabellen ................................................................................................ 44 Lijst met figuren ................................................................................................. 44

2


INLEIDING Voor u ligt de monitor Stadshavens Rotterdam 2014. Dit is de tweede keer dat de monitor verschijnt. De monitor is bedoeld om de voortgang en stand van zaken te bepalen op een aantal thema’s binnen het stadshavengebied. Denk hierbij aan thema’s als wonen, werkgelegenheid en bereikbaarheid maar ook milieu, energie en ruimtelijke kwaliteit. In 2013 is voor het eerst een monitor uitgebracht. Helaas konden toen door de hoeveelheid beschikbare gegevens niet alle gewenste indicatoren in beeld worden gebracht. In 2014 hebben we daarom de stap gezet te bepalen welke indicatoren structureel deel uit moeten maken van de monitor. Daarom zult u in deze monitor nieuwe en aanvullende indicatoren vinden. Vervolgens is gestart met het verzamelen van relevante cijfers om die indicatoren te kunnen bepalen. Daarbij hebben de afdeling Onderzoek en Business Intelligence (OBI) van de gemeente Rotterdam en de Dienst Centraal Milieubeheer Rijnmond (DCMR) een belangrijke rol vervuld. Uiteraard is gestreefd te werken met de meest recente cijfers. Het beeld dat we krijgen uit de monitor 2014 komt op de meeste onderdelen redelijk overeen met de resultaten uit de monitor 2013. De zaken die afwijken van de vorige monitor zullen we later in deze monitor uitgebreid behandelen. Ook besteden we aandacht aan de nieuwe, aanvullende indicatoren. Nieuw dit jaar is ook dat we voor zover mogelijk de resultaten hebben uitgesplitst in de vier deelgebieden van de stadshavens. Daarbij moet worden opgemerkt dat in de WaalEemhaven en Merwe-Vierhavens geen enquêtes worden gehouden met betrekking tot de ruimtelijke kwaliteit, onder andere omdat er onvoldoende mensen wonen om een representatief beeld te krijgen. Ervaringen van het bedrijfsleven worden ook middels enquêtes uitgevraagd. Indien onvoldoende respons, kunnen de resultaten hiervan niet worden opgenomen in de monitor. Dit betekent dat in een aantal tabellen lege kolommen te vinden zijn. Alle tabellen en grafieken van deze monitor, inclusief aanvullend materiaal, zijn door de afdeling Onderzoek en Business Intelligence van de gemeente Rotterdam ook op www.rotterdamincijfers.nl beschikbaar gesteld.

3


Achtergrond van de monitor In 2011 is de Structuurvisie Stadshavens vastgesteld. In deze visie zijn doelen en ambities geformuleerd voor de Stadshavens die we hebben vertaald in indicatoren. De algemene doelen en ambities die omschreven staan in de visie zijn: Doelen: 1. Versterken economische structuur van stad en haven 2. Vergroten aantrekkelijkheid van de woon- en leefomgeving Ambities: 1. Verbinden van stad en haven 2. Duurzame transformatie 3. Internationale oriëntatie Bij deze doelen en ambities zijn randvoorwaarden geformuleerd die gebiedsoverstijgend zijn. Om bijvoorbeeld een aantrekkelijke woon- en leefomgeving te creëren is ruimtelijke kwaliteit van het stadshavengebied erg belangrijk. De randvoorwaarden zijn geclusterd in zes thema’s en bijbehorende ambities: 1. Programma – ‘nieuwe economische clusters en woongebieden’ 2. Bereikbaarheid - ‘duurzame mobiliteit, fijnmazig stedelijk netwerk, zowel over weg als OV’ 3. Milieu - ‘reduceren en beheersen van milieubelasting (geluid, veiligheidsrisico’s en luchtkwaliteit) 4. Energie - ‘het realiseren van klimaat- en energieneutrale ontwikkelingen’ 5. Water - ‘klimaatbestendig inrichten op veerkracht en weerstand’ 6. Ruimtelijke kwaliteit - ‘aantrekkelijke gebieden voor burgers en bedrijven’ Voor de monitor zijn we uitgegaan van de hierboven benoemde thema’s. Deze thema’s zijn in deze monitor in vier hoofdstukken verder uitgewerkt. In ieder hoofdstuk is weergegeven wat er in de visie over het thema is opgenomen, wat de gekozen indicatoren zijn om het thema mee te meten en wat de uitkomst is van die indicatoren. Schematisch ziet het proces er dan zo uit:

De monitor richt zich voornamelijk op de rood omlijnde onderwerpen. Omdat het programmabureau Stadshavens Rotterdam vanaf 2007 actief is, is waar mogelijk 2007 aangehouden als eerste meetpunt. Van sommige indicatoren is echter niet van alle jaren informatie beschikbaar of zijn alleen recente gegevens beschikbaar. In dat geval is de meting in deze monitor gebruikt als nulmeting en is eventuele ontwikkeling in de cijfers pas in komende monitoren te zien. Dit document en een verkorte versie van de monitor, waarin de highlights van deze monitor zijn opgenomen, zijn beschikbaar via www.stadshavensrotterdam.nl. 4


1. PROGRAMMA

5


1. PROGRAMMA De ambitie ‘nieuwe economische clusters en woongebieden’ wordt in dit hoofdstuk uitgewerkt door ons te richten op de indicatoren: • werkgelegenheid • woningen • hoeveelheid kantoor-, bedrijfs- en winkeloppervlak • aandeel hogere inkomens • bruto toegevoegde waarde per gebied • aantal (basis)scholen en leerlingen Werkgelegenheid algemeen (uitgesplitst per cluster) In de visie is ingezet op het aanboren van nieuwe economische clusters. De verwachting is dat het gericht inzetten op die clusters zal leiden tot een toename van de werkgelegenheid. De cijfers laten zien dat de werkgelegenheid voor Stadshavens in vergelijking met 2007 is gestegen met 5 procent. Na een aantal jaren van daling is de werkgelegenheid in het gebied dit jaar weer behoorlijk gestegen. 2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

2014

21.235

22.356

23.271

23.052

22.790

21.791

21.476

22.293

Af- of toename t.o.v. voorgaand jaar

5%

4%

-1%

-1%

-4%

-1%

4%

Af- of toename ten opzichte van 2007

5%

10%

9%

7%

3%

1%

5%

Aantal werkzame personen

Tabel 1. Aantal werkzame personen, afgezet tegen voorgaand jaar en ten opzichte van 2007

Werkgelegenheid per cluster De werkgelegenheid in het stadshavengebied is ten opzichte van 2013 met 4 procent gestegen. Dit is in lijn met de stijging in werkgelegenheid van Rotterdam in zijn geheel. Alleen het aantal medewerkers in het food cluster neemt gestaag af en is op de laagste stand sinds 2007 beland. De cijfers voor het food cluster vertellen echter niet het hele verhaal. Het SEO heeft onderzoek gedaan in opdracht van het Ministerie van Sociale zaken. Daaruit blijkt dat tussen 2001 en 2011 het aandeel buitenlandse werknemers (vooral uit Midden- en OostEuropa) op de Nederlandse arbeidsmarkt is toegenomen van 4,9% naar 7,7%. Ook het totaal aantal Nederlandse werknemers is toegenomen. In de sectoren bouw, tuinbouw, voedingsindustrie en wegtransport is het aantal Nederlandse werknemers in tien jaar tijd echter fors afgenomen, terwijl tegelijkertijd het aantal buitenlandse werknemers is toegenomen. Omdat deze groep niet geregistreerd staat als Nederlandse ingezetene, lijkt het dus alsof het aantal medewerkers is gedaald terwijl dit feitelijk niet het geval hoeft te zijn. Daarnaast wordt in de foodcluster steeds meer gebruikgemaakt van hightech. In Nederland zijn onvoldoende werknemers beschikbaar met een geschikte achtergrond. Deze groep wordt uit het buitenland gehaald. Hier ligt dus een kans voor een betere aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt. 6


Werkgelegenheid per deelgebied De werkgelegenheid in Merwe-Vierhavens is licht gestegen in zowel 2013 en 2014, in tegenstelling tot de overige drie gebieden. Daar was een daling te zien in 2013 en een stijging in 2014. Dit is vooral te danken aan de groei in de medical cluster. Het aantal vestigingen binnen het creatieve cluster laat een sterke toename (zie figuur 2). Dit heeft ook geresulteerd in een toename van het aantal werkzame personen binnen dit cluster. Het betreft vaak eenmansbedrijfjes die (nog) niet groeien. Deze stijging in het aantal vestigingen binnen het creatieve cluster is voornamelijk terug te zien in een stijging in het Rijn-Maashavengebied en voor een deel binnen het MerweVierhavengebied. Het faciliteren en werven van creatieve bedrijvigheid draagt bij aan het ontwikkelen van een gebied. Deze groep ondernemers is vaak voorloper op een grotere economische ontwikkeling. Om te bepalen welke bedrijven er tot maritieme dienstverlening gerekend moeten worden is gebruik gemaakt van een door het Havenbedrijf Rotterdam opgestelde omschrijving. Het cluster maritieme dienstverlening is het best vertegenwoordigd in de Waal-Eemhaven. In Merwe-Vierhavens en op RDM-Heijplaat is het aantal werkende personen in dit cluster ten opzichte van 2007 licht gedaald.

25.000 2007

20.000

2008

10.000

2009

5.000

2010

0

2011

M

-H

ei jp la at

15.000

RD

aantal werkzame personen

Aantal werkzame personen

2012 2013 2014

Figuur 1. Aantal werkzame personen per deelgebied en totaal

7


2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

2014

154

121

152

190

177

158

156

191

1.256

1.315

1.353

1.208

1.042

1.056

971

963

405

405

401

476

467

387

499

581

maritieme dienstverlening

10.851

11.689

12.126

11.984

11.754

10.617

10.215

10.432

Totaal

12.666

13.530

14.032

13.858

13.440

12.218

11.841

12.167

creatief food medical

Tabel 2. Aantal werkzame personen in de clusters creatief, food, medical en maritieme dienstverlening

ves1gingen per sector aantal ves1gingen

400 350

2007

300

2008

250

2009

200

2010

150

2011

100

2012

50

2013

0

crea%ef

food

medical

mari%eme dienstverlening

2014

Figuur 2. Totaal aantal vestigingen per sector

8


Grootste werkgevers In deze monitor is voor het eerst een overzicht van de grootste werkgevers in het stadshavengebied opgenomen. De grootste werkgever in 2013 is de gemeente Rotterdam. Dit beeld zal in 2015 veranderen aangezien de gemeente Rotterdam in 2014 is verhuisd naar het gebouw De Rotterdam. Met een peildatum op 1 januari per een zeker jaar, wordt dit zichtbaar in 2015. Waal-Eemhaven herbergt veruit de meeste grote werkgevers van de stadshavengebieden. Die werkgevers zitten voornamelijk in de maritieme dienstverlening.

2013

2014

Naam

1

1

Dienst Stedenbouw en Volkshuisvesting

2

2

3

Sector

Gebied

Aantal werkzame personen 2013

Aantal werkzame personen 2014

Vrije beroepen en wetenschappelijke en technische activiteiten

M4H

1.441

1.631

Gemeente Rotterdam Gemeentewerken

Maritieme dienstverlening

M4H

1.245

1.205

3

Handelsveem BV C Steinweg / Hoofdkantoor

Maritieme dienstverlening

WE

759

759

4

5

Smit Internationale NV

Maritieme dienstverlening

WE

678

668

5

6

Imtech Marine & Offshore BV

Vrije beroepen en wetenschappelijke en technische activiteiten

WE

570

637

6

7

Cargotec Netherlands BV

Maritieme dienstverlening

RM

383

383

7

4

Cofely West Industrie BV

Maritieme dienstverlening

WE

369

710

8

8

RET

Vervoer en opslag

WE

321

318

9

9

Rotterdam Short Sea Terminals BV

Maritieme dienstverlening

WE

297

306

10

10

Douane Regiokantoor Rotterdam Haven

Maritieme dienstverlening

WE

275

261

Tabel 3. Top 10 werkgevers in het stadshavengebied naar aantal werkzame personen (>12 uur p.w.)

9


Dichtheid bewoning en bedrijvigheid De dichtheid van de bewoning en de bedrijvigheid is ten opzicht van 2013 in alle gebieden stabiel.

Dichtheid bewoning en bedrijvigheid 70

aantal bewoners per hectare

60 Merwe-­‐Vierhavens bewoning

50

Merwe-­‐Vierhavens bedrijvigheid Rijn-­‐Maashaven bewoning

40

Rijn-­‐Maashaven bedrijvigheid

Waal-­‐Eemhaven bewoning

30

Waal-­‐Eemhaven bedrijvigheid Heijplaat RDM bewoning RDM-Heijplaat

20

Heijplaat-­‐RDM RDM-Heijplaat bedrijvigheid 10 0 2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

Tabel 4. Dichtheid bewoning en bedrijvigheid per gebied

Woningen Het aantal woningen stijgt licht in alle gebieden behalve in Waal-Eemhaven. Overall zijn er in het stadshavengebied 40 woningen bijgekomen. Op de langere termijn worden meer woningen verwacht. De gemeente Rotterdam is van plan om tot 2040 9500 tot 13.500 nieuwe woningen te realiseren. Hiervan moet 80% binnen de stadsgrenzen landen. De verwachting is dat vanaf 2025 nieuwe nieuwbouwlocaties nodig zullen zijn, zoals Merwe-Vierhavens.

Aantal woningen 4500

Figuur 3. Aantal woningen per gebied

4000 3500 3000

2500 2000 1500 1000 500

0

4.005 4.003 4.043 3.827 3.801 3.773 3.897 2.110 2.117 2.120 1.944 1.943 1.899 2.025 987

998

997

994

992 1.000 987

Merwe-­‐Vierhavens Rijn-­‐Maashaven Waal-­‐Eemhaven Heijplaat-­‐RDM Totaal

889

853

870

872

897

880

929

RDM-Heijplaat

7 7 7 7 6 6 6 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 Figuur 3. Aantal woningen per gebied

10


Aandeel hogere inkomens Over het aandeel hogere inkomens zijn alleen van Rijn-Maashaven en RDM-Heijplaat gegevens beschikbaar. Het aandeel is voor deze twee gebieden respectievelijk 43% en 44%. Deze cijfers zijn de afgelopen drie jaar vrij stabiel (zie tabel 4). In Rotterdam heeft 49% van de bewoners een hoger. Dit is stabiel sinds 2006. Rotterdam zit onder het landelijke gemiddelde en de twee deelgebieden in de stadshavens zitten een paar procent onder het stedelijke gemiddelde.

2006

2007

2008

2009

2010

2011

Rijn-Maashaven

35%

36%

43%

43%

42%

43%

RDM-Heijplaat

49%

42%

37%

41%

44%

44%

Tabel 5. Percentage midden –en hogere inkomens binnen de Stadshavens1

1

Alleen cijfers beschikbaar voor substantieel bewoonde gebieden: RDM-Heijplaat (in feite alleen de CBS-buurt Heijplaat) en Rijn-Maashaven (Alleen de CBS-buurt Katendrecht). Er is uitgegaan van gestandaardiseerde inkomens, wat betekent dat de percentages zijn gecorrigeerd voor verschillen in grootte en samenstelling van huishoudens.

11


Kantoor-, bedrijfs- en winkeloppervlak De hoeveelheid vierkante meter bruto vloeroppervlak (bvo) bedrijfs-, kantoor- en winkeloppervlak binnen de stadshavens is in zijn totaliteit gedaald (zie figuur 4). Per gebied uitgesplitst (zie figuur 5) zien we dat deze daling met name wordt veroorzaakt door een daling van bedrijfs- en kantooroppervlak in de Waal-Eemhaven en de RijnMaashaven. De behoefte aan commercieel vastgoed in de stadshavens wordt in de visie voor de periode 2010-2040 geschat op circa 660.000 tot 940.000 m2 bvo. Het stadshavengebied heeft stedenbouwkundig gezien ruimte voor maximaal 1.310.000 m2 bvo. Als we kijken naar de totaalcijfers in figuur 4 zien we dat er op dit moment 1,1 miljoen aanwezige vierkante meter bvo is. Dat betekent dat er op dit moment nog 200.000 m2 ruimte beschikbaar is om nieuwe kantoren, bedrijven en winkels te bouwen. Belangrijk blijft om een goede afweging te maken tussen nieuwbouw en (her)gebruik van bestaande bouw.

Totaal aantal m2 Aantal m2 bruto vloer oppervlak (bvo)

1.400.000 1.200.000 1.000.000 800.000 600.000 400.000 200.000 0

bedrijfs en kantoor oppervlak

winkeloppervlak

2008

1.149.672

30.570

2009

1.142.966

31.850

2010

1.190.743

34.723

2011

1.159.896

52.793

2012

1.191.627

51.180

2013

1.166.965

34.317

2014

1.102.485

33.769

Figuur 4. Totaal m2 bruto vloeroppervlak bedrijfs-, kantoor- en winkeloppervlak

12


Aantal m2 vloeroppervlak per gebied 800.000

700.000

600.000

500.000

Aantal m2 brutovloeroppervlak

400.000

300.000

200.000

100.000

0

2008

2009

2010

2011

2012

2013

2014

Merwe-­‐Vierhavens Winkeloppervlak

15.097 16.490 18.918 36.988 36.272 18.542 18.542

Rijn-­‐Maashaven Winkeloppervlak

9.479

9.479

9.925

9.925

9.028

9.481

9.380

Waal-­‐Eemhaven Winkeloppervlak

4.534

4.454

4.453

4.453

4.453

5.143

4.967

RDM-­‐Heijplaat Winkeloppervlak

1.460

1.427

1.427

1.427

1.427

1.151

880

Merwe-­‐Vierhavens bedrijfs en 257.977 274.992 270.413 275.142 264.869 251.592 251.628 kantooroppervlak Rijn-­‐Maashaven bedrijfs en kantooroppervlak

114.790 105.296 104.347 104.786 104.537 132.611 82.248

Waal-­‐Eemhaven bedrijfs en kantooroppervlak

588.584 566.750 618.128 625.545 670.031 685.823 673.599

RDM-­‐Heijplaat bedrijfs en kantooroppervlak

188.321 195.928 197.855 154.423 152.190 96.939 95.010

Figuur 5. Aantal m2 bruto vloeroppervlak uitgesplitst naar gebieden

13


Containeroverslag en bruto toegevoegde waarde Wat betreft de haveneconomie wordt er in de visie een toename van zowel de hoeveelheid als de toegevoegde waarde van goederenoverslag verwacht van 3,33 miljoen TEU in 2010 tot 3,85 miljoen TEU in 2040. In absolute aantallen (in miljoen TEU) is er echter een dalende trend te zien ten opzichte van 2008.2 De bruto toegevoegde waarde (TW) is het grootst voor het Waal-Eemhavengebied. De bruto TW stijgt in Waal-Eemhaven en in Merwe-Vierhavens terwijl in de Rijn-Maashaven en RDM-Heijplaat de bruto TW licht afneemt. Doordat in de berekening de hoeveelheid werkzame personen in het gebied een grote rol speelt is dit een logische uitkomst (zie figuur 6).

Toegevoegde waarde per gebied 1.400 1.200 1.000 800

2008 2009

600

2010

400 200 0 Merwe-­‐Vierhaven Rijn-­‐Maashaven Waal-­‐Eemhaven RDM-Heijplaat RDM-­‐Heijplaat Figuur 6. Bruto toegevoegde waarde in miljoenen euro’s per jaar gegenereerd in het gebied.3

2 Het is voor deze monitor nog niet gelukt om te achterhalen wat de exacte cijfers zijn waarop deze cijfers in de visie zijn gebaseerd en daarmee ook welke cijfers meegenomen moeten worden om de voortgang hierop te monitoren. In de miljoenen TEU’s die vervoerd worden van en naar het achterland van het WaalEemhavengebied is echter een dalende trend te zien. (van 2,7 miljoen TEU in 2007 naar 2,0 TEU in 2012). Aangenomen wordt dat dit ook geldt voor de algemene cijfers. 3

Geschatte bruto toegevoegde waarde gegenereerd in stadshavengebieden (in miljoenen euro's per jaar). Voor deze cijfers is eerst, op basis van CBS-data, de gemiddelde toegevoegde waarde per arbeidsjaar berekend in de verschillende hoofdbedrijfssectoren in het COROP-plusgebied Rijnmond. Hiervoor is per sector de totale toegevoegde waarde van de sector in Rijnmond gedeeld door het arbeidsvolume (aantal arbeidsjaren) van de sector in Rijnmond. Deze berekening is zowel uitgevoerd voor 2008 als voor 2009. Vervolgens is met het BIR/BRZ bepaald hoeveel werkzame personen er per sector in 2008 en 2009 actief waren in elk van de vier stadshavengebieden. Er is alleen gekeken naar personen die minstens 12 uur per week werken. Tot slot is per stadshavengebied de totale toegevoegde waarde bepaald, door het aantal werkzame personen van sector X te vermenigvuldigen met de toegevoegde waarde per persoon.

14


Scholen en aantal leerlingen Voor Stadshavens Rotterdam is het belangrijk dat onderwijs en werk beter op elkaar aansluiten. Dat begint door goede voorzieningen aan te bieden in de vorm van basisscholen. Er zijn in totaal 552 leerlingen voor basisscholen in het stadshavengebied (zie onderstaande tabel 5). Het aantal basisscholen is gedaald door het sluiten van een school in Rijn-Maashaven. Dit verklaart de daling van het aantal leerlingen in dat gebied. Op RDM-Heijplaat zien we een lichte stijging van het aantal leerlingen.

1-10-2011

1-10-2012

2014

Aantal basisscholen

leerlingen

Aantal basisscholen

leerlingen

Aantal basisscholen

leerlingen

MerweVierhavens

0

0

0

0

0

0

Rijn-Maashaven

3

573

3

604

2

452

Waal-Eemhaven

1

16

1

13

1

10

RDM-Heijplaat

1

85

1

79

1

90

Tabel 5. Aantal basisscholen en aantal leerlingen per gebied.

Voor de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt kijken we naar voortgezet onderwijs, mbo-, hbo- en wo-opleidingen. In totaal bevinden zich 9 scholen voor voortgezet onderwijs, mbo, hbo en wo in Stadshavens Rotterdam. Deze scholen herbergen in totaal 5952 leerlingen, waarvan ruim 83% een mbo-opleiding volgt. 2014 is het eerste jaar is dat gegevens verzameld worden van voortgezet onderwijs, mbo-, hbo- en wo-opleidingen. Daarom is er nog geen vergelijkingsmateriaal beschikbaar en is geen ontwikkeling weer te geven.

15


Conclusies en/of aanbevelingen -

-

-

De werkgelegenheid in Stadshavens is ten opzichte van 2007 met 5% gestegen. Ten opzichte van 2013 is in 2014 de werkgelegenheid toegenomen met 4%. Hoewel er wordt ingezet op de stijging van het aantal bedrijfsvestigingen en het aantal werkzame personen binnen de clusters medical, food, clean tech, creatief en maritieme dienstverlening is dit nog niet of zeer beperkt terug te zien in de cijfers. In Merwe-Vierhavens is een stijging te zien van het aantal werkenden in het medisch cluster. Het aandeel midden- en hoge inkomens is voor het hele stadshavengebied gestabiliseerd en ligt onder het Rotterdams en landelijk gemiddelde. Zowel het aanbod kantoor- en bedrijfsoppervlak, als het totaal oppervlak winkelruimte is in 2013 en 2014 gedaald. Door de economische crisis is een dalende trend te zien van het aantal TEU’s overslag. De verwachtingen die hierover in de visie worden beschreven zijn daarom nog niet waargemaakt. In het hele stadshavengebied bevinden zich 9 scholen voor voortgezet onderwijs. Veruit de meerderheid van het aantal leerlingen bezoekt een mbo-opleiding. •

• •

Het aanbod van het aantal vierkante meters bedrijfsruimte in Merwe-Vierhavens is gehalveerd in een jaar tijd van bijna 37.000 m2 naar ruim 18.000 m2. Het aanbod in Rijn-Maashaven en Waal-Eemhaven is gestegen met respectievelijk bijna 2000 en 3500 m2. Behalve in Merwe-Vierhavens is in de overige drie gebieden het aanbod van kantoorruimte gestegen. Detailhandel in Merwe-Vierhavens in 2013 is verdubbeld t.o.v. 2012.

16


2. BEREIKBAARHEID

17


2. BEREIKBAARHEID De algemene ambitie voor bereikbaarheid is geformuleerd als: ‘duurzame mobiliteit, fijnmazig stedelijk netwerk, zowel over de weg als voor OV’. Hierbij wordt gefocust op het: • per openbaar vervoer bereikbaar maken van nieuw te ontwikkelen woningbouwgebieden en gebieden met bedrijvigheid voorafgaand aan de ontwikkeling zelf; • bevorderen van (gebruik van) vervoer over water; • uitbreiden van de Park & Walk- en Park & Ride-mogelijkheden; • aanleggen van verkeersroutes voor langzaam verkeer tussen Stadshavens Rotterdam en de omliggende gebieden, en binnen Stadshavens (zoals fietsroutes). Duurzame mobiliteit In de structuurvisie wordt tevens gesproken over de inzet van duurzame mobiliteit voor personen en goederen. Dit gebeurt onder andere door te richten op de modal shift en in gesprek te zijn over het verplaatsen van de Cool Port van noord naar zuid. Daardoor zal er minder verkeersbelasting in de noordelijke wijken zijn. Om duurzame individuele vervoerswijzen te stimuleren wordt er gefocust op oplaadpunten voor kleinschalig elektrisch vervoer, fiets- en wandelpaden en Park & Walks. De inzet van duurzame mobiliteit is belangrijk voor de beperking van verkeerslawaai, de verbetering van de luchtkwaliteit, de beperking van de energievraag en voor de ontwikkeling van de gebieden. Gemiddelde reistijd en OV-haltes binnen de stadshavens Om aan te kunnen tonen dat het openbaar vervoer beter wordt in de komende jaren wordt de gemiddelde reistijd vanuit de stadshavengebieden naar andere knooppunten binnen de stad in kaart gebracht. De reistijd met OV laat een dalende lijn zien, voor de reistijd met de auto is door het ontbreken van gegevens helaas geen trend te onderkennen. MerweVierhavens

RijnMaashaven

WaalEemhaven

RDMHeijplaat

2012

2014

2012

2014

2012

2014

2012

2014

OV v.a. Rotterdam Airport naar:

59

59

58

56

75

74

75

68

OV v.a. Rotterdam CS naar:

30

29

33

26

50

50

44

45

OV v.a. Zuidplein naar:

41

36

33

30

34

33

38

33

auto v.a. Knooppunt Vaanplein naar:

27

22

22

23

auto v.a. Kleinpolderplein naar:

17

30

27

32

auto v.a. Kralingse Zoom naar:

27

27

30

30

Tabel 6. Gemiddelde reistijd in minuten naar de verschillende stadshavengebieden.

18


Aantal Park & Rides en Park & Walks Er zijn op dit moment geen Park & Rides en Park & Walks binnen de verschillende stadshavengebieden. De gebiedsmanager van het Merwe-Vierhavengebied gaf hiervoor als mogelijke verklaring dat er geen parkeerprobleem is in het gebied. Daarom wordt er op dit moment niet op ingezet. Mogelijk is dit ook de verklaring voor het ontbreken van de Park & Walks in de andere stadshavengebieden. Conclusies/aanbevelingen De conclusies die naar aanleiding van het bovenstaande kunnen worden getrokken zijn: • De verschillende stadshavengebieden zijn goed bereikbaar met de auto. De reistijd met openbaar vervoer is ook verbeterd ten opzichte van 2012. • Het vervoer over water maakt een belangrijk onderdeel uit van de bereikbaarheid van stadshavengebieden voor personen. Vervoer over water blijkt lastig te organiseren doordat “niemand ervan is”. Door de Verkeersonderneming wordt gewerkt om alle initiatieven van vervoer over water (zowel OV als contractvervoer) in kaart te brengen. Ook kijken ze naar nieuwe initiatieven die de bereikbaarheid verder kunnen vergroten, bijvoorbeeld door auto’s van de weg te halen, en het verbeteren van de bereikbaarheid van het gebied zelf. Zij kijken daarbij nadrukkelijk naar initiatieven die op termijn van een aantal jaren zelfstandig kunnen functioneren. • Op dit moment zijn er geen Park & Ride en Park & Walk mogelijkheden binnen het stadshavengebied. Mogelijk wordt dit nog ontwikkeld in een latere fase van de herontwikkeling.

19


3. MILIEU, ENERGIE & WATER

20


3. MILIEU, ENERGIE EN WATER Visie In dit hoofdstuk komen milieu, energie en water binnen Stadshavens aan bod. Voor het thema milieu is: ‘Reduceren en beheersen van milieubelasting (geluid, veiligheidsrisico’s en luchtkwaliteit)’ de algemene ambitie die in de visie is geformuleerd. Deze ambitie is verder uitgewerkt op de punten geluid, luchtkwaliteit, geuroverlast en grondvervuiling. Voor het thema energie gaat het om ‘het realiseren van klimaat- en energieneutrale ontwikkelingen’, voor water is dit ‘klimaatbestendig inrichten op veerkracht en weerstand’. Geluid en luchtkwaliteit zullen in dit hoofdstuk uitgebreid aan bod komen. De overige thema’s en resultaten worden kort en in hoofdlijnen beschreven. In 2014 is gestart met het verzamelen van indicatoren om inzichtelijk te maken hoe het in Stadshavens met milieu, energie en water gesteld is. Voor de thema’s duurzame mobiliteit, walstroom, externe veiligheid, energie, oplaadpunten electrische auto’s, zonnestroom, geuroverlast, bodemverontreiniging, waterkwaliteit en overstort is nog zeer beperkt vergelijkingsmateriaal over meerdere jaren beschikbaar. Hierdoor is het lastig om analyses te maken. Voor geluid en luchtkwaliteit konden wel al analyses worden gedaan.

Geluid Over het thema geluid wordt in de visie aangegeven dat er door het nemen van verschillende maatregelen de geluidsoverlast minder moet worden. Wat betreft geluid en de geluidsoverlast in de stadshavens zijn er over de ervaren geluidsoverlast alleen cijfers bekend van de substantieel bewoonde gebieden. Dat zijn de Rijn-Maashaven en RDM-Heijplaat.

Inleiding en achtergrond Een verhoogde geluidsbelasting veroorzaakt hinder maar kan ook leiden tot gezondheidseffecten als slaapverstoring en hart- en vaatziekten. De Wet Geluidhinder beschermt de burger tegen een te hoge geluidsbelasting. In de wet zijn maximale geluidsniveaus vastgelegd. Overschrijding van een voorkeursgrenswaarde is alleen toegestaan als aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan. Het bevoegd gezag, in ons geval de gemeente Rotterdam, beslist hierover. Het Rotterdamse ontheffingsbeleid heeft als uitgangspunt dat met nieuwe ruimtelijke plannen een goede leefomgevingskwaliteit voor bewoners moet worden gerealiseerd. Uiteindelijk doel is het beperken van het aantal nieuwe geluidgehinderden en slaapverstoorden in Rotterdam. In het stadshavengebied zal dit niet eenvoudig zijn omdat er woningen worden gebouwd terwijl de omgeving niet veel veranderd. Om dit te compenseren zullen maatregelen voor het verbeteren van de leefbaarheid nodig zijn. De EU-richtlijn omgevingslawaai schrijft voor dat het Rijk, de provincies en agglomeratiegemeenten periodiek een geluidsbelastingskaart op (laten) stellen en indien er sprake is van overschrijding van grenswaarden een actieplan. In Rotterdam is dit gebeurd door het vaststellen van het Actieplan Geluid 2013-2018. 21


De structuurvisie van 2011 heeft voor de Waal-Eemhaven de volgende keuze gemaakt: • •

Het geluidsruimteverdeelplan vastleggen in het gebiedsontwikkelingsplan, waardoor het een juridische status krijgt, en koppelen aan het bestemmingsplan. De geluidsruimte in milieuvergunningen van bedrijven en het toekomstperspectief van bedrijven blijven in stand.

Voor de overige gebieden is aangegeven dat geluidsruimte en geluidsruimteverdeling in ruimtelijke ordeningsplannen moet worden vastgelegd. Geluidsbronnen en geluidsbelasting Geluidshinder in het stadshavengebied komt vooral van twee bronnen: industrie en verkeer. In grote delen van het gebied kan overlast van meer bronnen tegelijk plaatsvinden. Dit is zichtbaar gemaakt in de signaalkaart geluid.

Figuur 7. Signaalkaart geluid

De kaart (figuur 7) geeft een indicatie van de geluidsbelasting die wordt veroorzaakt door rijkswegen, spoorwegen, industrieterreinen en Rotterdam The Hague Airport. In het rode gebied wordt de maximale grenswaarde overschreden, hier is woningbouw alleen mogelijk als de geluidsbelasting wordt verminderd. Let wel: de kaart geeft aan welke gebieden belast kunnen worden door bedrijven en verkeer. Bij ontwikkeling van het gebied kan dan met deze maximale variant rekening gehouden worden. De huidige daadwerkelijke geluidsbelasting ligt lager.

22


Geluidsoverlast in woningen kan worden beperkt door bij de bouw bijvoorbeeld extra geluidsisolatie te gebruiken, weinig openingen in gevels te maken aan de kant waar geluid vandaan komt en gebouwen als geluidswal voor daarachter gelegen woningen te gebruiken. Geluid in de buitenruimte kan alleen worden verlaagd wanneer er iets aan de bronnen gedaan wordt. Dit kan bijvoorbeeld door het verplaatsen van bedrijven of het nemen van verkeersmaatregelen. De bevindingen hierna zijn uitgesplitst naar de twee grootste bronnen: industrie en verkeer. Bevindingen industrie

Industrie gehinderden gehinderen

300

250

200 Aantal

Gehinderd 150

Ernstig gehinderd Slaapgestoord Ernstig slaapgestoord

100

50

0 MerweVierhavens

RijnMaashaven

WaalEemhaven

Heijplaat-RDM

RDM-Heijplaat Bron: DCMR

Figuur 8. Aantal inwoners die hinder ondervinden van industrielawaai

Figuur 8 toont het aantal inwoners dat hinder ondervindt van industrielawaai. Mensen kunnen zowel in wakkere toestand als in hun slaap hinder ondervinden. De meeste hinder van industrielawaai ondervinden de bewoners van RDM-Heijplaat en het Rijn-Maashavengebied. Dit betekent niet dat er geen probleem is in de andere gebieden. Het gaat hier alleen om geluidshinder van de industrie; geluid van (spoor)wegen en luchtverkeer is in deze figuur buiten beschouwing gelaten.

23


De figuren 9 en 10 tonen het aantal lawaaiklachten dat binnengekomen is bij de meldkamer van de DCMR Milieudienst Rijnmond. Figuur 9 gaat over de lawaaiklachten die zijn ingediend over de bedrijven in het stadshavengebied; de klachten daarover kunnen ook van buiten het gebied komen. Figuur 10 geeft de lawaaiklachten weer van de bewoners die in het stadshavengebied wonen. De oorzaak van die klachten kan ook buiten het gebied liggen.

Industrielawaai over bedrijven in Stadshavens

180 160 140 120

Heijplaat-RDM RDM-Heijplaat

Aantal

100

Waal-Eemhaven

80

Rijn-Maashaven Merwe-Vierhavens

60 40 20 0 2011

2012

2013

Bron: DCMR

Figuur 9. Klachten over industrielawaai over bedrijven in Stadshavens Rotterdam

Industrielawaai door inwoners van Stadshavens

300

250

200

Aantal

Heijplaat-RDM RDM-Heijplaat Waal-Eemhaven

150

Rijn-Maashaven Merwe-Vierhavens

100

50

0 2011

2012

2013

Bron: DCMR

Figuur 10. Klachten over industrielawaai door inwoners van Stadshavens Rotterdam

24


Het aantal lawaaiklachten is in 2013 iets gedaald ten opzichte van 2012. De meeste klachten worden ingediend over een tweetal bedrijven. De klachten van bewoners vertonen een wisselend beeld. Om een antwoord te kunnen geven op de vraag waardoor dit komt, is een diepere analyse van de klachten nodig. De contouren van de wettelijke zones industrielawaai liggen over het stadshavengebied. Dit betekent dat ruimtelijke ontwikkelingen niet zonder meer mogelijk zijn. De Structuurvisie Stadshavens van 2011 geeft als randvoorwaarde dat de geluidsruimte in milieuvergunningen van bedrijven en het toekomstperspectief van bedrijven in stand moeten blijven. Oplossingen voor het ontwikkelen van het gebied moeten daarom vooral gevonden worden in ‘slim bouwen’ en het toepassen van de hogerewaardeprocedure. Bevindingen wegverkeer Niet alleen industrielawaai leidt tot klachten in het stadshavengebied, ook geluid als gevolg van wegverkeer is een probleem.

Wegverkeer gehinderden gehinderden

350

300

250 Gehinderd

Aantal

200

Ernstig gehinderd Slaapgestoord

150

Ernstig slaapgestoord 100

50

0 MerweVierhavens

RijnMaashaven

WaalEemhaven

Heijplaat-RDM

RDM-Heijplaat

Bron: DCMR

Figuur 11. Klachten van inwoners over wegverkeerslawaai

Figuur 11 toont het aantal inwoners dat hinder ondervindt van wegverkeerslawaai. De meeste hinder vanwege wegverkeerslawaai ondervinden de bewoners in de WaalEemhaven en het Rijn-Maashavengebied. Dit betekent niet dat er geen probleem is in de andere gebieden. Het gaat hier alleen om geluidshinder van wegverkeer, geluid van spoorwegen, industrie en luchtverkeer is buiten beschouwing gelaten.

25


Verkeerslawaaiklachten door inwoners van Stadshavens

45 40 35

Aantal

30 Heijplaat-RDM RDM-Heijplaat

25

Waal-Eemhaven

20

Rijn-Maashaven Merwe-Vierhavens

15 10 5 0 2011

2012

2013

Bron: DCMR

Figuur 12. Verkeerslawaaiklachten vanuit Stadshavens Rotterdam

In figuur 12 is het aantal verkeerslawaaiklachten dat geregistreerd is bij de meldkamer van de DCMR Milieudienst Rijnmond weergegeven. Het gaat om klachten over verkeerslawaai ingediend door inwoners van het stadshavengebied. De meeste klachten over verkeerslawaai komen vanuit het gebied RDM-Heijplaat. Om het aanzienlijke verschil tussen 2012 en de andere jaren te achterhalen is een nadere analyse nodig. Het verschil zit in ieder geval niet in bedrijfsgerelateerde klachten. Hogere grenswaarden De invloed van wegverkeer strekt zich uit over het hele stadshavengebied. Bij ruimtelijke ontwikkelingen dient grondig onderzoek naar de geluidssituatie plaats te vinden. De Structuurvisie Stadshavens van 2011 geeft als randvoorwaarde dat de geluidsruimte in milieuvergunningen van bedrijven en het toekomstperspectief van bedrijven in stand moet blijven. Oplossingen voor het ontwikkelen van het gebied moeten daarom vooral gevonden worden in ‘slim bouwen’ en het toepassen van de zogenaamde hogerewaardeprocedure. In gebieden met een te hoge geluidsbelasting mogen in principe geen geluidgevoelige bestemmingen worden gebouwd. De gemeente Rotterdam kan hiervoor ontheffing verlenen als extra geluidwerende voorzieningen worden aangebracht aan de woningen.

26


Ontheffingen hogere grenswaarden 2013 bronnen

173

Wegverkeer Industrie

212

Bron: DCMR

Figuur 13. Vastgestelde hogere waarden

In 2013 zijn voor 385 woningen in het gebied hogere waarden vastgesteld; voor 173 woningen vanwege wegverkeerslawaai en voor 212 woningen vanwege industrielawaai. Opvallend is dat alle industrielawaaiontheffingen in de hoogste geluidsklasse vallen. De meeste van deze woningen zijn in het gebied RDM-Heijplaat. Conclusie De invloed van geluid op het stadshavengebied blijft onverminderd hoog. Er zijn zowel maatregelen uitgevoerd die tot verbetering van de geluidssituatie hebben geleid, als maatregelen die een verslechtering tot gevolg hebben. Zo leverde de reconstructie van de Vierhavensstraat een lagere geluidsbelasting op en zorgde het rechttrekken van de Marconistraat juist voor een hogere belasting. De aanleg van walstroomvoorzieningen heeft ook geleid tot minder geluidsoverlast. De geluidsituatie in het hele stadshavengebied is zodanig dat daar bij de gebiedsontwikkeling wel degelijk rekening mee gehouden moet worden. Een randvoorwaarde in de Structuurvisie Stadshavens 2011 is dat de geluidsruimte in milieuvergunningen van bedrijven en het toekomstperspectief van bedrijven in stand moeten blijven. Hierdoor zijn er niet veel saneringsacties bij bestaande bedrijven mogelijk. Bij gebiedsontwikkeling moet daarom rekening gehouden worden met de bestaande situatie. Wel kan het verplaatsen van geluidsbronnen de belasting in het gebied verminderen. Kansen liggen vooral bij aanleg van nieuwe situaties. Bijvoorbeeld bij een nieuwe weg. Daarbij kan gekozen worden voor een traject dat weinig overlast geeft. De huidige instrumenten ‘slim bouwen’ en hogerewaardeprocedures maken, ondanks de huidige geluidsbelasting, ontwikkeling meestal mogelijk.

27


Luchtkwaliteit De Structuurvisie Stadshavens zegt over luchtkwaliteit het volgende: Een goede luchtkwaliteit is belangrijk voor de gezondheid en voor de leefbaarheid. Voor de gezondheid gaat het vooral om de gehaltes fijnstof (PM10) en stikstofdioxide (NO2). Voor de leefbaarheid is de mate van geuroverlast bepalend. Voor Stadshavens Rotterdam is luchtkwaliteit een punt van aandacht. Door het inzetten van lokale maatregelen zoals duurzame mobiliteit kan Stadshavens Rotterdam een bijdrage leveren aan het verbeteren van de luchtkwaliteit. In het gebied zijn inmiddels twee grote bedrijven gesaneerd: de Eon-centrale en (al eerder) de vuilverbranding aan de Brielselaan. Dit heeft overigens nauwelijks effect op de lokale luchtkwaliteit in het gebied. Dit komt doordat deze bedrijven hoge schoorstenen hadden. Fijnstof (PM10) Fijnstof is schadelijk voor de gezondheid. In Nederland zorgt kortdurende blootstelling aan fijnstof voor het eerder overlijden van mensen. Het gaat vooral om ouderen en mensen met hart-, vaat- of longaandoeningen. Fijnstof is een verzamelnaam voor deeltjes in de lucht. Deeltjes die kleiner zijn dan 10 micrometer worden PM10 genoemd. De deeltjes kunnen verschillen in omvang en chemische samenstelling. Fijnstof heeft diverse bronnen. Denk bijvoorbeeld aan zeezout, verkeer (slijtage van remschijven en van rubberen banden), roet uit dieselmotoren, open haarden, houtkachels en uitstoot van metaal- en elektriciteitsbedrijven. De grenswaarde voor de concentratie van PM10 is 40 Âľg/m3 als jaargemiddelde. Stikstofdioxide (NO2) Stikstofdioxide (NO2) ontstaat bij verbrandingsprocessen. De belangrijkste bronnen zijn weg- en scheepvaartverkeer, industrie en energiecentrales. Hoge concentraties zijn vooral te vinden langs drukke verkeerswegen. NO2 speelt ook een rol bij fotochemische luchtverontreiniging (smog). NO2 veroorzaakt bij hoge concentraties gezondheidseffecten in de vorm van irritatie van ogen en luchtwegen. Dit soort hoge concentraties komen tegenwoordig niet meer voor. Gezondheidseffecten bij lagere concentraties zijn niet vaak gevonden. NO2 wordt vooral gezien als gidsstof voor de mate van luchtverontreiniging. De huidige grenswaarden voor NO2 zijn vooral bedoeld als bescherming tegen langdurige blootstelling aan verkeersgerelateerde luchtverontreiniging. De grenswaarde voor stikstofdioxide (NO2) bedraagt 40 Âľg/m3 als jaargemiddelde concentratie. Deze waarde moet in 2015 zijn bereikt.

28


Bevindingen

Luchtkwaliteit 2013 PM10 - jaargemiddelde

45 40

Grenswaarde

Concentratie in µg/m

3

35 30 Schiedam

25

Zwartewaalstraat

20

Schiedamsevest 15 10 5 0 2010

2011

2012

2013 Bron: DCMR en RIVM

Figuur 14. Luchtkwaliteit PM10-jaargemiddelde

Luchtkwaliteit 2013 NO2 - jaargemiddelde

45 40

Grenswaarde

Concentratie in µg/m

3

35 30 Schiedamsevest 25

Zwartewaalstraat Schiedamsevest

20

Pernis 15 10 5 0 2010

2011

2012

2013 Bron: DCMR en RIVM

Figuur 15. Luchtkwaliteit NO2-jaargemiddelde

De in figuur 14 en 15 getoonde meetstations zijn gecategoriseerd als stadsachtergrondstation. Dit station heeft als doel representatieve achtergrondmetingen uit te voeren in een stedelijke omgeving. Deze metingen worden gebruikt voor het model waarmee de kaarten hierna gemaakt zijn. De trends die te herkennen zijn, gelden ook voor het stadshavengebied. Pieken bij één meetpunt zijn alleen van belang in de directe omgeving. 29


Analyse De concentraties van PM10 en NO2 voor het stadshavengebied zijn weergegeven in figuur 16 en 17. Daarin kunnen we het volgende zien: • De gemeten waarden PM10 liggen ruim onder de grenswaarden. • De gemeten waarden NO2 liggen ruim onder de grenswaarden voor 2015 en vertonen een dalende trend.

Figuur 16. Fijnstof (PM 10) kaart

Figuur 17. Stikstofdioxide (NO 2) kaart

30


Vanwege de grofmazigheid van deze afbeeldingen kunnen geen bijzonder betrouwbare conclusies getrokken worden. De maximale voorkomende waarde voor fijnstof in het gebied blijft in ieder geval ruim onder de grenswaarde. De maximale voorkomende waarde voor NO2 is gelijk aan de grenswaarde. Deze waarde is berekend voor de uiterste zuidwesthoek van het Waal-Eemhavengebied waar geen transitie voorzien is. Het verkeer is een belangrijke bron van NO2 en fijnstof. Op de kaarten is de jaargemiddelde concentratie PM10 en NO2 in en rondom het stadshavengebied gepresenteerd (afkomstig uit de NSL Monitoringstool). In de periode 2011-2013 zijn de inwoners van het stadshavengebied niet blootgesteld aan een te hoge gemiddelde NO2concentratie. Huidige woningen in het stadshavengebied liggen niet langs drukke doorgaande wegen waar sprake is van hoge NO2-concentraties. De PM10-waarden zijn zo laag dat deze geen overschrijdingen in woongebieden opleveren. . Naar verwachting doen zich geen grote problemen voor in het stadshavengebied met betrekking tot NO2 en fijnstof. Het verdient een aanbeveling om eventuele maatregelen te richten op de bronnen die het meest bijdragen aan de luchtkwaliteit in Stadshavens Rotterdam. Dat zijn het wegverkeer en de scheepvaart.

Duurzame mobiliteit 2013 400 350 300

Aantal

250

Hybride LPG

200

Gas Electrisch

150 100 50 0 Personen auto

Bedrijfsauto

Bromfiets

Bron: DCMR

Figuur 18. Duurzame mobiliteit

31


Figuur 19. Walstroomkasten

Duurzame mobiliteit en walstroomkasten Milieuvriendelijke voertuigen stoten minder fijnstof en NO2 uit. Als er walstroomaansluitingen voor de binnenvaart beschikbaar zijn, dan hoeven de schepen voor hun elektriciteitsopwekking geen gebruik meer te maken van dieselgeneratoren. Deze generatoren zorgen voor luchtverontreiniging en geluidsoverlast. Vooral in het RijnMaashavengebied is inmiddels een groot aantal walstroomkasten voor de binnenvaart beschikbaar. Voorzieningen voor zeeschepen zijn er (nog) niet. Een redelijk aantal personenauto’s is al milieuvriendelijk. Ondanks het feit dat er veel bedrijvigheid is in het stadshavengebied, zijn er nog niet veel milieuvriendelijke bedrijfsauto’s. Milieuvriendelijke bussen staan niet in de postcodes van het stadshavengebied geregistreerd. Naast de voertuigen zijn inmiddels ook andere duurzame mobiliteitsmaatregelen getroffen. Bijvoorbeeld de aanleg van de Aqualiner- en een watertaxiaanlegplaats. Waar moet rekening mee gehouden worden bij de gebiedsontwikkeling? De componenten NO2 en PM10 vormen in 2013 geen belemmering voor de gebiedsontwikkeling in stadshavengebieden. De projecten uit de structuurvisie zijn meegenomen in het NSL-programma. Voor de extra uitstoot van deze projecten is in het kader van de provinciale en Rotterdamse luchtkwaliteitsprogramma’s gecompenseerd. Onder andere door middel van mobiliteitsmaatregelen.

32


Overige thema’s

Externe veiligheid Het hele gebied ligt in de invloedssfeer van industriĂŤle activiteiten. Bij gewenste ruimtelijke ontwikkeling moet hier rekening mee gehouden worden. Een deel van de beperkingen vindt een oorsprong in het stadshavengebied zelf en voor een ander deel zijn ontwikkelingen in de omgeving van de stadshavengebieden maatgevend. Het is niet precies bekend hoeveel kwetsbare objecten zich binnen de risicocontouren bevinden. Energie Binnen Stadshavens Rotterdam wordt vanuit de visie ingezet op het thema energie. Dit gebeurt door middel van het toepassen van de Rotterdamse Energie Aanpak en Planning (REAP). Die aanpak bestaat uit verschillende stappen: 1. Een zo energiezuinig mogelijke ontwikkeling. 2. Gebruik van de in de regio aanwezige restwarmte via energiecascades. 3. Het opwekken van duurzame energie. Ook het realiseren van oplaadvoorzieningen voor elektrisch vervoer, het inzetten op intensief ruimtegebruik en het clusteren van bedrijven met een grote energiebehoefte behoren tot de maatregelen die in de visie bij het thema energie worden genoemd. De hoeveelheid CO2-uitstoot zegt iets over het energieverbruik. De CO2-uitstoot in het stadshavengebied neemt over de jaren 2008 tot 2013 licht af. Uit de beschikbare data kan niet worden afgeleid of de afname een gevolg is van de economische crisis of van de uitgevoerde maatregelen.

33


Zonnestroom

Zonnestroom opgesteld vermogen PV

40 35 30

kilowattpiek

25 RDM-Heijplaat Merwe-Vierhavens

Rijn-Maashaven

20

Waal-Eemhaven Heijplaat-RDM

15 10 5 0 2011

2012

2013 Bron: Klimaatmonitor RWS

Figuur 20. Zonnestroom in kilowattpiek

In de Waal-Eemhaven is het opgesteld vermogen aan zonnestroom in de afgelopen jaren niet gegroeid. Bij de Rijn-Maashaven en RDM-Heijplaat stijgt dit gestaag. In het MerweVierhavengebied is in 2013 één locatie aan de Keileweg van zonnecellen voorzien. Daarmee staat het grootste opgestelde vermogen aan zonnecellen in dit gebied. Het opgesteld vermogen aan zonnestroom in de stadshavens is in drie jaar tijd bijna verviervoudigd van bijna 27 naar ruim 94 kilowattpiek (kWp). Oplaadpunten voor elektrische auto’s In totaal zijn er 28 laadpunten in de stadshavens van Rotterdam. De meeste oplaadpunten liggen in het Waal-Eemhavengebied. Omdat dit het eerste jaar is dat een meting beschikbaar is, kan nog geen conclusie worden getrokken over een trend.

Aantal RDM-Heijplaat

2

Merwe-Vierhavens

6

Rijn-Maashaven

6

Waal-Eemhaven

14

Totaal

28 Tabel 7. Aantal oplaadpunten elektrische auto’s

34


Geuroverlast Een deel van het stadshavengebied ligt binnen een zone en heeft te maken met (risico op) geuroverlast. Er worden geen waarden verwacht die boven de toegestane grenswaarden liggen waar de geurbelasting veroorzaakt door industrie aanleiding kan geven tot klachten in de woonomgeving. Dit betekent dat geurhinder geen wezenlijk probleem is bij ruimtelijke ontwikkelingen voor wonen of langdurig verblijf. Sinds 2011 daalt het aantal stankklachten (zie figuur 21). De ontwikkelingen in het stadshavengebied hebben (nog) niet geleid tot een toename in stankklachten in het gebied. In 2011 en 2012 werd vooral geklaagd over een tweetal bedrijven. In 2013 kwamen er nog klachten binnen over ĂŠĂŠn bedrijf. Maar wel minder klachten dan in voorgaande jaren.

Stankklachten door inwoners van Stadshavens

140

120

100 Heijplaat-RDM RDM-Heijplaat

Aantal

80

Waal-Eemhaven Rijn-Maashaven

60

Merwe-Vierhavens 40

20

0 2011

2012

2013 Bron: DCMR

Figuur 21. Stankklachten

Bodemverontreiniging De kans op bodemverontreiniging in het stadshavengebied is aanzienlijk. Er is inmiddels al een aantal locaties gesaneerd. Maar gezien de matige tot grote kans op ernstige verontreiniging in delen van het gebied, mag worden verwacht dat bij herinrichting nog een grote saneringsopgave resteert. Er is slechts een beperkt aantal locaties waar bodemenergiesystemen staan.

35


Waterkwaliteit Omdat water een groot deel van het stadshavengebied beslaat en bovendien een groot deel van het stadshavengebied buitendijks ligt, is het thema water belangrijk binnen het gebied. In de visie is de ambitie voor het thema water geformuleerd als: ‘klimaatbestendig inrichten op veerkracht en weerstand.’ Daarbij wordt klimaatbestendig gedefinieerd als: ‘wateroverlast komt ondanks buitendijkse ligging niet voor of is minimaal.’ Maatregelen die de weerstand vergroten, beperken de kans op wateroverlast en maatregelen die de veerkracht vergroten beperken vooral de gevolgen van mogelijke wateroverlast. Hierbij wordt gewerkt met maatwerk per locatie. Dit gebeurt omdat op de ene plek een hoger risico op wateroverlast acceptabel is dan op de andere plek. Overstort Een overstort vindt plaats bij hevige regenval op momenten dat de riolering de hoeveelheid water niet meer kan verwerken. Het overtollige (riool)water stroomt af naar singels en sloten in de buurt en bij buitendijkse gebieden rechtstreeks naar de rivier. Landelijk vinden overstorten 5 tot 10 keer per jaar plaats in een gemengd stelsel. De frequentie is afhankelijk van beschikbare bergingsruimte in het rioolstelsel en de pompcapaciteit. In figuur 22 is weergegeven hoeveel keer per jaar een overstort na hevige regenval plaatsvindt in de stadshavengebieden. Om hoeveel water het per keer gaat is niet bekend.

Waterkwaliteit overstort in werking

20 18 16 14

Aantal

12

Merwe-Vierhavens Rijn-Maashaven Waal-Eemhaven Heijplaat-Rdam RDM-Heijplaat

10 8 6 4 2 0 2011

2012

2013

Bron: Gemeente Rotterdam

Figuur 22 Waterkwaliteit

Het aantal keren dat overstorten in werking traden in de jaren 2011 tot en met 2013 is wisselend. Dit houdt verband met de variatie in het aantal hevige regenbuien in die jaren.

36


Figuur 23. Ligging overstortlocaties en stelseltype

Op de kaart is aangegeven waar de overstorten liggen. Daarnaast is op de kaart te zien welk soort rioleringsstelsel in het gebied ligt. In een gemengd stelsel worden regenwater en afvalwater samen afgevoerd, in een verbeterd gescheiden stelsel zijn deze stromen gesplitst. Hierdoor vindt er in deze gebieden geen overstort meer plaats van verontreinigd rioolwater. In het Waal-Eemhavengebied is inmiddels voor een groot deel een verbeterd gescheiden stelsel aangelegd.

37


3. RUIMTELIJKE KWALITEIT

38


4. RUIMTELIJKE KWALITEIT Ruimtelijke kwaliteit is in de visie opgenomen als randvoorwaarde voor Stadshavens Rotterdam. De ambitie is om aantrekkelijke gebieden voor burgers en bedrijven te creëren. Het verbeteren van de belevingswaarde is essentieel voor de ruimtelijke kwaliteit van de beoogde woon- en werkmilieus. Dit juist vooruitlopend op programma en infrastructuur. Hieronder vallen onder andere: • het respecteren van zichtlijnen en cultuurhistorische elementen; • het aanleggen van aantrekkelijke verblijfgebieden; • openbare kades; • groenstructuren en verbindingen voor langzaam verkeer tussen binnen- en buitendijks gebied en over mondingen van havenbekkens; • het realiseren van voorzieningen en horeca. Wat betreft groen en natuur past het in de visie om aaneensluitende ecologische zones te creëren in de gebieden die getransformeerd worden van haven en industrieel gebruik naar stedelijk gebruik. Ook het herontwikkelen en behoud van monumenten en beeldbepalende locaties wordt in de visie apart benoemd. Waar wenselijk wordt een cultuurhistorische verkenning opgesteld als onderdeel van het bestemmingsplan. In Stadshavens Rotterdam zijn op dit moment in totaal vijf rijks- en gemeentemonumenten te vinden, waarvan er vier in het Merwe-Vierhavengebied te vinden zijn en één in het Rijn-Maashaven gebied. Wel staat RDM-Heijplaat op de nominatie om een beschermd stadsgezicht te worden. Harde cijfers Als we kijken naar de ‘harde’ cijfers wat betreft de ruimtelijke kwaliteit van Stadshavens (zie tabel 8 en 9) zien we dat de Waal-Eemhaven goed scoort op het aantal vierkante meter openbaar groen en het aantal bomen. Als we echter kijken naar deze aantallen afgezet tegen de totale oppervlakte van het gebied, dan zien we dat de Rijn-Maashaven beter scoort. Ditzelfde geldt voor het gemiddeld aantal bomen in openbaar gebied (zie figuur 24, 25 en tabel 8). Verwacht wordt dat door de transformatie van haven naar stedelijk gebied bijvoorbeeld in het Merwe-Vierhavengebied op lange termijn het gemiddeld aantal vierkante meter openbaar gebied of het aantal bomen per hectare zal toenemen.

39


RDMH water RDMH land 130 ha 100 ha 7% 6%

MW4H water 84ha 5%

MW4H land 133 ha 8%

RM land 79 ha 4% WE land 709 ha 41%

RM water 93 ha 5%

WE water 418 ha 24%

Figuur 24. Totaal oppervlak stadshavens in ha en %

1.600 1.400 1.200 1.000 Merwe-­‐/Vierhavens

800 600

Rijn-­‐/Maashaven

400

Waal-­‐/Eemhaven

200

RDM/Heijplaat

0 2013

2014

Totaal

Figuur 25. Aantal m2 openbaar groen per hectare land

40


MW4H 2013 Totaal oppervlakte land per gebied in ha Openbaar groen in m2 Aantal m2 openbaar groen per hectare land Aantal bomen in openbare ruimte Gemiddeld aantal bomen per hectare land % winkels in plinten

RM

2014

133

2013

WE 2014

2013

79

RDMH 2014

2013

709

Totaal

2014

100

2013

2014

1.021

54.386

56.828

104.070

109.356

159.224

178.038

67.584

67.386

385.264

411.608

408

427

1.319

1.386

225

251

673

671

377

403

391

382

1.263

1.269

560

404

797

791

3.011

2.846

3

3

16

16

1

1

8

8

3

3

0,1

0,0

0,1

0,0

n.v.t.

Tabel 8. Overzicht cijfers Ruimtelijke Kwaliteit Stadshavens Rotterdam

Voorzieningen per soort

2009

2010

2011

2012

2013

Merwe-

Detailhandel

11

10

11

10

21

Vierhavens

(geen auto’s en motorfietsen) Eet- en Drinkgelegenheden

4

4

4

4

4

Kunst, cultuur, sport en

2

8

10

10

11

Totaal

17

22

25

24

36

Rijn-

Detailhandel

12

12

13

14

14

Maashaven

(geen auto’s en motorfietsen) Eet- en drinkgelegenheden

9

10

9

10

10

Kunst, cultuur, sport en

6

6

6

6

8

recreatie

recreatie Totaal

27

28

28

30

32

Waal-

Detailhandel

8

8

8

8

5

Eemhaven

(geen auto’s en motorfietsen) Eet- en drinkgelegenheden

11

12

12

11

12

Kunst, cultuur, sport en

2

5

4

4

5

Totaal

21

25

24

23

22

RDM-

Detailhandel

5

2

2

2

2

Heijplaat

(geen auto’s en motorfietsen Eet- en drinkgelegenheden

2

2

1

2

2

Kunst, cultuur, sport en

5

6

6

6

6

12

10

9

10

10

recreatie

recreatie Totaal

Tabel 9. Aantal voorzieningen per deelgebied

Wat betreft de score op de productnormeringen van Schoon en Heel scoren zowel RDMHeijplaat als de Rijn-Maashaven op Heel consequent een 4 en op Schoon een 4 of 5. Dit betekent dat het niveau van Schoon en Heel door de jaren heen hoog (4) of zelfs zeer hoog (5) is.4 4 Dit wordt gemeten door middel van een gestandaardiseerde werkwijze, wat leidt tot een score op een schaal van 1 t/m 5, waarbij 5 heel erg schoon is, en 1 erg vervuild. Dezelfde meetmethode wordt toegepast voor ‘heel’.

41


Belevingscijfers Als we kijken naar de tevredenheid in de Rijn-Maashaven wat betreft de ruimtelijke kwaliteit zagen we dat in 2011 de bewoners op ĂŠĂŠn onderdeel na tevreden waren over hun voorzieningen. In 2013 is een compleet ander beeld te zien. Dan blijkt dat de bewoners over vijf van de tien onderdelen (veel) minder tevreden zijn. Onderhoud van de buurt, singels, vijvers en sloten en voorzieningen in de buurt krijgen zelfs een (dikke) onvoldoende. Op RDM-Heijplaat was men in 2011 alleen tevreden over het kijkgroen, de eigen woning en het onderhoud van de woning. In 2013 zijn de bewoners meer tevreden over de voorzieningen. Negatieve uitschieters zijn en blijven de voorzieningen in de buurt. Dit is in overeenstemming met het objectief aantal voorzieningen (zie tabel 9). In RDM-Heijplaat zijn in verhouding veel minder voorzieningen dan in de andere stadshavengebieden. Rijn-Maashaven

RDM-Heijplaat

2011/2013

2011/2013

Uitzicht

75/75

57/73

Onderhoud woning

72/56

60/52

Onderhoud blok

73/56

53/52

Onderhoud buurt

61/53

39/51

Kijkgroen

80/86

67/86

Gebruiksgroen

69/78

48/65

Singels, sloten, vijvers

39/42

20/21

Eigen woning

79/79

82/90

69/33

30/18

66/65

50/59

Voorzieningen in de buurt Waardering bebouwing

5

Tabel 10. Percentage bewoners die heel tevreden zijn met bovengenoemde onderwerpen

Een ander subjectief cijfer is de beleving van veiligheid in het stadshavengebied. In tabel 11 wordt zichtbaar dat het grootste deel van de ondernemers binnen de verschillende stadshavengebieden zich altijd veilig voelt. Ook de bewoners van de Rijn-Maashaven en RDM-Heijplaat geven een hoog rapportcijfer aan de veiligheid van het gebied. In 2013 is het veiligheidsgevoel zowel binnen het eigen bedrijf als in de omgeving van het bedrijf gestegen.

Veiligheidsindex6 Veiligheidsgevoel binnen

Merwe-

Rijn-

Waal-

RDM-Heijplaat

Vierhavens

Maashaven

Eemhaven

-

9/9

82/83

64/76

81/90

-

74/84

59/65

72/76

-

8/9

7

bedrijf

Veiligheidsgevoel omgeving bedrijf

Tabel 11. Veiligheidsbeleving van bewoners en ondernemers

5 Het percentage bewoners dat het helemaal eens is met de stelling dat gebouwen en huizen in de buurt er aantrekkelijk uit zien. 6 Rapportcijfer op een schaal van 1-10, gebaseerd op uitvraag aan bewoners. 7 Het percentage ondernemers dat zich in of in de omgeving van de vestiging nooit onveilig voelt.

42


Conclusies/aanbevelingen • • • • • • •

De tevredenheid over het onderhoud aan woningen, blok en buurt is gedaald en vooral in de Rijn-Maashaven (onvoldoende). De tevredenheid over voorzieningen is enorm afgenomen in Rijn-Maashaven en RDM-Heijplaat (dikke onvoldoendes). De tevredenheid over het uitzicht op RDM-Heijplaat is van krappe naar een ruime voldoende gegaan. De tevredenheid over singels, sloten en vijvers scoort stabiel dikke onvoldoendes in Rijn-Maashaven en RDM-Heijplaat. De veiligheidsindex is goed en is verbeterd. Hoewel de Waal-Eemhaven het gebied is met de grootste oppervlakte, heeft de RijnMaashaven relatief gezien de meeste bomen en het grootste deel openbaar groen. Tussen 2009 en 2013 is het aantal voorzieningen in het Merwe-Vierhavengebied het sterkst toegenomen (met zes vestigingen). Alleen in RDM-Heijplaat is een afname van het aantal voorzieningen te zien (met twee vestigingen). Dat is ook terug te zien in de tevredenheidcijfers van RDM-Heijplaat. Slechts 30% van de bewoners is heel tevreden met de voorzieningen in de buurt. Als we kijken naar het aanbod bedrijfs-, kantoor- en winkelruimte is te zien dat het grootste aanbod te vinden is in de Waal-Eemhaven. Dit is echter te verklaren door de grootte van het gebied. Relatief gezien is het grootste aanbod te vinden in het Merwe-Vierhavengebied.

Op lange termijn wordt verwacht wordt dat deze indicatoren bij het (verder) herontwikkelen van de gebieden ook zullen veranderen. Als het Merwe-Vierhavengebied bijvoorbeeld steeds meer een woonfunctie krijgt wordt verwacht dat het gebied groener zal worden en er ook meer voorzieningen in het gebied zullen komen.

43


Lijst met tabellen Tabel 1. Aantal werkzame personen, afgezet tegen voorgaand jaar en ten opzichte van 2007 ....... 6 Tabel 2. Aantal werkzame personen in de clusters creatief, food, medical en maritieme dienstverlening .................................................................................................................. 8 Tabel 3. Top 10 werkgevers in het stadshavengebied naar aantal werkzame personen (>12 uur p.w.) ................................................................................................................................ 9 Tabel 4. Dichtheid bewoning en bedrijvigheid per gebied ........................................................ 10 Tabel 5. Aantal basisscholen en aantal leerlingen per gebied. .................................................. 15 Tabel 6. Gemiddelde reistijd in minuten naar de verschillende stadshavengebieden. ................... 18 Tabel 7. Aantal oplaadpunten elektrische auto’s .................................................................... 34 Tabel 8. Overzicht cijfers Ruimtelijke Kwaliteit Stadshavens Rotterdam .................................... 41 Tabel 9. Aantal voorzieningen per deelgebied ........................................................................ 41 Tabel 10. Percentage bewoners die heel tevreden zijn met bovengenoemde onderwerpen ........... 42 Tabel 11. Veiligheidsbeleving van bewoners en ondernemers .................................................. 42

Lijst met figuren Figuur 1. Aantal werkzame personen per deelgebied en totaal .................................................. 7 Figuur 2. Totaal aantal vestigingen per sector ........................................................................ 8 Figuur 3. Aantal woningen per gebied .................................................................................. 10 Figuur 4. Totaal m2 bruto vloeroppervlak bedrijfs-, kantoor en winkeloppervlak......................... 12 Figuur 5. Aantal m2 bruto vloeroppervlak uitgesplitst naar gebieden ........................................ 13 Figuur 6. Bruto toegevoegde waarde gegenereerd in het gebied. ............................................ 14 Figuur 7. Signaalkaart geluid .............................................................................................. 22 Figuur 8. Aantal inwoners die hinder ondervinden van industrielawaai ...................................... 23 Figuur 9. Klachten over industrielawaai binnen Stadshavens ................................................... 24 Figuur 10. Klachten over industrielawaai over bedrijven in Stadshavens ................................... 24 Figuur 11. Klachten van inwoners over wegverkeerslawaai ...................................................... 25 Figuur 12. Verkeerslawaaiklachten vanuit Stadshavens .......................................................... 26 Figuur 13. Vastgestelde hogere waarden .............................................................................. 27 Figuur 14. Luchtkwaliteit PM10-jaargemiddelde ..................................................................... 29 Figuur 15. Luchtkwaliteit NO2-jaargemiddelde ...................................................................... 29 Figuur 16. Fijnstof kaart ..................................................................................................... 30 Figuur 17. NO2 kaart ......................................................................................................... 30 Figuur 18. Duurzame mobiliteit ........................................................................................... 30 Figuur 19. Walstroomkasten ............................................................................................... 31 Figuur 20. Zonnestroom in kilowattpiek ................................................................................ 34 Figuur 21. Stankklachten.................................................................................................... 35 Figuur 22. Waterkwaliteit ................................................................................................... 36 Figuur 23. Ligging overstortlocaties en stelseltype ................................................................. 37 Figuur 24. Totaal oppervlak Stadshavens in ha en % ............................................................. 40 Figuur 25. Aantal m2 openbaar groen per hectare land ........................................................... 40

44


www.stadshavensrotterdam.nl

45


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.