NC Magazine - najaar 2021

Page 1

NCMagazine Nationaal Comité 4 en 5 mei, najaar 2021

OV E R H E R D E N K E N , V I E R E N E N H E R I N N E R E N

2021 in beeld Wim van de Donk, nieuwe voorzitter NC: ‘Herdenken wordt, meer dan het al was, nadenken over onze tijd’ Herdenken en vieren in het tweede coronajaar Frits Spits en Karin Amatmoekrim over oorlog, identiteit en liefde

01-cover.indd 1

15-10-2021 12:35


HO OFDREDACTIONEEL

NADENKEN OVER ONZE TIJD

Colofon

“Herdenken wordt, nog meer dan het al was, nadenken. Ook over onze tijd.” Zo besluit de nieuwe voorzitter van het Nationaal Comité 4 en 5 mei Wim van de Donk zijn kennismakingsinterview in dit najaarsnummer van NC Magazine (p. 20). Onze tijd, die het afgelopen jaar nog steeds in de greep was van het coronavirus. Diverse organisatoren van herdenkingen en vieringen uit het hele land blikken terug op wederom een jaar met aangepaste programma’s (p. 12). Hoe gingen de voorbereidingen? Wat ging er wel of niet goed? Welke nieuwe vormen willen ze vasthouden? Stof tot nadenken. Een van de gevolgen van corona is dat antisemitisme nationaal en internationaal een vlucht heeft genomen. De Nationaal Coördinator Antisemitismebestrijding Eddo Verdoner legt uit hoe dat aangepakt kan worden, onder meer door expliciet in de wet vast te leggen dat ontkenning van de Holocaust strafbaar is (p. 48). Volgens presentator Frits Spits moeten we het als tegenwicht “gewoon weer eens over de liefde hebben”. In een indringend tweegesprek met schrijver Karin Amatmoekrim betoogt Spits dat liefde de basis is van elke goede samenleving (p. 37). In de hoop signalen op tijd te kunnen zien, verdiept Amatmoekrim zich in Hannah Arendt. “Zij toonde aan dat het afschuwelijke niet in het demonische zit, maar in het alledaagse schuilt. In het wegkijken, het achteloze niet doordenken.” Nadenken en doordenken is ook wat Arianne de Jong, de nieuwe directeur van het Nationaal Comité, wil stimuleren door de evenementen op 5 mei meer met elkaar te verbinden en te laden met het verhaal van de bevrijding en vrijheid (p. 26). Verbinding die door de Nederlandse ambassadeur in Washington André Haspels op Bevrijdingsdag wordt gezocht in muziek (p. 42). Door het recent gerenoveerde carillon bij de Amerikaanse erebegraafplaats Arlington op hetzelfde moment dezelfde muziek te laten spelen als de carillons aan onze kant van de Atlantische Oceaan. Vrijheid in verbondenheid.

Jaargang 11, nr. 20, najaar 2021

02-redactioneel.inhoud-2.indd 2

Hoofdredactie: Gerben van den Berg Bureauredactie: Irene de Roos Redactie: Arianne de Jong, Nienke Majoor, Julia Sarbo Eindredactie: Joyce van Galen Last Technische eindredactie: Sophie van den Bergh Beeldredactie: Rutger van Krieken Art direction & vormgeving: Remco Tonino Redactieadres: Nieuwe Prinsengracht 89, 1018 VR Amsterdam Tel: 020 718 35 00 Mail: info@4en5mei.nl Aan dit nummer werkten mee: Yasmina Aboutaleb, De Arbeiderspers/NIOD, Alex Bakker, Martijn Beekman, Ton van den Berg, Johan Bergsma, Mike Bink, Boudewijn Bollman, Werry Croone, Merlijn Doomernik, Duitse oorlogsbegraafplaats Ysselsteyn, Jorn Heijdenrijk, René van Heijningen, Monique van Hoogstraten, Ben Houdijk, Chris van Houts, Linda Huijsmans, Indisch Herinneringscentrum, Salih Kiliç̧, Many Koetse, Petra Kroon, Jerry Lampen, Jorrit Lousberg, Tycho Müller, Tjitske Mussche, Ilvy Njiokiktjien, Kazuhiro Nogi/AFP/Getty Images, Nederlandse Ambassade in de Verenigde Staten, Oorlogsgravenstichting, Daan van Oort, Leonard Ornstein, Larissa Pans, Royal Press Europe, Beau Rutten, Marijn Scheeres, Ricci Scheldwacht, Shaded Dome Techonologies, Geert Snoeijer, Anita van Stel, Paul Tolenaar, Sandy Verhoeve, Edgar Vijgeboom, Timo Waarsenburg, Sem van der Wal/ANP, Dorine van der Wind, Wesley de Wit. Drukkerij: Drukkerij Roelofs Copyright 2021 Nationaal Comité 4 en 5 mei. Overname van artikelen en informatie uit dit magazine is toegestaan voor nietcommercieel gebruik met vermelding van de auteur en de bron.

15-10-2021 12:36


Het NCMagazine najaar 2021 OVER HERDENKEN, VIEREN EN HERINNEREN

29 62

46 04 12 20 26 66 37 42

HERDENKEN Onthulling Nationaal Holocaust Namenmonument Loek Middel over zijn bijdrage aan de Nationale Herdenking 15 augustus 1945

VIEREN

52 60

Terugblik op de online Bevrijdingsfestivals

50

HERDENKEN EN VIEREN

58 64

2021 in beeld Herdenken en vieren in het tweede coronajaar Nieuwe voorzitter Wim van de Donk en nieuwe bestuursleden Petra van Zuijlen, Gert-Jan Buitendijk en Onno Eichelsheim Arianne de Jong: de nieuwe directeur van het Nationaal Comité 4 en 5 mei stelt zich voor Stand van zaken

HERINNEREN Generatiegesprek: Frits Spits en Karin Amatmoekrim over oorlog, identiteit en liefde Nederlandse ambassadeur André Haspels over Netherlands Carillon in Arlington

24 44 56 48

36

Airborne Museum Hartenstein in Oosterbeek Nieuw bezoekerscentrum oorlogsbegraafplaats Ysselsteyn

EDUCATIE Makers van Theater Na de Dam ontwikkelen Atelier van Herinnering Online lespakket ‘Inclusief Indië’ Uitreiking Nationale vfonds Kinderprijs

ONDERZOEK Podcast Gedwongen over dwangarbeiders WO2 Onderzoek uitgelicht: de twee gezichten van Anne Frank in China en Japan Onbekend: de oorlog onder de hamer

INTERNATIONAAL IHRA: Eddo Verdoner over zijn functie als Nationaal Coördinator Antisemitismebestrijding

INSPIRATIE De keuze van Thom de Graaf

Cover Wim van de Donk Foto Merlijn Doomernik

02-redactioneel.inhoud-2.indd 3

15-10-2021 12:37


2021 in beeld 31 januari

BEAU RUTTEN

Op verzoek van het Nationaal Comité schreef Denker des Vaderlands Daan Roovers de jaarthematekst voor 2021 met als titel Het fundament van vrijheid. Hierin wordt de balans opgemaakt: waar staan we nu, meer dan 75 jaar na de bevrijding?

11 februari

PAUL TOLENAAR

Tijdens de Nationale Holocaust Herdenking in het Amsterdamse Wertheimpark vertelde overlevende Rudie Cortissos over het belang van de gastlessen die ieder jaar door meer dan 200 vrijwilligers worden gegeven aan 50.000 kinderen door heel het land. Over de Holocaust, maar ook over recente genociden in Srebrenica en Rwanda, over Armenië en Cambodja. “Het is hun plicht daar kennis van te nemen en wij kunnen door het te vertellen daaraan bijdragen.”

04 NCMagazine | najaar 2021

03-jaaroverzicht-8.indd 4

15-10-2021 12:38


BEAU RUTTEN

Arianne de Jong trad per 15 februari aan als directeur van het Nationaal Comité 4 en 5 mei. Zij volgt Jan van Kooten op die vijftien jaar leiding gaf aan het bureau van het comité.

15 februari

BEAU RUTTEN

HERDENKEN EN VIEREN

25 februari

NACTIONAAL COMITE 4 EN 5 MEI

Tijdens de herdenking van het Joods verzet in Amsterdam hield de voorzitter van het Nationaal Comité 4 en 5 mei Gerdi Verbeet een toespraak. “Ze hadden kennis en waren waakzaam. En ze namen hun verantwoordelijkheid. Ze déden iets. Ze kwamen in verzet. Het zijn helden en daarmee rolmodellen voor de jongeren van nu. Door hun verhalen te vertellen, houden we herdenken betekenisvol en belangrijk. Weten, beseffen wat er gebeurd is – en van daaruit kijken naar het nu en straks. Terugkijken, maar altijd ook vooruit.”

| 05

03-jaaroverzicht-8.indd 5

15-10-2021 12:38


BEAU RUTTEN

Tijdens de online bijeenkomst voor organisatoren van lokale herdenkingen en vieringen werd vooruitgeblikt op de mogelijkheden en uitdagingen voor de herdenkingen en vieringen op en rond 4 en 5 mei 2021 in relatie tot de coronamaatregelen. Daarnaast was er aandacht voor de uitkomsten van het rituelenonderzoek Constant en in beweging en droeg Daan Roovers de jaarthematekst Het fundament van vrijheid voor.

27 maart

06 NCMagazine | najaar 2021

03-jaaroverzicht-8.indd 6

15-10-2021 12:39


Ruim 225.000 leerlingen van groep 7 en hun leerkrachten door heel Nederland ontvingen de 2021-editie van het Denkboek. Kinderen in het Caribisch deel van het koninkrijk ontvingen een speciale editie van het Denkboek, het Caribisch Denkboek voor 4 en 5 mei. Ook ging op deze dag de nieuwe kinderwebsite live: denkboek.nl. Via deze website kunnen kinderen zelfstandig aan de slag met de thema’s van het Denkboek. Naast een interactieve tijdlijn van de Tweede Wereldoorlog, is er een interactieve Kijkwijzer van de Nationale Herdenking op de Dam op 4 mei en kunnen kinderen er leren over de verhalen achter oorlogsmonumenten en hun eigen herdenking vormgeven.

EDGAR VIJGEBOOM

HERDENKEN EN VIEREN

30 april

29 maart

NATIONAAL COMITÉ 4 EN 5 MEI

Uit het Nationaal Vrijheidsonderzoek 2021, het jaarlijks onderzoek van het Nationaal Comité 4 en 5 mei naar het draagvlak voor herdenken en vieren in Nederland, blijkt dat ruim acht op de tien Nederlanders de Tweede Wereldoorlog beschouwen als een belangrijke en leerzame gebeurtenis. Opvallend is dat ook onder jongeren (16-24) de interesse in de Tweede Wereldoorlog groot is; zes op de tien jongeren geven aan (zeer) geïnteresseerd te zijn.

| 07

03-jaaroverzicht-8.indd 7

15-10-2021 12:39


HERDENKEN EN VIEREN

Tijdens het herdenkingsprogramma in De Nieuwe Kerk vertelden vier personen in getuigenissen voor wie of waarom zij om 20.00 uur twee minuten stil zijn. Een ensemble van het Metropole Orkest speelde onder meer ‘Vi ahin soll ich geyn’, een gedicht in het Jiddisch geschreven door tekstschrijver/dichter Igor S. Korntayer tijdens zijn verblijf in het getto van Warschau, op muziek gezet door Oskar Strock, een Lets-Joodse componist. Korntayer werd later vermoord in Auschwitz. Schrijver Roxane van Iperen hield haar 4 mei-voordracht ‘Stemmen uit het diepe’. “Of het nu gaat over trauma’s van de Tweede Wereldoorlog, NederlandsIndië, de koloniale tijd, Srebrenica, de Molukkers of de veteranen: de last van het

onbedwongen verleden wordt pas verlicht als de mythe plaatsmaakt voor weten. Dat vergt rouwarbeid. Afdalen, stil zijn en álle stemmen aanhoren, ook de diepste uithalen van smart en van angst.” Bij de Nationale Herdenking op de Dam in Amsterdam mochten dit jaar in verband met de coronamaatregelen slechts honderd genodigden aanwezig zijn. Naast de kransleggers van 2021 en 2020 waren er vertegenwoordigers van verschillende groepen oorlogsgetroffenen en nabestaanden aanwezig. Zijne Majesteit Koning Willem-Alexander en Hare Majesteit Koningin Máxima legden voorafgaand aan de twee minuten stilte de eerste krans bij het Nationaal Monument op de Dam. Even na achten

hield de 19-jarige Amara van der Elst een spoken word-voordracht. Hierin sprak zij onder andere over haar gemengde afkomst: “Ik leerde half en half maken heel mooi.” Aansluitend werden vijf kransen gelegd namens de eerste generatie oorlogsgetroffenen. De toespraak op de Dam werd dit jaar verzorgd door André van Duin. Van Duin verwees in zijn speech naar zijn jeugd in een platgebombardeerd Rotterdam en over zijn zwijgzame vader die tewerkgesteld was in Duitsland. Ook vertelde hij dat hij op dat hij op 4 mei al dertig jaar lang herdenkt bij het Homomonument aan de Westermarkt in Amsterdam. “Het feit dat wij in Nederland sinds 1987, als eersten in de wereld, zo’n monument hebben, tekent onze vrijheid.”

PAUL TOLENAAR

MARTIJN BEEKMAN

MARTIJN BEEKMAN

4 mei

08 NCMagazine | najaar 2021

03-jaaroverzicht-8.indd 8

15-10-2021 12:39


Ambassadeur van de Vrijheid Davina Michelle trad buiten op. Aansluitend ontstak ministerpresident Rutte het Bevrijdingsvuur: het startsein voor alle (online) activiteiten op 5 mei. De veertien Bevrijdingsfestivals boden op Bevrijdingsfestival.nl een gezamenlijk onlineprogramma aan met meer dan 200 optredens en activiteiten. De Ambassadeurs van de Vrijheid Davina Michelle, Tino Martin en Jonna Fraser zorgden voor de rode draad tussen de verschillende festivals via een livestream vanaf vliegbasis Gilze-Rijen. De Vrijheidsmaaltijdsoep, het alternatief voor de Vrijheidsmaaltijden die door corona niet konden doorgaan, bleek een groot succes. In het hele land werd de soep gemaakt, (uit) gedeeld en genuttigd en werd er gesproken over vrijheid. Het 5 mei-concert vond zonder publiek plaats in Koninklijk Theater Carré, en werd door de NOS live uitgezonden op NPO1. Stef Bos, André van Duin, Laetitia Gerards, Claudia de Breij, Shary-An, Maan, Hanin, ZO! Gospel Choir, ISH Dance Collective en het Metropole Orkest (onder leiding van dirigent Miho Hazama) zorgden voor een feestelijke afsluiting van de Nationale Viering van de Bevrijding.

MARTIJN BEEKMAN PAUL TOLENAAR PAUL TOLENAAR

5 mei

BEN HOUDIJK

Vanwege de coronamaatregelen vonden de meeste festiviteiten online plaats. De 5 mei-lezing werd in Den Haag gehouden door bondskanselier Angela Merkel via een live-verbinding vanuit Berlijn. Studenten gingen tijdens de live-uitzending met bondskanselier Merkel en minister-president Rutte in gesprek over vrijheid. Ook richtte de bondskanselier zich rechtstreeks tot concentratiekampoverlevende Eva Weyl, die aanwezig was in Den Haag. Weyl houdt op Duitse scholen spreekbeurten over haar oorlogservaringen. Merkel prees haar om dat werk: “Het belang hiervan kan niet hoog genoeg worden ingeschat. Ik dank u uit het diepst van mijn hart dat u daarvoor de kracht vindt.” De 12-jarige Mily Al-Azzazi hield de 5 meikinderlezing. Ze sprak over haar moeder die gevlucht is uit Irak en vroeg zich af hoe het zou zijn als zij in angst moest leven en alles achter zou moeten laten.

| 09

03-jaaroverzicht-8.indd 9

15-10-2021 12:40


MERLIJN DOOMERNIK

Op 1 juni 2021 nam Wim van de Donk het voorzitterschap van het Nationaal Comité 4 en 5 mei over van Gerdi Verbeet die deze functie sinds 1 juni 2015 bekleedde.

MARTIJN BEEKMAN

WESLEY DE WIT

ROYAL PRESS EUROPE

1 juni

10

NCMagazine | najaar 2021

03-jaaroverzicht-8.indd 10

15-10-2021 12:40


Tijdens de Nationale Herdenking 15 augustus 1945 bij het Indisch Monument in Den Haag waren bijna 1000 genodigden aanwezig. Voorzitter Thom de Graaf van de stichting Nationale Herdenking 15 augustus 1945 hield een toespraak: “Wij gedenken ons gedeeld verleden; een verleden dat brandt en schuurt, maar ook verbindt en verenigt. Wij herdenken mensen en de menselijke waarden die zo lang, vaak zelfs letterlijk, met voeten werden getreden.”

ILVY NJIOKIKTJIEN

HERDENKEN EN VIEREN

15 augustus

19 september

WESLEY DE WIT

Het Holocaust Namenmonument aan de Weesperstraat in Amsterdam is op 19 september door de koning onthuld. Daarmee is er na ruim 75 jaar een tastbaar gedenkteken waar alle ruim 102.000 vermoorde Joden, Roma en Sinti uit Nederland zowel individueel als collectief kunnen worden herdacht. De onthulling werd voorafgegaan door een programma met sprekers, muziek en een minuut stilte. Ongeveer 300 nabestaanden en genodigden woonden het programma bij.

| 11

03-jaaroverzicht-8.indd 11

15-10-2021 12:40


12

NCMagazine | najaar 2021

06-herdenke&vieren.lokaleorganisatie-8.indd 12

15-10-2021 12:46


HERDENKEN EN VIEREN

Herdenken en vieren in het tweede coronajaar Comités en organisaties die zich bezighouden met 4 en 5 mei en andere herdenkingsdagen moesten het programma wederom aanpassen aan de pandemie. Herdenken en vieren in het tweede coronajaar, hoe zag dat eruit? Hoe gingen de voorbereidingen? Wat ging er wel of niet goed? Welke nieuwe vormen willen ze vasthouden? door Dorine van der Wind foto’s Ben Houdijk

Käthe Kuperus (links) en Adry Attema-Dijkstra op het militaire ereveld in Harlingen

4 mei Harlingen De gemeente Harlingen had, naast corona, een extra uitdaging. Dit jaar namen ze het stokje over van CC’45 Harlingen, dat de afgelopen 75 jaar de herdenking op 4 mei en de feesten op 5 mei organiseerde. Käthe Kuperus en Adry Attema-Dijkstra hebben dit vol enthousiasme gedaan namens de gemeente, dankbaar gebruikmakend van de toolbox op de site van het Nationaal Comité. “Ik was al actief voor de Oorlogsgravenstichting en ik wil dat we blijven herdenken, voor onze nabestaanden”, aldus Adry. “Als we de jongeren niet meekrijgen, verwatert het. Käthe staat er net zo in, samen vormen we een sterk team.” De herdenking op 4 mei vond plaats in kleine kring. Radiostad Harlingen verzorgde een live uitzending en er werd een videoverslag gemaakt dat mensen na afloop konden zien. Om 16.00 uur startte de herdenking bij het Zeeliedenmonument bij de haven. ’s Avonds was de herdenking op de algemene begraafplaats. “Samen met de burgemeester en het hoofd van de Landelijke Eenheid Dienst Infrastructuur liepen we alle monumenten langs, waarbij telkens twee afgevaardigden stonden om een krans te leggen”, vertelt Käthe Kuperus. Deze tocht ging langs het Neuengamme Monument, het Indië Monument en het Joods Monument. En het eindigde bij het Cross of Sacrifice, het militaire ereveld, daar legden de burgemeester en het hoofd van de politie een krans. Jongeren van de scouting strooiden bloemen op de graven van de omgekomen militairen. Een persoon van de Stedelijke Muziekverenging speelde de Last Post. Daarna volgden de twee minuten stilte en twee coupletten van het Wilhelmus. Naderhand werd een gedicht voorgedragen door een leerling van groep 8 om zo de jongeren erbij te betrekken. De burgemeester sloot af met een speech. De organisatie kijkt tevreden terug en kreeg complimenten van de burgemeester. Attema-Dijkstra: “Je kunt alles plannen, behalve het weer. Dat was die dag dramatisch, vooral ’s middags bij de haven. We hebben de krans met tiewraps vastgebonden, maar de bladeren vlogen in het rond.” Deze keer was alles rondom de herdenking besloten, normaal gesproken komen er veel belangstellenden naar de haven en naar de monumenten. Volgend jaar hopen ze weer met meer mensen te herdenken. Eén keer in de vijf jaar houden ze in Harlingen een stille tocht vanaf het monument Sint Joris en de Draak naar de algemene begraafplaats.

| 13

06-herdenke&vieren.lokaleorganisatie-8.indd 13

15-10-2021 12:46


4 mei Soest Fred Heidinga, voorzitter van Stichting Comité 4 en 5 mei Soest-Soesterberg, legt uit dat er meerdere herdenkingen zijn in Soest. “Naast 4 mei, herdenken wij op 15 augustus de Japanse capitulatie van 1945. En op 19 november herdenken wij met elkaar de 33 verzetsstrijders uit de Tweede Wereldoorlog die op 19 november 1942 op de vliegbasis Soesterberg door de bezetter zijn gefusilleerd.” Op 4 mei zijn de scoutinggroepen uit Soest altijd voltallig aanwezig en houden een erewacht. Ook dragen zij de kransen en bloemen tijdens de herdenking. In 2020 is er een video van de plechtigheid gemaakt door vier scoutinggroepen uit Soest op initiatief van de scoutinggroep de Fakkeldraagsters. Door corona konden er weinig mensen bij zijn en scouting wilde iets doen. Tjerda van Vugt, bestuurssecretaris van de Fakkeldraagsters, vertelt: “Dit jaar zijn wij gevraagd om in samenwerking met Stichting Comité 4 en 5 mei Soest-Soesterberg een video te maken; we hebben het grootser aangepakt. We wilden op beeld brengen wat een normale herdenking zou benaderen.” Alle onderdelen komen erin terug: de toespraak van de burgemeester staat erop, het vlaggenceremonieel, de twee minuten stilte, het Wilhelmus, de gedichtenwedstrijd van de middelbare school, de basisschoolleerlingen die de monumenten schoonmaken en ook bloemen leggen tijdens de herdenking.

Fred Heidinga en Tjerda van Vugt leggen bloemen bij het Verzetsmuseum in Soest

mocht maximaal tien minuten duren, anders zou het te statisch worden. De filmmakers liepen wel tegen de nodige hobbels aan. “Zoals een vliegverbod dat door Defensie was afgekondigd boven Soest terwijl we met drones wilden filmen. Toen wij contact opnamen, was het geen probleem.” Tjerda vervolgt: “Wat opvalt is dat iedereen die we benaderden zo betrokken was. Ze deden direct een toezegging en hielpen mee. Binnen scouting is het een morele verplichting om bij de herdenking te zijn, iedereen is er graag bij, maar ook daarbuiten leeft het dus.” Heidinga las in een onderzoek dat 4 mei als verbindend moment het meest wordt gewaardeerd, ook onder jongeren. “We moeten dat koesteren en blijven zoeken naar aansprekende vormen, zoals de video van de scouting.” Heidinga kijkt met tevredenheid terug op de herdenking én de film. “Het was een geslaagd project, maar zo’n video is wel bewerkelijk om te maken. Een live-uitzending is voor een lokale herdenking zeker niet haalbaar. Het voordeel van video is dat het bereik groter is, met name bij jongeren. Het levert mogelijk ook nieuwe geïnteresseerden en contacten op.”

“Het was best hectisch om alles erop te krijgen, maar de scouting is gewend snel te schakelen”, aldus Van Vugt. De film

14

NCMagazine | najaar 2021

06-herdenke&vieren.lokaleorganisatie-8.indd 14

15-10-2021 12:47


HERDENKEN EN VIEREN Sharik Derksen en Toos Hofstede

Vrijheidsmaaltijden Limburg Toos Hofstede van Viastory Creative Agency was zeer vereerd toen ze door het Nationaal Comité 4 en 5 mei werd gevraagd om als kwartiermaker een Vrijheidsmaaltijd in Limburg te organiseren. “Het idee om stil te staan bij het thema ‘vrijheid’ sprak me aan. Door een eenvoudige maaltijd te nuttigen met iemand die je nog niet goed kent en daar het gesprek mee aan te gaan.” Het ideaalbeeld van mensen aan lange tafels moesten ze door corona al snel laten varen. Hofstede: “We bedachten wat wél kon, we waren het er al snel over eens dat we de hele provincie erbij wilden betrekken en ons niet op één stad wilden richten. Ook ontwikkelden we samen met Ria Joosten onze eigen soep met lokale producten. Sharik Derksen hebben we erbij betrokken om een sterke koppeling te maken met het Bevrijdingsfestival Limburg.” Sharik Derksen: “We hebben iedere Limburger uitgenodigd om zelf een maaltijd te organiseren, bijvoorbeeld met nog onbekende buren of een vluchteling. Ieder kon het op z’n eigen manier invullen. Wij leverden de blikken soep.” Nu het Bevrijdingsfestival niet door kon gaan, was er tijd en budget over om de soep te financieren. De soep werd vervolgens gratis beschikbaar gesteld aan alle Limburgers. Bij de zes poppodia door de hele provincie konden mensen na aanmelding soep halen voor zichzelf en voor een ander. Ook werd er aan huis geleverd met hulp van studenten van het VISTA college. Zo is het gelukt de hele provincie erbij te betrekken. Hofstede vult aan: “Daarnaast hebben we potten Limburgse

vrijheidsmaaltijdsoep naar alle gemeentehuizen gebracht met een brief aan de burgemeester en een draaiboek (met vragen die uitnodigen tot een gesprek) zodat ze helemaal coronaproof hun eigen maaltijden konden organiseren, met kleine groepjes of digitaal.” Hofstede: “Met mijn collega’s van Viastory organiseerden we eind mei, bewust na de ramadan, een eigen Vrijheidsmaaltijd. Iedereen had thuis een of meerdere mensen uitgenodigd voor een gesprek over vrijheid. We trapten gezamenlijk digitaal af met het ontroerende en inspirerende levensverhaal van Abbie Chalgoum. Het bleek een groot succes.” Derksen: “Met het thema ‘vrijheid’ spreken we mensen aan die een andere oorlog hebben meegemaakt. Er waren zoveel blikken, dat er ook blikken naar een goed doel zijn gebracht: Containers of Love voor Libanon. Een donatie van 1000 blikken is die kant opgegaan. En er kwam meer bekendheid voor deze stichting dankzij een Vrijheidsmaaltijd.” Hofstede kijkt met trots terug: “We hopen dat afgelopen 5 mei een zaadje is geplant zodat er volgend jaar maaltijden voor grotere groepen aan lange tafels komen. Met optredens en sprekers uit de regio.”

| 15

06-herdenke&vieren.lokaleorganisatie-8.indd 15

15-10-2021 12:47


Sinds 11 jaar organiseert Rotterdam zijn eigen Indiëherdenking op 15 augustus. Sinds vier jaar is Tenny Tenzer daarbij betrokken, dit jaar voor het eerst als voorzitter van de Stichting 15 augustus regio Rotterdam. “Vorig jaar konden we voor het eerst de herdenking niet live doen en werd deze lokaal uitgezonden. We trokken zelfs landelijke aandacht omdat het 75 jaar geleden was en kwamen op het NOS-journaal. Dit jaar hebben we de herdenking professioneler aangepakt, met een livestream van de regionale omroep. Het bereik was hierdoor veel groter. Onze secretaris, Dewi Reijs, is de creatieve duizendpoot, haar brein heeft de vlaggenactie bedacht.” Dewi Reijs: “Ik dacht na over hoe we thuis intensiever kunnen herdenken in coronatijd. Het idee is ontstaan toen ik eerst op 4 mei naar de herdenking op de Dam keek en daar burgemeester Halsema op het lege plein zag. Een paar weken later waren er Black Lives Matter-demonstraties en stond ze midden in de menigte mensen. Dat moest toch anders kunnen? Toen heb ik een actie bedacht om een schoen achter te laten als demonstratie, dat is een indrukwekkend beeld en coronaproof.” Vanuit dat idee dacht ze verder: hoe kunnen we thuis en inclusief herdenken? Reijs: “Niet iedereen wil een Nederlandse vlag ophangen, maar mensen vinden het wel mooi om een vlag met hun eigen familie erop te eren.” Zo kwam de actie om een vlag met foto van een familielid thuis op te hangen op een vlaggenstok of balkon. De vlaggen brengen de dialoog op gang met bijvoorbeeld buren die willen weten wie er op de vlag staat en wat voor dag 15 augustus precies is. De actie is dit jaar overgenomen door de Vlaggenparade; 33 banieren met foto’s hingen vier weken naast de Erasmusbrug in het hart van de stad. Via een QR-code op de grond zijn de (oorlogs-) verhalen erachter online te lezen. De hoop is dat deze actie ook landelijk een vervolg krijgt. Het is een duurzaam project, de vlaggen kunnen ieder jaar opnieuw worden opgehangen. Tenzer is trots op deze actie. “We zijn een klein creatief team van verhalenvertellers. Vroeger was er op 15 augustus een programma van een uurtje. Met deze actie zijn we meer zichtbaar op straat. We zoeken naar andere manieren om te herdenken en denken na over de toekomst.” De wens is om te herdenken en om het leven te vieren in een festivalopzet waar de verhalen op een creatieve manier worden gedeeld, bijvoorbeeld via zang, dans en eten. “We blijven de eerste generatie eren, maar mijn zoon van bijna 10 moet zich ook aangesproken voelen”, aldus Tenzer.

16

Indiëherdenking Rotterdam

Dewi Reijs en Tenny Tenzer bij het Indiëmonument bij de Vlaggenparade aan de Boompjes in Rotterdam

NCMagazine | najaar 2021

06-herdenke&vieren.lokaleorganisatie-8.indd 16

15-10-2021 12:47


HERDENKEN EN VIEREN

| 17

06-herdenke&vieren.lokaleorganisatie-8.indd 17

15-10-2021 12:48


18

NCMagazine | najaar 2021

06-herdenke&vieren.lokaleorganisatie-8.indd 18

15-10-2021 12:48


HERDENKEN EN VIEREN

Herdenking 18 september Eindhoven

Peter Kemp (links) en Pascal van de Haar bij het Oorlogs- en Bevrijdingsmonument in Eindhoven

In Eindhoven ligt de nadruk bij herdenken op 18 september, met een groot fakkeldefilé. Peter Kemp van Stichting 18 september legt de achtergrond uit: “Eindhoven werd als een van de eerste Nederlandse steden op 18 september 1944 bevrijd, en Bayeux als eerste Franse stad. Al in 1946 gingen fietsers naar Frankrijk om het Bevrijdingsvuur op te halen. In Bayeux woonde een Nederlandse man, Martin Brokken, die de organisatie vanuit de Fransen op zich nam. Dat doet zijn familie nog steeds.” Wielrenners haalden in 2021 voor de 75ste keer het Bevrijdingsvuur via de bevrijdingsroute vanuit Bayeux naar Nederland. Na Eindhoven gaat de fakkel ieder jaar met een loopgroep naar Wageningen om te overwinteren. En dan in mei wordt met deze fakkel op 5 mei het Bevrijdingsvuur aangestoken, dit is niet bekend bij veel mensen. Pascal van de Haar moest uitdenken hoe herdenken in coronatijd ging. “In 2020 was alles nog nieuw. We hebben de herdenking toen heel klein gehouden. De stilte van het plein deed zijn werk. Dit jaar hebben we het groter gemaakt. Het werd een geplaceerd evenement voor 250 genodigden op het plein met stoeltjes.” Kemp: “Deze volgende stap laat de betrokkenheid zien en is symbolisch voor onze samenleving die meer vrijheid krijgt.” De organisatie hoopt dat er volgend jaar weer een echt fakkeldefilé kan worden georganiseerd. Dan sluiten in de stad verschillende verenigingen zich aan bij de wielrenners. Oude voertuigen rijden mee en scholieren van de Bayeuxreis lopen het laatste stuk. Deze optocht is ieder jaar een begrip in de wijde omgeving en trekt veel mensen van generatie op generatie aan. Het defilé is ook de start van de jaarlijkse Lichtjesroute. Deze route van 22 kilometer markeert de tocht die de bevrijders destijds door Eindhoven reden. Drie weken lang wordt de route ’s avonds verlicht door ornamenten. De veteranen komen elke herdenking hun verhaal aan scholieren vertellen. En er zijn warme banden, ook met de jonge veteranen die zich na de Tweede Wereldoorlog hebben ingezet voor ons land. Stichting 18 september steunt daarnaast actief het struikelstenenproject en organiseert scholierenreizen naar Bayeux en Auschwitz. Kemp hierover: “Ze gaan heen als giebelende puber en komen terug als jongvolwassenen. De boodschap blijft hangen als ze bij graven staan van leeftijdsgenoten. Zo zorgen we dat de jeugd blijft herdenken en de vrijheid koestert.”

| 19

06-herdenke&vieren.lokaleorganisatie-8.indd 19

15-10-2021 12:48


Nieuwe voorzitter en bestuursleden Per 1 juni heeft het Nationaal Comité een nieuwe voorzitter: Wim van de Donk. Daarnaast traden drie nieuwe bestuursleden aan: Petra van Zuijlen, Gert-Jan Buitendijk en Onno Eichelsheim. Tijd voor een kennismaking. door Alex Bakker foto Merlijn Doomernik

‘ Herdenken wordt, meer dan het al was, nadenken over onze tijd’

Wim van de Donk 20 NCMagazine | najaar 2021

04-nieuwebestuursleden-4.indd 20

15-10-2021 12:42


HERDENKEN EN VIEREN

Wim van de Donk is per 1 juni 2021 benoemd tot voorzitter van het Nationaal Comité 4 en 5 mei. Van de Donk is sinds 1 oktober 2020 rector magnificus en voorzitter van het college van bestuur van Tilburg University. Daarvoor was hij elf jaar commissaris van de Koning(in) in Noord-Brabant. Naast zijn hoogleraarschap maatschappelijke bestuurskunde aan Tilburg University was hij tussen 2004 en 2009 voorzitter van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR). Meneer Van de Donk, hoe bent u de nieuwe voorzitter van het Nationaal Comité 4 en 5 mei geworden? “Ik werd gevraagd om te solliciteren en zei daarop volmondig ja. Al sinds mijn 5 meilezing in 2008 (De bedoeling van bevrijding) voel ik me nauw betrokken bij het werk van het Nationaal Comité. Het is een grote eer om Gerdi Verbeet op te volgen: haar drive en focus zijn een lichtend voorbeeld. Ik zie uit naar de samenwerking met de andere leden van het comité, de medewerkers en de partners in het grote netwerk van herdenken en vieren, zoals de lokale comités en het vfonds.” U groeide op in de jaren zestig en zeventig. Welke rol speelde de oorlog destijds in uw familie? “Bij ons thuis leefden de verhalen zoals in veel Nederlandse gezinnen van mijn generatie, met opa’s, oma’s en ouders die de oorlog als kind hadden meegemaakt. Mijn moeder moest uit Veghel vluchten voor het oorlogsgeweld rondom Operatie Market Garden. Haar broertje heeft een lang verblijf in de schuilkelders niet overleefd. Mijn vader vertelde vaak hoe zijn vader door een Duitser werd gecommandeerd van het trottoir te stappen. Iets heel eenvoudigs en kleins, maar de vernedering die dit symboliseerde, maakte grote indruk. Zelf was ik als jonge scout vaak deel van de lokale herdenking in Veghel. De militaire verliezen rondom Market Garden werden met optochten van tanks en soldaten herdacht. Maar er was ook aandacht voor de Holocaust, wat destijds nog niet overal

zo was. Ik herinner me de verhalen over een familie Wolf en de synagoge in Veghel. Mijn ouders hebben mij en mijn broers de verhalen over de oorlog en de opdracht om onze vrijheid niet als vanzelfsprekend te beschouwen indringend voorgehouden.” Is aandacht voor vrijheid anno 2021 belangrijker dan ooit? “Niet per se, volgens mij is het altijd belangrijk geweest, voor elke generatie opnieuw. Elk tijdsgewricht kent zijn eigen issues, maar de waarden van vrijheid, menselijke waardigheid en het grote belang van rechtsstaat en democratie overstijgen die. Overigens: harde cijfers heb ik niet, maar mijn intuïtie zegt dat de betrokkenheid van de jongere generatie bij 4 en 5 mei juist groeiende is, ook bij lokale comités. Jongeren van nu zijn opvallend maatschappelijk bewust. In Brabant organiseerden we een internationaal jongerencongres, waar ze nieuwe vormen en rituelen voor de erfenis van de Tweede Wereldoorlog onderzochten. Het is belangrijk om daarin te investeren, nu de generatie die de oorlog op een directe manier vertegenwoordigde steeds minder talrijk in ons midden is.” Wat voor inzichten heeft u van dat congres meegenomen voor de toekomst van herdenken en vieren? “Om ons goed te bezinnen op de betekenis van digitalisering voor de manier waarop we onszelf als samenleving blijven ontwikkelen. Vrijheid van meningsvorming is daarin fundamenteel, maar nooit zonder verantwoordelijkheid. Ik zie uit naar de eerste ronde gesprekken hierover met de andere leden van het Nationaal Comité en onze partners. Vanwege corona hebben we elkaar als bestuur nog maar één keer in levenden lijve gesproken. Binnenkort gaan we de hei op, zoals dat heet, en nemen we uitgebreid de tijd. Het is een grote verantwoordelijkheid om vorm te geven aan iets wat wezenlijk van ons allemaal is en wat we samen moeten bewaken.” In 2008 hield u de 5 mei-lezing. Is het maatschappelijk klimaat in Nederland in de dertien jaar sindsdien onverdraagzamer geworden? “Dat lijkt soms zo, maar ik geloof dat de

meeste mensen de oprukkende polarisatie vooral spuugzat zijn. Duidelijk is wél dat er een venijn in social media is geslopen. Het woord social, als in gemeenschappelijk, is soms ver weg. We moeten parallelle samenlevingen voorkomen, waarin mensen alleen nog in een echokamer van gelijkgezinden verkeren, met een eigen claim op vrijheid. Maar vrijheid is geen consumptieartikel dat alleen van jou of jouw eigen groep is. Ik vind het allesbehalve heilzaam om je terug te trekken in je eigen bubbel, onder het mom van: ik laat de ander vrij om hetzelfde te doen. Dat is geen tolerantie – het erkennen en werkelijk dragen van soms ook pijnlijke verschillen – maar onverschilligheid jegens de ander. Onverschilligheid is gevaarlijk, het tast als een cynisch gif de fundamenten van verdraagzaam samenleven en daarmee de vrijheid aan.” Leidt het wegvallen van de eerste generatie oorlogsgetroffenen tot een wezenlijke verschuiving in het herdenken? “Allereerst: vergeet de mensen niet die nog leven, die toen kind waren. Dit weekend las ik een interview met de 92-jarige Hannah Goslar, vriendin van Anne Frank. Ik heb inmiddels ook de indrukwekkende film gezien. Op alle scholen vertonen en in alle media, zou ik zeggen! Ja, de directe lijn met de oorlog zal inderdaad ophouden, maar daarmee is het persoonlijke perspectief niet meteen weg. We zullen volop gebruikmaken van de vele getuigenissen over de gevolgen van oorlog, bezetting, vervolging. Uiteindelijk gaat het om de essentie, om het waaróm van herdenken. Die vinden we overigens óók in hedendaagse verhalen over oorlog en geweld. De tijd dwingt ons nu eenmaal te accepteren dat het beeld van de Tweede Wereldoorlog verder weg komt te liggen. Tegelijkertijd proberen we dit voortdurend naderbij te halen. Zo verschuift er wel iets: herdenken wordt, nog meer dan het al was, nadenken. Ook over onze tijd.”

| 21

04-nieuwebestuursleden-4.indd 21

15-10-2021 12:42


“Op de ochtend van de tiende verjaardag van mijn vader, 24 oktober 1944, werd zijn vader doodgeschoten. Een groep geallieerde soldaten was opgetrokken tot aan het café van mijn opa en oma, aan de rand van Rosmalen. In de kelder van het café schuilden die nacht meerdere gezinnen uit de buurt. Mijn grootouders hadden bovendien een aantal jonge, gewonde Duitse soldaten in de kelder gelaten. Volgens afspraak waren ze alweer vertrokken, maar de geallieerden hadden ze naar binnen zien vluchten en hielden daarom het café onder schot. Toen mijn opa vroeg in de ochtend naar buiten liep, werd hij direct dodelijk geraakt. Mijn vader leeft nog en het herdenken op 24 oktober – de dag waarop zijn vader werd doodgeschoten – én op 4 mei zijn voor hem belangrijke rituelen. Dat ik zo graag bestuurslid van het Nationaal

Petra van Zuijlen Nieuwe penningmeester 22

Comité wilde worden, is zeker een eerbetoon aan mijn vader, aan zijn veerkracht en positieve levenshouding ondanks die noodlottige gebeurtenis. Mijn motivatie komt ook vanuit de ambitie om maatschappelijke verantwoordelijkheid te dragen. Ik werk in de financiële zakenwereld en het Nationaal Comité betekent voor mij een uitzonderlijke bestuursfunctie. Het gaat om grote thema’s die voor heel Nederland van belang zijn. Ik wil hiervoor in mijn zakelijke omgeving en bij mijn vele jonge collega’s aandacht vragen. Met mijn achtergrond van registeraccountant kan ik me bovendien nuttig maken als penningmeester en zorg ik graag voor een gezond financieel beheer. In mijn omgeving zie ik dat niet iedereen 5 mei werkelijk beleeft. Als je niet – of niet meer – naar een Bevrijdingsfestival gaat, blijft het vieren van de vrijheid soms wat abstract. Hoe geef je dat handen en voeten? Wat zou het mooi zijn als 5 mei nu eindelijk eens een vrije dag voor iedereen wordt. Dan krijgt het de beleving die de dag verdient.”

“Als kersvers bestuurslid was ik afgelopen 4 mei aanwezig bij de Nationale Herdenking. Vanwege de coronamaatregelen was de Dam leeg. Maar juist door het ontbreken van die massaliteit werd het een intiem moment. Na afloop heb ik diepgaande gesprekken gevoerd met de overige aanwezigen. Dit deed ik ook altijd bij de lokale herdenking met mijn gezin in Breda. Voor mij zijn die nagesprekken minstens zo belangrijk als de plechtigheid zelf. Binnen het Nationaal Comité wil ik dan ook pleiten voor initiatieven waarin de verdiepende beleving centraal staat. Zo geloof ik in een verplicht bezoek van elke scholier aan een voormalig concentratiekamp: Westerbork, Vught, Amersfoort of verder weg zoals Bergen-Belsen, Auschwitz. Wellicht kan het ministerie van Defensie hierbij ook een rol spelen. Ik ben geboren in 1966. Mijn ouders hebben de oorlog als jong kind meegemaakt. Ze woonden beiden in Rotterdam dus de Hongerwinter ging niet aan hen voorbij: de uitputting, bloembollen eten, kolen stelen. Mijn vader hechtte veel waarde aan herdenken en vertelde ons vaak over deze oorlog, tot vervelens aan toe – vond ik toen. Maar in 1994 werd ik zelf uitgezonden

Onno Eichelsheim Commandant der Strijdkrachten

NCMagazine | najaar 2021

04-nieuwebestuursleden-4.indd 22

15-10-2021 12:43


HERDENKEN EN VIEREN

naar Bosnië en begon ik te begrijpen wat oorlogsgeweld voor een kind betekent. Te leven in kapotte huizen, zonder voldoende eten en drinken, te midden van angst en spanning, wantrouwen naar de buren. Soms zag ik kinderen tussen de puinhopen met een bal spelen. Maar meestal zag je ze enkel in het passeren en keken ze je aan, met een holle, angstige blik. Wat ik van mijn missies in oorlogsgebieden heb geleerd? Positief: dat de mens weerbaar en veerkrachtig is. Ook de Bosnische kinderen hebben zich tot op zekere hoogte gered. Negatief: dat beschaving maar een dun laagje is. Er is niet veel voor nodig om het kwade in de mens wakker te schudden. Dat zien we nu weer in Afghanistan. Ik zeg vaak: vrijheid is niet gratis. Je moet letterlijk en figuurlijk blijven investeren. Letterlijk, door te zorgen dat de veiligheidsorganisaties goed geëquipeerd zijn. Figuurlijk, door er als samenleving voortdurend aan te blijven werken.”

“Sinds 1 september 2020 ben ik als adviseur verbonden aan het bestuur van het Nationaal Comité, want dat is de datum dat ik secretaris-generaal werd van het ministerie van Algemene Zaken. De secretarissen-generaal van de ministeries van AZ en VWS zijn qualitate qua aan het bestuur verbonden, vanwege de ministeriële verantwoordelijkheid van beide departementen voor het comité. Hoewel wij formeel een andere status hebben dan de overige leden van het bestuur, functioneren wij in de praktijk hetzelfde. Het is een mooie bijkomstigheid van mijn baan, met de nadruk op mooi. Nadenken over 4 en 5 mei is niet nieuw voor mij. In mijn eerdere functies als wethouder en locoburgemeester van de gemeente Strijen was ik nauw betrokken bij de lokale herdenking en viering. In 2002 mocht ik een toespraak bij de 4 mei-

herdenking houden. Dat vond ik een eer: ik ben immers al van de tweede generatie, die na de oorlog is geboren. Mijn inspiratie kwam uit de verhalen van anderen die wel directe ooggetuige waren. Van lokaal naar nationaal herdenken en vieren betekent een andere schaalgrootte, maar in wezen draait het om dezelfde essentie. Hoe doe je recht aan het oorlogsverleden en hoe vertaal je dit naar hedendaagse vrijheid? Als kinderen waren wij vroeger als toeschouwers aanwezig bij de lokale herdenking. Tegenwoordig leggen kinderen bloemen of kransen, ze doen actief mee. Zo zie je hoe rituelen veranderen. Of we voor het herdenken op 4 mei andere vormen moeten zoeken naarmate de tijd voortschrijdt? Niet per se. Die rituelen zijn zo krachtig. En als er iets verandert, moeten we dat niet van bovenaf opleggen. Dat zal organisch gaan, meebewegend met de samenleving. Vooralsnog blijkt uit alle onderzoeken dat herdenken en vieren voor Nederlanders belangrijke identiteitsdragers zijn. Het wordt gezien als iets wat bij ons land hoort. Dat de oorlog steeds langer geleden is, vormt geen barrière.”

Gert-Jan Buitendijk

Secretaris-generaal van het ministerie van Algemene Zaken | 23

04-nieuwebestuursleden-4.indd 23

15-10-2021 12:43


Cor van Dijk

Ben Tesink

Vijfdelige podcastserie Gedwongen over de arbeidsinzet

‘ Jij hebt toch voor de Duitsers gewerkt?’

Co Knuppelder

Wim Missel vindt medische mondkapjes binnenshuis een beetje onzin. “Laat je gezicht eens zien,” zegt hij als ik aanbel bij zijn appartement in Amstelveen, “ik leef toch al in reservetijd.” Het is begin februari 2021 en Nederland bevindt zich nog in een volledige lockdown. Wim Missel is ver in de negentig, net als de andere vier mannen die ik deze weken interview over hun ervaringen als dwangarbeider tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ze zijn enkele van de laatste nog levende getuigen. Hun verhalen verschillen enorm: de een maakte lange dagen in een bommenfabriek, maar kreeg fatsoenlijk te eten en kon elke week naar de bioscoop. De ander moest zes of zeven dagen per week loopgraven graven in de vrieskou, op aardappelsoep. Maar allemaal waren ze nog een tiener en voor het eerst, onvrijwillig, lang van huis.

Ruim een half miljoen Nederlandse mannen werkten tijdens de Tweede Wereldoorlog als Coming of age-verhaal dwangarbeider in Duitsland. In de is niet alleen een vijfdelige podcastserie over wat de vijfdelige podcastserie Gedwongen volgen we Gedwongen arbeidsinzet precies was en hoe divers de werkzaamheden, de het verhaal van vijf van hen. Hun ervaringen omstandigheden en de mate van dwang waren. Het is ook een coming of age-verhaal van vijf mannen die volwassen werden verschillen soms als dag en nacht, maar alin de periode dat ze gedwongen in Duitsland werkten. Hoe zag lemaal vertrokken ze als tiener en kwamen hun leven eruit voordat ze naar Duitsland moesten en voor welke dilemma’s kwamen ze al op jonge leeftijd te staan? Hoe gingen ze als volwassen man terug. door Tjitske Mussche foto’s Boudewijn Bollman

24

om met dwang en doodsangst? Hoe werden ze in zo’n korte tijd volwassen? Hiermee hopen we de ervaringen ook voor een jonger publiek invoelbaar te maken.

NCMagazine | najaar 2021

17-onderzoek.podcast-2.indd 24

15-10-2021 13:04


ONDERZOEK

Verplichte tewerkstelling was al sinds het begin van de bezetting een methode van de Duitsers om personeel te werven voor onder meer Duitse (wapen)fabrieken. In heel Europa werden miljoenen mannen opgeroepen. In eerste instantie waren het hoofdzakelijk Nederlandse werklozen die gedwongen werden om in Duitsland te gaan werken, op straffe van inhouding van de werkloosheidsuitkering als ze niet gingen. Bij de tweede fase, vanaf maart 1942, werden Nederlandse bedrijven stelselmatig uitgekamd om vele tienduizenden werknemers te werk te stellen in nazi-Duitsland. Dat was niet genoeg om de Duitse fabrieken draaiende te houden. Vanaf mei 1943 moesten alle mannen tussen de 18 en 35 jaar zich melden voor de zogeheten ‘Arbeitseinsatz’. Later werden de leeftijdcategorieën uitgebreid naar boven. In juni 1944 (na D-day) wil de bezetter voorkomen dat Nederlanders zich aansloten bij de geallieerden en moest iedereen vanaf 16 jaar zich melden.

Wim Missel

Co Knuppelder was 17 jaar oud toen hij in 1942 als jongste werknemer van een technisch bedrijf naar Duitsland moest. Hij wist niet waar hij naartoe ging en wat voor werk hij zou gaan doen. “Het is niet in me opgekomen om te weigeren. Ik nam mijn kostuum mee, ik had geen idee wat me te wachten stond.” Voor de eerstejaarsstudent Pieter Bouma zat er niks anders op dan zich te melden, toen hij in het voorjaar van 1943 de oproep kreeg. “De bezetter dreigde met represailles tegen mijn familie. Mijn vader was chirurg en behandelde in het geheim Joden. Dat risico konden we niet nemen.” Bouma is gedurende zijn hele verblijf in Duitsland in stil verzet geweest. “Ik probeerde zo weinig mogelijk te doen in de wapenfabriek.” In de weekenden bezocht hij graag het café. Cor van Dijk denkt in eerste instantie dat hij op een paradijselijke plek terecht is gekomen, als hij in het voorjaar van 1943 in de buurt van Frankfurt am Main op een wijnboerderij aankomt. Hij heeft dan nog een eigen kamer met uitzicht en krijgt nog goed te eten. Dat is anders bij Ben Tesink, die eind 1944 als 16-jarige vanuit Apeldoorn terechtkomt in een kamp bij Rees, vlak over de grens. Daar moet hij in de koude wind loopgraven uithakken, op een rantsoen van brood en waterige soep. Wim Missel wordt op 10 november 1944 bij de Razzia van Rotterdam meegenomen. Hij is dan 17 jaar oud en overweegt te vluchten. “Ik had mijn bruine badpak aangetrokken en wilde samen met mijn buurjongen de rivier achter mijn huis over zwemmen.” Op dat moment bonzen de Duitsers al op de deur. Uiteindelijk komt hij na een lange

Over de feiten rondom de arbeidsinzet en de ervaringen van dwangarbeiders is niet veel bekend, maar daar komt nu verandering in. De podcastserie Gedwongen maakt deel uit van een groot onderzoek naar de gedwongen tewerkstelling in het kader van de arbeidsinzet dat historicus Renske Krimp momenteel uitvoert voor het Nationaal Comité 4 en 5 mei en het NIOD. De resultaten van Krimps onderzoek worden behalve in deze podcastserie ook gepresenteerd in een reizende tentoonstelling en een publieksboek. Het onderzoek loopt tot 2024.

Pieter Bouma

reis in veewagons terecht in de buurt van München, waar hij na bombardementen puin moet ruimen onder erbarmelijke omstandigheden.

Nauwelijks aandacht Contact met het thuisfront heeft het vijftal in de maanden, of soms jaren dat ze weg zijn, niet of nauwelijks. Vertrokken als tiener, komen ze allemaal als volwassen man terug. “Het moeilijkste vond ik om weer thuis als kind te worden behandeld,” vertelt Wim Missel, “want voor mijn gevoel was ik geen kind meer.” Er was volgens de mannen ook nauwelijks aandacht voor hun ervaringen. Ben Tesink: “Iedereen had wel iets ergs meegemaakt. Er was ook geen tijd voor, we moesten Nederland opnieuw opbouwen.” Dat er mede daardoor in de samenleving lange tijd weinig kennis is geweest over de arbeidsinzet, hebben de mannen gemerkt. Cor van Dijk: “Dan vroegen mensen waarom ik niet was ondergedoken. Alsof het zo simpel lag.” Pieter Bouma: “Die vervelende opmerking: ‘Jij hebt voor de Duitsers gewerkt, je had nooit naar Duitsland toe moeten gaan’. Mensen hadden geen idee.” De vijfdelige podcasterie Gedwongen is een coproductie van Aldus’ Producties, het Nationaal Comité 4 en 5 mei en het NIOD. Dit project wordt gefinancierd door het Mondriaan Fonds. Vanaf 9 november te vinden in alle podcast-apps en op Spotify. Voor meer informatie over het project: www.4en5mei.nl/onderzoek.

| 25

17-onderzoek.podcast-2.indd 25

15-10-2021 13:04


Sinds februari heeft het Nationaal Comité 4 en 5 mei een nieuwe directeur: Arianne de Jong. Maak kennis met deze bevlogen wereldburger. door Larissa Pans foto Paul Tolenaar

‘ Ik denk dat je de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog persoonlijk moet maken’ Van werken met vluchtelingen en asielzoekers in conflictgebieden naar oorlogsleed dat allang achter ons ligt, maar waarvan de weerslag nog altijd groot is. Arianne de Jong werkte zestien jaar voor Dokters van de Wereld en maakte de overstap naar het Nationaal Comité 4 en 5 mei. Zij volgde Jan van Kooten op, jarenlang dé man achter de schermen bij alle nationale herdenkings- en bevrijdingsmomenten. “Taal is heel belangrijk”, zegt De Jong. “Ik heb nog niet overal de juiste woorden voor, maar wat ik wel denk is dat je de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog persoonlijk moet maken. Op het Holocaust Namenmonument aan de Weesperstraat in Amsterdam staan 102.000 namen. Dat is niet zomaar een getal van weggevoerde en vermoorde mensen, nee, dat waren moeders en kinderen, vaders, bakkers, slagers, buren en klasgenoten. We moeten ze niet alleen zien als Joden, Roma en Sinti, het waren onze plaatsgenoten.” We zitten bij de Fusilladeplaats, bakken vergeet-mij-nietjes

26

bloeien aan weerszijden. Hier kwam De Jong vroeger regelmatig. Dit is de gedenkplaats in het Amsterdamse centrum voor dertig mannen die hier werden gefusilleerd door de nazi’s, ruim 76 jaar geleden als vergelding voor de gedode Sicherheitsdienstmedewerker Ernst Wehner. We zitten op een van de bankjes bij het bronzen beeld van een gevallen man, de benen gevouwen, de hoorn nog in de hand. Ze weet nog goed hoe ze deze plek ontdekte. “Overal in de stad hingen grote zwart-witfoto’s met hoe die plek eruitzag in de Tweede Wereldoorlog. Hier hing de foto van de executieplaats, bij het Waterlooplein de foto waarop je het marktplein zag met het bord Judenviertel. Niet te bevatten, hoe mensen met elkaar zijn gaan geloven in dat nazisysteem: classificeren-uitsluiten-vermoorden.” Tegenover ons zitten toeristen met rolkoffers en een groepje tieners die in recordtempo een zak Doritos leegeten. De Jong – bijna 40 jaar, over een paar dagen zal ze met een tuinfeest haar dertigersjaren uitluiden – kwam er vijftien jaar geleden al, vertelt

NCMagazine | najaar 2021

05-nieuwe.directeur-2.indd 26

15-10-2021 12:44


HERDENKEN EN VIEREN

Sierra Leone en Birma voerde zij ook programma’s in Nederland uit. De Jong werd ‘ingevlogen’ om met lokale teams te bekijken hoe de zorg verbeterd kon worden of hoe er beter kon worden samengewerkt met de overheid. “In Pakistan had je wel Blijf van mijn Lijf-huizen, maar die leken meer een gevangenis. Er was geen arts, geen advocaten om die vrouwen te helpen.” Haar werk betekende ‘veel onderhandelen, kijken wat wél kan.’ Nu is ze directeur van het Nationaal Comité 4 en 5 mei. Haar voornemen? Bijdragen aan het verbinden van mensen en organisaties, ze komt toch weer even terug op taal. “De term ‘vrijheid’, daar worden zoveel verschillende interpretaties aan gegeven. Er is de afgelopen periode vaak in de coronadiscussie over de avondklok en coronatoegangspas een vergelijking gemaakt met de Tweede Wereldoorlog. In plaats van over elkaars uitspraken te oordelen hoop ik heel erg dat we in staat zijn om in gesprek te gaan met elkaar over onze geschiedenis, over hoe we willen herdenken en dat mensen niet blijven vastzitten in hun eigen community en hun eigen realiteit. Het is belangrijk oog te houden voor wat speelt in de samenleving, daar moet je naar luisteren. Ik snap de roep om herdenkingen. Herdenken betekent de erkenning van geleden leed. Een coronaherdenking mag er van mij ook komen. Als dat leeft, bied het dan een plek. Maar niet op 4 mei.”

Meer diepgang Als kind verslond ze oorlogsboeken. “Op bibliotheekboeken staat op de band zo’n etiket. Ik koos altijd die met het tankje erop, oorlogsboeken. Op een dag zei mijn moeder: ‘Er zijn ook ándere boeken, hè’.” De Jong groeide op in Friesland, in Leeuwarden. “Bevrijdingsdag was een belangrijke dag, dan reden er legertrucks door de stad en waren er exposities over de bevrijding. Toen ik in Amsterdam kwam, waren het meer festiviteiten en festivals. Daar was destijds op 5 mei die link met de oorlog minder voelbaar.”

ze. “Ik woonde in de Leidsepleinbuurt hier vlakbij. Dat was toen nog echt een buurtje. Mijn oude buurvrouw had de oorlog nog meegemaakt en vertelde het verhaal van de fusillade op deze plek. Op drie rijen van tien werden de mannen opgesteld en neergeschoten. Omstanders werden gedwongen erbij aanwezig te zijn. Gruwelijk. Op 4 mei gingen mijn oude buurvrouw met haar buurtgenoten ’s avonds naar de Fusilladeplaats om hen te herdenken. Ik luisterde naar haar verhalen, ze kon zó goed vertellen en wist alles over de buurt.” Ze kijkt rond: “Het parkje is steeds mooier geworden. Het was veel rommeliger en viezer.”

In gesprek gaan Voor de kwetsbaarsten in de samenleving een vorm van gezondheidszorg opzetten, dat was haar drijfveer als directeur bij Dokters van de Wereld. Het helpen van mensen in armoede, asielzoekers, vluchtelingen, ongedocumenteerden die toegang tot gezondheidszorg nodig hadden in en na een oorlog, gewapend conflict of natuurramp. Naast missies naar Pakistan, Bangladesh, India,

Dit is eigenlijk precies wat naar voren kwam uit een van de Nationale Vrijheidsonderzoeken, uitgevoerd in opdracht van het comité. Een uitkomst was dat jongeren vinden dat 5 mei meer ‘bandjes luisteren en bier drinken’ is dan dat het draait om de bevrijding. De Jong knikt instemmend. “Hoe kunnen we de Dag van de Vrijheid meer diepgang geven? Ik denk dat we losstaande evenementen als het ontsteken van het Vrijheidsvuur, de 5 meilezing, de Bevrijdingsfestivals en de Vrijheidsmaaltijden meer met elkaar moeten verbinden en moeten laden met het verhaal van de bevrijding en vrijheid. Jongeren willen serieus genomen worden en ze willen meer worden meegenomen in de bestaande tradities. Een terecht punt.” Tot slot: welk advies gaf haar voorganger Jan van Kooten haar mee? “Jan zei: ‘Al het verdriet doet ertoe. Iedereen moet zich welkom voelen op 4 en 5 mei. Aan wie of wat je denkt in die twee minuten stilte, dat staat iedereen vrij.’ Dat lijkt me een prima grondhouding.”

| 27

05-nieuwe.directeur-2.indd 27

15-10-2021 12:44


WO2 MUSEA UITGELICHT

Zonder kennis van het verleden, geen begrip van het heden

De WO2 musea, herinnerings- en infocentra in Nederland vertellen samen dat grote verhaal van oorlog, vrede en vrijheid. Ontdek de honderden verhalen en plan je bezoek. Ga voor het volledige aanbod aan WO2 exposities en activiteiten naar:

tweedewereldoorlog.nl

24-werf.indd 28

15-10-2021 13:11


HERINNEREN

Nationaal Holocaust Namenmonument onthuld Na een jarenlange strijd is op 19 september 2021 het Nationaal Holocaust Namenmonument onthuld. Alle namen zijn er vereeuwigd van de meer dan 102.000 Nederlandse Joden en 220 Sinti en Roma die weggevoerd zijn en vermoord en nooit een graf hebben gekregen. Drie generaties nabestaanden vertellen wat dit monument met hen doet. door Linda Huijsmans foto’s Paul Tolenaar

| 29

09-herdenke.namenmonument-7.indd 29

15-10-2021 12:52


Benjamin Schrijver (21)

‘ Ik voel me verbonden met al die namen’ “Er staan veel namen van mijn vaders familie Schrijver op het monument en ook van de opa van mijn moeder: Abraham Dreese. Hij regelde een onderduikadres voor zijn vrouw Esther en zoon Lucas in Friesland. Abraham werd vermoord in Auschwitz, maar Lucas werd later mijn opa. Daardoor kan ik nu hun verhaal vertellen. Het Holocaust Namenmonument biedt in één oogopslag het verhaal van een grote groep mensen en tegelijkertijd van ieder individu apart. Met al die namen deel ik een identiteit en een geschiedenis. Allemaal waren ze Joods, maar ieder op hun eigen manier. Ik stam van hen af en de taak om onze geschiedenis door te vertellen ligt nu bij mij en mijn generatie. Ik zie het monument dan ook als een extra motivatie om vooral ook aan niet-Joodse mensen te laten weten wat er gebeurd is. Het monument staat, samen met het Joods Historisch Museum, de Portugese synagoge en straks het Holocaustmuseum, midden in de oude Jodenbuurt, waar mijn familie sinds 1600 gewoond heeft, maar waar nog maar weinig sporen van terug te vinden zijn. Het is een herinnering aan het verleden, maar ook een manier om de generaties van nu te onderwijzen en te blijven vertellen wat er is gebeurd. Ik voel me verbonden met al die namen. Samen vormen we een gemeenschap. Mijn grootvaders heb ik nauwelijks gekend. Toch heb ik tradities, verhalen en gevoeligheden meegekregen. Nog steeds kom ik met mijn drie broers en twee zussen iedere vrijdagavond bij onze ouders om samen te eten. Mijn moeder heeft koosjer gekookt en we gaan naar de synagoge, maar iedereen beleeft zijn Joodse identiteit op een andere manier. Als jongerenwerker bij Netzer, de jeugdorganisatie van de Liberaal Joodse Gemeente, doe ik mijn best om de Joodse verhalen en gebruiken over te dragen op een nieuwe generatie. We herdenken de oorlog, geven familieverhalen door en werken aan de Joodse gemeenschap van de toekomst. Ieder jaar worden in de synagoge de namen voorgelezen van de mensen die gestorven en vermoord zijn. Zo leven ze voort. Dat is precies wat het Holocaust Namenmonument doet: elke steen belichaamt een mens die vermoord is, maar die we nooit zullen vergeten. Samen maken ze niet alleen de geschiedenis maar ook onze identiteit tastbaar. En ik hoop die op mijn beurt straks weer aan mijn eigen kinderen te kunnen doorgeven.”

30 NCMagazine | najaar 2021

09-herdenke.namenmonument-7.indd 30

15-10-2021 12:52


HERINNEREN

| 31

09-herdenke.namenmonument-7.indd 31

15-10-2021 12:53


Het Nationaal Holocaust Namenmonument is een ontwerp van de PoolsAmerikaanse architect Daniel Libeskind. Bezoekers stappen binnen in een labyrint van gangen, met aan beide zijden twee meter hoge bakstenen muren. In elk van de 102.000 bakstenen staat een naam gegraveerd met geboortedatum en de leeftijd bij overlijden. Daarmee worden de slachtoffers letterlijk tastbaar. Op de muren staan vier roestvrijstalen, spiegelende objecten, die samen het Hebreeuwse woord voor ‘In memoriam’ vormen. Initiatiefnemer Jacques Grishaver kreeg al in 2006 het idee voor het monument. In 2011 verklaarde Daniel Liebeskind graag bereid te zijn het ontwerp te maken. Aanvankelijk zou het in het Amsterdamse Wertheimpark komen, maar na protesten werd de Weesperstraat als locatie aangewezen. In 2019 verklaarde de rechtbank de bezwaren van omwonenden ongegrond en kon met de bouw worden begonnen worden. Op 19 september 2021 werd het Namenmonument officieel geopend.

32

NCMagazine | najaar 2021

09-herdenke.namenmonument-7.indd 32

15-10-2021 12:53


HERINNEREN

Deborah van der Starre (53)

‘ Het monument omarmt je’ “Het is heel bijzonder en prettig dat ik nu alle verdwenen familieleden kan bezoeken. Op de namenwand in de Hollandsche Schouwburg staat één keer de naam Waterman, op het Holocaust Namenmonument worden alle familieleden stuk voor stuk genoemd. In 2016 verscheen mijn documentaire 102.000 namen, een bittere Amsterdamse affaire. Daarin volgde ik de strijd van Jacques Grishaver voor het namenmonument en de bestuurlijke en juridische obstakels die hij daarbij tegenkwam. De docu stopte toen alles erop wees dat het monument er nooit zou komen. Ik zag het niet meer gebeuren, maar Jacques bleef erin geloven. En als hij dat doet, wie ben ik dan om op te geven? Het is een wonder dat er een nieuwe plek is gevonden en dat daar nu dit indrukwekkende monument daadwerkelijk staat. De documentaire geeft een inkijkje in hoe Nederland omgaat met een project als dit, dat er gewoon moet zijn. Ik ben vooral verbaasd dat een heel klein groepje mensen zoiets belangrijks zo lang kan tegenhouden. Nog steeds lopen er rechtszaken, maar het monument is er nu. De eerste keer dat ik er doorheen liep, voelde het tot mijn verbazing bescheiden aan. De getallen zijn enorm: 102.000 namen, vijfhonderd meter muur en ook door het langsrazende verkeer op de Weesperstraat dacht ik dat het imponerend zou zijn; groots. Maar dat is het niet. Integendeel. Het is een hele intieme plek, die me raakte toen ik opeens bij de stenen stond met de namen van de mensen naar wie ik ben vernoemd. Er staan bankjes om even te gaan zitten. Het monument omarmt je. Het voelt als erkenning. Eindelijk heeft iedereen nu zijn eigen plek. Mijn oma komt uit een Amsterdams-Joods arbeidersgezin. Ze was de jongste van dertien kinderen toen de oorlog begon. In 1945 had ze alleen nog maar twee broers. Die emigreerden allebei en toen stond ze er helemaal alleen voor. Zij heeft geleefd met die leegte. Ik ken de namen, ik ken hun geschiedenis, maar voor het eerst zie ik ze. Nu ik die hele rij Watermannen kan aanraken, voel ik die leegte van mijn oma pas echt. Die namen staan daar, je weet dat ze er zijn geweest. Het waren baby’s en tachtigjarigen, broers en zussen, ouders, opa’s, oma’s. Hier komen ze allemaal bij elkaar. Dat maakt me heel blij.”

| 33

09-herdenke.namenmonument-7.indd 33

15-10-2021 12:53


Joe Krant (81)

‘ Ik kan ze nu allemaal aanraken op het Holocaust Namenmonument’ “Het graf van mijn vader is in Auschwitz. Daar ben ik tien, elf keer geweest. Simon Joseph Krant heet hij en hij had een koosjere slagerij in Hilversum. Toen hij in 1942 voor zaken in Amsterdam was, werd hij bij een razzia opgepakt. Op de een of andere manier slaagde hij erin om in de trein naar Westerbork een kaartje aan mijn moeder te schrijven: ‘Pak de kinderen op en ga weg’. Het verzet heeft ons geholpen met onderduiken en uiteindelijk zijn we via Haarlem in België terechtgekomen. Mijn familie noemt me nog steeds bij mijn Belgische onderduiknaam: Sjoke. Ik was nog heel klein, maar herinner me nog zoveel details. Mijn broer, mijn moeder en ik zijn samen teruggekomen, mijn vader is in 1942 in Auschwitz vermoord. Het klinkt raar misschien, maar Auschwitz trekt mij enorm. Elke keer als ik terugkwam van een reis met het Auschwitz Comité was ik kapot, maar het waren altijd fijne reizen. Je bent er met mensen die hetzelfde voelen als jij, die weten wat je doormaakt en dat begrijpen. En ik kan er lekker huilen. Dat doet me goed. Vijf jaar geleden ben ik er met mijn twee kinderen naartoe geweest. Het leek me prachtig om met hen het kamp binnen te gaan én weer samen naar buiten te lopen. Het was emotioneel voor ieder van ons. Ik was daar met iets van mezelf en dat was kostbaar. Voor we vertrokken heeft mijn zoon uitgezocht hoeveel familieleden eigenlijk vermoord zijn. Hij kwam tot 178. Ik kan ze nu allemaal aanraken op het Holocaust Namenmonument. Onze familie is nu 45 man sterk en dat is prachtig. Dat is de kracht van het Jodendom. Ze krijgen ons er niet onder. De opening van het Namenmonument zie ik niet als een afronding van wat er gebeurd is, hooguit van een lange strijd die eindelijk gewonnen is. Het ontwerp van Daniel Libeskind vind ik indrukwekkend, maar ik ben het meest onder de indruk van de strijd die Jacques Grishaver geleverd heeft om het te realiseren. Die begon in 2006 en hij heeft doorgezet. Nu staat er een prachtig monument op een toepasselijke locatie. Jacques en ik hebben vaak tegen elkaar gezegd: ‘Zullen we het nog meemaken?’ En nu is het zo ver. Wij zijn er nog. We hebben het meegemaakt.”

34

NCMagazine | najaar 2021

09-herdenke.namenmonument-7.indd 34

15-10-2021 12:54


HERINNEREN

| 35

09-herdenke.namenmonument-7.indd 35

15-10-2021 12:54


INSPIRATIE

Het Indisch Monument

Theo de Graaf, Willy de Graaf-Theling, Frans de Graaf en Ineke Tielens-de Graaf

“Het in 1988 onthulde Indisch Monument in Den Haag is een prachtig kunstwerk van Jaroslawa Dankowa, met zeventien bronzen gestalten die staan voor het lijden van verschillende generaties. Nederland telt bijna twee miljoen mensen die familieverhalen over Nederlands-Indië delen en het monument heeft voor velen een emotionele lading. Vaak worden er bloemstukken van crematies en begrafenissen gelegd. Nabestaanden verstrooien ook wel as achter het monument. Ik vind het Indisch Monument nadrukkelijk een monument voor 17 miljoen Nederlanders, omdat op 15 augustus 1945 een eind kwam aan de Tweede Wereldoorlog in ons hele koninkrijk. Als bestuur van de stichting zien wij dat herdenken een prominente plaats blijft innemen, van de eerste tot de inmiddels vierde generatie, in alle mogelijke vormen – thuis, digitaal en lokaal – en met allerlei rituelen en symbolen, zoals de belangrijke melati. Op de nieuwe website www.indischmonument.nl plaatsen mensen en masse hun persoonlijke verhalen. Op het breukvlak van memory naar history beseffen wij dat we zelf niet meer in het verleden passen, maar dat we het meeslepen en met de impact om moeten gaan, zonder te vergeten.”

Thom de Graaf Door wie en door wat worden mensen geïnspireerd? In deze serie ditmaal Thom de Graaf (1957), vicepresident van de Raad van State, voormalig politiek leider van D66 en vicepremier. Recent werd hij benoemd tot voorzitter van de Stichting Nationale Herdenking 15 augustus 1945. In zijn eerste speech tijdens de herdenking zei De Graaf dat het gedeelde verleden in NederlandsIndië brandt en schuurt, maar ook verbindt en verenigt. Over Theo, Willy, Frans en Ineke, het Indisch Monument en het Vrijheidsmuseum. door Anita van Stel

PRIVÉARCHIEF

foto Werry Croone

De moeder van Thom met zijn broer en zus

Het Vrijheidsmuseum Ik groeide op in Lisse en daarna Nijmegen, waar mijn vader burgemeester was. In 2007 trad ik in zijn voetsporen: tot 2012 bekleedde ik dat mooie ambt. Ik ben in Nijmegen blijven wonen. Het Vrijheidsmuseum in Groesbeek draag ik een warm hart toe. Het museum heette vroeger Bevrijdingsmuseum en is nu geheel vernieuwd tot een historisch educatief centrum dat oorlog en vrijheid vanuit meer perspectieven benadert. Aan de opzet hebben onder leiding van de bevlogen directeur Wiel Lenders veertig historici bijgedragen, onder wie Duitse. Het is daarmee een plek waarin niet alleen naar Market Garden zoekende Amerikanen zich herkennen, maar ook Duitse naoorlogse generaties. Ik vind het museum een mooi voorbeeld van hoe we in Nederland geschiedenis verbinden aan de vrijheid waarin we nu leven. Dan ben ik ook terug bij een van mijn politieke drijfveren: onze democratische rechtsstaat van na de Tweede Wereldoorlog biedt bescherming en stabiliteit. Daar moeten we ons voor blijven inzetten.”

SHADED DOME TECHNOLOGIES

De keuze van:

ILVY NJIOKIKTJIEN

“Mijn ouders Theo en Willy woonden van 1937 tot 1946 in Nederlands-Indië. In Semarang en een jaar later in Bandung werden mijn broer Frans en zus Ineke geboren. Pas na het overlijden van mijn ouders las ik in oude brieven welke ontberingen zij tijdens de oorlog en Bersiap hebben doorstaan. Als reserveofficier was mijn vader 3,5 jaar op Midden-Java geïnterneerd. Mijn moeder kwam onder meer in het vrouwenkamp Tjihapit en in de Kempeitai-gevangenis terecht en had lang ernstige dysenterie. Frans en Ineke kwamen als angstige kinderen van 7 en 6 jaar de oorlog uit. In ons gezin manifesteerde die oorlog zich in een paar woorden Maleis, maar meer in wat níet werd gezegd. Zo kwamen er absoluut geen Japanse apparaten in huis. Indië bleef altijd een rode draad. Als Tweede Kamerlid had mijn vader ‘overzeese gebieden’ in zijn portefeuille. Ook maakte hij zich sterk voor uitkeringen voor voormalige ambtenaren in Indië. Mijn broer en zus zijn inmiddels ook overleden. Ik probeer als voorzitter van de Nationale Herdenking eveneens hun geschiedenis te eren.”

36

21-dekeuzevan-1.indd 36

15-10-2021 13:09


HERINNEREN

‘ We moeten het gewoon weer eens over de liefde hebben’ NC Magazine publiceert elk nummer een gesprek tussen twee mensen van verschillende generaties. Een dubbelgesprek tussen Frits Spits (Ritmeester) en Karin Amatmoekrim over de invloed van de Tweede Wereldoorlog op henzelf en op hun families. De een is kind van Nederlands-Joodse ouders, de ander begon haar leven in Paramaribo, als dochter van een Javaanse moeder en een Chinees-Creools-Indiaanse taekwondo-specialist. door Leonard Ornstein en Larissa Pans foto’s Geert Snoeijer

| 37

11-2gesprek-5.indd 37

15-10-2021 12:55


“Voor mij als migrant was de Tweede Wereldoorlog geen vanzelfsprekende materie”, zegt schrijver Karin Amatmoekrim (1976). “Maar het werd op school zó nadrukkelijk onderwezen. In de Surinaamse geschiedenis zit veel leed: de slavernij, de ontworteling. Ik ben opgevoed met die geschiedenis. Een boek als De hut van oom Tom was voor mij niet schokkend. Ik wist het al. Wat mij vooral verbaasde was dat zo kort ná de slavernij de Holocaust plaatsvond. Ik kwam hier en leerde over de Europese geschiedenis waarin witte mensen – want voor Surinamers zijn Joden ook witte mensen – dat elkaar hebben aangedaan. Nogal shocking.” Karin Amatmoekrim werd geboren in Paramaribo. Op haar negentiende raakte Karins moeder, een Surinaamse met Javaanse wortels, zwanger van Eric Lie, een flamboyante, krachtige Surinaamse taekwondo-grootmeester, en ze kregen Karin. Ze waren niet getrouwd, vijf jaar later emigreerden moeder en dochter naar een troosteloze flat in IJmuiden. Karin kreeg nog een broertje en een zusje, hun vader was een matroos op de grote vaart. Hij was bepaald geen gedroomde man des huizes: hij dronk en kon agressief worden. Het gezin moest van een bijstandsuitkering rondkomen. De elektriciteit werd soms afgesloten en van een deurwaarder op de stoep keek Karin niet gek op. “Ik besefte al op jonge leeftijd: zodra het kan, ben ik hier weg. Mijn moeder is een echte tiger mom, met een zeven op school nam ze geen genoegen.” Haar gesprekspartner deze avond is Frits Spits, programmamaker en presentator (1948). Luidruchtige vrolijkheid om ons heen. Zakenlui en jonge vrouwen in

38

strakke jurkjes bestellen plateaus fruits de mer, harde muziek klinkt uit de boxen, in de loungebar wordt met veel gejoel een jarige toegezongen. Het lijkt een uitgelaten vrijdagavond, maar het is een doordeweekse najaarsavond. We dachten met dit duo af te spreken in het ietwat bedaagde Apollo Hotel in Amsterdam-Zuid, maar hadden over het hoofd gezien dat sinds een aantal jaren de luxueuze clubketen The Harbour Club een vestiging heeft in het hotel. Hier bruist het leven; oorlog – laat staan de Tweede Wereldoorlog – is ver weg.

Liefde We duiken de meest kalme hoek in die er te vinden is. Er ontspint zich al snel een geïnteresseerd, bij vlagen intiem, gesprek tussen de twee, die elkaar vanavond voor het eerst ontmoeten. Aan het eind van de avond zegt Spits indringend tegen Amatmoekrim dat het in ‘t leven draait om de liefde. Zeventiger Spits heeft een moeilijke tijd achter de rug. In zijn melancholiek getoonzette boek Alles lijkt zoals het was beschrijft hij zijn ontreddering na de dood van zijn vrouw Greetje (Margaretha) Menger en schrijft hij over muziek die hem troost. Spits: “Ik zag Greetje op de lagere school en ik was verliefd.” Amatmoekrim: “Oooh, zó lang!” Spits: “Ik heb jaren mijn best moeten doen, ze zag mij eerst niet staan.” Zacht: “Ik heb heel veel van mijn vrouw gehouden.” Tegen Karin: “Ik was niet van plan dit boek te schrijven. Mijn vrouw kreeg kanker en was in vijf weken dood. Dat was verschrikkelijk. Ik ben liedjes gaan verzamelen die het verhaal over haar vertelden. Ik merkte dat op feestjes iedereen zijn best deed om niet meer over Greetje te praten. Dat

‘ Ik wil juist wel over haar praten, want ze heeft bestaan’

deden ze om mij te ontzien, maar ik wil juist wel over haar praten, want ze heeft bestaan.” De geliefde radiopresentator lag na de dood van zijn vrouw ’s nachts vaak in bed te malen en begon naast zijn radio 1-programma De Taalstaat eenmalig het nachtprogramma De slapelozen. Amatmoekrim is net in een andere fase van de liefdescyclus beland; zij is aan het scheiden. De schrijver raakte bekend door haar boek Het gym, een wrange en geestige roman gebaseerd op haar leven: gekleurd meisje uit achterstandswijk gaat naar het gymnasium. “De jongens droegen hun haar zonder uitzondering in een bloempotmodel, de meiden leken weggelopen uit een Colgate-reclame met hun steile lange haar en hagelwitte tanden, en iedereen was blij, blij, blij.” (Uit: Het gym) Vele boeken volgden, zo schreef Amatmoekrim een meeslepende, gefictionaliseerde roman over de Surinaamse verzetsstrijder Anton de Kom. Voor Spits was de Tweede Wereldoorlog niet zoals voor zijn jongere gesprekspartner slechts ‘schoolmateriaal’. Voor hem als kind, geboren slechts een paar jaar na de oorlog, waren de naweeën van de oorlog tastbaar. Net als voor zijn broer en twee zusjes. “Ik groeide op in een maatschappelijk betrokken gezin in Eindhoven met veel discussies over een nieuwe wereld en hoe het allemaal beter moest. Ik kijk daar met

NCMagazine | najaar 2021

11-2gesprek-5.indd 38

15-10-2021 12:56


HERINNEREN

bracht wel wat teweeg, hoor.” Dr. Holzer was een vertrouwde naam die in huize-Ritmeester rondzoemde. Dat was de psychiater die Frits’ moeder wekelijks bezocht. En dat zijn moeder elke avond het fotootje van haar ouders uitgebreid kuste, ook dat was voor Frits een bekend gegeven. Achter deze twee op het oog losstaande gegevens school een wereld van verdriet en diep schuldgevoel. “De dokter was weer bij Een wereld van verdriet mijn moeder, Aan het begin van de oorlog vluchtte dat wist ik. Sam via een complexe vluchtroute naar Maar hoe het Engeland en sloot zich als brigade-arts precies zat, aan bij de Prinses Irene Brigade. “Mijn dat werd niet moeder was zó verliefd op hem, ze is gezegd. Mijn hem achterna gevlucht en dat was haar ouders hebben redding.” Hanny Meijler was journalist altijd ongeloofen radiomaker, ze schreef kinderboeken lijk hun best en liedjes. “Mijn vader was zo’n fan van gedaan om de kinderboeken van mijn moeder dat ‘ Maar hoe het hun leed bij hij met tranen in de ogen van het lachen hun kinderen haar verhalen aan ons voorlas.” En ze kon precies zat, weg te houden, ‘pittige songs’ schrijven. Spits, trots: “Ze dat werd niet maar ik heb wel schreef het nummer Ik ben gelukkig zonder altijd hun pijn jou nu ik niet meer van je hou. Nou, dat gezegd veel liefde op terug.” Vader Sam Ritmeester was huisarts en gemeenteraadslid van de PvdA. Toen de oorlog uitbrak, werd Ritmeester – die studeerde voor chirurg – door de Duitsers naar het CIS (Centraal Israëlisch Ziekenhuis) gestuurd om daar als arts te werken. Frits’ moeder Hanny Meijler werkte daar als verpleegster en ze raakten verliefd.

gevoeld. Ik zag de Tweede Wereldoorlog niet als trauma, mijn ouders zijn er wonderwel in geslaagd om hun angsten niet op mij over te brengen. Ik was een vrolijk kind. Ik sloot me al snel op met plaatjes en ontdekte de radio.” Het trauma, dat betrof de ouders van haar moeder en al die andere ‘niet teruggekeerde’ familieleden. Frits’ grootouders behoorden tot de zes miljoen vermoorde Joden uit de Tweede Wereldoorlog. In Frits Spits’ boek Alles lijkt zoals het was staat een huiveringwekkend stukje over zijn grootmoeder, die na een operatie in het ziekenhuis een geestelijk instabiele periode had en in 1943 na het ziekenhuisontslag naar ‘krankzinnigengesticht’ Het Apeldoornsche Bos werd gestuurd. Enkele dagen later vond daar in de nacht van 21 op 22 januari 1943 een razzia plaats. Alle patiënten en het personeel werden in een goederenwagon met afgesloten luchtkokers gedeporteerd naar Auschwitz. “Patiënten werden gesandwicht tussen matrassen als ze niet meer konden staan. De deuren werden gesloten, ook als er nog handen naar buiten staken, die werden gewoon afgebroken. De meeste patiënten waren al dood voordat de trein Auschwitz bereikte.” (Uit: Alles lijkt zoals het was) Spits: “Ik denk dat mijn oma al dood was voor ze... dat hoop ik eigenlijk maar. Het zijn onvoorstelbare verhalen. Er werd bij ons thuis vaak in de derde persoon over gesproken, ‘men stond in de rij voor de douche, maar het waren gaskamers’. Mijn ouders wilden vooral leven en naar de toekomst kijken.” Amatmoekrim: “Dan heb je ook geluk gehad, je hoort

| 39

11-2gesprek-5.indd 39

15-10-2021 12:56


toch vaak dat het trauma van de oorlog op jouw generatie werd overgedragen.” Spits: “Dat klopt, maar dat is vaak gedaan door ouders die zelf in de kampen gezeten hebben. Die pure ontmenselijking – want er bleef daar niks van je over, mentaal en fysiek niet – is mijn ouders gelukkig bespaard gebleven.” Tegen Amatmoekrim: “Wat jij schrijft over het leven van Anton de Kom, dat is even onvoorstelbaar. Dat hij is opgepakt in Suriname en in de gevangenis is gegooid alleen omdat hij werknemers adviezen gaf.” Amatmoekrim: “Ja. Nou ja, ik durf het niet te vergelijken. Anton de Kom pikte in Nederland ideeën op als het opzetten van vakbonden, de noodzaak om je te organiseren, en hij probeerde die veranderingen door te voeren in Suriname. Maar zijn vakbondswerk werd keihard neergeslagen. Midden in de nacht is hij op een boot naar Nederland gezet.” Spits: “Ik wist niet zoveel van Anton de Kom en Suriname, nu ik jouw boek heb gelezen wel. Ik vond het aangrijpend. Uit elke zin las ik de liefde en bewondering voor

die dappere man. Helpt het jou om over Anton de Kom te schrijven en te proberen om hem zo te begrijpen?” Amatmoekrim: “Ergens biedt het wel troost om inzicht te geven in iemand. En hopelijk zien mijn lezers dat ook zo en leidt het misschien tot begrip.” Spits: “Je gebruikt het woord ‘misschien’.” Amatmoekrim: “Omdat ik het niet weet. Ik heb heel vaak het gevoel dat het voor niets is. Menno Wigman schreef in een gedicht: “En ik, die keffend in mijn canto’s woon.” (Het vervolg luidt: “had ik maar iets nieuws, iets nieuws te zeggen. Licht Hemel. Liefde. Ziekte. Dood.”) Toen ik die regel las, barstte ik in huilen uit. Dat gevoel van overbodigheid, van nutteloosheid van de schrijver... wat kan een boek of een gedicht nou in godsnaam uithalen?” Spits: “Kijk naar de geschiedenis, er zijn zoveel boeken van belang geweest.” Amatmoekrim: “Ja, je mag het ook niet opgeven.” Spits: “Je móet het niet opgeven.”

Identiteit Ze raken elkaar, benoemen emoties die

tussen de regels door zichtbaar worden. Als Amatmoekrim vertelt over haar dochter Sumi van 17 en zoon Lee van 12 (“Ze zijn allebei erg woke, haha. Toen Donald Trump gekozen werd, heeft mijn zoontje een week lang elke avond gehuild. Die kinderen erven een wereld van ons die helemaal kapot is.”) zegt ze in één adem: “Mijn ex en ik zijn trouwens aan het scheiden. Hij is degene die het rustigst is in ons gezin. Hij zegt soms: “Het is altijd zo druk aan tafel, want ták ták daar gaan de argumenten over en weer.” Spits: “Je zegt nu tussen twee regels door dat je gaat scheiden. Wat verdrietig.” Amatmoekrim: “Nou ja, het is wel verdrietig, maar de scheiding is mijn keuze. Vijfentwintig jaar waren we samen. Als ik heel eerlijk ben: ik heb eigenlijk nooit het gezinsleven geambieerd. Ik zie mezelf vooral als schrijver. Ik ben heel blij met mijn kinderen, maar kinderen opvoeden kost zóveel tijd.” Ze zegt, een beetje gekscherend, duidelijk afsluitend bedoeld: “We gaan moedig voorwaarts.” Woke, het woord is gevallen. In deze tijd van identiteitspolitiek en je gender tot op de komma nauwkeurig omschrijven, is de vraag hoe zij omgaan met hun identiteit. “Mijn moeder ontkende haar Joods zijn in alle toonaarden, bijna tot aan haar dood”, zegt Spits. “Ze was zó bang dat ons hetzelfde lot beschoren zou zijn. Ze zei: ‘Jij bepaalt zelf wie je bent. Je laat je niet door anderen vertellen wie je bent.’ Ik ben Joods, maar ik voel me niet Joods. Ik voel me verbonden met het verleden. Niet per se met een amorf volk.” De lessen uit het verleden zijn dat anderen dat niet zo zien. Die zagen één Joods volk.

40 NCMagazine | najaar 2021

11-2gesprek-5.indd 40

15-10-2021 12:56


HERINNEREN

Spits: “Maar daar wil ik dus niet aan meedoen. Ik wil mensen benaderen als individuen. Een mens moet zich niet laten determineren door zijn omgeving. ”Amatmoekrim knikt, maar ziet het toch net iets anders: “Als een zwart persoon zich als eerste identificeert als zwart, dan valt dat vanuit de historie wel te begrijpen. Dat is toch altijd een dingetje geweest.” Spits tegen Amatmoekrim: “Jij bent zwart, dat zie ik. Dat doet er niet toe, voor mij gaat het om wie je bent, wat je zegt, wat je schrijft, wat je voelt. Dat is van belang.” Amatmoekrim: “Ik zou niets liever willen dan dat mensen mij alleen maar als Karin Amatmoekrim de schrijfster zien. Dat neemt niet weg dat als ik naar buiten loop ik word geconfronteerd met de blik van de ander. En de ander heeft een idee over mij. Die confrontatie doet iets met mij. Die ander vindt iets.” Spits: “Oh ja? Wat dan?” Amatmoekrim: “Dat is zo schattig, dat kun jij je dus niet voorstellen.” Spits: “Nou ja, in mijn jeugd werd ik ook weleens aangesproken op mijn Joods zijn. Dat wordt dan op een heel vijandige toon gezegd door de ander. Dan voelde ik me verweken.” Amatmoek‘ Als ik naar rim: “Precies ja. Je wordt buiten loop, kleiner na zo’n word ik gecon- opmerking. We moeten fronteerd met realistisch zijn: voor andere de blik van de mensen is het veel meer een ander’

Karin

Amatmoekrim (Paramaribo, 1976) is schrijver en schreef onder andere Het gym en De man van veel, over het leven van de Surinaamse verzetsstrijder en activist Anton de Kom. Amatmoekrim was columnist voor NRC Next, schreef korte verhalen in De Groene Amsterdammer en Vrij

Nederland. Ze won de Black Magic Woman Literatuurprijs. Momenteel schrijft ze een boek over de geschiedenis van Suriname en is bijna klaar met haar proefschrift over essayist Anil Ramdas. Ze is correspondent Verzwegen Geschiedenis voor de Correspondent. Ze heeft een dochter en een zoon.

Frits Spits

(Eindhoven, 1948), pseudoniem van Frits Ritmeester, is programmamaker en presentator. Hij won talloze prijzen (Zilveren Reissmicrofoon, de Groenman Taalprijs), werd verkozen tot radioman van de eeuw en is Rid-

der in de Orde van Oranje Nassau. Hij werd bekend met De AvondSpits, presenteert De Taalstaat. Hij schreef onder meer Alles lijkt zoals het was en dit najaar komt Mijn West Side Story uit. Hij heeft drie zonen.

gevecht om te zijn wie ze mogen zijn. Ten eerste: ik ben een bruine vrouw, geen zwarte vrouw. Dat is al een gigantisch verschil. Mijn beste vriendinnen zijn zwarte vrouwen, die worden heel anders benaderd dan ik. Als ik met mijn zwarte vrienden in de auto zit, worden we altijd aangehouden door de politie. Dat is zo vernederend. Ben je een zwarte mán, dan is het nog wat erger. We kunnen hier wel heel fijn praten over dat we niet in onze identiteitshokjes moeten stappen, maar een blonde jongen in capuchontrui wordt op straat als scholier gezien, maar als mijn neefje daar loopt in dezelfde outfit zien veel mensen een dealertje of inbreker in hem, terwijl hij een gymnasiumleerling is.”

dat ik de signalen op tijd zie. Daarom lees ik Hannah Arendt. Zij toonde aan dat het afschuwelijke niet in het demonische zit, maar in het alledaagse schuilt. In het wegkijken, het achteloze niet doordenken.” Spits: “Moet je je beste boek nog schrijven?” Amatmoekrim, meteen: “Altijd. Ik heb bewijsdrang. Ik wil de beste schrijver zijn.”

Begrijpen Was Dodenherdenking al nooit een ‘lichte’ dag in Spits’ leven, na 2018 is dat al helemaal niet meer zo. Want 4 mei 2018 is de sterfdag van zijn vrouw Greetje. Hij verzucht: “Het is zo ongelooflijk moeilijk om met haar dood om te gaan. Greetje en ik gingen altijd samen naar de Dodenherdenking, en zij begreep dat verschrikkelijke verhaal van mijn familie en de oorlog.” Hoe is Dodenherdenking nu voor hem? “Tja,” zegt hij met de nodige dosis galgenhumor, “dan nemen we haar dood in één keer mee op 4 mei. Als we toch bezig zijn. Op de dag dat ze stierf moest ik natuurlijk toch ook denken aan de Tweede Wereldoorlog. Bij die twee minuten stilte denk ik aan die zes miljoen mensen die vermoord zijn om wie ze waren. Ik begrijp het tot op de dag van vandaag niet en ik geloof ook niet dat ik het wil begrijpen.” Amatmoekrim: “Ik zou het juist wél heel graag willen begrijpen. Dan hoop ik

Hoop Beiden kijken met een zekere huiver naar deze tijd, vol polarisatie, complottheorieën en klimaatangst. “Ik heb het gevoel dat alles op het spel staat”, zegt Amatmoekrim. Er gaan zoveel oorlogs- en klimaatvluchtelingen komen, daartegen gaat verzet komen van mensen die geen vluchtelingen willen toelaten. Ik vind het ook zo heftig voor onze kinderen. Ze zijn nu al veel minder onbezorgd dan wij en ik weet niet hoe ik ze kan helpen.” Spits, op nadrukkelijke toon: “Weet je wat ik vind, Karin? We moeten het gewoon weer eens over de liefde hebben. Alles draait om liefde. Vergeet dat niet.” Karin, lachend: “Ja, ja. Uiteindelijk is dat de oplossing.” Spits: “Maar over de liefde horen we niemand meer. Mensen moeten van elkaar houden en dat moet je van elkaar leren. Liefde is de basis van elke goede samenleving. Tegen de klimaatveranderingen moeten maatregelen worden genomen en het kabinet moet gaan formeren en eindelijk gaan regeren, maar ook zij moeten leren weer van elkaar te houden en elkaar niet steeds af te wijzen. We moeten met elkaar een samenleving opbouwen die het de ander gunt om gelukkig te zijn.” Amatmoekrim: “Dit geeft me hoop.” Spits, op quasi-plechtige toon: “Ik heb gezegd.”

| 41

11-2gesprek-5.indd 41

15-10-2021 12:57


Terwijl de wereld in de ban was van corona, werd er in het Brabantse Asten hard gewerkt aan de renovatie van het Netherlands Carillon. Een bijzondere klokkentoren op een bijzondere plek: naast Arlington National Cemetery nabij Washington DC. Inmiddels zit de renovatie erop en wordt de laatste hand gelegd aan de opbouw van de klokkentoren. Om straks met elke klokslag de bijzondere band tussen de Verenigde Staten en Nederland weer te herdenken. En te versterken. door Timo Waarsenburg foto Nederlandse Ambassade / Sandy Verhoeve

42

13-herinneren.carillon-2.indd 42

15-10-2021 13:00


HERINNEREN

Historische klokken in oude luister hersteld

Netherlands Carillon beiert weer naast Arlington National Cemetery Het Netherlands Carillon is een geschenk van de Nederlandse bevolking aan de Verenigde Staten als dank voor hun aandeel in de bevrijding van ons land tijdens de Tweede Wereldoorlog én de economische hulp die de Amerikanen boden via het Marshallplan voor de wederopbouw van ons land. Sinds 1960 klinken de Nederlandse klokken op de iconische begraafplaats. Maar na zes decennia van trouwe dienst in weer en wind behoefden de klokken en de toren groot onderhoud. Daarvoor zijn alle klokken verscheept naar klokkengieterij Koninklijke Eijsbouts in Asten.

Brabants vakmanschap “Het carillon is niet alleen gerenoveerd,” vertelt André Haspels, de Nederlandse ambassadeur in de Verenigde Staten, met trots over het Brabants vakmanschap, “maar ook uitgebreid: het oorspronkelijke carillon telde 49 klokken. Daar werd door ons een vijftigste aan toegevoegd tijdens de viering van 50 jaar bevrijding in 1995. En nu zijn er nog eens drie extra klokken geschonken. Daarmee verwerft het carillon een nieuwe status: die van Grand Carillon.” Een eervolle bijkomstigheid, zo vindt Haspels. “Want de belangrijkste reden om drie nieuwe klokken te schenken, is het verstevigen van de band tussen Nederland en de Verenigde Staten.” Om dat te benadrukken, hebben de extra klokken ook betekenisvolle namen meegekregen. Marshall, naar het hulpplan voor wederopbouw; Eleanor Roosevelt, voorvechter van de mensenrechten, en Martin Luther King, een van de leiders van de Amerikaanse burgerrechtenbeweging. Drie personen die zich verbonden hebben aan waarden waar Nederland zich sterk mee verbonden voelt. En langs welke lijn ons land de banden met de Verenigde Staten niet alleen wil onderhouden, maar ook aanhalen. En daar mag het carillon van Haspels best een rol in gaan spelen.

Traditie Haspels: “In het verleden vond de 4 mei-herdenking van de Nederlandse gemeenschap in Washington bij het carillon plaats. Op exact hetzelfde moment als de herdenking in Nederland, eerst op de Waalsdorpervlakte, later op de Dam. Door corona en de renovatie van het carillon hebben we de laatste twee jaar noodgedwongen op de binnenplaats van de ambassade herdacht, maar het zou mooi zijn om die traditie nieuw leven in te blazen. En uit te breiden.” Bijvoorbeeld door het carillon op Arlington op hetzelfde moment dezelfde muziek te laten spelen als de Nederlandse carillons tijdens Bevrijdingsdag. “Dat versterkt de band”, vindt Haspels. “Het

laat zien dat we in Nederland nog altijd stilstaan bij de bevrijding van ons land, waar de Amerikanen zo’n belangrijk aandeel in hebben gehad. En tegelijkertijd is dat een prachtig eerbetoon aan alle Amerikaanse militairen die hier liggen.” Omgekeerd zou het volgens Haspels ook mooi zijn als het carillon vanuit die gedachte een echte rol krijgt op Memorial Day, de nationale herdenkingsdag voor gevallenen in Amerika. “Het zou toch geweldig zijn om op die manier, via het carillon dat uit dankbaarheid door het Nederlandse aan het Amerikaanse volk is geschonken, straks zichtbaarheid te geven aan onze innige transAtlantische band. Vanuit het verleden, in het heden en naar de toekomst.”

Bijzondere band Maar voordat het zover is, moet het carillon eigenlijk eerst nog officieel in hergebruik worden genomen. Het oorspronkelijke plan was om dat te doen tijdens de grootse viering van 75 jaar vrijheid in 2020. Tot corona roet in het eten gooide. Waarmee overigens niet is gezegd dat het Netherlands Carillon geen officiële bezoeken zal kennen. “Wij willen het carillon een centrale plaats geven in onze officiële programma’s door een rondgang langs de klokkentoren daar onderdeel van te maken. Want niet alleen is het bijzonder dat dit prachtige stuk Nederlands vakmanschap hier, in het hart van cultureel en politiek Amerika staat met uitzicht op het beroemde Iwo Jima-monument, de National Mall, het Capitool en Lincoln Memorial. Maar het symboliseert ook de bijzondere band die Nederland en de Verenigde Staten hadden. En hebben. Een band waar nog altijd letterlijk muziek in zit.”

Stil aan de overkant Arlington National Cemetery ligt aan de rivier Potomac in Virginia met zicht op Washington DC. Voor de Amerikanen welhaast heilige grond. Het is met ruim 400.000 graven de grootste begraafplaats van het land. En bovendien de plek waar talloze gedecoreerde militairen, bekende Amerikanen en zelfs presidenten hun laatste rustplaats hebben. Vanaf 1960 slaat het Netherlands Carillon hier elk uur een Westminsterslag en speelt het tweemaal daags muziek. Maar sinds twee jaar is het stil op Arlington National Cemetery. Nadat er in 1995 al kleine herstelreparaties aan klokken en toren werden uitgevoerd, was het in 2019 tijd voor groot onderhoud. Op 3 december van dat jaar kwamen alle vijftig klokken aan in Nederland. Dit jaar keerden er 53 klokken – de gerenoveerde én drie nieuwe – terug naar de Verenigde Staten. Daarmee is niet alleen het Netherlands Carillon weer in ere hersteld. Maar ook een bijzondere traditie.

| 43

13-herinneren.carillon-2.indd 43

15-10-2021 13:00


ONDERZOEK

De twee gezichten van Anne Frank in China en Japan Zowel in China als in Japan is Anne Frank razend populair. De afgelopen jaren is er in beide landen een hernieuwde belangstelling voor de Tweede Wereldoorlog, waarbij ook volop interesse is voor het verhaal van Anne Frank. Maar die heeft in Japan en China wel totaal verschillende achtergronden. door Manya Koetse foto Kazuhiro Nogi / AFP / Getty Images

Anne Frank in Japan Buiten Nederland zijn er weinig landen ter wereld waar Anne Frank zo bekend en geliefd is als in Japan. Al in het eerste jaar na publicatie ging haar dagboek er 100.000 keer over de toonbank. 65 jaar later waren er meer dan 6 miljoen boeken verkocht. Het boek wordt op scholen gelezen en staat in vrijwel elke Japanse bibliotheek. Sinds de eerste Japanse vertaling van haar dagboek in 1952 zijn er in het land ook talrijke stripboeken, tekenfilms, romans en voorstellingen verschenen die op haar verhaal zijn gebaseerd. In Japan is in het Holocaust Kenniscentrum in Fukuyama zelfs een replica van de beroemde achterkamer te vinden. Hier werd in 2011 ook een witte paardenkastanje geplant – een nakomeling van de wereldberoemde boom waar Anne vanuit het Achterhuis uitzicht op had. De populariteit van Anne Frank in Japan is opmerkelijk. Niet alleen omdat het verhaal van Anne in cultureel opzicht ver van Japan af staat, maar vooral ook omdat Japan tijdens de Tweede Wereldoorlog een bondgenoot was van de nazi’s. Binnen Azië, en ook in China, richtte het Japanse leger onnoemelijk veel leed aan en werden

zogenaamde ‘troostmeisjes’ op grote schaal verkracht. Toch zijn de gruweldaden van het Japanse leger nooit echt onderdeel geworden van de nationale collectieve herinneringen aan de oorlog onder het Japanse volk. De oorlogswreedheden hadden zich in het buitenland afgespeeld en de uitgezonden militairen die terugkeerden zwegen. Japan had de oorlog verloren, en het volk was zwaar getroffen door de verwoestende atoombommen op Hiroshima en Nagasaki. Het nationale ‘geheugenverlies’ ging samen met een overheersend slachtoffergevoel. Toen de economie van het naoorlogse Japan weer begon te bloeien, bouwde men aan een vreedzaam nationaal imago, waarbij het agressieve karakter van de oorlog veelal werd gebagatelliseerd.

Van Anne Frank tot Hello Kitty Hoe de oorlog in Japan herinnerd wordt, zie je goed terug in de belangrijkste Japanse oorlogsmusea, die niet de agressie van Japan belichten maar inzoomen op het dagelijkse leven aan het thuisfront, hoe militairen zich opofferden en het leed dat veroorzaakt werd door de atoombommen.

De populariteit van Anne Frank als Joods meisje dat omgekomen is in een Duits concentratiekamp is niet zo vreemd in het licht van deze Japanse herinneringscultuur. Japan kende, in tegenstelling tot de Duitse bondgenoot, geen nationale antisemitische ideologie en vervolgde Joden niet op basis van ras of religie. Naast Anne Frank wordt ook het verhaal van de heldhaftige Chiune Sugihara, de Japanse diplomaat in Litouwen die in 1940 ruim 6000 gevluchte Joden het land uit hielp, uitgelicht in Japanse musea en oorlogsliteratuur. Een andere reden waarom Anne Frank juist in Japan zo populair werd, is omdat haar onschuld en tragische lot resoneren met het Japanse oorlogsthema van slachtofferschap, waarbij de vergelijking tussen Hiroshima en Auschwitz vaak wordt gemaakt. In het artikel ‘Van Anne Frank tot Hello Kitty’ (2014) beschrijft de Japanse schrijver en wetenschapper Norihiro Kato hoe Anne Frank in Japan niet alleen “het ultieme slachtoffer van WO II” symboliseert, maar ook is opgenomen in een populaire cultuur die draait om lieflijkheid en “schattigheid”, waardoor het eigen agressieve oorlogsverleden een ver-van-mijn-bed-show geworden is. De verhalen van de Japanse ‘troostmeisjes’ zijn nog steeds controversieel, het dagboek van Anne Frank is dat juist niet. Tot slot heeft het succes van Anne Frank in Japan ook te maken met Annes open manier van schrijven, die vernieuwend was voor lezers in het naoorlogse conservatieve Japan. Een bijzonder detail is hoe Anne schreef over haar eerste menstruatie – destijds een taboeonderwerp – en hoe dat in de jaren zestig leidde tot de marketing van een Japans tampon- en maandverbandmerk genaamd Anne.

Joodse vluchtelingen in Shanghai In buurland China is Het dagboek van Anne Frank niet zo populair als in Japan, maar ook daar wordt haar boek vandaag de dag goed verkocht via boekwinkels en digitale kanalen. Dat het dagboek niet onder iedereen even bekend is heeft mede te maken met het feit dat door het strenge culturele beleid onder Mao een eerste Chinese vertaling pas uitkwam in 1983. Net als in Japan is er in China vooral de

44 NCMagazine | najaar 2021

18-onderzoek.china-2.indd 44

15-10-2021 13:05


Verschillende versies van het ‘Dagboek van Anne Frank’ in een bibliotheek in Toyko, Japan

afgelopen twee decennia een hernieuwde interesse in de oorlog zichtbaar. Op scholen, in musea en in de staatsmedia wordt de nationale geschiedenis van de Tweede Chinees-Japanse Oorlog (1937-1945), die in 1941 opging in de Tweede Wereldoorlog, op de voorgrond gezet. De overheid benadrukt hoe het Chinese volk enorme offers heeft gebracht in de oorlog tegen Japan, en zo een cruciale bijdrage leverde in de wereldwijde strijd tegen het fascisme. Binnen die context is er recent meer aandacht gekomen voor de relatief onbekende geschiedenis van Joodse vluchtelingen die de Holocaust ontsnapten door naar Shanghai te vluchten. Na de Kristallnacht van 1938 kwamen ongeveer 20.000 Europese Joden naar China, waarvan de meesten per boot in Shanghai arriveerden. Voor wanhopige Joodse vluchtelingen die zonder de juiste papieren geen toegang kregen tot andere landen, was de Chinese stad de beste toevluchthaven. In het getto van Shanghai was men veilig en ver verwijderd van de verschrikkingen in Europa. Joodse kinderen gingen naar school en konden vrij op straat spelen met hun Chinese vriendjes.

Een nieuwe interesse in Anne Frank is onderdeel van de opleving van deze JoodsChinese geschiedenis. In 2007 werd het Shanghai Joods Vluchtelingen Museum geopend, waar later ook de expositie ‘Anne Frank: Getuige van de Geschiedenis’ plaatsvond. Als onderdeel van een serie oorlogsboeken uitgegeven door het Chinese ministerie van Cultuur, kwam in 2015 een hernieuwde Chinese editie van Het dagboek van Anne Frank uit. Daarmee zijn er inmiddels ongeveer 120 verschillende vertalingen van het boek uitgegeven in de Volksrepubliek.

Amsterdam, Peking, Tokio Zowel in Japan als in China sluit de populariteit van Anne Frank aan bij de eigen collectieve herinneringen aan een oorlog, waarbij in beide gevallen slachtofferschap centraal staat. Juist omdat Anne buiten het Japanse oorlogsverleden staat kon zij in Japan zo succesvol worden. Haar leed was niet door Japan veroorzaakt, en haar verhaal past bij de overtuiging dat Joden en Japanners gezamenlijke slachtoffers van het twintigste-eeuwse kwaad zijn. In China zie je een heel andere beweging: hier

wordt het verhaal van Anne juist binnen de context geplaatst van het eigen oorlogsverleden en de rol die China speelde in het helpen van duizenden Joden. Uiteindelijk laat de populariteit van Anne Frank in deze landen vooral zien hoe universeel en multidimensionaal haar verhaal is, en dat de manier waarop het verteld en vertaald wordt ons waardevolle inzichten kan geven in de verschillende wijzen waarop de Tweede Wereldoorlog herdacht wordt, van hier tot aan Peking en Tokio. Manya Koetse is sinoloog en japanoloog (MPhil Universiteit Leiden) en hoofdredacteur van What’s on Weibo, een nieuwssite die inzicht geeft in Chinese maatschappelijke trends en sociale media.

WO2 Onderzoek uitgelicht Dit artikel is tevens gepubliceerd in WO2 Onderzoek uitgelicht (jaargang 10, nummer 4). Meer lezen over onderzoek naar herdenken, vieren en herinneren? Kijk dan op tweedewereldoorlog.nl/onderzoekuitgelicht of in de Onderzoek uitgelicht-app.

| 45

18-onderzoek.china-2.indd 45

15-10-2021 13:06


JERRY LAMPEN

BEN HOUDIJK

De (online) optredens van de Ambassadeurs van de Vrijheid vonden plaats op de vliegbasis Gilze-Rijen

Corona-edities Bevrijdingsfestivals leggen nieuwe kansen bloot Corona dwarsboomde de laatste twee edities van de Bevrijdingsfestivals. In 2020 werd er op het laatste moment online geïmproviseerd. Dit jaar zijn alle organiserende comités noodgedwongen maar vol overgave aan de slag gegaan met volledig online alternatieven. Niet de festivals waar ze vooraf op hadden gehoopt. Maar in terugblik een jaar dat meer gebracht heeft dan menigeen zich had kunnen voorstellen.

door Timo Waarsenburg

De uitzending van Radio Freedom, het programma van het Bevrijdingsfestvial Zuid-Holland i.s.m. RTV Rijnmond, vanuit de Euromast in Rotterdam

5 mei is van oudsher verbonden met Wageningen: de stad waar de Canadese generaal Foulkes en de Duitse generaal Blaskowitz in Hotel De Wereld de capitulatievoorwaarden van het Duitse leger ondertekenden. “Vanuit die historie leeft Bevrijdingsdag hier, in de Stad der Bevrijding, sinds jaar en dag heel intens”, zegt Thera Westerhoud van het Nationaal Comité Herdenking Capitulaties 1945, kortweg Wageningen 45. “En vanuit die historie hebben we altijd al bijzonder veel aandacht voor de inhoud gehad. Daar hebben we dit jaar een nieuwe dimensie aan toegevoegd: een brug naar de toekomst. We hebben gezocht naar wegen om de essentie van vrijheid een nieuwe lading te geven zodat we de viering en bezinning hierover ook kunnen blijven overdragen als er niemand meer is die de Tweede Wereldoorlog heeft meegemaakt. Om aan de hand van de verhalen van de verschilmakers van toen, de verschilmakers van nu en de toekomst te zoeken.” In Wageningen is dat onder meer gedaan met een brievenactie die internationale media-aandacht kreeg: schoolkinderen schreven naar veteranen van alle nationaliteiten die op Nederlands grondgebied hebben gevochten. Het leverde naast aandacht ook bijzondere correspondentie op tussen de oude bevrijders van toen en de Wageningse jeugd van nu. Evenals een ander, levend besef van vrijheid bij alle deelnemende kinderen.

Samenwerking In Rotterdam koos Koen ten Haken met zijn team voor een professionele samenwerking met RTV Rijnmond. Vanaf de Euromast zond Radio Freedom, met zicht op de brandende vrijheidsvlam onder aan de Euromast, de hele dag muziek uit. En maar liefst elf

46 NCMagazine | najaar 2021

10-vieren.festivals-2.indd 46

15-10-2021 12:54


PETRA KROON

JORRIT LOUSBERG

VIEREN

Tijdens de live-uitzending ‘Vrijheid: Jij maakt het verschil’ vertelden de verschilmakers, voor Hotel de Wereld, waar zij voor streden

De Vrijheidsmaaltijdsoep wordt bij een verzorgingstehuis in Bolsward afgeleverd

uur aan betekenisvolle interviews en gesprekken. “Wat deze editie zonder publiek ons geleerd heeft,” vertelt Ten Haken, “is vooral dat de inhoudelijke boodschap in toekomstige Bevrijdingsfestivals een veel nadrukkelijker plaats moet krijgen.” Bijvoorbeeld door samen te blijven werken met RTV Rijnmond. “We zijn goed bekeken in de hele regio Rotterdam en trokken ook ontzettend veel online kijkers. Die samenwerking willen we voor de toekomst behouden. Natuurlijk willen we ook graag weer een live festival, om de mensen echt in saamhorigheid en plezier met elkaar te verbinden. Maar ook een serieuze en bestendige samenwerking met de regionale omroep om de inhoudelijke boodschap meer tot z’n recht te laten komen en via de onlinekanalen de jeugd daarmee optimaal te bereiken.”

Verbinding

Vrijheidsmaaltijdsoep In Leeuwarden heeft de online uitvoering – een gestreamd festival vanuit twee theaters in de stad – vooral de notie gebracht dat het festival nog meer voor de hele provincie moet zijn. Organisator Johan Koster: “Normaal gesproken is het Bevrijdingsfestival Friesland in de praktijk toch vooral een Leeuwardense aangelegenheid. Maar dit jaar zijn we met 300 oude legervoertuigen vanuit heel Nederland met ruim 10.000 blikken Vrijheidsmaaltijdsoep de provincie ingereden om uit te delen aan kwetsbare mensen op meer dan 1000 plaatsen. Dat was niet alleen prachtig om te doen, het leerde ons ook dat het waardevol én belangrijk is, om de boodschap, het belang en de waarde van vrijheid, in de hele provincie actief uit te dragen. En dat zullen we ook zeker blijven doen. Bevrijdingsfestival Friesland gaat in volgende jaren ook echt heel Friesland omvatten.”

Ook binnen het Nationaal Comité 4 en 5 mei heeft de online editie nieuwe inzichten voor de toekomst gebracht. Landelijk festivalcoördinator Piet Slegt: “Normaal vliegen de Ambassadeurs van de Vrijheid van Bevrijdingsfestival naar Bevrijdingsfestival om op te treden en hun verhaal te vertellen. Dit jaar hebben de festivals en het Nationaal Comité 4 en 5 mei de verschillende regio’s als het ware online naar de vliegbasis gevlogen waar alle ambassadeurs - Davina Michelle, Tino Martin en Jonna Fraser - optraden. Daarvoor hebben we een platform gemaakt waar niet alleen het nationale programma te volgen was, maar waar ook alle regionale programma’s gestreamd werden. Die vorm van verbinding willen we behouden. Omdat we zo de veertien afzonderlijke Bevrijdingsfestivals nog meer kunnen verbinden tot een groot nationaal feest waar het vieren van de vrijheid en de inhoudelijke boodschap samenkomen. En we zien ook dat deze online editie daar nieuwe deuren voor heeft geopend. Er is dit jaar door alle betrokkenen aan de ‘achterkant’ zoveel opgetuigd in de vorm van afspraken met mediapartners dat we nu ook een stevige organisatorische basis hebben om op verder te bouwen.” Een ambitie waar Westerhoud van Wageningen 45 zich helemaal in kan vinden: “Wat de Bevrijdingsfestivals betreft, hoeven we van mij niet meer terug naar het ‘oude normaal’. Ik juich een hybride vorm toe. Omdat je zo meer mensen kunt betrekken en bereiken, meer ruimte hebt voor de inhoud en meer mogelijkheden om de boodschap van deze viering een nieuwe invulling te geven zodat ook toekomstige generaties in elk geval één dag per jaar bewust stil blijven staan bij de kernboodschap van 5 mei. Dat vrijheid, in elke tijd en op elke plaats, altijd een prijs heeft.”

| 47

10-vieren.festivals-2.indd 47

15-10-2021 12:55


INTERNATIONAAL

‘ Jodenhaat blijft de kanarie in de kolenmijn’ Eddo Verdoner was voorzitter van het Centraal Joods Overleg en bestuurslid van het CIDI. Sinds een halfjaar is hij Nationaal Coördinator Antisemitismebestrijding (NCAB). Een functie die tot nu toe niet bestond. Wat viel hem op in de beginperiode? door Monique van Hoogstraten foto Sem van der Wal / ANP

Het is de taak van Eddo Verdoner beter zicht te krijgen op discriminatie en intimidatie van de Joodse gemeenschap in Nederland, en te adviseren over de aanpak ervan. Ook moet hij de samenwerking versterken tussen de verschillende partijen die zich bezighouden met de bestrijding van antisemitisme, zoals politie, gemeentes en het onderwijs. Verdoner: “Wij zijn een land van gedogen. Maar het probleem is dat we veel te lang tolerant zijn geweest op dit vlak. Over voetbalsupporters die op de tribune zangkoren aanheffen, zeggen we: ‘Ze weten niet wat ze zeggen’. Over mensen die online tekeergaan, zeggen we: ‘Ach, het is maar iemand op een toetsenbord’. We moeten hiermee stoppen, een streep zetten onder het gedogen.”

het aantal meldingen van antisemitisme disproportioneel groot. Sommigen durven niet meer herkenbaar als Jood over straat te gaan of voor hun identiteit uit te komen op de sportclub of op het werk. De aandacht voor deze problematiek is vaak incident-gestuurd. Daarnaast is het beleid gefragmenteerd, waardoor de bestrijding minder effectief is dan die zou kunnen zijn. Jodenhaat heeft een specifieke dynamiek en kan uit verschillende hoeken komen: extreemlinks, extreemrechts, religieus. Als je oog hebt voor deze specifieke problematiek, kun je doelgerichter beleid maken en toezien op de uitvoering daarvan, ook als er even geen incident is. Daarnaast blijft Jodenhaat de kanarie in de kolenmijn.”

Waarom een coördinator specifiek voor antisemitisme? “De Tweede Wereldoorlog heeft laten zien waar antisemitisme toe kan leiden. Maar ook die stond niet op zichzelf. Door de eeuwen heen zijn de Joden vervolgd om allerlei verschillende redenen. Ook nu is

Waar treft u deze uitingen vooral aan? “Op het internet of in het voetbalstadion komt antisemitisme het meest aan de oppervlakte. Neem het voorbeeld van afgelopen juli, toen vanwege de transfer van Steven Berghuis van Feyenoord naar Ajax een muurschildering van hem verscheen

in Rotterdam, waarop hij werd afgebeeld met een grote neus en een Jodenster in concentratiekampkleding. Dit soort heel zichtbare uitingen in de sport en online vertalen zich vervolgens naar het dagelijks leven, waar een Joods kind op school ermee wordt geconfronteerd. Of het leidt ertoe dat Joden hun identiteit niet durven te beleven.” De coronapandemie heeft het antisemitisme aangezwengeld? “Jazeker, overal duiken complottheorieën op waarin Joden een rol spelen. Dat het virus expres is verspreid omdat ze uit zouden zijn op werelddominantie, dat mensen massaal vaccins moeten nemen zodat Joden er rijk van worden, dat de Holocaust net als corona een hoax is, et cetera. Het antisemitisme heeft door corona, ook internationaal, een enorme vlucht genomen. De vraag voor mij is dan: hoe kun je dat aanpakken? Er zijn bijvoorbeeld aangiftes gedaan, maar zijn er voldoende tools voorhanden om tot vervolging te komen? Zo is ontkenning van de Holocaust momenteel alleen impliciet strafbaar – het valt onder

48 NCMagazine | najaar 2021

20-ihra-2.indd 48

15-10-2021 13:08


IHRA Binnen de International Holocaust Remembrance Alliance (IHRA) werken overheden en experts samen aan het bevorderen van educatie over, herdenking van, en onderzoek naar de Holocaust en het bestrijden van antisemitisme. Nederland is een van de 34 leden. Het Nationaal Comité 4 en 5 mei is lid van de Nederlandse IHRA-delegatie. Meer informatie: holocaustremembrance.com.

‘groepsbelediging’. Ik heb ervoor gepleit om het expliciet strafbaar te maken. De minister gaat daar nu gevolg aan geven door het expliciet in de wet op te nemen.” Kunt u een ander voorbeeld geven van wat het eerste halfjaar uw aandacht heeft gevraagd? “Recentelijk speelde de kwestie dat je op online verkoopplatforms antisemitische boeken kunt kopen, in dit geval Bol.com. Bol zegt: ‘Wij kijken niet actief naar antisemitische boeken op ons platform, maar onderzoeken dat wel bij klachten.’ Maar in Nederland heeft iedereen zelf de verantwoordelijkheid zich aan de wet te houden, niet alleen als een ander daarover klaagt. Ik wil dat hier actief op wordt gehandhaafd, zodat marktpartijen gedwongen worden hun verantwoordelijkheid te nemen. Ook kijk ik hoe het aangifteproces kan worden vergemakkelijkt. Zo is in 2014 toegezegd dat er een vinkje zou komen in het aangiftesysteem om aan te geven of er sprake is van antisemitisme. Dit is echter nog steeds niet goed geïmplementeerd.

Dat mensen eenvoudiger aangifte kunnen doen, is van belang voor de directe aanpak van discriminatie en bedreiging, maar ook om beter zicht te krijgen op de cijfers om het beleid toe te spitsen. Overigens wordt op dit moment ook gewerkt aan een nulmeting van online-antisemitisme, want daarvan bestaat in Nederland nog geen goed beeld.” U heeft ook internationaal contacten, bijvoorbeeld met de International Holocaust Remembrance Alliance (IHRA), hoe belangrijk is dat? “De IHRA heeft in 2016 een definitie vastgesteld van wat nu eigenlijk onder antisemitisme valt. Het is slechts een leidraad, maar die blijkt enorm handzaam te zijn om antisemitisme überhaupt te herkennen. Daar begint het vaak al mee. Deze leidraad kan worden gebruikt voor trainingen bij de politie en ambtenarij. Op dat vlak valt nog veel te doen, maar het begin is er.” Wat raakt u het meest in uw werk?

“Wat ik heel erg vind is het bagatelliseren. Dat mensen een gele ster dragen bij een protest tegen coronavaccinatie. Waarmee ze zeggen: dat ik niet naar de kroeg mag is even erg als dat jouw familie is vermoord. Dat is een uitermate kwetsende vorm van relativeren. De Holocaust is nergens mee te vergelijken. Maar het is wel belangrijk om ons af te blijven vragen wat we ervan kunnen leren. In Nederland is de Tweede Wereldoorlog deel van ons morele fundament, het kompas voor wat goed en fout is. Het is belangrijk om te blijven herdenken en onderwijzen. Maar niet alleen over de oorlog. Je moet kinderen ook leren dat Joden altijd al onderdeel zijn geweest van de Nederlandse samenleving, laten zien hoe de Joodse cultuur eruitziet: wat zijn Joodse gerechten, wat zijn joodse feestdagen? Dat dat soms nieuw is voor een kind, maar altijd al deel is geweest van Nederland, al meer dan duizend jaar. Hier geldt namelijk ‘onbekend maakt onbemind’. Alleen door over al deze onderwerpen te leren, kunnen we antisemitisme terugdringen.”

| 49

20-ihra-2.indd 49

15-10-2021 13:08


Atelier van Herinnering slaat brug tussen verleden en heden

Atelier van Herinnering komt uit de koker van de makers van Theater Na de Dam. Het is een verzameling van waargebeurde verhalen en gebeurtenissen uit de Tweede Wereldoorlog, gevat in korte theatrale teksten en dialogen en voorzien van uitgebreide lesbriefpakketten voor docenten geschiedenis, burgerschap en maatschappijleer, filosofie of drama. Het doel? De geschiedenis laten leven en dicht bij de jeugd brengen. “Omdat de oorlog zelf voor hen ver weg is. Maar de lessen die toen geleerd zijn, zijn ook voor deze generatie van het grootste belang”, zegt Jaïr Stranders. Hij is medeinitiatiefnemer van Theater Na de Dam, inmiddels alweer elf jaar geleden gestart, en artistiek leider. Isa van Dam, de theatermaker die meerdere jongerenprojecten voor Theater Na de Dam maakte, is de drijvende kracht achter dit bijzondere project.

Jaarrond In de afgelopen jaren zijn er vanuit Theater Na de Dam jaarlijks door heel het land tientallen voorstellingen gemaakt die de Tweede Wereldoorlog vanuit allerlei invalshoeken centraal stellen. Er zijn betekenisvolle producties van anderen geprogrammeerd. En er zijn bijzondere projecten opgezet met jongeren, gebaseerd op gesprekken die zij in de weken voor 4 en 5 mei voerden met ouderen uit hun stad. Jaïr: “Daarmee hebben we een heel bijzondere bundeling verhalen en voorstellingen. Nadeel daarvan is dat ze alleen rond 4 en 5 mei worden opgevoerd. Terwijl het zo belangrijk is om de oorlogsgeschiedenis en haar gevolgen ook in deze tijd te kennen.

Dat mag jaarrond verteld worden.” “Daarom,” vult Isa aan, “zoeken we we al langere tijd naar mogelijkheden om de jongerenprojecten van Theater Na de Dam te verduurzamen en meer jongeren te stimuleren om zich actief te verdiepen in de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog. Dat is belangrijk voor alle jongeren. Of je nou geboren bent in een vrij land of zelf een oorlog hebt meegemaakt. Als je het verleden kent, begrijp je het heden beter en kun je bewust de toekomst vormgeven.” Vanuit die gedachte is eerst een soort archief van alle voorstellingen aangelegd. En vandaaruit kreeg Atelier van Herinnering vorm. Isa: “Op basis van teksten en elementen uit al die voorstellingen hebben we een verzameling van verhalen samengesteld die niet alleen veel facetten van de Tweede Wereldoorlog omvat, maar ook veel plekken in het land bestrijkt. De verhalen zijn lokaal en persoonlijk, omdat ze gebaseerd zijn op gesprekken tussen jongeren en ouderen. De herinneringen van de ouderen kunnen als onderdeel van onze lespakketten naverteld en verdiept worden door jongeren. Vaak herkennen zij in de teksten de omgeving waar zij zelf wonen en naar school gaan. Daardoor gaat de geschiedenis voor hen leven en kunnen ze zich vanuit hun eigen belevingswereld identificeren met de generatie die de Tweede Wereldoorlog meemaakte.” Inmiddels omvat Atelier van Herinnering – een website waarop alle content, gerangschikt op thema en locatie en voorzien van lesbrieven en -vormen – een brede verzameling gesprekken en gebeurtenissen. Het biedt docenten in het voortgezet

onderwijs en mbo een rijke toolkit met aansprekend lesmateriaal. Isa haalt er meteen een voorbeeld bij van een school in Apeldoorn. “Daar zaten voor de oorlog twee vrienden waarvan er één de Duitse nationaliteit had. Die boezemvrienden kwamen daardoor tegenover elkaar te staan tijdens de oorlog. Door huidige leerlingen van die school in dat verhaal mee te nemen en ze het verhaal van die vrienden te laten vertellen in de omgeving van toen die ook hun eigen omgeving is, breng je niet alleen de geschiedenis dichtbij. Maar maak je ook inzichtelijk en voelbaar hoe externe gebeurtenissen iemands identiteit kunnen bepalen en hele levens kunnen veranderen.” Bredere thema’s Want hoewel de Tweede Wereldoorlog het verbindende thema is binnen alle verhalen en lespakketten van Atelier van Herinnering, bieden de verschillende onderwerpen ook voldoende handvatten voor het bespreken van bredere thema’s die nu spelen. Isa: “Het gaat ook om vragen over uitsluiting, identiteit, mag je zijn wie je bent, hoor je bij een groep, wil je daarbij horen en wat vinden mensen daarvan? Hoe verhoud je je als jongere van nu tot de samenleving? Wat is onze gedeelde geschiedenis en hoe verhoud je je daartoe vanuit je eigen verhaal en achtergrond?” Jaïr vult aan: “Het bijzondere van dit project is dat het aansprekende haakjes biedt om het besef van vrijheid hier en nu aan te wakkeren en los te laten komen vanuit kennis van het verleden.” Atelier van Herinnering is op 27 januari

SALIH KILIÇ

door Timo Waarsenburg

JORN HEIJDENRIJK

JORN HEIJDENRIJK

Hoe hou je de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog en de brede impact die de gebeurtenissen uit die periode hebben gehad, levend bij de jeugd nu de laatste ooggetuigen wegvallen? Met Atelier van Herinnering: een levende brug tussen verleden en toekomst.

50 NCMagazine | najaar 2021

16-educatie.atelier-2.indd 50

15-10-2021 13:03


JORN HEIJDENRIJK

EDUCATIE

Verschillende projecten en bijeenkomsten van Theater Na de Dam door de jaren heen

2021 live gegaan. Enerzijds een slecht moment omdat nagenoeg alle scholen op dat moment noodgedwongen online onderwijs moesten geven. Tegelijkertijd bood deze online periode Isa en Jaïr alle ruimte om hun concept voor te leggen aan docenten uit het hele land om het programma verder aan te scherpen en toepasbaar te maken. “Dat heeft nog veel waardevolle feedback opgeleverd waardoor we nu weten dat we echt iets moois en bruikbaars hebben staan voor dit schooljaar. Klaar voor gebruik en kosteloos.”

SALIH KILIÇ

JORN HEIJDENRIJK

Maatwerk Naast de lespakketten, die kant en klaar zijn voor gebruik of door docenten naar de hand gezet kunnen worden, biedt Atelier van Herinnering de mogelijkheid tot maatwerk. “Bijvoorbeeld door het lesprogramma te laten begeleiden door ervaren theatermakers”, licht Isa toe. “Of door specifieke lokale gebeurtenissen uit de oorlogstijd in een buurt of op een school uit te zoeken en zo een levend en passend lokaal lesprogramma vorm te geven. Maar het kan ook zijn dat een school ons vraagt om een jongerenproject te organiseren, vanuit de werkwijze van Theater Na de Dam, met ouderen uit de eigen wijk en hun verhalen.” “Zodat de jeugd van nu overal in het land persoonlijk verbinding met de geschiedenis kan maken”, besluit Jaïr. “En het belang en de betekenis van 4 en 5 mei hun weg vinden naar toekomstige generaties.” Voor contact, informatie, de teksten en de lespakketten, kijk op ateliervanherinnering.nl.

| 51

16-educatie.atelier-2.indd 51

15-10-2021 13:03


AIRBORNE MUSEUM HARTENSTEIN

Een zwaar beschadigd Hotel Hartenstein na Operatie Market Garden

Serie Nederland telt vele oorlogsmusea en herinneringscentra. Een deel daarvan werkt sinds 2012 samen via de Stichting Musea en Herinneringscentra 40-45. NC Magazine publiceert elk nummer een reportage van publiciste Yasmina Aboutaleb over een van deze musea of centra. Dit keer: Airborne Museum Hartenstein

52

NCMagazine | najaar 2021

12-herinneren.airborn-3.indd 52

15-10-2021 12:59


De Airborne Experience

MIKE BINK

De Airborne Experience

DAAN VAN OORT

De vaste tentoonstelling

MIKE BINK

AIRBORNE MUSEUM HARTENSTEIN

DAAN VAN OORT

HERINNEREN

De vaste tentoonstelling

‘In moeilijke tijden leer je je vrienden kennen’ Alles en iedereen was er klaar voor: de feestelijke heropening van Airborne Museum Hartenstein op 13 maart 2020. En toen gooide COVID-19 roet in het eten. Nu is het museum eindelijk open voor publiek. Een gesprek met conservator Jory Brentjens en directeur Ronnie Weijers. door Yasmina Aboutaleb

| 53

12-herinneren.airborn-3.indd 53

15-10-2021 12:59


HERINNEREN

Conservator Jory Brentjens stond kort voor de feestelijke heropening van het Airborne Museum Hartenstein voor de zekerheid nog wat vitrines te poetsen toen het noodlottige bericht binnenkwam: het feest gaat niet door, alle musea moeten op last van de overheid per direct dicht. Lang was er naar de feestelijke heropening op 13 maart 2020 toegeleefd. Het statige landhuis Hartenstein in Oosterbeek, dat tijdens de Slag om Arnhem als hoofdkwartier diende voor de Britse troepen, was jarenlang verbouwd. Vijf maanden was het oorlogsmuseum dicht geweest. En dat was niet eens het ergste. Want terwijl in de tuin de feesttent er verlaten bijstond, wachtten in nabijgelegen hotels de hoogbejaarde veteranen die speciaal voor de heropening uit Groot-Brittannië waren overgekomen. De veteranen werden naar huis gestuurd, niet wetend of hun gezondheid een nieuwe reis zou toelaten. Het pand dat eindelijk in originele staat was gerestaureerd, kreeg niemand te zien. Daarbij kreeg het museum het als gevolg van de gedwongen sluiting ook financieel moeilijk. Toch hebben de tegenslagen ook veel moois opgeleverd, vertelt Ronnie Weijers, die midden in de pandemie de nieuwe directeur werd van het museum. “We wisten dat ons museum diep geworteld is in de geschiedenis van de regio, maar tijdens de crisis zagen we nog eens bevestigd hoe betrokken mensen uit de omgeving zich voelen bij het museum. Ze zeggen niet voor niets: in moeilijke tijden leer je je vrienden kennen.” Overheid, provincie, gemeente, fondsen: allemaal stelden ze geld beschikbaar om het museum overeind te houden. Maar het ontroerendste gebaar kwam van particuliere donateurs. Mensen uit de omgeving die de eigen portemonnee trokken omdat ze vonden dat het museum hun lokale geschiedenis – soms direct onderdeel van hun eigen familiegeschiedenis – moet blijven vertellen. “We zijn daar heel

54

erg door geraakt”, zegt Weijers.

Nadruk op persoonlijke verhaal Villa Hartenstein, waar het Airborne Museum is gevestigd, is een prachtige buitenplaats met een imposante oprijlaan in het Arnhemse buurdorp Oosterbeek. Het pand diende achtereenvolgens als herberg, woning en hotel. Totdat het in september 1944 tijdens de Slag om Arnhem onder leiding van generaal-majoor Roy E. Urquhart noodgedwongen werd omgedoopt tot hoofdkwartier van de Britse luchtlandingstroepen. Het museum vertelt onder meer het indrukwekkende verhaal van Urquhart en zijn troepen, maar ook dat van Nederlanders in het verzet, over het mislukken van de Slag om Arnhem en de evacuatie van alle inwoners van Arnhem en de omliggende dorpen. Al snel na de oorlog, in 1949, werd het Airborne Museum opgericht. Door de Britten achtergelaten uniforms, wapens en ander militair materieel dienden als basis voor de collectie. “De Slag om Arnhem en het militaire verhaal vormen nog altijd de basis van het museum,” vertelt Weijers in zijn directiekamer, “maar het accent ligt inmiddels op het persoonlijke verhaal. En er is meer aandacht voor een meervoudig perspectief: dat van de Duitse kant en dat van de Poolse parachutistenbrigade die in Driel was geland.” Daarbij heeft het museum sinds 2009 de Airborne Experience. Een indrukwekkende ruimte van maar liefst negenhonderd vierkante meter waar de bezoeker de oorlog in zekere zin kan ervaren. Een vlucht met een glider (‘Hold tight, chaps!’), oorlogsgevechten, een verlaten en spookachtig Arnhem, terugtrekkende soldaten. En alles is voorzien van indringende geluiden, gigantische filmfragmenten en realistische reconstructies.

Favoriete museumstukken Voorzichtig navigerend door het museum – het heeft inmiddels een stille heropening

‘ Museumstukken maken de Slag om Arnhem inzichtelijk’

gehad – toont Brentjens enkele favoriete museumstukken die achtereenvolgens het optimisme, de chaos en de evacuatie tijdens de Slag om Arnhem inzichtelijk maken. Zoals de houten bolderkar die de familie Timmerman meenam tijdens hun vlucht te voet naar Groningen. Een doosje benzedrinepillen die door de soldaten als pepmiddel werden gebruikt. De kleine jachthoorn van luitenant-kolonel John Frost, gebruikt om na de landing op de Renkumse Heide het signaal ‘verzamelen’ te blazen. De jachthoorn van Frost werd in juli 1945 teruggevonden in de puinhopen rond de Rijnbrug en in 1997 door de vinder aan het museum geschonken. Ook te zien: het rood-witte speldje voor slechthorenden van brigadegeneraal John Hackett, die dankzij het speldje en burgerkleding de straat op kon zonder door de nazi’s als Brit herkend te worden. En misschien wel het meest aandoenlijke stuk: een kale, versleten knuffelbeer die in de oorlog zijn vacht en ogen verloor. Luitenant-ter-zee Arnoldus Wolter kocht de knuffelbeer na de aankomst van de Britten in Nederland voor zijn pasgeboren dochter die hij samen met zijn vrouw had achtergelaten. Het toont het optimisme dat hij en de Britten over Operatie Market Garden hadden, alsof de strijd al gewonnen was. Het liep anders: de beer ging mee op evacuatie. Veel veteranen zien Hartenstein als een tweede thuis. “De frontlinie was op tweehonderd meter van dit pand, dus het is een zwaarbevochten plek geweest”, vertelt Brentjens. De conservator eindigt zijn rondleiding in de stiltekamer waar talloze portretfoto’s en bijbehorende medailles van gevallen soldaten hangen. Brentjens: “Villa Hartenstein wordt een van de laatste ooggetuigen van de oorlog.”

NCMagazine | najaar 2021

12-herinneren.airborn-3.indd 54

15-10-2021 13:00


NCMagazine

Ontvang NC Magazine twee keer per jaar thuis of op het werk. Neem nu een kosteloos abonnement door het formulier op onze website in te vullen:

www.4en5mei.nl/nc-magazine

23-werf.indd 55

15-10-2021 13:11


Het NIOD – partner van het Nationaal Comité binnen het Platform WO2 – ontvangt jaarlijks circa 6000 vragen over de oorlog. De meeste vragen gaan over mensen. Wat deden vader en moeder in de oorlog? Sommige vragen gaan echter over spullen. Bij het opruimen van de zolder in het ouderlijk huis komen soms objecten tevoorschijn waarvan de betekenis niet duidelijk is. Weet het NIOD wat het is? Spullen uit de Tweede Wereldoorlog zijn in trek. Verzamelaars betalen er grof geld voor. Maar gelukkig wil niet iedereen er aan verdienen.

NSB-materiaal van het NIOD in 1946.

In november vorig jaar overleed Fernando de Soeten op 75-jarige leeftijd. Hij was Neerlands grootste verzamelaar van ‘foute spullen’. Geen andere particulier bezat een zo uitgebreide collectie NSBmateriaal: van NSB-boeken en brochures, kranten en foto’s en voorwerpen zoals insignes, vlaggen en petten tot aan zijn ‘topstuk’, het paspoort van Anton Mussert. Regelmatig is hij bij het NIOD te gast geweest. Voor het eerst in 1960 (hij was toen vijftien) en voor het laatst in september 2020. Op nationaalsocialistische sympathieën hebben wij hem in al die jaren nooit kunnen betrappen – wel op een begerig verzamelaarsoog. Viel er bij het NIOD nog wat te halen? Wilde het NIOD niet iets met hem ruilen? En ook: wist het NIOD al welke nieuwe aanwinst hij had verworven die het NIOD niet had? Het zal

56

Onbekend: de oorlog onder de hamer wel in het DNA van de serieuze verzamelaar zitten: de drang om de verzameling compleet te maken en om de grootste te willen zijn.

Veiling De laatste jaren spraken we er regelmatig met hem over: wat te doen met zijn verzameling als hij er niet meer zou zijn. Zou het niet verstandig zijn om haar aan het NIOD te schenken zodat zij onder zijn eigen naam en intact in de archiefkelders van het NIOD zou blijven voortbestaan? Het heeft niet zo mogen zijn. Op 25 juni van dit jaar ging ‘de collectie De Soeten’ op de veiling onder de hamer – opbrengst: meer dan 400.000 euro (voor het paspoort van Mussert werd 15.000 euro betaald). Het zou De Soeten niet zijn meegevallen. “Eén miljoen. Minstens!”, zo had hij zijn verzameling altijd getaxeerd (al was

TON VAN DEN BERG

DE ARBEIDERSPERS / NIOD

door René van Heijningen

deze schatting vermoedelijk meer op trots dan op kennis van de markt gebaseerd). Het veilinghuis was niettemin tevreden. In de internationale markt voor oorlogsmemorabilia is de handel in NSB-spullen een relatief kleine markt; een ‘niche’, met voornamelijk Nederlandse verzamelaars als bieders. Voor de big business moet je bij de handel in Duitse oorlogswaar zijn; in het bijzonder bij voorwerpen van de SS. Dat ondervonden bijvoorbeeld twee Nederlandse oorlogsmusea die in het najaar van 2020 bezoek kregen van inbrekers die het op Duitse militaria hadden gemunt. ‘Hoe fouter, hoe beter’ is vandaag, commercieel gezien, het devies.

Oorlogssouvenir Helemaal nieuw is de belangstelling voor Duitse militaria en nazi-parafernalia niet. Al in het eerste jaar van de geallieerde

NCMagazine | najaar 2021

19-internationaal.NIOD-2.indd 56

15-10-2021 13:07


TON VAN DEN BERG

ONDERZOEK

Fernando de Soeten

bezetting van Duitsland werd er in gehandeld. Nadat de Duitsers zich na de capitulatie zo snel mogelijk hadden ontdaan van alles wat hen voor geallieerde soldaten als nazi verdacht zou kunnen maken, kregen ze in het najaar van 1945 al spijt: voor een SS-dolk of een Hitlerbuste werd door de overwinnaars goed ‘betaald’ – al was het in chocolade en sigaretten. Het is een vorm van denazificatie genoemd. Uit materiële nood geboren, zonder preek of slaag van geallieerde soldaten, deden de Duitsers afstand van hun nazisymbolen. En kregen de geallieerde soldaten hun oorlogssouvenir. Dat laatste was in Nederland een stuk lastiger. Duitse oorlogssouvenirs waren hier natuurlijk minder voorhanden maar zeker niet afwezig. Bijvoorbeeld in Groningen waar de Canadees Robert (‘Bob’) Rodgers zijn European Campaign van bijna

een jaar beëindigde. In juli 1944 was hij in Normandië ontscheept. Met de 2nd Army Group Royal Canadian Artillery trok hij vervolgens noordwaarts. Hij vocht onder meer in de Slag om de Schelde, verleende ondersteuning bij het Ardennenoffensief, deed mee aan Operation Veritable en stak eind maart 1945 in Duitsland de Rijn over. Twee weken later – op 15 april – stond hij in Groningen en werd hij aangesteld als stafchef van de Royal Canadian Artillery bij de 5e Canadese pantserdivisie. Hij zou een dik half jaar blijven.

Tastbare herinnering In december 1945 ging Rodgers naar huis en niet zonder oorlogssouvenir: een typisch stuk Hollands aardewerk met een, voor die tijd, typisch Duits thema: een herinnering aan het bestaan van het SS Einsatzkommando Groningen – de

eerste Duitse politie-eenheid die in 1940 in Noord-Nederland had gefunctioneerd. Het zou de komende decennia een wand in zijn huis in het Canadese Winnipeg sieren. Wie op bezoek kwam zag een tastbare herinnering aan een enerverende periode in zijn leven en aan zijn verblijf in Groningen in het bijzonder. Na zijn overlijden verhuisde het wandbord naar het huis van zoon Michael en kreeg het voor de derde keer een nieuwe functie: als een herinnering aan zijn vader die als geallieerde soldaat in de Tweede Wereldoorlog Nederland had helpen bevrijden. En toch – onlangs besloot Michael om afstand te doen van het bord. Niet om het via de veiling te verkopen en het zo ten gelde te maken, maar om het te schenken aan het Oorlogs- en Verzetscentrum Groningen (OVCG). “It’s part of your history”, schreef hij. Een mooi gebaar.

| 57

19-internationaal.NIOD-2.indd 57

15-10-2021 13:07


Inclusief Indië Het Indisch Herinneringscentrum heeft een online lespakket ontwikkeld voor het onderwijs. Leerlingen leren vanuit verschillende perspectieven naar de geschiedenis van Nederlands-Indië kijken. En het biedt leraren handvatten om gevoelige onderwerpen als dekolonisatie bespreekbaar te maken in de klas. door Dorine van der Wind foto’s Indisch Herinneringscentrum

Medewerker Educatie Jurriaan Koning is sinds maart 2020 bij het project Inclusief Indië van het Indisch Herinneringscentrum betrokken. Het verzamelen van alle bronnen voor dit nieuwe lespakket was al gaande. Wat Jurriaan opviel is de hoeveelheid informatie die er is. “Je hoort vaak dat er zo weinig informatie is over NederlandsIndië. Maar toen we voor dit lespakket alles gingen inventariseren, bleek er juist heel veel te zijn. Het werd alleen vaak niet goed opgepakt, of was niet op één plek te vinden.” Met dit lespakket proberen de makers daar verandering in te brengen, op de site van Inclusief Indië zijn veel bronnen te vinden. Jurriaan legt uit dat het een project voor de lange termijn is. “We willen verduurzamen. Je kunt onderwerpen en opdrachten hergebruiken en de informatie wordt continu aangevuld.”

58

Wat houdt het in? Op de website zijn drie themalessen te vinden. Het eerste thema is ‘macht en gezag’, een heel historisch onderwerp over de periode ’45-’50; wie had de macht in de archipel in de jaren na de Japanse overgave? Het tweede thema is ‘vrijheid en gelijkheid’ en gaat over de verschillen in vieren en herdenken. Het derde thema ‘diversiteit en inclusie’ is heel breed en behandelt de vraag: wie ben jij als persoon? En hoe wil je gezien worden?

Verdieping Daarnaast is er een toolbox met verdiepingsmateriaal voor scholieren en docenten; met podcasts, strips, video’s en artikelen. Zo staan er video’s over een Moluks familieverhaal, een Indië-veteraan, het oorlogsgeweld in Nederlands-Indië en

de oorlog door de ogen van een kind. Plus artikelen over de aankomstgeschiedenis van Indische Nederlanders en over hoe jongeren hun gemengde afkomst ervaren. Plus een strip over de zwijgcultuur. En alle gebeurtenissen staan in een overzichtelijke tijdlijn, vanaf 1940 tot nu.

Wat is het doel? Het lespakket is bedoeld voor leerlingen van het voortgezet en middelbaar onderwijs in het hele land, om hun nieuwsgierigheid te wekken. Er is nu één centrale plek waar alles te vinden is over Nederlands-Indië. Omdat alles online staat, is er een groot bereik. Jurriaan: “Ik kan me voorstellen dat leraren niet weten waar ze moeten beginnen als ze het over dekolonisatie willen hebben. Het is actueel, er is steeds meer maatschappelijk debat

NCMagazine | najaar 2021

15-educatie.indisch-2.indd 58

15-10-2021 13:02


EDUCATIE

Lesmodule op de website

over ons koloniaal en slavernijverleden. We hebben ook voor ogen gehouden dat sommige mensen bepaalde kennis over Nederlands-Indië nog niet hebben, omdat er op school maar oppervlakkig over is gesproken. Wij bieden laagdrempelig materiaal zodat een docent niet opnieuw het wiel hoeft uit te vinden. Door de klas te informeren over bijvoorbeeld het verschil tussen Indisch en Indonesisch, breng je de discussie tijdens de les op gang.”

Verschillende perspectieven Het doel is om het lesmateriaal op scholen aan te vullen met informatie vanuit zoveel mogelijk verschillende perspectieven. Vaak wordt in de schoolboeken alleen het Nederlands perspectief belicht. Bij Inclusief Indië staat bijvoorbeeld een artikel van een veteraan naast een

kritisch stuk over het koloniaal verleden. De thema’s zijn bedoeld om de koloniale erfenis bespreekbaar te maken en te laten zien hoeveel verschillende invalshoeken er zijn.

Lancering Het platform Inclusief Indië is gelanceerd in coronatijd, vertelt Jurriaan Koning. “We konden niet langs de scholen. Wel hebben we workshops georganiseerd rondom dit thema voor hbo-studenten die in de toekomst als leraar geschiedenis of maatschappijleer aan de slag gaan. Dat is heel goed bevallen, zo kunnen deze aankomende docenten vertrouwd raken met het dekolonisatiedebat.” In de workshops nemen ze de opdrachten door die bij de verschillende thema’s horen en bespreken ze hoe je deze thema’s in de klas terug kan

laten komen. “We merkten dat juist deze studenten behoefte hadden om dit onderwerp aan te pakken. Het animo is hoog, ook onder mensen die al in het onderwijs zitten. We moeten natuurlijk wel rekening houden met de werkdruk onder leraren die al zo hoog is.”

Blijvend in ontwikkeling Het lesmateriaal wordt continu aangepast. Het grote dekolonisatieonderzoek komt eraan, dan zal er ook meer aandacht voor Inclusief Indië zijn. En er komt een permanente tentoonstelling bij Het Indisch Herinneringscentrum. “Het lesmateriaal beweegt mee”, legt Jurriaan uit. “Er komen nieuwe inzichten bij, we zullen telkens kritisch blijven kijken. De hele opzet van Inclusief Indië is dat het makkelijk aanpasbaar is, omdat er veel verandert.”

| 59

15-educatie.indisch-2.indd 59

15-10-2021 13:02


‘Deze plek ligt gevoelig, altijd’

Mijmeren bij het graf van een Duitse soldaat

Op 10 oktober opende het nieuwe bezoekerscentrum van oorlogsbegraafplaats Ysselsteyn, waar een grote multimediale tentoonstelling is te zien en waar bezoekers ‘het verhaal achter het graf’ kunnen ontdekken. door Larissa Pans foto Duitse oorlogsbegraafplaats Ysselsteyn

Het graf van een onbekende Duitse soldaat op oorlogsbegraafplaats Ysselsteyn

14-herinneren.ysselsteyn-2.indd 60

15-10-2021 13:01


HERINNEREN

De oudste persoon die op deze begraafplaats in Limburg ligt was 90 jaar, de jongste dode is een baby van slechts één dag oud. Het kunnen Duitse burgers zijn die uit het grensgebied naar Kamp Vught werden geëvacueerd, het voormalige concentratiekamp werd vanaf september 1944 als interneringskamp gebruikt voor Duitsers, collaborateurs en oorlogsmisdadigers. Op de Duitse oorlogsbegraafplaats in het Limburgse Ysselsteyn liggen veel ‘gewone’ soldaten en twee- à drieduizend doden die gemengde gevoelens zullen oproepen: Duitse nazi’s, Nederlandse NSB’ers, hooggeplaatste Sicherheitsdienst-medewerkers en SS’ers die door het verzet uit de weg werden geruimd. “Deze begraafplaats laat de vijand zien”, zegt Sjoerd Ewals, gids en hoofd Educatie van de begraafplaats.

Alert Nee hè, dacht Ewals, sinds negen jaar werkzaam bij de Duitse oorlogsbegraafplaats Ysselsteyn, toen hij het berichtje op social media las waarin zijn begraafplaats getagd was. Het was de 11e van de 11e, de datum van de wapenstilstand van de Eerste Wereldoorlog (11 november 1918), een datum die door neonazi’s betreurd wordt omdat Duitsland toen de strijd moest opgeven. “Een Belgische politica van Vlaams Belang legde een bloemetje op het graf van een nazi, maakte daar vervolgens een Twitterbericht van en dat ging viral. Het was in België meteen een schandaal.” Snelle actie was geboden. Ewals verwijderde haar bericht en haalde de pagina van de begraafplaats offline. “Deze begraafplaats moet geen bedevaartsoord voor neonazi’s zijn. Wij claimen hier de plek.” Ze zijn dan ook extra alert op bepaalde data zoals de geboorte- en sterfdag van Hitler. Want Untersturmführer Ernst Knorr en Julius Dettmann (de SS-officier die Anne Frank en haar familie liet oppakken en deporteren) liggen hier ook. En er is het graf van SS’er Wim Heubel, hij was de broer van Florrie Rost van Tonningen, ‘de Zwarte Weduwe’.

Ewals kent de verhalen over deze omstreden bezoekster. “Als zij langskwam om het graf van haar broer te bezoeken, dan was de beveiliging extra alert. Ze kwam langs met haar extreemrechts gevolg, dat riep weer een tegenreactie op van antifascisten.”

Voor altijd Duizenden en duizenden grijskleurige Latijnse kruizen staan keurig opgesteld in deze uitgestrekte dodenakker. ‘Ein Deutscher Soldat’ staat er op het graf van een ongeïdentificeerde soldaat. Veel graven hebben wel een naam. Er zijn workshops, rondleidingen en educatieve programma’s, tablets met gesproken teksten, maar ‘gewoon’ ronddwalen kan natuurlijk ook op de begraafplaats. “We hebben veel visuals in onze database gestopt, met één druk op de knop zie je van wie het graf is, waar en hoe hij of zij is gestorven. Je kunt zo diep gaan als je zelf wil.” Nederlandse en Duitse schoolklassen komen langs, nabestaanden van omgekomen soldaten of van burgerslachtoffers. De begraafplaats dateert uit 1946 en is opgericht door de Nederlandse Gravendienst, in 1976 is het beheer overgenomen door hun Duitse equivalent. Na de Eerste Wereldoorlog organiseerden Duitse nabestaanden zich die hun gesneuvelde dierbaren wilden begraven in de landen waar ze het leven lieten. “Er zijn in zo’n vijftig landen over de hele wereld 2,8 miljoen Duitse oorlogsgraven op 850 Duitse oorlogsbegraafplaatsen en die worden allemaal onderhouden door de Duitse Gravendienst”, vertelt Ewals. “Zij zien het als een verplichting om ‘hun’ doden allemaal een graf te geven.” In Nederland werd vlak na de oorlog met frisse tegenzin aan die verplichting tegemoet gekomen. “Nederlanders hebben alle Duitse oorlogsgraven door het hele land opgegraven, de doden naar de grens gebracht en besloten dat in Limburg deze begraafplaats moest komen. Daar was slechte grond: goedkope peelgrond en moerassig.” Het was in eerste instantie bedoeld als tijdelijke voorziening, maar is uiteindelijk voor altijd hier gebleven. Qua oppervlakte is het de grootste Duitse oorlogsbegraafplaats ter wereld.

Gevoelig Het publiek dat de begraafplaats bezoekt, verandert met de tijd. Ewals: “Vroeger kwamen hier vooral Duitse families, dat is helemaal omgedraaid. Er komen nu ook veel Nederlanders. Deze begraafplaats laat de vijand zien, dat is ook een onderdeel van de oorlog.” Ligt deze begraafplaats gevoelig? “Ja. Altijd. Al is het goed om te beseffen dat hier van alles ligt, van jongens die moesten meedoen met de oorlogsmachinerie tot ernstige oorlogsmisdadigers.” Al in 1982 kwam er een jeugdontmoetingscentrum op de begraafplaats, zodat Nederlandse en Duitse jongeren elkaar konden ontmoeten, zegt Ewals. “Je buren leren kennen, dat is ook een belangrijk educatief aspect. Elkaars situatie leren begrijpen.” Een prikkelende vraag die Ewals zijn bezoekers weleens voor de voeten werpt: zijn de gesneuvelde Duitse soldaten oorlogsslachtoffers (in plaats van daders) net als gevallen Nederlandse soldaten? “Veel van die Duitse jochies zijn gehersenspoeld opgevoed,” zegt Ewals, “en ze vonden de Hitlerjugend leuk, een soort scouting met kamperen en wandeltochten. Maar er was natuurlijk een zware, ideologische component bij. We krijgen weleens van Duitse families spullen uit de nalatenschap van de omgekomen soldaat, zoals brieven of een dagboek. Die laten zien hoe zo’n jongen bij de Hitlerjugend leerde schieten en zo die oorlog in rolde. Maar ja, als jouw vader is neergeschoten door zo’n 18-jarige nazisoldaat, dan is en blijft dat een moeilijk te verteren misdaad. En er zaten natuurlijk ook fanatiekelingen tussen die heilig in de nazi-ideologie geloofden. Deze graven roepen per definitie een dubbel gevoel op. Wij geven de feiten, vertellen het allemaal. Het is aan onze bezoekers om een oordeel te vellen. Er zijn mensen die hier binnenkomen met het idee: net goed, het hadden er nog wel meer mogen zijn. Tot ze stuiten op het graf van dat onschuldige baby’tje. Dan zien ze dat oorlogsleed meerdere kanten heeft.” Word je een pacifist van werken op een oorlogsbegraafplaats? “Ja, dat denk ik wel. Als ik al die graven zie, snap ik dat mensen vlak na de oorlog zeiden: ‘Dit nooit meer.’ Al ontkom je soms niet aan militair ingrijpen...”

| 61

14-herinneren.ysselsteyn-2.indd 61

15-10-2021 13:01


Dit jaar was oud-beroepsmilitair Loek Middel de oudste spreker tijdens de Nationale Herdenking 15 augustus 1945 bij het Indisch Monument in Den Haag. Een terugblik.

08-herdenken.loekmiddel-2.indd 62

15-10-2021 12:51


HERINNEREN

‘ Ik ben er trots op dat ik mee heb kunnen doen’ door Ricci Scheldwacht foto Ilvy Njiokiktjien

Het was een indrukwekkende toespraak die Loek Middel (96) hield tijdens de Nationale Herdenking 15 augustus 1945 bij het Indisch Monument in Den Haag. Met het verhaal over zijn ouders maakte hij diepe indruk op de aanwezigen. “Pa, een blanda geboren in de provincie Groningen, als KNIL-militair gelegerd in Cimahi vlakbij Bandung en Ma, Indonesische, geboren in een kampong in de buurt van Cimahi. Een Sundanese van West-Java met naast het Bahasa een eigen taal en cultuur.” Hijzelf werd opgevoed als een kind van twee culturen. Van zijn vader had hij de christelijke Tien Geboden meegekregen en van zijn moeder het animisme, eerbied en respect voor de natuur. “De rijstgodin Dewi Sri werd geëerd om zeker te zijn van iedere dag rijst op tafel. Pa en Ma hebben twaalf kinderen grootgebracht.”

Vitaal Een week na de herdenking ontvangt Loek Middel de redactie van NC Magazine bij hem thuis in Brabant. In 2020 werd hij uitgeroepen tot de vitaalste oudere van Nederland. Hij woont nog altijd zelfstandig, doet zelf het huishouden en kookt zelf. Elke ochtend neemt hij zijn tai-chioefeningen door. Vanwege de strenge coronamaatregelen kon hij er de afgelopen maanden minder op uit dan anders, maar gelukkig kan hij nog appen en e-mailen met zijn familie, onder wie zijn twaalfjarige achterkleindochter. Vanmiddag kan hij eindelijk weer eens naar een dansmiddag, vertelt hij. “Line-dancen, de chachacha, de foxtrot. Dansen is goed voor de gezondheid.”

Herdenken Het was bijzonder om de herdenking in Den Haag mee te maken, zegt hij. Andere jaren was hij op 15 augustus altijd aanwezig bij de HONI-herdenking in Den Bosch. De stichting Herdenking Oorlogsslachtoffers Nederlands-Indië herdenkt dan de slachtoffers van de Japanse bezetting en de Bersiap. Bij verzorgingstehuis De Grevelingen, waar de herdenking plaatsvindt, is een gedenkteken voor hen opgericht. De Nationale Herdenking in Den Haag zag hij altijd op televisie. “Ik was er erg van onder de indruk hoe alles was georganiseerd. De toespraken van de anderen die dag waren indringend, de intensiviteit van het geheel was heel bijzonder. Zoiets maak je maar één keer in je leven mee. Ik ben er trots op dat ik mee heb kunnen doen. Indrukwekkend vond ik dat iedereen een zonnebloem kreeg om bij het monument neer te leggen.”

Ook het weer zat heel erg mee. De zon scheen de hele dag. Dat was geen toeval, lacht Loek Middel. “Ik had de vorige dag speciaal twee lomboks (Spaanse pepers, red.) buiten neergelegd. Dat is een oud gebruik, dat ik van mijn moeder heb meegekregen. Als het in Indië lang regende en ze verlangde naar de zon, dan deed ze dat ook altijd. Zij geloofde daarin.”

Indonesische ambassadeur Gespannen was hij niet. “Ik had me ingeprent: ik sta straks voor een microfoon en dan ga ik iets voordragen. Met die gedachte ben ik daar naartoe gegaan. Op mijn leeftijd heb ik geleerd om me niet meer druk te maken. Dat is het voordeel van ouder worden. Maar als je daar eenmaal zit met het monument voor je en al die mensen om je heen, dan ben je toch onder de indruk.” Na afloop kwamen er veel bekenden naar hem toe. Zelfs mensen die hij nog kende van vroeger uit Bandung. “De ambassadeur van Indonesië kwam ook naar mij en mijn zoon toe en toen hebben we even met elkaar staan praten. Hij komt uit Cimahi, de streek rondom Bandung waar ik ook vandaan kom. Hij gaf mij zijn kaartje en zei dat hij ons nog een keer gaat uitnodigen voor een West-Javaans etentje. In mijn toespraak sprak ik twee zinnetjes in het Soendanees. Dat herkende hij.”

Veerkracht In zijn speech memoreerde Loek Middel twee Soendanese levenslessen die hij van zijn moeder meekreeg. Elehwae: durf je ongelijk te erkennen, het lucht op. En daarnaast: Entong di geleng, laat niet met je sollen. “Ik weet zeker dat velen van ons deze eenvoudige levenszinnetjes van hun ma of pa hebben meegekregen, waardoor we onze veerkracht bleven behouden.” Na zijn vertrek naar Nederland heeft hij zijn moeder nooit meer teruggezien. “Mijn moeder bleef daar helaas alleen achter. Ze wilde niet mee. Ik begreep het wel dat ze daar wilde blijven. Ze verstond wel Nederlands, maar ze sprak het niet. We zijn pas in 1986 teruggegaan toen de kinderen groot genoeg waren en we geld genoeg hadden voor de reis naar Indonesië. Mijn moeder was toen al overleden. We zijn een keer of vier geweest. Toen hebben we ook het graf van mijn moeder bezocht. Later hebben we haar via de Oorlogsgravenstichting herbegraven in het graf van mijn vader op het Ereveld Menteng Pulo in Jakarta. Ik vond het belangrijk dat ik dat op 15 augustus heb kunnen vertellen. Dat Ma en Pa sindsdien tot in de eeuwigheid samengaan.”

| 63

08-herdenken.loekmiddel-2.indd 63

15-10-2021 12:51


EDUCATIE

‘ Kinderen zijn spiegels voor ons, wakkerschudders, inspiratoren’ Drie jaar geleden begon de Nationale vfonds Kinderprijs bescheiden, op een andere locatie (gewoon op hun kantoor) en met een andere naam (Cees de Veerprijs). Editie 2021 was een vrolijke, hoopvolle happening in de Utrechtse Stadsschouwburg met tien genomineerde kinderen die zich op hun eigen manier inzetten voor een ‘vreedzame’ samenleving. door Larissa Pans foto Tycho Müller, vfonds

Hun inzet gaat van afval uit het water vissen met je eigen bootje tot knuffels en snoepjes brengen naar de IC-afdeling (“Ze moesten er een beetje om huilen”) tot het organiseren van voetbaltoernooien in de wijk om geweld en discriminatie tegen te gaan. Het werd even heel stil in de zaal toen Kindercorrespondent en presentator Tako Rietveld genomineerde Bram (10) interviewde over wat hem zo bezighield. Bram: “Ik wil liever geen bosbrand hier bij ons. Wij hebben er in Nederland nog geen last van, maar dat komt misschien wel over een paar jaar. Het is nu in Griekenland, maar straks is het bij ons.” Tako: “Dat zorgen maken, denk je vaak aan het klimaat?” Bram: “Ik lig er wel vaak van wakker. Ik denk er bijna altijd aan. Heel veel.” Denken grote mensen er wel vaak genoeg aan? Bram: “Ik denk van niet. Ik vind eigenlijk

niet dat ik dit moet doen. Grote mensen horen het te doen, maar dat doen ze niet. Ze gaan door met gas boren en vliegen.” Dus trommelde Bram zijn klas op en toog met zijn klasgenoten naar het Binnenhof om ministers op te roepen om klimaatverandering tegen te gaan. Bram: “Want veel ministers zeggen dat ze het gaan veranderen, maar dat doen ze niet.” (Scherp:) “Minister Blok zette meteen daarna zijn handtekening voor boringen in de Waddenzee. Dus ze zeggen het wel, maar ze doen het niet.”

Verschilmakers De geest van Greta Thunberg zweefde een beetje boven de middag van het vfonds, het Nationaal Fonds voor Vrede, Vrijheid en Veteranenzorg. Stuk voor stuk zijn deze tien kinderen, zoals vfondsdirecteur Lisette Mattaar het zegt, “mooie verschilmakers”. Eigenzinnige kinderen die vastbesloten zijn verandering in gang

te zetten. Mattaar: “Het vfonds vindt het belangrijk juist de jeugd te betrekken bij de onderwerpen vrede en vrijheid. We zien ze als lichtend en hoopvol voorbeeld voor de vreedzame samenleving.” Bram, Evi, Imane, Jesse & Tijs, Lars, Rosalina, Stef, Tijs, Xavi, Frédérique (allen tussen de 6-16 jaar) zijn de finalisten van de Nationale vfonds Kinderprijs 2021. Van hen is Frédérique (14) het bekendste. Wrang genoeg door het geweldsdelict waarmee zij afgelopen zomer in de media kwam. Zij werd in elkaar geslagen door een groep jongens toen ze weigerde antwoord te geven op de vraag of ze een jongen of meisje was. De foto van de behoorlijk gebutste tiener die haar vader op social media plaatste, zorgde voor veel publieke ophef. Frédérique: “Veel vrienden schrokken van die foto. Ik zag mezelf iedere dag in de spiegel met zo’n scheve neus en met van die opgezwollen lippen. Ik wist wel hoe het eruit zag.” Haar boodschap is duidelijk: “Ik vind dat ieder-

64 NCMagazine | najaar 2021

22-kinderprijs-2.indd 64

15-10-2021 13:10


een moet zijn wie hij wil zijn. Op mijn school zijn er heel veel stereotypen. Het is zo van: ‘Als jij anders bent dan ik dan mag ik je niet. Dan mag je van mij van de trap af vallen.’ Zo hoort het niet te zijn.”

Daadkracht Onder de enthousiasmerende presentatie van Kindercorrespondent Tako Rietveld – “Geef ze een grrrrooot applauss! Zullen we gaan beginnen? Hebben jullie er zin in?!” – worden de tien genomineerden voorgesteld aan het publiek en mogen ze nog één keer vertellen wat ze gedaan hebben. Blauwe en gele ballonnen op het podium, het Defensie-orkest in actie, de finalisten zitten op oranje banken. Directeur Mattaar: “Dit zijn geen standaardkinderen. Ik heb ze al eerder bij ons op kantoor ontmoet. Zelfs hun ouders zijn overdonderd door de daadkracht van hun kind. Xavi (13) bijvoorbeeld zet iets negatiefs als discriminatie en geweld

om in iets positiefs en organiseert nu voetbaltoernooien in zijn wijk. Brandweer en politie komen langs, ook om te laten zien dat ze er zijn om hen te beschermen. Zó in de roos en zo concreet. Indirect zijn we betrokken bij kinderen en jongeren, want het vfonds steunt veel educatieve projecten op school, maar het leuke van deze prijs is dat we kinderen nu naar ons toe halen. Het is fantastisch om te zien hoe deze tien het mooier en fijner maken in Nederland.” Tako Rietveld is Kindercorrespondent. “Wat ik doe is zoveel mogelijk de stem van de jeugd te laten horen. Dat deed ik vroeger al bij het Jeugdjournaal, nu wil ik organisaties ook laten zien dat zij kinderen bij hun plannen en beleid moeten betrekken. Volwassenen kijken naar kinderen en denken: ach, dat zijn die schattige wezentjes die op schommels zitten en in plassen stampen, maar zij zijn spiegels voor ons, wakkerschudders, inspiratoren.

Kinderen hebben meer te vertellen dan volwassenen denken.”

Prijs Wie er uiteindelijk met de eerste prijs – duizend euro om aan het plan te besteden – vandoor ging? Dat was de dertienjarige Imane Valk met haar projecten tegen hokjesdenken en voor haar inzet om de stem van jongeren te laten horen. Zij zit in de eerste Amsterdamse Kinderraad en is medeoprichter van kindercoalitie Jong Plein ‘40 – ‘45: samen met jonge Amsterdammers gaat ze zich inzetten voor stadsdeel Nieuw-West. Het was ook de Amsterdamse burgemeester Femke Halsema niet ontgaan dat deze actieve inwoner er met de eerste prijs vandoor ging en ze stuurde Imane haar hartelijke Instagramfelicitaties. En voor Imane geldt: dream out loud, want haar toekomstwens heeft ze ook al subtiel laten vallen: minister-president worden.

| 65

22-kinderprijs-2.indd 65

15-10-2021 13:10


JOHAN BERGSMA FOTOGRAFIE

75 jaar Oorlogsgravenstichting ‘Lang zouden ze leven’ Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog lagen over de hele wereld graven van tienduizenden Nederlandse oorlogsslachtoffers. In tegenstelling tot de landen om ons heen kende Nederland geen organisatie om voor deze graven te zorgen. Daarom werd op 13 september 1946 de Oorlogsgravenstichting opgericht. Nu, 75 jaar later, viert de Oorlogsgravenstichting haar 75-jarig jubileum. Het herdenken van de oorlogsslachtoffers is in de visie van de Oorlogsgravenstichting meer dan met verdriet achteromkijken. Het is een manier om verder te kunnen. Om met elkaar in gesprek te gaan, want achter elke steen schuilt een persoonlijk verhaal. Die verhalen stelt de Oorlogsgravenstichting komend jaar centraal. Iedere week wordt bij één oorlogsslachtoffer stilgestaan. Op de website en social media, maar ook bij het graf of een markante plaats uit het leven van het oorlogsslachtoffer. In korte films worden de verhalen verteld over de mannen en vrouwen, op hun verjaardag. Voor meer informatie, zie www.oorlogsgravenstichting.nl/jubileum

66 NCMagazine | najaar 2021

07-stavaza-2.indd 66

15-10-2021 12:50


HERDENKEN EN VIEREN

Stand van zaken door: de redactie

Jaarthema Vrijheid in verbondenheid Ieder jaar kiest het Nationaal Comité een thema dat als een rode draad door de activiteiten op 4 en 5 mei loopt. Het jaarthema van 2022 is Vrijheid in verbondenheid. Ook dit jaar zal een vooraanstaand denker worden gevraagd een inspirerende tekst te schrijven rond dit thema. Lees de jaarthematekst voor het eind van het jaar op 4en5mei.nl, onder het kopje ‘Voor organisatoren’.

Eerste editie 4FREE docentenmagazine MAGAZINE VRIJHEID & BURGERSCHAP

LESG EVEN OVE R VR IJ H E I D? H O E DO E J IJ DAT?

HOLOCAUST EDUCATIE do’s & don’ts 2

free_2021_02_cover.indd 2

DOCENTENEDITIE 202 2

N E V e E G o H e dt?o S E L ER jij da OV EID? VRIJH

4FREE DOC ENTEN EDITIE 202 2

K O O K J K I LI N E ON ow.nl 4 f re e - n

FREE

4free -now. nl

In oktober verscheen de eerste editie van het gratis 4FREE docentenmagazine. De artikelen bieden docenten inhoudelijke ondersteuning bij discussies over vrijheid en oorlog. Wat zijn bijvoorbeeld de do’s en don’ts bij lesgeven over de Holocaust? En op welke manier draagt lesgeven over de democratische rechtsstaat bij aan goed burgerschap? Het magazine gaat ook in op hoe online games over de Tweede Wereldoorlog in de klas gebruikt kunnen worden. Geïnteresseerden kunnen een gratis exemplaar bestellen op 4FREE (onderwijsinformatie.nl). De online lessen voor leerlingen van het voortgezet onderwijs en mbo zijn te vinden op www.4free-now.nl

DEMOCRATISCH BURGERSCHAP anno 2021

OORLOGSGAMES als educatief middel

31-08-2021 17:24

| 67

07-stavaza-2.indd 67

15-10-2021 12:50


Op 5 mei 2022 vinden in het hele land Vrijheidsmaaltijden plaats. Van ontbijt tot diner, grootschalig of in klein gezelschap. Hoe dan ook zijn het bijzondere ontmoetingen aan de eettafel, waar samen wordt stilgestaan bij onze vrijheid. Het Nationaal Comité 4 en 5 mei nodigt iedereen uit om een Vrijheidsmaaltijd te organiseren, zodat we op 5 mei met heel Nederland een toost op de vrijheid kunnen uitbrengen. Ben jij nieuwsgierig naar de Vrijheidsmaaltijden? Wil jij je inschrijven om op 5 mei een maaltijd te organiseren bij jou in de buurt? Kijk op www.4en5mei.nl/vrijheidsmaaltijden en meld je aan!

25-cover4.indd 68

15-10-2021 13:12


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.