OBV Magazine 15

Page 1

MILO RAU regisseert zijn eerste opera LA CLEMENZA DI TITO NEW BALLET MÉCANIQUE Wereldcreactie van RICHARD SIEGAL MAGAZINE 15 EDITIE SEPTEMBER 2023 / VERSCHIJNT 4 X PER JAAR AFGIFTEKANTOOR BRUSSEL X / P209977

Bedankt aan alle spelers van de Nationale Loterij.

Dankzij hen kunnen wij jullie met Kruistocht in samenwerking met Kopergietery deze muzikale queeste voor kinderrechten aanbieden.

Jij speelt toch ook?

Interesse om bij de Nationale Loterij te werken?

SAMENSTELLING EN REDACTIE

Koen Bollen, Maarten Boussery, Ilse Degryse, Piet De Volder, Eline Hadermann, Tobias Hermans, Tiara Kobald ,Tom Swaak, Wim Van Bree

EINDREDACTIE

Ilse Degryse

GRAFISCH ONTWERP

Britt Helbig

COVER

© Diego Franssens

BACKCOVER

© Filip Van Roe

V.U.

Opera Ballet Vlaanderen, Jan Raes, Van Ertbornstraat 8, 2018 Antwerpen

Alle rechthebbenden die menen aan deze uitgave aanspraken te kunnen ontlenen, worden verzocht contact op te nemen met de uitgever.

DRUK

INNI Group

Gedrukt op 100% gerecycleerd papier.

OBV MAGAZINE 15 3
MEDIAPARTNERS HOOFDPARTNER MET DE STEUN VAN OPERABALLET.BE
INHOUD
UPDATE MILO RAU (onder)zoekt het mededogen in 6 LA CLEMENZA DI TITO Met kunstenaar ZIMOUN creëert RICHARD SIEGAL 14 NEW BALLET MÉCANIQUE 20 HALF LIFE VOOR & ACHTER 22 DE SCHERMEN 24 SCHEMER HET RITUEEL Morgana Cappellari 28 bindt de pointes om HET SLEUTELMOMENT 30 van Die Fledermaus SCHUBERT-RECITAL 32 Karagedik / Deutsch 34 KINDERKOOR 38 FAURÉ REQUIEM 40 HET JONG ENSEMBLE 42 APERITIEFCONCERTEN 43 VRIENDEN
3
4

FC BERGMAN WINT

ZILVEREN LEEUW IN

VENETIË

Op 17 juni ontving het theatercollectief FC Bergman de prestigieuze Zilveren Leeuw voor Theater 2023 op de Biënnale van Venetië. In hun motivatie schrijven artistieke directeurs Stefano Ricci en Gianni Forte: ‘Met hun creaties putten de Vlaamse kunstenaars van FC Bergman inspiratie uit film, literatuur en kunstgeschiedenis, en vermengen ze een picturale esthetiek en het gebruik van zeer geavanceerde technologie met de grote allegorische, middeleeuwse, bijbelse verhalen. Zo creëren ze een eigen taal van site-specifiek theater/ dans, poëtisch en tegelijk oneerbiedig, die bij de toeschouwer een gevoel van ontregelend onbehagen losmaakt… Ze gebruiken referenties, symbolen en beelden die diepgeworteld zijn in de westerse cultuur en beschaving.’ FC Bergman, dat intussen deel uitmaakt van de artistieke directie van Toneelhuis in Antwerpen, keert aan het einde van 2023 terug naar Opera Ballet Vlaanderen, met hun alom bejubelde productie van Les Pêcheurs de perles

MEER BEZOEKERS DAN OOIT TEVOREN

Het seizoen 2022-2023 van Opera Ballet Vlaanderen was er een voor de annalen. Nooit eerder bereikten we met onze voorstellingen meer publiek. Maar liefst 127.616 mensen beleefden een avond of middag in onze huizen of bij een van onze tourneevoorstellingen in binnen- en buitenland. Voor opera deden we het zo gemiddeld 22% beter dan in de afgelopen tien seizoenen, voor ballet was de bezettingsgraad vergelijkbaar met de voorbijgaande jaren. Het doet extra plezier dat ook onze Vonk-voorstellingen op veel bijval konden rekenen: met producties zoals A Bigger Thing, Rizoom!, Vake Poes en Kruistocht bereikten we bijna 11.000 bezoekers.

77% van ons Belgische publiek kwam uit de provincies Oost-Vlaanderen en Antwerpen en dus 23% uit de andere Belgische provincies. 10% van onze bezoekers kwam uit het buitenland, uit maar liefst 59 verschillende landen. 46,6% van het publiek kocht voor de allereerste keer een kaartje bij Opera Ballet Vlaanderen.

LE NOZZE DI FIGARO TE HERBELEVEN OP

OPERAVISION.EU

Regisseur Tom Goossens gooide eind vorig seizoen meteen hoge ogen bij pers en publiek met zijn operadebuut Le nozze di Figaro De Standaard noemde de productie ‘een fijnzinnige komedie die dankzij een uitgebalanceerde mix van muzikale authenticiteit en narratieve nieuwigheden ook voor een hedendaags publiek aanstekelijk werkt’. De Tijd blokletterde dat het ‘grappig, inventief en ontroerend’ was en ‘gewaagd, maar geslaagd’. We zijn dan ook blij dat we deze productie kunnen delen met operakijkers over heel Europa via operavision.eu, het gratis streamingplatform voor opera dat wordt ondersteund door het Creative Europe-programma van de Europese Unie. De ‘online’ première is voorzien voor vrijdag 8 september. Daarna zal de voorstelling 6 maanden lang gratis te herbekijken zijn. ‘Corriam tutti a festeggiar!’, allen naar het feest, zo zingen ze in de opera zelf…

4 UPDATE
© Annemie Augustijns © Annemie Augustijns © Andrea Avezzù

OPEN DEUR/MONUMENT

Na onze zomerslaap gooien we aan het begin van het nieuwe seizoen de deuren van onze historische gebouwen weer wagenwijd open voor al wie benieuwd is naar wat daar reilt en zeilt. Opera Antwerpen toont zijn geheimen op zondag 3 september. Behalve een kort parcours door onze zalen en backstage staat om 11:30u een jukebox-concert gepland met muzikanten uit ons orkest en koor. In de namiddag kunnen kinderen tussen 6 en 12 jaar twee keer terecht voor een verrassingsvoorstelling in de repetitiezaal, hoog in het Antwerpse operagebouw. Inschrijven is alleen nodig voor de kindervoorstellingen. Op zondag 10 september is het opnieuw Open Monumentendag in heel Vlaanderen. Op die dag richten we de spotlights op de Gentse Opera. Speciale aandacht gaat uit naar het vooronderzoek voor de renovatie van de salons én naar het masterplan voor de verbouwingen van het operagebouw, wellicht vanaf 2026.

OPERA ANTWERPEN zo 3 sep, 10u tot 18u

OPERA GENT zo 10 sep, 10u tot 18u Alle info op operaballet.be/open

NIEUWE VOORZITTER VOOR DE VRIENDEN VAN OPERA BALLET

VLAANDEREN

Om de 5 jaar wordt het bestuur van de vzw Vrienden van Opera Ballet Vlaanderen (her)verkozen. Ria Schellens, die ruim 10 jaar lang voorzitter was, gaf aan dat ze de fakkel graag wilde doorgeven. OBV bedankt haar van ganser harte voor haar inzet in al die jaren en voor de successen die ze met de organisatie heeft geboekt. Tijdens de algemene vergadering op 7 juni werd Anne De Paepe aangesteld als nieuwe voorzitter. Zij is voormalig rector van de Universiteit Gent en nog altijd voorzitter van de Associatie Universiteit Gent en bovendien groot opera- en balletliefhebber. Elf bestuurders staan haar bij om de Vrienden verder te verbreden, te verjongen én om de Vrienden-harten ook nog meer voor ballet te doen kloppen.

Het afgelopen werkingsjaar van de Vrienden werd erg succesvol afgesloten: intussen zijn er bijna 500 Vrienden, die in 2022 samen de prachtige som van 213.505 euro schonken aan Opera Ballet Vlaanderen, 39% meer dan in het jaar voordien. Van een hart voor het huis gesproken!

HET LIDMAATSCHAP VAN DE OBV AMBASSADEURS staat open voor eenieder met een hart voor cultuur, meer specifiek voor opera, ballet en muziekeducatie.

Jacques Vandermeiren, CEO van Port of Antwerp-Bruges én bestuurder bij OBV, heeft zich geëngageerd als mede-oprichter en bezieler van de OBV Ambassadeurs.

WAT HOUDT HET OBV AMBASSADEURSCHAP IN?

— Je wordt 2x/seizoen uitgenodigd op een exclusief cultureel event op een unieke locatie.

— Je wordt uitgenodigd en bent eregast op elke première van Opera Ballet Vlaanderen: 2 tickets in de hoogste categorie, naar keuze in Antwerpen of Gent.

— Je geniet tijdens elke première van een VIP-ontvangst.

— Je ontmoet onze artistieke cast ter gelegenheid van onze voorstellingen.

— Indien je dit wenst, vermelden wij jouw naam en/of jouw bedrijf (logo) in onze communicatie betreffende de OBV Ambassadeurs (website, programmaboeken en seizoensbrochure).

— Je hebt een hart voor cultuur, geniet van een unieke beleving en steunt ons Huis en zijn ambities.

Voor alle vragen kan je terecht bij An Verschooten / OBV Relatiebeheer (averschooten@operaballet.be)

OBV

OBV AMBASSADEURS dd. 19.06.2023

Basil en Carmen Aloy (Vitrix), Pol Bamelis, Paul Cools (LAON Advocaten), Herman Daems, Stefaan De Clerck (Proximus), Eric De Clippel (Degroof Petercam), Jacques Delen en Michel Buysschaert (Delen Private Bank), Bart en Mary-France Gonnissen (Select Interim), Erik Keustermans (Remant Transport Architects), Pedro Matthynssens (Van Breda Risk & benefits), Griet Nuytinck (Labo Anacura), Marc Stordiau (IPEI), Hugo Van Geet, Jan Van Geet (VGP Group), Wouter Vandeberg (SDM Corporate Finance Group), Jacques Vandermeiren (Port of Antwerp-Bruges), Chris Vandermeersche (Ernst & Young)

OBV MAGAZINE 15 5
AMBASSADEURS

VOLGENS

MILO RAU

6 LA CLEMENZA DI TITO
MEDEDOGEN
OPERA NIEUWE PRODUCTIE
‘Als Milo Rau zich aan een opera waagt, dan wil je dat zien’, schreef De Standaard, en wie zijn wij om dat tegen te spreken. De Zwitserse regisseur koos La clemenza di Tito van W.A. Mozart uit als zijn eersteling op de operabühne. Zoals te verwachten was, geeft Rau er een eigentijdse en niet mis te verstane maatschappijkritische en politieke draai aan.

— door Koen Bollen / foto’s Diego Franssens

Tot de zomer van 2023 was hij nog artistiek directeur van NTGent, maar vanaf september neemt Milo Rau de leiding van de gerenommeerde Wiener Festwochen op zich. Zijn enscenering van La clemenza di Tito, een van Mozarts laatste composities, ontstond in 2021 aan het Grand Théâtre de Genève, maar kon toen wegens de corona-epidemie niet live gespeeld worden. Die primeur is weggelegd voor het publiek van Opera Ballet Vlaanderen.

La clemenza di Tito vertelt over de Romeinse keizer Titus, die na een mislukte aanslag op zijn leven het mededogen vindt om zijn belagers vergiffenis te schenken. Mozart schildert hem af als een verdraagzame en ruimdenkende, verlichte despoot. Maar is hij dat wel? Milo Rau denkt daar duidelijk anders over. De regisseur brengt de reële wereld binnen in de opera en ontmantelt de politieke utopie die vooropgesteld wordt. Hij legt een donkere zijde van de menselijke natuur bloot, waarin machtsbehoud en hypocrisie leidend zijn.

In enkele korte hoofdstukken wordt hier ingezoomd op sleutelthema’s van de opera. Wie was de historische keizer Titus? Bij welke gelegenheid creëerde Mozart zijn opera en welk politiek doel moest die dienen? En bovenal: hoe maakt Milo Rau de vertaalslag naar vandaag?

1. DE HISTORISCHE BRONNEN:

̒idool en lieveling van het mensdom’

De historische Titus (39-81 na Chr.) was slechts twee jaar keizer van het Romeinse Rijk. De historische bronnen van onder meer Suetonius, Cassius Dio en Flavius Josephus, die de basis vormden voor het libretto van Mozarts opera, scheppen een beeld van Titus als de jonge, genadeloze rechterhand van zijn vader, keizer Vespasianus. Als bevelhebber van de keizerlijke pretoriaanse wacht ging Titus onverbiddelijk gewelddadig te werk, waarmee hij Vespasianus de vrijheid gaf om met milde hand te regeren. In 79 kon Titus zonder veel moeite zijn vader opvolgen. Hij nam een volstrekt ander imago aan en groeide uit tot ‘het idool en de lieveling van het hele mensdom’. Zijn korte regeerperiode kende verschillende rampen: de uitbarsting van de Vesuvius met de verwoesting van Pompeï tot gevolg, een pestepidemie en een brand in Rome. Telkens zette hij hulpacties op en toonde zich genereus tegenover het volk.

2. DE OPDRACHT: een kroningsopera voor Leopold II

In 1791 werd Leopold II tot koning van Bohemen gekroond. In 1790 had hij al de Habsburgse keizerskroon van zijn broer Jozef II geërfd, een monarchie in volle crisis. Er was onrust bij de bevolking wegens te hoge oorlogsbelastingen en onvrede bij de hoge adel van Pruisen en Bohemen die de centralistische politiek van Jozef niet genegen waren. De Franse Revolutie van een jaar eerder had de absolute monarchie ook buiten Frankrijk aan het wankelen gebracht. Leopold II besloot ideologisch te werk te gaan: de Franse Revolutie werd consequent als verdorven afgeschilderd en de absolute monarchie verheerlijkt. Ook zijn kroning tot Boheems koning in Praag paste binnen dit kader. Met veel luister werd hij bekrachtigd in zijn titel. Een hoogtepunt in de vieringen was de première van Mozarts La clemenza di Tito, gedirigeerd door de componist.

OBV MAGAZINE 15 7

3. HET LIBRETTO: ‘ridotta a vera opera’

Nog voor de compositieopdracht aan Mozart gegeven werd, werd vastgelegd dat de kroningsopera een opera seria moest worden. In dit traditionele genre – dat nog steeds erg in de smaak viel bij de Boheemse adel – werd het onderwerp meestal aan de oudheid ontleend. Het verhaal werd verteld aan de hand van recitatieven (een vorm van gezang die de spraak benadert en de actie voortstuwt) en aria’s (virtuoos gezongen solostukken waarin een gemoedstoestand uitgedrukt wordt). De toon van het werk moest ontegensprekelijk ernstig zijn, in tegenstelling tot de komische opera buffa. De beroemdste 18e-eeuwse schrijver binnen het genre was Pietro Metastasio (1698-1782). Zijn La clemenza di Tito uit 1734, die al de basis gevormd had voor een aantal succesvolle opera’s, werd uitgekozen omdat de tekst de perfecte allegorie bood om Leopold II als een verlicht vorst neer te zetten. Op Mozarts aansturen schrapte librettist Caterino Mazzolà (1745-1806) talrijke aria’s, schreef enkele nieuwe en voegde ook duetten, trio’s en ensembles toe. Een geslaagde onderneming volgens Mozart, die het libretto zelf omschreef als ‘ridotta a vera opera’ (gereduceerd tot een ware opera’).

4. HET VERHAAL: intriges en mededogen

La clemenza di Tito is het relaas van politieke en persoonlijke intriges aangedreven door machtswellust én door liefde. Vitellia, de dochter van de voormalige keizer van het Romeinse Rijk, beschouwt zichzelf als de rechtmatige erfgenaam van de troon. Ze wil huwen met de huidige keizer Tito, maar hij verkiest de buitenlandse Berenice. Vitellia manipuleert daarop Sesto, de jonge vertrouweling van Tito, om een aanslag te plegen op de keizer. Die aanval zal uiteindelijk mislukken en na een reeks verwikkelingen en heel wat innerlijke strijd besluit Tito de berouwvolle Sesto en Vitellia clementie te schenken.

5. DE MUZIEK:

doorvoeld en virtuoos

Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791) componeerde zijn La clemenza di Tito bijna gelijktijdig met Die Zauberflöte in een tijdsbestek van amper twee maanden. In zijn briljante compositie werkte Mozart zich los uit het strakke kader van het opera seria -genre. Met name de aria’s van de vurige Vitellia, de emotionele Sesto en de contemplatieve Tito vallen op door hun doorvoelde emotionaliteit en complexe virtuositeit. Een bijzondere rol is weggelegd voor de solopartijen van de bassetklarinet in Sesto’s eerste aria, waarin hij op weg is om de aanslag te plegen, en de bassethoorn in Vitellia’s tweede aria, waarin ze haar lot beklaagt. Binnen het genre van de opera seria werden belangrijke rollen voor jonge mannen traditioneel door castraten gezongen. Mozart volgde dat stramien, maar door problemen van beschikbaarheid kon enkel de rol van Sesto door een castraat bezet worden. Het personage Annio werd omgevormd tot hosenrolle en dus gezongen door een vrouw. In de huidige uitvoeringspraktijk worden beide rollen doorgaans door vrouwen vertolkt. Een ijzersterke cast en het Koor en Orkest van Opera Ballet Vlaanderen staan onder de bezielende leiding van muziekdirecteur Alejo Pérez garant voor een beklijvende vertolking van Mozarts geniale partituur.

6. DE REGIE:

Milo Rau’s ontnuchterende blik

Waarom thematiseert Mozart met La clemenza di Tito de tolerantie van de macht? Hoe waarachtig is de vergevingsgezindheid van Tito? Doet hij zich niet enkel en alleen barmhartig voor om daar uiteindelijk politiek gewin uit te puren? Wat vertelt dat over ons vandaag? Dat zijn de vragen die Milo Rau met zijn enscenering van La clemenza di Tito tracht te beantwoorden – of uit te lokken. Dat doet de Zwitserse regisseur, die al jarenlang furore maakt met zijn sterk politiek en sociaal geëngageerde theatervoorstellingen, op de voor hem kenmerkende wijze.

8 LA CLEMENZA DI TITO

‘Wat mij opviel toen ik voor het eerst naar deze opera keek, is dat men het heeft over verraad, rampen, een machtsgreep – en niets van dat alles is zichtbaar ’, vertelde Milo Rau in een interview bij de (online) première van La clemenza di Tito in Genève. ‘In deze context – van de opera, van het toneel en zelfs van het bij uitstek burgerlijke gebouw dat een theater is – betekent politiek te werk gaan vooral de dingen uitspreken: wat impliciet is, expliciet maken, het onzichtbare zichtbaar maken. Ik wil het werk uit zijn opera-utopie halen en opnieuw reëel maken, de werkelijkheid terug in de kunst krijgen. Dat is de taak van de kunstenaar, zo kan kunst de wereld veranderen.’

‘Wat op het toneel gebeurt, moet dus echt en concreet gemaakt worden. Een van de personages moet zijn zoon doden, bij een ander wordt de ribbenkast opengereten tot zijn hart zichtbaar wordt, een kunstenaar maakt van gehangenen een schilderij. Ik probeer echte personages uit de vertelling te puren en vooral ook die vertaling ernstig te benaderen. Want als je het verhaal uit elkaar zou halen, blijft er enkel nonsens over’, aldus Milo Rau. ‘Volgens mij vertegenwoordigt Mozarts opera, met zijn al te intelligente personages die niet langer aan hun eigen gevoelens gehoorzamen, de droom van een burgerij in een verlicht politiek bestel. Het is de elitaire droom van een postpolitieke utopie, waaruit men traag ontwaakt, een droom waarvan we op dit moment het einde dromen. Maar die droom van uiterste verdraagzaamheid is, denk ik, nog heel sterk aanwezig in de kunstwereld, waar hij onmiddellijk en systematisch omgezet wordt in kapitaal en dus tenietgedaan wordt.’

7. TWEE WERELDEN: de kunst en de realiteit

Het draaitoneel in het decorontwerp van La clemenza di Tito is in tweeën verdeeld. Aan de ene zijde ligt de wereld van keizer Titus en zijn entourage. Het is een kunstgalerij waar opgeschept wordt over goede daden en waarin kunst bekeken wordt die het leed van de bevolking buiten de elitaire wereld afbeeldt. ‘De kapitalisering van de menselijke ellende’, noemt Milo Rau dit. ‘Die kapitalisering bestaat erin het ongeluk van anderen om te zetten in zogenaamde politieke kunst. Dat proces wil ik

‘De hoofdpersonages zitten niet enkel samen opgesloten in hun eigen wereldje, ze voeden zich ook letterlijk met het ongeluk van anderen om de kunst te maken waar ze van leven’

In 2020 ging La clemenza di Tito van Milo Rau online al in première in Genève. @Carole Parodi, Grand Théâtre de Genève

belichten en daarom heb ik ervoor gekozen de elite – dus de hoofdpersonages van de opera – uit te beelden als kunstenaars. Ze zitten niet enkel samen opgesloten in hun eigen wereldje, ze voeden zich ook letterlijk met het ongeluk van anderen om de kunst te maken waar ze van leven.’

Met de ‘anderen’ bedoelt Milo Rau het volk dat aan de andere zijde van het draaitoneel te zien is. Ze komen onder erbarmelijke omstandigheden samen na een ramp op een bijna post-apocalyptische en tegelijk realistisch aanvoelende plek. Naar aanleiding van de vulkaanuitbarsting wordt, met vermeend mededogen, Mozarts La clemenza di Tito uitgevoerd door de kunstminnende elite in de galerij. Meer en meer dringt de realiteit echter binnen.

Bij zijn aanstelling als artistiek leider van NTGent schreef Milo Rau een manifest waarin hij onder meer stelt dat minstens twee acteurs geen professionele achtergrond mogen hebben. Die lijn trekt de regisseur ook door in zijn operaregie. Naast de solisten en het Koor worden inwoners uit de steden Antwerpen en Gent uitgenodigd om deel uit te maken van de voorstelling. Ze zijn live op de bühne aanwezig als het volk; in de kunstgalerij beelden ze ook bestaande schilderijen uit, zoals Delacroix’ De vrijheid leidt het volk. Hun meest impactvolle aanwezigheid bestaat erin dat hun reële biografieën beschreven worden in portretvideo’s, geprojecteerd tijdens de opera-uitvoering. De wereld van de voorstelling en het echte leven waarin de voorstelling slechts kunst is, vallen samen.

Milo Rau speurt dan wel naar schijnbaar onzichtbare, onderhuidse en soms ontnuchterende structuren in Mozarts opera die hij vervolgens blootlegt, toch blijft het werk op zich de kern van zijn betoog: ‘Ik ben een dienaar van de structuur zoals ze zich aandient, en ik kan die structuur enkel gebruiken door iets te tonen wat ze al bevat, misschien door eventueel te tonen wat er verkeerd in is. Maar ik kan geen ander verhaal vertellen dan dat wat de structuur draagt. Ook al ontmantelde ik de structuur, ik zou geen andere waarheid kunnen brengen.’

OBV MAGAZINE 15 9

‘De droom van uiterste verdraagzaamheid is nog heel sterk aanwezig in de kunstwereld, waar hij onmiddellijk en systematisch omgezet wordt in kapitaal en dus tenietgedaan wordt’

LA CLEMENZA DI TITO 10

LA CLEMENZA DI TITO

Wolfgang Amadeus Mozart

Mozart creëerde met virtuoze aria’s en grandioze ensembles een muziektheatraal meesterwerk. Regisseur Milo Rau legt met dit verhaal over de barmhartige Romeinse keizer Titus zelfbehoudende strategieën van een artistieke en politieke elite bloot.

OPERA ANTWERPEN

zo 10, di 12, vr 15, di 19, do 21 sep om 19:30u

zo 17 sep om 15:00u

OPERA GENT

zo 1, di 3, vr 6 okt om 19:30u

zo 8 okt om 15:00u

GRAND THÉÂTRE LUXEMBOURG

di 24, do 26 okt om 20:00u

OBV MAGAZINE 15 11
© Carole Parodi

Milo Rau in zeven producties

— door Koen Bollen en Tiara Kobald

The Europe Trilogy (2014-2016)

In het drieluik The Civil Wars (2014), The Dark Ages (2015) en Empire (2016) belicht Milo Rau de banaliteit van het kwaad en geweld in de westerse wereld. In dit documentaire theater met re-enactments vertellen dertien acteurs en actrices uit elf Europese landen persoonlijke verhalen over hun herkomst en ervaringen. Het resultaat is naast een ‘politieke psychoanalyse’ (Libération) van een verscheurd continent, van oorlog en migratie, ook een diepgaande meditatie over het theater zelf.

De Zwitserse regisseur, auteur en filmmaker Milo Rau is een invloedrijke stem in het Europese theater. Hij studeerde sociologie en Germaanse en Romaanse taal- en letterkunde in Parijs, Berlijn en Zürich. Sinds 2002 heeft hij al meer dan vijftig toneelstukken, films, boeken en acties op zijn naam staan. In 2007 richtte hij het International Institute of Political Murder (IIPM) op, een productieplatform voor theater, film en sociale sculptuur, waarvan hij nog steeds de artistieke leider is. In 2018 werd hij artistiek directeur bij NTGent, waar hij deze zomer zal stoppen om intendant te worden van de Wiener Festwochen. Hij blijft wel verantwoordelijk voor de artistieke programmering van NTGent tot juli 2024. Rau brengt theater en politiek samen in documentaire producties waarvoor hij graag samenwerkt met niet-professionele spelers en lokaal talent. Zijn werk was te zien op alle grote internationale festivals en heeft tal van internationale onderscheidingen ontvangen. Een overzicht van enkele hoogtepunten in zijn recente oeuvre.

Five Easy Pieces (2016)

Met Five Easy Pieces zet Milo Rau zijn onderzoek naar geweld in onze hedendaagse samenleving verder. De regisseur geeft in dit theaterstuk het woord aan zeven kinderen en één volwassene. In vijf ‘oefeningen’ worden aan de hand van getuigenissen en reconstructies enkele episodes uit het leven en de misdaden van Marc Dutroux nagespeeld. Rau plaatst de scènes in het bredere politieke kader van België en zet tegelijk op een confronterende wijze vraagtekens bij wat ‘wat kinderen weten, voelen en mogen doen’.

The Congo Tribunal (2017)

Voor deze documentaire en dit theaterproject bracht Milo Rau daders, slachtoffers, getuigen en experts van de oorlog in Congo samen in Bukavu/Oost-Congo en een maand later in Berlijn voor een driedaags burgerlijk tribunaal. De oorzaken en achtergronden van de bloedige oorlog die al meer dan 20 jaar woedt, worden onderzocht wat resulteert in een beklijvend en analytisch relaas over de neo-koloniale wereldorde en over een van de meest verwoestende conflicten in de recente wereldgeschiedenis.

12 LA CLEMENZA DI TITO
© Hubert Amiel © Thomas Eirich-Schneider La Reprise. Histoire(s) du théâtre (I) The New Gospel

La Reprise. Histoire(s) du théâtre (I) (2018)

In 2012 werd de Belg van Marokkaanse afkomst Ihsane Jarfi gemarteld en vermoord uit homohaat. De misdaad wordt door Milo Rau gereconstrueerd in een productie waarin realiteit en theatraliteit verweven zijn. Opnieuw neemt de regisseur een collectief trauma als uitgangspunt en onderzoekt hij hoe het theater gewelddadige en traumatische gebeurtenissen kan representeren.

Orestes in Mosul (2019)

Schuld en vergeving staan centraal in de klassieke trilogie Oresteia van Aeschylus. Milo Rau verplaatst in de voorstelling het verwoeste Troje naar het verwoeste Mosul in het noorden van Irak. Met een internationale cast van Iraakse en Europese acteurs vertaalt Rau de Oresteia, een van de grondteksten van de westerse beschaving, naar vandaag.

The New Gospel (2020)

Wat zou Jezus prediken in de 21e eeuw? Het stadje Matera in Zuid-Italië vormde voor zowel Pier Paolo Pasolini als Mel Gibson de filmlocatie voor hun visies op het leven en de dood van Jezus Christus. Milo Rau koppelt in zijn film The New Gospel het passieverhaal van Christus aan de lokale strijd in Matera voor waardige leefomstandigheden voor de migranten die daar werken, geleid door de Kameroense activist Yvan Sagnet.

Antigone in de Amazone (2023)

De klassieke tragedie Antigone van Sophocles wordt verweven met het verzet van de Movimento dos Trabalhadores Rurais Sem Terra (MST) in Brazilië. Zij zijn een beweging van ‘landlozen’ die vreedzaam protesteren tegen de verwoesting en ontheemding in de Amazone. Milo Rau werkt samen met bewoners en activisten uit Brazilië om deze hedendaagse tragedie aan de kaak te stellen.

OPERA, BALLET & FILM

In samenwerking met Cinema Cartoon’s (Antwerpen) en Studio Skoop (Gent) presenteert Opera Ballet Vlaanderen een boeiende selectie films die zich laat inspireren door de opera’s en de dansvoorstellingen op onze affiches. De filmtitels slaan niet alleen bruggen naar de thematiek en/ of de muziek van de gespeelde werken, maar eveneens naar de scenische concepten van de producties.

THE CONGO TRIBUNAL

In het kader van de seizoensopener La clemenza di Tito, geregisseerd door Milo Rau, wordt zijn documentairefilm The Congo Tribunal vertoond. Rau bracht daders, slachtoffers, getuigen en experts van de oorlog in Congo samen voor een driedaags burgerlijk tribunaal.

CINEMA CARTOON’S zo 10 sep om 14:30u

STUDIO SKOOP zo 24 sep om 14:30u

cinemacartoons.be studioskoop.be

OBV MAGAZINE 15 13
© Moritz Von Dungern © Fred Debrock Antigone in de Amazone Orestes in Mosul

NEW BALLET

14 NEW BALLET MÉCANIQUE
© Luis Alberto Rodrigues

De wereldcreatie New Ballet mécanique belooft een opzienbarende pendant te worden voor Sharon Eyals knaller Half Life, met de klinkende installaties van Zwitsers kunstenaar Zimoun en het eindeloos vindingrijke ballet-van-morgen van Richard Siegal. Deze Amerikaanse choreograaf maakt in het buitenland al jaren furore met zijn kunstzinnige, interdisciplinaire voorstellingen en is nu, voor het eerst, te gast bij Opera Ballet Vlaanderen. Een gesprek.

— door Tom Swaak / foto's Filip Van Roe

MÉCANIQUE

OBV MAGAZINE 15 15
BALLET WERELDCREATIE

Om maar meteen met de deur in huis te vallen, waar begint het verhaal van Richard Siegal?

RICHARD SIEGAL Mijn moeder was sociaal werker, ze stond midden in de maatschappij en werkte met mensen. Mijn vader was schilder en professor in de kunsten. Zijn wereld was er een van modernismen, van composities met kleuren en vlakken. In het verleden heb ik weleens de kwinkslag gemaakt dat ik dus wel choreograaf moest worden, als synthese van die twee werelden. Mop of niet, hoe langer ik erover nadenk, hoe meer het begint te kloppen.

Jouw liefde voor het modernisme speelt een grote rol in New Ballet mécanique. Is die voorliefde in je jeugd ontstaan?

Misschien wel. Mijn vader was een groot liefhebber van bijvoorbeeld Paul Klee en Bauhaus en de boeken in de boekenkast, de schilderijen aan de muur en het meubilair in huis weerspiegelden zijn smaak. Ik ben dus op zijn minst groot geworden in een milieu dat daar aandacht voor had.

Hoe is je passie voor dans ontloken?

Voor zover ik me kan herinneren, heb ik altijd van dansen gehouden. Dat kwam instinctief, al denk ik dat alle kinderen graag dansen, alleen of met anderen. Misschien kwam het door mijn oudere broer en zus, maar ik voelde dat het mij niet om dansen alleen te doen was. Ik wilde en zou ook optreden voor anderen.

Gaf je kleine voorstellingen in de woonkamer?

Ja, precies! Of in de kelder. We maakten vaak voorstellingen voor vrienden of familie, al zag ik zoiets toen niet als iets waar je je werk van kan maken. Dat lag misschien ook wat aan mijn omgeving. Ik ben opgegroeid in een plaatsje in New Hampshire in de VS en ik had gewoon niet veel toegang tot dans of de wereld van podiumkunsten. Er lag ook nog een taboe op jongens die wilden dansen. Toch heb ik, toen ik een jaar of tien was, stiekem balletlessen genomen.

Wist je toen al dat je met ballet wilde gaan werken?

Nee, ik wist op dat moment eerlijk gezegd niet eens dat zoiets bestond, laat staan dat je daar carrière in zou kunnen maken. Mijn broer, die zes jaar ouder is dan ik, raakte ook geïnteresseerd in dans en ging zelfs naar Juilliard in New York. Hij liet mij zo zien dat dans een loopbaan kon zijn. Toen ik klaar was met de middelbare school, ging ik eerst een jaar bij mijn broer in New York wonen. Daar nam ik voor het eerst echte, professionele danslessen.

Dat lijkt laat om te beginnen…

Klopt, al hoor je vaker dat jongens wat later beginnen. Maar zeker binnen de balletwereld is het ongebruikelijk om er zo laat pas bij te zijn, al lag ook op 18-jarige leeftijd mijn plan nog niet vast. Ik nam wat lessen hier en daar en ging vervolgens een paar jaar studeren aan de universiteit. In de tussentijd bleef ik wel met dans bezig, maar ik was ook gegrepen door film, taal, filosofie, geschiedenis, van alles. Ik was echt nog zoekende, tot ik op mijn 22e tijdens de zomervakantie besloot om in New York te blijven. Ik nam mij voor me een paar jaar volledig aan dans te wijden. Die paar jaren duren tot vandaag. (lacht) Ik leidde het typische leven van de berooide artiest: ik nam elk denkbaar baantje aan om dans- en balletlessen te kunnen betalen bij docenten die ik bewonderde en die mij verder konden helpen. Ik greep elke kans om te kunnen optreden. Er was in New York op dat moment een fijne, hechte en hyperdiverse gemeenschap van dansers die mij opving en ondersteunde.

Dat klinkt als een woelig bestaan?

Ja, soms moest ik op een en dezelfde dag naar drie of vier repetities in uithoeken van New York, bij verschillende choreografen. Achteraf denk ik dat ik zo van binnenuit – door al die werkwijzen en invalshoeken – heb geleerd wat choreograferen inhoudt. Gaandeweg heb ik als danser van ballet en allerlei andere dansdisciplines iets opgepikt. Ik heb het geluk gehad dat juist die verscheidenheid de interesse wekte van een choreograaf zoals William Forsythe. Toen kwam de grote omslag of doorbraak, hoe je het wil noemen. Forsythe

16 NEW BALLET MÉCANIQUE

nodigde mij in 1997 uit bij Ballett Frankfurt. Zo ging opnieuw een wereld voor mij open. Werken bij Forsythe voelde als een diepgaande vorming. Je begon bij William Forsythe als danser, als iemand die zijn vak verstaat, en je ging er weer weg als kunstenaar. Daar ben ik van overtuigd. In 2004 viel het doek voor Ballett Frankfurt en dat was mijn signaal om andere horizonten te gaan verkennen.

Na zeven jaar onder William Forsythe wist je nog niet of je verder wilde met dansen of choreograferen?

Nee, echt niet. Ik verhuisde naar Parijs en vroeg mij opnieuw af wat ik wilde, wat ik moest gaan doen. Misschien wel iets helemaal anders, sociaal werker of schilder. (lacht) Twee jaar verkeerde ik in een soort vacuüm waarbinnen ik echt alle kanten uit kon. Dat was heel spannend, maar ook moeilijk vol te houden. In 2006 richtte ik mijn eerste gezelschap op, The Bakery. We hadden wel een structuur en steun van verschillende instellingen, maar geen werknemers. The Bakery was een idee in uitvoering: installaties, performances, publicaties, we werkten aan allerhande interdisciplinaire experimenten op nietalledaagse plekken.

Niet veel later mocht ik in residentie gaan in de Muffathalle in München en daar zijn de meeste producties van The Bakery te zien geweest. Die zichtbaarheid maakte dat ik hier en daar opdrachten begon te krijgen en zo creëerde ik in 2013 mijn eerste balletvoorstelling op pointes, genaamd Unitxt, voor het Bayerisches Staatsballett. Dat bleek een keerpunt. Ik kreeg meer en meer opdrachten om met ballet aan de slag te gaan en dat doe ik tot vandaag bijzonder graag. Het was een verademing op plaatsen zoals hier, bij Opera Ballet Vlaanderen, terecht te komen: je bent even ontslagen van alle verantwoordelijkheden die horen bij het runnen van een gezelschap en je kunt je volledig wijden aan choreograferen onder geweldige omstandigheden.

Toch zou je weer een eigen gezelschap oprichten?

Ja, na enkele jaren als freelance choreograaf merkte ik dat ik aan een repertoire aan het bouwen was met een gemene deler. Al mijn balletten, als je ze bij elkaar zou leggen, tonen een eigenzinnige

invalshoek. Ze verhouden zich tot ballet in de 21e eeuw. Zo kwam ik in 2016 op het idee mijn huidige gezelschap, Ballet of Difference, op te richten. Ik nodigde dansers van over de hele wereld uit en onze eerste première was My Generation in 2017. Die voorstelling resoneerde blijkbaar met het Keulse publiek, en de Schauspiel – die tot daarvoor geen eigen balletgezelschap had – nam ons op.

Wat betekent ‘ballet van verschil’? Voor sommigen zal dat klinken als een contradictie.

Al ons werk komt voort uit die ene vraag. En zeker, er is een tegenstelling, al zie ik die niet als iets beperkends, wel als iets vruchtbaars. Uit de wrijving tussen de termen ‘ballet’ en ‘verschil’ kan zó veel ontstaan dat ik er nog steeds over aan het nadenken ben. Ik wil stereotypen bevragen en mensen kritischer laten nadenken over onze kunstvorm. Dat levert interessante dynamieken op. Onze oorspronkelijke missie van Ballet of Difference was bijvoorbeeld om ballet queer te maken. We werken met fascinerende modeontwerpers zoals Bernhard Willhelm. Becca McCharen-Tran of Flora Miranda, of een experimentele muzikant zoals Serpentwithfeet. Ook Chelsea Manning, een transvrouw op het knooppunt van debatten over data en privacy, inspireerde ons om een voorstelling te maken. Enkele jaren later zijn andere mensen en gezelschappen opgestaan die die missie veel beter kunnen uitdragen dan wij. Ondertussen blijven we allerlei andere lagen van ‘difference’ ontdekken die ons inspireren.

Ben je al dichter bij een antwoord gekomen op de vraag wat ‘ballet’ voor jou is?

Voor mij helpt het om een tweedeling te maken. Enerzijds is ballet een ‘fysiek systeem’ van techniek en kennis dat minutieus bijgeschaafd is, geperfectioneerd door de eeuwen heen. Als je het mij vraagt, is ballet het meest verfijnde ‘lichamelijke systeem’ dat Europa ooit heeft voortgebracht. Dankzij ballet en de rigoureuze training die er onlosmakelijk mee verbonden is, kan het menselijke lichaam ongelofelijke dingen doen. Anderzijds noemen we de canon – het repertoire dat ontstaan is en blijft ontstaan uit deze techniek – ook ballet. Als je erover nadenkt, kom je er al snel op uit dat die opdeling

OBV MAGAZINE 15 17

problematisch is, want repertoire vormt op zijn beurt de techniek en zo blijven de twee voortdurend in beweging. Hoe het ook zij, het is dankzij dat gedeelde systeem van ballet dat ik vandaag, met (voor mij) nieuwe dansers van Opera Ballet Vlaanderen een kunstwerk kan maken dat anders nooit gemaakt had kunnen worden.

Naar dat kunstwerk zijn we heel nieuwsgierig. Kan je al een tipje van de sluier oplichten? Wat mogen we verwachten van New Ballet mécanique?

Matthias Singer – die het licht zal ontwerpen voor deze voorstelling – liet mij enkele jaren geleden via Instagram kennismaken met het werk van beeldend kunstenaar Zimoun. Daar is de kiem gelegd voor dit project, denk ik, want sindsdien hoopte ik met Zimoun samen te kunnen werken. Hij maakt uit heel gewone voorwerpen overweldigende installaties die erg mechanisch gedacht zijn. Dat mechanische leek me een interessante gemene deler om in een dansvoorstelling te verkennen. Concreet vertrekken Zimouns installaties telkens vanuit een ‘primitieve’ cel – dat is bijvoorbeeld iets als een kartonnen doos, een stukje draad en een elektromotortje, iets heel eenvoudigs en alledaags – die zo vaak vermenigvuldigd en herhaald wordt dat ontzagwekkende werelden ontstaan. Niet alleen visueel roepen zijn werken allerlei associaties op. De geluiden die al die cellen samen maken, evoceren misschien een regenbui of een gonzende zwerm insecten. Toen ik hier uitgenodigd werd, heb ik Zimoun dus gevraagd of hij de uitdaging – hij heeft nog nooit eerder een theatervoorstelling gemaakt – met mij wilde aangaan.

Als ik het juist aanvoel, zijn ‘ballet’ en ‘mechanisch’ voor jou misschien net zo’n vruchtbare tegenstelling als ‘ballet’ en ‘difference’?

Klopt, maar mijn interesse in ballet is ook echt mechanisch en biomechanisch. Wellicht komt het doordat ik er wat later bij was dan anderen, maar ik herinner me nog dat ik gefascineerd was toen ik voor het eerst pointes zag. Dat was pas toen ik voor het eerst met ballerina’s werkte, vandaag zie je gelukkig ook meer en meer jongens op pointes dansen. Ik was geïntrigeerd door die pointes, niet zozeer om hun esthetische waarde of om waar ze voor staan, maar door het

‘Zimoun maakt uit heel gewone voorwerpen overweldigende installaties die erg mechanisch gedacht zijn. Dat mechanische leek me een interessante gemene deler om in een dansvoorstelling te verkennen’

mechanische erachter. Hoe werkt dit? Hoe zitten ze in elkaar? Hoe werken je spieren in zo’n schoen? Ik haalde er een volledig uit elkaar en ontdekte dat het een analoog hulpmiddel is dat bepaalde bewegingen kan ondersteunen en andere in de weg zit, een soort materiële interface tussen het lichaam van de danser en de vloer. Natuurlijk verwijst de titel ook naar het historische Ballet mécanique: de baanbrekende, dadaïstische kunstfilm van Dudley Murphy, Fernand Léger en George Antheil van precies honderd jaar geleden. Er is iets aan onze tijd dat maakt dat het werk van de dadaïsten weer erg actueel is, met hun speelsheid, herhalingen, readymades en hun nadruk op het irrationele. Ik ben van plan gaandeweg in het repetitieproces te verkennen hoe hun werk resoneert met vandaag en met ons New Ballet mécanique

Ik heb de eerste kostuumontwerpen van Flora Miranda gezien en daarop prijkt al een grote, cirkelvormige ‘O’. Het zou zo een dadaïstische ingreep kunnen zijn…

Klopt. Ik werk al een jaar of vijf samen met Flora, ze is een geweldige kostuumontwerpster. Ze komt uit Oostenrijk, maar woont en werkt hier, in Antwerpen. Deze opdracht was een uitgelezen kans om weer met haar te kunnen samenwerken, ze noemde het zelf al een thuiswedstrijd. Ook zij heeft zich erg laten inspireren door de werken van Zimoun. Ze heeft zijn video’s opnieuw en opnieuw bekeken om echt voeling te krijgen met zijn kunst. De materialiteit van veel van zijn werken dicteert hun beweging en dus wil Flora ook kostuums maken die papier- of metaalachtig aandoen. Momenteel is ze met het kostuumatelier aan het uitzoeken hoe ze bijvoorbeeld haar kostuums van heel fijn kopergaas kunnen maken. Het laatste stukje van onze productionele puzzel wordt gevormd door Trillion Tapeman, ik kijk er enorm naar uit met hem te kunnen werken. Hij is de klanktovenaar die live een soundscape of soundtrack zal kneden uit alle mogelijke geluiden die voortkomen uit de sculpturen van Zimoun.

18 NEW BALLET MÉCANIQUE
Een deel van een van de installaties van Zimoun, die het decor zullen vormen voor New Ballet mécanique.

WIE IS ZIMOUN?

Met zijn mechanische sculpturen en installaties is de Zwitserse kunstenaar Zimoun wereldwijd te gast in galeries en musea. In oktober tekent hij voor de scenografie van New Ballet mécanique

Het werk van geluidskunstenaar Zimoun wordt omschreven als ‘complexe organische geluidsstructuren die voortkomen uit de mechanische opbouw van de installatie’. Het zijn ruimtes gevuld met kartonnen dozen, waarin door middel van eenvoudige motortjes houten staafjes tikken. Of 250 hangende houten latten die door de natuurlijke luchtverplaatsing over de vloer schuiven. Of een galerie gevuld met verpakkingschips uit piepschuim en 36 ventilatoren daarbij die de massa in een continue beweging zetten. Zimoun creëert geluidsarchitecturen, gebaseerd op de principes van minimal music

Richard Siegal en Zimoun werken voor het eerst samen in New Ballet mécaniqu e. Siegal betrekt wel vaker artiesten bij zijn werk die hem op een of andere manier inspireren, beperken of hem stimuleren zijn bewegingstaal aan te passen aan een concept. In dialoog komt de voorstelling tot stand. Voor Zimoun is het de eerste keer dat hij een scenografie maakt voor een ballet- of podiumproductie.

Voor New Ballet mécanique ontwikkelde hij eerst de basisideeën voor een aantal scènes. Elk ervan bevat een geluidsinstallatie – crashing boxes, oil barrels, bouncing ball s etcetera – die tegelijk het decor en het geluid of de muziek produceert voor de choreografie. Siegal ging aan het werk met die conceptuele ideeën voor de dansers, zodat de choreografie en de scenografie gelijktijdig ontstaan.

NEW BALLET MÉCANIQUE / HALF LIFE

Richard Siegal / Sharon Eyal

In New Ballet mécanique gidst Richard Siegal onze dansers door de klinkende en machinale universa van installatiekunstenaar Zimoun. Minstens zo immersief is Sharon Eyals Half Life, dat met zijn pompende techno geen spiervezel onbewogen laat.

OPERA ANTWERPEN

di 3, wo 4, vr 6, za 7, di 10 okt om 20:00u

zo 8 okt om 15:00u

OPERA GENT

di 24, wo 25, vr 27, za 28, di 31 okt om 20:00u

zo 29 okt om 15:00u

CONCERTGEBOUW BRUGGE

do 7 dec om 20:00u

OBV MAGAZINE 15 19
157 prepared dc-motors, cotton balls, cardboard boxes 60x20x20cm, Zimoun 2014 — privé collectie
© Zimoun

Twee seizoenen geleden sloeg het pulserende Half Life in als een bom.Daarin toont de Israëlische choreografe Sharon Eyal hoe uit de onderdrukking van een groepsdynamiek toch telkens één individu weet te ontsnappen. Popinvloeden versmelten met klassieke tradities, het lichaam evenaart de machine en zelfs het duister wordt tastbaar. Behalve door de dans raakten toeschouwers massaal bedwelmd door de opzwepende, elektronische muziek van Ori Lichtik. Ook de pers reageerde enthousiast. Zo schreef De Standaard:

‘Half Life is een ijzingwekkende, bevreemdende en bezwerende aanval op je zintuigen.’ Half Life is vanaf oktober te zien in een double bill met New Ballet mécanique.

20 HALF LIFE
© Fillip Van Roe
OBV MAGAZINE 15 21
HALF LIFE BALLET

Bij onze voorstellingen schitteren de artiesten op het podium, en ook backstage is een grote equipe in de weer. Graag stellen we onze collega’s aan jullie voor. Danseres Zoë Ashe-Browne choreografeert voor Choreolab op muziek van Bach. Harpiste Maja Dvoracek begeleidt samen met enkele van haar collega’s uit ons Symfonisch Orkest de danscreaties.

VOOR / ACHTER DE SCHERMEN

CHOREOLAB TERUG VAN WEGGEWEEST

Choreolab, het platform voor aanstormend choreografisch talent, is terug van weggeweest. Zoals in vorige seizoenen worden de dansers van Opera Ballet Vlaanderen uitgenodigd om korte choreografieën te creëren en ons te verwennen met een wervelende veelheid aan balleten dansstijlen. Nieuw is de focus op een levendige dialoog tussen de dansers en musici van het Symfonisch Orkest van Opera Ballet Vlaanderen. Voor deze editie maakte José Reyes, contrabassist in het orkest, inventieve arrangementen van heel diverse muziek, van barok tot uitbundige latinomuziek.

Zoë Ashe-Browne, Viktor Banka en Kirsten Wicklund presenteren nieuwe, eigentijdse choreografieën op instrumentaal werk van J.S. Bach. Claudio Cangialosi gaat aan de slag met het prachtige Adagio uit het Hoboconcerto van Alessandro Scarlatti, dat zijn bekendheid heeft te danken aan Bachs bewerking voor klavecimbel en Nicola Wills presenteert een nieuw duet op romantische harpmuziek van de Welshe componist John Thomas onder de titel Somniloquy Op het programma staat ook een gastchoreografie van Min Hee Bervoets met de Koninklijke Balletschool Antwerpen en dansante instrumentale muziek van Maurice Ravel, Alberto Ginastera en Arturo Márquez.

THEATER ‘T EILANDJE ANTWERPEN vr 1, za 2, di 5, wo 6, vr 8, za 9 sep om 20:00u zo 3 sep om 15:00u

22 VOOR/ACHTER DE SCHERMEN
© Diego Franssens
© Diego Franssens

Zoë Ashe-Browne / danseres

1 Wat is voor jou het opperste geluk?

Omringd zijn door geliefden, nieuwe plekken ontdekken, aan iets werken waar ik opgewonden over ben, weekends van twee dagen.

2 Wat is je grootste angst? Angst.

3 Aan welke eigenschap stoor je je bij anderen? Egoïsme.

4 Welke levende persoon bewonder je? All the dancing mamas out there.

5 Wat is je grootste extravaganza? Afhaaleten.

6 Wat vind je de meest overschatte deugd? Omgekeerd snobisme.

7 Welke kwaliteit apprecieer je het meeste in een persoon? Transparantie.

8 Welke stopwoorden gebruik je te vaak? ‘… know what I mean?’

9 Als je iets aan jezelf kon veranderen, wat dan? Minder twijfelen, geduldiger zijn.

10 Wat zie je als je grootste verwezenlijking? Dat ik nooit opgeef.

11 Als je na je dood als een persoon of een ding zou kunnen terugkeren, als wat?

Als een golden retriever van een rijk iemand die dus een mooi leven heeft zonder huur te moeten betalen.

12 Waar zou je het liefste wonen? Rome.

13 Wat is voor jou het toppunt van ellende? Diep verdriet, innerlijk tweestrijd, een werkweek van zes dagen.

14 Wat is je favoriete beroep? Artiest.

15 Wat is je meest kenmerkende karaktereigenschap? Ik praat graag.

16 Wat waardeer je het meeste in je vrienden? Vriendelijkheid, generositeit, gevoel voor humor.

17 Heb je een fictieve held? Pickle Rick.

18 Met welke historische figuur identificeer je je? De vrouw van Henry VIII die hem overleefde.

19 Wie zijn je helden in het echte leven? Mijn vader, mijn nana.

20 Wat zijn je lievelingsnamen?

Ierse namen die niemand van buiten het eiland kan uitspreken… Sinead, Aoife, Siobhán etc

21 Hoe zou je willen sterven?

Snel.

22 Wat is je motto? Shall we?

Maja Dvoracek / harpiste

1 Wat is voor jou het opperste geluk? Naar filmpjes van katten kijken.

2 Wat is je grootste vrees? De dood.

3 Aan welke eigenschap van jezelf heb je een hekel?

Mijn slordigheid en perfectionisme tegelijk.

4 Aan welke eigenschap stoor je je bij anderen? Bitterheid

5 Welke levende persoon bewonder je het meest?

Dr. House.

6 Wat is je grootste uitspatting?

Dat ik altijd mijn eigen koffieattributen meeneem op reis.

7 Wat is je huidige gemoedstoestand?

Lukraak denkend.

8 Lieg je weleens?

In alle denkbare omstandigheden, terwijl dat meestal niet eens nodig is.

9 Wat bevalt je niet aan je uiterlijk?

Mijn dubbele kin.

10 Wie of wat is de liefde van je leven?

Mijn kat.

11 Als je iets aan jezelf kon veranderen, wat zou dat zijn?

Mijn genen.

12 Als je als iets of iemand anders zou terugkomen na je dood, als wat zou dat zijn?

Zeker als een ding, een diepvriezer misschien…

13 Waar zou je het liefste wonen?

Cornwall. Of ergens in Canada.

14 Wat is voor jou het toppunt van ellende?

‘s Ochtends wakker worden en beseffen dat er geen koffie meer is.

15 Wat is je favoriete bezigheid?

Eten en nieuwe rollen instuderen.

16 Wie zijn je favoriete schrijvers?

Franz Kafka, Thomas Bernhard, Thomas Mann.

17 Wie is je fictieve held?

De Idioot van Dostojevski.

18 Met welk historisch personage identificeer je je?

Michael Kohlhaas.

19 Waaraan heb je de grootste hekel? Pudding.

20 Welk stopwoordje gebruik je te vaak? Sh…

21 Hoe zou je willen sterven?

In het algemeen geloof ik niet in het idee van doodgaan, maar als het dan toch moet gebeuren, pas nadat een kloon van mij is gemaakt. Maar met blond haar.

OBV MAGAZINE 15 23

EEN KROEG VOL MAGIE

24 SCHEMER

In Schemer laat regisseur Maja Westerveld inwoners van Gent, Antwerpen en Mechelen elkaar ontmoeten in een bruin café waar wordt gezongen en gedanst, getreurd en gevierd. We pikten een repetitie mee en zagen de werkelijkheid voor onze ogen langzaam verdampen en overgaan in een wereld vol magie. ‘De schemer is het moment waarop de logica verandert en alles mogelijk wordt’, aldus Maja Westerveld.

— door Ilse Degryse / foto’s ByWM

Het is 30 april en een van de eerste zonovergoten dagen in een verder vooral regenachtig voorjaar 2023. In Studio 5 van Theater ‘t Eilandje opent Maja Westerveld de repetitie voor Schemer met een ware krachttoer. ‘Welkom Petra, Naimo, Hussein, Ineke, Munira, Roksolyana, Anna, Lotte, Harald…’ Eén voor één begroet ze de meer dan tachtig aanwezigen met de correcte (!) voornaam, hoewel ze een flink deel van hen amper een half uur daarvoor voor het eerst heeft ontmoet. ‘Da’s mijn truc’, zal Maja Westerveld daarover later vertellen. ‘Om het ijs te breken. Ik wil dat iedereen zich gezien en gehoord voelt. En dan zeg ik tegen de mensen dat ze nooit nog op een andere plek mogen zitten en de rest van het repetitieproces dezelfde kleren aan moeten. (lacht)’ En ja hoor, het trucje werkt. De van oorsprong Rotterdamse regisseur, die deel uitmaakt van de vaste kern van het Mechelse gezelschap Abattoir Fermé, heeft meteen de zaal op haar hand. Een daverend applaus en enthousiast voetengestamp krijgt ze er zomaar bovenop.

Voor de repetitie echt van start gaat, licht Maja nog even het werkproces toe. ‘Zoals jullie weten, laten we Schemer organisch ontstaan en dat betekent dat ik een idee heb, maar geen compleet uitgewerkt concept. Ik stop jullie vol met materiaal en ik ga aan de slag met wat jullie daarvan maken. We hebben nog tot juni om materiaal te verzamelen. Daarna, in de zomer, gaan we knopen doorhakken en vanaf augustus repeteren we het stuk tot de première in november. Ik snap dat het nu soms nog een chaos lijkt, maar ik beloof jullie: tegen de openingsavond is het perfect, als we daar gedisciplineerd mee doorgaan. Daarom moeten jullie nu de keuze maken: of je meedoet of niet. En als jullie meedoen, verwacht ik voortaan dat jullie er iedere repetitie zijn. En op tijd!’ Gegniffel in de zaal, maar de blik van Maja staat (even) op (heel) ernstig.

Tijdens haar praatje schakelt Maja voortdurend tussen het Nederlands en het Engels, want ze heeft een erg gemengde groep voor zich zitten. Er wordt ook onderling getolkt, niet iedereen spreekt immers een van die beide talen. De voorstelling Schemer speelt in het najaar op drie locaties: in de opera in Antwerpen, de opera in Gent en in kunstencentrum Nona in Mechelen. Uit die drie steden zijn spelers (en zangers) vertegenwoordigd, die via allerlei wegen de weg naar het theater hebben gevonden. Met de groepen uit Antwerpen en Mechelen wordt al sinds

februari gerepeteerd. Het koor Koriolis uit Gent is er vandaag voor de eerste keer bij. Wat ze allemaal gemeen hebben: geen van hen is van beroep zanger of speler, allemaal zijn ze enthousiaste liefhebbers.

‘Vandaag splitsen we ons voor de pauze op in drie groepen’, gaat Maja verder. ‘Op basis van onze eerdere repetities en improvisaties heb ik een script geschreven, waarin ik heb verwerkt wat we tot nu toe aan materiaal hebben verzameld. De groep uit Mechelen mag daar in de kantine mee aan de slag. Het koor gaat mee met muzikant Isaak (Duerinck, die samen met Joris Derder de muzikale leiding heeft over Schemer, red.) en ik blijf hier met de mensen uit Antwerpen. Daarna komen we weer samen en zetten we alles bij en na elkaar. Let’s go! ’

TUSSENWERELD

In Schemer zien we wat zich 24 uur lang zou kunnen afspelen – of niet – in zomaar een café. ‘Een bruine kroeg, niet te arty, niet te fancy ’, vertelt Maja Westerveld na afloop van de repetities. ‘In die 24 uur heb je natuurlijk een dag en een nacht én een schemerzone, en dàt is het moment waarop de logica verandert en we in een tussenwereld terecht komen. Wanneer ik schrijf, kan ik me ook het best concentreren op het moment dat de dag voorbij is, in de schemer. Omdat de realiteit er dan zo niet is en je met de fantasie aan de slag kunt. Een café is een dankbare plek, omdat het een komen en gaan is van figuren uit een buitenwereld die samen even een nieuwe binnenwereld vormen. Allerlei types komen daar aanwaaien en delen een ruimte en een moment. Dat biedt veel mogelijkheden tot scènes. Ik ben erg gefascineerd door portretten. Ik kan eindeloos genieten van documentaires over echte mensen en cafés zijn natuurlijk bij uitstek de plek waar echte mensen zich verzamelen.’

‘Opera Ballet Vlaanderen benaderde me met de vraag om een participatieve voorstelling te maken, in cocreatie dus met de inwoners van de drie steden. De eerste vraag aan hen was: wie heeft er zin om mee te doen? De motor die dit hele project op gang draait, is het plezier van de spelers. Ik vind mensen heel leuk. Ik hou ervan om samen iets moois te maken en ik vind het belangrijk dat iedereen er blij mee is. Dat

OBV MAGAZINE 15 25
VONK MUZIEKTHEATER WERELDCREATIE

‘Het begint met de realiteit in een café en langzaam verglijden we in een magischrealisme, tot de werkelijkheid uiteindelijk volledig verlaten wordt. Alles wat dan volgt, kan alleen nog in dromen gebeuren’ Maja Westerveld

26 SCHEMER

spelplezier zie je ook op de scène en het maakt de voorstelling erg authentiek. De passie en de overgave waarmee ze allemaal op het toneel staan… daardoor zijn deze spelers zo fantastisch.’

‘Tijdens de repetities gebeuren tal van onverwachte dingen die ik niet had kunnen bedenken en dat is natuurlijk iedere keer een cadeau.

Een van de deelnemers is bijvoorbeeld een Oekraïense zangeres. Op het eerste ontmoetingsmoment heeft ze een aantal volksliederen gezongen. Ja, daar gaan we graag mee aan de slag! Je ziet ook mensen op elkaar reageren, ze raken aangemoedigd door wat ze van anderen zien en krijgen dan meer lef… Alles vertrekt vanuit impulsen. Het is een organische zoektocht die ontzettend boeiend is. Wat ook heel leuk is: mensen brengen zelf kostuums en rekwisieten mee, wat ze zelf vinden passen bij hun personage, en daar gaat onze kostuumontwerper Louis Verlinde dan weer mee aan het werk. Zo kwam laatst iemand aanzetten met een politiepak. Aanvankelijk zat er geen agent in het stuk, maar intussen zijn we vier weken verder en heeft een van spelers zich die rol eigen gemaakt en dus komt er een agent op.’

MAGISCH-REALISME

Terug naar Studio 5 op ‘t Eilandje, waar ondertussen inderdaad een ‘oom agent’ in kinky pak de kroeg is binnengewandeld. Maja roept de volgende spelers erbij: twee fietsers die even verfrissing zoeken bij een biertje. Een glazenwasser komt de ramen lappen, een groep toeristen raakt verdwaald in dit ‘authentieke Belgische café’, kinderen halen ondeugendheden uit… Telkens geeft Maja de spelers korte aanwijzingen en toont ze een loopparcours – wat gezien de taalverschillen soms met handen en voeten en veel voortonen gebeurt. De miniscènes zijn als parels die ze samen met de liefhebbers aan een veelkleurig snoer rijgt. Na een eerste keer oefenen volgt een doorloop, en zien we het meerstemmige tableau van aangespoelde stamgasten gestalte krijgen.

Over wat zich verder die dag op ‘t Eilandje afspeelde, vertellen we liever nog niet te veel. Uiteindelijk kwamen de drie groepen bij elkaar en werd het een uitgelaten, zelfs absurd en magisch feestje met zang, dans en

muziek – geen tekst – waar toeschouwers vooral zelf van moeten komen genieten. Om het met de woorden van de regisseur te zeggen: ‘Het begint met de realiteit in een café en langzaam verglijden we in een magisch-realisme, tot de werkelijkheid uiteindelijk volledig verlaten wordt. Alles wat dan volgt, kan alleen nog in dromen gebeuren.‘ Klinkt spannend, en dat wordt het ook! Afspraak voor Schemer in Gent, Antwerpen of Mechelen vanaf 10 november.

SCHEMER Maja Westerveld

Regisseur Maja Westerveld laat inwoners van Gent, Antwerpen en Mechelen elkaar ontmoeten in een bruin café. Afgeschermd van de buitenwereld wordt in de schemer van de kroeg gezongen en gedanst, getreurd en gevierd. Wees welkom.

OPERA GENT

vr 10, za 11 nov om 20:00u

OPERA ANTWERPEN

za 18 nov om 20:00u

KUNSTENCENTRUM NONA MECHELEN do 30 nov, vr 1, za 2 dec om 20:30

OBV MAGAZINE 15 27
‘Ik hou van pointewerk. Het is opwindend, ook voor de toeschouwers. Het brengt een zeker gevaar met zich mee’
HET RITUEEL

HET RITUEEL Morgana

door Ilse Degryse

Cappellari

Creëren is een intens proces. Welke rituelen houden onze makers er daarbij op na? De Braziliaanse Morgana Cappellari is half-soliste in ons Ballet en danst dit najaar – op pointes, ook wel spitzen of punten genoemd – in New Ballet mécaniqu e van Richard Siegal.

‘Ik ben beginnen te dansen op mijn 8e en sinds mijn 18e ben ik professioneel danser’, vertelt Morgana. ‘Mijn hele carrière al ben ik op zoek naar het perfecte paar pointes. Er zijn honderden fabrikanten en elk merk is anders. Bij Opera Ballet Vlaanderen betrekken we ze meestal bij Bloch, Freed of London of Gaynor Minden. Sinds een tijd ben ik bij de compagnie mee verantwoordelijk voor het beheer van de spitzen. Ik help ze te ordenen in het spitzenlokaal en zorg er mee voor dat elke danser zijn of haar gewenste schoenen heeft.’

‘Bij intense rollen heb ik voor elke voorstelling een nieuw paar pointes nodig. Dat was bijvoorbeeld het geval toen ik Myrtha danste in Giselle van Akram Kahn. Ik zweet enorm, dus ik jaag ze er snel door (lacht). Elk paar wordt met de hand vervaardigd en elke danseres of danser heeft haar of zijn persoonlijke vakman. Die zet bij aflevering zijn stempel op de onderkant, in de vorm van een hartje of kroon bijvoorbeeld – in mijn geval is het een rendier. Tussen danser(es) en vakman ontstaat zo een persoonlijke band en als die laatste met pensioen gaat, is dat een groot verlies.’

Niet enkel dames dansen op pointes, vertelt Morgana, ook steeds meer heren binden ze rond de voeten. ‘Voor Ombra, de nieuwe voorstelling van Alain Platel later dit seizoen, werd ook aan de mannen gevraagd of ze interesse hadden om op punten te dansen. Een aantal hapte toe. Ik heb nauwkeurig hun voeten opgemeten, foto’s genomen uit verschillende hoeken en hun voetomtrek op papier afgetekend. Dat alles werd bezorgd aan de spitzenmakers van Freed of London.’

Pointeschoenen zijn dus maatwerk die wel nog een heleboel doe-het-zelf vragen van de ballerina of ballerino. ‘De linten en de elastieken moeten eraan genaaid worden en dansers verstevigen delen ervan naar wens met secondelijm voor extra ondersteuning.’

Doet het pijn om op punten te dansen? ‘Op zich niet, als je er maar goed voor getraind bent. Dan voelt het zoals je een dag op hoge hakken hebt gelopen. Wat onze compagnie zo bijzonder maakt, is dat we zowel neoklassiek werk brengen, met pointes en andere elementen uit het klassieke ballet, als hedendaagse dans. Beiden vergen een andere manier van voorbereiden. Vergelijk het met trainen voor een triatlon: zwemmen zet andere spieren aan het werk dan lopen of fietsen en voor alle drie moet je lichaam in conditie zijn, anders riskeer je blessures. Bij hedendaagse dans doe je meer grondwerk en moet je een gevoel van zwaarte creëren, wat het rollen over de vloer vergemakkelijkt. Voor pointewerk moeten je spieren je juist liften, dus het tegenovergestelde.’

‘Ik vind het prachtig dat we bij OBV de beide dansstijlen kunnen brengen. We zijn geen louter klassieke compagnie, zoals bijvoorbeeld het Parijse Opera Ballet, maar hebben dansers met uiteenlopende achtergronden in onze rangen. Zo kunnen we onze voorstellingen verrijken met elementen uit de klassieke dans – pointewerk is dan een extra gadget, zeg maar – en tegelijk kan de persoonlijkheid van de dansers meer doorschemeren. Dat brengt de stukken dichter bij het publiek. Ze zijn herkenbaarder dan de sprookjeswereld van de klassieke ballerina’s.’

‘Ik hou van pointewerk. Het is opwindend, ook voor de toeschouwers. Het brengt een zeker gevaar met zich mee. Je valt makkelijker dan op sokken, maar het maakt de bewegingen ook langer en eleganter, je kan verder glijden en als je partner je ronddraait op je pointes ga je veel sneller dan op sokken. Daardoor krijgt het werk extra magie. Het is de kers op de taart en het brengt toeschouwers op de rand van hun stoel. En mocht je toch vallen… tja, dan maakt dat je des te menselijker. En als je dàn weer opstaat, waw, dan gaat het publiek pas echt uit zijn dak.’

© Filip Van Roe

HET SLEUTELMOMENT VAN DIE FLEDERMAUS

de finale van het tweede bedrijf

‘Brüderlein und Schwesterlein wollen alle wir sein’, zingen de beschonken personages tijdens de finale van het tweede bedrijf van Die Fledermaus (1874), de beroemdste operette van ‘walskoning’ Johann Strauss II. Zijn muziek vormt dé sound van de Oostenrijkse Gemütlichkeit. De walsen en polka’s in het tweede bedrijf zijn een schoolvoorbeeld van Strauss’ magistraal georkestreerde Weense klankidioom én ze verklappen meer over de 19e-eeuwse Weense samenleving dan de luchtige plot in eerste instantie doet vermoeden.

— door Maarten Boussery

Acht dagen internering. Dat is de straf die de welgestelde bon-vivant en flapuit Gabriel von Eisenstein moet uitzitten nadat hij een ambtenaar de huid heeft volgescholden. Oorspronkelijk werden hem vijf dagen aangerekend, maar omdat hij tijdens het proces zijn manieren niet kon houden, verzwaarde de rechter de straf. Eisenstein moet zich deze nacht nog bij de gevangenis melden, maar zijn sluwe vriend Dr. Falke heeft een plannetje: waarom niet eerst goed gaan feesten bij prins Orlofsky? Zijn straf is het uitgelezen excuus om geen argwaan te wekken bij Rosalinde, Eisensteins vrouw. Nochtans ziet Rosalinde hem graag een paar dagen verdwijnen: eindelijk kan ze haar minnaar Alfred uitnodigen voor een romantisch onderonsje. Wanneer Eisenstein afscheid heeft genomen en Alfred bij Rosalinde op de bank zit, verschijnt plots gevangenisdirecteur Frank, die Eisenstein naar zijn cel moet begeleiden. Ter bescherming van Rosalinde doet Alfred alsof hij haar echtgenoot is en kan hij niet anders dan zich te laten arresteren. Ondertussen heeft Adele, het kamermeisje van de Eisensteins, een smoesje verzonnen om op Orlofsky’s feest binnen te glippen. Daar verschijnt nu ook Rosalinde, want ze heeft de tip gekregen dat haar echtgenoot op het gemaskerde bal rondhangt. En ook Frank geniet er van de ontspanning, nu hij denkt dat Eisenstein achter tralies zit. Dat iedereen bij Orlofsky belandt, is geen toeval. Alles maakt deel uit van Falkes plan om Eisenstein een poets te bakken. De misverstanden stapelen zich op, de verwarring groeit en de champagne vloeit…

Wat klinkt als het scenario van een F.C. De Kampioenen -aflevering, is het knotsgekke verhaal van een klepper uit het operette-repertoire: Die Fledermaus, gecomponeerd door ‘walskoning’ Johann Strauss II op een libretto van Karl Haffner en Richard Genée. Ver weg van de hoftheaters in het centrum schoten in de Weense voorsteden van de 19e eeuw privétheaters als paddenstoelen uit de grond. Amusement en vertier waren de belangrijkste criteria voor de programmatie. De volkse Franse operette waaide over naar Wenen en won aan populariteit. Op aanraden van de Franse operettecomponist Jacques Offenbach besloot de gerenommeerde Strauss met het genre aan de slag te gaan, aangepast aan de wensen van het Weense publiek. Na enkele eerste

successen componeerde hij in een recordtempo van 42 dagen Die Fledermaus. Hoewel het werk in Wenen aanvankelijk matig werd onthaald, groeide het na verloop van tijd uit tot een belangrijke vertegenwoordiger van de Oostenrijkse muziekcultuur. Die Fledermaus is een van de weinige operettes die op de repertoirelijst van grote internationale operahuizen staat. En wanneer de Wiener Philharmoniker zijn befaamde nieuwjaarsconcert speelt – in 1939 in het leven geroepen door de nazi’s om het Oostenrijkse identiteitsgevoel aan te wakkeren via de ‘volksmuziek’ van de Strauss-dynastie – prijkt de ouverture van Die Fledermaus geregeld op de affiche.

In het feestgedruis kunnen de stoffige realiteit en de zorgen eindelijk vergeten worden, tot plots de klok zes uur slaat en de dronken personages beseffen dat het tijd is om naar huis te gaan
30 HET SLEUTELMOMENT
CONCERTANTE OPERA

Het Oostenrijkse keizerrijk doorzwom woelige wateren in de 19e eeuw. In 1848 kampte het, zoals vele Europese staten, met revolutionaire en nationalistische opstanden. Enkele jaren later, in 1866, verloren de Oostenrijkers internationale slagkracht door hun nederlaag in de oorlog tegen Pruisen. Om spanningen met etnische minderheden zoals de Hongaren te temperen werd het rijk hervormd tot een dubbelmonarchie. In 1873 leidde de Weense beurscrash tot een economische crisis. Keizer Frans Josef besloot om een politiek van de status quo te voeren, in de hoop een zekere stabiliteit in zijn enorme rijk te kunnen bewaren. Tegelijkertijd kreunde Wenen onder een exponentiële bevolkingstoename en groeide de stad uit tot een internationale metropool. De privétheaters werden belangrijke sociale en economische plekken in de Weense multiculturele samenleving. De operette was een welkome afleiding en liet de inwoners ontsnappen aan de realiteit. Bij gebrek aan militaire en economische successen golden muziek en cultuur als de Oostenrijkse lijm die de bevolking bijeen hield. Mensen van alle rangen, standen en afkomsten voelden zich aangetrokken tot de nieuwste ontspanningstrend, waar op tijd en stond plaats was voor satire en kritiek. Het duurde niet lang of de operette werd een belangrijk cultureel exportproduct. In het buitenland stond de Weense operette symbool voor het gemütliche Oostenrijk, dat niet veel meer kon aanvangen dan de tijd te doden.

Die Fledermaus is een product van zijn tijd. Het weerspiegelt een afgesloten universum waarin iedereen uit verveling met zichzelf bezig is, terwijl de personages tegelijk proberen los te breken uit de stilstand waarin het Oostenrijkse keizerrijk zich op dat moment bevindt. Het gemaskerde bal bij prins Orlofsky in het tweede bedrijf biedt hun de gelegenheid zich anders en beter voor te doen dan ze zijn. Adele bluft dat ze een actrice is, Rosalinde komt als Hongaarse gravin, Eisenstein is plots markies, gevangenisdirecteur Frank wordt als Chevalier Chagrin geïntroduceerd. Naarmate de avond vordert, wordt het feest turbulenter. Strauss werkt in de finale van het tweede bedrijf naar een climax waarin hij alle registers opentrekt: Weense walsen, Hongaarse volksmuziek, polka’s en drinkliederen passeren de revue, een voor een fijnzinnig georkestreerd. Zoals excessief alcoholgebruik alomtegenwoordig was in Wenen, blijkt in de operette champagne de enige heerser die ze toejuichen (‘Die Majestät wird anerkannt rings im Land, jubelnd wird Champagner der Erste genannt, es lebe Champagner der Erste!’

– ‘De majesteit wordt onderkend, alom in het land wordt zij jubelend Champagne de Eerste genoemd! Lang leve Champagne de Eerste!’). De extatische muziek, de carnavaleske maskerade en de alcohol verbinden de feestende massa. Zwaar aangeschoten zingt Falke:

Folgt meinem Beispiel, das Glas zur Hand, Und jeder singe, zum Nachbar gewandt:

Brüderlein, Brüderlein und Schwesterlein Wollen alle wir sein, stimmt mit mir ein!

Brüderlein, Brüderlein und Schwesterlein, Lasst das traute Du uns schenken

Für die Ewigkeit, immer so wie heut, Wenn wir morgen noch dran denken!

Volg mijn voorbeeld, het glas in de hand, en eenieder zingt naar zijn buur gekeerd: Broederlief, broederlief en zusterlief willen wij allen zijn, zing met mij mee!

Broederlief, broederlief en zusterlief, laat ons elkaar het intieme ‘jij’ schenken voor de eeuwigheid, altijd zoals vandaag, indien we er morgen nog aan denken!

Iedereen volgt Falkes woorden: de genodigden vallen in elkaars armen, zingen een drinklied over broederschap en beginnen met elkaar te zoenen. Geen rang, stand of afkomst speelt nog een rol. Johann Strauss II, die zich in 1848 achter de revolutionairen schaarde, lijkt even tegen de schenen van de restauratieve Oostenrijkse klassenmaatschappij te stampen. In het feestgedruis kunnen de stoffige realiteit en de zorgen eindelijk vergeten worden, tot plots de klok zes uur slaat en de dronken personages beseffen dat het tijd is om naar huis te gaan. In een laatste muzikale uitspatting laat Strauss het tweede bedrijf en daarmee het verbroederende, carnavalske feest eindigen. De volgende dag volgt de kater. Zoals op het einde van een F.C. De Kampioenen -aflevering de misverstanden worden uitgeklaard en iedereen elkaar vergeeft, wordt in het derde bedrijf van Die Fledermaus de orde hersteld. Rommelen met de status quo, naast je schoenen lopen en jezelf proberen op te werken: dat leidt tot problemen. Om het met de woorden van de brave, gemütliche Oostenrijker Alfred te zeggen: ‘Glücklich ist, wer vergisst, was doch nicht zu ändern ist!’ (Gelukkig is wie vergeet wat toch niet te veranderen is), en hij nipte van zijn glas.

DIE FLEDERMAUS

Johann Strauss II

De beroemdste operette van de ‘walskoning’ in concertante vorm. Strauss’ aanstekelijke muziek gidst je door een verhaal met listige plannetjes, hilarische misverstanden, exuberante drinkpartijen en zure katers. Die Fledermaus knalt zo feestelijk als een fles champagne op nieuwjaarsdag.

OPERA ANTWERPEN

zo 5, di 7, vr 10 nov om 19:30u

zo 12 nov om 15:00u

OPERA GENT

di 14, vr 17, di 21 nov om 19:30u

zo 19 nov om 15:00u

31
‘Deze liederen uitvoeren met Maestro Deutsch was zo lang een droom van me, en nu wordt die droom realiteit.’ Bariton Kartal Karagedik

bundelt de krachten met pianist Helmut Deutsch voor een programma met Schubert-liederen.

— door Tobias Hermans

Kartal Karagedik is een graag geziene gast bij Opera Ballet Vlaanderen, waar hij schitterde in Le Duc d’Albe, Don Carlo, La bohème en recent Le nozze di Figaro. Helmut Deutsch is wereldbekend als vaste begeleider van onder meer Hermann Prey, Irmgard Seefried, Diana Damrau en Jonas Kaufmann. Samen stelden ze een Schubert-programma op met mythologische liederen en liederen over de figuur van de Wanderer. Op 9 oktober delen ze het podium van de Antwerpse opera.

Jullie zijn een bijzondere combinatie. Hoe hebben jullie elkaar leren kennen?

HELMUT DEUTSCH Via een gemeenschappelijke vriend. Een zanger uit Izmir – de thuisstad van Kartal – die aan het Mozarteum in Salzburg heeft gestudeerd, vertelde me drie jaar geleden al dat hij iemand kende bij de opera van Hamburg die ik absoluut moest ontmoeten. Dat bleek Kartal te zijn. Pas afgelopen maart hadden we voor het eerst contact met elkaar. Aanvankelijk was er de pandemie natuurlijk, en Kartal zelf heeft even gewacht om de eerste stap te zetten.

KARTAL KARAGEDIK Ik Ik heb een groot respect voor Maestro Deutsch. Ik was starstruck (lacht). Ik wilde vooral een concreet project kunnen voorstellen. Fysiek hebben we elkaar voor het eerst ontmoet tijdens de Koningin Elisabethwedstrijd in juni. Maestro Deutsch zat in de jury en ik zong toen de rol van graaf Almaviva in Le nozze di Figaro. We hebben afgesproken in Brussel en begonnen samen muziek te maken. Het klikte meteen. Het leek alsof we elkaar al tien jaar kenden.

Waaraan merk je dat het ‘klikt’ tussen jullie?

KARTAL KARAGEDIK We voelen elkaar goed aan, het is alsof we uit één adem gemaakt zijn. Ik ben ervan overtuigd dat je niet veel woorden nodig hebt om samen muziek te maken. Maestro Deutsch geeft de perfecte frasering aan de muziek, waardoor de tekst en de muziek, de zanger en de pianist vanzelfsprekend in dialoog gaan.

HELMUT DEUTSCH Soms komen twee mensen gewoon samen: het gebeurt in de liefde en het gebeurt in de muziek. Muziek bestaat hoofdzakelijk uit dingen die niet in de partituur staan. Zeker in het lied is veel lichaamstaal van beide kanten nodig. Je moet elkaar vooral aanvoelen – hier wil de zanger of zangeres het wat trager, daar wat gewichtiger. Dat maakt van het lied de ‘koningsklasse van de zang’, zoals Jonas Kaufmann het zegt. Zolang je elkaar goed aanvoelt, moet je in het lied als muzikant weinig compromissen sluiten. We komen uit twee verschillende culturen, maar alles loopt zo natuurlijk tussen ons.

Het plan om samen Schubert-liederen uit te voeren was dus snel gemaakt.

KARTAL KARAGEDIK Ik loop al lang met het idee rond een avond met liederen van Schubert te brengen. Ik zie mezelf als een verteller van verhalen. Daarom sta ik zo graag op een operapodium, doe ik aan

EEN REIS TUSSEN

32 SCHUBERT-RECITAL
CONCERT
© Alexandre de Terwangne
‘Soms komen twee mensen gewoon samen: het gebeurt in de liefde en het gebeurt in de muziek. Alles loopt zo natuurlijk tussen ons’

fotografie en wil ik liederen zingen. Het is ongelooflijk hoeveel diepgang je kan aanbrengen in een lied, hoeveel lagen en verhalen je kan aanboren. Tijdens een opera speel je één personage, in een liedconcert belichaam je er tientallen op een avond.

HELMUT DEUTSCH Kartal is naar me toe gekomen met het idee twee belangrijke zijden uit het oeuvre van Schubert te belichten: de mythologische liederen en liederen rond de Wanderer, die eenzame, rondzwervende figuur uit de Duitse romantiek die op zoek is naar connectie met de wereld. Daarop hebben we verder geborduurd. Er zijn zoveel bekende werken van Schubert rond de Wanderer. Niet alleen liederen zoals ‘Wanderers Nachtlied’, maar ook de ‘Wandererfantasie’ voor piano. Toch probeer je verder dan die usual suspects te kijken: ook een schipper of een pelgrim is een Wanderer. Zo kom je samen tot een interessant en vooral persoonlijk programma dat een publiek in die vorm nog maar weinig gehoord heeft.

Wat maakt dit programma zo persoonlijk? Welke verhalen willen jullie vertellen?

TWEE WERELDEN

KARTAL KARAGEDIK Met ons concert willen we een reis tussen twee werelden brengen: die van de mythologie en de Wanderer, van de onderwereld en de wereld. Mythologie spreekt ons allemaal aan: er schuilt veel van de condition humaine in de mythologische liederen van Schubert. Daarnaast wil ik mijn eigen verhaal brengen. Een groot deel van het huidige Turkije maakte deel uit van het antieke Griekenland, en dus van wat we vandaag als de bakermat van de westerse beschaving beschouwen. Dat dreigen we te vaak te vergeten, terwijl er zoveel is dat ons bindt. ‘Schöne Welt, wo bist du?’, ‘Mooie wereld, waar ben je heen?’ klinkt het in ‘Die Götter Griechenlands’ op een tekst van Schiller. Zo voelt het soms wel voor me aan. In zekere zin gaan deze Schubertliederen via de antieke mythologie een gesprek aan tussen de geschiedenis en cultuur van Maestro Deutsch, het publiek en mezelf.

HELMUT DEUTSCH Dat interculturele gesprek kenmerkt ook de Wanderer Iedere muzikant heeft wel voeling met die figuur omdat wij beroepshalve veel reizen. Toen ik jong was, kreeg ik de kans via de cultuurinstituten van Oostenrijk kamermuziek te spelen in Turkije, Iran en Egypte. Dat was een geweldige kennismaking met andere werelden, een absolute verrijking als muzikant. Jammer genoeg bestaan die initiatieven vandaag niet meer.

KARTAL KARAGEDIK Met de figuur van de Wanderer voel ik me bovendien persoonlijk zeer verbonden omdat ik zelf ook niet helemaal weet waar ik thuis ben. Ik groeide op in Izmir, een stad die meer inwoners heeft dan Wenen, maar cultureel werd die plek al snel ‘zu eng, zu schmall’, ‘te klein, te benauwd’ voor mij, zoals de jongen in het lied ‘Drang in die Ferne’ aan zijn vader probeert uit te leggen. Ik wilde de wereld verkennen en de geboorteplaats leren kennen van de muziek waar ik mijn leven aan wilde wijden. Ik heb een emotionele en een geestelijke thuis en voel me voortdurend geworpen tussen twee werelden, het centrale thema van ons concert.

Is dat de reden waarom jullie dit concert niet enkel in Antwerpen, maar ook in Istanbul opvoeren?

KARTAL KARAGEDIK Sowieso hoop ik dat dit het begin van een lange samenwerking tussen ons beiden betekent. We hebben al plannen om cd-opnamen van ons Schubert-programma te maken. Maar inderdaad, het zal bijzonder zijn om dit repertoire in mijn thuisland te brengen. Turken zijn zeer passionele mensen. Ik denk dat de liederen in ons programma die kant van hen zeker zullen beroeren. En ik hoop die van het publiek in Antwerpen ook! (lacht)

OBV MAGAZINE 15 33
OPERA ANTWERPEN ma 9 okt om 20:00u
SCHUBERT-RECITAL Kartal Karagedik & Helmut Deutsch

HET KINDERKOOR

Op zondagvoormiddagen lopen ze dartel de trappen van ons operahuis op. Eens op de vijfde verdieping nemen ze enthousiast plaats op hun stoel in de koor- en repetitiezalen en beginnen ze geconcentreerd aan de orde van de dag. De kinderen van ons kinderkoor zijn tussen 6 en 16 jaar en hebben misschien wel de merkwaardigste hobby van hun klas. Waarom kozen ze voor het kinderkoor van OBV? En hoe verloopt zo’n kinderkoorcarrière? Ze vertellen het graag zelf.

— door Eline Hadermann / foto’s byW/M en Koen Broos

34 HET KINDERKOOR
OBV MAGAZINE 15 35
OVER… © byW/M
HET KINDERKOOR

GEZOCHT: KINDEREN DIE GRAAG ZINGEN

Sinds april 2023 hebben zo’n 15-tal nieuwe kinderen zich aangesloten bij het kinderkoor. Zij repeteren nu aan het lied Licht in mijn handen van Vic Nees, dat ze in september brengen op een concert voor de Koning Boudewijnstichting. Wanneer hun gevraagd wordt waarom ze meededen aan de auditie, klinkt één antwoord: ze zingen graag, en veel. Voor Rosie (10) was het een hele belevenis om zo’n echte auditie mee te maken: ‘Ik besloot mee te doen dankzij mijn koorjuf van de academie. Toen ik in de koorzaal stond om mijn liedje te zingen, begonnen mijn benen toch een beetje te trillen van de zenuwen!’ Op het auditieprogramma staan doorgaans geen klassieke zangstukken of aria’s, wel liedjes die de jonge zangers écht graag zingen. Zo koos Millo (7) onlangs nog voor Wacht maar af totdat ik koning ben uit de Disneyfilm De leeuwenkoning, en Oliwier (9) een paar jaar geleden voor een Pools kerstliedje dat hij tijdens de kerstperiode samen met zijn familie zingt. Jaarlijks houdt OBV een auditie voor het kinderkoor. Soms wordt er tussendoor een extra ingelast, afhankelijk van wat op het programma staat. Per productie moet natuurlijk het juiste aantal kinderen ingeschakeld kunnen worden. Tijdens de auditie wordt gelet op het stemgebruik en het gehoor, maar het allerbelangrijkste criterium is de motivatie: dat kinderen echt graag zingen, dat ze er plezier aan beleven geeft de doorslag.

Voor de meeste kinderen is de operakunst een ware ontdekking. Alexander (7) weet bijvoorbeeld wel dat opera draait om een orkestbak, een podium en een handjevol zangers. ‘Het is alsof er een toneel wordt getoond. Alleen wordt er niet gesproken, maar gezongen.’ Rosie en Nora (10) kennen de kunstvorm van hun grootouders. ‘Mijn opa kijkt vaak naar Duitse opera’s op televisie. Ik heb al vaak meegekeken en soms vond ik het wel een beetje… raar.’ Ook de iets oudere anciens in het kinderkoor moeten toegeven dat ze voor hun intrede weinig ervaring hadden met de kunstvorm. Zo had Isabella (14) een net iets ‘statischer’ idee van opera. ‘In het begin wist ik alleen dat ik elke zondag ergens zou gaan zingen. Mijn eerste productie met het kinderkoor was een concertante uitvoering van Carmen, waarbij ik dacht: “staan en zingen, is dat nu opera?” Toen we een paar maanden later op het podium stonden voor de voorstelling Banket, kon ik mijn ogen en oren niet geloven: we zongen in het Nederlands, iedereen had een spreekrolletje en we aten zelfs pannenkoeken op het toneel. Pas toen besefte ik wat opera echt kon zijn.’ Voor de allernieuwsten moet de ontdekkingsreis nog beginnen: ‘Bij het woord opera zie ik haast altijd het beeld van een vikingvrouw voor mij – kan dat?’, vraagt Emma (10) zich af.

‘Ik heb op dat podium ook wel dingen gezien die, denk ik, niet voor mijn ogen bestemd waren… Maar dan doe ik gewoon mijn ogen dicht…’

Astrid (11)

ZING EENS OPERA?’

Voor de kinderen die al een tijdje in het kinderkoor vertoeven, is opera ondertussen een passie geworden. Met vuur spreken ze over de voorstellingen waarin ze te zien waren, zoals Banket, La bohème, Der Schmied von Gent en Kruistocht. Axelle (9), lid sinds september 2022, verklaart hun enthousiasme door de grote diversiteit aan vaardigheden die ze dankzij zulke producties meekrijgen. ‘In het kinderkoor leer ik natuurlijk veel over mijn stem. Toen ik auditie deed, wist ik bijvoorbeeld niet dat ik op een warme, zachte manier kon zingen zoals ik dat nu kan. Tijdens producties zoals Kruistocht leer je behalve zingen ook nog eens acteren, dansen, bewegen… Het is fijn dat er altijd iets nieuws bij komt kijken – dat heb je bij andere hobby’s niet zo gauw.’

Hoe magisch de operawereld ook mag zijn, de kinderen beseffen maar al te goed dat het eigenlijk een universum van volwassenen is. Zo vertelt Oliwier: ‘In La bohème, mijn allereerste productie, begreep ik niet altijd

wat er gaande was op het podium. Ik dacht: waarom moet ik nu opeens met een lege fles gaan spelen?’ Astrid (11) trekt grote ogen: ‘Ik heb op dat podium ook wel dingen gezien die, denk ik, niet voor mijn ogen bestemd waren… Maar dan doe ik gewoon mijn ogen dicht ( gniffelt).’ De artistieke, professionele omgeving van Opera Ballet Vlaanderen eist ook discipline. ‘Tijdens de repetities moet je vaak lang wachten. Met een kostuum aan van wel drie lagen, kan dat echt vermoeiend zijn. Dat het soms laat wordt, neem ik er graag bij – dat is een goed excuus om wat langer te mogen opblijven’, glimlacht Milla (9). Ook Li-Wei (12) ziet voor- en nadelen in haar semi-professionele hobby: ‘Het is wel leuk dat je af en toe een uurtje vroeger van school weg mag om een voorstelling te gaan spelen. Maar uiteindelijk moet je die gemiste leerstof ook wel inhalen. Een goede huiswerkplanning is noodzakelijk.’

Dat het kinderkoor de meest bijzondere hobby is van de jonge zangers, staat buiten kijf. Volgens Lucija (13) stuit haar (meer dan) wekelijkse bezoek aan de opera weleens op onbegrip in de klas. ‘Mijn klasgenoten vragen me soms: Hey Lucija, zing eens opera! Ze beseffen niet dat het heel raar zou zijn, mocht ik uit het niets de tweede stem uit een vierstemmig koorstuk zingen.’ Amélie (12) treedt haar bij: ‘Ja, en dan ben ik nog niet eens ingezongen! Zo gaat dat niet hoor (lacht).’

VRIENDEN VOOR HET LEVEN

Hun gegiechel en enthousiast gepraat zeggen genoeg: de kinderkoorleden zijn echte vrienden. Elise-Marie (14) legt uit hoe dat komt: ‘Lucija gaf het al aan: niemand, behalve wij, begrijpt écht wat wij meemaken hier. Het is zo’n unieke, maar ook intense ervaring die je deelt. Van zondagvoormiddagen en lange busritten naar theaters over heel België tot de spanning op en naast het podium: je maakt de mooiste herinneringen met de hele groep. Dat schept een speciale band.’ Li-Wei en Paul (12) knikken hevig: ‘Iedereen zit op dezelfde golflengte. Je deelt passies en interesses, waardoor je echt volledig jezelf kan zijn.’ Om elk kind goed te laten integreren in die sterke groep heeft het kinderkoor een

36 HET KINDERKOOR
© Koen Broos

meter- en petersysteem. Astrid is voor het eerst zelf meter: ‘Het is mijn taak om het nieuwe lid een welkom gevoel te geven. Daarom help ik mijn metekind bij het volgen van de partituren tijdens de repetities en betrek ik haar tijdens de pauzes bij de rest van de groep.’

De vriendschapsband tussen de koorleden komt ook van pas wanneer iets misloopt op het podium. ‘Tijdens een voorstelling kreeg een van ons eens een blackout bij een solozinnetje. Op dat moment schoten we meteen te hulp en fluisterden we het zinnetje voor’, zegt Isabella. ‘Stressbestendig zijn, dat leer je hier ook wel’, voegt Amelie daar lachend aan toe. Die vaardigheid gaat gepaard met een gegroeid zelfvertrouwen bij de kinderen. Paul vertelt: ‘Ik weet nog hoe ik was tijdens die eerste weken. Ik wilde absolùùt niet alleen zingen en zodra Hendrik (Derolez, die het kinderkoor leidt, red.) nog maar een beetje feedback gaf, begon ik te huilen. Ook in de klas sloeg ik wit uit wanneer ik een spreekbeurt moest geven… Na een paar jaar ben ik zo veranderd: ik durf alleen te zingen – ik heb zelfs een solootje gekregen – en wanneer ik in de klas moet presenteren denk ik: kom op, ik zong al voor 2.000 man, ik kan dit.’

AAN ALLE MOOIE LIEDJES…

Pauls overwonnen angst is een van de belangrijkste vaardigheden die de koorleden zullen meenemen naar hun leven na het kinderkoor. Hun kinderkoorcarrière eindigt overigens niet abrupt. Eens de puberteit is aangebroken, wordt met elk kind besproken hoe het nog verder kan groeien in het koor en wat zijn of haar laatste productie zal zijn. Op die manier kan iedereen een intense en leerrijke kinderkoortijd mooi afsluiten, met een rugzakje vol ervaringen. De kinderen hebben dan een lange weg afgelegd. Ze krijgen een pakket mee dat een positief effect heeft op hun persoonsontwikkeling. Alleen durven zingen, je hart openen en kwetsbaar zijn, het publiek aankijken, initiatief leren nemen in de groep, maar ook samen iets moois opbouwen en bewust je enthousiasme voor muziek en theater etaleren: die tools zullen de kinderen ook buiten de muziekwereld de wind van achteren geven.

Maar aan het einde van hun kinderkoortijd denken de kinderen nu nog niet. De een kijkt ernaar uit om Kruistocht te hernemen, de ander staat te popelen om in september ‘het concert voor de Koning en Koningin’ te brengen of later het Requiem van Fauré. En voor die kinderen die op tour gaan met Carmen (met B-Rock orchestra, red.), zit er een tripje naar Parijs in. ‘Misschien zien we de Eiffeltoren wel’, klinkt het enthousiast.

KRUISTOCHT

Kruistocht is een familie-opera over kinderslavernij en migratie door kinderen. We maken een reis door de tijd, op zoek naar de rechten van het kind. Op de scène vinden we een diverse cast van alle leeftijden, het kinderkoor van Opera Ballet Vlaanderen en publiekslievelingen zoals Marjan De Schutter en Jaouad Alloul.

OPERA ANTWERPEN

do 26 okt om 10:30u

do 26 okt om 14:00u

vr 27, za 28 okt om 20:00u

zo 29 okt om 15:00u

OBV MAGAZINE 15 37
© Koen
Broos

NAAR EEN WERELD VAN RUST, LICHT EN VREDE

CONCERT 38 FAURÉ REQUIEM Arnold Böcklin Grabstein 1880
‘Een Requiem zo zacht als mezelf’, zo typeerde Gabriel Fauré zijn Messe de Requiem (1887-’90), opus 48. Het is zowel een van de populairste Requiems uit het repertoire als het meest gekoesterde werk van de Franse componist. Fauré krijgt het gezelschap van Debussy en Mozart, in dit openingsconcert in grote stijl met vocale solisten, Kinderkoor, Koor en het Symfonisch Orkest van OBV onder leiding van muziekdirecteur

WIEGELIED VAN DE DOOD

De populariteit van Faurés Requiem heeft veel te maken met het door en door menselijke en troostende karakter ervan. Het is religieuze muziek op mensenmaat. Fauré beschouwde de dood als ‘een gelukkige bevrijding, een hunkering naar geluk in het hiernamaals, eerder dan een pijnlijke overgang’. Het zijn woorden uit een interview uit 1902 waarin de componist ook de omschrijving ‘wiegelied van de dood’ aanhaalde, die hij in zijn omgeving had opgevangen – een typering waarin hij zich helemaal kon vinden. Faurés Requiem omringt het heengaan niet met pathos maar voert ons binnen in een wereld van rust, licht en vrede. Opvallend daarbij is de afwezigheid van een Dies Irae, de dramatische evocatie van het Laatste Oordeel, die bij vele componisten uit de 19e eeuw aanleiding was voor grandioze, theatrale effecten maar die ook in het geheugen van menig muziekliefhebber gegrift staat in de gespierde versie van Mozarts Requiem. Alleen in het aangrijpende deel Libera me, met zijn prachtige bariton solo, herinnert Fauré ons kort aan de Dag des Oordeels. Een ingetogen werk kortom dat radicaal verschilt van de groots opgezette Requiems met opera-allures van voorgangers zoals Cherubini, Berlioz en Verdi.

Fauré beschouwde de dood als ‘een gelukkige bevrijding, een hunkering naar geluk in het hiernamaals, eerder dan een pijnlijke overgang’

Gevraagd naar de aanleiding om een Requiem te componeren antwoordde de componist laconiek in een brief aan Maurice Emmanuel (omstreeks 1910): ‘zomaar… voor het plezier als ik dat mag zeggen!’. Ook al ontstond het werk in de jaren waarin zijn ouders waren overleden, hij benadrukte dat zijn Requiem niet verbonden was met eigen rouw of verwerking van persoonlijk verdriet. In zijn typische, nuchtere stijl vertrouwde hij de journalist uit het vermelde interview toe dat hij er ‘genoeg van had jarenlang begrafenissen te begeleiden als organist’ en ‘dat hij eens iets anders wilde’. De bekentenis raakt de kern van de zaak: Faurés Requiem was nauw verbonden met de liturgie en was in oorsprong niet gedacht voor de concertzaal. Het lijkt erop dat de componist met zijn dodenmis een alternatief wilde voor de gangbare, gregoriaanse mis en daarbij voor de nederige toon en het ingetogen karakter van de liturgie koos. Op het moment dat hij het Requiem componeerde, werkte Fauré al een tiental jaar aan de Madeleine-kerk in Parijs, eerst officieus als vervanger van Camille Saint-Saëns en vanaf 1877 als ‘maître de chapelle’. Het was dan ook in ‘la Madeleine’ dat de Messe de Requiem voor het eerst weerklonk, in een versie voor kleine bezetting, op een herdenkingsmis (16 januari 1888) voor de architect Joseph-Michel Le Soufaché. Na deze première zou het Requiem nog verschillende jaren in de Madeleine-kerk worden gespeeld waarbij de componist zijn werk uitbreidde en reviseerde. Pas geleidelijk aan begon hij te denken aan een publicatie van de mis en wanneer hij in 1890 een contract afsloot

Alejo Pérez.

met uitgever Julien Hamelle, die hem onder druk zette om de bescheiden kamermuzikale versie van het origineel te herwerken voor groot symfonisch orkest, lag de weg open naar de concertzaal. Met zijn bevallige melodische lijnen, uiterste naturel in de expressie en een vaak feërieke, etherische klankwereld – denken we aan de hemelse kinderstemmen in het In Paradisum – blijft Faurés Requiem vele harten veroveren.

HEMEL EN AARDE

Ingetogenheid en sereniteit kenmerken ook de andere werken op het programma. Van Mozarts Maurerische Trauermusik, te vertalen als ‘Vrijmetselaarstreurmuziek’, weten we dat het net zoals Faurés Requiem weerklonk op een rouwdienst ter nagedachtenis van twee specifieke personen: de logebroeders hertog Georg-August von Mecklenburg en graaf Franz Esterházy von Galántha. Beide leden van de Weense aristocratie waren overleden in november 1785. Ook al betreft het muziek voor een niet-religieuze context, Mozart verwees in dit instrumentale werk, met zijn uitgebreide blazersbezetting, naar het Miserere uit de Requiemmis en naar de Lamentaties voor de Goede Week, door de ‘tonus peregrinus’ of ‘wandelende toon’ aan te wenden, een soort melodische formule die in het gregoriaans voorkomt. Kortom, vrijmetselaarsmuziek met nauwelijks verhulde toespelingen op de liturgie. Net zoals Faurés Requiem vond dit kleinood uiteindelijk een concertpubliek.

Ook Debussy’s cantate La Damoiselle élue brengt religieuze inspiratie weer binnen via een achterpoortje, ondanks het wereldse karakter van de poëzie die eraan ten grondslag ligt. Debussy baseerde zich op een fragment uit het lange gedicht The Blessed Damozel van de Britse auteur en schilder Dante Gabriel Rossetti. Daarin smacht een vrouw, die na haar dood naar de hemel is opgestegen, naar een hereniging met haar geliefde, die nog op aarde vertoeft. Eens ook hij ten hemel is opgestegen, wil ze Maria en Christus vragen hen terug samen te brengen. Maar de ‘uitverkoren vrouw’ blijft wachten, overmand door verdriet. In dit vroege werk voor sopraan, mezzosopraan, dameskoor en orkest, van de hand van een 22-jarige Debussy, horen we al partituren als La Mer en de opera Pelléas et Mélisande aangekondigd. Het is muziek vol atmosfeer en pasteltinten die de gedroomde match is voor de dromerige, quasi-sacrale toon van het oorspronkelijke gedicht, dat Rossetti nadien nog inspireerde voor een schilderij dat overduidelijk het model van de renaissancekunst voor ogen had.

REQUIEM

Orkest, Koor en Kinderkoor van Opera Ballet Vlaanderen bundelen hun krachten voor een programma in het teken van verlies. Faurés serene Requiem staat naast Mozarts Maurerische Trauermusik en de kleurenpracht van Debussy’s cantate La Damoiselle élue

SINT-BAAFSKATHEDRAAL GENT do 28 sep om 20:30u

DE SINGEL ANTWERPEN wo 4 okt om 20:00u

OBV MAGAZINE 15 39

WELKOM SARAH YANG

De Zuid-Koreaanse

Sarah Yang en de Zuid-Afrikaanse Rueben Mbonambi vormen dit seizoen het Jong Ensemble van Opera Ballet Vlaanderen. Aangename kennismaking!

— door Wilfried Eetezonne

Het zijn vaak kleine dingen die tonen hoe professioneel een artiest is en dat gebeurt niet altijd op het podium. Voor we aan de fotosessie met Sarah Yang beginnen – de trappen van de Antwerpse opera vormen het decor – haalt de jonge sopraan een ander paar schoenen boven. Sportschoenen worden snel gewisseld voor een hakje. Voor iemand die aan het begin van een carrière staat, toont het meteen de zin voor detail. ‘Presentatie is alles’, zal ze later in het interview vertellen.

Dat interview geeft ze vanuit Stuttgart, waar ze studeerde aan de Hochschule für Musik en vervolgens is blijven plakken. ‘Mijn vader is ook zanger dus muziek zat er al vroeg in. Ik studeerde al zang in de middelbare school in Korea. Daarna heb ik hier in Stuttgart verder gestudeerd. Hier in Duitsland merkte ik dat het publiek aandachtiger en met meer kennis naar muziek luistert. Het is indrukwekkend om dat vast te stellen. Dat heeft in mijn hart het vuur voor opera alleen maar aangewakkerd en het maakte ook dat ik een tandje ging bijsteken. Daardoor kwam ik ook in het wedstrijdencircuit terecht. Ik doe graag wedstrijden, zo kan ik aftoetsen waar ik sta.’

©
Diego Franssens

Op YouTube kan je zien hoe Yang zich op de Montserrat Caballé zangwedstrijd naar de tweede prijs zingt met ‘Ah, je veux vivre’, de sprankelende aria van Juliette uit Roméo et Juliette van Charles Gounod. Ons gesprek vindt plaats voor de finaleweek van de Koningin Elisabethwedstrijd voor Zang losbarst en we weten op dat moment nog niet dat de jonge Zuid-Koreaan Taehan Kim de eerste prijs zal winnen. ‘Zingen en deelnemen aan wedstrijden zit in onze aard’, zo lacht ze met het cliché dat haar landgenoten elke muziekwedstrijd lijken te winnen, met dank aan hun bejubelde muziekonderwijs. ‘Zuid-Koreanen zijn van nature vrolijke mensen’, zegt ze. ‘De levensvreugde zit in ons bloed, in onze muziek en onze dansen. Tegelijk heeft mijn land een zeer tragische geschiedenis gekend. Die combinatie van vreugde en triestheid is misschien wel een goede voedingsbodem om muziek te maken.’

‘De combinatie van vreugde en triestheid van Zuid-Korea is misschien wel een goede voedingsbodem om muziek te maken’

Of het Franse 19e-eeuwse repertoire haar goed ligt? ‘De aria van Juliette is inderdaad ideaal voor mij, maar de Franse uitspraak is moeilijk en ik vind tekst belangrijk. Ik moet elk woord kennen, moet weten wat ik zing. Misschien vind ik dat wel belangrijker dan de noten. Die komen gewoon en mooie muziek maken we met zijn allen. Maar maken dat het publiek je begrijpt… presentatie is alles. Les Pêcheurs de perles (waarin ze dit seizoen de rol van Leila alterneert met Elena Tsallagova, red.) wordt dus een uitdaging’, lacht ze. ‘Ik heb ook een publiek nodig. Tijdens de lockdowns gebeurden veel wedstrijden of audities online of via opnames. Ik merkte dat me dat minder ligt.’

Mozart wordt genoemd als favoriete componist, wat niet zo verwonderlijk is, maar ook Richard Strauss en Sophie uit zijn Rosenkavalier is een droomrol. ‘Hoe dat personage zich ontwikkelt tijdens de opera vind ik zeer mooi, maar er zijn zoveel rollen.’

Of ze al vaak in België is geweest? ‘Enkel voor mijn auditie en om een appartement te zoeken. Het is maar vijf uur van Stuttgart, maar toch lijkt Antwerpen een andere wereld. Ja, het leven van een operasolist is er nu eenmaal een van reizen. Ik heb steeds een koffer klaarstaan en als ik met vrienden chat is de eerste vraag meestal in welke stad of welk land ze op dat moment zijn.’

Dat ze in een operahuis terecht zal komen dat niet het verroeste repertoiretheater brengt maar avontuurlijke wegen inslaat, vindt ze spannend. ‘Tristan und Isolde vond ik een prachtige productie. Ik kende het huis al en ik heb verschillende fragmenten gezien uit jullie producties. Telkens dacht ik: wauw, er bestaat een huis dat op deze manier opera durft te maken. Ik studeer nu La clemenza di Tito en ook dat wordt een spannende productie. Ik kijk ernaar uit en ook om België te ontdekken.’

40 JONG ENSEMBLE

RUEBEN MBONAMBI

Mbonambi’s muzikale leven begon in het kerkkoor. ‘Een beetje zoals iedereen hier. Kerkkoren houden ook regelmatig wedstrijden en vervolgens deed ik ook mee aan solowedstrijden. Via dat circuit merkte iemand me op en stelde voor de operaopleiding aan de Universiteit van Cape Town te volgen. Die heb ik nu dus afgerond.’

Dat wil niet zeggen dat hij nog geen podiumervaring heeft: Raimondo in Lucia di Lammermoor, Coline in La bohème, Angelotti in Tosca… zijn al afgevinkt op zijn repertoire en jawel ook Nurabat, de rol in Les Pêcheurs de perles die hij dit seizoen ook bij OBV zal brengen. ‘Ik hou van Nurabat: zijn kalmte, zijn wijsheid, zijn strengheid.’ Mbonambij beseft dat hij als bas een carrière tegemoet als priester of schurk. ‘Of vaders’, lacht hij. ‘Weet je, de rollen voor bassen zijn niet zo slecht. Meestal zijn het figuren die het hoofdpersonage begeleiden in het leven en af en toe ook moeten straffen.’

‘De rollen voor bassen zijn niet zo slecht. Meestal zijn het figuren die het hoofdpersonage begeleiden in het leven en af en toe ook moeten straffen’

Hij droomt ervan Sarastro te zingen in Die Zauberflöte, een rol die hij al heeft ingestudeerd voor het geval dat. ‘Of Philippe II in Don Carlos. Zijn grote aria heb ik onlangs gezongen tijdens een concert. De organisator fronste de wenkbrauwen omdat hij me nog te jong vond. Toch kan ik veel herkennen in dat personage. Na het concert zei diezelfde organisator me: blijf deze aria zingen.’

Welke operapersonages zou hij graag uitnodigen voor een fantasy dinner ? ‘Sarastro, natuurlijk. Hij leert de mensheid over vergeving, liefde en een manier van leven. Aïda, omdat ze zo sterk is en nooit opgeeft, hoewel ze verscheurd wordt door haar liefde tussen haar land en Radamès. En misschien Dulcamara uit L’Elisir d’amore. Ja, het is een leugenaar maar hij zal voor conversatie zorgen en brengt het trio een beetje in balans. Don Giovanni zou ik nooit uitnodigen. Hij heeft geen respect voor vrouwen.’

Maar eerst dus die Belgische winters en Mbonambi bruist nog meer van enthousiasme als hij aan zijn nakende reis denkt. ‘Het wordt een spannend avontuur voor mij. Niet enkel om samen te werken in jullie huis, maar ook om jullie land te ontdekken. Mijn arts vertelde me over het Rubenshuis in Antwerpen en dat wil ik zeker bezoeken. Daar kijk ik zo ontzettend naar uit!’ Met zoveel enthousiasme hadden we niet de moed hem te vertellen dat het Rubenshuis wegens renovatie voor enkele jaren gesloten is.

Je verwacht het niet meteen van wie dan ook en sowieso niet van een Zuid-Afrikaan, maar Rueben Mbonambi meent het: ‘Ik kijk uit naar de Belgische winters.’ Op ons scherm verschijnt hij in een dikke trui met rolkraag met daarover een jas. Het is dit jaar een venijnig koude winter in Kaapstad. ‘In België hebben huizen centrale verwarming. Hier in Zuid-Afrika niet en moet je je behelpen door een kachel in huis te halen, maar het blijft bitter koud’, zegt hij.

Los van die kleine winterdip straalt de jonge bas als een goed glas Stellenbosch. Dit seizoen maakt Rueben Mbonambij deel uit van het Jong Ensemble van Opera Ballet Vlaanderen. Hij komt rechtstreeks van de schoolbanken want eind vorig seizoen studeerde hij af. ‘Dat is al een bijzonder moment, maar het werd nog specialer doordat ik mocht optreden tijdens de ceremonie voor de alumni’, glimt hij. Hij zong ‘ I Got Plenty o’ Nuttin’ uit Gerschwins Porgy and Bess wat passend is voor een artiest die de wereld in stapt met een hart vol muziek en een hoofd vol dromen van een volle zaal.

Sarah Yang is komend seizoen te zien in o.a. La clemenza di Tito, Die Fledermaus en Les Pêcheurs de perles, Rueben Mbonambi voegt zich vanaf december bij het Jong Ensemble.

OBV MAGAZINE 15 41
© Koa Photography

APERITIEF CONCERTEN

De reeks kamerconcerten in het seizoen 2022-2023 werd een inslaand succes. Het publiek greep de gelegenheid om onze zangers en orkestleden solistisch aan het werk te horen gretig aan. Ook in dit nieuwe seizoen presenteren we een hele reeks concerten met talent uit eigen huis. Daarbij dopen we de kamerconcerten officieel om tot aperitiefconcerten. Na elk concert is er de gelegenheid om gezellig na te praten met de artiesten in de foyer.

SLAVISCH HOUT

De hobo’s, klarinetten, fagotten en hoorns van het Symfonisch Orkest, ondersteund door cello en contrabas, in een programma vol Slavische gloed met Dvořáks Serenade en Janáčeks Mladi (Jeugd), aangevuld met werk van Gideon Klein.

OPERA ANTWERPEN

do 12 okt om 19:00u

OPERA GENT

vr 13 okt om 19:00u

ROMANTISCHE STRIJKERS

Een strijkkwintet van – opnieuw – Dvořák wordt geflankeerd door een strijksextet van Brahms. Romantische kamermuziek op zijn best met de alom geprezen strijkers van ons Symfonisch Orkest.

OPERA ANTWERPEN

za 25 nov om 19:00u

OPERA GENT

zo 26 nov om 17:00u

42 APERITIEFCONCERTEN
© Tom Cornille © Filip Van Roe

VRIENDEN NIEUWS

TEA PARTY

Het startschot van het Vriendenjaar wordt traditiegetrouw gegeven in de tuin van Jan en Nadien De Backer, in Schoten. Verwacht muzikaal vuurwerk en nadien tongstrelende desserts in een onvergetelijke setting.

zo 3 sep om 15:00u — Domein Jan en Nadien De Backer, Schoten

ALS VRIEND ERVAAR JE MEER

Wist je dat er als Vriend meer deuren openen? Zo krijg je onder meer toegang tot de open repetities* en vang je als eerste een glimp op van onze producties.

VOORGENERALE REPETITIE LA CLEMENZA DI TITO do 7 sep om 14:00u — Opera Antwerpen

GENERALE REPETITIE NEW BALLET MÉCANIQUE / HALF LIFE ma 2 okt om 19:00u — Opera Antwerpen

GENERALE REPETITIE SCHEMER wo 8 nov om 20:00u — Opera Gent

*als je minstens kaartjes kocht voor 3 voorstellingen of al abonnee bent

VRIENDENGALA DIE FLEDERMAUS

Elk jaar trekken de Vrienden – minstens – één keer alle registers open voor een gala waarvan de opbrengst naar hun werking (en aan het einde van de rit dus naar Opera Ballet Vlaanderen) gaat. Na de balleteditie voor de Jonge Vrienden vorig jaar staat dit seizoen weer een operagala op het programma. Op zondag 19 november is er eerst Strauss’ opbeurende operette Die Fledermaus in een semi-scenische versie van Tom Goossens, die onlangs nog hoge ogen gooide met zijn interpretatie van Le nozze di Figaro. Na de voorstelling schuiven dirigent en solisten aan voor een extra feestelijk diner in de salons van de Gentse opera, samen met de Vrienden en al wie ons huis een warm hart toedraagt.

OPERA GENT

Vriendenprijs (voorstelling inclusief) diner: 230 euro standaardprijs (voorstelling inclusief) diner: 250 euro tickets via operaballetvrienden.be

Heb je al een kaartje voor een andere voorstelling? Dan kan je dat makkelijk ruilen naar deze galavoorstelling (er zijn aparte plaatsen voorbehouden voor het gala). Je betaalt dan alleen voor het diner. Neem in dat geval even contact op met vrienden@operaballet.be

DANKJEWEL X 213.500

De vzw Vrienden van Opera Ballet Vlaanderen blijft de grootste sponsor, moreel én financieel, van ons huis. In 2022 schonken alle Vrienden samen maar liefst 213.500 euro aan het huis dat hen zo na aan het hart ligt. Bedankt aan alle Vrienden daarvoor en in het bijzonder aan wie daar als Mecenas, Erevriend of Huisvriend extra toe heeft bijgedragen.

MECENASSEN

Pol en Chris Bamelis, Jan en Nadien De Backer-Calle, Rudi en Viviane De Becker, Marc Franco en Rita Janssen, Mignon Graafland, Mieke Jacobs-Mulder, Thomas en Nancy Leysen, Patrick Maes en Nadine Cagnie, Jo en Edith Hageman-Vermeiren, Johan en Francine Miljoen-van der Linden, Guy en Martine Reyniers, Ludo en Ria Schellens, Frans Staals, Gerlyn en Ilse Staals, Wilfried en Denise Theunissen-Bruneel, Simonne Timmermans-De Rop, William en Livine Van de Velde-Van der Wee, Leopold en Mia Van Hool, Valerie en Bernard Van Hool, Jan en Nora Vermeulen, Peter Vandamme, Axel en May Vervoordt

EREVRIENDEN

Rik Allaert, Frank en Rita Arts, Monika Barkholt, Francine Bodderez, Joris Bulteel en Olivier De Ridder, Dirk Callebaut en Hilde Deplanter, Cecile Cambien, A.J. Carels, Kathryn Cauwenbergh, Jan en Danielle Cerfontaine-De Meulenaer, Walter Claes, Erik en Sylvie Claessens-Kocken, Chris en Els Claessens-Maldoy, Jacques Claus, Jan Cobbaut, Tom Coeckelbergh en Maarten Versteven, Marc en Annie Corluy-De Smedt, Dirk en Lieve Cornette - Van Hoyland, CPM NV, Dirk en Bea De Backer, Joris De Meester, Liane De Meester, Hugo en Christine De Mey-Van Velthoven, Jos De Meyere, Catherine Debrouwere, Wim De Paepe, Luc en Rita De Quinnemar, Eric en Catherine Deckers- Dael, Jan en Martine Declerck-Van Den Weghe, Mimi Delafaille, Marie-Paule Derde, Philippe en Christine Detavernier-Verfaille, Jaap Deutekom, Pol Dewaele, Magda Deygers, Philippe en Sylvie D’heygere-Vercruysse, Bernard Dubois, Jean en Ann Dusesoi-de Wilde, Jean-Pierre Eykelberg, Martin Franck, Maxime en Jeannine Hamers-Dochez, Walter en Anne Hens-Janssens, Marita Heyvaert, Philippe en Kitty Hopchet, Catherine Huyghe, Giovanni en Matthijs Immegeers-Hoekstra, Marleen en Patrick Janssens-Callaert, Harold en Nicole Kint-De Smet, Sabine Koklenberg, Ilse Krols, Piet Lamberts-Van Assche, Pascale Lauwereys en Peter Langley, Jan en Katelijne Lemmens-Boon, Erik Loosen, Dirk Maertens, Micky Maes, Bertrand en Katrien Mekeirel-De Baets, Jean-Paul en Leona MeulemansBeliën, Harold en Eliane Naessens-Neven, Theo Peeters, Charles en Carla Petré-Huysmans, Jan Raes, Christian Rasschaert, Michel en Katie Robeyns-De Pauw, Willy Sansen, Isabelle Santens, Ferry Saris, François en Veronique Saverys-De Hemptinne, Jack Slijper, Jacobus en Marianne Stuyck-Goossens, Philippe Thewissen, Luc en Patricia Timmermans - Desair, Heiko en Jan Unterstab-Decoene, Michèle Van Bogaert, Mats Van Delen, Joseph en Brigitta Van Elst-Peeters, Vik en Katrien Vandamme-Van Eeckhoutte, Jos en Lorette Van der Perre-Devriendt, Peter Van Hoecke, Veerle Van Kerckhoven, Luc Van Mulders, Oliver en Nick Vandecappelle - Sablon, Leen Vandecruys, Koen en Renilde Vandelanotte-Draulans, Katrien Vandenbroucke, Marc Vandijck en Laure Vandersmissen, Ingrid Vanhee, Paul en Chris Verhaeghe - Clarebout,, Cecile Vertommen-Goossens, Justus en Helen de Visser-Bierman, Luc Vrelust, Frank Vrints, Luuk en Marijke Wiertsema, Wouter Wils, Nathalie Wittemans, Samuel Wynant

HUISVRIENDEN

CONTACT

Romina De Clopper & Wim Van Bree vrienden@operaballet.be / 03 202 10 20

Rekeningnummer Vrienden Opera Ballet Vlaanderen vzw BE 13 4111 1021 5139

Alle Vriendenformules (al vanaf 70 euro) en bijbehorende voordelen via operaballetvrienden.be.

Paul Avermaete, Merel Amandt en Els Verté, Etienne en Frieda Baert-Baeyens, Gerda Bats, Frederic Bax, Wim Becaus, Pierre en Tu Beschuyt - Van Mierlo, Maxime Bogaert, Rudy en Els Broeckaert-Evers, Tom Broos, Karel Cleiren en Luc Warrens, Filip Cocquijt, Filip Corbeel, Frank De Backer, Jaak De Boever, Jan Corremans en Tine De Coster, Bie De Graeve, Jozefa De Laet, Lucie De Nave, Caroline De Pourcq, Jean Charles De Preter-Caron, Marc en Christiane De Somer-Deroose, Bart De Wever, Jacques en Erna Debraeckeleer-Melotte, Deborah Debruyckere, Alfred en Paula Derde-Meersschaert, Frederik Dossche, Marie Goedgezelschap, Frank en Wendy Judo-Weckhuysen, Anne Kaulen, Marie Laga, Rutger Leunen, Geert en Ann Lomme-Van de Velde, Nadine Migom-Thienpont, Els Noorlander, Johan Palmers-Van Der Reysen, Laurence Poleunis, Johan en Frederika Rogiers-Declerck, Marc Sobrie, Pierre en Trees Thomas-Bontinck, Marc en Herlinde Timmermans-De Brabandere, Eric Van Acker en Anne-Marie Lysens, David en Veerle Van Aken - De Mondt, Peter en Katrien Vandeputte-Vanden Avenne, Frederik Van den Abeele, Johan van der Linden, Frederick Van Gysegem en Vincent Vandewalle, André en Riet Van Poeck-Docx, Michel Van Schoor, Yamina Verbeke, Chris en Leen VercammenGommers, Catherine Vergote, Philippe en Ann Verlinden-Timmermans, Annemieke Vermeire, Fernand Verlinde, Delphine Verzele, Leo en Nadine Victor-Gille, Luc Vrelust, Korneel Warlop, Eline Welvaert, Jean-Jacques Wyndaele en allen die anoniem wensen te blijven… situatie dd. 19 juni 2023

OPERA
OBV MAGAZINE 15 43

3 / 10 — 31 / 10

HALF LIFE NEW BALLET MÉCANIQUE

BAL LET
Richard Siegal / Sharon Eyal ©
Filip Van Roe
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.