4 minute read

Vic Mennen stelt nieuw boek voor

WAAR KOMEN DE NAMEN VAN ONZE GEHUCHTEN VANDAAN?

NIEUW EN UNIEK BOEK VAN VIC MENNEN

Vic Mennen is niet alleen leerkracht op rust. Hij heeft daarnaast een indrukwekkende deskundigheid opgebouwd als naamkundige. Het plan om een studie te maken over de herkomst van de namen van gehuchten in grote delen van Limburg lag al een tijdje te rijpen. Drie jaar geleden is hij ermee gestart en nu is zijn nieuw boek een feit.

Op een zonnige maar koude voorjaarsdag spreken we af aan het Hazenstraatje, letterlijk de grens tussen Lutlommel en Heuvel. Daar is eeuwen geleden aardig wat strijd geleverd. Met de herkomst van plaatsnamen als leidraad, vertelt Vic als geen ander over onze lokale geschiedenis.

“In mijn nieuw boek verklaar ik de herkomst van 550 Kempische en Maaslandse nederzettingsnamen. Het zijn namen van enkele steden, maar vooral van dorpen en gehuchten of buurtschappen”, zegt Vic. “Die zijn ontstaan vanaf het jaar 1000. Je kan spreken van een afgebakend gehucht of buurtschap, omdat ze elk hun graslanden en heidegronden hadden.

Het gaat niet alleen over de Limburgse Kempen, maar ook over enkele aangrenzende regio’s.

“In totaal omvat het boek 28 huidige Limburgse gemeenten. Het was moeilijk afbakenen op landschappelijk vlak. Dit is ook een interessant gebied, omdat onze Kempische gemeenten grote dorpen zijn. Lommel was tot voor de fusies de derde grootste gemeente van het land. In het zuiden van Limburg had je meer vruchtbare grond en zijn de dorpen kleiner. Parochies werden gevormd rond de kerken. Bewoners stonden verplicht in voor het onderhoud van de pastoor. Dat was makkelijker te realiseren op die vruchtbare locaties.”

Hoe uniek is dit werk?

“Er zijn alleszins niet veel publicaties zoals deze. Ik heb er jaren van gedroomd. Nu ligt het er en ben ik een tevreden man. Samen met onder andere ‘Van Vriesput tot Klein Duitsland’ is dit voor mij een persoonlijke bekroning. Een werk als dit moet op de eerste plaats geschiedkundig en taalkundig zo correct mogelijk zijn. Gehuchtnamen zijn echter taalkundige fossielen en niet altijd makkelijk te duiden. Daarnaast moet het vlot leesbaar zijn. Ook daarin zit een uitdaging. Ik heb daarom geprobeerd om zo veel mogelijk gehuchtnamen landschappelijk en historisch te kaderen.

De gehuchten staan gerangschikt volgens thema, zoals begroeiing, water, reliëf … Zo kennen we heel wat plaatsen met ‘Lo’, zoals Hamont-Lo. ‘Lo’ betekende oorspronkelijk ‘bos’, later gerooid bos en in de Kempen dikwijls ‘bos op hoge zandgrond’. Ook Lommel is hiervan afgeleid, maar dan met een verdoft tweede deel. Het boek is ook rijkelijk geïllustreerd met heel wat foto’s en topografische kaarten.”

We staan hier niet voor niets aan het Hazenstraatje. In het boek lezen we hierover een spannende historische anekdote.

“Deze trage weg is eeuwenoud en vormt de grens tussen de twee gehuchten. Het was verboden om van Lutlommel naar de Heuvel en omgekeerd te gaan om daar plaggen - of heidezoden - te gaan steken. Die waren levensnoodzakelijk. Boeren deden die in een stal met

dierlijke uitwerpselen, de zogenaamde potstal, en dat werd dan een soort mest.

Uit een akte uit 1770 blijkt dat ene Mathijs Dielis van de Heuvel dit toch had gedaan en zijn turf en plaggen werden op Lutlommels gebied stukgeslagen. Elk gehucht waakte er namelijk over dat een ander gehucht niet op zijn terrein kwam. Maar dat gebeurde regelmatig en dan zaten ze tegen elkaar. Volgend op dit incident werden de heidegronden tussen beide gehuchten afgebakend om toekomstige burenconflicten te vermijden. Volgens de notariële akte vormden het Hazenstraatje en de Muldersweg daarbij de grenslijnen.

Trouwens, het bosje vlakbij de terreinen van Lutlommel VV is wellicht het oudste stukje loofbos van Lommel en dateert uit de 15de eeuw. Men zegt er nog altijd het ‘Kortenbos’ tegen. Kort betekent hier klein.”

Werken met een mix tussen lokale geschiedenis en aardrijkskunde lijken alsmaar populairder te worden.

Hoe ben je er eigenlijk toe gekomen om nog naamkundige te worden? Je hebt er een doctoraat in behaald.

“Ik had graag aardrijkskunde gestudeerd, maar dat was iets te veel wiskunde. Ik was goed in talen en daarom werd het Germaanse. Voor mijn verhandeling koos ik een onderwerp met de combinatie van taal en landschappen. Zo is die interesse voor naamkunde gegroeid.

Na twintig jaar in het onderwijs had ik nog een uitdaging nodig. Het vergde heel wat studie. Zo kwam ik in academische kringen terecht en schreef ik een aantal werken, ook over de herkomst van straat- en plaatsnamen in andere gemeenten. Ik werkte ook mee aan het Woordenboek van de Vlaamse gemeentenamen.” “Corona heeft daarin een rol gespeeld. Mensen hadden tijd, gingen op pad en ontdekten zogenaamde trage wegen.

De geschiedenis van de naam en de locatie zie je bijvoorbeeld nog vaak aan de vorm van een stuk land, een heuvel, de bodem. Als ik daar als naamkundige iets aan kan bijdragen dan doe ik dat graag.”

Een boek als dit kost natuurlijk veel tijd en energie. Zijn ze daar thuis nog altijd blij mee?

“Mijn vrouw is mijn grootste supporter, anders werkt het niet. We zijn met pensioen, hebben kinderen en kleinkinderen, gaan af en toe graag op vakantie en ik werk ook graag in de tuin. Naamkunde is een passie, maar ik zit gelukkig ook niet dag en nacht in een archief of aan mijn computer.”

'Van Gennep tot Geistingen. Van het Lo tot Lutselus. Nederzettingsnamen van de Limburgse Kempen en aangrenzende regio’s' is een uitgave van Erfgoed Lommel en kost 30 euro. Over hoe je het kan bestellen, lees je alles op www.erfgoedlommel.be De opbrengst van het boek gaat naar het kinderkankerfonds vzw Kleine Prins.

Op woensdag 6 april geeft Vic een lezing in CC De Adelberg. Kijk op www.ccdeadelberg.be voor meer info.

Bestel het boek

This article is from: