Spullenhulp Nieuws 177

Page 1

N°177

BIMESTRIEEL - February / Maart 2012

SPULLENHULPNIEUWS SPULLENHULP vzw - RRP 407.139.088 - 101 Amerikaansestraat, 1050 Brussel - tel 02 537 30 26

> EDITO

@

Europa

is

In dit nieuws gaan we in op een onderwerp dat de laatste tijd centraal stond in heel wat debatten die de Europese instanties voeren. Het gaat om de voedselhulp, en dan meer bepaald de verdeling van de Europese overschotten. Of hoe de Europese staten alweer een kans hebben gemist om van het instrument «Europa » een middel te maken dat zijn bevolking ten goede komt. De Europese Commissie schat dat 43 miljoen inwoners van de Europese Unie bedreigd worden door voedseltekort. Dat betekent dat ze het zich niet kunnen veroorloven om elke twee dagen een maaltijd met vlees, kip of vlees op tafel te brengen. IndejarentachtigwerdinhetkadervanhetEuropees Gemeenschappelijk Landbouwbeleid [GLB] een voedselhulpprogrammavoordemeestbehoeftigen [PEAD - Programme Européen d’Aide aux plus Démunis ] op poten gezet. De bedoeling was om de productie voedingswaren die de opgelegde quota overschreed, te herverdelen aan kansarmen.

niet

sociaal!

Maar sinds enkele jaren hebben de producenten [vooral landbouwers en telers] het beheer van hun productie verbeterd. Overschotten zijn er dus niet meer, of in ieder geval niet genoeg. Om te beantwoorden aan de groeiende vraag van de verenigingen werd dan, nog steeds in het kader van het GLB, een budget van 500 miljoen euro uitgetrokken voor de aankoop van voedingswaren. Zo heeft Duitsland, dat de grootste bijdrage levert tot dit programma, een sterk georganiseerd lokaal systeem voor de inzameling en de herverdeling van etenswaren. Dit land moest dus bedragen betalen waarvan het maar heel weinig zelf partij trok. Zodoende ijverden Duitsland en andere NoordEuropese landen om dit ‘begrotingsonderdeel’ af te schaffen. Zij voerden het argument aan dat de bedeelde etenswaren in het begin inderdaad overschotten waren, maar dat vandaag meer dan

Verantwoordelijke uitgever: J. Coppens - 101 Amerikaansestraat, 1050 Elsene - Texte français sur demande

85% van de uitgedeelde voedingsmiddelen aangekocht werden. Met andere woorden, de maatregel had geen grond meer. En het Europese Hof van Justitie gaf deze landen, puur juridisch gesteld, gelijk. Eind 2011 werd een politiek akkoord gesloten. Het programma wordt tot in 2013 verlengd. Gezien het maatschappelijk beleid een gedeelde bevoegdheid is van de Europese Gemeenschap en de Lidstaten, zullen de lidstaten dan zelf vervangende programma’s moeten inrichten, die Europa voor 50% zal medefinancieren. Dat Duitsland en andere landen meer duidelijkheid wilden, schokt mij niet. Maar dat al deze landen het ‘normaal’ vinden dat er in een tijd van crisis èn in een verarmend Europa niet wordt gezocht naar gemeenschappelijke oplossingen die op solidaire basis worden gefinancierd, dat vind ik ronduit schandalig. … of vindt iedereen dat inderdaad niet meer dan normaal omdat Europa nooit de opdracht had om sociaal te zijn? Julien Coppens / Algemeen directeur


De honger van België In België leeft één persoon op zeven [14,6%] onder de armoededrempel1. In het Brussels Gewest ligt dat cijfer zelfs bijna twee keer hoger. Daar haalt meer dan een kwart van de bevolking [27,8%] die drempel niet. In 2009 vond 34,8% van de Brusselaars dat ze er maar moeilijk - tot zelfs zeer moeilijk - in slaagden om de ‘eindjes aan elkaar te knopen’. Dat percentage lag in 20072 nog op slechts 28,3%. Ondanks de geruststellende verklaringen van de politieke verantwoordelijken en van de economische spelers lijkt het aangekondigde sociale debacle in onze contreien nog erger te worden. Het is dus niet verwonderlijk dat meer dan ooit wordt aangeklopt bij de verenigingen die voedselhulp verlenen. Mensen die in een bestaansonzekere situatie leven, hebben vaak al te weinig middelen om zich zowel huisvesting, een goede gezondheidszorg als voldoende voedsel te veroorloven. Sommige doen dan inderdaad een beroep op voedselhulp. Voor 2010 wordt het aantal mensen die voedselhulp kregen in België op 150.000 geraamd3. Voedselhulp bestaat vooral in drie vormen: de bedeling van voedselpakketten, de sociale restaurants en de sociale kruidenierswinkels. Deze initiatieven gaan uit van de OCMW’s, van het Rode Kruis of van liefdadigheidsinstellingen. Het sociale restaurant blijft de meest verspreide vorm van hulp in Brussel. Daar worden voor een zacht prijs maaltijden geserveerd in een kader dat ook gezellig wil zijn. De tweede meest voorkomende vorm van voedselhulp in Brussel is de bedeling van pakketten. Die pakketten bestaan uit de beschikbare etenswaren, rekening houdend met de samenstelling van het gezin. Een pakket volstaat echter maar voor enkele dagen en is dus niet meer dan een zeer tijdelijke verlichting van het huishoudbudget. De derde vorm van voedselhulp is de sociale kruidenierswinkel. De sociale kruidenierswinkel is een originele manier om basisbehoeften in te vullen en tegelijk de betrokkenen uit de ‘bijstand’ te halen en ze in hun waardigheid te laten. Een sociale kruidenierswinkel is in feite een winkel in de klassieke zin van het woord, maar waar klanten allerlei producten kunnen kopen voor een prijs onder de marktprijs. In Franstalig België zijn er 47 sociale kruidenierswinkels - waarvan 6 in Brussel - voor meer dan 6.000 begunstigden4.

is het recentste initiatief van Spullenhulp dat in 2007 op de sporen werd gezet. Op deze manier kan de vereniging voedselhulp verlenen aan de kansarmsten en ze tegelijk sociale begeleiding en budgethulp bieden om dit probleem op de langere termijn uit de wereld te helpen. In tegenstelling tot de voedselpakketten kunnen de gebruikers van de sociale kruidenierswinkel zelf kiezen wat ze nodig hebben, voor 50% onder de marktprijs. Hij is gedurende een welbepaalde periode toegankelijk voor mensen in financiële moeilijkheden, die tegelijk sociale begeleiding en budgethulp aanvaarden. Maar dit project wil niet zozeer een structurele oplossing bieden voor het probleem van de al te hoge kostprijs van etenswaren op de markt, met een ‘parallelmarkt’ voor de minstbedeelden. Het is eerder de bedoeling om het budget van een gezin dat sociaal begeleid wordt, gericht te verlichten, zodat de betrokkenen er weer bovenop kunnen komen. In 2011 hadden zo 450 personen toegang tot de sociale kruidenierswinkel van Spullenhulp. Deze personen kwam zowat 1.800 keer langs om nagenoeg 65.000 stuks te kopen voor een totaal bedrag van € 48.000. Daarvoor had Spullenhulp voor € 85.000 waren ingekocht. Het verschil werd natuurlijk bijgepast door de vzw. Dat gebeurt onder meer met de winst uit de economische activiteit van Spullenhulp en de giften aan de vereniging. Zonder de gulheid van de schenkers en het geld dat de klanten uitgeven in de boetieks, zouden projecten zoals de sociale kruidenierswinkel van Spullenhulp - die dit jaar zijn vijfde verjaardag viert - nooit het levenslicht kunnen zien en zou er geen hulp zijn voor wie het nodig heeft. Deze drempel ligt op € 973 per maand voor een alleenstaande, € 1.557 voor een eenoudergezin met twee kinderen en 2.044 voor een stel met twee kinderen. Brussels armoederapport 2011. 3 Hugues-Olivier Hubert en Céline Nieuwenhuys, L’aide alimentaire au cœur des inégalités, L’Harmattan 2010. 4 Fabrice Adam en Alexandre Chaidron, Rapport REPIS - Réseau d’épiceries sociales en Wallonie et à Bruxelles, Crédal - FCSS 2010. 1

2

Spullenhulpblijftnatuurlijktrouwaanhaarhoofddoel,namelijkdestrijdtegen armoede en sociale uitsluiting in alle vormen, en daarom biedt de vzw de drievoornoemdevormenvanvoedselhulpaan.Desocialekruidenierswinkel

Interview: Fabrice Adam [Crédal] In november 2010 werd door de FdSS en Crédal een studie over de sociale kruidenierswinkels in Franstalig België gevoerd en gepubliceerd. Deze studie had tot doel om de sociale kruidenierswinkels te verenigen in een netwerk, kwestie van vlotter informatie en goede werkwijzen te kunnen uitwisselen, de logistiek en de financiering te verbeteren en de opzet van nieuwe projecten voor sociale kruidenierswinkels te ondersteunen. We maakten van de gelegenheid gebruik om enkele vragen te stellen aan Fabrice Adam, co-auteur van de studie.

Wat is Crédal en welke rol heeft u erin? Ik ben coördinator van de afdeling “Advies” van Crédal. Crédal is een spaar- en kredietcoöperatieve die het geld van zijn coöperanten ethisch en solidair belegt, onder meer met leningen aan organisaties in de sociale economie, aan microondernemers en aan mensen in nood. Naast deze activiteiteninsolidairefinancieringgeeftCrédalook advies aan sociale organisaties om ze te helpen bij hun ontwikkeling en om hun beheer te verbeteren. Crédal is tevens actief als studiebureau, en voert onderzoek naar onderwerpen zoals sociale kruidenierswinkels of sociale huisvesting.

Wat is volgens u een sociale kruidenierswinkel? Een sociale kruidenierswinkel is een onthaalplek in de vorm van een ‘traditionele’ winkel, maar waar mensen in nood voedingswaren of basisproducten kunnen kopen voor prijzen onder de marktwaarde. Het hoofddoel is dat die mensen uit de pure bijstand geraken en zo zelf verantwoordelijker worden voor hun budget, terwijl ze zich tegelijk beter bewust worden van de realiteit van de consumptiewereld. Hoe zou u de huidige situatie van de sociale kruidenierswinkels in Franstalig België schetsen? Ik zie vooral twee dingen. Op de eerste plaats is er een grote verscheidenheid qua grootte, ontstaan en opdracht. Vervolgens hebben al deze projecten steun van andere - openbare en privé - instanties nodig om hun bevoorrading en hun activiteiten te financieren. Ze zijn dus niet zelfbedruipend. Welke voordelen verwacht u van de uitbouw van een netwerk van deze kruidenierswinkels? Verenigd worden ze geloofwaardiger ten opzichte van de overheid en van

de privé-partners. Een aantal acties zijn enkel collectief mogelijk, zoals betere bevoorradingsvoorwaarden of gehoor vinden bij de overheid.

Welke gebaren verwacht u van de openbare sector? We zouden kunnen hopen op meer uitgesproken steun van de politiek om de nodige hulp in de toekomst te vrijwaren. Maar eerst moet dit netwerk goed georganiseerd zijn, zodat de politiek de gesprekspartners kent en weet waar de financiële steun aan besteed wordt.


De allereerste registratiegegevens van de verblijven van thuislozen in Brussel in 2010 La Strada heeft onlangs de eerste resultaten bekend gemaakt van de gegevens ingezameld over de daklozen die opgevangen worden in onthaaltehuizen of noodopvangcentra in Brussel in 2010. Vroeger was er in die sector niets bekend. Gedurende het jaar 2010 werden 2.304 verblijven geregistreerd in de verschillende opvangcentra die deelnamen aan de centrale registratie. Het gaat om 2.064 volwassenen of minderjarigen die gezinshoofd zijn, aangevuld met 964 begeleide kinderen. De analyse van de socio-professionele situatie van de mensen toont ons hun precaire situatie: lage scholingsgraad, geen financiële inkomsten bij het onthaal of geen eigen middelen. De meerderheid van de mensen die werden opgevangen zijn alleenstaand. De verblijfsduur is over het algemeen vrij kort, vermits ¾ van de verblijven minder dan zes maand duren. De vrouwen verblijven korter in een opvang dan mannen. Slechts 4 % van de mensen komen rechtstreeks van het buitenland vóór ze opgevangen worden. ¾ van de mensen woonden voor het binnenkomen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. 60 % van de mensen hebben de Belgische nationaliteit, de verblijfsstatuten van de overige 40 % zijn zeer divers. Bijna een kwart van de verblijven slaan op gezinnen. Het aantal kinderen dat samen met hun ouders in een opvangcentrum verblijft is 964. In acht op de tien gevallen gaat het om eenoudergezinnen, meestal moeders met kinderen. Voor wat de bestemming na het onthaaltehuis betreft, vinden minder dan één derde van de personen een privé woning. Dit aantal loopt op tot de helft voor vrouwen met kind[eren] met inbegrip van zij die naar huis terugkeren. Het aantal sociale woningen en aanverwante hulpvormen [woningen via sociale verhuurkantoren, transitwoningen en begeleid wonen] is ontoereikend. Voor sommigen [minderheid] is de begeleiding aangeboden in een onthaaltehuis noodzakelijk op langere termijn. Deze eerste analyses zijn een eerste stap. Ze geven inlichtingen over de kenmerken van de personen die in onthaaltehuizen of noodopvangcentra verblijven van het Brusselse Gewest. Met de medewerking van alle belanghebbenden, zal dit werk zijn vruchten afwerpen bij het begrijpen van het fenomeen van de dakloosheid en vooral in de keuze van de oplossingen daarvoor.


POINT CARRÉ 11.000 jeans voor Spullenhulp De vzw Spullenhulp werkte samen met de winkelketen PointCarré in het kader van de inzameling van gebruikte jeans. Het was een voltreffer. Bijna 11.000 jeans werden op deze manier ingeleverd bij PointCarré. Omdat de ontvangen jeans van zeer goede kwaliteit waren, werden de meeste ook doorverkocht in één van de 18 winkels van Spullenhulp. De winsten van heel deze actie zullen naar de financiering van de sociale acties gaan.

Benoît Devrin, adjunct-directeur van PointCarré overhandigt de symbolische cheque aan Laurent Cambier, directeur textiel van Spullenhulp.

SPULLENHULP HEEFT U NODIG : Deponeer uw kleding in één van onze 850 kledingcontainers in alle uithoeken van het land. Doe een gift: BE71-0000-1437-2669 Neem contact op met 02/541.13.86 voor een gratis ophaling. Ontdek onze 18 winkels.

www.spullenhulp.be Dit magazine wordt op gerecycleerd papier gedrukt. Uit zorg voor het milieu, kan u kiezen voor een elektronische verzending, met een bericht naar :

info@spullenhulp.be

@


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.