Newtropolis, Zuiderlucht Nov Dossier

Page 1

DOSSIER ZL

6

NEWTROPOLIS De klapstoel van Karel de Grote

EEN

zuiderlucht

De grens zit vooral tussen de oren

1PRODUCTIE

Vijf prikkelende stellingen over de Euroregio

NOVEMBERwww.zuiderlucht.eu 2014

IKEA is tenminste tweetalig

Genoeg gepraat over ‘verbinden’ en ‘grenzen overwinnen’

november 2014


NEWTROPOLIS Luik, de grootste stad van de Euregio.

O

p een steenworp afstand van warenhuis Schunck, een van de iconen van het moderne Heerlen, ligt Huis De Luijff, een statig 17e eeuws herenhuis. Achter het pand is een zaaltje waar op 18 april 1951 een oprichtende vergadering plaatshad van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS), de voorloper van de Europese Unie. De EGKS wilde de handelsbelemmeringen tussen de Benelux-landen, Duitsland, Frankrijk en Italië wegnemen en de internationale handel bevorderen. Dat was ruim 63 jaar geleden. Wat is er in de tussentijd gebeurd? Is deze Europese gedachte nog terug te vinden in Heerlen anno 2014, centrum van de Parkstad, gelegen in een van de dichtstbevolkte gebieden van Europa van vandaag? Twee jaar geleden begon Schunck*, een cultuurhuis dat diverse disciplines huisvest, met het onderzoeksproject NEW or NOTROPOLIS. In drie steden, Heerlen, Aken en Hasselt werd gesproken over kennisuitwisseling, samenwerking in planning, het leggen van verbindingen en het bevorderen van grensoverschrijdende bewegingen. Verschillende ambities kwamen aan bod. Luik wilde in 2017 een wereldtentoonstelling organiseren, Maastricht en de Euregio verwachtten in 2018 Culturele Hoofdstad van

2

Europa te kunnen worden, en de Parkstad streefde ernaar voor de periode 2014-2020 de Internationale Bauaustellung (IBA) binnen te halen. Is de Euregio Maas-Rijn geholpen met evenementen op het gebied van cultuur en ruimtelijke ontwikkeling? Onderstrepen deze ambities niet juist het belang en de noodzaak voor een gezamenlijke Euregionale agenda? En, als we spreken over de Euregio Maas-Rijn, waar hebben we het dan eigenlijk over? Stedelijke en regionale ontwikkelingen worden steeds belangrijker. Stedelijke regio’s zoals de Randstad, de Vlaamse driehoek en het Ruhrgebied krijgen een steeds belangrijkere positie. Ze overstijgen het landsbelang en sluiten beter aan op de economische schaal en ambitie van Europa. In dit verband zou Europa beter gezien kunnen worden als een verzameling van stedelijke regio’s. De Euregio Maas-Rijn ligt in de periferie van Nederland, Duitsland en België, maar ligt als internationale regio juist in het centrum van die drie stedelijke regio’s. Het gebied heeft ongeveer 3,9 miljoen inwoners, en kenmerkt zich vooral door zijn landschappelijke en groene structuur. Kan de Euregio zich als relevante stedelijke Europese regio ontwikkelen? Zou de Euregio Maas-Rijn als innoverend stedelijk netwerk gezien kunnen worden,

www.zuiderlucht.eu

waar de steden uit de drie landen intensief samenwerken op het gebied van wonen, werken en recreëren? De Euregio Maas-Rijn als proefkamer voor Europese regionale samenwerking. Eerder dit jaar werd het door ESPON gefinancierde onderzoek LP3LP gepresenteerd, waarin de landschappelijke kwaliteiten van de Euregio Maas-Rijn in kaart werden gebracht en richtlijnen opgesteld voor behoud en beheer van dit unieke gebied. Het onderzoeksproject Newtropolis brengt voor het eerst de culturele en ruimtelijke ontwikkeling in beeld. Het onderzoek wil de actuele ruimtelijke en culturele vraagstukken in de Euregio Maas-Rijn op de agenda plaatsen en daar vragen bij stellen. Het is, net als deze publicatie bij Zuiderlucht, tevens een oproep om aan te sluiten bij het delen van kennis, inzichten en initiatieven ter bevordering van de kwaliteit van het culturele leven in deze Euregio.

.

Kor Bonnema directeur Schunck*

Hein Smedts curator architectuur Schunck*

november 2014


DE KLAPSTOEL VAN KAREL HOU EENS OP MET DAT RARE BEGRIP EUREGIO. GEEF HET GEBIED EEN NAAM DIE BEKT. NOEM HET CHARLEMAGNE.

T

erwijl ik in de file sta voor een doseerlicht bij Maastricht denk ik aan de Dagobert-troon van Karel de Grote. Dat krijg je van al die uitlaatgassen. Een doseerlicht is een verkeerslicht dat op een doorgaande weg net buiten de stad een file met uitlaatgassen veroorzaakt zodat in het centrum van de stad géén file met uitlaatgassen ontstaat. In Groen-Linksige nieuwspraak heet dat mobiliteit, maar het voelt als stilstand. Alles voor de dagomzet van de Maastrichtse binnenstad. In de file bij het doseerlicht staan de gijzelaars van het consumentisme. De Dagobert-troon is de vergulde klapstoel die Karel de Grote altijd bij zich droeg. Zo belanden we in één zin van de doseerlucht in de vroege middeleeuwen, zijn rijk had nog geen hoofdstad, de keizer trok als een bedoeïne van nederzetting naar nederzetting. Vanwege de warmwaterbronnen vestigde de jichtige Karel zich uiteindelijk in Aken. Wat dat doseerlicht met Karels klapstoel van doen heeft? Nog even geduld. Sinds 1993 heeft de Europese Unie geen binnengrenzen meer. De grenzen bevinden zich een stuk landinwaarts, zitten tussen de oren van bestuurders en politici. Lees Geert van Istendael, verderop in deze ZL-special. In Den Haag hebben ze amper weet wat dat verre Zuid-Limburg beweegt - en dat bevalt hen prima. Je kunt dan vanuit Heerlen de middelvinger opsteken en denken ‘ik los het zelf wel op’, maar zo simpel is het niet. Heerlen is als Karst, de eenzame grensstad in de prachtige, onheilspellende roman Sneeuw

3

van Orhan Pamuk. Mensen trekken er weg, ze voelen zich geïsoleerd, er is geen Hinterland. Over de grens? De pogingen van de ZuidLimburgers om hun heil over de grens te zoeken, in Luik en Aken, mislukken stelselmatig. Den Haag vindt het te ingewikkeld, het etiket euregio levert ook niets op. De nood tot samenwerking aan deze kant van de grens is groter dan aan de andere. Aken draait lekker, Luik zit in een revival. Zij hebben namelijk wél een Hinterland. De ene periferie is de andere niet. Hoe belangrijk is zo’n Hinterland? Afgelopen zomer was ik enkele malen op bezoek bij de Ruhrtriennale, een kunstenfestival dat zich afspeelt in voormalige kolen- en staalfabrieken in de Ruhrpott. Megacomplexen met ‘Schrott’, sorry: industrieel erfgoed die miljoenen bezoekers per jaar trekken. De eerste reflex is dan: had Heerlen die oude mijncomplexen indertijd maar niet gesloopt, dan was de toekomst daar nu al lang begonnen. Vergeet

www.zuiderlucht.eu

het. Heerlen heeft geen Hinterland, zo’n festival zou in plaats van 50.000 hooguit 5.000 bezoekers trekken. Niet levensvatbaar dus. In bepaalde delen van het bedrijfsleven geldt hetzelfde. Binnen de landsgrenzen is de regio te klein om een vuist te kunnen maken. Tal van concepten daalden de afgelopen decennia op ons neer om het probleem te tackelen: Euregio, Bandstad, Zuid-Stad, Tussenstad, Eutropolis, Culturele Hoofdstad, Newtropolis - vergeef me als er me eentje is ontschoten. Schitterende ideeën en briljante gedachten – die smoren als ze de grens over moeten. Ondanks het vrije verkeer, sinds 1993, van mensen, goederen en diensten. Ondanks het weghalen van de grensposten. De Maastrichtse ambitie om in 2018 Culturele Hoofdstad van Europa te worden, kwam van al die plannetjes het verst. Omdat het een wedstrijd was, met een titel en een zak geld. Na de nederlaag viel de regio in een vorm van navelstaarderij waar ze al decennialang patent op heeft. Kennelijk hebben Limburgers een wedstrijd en een prijs nodig om zichzelf uit het moeras te trekken. Omdat uit Den Haag niets valt te verwachten, moet de provincie die prijs zelf uitloven. De naam van de prijs luidt: De toekomst. De bijbehorende trofee is een replica van de vergulde klapstoel van Karel de Grote. O ja, we spreken af dat we Maastricht bij die prijs geen hoofdrol toedichten. Het denken reikt er niet verder dan de dagomzet. De klapstoel van Karel komt in Heerlen, en we noemen het gebied niet langer Euregio, maar Charlemagne.

.

WIDO SMEETS

november 2014


DE GRENS ZIT VOORAL TUSSEN DE OREN De euregionale toenadering op bestuurlijk niveau heeft een spoor van mislukkingen opgeleverd. Hans Mommaas pleit er voor elkaar voortaan op te zoeken volgens de denklijnen van het alledaagse gedoe. Want de aantrekkingskracht blijft. “Juist omdat het aan de andere kant anders is, willen we er naartoe.” door Hans Mommaas

H

oe je er ook naar kijkt, grenzen roepen gedoe op. Als ze er zijn, compleet met slagboom en grenscontrole, lokken ze mensen aan die er, desnoods illegaal, overheen willen. Bijvoorbeeld omdat het gras aan de overkant groener is, de boter goedkoper, de televisie spannender. En als de grenspalen vervolgens worden weggehaald omdat ons dat macro-economisch beter lijkt en we daarmee hopen ook de nationalistische driften wat te temperen, vertikken mensen het om de grens over te steken en gaan ze juist heftiger dan ooit op hun eigen culturele kluit zitten. Der Mauer im Kopf noemen ze dat bij onze oosterburen. Het is ook nooit goed. Paradoxen zijn schijnbare tegenstellingen, tegenstellingen die goed beschouwd een gevolg zijn van een verkeerde manier van combineren. Wat ons voorkomt als een tegenstelling, is dat in werkelijkheid niet. Een paradox is dus eigenlijk gewoon een domme bewering, die nood heeft aan een beter inzicht, aan helder verstand. Paradoxen zijn retorische trucs waarmee we vooral onze tijd verknoeien, tenzij we natuurlijk toch even niets te doen hebben en we het leuk vinden om spelletjes te spelen. De paradox van de grens - mensen willen hem weg als hij er is, en houden hem in stand als hij is verdwenen - heeft mogelijk niets met die grens als zodanig van doen, en alles met het achterliggende heilige moeten. Of het

4

nu gaat om de standvastige instandhouding van verschillen of om de evenzo standvastige ontkenning ervan, in beide gevallen moeten we zo nodig weer wat. Op het ene moment moeten we afstand houden, op het andere moeten we mengen. En in beide gevallen roept dat heilige moeten aversie op, simpelweg omdat we er de noodzaak niet van inzien omdat ons leven ons op dat moment tot andere dingen brengt. En zo komt het dat, toen de grenzen er nog waren, we in deze regio eenvoudiger met elkaar konden verkeren omdat we elkaars taal nog konden spreken en er over en weer verbanden bestonden in de sfeer van het verenigingsleven, het onderwijs, de economie en de arbeid en het uitgaansleven. Terwijl we elkaar, nu de grenzen weg zijn, niet meer kunnen verstaan, of hooguit in een derde, streekvreemde taal: het Engels. In beide gevallen botsen overheidsprogramma’s en alledaagse werkelijkheid, simpelweg omdat ze met elkaar uit de pas lopen: passing ships in the night’ - om het maar eens in goed Limburgs uit te drukken. Maar als het persistente probleem van de grens inderdaad van doen heeft met een heilig moeten dat botst met ons alledaags gedoe, ligt de geniale oplossing dan niet voor het oprapen? Zou het dan niet voor de hand liggen om eens wat beter na te denken over hoe we die twee

www.zuiderlucht.eu

wat dichter bij elkaar kunnen krijgen? Is het dan misschien een idee om bij de inrichting van bestuurlijke programma’s ietsje minder bezig te zijn met het elkaar de vliegen afvangen (‘kijk die van mij eens’) en ietsje meer met hoe die programma’s dienstbaar kunnen zijn aan het gedoe van alledag? Stel dat het dan zo goed voor ons is om wat vaker de grens over te steken, bijvoorbeeld omdat er aan de overkant werk te vinden is of omdat dat simpelweg onze culturele horizon wat verrijkt, is het dan geen goed idee om eens na te denken over hoe we dat streven beter kunnen doen aansluiten bij wat ons sowieso dagelijks doet bewegen? Wat is er simpeler dan je mooie landschap op een eenvoudige, flexibele en ongedwongen manier toegankelijk te maken door er genummerde routebordjes in te plaatsen, waarlangs mensen over en weer hun eigen fietsroutes kunnen zoeken. Geniaal. Nu nog even zorgen dat de kaarten op elkaar aansluiten, dan kunnen eindelijk al die thematische routebordjes (evenzovele restanten van vervlogen bestuurlijke ambities) uit het landschap worden verwijderd. In de horeca en de detailhandel weet men trouwens allang hoe het publiek over de grens te trekken. Gewoon een kwestie van je talen spreken en je aanbod goed laten aansluiten op waar mensen naar op zoek zijn. Moeten we het in dat verband nog

november 2014


Het nieuwe station Luik-Guillemins van architect Santiago Calatrava.

‘MOETEN WE ENGELS GAAN PRATEN OF MEERTALIGHEID BEVORDEREN? WIE DE CULTURELE DIVERSITEIT VAN DE REGIO AAN HET HART GAAT, KIEST HET LAATSTE.’ hebben over het openbaar vervoer? Vanzelfsprekend helpt de standaardisering: gemak dient de mens, dus gelukkig dat de maten en gewichten al enige tijd op elkaar zijn afgestemd, en dat de euro er is; zitten we niet meer permanent om te rekenen. Tot op zekere hoogte dan natuurlijk. Want wat een grens aantrekkelijk maakt om over te steken, is natuurlijk het verschil. Juist omdat het aan de andere kant anders is, willen we er naartoe. Dus wie het grensverkeer wil bevorderen moet er enerzijds vooral voor zorgen dat de voorwaarden voldoende aanwezig zijn om over en weer te verkeren, om anderzijds juist het verschil te benadrukken. En ja, dat is een kwestie van permanent afwegen. Allemaal Engels gaan praten of meertaligheid bevorderen? Wie de culturele diversiteit van de grensregio aan het hart gaat en tegelijkertijd

5

toegang wil hebben tot de ander zijn cultuur, bijvoorbeeld omdat dat inspireert, die kiest voor het laatste. Wie gaat voor het loutere gemak kiest het eerste. Hoe dan ook: langs de denklijnen van het alledaagse gedoe dringt zich op die manier een ander, meer horizontaal en beweeglijker programma op voor de bevordering van het grensoverschrijdende leven dan langs de altijd nationaal en verticaal ingekaderde lijnen van de bestuurlijke organisaties. Dat maakt dat alledaagse leven nu juist ook veel kansrijker als integratiekader en bron van vernieuwing. Dus hou op met pogingen om organisaties bestuurlijk met elkaar op een lijn te krijgen. Zorg er in plaats daarvan voor dat ondernemers, organisaties en verenigingen een helder belang krijgen in het faciliteren van grensoverschrijdend verkeer. Bijvoorbeeld

www.zuiderlucht.eu

omdat dat hun markt verruimt, of omdat dat hun kennis en de creativiteit bevordert. Ondertussen is het van belang zichtbaar te maken wat zich hier allemaal al grensoverschrijdend afspeelt. Niet primair om aan te tonen dat de Euregionale metropool aanstaande is, maar simpelweg om te laten zien hoe mensen zich al, onder de bestuurlijke radar door, in dit grenslandschap voortbewegen en met elkaar verbinden, en welke kansen en belemmeringen zich daarbij voordoen. Op die manier komen we hopelijk wat los van de landkaartige prisma’s waarmee we ons leven nog al te vaak inkaderen, en openen we andere, meer realistische perspectieven. Eenvoudig zal dat overigens niet zijn. Het zal een kwestie zijn van ‘datamining’. Wat binnen het project Newtropolis is verzameld, is een aardig begin. In de verdere zoektocht is het zaak maatschappelijke partners te zoeken die weet hebben van subversieve stromen. Het merendeel van de overheidsstatistieken biedt immers geen oplossing: ze houden op bij de grens...

.

Hans Mommaas is hoogleraar in Tilburg, Utrecht en Antwerpen en is daarnaast wetenschappelijk directeur van Telos, Centrum voor Duurzame Ontwikkeling.

november 2014


Breek de politiek uit haar keurslijf van Hollandse methodes, Hollandse gewoonten, Hollandse vooroordelen. Vergeet het centralistische Den Haag, leer je kinderen vier talen en schud het ultra-liberalisme van je af. Geert van Istendael pleit voor meer zelfbewustzijn in de regio. door Geert van Istendael

VIJF STELLINGEN OVER DE EUROREGIO

T

oen uw koninkrijk tot stand kwam, inmiddels tweehonderd jaar geleden, was het tevens het koninkrijk van mijn voorouders, ten minste, voor zover die op het grondgebied van het huidige België of Nederland woonden. Van vaderszijde was dat zeer zeker niet het geval, zoek de stalmeiden en ketellappers in de omgeving van het Rijnland. Van moederszijde even zeker wel. Zoek hen ten noorden van Brussel, in de streek waar Beethovens grootvader vandaan kwam. De voorouders van mijn moeder waren trouwens ook muzikanten, niets geweldigs, hoor, kosters die wat orgel konden spelen. Je moet mijn voorgeslacht dus deels honkvast, deels grensoverschrijdend noemen. Vaders trekvogels. Moeders geworteld. Mijn moeder geboren in het dorp van haar moeder en vader en grootvader en grootmoeder en overgrootmoeder, enzovoort. Mijn vader geboren in een vluchtelingenkamp onder de rook van Newcastle. Eerste Wereldoorlog. Hij begon een eeuw geleden, de Duitsers liepen ‘poor little Belgium’ onder de voet. Hier hoeft u dat allemaal niet te herdenken, prijs uw land gelukkig. Ik vertel deze kleine familiegeschiedenis om te illustreren dat migratiebewegingen,

6

vluchtelingenproblematiek, over grenzen stappen, binnen veilige grenzen blijven, geen nieuwerwetsigheden zijn, hedendaagse onrust in een op hol geslagen wereld. Grenzen als veilige barrière of als ergerlijke muur waarop ondernemende mensen telkens opnieuw botsen, ze zijn tegelijkertijd oud en nieuw. We moeten het dus ook niet in ons hoofd halen om grenzen overhoop te gooien, migratie af te schaffen of verknochtheid aan eigen bodem af te doen als achterlijk of zelfs als verdacht. We zullen er het beste van moeten maken, zoals mijn berooide grootouders dat hebben proberen te doen. Mijn vaders vader vertelde op zijn sterfbed verhalen in het Engels met een onvervalste Ierse tongval, zestig jaar voordien opgepikt in de kroeg bij zijn Ierse kameraden, zij en hij even laveloos. Mijn moeder trouwde met een wereldreiziger, maar bleef haar hele leven lang háár verhalen vertellen over appelbomen in dorpstuinen en de geur van vers gemaaid hooi. Als ze in vervoering raakte, vloeide als vanzelf uit haar mond het krachtige Brabantse dialect dat haar voorouders sedert mensenheugenis hadden gesproken en dat zij in andere omstandigheden zorgvuldig verborgen hield. Dat is en blijft het spanningsveld, ook in de wereld die wij globaal noemen en waarin wij

www.zuiderlucht.eu

onszelf zo graag zien als kosmopolieten: thuis en niet thuis, daar en hier, aan deze zijde van de grens en achter de grens. Ik keer nog even terug naar de tweehonderdste verjaardag van uw koninkrijk. Nauwelijks zestien jaar na het begin, in 1830, werd dwars door dat koninkrijk een grens getrokken. Het huidige Nederland en het huidige België ontstonden tegelijkertijd, het ene land was de open wonde van het andere. In Maastricht, in heel Limburg, was dat een traumatische gebeurtenis. De provincie bleef nog negen jaar bij België, de stad stond onder het bevel van de koningsgetrouwe generaal Dibbets, die er een adellijke titel aan over zou houden. Ik betreur de scheiding van 1830 uit de grond van mijn hart. De belgicist in mij zegt: België had nooit mogen bestaan. En Nederland binnen zijn huidige grenzen evenmin. Ziehier waarom. Het koninkrijk van voor 1830 was drietalig. De kleinste taal, Nederlands, was de taal van de meerderheid. Het Frans, destijds de internationale taal bij uitstek, de taal van diplomatie, cultuur, economische betrekkingen en beschaving in het algemeen, was de taal van een nogal kleine minderheid. Duits, dat later de belangrijkste Europese taal zou worden voor economie, wetenschap en techniek, werd

november 2014


Grazende koeien bij industrieterrein Chemelot in Sittard-Geleen.

door een nog kleinere minderheid gesproken. Ook in delen van Zuid-Limburg was het Duits zeer vertrouwd, lees er de gedenkschriften van Frans Erens (1857-1935) op na. Hij werd geboren in Schaesberg, hoorde thuis Limburgs, Frans en Duits en heeft pas echt Nederlands geleerd toen hij naar de kostschool ging in Roermond. Van een linguïstisch evenwicht als dat van dit helaas verdwenen koninkrijk kun je alleen maar dromen. Groot en klein hielden elkaar in balans. Het grote voordeel zou zijn geweest dat alle Nederlandse schoolkindertjes, van Maastricht tot Delfzijl en Tietjerksteradeel, verplicht zouden worden om op school ook grondig Frans en Duits te leren. Dat zou pas een schaalmodel voor Europa zijn geweest. Of, bescheidener, voor de Euregio waar we ons nu bevinden. Er is nog één gemist voordeel, u moet er eens over nadenken. In dat verenigde koninkrijk

lagen Maastricht en Zuid-Limburg centraal en niet perifeer, ten minste, op de noord-zuidas. De afstand tussen Maastricht en Groningen bedraagt ruim 300 kilometer. De afstand tussen Maastricht en Schengen (het verste zuidoostelijke punt van Luxemburg) bedraagt ruim 200 kilometer. Het kan dus niet verbazen dat ik 1830 verafschuw. Maar niemand kan de klok terugdraaien. België en Nederland zijn twee afzonderlijke, soms ergerlijke, soms amusante realiteiten. Dat duurt nu al honderdvierentachtig jaar en we moeten het ermee doen. Bovendien leeft hier, in dit deel van Europa, nog een derde, kolossale realiteit: Duitsland. Bij die realiteit, op een steenworp van Belgisch en Duits grondgebied, wil ik enkele controversiële stellingen poneren - naar het schijnt ben ik daar niet bang van. Als

‘BELGIË HAD NOOIT MOGEN BESTAAN. EN NEDERLAND BINNEN ZIJN HUIDIGE GRENZEN EVENMIN.’

erevoorzitter van de Vlaamse PEN-club heb ik altijd gepleit voor de grootst mogelijke vrijheid van meningsuiting. Vrijheid in de eerste plaats voor meningen die storen, voor meningen wa ar ik het niet mee eens ben. Hier komen ze.

Stelling 1: Leer Frans en Duits U moet zich in deze stad, in deze regio, dringend ontdoen van die bizarre Nederlandse verafgoding van het Engels. Iedereen, waar ook ter wereld, heeft er alle belang bij de talen van zijn buren te leren en dat gebeurt ook heel vaak. Doe je het niet, dan is het altijd in je nadeel. In België hebben de Franstaligen collectief geweigerd Nederlands te leren. Ze hebben dat hardnekkig volgehouden, meer dan anderhalve eeuw lang, en hebben er een zware tol voor betaald. Sinds 1950, toen de Waalse industrie nog floreerde en arm Vlaanderen nog geen verleden tijd was, is er slechts zeven jaar een Waal premier geweest. De andere 57 jaar waren het Vlaamse heren, onder tot boven tweetalig. En wat zien we in de 21ste eeuw? Mijn Franstalige landgenoten leren panisch Nederlands. Ik denk dat vandaag in Luik meer mensen Nederlands kennen dan Maastrichtenaren Frans spreken. Het is ooit anders geweest: Maastricht was in 1830 wellicht nog sterker verfranst dan Brussel.

>>

7

www.zuiderlucht.eu

november 2014


Oude grenspaal tussen Nederland en Duitsland.

Het dynamische Luikse industriebekken was voor Maastricht niet alleen afzetgebied, het was ook referentiegebied, voor cultuur en voor scholing, en dat gold voor heel Zuid-Limburg. We weten dat de Eerste Wereldoorlog die oriëntatie op Luik heeft afgesneden. Maar Luik ligt vandaag, honderd jaar later, nog altijd op dezelfde plaats, nietwaar? Het is dan ook niet meer dan logisch dat de kinderen in Maastricht grondig Frans leren. Een boogscheut hier vandaan kunnen ze die taal volop horen en zien en spreken. Hetzelfde geldt uiteraard voor Duits. De jeugd van Maastricht moet zo jong mogelijk Duits beginnen te leren. Uit naakt eigenbelang. Niet dat ik iets tegen het Engels heb. Komaan, ik zou de taal van Dylan Thomas en Emily Dickinson verstoten!? Ik zal daar gek zijn. Ik heb in Engeland gewoond. Ik heb daar door schade en schande geleerd hoe moeilijk het is een beetje fatsoenlijk Engels te spreken. Wat mij tegen de borst stuit, is het Angelsaksische taalimperialisme en nog veel meer de slaafse onderwerping aan dat imperialisme. Alle grote talen neigen tot imperialisme, dat hoef je mij, de Belg, niet uit te leggen. U zit hier in een benijdenswaardige positie. U kunt zich tot andere, grote, prachtige talen richten. Zij groeien in uw achtertuin. De grote Duitse historicus Golo Mann, zoon van Thomas, vond dat iedere jonge Europeaan ten minste drie talen zou moeten kennen: de moedertaal, Engels, allicht, en een derde taal naar keuze. In dit gebied zou ik Golo Manns idee dan ook uitbreiden tot vier talen: Nederlands, Frans, Duits, Engels, en, voor der

8

gelukkigen die een talenknobbel hebben, meer talen, ad libitum. Ergo: Leer Frans en Duits. De rest komt wel van zelf.

Stelling 2: Probeer op België te lijken Het was generaal De Gaulle die gezegd zou hebben dat je in Europa maar twee echte naties hebt: Frankrijk en Nederland. Er zijn argumenten aan te voeren voor dat idee van De Gaulle, maar ik heb toch enkele bedenkingen. Zoals zoveel buitenlanders identificeerde de generaal Nederland in grote mate met het calvinisme en wat men daar zo al aan verbindt. Dat zijn goede en kwade zaken: tolerantie, maar ook platte koopmansgeest, een zekere botheid en tactloosheid in de omgang, maar ook grote ernst en plichtsbesef. Enfin, u kent de clichés. Een kleine anekdote om dat te illustreren. Deze stad heeft een mooi internationaal poëziefestival, de Maastricht International Poetry Nights. Jaren geleden, ik geloof zelfs bij de eerste editie, heeft Hans van de Waarsenburg me daar naartoe gehaald. We zaten met enkele genodigden op een terrasje aan de Maas. Een Oostenrijks dichter in ons gezelschap – en u zult zien dat het land van herkomst zijn belang heeft – merkte op dat Maastricht helemaal niet de allure had van een calvinistische stad. Toen ik hem vertelde dat het zuiden van Nederland voor het allergrootste deel van roomse herkomst is, zag ik het wantrouwen in zijn ogen. Je zag dat hij dacht: die belazert mij. Want tussen Nederland en calvinisme staat een gelijkheidsteken. Ik weet het, er klopt geen ene

www.zuiderlucht.eu

moer van, maar het cliché is taai. Er is echter ook een belangrijk kenmerk van Frankrijk dat ook Nederland in hoge mate bezit. De twee landen lijken meer op elkaar dan u denkt, en dat had De Gaulle dan weer níet gezien. Frankrijk heeft de roep jakobijns te zijn, dit wil zeggen, zeer gecentraliseerd: één, ondeelbare republiek. Welnu, ook Nederland is, zeker in de ogen van ons Belgen, een strak gecentraliseerd land. En er is nog iets. Van Frankrijk wordt gezegd dat het een koninkrijk is vermomd als republiek. Van Nederland wordt gezegd dat het een republiek is vermomd als koninkrijk. Zoek de verschillen. In de politieke cultuur van Nederland kunnen de mensen van deze regio opkomen voor sterke decentralisatie. Het is in uw eigen belang. Kernachtig gezegd: klaag dus niet langer dat Den Haag u vergeet, vergeet Den Haag. Breek de Nederlandse politiek uit haar keurslijf van Hollandse methodes, Hollandse gewoonten, Hollandse vooroordelen. Alleen ú kunt dat. Ergo: Probeer minder op Frankrijk te lijken. Probeer op België te lijken.

Stelling 3: Kijk naar Bismarck, niet naar Thatcher In Europa heeft Nederland de reputatie Engels en Trans-Atlantisch georiënteerd te zijn. Soms zou je denken dat tussen Nederland en de andere landen van continentaal Europa een wijde zee ligt, alsof Nederland een der vele eilanden is die deel uitmaken van het eilandenrijk Groot-Brittannië. Bovendien heeft het eiland Nederland de neiging af te drijven richting Verenigde Staten.

november 2014


‘INTERNET HUPPELT VROLIJK ROND OVER DE HELE PLANEET, MAAR DE TREIN NAAR AKEN KRUIPT. ’ De Euregio Maas Rijn.

Die oriëntatie is cultureel, politiek en economisch. Talen zijn niet alleen dragers van culturen, talen dragen ook ideologieën uit. Het Engels is de dominante taal die het ultraliberalisme uitdraagt dat onze planeet teistert. Het kan geen toeval zijn dat vandaag de sterkst gefundeerde kritiek op ons economische bestel uit Frankrijk komt. De kritiek komt van een man die aan het Massachusetts Institute of Technology heeft gestudeerd en daar zijn conclusies heeft getrokken. Ik heb het over Thomas Piketty en diens monumentale analyse Le capital au XXI siècle. U in deze regio bent beter geplaatst dan wie ook om een bezonnen en grondige kritiek te formuleren op de ultraliberale dogma’s. U kunt als het ware van in uw luie stoel en met eigen ogen zien hoe het hier vlakbij ontstane Rijnlandmodel, dat solidariteit en sociale zekerheid combineert met rendement, werkt, waar het hapert en waar je het kunt moderniseren. U leeft op een boogscheut van het land waar de ziekteverzekering, de werklozensteun en het pensioen werden uitgevonden, nog wel door de grootmeester van de Realpolitik, de aartsconservatief Bismarck. Ergo: Kijk naar Bismarck. Niet naar Thatcher.

Stelling 4: Deze regio is slechts in schijn perifeer Bij de voorbereiding van dit verhaal stootte ik telkens weer op de woorden periferie, perifeer. Is Zuid-Limburg perifeer? Is Aken en achterland perifeer? Is Luik perifeer? Is Hasselt perifeer? Zeer zeker wel, als je al die gebieden en steden bekijkt vanuit hun eigen staatsbestel. Maar nou dacht ik in mijn naïviteit dat Europa er net gekomen was om die zienswijze uit de wereld te helpen. Om grenzen zo niet op te heffen dan toch te laten vervagen. Vervaagd zijn ze zeker, die grenzen. Opgeheven niet - en ik denk ook niet dat zoiets wenselijk is. Toen ik één jaar oud was, verhuisden mijn

9

ouders van Brussel naar Utrecht. Toen ik zes was, keerden ze met hun gezin terug naar België. Ik bewaar daar herinneringen aan, vooral de grens is me bijgebleven. De douaniers in het station van Roosendaal. En dan het wachten. Het eindeloze wachten in dat station, uren en uren. Jaren later, in 1982, toen ik voor het eerst naar het Oostblok trok, flitsten die herinneringen door mijn hoofd toen ik aan de Tsjecho-Slowaakse grenspost Waidhaus-Rozvadov in mijn auto zat te wachten bij het IJzeren Gordijn. Uren. Zoals destijds in Roosendaal. Dat heeft Europa afgeschaft. Bij Breda en bij Vroenhoven rij je gewoon door. Geen douaniers meer die je in de trein bij Visé bestraffende blikken toewerpen. Zuid-Limburg perifeer? Als je nu zou zeggen, Przemyśl, in het uiterste oosten van Polen, bijna bovenop de Oekraïense grens, of Lappeenranta, West-Karelië, bijna in Rusland, daar kun je discussiëren over perifeer. Niet hier. Deze Euregio was het epicentrum van het eerste rijk dat na de val van Rome weer grote delen van Europa onder één gezag bracht. Karel de Grote koos Aken als hoofdstad, waar eeuwen na hem de Rooms-Duitse koningen werden gekroond. Centraler kun je niet zijn. Luik was in de tiende eeuw het Athene van het noorden en eeuwen later de belangrijkste industriestad van het hele Europese continent. Nu kan iedereen zeggen, die roemrijke geschiedenis, daar zijn we vet mee. Het gaat over vandaag, meneer. Ik heb me terdege gedocumenteerd en beken dat ik met verbijstering heb gelezen hoe deze regio, niet alleen in Nederland trouwens, echt als een verafgelegen gewest wordt behandeld. Met name inzake openbaar vervoer dacht ik soms dat ik nog altijd zes jaar oud was. Internet huppelt vrolijk rond over de hele planeet, maar de trein naar Aken kruipt. Aan de andere kant heb ik gelezen over initiatieven die de overzijde van de grens

www.zuiderlucht.eu

opzoeken, welbewust en zeer beredeneerd. Ik geef slechts het voorbeeld van de campus op het terrein van de voormalige staatsmijn Maurits, waar universitaire wetenschappers uit Maastricht, Eindhoven en Aken elkaar vinden voor onderzoek in de bio-industrie - volgens mij de enige toekomst die de Europese industrie nog rest. Ergo: Deze regio is slechts in schijn perifeer. In Europa ligt deze regio centraal. Alleen zijn ze daar nog niet achter gekomen in provinciesteden als Brussel of Den Haag.

Stelling 5: Kies uw burgemeesters De 21ste eeuw is de eeuw van de steden. In 2050 zal drie kwart van de wereldbevolking in steden wonen, zo niet meer. De Amerikaanse politicoloog Benjamin Barber stelt in zijn boek If Mayors Ruled the World dat vandaag en in de toekomst alleen steden ervoor kunnen zorgen dat de democratie blijft leven. Nuance: ook stadsregio’s kunnen die rol spelen. En wat is de Euregio anders dan een stadsregio, met enkele belangrijke knooppunten die groot genoeg zijn om efficiënt te werken en niet té groot zodat ze onoverzichtelijk en onhanteerbaar worden. Nederland heeft daar een ernstig nadeel, en ik verwijs naar mijn opmerkingen over het centralisme in dit land. De Nederlandse burgemeester is een ambtenaar, een gezant van het centrale gezag. Niet zo in het omringende buitenland. In het toch zo jakobijnse Frankrijk heb je meer dan dertigduizend door de plaatselijke burgers verkozen burgemeesters. Ergo: In deze regio maakt u zich sterk voor de verkozen burgemeester. De burgemeesterambtenaar is een democratisch onding.

.

Dit is een ingekorte versie van een lezing die Geert van Istendael op 31 augustus hield in Maastricht bij de presentatie van het burgermanifest ‘Waar een wil is, is geen grens’.

november 2014


NEWTROPOLIS - HET ONDERZOEK Het Newtropolis-onderzoek heeft zich gericht op drie thema’s: - De fysieke en mentale afstanden binnen de Euregio. - De dichtheid en diversiteit van de (gesubsidieerde) culturele instellingen. - De stedelijke dichtheid van de regio ten opzichte van een vergelijkbare stad met eenzelfde aantal inwoners. De kaarten hebben als doel de thema’s te visualiseren en zijn een oproep om data rondom deze thema’s te verzamelen. Het is gebleken dat grensoverschrijdende bewegingen moeilijk in kaart te brengen zijn Newtropolis: Europa met de erkende Euregios, infrastructureel netwerk en de vier grootste luchthavens.

beschikbaar zijn. Het Newtropolis-onderzoek is een eerste verkennende beweging en wil, met het beeld brengen van deze thema’s, de potentiële toekomstige

en vanuit Hasselt

breed (kilometer)

minuten) minuten)

Rotterdam

Euregionale samenwerking bevorderen. Context en ligging in Europa De Europese Unie erkent een groot aantal euregio’s Düsseldorf

die ieder met hun eigen agenda aanspraak doen op ontwikkelingsgeld. De Euregio Maas-Rijn ligt,

Hasselt Heerlen Brussel

Keulen

samen met de aangrenzende euregio’s, in een deel

Maastricht Aken

Luik

van Europa waar de vier grootste vliegvelden liggen.

Eupen

De positie ten opzichte van het infrastructurele netwerk van water-, rail- en snelwegen is minder gunstig. Enkel de stad Liège is aangesloten op het te verbeteren netwerk waar de Europese Unie tot 2020 geld voor uittrekt. Newtropolis: Hasselt in verbinding met de Euregio Maas-Rijn. Blauw: geografische ligging. Rood: afstand in tijd met de trein. Groen: afstand in tijd met de auto. Er wordt inmiddels gewerkt aan een verbeterde verbinding tussen Hasselt en Maastricht d.m.v. een sneltram.

Afstanden en verbindingen Binnen de Euregio Maas-Rijn is het infrastructurele netwerk enkel op het niveau van de individuele landen georganiseerd. Afstanden tussen de steden

en vanuit Heerlen

reed (kilometer)

nuten) inuten)

en dat over deze thema’s nog te weinig bronnen

Rotterdam

lijken niet groot, maar worden door een gebrek aan verbindingen groter in tijd. De bereikbaarheid van steden in de Euregio Maas-Rijn laat een groot verschil zien tussen reistijd met de auto en de trein. Düsseldorf

Dit beïnvloedt de keuze voor het bezoeken van een andere stad of evenement in de Euregio, en maakt de

Hasselt Heerlen Brussel

Keulen

gevoelsafstand binnen de Euregio groter.

Maastricht Aken

Luik

Eupen

Newtropolis: Heerlen in verbinding met de Euregio Maas-Rijn. Blauw: geografische ligging. Rood: afstand in tijd met de trein. Groen: afstand in tijd met de auto.

10

www.zuiderlucht.eu

november 2014


Culturele diversiteit

Afstanden vanuit Aken Hemelsbreed (kilometer)

Rotterdam

Auto (minuten) Trein (minuten)

In een gebied met 3,9 miljoen inwoners zijn in iedere stad binnen de Euregio Maas-Rijn de culturele voorzieningen op een eigen manier georganiseerd. Het aantal gesubsidieerde instellingen in de Düsseldorf

Euregio is talrijk. Per stad ligt de focus op cultuur verschillend. (dit is in deelkaarten verder uitgewerkt)

Hasselt Heerlen Brussel

De dichtheid van musea is groot, zeker ten opzichte

Keulen

Maastricht Aken

Luik

van een stad met eenzelfde inwoneraantal. Iedere

Eupen

instelling bedient traditioneel het publiek uit eigen stad en land, wat maar een deel is van de totale Euregio. De potentie van 3,9 miljoen potentiele bezoekers kan musea bekendheid geven op wereldniveau.

Newtropolis: Aken in verbinding met de Euregio Maas-Rijn. Blauw: geografische ligging. Rood: afstand in tijd met de trein. Groen: afstand in tijd met de auto.

Stedelijkheid De dichtheid van inwoners in de Euregio Maas-Rijn is hoog, maar tegelijkertijd is er geen sprake van een hoge bebouwingsdichtheid. In ieder land of landsdeel

Hasselt - Genk

is anders omgegaan met de planning van bebouwing.

Sittard - Geleen

Dit heeft o.a. te maken met het landschap en de Kasteel Hoensbroek

manier (cultuur) van bouwen. Ieder stadje heeft zich Heerlen

anders ontwikkeld, maar dat wil niet zeggen dat de

Continium Alden Biesen

verzameling van steden geen model voor nieuwe

Hedge House

Maastricht Leopold-Hoesch-Museum Gallo-Romeins Museum Velinx

stedelijkheid zou kunnen vormen. De Euregio Maas-

Begijhofmuseum

Rijn is een stedelijk netwerk met verschillende centra

Aken

Excelsior Cinéma

Kunst Aus NRW

en knooppunten, met unieke landschappelijke kenmerken. Deze kwaliteit kan een verbindende

Kinepolis Liège

Muziek Beeldende Kunst / Design Film Theater Erfgoed / Wetenschap

Chudoscnik Sunergia

factor zijn die een mogelijke aanleiding vormt om

Eupener Stadtmuseum Capitol IKOB

Luik

toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen op de schaal van de Euregio te initiëren.

Newtropolis: de gesubsidieerde culturele instellingen in de Euregio Maas-Rijn met de diversiteit: pop/muziek (rood), design/kunst (grijs), film (donder blauw), theater/concert (licht blauw), erfgoed/wetenschap (oker)

Initiator: SCHUNCK* Uitvoering onderzoek: Studio Kernland Maastricht Kaarten: Werkmannen Hasselt De kaarten op deze pagina zijn een selectie van meerdere kaarten uit het totale Newtropolis-onderzoek. De resultaten van het gehele onderzoek zin beschikbaar via schunck.nl Dit project werd mede mogelijk gemaakt door de Provincie Limburg, het Stimuleringsfonds voor Creatieve Industrie en de gemeente Heerlen. Kijk de bijeenkomst over Newtropolis terug via schunck.nl

Newtropolis: de gebouwde structuren in de Euregio Maas-Rijn. Bron: project LP3LP

11

www.zuiderlucht.eu

november 2014


IKEA IS TENMINSTE TWEETALIG IKEA Heerlen is met jaarlijks twee miljoen bezoekers na de Efteling en het Rijksmuseum de derde dagattractie van Nederland. De helft van de klandizie komt uit Duitsland en België, terwijl dat oorspronkelijk helemaal niet de bedoeling was. “We hebben ons aan de markt aangepast.” door Emile Hollman

H

ij is wel stoer hoor, die David Loozen. Hij doet zijn voordracht in bedrijfstenue: donkere broek, met daarop een verticaal gestreept IKEA-shirt in de huiskleuren blauw en geel plus logo. Daarop een badge met zijn naam en functie: marketing manager. Loozen is een graag geziene gast in bijeenkomsten als de expert-meeting van Newtropolis, eind oktober in Schunck. IKEA Heerlen is een onversneden succesverhaal, zeker als het gaat om grenzen slechten. Opgericht in 1943 heeft de Zweedse multinational inmiddels 350 vestigingen in dertig landen. Nieuwe expansie is te verwachten in Rusland, India en China. Alle producten zijn van Zweedse ontwerpers, twee derde van de artikelen worden ergens in Europa gemaakt. Vanzelfsprekend was het niet dat IKEA zich in Heerlen zou vestigen. De winkel moest de trekker worden van een meubelboulevard die zou uitgroeien tot een van de grootste van Europa. Na het nodige gedonder tussen politiek en lokale ondernemers ging de kogel door de Billy. Loozen: “IKEA Heerlen was bij de oprichting al te klein. Er was veel

12

ook via Facebook en Twitter.” Resultaat: vijftig procent van de omzet komt uit Nederland, 31 procent uit Duitsland en 19 procent uit Vlaanderen. Dat de zaak, ondanks eerdere stalorders, zich nu ook in de communicatie op het omringende buitenland richt, heeft IKEA Heerlen op het Amsterdamse hoofdkantoor moeten bevechten, licht Loozen in de pauze van de meeting toe.

te weinig rekening gehouden met de Duitse markt. Binnen IKEA Nederland lag de keiharde afspraak dat alleen reclame gemaakt mocht worden binnen de landsgrenzen.” Met een afzetmarkt van 360.000 huishoudens hoort IKEA Heerlen tot de vestigingen met de kleinste afzetmarkt. Toch is de Heerlense vestiging met twee miljoen bezoekers de best lopende in Nederland. “Omdat wij de enige vestiging zijn die zich aan de markt heeft aangepast”, zegt Loozen droog. “We communiceren in het Nederlands en het Duits via huis-aan-huisbladen maar

www.zuiderlucht.eu

Anders dan op tal van andere gebieden blijkt de grens voor het shoppen geen enkele belemmering. Voor woon-werkverkeer is het weer totaal anders. Tachtig procent van de 460 werknemers bij IKEA Heerlen komt uit Heerlen en omstreken, voor Duitse en Belgische arbeidskrachten blijkt de grens wel degelijk een obstakel. Loozen zou graag wat meer balans willen hebben in de komaf van zijn personeel. Meubels gaan kennelijk makkelijker de grens over dan werknemers. En ondernemers. Volgens directeur Hans Kasper van onderzoeksbureau E’til is een kwart van de Nederlandse ondernemers actief in het buitenland. In de grensprovincie Limburg ligt dat percentage met 31 procent niet echt veel hoger.

november 2014


Vlaggen symboliseren het internationale karakter van IKEA Heerlen.

‘ALLEEN VOOR HET SHOPPEN VORMT DE GRENS GEEN ENKELE BELEMMERING.’ Wat Loozen van zijn klanten weet? Belgen hebben grotere huizen en kopen dus grotere keukens. De Duitsers houden meer van klassiek en kopen graag keukens in countrystyle. Verder verschillen Nederlanders, Duitsers en Belgen bij IKEA nauwelijks in koopgedrag. Dat er weinig data zijn over de grensregio’s, met alle belemmeringen van dien, IKEA maalt er niet om. De Zweden hebben zich in de loop der jaren aangepast aan hun koperspubliek. De data die er zijn, bijvoorbeeld bij onderzoeksbureau E’til, blijken weinig verrassend. Zo gaat 75 procent van de Limburgers wel eens over de grens winkelen, weet E’til-directeur Hans Kasper te melden. Hun beweegredenen zijn evenmin opzienbarend: ze willen er eens een dagje tussenuit, of rondneuzen

13

in winkelassortimenten over de grens. Grensoverschrijdend kooppubliek vindt het gras aan de andere kant altijd groener, lees: goedkoper. Kasper: “De Duitsers komen naar Nederland omdat het hier goedkoper is. De Belgen: idem dito. En de Nederlanders gaan om dezelfde redenen naar Aken of Hasselt. Het is pure beleving want het kan niet overal goedkoper zijn. Maar je hebt er wel handel aan.”

culturele instellingen. Hij verwijst naar de door hem ontworpen Openbare Bibliotheek in Amsterdam, die jaarlijks ruim vier miljoen bezoekers trekt. Het gebouw is daarmee de beste bezochte culturele instelling in de hoofdstad. De voornaamste overeenkomst die Coenen ziet tussen de bibliotheek: zeven dagen per week open, als het kan tien uur per dag.

.

.

Wat kan de Euregio nu opsteken van twee miljoen bezoekers uit drie landen die IKEA Heerlen jaarlijks trekt? “IKEA is in elk geval tweetalig”, zegt Ger Essers, auteur van het boek Waar een wil is, is een grens. En architect Jo Coenen, sinds kort directeur van de Internationale Bau Ausstellung Parkstad, zou een deel van die twee miljoen bezoekers maar wat graag doorsluizen naar

www.zuiderlucht.eu

november 2014


Als spreker tijdens een expertmeeting over Newtropolis wilde Johannes J. Arens niet het zoveelste Euregionale praatje houden. Liever gooide hij de knuppel in het hoenderhok. door Paul van der Steen

GENOEG GEPRAAT I

n de vier decennia van haar bestaan is de Euregio Maas-Rijn haar eigen rituelen gaan ontwikkelen. In een bijna ontelbaar aantal bijeenkomsten benoemden bestuurders, wetenschappers en andere betrokkenen de verschillen en problemen van een gebied met vijf cultuurgemeenschappen in drie verschillende landen. Talrijk waren ook de intentieovereenkomsten, grensoverschrijdende programma’s en samenwerkingsverbanden. Goede bedoelingen ten over, maar zonder resultaat. De groepen in de Euregio leven nog steeds langs elkaar heen. Met die traditie in gedachten kwam Johannes J. Arens van het Zweckverband Regio Aachen naar de expertmeeting Newtropolis, eind 24 oktober in Heerlen. Hij had, in vloeiend Nederlands, tien aansporingen meegenomen. Omdat het stilaan toch eens tijd wordt om écht stappen te maken. Hier komen ze: 1. Geen algemene workshops meer Arens gelooft dat er inmiddels genoeg bijeenkomsten zijn gehouden waar werd stilgestaan bij de vraag wat de Euregio precies nodig heeft. “Bovendien klinken steeds weer dezelfde mantra’s

14

over ‘mensen verbinden’ en ‘grenzen overwinnen’.” 2. Geloof niet in wonderen “Ik was als vertegenwoordiger van de regio Aken betrokken bij de voorbereidingen voor de kandidatuur van Maastricht Culturele Hoofdstad van Europa 2018. Steeds weer klonk daar de diepe wens ‘Als we nu maar eens een gezamenlijk digitaal platform hadden’. Vanuit de gedachte dat zoiets zo’n beetje alle bestaande problemen zou oplossen. Onzin natuurlijk. Ga gewoon aanpakken, dingen doen.” 3. Vergeet alle rivaliteiten Arens kent het uit de regio Aken, waar hij woont en werkt. “Aken beschouwt zichzelf als een soort. De andere plaatsen in de nabije omgeving voelen zich tekort gedaan en willen voor zichzelf opkomen. In Nederland kostte het enige tijd voor ik de spanning tussen Maastricht en Heerlen aanvoelde. In België spelen soortgelijke tegenstellingen tussen Hasselt en Genk en tussen Luik en Visé. Het is deels folkloristische rivaliteit die niets oplevert.” 4. Verenig de krachten Er mag in de Euregio dan volcontinu

www.zuiderlucht.eu

gepraat worden over samenwerking en synergievoordelen, dat betekent volgens Arens niet dat daar het maximale wordt uit gehaald. Vaak eerder het tegendeel. “Er zijn heel veel kleine initiatieven die bijna of helemaal hetzelfde doen.” 5. Maak gebruik van het bestaande “Kijk naar wat er al is en maak daar gebruik van. Waarom niet die enorme stroom kopers, die naar de Ikea in Heerlen komen, attenderen op andere zaken? Zo zijn er heel veel van dat soort al ingesleten bewegingen. Ik ben zelf groot geworden in Monschau. Mijn moeder ging van daaruit vroeger steevast één keer in de week naar de markt in Vaals. Ikzelf ging destijds met de Interlinerbus van Aken naar de kunstacademie in Maastricht. Tachtig procent van de passagiers die daar in zaten, waren ook mensen van de academie of studenten van de Universiteit Maastricht.” 6. Gebruik bestaande fondsen Financiering is voor de kunstwereld in tijden van bezuiniging een groeiend probleem, maar volgens Arens zijn er voor de attente culturele ondernemer nog best potjes te vinden. “Noordrijn-Westfalen kent zogenaamde

november 2014


Een van de grote problemen binnen de Euregio vormen de grensoverschrijdende treinverbindingen.

‘HET IS HIER HARTSTIKKE LEUK, HOOR. MAAR DEZE REGIO IS GEEN METROPOOL. DRAAG DAT DAN OOK NIET UIT.’

Förderschienen, met bijdragen voor projecten met een euregionale invalshoek tussen de vierduizend en de dertigduizend euro. Veel van dat geld blijft ongebruikt. Instellingen weten het niet of nauwelijks te vinden.” 7. Wees realistisch “Ga je als Euregio niet vergelijken met de stedelijke agglomeratie als bijvoorbeeld Düsseldorf-Keulen-Bonn.” Zelf verruilde Arens vier jaar geleden een bestaan in Berlijn voor zijn huidige baan en leven. Dat leverde veel onbegrip op in zijn omgeving. “Hoe kon ik weggaan voor een toekomst in zo’n uithoek? Ik verdedigde me dan door te vertellen dat ik terugging naar een stedelijk gebied met 3,9 miljoen inwoners. Nu weet ik dat zo’n verweer onzin is. Het is hier hartstikke leuk, hoor. Maar we zijn geen metropool. Draag dat dus ook niet uit.”

15

8. Minder praten over de Euregio Ook buiten de workshops van de eerste stelling blijft euregionale ambitie volgens Arens te vaak steken in het drijfzand van eindeloze discussies. Niet doen dus. 9. Heb goede ideeën Arens signaleert van tijd tot tijd creatieve armoede. “Dan hebben mensen of instellingen weet van het bestaan van fondsen en vragen ze: ‘Met welke projecten moet ik dan komen?’ Op die manier werkt het natuurlijk niet. Het gaat om goede ideeën.” 10. Wees moedig Arens: “De voormalige Duitse bondskanselier Willy Brandt gebruikte een tijdje de slogan ‘Mehr Demokratie wagen!’. Dat vertaal ik voor de situatie hier dan maar naar ‘Mehr Euregio wagen!’. We moeten meer durf tonen.”

.

www.zuiderlucht.eu

Colofon Deze uitgave werd mede mogelijk gemaakt door Schunck Heerlen. Concept: Hein Smedts/Wido Smeets Eindredactie: Emile Hollman Fotografie: Schunck*, met dank aan VIA2018 Teksten: Emile Hollman, Geert van Istendael, Hein Smedts, Wido Smeets, Paul van der Steen Vormgeving: Obidesign/ Annebeth Nies

november 2014


SCHUNCK*

20.000 kuub cultuur 16.11.2014 - 12.12.2014 EAP 2014 in Aken Bayernallee 9, Aachen De euregionale prestigieuze architec tuurprijs (eap) is een van de belang rijkste initiatieven in de euregio zowel voor de architectuuropleiding, het jong talent als ook voor het vaknetwerk. De prijs wordt jaarlijks uitgereikt voor het beste afstudeerproject van de vijf architectuuropleidingen in de euregio maas-rijn. Prijsuitreiking 15 nov. om 19 uur in Aken. www.eap-pea.org

najaar 2015 Mies van der Rohe Moment Schunck* glaspaleis

26.09.2014 - 18.01.2015 Unbuilt heerlen Schunck* glaspaleis

een van de highlights van 2016 is de expositie over mies van der rohe, de architect van het nieuwe bouwen. Vooruitlopend op de tentoonstelling presenteert schunck* een introductie, waarin ook de erfenis van het modernisme in heerlen wordt belicht.

‘unbuilt heerlen’ onderzoekt de ontwikkeling van de stad heerlen aan de hand van ongebouwde architectuur en stedenbouw. ‘Hoe is er in het verleden over de stad nagedacht?’ ‘wat waren de ideeën over heerlen, het centrum, het station en omgeving?’. Ontdek heerlen zoals je het nog nooit eerder zag en denk mee over de toekomst van de stad. meer weten? download onze audiotour >> Scan de QR code, download de app en zoek op ‘unbuilt heerlen’.

een greep uit ons programma 2014-2015

16

nov: David Bade tekent heerlen Newtropolis wordt mede mogelijk gemaakt door: onder de tafel / nov - jan: unbuilt Heerlen / tentoonstelling Marit Törnqvist, het feest der verbeelding / driver’s seat ‘zo helder als m’n erwtensoep’ / mrt: Gwen van genderen, undergroud / Mrt - mei: oÉT D’R SJTUB / Apr: Spoken Beat Night met Bas Haring / MEER IN 2015: IBA meets IBA / Mies van der rohe - moment / jaar van de Mijnen: david Bade #3 / selene driessen, canto de las minas Bongerd 18 Heerlen / Wafae Ahalouch el Keriasti / www.schunck.nl +31(0)455772200 mijnshop&mijncollectie/ www.zuiderlucht.eu

november 2014


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.