Offshore Visie 4 | 2017

Page 1

NR. 4

- 2017 - JAARGANG 34

4

TRENDS EN TECHNOLOGIEËN VOOR DE OFFSHORE OLIE-, GAS- EN WINDSECTOR

L13-FI-1 WEKT ZELF ENERGIE OP

I N D E Z E U I T G AV E :

DECOMMISSIONING OFFSHORE ENERGY


- - - - -

RIG SAFE AIR COMPRESSORS RIGGING & LIFTING EQUIPMENT GENERATORS CONTAINERS TANKS

TT-VASUMWEG 275 - 1033SJ - AMSTERDAM


INHOUD COLOFON Uitgever:

Uitgeverij Tridens Postbus 526 1970 AM IJmuiden www.offshorevisie.nl Redactie en pro­duc­tie:

Han Heilig Vaste mede­werk­ing:

PAS Publicaties Paul Meester Daniëlle Veldman (IRO) Marloes Kraaijeveld (IRO) Pre-Press:

Peter Ruiter Corine van Luijken Redactie-­adres:

Postbus 526 1970 AM IJmuiden Tel.: 0255 530577 E-mail: han@prac­ti­ca.nl

NATIONAAL PLATFORM

PARTNERSHIP

PAGINA 4

PAGIN 8

Tijdens de Offshore Energy beurs zal EBN de oprichting bekend maken van het Nationaal Platform voor Re-use en Decommissioning. Het platform zal de ontmanteling en het hergebruik van de offshore infrastructuur op het NCP gaan coördineren en faciliteren.

De Peutz Group heeft een nieuwe trend neergezet met het organiseren van een evenement in partnership. Het verbinden van belangen is de toverformule voor een trefzekere toekomst van de vaderlandse offshore industrie. Een interview met de directie.

INSPECTIECONCEPT

OFFSHORE ENERGY

PAGINA 22

PAGINA 30

Bluestream heeft de afgelopen zeven jaar keihard gewerkt aan haar transformatie van dienstverlenend duikbedrijf tot een innovatieve offshore service provider. Laat de toekomst maar komen. Bluestream uit Den Helder is er helemaal klaar voor!

Offshore Energy Exhibition & Conference (OEEC) is een jaarlijks evenement dat inmiddels is uitgegroeid tot één van de grootse Europese evenementen waar alle facetten van de offshore energy sector aan bod komen. Registreer je nu!

Advertentie-ex­ploi­ta­tie:

Bureau Van Vliet Postbus 20 2040 AA Zandvoort Tel.: 023 571 47 45 E-mail Sharon de Vries: s.devries@bureauvanvliet.com Abonnementen:

Offshore Visie Postbus 526 1970 AM IJmuiden E-mail: tridens@prac­ti­ca.nl Verspreiding:

Offshore Visie ­wordt in con­trolled cir­cu­la­tion toe­ge­zon­den aan ges­e­lec­teerde kad­er- en lei­ding­ge­vende func­tio­na­ris­sen bij olie-­ maats­chap­pi­jen, windparkbeheerders, in­ge­nieurs­bu­reaus, con­trac­tors en an­dere on­der­nem­ing­en/ in­stan­ties nauw betrokk­en bij de winning van fossiele energie en windenergie en de ontmanteling van platforms en subsea structures. Voor per­son­en buit­en deze doel­groep be­draagt de abon­ne­ment­sprijs  35,- per jaar excl. 6% btw (bui­ten­land bin­nen Europa:  40,-). Losse num­mers:  6,- . Overname van ar­ti­ke­len is uit­slui­tend toe­ges­taan na schrifte­lij­ke toes­tem­ming van de uit­gev­er.

PETROJARL

VERDER

PAGINA 37

TAKEOVER

KORT DOOR BOCHT

OFFSHORE TAX

PAGINA 11

PAGINA 18

PAGINA 38

GRACEFUL DEMOLITION

ON STREAM

GOLFCOMPENSATIE

PAGINA 12

PAGINA 20, 26, 27, 28, 29, 32, 46

PAGINA 40

L13

LARGEST WIND FARM

IRO NIEUWS

PAGINA 16

PAGINA 34

PAGINA 42, 43, 44, 45

4 / 2017 - OFFSHORE VISIE

3


DECOMMISSIONING NEDERLANDSE PRIMEUR

Lancering Nationaal Platform voor ‘Re-use en Decommissioning’ Geschreven door Han Heilig Binnenkort lanceren EBN en Nogepa een primeur. Tijdens de komende Offshore Energy beurs in Amsterdam wordt de oprichting bekend gemaakt van het Nationaal Platform voor Re-use en Decommissioning. Eind november vorig jaar is reeds het zogeheten ‘Masterplan Decommissioning and Re-use’ gepresenteerd. In dit plan staat hoe op een veilige, efficiënte en effectieve wijze de offshore infrastructuur van de Nederlandse olie- en gaswinning kan worden ontmanteld en waar mogelijk kan worden hergebruikt. Het Nationaal Platform, door EBN en Nogepa geïnitieerd, zal het hergebruik en de ontmanteling gaan coördineren en faciliteren. Een Nationale Database wordt ingericht en bijgehouden om een geïntegreerd beeld te krijgen van de omvang van de Nederlandse ontmanteling en potentieel hergebruik van de infrastructuur.

Op het hoofdkantoor van Energie Beheer Nederland (EBN) in Utrecht spreekt Han Heilig met Eric van Ewijk, asset manager en Eric Kreft, lead decommissioning ad interim. Zij hebben zich het afgelopen jaar intensief bezig gehouden met het opzetten van het Masterplan en de uitrol ervan. EBN is destijds opgericht door de Nederlandse overheid om te zorgen dat de samenleving optimaal kan profiteren van de aanzienlijke hoeveelheid olie en 4

OFFSHORE VISIE

4 / 2017

gas in de Nederlandse aardbodem, zowel onshore als offshore. Anno 2017 werkt EBN samen met partners in 31 winningsvergunningen onshore, 110 winningsvergunningen offshore, 12 opsporingsvergunningen onshore en 37 opsporingsvergunningen offshore. EBN heeft sinds kort de switch gemaakt van enkel olie en gas naar een organisatie die zich inzet om de energietransitie te versnellen en dat

bijvoorbeeld doet door zich te richten op (onderzoek naar) aardwarmte. Veel lof Sedert de presentatie van het Masterplan vorig jaar heeft een aantal internationale olie- en gas associaties positief gereageerd op het Nederlandse initiatief. Onder het mom van ‘een goed voorbeeld doet goed volgen’ worden nauwlettend de stappen gevolgd die genomen worden om van dit


DECOMMISSIONING

Eric van Ewijk.

unieke kennisplatform in Nederland een succes te maken. Het Masterplan en in het verlengde daarvan de oprichting van het Nationaal Platform is een initiatief van EBN en is in nauwe samenwerking tot stand gekomen met Nogepa, IRO en het ministerie van Economische Zaken. Ontmanteling van de Nederlandse olie- en gasinfrastructuur speelt de komende twee decennia een belangrijke rol, aangezien in deze periode een aanzienlijk deel van deze infrastructuur het einde van hun economische levensduur zal bereiken. In een steeds duurzamer wordende economie biedt dit kansen voor het hergebruik van bestaande infrastructuur en investeringen in hernieuwbare energie bij een veilige en verantwoorde ontmanteling. Verandering Erik van Ewijk is al 24 jaar werkzaam bij EBN en Erik Kreft ruim 11 jaar. Van Ewijk heeft geologie en geofysica gestudeerd en Kreft reservoir engineering. Kreft: “Wij zitten aan tafel met operators om de belangen van de Nederlandse samenleving te behartigen. Voorheen lag onze focus hoofdzakelijk op exploratie en productie. Maar tijden zijn veranderd. Momentel leven wij in een mature (uitgeputte) market met een

publieke opinie die anders is geworden als het om olie en gas gaat. EBN moest daarom mee veranderen. Met het opzetten van het ‘Masterplan Decommissioning and Re-use’ hebben we de daad bij het woord gevoegd. Nu houden we ons, naast productie, ook intensief bezig met het ontmantelen van de offshore infrastructuur op het Continentaal Plat en beginnen we te kijken wat er onshore zou moeten gebeuren.” Eindfase Collega Van Ewijk vult aan: “Operators die op het Continentaal Plat olie en gas produceren zijn in een soort van eindfase gekomen. Voor ons als EBN impliceert dit een aanpassing van het belang dat een staatsdeelneming met zich meebrengt. Waar wij eerst een zo positief mogelijk verdienmodel voor de samenleving nastreefden, is het nu mede de taak van EBN om de kosten gelieerd aan het onen offshore ontmantelen van productiefaciliteiten, zo laag mogelijk te houden. Het is onze overtuiging dat dit doel alleen kan worden bewerkstelligd als de bij Nogepa aangesloten operators samenwerken. Dat zij daartoe inmiddels unaniem hebben besloten, is een heel goede zaak.”

Eric Kreft.

Fundamentele keuze Beide heren zijn ervan overtuigd dat er in de komende jaren nog nieuwe velden op het Nederlands Continentaal Plat ontwikkeld gaan worden. Naar schatting ligt er nog altijd zo’n 300 miljard kubieke meter gas offshore. Gas dat gevonden moet worden voordat de huidige infrastructuur wordt weggehaald. Anders wordt er nooit meer geproduceerd. Van Ewijk: “Laat er geen twijfel over bestaan, EBN is absoluut voor een volledige overgang naar renewables. Dit kan echter niet van de ene op de andere dag worden waargemaakt. Je kunt niet zeggen: vandaag trekken we de stekker uit het gasstopcontact en morgen stoppen we de stekker in het windstopcontact. Je hoort het trouwens ook van olie- en gasautoriteiten in de landen om ons heen: gedurende de transitieperiode van gas naar wind blijft exploratie en productie van gas bittere noodzaak. In Nederland is het aandeel van energie nog maar 4%, dus we kunnen nog lang niet helemaal zonder gas. Hoe graag de samenleving dat ook zou willen. We zullen met z’n allen realistisch moeten blijven denken. Het is evident dat we nog niet zonder gas kunnen, maar de hamvraag die zich dan voordoet is: waar komt dat gas vandaan? 4 / 2017

OFFSHORE VISIE

5


DECOMMISSIONING

Gaan we het uit eigen bodem halen of gaan we gas importeren uit Rusland of Noorwegen? Dat is een fundamentele keuze die gemaakt moet worden en die tevens bepalend is voor het aantal putten dat er in de toekomst offshore Nederland en ook onshore nog geslagen gaat worden.” Mede met het oog op een verlaging van de CO2 footprint is EBN voorstander van gas uit eigen bodem. Zij blijft daarom inzetten op exploratie van gasvoorraden in de Noordzee. Samenwerking Van Ewijk en Kreft dichten in de ontwikkeling van nieuwe kleine velden de vaderlandse toeleveringsindustrie een

6

OFFSHORE VISIE

4 / 2017

belangrijke rol toe. Maar dan zal zij wel met innovatieve oplossingen moeten komen om het gas zo goedkoop mogelijk te produceren. Mini-platforms en kleine satellietplatforms. Liefst zonder heli-deck, maar wel toegankelijk voor crewboats. Als deze toch in actie zijn bij een windpark in de omgeving dan kunnen ze ook mensen afzetten op een in de nabijheid gelegen gasplatform. Er liggen kansen voor nieuwe concepten waarbij zowel de constructiekosten van een platform beperkt blijven als ook de onderhoudskosten zo laag mogelijk gehouden kunnen worden. Van Ewijk benadrukt: “Ten opzichte van het verleden moeten toeleveranciers een

cultuuromslag gaan maken. Zij moeten anders gaan denken. De mindset moet om. Operators zijn vandaag de dag zeer geïnteresseerd in een totaalpakket van bouw/installatie en IRM services. Toeleveringsbedrijven moeten zich niet schromen om met andere bedrijven een samenwerkingsverband op te zetten. En niet bang zijn om andere bedrijven in hun keuken te laten kijken. Door data over een productieproces te verzamelen en op een veilige manier met anderen te delen, kan er efficiënter en sneller worden gewerkt en kunnen nieuwe diensten en producten worden ontwikkeld. Onze gedachte daarachter is dat op die manier de Nederlandse


DECOMMISSIONING

toeleveranciers hun concurrentiepositie kunnen behouden, verstevigen en sneller kunnen groeten.” Partners Eric Kreft vult aan: “En dat geldt vanzelfsprekend ook voor decommissioning activiteiten. Er liggen kansen voor bedrijven die zich willen richten op hergebruik of ontmanteling. Door innovatief te gaan denken en handelen kan er straks een allesomvattend plan op tafel worden gelegd dat staat voor veiligheid, kwaliteit en een aantrekkelijke prijs. Er zal nu geïnvesteerd moeten worden om straks te kunnen oogsten. Praat met andere deskundigen om gezamenlijk tot een innovatieve vorm van dienstverlening te komen. Ga een partnership aan met bedrijven die ook een open mind hebben als het om samenwerking gaat. Voor operators is dat een essentieel gegeven. Tenslotte vormt die open mind ook de basis voor de oprichting van dit Nationaal Platform. Alle operators in Nederland hebben zich bereid verklaard tot een vergaande samenwerking. En hebben de harde toezegging gedaan om er alles aan te doen dit project te laten slagen. Het is nu aan de nationale toeleveringsindustrie om hetzelfde te doen. Ons advies in deze is dus: ga om tafel zitten met potentiele partners en bespreek de mogelijkheden om te anticiperen op de door de oliemaatschappijen gewenste ‘verslimming’, door hen gezien als cruciaal om kosten te drukken. Ontwikkel een uitgekiend servicepakket waaruit, naast de operator, uiteindelijk ook de Nederlandse samenleving een voordeel haalt.” Spreiding Baart het EBN geen zorgen dat een groot aantal contractors zich momenteel vooral focust op de windsector en tijdelijk de olie- en gassector even laten voor wat het is? Kreft: “De switch die bedrijven momenteel maken of reeds hebben gemaakt, begrijp ik volkomen. Er moet brood op de plank komen. De vraag die ons veelvuldig wordt gesteld is: wanneer kunnen wij weer rekenen op opdrachten uit de olie- en gasindustrie? Helaas moeten wij het antwoord schuldig blijven. Er zijn zoveel factoren die daarbij een rol kunnen spelen. Ik kan mij heel goed voorstellen dat die onwetendheid voor contractors heel vervelend en dat er daardoor geen planning gemaakt kan worden voor de nabije toekomst. Zeker in een periode dat de windsector wel borg staat voor werk. Nieuwe schepen en innovaties

worden daar nu met open armen ontvangen, terwijl de olie- en gassector wel die innovatie verlangd, maar niet kan aangeven wanneer deze mogelijk ingezet gaat worden. Wat er ontbreekt bij de toeleveringsbedrijven is een stuk vertrouwen. Komt er werk en wanneer? Middels het Masterplan en het Nationaal Platform hoopt EBN dat vertrouwen weer te herstellen. Het plan moet leiden tot een gestructureerde aanpak voor hergebruik en ontmanteling. Binnen het platform zal worden bekeken welke regio in de Noordzee als eerste moet worden aangepakt.” Van Ewijk wijst in dit verband nog even op de beoogde spreiding van activiteiten: “Wij willen regio voor regio te werk gaan en daarvan uitgaande verwachten wij dat de decommissioning activiteiten op de Noordzee zeker 10 tot 20 jaar gaan duren. Wat wij niet nastreven is een soort van oververhitting van werk in een periode van slechts één jaar. Als Nationaal Platform willen wij dat oliemaatschappijen de contractors straks een gespreide workload gaan aanbieden zodat de contractor zelf slim kan plannen. Samen met eventueel opdrachten uit de windsector.” Voor alle duidelijkheid, het Nationaal Platform sluit geen contracten af met toeleveranciers. En neemt ook geen mandaten over. De oliemaatschappij bepaalt zelf aan wie zij een opdracht gunt. Lidmaatschap Alle relevante stakeholders kunnen straks lid worden van het Nationaal Platform. Oogmerk is om van het Nationaal Platform de coördinator voor hergebruik en ontmanteling in Nederland te maken, naast het beheer van een complete database gericht op ontmanteling en het zijn van een verzamelinstituut van informatie voor de negen operators actief op het Nederlandse deel van de Noordzee. Maar wel degelijk ook een vraagbaak voor individuele contractors of belangengroeperingen. Alle partijen met interesse of een belang in decommissioning zijn in principe welkom. De bedoeling is om het platform zo breed mogelijk te maken. Met EBN als een soort van verbindende spin in het web. Decommissioning in Nederland moet in de toekomst beter worden geregeld; er moet passende regelgeving komen en er moet een nette innovatie agenda worden opgezet. Met daarin opgenomen alle learnings uit het verleden die weer vertaald kunnen worden naar hoe het beter zou kunnen in de toekomst.

Met een lidmaatschap kan iedereen zijn stem laten horen, suggesties aandragen en/of innovatieve oplossingen inbrengen. Daarnaast kan er informatie worden vergaard over geplande re-use of decommissioning projecten. Van Ewijk en Kreft beogen dat het platform over een paar jaar een positie heeft waarbij het de regie voert over het fenomeen ‘hergebruik en ontmanteling’, zowel offshore als onshore. Als operators, contractors en zelfs het Nederlandse publiek straks vragen heeft over de status van het hergebruiken en ontmantelen van olie en gas platforms met inbegrip van de aanwezige infrastructuur, dan kan men bij het Nationaal Platform terecht. En wie weet geldt dat later ook voor windturbines. Want ook die hebben een beperkte levensduur. En moeten op een gegeven moment ook worden weggehaald of vervangen worden.

Verlaten van putten Eén van de zaken die redelijk vaak over het hoofd wordt gezien als het gaat om decommissioning is dat de helft van de totale decommissioningkosten gespendeerd wordt aan het veilig verlaten van de putten. In Nederland zijn maar weinig bedrijven gespecialiseerd in het abandonneren van putten op zee. Er zijn straks genoeg putten die goed en netjes verlaten moeten worden, maar slimme ideeën voor deze vrij kostbare aangelegenheid zijn er niet veel. Voor bedrijven die hier met een innovatieve en kostenbesparende oplossing komen, ligt een goede toekomst in het verschiet.

4 / 2017

OFFSHORE VISIE

7


PA R T N E R S H I P DIRECTIE PEUTZ GROUP

‘Wij geloven in kracht van samenwerken’ Geschreven door Han Heilig Het spookte nog steeds door mijn hoofd, toen ik daags na mijn interview bij EBN (zie pagina 4), onderweg was naar Mook. Samenwerken, samenwerken en nog eens samenwerken. Ik had er een afspraak met ir. Ferry Koopmans, CEO van de Peutz Group en Niels Moonen, projectmanager bij het internationaal opererende ingenieursbureau. We zouden gaan praten over het symposium dat zij eind maart van dit jaar, samen met drie partners, hadden georganiseerd met als thema ‘Comfort and safety at sea’. Voor mij was overigens het bespreken van dit thema niet de doorslaggevende reden om deze verre reis te maken. Mijn interesse ging veel meer uit naar de nieuwe trend die de heren hebben neergezet met het organiseren van een evenement in ‘partnership’. Want het ‘verbinden van belangen’ is de toverformule voor een trefzekere toekomst in de transitiefase waarin de offshore industrie zich momenteel bevindt.

“Voor ons is de basis voor het organiseren van dit symposium een soort van organisch proces geweest. Een directe aanleiding was er eigenlijk niet en dat we met dit samenwerkingsconcept een voorloper zouden worden in het richting geven aan het ‘nieuwe denken’, waren we ons in aanvang zeker niet bewust,” begint Niels Moonen. “Als Peutz zijnde hebben we onszelf reeds een aantal jaren geleden de vraag gesteld hoe bepaalde ontwikkelingen in de toekomst verder uitgewerkt zouden kunnen worden. Hoe gaan we dat aanpakken? Welk thema gaan we als eerste behandelen? En, heel belangrijk, met welke partijen gaan we een JIP (redactie: Joint Industry Project) vormen? Want van één ding 8

OFFSHORE VISIE

4 / 2017

waren we overtuigd: als individueel bedrijf kom je er niet! Nieuwe ontwikkelingen kunnen alleen in overleg met andere specialisten worden gedefinieerd. Op welk vlak is er behoefte aan innovatie? Waar ligt exact de kracht van andere partners om te worden ingezet bij het gezamenlijk ontwikkelen van een innovatie? En dan maakt het niet uit of het nu gaat om een nieuw product of het optimaliseren van een complete dienstverlening. In dat kader is Peutz destijds gesprekken aangegaan met Marin, Bayards en Ulstein, respectievelijk een specialist in hydrodynamisch onderzoek, een toonaangevend aluminium constructiebedrijf en een vooruitstrevende offshore

scheepsontwerper. Stuk voor stuk bedrijven met een ‘open mind’ en de bereidheid om data op een veilige manier met anderen te delen. Na een introductieronde zijn we serieus gaan brainstormen en zijn er ideeën uitgewerkt en processen anders ingericht. Met als doel dat het uiteindelijk voor iedereen leidt tot een beter resultaat. De praktijk heeft duidelijk gemaakt dat wij als adviesbureau op het gebied van flowtechnology, lawaaibeheersing, windtechnologie, trilling techniek, akoestiek, bouwfysica, milieutechnologie en brandveiligheid heel veel hebben geleerd van onze partners. En zij uiteraard ook van ons. Samen zijn we sterker en innovatiever geworden.


PA R T N E R S H I P

Met ruim 100 delegates zat de zaal helemaal vol.

En in die geest is ook besloten om als partners dit symposium te organiseren. Om anderen actief te stimuleren ook dergelijke samenwerkingsverbanden op te zetten.”

Met ruim 100 delegates zat de zaal helemaal vol. Naast ontwerpers, werven en contractors waren ook vertegenwoordigers van oliemaatschappijen aanwezig.

Intellectueel “We hebben van een onbewust proces een bewust proces gemaakt door met regelmaat heel intensief met de andere drie partijen te overleggen en om vertrouwen in elkaar te winnen door het laten vallen van barrières,” vult Ferry Koopmans aan. “Een ieder participeerde in deze JIP geheel op vrijwillige basis en was zich bewust van het simpele feit dat het hier ging om een investering in de toekomst. Natuurlijk moet dit initiatief ooit financieel gewin gaan opleveren, maar als je daarover reeds in het prille stadium afspraken gaat maken, dan begin je aan het verkeerde eind. Als een samenwerkingstraject, zoals wij dat nu met onze partners hebben ingezet en ervaren, goed verloopt, dan ontdekt een ieder dat er wel degelijk manieren zijn om zijn dienstverlening of product beter en veiliger te maken. Daarmee moet straks een marktvoordeel worden gecreëerd. Het proces is door ons ervaren als een katalysator en een inspirator voor je eigen ontwikkeling en innovatie. Daartoe hebben we alle vier ons denkpatroon aangepast. In de overtuiging dat je niet volgens het oude rolmodel kunt blijven opereren. Met producten of een dienstverlening die mogelijk het predicaat ‘gedateerd’ door de markt opgespeld krijgen. Een bedrijf dat niet aan kennisof productontwikkeling doet, beperkt automatisch zijn bestaansrecht. Door zich kwetsbaar op te stellen en anderen een kijkje in de keuken te gunnen, zijn in dit geval zowel Marin, Peutz, Bayards en Ulstein er intellectueel beter van geworden. Uiteindelijk zullen onze opdrachtgevers van die eendrachtige samenwerking profiteren.”

In totaal zijn er vijf presentaties gegeven, waarbij vooral de technische inhoud voorop stond. Zie kaderstuk. Koopmans: “Geen van de partners heeft zijn product staan te verkopen. Doorgaans hebben sprekers de neiging om tijdens conferenties voor eigen parochie te preken, waardoor het educatieve element al snel ontaard in een commercieel verhaal. Dat was hier absoluut niet het geval. Juist daarmee hebben wij ons positief kunnen onderscheiden van andere evenementen. Wij hebben echt de tijd genomen voor het opstellen van de presentaties. Hebben elkaar in voorbesprekingen ook eerlijke feedback gegeven. Alle presentaties waren complementair. Wij hebben getracht een platform neer te zetten om met het aanwezige internationale gezelschap te kunnen praten over bepaalde ontwikkelingen. Om te discussiëren en om kennis uit te wisselen. En dat ‘open mind’ concept is door iedereen als zeer interessant en leerzaam ervaren. Wij hebben geprobeerd de aanwezigen te prikkelen en op hun beurt hebben zij met scherpe vragen en positief opbouwende kritieken ons ook weer aan het werk gezet. Wat ik vooral als enorm inspirerend heb ervaren, was de constatering dat direct na afloop van het symposium een aantal partijen samen is gaan zitten en overduidelijk aan het netwerken is geslagen.”

Onderscheiden De conferentie heeft plaatsgevonden op 29 maart 2017 in het Worldhotel Wings nabij Rotterdam The Hague Airport.

Samenwerken Peutz hoopt met het succes van dit symposium ook andere bedrijven te inspireren en uit te dagen om met elkaar een diepgaande samenwerking te bewerkstelligen. En is momenteel dan ook actief op zoek naar bedrijven die zij in een andere JIP bijeen wil brengen om nieuwe ontwikkelingsdoeleinden te

formeren. Bijvoorbeeld op het gebied van brandveiligheid aan boord van schepen en platforms of het ontmantelen van platforms en het veilig afsluiten van putten. Als eenling opereren binnen de olie-, gas- of windsector wordt tegenwoordig steeds onaantrekkelijker. De markt stelt duidelijk andere eisen. Solistisch opereren levert niet altijd meer het gewenste resultaat op. Grote en kleine bedrijven dienen daarom een cultuuromslag te maken om middels samenwerking bij te dragen aan een gezamenlijk resultaat. Dit kan door een optimale afstemming te realiseren tussen de eigen kwaliteiten en belangen en die van een beoogd partnership. Noodzakelijke ingrediënten hiervoor zijn wederzijds respect, het benutten van elkaars krachten en een onvoorwaardelijk vertrouwen in alle partners. Alleen dan staat een samenwerkingsverband van een aantal specialisten veel sterker in de markt. Koopmans tot slot: “Partijen moeten bereid zijn om te werken op basis van de methodiek die wij nu hebben geformaliseerd. Ze moeten hun kennis willen delen en open staan om deze naar een hoger niveau te tillen door te luisteren naar de inbreng van derden. En door onderling te discussiëren. Ook al gaat dat soms op het scherpst van de snede. Als je die route gezamenlijk met verschillende partijen aanvliegt, heb je een kritische massa waarmee wel in één keer problemen echt kunnen worden aangepakt en kunnen worden opgelost. Ik spreek dan ook namens alle partners in dit project dat de samenwerkingsmethodiek waarvoor wij hebben gekozen een veel betere oplossing is voor innovatie en ontwikkelingstrajecten dan de conventionele manier.” Samenwerken, samenwerken en nog eens samenwerken! Waar heb ik dat toch meer gehoord, spookte het door mijn hoofd op de terugweg naar IJmuiden. 4 / 2017

OFFSHORE VISIE

9


PA R T N E R S H I P

Ferry Koopmans bedankt alle sprekers.

PRESENTATIES De voertaal van het symposium ‘Comfort and safety at sea’ was Engels. Onderstaand vindt u een samenvatting van alle presentaties. Renaud Gaudel, Edwin van Leeuwen (Ulstein) Design of a high-comfort class offshore accommodation vessel By rearranging the design process, Ulstein was able to optimise the structure of an offshore accommodation vessel to improve comfort. Advanced noise and vibration studies were conducted in the earliest design stages and the subsequent structural modifications to minimize noise and vibration levels largely eliminated the need for expensive end of pipe solutions Niels Moonen, Stephan van den Akker (Peutz) Flow technology on board From offshore platforms to luxury yachts, integrating flow technology into the design process has become increasingly important. Flow technology is used to assess the wind loads on a damaged semi-submersible, but also the wind comfort on the sun deck of a cruise ship. Air quality assessments help prevent passengers and crew being exposed to exhaust gases or odour nuisance. Peutz Flow Technology uses state-of-the-art wind tunnel research and Computational Fluid Dynamics (CFD) calculations to optimise the design.

10

OFFSHORE VISIE

4 / 2017

Albert Hogewoning (Bayards) Think safe, think light Aluminium’s material properties and the manufacturing techniques available open up the way for innovative design solutions. Weight saving and durability are well-known advantages. Aluminium is used in a wide range of maritime industrial products, from super yachts to offshore platforms. Reducing the weight of a mega yacht superstructure allows for a lower centre of gravity and hence an enhanced level of comfort. Using aluminium and the freedom it offers to create shapes facilitates the integration of form and function. Through the use of flow simulation, nautical research and fire safety engineering, innovative products emerge such as highly functional wind shields or very light stair tower constructions. Some of these developments are almost paradoxical: saving weight on the structure, for example, can allow for the addition of weight in the form of increased safety features. In this way ‘thinking lighter’ enables ‘thinking safer’. Enrico Della Valentina, Jorrit-Jan Serraris (Marin) Comfort design extended: from mega yachts to offshore maintenance Designing large yachts is all about style and comfort. Marin specialises in hydrodynamic research. Design for comfort requires dedicated studies – experiments and/ or calculations – to evaluate the relevant motion parameters on board. But how we perceive motion is not only governed by the well-known properties of displacement,

velocity and acceleration, there's more: Jerk. A new way of looking at comfort is explored: first define the 'operations', then assess them. Together with research institutes ECN and TNO, Marin has initiated a Joint Industry Project (JIP) on Offshore Maintenance. The objective of this JIP is to determine operational criteria for offshore maintenance on wind turbines and to apply these criteria to select the most suitable logistics for each maintenance activity. A key aspect is the comfort on board maintenance vessels, as this boosts crew performance and enhances the technicians’ ability to execute maintenance tasks safely. Gerwin Guichelaar, Edwin de Vries (Peutz) Designing for low levels of noise and vibration Focus on crew safety and comfort has led to increased demand for higher comfort class vessels. Noise and vibration comfort demands special attention. Not only are high noise or vibration levels potentially harmful for the crew, excessive levels also affect the quality of sleep, communication and speech intelligibility. A new method for prediction of noise and vibration levels is presented for use in the early design stage. The noise levels in relevant spaces can be predicted using Finite Element Analysis of vibration propagation and a hybrid empirical model for noise radiation and room acoustics This method allows for structural optimisation by directing vibration energy away from sensitive areas. This results in a most cost-efficient design to meet the required noise and vibration criteria, so reducing the need for end of pipe solutions.


ACQUISITION SIGNIFICANT EXPANSION

Damen finalises Keppel Verolme takeover

Damen Shiprepair & Conversion (DSC), a part of Damen Shipyards Group, announced at the end of June the acquisition of the Keppel Verolme shipyard from Keppel Offshore & Marine.

DSC’s acquisition of the yard follows an initial agreement made between the two parties in April of this year. From 1 July, the Keppel Verolme shipyard, including its 250 staff members, will continue operations under the Damen flag. “We look forward to joining forces with

the Verolme yard and its people. The facilities and personnel are complementary to our existing organisation. This acquisition will enable us to serve our existing clients even better while opening up new opportunities,” says Durk-Jan Nederlof, Managing Director of Damen Shiprepair & Conversion.

Durk-Jan Nederlof, Managing Director Damen Shiprepair & Conversion and Mr Ang Ting Yang, General Manager Corporate Development Keppel Offshore Marine.

With three dry docks – the largest of which measures 405 x 90 metres – and almost 2km of quay capacity, the Verolme yard, located in Rotterdam’s Botlek harbour, will significantly expand DSC’s portfolio. DSC already operates eight repair and conversion yards in the Netherlands and another eight abroad.

4 / 2017

OFFSHORE VISIE

11


KIVI KIVI ORGANIZED SYMPOSIUM ‘GRACEFUL DEMOLITION’

Good conceivers must also be equally good undertakers!

Edward Heerema, CEO of Allseas does not want any surprises at sea. (Photo: Thijs de Groot)

The offshore and the maritime industry are facing exciting and important challenges when it comes to circular economy. There are quite a few opportunities - opportunities to build, operate and recycle ships and offshore structures in a sustainable way - though the industry’s collective mind set does not yet seem to be completely ready for it. For that reason KIVI organized the symposium ‘Graceful demolition’ to address on the one hand the dilemmas and problems the industry encounters in the demolition of offshore structures and vessels and on the other hand the skills and expertise needed to seize business opportunities.

Decommissioning of offshore installations is not new. In the Gulf of Mexico, many installations have already been decommissioned: the topsides were removed and in many cases the supporting jackets structure was left standing, overturned or broken into pieces in order not to endanger shipping or to stimulate the ecosystem as an artificial reef. Spar The decommissioning of the Shell Spar in the Brent field was one of the first major decommissioning exercises in the North Sea and was the scene of controversy. The original plan to sink the structure in deep water was abolished because of a public outcry in view of fear of pollution by toxic and radioactive waste. The industry can see a shift that the issues that are perceived as important are not only technical aspects, but - and maybe first and foremost - those concerning sustainability: safety, environment and re-use of materials. Responsibility in Demolition & Recycling operations means taking into account the interests of all stakeholders. Main challenges During the symposium, speakers from

12

OFFSHORE VISIE

4 / 2017

the offshore industry and maritime industry spoke about offshore structures and vessels. The differences between these two are numerous. Just think about the global market, the technology and the best practices. There are on the other hand numerous linkages as well and bridging the gaps could push both industries further. The situation in the offshore industry is different from that in the shipping industry in as much as the offshore installations are generally under control of operators taking responsibility for the environmental and societal impact of their activities and working closely with local, national and international regulatory bodies. In shipping, there is a more significant gap between the most and least responsible companies. For the offshore industry, an important end-of-life challenge is that the majority of the offshore installations were not designed with their decommissioning in mind. However, the shipping industry has the additional complexity that it operates within a different field of competition mainly due to the fact that vessels are mobile whereas offshore installations are generally immobile. Exercising local regulations on internationally operating ship-owners can therefore have a more


KIVI

sizable impact on their competitive advantages. Understanding content The floor was opened by Bert Fokkema of Shell who addressed the meaning of graceful in demolition and the broadness of the operation. The logical yet crucial remark that decommissioning is much more than simply taking apart the structure set the standard for the discussion during the day. If done well, the deconstruction operation, involving specific design, engineering, planning and finally execution, is of the same order of magnitude as the original construction was. Graceful Demolition should be understood as responsible demolition in the broadest sense. It means scrupulously planning and thinking through the whole process before starting the actual demolition. It means doing the largest part of the work in the safest place, preferably in an onshore yard. It also means classifying and collecting all forms of toxic and hazardous waste and disposing of that in a sustainable manner. Offshore Jan Gravekamp of Heerema Marine Construction took the audience through the exercise required for the graceful demolition of offshore structures. It starts with the inventory of the condition as is, which can be - and nearly always is rather different from the condition as built after years of operation. It calls for redesigning the whole operation from start of life until end of life or perhaps after life. That implies new weight calculations, structural analyses of the whole or parts of the structure as it comes apart into bits during the deconstruction. Original padeyes have often been removed or are corroded and if not that, because of the deviation from the as-built configuration, must be reanalysed. Also in this case the deconstructor is faced with unknowns, and must anticipate many scenarios. If things go wrong offshore, the cost of remediation can be forbidding. Vessels This goes for vessels as well. Not having an accurate inventory of the specific materials a vessel is made of, makes it more difficult to deconstruct it responsibly. Insight on how to deal with this was provided by Stephanie Tjin-ADjie and Joris Gribnau of Oesterbaai/ Kiwa. They gave a comprehensive overview of the approach concerning the inventory of hazardous materials. Making an inventory of materials on board of a ship is a potentially highly time-consuming exercise. However with a dedicated data structure

Allseas’ dynamically positioned single-lift installation/decommissioning and pipelay vessel ‘Pioneering Spirit’ successfully removed the 13,500 t Yme mobile offshore production unit (MOPU).

that is tuned to the type of ship, the making of an inventory is speeded up. Especially with sister ships or ships of the same type (for example: all VLCC’s of comparable tonnage show significant similarities in their design and layout) the inventory can be copied and only the differences need be recorded. In this approach the creation of an industry-spanning HAZMAT inventory database comes into view. Global market In contrast to the operators of platforms, ship operators are free to scrap their ships at the most beneficial location. As Thor Sterker of Platform Brokers said ‘ships have always one last voyage’. If we focus on the economy of demolition in the shipping industry there are a few relevant numbers. Demolishing a ship in the Netherlands will cost the owner some money. Demolishing that same ship in China where it is conducted in a responsible manner will bring the owner (depending on the - volatile - steel price) in the order of 300,- US per tonne of steel. In Bangladesh this amount may rise to 500,- US per tonne. If we assume a steel weight of about 35.000 tonnes, it could lead to the difference of about 7 million US the ship gets beached in a unsustainable yard instead of being demolished responsibly. As Thor pointed out this amount can be seen as little when compared with the earnings over the lifespan of a vessel. However, it is quite understandable that when the ship ends up in the hands of a cash buyer, 7.000.000,- US is an amount of money well worth having. KVNR The point of international regulation was made by Tineke Netelenbos, president of the Royal Association of Netherlands Shipowners (KVNR). Shipowners and ship recycling yards operate in an international

market. Ship recycling is a global issue. Ship recycling itself is circular. Almost all parts of the ships are being re-used. However, ship recycling is not always safe and sustainable. Those recycling yards that fall short, need to improve their standards. At the same time, ship-owners that send their end-of-life ships for recycling, also need to act in a responsible manner. But, the industry also needs governments to take their part of the responsibility. And that responsibility is to set and implement the proper international regulations so that a global level playing field for ship recycling will be maintained. The Hong Kong Convention is the only international set of regulations that would do the job. It is there, waiting to be implemented. The KVNR and the industry is fully committed to the Hong Kong Convention and urges governments to do the same, so that ships will be sustainable from the cradle to grave. New approach Edward Heerema, CEO of Allseas does not want any surprises at sea. His new ship ‘Pioneering Spirit’ was designed to safely remove enormous offshore structures. It offers a unique answer to the challenges that are linked to demolition. The idea of removing an offshore structure in one tremendous lift is simply conceived, but to lift something huge you need a huge tool. Huge tools and huge structures have tremendous inertia and even the slowest bump can cause serious damage. Position control systems are in place to do this - definitely not new but as yet untried on this scale. The same goes for the motion control systems needed to wed the floating and moving ‘Pioneering Spirit’ to the stationary fixed structure waiting to be removed, by means of a 16 lifting beams. 4 / 2017

OFFSHORE VISIE

13


KIVI

Once the wedding is complete the load on the lifting beams is increased by deballasting ‘Pioneering Spirit’. All scenarios have to be foreseen and analysed. In terms of sheer size, dynamic structural behaviour and complexity ‘Pioneering Spirit’ is really pushing back the frontiers of the unknown. Engineers are generally very good at considering how things must work, but are less equipped to foresee what can go wrong. We learn by doing. A job like this one requires doing it right first time, and that is probably the real achievement that Allseas has presented to the world. In other cases it can be preferable or necessary to partly deconstruct an offshore structure in its original offshore location. Either because of sheer size or because the structure in its original support condition on the jacket or gravity structure requires too much conversion to enable connection to the (different) support situation of the single lift device. Solution Not all offshore structures requiring D&R are huge. In fact smaller structures outnumber the very large structures. An estimated 82% of all offshore structures coming up for removal weighs less than 1600 tons. Mark Couwenberg of Damen Shipyards presented an interesting solution with a relatively small semisubmersible twin hull vessel combining a large weather window with fast deployment capability and relatively low capital cost. Opportunities Despite frequent news about ‘wrong’ demolition of ships, things are not always as bleak as they seem. Magnus Hammerstad, of Grieg Green, a Norwegian company specifically at working on green recycling, gave further insight. The economic drivers of ship recycling are twofold. Driven by the market and the operational and economic performance of a ship, the owner will reach a point where he wants to discard his ship. This marks the supply side of recyclable materials. Demand is marked mainly by demand for steel. The Far East, Bangladesh, China, India and Pakistan, are the leaders in the ship recycling business with a share of 80% of all ships. Roughly 10% goes to Turkey and the last 10% to the rest of the world. Of these locations, in China ships are recycled in docks or afloat, as generally in the rest of the world also. In the other cases ships are beached. In cases like Turkey with little tidal effect, landing is done on hardened underground and the collection of pollutants is better controllable than at 14

OFFSHORE VISIE

4 / 2017

Tineke Netelenbos, president of the Royal Association of Netherlands Shipowners (KVNR).

beaching locations. Ships (like cars) are usually disowned by their original owners and resold into a lower end of the market. Finally it seems to be up to the last owner who sells the vessel to a so-called cash buyer. By breaking up the process in different steps, the value of materials and the impact on the environment are not assessed as an inclusive process. It may be clear that this practice is insensitive to regulatory control. There are steps made however: under the Hong Kong Convention ships over 500GT are required to obtain and maintain an IHM (inventory of Hazardous Materials ) ‘Ready for Recycling’ certificate. Banks have taken a position here: ING, NIBC and ABN AMRO have set Responsible Ship Recycling Standards and will only finance ships that carry an IHM; they require the borrower to commit to responsible dismantling at the end of life, and they require the borrower to avoid cash buyers. These banks are also interested to influence other ship financing banks to join. Thor Sterker of Platform Brokers presented the opportunity for re-use of existing platforms. An option which does

not come up first and foremost but has proven to give some very cost and time effective solutions. Besides this he presents a concept for a cost effective tool for the removal of contaminants on board platforms in regions where adequate infrastructure is not available. The floating Decontamination and Decommissioning Vessel (FDDV) can dispose of waste materials on offshore installations, before the installation is removed for dismantling. Eric Kreft, speaking on behalf of EBN, noted that in the next decade decommissioning of E&P infrastructure will become a key activity in the Netherlands. The current state of the oil and gas market could speed up the decommissioning agenda: it can be seen as a new business opportunity, as goes with the need for renewable energy. may approach faster than anticipated. In 2016 a Masterplan has been developed to shape the future decommissioning agenda of the Netherlands. The objective is to promote safe, sustainable and cost effective decommissioning in the next decade and


KIVI

beyond. This has also been recognized in other countries straddling the North Sea. Food for thought The symposium provided us with quite some food for thought. The platform discussion at the end of the day gave a few interesting conclusions and pointed out where work still needs to be done. • It is desirable to integrate the material passport throughout the whole offshore and maritime industry. It is essential to know which materials are used where, in order to support safe dismantling. • Important steps in the right direction are being taken by the offshore industry to ensure that decommissioning is conducted in a safe sustainable and cost-effective manner. Designing with demolition and reuse of materials in mind, is not yet part of the process. However we see a shift towards a more life-cycle-proof design process. • A future-proof policy framework is being developed in the Netherlands

and other countries around the North Sea to enhance national and international collaboration on regulation and standardization. An ambitious masterplan on EU level that opens the door for groundbreaking innovation will hopefully be in place in a few years’ time. • As far as the shipping industry concerns, an international framework that governs the way we demolish is even more important. The speed in which global standards are set high enough is not fast enough to stop irresponsible ship breaking in the near future. The good news is that measures such as the use of a materials passport are already showing their value. If materials are reused, demolishing can be an opportunity to make a profit instead of a loss. • Having the banks on board with initiatives to reward ship owners that work in a sustainable manner, is an important way lift the standards in the shipping industry on a global scale.

• Value chains matter. When the offshore and maritime industry open up to a different set of stakeholders and include parties such as the Port of Rotterdam, huge steps forward can be taken. • New business models based on the thoughts of circular economy are being developed and we have so many steps still to take. However, the skill set is in place, our combined expertise is huge and knowledge is being developed quickly. Our hunger for innovation will motivate us to take up the opportunity to create a sustainable offshore and maritime industry while keeping interesting business opportunities. The conference ended with the motto: ‘The end of life of ships and structures which we engineers conceive and build needs to be undertaken in a good and responsible way. We are well underway but we still have a way to go. We may be good conceivers, but we must be equally good undertakers!’

Measuring Measuring andand monitoring monitoring skills skills andand systems systems Independent Independent engineering engineering companycompany with with expertiseexpertise in the following in the following fields: fields:

Techno Fysica Techno bv Fysica bv

Aalborg 5 Aalborg 5 2993 LP BARENDRECHT 2993 LP BARENDRECHT THE NETHERLANDS THE NETHERLANDS Tel. +31 (0)180Tel. 620211 +31 (0)180 620211 Fax +31 (0)180Fax 620705 +31 (0)180 620705 info@technofysica.nl info@technofysica.nl www.technofysica.nl www.technofysica.nl

offshore-techno fysica 170419.indd 1

• Troubleshooting • Troubleshooting on mechanical on mechanical equipmentequipment and and installations installations by means by of multiple means oftechnical multiple disciplines. technical disciplines. • Design,•manufacturing, Design, manufacturing, installationinstallation and calibration and calibration of of high-end, high-end, custom made custom loadmade cells load and load cells monitoring and load monitoring equipment,equipment, which excel which in reliability excel in reliability and accuracy. and accuracy.

www.technofysica.nl www.technofysica.nl

19-04-17 11:07


PRODUCTIE INNOVATIEF PLATFORM WEKT ZELF ENERGIE OP

L13-FI-1 op z’n plek in de Noordzee Scaldis, gevestigd in Antwerpen, heeft met het kraanschip 'Rambiz' in juni van dit jaar het onbemande gasplatform L13-FI-1 succesvol geïnstalleerd. Het nieuwe platform, dat middels windturbines en zonnepanelen zelf energie opwekt, staat op ongeveer 60 kilometer ten noordwesten van Den Helder. Met deze monotower kan op een schone en efficiënte wijze aardgas uit drie nieuwe putten worden gewonnen. Dit gas wordt daarna op het centraal gelegen K14-platform behandeld, waarna het met leidingen naar Den Helder wordt getransporteerd.

16

OFFSHORE VISIE

4 / 2017


PRODUCTIE

Als eerste heeft Scaldis een mono pile (360 ton) geinstalleerd die bestaat uit een pijler (40,5 meter lang) en een middenstuk van 50 meter lang. Voor het heien van de pijler is gebruik gemaakt van de 960 kgm Vibro Lifting Tool van Cape Holland uit Beilen. De Noordzee is op de plek waar de pijler staat ongeveer 26 meter diep. De pijler is 30 meter de grond in geheid en is daarmee stevig verankerd in de zeebodem. De volgende stap was het plaatsen van het middenstuk, de pijler waar het platform op rust. Dit middenstuk is onder water op de fundatiepaal geplaatst en steekt zo’n 20 meter boven de waterspiegel uit. Op maandag 15 mei is vervolgens het bij HSM gebouwde platform bovenop de monopile geplaatst. Er worden nu drie nieuwe putten geboord en een nieuwe leiding van 7 kilometer naar het K15-platform aangelegd. Van K15-FA wordt het gas via een bestaande pijpleiding naar het K14-complex vervoerd. Dit K14-platform is de hub voor behandeling van het gas van diverse platforms, voordat het bij Den Helder aan land komt. Eerste productie van aardgas in 2018 verwacht. Er wordt dan circa 1.500.000 m3 aardgas per dag geproduceerd. Dit is gelijk aan de energieproductie van 175 windmolens van 8 megawatt. 4 / 2017

OFFSHORE VISIE

17


ENERGIETRANSITIE HANS VAN CLEEF, SENIOR SECTORECONOOM ENERGIE ABN AMRO BANK

‘Stellen dat we nu zonder fossiel kunnen, is te kort door de bocht’ ‘Alle nieuwe auto's zijn in 2025 elektrisch aangedreven", ‘Gemeente ‘X' of ‘Y' zal in 2030 volledig CO2-neutraal zijn’, ‘Alle kolencentrales kunnen per direct dicht’, ‘Investeringen in fossiele brandstoffen zijn niet meer nodig’. Dit is zo maar een kleine greep uit de berichten die de afgelopen weken in de media zijn verschenen. Deze koppen suggereren dat de energietransitie al bijna een feit is en dat het allemaal niet zo moeilijk is als men soms doet voorkomen. De werkelijkheid is weerbarstiger.

Automerken staan in de file om aan te geven dat hun motoren vanaf 2025 elektrisch worden aangedreven. Als je dan dieper in het nieuwsbericht duikt, blijkt dat op die datum dan 20-25% van het nieuwe aanbod een elektrische aandrijving zal hebben; volledig elektrisch, of een hybride oplossing (combinatie verbrandingsmotor en elektromotor). Volkswagen geeft bijvoorbeeld in een persbericht aan dat 25% van haar nieuwe auto's in 2025 elektrisch zal worden aangedreven. Maar in hetzelfde persbericht staat dat de komende jaren er een enorm tekort aan lithium ion-batterijen zal ontstaan. Tegen 2025 zou er een behoefte zijn aan ruim veertig ‘giga-fabrieken', vergelijkbaar met die van Tesla in Nevada, die deze batterijen maken. Op dit moment staat er echter slechts één in de planning. Het is vanuit marketing-optiek interessant om te zeggen dat je niet achterblijft maar ‘vol' inzet op elektrische aandrijving. Maar de suggestie wekken dat benzine- en dieselmotoren over een paar jaar niet meer op de weg te vinden zullen zijn, is het creëren van een illusie. Realistisch Opportunisme rond de energietransitie zien we veel vaker. Wethouders geven aan de ambitie te hebben de gemeente, stad of dorp in 2030 CO2-neutraal te hebben. Concrete plannen en invulling

Hans van Cleef.

18

OFFSHORE VISIE

4 / 2017


ENERGIETRANSITIE

Ook zonne-energie wordt steeds interessanter nu de rendementen stijgen en de kosten blijven dalen.

Illustratie giga fabriek Tesla in Nevada.

van deze ambitie zijn er echter minder vaak. Ook hier geldt: ambitie is goed, maar laten we ook realistisch blijven. De selectieve communicatie betreft niet alleen de vraagzijde van energie. Ook aan de aanbodkant wordt regelmatig de suggestie gewekt dat de energietransitie verder is dan eigenlijk het geval is. Offshore windenergie in Nederland lijkt langzamerhand zonder subsidies uit te kunnen. Het gaat inderdaad de goede kant op, maar het definitieve bewijs moet eind van dit jaar bij de volgende aanbestedingen van de windparken op zee nog worden geleverd. Ook zonne-energie wordt steeds interessanter nu de rendementen stijgen en de kosten blijven dalen. Toch was het nodig om de salderingsregeling te verlengen tot 2023 om de financiĂŤle business case rond te krijgen. ‘We' zijn er dus nog niet. Energiemix Onlangs werd de kolenoverslag in de Amsterdamse haven geblokkeerd als protest tegen het gebruik van kolen. Ook werd er door een handjevol mensen actie gevoerd bij de kolencentrale aan de Hemweg in Amsterdam en werd er een

oproep gedaan om deze te sluiten. Dat hierover inmiddels al gesprekken plaatsvinden en dat het eigenlijk een kwestie van tijd is voordat deze energiecentrale wordt gesloten, bleek geen argument om deze mediaaandacht genererende actie af te blazen. Ook zijn investeringen in de gaswinning in Nederland lastig bespreekbaar. Toch draait de Nederlandse energiemix nu nog steeds vooral op gas en kolen. Duurzame energiebronnen zoals wind en zon maken nu slechts bijna 2% van de mix uit (biomassa 4%, wat het totaal aan duurzame energie op 5,9% brengt). Onze samenleving draait voor haar energiebehoefte dus nog voor een groot deel op fossiele brandstoffen. Ja, we gaan naar een duurzame mix en dat is belangrijk. Toch blijf Van Cleef van mening dat stellen dat we fossiele brandstoffen nu niet meer nodig hebben, veel te kort door de bocht is. Voorspellen hoe snel het gaat is heel lastig. Zelf ervaart Van Cleef dat al jaren met het afgeven van prijsverwachtingen. De werkelijkheid is vaak dat veranderingen sneller komen en dat de beweging vaak sterker is dan eerder verwacht. Maar dat maakt nog niet dat je verwachtingen moet scheppen

die ongefundeerd zijn. Het Internationaal Energieagentschap (IEA) geeft regelmatig verwachtingen af over de energiemarkt. Een veel gehoord verwijt is dat het IEA te conservatief is ten aanzien van haar verwachtingen over de verduurzaming van de energiemix. Een verwachting is echter niets anders dan een duiding van de huidige ontwikkelingen. Deze zijn gebaseerd op feiten en aannames. Voor deze aannames geldt dat daar zeker ambitie in moet doorschemeren, zolang je dit in je boodschap aangeeft. Maar met het verkopen van onrealistische scenario's wordt volgens Van Cleef juist het draagvlak in de samenleving geschaad. Dat draagvlak is hard nodig om de energietransitie te laten versnellen. Als blijkt dat de aannames worden ingehaald door de werkelijkheid is dat alleen maar mooi. Liever draagvlak creĂŤren en de verwachtingen overtreffen dan een op wensdenken gebaseerd marketingbeeld. Dat laatste leidt enkel tot teleurstellingen. Met dank aan Hans Van Cleef voor toestemming publicatie. Deze column is eerder gepubliceerd op Energiepodium.nl 4 / 2017

OFFSHORE VISIE

19


O N S T R E AM

TIDEWAY INVOLVED IN ELIA MODULAR OFFSHORE GRID Dredging International has secured the contract from Belgian transmission system operator Elia for the submarine power cable installation for the Modular Offshore Grid (MOG) in the North Sea. DI will deploy its new fleet of vessels to carry out the works, including hoppers ‘Minerva’ and ‘Scheldt River’ and DP3 cable installation vessel ‘Living Stone’, operated by Tideway. Elia’s Modular Offshore Grid, or so-called electricity plug, includes an Offshore Switchyard Platform (OSY) located about 40 kilometres off the Zeebrugge coast, to which four wind farms will be connected. Submarine cables will link the platform with a substation in Belgium, where produced wind energy will be injected in the Belgian onshore grid.

RENTEL OFFSHORE WIND FARM At the end of July the first monopiles have been installed at the Rentel offshore wind farm by GeoSea’s installation vessel ‘Innovation’. Rentel, located in the Belgian North Sea, will feature 42 turbines with a total capacity of 309 MW – enough renewable energy to supply green energy for about 300,000 households in Belgium.

The installation scope includes the supply, installation and maintenance of the submarine power cables. One 220kV power cable will be installed along a 4,5 km route between the Offshore Switchyard Platform and the first windfarm’s platform. Also, two 220kV submarine power cables of approximately 39 km each will be installed from the Offshore Switchyard Platform to the onshore connection point located on the beach in Zeebrugge. The contract has a value of approximately EUR 130 million. Cable will be produced by Hellenic Cables, a Greek manufacturer.

LIGHTWEIGHT ACCOMMODATION MODULES H2M Lightweight Modules has recently placed 8x 33ft. 2-men sleeper modules on the ‘VOS Start’. The 33ft. modules were placed on board the newly built VOS Start in the harbour of Amsterdam. H2M took care of transport and installation of the modules, stairs and walkways, linking kits, sewage pumps and transformers and additionally installed a complete Heli-winch area on top of the modules. This once again demonstrates that H2M is not just a rental company, but a full-service provider delivering clients the service they require. H2M can provide a full-service solution, including engineering, transport, installation, hook-up, commissioning and service during the period of use. The 33ft. 2-men sleeper modules, each equipped with two comfortable single-bed cabins, are expected to be utilised until the beginning of 2018. Each cabin is fitted out with secure lockers, desk, chair, 32-inch flat screen TV, internet connection and Wi-Fi, plus its own sanitary room with shower, comfortable chair, toilet and sink. All H2M modules are manufactured to the highest industry standards; DNV 2.7-1, EN 12079 and ATEX, including compliance with IMO/SOLAS regulatory requirements for A60 fire protection withstanding even the most hostile offshore and marine environments.

AQUALIS OFFSHORE GOES DUTCH Offshore marine and engineering consultancy Aqualis Offshore is setting up a presence in the Netherlands. In that connection, the group has hired Jasper Bergsma as its head of business development in the country. Bergsma will be based in Amsterdam and in charge of marketing Aqualis Offshore’s services in the country. He will also support the Norwegian and UK operations of Aqualis Offshore. Bergsma is a highly experienced oil and gas professional. He joins Aqualis Offshore from a role as director of Mokum Offshore in Amsterdam. Bergsma started his career with Allseas but then spent the next 15 years with Fugro, including roles as superintendent, head of marine support group, project manager and newbuilding manager.

WWW. OFFSHOREVISIE .NL Men sleeper modules loaded on the ‘VOS Start’.

20

OFFSHORE VISIE

4 / 2017


THIS YEAR, THE WIND INDUSTRY WILL BE MEETING IN

AMSTERDAM

28 - 30 NOVEMBER 2017

Amsterdam RAI Exhibition and Convention Centre

To become an exhibitor or sponsor please contact: sales@windeurope.org In partnership with:

Find out more at:

windeurope.org/confex2017


INSPECTIE BIJ ELK DIGITAAL RAPPORT EEN SLIMME ‘CLIËNT VIEWER’

Bluestream introduceert kostenbesparend inspectieconcept

Voor bedrijven is innovatie niet alleen onontbeerlijk om klanten tevreden te stellen. Het is ook noodzakelijk om de concurrentie voor te blijven. Mede door binnen een bedrijf het verandervermogen te vergroten, ontvouwt zich tevens een nieuwe toekomst. Bluestream uit Den Helder is zo’n organisatie die de afgelopen zeven jaar keihard binnen al haar geledingen heeft gewerkt aan de transformatie van een klassiek duik, rope access en ROV bedrijf tot een innovatieve offshore dienstverlener die meedenkt met zijn klanten en met oplossingen komt die helpen kosten te besparen.

Doorgaans staat het water een bedrijf reeds aan de lippen wanneer het management besluit om te gaan veranderen. Helaas is het dan vaak te laat. Voor Bluestream geldt dit absoluut niet. Reeds in 2011 besloot het management het IRM-roer definitief om te gooien. Lag de focus aanvankelijk op offshore uitvoering als belangrijkste activiteit, nu staat het vizier geheel gericht op het resultaat van die activiteit, zijnde het rapporteren van inspecties. Hoe die inspecties worden uitgevoerd is in feite ondergeschikt aan dit doel en daarbij heeft het bedrijf de keuze om dit uit te laten voeren door duikers, met een ROV, middels rope access of met een UAV (unmanned areal vehicle). 22

OFFSHORE VISIE

4 / 2017

Sedert die koerswijziging is innovatie voor het Helderse bedrijf ‘business as usual'. Laat de toekomst maar komen. Bluestream uit Den Helder is er helemaal klaar voor! Han Heilig sprak met Adriaen Winckers, business development, commercial manager Anton Janssens en Malcolm Newton, senior inspection engineer. Zelfstandig De basis onder de geschetste ontwikkeling is gelegd door het inrichten van een gespecialiseerde inspectie afdeling. Deze zelfstandige afdeling is gebouwd rond specialisten in het uitvoeren van inspecties, en heeft een onafhankelijke status binnen het bedrijf.

Met Bluestream halen operators uit de olie-, gas of windsector voortaan niet alleen een ‘uitvoerende’ aannemer in huis, maar ook een partner die meedenkt over innovatieve en kostenbesparende mogelijkheden om hun kostbare assets te onderhouden. Adriean Winkers: “Onze eigen specialisten op het gebied van duiken, ROVs, rope access en UAV partner Skeye zijn gepokt en gemazeld in het vak. Als geen ander weten zij dat integraliteit van op techniek gebaseerde activiteiten nodig is om innovaties te kunnen laten slagen, niet eenmalig maar continu. We leven in een tijd van grote economische en maatschappelijke


INSPECTIE

veranderingen. Een tijd van (energie) transitie waarin visie noodzakelijk is om de toekomst naar ons toe te trekken. Een tijd ook waarin we kwaliteit een nieuwe inhoud geven. Dat doen we door een intensieve, interdisciplinaire samenwerking zowel binnen Bluestream zelf als met onze partners en klanten. Teamwork is de basis om samen de slimste en meest kosteneffectieve service te ontwikkelen.” De uiteindelijke oogst van ruim 5 jaar investeren, innoveren en initiëren van een zelfstandige, service gedreven inspectieafdeling is dat anno 2017 Bluestream een mee- en vooruitdenkende partner is als het gaat om het boven en onder water inspecteren van offshore platforms, pijpleidingen, kabels en duurzame energie installaties. De dienstverlening behelst het uitvoeren van inspectie campagnes, het verwerken, het analyseren van de resultaten en het opstellen van de rapportages met de technische bevinding. Verder is het bedrijf in staat te adviseren, te coördineren en de meest optimale reparatie- of onderhoudsmethodiek uit te voeren met een minimale impact op de productie van een productieplatform of windturbine. Mocht dit advies door de opdrachtgever worden omgezet in een contract, dan past Bluestream vervolgens een geïntegreerde aanpak toe om een veilige en efficiënte reparatie of onderhoudsklus te kunnen voorbereiden en te realiseren. Overigens is het niet zo dat Bluestream tijdens of na een inspectie automatisch ook het reparatiewerk of het onderhoud mag uitvoeren. “Dit is zeker geen mechanisme en is in principe afhankelijk van de wens van de klant. De ene operator zegt: als je iets ziet, repareer of vervang het gelijk. Maar het kan ook zijn dat een opdrachtgever eerst het inspectierapport wil bestuderen om ons vervolgens de opdracht tot reparatie of onderhoud te gunnen. Ook kan het zo zijn dat er opnieuw een tender wordt uitgeschreven en daar kunnen wij als Bluestream dan ook weer op inschrijven,” verklaart Anton Janssens. Wijze van rapportage “De verandering die wij binnen de Bluestream-organisatiestructuur en ons dienstenpakket hebben doorgevoerd, heeft alles te maken met de manier waarop wij de rapportage van een inspectie samenstellen en vervolgens aan de klant overhandigen,” vervolgt Malcolm Newton. Hij heeft een jarenlange ervaring als ROV pilot en inspectie coördinator. “De IT-evolutie en dataexplosie die zich een aantal jaren

geleden heeft ingezet, heeft Bluestream daarbij ontzettend geholpen. Wij zijn nu in staat enorme hoeveelheden data op minder hardware te bewaren dan voorheen. Spraken we vroeger over een paar megabytes, tegenwoordig praten we over een opslag per project van vele terrabytes. Zeker nu we opnames in HD maken. Dankzij die razendsnelle IT vooruitgang is Bluestream thans in de gelegenheid de klant naar behoefte eenvoudig inzicht te geven in de status van zijn object. In de rapporten wordt de korte samenvatting gegeven, maar wil de klant een specifiek onderdeel of detail bekijken, dan is die informatie eenvoudig naar boven te halen.” “Om dit mogelijk te maken worden alle beelden van de camera’s op onze ROV’s bijeen gebracht en opgeslagen met een Digital Edge video inspectiesysteem. Hierdoor kunnen wij klanten voorzien van een uiterst lezersvriendelijk en toegankelijk rapport met een superheldere HD video reportage. Frustrerende dikke inspectierapporten met ellenlange video’s en duizenden foto’s behoren hiermee definitief tot het verleden. Opdrachtgevers willen een zeer concreet rapport dat hen direct vertelt wat ze willen weten. Ze willen niet dagenlang een document van honderden pagina’s doorworstelen of urenlang video’s of foto’s bekijken om te kunnen vaststellen wat de status is van hun eigendom. Pure tijdverspilling. Bij elk digitaal rapport levert Bluestream een slimme ‘cliënt viewer’ mee. Hiermee is de klant in staat heel eenvoudig door het rapport te navigeren. Middels een simpele handeling kan hij of zij zich vlot en rechtstreeks in beeld en woord vergewissen van een situatie onder water of op een moeilijk toegankelijke plek aan de onderkant van bijvoorbeeld een platform. Het grote voordeel hiervan is dat op basis van deze ‘zichtbare’ feiten een snelle besluitvorming kan plaatsvinden. Met behulp van de sjablonen die wij voor deze klantweergave hebben samengesteld, kan Bluestream een operator telkens weer een nagenoeg identiek rapport overhandigen. Uiteraard kan deze innovatie gecombineerd worden met een flexibele aanpak voor het leveren van een maatwerkrapport.” Nachtmerrie “Voor 2011 beschikte Bluestream nog niet over het juiste digitale gereedschap om een voor de klant bevredigend inspectierapport te maken,” erkent Adriean Winckers, die tegelijkertijd aangeeft dat dit destijds ook voor anderen gold.

De IT-markt was in haar ontwikkeling gewoon nog niet zover. “Het opstellen van een inspectierapport op papier was in die dagen echt een nachtmerrie. Het was gewoon ontzettend lastig om met name de video data correct op te slaan en toegankelijk te maken. Het ontbrak vaak aan consistentie en de opslagmogelijkheden lieten makkelijk fouten toe. En hadden we dan uiteindelijk het rapport afgerond dan klaagde de opdrachtgever over de compleetheid van de video data en de slechte toegankelijkheid.” Vanaf 2009 slaagde Bluestream erin steeds meer inspectiecontracten af te sluiten. Eerst met Total, daarna GDF Suez (nu Engie), Chevron (nu PetroGas) en Dana. Later kwam daar ook TAQA, Oranje Nassau (ONE) en NAM bij. Om die klanten tevreden te stellen en voor een langere tijd aan zich te binden, voelde Bluestream het als haar plicht om professioneler te werk te gaan. Om uiteindelijk een rapport te kunnen voorleggen dat wel een duidelijke meerwaarde naar de klant kon bieden. Om deze uitdaging te bewerkstelligen koos het bedrijf ervoor inspectie opdrachten voortaan projectmatig te gaan benaderen. Om eerst een complete planning te maken; van de voorbereiding tot de daadwerkelijke aflevering van de rapportage. Winckers: “Een heuse uitdaging want het vereiste niet alleen een zoektocht naar de juiste middelen maar wel degelijk ook een aanpassing van onze eigen bedrijfscultuur. In plaats van ‘doeners’ moesten we ‘denkers’ worden. Ging aanvankelijk onze aandacht uit naar het duiken en de ROV operatie, nu moesten wij gaan nadenken over data- en videomanagement. De hamvraag werd nu: hoe gaan wij om met gegevensbeheer? Hoe gaan we de aanvoer van gegevens tussen schip en wal stroomlijnen? Hoe kunnen we efficiënter werken om de klant zo snel en zo simpel mogelijk inzicht te geven in het resultaat van onze inspectie? En hoe kunnen we daarbij een aanzienlijke kostenbesparing realiseren met tegelijkertijd het verhogen van de betrouwbaarheid van de resultaten?” Inmiddels heeft Bluestream ook een grote groep klanten verworven in de offshore windsector. Zo worden inspecties van monopiles, substations en complete HVDC platforms op dezelfde wijze middels de combinatie van de inspectietechnieken geheel volgens klantspecificaties efficiënt in kaart gebracht en gerapporteerd. 4 / 2017

OFFSHORE VISIE

23


INSPECTIE

Digitalisering van inspectieresultaten speelt belangrijke rol bij Bluestream.

Sleutel tot succes Het antwoord op al die hierboven gestelde vragen vond Bluestream destijds bij Digital Edge Subsea, een Engels bedrijf dat als doel heeft gebruiksvriendelijke digitale systemen te ontwikkelen voor de ROV- en duikindustrie. Zij kwam in 2009 voor het eerst op de markt met de EdgeDVR, een digitale SD-videorecorder en inspectiesysteem met één kanaal. Wat voor de mannen van Bluestream de doorslag gaf om voor dit inspectiepakket te kiezen was ontegenzeglijk het gegeven dat Digital Edge ook de eerdergenoemde ‘cliënt viewer’ meeleverde. Winckers: “In onze overtuiging was dat de sleutel tot het succes van het inspectieconcept dat wij voor ogen hadden.” In overleg met de productontwikkelaars van Digital Edge is Bluestream vervolgens naarstig aan het werk gegaan om het digitale video-inspectiesysteem te innoveren en te upgraden tot wat het nu is. Met videobeelden waarvan de beeldkwaliteit zeker indrukwekkend mag worden genoemd, een digitaal eindrapport in de vorm van een harde schijf en de zo belangrijke cliënt viewer. Malcolm Newton hierover: “Wat we feitelijk doen, is de opdrachtgever een verslag voorleggen waarin hoofdzakelijk mogelijke afwijkingen worden gerapporteerd. Hiervoor hebben wij in-house een aantal zeer accurate procedures ontwikkeld, waardoor wij in staat zijn om een klant aan te tonen dat wat we rapporteren, 24

OFFSHORE VISIE

4 / 2017

ook daadwerkelijk zo is. Wij geven geen uitgebreide beschrijving van delen van het object die er goed uitzien en waarmee niets aan de hand is. Uiteraard zijn deze inspectieresultaten wel beschikbaar, maar de klant is alleen geïnteresseerd in de risicovolle onderdelen. Dus die worden primair vermeld in het inspectierapport. Uiteraard in combinatie met de bijbehorende videobeelden. Analyses gebaseerd op mogelijke risico’s. Daar draait het tegenwoordig allemaal om.” Collega Anton Janssens knikt instemmend. “De belangrijkste reden dat operators Bluestream opdracht geven om een inspectierapport samen te stellen, is dat zij een ‘certificaat van fitness’ nodig hebben. Deze wordt aan de hand van ons eindrapport met tussenkomst van een onafhankelijke deskundige, zoals Lloyd’s Register of Bureau Veritas, afgegeven namens de overheid. Blijkt dat een asset niet aan de door de overheid gestelde eisen voldoet, dan wordt simpelweg de licentie om offshore gas of olie te winnen en te produceren door de Minister van Economische Zaken niet verlengd. Objectiviteit en nauwkeurigheid in onze rapportages zijn daarom essentieel voor onze klanten.” Efficiënte uitvoering Op de Noordzee heeft Bluestream momenteel meer dan 200 offshore assets onder haar hoede om te inspecteren. Traditioneel worden voor inspectiecampagnes grote IRM-schepen ingezet met duikers en ROV’s aan boord.

Bluestream heeft ervoor gekozen om met compactere, en dus veel kostenefficiëntere schepen te werken. Hiertoe is een partnership aangegaan met Vroon Offshore Services. Maar daarnaast biedt zij opdrachtgevers ook de mogelijkheid om inspecties vanaf het te inspecteren platform zelf uit te voeren. Hiervoor zijn alle ROVs, lanceringssystemen en inspectiesystemen keurig ‘verpakt’ in speciaal ontworpen containers. Ook deze aanpak van het plaatsen van modulaire units op een schip of platform draagt substantieel bij tot een aanzienlijke reductie van de kosten. Dankzij het succes in de markt heeft Bluestream door slim de IRM campagnes van de operators te plannen, het mogelijk gemaakt de campagnes tijdens de ‘werkbare’ maanden efficiënter en in een betrekkelijk korte doorlooptijd uit te voeren. “Je zou dit concept kunnen beschouwen als het aangaan van een lange termijn relatie met onze klanten waarbij servicegerichtheid bovenaan staat,” stelt Anton Janssens. “Voor de operators geldt een gemeenschappelijk belang, namelijk het voldoen aan standaards, normen en wetten en het moeten melden van afwijkingen aan een object. Wordt hieraan niet voldaan dan kan dit leiden tot reputatieschade voor de operator of voor de gehele sector. Bluestream is zich in hoge mate bewust van het effect van haar bijdrage voor de sector. We nemen daarom graag de zorgen uit handen van onze klanten, en zien erop toe dat de onvermijdbare kosten voor inspecties zo laag mogelijk blijven.”


PRIME DILLINGER HEAVY PLATES OVER 100,000 TONS OF OFFSHORE PLATES IN STOCK

Structural strength in heavy steel plates AncoferWaldram Steelplates bv is a company of Dillinger

OFFSHORE & CONSTRUCTION GRADES: • S355J2+N, S355K2+N, S355NL, S355ML • DH36, VLD36 / EH36, VLE36 (+Z35) • VLE36TM, VLF36TM • S355G10+M, S420G2+M, S460G2+M • S690QL1 (+Z35)

10 & 11 OCTOBER 2017

AMSTERDAM | THE NETHERLANDS

T +31(0)162 49 15 00 | E sales@aws.dillinger.biz I www.ancoferwaldram.com AWS170727_Schiff&Hafen

offshore-dhtc 140618.indd 1

05-12-14 14:43


O N S T R E AM

CHARTER OF FIRST DAMEN SOV

VAN DAM WINS HMC ORDER

Bibby Marine Services is delighted to announce that it has signed a contract with Total E&P Nederland to charter the Damen designed and built Bibby WaveMaster 1 - a Service Operations Vessel (SOV) with walk to work capabilities. Total E&P Nederland will charter the vessel from April to October 2018, with options to extend up to 3 years.

Van Dam Maintenance & Repair announced that Heerema Marine Contractors (HMC) has formally confirmed the award of renewal of heatshield cladding on the crane houses of its SSCV Thialf. Under the award Van Dam will supply and install sun-protecting heatshielding in the distinctive HMC orange color on both crane houses. Heatshield cladding is used for a number of applications to reduce heat radiation. Van Dam Maintenance & Repair will use the proven effective heatshield cladding from sister company Van Dam which is able to reduce heat radiation up to 94%.

DONG KIEST WINDTURBINES SIEMENS Signing the contract – (left to right) Huib Giesberts, Manager Logistics Department, Total E&P Nederland and Stephen Blaikie CEO Bibby Marine Services.

VOS START W2W READY FOR FIRST CHARTER Damen Shiprepair Oranjewerf (Oranjewerf) has bid farewell to VOS Start, Vroon BV’s first DP2, subsea-support, walk-to-work (W2W) vessel. The 80m VOS Start arrived at Oranjewerf on 1 June from her build yard in China for the installation of a motion-compensated gangway system - the first of its kind by Barge Master and Bosch Rexroth, the extended installation of a Kongsberg reference system (including a ‘windfarm module’), and an active heave-compensated crane from SMST. In the eight weeks that she was in the yard, the vessel also underwent a wide range of other upgrades and preparations for her first charter. VOS Start’s first project is a charter to MHI Vestas Offshore Wind for the construction of the Walney Extension Offshore Wind Farm in the Irish Sea. There she is providing logistics support, accommodation and W2W capability.

Siemens gaat DONG Energy 94 8 MWwindturbines leveren voor het offshore windpark Borssele I en II. DONG heeft gekozen voor een 8 MW-windturbine die is gebaseerd op een al bestaande turbine met direct drive generator. Die heeft zich de afgelopen periode al heeft bewezen, benadrukt Siemens. Zo staan al ruim tweehonderd van deze windturbines wereldwijd opgesteld. Siemens produceert de gondels van de windturbines voor Borssele I en II in zijn nieuwe fabriek in Cuxhaven en maakt de rotorbladen in Hull. Siemens gaat voor DONG ook het onderhoud van de windturbines verzorgen.

FIRST CONTRACT FOR CARDON IV Ampelmann has been awarded a contract by Cardon IV (CIV) in support for a Walk to Work campaign in the Perla Field, Venezuela. With this contract Ampelmann will continue to expand its fleet in the region, where in addition to Venezuela, Ampelmann has currently allocated E-type systems in Argentina, Brazil, Trinidad and USA. Ampelmann has successfully mobilised and installed the A-type system on board of the Armada Tuah 85. The A-type system is a full active motion compensated access gangway, designed to transfer personnel safely and efficiently to offshore structures.

26

OFFSHORE VISIE

4 / 2017


O N S T R E AM

CONSTRUCTION SSCV OOS SEROOSKERKE A steel cutting ceremony at the end of June this year has signaled the start of construction for the first of two new build Semi-Submersible Crane Vessels (SSCV), the ‘OOS Serooskerke’, on time according to the planned phases within the project. Once completed, the ‘OOS Serooskerke’ will feature hotel capacity for 750 persons on board for preparation work, two heavy lift Huisman cranes with a total tandem lift capacity of 4,400t with the capability to reach a speed up to 12 knots. The company provides a turnkey solution reducing costs by integrating accommodation with heavy lift capacity to clients within the oil and gas industry, especially for decommissioning projects.

LOI VOOR STEENSTORTWERK NORD STREAM 2 Boskalis heeft in joint venture met Van Oord een LoI (Letter of Intent) verkregen voor het uitvoeren van steenstortwerkzaamheden voor het project Nord Stream 2. De opdracht wordt toegekend door projectontwikkelaar Nord Stream 2 AG en is onderdeel van de aanleg van de geplande dubbele pijpleiding die over een lengte van 1.200 kilometer via de Baltische Zee gas zal gaan vervoeren van Rusland naar Europa. Het contract heeft een waarde van circa EUR 250 miljoen.

ACTA ORION WORKING ON DONG’S RACE BANK Acta Marine’s walk to work construction support vessel ‘Acta Orion’ is carrying out accommodation and walk to work duties for Siemens on Dong’s offshore wind farm Race Bank. Siemens is currently installing and commissioning 91 six MW turbines, planned to be completed before end of the year. ‘Acta Orion’ active on this project since May 2017 will be occupied until midNovember 2017. The vessel is used by Siemens to accommodate up to 60 technicians carrying out commissioning and testing duties as well as performing O&M duties on the installed turbines. The vessel is therefore following in the wake of the installation jack-up vessel Sea Installer and keeping up with its pace to complete the T&C scope on time. Last week the installation of one quarter of total number of turbines was completed.

VDS EXPANDEERT DOOR AANKOOP NAMI VDS Staal- en Machinebouw koopt NAMI Constructions uit Ridderkerk. Voortaan gaat het NAMI-VDS Rotterdam heten. Daarmee geeft VDS vorm aan haar groeiambitie in de regio Rotterdam. De aankoop zorgt voor een versterking en uitbreiding van het dienstenaanbod van VDS. Zo kan VDS, dankzij NAMI’s expertise, nu onder meer jackets voor de olie- en gasindustrie leveren. Robert van der Loos, CEO van VDS: “Wij zijn verheugd om NAMI te verwelkomen binnen ons bedrijf. NAMI heeft veel kennis en ervaring in huis in de olie- en gasindustrie. Dit sluit aan bij onze diensten en hierin kunnen we elkaar versterken. Bovendien heeft NAMI een solide trackrecord in de markt. Hans van de Zande van NAMI: “Wij kennen VDS als een betrouwbare, solide partner in de markt. Een jaar of drie geleden hebben we al eens samengewerkt. Wij zijn dan ook zeer content dat NAMI nu onderdeel uitmaakt van VDS.” VDS zet met de aankoop haar ambities kracht bij om te willen groeien in de Rotterdamse regio. Op dit moment onderzoekt het bedrijf tevens de mogelijkheden om uit te breiden richting het eerste Offshore Center van Europa, Maasvlakte 2. In 2016 opende VDS, naast vestigingen in Vlissingen en Eemshaven, haar eerste vestiging op Rotterdamse bodem.

DONG ENERGY CHOOSES VLISSINGEN DONG Energy and Zeeland Seaports have signed a Letter of Intent for developing an O&M base in Vlissingen Buitenhaven for the operation and maintenance of the offshore wind farm Borssele 1&2. DONG looks forward to settling in the province of Zeeland and contributing to further regional economic development and long-term employment. VDS locatie in Rotterdam.

4 / 2017

OFFSHORE VISIE

27


O N S T R E AM

ALE STRENGTHEN SHARE ACQUISITION ALE has increased their services and skills in the offshore sector by purchasing Conbit. Conbit, a successful structural engineering and lifting contractor who specialise in the offshore engineering and maintenance and onshore tower markets, has a head office in Eindhoven, the Netherlands. Now Conbit are part of the ALE group, it means that ALE can now offer a full solution to cover all scopes of work in the sector. “This is an increasingly competitive market to enter; by acquiring one of the forerunners in offshore, we are able to strengthen our overall service and position as heavylift leaders within this sector,” explained Mark Harries, Global Managing Director for ALE. “We can now bridge our skills together and fill any gaps in our expertise to benefit our clients and the overall industry.”

FIRST SVERDRUP JACKET INSTALLED Statoil has installed the riser platform jacket for the Johan Sverdrup project, the first visible installed structure for the giant oilfield development off Norway. Installation of the 26,000-tonnes jacket was completed by the Heerema Marine Contractors’ crane vessel Thialf. The 140-meter-tall module, which has a seabed footprint of 94 metres by 64 metres, is attached to the seabed by 24 poles, together weighing more than 9000 tonnes. The jacket left Kvaerner’s Verdal facility in Norway at the end of June following a naming ceremony, where the unit was named Aegir.

‘PIONEERING SPIRIT’ NABS WEST WHITE ROSE GIG Canadian operator Husky Energy confirmed the award of a contract to Allseas to use the ‘Pioneering Spirit’ to transport and install the topsides for the West White Rose wellhead platform. The ‘Pioneering Spirit’ will load out the topsides facility from a nearshore dock in Newfoundland, Canada, and transfer it to the West White Rose field where it will be integrated with a concrete gravity structure (CGS) in the summer of 2021.

A2SEA ACQUIRED BY GEOSEA DONG Energy and Siemens signed an agreement with Belgian GeoSea stating that GeoSea will acquire the full ownership of A2SEA. A2SEA will continue to operate out of Denmark with offshore wind turbine service and installation. DONG Energy and Siemens have been owners of A2SEA since 2009, when both companies needed to consolidate their position in the offshore wind market. However, owning A2SEA is no longer within the scope of their core businesses and therefore the divestment came naturally. GeoSea operates within complex marine engineering projects and is owned by the DEME Group.

NAM CONTRACTS ENSCO 122 UK-based offshore driller Ensco has been awarded a contract for its Ensco 122 jack-up drilling rig by NAM for drilling activities in the Dutch sector of the North Sea, as per sources. Per VesselsValue, NAM, will utilize the rig on a five-month drilling contract beginning Oct 1 and terminating on Feb 28, 2018. The contracted dayrate is believed to be about $100,000 corresponding to a total value of around $15 million. Sea Installer of A2SEA.

28

OFFSHORE VISIE

4 / 2017


O N S T R E AM

‘PIONEERING SPIRIT’ GEBOUWD MET 1941 BOUWSTEENTJES De ‘Pioneering Spirit’ is de grootste Sluban set ooit en bestaat uit bijna 2.000 bouwsteentjes! Een jaar lang is er door de Sluban medewerkers gewerkt aan het model, de ontwikkeling, de manuals en het doosdesign. Een geweldig project met een mooi resultaat. De bouwset werd eind vorig jaar als kerstpakket cadeau gegeven aan alle medewerkers van Allseas. Dankzij een nauwe samenwerking tussen Sluban en Allseas is een prachtig schaalmodel ontstaan van de ‘Pioneering Spirit’. Wie niet bij Allseas werkt, maar wel interesse heeft in deze getrouwe replica met beweegbare kranen, heeft geluk: van de gelimiteerde oplage is een beperkt aantal te bestellen via slubanshop.nl. Voor 199 euro heeft u een bouwpakket van exact 1941 blokjes in huis waar u zeker zes uur bouwplezier aan heeft. Minder ervaren bouwers moeten rekenen op tien uur. Speciaal voor lezers van Offshore Visie heeft Sluban een leuke actie; tot en met 14 oktober krijgt u bij uw bestelling van de ‘Pioneering Spirit’ een gratis bouwset van een onderzeeër cadeau. Bestel via slubanshop.nl en gebruik actiecode OVPS.

Bestaande bouwsets kunnen in eigen kleuren en met een passende doos worden geproduceerd maar bij voldoende afname kunnen ook volledig nieuwe modellen worden ontworpen in samenspraak met de klant. De bouwsteentjes van Sluban zijn perfect te combineren met andere bouwstenen zoals LEGO. Wilt u meer informatie of uw eigen schaalmodel in bouwblokjes? Neem contact op via info@sluban.nl

Bouwsets op maat De custom-made afdeling van Sluban Europe krijgt steeds meer aanvragen voor bouwsets op maat.

10 years your partner for optimising maintenance and inspection processes throughout the entire organisation.

Achieve More with Less Effort

• Risk Management • Vector MM Academy • Vector MM keurmerk • Vector Inspection Solutions • Vector Maintenance Solutions • Risk Management Inrichting Onderhouds •••Risk Management Vector MM Academy Beheersysteem •• Vector Vector MM MM Academy keurmerk •• Vector keurmerk Vector MM Inspection Solutions Wij optimaliseren het •• Vector Solutions Vector Inspection Maintenance Solutions onderhouds- en inspectie proces •• Vector Maintenance Solutions door de gehele organisatie Inrichting Onderhouds • Inrichting Onderhouds Beheersysteem Beheersysteem

www.vectormm.nl

Wij optimaliseren het onderhoudsen inspectie proces Wij optimaliseren het door de gehele organisatie onderhouds- en inspectie proces door de gehele organisatie


TENTOONSTELLING OFFSHORE ENERGY EXHIBITION & CONFERENCE

Transformation through collaboration

Offshore Energy Exhibition & Conference (OEEC) is een jaarlijks evenement dat inmiddels uitgegroeid tot een van de grootste Europese evenementen waar alle facetten van de offshore energy sector aan bod komen. Met ruim 12.000 (offshore) professionals en meer dan 650 deelnemende bedrijven belooft deze tiende editie weer een geweldig evenement te worden op 9, 10 en 11 oktober 2017. Registreer je nu!

Zowel de exploratie en productie van de conventionele energiebronnen zoals olie & gas, als duurzame energiebronnen zoals offshore wind en marine energy staan tijdens OEEC 2017 opnieuw centraal. Om deze reden is het de ideale plek om nieuwe inzichten te vergaren over innovaties en verbintenissen binnen energie. Het thema van dit jaar is ‘Transformation through collaboration’ waar de nadruk wordt gelegd op de merkbare veranderingen binnen olie, gas en wind als gevolg van het lower-forlonger prijsklimaat. Dit biedt uitdagingen, maar ook zeker mooie kansen welke leiden tot intensievere samenwerkingen binnen alle industrieën. De energie transitie is in alles merkbaar, zo ook in het conferentieprogramma alsook op de beursvloer. Ook dit jaar zijn er weer landenpaviljoens aanwezig, waaronder Nederland, China, Noorwegen, Schotland, Italië, Iran alsook paviljoens van AYOP, Den Helder en DMEC. 30

OFFSHORE VISIE

4 / 2017

Programma OEEC 2017 biedt ook een uitgebreid conferentieprogramma aan met acht technische sessies, verdeeld over ontbijt of lunchsessies, waarbij, onder andere, de volgende onderwerpen worden behandeld: subsea processing & infrastructure, decommissioning, asset integrity, global business oppertunities en rise of the renewables. Daarnaast vinden ook dit jaar weer het Industry Panel plaats alsook de Master Classes en Community Square. Offshore WIND Conference 2017 Hernieuwbare energie speelt een onmisbare rol als we willen voldoen aan de stijgende vraag naar energievoorziening. De 8e editie van het jaarlijkse Offshore WIND Conference, op 9 en 10 oktober, richt zich op de korte en lange termijn uitdagingen binnen de offshore wind industrie. Gedurende deze twee dagen

volgen naar verwachting antwoorden op vragen zoals: Wat betekent de groei voor de arbeidsmarkt en welke gevolgen zijn er door constante prijsdaling? Tijdens de Offshore WIND Conference gaan meer dan 20 sprekers van onder andere DONG, Siemens Gamesa, Bladt Industries, Van Oord en European Committee of the Regions, en ruim 250 professionals uit de industrie met elkaar in discussie over de manier waarop de toekomst vorm moet krijgen. Beide dagen worden de plenaire sessies afgewisseld met netwerkmogelijkheden. Iedereen die zich registreert voor de Offshore WIND Conference, krijgt automatisch toegang tot het Offshore Energy Exhibition & Conference 2017. Marine Energy Event Op 11 oktober vindt ook het Marine Energy Event plaats tijdens OEEC welke wordt georganiseerd in samenwerking met EWA, de


TENTOONSTELLING

Nederlandse branchevereniging voor Energie uit Water en DMEC (Dutch Marine Energy Centre). Deze dag staat in het teken van de commerciële haalbaarheid van marine energy en welke innovaties hiermee gemoeid zijn. Sprekers van onder andere EMEC, Bureau Veritas, Twin Valleys, EWA en DMEC delen hun visie op de financiële kansen binnen deze duurzame sector. De dag wordt afgerond met een paneldiscussie en een netwerkborrel. Community Square Community Square wordt dit jaar voor de tweede keer georganiseerd en omvat, evenals de eerste editie, een interessant en gratis te bezoeken programma van ON AIR talkshows en Community Café meetings over de transformatie in de industrie. Je kunt hierbij denken aan klimaatveranderingen, decommissioning en hergebruik, hernieuwbare energie, digitalisatie ontwikkelingen die het landschap van onze industrie ingrijpend aanpassen. Diverse stakeholders vanuit E&P-bedrijven, toeleveranciers, Ngo’s, academici en overheid delen en bediscussiëren nieuw ideeën en oplossingen over energietransitie, de toekomst van de Noordzee, nieuwe samenwerkingen binnen de industrieën en onze economie.

Offshore Energy Opening Gala Dinner en Offshore Energy Awards Op maandag 9 oktober wordt voor de tweede keer het Offshore Energy Opening Gala Dinner en Awards Show georganiseerd in het Scheepvaartmuseum in Amsterdam. Tijdens deze avond worden diverse successen gevierd worden door het uitreiken van drie industrie awards. De genomineerden worden in september bekend gemaakt en een deskundige jury zal alle inzendingen zorgvuldig beoordelen en de drie genomineerden per award bepalen. De drie awards die tijdens de Opening Gala Dinner worden gepresenteerd zijn; The Best Innovation in Offshore Energy Award; The Offshore Energy Public Outreach Award; en The Offshore Energy Young Engineer Award. HR-transitie op het gebied van energie De energie-industrie kampt met een nieuwe realiteit waar kostenreductie, veranderingen en noodzakelijke samenvoegingen van partijen orde van de dag zijn. Daarbij spelen factoren als digitalisatie, innovatie en uitdagende businessmodellen ook mee. Tijdens Offshore Energy 2017 worden de laatste ontwikkelingen op het gebied van HR binnen de volledige energie-industrie besproken tijdens de Technische Conferentie Sessie: Transformation through your Human Capital. De sessie right zich op het navigeren van de nieuwe HR-realiteit door het optimaliseren van harmoniseren van de organisatiestructuur waardoor deze weerbaarder en flexibeler wordt. Tijdens de beursdagen worden werkzoekenden

ook gefaciliteerd door een Offshore Energy Job Wall waar beschikbare vacatures op vermeld worden. Overigens zal er op 10 en 11 oktober ook internationale matchmaking worden georganiseerd. Dit is erg interessant voor mensen die op zoek zijn naar internationale samenwerkingspartners op het gebied van offshore energy (olie, gas en wind op zee)? Het matchmaking-event, welke georganiseerd wordt in samenwerking met RVO, richt zich op (innovatieve) mkb-bedrijven, onderzoeksinstellingen en universiteiten die actief zijn op het gebied van offshore energy. Aanmelden kan via website van Offshore Energy.

REGISTREER NU! Registreer nu voor gratis toegang tot Offshore Energy 2017. Via de website vind je ook meer informatie over het conferentieprogramma en kun je tickets boeken voor de diverse onderdelen. www.offshore-energy.biz.

4 / 2017

OFFSHORE VISIE

31


O N S T R E AM

ECN OFFSHORE WIND ENERGY

BOSKALIS NEEMT GARDLINE OVER

The Dutch government has granted funds to a new project WT Brain. Under ECN’s lead, Delft University, Lagerwey Wind and Siemens Gamesa Renewable Energy will bring the power of machine learning and artificial networks to bear on the problem of wind turbine control. The wind turbine controller decides how the wind turbines react to changes in the wind. If, through the use of machine learning and artificial networks, the controller reacts better, yields can be higher and wind turbine cost lower. The project will be completed by the end of 2019.

Boskalis maakt bekend dat het per vandaag alle aandelen van de Gardline Group (Gardline) heeft verworven. Tot de voornaamste activiteiten van deze in het Verenigd Koninkrijk gevestigde onderneming behoren maritiem geofysische surveydiensten, milieu-gerelateerde surveydiensten en offshore geotechnische diensten. Met deze overname wordt invulling gegeven aan de strategische ambitie om een positie op het gebied van offshore survey op te bouwen, en wordt Boskalis een gespecialiseerde aanbieder van subsea geotechnische surveydiensten. Daarnaast vergroot Boskalis met deze activiteiten zijn positie in de hernieuwbare (wind) energiemarkt en in de vroegcyclische olie- en gasmarkt. Gardline heeft een vloot van 15 surveyschepen en beschikt daarnaast nog over 25 kleinere boten, onder andere voor het vervoer van bemanningen en survey catamarans. Voor de acquisitie wordt een bedrag van circa GBP 40 miljoen betaald, inclusief overgenomen schulden.

TURNTABLE FOR CABLE INSTALLER Oceanteam Solutions has been awarded a long-term contract to supply a company that performs the installation of marine power cables with a 2000T demountable turntable including engineering and personnel services. The mobilisation and demobilisation of the equipment onto client’s vessel will take place at Oceanteam’s own facility in Velsen Noord, The Netherlands. Furthermore, Oceanteam will accommodate professional operators for the complete project. The project is planned to be executed in summer 2017. "Oceanteam Solutions has just renewed collaboration with this particular client, through which we have proved that the multi-year partnerships in our line of work are possible. We are very pleased to have won this contract and are convinced that one of the key factors of our successful collaboration is the trust that we’ve built," said Lex van Doorn, Managing Director of Oceanteam Solutions.

‘Ocean Researcher’.

FIRST FPSO EVER IN EASTERN MEDITERRANEAN Israel's Minister of Energy Mr. Yuval Steinitz recently presented Energean's Karish and Tanin FDP to the National Planning and Building Council. Greek oil company Energean Oil & Gas is now proudly presenting for the first time a drawing of the Karish and Tanin FPSO which will be used for the development of the two offshore natural gas fields! Advanced technology that results in the maximization of reserves with a minimal environmental impact and a safe light hydrocarbons liquids offloading, 90 km away from shore. Part of a wider USD 1,3-1,5 billion investment, it will be the first FPSO ever to operate in the Eastern Mediterranean. It will be able supply the Israeli market with at least 4BCM per year from 2020.

Oceanteam also supplied a cable laying spread to another client, which is still operational and under long-term contract. In this project, OTS was responsible for the engineering, supply and mobilisation of a 4000T demountable turntable and loading tower with built-in tensioner for a cable laying project in Germany. Karish and Tanon FPSO.

32

OFFSHORE VISIE

4 / 2017


VISIT US AT OFFSHORE ENERGY BOOTH 1.048

Kenz Figee Group is a leader in the design, manufacturing and maintenance of offshore hoisting and lifting systems. Our decades of experience and our constant focus on innovation allow us to offer one of the best product and service portfolios in the industry.

OFFSHORE CRANES AND GANGWAYS WWW.KENZ-FIGEE.COM

STRUGGLING WITH SAFETY AND RELIABILITY DURING HIGH PRESSURE TESTING? High pressure technology is our core competence With over 25 years of experience in the oil and gas industry, we help our customers make quality business decisions to increase the productivity of their business in a cost-efficient way. We engineer safe and reliable high pressure solutions for pressure testing, controlling, injection, filling, and other applications.

YOUR HIGH PRESSURE EXPERT. MEET US AT OFFSHORE ENERGY - STAND 1231

WWW.RESATO.COM/PRESSURE-TESTING


WIND ENERGY TENNET HAS TAKEN ON HSM OFFSHORE AND IV-OIL & GAS

Largest Dutch wind farm under construction TenneT has taken on HSM Offshore and Iv-Oil & Gas for the Borssele Alpha offshore transformer station: a model of Dutch ingenuity. The Dutch Government is pressing ahead

Hollandse Kust (noord)

on building five offshore wind farms that will rank among the largest in the world, with major cost reductions being achieved step-by-step. Not only is this

Hollandse Kust (zuid)

good for the transition to renewable energy, but also for the energy bills of residential and business consumers, as well as the Dutch economy.

Borssele

The development of offshore wind farms has already created around 4,000 jobs in production, construction and research. The figure is expected to increase to 10,000 jobs in 2020. The first wind farm, currently under construction, is Borssele. The farm consists of two parts, Borssele sites I and II, and Borssele sites III and IV. Together, the two wind farms have the capacity to generate 1,400 megawatts of green energy, enough to supply electricity to two million households. After construction of Borssele, three more wind farms, each with a capacity of 700 megawatts, will follow in the coming years off the coast of North and South Holland provinces. The five farms will jointly supply a total of 3,500 megawatts of energy, sufficient for more 34

OFFSHORE VISIE

4 / 2017

than five million households. This will make a significant contribution to attainment of the target laid down in the Energy Agreement to generate 16% renewable energy by 2023. In terms of size, this is a unique project. Sites I and II of the Borssele wind energy zone have been awarded to DONG Energy Borssele 1 B.V. and sites III and IV to Blauwwind II c.v., a consortium consisting of Eneco, Diamond Generation Europe (a wholly-owned subsidiary of Mitsubishi), Shell and Van Oord. These companies are responsible for generating the energy and transmitting it up to the offshore HVAC transformer substation. TenneT is responsible for the offshore grid connection.

Offshore grid connection To be able to transport the generated electricity from sea to land as efficiently as possible, it is necessary to use the highest possible voltage. The purpose of the offshore HVAC transformer substation is to collect the energy generated by the wind turbines and convert it to the highest possible voltage in a safe manner, enabling transmission of the electricity to the shore as economically as possible. TenneT is responsible for the offshore grid connection. The Borssele Offshore Grid consists of two HVAC transformer substations yet to be built (called Alpha and Beta), which will be located near the wind farms.


WIND ENERGY

Wind as a reliable energy source.

Each platform will operate two sites with wind turbines and supply 700 megawatts via two 220 kV export cables (AC, or alternating current). In total there will be four 220 kV cables with a diameter of 250 millimeters that will run via the Western Scheldt to land over a distance of 61 kilometers. They will land close to the existing Borssele high-voltage substation. At the onshore station, the voltage will be increased from 220 kV to the 380 kV of the national high-voltage grid. The onshore station will be enlarged by creating extra space for the transformers to convert 220 kV to 380 kV. Via the national 380 kV high-voltage grid, the wind energy will find its way to Dutch households and companies.

Partners At the start of 2017, TenneT TSO b.v. awarded the EPCI contract for construction of the Borssele Alpha offshore transformer substation to HSM Offshore, with the intention of also awarding Borssele Beta. The contract provides for the design, procurement, construction, transport, installation and commissioning of the platform. HSM has contracted Iv-Oil & Gas to design the platform, handle all procurement, and integrate the highvoltage components supplied by TenneT and all balance-of-plant materials. Iv-Oil & Gas will also be HSM's partner in the commissioning phase of the project. Integration of the high-voltage components is an important part of the overall project. Joulz is involved as a

high-voltage specialist. Iv-Oil & Gas has worked with HSM on numerous platform projects in recent years. The two companies cooperated in 2002 on their first offshore substation for Horns Rev A in Denmark. Now, more than 15 years later, the two companies have established an exceptional track record when it comes to offshore substations. The superb construction quality of the offshore structures by HSM supplemented by the exceptional technical knowledge of offshore steel by Iv-Oil & Gas results in a model of Dutch ingenuity when applied to projects of this scale. This, we may be very proud of. Substation The topside of Borssele Alpha is made up 4 / 2017

OFFSHORE VISIE

35


WIND ENERGY

of four decks, each one half the size of a football pitch (58 metres Ă— 32 metres), and extends 25 metres upwards. The topside will weigh approximately 3,800 tons. It is like a gigantic power outlet. The topside will be placed on a jacket weighing 2,900 tonnes with skirt pile foundation in water 30 metres deep. The platform will be provided with equipment of wind farm owner DONG and of the Directorate-General of Public Works and Water Management (Rijkswaterstaat) for the purpose of regulatory enforcement. The project officially got underway in February 2017. Installation of the jacket is scheduled for the third quarter of 2018 and transfer of the entire platform has been planned for the third quarter of 2019, after which TenneT will put the substation into service. A tight project lead time requires experienced companies, short lines of communication, good collaboration and fast decision-making. For that reason, the entire project team is based at a single location so as to work alongside each other on the project.

Single standard Borssele Alpha is the first offshore transformer substation to be designed and constructed according to the standard defined by TenneT for the five transformer substations for the new offshore wind farms in the Netherlands. TenneT is building five identical substations. Worldwide expertise was brought together and has resulted in a unique AC transmission system, in which all knowledge currently available has been applied. It has been designed in a way that will make a maximum contribution to lowering the costs of offshore wind energy, with minimal impact on the environment. A 'lean and mean' approach was adopted. This standardisation will substantially reduce the development, construction and maintenance costs. The optimum scale has been set at 700 megawatts. The turbines will be connected directly to the TenneT platform, so in total fewer platforms will be needed. Two cables will connect the platform to the onshore grid.

Stringent requirements From an engineering point of view, the stringent availability and reliability requirements laid down by TenneT represent the biggest challenge in the project. TenneT requires availability of 99.964% of the grid connection. In practical terms, this means that the unmanned transformer substation may not be out of service for more than 3.15 hours per year. Besides the obvious financial consequences of unavailability, an important goal of TenneT is to put wind firmly on the map as a reliable source of energy. The substation will be certificated entirely by DNV GL in respect of three parts, namely the topside, the jacket and the foundation.

Another cable will connect two platforms in a single wind zone to maximise security of supply. A permanent backup diesel generator will not be necessary on the platform now, and this again reduces platform operating costs. These are the first substations in the world with a connected voltage of 66 kV instead of 33 kV. This means that less cable is necessary and less energy will be lost. Iv-Oil & Gas is proud to work on the first phase of these five offshore transformer substations. Thanks to the Iv Groep for the permission to publish this article which was previously published in the Ivormatie Magazine July 2017.

Offshore substations As wind farms in the Netherlands and Belgium are located relatively close to the coast, the energy does not need to be converted to direct current, using an HVDC converter substation. Examples are the Iv-Oil & Gas-designed DolWin Alpha HVDC converter substation and the HelWin Beta HVDC converter substation located in the German part of the North Sea. An HVDC converter substation converts alternating current to direct current. The direct current is then carried by cables to an onshore station that converts the direct current back to alternating current. The conversion process minimises the loss of energy during transmission of electricity from offshore wind farms to land. However, the Borssele wind farm is located so close to land that a HVDC connection is not necessary (which is also more expensive).

66 kV cable 220 kV cable

700 MW offshore HVAC transformer substation

National grid Onshore station

Land cable 66 kV cables

Export cable

Offshore wind farm

36

OFFSHORE VISIE

TenneT offshore grid

4 / 2017

Onshore substation

High voltage grid

National grid


REFIT DAMEN SHIPREPAIR ROTTERDAM

Successful completion refit ‘Petrojarl 1’ On August 18, Damen Shiprepair Rotterdam (DSR) has delivered the FPSO ‘Petrojarl 1’ to Teekay Offshore following a complete redeployment project taking place over the past 2 ½ years.

The ‘Petrojarl 1’ has been operated by Teekay for 28 years in the North Sea and is now destined for the Atlanta Field in Brazil. After extensive engineering (over 450,000 engineering hours), more than 50% of the process equipment was removed and replaced by new and additional equipment, required to treat heavy oil at the new location in accordance with the most stringent specifications and Brazilian compliance requirements. The available deck space presented major challenges during engineering and execution of the work on board, which was done by Damen and its subcontractors. All workers returned home safely every day. Strategy “The ‘Petrojarl 1’ project fits within the

strategy of Damen to expand further into the repair and conversion of complex offshore vessels and operating units. The recent acquisition of the Damen Verolme Rotterdam yard (DVR), located in the Botlek area of the Port of Rotterdam and holding an extensive track record of successfully refurbished offshore vessels, further complements us in this ambition,” says Mark Witjens, Director with Damen Shiprepair & Conversion responsible for the project. Damen believes that, with DSR and DVR, it offers clients two yards in the Rotterdam area with excellent facilities and management capabilities to perform any conversion or refit, however complicated, at the highest standards of safety and quality.

Scope of work The self-propelled FPSO spent 14 months in Dock no. 8 (300x50m) undergoing refurbishment of its marine systems, underwater hull, seawater system, crane booms, heating coils in the cargo tanks and specialised steelworks in the upper and lower turret areas, which needed to be completely revised and adapted to suit the 1500 metre deep mooring location. Simultaneously, new designed high quality, prefabricated equipment skids containing heating, cooling, separation, compression, boilers, centrifuges as well as a new E-house with electrical equipment were placed on board. Interconnecting piping and cabling was subsequently installed to complete the topsides and connect it to the remaining facilities. 4 / 2017

OFFSHORE VISIE

37


TA X AT I O N PRINCIPLE OF FREE TRADE AT SEA

Activities offshore, taxed?

“We had no clue that our work conducted on a drilling rig in the North Sea would result in taxation in that country.” “We are subcontracted to perform work in relation to the construction of an offshore windfarm and our client wants to withhold 30% of our invoices based on a so-called Construction Industry Scheme (CIS)? We are not subject to tax right? Are we?” “Do I understand correctly that they will not tax our activities in their exclusive economic zone despite the fact that the tax treaty allocates the taxation right to them? Nice!”

It happens regularly that clients, not necessarily the ones that operate offshore vessels or rigs, ask us regarding (unexpected) taxation (or tax compliance) concerning their activities offshore. The quotes above are some of their responses. In the following articles I like to share (practical) tax aspects of offshore activities. This article contains a high level overview of the basic taxation principles in relation to activities offshore. Taxation rights offshore? In the year 1609, during a period of extraordinary economic growth from naval trade that the Dutch refer to as ‘the Golden Age’, Hugo the Groot introduced the principle of Mare Liberum (‘Freedom 38

OFFSHORE VISIE

4 / 2017

of the Seas’). This term is used in international law to designate the principle of free trade at sea. The freedom of the seas was entailed by the very nature of private property. To privately own a thing requires that one can occupy it and that one can make full use of it. The sea cannot be contained and is too plentiful for its usefulness to be exhausted by a few; hence, no one can take exclusive ownership of the sea. The seas remain open to all. According to this principle oceans and seas belong to everyone and all countries should have free access to the sea for travel and trade. Cannon-shot However already in the eighteenth

century, the so-called ‘cannon-shot’ rule gained wide acceptance in Europe. Coastal States were to exercise dominion over their territorial seas as far as projectiles could be fired from a cannon based on the shore. According to some scholars, in the eighteenth century the range of land-based cannons was approximately one marine league, or three nautical miles. It is believed that on the basis of this formula developed the traditional three-mile territorial sea limit. By the late 1960s, a trend to a 12-mile territorial sea had gradually emerged throughout the world, with a great majority of nations claiming sovereignty out to that seaward limit. Hence, the territorial sea is ‘simply’ part of the State.


TA X AT I O N

Therefore from a tax perspective a coastal State has unlimited tax jurisdiction over this 12-mile territorial sea. But what about the continental shelf? The economic exclusive zone? This not ‘part of’ the relevant coastal States. Today the legal rights of countries to claim taxing rights over activity performed on the continental shelf are defined in the United Nations Convention on the Law of the Sea (UNCLOS). Yes, limited to As explained under UNCLOS, a coastal State is entitled to a territorial sea not exceeding 12 miles measured from its baselines1. Within its territorial sea, the coastal State exercises (tax) sovereignty including over its resources2/3. In addition, a coastal State may establish an exclusive economic zone not extending beyond 200 nautical miles from its baselines, where the coastal State has sovereign (taxation) rights for the purposes of certain specified economic activities Further, under UNCLOS a coastal State exercises sovereign (taxation) rights over its continental shelf4 for the purpose of certain specified economic activities.

Vienna Convention on the Law of Treaties of 23 May 1969, establishes that ‘Unless a different intention appears from the treaty or is otherwise established, a treaty is binding upon each party in respect of its entire territory.’ Therefore States intend to define under Article 35 the geographical scope of application of their tax treaties. The fundamental basis of tax treaties on which (offshore) businesses are taxed, is that the State of residence has the primary right to tax and the (coastal) source State right to tax is restricted to taxing the profits of permanent establishments6 or specific offshore activities7. In the latter case the taxation right generally moves from the residence State (home jurisdiction tax payer) to the coastal State (source jurisdiction). It should be understood that tax treaties override domestic legislation of States, but a treaty is not the basis for taxation itself but an allocation of taxation rights. So, especially with respect to offshore activities, it should be understood that in case a coastal State has the allocation right to tax according to a treaty it can still not exercise this right if not provided for under domestic rules of this State8. To be continued Thanks to Ernst-Jan Bioch, Meijburg & Co, Rotterdam, bioch.ernstjan@kpmg.com

T his is the low-water line along the coast. The baseline is used to measure the boundaries of the sea from land. 2 Subject to the provisions of UNCLOS, ships of all States enjoy the right of innocent passage through the territorial sea. 3 UNCLOS also grants a coastal State the 1

Hence, from a tax perspective a coastal State has unlimited taxation power in its territorial seas. Furthermore a coastal State is allowed by UNCLOS to extend its taxing power to the exclusive economic zone and the continental shelf (under the condition that the relevant coastal State has signed UNCLOS). Is that enough for a coastal State to actually tax offshore activities? Fundamental basis In order to actually tax offshore activities a coastal State must extend the area of its domestic (tax) legislation to actually include taxation of offshore activities which take place in the exclusive economic zone and/or continental shelf. Otherwise its jurisdiction would be limited to the territorial seas (which is its territory). Subsequently States try to extend their taxing power in the operation of their tax treaties as well. A requirement in order to execute their domestic tax right as article 29 of the UN

right to establish a contiguous zone not extending beyond 24 nautical miles from the baselines. Within its contiguous zone, the coastal State may exercise the control necessary to prevent and punish infringement of customs, fiscal, immigration or sanitary laws and regulations that have occurred within its territory or territorial waters and to control, in specified circumstances, the trafficking of archaeological and historical objects. 4 Continental shelf: this is defined as the seabed and subsoil of the areas that extend beyond the territorial seas of states either throughout the natural prolongation of their land territory to the outer edge of the continental margin or to a distance of 200 nautical miles from the baselines. On its continental shelf, each state has the exclusive right to exploring and exploiting natural resources. In addition to the 200 nautical miles boundary, states may elect to extend their continental shelf up to 350 nautical miles following the baselines according to the provisions of UNCLOS. 5 Treaty based on the OECD Model Tax Convention. 6 Permanent Establishment (PE) is a tax concept that indicates a particular level of business activity in the Source State (i.e., the state other than the residence state of the company carrying on the business concerned). 7 Source states are also entitled to tax, certain specific items from sources located within the state as authorized by the remaining distributive provisions of the model treaty, not further discussed in this article. 8 Some treaties include a provision that allocates the taxation right to the residence State where a source State does not exercise its taxing right.

Formaco, kwaliteit en flexibiliteit in speciaal staal

Bezoek ons op de Offshore Energy 2017, stand 1.091.

www.formaco.nl offshore-formaco 170828.indd 1

28-08-17 16:31


G O L F C O M P E N S AT I E BOY BIEMANS VAN BOSCH REXROTH:

‘Wij voelen ons betrokken bij alles wat offshore in beweging komt’ Bosch Rexroth heeft door de jaren heen een schat aan kennis en ervaring opgebouwd rondom actieve en passieve deiningscompensatie systemen. Deze systemen worden offshore toegepast in onder andere lieren en kranen en compenseren letterlijk de deining/golfbeweging van de zee. Zij maken het onder andere mogelijk om een veilige en gecontroleerde verbinding te maken tussen een deinend schip en een vast boorplatform of vaste windturbine. Tevens worden deiningscompensatie systemen gebruikt om installaties, machines of andere objecten veilig en nauwkeurig op de zeebodem te kunnen plaatsen. Ook wanneer

Boy Biemans (32), Sales Manager Offshore Projects bij Bosch Rexroth.

het om extreme diepten gaat.

Offshore Visie spreekt met Boy Biemans (32), Sales Manager Offshore Projects. Hij werkt reeds zeven jaar bij het in Boxtel gevestigde bedrijf en in zijn huidige functie is hij met name betrokken bij turnkey offshore projecten. Wat opvalt is dat informatie over heave compensation op de website van het bedrijf moeilijk vindbaar is. “Dat heeft te maken met het feit dat wij binnen de hele Bosch Rexroth organisatie maar een klein onderdeel vormen. Scheepvaart en offshore maken ongeveer 10% uit van de totale omzet. Daarbij komt dat deiningscompensatie een niche oplossing is. Het is een fenomeen dat alleen wordt ingezet bij veiliger opereren of het uitbreiden van de werkbaarheid van schepen. Dus het vergroten van de weather window. Op bijna alle drillships, semi subs, support vessels en baggerschepen wordt heave compensation toegepast. Dat kan zijn actief, passief of een combinatie van beiden. Wij leveren daarvoor de aandrijfen besturingstechniek, maar ook de 40

OFFSHORE VISIE

4 / 2017

kennis die daarbij om de hoek komt kijken. Bosch Rexroth ondersteunt de klant in het engineering proces, maar heeft daarbij altijd als doel tot een hardware levering te komen. Het wordt nogal eens over het hoofd gezien, maar het vroegtijdig betrekken van een aandrijfspecialist bij een project voorkomt dat naderhand veel kostbaar re-engineering werk moet worden gedaan.” Bij alles wat op zee gecontroleerd in beweging moet komen of moet worden gecompenseerd, daar voelt Bosch Rexroth zich bij betrokken. Hetzij op componentenniveau, hetzij op turnkey basis. Schokbreker Passieve golfcompensatie is eigenlijk niets anders dan een hydraulische of elektrische schokbreker in allerlei vormen. Biemans: “Wij zeggen altijd; daar zit een krachtregeling in. Dus als we ergens een last aan hebben hangen en die hydraulische of elektrische veer zit

ertussen, dan dempt deze eigenlijk de kracht uit die in de last zit. Daarmee controleren we dus niet de positie actief, maar wel de kracht. Dat is wat je met passieve golfcompensatie doet. Het is eigenlijk vergelijkbaar met een schokbreker van een auto die het wegdek volgt en deze bewegingen zo goed mogelijk uit dempt. Om in een deiningscompensatie systeem een positie vast te kunnen houden, moet er energie aan toe worden gevoegd. De kunst daarbij is de benodigde energie zo beperkt mogelijk te houden. Er is daarbij sprake van een aantal factoren, onder andere de dynamische effecten, waarmee de passieve hydraulische veer niets kan doen. Door actief energie aan het systeem toe te voegen, kunnen de resterende bewegingen worden gecompenseerd. De toegevoegde energie is vaak hydraulische energie en dus compact. Een meetsignaal voorspelt welke bewegingen het schip gaat maken in de komende 2/2 ½ seconde.


G O L F C O M P E N S AT I E

Dat signaal sturen we het regelsysteem in. Simpel gezegd: via een forward loop zeggen we tegen systeem wat er over twee seconden gaat gebeuren en dat het daarop alvast moet anticiperen. Hoge nauwkeurigheid is daarbij een absolute vereiste.” Gangway Bosch Rexroth is onder meer betrokken bij de ontwikkeling van de zogenaamde Next Generation Gangway. Het bedrijf werkt hierbij als volwaardige partner nauw samen met Barge Master uit Rotterdam. Als resultaat van een hechte co-productie is op 21 juni van dit jaar in Boxtel een ‘live’ demonstratie gegeven van de motion compensated gangway; een unieke (golf)beweging gecompenseerde loopbrug voor het veilig, continu en efficiënt overbrengen van personen en goederen vanaf een schip naar een productieplatform of een windmolen. De gangway wordt vanuit de basis gecompenseerd, waardoor de brug stabiel en vlak blijft. De ontwikkeling van de gangway vormde volgens Boy Biemans een stevige uitdaging. “Vanwege de simultane lineaire en roterende bewegingen langs meerdere assen, waarbij bovendien grote krachten optreden, is de toegepaste motioncontrol technologie van het systeem erg complex. De loopbrug is scharnierend op een kolom bevestigd, waardoor hij kan kantelen (luffing). Deze verstelling wordt gedaan middels een actief compenserende hydraulische cilinder. De loopbrug kan in het horizontale vlak roteren (slewing). Deze compenserende beweging wordt gerealiseerd met hydromotoren. Daarnaast bestaat de loopbrug zelf uit in elkaar schuivende secties, zodat ook de lengte van de brug kan meebewegen met de omstandigheden. Dit uitschuiven (telescoping) gebeurt middels een lier. Bij de Next Generation Gangway zijn zeer snelle sensoren en regeltechnieken toegepast die de bewegingen van het schip binnen milliseconden vertalen in ‘tegenbewegingen’ van de loopbrug. Het systeem kan golfhoogtes tot 3 meter significant (Hs) compenseren. In de constructie is ook een lift aanwezig die zowel mensen als goederen doorlopend van verschillende dekniveaus naar de gangway kan brengen. Deze traploze transfermogelijkheid is een aanzienlijke verbetering ten opzichte van vergelijkbare, bestaande systemen.” Het eerste exemplaar van de state-of-the-art gangway is inmiddels operationeel aan boord van de ‘VOS Start’ en wordt gebruikt voor het overbrengen van technici en materieel naar windturbines.

Next Generation Gangway in actie.

Andere vormen Een andere uitdaging die eerder dit jaar na jaren van intensieve voorbereiding door Bosch Rexroth succesvol is overwonnen, is het leveren van speciale aandrijfcomponenten en de lokale aansturing daarvan voor het door Allseas geconcipieerde en ontwikkelde innovatieve hefsysteem aan boord van de ‘Pioneering Spirit’. Om een compleet offshore platform in één beweging van haar pijlers te lichten, heeft Allseas inhuis een bewegingscompensatie systeem en de aansturing daarvoor ontwikkeld. Allseas had de programmatuur van het principe van het bewegingssysteem zelf geschreven. Het verzoek aan Bosch Rexroth was om het ontwerp van de hydrauliek en de regeling van bepaalde componenten van de hefbalken verder uit te werken, en specialistische hydraulische componenten en aandrijfsystemen te leveren.

‘op papier stond’, hebben we de opdracht gekregen om de hydraulische componenten en aandrijfsystemen in de individuele balken te produceren en te leveren.”

Boy Biemans zegt erover: “Deze opdracht was een unieke kans om onze technologische knowhow te bewijzen. In nauwe samenwerking met de engineers van Allseas, die de vorm en functionaliteit van het schip en het principe van de hefbalken van het ‘topsides lift system’ hebben ontwikkeld, zijn door ons engineeringteam verschillende technische aansturingsopties voor in de individuele hefbalken onderzocht. Daarbij is naar allerlei varianten gekeken. Hydraulisch, elektrisch, maar ook (hybride)combinaties van die technieken. Mede gezien de simultane bewegingen van de hefbalken langs meerdere assen, is deze technologie zoals door Allseas hier toegepast, bijzonder complex in deze toepassing. De uitdaging lag daarbij niet alleen in de hydro- en elektromechanica, maar ook in de digitale technologie (besturingen, software, etc.). Daarbij wilde Allseas dat het schip platforms met een gewicht tot 48.000 ton zou kunnen hanteren. Er zijn in het ontwikkeltraject dan ook talloze proeven gedaan en simulaties uitgevoerd om samen met de engineers van Allseas tot de meest optimale oplossing te komen. Toen die na een paar jaar ontwikkelen eenmaal

Ook in de windsector ziet Boy Biemans zeker kansen voor Bosch Rexroth. In zijn stellige overtuiging is offshore wind een groeiende industrie die echter in de standaardisatie nog niet volwassen is. Installatie technieken zijn nog volop in ontwikkeling. “Er bestaat een duidelijke behoefte aan systemen die de installatie van monopiles vanaf een schip of platform mogelijk maken. Om dit te kunnen realiseren dienen scheepsbewegingen in het horizontale vlak ten opzichte van de gewenste positie van de monopile te worden gecompenseerd. Er moeten in de komende jaren ontzettend veel windturbines offshore worden geïnstalleerd. Nu al kan worden gesteld dat er straks een behoorlijke behoefte zal zijn aan schepen met installatie en handling equipment. En met een zo groot mogelijke ‘weather window’ waarin effectief kan worden gewerkt. Hierover is Bosch Rexroth reeds met verschillende partijen in gesprek. Helaas heb ik hier voor de lezers van Offshore Visie te maken met geheimhouding. Ik zou graag een tipje van de sluier willen oplichten, maar moet ik radiostilte betrachten.”

Windsector Welke andere toepassingen zijn er nog voor heave compensation systemen? Biemans: “Naast offshore access systemen zijn er bijvoorbeeld knuckle boom kranen die een roterend golfcompensatie systeem hebben. Maar ook bij boringen vanaf een schip of bij geotechnisch grondonderzoek wordt de techniek toegepast. Wanneer er samples geboord worden, kan het voorkomen dat een boorschip twee tot drie meter op en neer gaat. Als je op dat moment op grote diepte met de zeebodem verbonden bent middels een boorstang, dan knikt deze. Zonder deiningscompensatie zou dit verkeerd kunnen aflopen.”

4 / 2017

OFFSHORE VISIE

41


DEZE PAGINA’S BEVATTEN NIEUWS VAN IRO, BRANCHEVERENIGING VOOR DE NEDERLANDSE TOELEVERANCIERS IN DE OLIE- EN GASINDUSTRIE EN OFFSHORE RENEWABLE INDUSTRIE EN HAAR LEDEN. DEELNAME IN EEN HOLLAND PAVILJOEN OF AAN HANDELSMISSIES STAAT OPEN VOOR IRO LEDEN EN NIET-LEDEN. GENOEMDE ACTIVITEITEN ZULLEN ALLEEN DOORGANG VINDEN BIJ VOLDOENDE BELANGSTELLING VANUIT DE LEDEN.. HEEFT U INTERESSE IN DEELNAME OF VRAGEN OVER:

GEZOCHT: BEDRIJVEN VOOR EEN BLIKSEMSTAGE

> BEURZEN NEEM CONTACT OP MET DANIËLLE VELDMAN, D.VELDMAN@IRO.NL

> HANDELSMISSIES NEEM CONTACT OP MET TJERK SUURENBROEK, T.SUURENBROEK@IRO.NL

> CURSUSSEN NEEM CONTACT

OP MET BARBARA VAN BUCHEM, B.VANBUCHEM@IRO.NL

> OVERIGE ZAKEN NEEM CONTACT

OP MET IRO, VIA INFO@IRO.NL OF TELEFOONNUMMER 079-3411981.

Nog te weinig jongeren kiezen voor een loopbaan in de techniek. Met een uniek onderwijsprogramma wil het Maritiem Museum het verschil maken, in samenwerking met de Stichting Verolme Trust en JINC Bliksemstages. Met dit educatieve traject worden leerlingen geïnspireerd tot een technische studie of een baan in de maritieme sector. Deelnemende klassen brengen een bezoek aan de Offshore Experience en volgen een ontwerpworkshop van Mad Science. Leerlingen uit de klassen 1 en 2 van het VMBO doen bovendien een Bliksemstage bij een bedrijf in de Rotterdamse haven- of maakindustrie. Voor deze stages zoekt het Maritiem museum partners voor het schooljaar 2017-2018 die hun bedrijf twee ochtenden per jaar open stellen voor een groepje leerlingen. Zo komt u in contact met potentiële werknemers van de toekomst en krijgen jongeren de kans om hun horizon te verbreden.

De leerlingen ontdekken of een opleiding of baan in de maritieme sector bij hen past. Tegelijkertijd geeft hun jeugdige enthousiasme uw werknemers energie. Kortom: een Bliksemstage kan een positief effect hebben op beide deelnemende partijen! Wilt u meedoen aan de Bliksemstage en helpen jongeren te enthousiasmeren voor een carrière in de maritieme sector? Wij praten graag met u verder over de mogelijkheden. Voor meer info kunt u contact opnemen met Lucie Kuijpers, relatiebeheer@maritiemmuseum.nl.

NOG PLAATSEN BESCHIKBAAR VOOR 1-DAAGSE IRO OLIE & GAS CURSUS

inclusief bezoek aan unieke Offshore Experience, registreer nu!

IRO BOOMPJES 40 (WILLEMSWERF) 13TH FLOOR 3011 XB ROTTERDAM

P.O. BOX 390 3000 AJ ROTTERDAM

De volgende data zijn beschikbaar: • 11 oktober (Den Helder, incl. bezoek haven) • 15 november Check www.iro.nl/calendar voor meer informatie en actuele cursusdata.

T: +31 793411981 E: INFO@IRO.NL I: WWW.IRO.NL 42

OFFSHORE VISIE

• Cursus voor niet-technische medewerkers of nieuwkomers in de olie- en gasindustrie • Goed en globaal inzicht in de hele upstream keten van het opsporen tot het verwerken van olie en gas • Overzicht van het wereldwijde energievraagstuk, waaronder hernieuwbare energie • Actieve deelname aan de Offshore Experience in het Maritiem Museum Rotterdam Locatie: Maritiem Museum Rotterdam Kosten: € 350,- excl. BTW Het cursusgeld is inclusief lesmateriaal en lunch.

4 / 2017


IRO KALENDER BEURZEN, MISSIES, CURSUSSEN EN BIJEENKOMSTEN 2017

9-11 OKTOBER OFFSHORE ENERGY EXHIBITION & CONFERENCE

HANDELSMISSIE INDIA ENERGY & LOGISTICS IndiaConnected organiseert in samenwerking met IRO en Rotterdam Partners een handelsmissie voor de energie- en logistieke sector naar de Indiase steden Ahmedabad en Mumbai van 20 tot 24 november 2017. Ontmoet potentiële zakenpartners tijdens individuele matchmaking afspraken. Bezoek boeiende bedrijven, verken zakelijke kansen en bouw een netwerk op. De reis valt samen met het 'Holland meets Mumbai' event dat het Nederlands Consulaat in Mumbai organiseert op 25 en 26 november. De reizen van IndiaConnected staan bekend om de goede mix van concrete, individuele zakelijke afspraken, nuttige netwerkdiners, inspirerende sprekers, leerzame bedrijfsbezoeken en een prettige kennismaking met de Indiase (zakelijke) cultuur.

Neem voor meer informatie contact op met IndiaConnected via tel: 088-7774277.

AMSTERDAM

5 OKTOBER

LEDENBIJEENKOMST RESATO INTERNATIONAL

ASSEN

11 OKTOBER

CURSUS 'OLIE EN GAS VANAF DE BRON'

(ÉÉNDAAGS, NEDERLANDS) DEN HELDER

7 NOVEMBER ALGEMENE LEDENVERGADERING BIJ IHC IQIP SLIEDRECHT

15 NOVEMBER

CURSUS 'OLIE EN GAS VANAF DE BRON'

(ÉÉNDAAGS, NEDERLANDS) ROTTERDAM

13-16 NOVEMBER ADIPEC 2017 EXHIBITION

ABU DHABI. U.A.E.

20-26 NOVEMBER HANDELSMISSIE INDIA

IRO GOES WIND! Met de toevoeging van 'Offshore Renewable Industry' aan de missie en naam van IRO, hebben we de afgelopen maanden actief gewerkt om voet aan de grond te krijgen in de windindustrie.

MUMBAI, INDIA

28-30 NOVEMBER WIND EUROPE AMSTERDAM

Als onderdeel van de export promotie groep WIND, zijn we in het laatste stadium van het formuleren en definiëren van een uniforme strategie om onze mogelijkheden op het gebied van windenergie bij de internationale gemeenschap onder de aandacht te brengen. Andere leden van deze groep zijn onder meer de ministeries van Economische Zaken en Buitenlandse Zaken, RVO, NWEA, TKI Wind op Zee, Holland Home of Wind en NMT. Verder spelen we samen met NWEA een actieve rol bij het opzetten van Dutch Village, een concept dat gericht is op het verbeteren van ons profiel en aanwezigheid bij internationale vakbeurzen. In november 2017 wordt Dutch Village gelanceerd tijdens de WindEurope Conference & Exhibition in Amsterdam. We hebben nog enkele stands beschikbaar! Voor informatie neem contact op met Daniëlle Veldman, d.veldman@iro.nl. Houd voor uw marketingbudgetten voor 2018 en daarna ook rekening met de volgende windenergie evenementen: Wind Energy Hamburg, Duitsland (25-28 september 2018), WindEurope Conference & Exhibition in Bilbao, Spanje (2-4 april 2019) en Wind Europe Offshore in Kopenhagen, Denemarken (26-29 november 2019). Tenslotte zullen we, zoals in de voorgaande jaren, ook vergaderingen organiseren namens de ORIC (Offshore Renewable Installations Committee) om onze leden up-to-date te houden met betrekking tot de nieuwste trends en ontwikkelingen op de Offshore Renewable markt.

Houd onze kalender en onze nieuwsbrieven in de gaten voor de laatste informatie en publicaties over onze voortgang en activiteiten in de offshore windsector !

EUROPORT 2017 Van 7 t/m 10 november 2017 is Europort de internationale ontmoetingsplaats voor innovatieve technologie en complexe scheepsbouw. Europort heeft een sterke focus op special purpose schepen, inclusief offshore-, bagger-, constructie-, marine-, binnenvaart- en visserijschepen en megajachten. Met circa 30.000 professionele bezoekers en 1.100 exposanten behoort Europort tot ’s werelds belangrijkste maritieme ontmoetingsplaatsen.

De thema’s van 2017 zijn: Big Data - taking the digital revolution forward; the new environmental age; the human factor. Meer informatie is te vinden op www.europort.nl

4 / 2017

OFFSHORE VISIE

43


DEZE PAGINA’S BEVATTEN NIEUWS VAN IRO, BRANCHEVERENIGING VOOR DE NEDERLANDSE TOELEVERANCIERS IN DE OLIE- EN GASINDUSTRIE EN OFFSHORE RENEWABLE INDUSTRIE EN HAAR LEDEN.

OFFSHORE ENERGY EXHIBITION & CONFERENCE 2017 Nog even wachten en dan staat de Offshore Energy Exhibition & Conference weer voor de deur. Het evenement is inmiddels uitgegroeid tot een van de meest toonaangevende Europese evenementen waar alle vormen van offshore energie samen komen. Olie en gas, offshore wind en marine energy komen allemaal aan bod in het uitgebreide conferentieprogramma dat bestaat uit technische sessies, Industry Panel, Masterclasses, Offshore WIND Conference en Marine Energy Event. Voor de baggeraars zal dit jaar voor het eerst de DredgingTodayConference worden georganiseerd op dezelfde locatie. Handelsmissies Dat Offshore Energy geen lokaal evenement meer is, blijkt wel uit de interesse vanuit het buitenland. Naast de bestaande internationale bezoekers en exposanten wordt het evenement dit jaar naar verwachting bezocht door handelsmissies vanuit Brazilië, Mexico, Myanmar, Iran, Qatar, de Verenigde Arabische Emiraten, Senegal, Cyprus en Libanon. Op www.offshore-energy.biz vindt u alle informatie over het evenement, inclusief het conferentieprogramma. Wilt u nog deelnemen met een stand? Bel dan naar +31 10 209 2600 of mail naar sales@offshore-energy.biz.

Conferentie: 9, 10 & 11 oktober Beurs: 10 & 11 oktober

IRO BOOMPJES 40 (WILLEMSWERF) 13TH FLOOR 3011 XB ROTTERDAM

P.O. BOX 390 3000 AJ ROTTERDAM

T: +31 793411981 E: INFO@IRO.NL I: WWW.IRO.NL 44

OFFSHORE VISIE

4 / 2017


SAVE THE DATE: 2 NOVEMBER 2017 – WERKCONFERENTIE OVER PROFESSIONALS VOOR OFFSHORE WIND SECTOR

BEURSGENOTEERD

OFFSHORE ENERGY EXHIBITION & CONFERENCE 10-11 OKTOBER 2017, NEDERLAND (I.S.M. NAVINGO) Informatie over deze beurs vindt u op www.offshore-energy.biz

Offshore windenergie neemt aan belang toe en de werkgelegenheid in deze sector zal substantieel toenemen het komend decennium. De uitdaging is om voldoende professionals inzetbaar te maken voor de offshore windsector. Beschikbaarheid van personeel mag niet de remmende factor zijn in de ontwikkeling van windvermogen. Voor de Nederlandse economie is het uiteraard gunstig wanneer veel arbeidsplaatsen worden ingevuld met Nederlandse arbeidskrachten. Niet alleen voor de werkgelegenheid, maar ook om innovatie en daarmee het Nederlandse marktaandeel in stand te houden. Onder andere zij-instroom van professionals uit de olie- en gassector is daarvoor noodzakelijk. Momenteel wordt er een inventarisatie uitgevoerd naar de zogenaamde 'skills match' en 'skills gap' tussen beroepen van professionals actief in offshore wind en offshore olie & gas. De inventarisatie is op initiatief van TKI Gas, TKI Wind op Zee en Human Capital Agenda van de Topsector Energie en wordt mogelijk gemaakt door RVO (Rijkdienst voor Ondernemend Nederland). Zij organiseren een werkconferentie om met elkaar te reflecteren op de (eerste) resultaten van de inventarisatie. Daarnaast doen zij graag een beroep op uw deskundigheid om oplossingsrichtingen te bedenken waardoor meer professionals inzetbaar worden voor offshore wind. De werkconferentie zal plaatsvinden op 2 november 2017, in de middag. Locatie: regio Rotterdam.Voor meer informatie over de werkconferentie kunt u terecht bij John Baken van TKI Wind op Zee, baken@tki-windopzee.nl. Let op: het aantal deelnemers is beperkt.

ADIPEC, 13-16 NOVEMBER 2017, VERENIGDE ARABISCHE EMIRATEN Uitverkocht. U bent van harte uitgenodigd voor een bezoek aan het Holland paviljoen in Hal 11.

WIND EUROPE, 28-30 NOVEMBER 2017, AMSTERDAM, NEDERLAND Neem deel aan het Dutch Village via NWEA/IRO. Contact: dutchvillage@nwea.nl

OTC, HOUSTON 2018, 30 APRIL-3 MEI, HOUSTON, USA Uitverkocht.

ONS STAVANGER 2018, 27-30 AUGUSTUS 2018 STAVANGER, NOORWEGEN Boek nu uw stand via de kalender op de IRO website.

OSEA, 27-29 NOVEMBER 2018, SINGAPORE Boek nu uw stand via de kalender op de IRO website.

Naast de beurzen waar IRO een Nederlands paviljoen organiseert, hebben wij ook contacten met exter-ne partijen omtrent de organisatie van diverse wereldwijde evenementen. Neemt u gerust contact op met IRO als u vragen heeft over internationale evenementen die niet in de beurskalender vermeld staan. Voor meer informatie, raadpleeg www.iro.nl/calendar

NIEUWE IRO LEDEN STELLEN ZICH VOOR

CADAC GROUP

WWW.CADAC.COM

Cadac Group helpt haar klanten al meer dan dertig jaar met het creëren, beheren en delen van digitale informatie zodat zij hun projecten efficiënter kunnen ontwerpen en implementeren.

KWINT OFFSHORE

WWW.KWINTOFFSHORE.COM

KWINT is al ruim 134 jaar toonaangevend in levering en service van hijsproducten, constructiewerkzaamheden, zeilmakerijproducten en een brede dienstverlening in offshore (olie, gas en wind).

SCANDIA GEAR

WWW.SCANDIAGEAR.COM

Scandia Gear is sinds 1974 fabrikant en leverancier van hoogwaardige PPE en veiligheidswerkkleding binnen de Maritieme, Offshore en Cruise industrie. Naast een scherpe prijsstelling garanderen wij snelle levering vanuit onze locaties Rotterdam, Singapore en Houston.

WSG INDUSTRIAL SERVICES

WWW.WELLSERVICES-GROUP.COM

WSG Industrial Services verzekert het veilig en optimaal functioneren van pijpleidingen, installaties, tanks, afsluiters/kleppen en drukvaten, waarbij verhoging van output en een langere levensduur gegarandeerd wordt.

4 / 2017

OFFSHORE VISIE

45


O N S T R E AM

HFG BOEKT CONTRACT ALBATROS OFFSHORE TRANSFORMER MODULE Heerema Fabrication Group heeft het Procurement & Construction contract voor de Albatros Offshore Transformer Module (OTM) gekregen van Siemens AG. De uiteindelijke opdrachtgever is EnBW Energy. Koos-Jan van Brouwershaven, CEO van Heerema Fabrication Group: “We zijn trots dat het ons is gelukt dit contract, waarvan er nog een aantal zullen volgen, te boeken. We vinden het ook heel plezierig dat we met dit project kunnen voortbouwen op de sterke en prettige relatie die we met Siemens hebben. Samen met Siemens zullen we tot het uiterste gaan om van het project een succes te maken en de basis te leggen voor dezelfde projecten die zullen volgen. Dit OTM project, en het onlangs geboekte Peregrino project van Statoil, brengt ons dichter bij onze 25% capaciteitsstrategie voor 2018 en verder.”

De OTM weegt ongeveer 1000 ton. Het is een innovatief en efficiënt ontwerp, mede vanwege het feit dat Siemens het elektrische equipment aanlevert die op het platform komen te staan. De productie gaat in het eerste kwartaal 2018 van start op de Heerema yard in Zwijndrecht om eerste kwartaal 2019 klaar te zijn voor de sail away. De OTM, met een capaciteit van116 MW, is een van de belangrijkste componenten in de offshore verbinding. Met de elektriciteit die de windparken Albatros en Hohe See genereren, zouden alle privéhuishoudens in München – de op drie na grootste stad in Duitsland – kunnen worden voorzien van stroom en dit levert een besparing van ongeveer 1,9 miljoen ton CO2 per jaar op.

Het Albatros offshore windpark bestaat uit 16 Siemens Gamesa windturbines met een vermogen van 7 megawatt. Het is 105 kilometer vanaf het Duitse gedeelte van de Noordzee gesitueerd, ongeveer 100 kilometer vanaf de Oostfriese kust en dichtbij het eveneens door EnBW Energy geplande Hohe See windpark. Het Albatros windpark beslaat een gebied van 39 vierkante kilometer en ligt in een waterdiepte van 40 meter. (l) Koos-Jan van Brouwershaven, CEO Heerema Fabrication Group en (r) Andreas Barth, Head of Grid Access bij Siemens AG.

Uniek schaalmodel

LEZERSACTIE

BESTEL NU! DE PIONEERING SPIRIT VAN BOUWBLOKJES

Esthetisch. Tactiel en robuust. EAO Serie 45 toggle sticks. Ideaal voor intuïtieve en precieze bediening van CNC machines.

ACTIE

. Intuïtief en precies schakelen . Robuust en betrouwbaar in het gebruik (IP65 / IP67) . Intuïtieve en snelle montage . Goed tactiel gevoel . Diverse combinatiemogelijkheden . Esthetisch ontwerp

M38-70093

ALLSEAS PIONEERING SPIRIT Het grootste werkschip ter wereld, nagebouwd met Sluban bouwblokjes. Dit bouwset is in beperkte oplage geproduceerd in samenwerking met Allseas.

€ 199,

00

OVPS en Gebruik actiecode OVPS ontvang gratis een gave Sluban Onderzeeër bij uw bestelling!

De actie is geldig t/m 14-10-2017.

www.eao.nl

slubanshop.nl

EAO_AD_45_Toggle_stick_Offshore_90x125mm_NL.indd 1

18.01.2017 09:12:15


Created and produced by

OFFSHORE WIND

OIL & GAS

MARINE ENERGY

Register now Offshore Energy attracts a global audience of more than 12,000 offshore energy industry professionals. The three-day event, features an exhibition where over 650 companies will showcase their products and services. The accompanying conference addresses current and future issues in the offshore industry, covering developments in oil & gas, offshore wind and marine energy. See you in Amsterdam!

Supported by

Platinum Sponsors


TOGETHER WE CREATE TOMORROW’S MARINE TECHNOLOGY


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.