Magazine Insight 5

Page 1

SUBTITEL

P209977 — verschijnt 4 x per jaar in september/november/maart/mei

insight

5

De kracht van Armida · Fatale vrouw vs metroman · Carmen Romeu over Rossini · Wagner volgens Leif Segerstam · Thuis bij Hans van Manen - Cherkaoui kiest voor Arvo Pärt · rapport: balletauditie 2015 · Ausrine Stundyte is Tannhäusers Venus 51


SUBTITEL

E X T R A O R D I N A RY C H O C O L AT E

52

Koestraat 50, 9000 Gent - Korte Gasthuisstraat 1, 2000 Antwerpen


Op de plaatsen, het seizoen gaat van start!

Rossini’s ARMIDA: fel en fataal Fatale vrouw vs metroman Isabella Colbran, Rossini’s muze Luise Casati een schoolvoorbeeld van de femme fatale Carmen Romeu komt thuis bij Rossini

2 8 12 40

Wagners Tannhäuser geeft de aftrap Ausrine Stundyte wordt Venus Leif Segerstam legt de wortels van Wagner bloot

26 30

Ballet: een nieuw elan Sidi Larbi Cherkaoui kiest voor Arvo Pärt Op de thee bij Hans van Manen Audities 2015: het rapport Choreolab: Andrew McNicol in de spot

14 18 22 38

Verder in dit nummer: Smaakmaker voor La Bohème Agenda Link - aanraders en reminders Casting Column Luc Joosten

34 44 46 47 48

Coverfoto: Het werk van choreograaf Hans van Manen gaat in confrontatie met dat van Sidi Larbi Cherkaoui (p. 18) © Stichting Hans van Manen

Tussen droom en daad mag dan het thema zijn voor het nieuwe operaen balletseizoen, in huis krijgen de komende producties steeds meer vaste vorm. Zowel artistiek als logistiek draaien we reeds op volle toeren. Iedereen heeft er zin in. Ook u blijkbaar, ons geliefd publiek, want abonnementen en tickets gingen vlot de deur uit. Er wacht u dan ook een programma vol belofte en verrassingen. We horen u denken: Tannhäuser, een verrassing? Wacht tot u deze prille Wagner in een regie van Calixto Bieito ziet. Venus van dienst Ausrine Stundyte gaat er in haar interview alvast ten volle voor. Net zoals de Finse dirigent en componist Leif Segerstam die ons meevoert naar Wagner en zijn tijd. Wellicht weet u minder wat Rossini’s Armida zoal teweeg kan brengen. Zet u dan schrap want zoals u verder in dit nummer zal lezen is ze het prototype van de fatale vrouw. Bij Ballet Vlaanderen wordt zwaar ingezet op choreografisch talent. Om te beginnen met het experimentele Choreolab, even later met een nu al legendarische productie Van Manen/ Cherkaoui. En terwijl u dit leest, is de Insight redactie alweer op jacht naar achtergrondverhalen bij de volgende producties en naar linken die de bühne met de buitenwereld weten te verbinden. Het Insight team

COLOFON

Verantwoordelijke uitgever Redactionele leiding Kunsthuis Opera Chris Van Camp Vlaanderen Ballet & Luc Joosten Vlaanderen vzw, Lena de Meerleer, Werkten mee aan Van Ertbornstraat 8, dit nummer 2018 Antwerpen Piet De Volder, Anne-Mie De redactie heeft in de Lobbestael, Wilfried mate van het mogelijke Eetezonne, Wim Van Bree, alle auteursrechten Marjolein Craens, Catherina gerespecteerd. Mochten er Matthys, Jeroen Olyslaegers, bij vergetelheid fouten of Lisa Kapan, Mien Bogaert, vergissingen zijn gebeurd, Veronique Rubens. dan kunnen personen die zich aangesproken voelen Druk contact opnemen met de Bemagraphics redactie. Niets uit deze uitgave mag onder enige Grafisch ontwerp vorm gereproduceerd & typografie worden zonder vooraf­ Sang Vandenbosch gaande toestemming van de uitgever. Reacties? redactie@operaballet.be

1


ARMIDA

Fatale vrouw vs metroman

2


Gioachino Rossini

Motormerk Ducati nam hun eigen communicatie op de hak door mannen op dezelfde manier te laten poseren als de gebruikelijke femme fatales

Armida, de femme fatale die de macht van haar buitengewone schoonheid en haar sensualiteit misbruikt om de ongelukkige held in haar netten te strikken en naar de ondergang te leiden, is van alle tijden. Het type fatale vrouw mag dan qua herkomst en tijdsgeest variĂŤren, haar typische kenmerken zijn eeuwig. Altijd draait het om seksualiteit, macht, dood en de man als slachtoffer. Vermits ze geen grenzen respecteert, zijn de gevolgen onvermijdelijk nefast. Haar destructieve aard is zowel angstaanjagend als fascinerend. Niet zelden richt de fatale vrouw uiteindelijk ook zichzelf ten gronde. Onnodig te onderlijnen dat ze in de mannelijke fantasie wordt gezien als een seksuele vamp(ier) die haar argeloze slachtoffers leeggezogen en vernietigd achterlaat. Haar duistere lusten zijn in staat om de onafhankelijkheid van haar minnaars te laten wegsijpelen en enkel nog een leeg omhulsel van hun vroegere identiteit achter te laten: week en nog weinig mannelijk. Alleen als de held kan ontsnappen uit haar omhelzing kan hij gered worden. Volgens de hedendaagse sociologen liggen de kaarten vandaag net iets anders.

3


Armida

Voetbalheld David Beckham gegijzeld in de marketingtuin van Posh.

De duistere muze De Griekse mythologie serveert ons ondermeer Medea en Medusa, op de opwindende bladzijden in de geschiedenis vinden we Cleopatra en Lucrezia Borgia, en in de bijbel plegen Salome en Dalila een regelrechte aanslag op de helden van dienst. Rossini’s Armida moet voor hen niet onderdoen. Zijn goddelijk monster dat hij in 1817 creëerde, is een exotische voorbode van de ware vloedstroom van nefaste vrouwen die in het romantische escapisme van de tweede helft van de 19de eeuw zou losbarsten. De romantiek, het symbolisme en het decadentisme illustreerden vooral een maatschappijbeeld waarbij de vrouw bedreigend is en beknot moet worden, wil de man niet ten onder gaan. Maar zelfs nog in tijden waarin het feminisme de onderdrukking halt toeroept, duikt het archetype van de levensgevaarlijke vrouw op in de literatuur en beeldende kunst, in opera en film (noir).

4

Kunstenaars blijven uit dat collectieve depot putten en combineren moeiteloos waar gebeurde feiten met mythen en legenden. Het residu is een intrigerend, subversief wezen dat door haar seksuele aantrekkingskracht, vermengd met een vleugje morbiditeit, elke sociale en morele orde ondermijnt. In de kunst is deze verwrongen en hypocriete houding ten opzichte van vrouwelijke seksualiteit één van de belangrijkste leidmotieven. De zinnelijkheid wordt voorgesteld als een verboden vrucht, met onweerstaanbare charmes, maar ook met alle schuldgevoelens vandien. In het geval van Armida wordt deze tweespalt tussen slechte vrouwen en goede mannen, helemaal ten top gedreven omdat de heren in kwestie Kruisridders zijn. Hoog in aanzien, nobel van geboorte en vooral christelijke ridders op weg om Jeruzalem te bevrijden. Je moet echt een duivel zijn om beroep te doen op de zwakheid van hun vlees en hen af te leiden van hun goddelijke missie. Nu werd elke vrouw van oudsher door de Kerk gezien als groot gevaar


Gioachino Rossini Armida kort

Armida vanaf 19 nov Gent

De kruisvaarders staan voor de muren van Jeruzalem om de heilige stad op de goddeloze vijand te heroveren. Eén van de leiders van Goffredo’s elitetroepen is omgekomen. Er moet een nieuwe aanvoerder worden gekozen. Er hangt elektriciteit in de lucht. Armida, de erfgename van de troon van Damascus, komt met een smoes in het ridderkamp onrust zaaien. Zij zet hiervoor zowel haar erotiserende charmes als haar magische krachten in. De onwrikbare falanx van de paladijnen toont zijn zwakke plek: de ridders gaan één voor één door de knieën voor de emotionele chantage van de mysterieuze Armida. Zij van haar kant wordt even aan het wankelen gebracht door Rinaldo, haar vroegere geliefde. Deze is tot nieuwe leider van de paladijnen verkozen. Zijn rivaal Gernando daagt hem uit, Rinaldo verliest zijn zelfbeheersing en doodt hem. Dit betekent het einde van zijn carrière. Weerloos laat hij zich graag troosten door de bloedmooie Armida die hem ontvoert naar haar betover[en]de lusttuin. Hij wordt ingepakt door de bedwelmende liefde van Armida. Twee moedige paladijnen trotseren de gevaarlijke magie van Armida’s rijk om hun wapenbroeder terug naar de realiteit van eer en ridderidealen te brengen. Rinaldo ziet in dat hij in een waanwereld leeft en keert met zijn strijdmakkers terug naar het ridderkamp. Armida voelt zich verraden en verlaten en kiest finaal voor wraak. A.M.L.

voor de individuele deugdzaamheid. Vooral omdat zij niet in staat zou zijn weerstand te bieden aan haar onverzadigbare lusten. Ze zou alles doen om de man in de zondigheid te lokken en zo een wig te drijven tussen hem en zijn God. Kruisridders toen, Syriëstrijders nu... Vandaag herinnert de berichtgeving over IS ons aan de duistere bladzijden in de geschiedenis waarin de zogenaamde moreel inferieure, vrouwelijke natuur bevochten werd met totale onderdrukking. We huiveren van de manier hoe ze vrouwen terug naar de duistere middeleeuwen drijven en mannelijke fantasieën de basis worden voor gelegitimeerde mishandeling. Het staat ver van ons af, denken we. Maar hoe bevrijd en doorgedrongen in alle gelederen van de maatschappij westerse vrouwen inmiddels mogen zijn, toch loert ook in de moderne maatschappij het oude stigma nog om de hoek. Sporthelden en slechte vrouwen Laat ons even de fatale vrouw en de bedreigde held van de 21ste eeuw casten binnen het celebrity aanbod van de roddelpers. Op zoek naar helden komen we algauw in de sportwereld terecht. Atleten, wielrenners, voetballers zijn

5


Armida de mannelijke iconen bij uitstek. Ze worden buiten alle proporties aanbeden en leven bijgevolg op het scherp van de snede. What goes up, must come down. En liefst ziet men hen op de knieën gebracht door een slechte vrouw, zo hoef je zelfs je vergissing niet in te zien. Schoolvoorbeeld: David Beckham en zijn vrouw Victoria alias Posh. Het initiële droompaar kwam zwaar onder vuur te liggen wanneer Beckham die steeds modieuzer werd, in het openbaar verscheen in een sarong, een rok zeg maar. Hij leek betoverd door zijn ex-Spice Girl en ontvoerd naar het paradijs van de marketing waar hij in een product veranderde. Zo luidde bijvoorbeeld de commentaar bij de bewuste foto in het Britse magazine GQ als volgt: ‘Becks and Posh with their hers and hers wardrobe’. De metroman, een kosmopoliet met licht feminiene trekjes, was geboren. Deze man die niet alleen een gevoelige huid bleek te hebben, was voor de voetbalfans een regelrechte aanslag op de macho-cultuur die er op het veld heerst. Het eerste wat hij moest inleveren was zijn aanzien als sporter. Na het rok-incident, werd Beckham kop van jut in de WK-wedstrijd tegen Argentinië en kreeg een rode kaart die hij niet alleen in de wedstrijd verdient had. Maandenlang was hij het doelwit van fanatieke haat, doodsbedreigingen incluis. Beckham werd uitgesloten bij de volgende Engelse sleutelmatch, de nationale trots was in nationale schande veranderd. De held was van zijn magische kracht ontdaan door de pop-prinses. Het debat over homofobie in de voetbalwereld werd aangezwengeld. Raar genoeg nam in diezelfde periode ook het erotiseren

Vrouwen worden jagers, hun tool: de dating-app Tinder

6

van sportmannen toe. Zelfs zo dat dezelfde columnist Mark Simpson die de term metroseksueel bedacht, nu de spornoman lanceerde. Juist, een samenvoeging van ‘sport’ en ‘porno’. De spornoseksuele man kan dan ook het best getypeerd worden als een man die aan de lopende band selfies-met-ontbloot-bovenlijf op Instagram zet, vanuit de sportschool. Als u er een beeld bij wil vormen, haal voetballer Christiano Ronaldo dan voor de geest. Juist die. Was ijdelheid dan geen louter vrouwelijke zonde? Op de sofa Ons huidige concept van een gevaarlijke, dodelijke vrouw werd verlevendigd door de opkomst van de psychoanalyse met dank aan Sigmund Freud. Het is bekend dat Hugo von Hofmannsthal bij het schrijven van zijn toneelstuk Elektra, dat tevens als libretto fungeerde voor Richard Strauss’ gelijknamige opera, bij Freud input zocht. De hysterische buien van Clytemnestra zijn dan ook op diens verslagen over zijn patiënte Anna O geënt. Ook Sjostakovitsj tapte uit hetzelfde psychoanalytische vaatje om zijn antiheldin in Lady Macbeth van het district Mtsensk vorm te geven. (Inderdaad, twee producties die bij Opera Vlaanderen de voorbije seizoenen heel wat bijval oogstten.) Toch is het idee van de fatale vrouw geen concept uit de psychoanalitische theorie. Maar eerder een stigma dat zich ontwikkelde binnen een veranderende socio-culturele context, waarin de seksuele emancipatie van vrouwen botste op eeuwenoude


Gioachino Rossini

De polyamori community op stap in de San Francisco Parade.

patriarchale vooroordelen. Vrouwelijke seksualiteit wordt in die mannelijke visie als gedevalueerd en bedreigend ervaren. De vrouw an sich ermee vereenzelvigen is dan nog maar een hele kleine stap. Hoewel een psychoanalytische interpretatie van de idee van de fatale vrouw interessant is, is het concept als diagnosetool niet bruikbaar. Het is tenslotte een amalgaam van sociaal-culturele opvattingen. Uiteraard zijn er vrouwen die aan het beeld beantwoorden. Vrouwen die macht verwerven door hun seksualiteit, die elk teken van kwetsbaarheid, zwakte of behoeftigheid uit hun emotionele repertoire schrappen. Maar dit is niet exclusief vrouwelijk, het zijn gewoonweg overlevingsmechanismen van mensen - mannen en vrouwen - die als kind met affectieve verwaarlozing of bedreiging te maken kregen. Slachtoffer wordt dader. Een ingebeelde superioriteit biedt dan troost voor de vernederingen en tekorten die ze als kind ondergingen. Als garantie van lichamelijke nabijheid en opwinding vormt seksualiteit een natuurlijke antistof tegen het gevoel van leegte. Bij afwijzing kunnen de wraakgevoelens dan ook hoog oplaaien. Maar individuele gevallen vormen geen legitimatie voor het veralgemenen van een ideeĂŤn-complex dat in de eerste plaats berust op een collectieve fantasie van bange mannen.

vrouwen en mannen speelt ons parten. Gelijkheid mist sex appeal. In haar boek Waarom liefde pijn doet schrijft de populaire sociologe Eva Illouz dat man en vrouw allebei androgyn aan het worden zijn. De strijd om erkenning tussen de seksen eindigt dan ook vaak onbeslist, zonder glorieuze ontknoping. Een ontwikkeling die relaties een pak minder opwindend belooft te maken. Weg spanningsveld tussen de grillige, sensuele donkerte van de diva en de viriele, standvastige man. Is hiermee dan een eind gekomen aan het fatale vrouw vs held verhaal? Een element blijft volgens Illouz zeker behouden: moderne liefdesrelaties worden volgens haar gekenmerkt door een diffuse vorm van psychisch lijden, pijn die gestalte krijgt door angst, onzekerheid, ambivalentie, verveling en het probleem om de tegenstrijdige geboden van autonomie en gehechtheid met elkaar te verenigen. Misschien worden we allemaal fatale mensen! Veeleisende relatieshoppers die aantrekken en afstoten in onze eeuwige zoektocht naar de betere deal. De obsessie met de groenere weide zou ons continu seksueel alert houden. Dat begint al een beetje op de ongebreidelde honger van de femme fatale te lijken. Volgens Eva Illouz liggen de invloeden van internet, Hollywood en het kapitalisme aan de basis van deze ongelukkige ontwikkeling. Oef, wij dachten al dat het aan de opera lag.

Allemaal fataal Psychologen en sociologen hebben nog steeds een kluif aan man-vrouw-verhoudingen en de liefde die alsmaar aan belang wint in onze race naar geluk. Wat blijkt? Niet zozeer de ongelijkheid, maar net de groeiende gelijkheid tussen

Chris Van Camp

7


Armida

Isabella Colbran, Rossini's muze

Isabella Colbran, Johan Heinrich SChmidt, Museo del Teatro alla Scala. Milaan.

8


Gioachino Rossini

‘Deze wereldberoemde zangeres was waarschijnlijk nooit zo mooi als op het einde van 1815, het moment waarop Rossini in Napels arriveerde. Het was een alles overrompelende schoonheid: geaccentueerde gelaatstrekken die op de scène adembenemend zijn, een prachtige taille, een vurige blik, een bos haren van het mooiste git-zwart en vooral het meesterlijke instinct voor de tragedie. Deze vrouw die, eens in de coulissen, de waardigheid van een hoedverkoopster heeft, dwingt zodra zij gekroond met een diadeem op de planken verschijnt respect af, zelfs van diegenen van wie ze daarnet in de foyer afscheid nam.’ Stendhal, Vie de Rossini

Zo omschrijft Stendhal de sopraan waarvoor Rossini zijn mooiste ernstige sopraanrollen componeert (*). Deze ‘wereldberoemde zangeres’ luistert naar de naam Isabella Colbran en is in 1785 in Madrid geboren onder de naam Isabel Colbrandt. Na haar debuut in Spanje verhuist de familie Colbran(dt) begin van de 19de eeuw naar Italië om de carrière van hun getalenteerde dochter alle kans van slagen te geven. Zij gaan zich vestigen in de omgeving van Bologna waar haar vader door de tussenkomst van het Collegio di Spagna in 1812 een villa in Castenaso verwerft. In 1807 zijn Rossini en Isabella Colbran, zij zeven jaar ouder dan de componist uit Pesaro, voor het eerst samen in dezelfde stad: Bologna. Colbran voor haar eerste Italiaanse optreden, hij als pas toegelaten student aan het Conservatorio. Het is zeer goed mogelijk dat de jonge Rossini haar daar voor het eerst live meemaakt. Een jaar later staat zij reeds op de planken van het Teatro alla Scala in Milaan en nog eens drie jaar later wordt ze door de beroemde impresario Barbaja naar Napels gehaald. Daar kruisen Rosinni’s en Colbrans paden zich opnieuw en gaan ze er samen operageschiedenis schrijven. Zij worden het middelpunt van het ronkende operahart van deze vurige Zuid-Italiaanse stad en bij uit­ breiding van gans Italië. Het Teatro San Carlo, één van de belangrijkste operahuizen in Italië, met het beste orkest in de bak en de beroemdste operazangers op de planken, is zowat het sociale, politieke en culturele zenuwcentrum van de stad. Het maakt van Napels in de 18de eeuw en tot een stuk in de 19de eeuw, de meest gegeerde operascène van Italië. In de periode 1809-1840 is vooral één man verantwoordelijk voor deze roemrijke reputatie: Domenico Barbaja, de superintendant die dertig jaar de Napolitaanse opera- en andere touwtjes in handen houdt. De biografie van deze almachtige impresario leest als een schelmenroman. De jonge Barbaja, van lage komaf die enkel Lombardisch dialect spreekt, begint zijn carrière in Milaan als ober.

Zijn eerste meesterzet is de creatie van de Barbagliata (heerlijke mengeling van koffie, warme chocolade en room/ panna). Hij is een man met flair voor zaken en intuïtie in politiek. Als het hem uitkomt is hij evengoed bevriend met Murat, de koning van Napels in naam van Napoleon, als met Ferdinand IV, de Spaanse Bourbonkoning der beide Siciliën. Barbaja is wapenhandelaar, eigenaar van bouwonderne­ mingen, van een roulette-imperium en omdat in die tijd in Italië speelzalen en opera nauw met elkaar verbonden zijn, ook directeur van het belangrijkste operaconglomeraat in Italië. Hij heeft zeer vlug door dat de jonge Rossini de man van het ogenblik en van de situatie is. Hij haalt hem van Bologna naar Napels en klinkt hem vast aan zijn Napolitaanse theaters (San Carlo, Teatro del Fondo, Teatro dei Fiorentini) met een contract van verschillende jaren dat een imposant opdrachtenpakket omvat. Hij brengt ook een indrukwekkende zangersgroep in Napels bij elkaar. Naast de beste tenoren van het moment schittert dé Italiaanse operaster van het ogenblik: Isabella Colbran. Zij zal tot 1822 heersen als de prima donna assoluta over het San Carlo. Koning en impresario houden haar de hand boven het hoofd. Zij is de onbetwistbare protegee van haar minnaar(s): de koning van Napels en Barbaja himself. Hij zal haar in de tijdsspanne van 1813-1815 twaalf nieuwe opera’s laten creëren. Zij schittert er soeverein in La Vestale (Spontini) en in Medea in Corinto (Mayr). Haar populariteit zorgt voor een intense (politiek geïnspireerde) rivaliteit bij het Napolitaanse publiek. De royalisten applaudisseren laaiend enthousiast terwijl de carbonari (= revolutionairen die een onafhankelijk Italië voorstonden) reageren met een fluitconcert. Opera en politiek zitten namelijk op elkaars lip in negentiendeeuws Italië. Dit gebeurt allemaal voor ze Rossini’s muze is, zijn minnares wordt en later zijn echtgenote. Wat maakt Isabella Colbran zo onweerstaanbaar?

9


Armida Haar vurige persoonlijkheid? Haar karaktervolle schoonheid ? Haar muzikaal-dramatisch talent dat iedereen overstag doet gaan? Haar typisch timbre dat omschreven wordt als zoet, mild en met een rijk middenregister? Als we de muziek mogen volgen die Rossini voor haar componeert dan maken we kennis met een buitengewone artieste die sierlijkheid moeiteloos combineert met zwierige, evocatieve zanglijnen; de coloratuurtechniek tot nieuwe hoogtes en zeggingskracht zingt en mede zo het label ‘Rossiniaanse stijl’ creeërt; het sensuele van de muziek en de tekst als geen ander tot leven brengt en dat alles met een onnavolgbare dramatische authenticiteit op scène brengt. Zingen en acteren worden één bij deze ‘zingende actrice’. Zij inspireert Rossini tot de compositie van zijn meest innovatieve en voldragen werken. Vanaf het ogenblik dat Rossini voor haar componeert wordt zijn muziek dramatisch sterker en emotioneel rijker. Vanaf Armida schrijft hij donkerdere en sensuelere muziek, wordt hij gedurfder en eigenzinniger, experimenteren gaat hij niet langer uit de weg. Hij wordt verliefd op deze fascinerende zangeres en vrouw. Isabella Colbran wordt zijn muze. Hij componeert voor haar zangkunst en voor haar specifieke stem. Haar stem die jammer genoeg vanaf 1818 over haar hoogtepunt heen is. Men hoort Rossini meer en meer componeren in functie van haar sterktes en haar zwaktes. Rossini en Isabella Colbran zijn niet enkel op de operascène een hecht paar; ook hun privéleven is intens. Hij was vurig en zuiders-passioneel verliefd op Isabella. Als ze in 1822 huwen is ze, zeven jaar ouder dan Rossini, nog steeds een schoonheid. Zo is Rossini in 1820 danig onder de indruk van Isabella’s verdriet bij de dood van haar geliefde vader. Om haar te troosten laat hij een rouwmonument oprichten op haar vaders graf op het kerkhof van de Certosa van Bologna. Hij zal zijn beide ouders in hetzelfde graf laten begraven en later krijgt Isabella er haar laatste rustplaats. In 1823 nemen ze samen afscheid van Italië met een grootse opera waarin Isabella Colbran een laatste keer schittert: Semiramide. Onderweg naar een uniek Rossini/San Carlo seizoen in de Opera van Wenen huwen ze in een kleine kapel in Castenaso. Het wordt geen gelukkig huwelijk. Rossini beleeft, 37 jaar jong, het hoogtepunt van zijn roem. Europa ligt aan zijn voeten. Na Wenen reist het echtpaar naar Londen waar Rossini als publiekslieveling wordt binnen gehaald en Colbran pijnlijk onderuit gaat tijdens, wat later blijkt, haar laatste optreden. Volgende stop is Parijs waar hij ‘directeur de la musique et de la scène’ van het Théâtre-Italien wordt en al vlug in de armen van de demi-mondaine Olympe Pélissier een nieuw amoureus leven begint. Olympe zal twintig jaar liefdevol voor hem zorgen. Maar het is pas na de dood van Isabella Colbran dat ze officieel man en vrouw worden. Isabella wordt de schaduw van de grote artieste die ze ooit was. Ze vlucht in haar nieuwe passie: geldspelen, een kwalijke verslaving opgedaan bij haar vorige minnaar. Ze blijft meestal alleen achter in Italië, in haar vaders villa in Castenaso, terwijl Rossini overal in Europa triomfen oogst. Isabella’s extravagante levensstijl en het onverzoenbare van hun karakters zorgen voor een progres­­­sieve vervreemding van elkaar. Haar gezondheid gaat zienderogen achteruit, mede als gevolg van de gonorroe die ze hoogstwaarschijnlijk bij haar echtgenoot heeft opgedaan. Haar financiële toestand wordt zorgwekkend door haar acute spelzucht. Zij is verplicht delen van haar eigendommen te verkopen om het hoofd boven water te houden. Ondanks zijn ontrouw en hun officiële scheiding in 1837 blijft Rossini zich om haar bekommeren en krijgt ze geregeld financiële steun uit Parijs. Zij blijft hem dier­ baar en bij haar dood is hij echt aangeslagen. Isabella Colbran sterft in 1845, zestig jaar oud, de naam stamelend van de man die zijn grootste opera’s voor haar componeerde: Rossini. Anne-Mie Lobbestael

.

10


Gioachino Rossini De rollen voor la Colbran (*) Hij schreef voor la Colbran de rollen van Elisabetta/Elisabetta regina d’Inghilterra (1815), Desdemona/ Otello (1816), Armida/Armida (1817), Elcia/Mosè in Egitto (1818), Zoraide/ Ricciardo e Zoraide (1818), Ermione/ Ermione (1819), Elena/ La donna del lago (1819), Anna/Maometto II (1820), Zelmira/Zelmira (1822) en Semiramide/ Semiramide (1823)

Isabella Colbran Pelagio Palagi, Museo internationale e Biblioteca della Musica di Bologna

11


1.

12


2.

Muze, markiezin en femme fatale Luise Casati (1881 - 1957)

De Italliaanse Luise Casati had één ambitie: een levend kunstwerk zijn. Ze leefde om aanbeden te worden. Dat lukte haar aardig, talloze kunstenaars putten inspiratie uit haar verschijning en vereeuwigden haar in hun werk. Begin vorige eeuw waren haar soirées in het Palazzo Venier dei Leoni aan het Canal Grande in Venetië, (de plek waar nu de Peggy Guggenheim collectie gevestigd is), legendarisch. Ze verscheen in waanzinnige gewaden vergezeld van exotische dieren. Ook haar villa op Capri was een magneet voor kunstenaars, lesbiennes en homo’s in ballingschap en de beau monde. Er werden talloze portretten en sculpturen van haar gemaakt door artiesten als Giovanni Boldini, Paolo Troubetzkoy, Romaine Brooks, Kees van Dongen en Man Ray. 1. Het befaamde portret met de dubbele ogen dat Man Ray van haar maakte, was eigenlijk een mislukking. Luisa wist hem te overtuigen dat het surrealisme was. 2. Het portret dat Augustus John van haar maakte, is een van de blikvangers in het AGO (Art Gallery of Ontario). Cultauteur Jack Kerouac raakte zo in de ban van het beeld dat hij er gedichten over schreef. 3. De symbolist Franz von Stuck vereeuwigde haar als... De Zonde.

3.

Ook al zou ze filmmakers, schrijvers en couturiers als John Galliano, Karl Lagerfeld en Alexander McQueen blijven inspireren, ze stierf eenzaam en verarmd op haar 76ste in Londen... zoals het een fatale vrouw betaamt. Ze werd begraven in een jurk van luipaardhuid en was opgemaakt met valse wimpers.

13


Arvo Pärt

Spiegel van de eeuwigheid Ballet Vlaanderen danst op Arvo Pärt

Voor zijn eerste choreografie voor Ballet Vlaanderen gaat Sidi Larbi Cherkaoui aan de slag met werk van de Estse cultcomponist Arvo Pärt. Op het programma staan iconische werken zoals Fratres (1977) en Spiegel im Spiegel (1978) (naast het minder bekende en recentere Orient & Occident (2000) dat Cherkaoui bijzonder aanspreekt omwille van Arabisch klinkende melodische wendingen). Een klein portret van een controversiële componist die het imago heeft van een priester-monnik en die schrijver en journalist Jan Brokken in zijn bundel Baltische zielen (Atlas Contact, Amsterdam/ Antwerpen, 2010) typeert als “een Europeaan met het uiterlijk van een Russische oudgelovige”.

“Hij staat totaal los van de tijdsgeest maar toch is hij enorm populair - dat inspireert. Zijn muziek vervult een diepmenselijke behoefte die niets van doen heeft met modes.” Aldus een bekende uitspraak van componist Steve Reich (°1936) over zijn bij een breed publiek immens geliefde collega Arvo Pärt (°1935). De appreciatie van de Amerikaanse minimalist voor de teruggetrokken, zwijgzame Est - zo is althans het imago dat hijzelf en de media cultiveren - heeft bovenal een esthetische basis: zowel Reich als Pärt brengen de muzikale taal terug tot haar beginselen en vertrekken van de meest elementaire bouwstenen. Pärt wordt daarbij vaak in het vakje geduwd van ‘mystieke minimalist’ - belijder van een minimalisme met een metafysische en religieuze lading. De religieuze inslag van zijn muziek kan men niet loochenen - het gevolg van zijn bekering tot de Russischorthodoxe kerk in 1968 - noch de zoektocht naar de essentie, naar de uitgepuurde klank. Zelf zei Pärt daarover in 2005: “Ik ontdekte dat het genoeg is wanneer één enkele noot, of één enkel geluid, mooi gespeeld wordt. Deze ene noot, of één enkel geluid, of een moment van stilte, biedt mij troost.” 14


van Manen / Cherkaoui

Š Filip Van Roe

15


van Manen / Cherkaoui Met het woord “troost” wijst hij in dezelfde richting als Reichs “diepmenselijke behoefte”. Pärts werk mag dan al verguisd worden door resems musicologen en muziek­ kenners of minstens met een mix van argwaan en dédain worden bejegend, sinds zijn muziek veelvuldig gebruikt werd in films en documentaires allerhande is haar populari­ teit bij brede groepen muziekliefhebbers niet meer te stuiten. Muziek waarmee gedweept wordt en die naar kitsch zou tenderen maar die uiterst effectief blijkt te zijn en een directe impact heeft op de luisteraar. Kortom: luister- en belevingsmuziek van het zuiverste water. Reich wijst niet alleen op de spirituele houvast die Pärts muziek aan velen biedt wat dat ook moge zijn -, hij onderstreept meteen hoe veraf Pärts oeuvre van na 1970 staat van het modernisme met zijn gestage drang naar vernieuwing én van het mainstream post­ modernisme. Muziek die er steeds lijkt te zijn geweest; die tijdloos aandoet en een gevoel van eeuwigheid oproept.

Verstilling en drama Klokken en bellen, daarmee associeert Arvo Pärt zelf zijn nieuwe muzikale stem die hij omschrijft als ‘tintinnabuli’ het Latijnse meervoud voor ‘bel’ - en die hij introduceerde met een fragiel, uitermate verstild pianowerk Für Alina (1976). Fundamenten voor deze stijl zijn de volmaakte drieklank en stapsgewijze verlopende diatonische melodie­ lijnen [d.i. met gebruik van de afwisseling van hele en halve

Tabula rasa Wat we vandaag als ‘typisch Pärt’ omschrijven is een muzi­ kaal universum dat ontstaan is na een ingrijpende stilistische ommekeer en na verschillende perioden van stilte en herbe­ zinning. In de productie van Sidi Larbi Cherkaoui vinden we twee werken uit het begin van deze radicale ommezwaai (vanaf de late jaren 1970) die de uitkomst was van een spirituele en profes­ sionele crisis. Het betreft Fratres en Spiegel im Spiegel. Tabula rasa - een ander werk uit exact dezelfde periode - typeert perfect het creatieve proces dat zich bij Pärt voltrok. Jan Brokken evoceert het als volgt: “Vijf jaar lang vulde hij bladen met noten, zonder ergens toe te komen. Hele boeken schreef hij vol, werktuigelijk, dag in dag uit, als een monnik die teksten kopieert. (...). Zo zocht hij naar een eigen toon, een eigen geluid, een eigen manier van notatie die, beetje bij beetje, zijn tweede natuur zou worden. Tijdens de lange periode van zelfonderzoek en purificatie sloot hij zich van alle muziek af. (...). Het was alsof hij naar een muzikale wedergeboorte zocht, hij wilde weer blanco worden, als een kind in de wieg, als een onbeschreven blad, als een schoongeveegd schoolbord, als een tabula rasa. In die tijd ontwikkelde hij een ultragevoeligheid voor geluiden, voor alle soorten geluiden, maar uiteindelijk voor klokken.”

16

tonen uit de normale toonladders]. Muziek die heel herkenbaar en neotonaal klinkt maar die het klassieke harmonische systeem uit de tonale muziek naast haar neerlegt. Melodie en begeleiding versmelten met elkaar; ze resoneren met elkaar en vormen elkaars spiegel. Technisch gesproken komt dit doordat Pärt in plaats van akkoordopeenvolgingen akkoorden vaak als arpeggio’s (vlugge opeenvolging van de akkoordnoten, zoals op een gitaar of harp) presenteert. In Spiegel im Spiegel laat die combinatie zich nog het


Arvo Pärt makkelijkst beluisteren. De piano speelt onophoudelijk drieklanken in melodische gedaante, de strijker van dienst (viool, altviool of cello), benadert geleidelijk of verwijdert zich geleidelijk van één aangehouden noot (la) die steeds in hetzelfde register optreedt. Ook al is er gestage groei in de melodielijn van de strijker volgens het principe van een eenvoudige toonladder, de muziek maakt de indruk van een cirkelende beweging, van een steeds veranderende benadering van éénzelfde uitgangspunt.

in onszelf de strijd met elkaar aanbinden” (Pärt) - als de twee onafscheidelijke broers uit de Latijnse titel van de compositie. Boven een steeds herhaald intimi­stisch koraal (hier zijn wel degelijk akkoorden in het spel) zweven ijle melodielijnen in verschillende snelheden. Geleidelijk groeien het koraal en de omspelende, steeds rustiger wordende solostem naar elkaar toe om in volstrekte harmonie weg te zweven. Voor zijn choreografie koos Cherkaoui niet alleen voor de spanning tussen meditatie en drama maar ook voor de tegenstelling tussen het intieme en collectieve gebaar - een spanning die niet alleen gegeven is door de twee versies van Fratres maar ook door de massieve strijkersklank van Orient & Occident tegenover het solowerk Spiegel im Spiegel. Arvo Pärt heeft een lange weg afgelegd naar zijn uitge­puurde muziekstijl. Voorafgaand aan zijn ‘tintinnabuli’-muziek die, sinds de lancering ervan door het hippe platenlabel ECM (Edition of Contemporary Music), nog steeds een hype is, waren er perioden dat hij zich inliet met twaalftoonreeksen en serialisme (zeer tot ongenoegen van het Sovjetbewind in het toenmalige Estland) en met collage-muziek vol citaten en knipogen naar het verleden. Als hij voor zijn ‘tintinnabuli’werken veel inspiratie vond in het gregoriaans, de Russischorthodoxe muziek en de middeleeuwse en renaissance polyfonie, dan is hij er perfect in geslaagd een uniek sonoor universum te ontsluiten dat fascineert en vervoert en waar­ voor zelfs de meest rationele geest niet ongevoelig blijft. Piet De Volder

Dat Pärts hypnotiserende en ritueel aandoende muze niet steeds een kwestie van lange, aangehouden noten en meditatieve stilten is, wordt bewezen door een cultwerk als Fratres dat Cherkaoui koos in twee verschillende versies: de versie voor viool, strijkers en percussie (1977/’91) en de versie voor viool en piano (1980) die opgedragen werd aan sterviolist Gidon Kremer en zijn echtgenote Elena. Sublieme verstilling en frenetieke activiteit, in de omschrij­ vingen van de componist zelf, vinden ze elkaar als twee zijden van dezelfde medaille, als “het ogenblik en de eeuwigheid die

17


Š Henry Verhoef

Op de thee bij Hans van Manen

Picture this: enige tijd geleden bevond ik me in een woonkamer met een kop thee en een meneer. Niet zomaar een woonkamer, maar die van wereldberoemd danser, choreograaf, fotograaf ĂŠn Commandeur in de Orde van de Nederlandse Leeuw: Hans van Manen. Wat begon als een korte ontmoeting werd een spontaan interview waarbij we spraken over zijn leven, zijn werk, de Dansfoto van het Jaar, zijn liefde voor dansers en zijn visie op het vak. Hij deed dat vol humor, openheid en was charmant met de hoofdletter C. Thee met een bijzonder heerschap. 18


van Manen / Cherkaoui

In zijn balletten is er geen verhaal te ontdekken, van Manen wil dat de toeschouwer zelf zijn fantasie gebruikt.

Van Manen / Cherkaoui vanaf 22 okt Gent vanaf 30 okt Antwerpen

Voor de meeste dansers, niet-dansers en alles er tussenin doet de naam Hans van Manen wel meer dan een belletje rinkelen. En terecht, want van Manen heeft als choreograaf zo’n 120 balletten (!) op zijn naam staan die hij maakte voor gerenommeerde dansgezelschappen in binnen- en buiten­ land. Hiertoe behoren onder andere het Nationale Ballet, Nederlands Danstheater, Stuttgarter Ballett en meer. Hij is één van de belangrijkste choreografen ter wereld en voor zijn werk ontving hij vele onderscheidingen en prijzen. Ondanks zijn respectabele leeftijd van 82 jaar, is van Manen nog altijd zeer alive & kicking en staat hij midden in de danswereld. Een choreograaf in the ghetto? Voordat ik begin met dit verhaal is het goed om te weten dat ik voorafgaand aan mijn ontmoeting met hem een stress­moment had waar je U tegen zegt. Ik bleek namelijk door een communicatiefoutje naar een verkeerde straat in Amsterdam afgereisd te zijn. Toen ik in een nogal ‘volkse’ buurt terecht kwam sloeg de verwarring toe. Want ik kon me toch niet voorstellen dat iemand die zo beroemd is, zou wonen in een flat met overal schotels en wapperende onderbroeken op het balkon. Toch? Gelukkig voor hem bleek dat inderdaad niet het geval, helaas voor mij bleek dat ik aan de andere kant van de stad moest zijn en kwam ik dus te laat. Van Manen ontving mij echter hartelijk en zo viel gelukkig alles van me af. Pfieuw.

Geen franjes In zijn warme en chique woonkamer zit hij achter zijn laptop, met een sigaret in de hand en met samengeknepen oogjes bekijkt hij de inzendingen voor de ‘Dansfoto van het Jaar’. Door zijn jarenlange ervaring als fotograaf is hij een gegeerd jurylid. Uiteindelijk heeft hij binnen een paar minuten een selectie gemaakt. Hoe doet hij dat, zo snel kiezen? “Bij fotografie is de eerste indruk het allerbelangrijkste. Eigenlijk weet je meteen of een foto ‘werkt’ of niet. Op het moment dat je te lang moet kijken om geraakt te worden mist het zeggingskracht en ben ik niet meer geïnteresseerd. Een goede dansfoto moet (voor mij) voldoen aan een paar dingen: er moet duidelijk iets te zien zijn, danstechnisch gezien moet het kloppen, er moet sprake zijn van een duidelijke performance, een sterk beeld en er moeten geen franjes zijn. Aan dat laatste heb ik echt een hekel. De schoonheid moet zitten in de eenvoud, niet in de tierelantijntjes.” Dat is ook kenmerkend voor zijn werk als choreograaf. Dat strakke maakt dat hij al jaren de ‘Mondriaan van de Dans’ wordt genoemd. In zijn balletten is er geen verhaal te ontdekken, maar er is altijd duidelijk een rode draad. Hij wil dat de toeschouwer zelf zijn fantasie gebruikt bij de interpretatie van het werk. Ook andere choreografen met deze zelfde stijl inspireerden hem om bij een dansvoorstelling niet alles voor te kauwen. “George Balanchine maakte altijd balletten waar de passie vanaf spatte, en waar het publiek gewoonweg voelde waar het om ging, ondanks het feit dat er geen verhaal was.

19


Hans van Manen Dát is de kracht van dans voor mij, dat je geen boekwerk voor je hebt liggen als publiek, maar dat je toch snapt waar het over gaat. Geen decoratie of loze opvulling. Ik let hier bij mijn dansers ook altijd op. Er mag geen oppervlakkigheid in bewegingen zitten. Alle aanrakingen moeten écht zijn, met kracht, passie en werkelijk fysiek contact. Als mijn dansers elkaar aankijken dan is dat oprecht en is het meer dan alleen gezichten die toevallig naar elkaar toe gedraaid zijn. Het moet dieper gaan, het moet focus hebben. Simpel. Dan krijgt het pas waarde, zowel voor de dansers als voor het publiek”. Met z’n allen Naast het feit dat in zijn stukken eenvoud en muzikaliteit de boventoon voeren, vertelt hij me dat hij de laatste jaren geen werk meer heeft gemaakt voor grote groepen, iets wat hij in het verleden wel deed. “Op het moment dat je als choreograaf met grote groepen dansers werkt, is het bijna onvermijdelijk om grote delen unisono (alle dansers die dezelfde bewegingen maken) te maken, maar dat vind ik minder interessant. Ik wil oog hebben voor het individu en dus werk ik liever met kleinere groepen. Ik merk ook dat als choreografen veel met grote groepen en dus unisono werken, sterke dansers daardoor wegvallen in het geheel. Prachtige solisten die ineens opgaan in de massa. Zonde. In musicals kan unisono dansen wel goed uitpakken. Als ik in New York ben, ga ik wel eens kijken. Ik vind het geweldig om te zien hoe strak en gelijk de dansers bewegen. Het is natuurlijk een andere danssoort dan waar ik me mee bezig houd, maar ook dat kan ik waarderen. Alle details zijn zo uitgewerkt.” Wie had nu gedacht dat meneer van Manen musicals zou bezoeken?! Intuïtie Terwijl hij ontspannen verder praat, kijk ik semi-stiekem rond in zijn smaakvol ingerichte woonkamer. Een kruising tussen een museum, galerie en een eh.. woonkamer.

Een plek waar iemand woont die overduidelijk van kunst houdt, een fijnproever, maar niet alleen van dans. Vooral de vele abstracte foto’s maken indruk. “Eigenlijk heb ik nergens écht verstand van hoor.” Ik val ondertussen zowat van mijn stoel! “Bij mij gaat het om intuïtie, wat de kunstvorm ook is. Ik heb geen verstand van kunst, als iets me raakt, me aan het denken zet, en er bovendien sprake is van vakmanschap, dan klopt het voor mij. Op die basis heb ik ook de werken gekocht die hier nu hangen. Op intuïtie. Ook als choreograaf ben ik zo. Toen ik met choreograferen begon had ik geen idee hoe ik dat moest aanpakken, hoe het hoorde. Ik deed het gewoon. Vroeger waren die dingen bovendien heel anders. Tegenwoordig zijn er opleidingen en speciale trajecten om choreograaf te worden, maar toen ik besloot de sprong als maker te wagen, bestond dat helemaal niet. Ik heb alles geleerd door te doen, door samen te werken met dansers en mee te kijken met choreografen, door te voelen en te vertrouwen op mijn intuïtie. Ik geloof ook nog steeds dat dat de beste manier is om te leren en je te ontwikkelen. Als danser en als maker heb je dat gewoon nodig, het vak leren in de praktijk en het gevoel hebben dat er geen regels zijn.” Over kritiek krijgen en veel hooi op je vork nemen Zijn keuze om zelf te gaan fotograferen, was een heftige, maar wel eentje die voor een interessante afwisseling in zijn carrière zorgde. “Fotografie is altijd al een grote liefde van mij geweest. Zowel in de rol van toeschouwer als maker. Toen ik jaren geleden besloot zelf als fotograaf aan de slag te gaan, was dat naast al mijn andere werkzaamheden. Ik was toen al lang bezig met choreograferen en had het ontzettend druk. Het kwam regelmatig voor dat ik van ‘s ochtends vroeg tot ‘s avonds laat in de dansstudio’s stond te creëren, en erna tot 3 uur ‘s nachts in een doka bezig was foto’s te ontwikkelen. En de volgende dag ging ik dan weer door met het werken in de dansstudio. Uiteindelijk heb ik dit vele jaren zo gedaan.” Als ik hem vraag naar het

Solo - choreografie Hans van Manen

20


van Manen / Cherkaoui verschil tussen de rol van fotograaf en choreograaf, is zijn antwoord opvallend. “Het fijne van het werken als fotograaf is dat je veel minder kritiek krijgt van degene waarmee je werkt tijdens het werkproces. Je kunt verschillende dingen uitproberen, je geest de vrije loop laten en pas bij het eindresultaat komt de mening van anderen erbij. Tijdens het proces ben je eigenlijk nog heel erg ‘veilig’, iets wat ik als choreograaf niet altijd zo ervaren heb. Zelfs dansers zijn zich niet altijd bewust van de kwetsbare positie waar choreografen zich in bevinden tijdens het maakproces. Het kan heel heftig zijn om aan het creëren te zijn en met dansers te moeten werken die overduidelijk gedemotiveerd zijn of ongegeneerd kritiek uitten op choreografische beslissingen. Vooral voor beginnende choreografen is dat moeilijk. Het is mij ook wel eens overkomen dat ik al tijdens het maakproces afhaakte door een dergelijke situatie en wat ik had gemaakt niet meer goed vond en ‘weggooide’. Daar heb ik veel van geleerd.” Houdt hij dan wel van dansers? “Absoluut! Ik ben oprecht dol op de dansers waarmee ik werk. Ik ben het juist gaan waarderen als dansers me tegengas geven. Ze mogen mijn beslissingen bekritiseren maar ze moeten wel altijd met goede argumenten komen. Dan sta ik open voor hun mening. Dat heeft er ook al vaak genoeg voor gezorgd dat ik nieuwe inspiratie of een impuls kreeg om door te gaan met creëren bij een bepaald stuk. Het is een wisselwerking. In het publiek zitten Ondanks het feit dat van Manen de laatste jaren minder choreografieën heeft gemaakt, staat hij nog middenin de danswereld en is hij er nog altijd op vele manieren bij betrokken. Ook ‘gewoon’ als toeschouwer, vertelt hij mij. “Ik bezoek nog erg veel dansvoorstellingen, zowel in het binnen- als het buitenland. Ik ga naar alle voorstellingen van het Nationale Ballet, Nederlands Dans Theater, regelmatig naar Introdans en ook bezoek ik Conny Janssen Danst vaak. Als een gezelschap een voorstelling van mij gaat dansen ga

ik veelal een paar dagen op bezoek, ik probeer het altijd zo te plannen dat ik gedurende deze dagen dansvoorstellingen kan gaan zien. Ook in het buitenland doe ik het zo. Ik wil weten wat er gebeurt in de danswereld.” Ik ben intussen zwaar onder de indruk van zijn energie en toewijding. Advies van de meester Ik spits mijn oren extra als van Manen me tot slot vertelt wat hij belangrijk vindt bij dansers waarmee hij werkt, en wat hij denkt dat dansers in het algemeen beter kunnen doen ongeacht of het nu studenten, amateurs of professionals zijn. “Dans moet altijd swingen, wat de dansstijl ook is. Je moet altijd zorgen dat je op tijd te laat komt, dan komt de swing erin en gebeurt er echt iets. Dans moet niet voorspelbaar zijn. Laat als dansers zien dat je er écht bent en weet waar je wilt zijn. Op het podium, maar ook al in de dansstudio. Zoals ik al eerder zei; focus bij dans is essentieel. Gebruik je ogen, neem in je op wat je ziet. Wees ook altijd groot als je danst, wat je rol ook is en maak er echt een feest van. Dans is een feest. Raak je danspartner écht aan, kijk naar elkaar en naar de ruimte waar je bent. Als je een arabesque maakt, kijk dan niet decoratief in de lucht, maar weet waar je naartoe wilt gaan en ga daarvoor. Geen frutsels.” Als laatste voegt hij er nog aan toe dat de meeste dansers echt beter zouden moeten leren lopen op het podium. “Lopen is ook dans, ik zie het echter nog vaak gebeuren dat dansers de meest ingewikkelde bewegingen kunnen maken, op het hoogste technische niveau dansen, maar niet overtuigend kunnen lopen. Dat doet afbreuk aan de hele performance. Daar zou iedereen aan moeten werken.” Dit staat in ieder geval groot genoteerd in mijn levenslessen boek. Met een glimlach zo groot dat mijn kaken er pijn van doen, neem ik afscheid van meneer van Manen. Blij. Lisa Kapan (dancetalk.nl)

Alltag - choreografie Hans van Manen

21


balletaudities

Audities bij Ballet Vlaanderen Dansen tot je contract in de bus valt

De biografie van een danser lijkt er een van een wereldreiziger met flink wat airmiles op de teller. Dansers zijn niet alleen beweeglijk, maar ook bijzonder flexibel en mobiel. Het zijn artistieke nomaden die de internationale dansscène als hun werkterrein beschouwen en niet terugdeinzen om naar de andere kant van de wereld te verhuizen. Hun taal spreekt men immers overal, die van de dans. Maar zelfs wanneer er woorden en data aan te pas komen, verspreiden dansnieuwtjes zich als een lopend vuurtje. Zo weekte de oproep voor de audities bij Ballet Vlaanderen een enorme respons los binnen de danswereld. Noem het gerust het Sidi Larbi Cherkaoui-effect. Ook de naam Tamas Moricz, die meer dan een decennium rondreisde met zijn op Forsythe gebaseerde workshops, mistte zijn doel niet. Een massa dansers hoopten hun talent in Antwerpen te mogen bewijzen, en straks deel te hebben aan het opwindende nieuwe hoofdstuk waar het gezelschap aan begint. Na een eerste selectie werden er een honderdtal dansers uitgenodigd.

22


achter de schermen

Nummers worden opgespeld, stress weg geademd, uitputting bevochten met hazenslaapjes. Audities zijn onverbiddelijk, hard labeur en zenuwslopend. Te veel gegadigden voor enkele felbegeerde plekken, het heeft iets van een gladiatorenstrijd. Hoewel, het er in de gangen tussen de verschillende onderdelen door heel amicaal aan toe gaat. Wat wil je, tenslotte delen deze prachtige jonge mensen, die vliegtuigen en treinen namen om bij Ballet Vlaanderen hun geluk te beproeven, dezelfde droom. Met een choreograaf als Sidi Larbi Cherkaoui werken is er een deel van. Het gaat dan ook niet over honderd werkloze dansers, maar veelal over reeds in andere gezelschappen verankerde dansers die wat ze kennen willen inruilen voor een nieuwe start bij Ballet Vlaanderen. Ze weten dat de ogen in de danswereld de komende jaren zullen gericht zijn op wat er hier in de studios tot stand komt. Maar de toekomst is nog niet helemaal begonnen. De vereisten voor het komend seizoen zijn niet mis, omdat de dansers zowel het klassieke repertoire als de nieuwe choreografieën van artistiek directeur Sidi Larbi Cherkaoui moeten aankunnen. Iets wat men nog het best kan omschrijven als perfect twee-(bewegings)talig zijn. Dag één ging onder het waakzaam oog van de balletmeesters dan ook van start met een uitgebreide klassieke les gevolgd door repertoirewerk. Ook artistiek co-directeur Tamas Moricz stelde de kandidaten op de proef

tijdens een van zijn befaamde workshops. Wie positief opviel in deze toestroom, mocht zondag terugkomen. Een eer die acht mannen en acht vrouwen te beurt viel en meteen ook de ultieme proef. Die dag was ook Sidi Larbi Cherkaoui van de partij en werd ingezet op meer hedendaagse choreografieën. Sommige dansers, met eerder een klassieke uitstraling, hadden moeite om zich over te geven aan de fysieke flow die de stijl vereist. Anderen hadden duidelijk hun momentum en waren blij na de klassieke beproeving te kunnen uitpakken met hun meer hedendaags elan. De kandidaten werkten als bezetenen en leerden in geen tijd een hele reeks fysiek zeer zware combinaties. Oog in oog met de spiegel gingen ze het gevecht aan met de beweging en met de limieten van hun getergde lichaam. Angstvallige blikken scanden de reacties van Cherkaoui, Moricz en de balletmeesters. Hadden ze oog voor hen? Hadden ze er een goed oog in? Een uitputtingsslag die uren doorging en eindigde met een serene reeks armbewegingen op de ijle tonen van Arvo Pärt. ‘Thank you’ klinkt het, waarop een algemeen applaus volgt. Ze zijn te moe om nog helder genoeg te zijn om hun kansen in te schatten. Er volgen dagen van deliberatie, wikken en wegen met het oog op dit seizoen en... de toekomst. Twee van deze zestien dansers kregen vrij snel hun plaats bij Ballet Vlaanderen verzekerd: de Finse Emmi Pennanen en de Canadese Alexander Burton.

23


balletaudities

“Ik volg al jaren het werk van Sidi Larbi Cherkaoui en moet toegeven dat ik ervan droomde om met hem te mogen werken. Ik danste zes jaar bij het Finnish National Ballet en heb een sterke klassieke basis maar ik deed net zo goed ervaring in het modern repertoire op. Daarom heb ik geen minuut geaarzeld en mijn kans gegrepen om een plek te veroveren bij een gezelschap als Ballet Vlaanderen. Een auditie is meer dan louter een situatie waarbij de artistieke directie en balletmeesters dansers kiezen. Het is net zo goed het moment waarop je als danser kan aanvoelen of het gezelschap jou ligt. Voor mij was dat hier snel duidelijk, het klikte meteen. Ik genoot van de muzikaliteit en precisie die men aan de dag legt en ook van de manier waarop de workshop van Tamas Moricz aan het eind van de eerste dag mij uit mijn comfort zone wist te lokken. Ik weet dat ik in deze context kan groeien als danser zowel artistiek als technisch. Ballet Vlaanderen gaat een nieuwe, opwindende, veelbelovende fase in. Ik ben zo blij en vereerd dat ik er deel mag van uitmaken. Mijn hoofdstuk Antwerpen kan beginnen!� Emmi Pennanen

24


achter de schermen

“Het auditie-weekend was intens maar prettig. Het was fijn om de brede waaier getalenteerde dansers te zien die uitgenodigd waren, er waren voor mij zelfs een paar bekende gezichten bij. Sidi Larbi Cherkaoui en Tamas Moricz zochten duidelijk naar dansers die zowel klassiek als hedendaags aankunnen. Daarom was de auditie ook opgebouwd met heel uiteenlopende proeven: van een klassieke balletles en improvisatie tot het instuderen van een choreografie van Cherkaoui waar veel vloerwerk en vloeiende bewegingen aan te pas kwamen. Al die dingen in één weekend doorlopen, was opwindend, na afloop was ik uitgeput. Het uitgebreide auditie-proces leek me echter een goede afspiegeling van wat Ballet Vlaanderen het volgend seizoen zal brengen. Ik vind dat fantastisch, want als danser hou ik van de uitdaging om stilistisch maar ook emotioneel en creatief op exploratie te gaan. De grote uitdaging bij zo'n auditie is vooral om je zenuwen de baas te blijven. Zelfs voor een kalm persoon is dat moeilijk. Je moet proberen er ondanks de druk toch plezier aan te beleven. Ik beschouwde die twee dagen als een workshop, een leerervaring en die gedachte hielp me enorm. Zelf, wanneer je de test doorloopt, weet je niet of je 'goed bezig' bent. Zijn ze in jou geïnteresseerd? Je hebt geen idee. Ik was dan ook blij verrast wanneer ze mij - eigenlijk dezelfde avond al - lieten weten dat ik de job had. Ik heb zin in dit nieuwe hoofdstuk in mijn danscarrière en leven. Ik kijk er naar uit om deel uit te maken van Ballet Vlaanderen en mee te evolueren onder de artistieke leiding van Larbi en Tamas.” Alexander Burton

25


© Christine Schäfer

Ausrine Stundyte


Tannhäuser

Ausrine Stundyte Wanneer men iets uit liefde doet, kost het minder moeite en lijken de offers kleiner

Tan n

häu ser van af 19 se G van ent p Antwaf 4 okt erpe n

Vier jaar geleden kwam de Litouwse sopraan Ausrine Stundyte voor het eerst naar Opera Vlaanderen om er de hoofdrol te zingen in Tsjajkovski’s Tsjarodejka. Een openbaring, zo bleek. Ook haar zowel theatraal als muzikaal weergaloze vertolkingen van Katerina in Lady Macbeth uit het District Mtsenk en van Chrysothemis in Elektra bleven lang nazinderen. Haar fantastische stem en bijzonder krachtig theaterspel – een gouden combinatie – zijn binnenkort weer ons deel, want Ausrine Stundyte wordt niemand minder dan Venus in Wagners Tannhäuser. 27


Tannhäuser Kijk je uit naar je terugkeer naar Opera Vlaanderen? Ausrine Stundyte: Jazeker! De liefde voor muziek en theater is in dit huis alomtegenwoordig. Ook de zin, of beter gezegd, de moed om steeds te vernieuwen, om dingen uit te proberen en risico’s te nemen, is iets wat typisch is aan Opera Vlaanderen. Die ingesteldheid, die niet enkel bij de directie, maar ook bij alle medewerkers aanwezig is, zorgt voor een goede, creatieve en verheffende sfeer, waar ik enorm van geniet. Daarnaast kijk ik ook uit naar het lekkere eten en maak ik me nu al zorgen over mijn portemonnee. In Antwerpen en Gent liggen er immers veel te veel mooie dingen te wachten die nergens anders te vinden zijn!

Ik ben er achter gekomen dat Wagners Venus vooral een trotse liefhebbende vrouw is Na Sjostakovitsj’ Lady Macbeth in Opera Vlaanderen en vorig seizoen ook Blauwbaards Burcht in de Komische Oper Berlin zal je met Tannhäuser voor de derde keer met de Catalaanse regisseur Calixto Bieito aan de slag gaan. Hoe bevalt je die samenwerking? Stundyte: Heel erg goed! Ik ben Opera Vlaanderen ongelofelijk dankbaar voor mijn eerste ontmoeting met Calixto Bieito. Dat was toen bij Lady Macbeth. Samen met Blauwbaards Burcht in Berlijn was dit één van de spannendste regies waarin ik tot nu toe heb gezongen. De wijze waarop Bieito werkt, hoe hij dingen aanvoelt en wat hij van ons zangers verwacht, is totaal wat ik van een regisseur verlang. Hij heeft een manier van werken, van regisseren die ik voor mijn ontmoeting met hem niet onder woorden kon brengen. Calixto Bieito is, in tegenstelling tot wat men van hem zou verwachten, een ongelofelijk sensibele, respectvolle en teruggetrokken persoonlijkheid. Zijn repetities ademen als geen ander vertrouwen, openheid en respect uit. En alleen zo bereikt hij dat zangers kanten van zichzelf tonen die ze anders nooit zouden blootgeven. Wat vind je van Bieito’s pessimistische levensvisie? Stundyte: Ik kom uit Litouwen, het land met de hoogste zelfmoordcijfers wereldwijd. Onze mentaliteit is dus niet meteen de meest optimistische. Dat klinkt zeer tragisch, maar zorgt er aan de andere kant wel voor dat ik, van kindsbeen af gevaccineerd tegen pijn, pessimisme en andere negatieve zaken, Bieito’s levensvisie niet noodza­ kelijk als vernietigend zwart ervaar. De roze sluier waarmee Hollywood het leven bedekt, laat hij inderdaad achterwege, maar dat vind ik helemaal niet erg. Bieito is iemand die de pijn in de wereld uitzonderlijk scherp aanvoelt en die pijn dan vervolgens heel sterk en direct aan het publiek overbrengt, zonder vluchtwegen open te laten. Zo treft hij mensen in het hart. En getroffen worden, daar draait opera toch om? Hoe zag je eerste ontmoeting met Wagner eruit? Stundyte: Ik moet toegeven dat het geen liefde op het eerste gezicht was. Tijdens mijn studententijd was ik een ongelofelijke fan van Italiaans verisme met een grenzeloze fascinatie voor Puccini. Wagner daarentegen vond ik te langdradig en uit zijn verhaallijnen kon ik weinig tot niets opmaken. We hadden echter een professor op het conservatorium die Wagner en dan vooral diens Tristan und Isolde dermate verafgoodde dat het voor iedereen duidelijk was dat we dat stuk vanbuiten moesten kennen, wilden we slagen voor het examen. En zo heb ik Tristan und Isolde

28

honderden keren beluisterd. In het begin kwelde die muziek me, maar met elke herhaling kon ik ze een beetje meer smaken, tot ik er uiteindelijk ronduit verslaafd aan ben geraakt. Hoe kijk je aan tegen de vrouwenrollen in Wagners opera’s? Stundyte: Als ik de vrouwen in Wagners opera’s als men­se­lijke karakters beschouw, dan zijn ze mij te eendimensionaal: te eenzijdig goed of slecht. Ik geloof echter dat Wagner, eerder dan menselijke karakters, ideeën, of beter nog, symbolen wou scheppen. Die symbolen hebben een paar menselijke trekjes meegekregen, zonder echt uit te groeien tot volbloed persoonlijkheden. En ja, inderdaad, het is voor zangers een hele opgave om je in zo’n idee, in zo’n symbool in te leven ... Tijdens repetities kom ik zelf altijd op het menselijke terug, al verdwijnt het moeilijk verklaarbare gevoel van abstractie en symbolisme nooit helemaal. Hoe ga je om met Venus, de rol die je in Tannhäuser zal vertolken? Stundyte: In het begin heb ik me het hoofd gebroken over de goddelijkheid van Venus. Hoe speel je een godin? Wat gaat er om in iemand die alle macht bezit en niets nodig heeft? Voelt zij pijn, lust, verlangen? Alles wat een mens zo interessant maakt, is bij een god afwezig. Uiteindelijk heb ik dat pad verlaten en ben ik er achter gekomen dat Wagners Venus vooral een trotse, liefhebbende vrouw is die haar trots opgeeft voor haar geliefde en ondanks haar macht finaal verliest. Ironisch, een liefdesgodin zonder liefde. Heb je zware offers moeten brengen om op een dergelijk niveau te kunnen zingen? Stundyte: Ik zou dit beroep niet uitoefenen wanneer ik ook zonder leven kon. Beroep, roeping ... de congruentie van deze woorden is erg interessant. Ik heb het nooit zo ervaren dat ik zware offers moet brengen. Wanneer men iets uit liefde doet, kost het minder moeite, lijken de offers kleiner. Er waren natuurlijk momenten in mijn leven dat ik eraan dacht te stoppen. Tijdens de laatste jaren van mijn studie bijvoorbeeld, toen ik heel veel audities heb gedaan en niemand in mij geïnteresseerd bleek te zijn. Ofschoon mijn hart brandt voor het zingen, zo dacht ik toen, ben ik niet goed genoeg. Misschien moet ik dat simpelweg accepteren en de strijd staken. Iets later, zoals zo dikwijls, kwam dan het eerste aanbod ... Zijn er operarollen die je in de toekomst heel graag zou vertolken? Stundyte: Ja, Isolde. Vreemd eigenlijk, want Isolde is een rol die vooral gezongen moet worden: veel actie voltrekt er zich niet op scène. Op een dag wil ik die bedwelmende muziek echter eens niet als passieve toeschouwer beleven, maar er middenin staan. En dan Salome natuurlijk, alhoewel ik helemaal niet kan dansen. Die Dans der zeven sluiers is voor mij een absolute nachtmerrie, maar ik zou het toch heel graag eens proberen! Mien Bogaert


Ausrine Stundyte

© Christine Schäfer


Concerten

De wortels van Wagner

30


Wagners Roots

Wa gn

ers roo 1 ok ts t An t w 2 ok e r t Ge pen nt

De Finse dirigent en componist Leif Segerstam kende eerder bij Opera Vlaanderen veel bijval met zijn interpretatie van Benjamin Brittens Peter Grimes. Velen zullen hem ook herinneren van het Mens en Zee concert dat hij datzelfde seizoen bracht met onder meer zijn eigen werk Symfonie nr. 204. Nu zet hij zich aan Tannhäuser. Segerstam ontwart de emotionele strategie van Richard Wagner Componeren en dirigeren zijn activiteiten die bij Leif Segerstam spontaan in elkaar overvloeien. Als ik Segerstam in juli op een vroege ochtend spreek, zit hij koffie te drinken en te werken aan symfonie nummer 287. Hij schrijft aan pagina drie van een werk dat net zoals al zijn andere symfonieÍn er zes zal tellen. Een uur lang pendelt het gesprek tussen Wagners muzikale wortels en zijn eigen composities. Enkel onderbroken door de muggen die hij van zich af moet slaan in zijn buitenhuis in Finland. 31


concerten Wagner was nooit een piepjonge componist, maar componeerde pas toen hij genoeg muzikale bagage had opgedaan. Hoe zou hij naar zijn grote voorbeelden geluisterd hebben? Leif Segerstam: Wagner kende alleen de muziek die hij op concerten hoorde. Zijn muzikale geheugen was opgebouwd uit live momenten. Omdat ze zeldzaam waren, moeten de indrukken heftiger geweest zijn. Onze oren zijn gewend aan alomtegenwoordige muziek. Je kan alles on demand beluisteren. Iemand kan wekenlang zoet zijn met de Ring-cyclus: passages tien keer beluisteren, uitvoeringen vergelijken. Bij Wagner was luisteren ook de kunst van het instant onthouden en de synthese maken van de muzikale taal van de componisten die hem omringden. Terwijl zijn muzikaal geheugen de tonen van de vorige avond herhaalt, begint al de vervorming naar zijn eigen taal. Misschien is het dat wat we inspiratie noemen. Het materiaal dat een componist ter beschikking heeft, is beperkt: twaalf tonen, een reeks notenwaarden, articulaties en timbres. Het is normaal dat je voortbouwt op het werk van anderen.

Van Franz Liszt dirigeert u Les Préludes, een symfonisch gedicht waar hetzelfde drie noten-motief steevast terugkomt. Segerstam: Dat koppig herhalen van een motief, daar heeft Wagner zijn uitwerking voor het leidmotief op gebaseerd.

Uw concert begint met Beethoven, hij had ongetwijfeld een grote invloed op Wagner? Segerstam: Van hem heeft Wagner de opbouw geleerd. Die typisch ritmische pulsatie bij Beethoven heeft Wagner helemaal overgenomen. Het frenetieke kom je overal tegen in zijn symfonieën en kamermuziek. Wagner moet bij hem ook de mystieke kracht van muziek ontdekt hebben. Ik denk aan de mysterieuze hobosolo in de vijfde symfonie: een passage zonder maat die lijkt op een improvisatie. Dat doet denken aan de manier waarop Wagner schrijft, met zijn typische versieringen. Bij Wagner is Beethoven voortdurend aanwezig. Niet in Tristan met zijn chromatiek. Wel in de Wagner van Die Meistersinger en de Ring. De kunst van de climax, dat had Beethoven al goed uitgewerkt. Wagner gaat verder: hij is helemaal verslingerd aan climaxen. Bij Beethoven leerde Wagner dat een akkoord het equivalent van een uitroep kan zijn. Een akkoord is een schreeuw die elke luisteraar aanvoelt: daarmee kan je de dramaturgische lijn schragen. Die truc met climaxen heeft Beethoven spaarzaam gebruikt. Wagner heeft het tot een systeem uitgewerkt. De emotionele strategie met akkoordenconstellaties heeft hij als een tovenaar uitgebuit. U dirigeert de Ouverture van Oberon. De muziek van Carl Maria von Weber maakte grote indruk op de jonge Wagner Segerstam: Als dirigent ervaar ik dat Weber en Wagner dezelfde elementen uit de natuur muzikaal konden vertalen. En dat ze daar een mystieke betekenis aan konden geven. Bijvoorbeeld een hoornsolo kan bij beide componisten een extra dimensie puren uit een scène in de bossen of bij de zee. Je vindt dat ook terug bij Sibelius. Wagner was bijzonder bedreven in het ontlenen van specifieke elementen bij zijn favoriete componisten om er zijn eigen muzikale taal mee te verrijken.

32

Wagner dweepte met Liszt. Wanneer Wagner Liszt bezig hoorde aan zijn klavier, die lawines die hij als pianist kon veroorzaken: dat moet een daverende indruk op hem gemaakt hebben. Wagner moet gedacht hebben: wat Liszt op het klavier kan, dat moet ik met het orkest bereiken. Hetzelfde overkwam Lutoslawski die zich de Mozart van de 20ste eeuw voelde. Het intellect van Wagner kon surfen op de stijlen rondom hem. We zijn allemaal uit dezelfde natuur afkomstig.


Wagners Roots We communiceren met tijdgenoten, zelfs met mensen die we niet persoonlijk gekend hebben. Ik voel me bevriend met Sjostakovitsj, al heb ik hem nooit ontmoet. Als je al zijn symfonieën hebt gedirigeerd, ben je doorheen zijn persoonlijk leven gegaan.

Er zijn fragmenten uit Rienzi, zijn eerste succesvolle opera. Is dat al een grote Wagner? Segerstam: Rienzi was meteen een schot in de roos, meteen zijn persoonlijke stijl. Het is misschien minder compact, meer geïmproviseerd dan wat hij later schrijft. Er zijn die versieringen die lijken op de krulstaart van een varken: dat is zo typisch voor Wagner en de romantici. Dat is nog iets wat Wagner leerde van zijn voorgangers: hopen versieringen integreren in de grote lijn. Van dichtbij ziet de partituur eruit als een hoop krulstaarten. Van ver hoor je alleen melodieën die weelderig opgesmukt zijn. Als luisteraar word je overweldigd. En tegelijk begrijpt iedereen dat Wagner een lange lijn aan het maken is. Het creëert de ver­ wachting naar het moment dat de melodie ooit zal landen. Waar je bij Wagner steeds langer op moest wachten… Als muziekliefhebber moeten we natuurlijk de muziekpartituur niet lezen, maar het effect onderhuids voelen. Het hele programma stond al op uw orkestrepertoire, behalve de stukken van Meyerbeer. Segerstam: De stukken van Meyerbeer zijn nieuw, maar ik kan snel nieuwe partituren instuderen. Deze stukken heb ik al vaak gehoord. Dan kan ik ze op een dag instuderen als het moet. Maar een artiest is altijd zenuwachtig en dan moet je onder druk soms improviseren. Wagner was, zoals toen gebruikelijk, dirigent en componist. Vandaag is die traditie aan het verdwijnen. U bent een uitzondering als componist-dirigent. Kan u zich indenken dat u enkel zou dirigeren?

We denken aan romantische componisten als individuele vernieuwers. Maar het lijkt er volgens u op dat ze dezelfde copy-paste technieken gebruikten zoals in de baroktijd?

Segerstam: Neen, want ik componeerde voor ik dirigeerde. Ik las op drie jaar en op vijf jaar begon ik te componeren. Ik ging dirigeren uit noodzaak, omdat ik een goede partituurlezer was. Ik speelde als zevenjarige in het jeugdorkest van Tauno Hannikainen. Die dirigent had uit de Verenigde Staten het idee van jeugdorkesten naar Finland geïmporteerd. Op zeven kon ik op viool de altvioolpartijen spelen want ik had mezelf al de sleutels aangeleerd. Die dirigent is me dan met zijn cabriolet thuis komen ophalen om me een altviool cadeau te doen. Een hele belevenis op die leeftijd. Op dertien speelde ik piano, trompet en viool en ik componeerde. Hannikainen zei me: het is te vermoeiend om je energie te steken in al die instrumenten. Als je veel talenten hebt, moet je naar de synthese zoeken: hij gaf me zijn dirigeerstok en zette me op de bok. Dat jaar dirigeerde ik de Egmont Ouverture. Hoe het verder is gegaan kan je in mijn biografie nalezen, maar Wikipedia moet nog aangepast worden. Daar staat dat ik 285 symfonieën heb, terwijl nummer 286 al af is. En noteer er even bij: al mijn partituren kan je gratis downloaden op musicfinland.com. Daar zijn intussen al 599 partituren beschikbaar! Véronique Rubens

Segerstam: Romantiek is de nieuwe baroktijd. Het is een andere soort bloem die bloeit, omdat de wortels anders zijn. Daarom is de titel van ons concert zo goed gekozen. Het concert gaat voor driekwart over die wortels. Van Wagner spelen we slechts enkele nummers.

33


Puccini's La Bohème in de regie van Robert Carsen komt terug.

Ook al werd de opera gebaseerd op het 19de-eeuwse Scènes de la vie de bohème van Henri Murger, linken met het kunstenaarschap vandaag dringen zich op.

34

Cheryl Barker als Mimi en Julian Gavin als Rodolfo in Robert Carsens legendarische productie van La Bohème die in 2001 voor het laatste op onze planken stond

De essentie van de bohémien is het radicale. Een sceptisch wereldbeeld, de absolute afwijzing van alle conventionele waarden, het nihilistische temperament.


I don't mean to suggest that I loved you the best, I can't keep track of each fallen robin. I remember you well in the Chelsea Hotel, that's all, I don't even think of you that often Leonard Cohen, Chelsea Hotel

De bohème is de leerschool voor een artiestenleven; het is het voorspel tot de academie, het ziekenhuis of het dodenhuis.

Henri Murger

35


La Bohème

Laat de Bohemer in u los Op een zondagochtend loop ik over een rommelmarkt in Oostende. Plots zie ik daar tussen een hoop echte rommel vijf exemplaren van het vrouwentijdschrift Libelle liggen, uitgegeven in het jaar 1946. Je zag op die versleten pagina’s hoe vrouwen en huismoeders werden aangemoedigd om terug te consumeren, en een leven herop te bouwen dat die kwade droom van oorlog zo snel mogelijk moest vergeten. In een van die Libelles kwam ik een merkwaardig artikel tegen. De titel daarvan was bedoeld als een oproep aan al die vrouwen en luidde: ‘Laat de Bohemer in u los.’ Eindelijk, dacht ik. Dit artikel, geschreven door een voor mij compleet onbekende vrouw, zal mij duidelijk maken wat een Bohemer is. De schrijfster zei dat ze wist hoe al die oor­logsvrouwen zich voelden. Hun man was bijvoorbeeld krijgsgevangene geweest en ze hebben heel de tijd het huishouden recht moeten houden, soms zelf buitenshuis moeten gaan werken om de eindjes aan elkaar te kunnen kopen. Maar die nieuwe zelfstandigheid had voor velen ook een mooie keerzijde gekregen. Voor het eerst hadden die vrouwen van de vrijheid geproefd, van een leven zonder man dat ze toch maar mooi hadden klaargespeeld. Maar nu ineens, zo zegt die schrijfster van het artikel, is die oorlog voorbij, staat die man daar plotseling terug en verwacht hij dat zijn sloefen en zijn gazet klaar liggen als hij van zijn werk terugkeert. En dat, zo gaat de Libelle-journaliste verder, knaagt en we weten dat het knaagt. Vrijheidsgevoel heet het spook dat al die vrouwen kwelt. En dat spook wordt door de schrijfster omschreven als ‘den Bohemer’. Hoe moeten die vrouwen met dien Bohemer nu omgaan? Loslaten, zo luidt het advies in het artikel. ‘Laat de Bohemer in u los.’ En dat kan heel simpel, zo staat er geschreven, koop eens bijvoorbeeld een nieuwe toile cirée met een vrolijk doch gewaagd bloemenmotief. Zet eens uw meubelen helemaal anders. Stik eens een nieuw gordijn… En zo gaat het maar door en door. Ik weet het, het is een bericht uit een andere tijd, we kunnen er meewarig over doen of het zelfs schrijnend vinden hoe dat ontbolsterde vrijheidsgevoel van die vrouwen zo gefnuikt werd met huishoudelijk advies. We zijn nu in 2015. De vraag mag gesteld worden of er nog iemand goesting heeft om die Bohemer in zich los te laten en of die Bohemer nog met vrijheid te maken heeft. Wij menen vrij te zijn, maar weten dat die vrijheid gehandicapt is, een kneusje eigenlijk dat door een heleboel zaken wordt afgeremd. Het is nog steeds zo dat vrijheid met het kunstenaarschap verbonden wordt, waarmee mensen eigenlijk bedoelen dat kunstenaars over vrijheid van tijd beschikken in tegenstelling tot de andere, nietkunstenaars die, mits ze dan nog geluk hebben, een baan hebben die hen verplicht van 9 tot 5 op een plek door te

36

brengen. Mijn schrijverschap overspant een jaar of twintig en van in het begin daarvan heb ik mezelf voorgehouden dat ik me niet al te veel financiële illusies moest maken. Voor mij geen pensioen en geen zekerheid. Wist ik veel dat die zogenaamde zekerheden zich twintig jaar later niet meer zouden beperken tot kunstenaars of mensen met vrije beroepen, maar dat zoetjesaan vrijwel iedereen zich begint af te vragen of hij of zij nog wel beschermd blijft, van een pensioen zal genieten of niet uit de ziekteverzekering zal worden geknikkerd omdat hij of zij houdt van tabak. Zij die intussen menen dat sommige kunstenaars worden recht gehouden door subsidies zijn niet ver van de waarheid. Maar ik hoor niemand zeggen dat een fabriek zoals AgfaGevaert om maar een voorbeeld te noemen evenzeer stand houdt vanwege subsidies, dat het hele landbouwbeleid van de Europese Unie subsidies als ruggengraat heeft en dat, mochten we eens goed rekenen, heel de Europese unie en haar inwoners zonder subsidies compleet in elkaar zou stuiken en trouwens: de banken eerst en pas dan de burgers. Wat we in 2015 nodig hebben is het besef dat we allemaal in hetzelfde schuitje verzeild zijn geraakt, dat we allemaal varen op steeds woester wordende subsidiezeeën met een roer dat niet werkt en een horizon die aan het oog van ieder onttrokken is. Voor mij heeft die Bohemer niet alleen met vrijheid van huisraad te maken en misschien niet meteen meer met tijd of tijdsbesteding. Voor mij heeft die Bohemer te maken met een erkenning dat we op onszelf zijn teruggeworpen en dat we maar één wapen ter beschikking hebben, namelijk zorg voor elkaar. Hij heeft te maken met ontvoogding tegenover een autoriteit die meent te weten hoe wij moeten denken over armoede en uitsluiting. De Bohemer steekt zijn tong uit naar gedragspatronen die met een failliet systeem te maken hebben, met onverantwoorde hebzucht en een democratisch deficit. Ja, een Bohemer leeft van dag tot dag in mijn verbeelding, maar hij heeft tegelijk een langetermijnvisie voor ogen, juist omdat hij zich omgeven voelt door een obsessioneel kortetermijngedrag dat de problemen niet uit de wereld helpt, maar ze juist nog sterker installeert. Een Bohemer begint luidruchtig te geeuwen wanneer iemand een zin begint met; ‘Het is toch evident dat…’ want niets in deze wereld is nog evident tenzij het feit dat we allemaal op een planeet leven en dat ons dna niet verschilt van dat van iemand anders. Nee, het gaat niet over toile cirée en nieuwe gordijnen. De Bohemer beschouwt vanwege deze tijd heel zijn omgeving als zijn of haar gezin. Het gaat over slechts één ding in het land van de Bohemers: we are one. Laat die Bohemer in u los. Jeroen Olyslaegers


SUPPORTING PROFESSIONAL MAKEUP ARTISTS WORKING IN FILM, TELEVISION, THEATRE, MUSIC, EDITORIAL AND THE PERFORMING ARTS ARTISTRELATIONS@BE.MACCOSMETICS.COM


Choreolab 11

Choreolab 11 Inspiratie, motivatie, creativiteit, lef, muzikaliteit, ruimtelijk inzicht, gevoel, out-of-the-boxdenken, een dosis humor… zijn musts voor choreografen in spe. De kans, professionele omkadering, logistieke steun, topdansers en straks ook een publiek biedt Ballet Vlaanderen voor de elfde keer op rij aan dansers met choreo-ambities. Choreolab is niet zomaar een productie, het is een werkproces. Of liever een zoektocht naar de makers van morgen in een huis waar zwaar wordt ingezet op creatie. Twee maanden was er ruimte voor experiment. Er zijn geen lijntjes om tussen te kleuren, geen onbetwistbare do’s and don’ts. Waar dans begint weten we, maar waar dans eindigt en overgaat in performance is een boeiend punt dat steeds verlegd wordt. Het leeuwendeel van de Choreolab-voorstelling wordt gedragen door de producties van Andrew McNicol en Altea Nuñez, telkens aangevuld met afwisselende kleinere creaties van dansers. McNicol en Nuñez werd gevraagd op hun korte Choreolab-creaties (Eunoia en Claroscuro) van vorige editie verder te werken tot ze tot een volwaardige choreografie kwamen van langere duur. Geen sinecure, maar wel een geslaagd project. In vorig nummer kwam Altea aan het woord, nu net voor de première strikten we Andrew en vroegen hem uit over zijn ervaring.

Choreolab vanaf 18 sep Antwerpen

“Het feit dat Sidi Larbi Cherkaoui mij weer inviteerde om na de vorige editie van Choreolab terug te komen, is een gigantisch geschenk voor mij. Ik heb enorm respect voor Larbi, hij straalt een wijsheid uit die ik zeer bewonder. Als artiest weet hij dan ook wat het voor iemand betekent om zo’n kans te krijgen. Hier kunnen werken was fantastisch, het ontgrendelde iets nieuws in mijn werk en ik ben echt benieuwd om te zien waar het toe leidt. Het voelt als het prille begin van een relatie waarvan je hoopt dat ze blijvend is. Het voorstel om Eunoia, het korte werk van vorige keer, weer op te pikken en er een langere versie van te maken, geeft mij de kans om het concept dieper uit te werken. Als choreograaf blijf ik me sowieso van nature vragen stellen bij mijn werk en alternatieven zoeken. Dit proces heeft me de dansers beter leren kennen, nu kan ik hen meer uitdagen. Ze zijn heel speciaal, technisch sterk en tegelijk heel expressief. Ik wil voor het publiek graag hun individualiteit, hun karakter benadrukken, wat niet evident is nu de cast uitgebreid werd tot 20 dansers. Uiteindelijk zijn mensen mijn grootste inspiratiebron. Dat menselijk aspect is tekenend voor mijn werk. Maar ik hecht ook veel belang aan muzikaliteit en aan theatrale dimensie. Ik wil stukken maken die mensen beroeren. Een lichaam kan dingen vertellen waar woorden tekort schieten. Dat interesseert me. Toch ligt er een boek aan de basis van mijn ballet: Eunoia van Christian Bök. Het is wonderlijk hoe de hoofdstukken, de pagina’s een ritme hebben, hoe poëtisch het zich opbouwt, intens en intelligent. Die flow wou ik overdragen op mijn choreografie. Ik heb nu ook de tijd gehad om het oeuvre van componist Pēteris Vasks beter te leren kennen en ik ben enorm blij met de geselecteerde stukken waar we nu op werken. Uiteraard zal het werk rijker zijn, meer gelaagd, gewoonweg omdat het meer tijd had om te rijpen en zich te ontwikkelen. De toekomst? Ik ben echt gepassioneerd door wat ik doe en het is fantastisch om als choreograaf een carrière te kunnen opbouwen. Ik mik hoog: internationaal, de beste dansers en werk dat niet vrijblijvend is en zich niet in een hokje laat steken.” Andrew McNicol Creatie: Eunoia op muziek van Pēteris Vasks

38


Andrew McNicol

Š Filip Van Roe


Carmen Romeu

Carmen Romeu vertolkte bij Opera Vlaanderen in 2011 Desdemona in Rossini’s Otello, onder muzikale leiding van Alberto Zedda.

40


Armida

Rossini moet je snappen De jonge Spaanse sopraan Carmen Romeu die twee seizoenen geleden het publiek van Opera Vlaanderen ontroerde met haar pakkende vertolking van Rossini’s Desdemona/Otello maakt opnieuw haar opwachting in Gent in een andere sterrenrol van de hand van de maestro uit Pesaro. Zij zal er Armida vertolken in de gelijknamige Rossini-opera. Een gesprek over haar ‘thuiskomen bij Rossini’.

Armida vanaf 19 nov Gent

Als ik uw carrière bekijk tot op vandaag dan zie ik drie sterk­ makers: zarzuela, Mozart en Italiaanse belcanto/Rossini. Is dat toeval of was dat een bewuste keuze vanaf de start? Carmen Romeu: Ik denk niet dat het toeval is. Het heeft veel te maken met mijn stem die ik heb. Vanaf het begin van mijn carrière voelde ik mij goed in dat repertoire, het gaf me zekerheid en zelfvertrouwen. Mozartrollen zoals Fiordiligi/Così fan tutte en Elettra/ Idomeneo zijn als het ware voor mijn stem geschreven. Het waren de gedroomde instappartijen. Rossini is op een specifiek moment en op een bijzondere manier als een geschenk mijn carrière binnen gevallen. Het was een vreemde samenloop van omstandigheden. Toen ik in de Operastudio van de Opera in Rome studeerde, onder leiding van Renata Scotto, werkten we aan een nieuwe studioproductie: Het sluwe vosje.

Tijdens een vrije dag hebben mijn collega’s mij meegetroond naar een auditie bij het Rossini Opera Festival van Pesaro om te worden toegelaten bij de Accademia Rossiniana. Mevrouw Scotto hoorde ervan en overtuigde me om de stap te wagen. We zetten ons aan het werk met La Donna del Lago. Ik zong er Fiordiligi en de eerste aria van Amenaide/Tancredi. Tot mijn grote verbazing werd ik als enige toegelaten. Ik maakte er kennis met een ongekende fascinerende wereld. Maestro Alberto Zedda kruiste er voor het eerst mijn pad. Deze ontmoeting bleek zeer belangrijk voor de ontwikkeling van mijn carrière. Zedda was diegene die de deur naar het Rossinirepertoire voor me opende. Hij liet me in de eerste plaats kennismaken met de ernstige Rossini-partijen. Ik ging met hem Rossini’s opere serie studeren, de komische rollen kwamen veel minder aan bod. Dat was een fascinerende

ervaring. Maestro Zedda maakte me duidelijk dat mijn stem wonderwel geschikt was voor de vertolking van de partijen die Rossini voor Isabella Colbran - jawel, een landgenote van mij maar dan uit een vroegere eeuw had gecomponeerd. Een wereld ging voor me open. Het is zo belangrijk voor een jonge zanger om op een bepaald ogenblik de juiste wending in zijn of haar carrière te maken en het adequate repertoire aan te boren. Een repertoire waarin men als het ware een beetje ‘ thuiskomt’. Dat is me overkomen in de Accademia met de ernstige Rossinipartijen. Maestro Zedda leerde me al mijn wapens en kwaliteiten te gebruiken om dat specifieke repertoire uit te voeren. Terwijl men werkt aan zo’n dramatische, ernstige rollen, zoals Ermione bijvoorbeeld, ontdekt men enorm veel. Het zijn magische momenten. Het is betoverend als men die temperamentvolle, karakterrijke rollen gaat analyseren.

41


Armida Het is duidelijk, uw voorkeur gaat uit naar de ernstige Rossini, maar de komische Rossinirollen zijn u ook niet onbekend. Wat is volgens u het verschil tussen een opera seria en een opera buffa bij Rossini? Maestro Zedda vertelde ooit in een interview dat de neergeschreven muziek in een seria en in een buffa in essentie dezelfde is. Het is de manier van zingen dat verschillend is. Voelt u dat ook zo aan? Romeu: Het verschil ligt inderdaad in het zingen. Ik heb Il Barbiere di Siviglia, La Cenerentola en L’Italiana in Algeri gezongen, één voor één grote meesterwerken en referentie-opera’s in het oeuvre van Rossini, maar toch … ik verkies de ernstige opera’s. In de opere serie wordt het zingen één en al expressiviteit, diepgang en dramatische zeggingskracht. Dat geeft me grote voldoening. De Rossiniaanse stijl is altijd identiek. Het verschil zit hem ook in de tekst: dramatische diepgang of komische elementen. Het is extreem moeilijk om een komische opera van Rossini op een rijke expressieve manier te brengen. Meestal wordt die op zo’n manier gebracht dat men enkel lichtvoetigheid hoort. Dat is volgens mij maar een deel van het verhaal. De komische muziek van Rossini heeft eveneens diepgang en een dramatische ondertoon. Dat hoorbaar maken is extreem moeilijk. Er is een groot verschil tussen een coloratuur die over liefde, plezier en scherts zingt en tussen deze die het over pijn, verdriet en belediging heeft. Variaties in de coloraturen zijn enorm. Zij evoceren telkens op een andere manier een inhoudelijke boodschap, hanteren een eigen taal. De vrouwelijke personages in de ernstige opera’s van Rossini zijn op een zekere manier te vergelijken met die van Donizetti. In de opere serie van Rossini ontwaar ik een zeker realisme, een diep verdriet. De komische Rossini brengt een andere boodschap. In Opera Vlaanderen was u reeds te gast als Desdemona/Otello en nu komt u terug met de titelrol in Armida, een partij die u reeds in Pesaro vertolkte. Welke zijn de verschillen tussen Rossini’s Desdemona en Armida? Romeu: Beide partijen zijn een uitdaging, zijn zeer rijke portretten. Rossini componeerde deze rollen voor dezelfde zangeres (Isabella Colbran n.v.d.r.) maar zijn zeer verschillend van aanpak. Naarmate men die

42

twee partijen beter leert kennen ontdekt men nieuwe elementen, andere accenten. Desdemona is een fascinerend personage dat bij Rossini op een unieke manier is vormgegeven. Hij geeft haar accenten die bij andere componisten veel minder aan bod komen. In de productie van Opera Vlaanderen heb ik begrepen dat Desdemona absoluut geen zwakke vrouw is. Integendeel, zij heeft de kracht haar vader uit te dagen en Otello te dwingen om te kiezen: haar geloven of haar doden. Armida is een compleet andere soort vrouw in een compleet andere soort opera. In Armida draait alles om die titelheldin, een uitzonderlijke vrouw te midden van mannen. De grote uitdaging bij Armida is de lengte en de moeilijkheidsgraad van de zangnummers. Men moet in goede fysieke conditie zijn om een vertolking van Armida tot een goed einde te brengen; een vertolking vol extremen met lange vocale nummers vol maximale expressie. De grootste uitdaging in deze opera is volgens mij om in de coloraturen de nodige dramatische, intense accenten te leggen. Beide partijen hebben moeilijke nummers (Desdemona: einde tweede bedrijf/Armida: einde van de opera) waar men zich als zanger op moet voorbereiden. Als men echt één wordt met de partij gaat je volledige lichaam zingen. Desdemona bijvoorbeeld is een partij vol emotionele nuances. Verdriet, pijn, geluk … men moet zeer diep in het emotionele putten en toch authentiek blijven. Dat zijn momenten waarbij je haren gaan rechtstaan van intensiteit en … die krijg je dan van het publiek terug. Ik herinner mij zo’n voorstelling in Opera Vlaanderen. Het publiek ademde mee met onze emoties. Prachtig, gewoon prachtig! Voor mij zijn de mooiste nummers in Armida de duetten en het einde van de opera waar de eenzaamheid van Armida voelbaar wordt. De eenzaamheid van Armida die zowel vrouw als tovenares is, zowel macht heeft als verliefd is, net zoveel schoonheid als gevoeligheid uitstraalt. De vrouw die alles beheerst maar toch niet in staat is om Rinaldo finaal voor de liefde te doen kiezen. Neen, hij zet er een punt achter en zij zweert die liefde af om wraak te nemen. Armida is een sterke, harde persoonlijkheid en Desdemona daarentegen is als een zachte streling. Armida is één van de vele rollen die Rossini voor Isabella Colbran

componeerde. Kan men spreken van specifieke eigenschappen bij die Colbranpartijen? Romeu: Men kan er niet omheen: Rossini heeft die rol echt ‘op maat’ van deze uitzonderlijke vertolkster geschreven. Zij was een zangeres met een grote tessituur en een krachtige donkere stem met uitzonderlijke dramatische kwaliteiten. Colbran was een vertolkster die over een bijzondere techniek beschikte. - Wat zou het heerlijk en leerrijk zijn haar éénmaal te kunnen horen zingen. - Die stem vol glorie, met een uitzonderlijk rijk kleurenpalet en een homogeniteit over het volledig register, gevoed door een grote, sterke persoonlijkheid en dan dat dramatisch inlevingsvermogen. Zij wist het als geen ander: als men Rossini zingt moet men expressiviteit met intelligentie mengen; moet men haarfijn weten hoe men Rossini moet interpreteren. Rossini en zijn muziek moet men begrijpen.

Anne-Mie Lobbestael

Haal Carmen Romeu en Alberto Zedda in huis Ook zo genoten van Rossini’s Otello vorig seizoen? Nu kan je de live cd opname van de productie bij Opera Vlaanderen in huis halen. De nestor van het Rossini-repertoire dirigent Alberto Zedda leidt het Symfonisch Orkest Opera Vlaanderen en brengt een virtuoze interpretatie van deze donkere opera seria waarin de personages verstrikt raken in een dodelijke cocktail van racisme en jaloezie. Gregory Kunde, dé Otello vertolker van zijn generatie, is te horen in de titelrol met naast hem twee andere grote tenoren: Maxim Mironov als Rodrigo en Robert McPherson als Iago. Deze driedelige cd-opname verschijnt dit najaar bij het label Dynamic en zal te koop zijn in de betere cd-winkel en in onze bespreekbureaus.


Uw uitgaven voor Ballet Vlaanderen in een oogopslag. 19:20

58%

1 ticket Notenkraker

drankjes 12EUR

18EUR

Ontdek KBC-Touch ! Daarmee is online bankieren enJAN FEB verzekeren een fluitje van een cent.

vervoer 30EUR

MAA

APR

MEI

JUN

JUL

AUG

SEP

OKT

NOV

DEC

kbc.be/touch

KBC-Touch

Privacy gegarandeerd. Uitgaven en inkomsten zijn alleen zichtbaar voor de titularis, niet voor bankmedewerkers en derden. Dit diagram stelt een fictief huishoudbudget voor en werd door KBC verzonnen. Uiteraard blijven alle huishoudbudgetten strikt vertrouwelijk.

43


Agenda do 10 sep

10:00u

Rondomcursusdag Tannhäuser

PLUS

deSingel Antwerpen

vr 11 sep

10:00u

Rondomcursusdag Tannhäuser

PLUS

Zebrastraat Gent

za 12 sep

12:30u

Rondomdag Tannhäuser

PLUS

Opera Gent

13:00u

Odegand

PLUS

Opera Gent

13:00u

Cultuurmarkt Gent

PLUS

Kouter Gent

do 17 sep

20:00u

Eastman - Cherkaoui / Fractus V

PLUS

deSingel Antwerpen

vr 18 sep 20:00u • Choreolab 2015

ballet

Theater ‘t Eilandje Antwerpen

za 19 sep 19:00u • Tannhäuser

opera

Opera Gent

• Choreolab 2015

ballet

Theater ‘t Eilandje Antwerpen

zo 20 sep 15:00u • Choreolab 2015

ballet

Theater ‘t Eilandje Antwerpen

20:00u

di 22 sep 19:30u • Tannhäuser

opera

Opera Gent

do 24 sep 14:00u • Choreolab 2015

ballet

Theater ‘t Eilandje Antwerpen

20:00u

• Choreolab 2015

vr 25 sep 19:30u • Tannhäuser

ballet

Theater ‘t Eilandje Antwerpen

opera

Opera Gent

20:00u

• Choreolab 2015

ballet

Theater ‘t Eilandje Antwerpen

22:45u

Backstage Tannhäuser

PLUS

Opera Gent

za 26 sep

15:00u

Zaterdagrondleiding Gent

PLUS

Opera Gent

20:00u

• Choreolab 2015

ballet

Theater ‘t Eilandje Antwerpen

zo 27 sep 15:00u • Tannhäuser

15:00u

• Choreolab 2015

opera

Opera Gent

ballet

Theater ‘t Eilandje Antwerpen

do 01 okt

20:00u

Wagners roots

concert

De Roma Antwerpen

vr 02 okt

20:00u

Wagners roots

concert

Opera Gent

zo 04 okt 19:00u • Tannhäuser

opera

Opera Antwerpen

wo 07 okt 19:30u • Tannhäuser

opera

Opera Antwerpen

vr 09 okt 19:30u • Tannhäuser

opera

Opera Antwerpen

za 10 okt

15:00u

Zaterdagrondleiding A’pen

PLUS

Opera Antwerpen

20:15u

Film rond Tannhäuser: Stalker

zo 11 okt 15:00u • Tannhäuser

PLUS

Cinema Zuid

opera

Opera Antwerpen

wo 14 okt 19:30u • Tannhäuser

opera

Opera Antwerpen

za 17 okt 19:00u • Tannhäuser

opera

Opera Antwerpen

22:45u

Backstage Tannhäuser

PLUS

Opera Antwerpen

do 22 okt

12:30u

Middagconcert Minnesang/ Meistersang

concert

Opera Antwerpen

20:00u

• Van Manen / Cherkaoui

vr 23 okt 20:00u • Van Manen / Cherkaoui

ballet

Opera Gent

ballet

Opera Gent

za 24 okt

11:00u

Zaterdagrondleiding Gent

PLUS

Opera Gent

20:00u

• Van Manen / Cherkaoui

ballet

Opera Gent

zo 25 okt 15:00u • Van Manen / Cherkaoui

ballet

Opera Gent

vr 30 okt

12:30u

Middagconcert Minnesang/ Meistersang

concert

Opera Gent

20:00u

• Van Manen / Cherkaoui

ballet

Opera Antwerpen

za 31 okt 20:00u • Van Manen / Cherkaoui

ballet

Opera Antwerpen

do 05 nov 20:00u

• Van Manen / Cherkaoui

ballet

Opera Antwerpen

vr 06 nov 20:00u

• Van Manen / Cherkaoui

ballet

Opera Antwerpen

za 07 nov

15:00u

zo 08 nov 15:00u

Zaterdagrondleiding A’pen

PLUS

Opera Antwerpen

• Van Manen / Cherkaoui

ballet

Opera Antwerpen

di 10 nov 20:00u

• Van Manen / Cherkaoui

ballet

Opera Antwerpen

zo 15 nov

13:00u

BigBang 2015

ballet

Opera Gent

14:00u

do 19 nov 19:30u

44

Kunstendag voor kinderen

ballet

Theater ‘t Eilandje

• Armida

opera

Opera Gent


Opera & Ballet za 21 nov

15:00u

zo 22 nov 15:00u

Zaterdagrondleiding Gent

PLUS

Opera Gent

• Armida

opera

Opera Gent

wo 25 nov 19:30u

• Armida

opera

Opera Gent

do 26 nov

Middagconcert / Armida abbandonata

concert

Opera Antwerpen

12:30u

vr 27 nov

12:30u

Middagconcert / Armida abbandonata

concert

Opera Gent

19:30u

• Armida

opera

Opera Gent

za 28 nov

20:00u

zo 29 nov 15:00u

Nederlands Dans Theater

PLUS

deSingel Antwerpen

• Armida

opera

Opera Gent

di 01 dec 19:30u • Armida

opera

Opera Gent

vr 04 dec 19:30u • Armida

opera

Opera Gent

za 12 dec

15:00u

De ondeugende cupido (schoolproject)

explorer

Opera Gent

15:00u

Zaterdagrondleiding A’pen

PLUS

Opera Antwerpen

20:15u

Film rond La Bohème: La vie de Bohème

zo 13 dec 20:00u • La Bohème

PLUS

Cinema Zuid

opera

Opera Antwerpen

di 15 dec 20:00u • La Bohème

opera

Opera Antwerpen

do 17 dec

concert

Opera Antwerpen

12:30u

Middagconcert

20:00u

• La Bohème

opera

Opera Antwerpen

za 19 dec

15:00u

Zaterdagrondleiding Gent

PLUS

Opera Gent

20:00u

• La Bohème

opera

Opera Antwerpen

zo 20 dec 15:00u • La Bohème

opera

Opera Antwerpen

di 22 dec 20:00u • La Bohème

opera

Opera Antwerpen

za 26 dec 20:00u • La Bohème

opera

Opera Antwerpen

zo 27 dec 15:00u • La Bohème

opera

Opera Antwerpen

wo 30 dec 20:00u • La Bohème

opera

Opera Antwerpen

do 31 dec 19:00u • La Bohème

opera

Opera Antwerpen

45


Link Kunstendag voor kinderen zondag 15 november Theater 't Eilandje Antwerpen Je bent klein en je droomt dat je ballerina wordt of dat je zingt als een nachtegaal in de opera. Thuis buig je stiekem voor de spiegel en het applaus fantseer je erbij... Wie deed het niet? Maar de jongsten onder ons kunnen het straks echt meemaken tijdens de Kunstendag voor kinderen op 15 november. Op ‘t Eilandje staan er die dag verschillende workshops rond opera en ballet op het programma zodat artiesten in de dop alvast kunnen proeven van de kunsten. 20 jaar Big Bang festival zondag 15 november Handelsbeurs Concertzaal en Opera Gent

Middagconcert ‘Armida Abbandonata’

Middagconcert 'Scènes de la vie de Bohème'

Sopraan Ilse Eerens en pianiste Inge Spinette trakteren u op grote bladzijden uit de diverse Armida’s die de operaliteratuur rijk is en brengen de dramatische barokcantate Armida abbandonata van Georg Friedrich Händel. Dramaturg Piet De Volder portretteert de mythische verleidster en tovenares aan de hand van fragmenten uit Torquato Tasso’s Gerusalemme liberata.

Jong, vrij, arm, bruisend van creativiteit én steeds in voor feestjes… Dat is de bohémien ten voeten uit. Sopraan Chia-Fen Wu, tenor Joao Terleira (o.v.) en pianist Jef Smits brengen een gevarieerd programma rond kunst, leven en levenskunst waarin zowel Der Bettelstudent van Karl Millöcker als composities van Offenbach, Mahler en Poulenc van de partij zijn!

Opera Antwerpen 26 november 12:30u Opera Gent 27 november 12:30u

46

Opera Antwerpen 17 december 12:30u Opera Gent 8 januari 12:30u

Het Big Bang-festival is een feestelijke ode aan avontuurlijk klankkunst en muziekmakerij voor kinderen. Het begon twintig jaar geleden met het Oorsmeer Festival in Gent, meteen het startschot voor een nieuw hoofdstuk in het muzieklandschap voor kinderen. Wat begon in Gent, verovert nu twintig jaar later onder de nieuwe internationale naam Big Bang de wereld, van Hamburg tot Lissabon, van Gent tot Sao Paulo, van Athene tot Sevilla, van Antwerpen tot Stavanger en van Brussel tot Rijsel. Zonzo Compagnie is de drijvende kracht achter Big Bang en zorgt ervoor dat honderden artiesten een nieuw publiek vinden, overal ter wereld. Op 15 november strijkt het festival neer in Gent en zwaaien de deuren van de Opera en de Handelsbeurs Concertzaal wijd open voor jonge ontdekkingsreizigers in muziek. Wat staat er zoal op het programma? Slumberland, een adembenemende, filmisch-muzikale tocht naar de wereld van de nacht met An Pierlé en Fulco Ottervanger die live muziek brengen bij de filmbeelden van Nathalie Teirlinck. De Toverberg waarin pianist en componist Jeroen Malaise de theaterzaal tot leven brengt. Nomad Turkije, een feest voor en door kinderen zwevend tussen tradities met als spil de Turkse zangeres Melike Tarhan. Babel waarin twee schitterende Portugese muzikanten Filipe Faria en Tiago Matias de spraakverwarring te lijf gaan met verzoenende muziek. Een niet te missen editie!


Casting Van Wagner heldin tot talkshow ster: Annette Dasch

POP-UP expo & shop! Een nieuwtje: halfweg oktober veroveren onze campagnebeelden de stad. De kleurrijke foto’s die u op al onze communicatie vindt, zijn het werk van het Italiaanse kunstenaarsduo Maurizio Cattelan en Pierpaolo Ferrari. In het voorjaar kwamen ze helemaal naar Antwerpen afgereisd voor een uitgebreide fotoshoot met de dansers van Ballet Vlaanderen. De operabeelden werden gekozen uit de collectie van Toiletpaper, het cultblad dat beide kunstenaars samen uitbrengen. Het is niet alleen een blad met verrassende foto’s, maar er hangt ook een hele humorvolle merchandising om heen: van bedrukte borden en kopjes tot hele tafelkleden... ondermeer met onze campagnebeelden. Reden genoeg dus om in twee leuke winkels - The Recollection in Antwerpen (Kloosterstraat) en Piet Moodshop in Gent (Sint-Pietersnieuwsstraat) - een pop-up shop-in-shop op poten te zetten. Van half oktober tot half december kan u er allerlei items uit de Toiletpaper-shop op de kop tikken. Ter gelegenheid van de opening van de pop-ups wordt er ook in de stations van Antwerpen en Gent een mini-tentoonstelling met de beelden opgezet. Het wordt een grappige, kleurrijke herfst. Daar kan straks niemand nog omheen.

Rond Tannhäuser: Opera & Film Stalker van Andrej Tarkovski in Cinema Zuid za 10 oktober, 20:30u De stalker van de Russische cineast Andrej Tarkovski is een man die de gave heeft om mensen te loodsen door de ‘Zone’. Een streng bewaakt gebied dat door de overheid werd afgesloten. Toch zijn er mensen die het willen betreden, omdat er zich een kamer zou bevinden waar de diepste verlangens worden vervuld. Deze poëtische en suggestieve film uit 1979 werd door Europese critici gelezen als een aanklacht tegen de onderdrukking van de vrijheid in de voormalige USSR. Het thema van de beknotte vrijheid en de vervulling van diepe verlangens slaat een brug naar de inhoudelijke kern van Wagners Tannhäuser en naar Calixto Bieito’s persoonlijke lezing ervan met een focus op de verwoestende impact van de natuur. Een kwartier voor aanvang vertelt dramaturg Piet De Volder u er meer over.

Meer dan tien jaar geleden zong ze bij de Vlaamse Opera de rol van Fiordiligi in de Guy Joosten productie van Così fan tutte (seizoen 2002-2003) en vandaag staat ze terug op onze planken als Elisabeth in Tannhäuser in de regie van Calixto Bieito. Het toont de enorme reikwijdte van het talent van de Duitse sopraan Annette Dasch. Ze leent haar stem met evenveel souplesse, emotie en draagkracht aan Haydn, Mozart, Mendelssohn of Wagner. De laatste jaren maakt ze vooral furore op de internationale podia als Wagner heldin. Haar debuut op de Bayreuther Festspiele maakte ze als Elsa in Hans Neuenfels’ veelbesproken productie van Lohengrin (2010). Na hun samenwerking voor Tannhäuser ontmoet ze regisseur Calixto Bieito opnieuw in de Opéra National de Paris voor een productie van Aribert Reimann’s Lear, waarin ze de rol van Cordelia zal vertolken. Naast al dat talent, is Annette Dasch ook nog eens de gastvrouw van haar eigen talkshow met de vrolijke titel Annettes Daschsalon waar ze telkens opmerkelijke en vaak wereldberoemde zangers en muzikanten ontvangt in haar gezellige salon. Ze praat met hen over muziek, zingt met ze samen en op het einde van elke aflevering mag het publiek meezingen. Annettes Daschsalon wordt uitgezonden op ZDF Kultur en 3Sat, maar je kan ook fragmenten terugvinden op Youtube.

Kunst wint van wetenschap Voor Opera Vlaanderen is het een grote eer om de Duitse tenor Burkhard Fritz als een van onze Tannhäusers te kunnen presenteren. Burkhard Fritz is momenteel één van de meest gevraagde heldentenoren op de internationale scène. Tot 2010 was hij vast verbonden aan de Berliner Staatsoper waar hij onder de muzikale leiding van Daniel Barenboim de titelrollen vertolkte in Lohengrin en Parsifal, maar ook Walther in Die Meistersinger von Nürnberg. Uiteraard is het Wagnermekka Bayreuth zo’n beetje zijn tweede thuis. Daarnaast breidde hij zijn repertoire uit naar de grote Italiaanse meesters als Verdi en Puccini. Nochtans had het allemaal anders kunnen verlopen. Tijdens zijn zangstudies in zijn geboortestad Hamburg - onder meer bij Alfredo Kraus - studeerde hij ook nog eens voor arts. Maar - gelukkig voor ons - won de liefde voor muziek en koos hij voor een zangcarrière. Eerst in operette om later zijn stem te ontwikkelen tot heldentenor. Rijzende belcantoster Yijie Shie Ondanks zijn jonge leeftijd kan deze Chinese tenor al heel wat vooraanstaande operahuizen van zijn to do lijstje schrappen:

Accademia Nazionale

47


Column

Casting (vervolg)

Inspannende schoonheid We leven in barre tijden. Dat hoef ik hier niet toe te lichten. U kan het elders zien en horen. De verhoudingen tussen mensen worden harder en ruwer. En toch, zo stelt de Duits-Koreaanse filosoof Byung-Chul Han in zijn laatste boek, leven we in een tijdperk van de positiviteit, van het I like. Esthetisch uit zich dat in de voorliefde voor het gladde. De objecten die ons omringen, de wereld van de reclame, maar ook een bepaalde soort kunst laten ons een wereld zien zonder scherpe randen. Zoals een gsm die in onze broekzak glijdt. Men zou kunnen zeggen: ja, maar het is de taak van de esthetiek en de kunsten dàt ze ons een wereld aanreiken waarnaar we kunnen verlangen en die ons hoop geeft. Een “gladde” schoonheid moet ons het uitzicht geven op geluk. We hebben nood aan een bevestigende, positieve esthetiek en kunst die we op Facebook kunnen liken. De opera lijkt bij uitstek zo een kunst te zijn. Is zij in het grootse en in de rijkdom van haar vorm, is zij door het luxueuze, zelfs feestelijke van haar karakter niet bij uitstek een symbool van het betere? En is het niet terecht te zeggen: “Ik wil na alle ellende van de dag in de opera niet ook nog eens met mijn neus op de ellende gedrukt worden.” Moet de opera ons niet ontspannende schoonheid brengen zodat we kunnen verwijlen in werelden die ons heil beloven? Maar au fond is de opera anders. De verlossing als edel streefdoel van vele operahelden wordt maar niet bereikt. De liefde als sterkste verlangen, krijgt evenmin haar ultieme bezegeling. De vereniging van ouders, kinderen, broers en zussen, man en vrouw drijft velen in talloze libretti, maar leidt amper tot blijvende harmonie. Ook niet bij Mozart, en zeker niet bij Wagner, bij Verdi of Puccini, om maar enkelen te noemen. Zelfs in de komische opera is het geluk aan het einde zelden een lang leven beschoren. De scène is een droomwereld. Maar ze is geen droomwereld die ons vervult met een gelukzalige vervoering. Het is een wereld die aansluit bij de echte droom, bij die bizarre vermenging van begeerte, verlangen, angst, verstoring, verontrusting in de diepte. Echte kunst, schreef Hans Georg Gadamer, omarmt de negativiteit. Er biedt zich, net als in onze krachtigste dromen, in de “negatieve schoonheid” van de kunst iets aan dat ons doorwoelt, dat onszelf in vraag stelt en waarvan een appèl uitgaat dat zegt: je moet je leven veranderen. De mogelijkheid van de opera en de kunst in het algemeen om ons ontredderd achter te laten, hoeft ons niet af te schrikken. Ze is daarentegen een uitnodiging om de hardheid van het leven op een wijze te beleven die om een emotioneel antwoord vraagt. De opera en de kunst leveren een ware droom die ons kracht­ dadiger kan maken om de werkelijkheid aan te gaan zoals ze is.

di Santa Cecilia di Roma, Maggio Musicale Fiorentino di Firenze, Teatro San Carlo di Napoli, Deutsche Oper Berlin, Teatro La Fenice di Venezia, Teatro Comunale di Bologna, Théâtre des Champs Elysées Paris, Metropolitan Opera New York,... In 2008 was Shie de revelatie van het Rossini Opera Festival Pesaro met zijn vertolking van Belfiore/Il viaggio a Reims. Hij mocht meteen terugkeren naar het festival in de titelrol van Le Comte Ory. Intussen heeft hij zich bekwaamd in het 19de eeuwse belcantorepertoire. Maar ook Händel, Bizet, Verdi en Mozart liggen hem nauw aan het hart. Bewijs daarvan was zijn ontroerende Tamino in Die Zauberflöte bij de Vlaamse Opera (seizoen 2013-2014). Binnenkort vertolkt hij bij ons de dubbelrol van Goffredo en Carlo in Armida van Rossini: zijn lievelingscomponist aan wie hij zijn opmerkelijke nog prille carrière te danken heeft. Mi chiamano Gal James

Luc Joosten hoofddramaturg bij Opera Vlaanderen

48

We herinneren haar nog levendig als een aangrijpende Rachel in La Juive in de regie van Peter Konwitschny vorig seizoen en haar vertolking werd terecht internationaal geprezen. Die internationale lof is de Israëlische sopraan intussen wel gewend.

En terecht. Ze maakte haar debuut aan de Staatsoper Berlin als Javotte in Massenet’s Manon naast niemand minder dan Anna Netrebko en Rollando Villazon onder leiding van Daniel Barenboim. Haar grootste successen in haar jong carrière tot nu toe maakte ze bij Opera Graz, onder andere in de jongste bejubelde productie van Jenůfa in een regie van Peter Konwitschny. Binnenkort zien we haar in één van de rollen waarvoor ze internationaal het meest gevraagd wordt en die qua stem en dramatiek op haar lijf geschreven lijkt: Mimi in La Bohème. Opera Vlaanderen waarschuwt nu al voor hevige emoties en natte zakdoeken. Opgelet: nog meer hevige emoties op komst Voor een operahuis is er niets zo prettig als een nieuw opwindend talent te ontdekken. De Oezbeekse tenor Najmiddin Mavlyanov is zo iemand talent. Herinner u zijn Cavaradossi in Tosca (seizoen 2013-2014). Plots stond hij daar, uit het niets en zette een doorleefde, gloedvolle eersteklasvertolking neer. Negen jaar geleden studeerde hij af aan het conservatorium van Tashkent, Oezbekistan en sindsdien won hij verschillende prijzen in diverse concours. Intussen heeft hij al een behoorlijk repertoire opgebouwd van Nemorino/L’elisir d’amore tot Manrico/ Il trovatore. Dit seizoen keert hij terug naar Opera Vlaanderen in die andere grote Puccini-rol: Rodolfo in La Bohème. Hadden we u al gewaarschuwd voor heftige emoties? W. E.


picture : Š Tom Stoddart/CICR/Getty Images

SUBTITEL

DANK ZIJ U

A LLES IS MOG ELIJK

Rode kruis

DIT PROJECT IS ER DANKZIJ U.

Via de Nationale Loterij steunt u onrechtstreeks tal van projecten waar iedereen iets aan heeft. In 2014 ging op die manier meer dan 83 miljoen euro naar humanitaire projecten zoals dit.

53


SUBTITEL

We mochten de legendarische Rossini-kenner en -dirigent Alberto Zedda al eerder ontvangen in het huis. Te beginnen in 2010-2011 zette hij drie seizoenen op rij een onvergetelijke Rossini neer: Semiramide, Il viaggo a Reims eveneens samen met regisseur Marianne Clément en Otello. Nu kijken we uit naar zijn tweede samenwerking met Clément: Armida. Het is altijd weer een belevenis om de nu 87-jarige gepassioneerde dirigent aan het werk te zien.

50

WWW.OPERABALLET.BE


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.