Klasse Magazine 035

Page 1

DOSSIER FOCUS

DIRECTEUR SLUIT HUWELIJKSCONTRACT MET DE SCHOOL 28. “EEN SCHOOL IS ALS EEN GROOT LEGOKASTEEL” 54. Dank u voor uw aandacht
Dank u voor uw aandacht Klasse.be maart 2024
035 – maart 2024 – Klasse.be

Advertentie

22.

INTERVIEW:

Klaar Hammenecker over dromen, angst en vertrouwen op de lange termijn.

30.

BEELDREPO:

Stilteplekken op school, van snoezelruimte tot tipi.

48.

REPORTAGE: Leraar Bart laat de zon schijnen in zijn lessen.

05. EDITO: TikTok-video’s

06. Lezers, volgers, posters

08. Hoe liep jouw eerste klasuitstap?

10. DOSSIER: Aandacht kan je trainen

20. BLOG: “Trots op die van Hout”

28. BRIEF: “Niemand mag het in stilte oneens zijn”

36. REPORTAGE: Een dko-klas trekt naar Oslo

40. REPORTAGE: Leerlingen willen het echte werk

42. REPORTAGE: Grote school, toch geborgen

52. SOS-BRIEF: Kopzorgen om een bijnaam

54. ANALYSE: Zo gelooft je team in zichzelf

58. LERARENKAART: Lerarendagen Trainworld en FOMU

73. DOORLOPER: Win een stapeltje boeken

WEBINAR FOCUS Hoe werkt aandacht? En hoe stretch je de focus van je leerlingen? Schrijf je nu al in voor de webinar met expert Dieter Baeyens op 15 mei 2024.

Advertentie

Je wekker loopt af. In bed scrol je half wakker door je sociale media. De berichtenstroom is zo heerlijk oneindig. Terwijl je boterhammen smeert, schreeuwt je dochter dat ze haar turnkledij nergens vindt. En help, de smerige brooddozen moet je nog afwassen. Maar eerst dat WhatsAppje beantwoorden van een vriend die zaterdag samen wil lunchen. Een blik op je klok vertelt je dat je het Guinness World Record snel douchen moet breken om tijdig op school te raken. Achter het stuur overloop je je lesvoorbereiding in je hoofd, en ga je nog net in de remmen voor een voetganger. Je holt de lerarenkamer voorbij, geen tijd voor koffie.

Als volwassenen al worstelen met aandacht, hoe loopt dat dan bij kinderen? In de app Teacher Tapp gaf bijna de helft van de bevraagde leraren aan dat het gebrek aan focus het grootste probleem is in de lagere school. Dat zijn leerlingen meer moeite kregen met opletten, merkte leraar Peter tien jaar geleden al. En in de muziekles van leraar Leen verlangen tieners in september na een halve song naar een nieuwe prikkel.

Moeten we ons dan collectief schuldig voelen telkens onze gedachten afdwalen? Nee, schrijft Gloria Mark, auteur van het boek ‘Aandacht’. Ononderbroken gefocuste aandacht is een illusie. Tijdens de dag raken je cognitieve bronnen uitgeput. Met pauzes vul je die reserves weer aan. Als je die slim invult. Want we maken framing­fouten, waarschuwt Mark. Gedachteloos scrollen door Instagram kan je brein ontspannen, maar neemt vaak meer tijd in dan we inschatten. En een kruiswoordraadsel dat je even moest afleiden, blijkt een bron van frustratie als veel vakjes leeg blijven. Je energiebalkje kleurt dan niet opnieuw groen.

Impulscontrole om dat gedrag te herkennen en te reguleren, is voor leerlingen een stevige kluif. Maar de leraren in ons dossier geven niet toe aan pessimisme. Peter heeft een gereedschapskist vol technieken om focus te fiksen. Hij stretcht de aandachtsboog en lost die daarna weer even: zijn zesdejaars lager werken nooit twee lesuren na elkaar in een boek. Leen houdt leerlingen in haar prikkelvrije klas bij de les met aha­belevingen – ‘aha, dat klassieke stuk ken ik wél!’ In haar repertoire zitten heldere instructies, motivatie en discipline. Alle drie even belangrijk, duidt expert Dieter Baeyens.

Een nieuwe ochtend in de lerarenkamer. Daar popt die WhatsApp­ballon weer op. Je schuift je gsm aan de kant. Nu even niet. Een collega schenkt koffie met grappige anekdotes. Eerst samen lachen, daarna op scherp in je klas. De leerlingen zijn mee, je voelt de aandacht zinderen in het lokaal. De dopamine die dan bij jou vrijkomt, daar kunnen geen duizend TikTok­video’s tegenop.

Femke Van De Pontseele – redacteur Klasse femke.van.de.pontseele@klasse.be

video’s Klasse Magazine 5
Edito TikTok-

Lezers, volgers, posters

- KLASSE

Emma staat als starter voor het vierde leerjaar in basisschool Omnimundo Antwerpen. Net als in Kamp Waes betekent dat: doorzetten, jezelf leren inschatten en veel teamwerk.

@HeidiWulff – Met een gevoel van incompetentie gestart in een drukke klas waarvan de parallelklas wél goed presteert. Extra grijze haren, maar met de leerlingen blijven zoeken hoe we het tóch konden laten lukken. Door samen af te stemmen, haalden we de achterstand volledig in.

“Van koekjes word je dik, juf”

Een negatief lichaamsbeeld begint al in de kleuterklas. Experten Karolien Olaerts en Rolinde Demeyer tippen op klasse.be wat je als leraar kan doen om stigma’s te vermijden.

Tekst Simon Verbist INSTAGRAM
Klasse Magazine 6 Lezers, volgers, posters

In België gaat slechts 39 procent van de woonwagenkinderen tussen zes en vijftien jaar naar school. Hoe krijg én hou je ze daar? Directeur Annick van GO! Basisschool Pee en Nel vertelt op klasse.be hoe haar team dagelijks worstelt: hoe overwin je drempels als taal, armoede en wantrouwen?

LINKEDIN - KLASSE

Het Heilige­Drievuldigheidscollege in Leuven won de Vlaamse hoofdprijs ‘Pesten, dat kan niet!’ van Kies Kleur tegen Pesten. De zesdejaars volgden een opleiding tot ‘Switcher’, zijn het eerste aanspreekpunt én bemiddelen. Bekijk hoe ze dat aanpakken.

VIND IK LEUK: 23

FACEBOOK - KLASSE

GEWELDIG: 5

YOUTUBE - KLASSE

Mediawijs met Kritikat

Wat is waarheid? Wie bepaalt dat? En mogen we soms liegen? Ook in de lagere school kan je je leerlingen al complexe vragen voorleggen. Samen naar antwoorden zoeken, lukt met de hulp van de Kritikat. Onderzoeker Eef Cornelissen: “Door leerlingen van jongs af aan kritisch te leren denken, wapen je ze tegen de lawine aan online informatie.”

Jurgen Stroobant Puberzweet! De horror

MEEST GELEZEN OP KLASSE.BE

1. VIER JE DIRECTEUR MET DEZE GEDICHTENPOSTER

2. 20 KEER ANDERS MET JE LERARENKAART

3. COMMISSIE VAN WIJZEN: “LERAREN EN DIRECTEURS VERDIENEN MEER RESPECT”

4. “OM TE REKENEN OP NIVEAU KEERDEN WE TERUG NAAR DE BASIS”

5. HOE 4 SCHOLEN HET LERARENTEKORT OMDENKEN

39
%
Klasse Magazine 7

MEGASPANNEND

“Allergieën, een hoop cash op zak en – help! – vertrekt de bus wel op tijd? Zeeklassen organiseren is megaspannend. Zeker als starter: wist ik op m’n 25 veel. Mijn grootste stressmoment als we eindelijk aan zee zitten? De post. Elk jaar zijn er weer leerlingen zonder: hart­verscheurend. Teamwerk leidt gelukkig tot oplossingen. Voor wie op woensdag nog niets kreeg, reserveren de bezoekende leraren hun gouden pen.”

Sanne De Weerdt, leraar vijfde leerjaar, VBS Kringeling in Hever

Hoe voelde jij je die eerste keer?

Klasse vraagt drie leraren naar hun eerste keer. Dit nummer: hoe voelde jij je bij je eerste klasuitstap?

Klasse Magazine 8 Hoe voelde jij je die eerste keer?

NU SNAP IK HET

“Ook met zestienplussers blijven uitstappen spannend. En vermoeiend! Niet alleen het geregel en de verantwoordelijkheid, ook met collega’s op dezelfde kamer slapen, vraagt een stretch. Maar hoe groot is de beloning als je de band met leerlingen en collega’s voelt aandikken. En als je aan de Isjtarpoort plots hoort: ‘Mevrouw, esthetica is mijn ding niet, maar nu snap ik het.’”

Leen Bockaert, leraar esthetica en geschiedenis, College Hagelstein in SintKatelijne-Waver

WALLY

“Steeds meer gezinnen hebben moeite met de schoolfactuur. Dus drukken we de kosten zoveel mogelijk. Sportdag: vier euro per kind. Een uitdaging, maar met creativiteit kom je ver. Even op bezoek in de wereld van Wally met Waar is Wally-activiteiten, een ­startdansje en ­zoekboekje: voor onze kleuters is op school sporten óók een echte uitstap.”

Stephanie Van Eenoo, leermeester L.O., VBS De Parel en VBS Pius X in regio Gent

Klasse Magazine 9

Dossier Focus

Aandacht, een illusie?

Tekst Bart De Wilde, Seppe Goossens & Femke Van De Pontseele

Illustraties Fien Jorissen Beeld Laïs Van Gestel

Hocus focus. De enige gelijkenis tussen goochelaars en leraren? Ze proberen allebei aandacht te vangen, te richten en vast te houden. Expert Dieter Baeyens en twee leraren vertellen hoe je dat in je klas zonder toverstokje klaart.

Klasse Magazine 11 Dossier Focus

Aandacht kan je stretchen

Krijgt die hagelbui meer aandacht van je leerlingen dan je les over het ancien régime? Of onderbreekt de administratief medewerker je rekenoefeningen met nieuws over de bosklassen? Hoe breng je weer focus in je klas en hoe hou je die vast?

Klasse Magazine 12 Dossier Focus

Wat is aandacht eigenlijk?

Dieter Baeyens: “Aandacht definiëren is haast even moeilijk als ze vasthouden. De meeste beschrijvingen hebben het over ‘processen die bepalen dat je brein prikkels wel of niet selecteert’. Pas als je je daarvan bewust wordt, kan je sterker focussen. Maar dat blijft vrij vaag. Daarom werk ik voor leraren liever met deze indeling in vier types: selectieve, gefocuste, volgehouden en verdeelde aandacht.”

“Intuïtief denk je misschien dat leerlingen het best presteren als ze volledig in één taak opgaan. Die selectieve aandacht zet een spot op een toets terwijl alles daarrond zwart blijft. Maar dat is niet zonder risico. Misschien mist een leerling die enkel oog heeft voor een test de extra tips die je als leraar mondeling meegeeft. Net zoals een fervente gamer thuis niet hoort dat het eten klaar is. Ook evolutionair is die hyperfocus niet zo interessant. Een kat die fanatiek op een muis jaagt, vergeet de hond die haar belaagt. Enig bewustzijn van het grotere geheel is belangrijk.”

“Daarom is gefocuste aandacht functioneler dan selectieve. Je kiest dan zelf waar je hoeveel aandacht aan besteedt. Dat kan je trainen met een gerichte zoekopdracht. ‘Weet je nog, dat land met die gekke vorm?’ Zo detecteert een leerling het land sneller op de landkaart. Net zoals je bij Waar is Wally naar wit en rood speurt, en alle andere kleuren uitfiltert.”

“Nog een stap verder gaat volgehouden aandacht. Voldoende lang kunnen focussen om tot een resultaat te komen, groeit met de jaren. Een kind van zeven kan zijn aandacht nog niet zo lang vasthouden als een tiener. Sommige experts plakken daar een aantal minuten op per leeftijd, maar dat neem je best met een korrel zout. De aandachtsspanne varieert immers per kind. En ook de leerstof speelt een rol: breuken vragen waarschijnlijk meer volharding dan een les over hobby’s of dieren.”

“Gaandeweg leren kinderen hun aandacht verdelen over twee aspecten van een taak. Ze zoeken iets op internet en schrijven daar een tekst over. Of ze nemen nota’s terwijl de leraar iets uitlegt. Dat switchen moet je ontwikkelen, weten leraren. Een leraar in het basisonderwijs zwijgt nog terwijl de kinderen iets opschrijven. In de laatste jaren van het secundair zijn leerlingen meestal voldoende getraind in het switchen en kunnen ze nog altijd luisteren terwijl ze noteren.”

Is er een link tussen aandacht en executieve functies zoals impulscontrole of werkgeheugen?

Dieter Baeyens: “Die executieve functies komen binnen via een andere theorie die aandacht ziet op een

lijn van sterk gecontroleerd tot volledig geautomatiseerd. Voor een kind dat leert fietsen, vraagt sturen en pedaleren heel gecontroleerde aandacht. Daarna gaat het snel: een paar weken later trapt dat kind volautomatisch rondjes om het huis en moet het executieve functies inroepen om afdwalende gedachten een halt toe te roepen. En als je pas leert autorijden, kan je niet met je passagiers babbelen. Het verkeer slokt al je aandacht op, wat je werkgeheugen belast.”

“Sta er als leraar dus bij stil: hoeveel aandacht vraagt lezen van een leerling? Heeft die tijdens die taak nog bandbreedte voor iets anders? Ook geroezemoes of vage instructies kunnen de mentale capaciteit van leerlingen belasten. Met duidelijke structuur en regels kunnen je leerlingen beter focussen.”

Waarom kan het ene kind veel langer opletten dan het andere?

Dieter Baeyens: “Moeilijke vraag. Het klopt dat sommige leerlingen zich van nature lang kunnen concentreren en andere snel wegdwalen. Dat kunnen we nog niet helemaal verklaren. Maar schuif als leraar niet alles meteen af op een aandachtsprobleem. Vraag je eerst af of je leerling de geselecteerde prikkels wel goed waarneemt. Misschien zit er zintuiglijk een kink in de kabel? Heeft een leerling een bril nodig? Ziet die het bord niet goed?”

“Ook in de lange ‘informatieverwerkingsketen’, kan er wat mislopen. We geven voortdurend betekenis aan wat er binnenkomt: een leerling herkent de getallen op het bord en beseft dat hij die moet vermenigvuldigen, rakelt de regels voor die bewerking op uit zijn langetermijngeheugen, schakelt zijn werkgeheugen in en zijn motoriek om die oplossing op papier te zetten. Blijft het goede resultaat uit, dan is het aan de leraar om die blackbox te kraken: in welke fase van het proces loopt het mank? Aandacht kan het juiste antwoord zijn, maar is het lang niet altijd.”

Is er vandaag een concentratiecrisis door smartphones en sociale media?

Dieter Baeyens: “Sociale media vragen geen diepe concentratie. Integendeel, ze leven van de flitsende beelden en snelle swipes. We krijgen er het ene dopamineshot na het andere. Leerlingen vertoeven vele uren per dag in die digitale wereld. Schotel je ze dan in de klas een lange tekst voor, dan blijft die dopamine uit. Dat betekent niet dat je al je lessen in hippe filmpjes moet gieten. Om het aandachtsvermogen te ontwikkelen, bied je best uitdagende lessen aan. Gooi die ‘saaie’ tekst dus zeker niet overboord. Push je leerlingen voorbij hun comfortzone om die aandacht vol te houden.”

Klasse Magazine 13
“Aandacht ligt evenveel in het kamp van de leraar als van het kind”

“Of de hele mensheid al een kortere aandachtsspanne heeft door de smartphone? Voor die grote evolutionaire impact op ons brein bestaan gsm’s nog niet lang genoeg. En hoewel de meeste onderzoeken rond gsm’s een negatieve impact op aandacht aantonen, besluiten sommige studies dat een korte pauze op Instagram je aandacht net kan boosten. Vanuit het principe: na drie uur studeren, doe ik even iets anders. Net als wanneer je een blokje omloopt. Ban je daarna de smartphone tijdens de les, dan werk je de bron van afleiding tijdelijk weg. Zoals je de blinden bij het raam even neerlaat.”

Knagen sociale media ook aan de uurtjes slaap van een tiener?

Dieter Baeyens: “Veel tieners slapen inderdaad te weinig. Smartphones brengen wat meer leven in de brouwerij ’s avonds. Leerlingen ervaren sociale druk om WhatsApp­groepen en Snapchat kort op te volgen. Maar als je motor te lang blijft draaien, val je moeilijker in slaap en ben je de dag erop minder gefocust.

“‘De koers win je in je bed’, weten wielrenners. Je capaciteiten komen pas tot hun recht als je fit aan de dag begint. Uit een studie over jongeren met ADHD blijkt dat zij ’s avonds piekeren over faalervaringen doorheen de dag. Opdrachten die ze beter hadden kunnen aanpakken, een uitspraak van een ontgoochelde leraar die blijft malen. Om dat recht te zetten, blijven ze laat doorwerken. Maar daardoor riskeren ze – meer dan andere leerlingen – in een vicieuze cirkel te belanden. Door hun hoge kwetsbaarheid voor aandacht starten ze de volgende dag nog dieper onder nul. Leer je ze om schoolwerk beter te plannen, dan kunnen ze uit die vermoeiende cirkel ontsnappen.”

Kan je aandacht stretchen? Kan je je leren concentreren?

Dieter Baeyens: “Ja. Met een arsenaal aan kleine acties, die leraren vaak al in de vingers hebben. Drie pijlers staan centraal: prikkels doseren, op motivatie inspelen en goede instructies en feedback geven. Zowel op het niveau van leraren, het lesmateriaal als het vermogen van kinderen kan je aandacht manipuleren.

Verschillende oplossingen zitten al vervat in ons schoolsysteem. Op gezette tijdstippen pauze nemen en de benen strekken, bijvoorbeeld. Tijdens de speeltijd lossen leerlingen even de aandacht om daarna weer te focussen.”

“Als leraar doseer je prikkels door te kiezen voor soberheid. Daarmee leid je aandacht naar de belangrijke dingen. Vergelijk de drukke Yahoo­startpagina van twintig jaar geleden met Google nu: geen overvloed aan berichten meer, enkel een zoekbalk. En de bedrijfsnaam, want Google wil dat je die onthoudt. Vertaald naar de klas: je lesmateriaal heeft best een goede bladspiegel, reliëf en voldoende witruimtes. En hang je muren van je klaslokaal niet vol posters, maar selecteer bewust. Gebruik je de beertjes van Meichenbaum niet meer? Haal ze dan weg. Leerlingen kijken er toch over.”

“Ook met clean desks en gangpaden zonder boekentassen beperk je het aantal prikkels. ‘Leg al je materiaal aan de kant’, zeggen leraren vaak bij een toets. Dat is ‘modelling’. Eigenlijk hoop je dat je leerlingen dat thuis overnemen. Vraagt een leraar om stilte tijdens instructie, dan beseffen leerlingen hopelijk dat rust een leereffect heeft. En dat ze – als dat kan –best geen huiswerk maken in de keuken, waar broertjes of zusjes erdoorheen praten.”

Hoe werk je aan de twee andere pijlers: motivatie en feedback?

Dieter Baeyens: “Intrinsieke motivatie en aandacht zijn communicerende vaten. Bij een monotone taak zijn leerlingen snel afgeleid. Laat je je leerlingen af en toe zelf kiezen waaraan ze werken, dan verhoog je hun motivatie. Ook met gevarieerd materiaal kan je hun aandacht stretchen. Rond daarom de reeks moeilijke wiskundeoefeningen of de lange tekst eens af met een spelelement.”

“Duidelijke instructie helpt, net als timing: ‘Werk daar tien minuten aan.’ Ook gerichte vragen en feedback tijdens een taak verlengen de aandachtsboog volgens onderzoek. Als je vastloopt, draai je cirkels in je hoofd. Stress vernauwt je aandacht. Goede feedback brengt weer orde in je gedachten, je kalmeert en weet waarnaar je moet zoeken. Extrinsieke motivatie, een beloning in het vooruitzicht stellen, draagt ook bij tot meer focus. En er speelt een emotioneel element. Bij een leraar die vertrouwen geeft, durft een kind meer. Daardoor benut het meer leerkansen.”

Veel variëren in werkvormen, riskeer je dan geen wisselkosten? Want hoe makkelijk verleggen leerlingen hun focus?

Dieter Baeyens: “Variëren is goed, maar doe het niet krampachtig. Want telkens als je van activiteit wisselt, moeten leerlingen hun aandacht losmaken, verplaatsen en binden aan een nieuwe bron. Die drie processen zijn voor elke leerling een uitdaging. Je les op voorhand opdelen in blokken

Klasse Magazine 14 Dossier Focus

Wie is Dieter Baeyens?

• hoogleraar aan de onderzoekseenheid Gezinsen Orthopedagogiek, KU Leuven

• onderzoekt de impact van instructies op het werkgeheugen bij jongeren

“Hou je klas even sober als de startpagina van Google”

van 25 minuten om de aandacht te refreshen, is dus te simpel. Hoe lang je klas de aandacht kan bewaren, hangt van de groep af, van het onderwerp, van de leeftijd.”

“De leraar is doorslaggevender dan een vaste structuur. Wie zijn leerlingen goed kent, voelt aan wanneer je net wat langer kan doorgaan. Die weet ook: aansluiten bij de interesses van je leerlingen werkt. Als je een vraagstuk inkleedt met deelnemers van De Mol trek je meer aandacht dan wanneer je willekeurige namen gebruikt.”

Leven er foute aannames rond aandacht?

Dieter Baeyens: “Sommige experten spreken over een reflexbrein, dat je ertoe aanzet om snelle, maar foute beslissingen te nemen. Dat kent echter weinig wetenschappelijke onderbouw. Het risico bestaat dat je dan heel deterministisch gaat denken. Die leerling heeft een bepaald type brein, en dat zal altijd zo blijven. Terwijl je aandacht wel degelijk kan trainen en stretchen.”

“Nog een misverstand: niet elke leerling presteert het best als het muisstil is. Zo zijn de breinen van een kleine groep mensen met ADHD uit zichzelf te weinig geactiveerd en werken die beter als ze meer input en stimulatie krijgen. Drukte zorgt bij hen voor betere impulscontrole en meer focus. Maar ook leerlingen zonder ADHD die beweren dat

ze beter studeren met muziek, kunnen weleens gelijk hebben. Een van mijn studenten nam meermaals per dag de trein Oostende­Luik tijdens de blokperiode. Zij studeerde het best met voorbijglijdende landschappen en geroezemoes op de achtergrond. Al geldt dat voor de meeste leerlingen niet.”

Wat kunnen leraren zelf doen als hun aandacht uitgeput is na een moeilijke les?

Dieter Baeyens: “Met de jaren weet je waar je sterktes en uitdagingen liggen. Die metacognitie en je planningsvaardigheden kan je inzetten. Een gouden regel: als je kan kiezen tussen een taak die je graag doet en een andere die je minder ligt, begin dan met die laatste. Spaar de laatste taak als beloning. Of verdeel de lastige taak in stapjes. Breek de berg af in kleine stukjes die je kan overzien.”

“Om je motivatie terug te vinden, kan je ook visualiseren. Moet je de woonkamer opruimen? Beeld je dan in hoe het er straks uitziet, hoe blij je partner zal reageren, hoe fier je je zal voelen. Stel je bij die berg verbeterwerk voor hoe je leerlingen straks goede feedback krijgen met die data. Of hoe ze die moeilijke leerstof morgen toch begrijpen als je het op hun niveau uitlegt.”

Klasse Magazine 15

Wie is Peter Hemelsoet?

• leraar zesde leerjaar in VLS Slotendries in Oostakker

• staat al dertig jaar voor de klas

Hoe je aandacht vangt met friscostokjes

Hoe vang je telkens weer de aandacht van kinderen op een lange schooldag? Samenhang, timing en afwisseling is de drievuldigheid van leraar Peter.

“Rond 2015 begon het me op te vallen dat mijn leerlingen uit het zesde leerjaar steeds moeilijker konden focussen. De reden? De leerlingen zijn niet veranderd, maar wel de wereld waarin ze opgroeien. Er is een tienvoud aan prikkels buiten de school. TikTok­dansjes en games lokken voortdurend hun aandacht. Alles gaat zoveel sneller. Je vastbijten in iets moet je vandaag trainen.”

“‘Aandacht waar het moet, dan gaat het goed’ is onze slogan tijdens de gouden eerste weken van het schooljaar. Met een pictogram en spellen trainen we hun concentratie. Bij een van die spelletjes krijgt elke leerling een briefje waarop een bevel staat. Ze weten niet van elkaar wat ze moeten doen. Het eerste commando luidt: ‘Als de meester start zegt, draai je de kraan open.’ Daarop reageert een leerling met het bevel ‘als een leerling de kraan opendraait, sta je recht’. Zo volgen acties elkaar razendsnel op. Wie even niet oplet, breekt die ketting. Dat spel herhaal ik in september twee tot drie keer per week.”

GEEF LES ALS EEN KAMPIOEN

“Concentratie is natuurlijk meer dan gedragstraining. Een sleutelwoord is samenhang. Aandacht vang je als leerlingen zich betrokken voelen, als je ze kan bezielen. Leraren geven per jaar ongeveer duizend lessen.

Klasse Magazine 16 Dossier Focus

Missen die samenhang, dan daalt de concentratie. Daarom sta ik pal achter ons schoolbeleid: we bundelen vakken in thema’s en projecten. Daarin brengen we aspecten van wereldoriëntatie, muzische vorming en Nederlands samen. Dit voorjaar werken we drie weken rond kinderrechten, met als apotheose een kinderrechtenavond.”

“Dat mijn zesdejaars zich tachtig minuten in een tekst over kindsoldaten verdiepten, verbaasde zelfs mijn directeur. Op het einde schreven ze een samenvatting. Natuurlijk liet ik ze niet die hele tijd in stilte boven hun boek hangen. Ze zoeken iets op, verwerken een korte opdracht. Om de klas bij de les te houden, put ik uit het boek Teach Like a Champion van Doug Lemov. Tien jaar lang observeerde hij van op de laatste bank hoe ervaren leraren hun leerlingen meetrekken. Zo ontdekte hij wat werkt in scholen met negentig procent kansarmoede.”

HOTELBEL

“Een van die technieken heet ‘bliksembeurt’. Dan vuur ik vragen af terwijl ik van de ene naar de andere leerling hop. Bij ‘iedereen schrijft’ noteren alle leerlingen het antwoord op een wisbordje. Bij ‘iedereen antwoordt’, druk ik op een receptiebelletje. Leerlingen weten dat ze vijf à tien seconden bedenktijd hebben, daarna antwoorden ze allemaal door elkaar. Dat is even een kakofonie, maar zo activeer je niet alleen de leerlingen die bij elke vraag trouw hun vinger opsteken.”

“In mijn lessen wil ik niet voortdurend vingers in de lucht. Liever trek ik op goed geluk uit een potje een friscostokje met de naam van een leerling. In een warm klasklimaat zorgt dat niet voor extra stress. Leerlingen mogen passen als ze het antwoord niet weten. Maar dat het lot bepaalt wie aan de beurt is, houdt hen scherp. Een andere tip: start je dag met een korte opdracht. Haal je eerst huiswerk op of laat je leerlingen over hun weekend vertellen, dan geef je een slappe aftrap. Laat ze liever een vraag over de vorige dag beantwoorden op een wisbordje. Dan zet je meteen de toon.”

NEUS IN EN UIT DE BOEKEN

“Moet je dat hoge tempo de hele tijd aanhouden? Nee, de afwisseling tussen snelle en langere opdrachten maakt ze net meer betrokken. Bij een bliksembeurt hangen ze aan je lippen, daarna laat je ze weer even los. ‘De komende tien minuten stel je me geen enkele vraag’, zeg ik als ze de leerstof even verwerken. Ik wissel ook af tussen individueel werk, groepjes van twee of vier en klassikaal. Elke leerling zit bovendien in een jaarteam. Die kwartetten krijgen tussendoor geregeld kleine taken die ze samen moeten oplossen. Daarnaast zetten we op school ook in op differentiatie: uitdaging of remediëring. Want je concentreren lukt alleen als je meekan.”

“Start je de lesdag met taken ophalen of weekendverhalen, dan geef je een slappe aftrap”

“Met actieve werkvormen en goede timing krijgt een brein ademruimte. Daarom denk ik vooraf na: is mijn lesdag in evenwicht? Zit er voldoende dynamiek in mijn lessen? Mijn leerlingen werken nooit twee lessen na elkaar in een invulboek. Dat is geen toegeving of pretpedagogie. Je legt de lat net bijzonder hoog door de intrinsieke motivatie te verhogen en scherpt de concentratie op een eerlijke, kindvriendelijke manier aan.”

ACTIEPUNT ‘BOEKENTAS MAKEN’

“Na de gouden weken noteren alle leerlingen enkele sterktes en werkpunten op een actieplan aan de binnenkant van hun bank. Is aandacht een werkpunt, dan geef ik tips: ‘Leg maar één pen op je bank, geen pennenzak’ of ‘Lees je toets na voor je die afgeeft’. Wie telkens spullen laat liggen in de klas, mag vijf minuten nablijven om rustig te checken of alles in de boekentas zit. Dat actieplan bespreek ik met de leerling en de ouders: wat lukt al beter, welke tips pas je al toe? Eerst krijgt de leerling het woord, dan pikken de ouders in. Zo stimuleer je zelfreflectie.”

“Als leraren zeggen dat de aandacht van hun klas na twintig minuten verslapt, is dat zonde. Alsof dat een vaststaand feit is. Net dan zijn de technieken van Lemov zo belangrijk, en de afwisseling tussen korte opdrachten en verdiepende. Aan meer concentratie werk je samen: leerling én leraar.”

Klasse Magazine 17

“Muziek vraagt net zo

veel focus als wiskunde”

Leerlingen kennen alle nieuwe hits. Maar gefocust luisteren naar een volledig nummer valt ze zwaar, stelt leraar Leen vast. Dus stretcht ze hun aandacht met aha-momenten, Taylor Swift en een prikkelarme cursus.

“In september valt het me telkens op: drie minuten naar muziek luisteren, lukt leerlingen niet. Dat klinkt gek voor tieners met een smartphone vol hits. Maar nog voor het lied kan doordringen, grijpen ze al naar een nieuwe song. Nood aan nieuwe prikkels. Muziek staat voor ontspanning, niet voor inspanning.”

“Dat beeld doorprik ik tijdens de eerste les. ‘Je krijgt maar een jaar muziekles, tijdens die uren haal ik het onderste uit de kan.’ Daarom vertel ik dat ik evenveel concentratie verwacht als mijn collega’s van wiskunde of Nederlands. Dat ik kordaat ingrijp als iemand bewust prutst met een ukelele of een luisterfragment verknalt. Met een time­out als het moet. Maar die blijft bijna altijd op zak. Duidelijke afspraken en fijnbesnaarde humor houden leerlingen meestal bij de les.”

OREN LEREN SPITSEN

“Focussen moeten ze leren. De lengte en complexiteit van stukken bouw ik stelselmatig op. Eerst wat korte nummers. Pas na voldoende training – als dieper luisteren en details detecteren beter lukt – volgen langere nummers. Mijn leerlingen krijgen op voorhand instructies mee. Ze weten waarop ze moeten letten: ‘Luister in stilte naar de zes delen van Bohemian Rhapsody. Probeer die goed te onderscheiden.’ Daarna vraag ik hen om die te koppelen aan zes schilderijen in de cursus.”

“Rond de paasvakantie duiken ze twee lesuren lang in De Planeten van Gustav Holst of sjieken ze een half uur op een partituur om daarna zoveel

mogelijk noten uit hun instrument te persen. Nog een evergreen: 4’33 van John Cage. Die speelt niet op de piano, maar verheft omgevingsgeluiden en reacties van het publiek tot compositie. Magisch hoe leerlingen muisstil wachten op die ene noot. En voor een keer is het toch oké als er eentje revolteert: ‘Hoor jij iets, mevrouw? Ik niet!’ In september waag ik me daar niet aan. Haal ik dat stuk te vroeg boven, dan valt hun aandacht al na tien seconden plat.”

VAN ONBEKEND NAAR AHA

“Ik wil mijn leerlingen uit hun comfortzone halen. Muziek introduceren die nooit door hun oortjes knalt. Toch ligt er bijna altijd een kans om aan te knopen met hun leefwereld. Dat doe ik niet als lesstarter, wel als afsluiter. Een componistenportret van Chopin en drie luisterfragmenten vormen het geraamte van mijn les over ritme. Om de begrippen ‘lento’, ‘moderato’ en ‘presto’ in te prenten, ronden we af met een Angry Birds­uitdaging. Of ze beluisteren acht fragmenten over stemsoorten en ontdekken dat ze de laatste kennen uit tekenfilms of reclamespots.”

“Ze kennen meer klassieke muziek dan ze beseffen. Dat aha­moment kondig ik vooraf aan. Het maakt ze nieuwsgierig, vergroot hun bereidheid om te focussen. En als een goede les een paar minuten vóór het belsignaal eindigt, spelen we een nummer uit de klas­playlist die we in september samen opstellen. Op die manier stapt ook Taylor Swift onze klas binnen.”

GEEN ONDERSCHEID TUSSEN A EN B

“Wat leerlingen nog motiveert om te focussen? Verbinding, interactie en hoge verwachtingen. De tweedejaars uit de B­stroom krijgen dezelfde lessen als hun leeftijdsgenoten uit de A­stroom. Muziek maakt geen onderscheid, fluister ik ze toe. Hun kaken kleuren rood: dat horen ze zelden.”

Klasse Magazine 18 Dossier Focus

Wie is Leen Van Helsland?

• leraar muziek in VLOT Lokeren, campus CREO

• gaf als starter ook aardrijkskunde, biologie en technologische opvoeding

• staat achttien jaar voor de klas

“Een sterke les is als een goeie song”

“Ik laat niet los voor ze de basis beheersen. Daarom herhalen we elke les de zeven bouwstenen van muziek op een blaadje papier. Anders rekent een halve klas op de opgestoken vinger van een pientere vrijwilliger. En tijdens de eerste groepswerken loop ik rond om te corrigeren op houding. Pas na een tijdje zit ik er minder kort op. Ze weten dan wat ik verwacht, houden zich aan de afspraken en roepen mijn hulp in als ze een error hebben.”

SOBERE CURSUS, STRAK LOKAAL

“Aandacht vragen en je klas dichtmetselen met drukke posters, dat vloekt. Mijn lokaal is prikkelarm. Strakke, spierwitte muren met achteraan twee posters. De instrumenten liggen in een bergruimte in de gang. Op hun bank verschijnt alleen wat we echt nodig hebben: boek, pennenzak, soms een laptop. Geen passer of gsm die smeekt: ‘Pruts met me’. Wel een flesje water om de stembanden te smeren. Afleiders beperken, helpt mijn leerlingen én mezelf.”

“Ook mijn zelfgeschreven cursus hou ik sober: zuinig met beelden en kleuren, gul met witruimte. Bijkomend voordeel: de cursus zit helemaal in mijn vingers. Dat laat me toe om snedig te wisselen met werkvormen. Zonder vooraf strak te timen. Als hun aandacht vervaagt, leg ik een bruggetje naar een opdracht dieper in mijn cursus.”

“Eigenlijk is een sterke les als een goeie song: met vertrouwde refreinen, afwisselende strofes en op tijd een verrassend bruggetje houden we de aandacht van ons publiek vast. Vertaald naar de klas: leraren laten gekende theorie terugkeren, bouwen er nieuwe oefeningen rond en werken af met een stevige doordenkvraag. Wie beweert nu nog dat lesgeven geen kunst is?”

Klasse Magazine 19

Het schooljaar van Sven

“Tonen wat die van Hout zo bijzonder maakt”

Tekst Seppe Goossens

Beeld Debby Termonia

“Meneer, mijn baas heeft gevraagd of ik volgend jaar blijf”, vertelde een van mijn zevendejaars duaal op maandagochtend. Weer eentje die een jobaanbieding van zijn stagebedrijf op zak heeft: dan kan mijn week niet meer stuk. Ik voel dat ze stilaan klaar zijn om uit te vliegen. Theorielessen op maandag en dinsdag zien ze meer en meer als een tussendoortje voor ze weer naar hun stageplek trekken.

Intussen duiken mijn zesdes voor het eerst in een project dat helemaal van hen is. Vaak creaties die je wel verwacht bij gasten van die leeftijd: een fancy tv­meubel, een buitenbar met krukken. Soms iets totaal anders, zoals de massieve schommelstoel die een jongen voor zijn oma wil maken. Van een traditionele draaibank tot programmeren met CNC: alles wat we hen leerden, gooien ze in de strijd.

Onze leerlingen zijn vakmannen, en dat tonen we ook graag buiten de vier muren van ons atelier. Zoals ons project ‘Meer groen op de koer’. Elke leerling Hout diende een eigen ontwerp in voor duurzame plantenbakken. Die staan nu te blinken op onze speelplaats, naast de zitbanken die we het jaar voordien maakten. En voor de stad Dendermonde bouwden we een tijdje terug een enorme picknickbank in de vorm van een boom. Iets blijvends nalaten maakt hen terecht trots.

Enkele jaren geleden vroeg Make­A­Wish onze hulp bij een houtskeletbouw. Een jongen droomde van een mancave, een eigen plek in zijn tuin om met vrienden af te spreken. De hele klas werkte zich drie dagen uit de naad. Iedereen kende zijn taak, en een leerling met ervaring bleek de geknipte ploegbaas. Toen die jongen ondanks zijn ziekte even kwam helpen, nam de groep hem meteen op. Op zulke momenten merken ze hoeveel ze met hun handen en hun kennis kunnen betekenen voor anderen.

Nog even en dan vieren we Sint Jozef, patroonheilige van de schrijnwerkers. We halen een mobiele zagerij naar school en verzagen boomstammen tot planken. Bakken pannenkoeken en spelen met de leerlingen klassiekers zoals nageltje klop of de langste schaafkrul. En als de laatste leerling naar huis is, houden we in onze ateliers een afterwork. Dresscode: iets met hout. Een avond plezier voor de collega’s, en voor ons de kans om te tonen wat die van Hout zo bijzonder maakt.

Klasse Magazine 20 Blog

Wie is Sven Arys?

• leraar hout in Óscar Romerocollege in Dendermonde

• verkozen tot Leraar van het Jaar 2023

• opent in Klasse Magazine vier keer zijn dagboek

Klasse Magazine Interview

“Ga naast je leerlingen en hun grote dromen staan”

Tekst Michel Van Laere Beeld Thomas Sweertvaegher

Klaar Hammenecker is kinderpsycholoog en een veelgevraagd expert in de media. Ze loopt mee in de coulissen van The Voice Kids en Junior Bake Off. Maar vooral begeleidt ze in haar praktijk minder gewone kinderen in gewone situaties als thuis en school. Een gesprek over dromen en bedrog en hoe bake off onderwijs is.

Klasse Magazine

Als psycholoog begeleid je kinderen en jongeren in programma’s als Junior Bake Off en The Voice Kids. Wat doe je daar?

Klaar Hammenecker: “Kinderen komen in complexe, stresserende omstandigheden terecht op een televisieset. Zingen voor een jury met Pommelien en Metejoor: sommige kinderen voelen gewoon wat spanning, andere echte stress met buikpijn. Die lopen naar de wc of ademen snel. Dan zet ik in op ademhalingsoefeningen, breng ik helpende gedachten aan of praten we over iets anders.”

“Op de groepsdynamiek werk ik ook. Kinderen voelen soms afgunst of moeten een combi vormen die in eerste instantie moeilijk klikt. Ik probeer te bewaken dat de groep geen stressor wordt maar kracht geeft. Zoals onlangs: een wat zorgzaam ouder meisje nam alle kleintjes van haar team op sleeptouw. Altijd stond ze er om te zeggen: ‘Amaai, goed gedaan!’ Ze maakte me bij momenten overbodig.”

“Goed observeren is cruciaal. Je haalt zo veel uit de lichaamstaal van kinderen: ze bijten op hun lip of friemelen aan hun kraag. Soms toont een lichaam al wat we zelf nog niet weten. Dan vraag ik: ‘Ça va, ik zie precies wat spanning?’”

“Ik ondersteun ook de coaches. In die programma’s komen steeds meer kinderen met een handleiding. Die hebben duidelijke communicatie heel hard nodig. Een bakkertje met ASS moet de opdracht snappen en een kind met dyslexie moet de instructies kunnen lezen. Daarom dubbelcheck ik de recepten.”

Wat leer jij in de coulissen van die programma’s?

Klaar Hammenecker: “Dat kinderen tot grootse dingen in staat zijn als je maar naast hen staat. Drie basics zijn daarbij belangrijk: autonomie (A), betrokkenheid of verbondenheid (B) en competentie (C). De autonomie zit bijvoorbeeld in de inspraak van de kandidaten bij de keuze van de liedjes en hoe ze die brengen. In het eerste seizoen beslisten de stylisten wat de kinderen droegen. Een veertienjarige meid die enkel wijde broeken draagt en in een strak, kort kleedje wordt gestoken, kan op het podium aan niks anders denken: iedereen lacht mij uit in dat stom kleedje. Inspraak brengt rust en vertrouwen.”

“Natuurlijk moeten kinderen ook voelen dat ze kunnen wat van hen verwacht wordt. Als je een lied moet zingen waarvan je denkt ‘dat lukt me nooit’, vergeet het dan maar. Enkel met verbinding op de hele set – met de coach, de andere kandidaten, de ouders – komt er ruimte om iets niet te kunnen en om te groeien.”

“Als je aan dat ABC voldoet, verleggen veel kinderen hun grenzen. Er zijn zelfs kinderen die moeilijk uit hun angst en onzekerheid geraken. Zij stranden soms, ook al hebben ze misschien het meeste talent. Om tot leren en presteren te komen heb je een veilig klimaat nodig. Ook op school.”

Kinderen hebben vaak grote dromen. Ze willen zanger, hartchirurg of dierenarts worden. Wat doe je als je weet: dat is te hoog gegrepen?

Klaar Hammenecker: “Laat kinderen er vooral zelf achter komen wie ze zijn, waar hun talenten liggen, hoe ze in het leven staan, waar de blauwe plekken en de blinde vlekken zitten. Een droom stretcht je, dat is geweldig. Kinderen moeten dromen, en kansen krijgen om hun dromen na te jagen.”

“Ik had recent een beloftevol turnertje in de praktijk. Ze werd boos op haar mama: ‘Hoe vaak zeg jij niet dat ik moet stoppen met turnen?’ En dan richt de mama zich tot mij: ‘Ik ben altijd zo bang dat ze zich pijn gaat doen, er is zo veel druk.’ Dus nog vóór dat meisje zich blesseert, nog vóór ze druk ervaart, drukt die ouder haar droom in. Ze hoort niet dat ze geen Nina Derwael zal worden, maar wel: pas op met dromen, die kan je toch niet realiseren. Dat meisje neemt een jammere denkfout mee.”

“Velen zijn geroepen, weinigen zijn uitverkoren. Dat klopt. De wereld loopt niet vol met Nina’s, maar dat neemt niet weg dat je een pak vaardigheden ontwikkelt als je je droom nastreeft: plannen en organiseren, doorzetten, grenzen ontdekken. Dromen zijn stevige motoren. Soms heb je grote dromen nodig om de beste versie van jezelf te worden.”

Zadelen ouders hun kind soms op met hun eigen nietgerealiseerde dromen?

Klaar Hammenecker: “Als ouder sta je voor de uitdaging om uit te zoeken waar jij staat in dit stuk: moedig ik aan, controleer ik, push ik, maak ik mijn kind bang? Zoals dat jongetje in mijn praktijk, een angsthaasje, met klamme handjes en hangend lipje. Zijn papa zei: ‘Zo erg hé, want hij is echt een goede voetballer. Volgens mij kan het ne Messi worden.’ Ik zag hoe ver die papa afstond van wat zijn zoon nodig had op dat moment: nabijheid, veiligheid en ‘maak maar je eigen keuzes, ik ben er voor je’. Kinderen kunnen enkel zichzelf worden en niet wie jij graag zou hebben dat ze worden. Leraren zien die worsteling ook als ouders zich vastklampen aan aso terwijl hun dochter helemaal opgaat in techniek.”

Leraren wijzen wel eens naar ouders die hun opvoedende taak niet meer opnemen, waardoor zij het allemaal moeten doen.

Klaar Hammenecker: “Als leraren verwijzen naar de opvoedende taak van ouders bedoelen ze vaak: ze hebben hun kind niet geleerd ons te gehoorzamen. Maar opvoeden is niet: jij die weet wat het beste en juiste is en je kind dat blindelings

Klasse Magazine 24 Interview

Wie is Klaar Hammenecker?

• kinderpsycholoog en psychotherapeut

• was zorgleraar in een basisschool en therapeut in buso (type 3)

• auteur van ‘Laat maar’ en ‘Wat elk kind nodig heeft’

• begeleidt kinderen in ‘Junior Bake Off’ en ‘The Voice Kids’

“Kinderen moeten niet de dromen van hun ouders waarmaken”
Klasse Magazine 25
“Pushen helpt leerlingen niet, trekken ook niet, maar wegkijken nog veel minder”

moet volgen. Opvoeden en onderwijs is samen ontdekken. Dat schuurt schijnbaar met de onderwijsopdracht. Want een leraar is een expert die weet hoe je leerstof aanbrengt. Maar vandaag gaat dat niet meer vanuit gezag. En daar hebben sommige leraren het moeilijk mee.”

Jij geeft ouders opvoedbasics mee en zegt dat ze ook voor leraren gelden. Hoe breng je genoeg bake off in de klas?

Klaar Hammenecker: “Opvoeden is maatwerk. We moeten op zoek naar wat elk kind al goed kan en wat het nodig heeft om te groeien. Dat betekent niet dat je in de klas 25 verschillende trajecten moet uitwerken. Even supersimpel: een derde van de klas kan met de aanpak van het handboek aan de slag, een derde heeft minder nodig en een derde heeft meer nodig. Net zoals niet elke twaalfjarige in maat 152 kan, maar de meerderheid wel.”

Jij stelt dat onderwijs geen kwestie van kunnen is, maar van aankunnen.

Klaar Hammenecker: “Klopt, kinderen moeten leerstof verwerken en daar heb je meer voor nodig dan je cognitieve mogelijkheden. Leren is een sociaal­emotioneel gebeuren. Samen de weg zoeken, soms met bakken zelfvertrouwen, soms met bergen faalangst. Zo kunnen leerlingen echt hun talenten ontdekken en in hun kracht gaan staan. Op een congres hoorde ik dat we ‘I like the teacher’ moeten vervangen door ‘The teacher likes me’. De leraar investeert in mij en gelooft dat ik een nieuwe stap vooruit kan zetten, dat moet elk kind voelen.”

Zelfvertrouwen is ook een belangrijke motor?

Klaar Hammenecker: “Ja. Maar er bestaan wel wat misvattingen over zelfvertrouwen. Mensen met zelfvertrouwen denken niet dat zij de wereld aankunnen. Ze vertrouwen wél op zichzelf en weten heel goed wat ze kunnen. Maar ze weten ook: hier ben ik niet zo goed in, daar blijf ik van weg of heb ik hulp voor nodig. Kinderen hebben dus geen positief zelfbeeld nodig, ze hebben een realistisch zelfbeeld nodig. Dat doet hen groeien.”

“Zo’n zelfbeeld krijg je niet door op je stoel te blijven zitten. Daar heb je een omgeving voor nodig waar je op je gezicht mag gaan en fouten niet afgestraft worden. Die veiligheid ontbreekt soms op school. On­

derwijs en leren worden nog te vaak als een product gezien, als een reeks van prestaties. Terwijl het eigenlijk een proces is waarbij je stilaan mag ontdekken wie je bent en wat je wil worden.”

Leraren melden steeds meer leerlingen met psychische problemen in hun klas. Jouw praktijk loopt vol. De samenleving bakt er dus niet veel van?

Klaar Hammenecker: “Zeker zestig procent van de kinderen die ik zie, heeft een angstprobleem. Dat gaat van sociale angst tot felle faalangst, extreem perfectionisme en uitstelgedrag, OCD, dwang­ en eetstoornissen. Zoveel kinderen zijn bang om er niet bij te horen, om te mislukken, om geen controle te hebben, om niet gezien te worden of om de verkeerde keuze te maken. Onrustwekkend!”

“Kinderen willen van nature uit leren en zich ontwikkelen, maar dat gaat niet automatisch. Ze hebben daarvoor de juiste, veilige omgeving nodig. Helaas groeien ze op in een angstmaatschappij die overal gevaren ziet. Vroeger keken wij ernaar uit als het sneeuwde en gingen we met de slee naar school. Dat was fun. Nu bellen ouders twee dagen op voorhand hun afspraak in de praktijk af omdat ‘code oranje’ een sneeuwbom aankondigt.”

Hoe keer je die angst?

Klaar Hammenecker: “Ik werk op het hele gezinssysteem en contra­intuïtief. We zijn geneigd om te zeggen: ‘Je moet niet bang zijn.’ Maar die uitspraak heeft nog niemand geholpen. Of we maken zaken voorspelbaar, nemen risico’s weg of nemen de controle over. Dat lost niets op. Kinderen moeten niet meer zekerheid krijgen, maar leren dealen met onzekerheid: ‘I can hold uncertainty’. Dat is een hele uitdaging, ook voor ouders.”

“Leraren moeten niet zelf de therapeut spelen. Ze moeten vooral vaklui zijn, goed lesgeven, naast hun leerlingen staan en verbinding maken. Iedereen die met mensen werkt, staat voor dezelfde uitdaging: observeer, zie wat iemand nodig heeft. En laat voelen: je staat er niet alleen voor. Stem daarna af met je leerling: wat heb jij nodig om dit te kunnen? En wat heb je van mij nodig? Die nabijheid en veiligheid bieden is al heel wat. En natuurlijk verwijs je door naar gespecialiseerde hulp waar nodig.”

Had jij zo’n leraren in jouw schooltijd?

Klaar Hammenecker: “Ik ging naar de dorpsschool onder de kerktoren waar mijn moeder juf was. Als ‘dochter van’ krijg je dan toch een speciale plek. Niet altijd even leuk!

Klasse Magazine 26 Interview

Ik kende alle leraren persoonlijk want ze kwamen bij ons thuis over de vloer. Mijn moeder was heel loyaal aan de school. Als ik met een van haar collega’s botste, kon ik thuis mijn kant van het verhaal niet kwijt. Die veiligheid was er niet. Dus slikte ik alles in.”

“Moeke was een ongelooflijk gemotiveerde leraar. Eentje van haar generatie: ze werkte dag en nacht en stelde zich weinig vragen bij het schoolsysteem waarin ze zat. Mijn vader wel en dat leidde tot discussies. Het VSO startte toen ik naar het secundair ging en ‘daar kon toch niet veel goeds van komen’. Dus moest ik een eind pendelen naar de grote stad: bus, trein, bus – zonder vriendinnen. ‘Ga ik dat ooit kunnen?’ vroeg ik me af. Gelukkig was er de leraar Frans, een flamboyante stadsmadam: parfum, juwelen en extravagante kledij. Zij deed me ontdooien. Hoe zij er stond, hoe ze iets moois van haar lessen maakte en me deed voelen dat naar school gaan niet iets is waarvoor je bang moest zijn.”

“In het derde middelbaar overleed een klasgenoot aan kanker. Heel heftig. Onze leraar Latijn nam toen heel veel tijd om met ons te praten, ons verdriet aan te pakken en te helpen

verwerken. Voor het eerst zagen we een leraar naast ons staan en kwetsbaar over zijn eigen verdriet vertellen. Dat veranderde hoe wij in de klas gingen zitten.”

Stel: je keert terug naar onderwijs. Voor welke plek kies je dan? Waarom?

Klaar Hammenecker: “Psychologie geven in de humane richtingen van het secundair, dat zou ik dolgraag doen. Maar misschien stap ik nog liever uit mijn comfortzone voor PAV in 1B. Die leerlingen wil ik goesting en zelfvertrouwen geven. Ik wil samen met hen uitdokteren hoe ze het best tot leren komen en hoe ze kunnen schitteren. Door met hen een team te vormen, op zoek naar de meest krachtige versie van zichzelf.”

“Ik besef: dat lukt niet altijd meteen. Soms zitten leerlingen in een dipje, lijkt alles van ze af te glijden. Maar dan vertrouw ik op de lange termijn. Misschien komen ze, als ze achttien zijn, fier vertellen wat ze allemaal doen. Zonder alle pluimen dan op je hoed te steken, weet je dat je werk in de klas ertoe doet. Hoe moeilijk het soms loopt: leraren hebben echt een heel belangrijke en benijdenswaardige rol.”

“Geef leerlingen niet meer zekerheid, maar leer ze dealen met onzekerheid”
Klasse Magazine 27

Brief aan mijn jongere zelf

Vier jaar geleden kreeg Lies de kans om als directeur een nieuwe school verder uit te bouwen. Leidinggevende worden? Daar koppelde ze een aantal huwelijksvoorwaarden aan. Vandaag blikt ze terug op haar ‘zijden huwelijk’ en adviseert ze haar jongere zelf.

Hey Lies

Ik weet het: je twijfelt. Deze jobaanbieding had je niet zien aankomen. Of toch niet zo snel. Je geeft dolgraag les. Hou je de deur van het klaslokaal open, in combinatie met je uren beleidsondersteuning? Of spring je en zeg je volmondig ‘ja’ tegen ‘Lies­de­directries’, hoewel dat eigenlijk nooit je ambitie was?

Je collega’s vinden je een geschikte partij. Ze kennen je als een nieuwsgierige onderzoeker die constant vragen stelt. Blijf maar trouw aan jezelf: doe even aan zelfreflectie. Welk type leidinggevende wil jij zijn? Wat apprecieer je zelf aan vroegere directeurs, wat net niet? Waar kan je nog ondersteuning gebruiken? En vooral: wil je deze sprong maken?

Eén ding kan ik je al vertellen: jij stapt niet blindelings in dit huwelijksbootje. Uiteindelijk zal je naar de selectiecommissie trekken met een aantal huwelijksvoorwaarden in je achterhoofd. Ook zij moeten weten met wie ze in zee gaan. Een partner die leertijd, steun en vertrouwen vraagt. Geen micromanager, maar iemand die gedeeld leiderschap omarmt. Ook geen echtgenoot die altijd gedwee knikt, maar iemand die lastige vragen stelt.

Spoiler alert: de commissie zal geen bezwaar maken. Trouw straks maar, Lies. In dit leven krijg je vaker spijt van dingen die je níet hebt gedaan. Schrik niet als die wittebroodsweken snel passeren. Corona zal een handrem zetten op je ambitieuze plannen. En het lerarentekort zal je dwingen om je dromen haalbaar te houden. Meer bereiken zonder je team te overbelasten? Dat wordt koorddansen.

Naast visie ontwikkelen zal er dus een nieuwe prioriteit in je huwelijkscontract komen: personeelsbeleid. Je voelt je erg verantwoordelijk voor het welzijn van je mensen. Lig er niet te veel van wakker: ook dat is gedeelde verantwoordelijkheid. En de passie die je team uitstraalt, zal anderen inspireren. Maar liefst zes ouders zullen overstappen naar het onderwijs! Hoe knap is dat?

Een goed huwelijk draait op evenwichtige partners. Blijf bouwen aan die open sfeer waarbij elke stem telt. Een team hoeft het niet over elke beslissing eens te zijn. Maar niemand mag het in stilte volledig oneens zijn. Misschien ligt daar jouw grens: onuitgesproken wrevel. Daarvoor zou je misschien de scheiding aanvragen.

Je vraagt me of ‘Lies­de­directries’ een huwelijk voor het leven is … Eerlijk? Geen idee. Soms zal het kriebelen om weer voor de klas te staan. Om je impact op het leven van leerlingen heel direct te voelen. En om de kar van binnenuit te trekken. Ik kan niet voorspellen welke functie er over tien jaar op je contract zal staan. Van één ding ben ik wel vrij zeker: je zal altijd een schoolontwikkelaar blijven. Maar dat kan ook als leraar, zorgleraar of beleidsondersteuner. School maken doe je samen.

Liefs

Klasse Magazine 28 Brief

Wie is Lies Van Maldergem?

• directeur van freinetschool Het Tandwiel in Gent

• begon in 2001 als leraar in freinetschool De Boomgaard in Gent

• stapte in 2018 over naar Het Tandwiel als deeltijds beleidsondersteuner

• volgde een banaba Schoolontwikkeling

GBS De Pluim in Knokke-Heist

Leerlingen ontstressen in kunst van Philip Aguirre.

Rust in de rush

Beeld Kevin Faingnaert

Tekst Rebecca De Clerc

Op school draaien breinen op kruissnelheid. Toch moeten ze af en toe offline gaan: om leerstof te verwerken, te spelen en te groeien.

Niet voor elke leerling is de drukke speelplaats ideaal. Veilig opgeborgen vinden sommigen – alleen of in groep – de stilte.

SMIKS in Keerbergen Liggen, hangen, zitten: een stiltesessie in ‘het Nest’ geeft puberbreinen rust.

Klasse Magazine 30 Beeldrepo

VBS De Zonnebloem in Beernem

Het fort op de speelplaats is ideaal als vluchtplek of voor een gesprek.

Klasse Magazine 31
Klasse Magazine 32 Beeldrepo
MPI Kompas in Sint-Niklaas Een snoezelruimte is dagelijkse noodzaak in buitengewoon onderwijs. Prikkels op maat kalmeren.

Onze-Lieve-Vrouwecollege in Assebroek

In de ‘blauwe zone’ kunnen leerlingen vraagtekens zetten bij de dagelijkse druk(te).

Klasse Magazine

GBS De Pluim in Knokke-Heist In de schoolgangen vluchten leerlingen voor het lawaai in nissen en holletjes.

Beeldrepo
Klasse Magazine 34

GBS Sint-Brixius-Rode in Meise

Rust vinden tussen al die cowboys op de speelplaats?

Dan sluip je naar de tipi.

GBS ’t Blokje in Loenhout Een schuilplek in het groen kan wonderen doen. Binnen kleurt de pauze blauw.

Klasse Magazine

Hei Norge!

In april 2023 bezoekt KA! Kunstacademie Eeklo Noorwegen. Met 25 elf- en twaalfjarigen, veel animo en twee koffers vol verfbenodigdheden. Als eerste deeltijds kunstacademie via Erasmus+. Wat aan die reis voorafging? En met welke inzichten ze thuiskwamen? Directeur Roos en leraren beeld Sigrid en Annika vertellen enthusiastisk.

Sigrid: “Rendierstoofpotjes, Microsoft Translator, de vliegsteward die ons voor gek verklaarde: onze reis was er een van onvergetelijke eerste keren. Maar de eerste keer uitzoeken hoe je Erasmus+­subsidies aanvraagt voor een academie deeltijds kunstonderwijs stak er met kop en schouders bovenuit.”

Roos: “Zeker weten! Het idee voor de reis ontstond tijdens functioneringsgesprekken. ‘Wat wil je nog graag doen voor je op pensioen gaat?’ vroeg ik enkele leraren. Sigrid antwoordde: ‘een samenwerking met het Internationaal Kinderkunstmuseum in Oslo’. Een zot idee, maar ik zag er veel kansen in. Het uitzoeken waard!”

OPPSTARTEN

Annika: “Snel daarna begonnen we na te denken. Het allerbelangrijkste: alle leerlingen van het vijfde en zesde leerjaar beeld moesten de kans krijgen om mee te gaan. Gratis. We staan ook in onze dagelijkse werking voor betaalbaarheid: leerlingen hoeven zelf geen materialenkoffer aan te kopen en we zijn creatief met afvalmateriaal. Aan dat principe moesten we ook nu vasthouden.”

Sigrid: “Op zoek naar subsidies en partners dus. Contact met het Kinderkunstmuseum leverde helaas niets op. Maar dankzij het Consulaat van Noorwegen in Antwerpen stootten we op Sjøholmen Kulturhus, een kleine academie in Sandvika, nabij Oslo. En via via kwamen we Erasmus+ op het spoor. Sinds 2021 engageert Europa zich ervoor nog meer uitwisselingskansen te bieden aan een nog breder scala van organisaties. Misschien ook aan ons?”

Roos: “We waren het eerste dko die zich informeerde over Erasmus+ in het basisonderwijs. Pionierswerk is nooit simpel. We spraken verschillende keren met de mensen van Epos, die in

Vlaanderen voor Erasmus+ instaan. De ene keer pasten we wel in het plaatje, de andere keer niet: frus­tre­rend voor ons én voor hen. Maar ons dossier werd uiteindelijk in december 2022 goedgekeurd.”

“De belangrijkste voorwaarde? Uitdagende pedagogische doelstellingen voor beide partners. Terwijl onze voornaamste uitdaging in het interculturele lag – een nieuwe cultuur leren kennen, samenwerken over landsgrenzen heen – wilde Sjøholmen leren digitaliseren. Zij betrokken op hun beurt nog een derde partner, Connected Art, die zich specialiseert in de digitale mogelijkheden van kunst.”

Klasse Magazine 36 Reportage

Wie is Roos Lauwaert?

• sinds 2016 directeur van KA! Eeklo

• daarvoor leraar beeldatelier en grafiek in Zottegem en Gent

Wie is Sigrid Olsen?

• 32 jaar lang leraar beeld in KA! Eeklo

• op pensioen sinds augustus 2023

Wie is Annika Ingelaere?

• sinds 1996 leraar beeld in KA! Eeklo

• daarnaast juweel- en grafisch ontwerper

Annika: “In overleg met Sjøholmen en Connected Art klopten we dit project af: samen met de Noorse leerlingen zouden we een muur schilderen in augmented reality (AR). Scan je hem met je telefoon, dan komt hij tot leven. Streetart 2.0.”

“Niet alleen sprak die AR tot de verbeelding van onze leerlingen, ook het authentieke enthousiasmeerde. Dat er de komende vijf jaar in Sandvika een échte muur staat die zíj mee hielpen schilderen, vonden ze fantastisch.”

Sigrid: “De leerlingen overtuigen om mee te gaan, ging vlot. Maar daarmee waren de ouders nog niet aan boord. Je elfjarige toevertrouwen aan de academie waar die twee uur per

week les volgt? We konden hen maar beter tot in de puntjes informeren. Dus organiseerden we een Noorse infoavond met foto’s van ons hostel, een uur­tot­uur­planning ... Alles superconcreet.”

“De avond afsluiten deden we met een lastige boodschap: omdat we op dat moment een optie hadden op vliegtickets die erg meevielen in prijs, moesten de ouders binnen de week bevestigen. Nóg een obstakel, dachten we, maar de eerste twee inschrijvingen rolden diezelfde avond nog binnen.”

Klasse Magazine 37
“Wij kunnen iets leren van de Noorse work-life-balance”
Roos, directeur

REISEN

Annika: “Voor de leerlingen begon de reis in de krokusvakantie van 2023. Tijdens een driedaagse op onze academie maakten ze via WhatsApp en met de hulp van Microsoft Translator kennis met hun Noorse buddy. Leuke tegenstelling: terwijl de volwassenen –ook Erasmus+ – bang waren voor de taalbarrière, was die voor de kinderen totaal geen drempel. Tussen de lessen door hadden ze al Snapchats uitgewisseld en ook in de weken daarna werd er duchtig heen en weer kommunisert.”

“Inhoudelijk draaide die driedaagse rond de muurschildering: onderzoek naar thema’s, het uitwisselen van technieken, insecten ontwerpen en lasercutten –het zijn die insecten die uiteindelijk voor het AR­effect zorgen. Maar wat mij vooral bijgebleven is, is hoe de leerlingen naar elkaar toegroeiden. Hun band is echt sterk: bijna een jaar later klitten ze nog aan elkaar. Het aantal leerlingen dat we normaal gezien verliezen na de overgang van lager naar secundair, is in deze groep opvallend beperkter.”

Sigrid: “Voor mij onvergetelijk: hoe hun verlangen groeide. En hoe uitgelaten ze waren toen we in Gent­Sint­Pieters vertrokken. En hoe ze de volgende dag opgingen in de kunst van het Nasjonalmuseet en Vigelandpark, het Middelheim van Oslo.”

Roos: “Die uitbundigheid hield, ook bij ons, de hele reis aan. Al waren er wel enkele – ahum – onvoorziene omstandigheden. De ongeruste blikken en ‘Are-you-sures?’ die we van de vliegstewards en hoteleigenaar kregen, bijvoorbeeld. Noorse klassen zijn doorgaans kleiner: tien kinderen is al heel wat. Terwijl wij met een bende van 25 op pad waren. Er kwam zelfs iemand – al lachend – vragen of we een doodswens hadden. Daar krijg je niet bepaald zelfvertrouwen van.”

“Of toen we op onze derde dag kennismaakten met Sjøholmen Kulturhus en de coördinator voor onze ogen naar het ziekenhuis afgevoerd werd nadat ze onwel geworden was. Én we constateerden dat er – ondanks gemaakte afspraken – bijna geen materiaal voorzien was. Daar sta je dan, in een vreemd land, met je bende van 25. Wij hebben daar zelfs in de kelder naar verfpotten gezocht, om uiteindelijk een plan C uit onze mouw te toveren: de koffers van Sigrid en Annika vol verfmateriaal, ‘voor het geval dat’. Vlaamse voorzienigheid.”

Sigrid: “Ik denk niet dat ze geloofden dat we effectief met 25 leerlingen zouden arriveren. Daardoor mispakten ze zich aan de grootte van het project. En dat die coördinator onwel werd. Tja, een tilbakeslag. Maar zoals wij dat gewend zijn, slalomden we ons een weg door alle losse eindjes, zonder dat de kinderen er iets van merkten. Voor ons out­of­the­boxdenken kregen we pluimen van onze Noorse collega’s. Zo kwam het toch nog goed met dat zelfvertrouwen.”

Klasse Magazine 38 Reportage
“Taalbarrière? Geen obstakel met de juiste app”

Annika, leraar beeld

“Werken aan de muurschildering was het mooiste pensioencadeau mogelijk. Hen samen met de Noorse groep in de weer zien met afplaktape, rollers en borstels. Hen hulp zien vragen aan elkaar en leren van elkaar. Hen zien opgaan in een andere cultuur. Hun zelfvertrouwen zien toenemen naarmate de muur vorderde. Hun trots voelen eens die af was.”

HJEMKOMSTEN

Annika: “Zodra de verf op de muur hing, kwam in onze koffers plaats voor inzichten vrij. Door het project hebben we enorme stappen gezet op digitaal vlak. Ik toonde collega’s op onze pedagogische studiedag welke apps hun lessen kunnen verrijken. Dat ik de iPads sinds kort moet reserveren omdat ze zo vaak gebruikt worden, neem ik er met plezier bij.”

“Plus, het was fijn om bevestigd te zien dat wij heel wat bereiken met onze leerlingen. We verlagen de lat niet snel als een kind weinig beeldtaal heeft en trappen niet te vaak in de val van het cliché: naast de Mondriaans en Dalí’s, werken we ook rond de minder bekende kunstenaar die tijdelijk het S.M.A.K. siert. Daar mogen we fier op zijn.”

Roos: “Omgekeerd kunnen wij echt iets leren van hun work-life-balance. Om 21 uur snel nog even Teamsen? Ondenkbaar voor hen. En hoewel dat tijdens het project soms lastig was, is overal ‘ja’ op zeggen niet duurzaam. Dat het ook anders kan, zit nu meer on top of mind. Al is het nog wel zoeken hoe.”

“Voor ons out-of-the-boxdenken kregen we pluimen van onze Noorse collega’s”

Sigrid, leraar beeld

Benieuwd naar de muurschildering van KA! Kunstacademie Eeklo en Sjøholmen Kulturhus? Via deze QR-code kan je ze bekijken.

Klasse Magazine 39

“Innovatie is trial and error”

Tekst Veerle Vanbuel

Beeld Katrijn Van Giel

Om op vernieuwingen in de sector te kunnen inspelen, gooide GO! De Scheepvaartschool in Antwerpen het over een andere boeg: de bsoopleiding Binnenvaart en beperkte kustvaart werd modulair. Inspiratie vond ze bij andere scholen. “Maar door onze specifieke context konden we niks honderd procent kopiëren”, zegt voormalig directeur Roel Buisseret.

“De blauwdruk voor onze vernieuwing lag in gesprekken met vierdejaars. Onverschillig gedrag en ondermaatse resultaten deden meteen een alarmsignaal afgaan. Demotivatie was voor ons ongewoon: onze leerlingen kiezen doorgaans heel bewust voor hun opleiding. Vele van hen zijn zelfs opgegroeid in het scheepsleven.”

“‘Kinderen die zich vervelen, worden vervelende kinderen’, wist ik. Met die bezorgdheid stapte ik naar de leerlingen. Die vertelden me dat het theoretische deel van de opleiding te lang duurde en niet meer in lijn met de werkelijkheid lag.”

“Ons opleidingsschip en onze simulator? Dat vonden ze niet het echte werk. Ze vroegen naar meer aansluiting bij de realiteit: weer en wind, de geuren en deiningen van een schip, de omgang met échte scheepslui zonder pedagogische achtergrond, meer autonomie. Hun verzuchtingen sloten naadloos aan bij die van de binnenvaartsector zelf. Er was werk aan de winkel.”

OVERSTAG

“Binnenvaartonderwijs kan je in Vlaanderen alleen in Antwerpen volgen. Daarom gingen we praten met Nederlandse scholen. Niet alleen bestond daar toen – schooljaar 2017­2018 – al een systeem waarin leerlingen een groot deel van hun lestijd op de werkvloer doorbrengen, Nederland heeft maar liefst zes binnenvaartscholen. We legden ook ons oor te

40 Klasse Magazine Reportage

Wie is Roel Buisseret?

• directeur GO! De Scheepvaartschool Antwerpen van 2016 tot 2023, opgevolgd door Ingrid Vermeir

• momenteel beleidsondersteuner HR bij scholengroep GO! Antwerpen

“Leerlingen vroegen naar het echte werk: weer en wind, de geuren en deiningen van een schip”

luisteren bij het centrum Leren en Werken. Die contacten leverden inspiratie, maar onze sector is zo specifiek dat we alle succesfactoren nog moesten vertalen. Naar onze leerlingen en leraren, en naar ons gebouw en opleidingsschip.”

“De leerlingen twee dagen naar school en drie dagen op stage sturen, zoals in het deeltijds beroepssecundair onderwijs (dbso)? Dat lukt niet. Wij rekenen namelijk in weken, want leerlingen zitten twee of drie weken op een schip en moeten in pakweg Basel aan of van boord gaan. En onze stageplanning is des te complexer, omdat we wettelijk gezien ook rekening moeten houden met de schoolvakanties.”

“De succesfactor ‘intensieve begeleiding’ uit het dbso kreeg daardoor een vertaling naar ‘intensieve begeleiding op afstand’. We hebben een leraar die voltijds contacten onderhoudt. Met de sector, de afzonderlijke schepen én de leerlingen die weken van huis zijn. Bij haar kunnen leerlingen altijd hun verhaal kwijt.”

“Ook de klassenraden verlopen daardoor via een ander ritme. Omdat ze twee of drie weken op een schip zitten, waren we genoodzaakt de rapportperiodes aan te passen. Van vier rapportperiodes in de eerste en tweede graad naar drie in de derde voor leerlingen in de opleiding Binnenvaart en beperkte kustvaart. Onze aspirant­stuurmannen in het zevende jaar hebben er slechts twee. En omdat hun werkgevers zo’n belangrijke rol spelen, betrekken we ook hen. We vragen hen op voorhand de leerlingen via een vragenlijst te beoordelen en overlopen die telefonisch. Een hele klus, maar hun input verrijkt onze klassenraden enorm.”

BIJSTUREN

“Innoveren is trial and error. Proberen, kijken wat er gebeurt, bijsturen, nog eens proberen. Ook al heb je een goed plan, je botst onvermijdelijk op dingen die je op voorhand niet zag. Zo weten we nu dat er beter geen lesweek tussen een stage en een schoolvakantie zit. De knop omdraaien na drie weken aan boord, is niet evident. Plus, die weken zijn best vermoeiend.”

“En we ontdekten dat duaal leren niet volledig matcht met onze sector. Binnen dat kader hebben leerlingen immers niet de kans om stage te lopen in moderne buitenlandse rederijen. Ongewild verengden we de sector zo tot enkele Vlaamse spelers. Onze leerlingen van het vijfde en zesde jaar volgen nu stage in het niet­duale in plaats van duale traject. Hen uitleggen dat ze dan geen geld meer verdienen, vergde wel wat diplomatie. Maar die omschakeling biedt ons gewoon veel meer voordelen. En omdat de opleiding Aspirant­stuurman in het zevende wél duaal blijft, hebben ze nog steeds een motiverend vooruitzicht.”

Dit artikel verscheen voor het eerst in het gratis e-book Onderwijsinnovatie van Klasse en Veranderwijs. Zelf ook zin in vernieuwing? Of nood aan inspiratie voor de vernieuwing die al loopt? Download de tips, tools en praktijkvoorbeelden hier.

41 Klasse Magazine

De directeur

“Goed omringde leraren maken slimme keuzes”

Tekst
42 Klasse Magazine Reportage
Klasse Magazine

Basisschool De Vlinderboom telt van elke klas vier leerjaren. Kan een grote school ook geborgen zijn? En hoe werk je samen – niet in eilandjes – aan beter onderwijs? Directeur Kelly: “Leraren zijn het kruispunt van onderwijskwaliteit. In hun klassen gebeurt het.”

8.30 uur. Iedereen heeft haast. Ouders schieten in krappe parkeerplekken of snelwandelen hun kinderen naar school. Werklui knappen de school op en zwoegen zich in het zweet om niet achterop te geraken met hun werkschema. Een eekhoorn – de school grenst aan het Te Boelaerpark – klautert vliegensvlug een oude boom in.

Leraren pauzeren de ochtendrush. Een juf houdt toezicht en beantwoordt een vraag van een moeder die op haar felkleurige fiets nog net het belsignaal haalt. Een meester polst in de hal bij een jongen waarom hij met een kartonnen toren zeult. “Ik wil zoveel mogelijk handtekeningen tegen pesten verzamelen”, antwoordt de leerling. De leraar haalt eerst de loftrompet boven. En dan zijn stylo.

Een toren vol handtekeningen, dat moet lukken in deze vierstroom. De Vlinderboom telt van elk leerjaar vier parallelklassen en tikt af op een kleine 900 leerlingen en 60 personeelsleden. Die zwermen uit over drie aan elkaar grenzende vestigingen: de kleuterafdeling, de drie eerste jaren en de drie laatste jaren van het basisonderwijs. “We zijn groots”, lacht directeur Kelly. Maar hoe leid je een team dat zoveel koppen telt? En hoe verzoen je groot met geborgen, voor je leerlingen en je leraren?

EERSTE INDRUK

“Ik startte in onderwijs als leraar in het vijfde en zesde leerjaar, nam ook wat zorguren op. Na een tijdje begon het touwtrekken tussen lesgeven en beleid maken. Toch dacht ik niet meteen aan een directeursfunctie. Dat manusje­van­alles komt in het basisonderwijs te weinig toe aan leidinggeven, was mijn beeld. Het hield me niet tegen om deel te nemen aan sollicitaties en in een werfreserve te belanden. Omdat het tekort aan directeurs levensgroot is, word je sneller dan verwacht van de bank gehaald.”

“Toen ik vier jaar geleden in De Vlinderboom startte als directeur van twee vestigingen basisonderwijs, vulde ik mijn agenda twee maanden met kennismakingsgesprekken. Wat moet ik van jou weten, van de school? Het doel: elkaar leren kennen, mijn eerste indrukken toetsen aan de verhalen van alle collega’s. Uit die gesprekken bleek dat het team eigenlijk gevraagd had om een directeur met twintig jaar ervaring. En daarbij intuïtief dacht aan een man. Het was de netwerkdirecteur die dat durfde doorprikken en de match tussen de school en mij – mijn voorkeur ging naar een grote school –zag. Die inschatting zat juist: ik voelde veel open armen.”

“We nodigen iedereen uit om eens boterhammen te eten in de andere lerarenkamer”
Klasse Magazine 44 Reportage

Wie is Kelly Thyssen?

• directeur van basisschool De Vlinderboom in Antwerpen, afdeling lager onderwijs

• stond twaalf jaar voor de klas in het vijfde en zesde leerjaar

“Drie uur per week kunnen leraren me boeken om mee te draaien in hun klas”

“Wat vaak naar bovenkwam: de school was een eilandenarchipel. De drie vestigingen stemden heel weinig af met elkaar. Ze draaiden, maar een diep teamgevoel ontbrak. ‘Weer fier in onze school worden’, noteerde ik als werkpunt. En meer vertrouwen voelen in de kwaliteiten van onszelf, collega’s en leerlingen. Wat me nog opviel: onze grote school ging gretig in op allerlei projectvoorstellen. Maar niemand had het overzicht: wie in welke vestiging was waarmee bezig? Door die koterijen dreigden we in te boeten aan samenhang en onderwijskwaliteit.”

DE WARMTE VAN EEN KLEINE SCHOOL

“Stap één: met het beleidsteam van de kleuterafdeling de versnippering wegwerken. Pedagogische studiedagen doen we vaker samen, net als thematische werkgroepen die ons allebei aanbelangen: woordenschat of effectieve didactiek. Aparte nieuwsbrieven en Facebook­pagina’s schrapten we. Noodzakelijk. We speelden onderweg leerlingen kwijt omdat het sommige ouders ontging dat we een en dezelfde school zijn.”

“Toch gooien we niet alles om. We zoeken voor onze leerlingen voortdurend naar het midden tussen geborgen en groot. De aparte gebouwen en speelplaatsen vinden we nog altijd een troef. Geen opgeschoten tiener die knalhard een bal tegen een kleuterhoofd trapt. En speeltuigen op maat. De overstappen bereiden we wel beter voor. Kleuters komen proeven van het eerste leerjaar. En als ze starten, koppelen we ze aan derdejaars. Die duo’s blijven elkaar terugvinden. Ook later, op de laatste vestiging. Zo verwekken we de warmte van een kleine school op een grote school.”

“Wat we voor leerlingen doen, trekken we als beleidsteam door naar collega’s. Gezellig, die aparte gebouwen en vertrouwde gezichten, maar we nodigen iedereen uit om eens boterhammen te eten in de andere lerarenkamer. Een warme aanvuller op toenemend overleg in werkgroepen en teammomenten.”

MEVROUW, WIE BEN JIJ?

“Het beleidsteam kwam samen met onze leraren vrij snel tot enkele focuspunten: effectief lesgeven, fysieke en mentale gezondheid van leraren en leerlingen, milieuzorg. Wetenschappelijk onderzoek nemen we grondig door. Niet om daarna klakkeloos over te nemen maar om te matchen aan onze praktijk en ervaring. We willen een veilige haven zijn waar écht geleerd wordt, voor alle leerlingen.”

“Die leerlingen spreken me soms aan: ‘Mevrouw, wie ben jij?’ Pijnlijk vond ik dat, die eerste maanden. Maar intussen weet ik: dat sommige leerlingen me niet kennen, bewijst dat het zorgsysteem goed draait. Als ik alle namen wil kennen, moet

Klasse Magazine 45

ik elke dag toezicht houden aan de poort, op de speelplaats en in de refter. Maar vul ik mijn job als directeur dan goed in? Belangrijker is: korte lijnen leggen. Zorgen dat leerlingen aanspreekpunten hebben. De klasleraar is hun eerste optie, weten ze. Lukt het daar even niet, dan staat een groene leraar of vertrouwenspersoon klaar. Toch liever een ander gezicht? Dan kloppen ze bij de zorgcoördinator aan. Of bij een van de twee deeltijdse beleidsondersteuners, de gezichten van elke vestiging. Ik ben pas de laatste schakel.”

“Ik wissel tussen de vestigingen van de basisschool. Elke vrijdag sturen we vóór 18 uur – collega’s verdienen rust in het weekend – onze nieuwsbrief uit. Die bevat naast praktische info ook mijn agenda. Het eerste lesuur op maandag, dinsdag en vrijdag kunnen leraren mij boeken. Dan draai ik mee in hun klas voor zorgondersteuning, verlengde instructie of om groepswerk te begeleiden.”

“Verkopen die uurtjes zichzelf uit? Niet altijd. Blijf ik vrij, dan loop ik door de gangen. Of stap ik een klas binnen om een instructie mee te nemen of een handje toe te steken als een leerling voor wat onrust zorgt. Dat helpt me achteraf tijdens het zorgoverleg. In uiterste nood neem ik klassen over. Dan kies ik bewust voor een klas met de pittigste profielen. Zo weet ik zelf wat het is om met die kinderen te werken.”

VERDOKEN COMPLIMENTEN

“Belangrijker dan alle leerlingen kennen, is mijn leraren kennen. Personeelsbeleid en onderwijskwaliteit, daar liggen mijn hoofdtaken als directeur. Hoe hou ik iedereen gezond en gelukkig? Hoe stimuleer ik inhoudelijk overleg met alle parallelcollega’s zonder papierload en hoe laat ik iedereen groeien? Dat gebeurt niet vanzelf. Maar terwijl teamleiders in andere sectoren vijftien mensen leiden, tel ik er zestig. Een paar korte klasbezoeken volstaan niet voor eerlijke en rijke groeigesprekken. Daarom werkten we een 360° uit. In stappen, want snelle veranderingstrajecten trappen te vaak op de adem.”

“Het eerste jaar vroegen we van onze leraren een zelfevaluatie om ons gesprek voor te bereiden. Het tweede jaar moesten ze ook input vragen aan minstens twee collega’s. Dat kon via een document met vijf positieve vragen, zoals: in welke eigenschappen herken je je collega? Maar ook: geef je een groeipunt mee? Dat laatste bleek niet simpel. Topper onder de groeipunten die eerste keer: ‘Je moet niet zo hard werken.’ Een verdoken compliment. Intussen durven mensen schrijven: ‘Ik denk dat je instructie nog beter kan.’ En de ontvanger weet: die collega ziet me graag, wil me met veel liefde vooruithelpen. Sommige collega’s sturen vier formulieren rond. Ze redeneren terecht: mijn collega’s kunnen me het best inschatten. Ze weten hoe ik met hen samenwerk, hoe ik omga met mijn leerlingen.”

“Met lood op je schouders kan je niet groeien”

“Extra laag in het derde jaar: verzamel feedback van leerlingen. Anoniem als dat een­op­een gebeurt, maar het mag ook via een stellingenspel of via de zorgcoördinator. We speelden zelfs met het idee om ouders te bevragen. Dat doen we al over de school, dus waarom niet over de leraar? Voorlopig hebben we dat idee geparkeerd. Ouders kijken met een vergrootglas naar onderwijs, leraren staan gigantisch onder druk. Niet het goede moment dus.”

CIJFER OP DE STRESSLIJN

“Die vier invalshoeken – de zelfreflectie van de leraar, de feedback van collega’s, van leerlingen en mijn klasbezoeken – maken het gesprek veel rijker. Ze brengen zoveel interessante aanknopingspunten. Maar ik trap altijd af met dezelfde vraag: ‘Waar zit je op de stresslijn van nul tot tien?’ Volgt er een hoog cijfer, dan gaan mijn voorbereidingen aan de kant. Je kan niet groeien met lood op je schouders. We bekijken samen wat de school kan doen, of we een externe expert inroepen. Welzijn gaat boven alles, te veel betrokken leraren landen in een burn­out. Dat willen we absoluut voorkomen.”

“Zit het cijfer op de stresslijn goed, dan bespreken we de 360°. Leraren krijgen de leiding. Ze moeten geen documenten voorleggen, wel toelichten wat ze uit de feedback van collega’s en leerlingen halen. Opnieuw: veiligheid. Bovendien is het allerbelangrijkste dan al gebeurd. De feedback kruipt via hun mailbox in hun hoofd. Tijdens het gesprek gaat het ook over de school. Kiezen we de juiste focuspunten, krijg je voldoende ondersteuning van ons, communiceren we helder?”

“Op het einde richten we de blik vooruit. Wat zijn je groeipunten? Waar wil je volgend jaar staan als we weer samenzitten? We leggen allebei iets op tafel, beslissen samen. En daarna nemen leraren hun professionalisering in eigen handen. Er liggen drie grote paden. Wetenschappelijke literatuur doornemen en testen in de klas, een nascholing die in onze schoolwerking past of interne coaching. Dan klop je voor je klasmanagement of differentiatie aan bij een collega. Die overlegt met jou, deelt de klas met jou, coacht je.”

Klasse Magazine 46 Reportage
“Dat sommige leerlingen de directeur niet kennen, bewijst dat ons zorgsysteem goed draait”

“Leraren zijn het kruispunt van onderwijskwaliteit. In hun klassen gebeurt het. Ik kan ze wetenschappelijk onderbouwde interventies toeschuiven en aansturen op competenties, maar niet op taak. Hoe ze alles uitwerken, dat beslissen ze zelf. Goed geïnformeerde leraren maken slimme keuzes, daar geloven we als beleidsteam heilig in. Voorkennis activeren, gespreid oefenen: het team weet wat werkt. Kiest een leraar uit het vijfde er in eerste instantie voor om hard op gespreid oefenen in te zetten voor Frans, omdat de klas daar wat vastloopt? Gaat ze daarover daarna in gesprek met parellelcollega’s? En zien ze vervolgens kansen bij wiskunde? Perfect!”

DOODLOPENDE STRAAT

“Vier jaar directeur zijn, heeft me geleerd keuzes te maken. Want je kan die job vullen met drie voltijdse betrekkingen. Mijn team, beleid, onderwijskwaliteit: dat zijn mijn prioriteiten. Er zijn voor mijn leraren zodat ze de beste lessen kunnen geven. We zijn een fijne werkplek: starters krijgen omkadering en blijven graag. Maar vandaag is het lerarentekort real en blijven vacatures open. Vier leraren zitten thuis om uiteenlopende redenen: van palliatieve zorg tot appendixoperatie. Daar kan ons beleid niets aan doen. Overmacht.”

“Zonder vervangers wordt het zwaar voor iedereen. En vandaag ondervind ik vaker: als directeur ben je de doodlopende straat. Steeds meer mensen kijken naar jou voor oplossingen die niet in je zak zitten. Dan zie je, na een moeilijk oudergesprek, eventjes de 99 procent tevreden ouders niet meer. Iedereen wil dat het systeem voor zijn kind doordraait. Dat snap ik: we zijn met hun dierbaarste bezit bezig, delen allemaal de wens voor kwaliteit. Maar als leraren uitvallen en de druk toeneemt, mag de roep om meer middelen en mensen in het basisonderwijs misschien wat luider klinken?”

“Waar ik na vier jaar trots op ben? Op ons personeelsbeleid: duidelijke keuzes en heldere communicatie geven ons team rust en maken het sterker. Die feedback kreeg ik ook van leraren: we zijn gelukkiger dan vroeger. Dat steeds meer collega’s, ouders en leerlingen fier onze grote school uitdragen. Het teamgevoel speelt echt. En dat we doelgericht werken aan de onderwijskwaliteit. Hopelijk kunnen we over een paar jaar met cijfers aantonen dat die omhoogklimt.”

Klasse Magazine 47

“Met 3D zet ik leerlingen af op de maan”

Leerlingen laten het dag en nacht worden, meten maankraters en veroorzaken aardbevingen. In de les aardrijkskunde van Bart onderzoeken ze de wereld via 3D-animaties.

“Aardrijkskunde is niet altijd hun lievelingsvak, talen zijn hun core business”, waarschuwt leraar Bart voor we naar zijn klas gaan. “Maar dankzij die animaties wordt de koek toch eetbaar. Die animaties zijn een levenswerk: al vijftien jaar programmeer ik semiprofessioneel. Met browsertechnologie zoals Canvas of Leaflet, laat ik planeten roteren en vulkanen uitbarsten. Jongeren zien heel realistische 3D­weergaves in games, waarom zetten we die niet vaker in onderwijs in? Niet om het spelelement, maar om de wereld onder de aardkorst en die buiten onze atmosfeer dichterbij te brengen.”

Meer dan twintig vijfdejaars Moderne talen en LatijnModerne talen gaan apart aan een tafeltje zitten, hun iPad in de aanslag. Er volgt een vragenrondje over de vorige lessen. Zonder beeld blijven begrippen als ‘aardrevolutie’ en ‘winterzonnewende’ behoorlijk abstract, maar daar wentelt de aarde al rond de zon op het scherm. In de gekantelde aarde zit een roze spiesje dat de aardas voorstelt. Het loopt door de geografische noord­ en zuidpool. Je hebt geen vijf foto’s in een handboek meer nodig om de baan rond de zon weer te geven. Deze aarde draait zo gestaag en volmaakt, dat de klas er stil van is.

KREEFT ZIT OP STEENBOK

“Waar vallen de zonnestralen loodrecht in op 13 december?” vraagt Bart. Op een digitale balk schuiven leerlingen met de tijd en laten zo zonlicht en schaduw golven op de wereldkaart. En hoe heet deze breedtecirkel tussen de noordpool en de evenaar? “De Steenbokskeerkring?” probeert een leerling. Bart corrigeert: “De Kreeftskeerkring. De kreeft zit op de steenbok, zo onthoud je het.”

“Hoeveel daglicht hebben we in de winter op zestig graden noorderbreedte?” De leerlingen stoppen de coördinaten in een zoekbalk. Daarna genereert een grafiek de zonsopgang en ­ondergang. Om kwart over negen is er licht en om kwart voor drie is het alweer donker in Scandinavië. “Door die onderzoekjes leer je zelfstandiger”, vindt leerling Phéline. “Dat is echt een groot verschil met een boek. Je krijgt meteen het bewijs dat je denkwijze klopt.”

DIEPER GRAVEN IN LEERSTOF

Maar leer je niet meer als je zelf moet tekenen?

“Schetste ik iets op het bord om over te tekenen, dan zag ik op hun blad soms andere interpretaties”, vertelt Bart. “Bovendien maak je met die simulaties veel snelheid en graaf je dieper in leerstof. Door klimatogrammen van over de hele wereld te vergelijken, ontdekken

Klasse Magazine 48 Reportage

Wie is Bart Van Bossuyt?

• leraar aardrijkskunde, gaf vroeger ook wiskunde, chemie, biologie, fysica en STEM

• geeft les in Don Boscocollege in Zwijnaarde

• zij-instromer, staat twintig jaar voor de klas

“Natuurlijk moeten leerlingen eerst kennis blokken, anders duurt het te lang voor ze het antwoord vinden”

leerlingen zelf verbanden tussen regenval en de hoogte van een gebied, of de nabijheid van de zee. Zo leren ze onderzoeken en probleemoplossend denken. Natuurlijk moeten ze eerst kennis blokken, anders duurt het te lang voor ze het antwoord vinden.”

Ik waan me in de wereld van Jules Verne, als Bart over de maan vertelt: “Toen wetenschappers met de eerste telescopen naar de maan tuurden, dachten ze zeeën en land te zien. Maar er is helemaal geen water op de maan. Ze zagen gigantische kraterinslagen, want de maan heeft geen beschermende atmosfeer tegen brokstukken.” Bart laat de leerlingen de diameter van krater Pluto meten op een interactieve kaart: negentig kilometer! “Die kan je vanop aarde waarnemen.”

De leerlingen zien hoe de maan rond de aarde roteert: soms wat dichter, soms wat verder van onze planeet. Dat verklaart de getijden op aarde. “Een maancyclus

duurt 29 en een halve dag”, legt Bart uit. De islamitische kalender baseert zich op de stand van de maan, maar maanmaanden zijn net iets korter. Daardoor schuiven de maanden, en ook de ramadan, elk jaar tien dagen op. De Babyloniërs baseerden zich op sterrenbeelden om de maanden te onderscheiden. In zijn animatie hangen de sterrenbeelden als een strook behangpapier rond de aarde, Bart navigeert ertussen. “Eind juni tot 23 juli staat de zon achter het sterrenbeeld kreeft”, toont hij. “Maar de maand juli kreeg zijn definitieve naam van Caesar, die de juliaanse kalender introduceerde.”

ZEEDIEREN IN DE HIMALAYA

Nog meer kennis borrelt op wanneer Bart me na afloop van de les zijn spectaculairste 3D­modellen laat zien. “Waarom vind je hoog in de Himalaya fossielen van zeedieren?” Hij zet de platentektoniek in gang: een oceanische plaat schuift onder een aardplaat, plooit en wordt omhooggestuwd. Boven op de nieuwe bergtop blijven zeedieren achter.

Klasse Magazine 49
“3D-animaties maken de les zoveel boeiender dan statische PowerPoints”

“Waarom zakt Nederland?”, gaat hij verder. Een animatie toont hoe een ijskap Scandinavië duizenden jaren terug naar beneden duwde. Aan het andere uiteinde van de wip ging Nederland de hoogte in. Sinds het ijs smolt en het gewicht op Scandinavië afnam, zakt Nederland weer. Een andere interactieve kaart toont dat er de voorbije maand maar liefst 1547 aardbevingen plaatsvonden, vooral in Indonesië en Alaska. En hoe het oog van een orkaan ontstaat, zie ik in een dynamisch stippendiagram. Barts arsenaal is aanzienlijk.

GEEN LEERACHTERSTAND

“Mijn collega aardrijkskunde gebruikt mijn animaties ook. We vullen elkaar aan: zij trekt de excursies, neemt meer evaluaties op haar schouders. Ik krijg daardoor extra speelruimte om in 3D los te gaan. Maar eigenlijk kan je dit ook in andere vakken inzetten: op de interactieve bevolkingsdiagrammen zie je hoe Rusland vergrijst in 2030 en 2040. Misschien verklaart dat deels waarom Poetin nu ten oorlog trekt? Daar kan je in geschiedenislessen ook wat mee.” Maar het is wel wat werk als je het alleen aanpakt. En verouderen programma’s niet snel? “Toen Flash stopte, moest ik aan de slag met een andere browser. Maar het is gewoon zoveel boeiender in de les. Ik wil niet meer terug naar een statische PowerPoint.”

Nog een mooi neveneffect: zieke leerlingen hoeven geen leerachterstand te vrezen. “Omdat het zo duidelijk is, haal je makkelijk een les in”, zegt leerling Lea me. Maar ze vindt de lessen in 3D vooral motiverend. En ‘zot’ dat haar leraar dat allemaal alleen maakt. Spontaan valt een groepje vriendinnen haar bij: dat interactieve maakt het tastbaar en houdt onze aandacht vast. Bart aanhoort het achter zijn tafeltje. Met zijn inspanningen laat hij de zon schijnen in zijn lessen.

Klasse Magazine 50 Reportage

Advertentie

Lerarentekortjes Kopzorgen

LEZERSVRAAG:

‘De kale’. Zo noemen mijn leerlingen me blijkbaar wanneer ik niet in de buurt ben. Toen een collega me dat grinnikend toevertrouwde, streek ik gespeeld verongelijkt door mijn laatste haren. Ik weet dat ik er niet te zwaar aan mag tillen, maar ik moet toegeven dat het soms toch steekt. Wat doe ik eraan?

— Kevin

Tekst Seppe Goossens

Illustratie Julie Poignie

OPROEP

Leraar zijn, het is een zoektocht. Beantwoord ik een vraag over mijn privéleven? Hoe hou ik het voor mezelf interessant? Maar ook: een computer die voor de derde keer niet opstart of een leerling die je achtervolgt tot in je dromen.Voor al die issues: één adres. redactie@klasse.be

Ik snap het ergens wel. Kale Kevin is een leuke alliteratie, en laat ik nu net een zwak hebben voor klankspel. Net als voor spreekwoorden trouwens. Je wil niet weten wat je met haar, boter en tanden, kale reizen en grove borstels allemaal kan verzinnen. Maar beloofd: ik hou me in. En echt waar: ik voel oprecht met je mee.

Mijn eerste vraag: waarom raakt het je? Is het fantoompijn, het gemis van wat niet meer is? Die weelderige haardos van vroeger, die jeugdige lokken? Dan helpt het misschien als ik je vertel dat kaalheid een teken van mannelijkheid is. Kale mannen zouden slimmer, succesvoller en dominanter zijn. Iets met meer testosteron, en dat op echt verstand geen haar groeit. Vergeet George Clooney. Denk Sean Connery. Denk Fly. Socrates, Lukaku, Gandhi. En Kid Coco van de Dinky Toys.

Ik kamde – sorry, nu doe ik het toch – meteen even het internet voor je uit. Conclusie? Die bijnaam van jou valt wel mee. De Eierdooier, de Biljartbal of de Badmuts: had zomaar gekund. En helemaal plastisch wordt het wanneer je als de Vleesklak door het leven moet. Duimen maar dat je leerlingen Klasse niet lezen.

Sinds ik voor jou begon te googelen, krijg ik non­stop advertenties voor haargroeimiddelen. Shampoos met cafeïne, lotions, pillen of kristaltherapie: laat je daar vooral niet door verleiden. Een stevige haardos is immers geen garantie om buiten schot te blijven. ‘Frituur Annick’ was allesbehalve kaal. Net als de Vetkuif, het Luizenkasteel, de Rattenstaart, en het Kraaiennest. En ook de Poedel, de Bloempot en de Vuurtoren waren niet zelden het mikpunt van spot.

Och, we hebben allemaal wel iets. Denk maar aan de Wrat. De Neus. De Kabouter. Vroeger – toen bijnamen slechts fluisterend werden doorverteld tijdens de rookpauze of in de slaapvertrekken van het internaat – had elke leraar een bijnaam. Een teken van ontzag voor onaantastbaar gewaande figuren. Een verdoken koosnaampje dat de overlevering kleurde, van generatie op generatie.

Wat die bijnaam van jou dus eigenlijk zegt? Dat jij ertoe doet voor je leerlingen. Dat je opduikt in hun verhalen, dat je een rol speelt in hun gesprekken. Laat dat besef maar even doordringen. Omarm je geuzennaam en draag hem met waardigheid. Kevin de Kale, jij bent een levende legende. Punt.

Klasse Magazine 53 SOS-brief

Wie is Bob Beuckels?

• directeur van De Resonant in Antwerpen, een school met een grote OKAN-afdeling

• was negentien jaar leraar en zes jaar adjunct-directeur in Merit (vroeger: Stedelijk Lyceum Olympiade)

Team lerarenkamer

Hoe krachtig is ‘collective teacher efficacy’, of het vertrouwen dat je als lerarenteam het verschil maakt. En hoe bouw je aan dat teamgevoel?

Onderzoekers Barbara Belfi en Ruud Lelieur geven achtergrond en advies. Directeur Bob Beuckels neemt je mee in de zoektocht van zijn team.

Doet de naam John Hattie een belletje rinkelen? Die 74­jarige Nieuw­Zeelandse onderwijsonderzoeker speurt al z’n hele leven lang maniakaal door metastudies. Zijn doel: leren zichtbaar maken door wat werkt te presenteren in rankings. Met een effectgrootte van 1,39 staat collective teacher efficacy helemaal bovenaan. Die vaststelling is niet nieuw. Maar als Hattie down under het stof van een onderwijsinterventie blaast, leidt dat ook hier tot discussie en vernieuwde aandacht.

Tekst Bart De Wilde Beeld Katoo Peeters
Klasse Magazine 54 Analyse

“Je kan de impact van een interventie moeilijk vangen in een scherp cijfer”, stelt de Nederlandse hoofdonderzoeker Barbara Belfi (Universiteit Maastricht). “Die kritiek krijgt Hattie. Maar los van het cijfer kan je wel vaststellen dat collective teacher efficacy staat als een huis.” Tien jaar geleden zocht ze voor haar proefschrift uit of schoollopen tussen kansrijke of kansarme kinderen impact heeft op de prestaties, het welbevinden en het zelfbeeld van een leerling. Uitkomst: zeker wel. Daarna groef ze dieper: welke schoolkenmerken spelen achter de schermen?

“Toen botsten we snel op het sterke effect van collective teacher efficacy of ‘collectieve doelmatigheidsbeleving’”, zegt Barbara Belfi. “Toegegeven: ingewikkelde vertaling en niet sexy. Ze verwijst naar het gemeenschappelijke geloof van leraren in een school. Teams met grote doelmatigheidsbeleving maken zich sterk dat alle leerlingen vooruitgaan. Ze geloven dat het voor leerlingen echt iets uitmaakt dat ze hier les volgen en laten het hoofd niet hangen als het moeilijk loopt.”

SES-SCHOLEN

Vertrouwen komt te voet en gaat te paard. Noors onderzoek toont dat een aantal kenmerken van een team negatief wegen op het collectieve geloof van leraren: conflicten met ouders, lesgeven volgens een methode waar je niet achterstaat. En verrassender: het aantal jaren op de teller. Neemt het idealisme van starters langzaam af? Krijgt het vertrouwen een knak? Het blijft voorlopig een open vraag.

“Er valt voor wetenschappers nog veel goud op te graven rond team efficacy”, zegt Barbara Belfi. Haar proefschrift spitte dit inzicht naar boven: teams in scholen met veel SES­leerlingen en ouders met lagere dipoma’s hebben vaak minder vertrouwen in zichzelf. En dat doet de resultaten van hun leerlingen geen goed. “De mogelijke verklaringen staan in een rijtje. Op kop: het contact met ouders en leerlingen loopt er moeilijker. Leraren hebben het gevoel dat ze er alleen voor staan. Daarnaast krijgen teams er weinig tijd om zich te zetten. Ze krijgen minder sollicitanten over de vloer en ondergaan meer personeelswissels. Hoe hard die scholen ook hun best doen: de buitendeuren staan open.”

Ruud Lelieur (UAntwerpen) komt voor haar onderzoek over academisch optimisme (zie box) ook op scholen met veel SES­leerlingen. Academisch optimisme steunt op drie pijlers: de focus op leren, het vertrouwen in ouders en leerlingen én het collectieve doelmatigheidsgevoel. Ze stelt vast dat teams die in hun acties en keuzes geloven, positiever kijken naar de leerkansen van leerlingen met een rugzak of zwakkere sociale achtergrond.

“Teams in scholen met veel SES-leerlingen hebben vaak minder vertrouwen in zichzelf”
Barbara Belfi

“Academisch optimisme en vertrouwen in je team zijn geen wonderpillen. Maar ze blijven na correctie op achtergrondkenmerken wel overeind. Elke school heeft er dus wat aan, zeker nu diversiteit aan alle Vlaamse klasdeuren klopt. Teamgeloof is bovendien wendbaar. Directeurs kunnen de motor in gang trekken.”

EVOLUTIONAIR VOORDEEL

Ook Bob Beuckels, directeur van De Resonant in Antwerpen, zweert bij de kracht van het team. “Onze werking steunt op overleg en samenwerking. Leraren voelen de impact van regels in hun klas veel meer dan ik als directeur: daarom maken we samen beleid over gsm’s, rijen en notoire laatkomers. Maar nog ingrijpender zijn de teams op school.”

“Ons uitgangspunt: een groep leraren en leerlingen zitten twee of drie jaar in hetzelfde team. In die tijd bouw je een stevige relatie op, ken je elkaar door en door, groeit de noodzaak om samen te werken. Als we opdrachten verdelen, staan duurzame teams voorop. Liever een leraar in vier, vijf en zes Horeca aanstellen dan in alle parallelklassen van het derde jaar Maatschappij­Welzijn.”

“‘Ben je een teamspeler?’ vragen we aan elke starter die hier solliciteert. Zie je dat zitten: samenwerken, wekelijks teamoverleg? Of loop je liever krijsend weg? Even goede vrienden. De zijlijn opzoeken, werkt hier niet. Bijna iedereen blijft zitten, klaar voor mijn volgende vraag. ‘Als we jou in dat team gooien, wat voor iemand krijgt het team dan?’”

“Als bioloog weet ik: samenwerken is ons evolutionair voordeel tegenover andere soorten. Tot vervelens toe laat ik daarom de term ‘team’ vallen. Want wat je aandacht geeft, groeit. Zelfs als collega’s na zes zware lesuren denken: dat metageleuter over teams kan er vandaag niet meer bij. En ja, we benoemen succeservaringen. Ook al komen die in de rush en naast verlieservaringen – die zijn er ook – niet altijd binnen.”

Klasse Magazine 55

Wie is Ruud Lelieur?

• onderwijsassistent aan de UAntwerpen, binnen de opleidings- en onderwijswetenschappen

• stond twaalf jaar voor de klas als leraar PAV, gedrags- en cultuurwetenschappen

WERKPLEZIER

Wat kan een directeur nog meer doen? Barbara Belfi somt op: “Maak van je school een plek waar collega’s elkaar vinden en vertrouwen. Waar leraren hun sterke én zwakke punten durven tonen zonder dat iemand ze afrekent op een schreeuw om advies. Werk samen aan een duidelijke schoolvisie. Zo voelt iedereen: we zijn allemaal met hetzelfde bezig. Dat versterkt meteen ook het werkplezier.”

Ruud Lelieur vult aan: “Creëer kansen op overleg en samenwerking, ook met het CLB en de zorgmedewerkers en ouders. Benoem successen. De ochtend na een oudercontact werp je een bloemetje in de lerarenkamer: ‘Veel tevreden ouders, knap werk!’ Deel een compliment uit aan leraren die een conflict op de speelplaats ontzenuwen of een vakgroep die zijn ambitieuze toekomstplan voorstelt.”

“We weten dat positieve feedback een sterk trickle-downeffect heeft. Wat je zelf doet, neemt je team over, en later misschien ook de leerlingen. Leraren delen dan onderling complimenten en openen klasdeuren. ‘Mooi hoe je alle leerlingen activeert. Daar wil ik graag in groeien, kan je me helpen?’ De zin om te leren van elkaar, neemt toe.”

“Maar als directeur is het ook je taak om mensen aan te spreken als ze niet meewerken. Of als ze met cynische opmerkingen een team onderuithalen. In schoolteams met een laag zelfbeeld hoor je geregeld uitspraken die niet door de beugel kunnen. ‘Wat kunnen we nog met die gasten, als ze niet eens onze taal spreken.’ Dat is moeilijk, absoluut. Maar als je alles afschuift op de leerling, de thuissituatie of de samenleving, heb je niet het gevoel zelf iets te kunnen veranderen. En steek je minder energie in je lessen.”

“Scholen met een sterk teambewustzijn botsen ook op die problemen, maar blijven er niet in vasthangen. Ja, een leerling met taalachterstand is lastig. Maar de thuissituatie kunnen ze niet veranderen, de vrienden met wie die leerling optrekt ook niet. Wat ze wel kunnen controleren, nemen die teams nog strakker in handen: de kwaliteit van hun lessen, de relatie met hun leerlingen.”

IDEALEN EN TWIJFELS

Collectieve doelmatigheidsbeleving gaat nog een stapje verder – ook in effectgrootte, aldus Hattie – dan individuele doelmatigheid of het zelfbeeld van de leraar. Maar die twee versterken elkaar wel. Ruud Lelieur: “Starters komen op school met hopen idealisme. Maar ook met veel twijfels. Teams kunnen die wegnemen door ze goed te omringen. Lukt dat makkelijker in een kleine school? Leraren geven aan van wel. En je kan als directeur van een grote school inderdaad niet trekken aan de self efficacy van elke leraar. Maar als je inzet op je team, stijgt het individuele zelfvertrouwen.”

“Teamgeloof is wendbaar: directeurs kunnen de motor in gang trekken”

Ruud Lelieur

Noodzakelijk. Want beide wankelen, alarmeert het laatste PIRLS­rapport. Vlaamse directeurs betwijfelden meer dan hun buitenlandse collega’s of hun teams leerlingen nog kunnen inspireren en tot onderwijsdoelen of eindtermen krijgen. PIRLS­onderzoekers hinken op twee gedachten. Is het nuchter realisme: het besef dat er werk op de plank ligt? Of fatalisme na een rijtje pijnlijke peilingsresultaten en maatschappelijke druk?

“Als buitenstaanders enerzijds leraren als vrolijke vakantiegangers zien en anderzijds naar hen kijken om een hoop maatschappelijke problemen op te lossen, dan knaagt dat aan het zelfvertrouwen van teams”, stelt Ruud Lelieur. “Lastig. Maar als school of leraar heb je daar geen grip op. Stop je energie niet in die critici maar focus op je leerlingen en je onderwijskwaliteit. Control the controllables door intens samen te werken en korte lijnen naar ouders en leerlingen te leggen.”

“Gelukkig zie ik tijdens schoolbezoeken geen lamgeslagen teams, geen hangende schouders bij leraren en directeurs. Ik zie bevlogen mensen die impact willen hebben. Ieder op hun manier proberen ze het beste uit

Klasse Magazine 56 Analyse
“Tot vervelens toe laat ik de term ‘team’ vallen, wel twintig keer per dag”

hun leerlingen te halen. De een met meer teamwerk en ­geloof dan de andere. Daar valt zeker nog vooruitgang te boeken.”

LEGO-KASTEEL

Hoe ouders en buitenstaanders over leraren denken, raakt ook aan het teamgeloof van directeur Bob Beuckels. Maar het is zeker niet de enige knager. “Het bodemloze vat van de kansarmoede valt nog zwaarder. Of leerlingen bij wie we niet doordringen.”

“Gelukkig zijn er minstens net zo veel factoren die de collective teacher efficacy versterken. De momenten waarop abstracte leerstof landt of het team de sociale context van leerlingen overbrugt. De tieners met wie je drie jaar lang een klik voelt. Die lachen, maar ook haarscherp de grenzen kennen. De ‘moeilijke’ klas die complimenten krijgt van de conciërge van het bungalowpark: ‘Klasse hoe ze zich gedragen.’”

Bob Beuckels vergelijkt zijn school met een LEGOkasteel. Je blijft samen blokjes verplaatsen omdat het altijd beter kan. “Onze teamwerking raakt lang niet aan de perfectie. Ook wij zoeken voortdurend, zien ons peren soms. We werken ons uit de naad om alles zo goed mogelijk te doen. Maar met sommige leerlingen of boze ouders lukt het niet.”

KAMPIOEN SPELEN

PIRLS meldt ook: ‘Een schoolteam dat gelooft dat leraren veel in hun mars hebben en dat het zijn werking kan optimaliseren, zal zich grondiger en met meer optimisme infomeren over effectieve onderwijspraktijken.’

Bob Beuckels herkent dat: “We werken hard aan een onderbouwde visie. We proberen iedereen op een lijn te krijgen en het gewicht over alle schouders te verdelen. Maar mensen structureel verplichten om veel meer samen te werken, dat wringt en kraakt die eerste jaren. Dat snap ik: de werkdruk in onze teams ligt hoog. Maar we streven echt naar dat kantelpunt waarop teamwerk voor extra zuurstof zorgt.”

“Toch vraagt teamwerk netto meer van onze leraren. Vroeger werden leerlingen die het uithingen of moeilijk

Bob Beuckels

volgden naar de leerlingenbegeleider of bijles gestuurd. Klaar! Veel remediëring of coaching kwam er achteraf niet aan te pas. Nu is dat een teamtaak in onze atelieruren: drie uur op dinsdagnamiddag waar we overbemanning en samenwerking proberen te creëren. Teams uit de eerste en tweede graad werkten intussen autonoom een systeem uit waarin ze bijhouden wie waarvoor remedieert. Alles in die aanpak ademt: we geloven dat we alle leerlingen vooruit krijgen. Kippenvel als onze officieuze baseline ‘hoge lat en zorg op maat’ zo mooi ingevuld wordt. En de stille hoop: inspireert het andere teams?”

“Mijn overtuiging? Kampioen spelen in de sport start nog vóór de eerste training. Bij een trainersstaf die gelooft dat het kan en dat overbrengt op de spelers, zodat die ook denken dat ze een sterke bende zijn. Natuurlijk zijn er randvoorwaarden: je moet in eerste klasse spelen, goede trainingsfaciliteiten en ­methodes hebben. Daarna start de magie: bij elke overwinning neemt het geloof toe. Waarna de kans op een nieuwe overwinning stijgt. Zo gaat het ook op school: als we met het hele team elke dag geloven dat we een paar procenten progressie maken, doen leerlingen dat effectief.”

Wat is academisch optimisme?

Ruud Lelieur: “Academisch optimisme bundelt drie schoolkenmerken die ook na controle op achtergrondkenmerken impact hebben op de prestaties van alle leerlingen. Academisch optimistische scholen stellen leren voorop en hebben hoge, positieve verwachtingen (1), dat gebeurt in een vertrouwensrelatie met leerlingen en ouders (2) en met een team dat gelooft in zijn impact (3). Die drie elementen spelen op elkaar in. Als leerlingen betere resultaten halen, neemt het vertrouwen in je eigen team én in leerlingen en ouders toe. Omgekeerd: teams die de banden met ouders aanhalen en inzetten op sociaal kapitaal, bereiken meer en zien dat ze het verschil maken.”

Klasse Magazine 57

Samenstelling

Patrick De Busscher

Dodengang

Nieuwe voordelen

Op Lerarenkaart.be wijst een handige zoektool je de weg tussen 900 exclusieve voordelen. In Klasse Magazine hoef je zelf niet op zoek, maar krijg je telkens de nieuwste voordelen op een rijtje. Haal je kaart al maar boven!

Diksmuide gratis met je Lerarenkaart

Koninklijk Legermuseum Brussel gratis met je Lerarenkaart

Commandobunker Kemmel

Fort van Breendonk

Bastogne Barracks

Dranouter gratis met je Lerarenkaart

Willebroek gratis met je Lerarenkaart

Bastogne gratis met je Lerarenkaart

Bibliotheek Genk extra voordelen

De Hartjesdief Webshop 10 procent korting

Vakantiewoning Gîte Dérive

Vakantiewoning

procent korting

procent korting

Treignes 10
Poortershuys Ieper 10
Klasse Magazine 59 Lerarenkaart

Uitgelicht

Boeiende expo’s, acties en voordelen die je niet wil missen. Wil je meer weten? Zoek je een rondleiding of workshop op maat van je klas? Scan de QR-code. Nog meer voordelen vind je via Lerarenkaart.be of onze nieuwsbrief.

LERARENDAG TRAINWORLD

Schaarbeek 4 mei 2024

Step aboard and mind the gap! Tijdens deze exclusieve Lerarendag reis je door de wereld van de treinen. Je ziet er locomotieven van weleer, wandelt langs de koninklijke rijtuigen en ontdekt de eerste hogesnelheidstrein. Je kan er een van de rondleidingen volgen of op eigen houtje op zoek gaan naar je innerlijke machinist of conducteur.

Gratis met je Lerarenkaart voor jezelf, een extra volwassene en max. 2 kinderen

FOMU

Antwerpen 27 maart 2024

Schrijf je snel, sneller, supersnel in voor een exclusieve preview van de expo RE/SISTERS en de expo Dirk Braeckman in het FOMU. Je neemt deel aan een actieve rondleiding, bewerkt beelden in de donkere kamer of slentert vrij door de expo’s. Bezet die dag? Met je Lerarenkaart kan je beide expo’s bekijken met fikse korting.

Gratis met je Lerarenkaart voor jezelf en 1 extra gast (+14), walking dinner en receptie inbegrepen

© Pamela Singh – Chipko Tree Huggers of the Himalayas LERARENDAG
Klasse Magazine 60 Lerarenkaart

EXPO DA VINCI

Europa Expo, Luik

t.e.m. 30 juni 2024

500 jaar geleden probeerde kunstenaar, ingenieur, uitvinder en architect Leonardo da Vinci de wereld te begrijpen. In deze expo in het station Luik­Guillemins ontdek je via zijn kunst en uitvindingen waarom hij een van de grootste genieën uit de geschiedenis is.

2 euro korting met je Lerarenkaart (15 euro i.p.v. 17 euro)

EXPO RIDDERS VAN HET GULDEN VLIES

Hof van Busleyden Mechelen

t.e.m. 2 juni 2024

In 1491 vergaderde deze Bourgondische ridderorde in Mechelen. In het prachtige vijftiende­eeuwse stadspaleis

Hof van Busleyden leert deze expo je meer over hun macht, elitaire denken, religie en politieke trouw. Een verhaal van pracht en praal, gerestaureerde wapenborden en politieke intriges.

Gratis met je Lerarenkaart

Klasse Magazine 61

EXPO

JAMES ENSOR. MAESTRO

Bozar (Brussel)

t.e.m. 23 juni 2024

2024 is het Ensorjaar. In deze expo ontdek je dat James Ensor niet alleen maskers en geraamten schilderde. Bozar brengt een gevarieerd overzicht van zijn oeuvre in een honderdtal werken, van jeugdwerken tot zijn laatste creaties. Aangevuld met drukgrafiek, manuscripten en handgeschreven partituren.

6 euro korting met je Lerarenkaart (6 euro i.p.v. 12 euro)

EXPO

MAGRITTE • FOLON

Magritte Museum (Brussel)

t.e.m. 21 juli 2024

Jean­Michel Folon ontdekte Magritte toen hij achttien was. In deze expo slaat het Magritte Museum bruggen tussen het werk en de beeldtaal van deze twee grote Belgische kunstenaars. Je ziet in de overeenkomsten hoe Folon beïnvloed werd door het werk van Magritte, maar toch zijn eigen, bijzondere beeldtaal ontwikkelde.

Gratis met je Lerarenkaart

© Peter Cox –James Ensor, La gamme d’amour, 1921 Collectie
Klasse Magazine 62 Lerarenkaart
Bonnefanten

EXPO

DROMEN VAN KLEUR

Villa Verbeelding (Hasselt)

t.e.m. 6 oktober 2024

‘Wat je leest, bepaalt hoe je naar de wereld kijkt.’ Vanuit dat idee ging Villa Verbeelding op zoek naar hoe illustratoren kinderen afbeelden in prentenboeken. In hun prachtige tekeningen ontmoet je spelende, dromende, blije, verdrietige, boze en bange kinderen. Ze leven in een (getekende) wereld zoals die vandaag is of zou kunnen zijn.

3 euro korting met je Lerarenkaart (4 euro i.p.v. 7 euro)

EXPO

600 JAAR VLEESHUIS

Gratis met je Lerarenkaart © Tim Van den Abeele, Het hart van het meisje, De Eenhoorn

Museum Vleeshuis (Antwerpen)

t.e.m. 22 september 2024

Reis in deze expo door zes eeuwen rijke geschiedenis van het monument en het museum. Al die jaren klonk er muziek: van koren tot opera, van stadstrompetters tot beiaardier. Tijdens je muzikale reis ontdek je de schatten die het museum herbergt en leer je meer over de restauratieplannen en toekomst van het Vleeshuis.

Klasse Magazine 63

Samenstelling

Patrick De Busscher & Vera Verdoodt

Interessant lesmateriaal

BORDSPEL ROUTE EUROPA

derde graad secundair onderwijs

Op 9 juni 2024 kunnen jongeren vanaf zestien jaar stemmen voor de Europese verkiezingen. Informeer hen over het stemproces, actuele vraagstukken, de rol van de EU en regionale Europese projecten. Download het spelmateriaal of ontleen een speldoos bij het Verbindingsbureau van het Europees Parlement in België.

brussels.europarl.europa.eu/nl/dossiers/elections/ workshop-elections

PLEASE, TOUCH THE ARTWORK 2

secundair onderwijs

Een laagdrempelige zoektocht lokt je leerlingen tot diep in de meesterwerken van James Ensor. In deze gratis game help je de verdwaalde skeleton painter zijn weg vinden en vervul je opdrachten in een visueel verbluffende wereld. Beschikbaar op smartphone, tablet en computer.

Zoek Please, touch the artwork 2 in de App Store of Google Play.

KLIMAATROADMAP

derde graad lager en eerste graad secundair onderwijs

Met deze doe­het­zelftool van MOS werk je met je klas, school of andere klimaatbende rond klimaat. Vertrek van de duurzame ontwikkelingsdoelen en zet in op voeding, energie, vergroening, mobiliteit of een zelfgekozen thema. Voer vijf activiteiten uit en laad de batterij van de aarde weer op.

mosvlaanderen.be/de-klimaatroadmap

EDUBOX GEZONDHEID

secundair onderwijs

Klimaatverandering, verstedelijking, globalisering en ontbossing: welke impact heeft dat op de gezondheid van mens, dier en planeet? De EDUbox Gezondheid doet jongeren met theorie, praktijkoefeningen, een simulator en audiovisueel materiaal nadenken over deze complexe, internationale uitdagingen.

vrt.be/nl/edubox/catalogus/#gezondheid

KRITIKAT

lager onderwijs

Het is onmogelijk om je leerlingen af te schermen voor nepnieuws. Maar de avonturen van Kritikat leren hen denkfouten en nepnieuws herkennen, alert zijn voor manipulatie en kritisch kijken naar mediaboodschappen. Ga aan de slag met de handleiding, luisterverhalen en spannende denkoefeningen.

mediawijs.be/nl/tools/kritikat

ERFGOEDWEKEN

algemeen

Van 15 tot 26 april 2024 stellen musea, archieven en erfgoedorganisaties een uniek en gratis activiteitenaanbod voor lager en secundair onderwijs voor. Nodig een Erfgoedklasbak uit, laat je als vip rondleiden, maak kennis met erfgoedcellen in je regio of duik in de inspiratiebrochure over het thema ‘thuis’.

cultuurkuur.be/erfgoedweek

Klasse Magazine 65 Moet je weten

Advertentie

NEDBOX

OKAN, AlfaNT2 en NT2-onderwijs

In deze gratis app oefenen oudere OKAN­leerlingen of anderstalige cursisten Nederlands op basisniveau (A1­A2). Een brood kopen bij de bakker, telefoneren met de huisbaas, een online afspraak maken bij de dokter? Je leerlingen verrijken hun Nederlands met oefeningen, een woordenspel of een gesprek met de chatbot.

Zoek Nedbox in de App Store of Google Play.

LEEF MET GENOEG

derde graad lager en eerste graad secundair onderwijs

Hoe bouwen we aan een kwalitatief leven, met respect voor mens en planeet? Broederlijk Delen ontwikkelde een lesmethodiek rond systeemverandering op basis van de donuteconomie van Kate Raworth. Download het gratis lesmateriaal en denk met je leerlingen na over een duurzame wereld.

broederlijkdelen.be/nl/nieuws/leef-met-genoeg

DE EU & IK

derde graad secundair onderwijs

Wat is en doet de Europese Unie? ‘De EU & ik’ legt vijftien­ tot achttienjarigen uit hoe de EU ons dagelijks leven beïnvloedt. Gebruik de publicatie klassikaal, breng met oefeningen het debat op gang en fris de informatie op met een online quiz. Download of bestel de brochure.

learning-corner.learning.europa.eu/learning-materials/eu-me_nl

KUNSTBABBELKAARTEN

secundair onderwijs

Praat in het Nederlands, Frans, Engels of Duits over alledaagse onderwerpen en maak ondertussen kennis met de collectie van het Museum voor Schone Kunsten Gent. Hun kunstbabbelkaarten combineren taalverwerving en kunstbeleving: kijk naar het kunstwerk en start een gesprek met de voorbeeldvragen. Download het materiaal gratis.

mskgent.be/programma/kunstbabbelkaarten

GAMIFICATION

lager en secundair onderwijs

Waarom kan je sommige leerlingen niet motiveren voor je lessen, maar kunnen ze thuis wel urenlang geconcentreerd gamen? ‘Gamification’ slaat de brug tussen leerstof en spel met veertig werkvormen en technieken. Zo vergroot je de motivatie van je leerlingen.

uitgeverijomjs.nl/gamification.html

WIN! 5 x ‘Gamification’. Waag je kans via klasse.be/win

DE HUMANIAKKEN

secundair onderwijs

Literatuurliefhebbers, geschiedenisgeeks en andere humanewetenschapsfreaks werpen iedere maand hun eigenzinnige blik op de menswetenschappelijke actualiteit. Beluister de afleveringen via je favoriete podcastapp.

linktr.ee/dehumaniakken

Klasse Magazine 67 Moet je weten

Advertentie

Levenslang leren

ONDERZOEK & LEERMATERIAAL ZO LEERRIJK

De onderzoeksgroep Taal, Leren, Innoveren van Universiteit Gent vertaalt eigen onderzoek over lees­ en schrijfonderwijs naar de onderwijspraktijk. Je vindt via ZoLeerRijk recente bevindingen en toegankelijke onderzoeksresultaten, didactisch advies en praktisch lesmateriaal.

zoleerrijk.be

ONLINE LEEROMGEVING AI IN EDUCATION

Hoe ga je verantwoord om met artificiële intelligentie (AI) in onderwijs? Wat zijn de kansen en risico’s voor leerlingen, leraren en scholen? Met vier uitgebreide modules in een gratis leeromgeving biedt imec­onderzoeksgroep itec van KU Leuven niet alleen een helder en onderbouwd kader, maar ook direct inzetbare tips.

itec.kuleuven-kulak.be/online-training-on-ai-in-education

In de gratis Teacher Tapp­app beantwoorden leraren dagelijks drie meerkeuzevragen over de klaspraktijk of de onderwijsactualiteit. Buiten De Krijtlijnen zoomt elke maand met leraren, experten en ervaringsdeskundigen in op één actueel onderwijsthema. Beluister de afleveringen via je favoriete podcastapp.

deleraardenkt.transistor.fm

Test de verbeterde zoekopties in de vernieuwde lijst met de officiële spelling van het Nederlands. Zoek op woordsoort of verken aanvullende woordinformatie, zoals de uitspraak of het bijbehorende hulpwerkwoord. Nu met relevantere suggesties en een betere weergave van de zoekresultaten.

woordenlijst.org

TOOLKIT LEREN & ONTWIKKELING BIJ KLEUTERS

Welke klas­ of schoolpraktijk heeft een positief effect op de leerprestaties van kleuters? Tegen welke kost en hoe betrouwbaar zijn die resultaten? Kenniscentrum Leerpunt bundelt internationaal wetenschappelijk onderzoek over negen thema’s in de toolkit ‘Leren en ontwikkeling bij kleuters’.

leerpunt.be/toolkit/toolkit-leren-ontwikkeling-bij-kleuters

PSYCHOLOGIE TEKENPRAAT

Praten over wat niet goed gaat en oplossingen zoeken en verwoorden is soms moeilijk voor je leerlingen. Al tekenend kan je misschien wel het gesprek op gang krijgen en houden. In dit boek vind je alvast heel wat tips en tricks om te werken naar wederzijds begrip en (zelf)vertrouwen.

www.pelckmans.be/tekenpraat.html

WIN! 5 x ‘Tekenpraat’. Waag je kans via klasse.be/win

PODCAST DE LERAAR DENKT
WEBSITE WOORDENLIJST.ORG
Klasse Magazine 69 Moet je weten

Advertentie

Tips voor je leerlingen

ASTEMBLIEFT

vanaf derde graad secundair onderwijs

Met story’s, quizjes en vlogs informeert het Vlaams Parlement jongeren over politiek en verkiezingen. Zo wil dit Instagramkanaal de meer dan 500.000 eerste stemmers in Vlaanderen voorbereiden voor ze naar de stembus trekken.

instagram.com/a.stem.blieft

YOUCA ACTION DAY

secundair onderwijs

Op 17 oktober 2024 engageren 15.000 scholieren zich om een dagje te werken als vrijwilliger. Hun loon, zestig euro, gaat naar jongeren wereldwijd. Zo proeven leerlingen van de arbeidsmarkt én dragen ze bij aan een duurzame en rechtvaardige wereld. Daag je leerlingen uit en schrijf je school in.

jobbank.youca.be

BLINKERS

basis- en secundair onderwijs

Op het nieuwe online CLB­platform Blinkers kunnen leerlingen met hun LeerID inloggen en informatie vinden over thema’s als veerkracht, studiekeuze, faalangst en gezondheid. In de toekomst wordt het voor leerlingen ook mogelijk om via Blinkers rechtstreeks contact op te nemen met hun CLB of persoonlijke documenten en verslagen in te kijken.

blinkers.clbonline.be

MAART ‘JEUGDBOEKENMAAND’

algemeen

De Jeugdboekenmaand 2024 focust op ‘Sport & Spel’. Stretch samen met je leerlingen de leesspieren, dribbel langs verhaallijnen heen en juich personages toe. Deel boekentips met sportende lezers en lezende sporters in je klas, want wat is lezen anders dan gymnastiek voor je hoofd en hart?

jeugdboekenmaand.be

OPLEIDINGSKOMPAS

volwassenenonderwijs

Weten je leerlingen nog niet helemaal welke opleiding ze willen volgen na het secundair? Al aan het volwassenenonderwijs gedacht? Met het opleidingskompas vinden leerlingen, studenten en volwassen cursisten er een kwaliteitsvolle opleiding, module of cursus die bij hun interesses en profiel past. opleidingskompas.be

ZEEDIEREN DIE NIEMAND KENT

lager onderwijs

Ken jij de koekjessnijder, de kerstboomworm en de klapmuts? Matthijs Meeuwsen vond liefst 37 ‘onbekende’ zeedieren. In zijn boek verwerkt hij wetenschappelijke informatie verrassend herkenbaar en behapbaar. Het resultaat: een originele kijk op het mysterieuze leven onder water.

singeluitgeverijen.nl/querido/boek/een-slijmzoen-voor-je-oma

WIN! 5 x ‘Een slijmzoen voor je oma’. Waag je kans via klasse.be/win

Klasse Magazine 71 Moet je weten

Advertentie

Doorloper

Ons kruiswoordraadsel is een wit blad, wachtend op oplossingen.

Een tip: de cijfers tussen de haakjes verklappen de lengte van de woorden.

Het woord in de gele vakjes is je eerste stap richting een boekenpakket.

Surf vóór 12 mei 2024 naar klasse.be/win en waag je kans.

HORIZONTAAL

01. Lang heen en weer praten (13)

02. Geurig ondergronds museum in Brussel (11) / muzieknoot (2)

03. Landbouwaarde (10) / soort net (3)

04. Meisjesnaam of noedels? (4) / goud (Frans, 2) / stopt overal (7)

05. Thé dansant (afk., 2) / riviertje (2) / België (afk., 2) / tv­programma (4) / lichaamsdeel (3)

06. Jongensnaam (5) / tante (kindertaal, 4) / zanger (4)

07. Jongensnaam (2) / Hebreeuwse letter (4) / dief (5) / op (Italiaans, 2)

08. Zanger (4) / lekstok (5) / trekken (kunsttaal Wenedyk, 4)

09. Waalse partij (2) / weefsel (4) / lengtemaat (2) / voetballer (5)

10. Jongerenhulplijn (4) / nikkel (afk., 2) / winkelstraat (4) / Waalse stad (3)

11. Renkar (4) / rapper (Dr. +3) / terbium (afk., 2) / Franse stad (4)

12. Roem (3) / Ierland (4) / zangeres (4) / europium (afk., 2)

13. Real Life (afk., 2) / meisjesnaam (7) / jenevermerk (4)

VERTICAAL

01. Opschepper (13)

02. Vechtsport (6) / turnster (7)

03. Vrouwenzot (11) / Rooms­katholiek (afk., 2)

04. Doet een koe (6) / oosterlengte (afk., 2) / leeftijd (Duits, 5)

05. Hij (Spaans, 2) / technologiepark in Essen (9) / Romeinse Rijk (Latijn, afk., 2)

06. Lengtemaat (2) / meisjesnaam (5) / Egyptische god (6)

07. Het woord dat je zoekt (13)

08. Nederlandse Spoorwegen (afk., 2) / grootmoeder (3) / kleine tol (8)

09. Brits­Amerikaans SF­auteur (4) / Amerikaanse marine (4) / waterjuffer (5)

10. Soort gasmeter (10) / soort fiets (3, Engels, afk.)

11. Soort scan (3) / wijk in Lissabon (10, 2 woorden)

12. Boom (2) / chagrijnig (5) / meisjesnaam (6)

13. Niets (4) / Afrikaanse eilandengroep (9)

01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 Klasse Magazine 73

COLOFON

Klasse Magazine 035 – maart 2024 Magazine voor onderwijs in Vlaanderen, uitgegeven door het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming. Koning Albert IIlaan 15, Postbus 134, 1210 Brussel

Hoofdredacteur: Hans Vanderspikken Eindredactie Klasse Magazine: Bart De Wilde

Vormgeving: Tim Sels Cover: Fien Jorissen

Klasse is een team. Werken samen aan dit project: Michel Aerts, Nele Beerens, Alexander Callewaert, Sabrina Claus, Tinne Deboes, Patrick De Busscher, Rebecca De Clerc, Laura De Kimpe, Cherline De Maeght, Robin De Vries, Hannah El Idrissi, Seppe Goossens, Tine Jellasics, Lotte Kerremans, Mieke Keymis, Laura Maes, Ann Nevens, Julie Poignie, Mieke Santermans, Klara Tesseur, Bram Truyens, Toon Van de Putte, Femke Van De Pontseele, Michel Van Laere, Linde Van Wonterghem, Simon Verbist, Vera Verdoodt en Berber Verpoest.

Klasse is een multimediaal communicatieproject dat onderwijsprofessionals, ouders en leerlingen versterkt en verbindt. Daarvoor gebruikt Klasse online kanalen, een magazine, acties en campagnes.

Klasse.be facebook.com/klasse x.com/klasse_be instagram.com/klasse_be

Reageren op een artikel of heb je nieuws voor de redactie? 02 553 96 86 of redactie@klasse.be.

Een adreswijziging doorgeven? Of een vraag over je abonnement of Lerarenkaart? Mail secretariaat@klasse.be of bel 02 553 67 82.

Wil je adverteren in Klasse Magazine, op onze website of nieuwsbrieven? 02 553 96 94 of publiciteit@klasse.be.

Overname van artikels uit de publicaties van Klasse is geen probleem, als je de bron expliciet vermeldt. Foto’s en illustraties worden door het auteursrecht beschermd.

Verantwoordelijke uitgever: Ann Verhaegen, Departement Onderwijs en Vorming

OVER JE ABONNEMENT

Met Klasse Magazine willen we jou als leraar of onderwijsprofessional informeren, inspireren en versterken. Bedankt dat jij een abonnement nam! Daar horen enkele voorwaarden bij.

Een individueel abonnement nemen op Klasse Magazine - Je kan je abonneren via klasse.be/abonnementen. Een abonnement kost 10 euro (vrij van btw) en loopt gedurende 4 opeenvolgende nummers, ongeacht op welk moment in het jaar het abonnement is ingegaan. Bpost bezorgt elk nummer bij je thuis. Een abonnement is niet opzegbaar gedurende deze termijn en je kan ook geen gedeeltelijk abonnement nemen. Woon je in het buitenland? Dan kost een abonnement 20 euro. Een abonnement nemen als school of organisatie - Als school of organisatie kan je voor meer abonnees gelijktijdig een bestelling plaatsen en betalen. Dat kan via secretariaat@klasse.be. De verantwoordelijke van de school geeft daarbij alle nodige gegevens door in het sjabloon dat Klasse ter beschikking stelt. Je kan ervoor kiezen om de nummers te laten leveren op de respectieve thuisadressen van de abonnees óf op het adres van de school. Bij levering op school worden alle nummers afzonderlijk naar de school verzonden, dus niet in één pakket. De school is verantwoordelijk voor de persoonlijke bezorging bij de abonnee.

Je abonnement verlengen - Je abonnement verlengen doe je telkens voor 4 opeenvolgende nummers. Als je niet kiest voor een abonnement dat automatisch hernieuwt, vind je bij het laatste nummer waar je recht op hebt een brief met alle nodige informatie om je abonnement te verlengen. Bij de overgang van een persoonlijk abonnement naar een abonnement dat wordt betaald door je school, neem je het best even contact op met secretariaat@klasse.be.

Wanneer start je abonnement? - Een abonnement start pas zodra Klasse de betaling ontvangen heeft en geldt vanaf de verschijning van het eerstvolgende nummer. Abonnementen die betaald zijn nadat een nummer verschenen is, starten bij het daaropvolgende nummer en gelden voor 4 opeenvolgende nummers.

Wat als een nummer verloren gaat? - Als abonnee ben je verantwoordelijk voor het bezorgen van je correcte adres wanneer je inschrijft op een abonnement. Bij een groepsabonnement met meerdere adressen is de organisatie die de bestelling plaatst verantwoordelijk. Wanneer er ondanks een correcte adressering toch een nummer verloren gaat tijdens de verzending, zal de redactie in de mate van het mogelijke dat nummer nazenden. Zijn er geen exemplaren van het betreffende nummer meer voorradig, dan verlengt Klasse je abonnement met 1 nummer. Adreswijzigingen zijn op verantwoordelijkheid van de abonnee.

Je kan ze bezorgen aan secretariaat@klasse.be of via je profiel op Klasse.be.

Acties en wedstrijden - Wanneer Klasse een speciale actie of een exclusief aanbod voor abonnees doet, geldt dit per abonneenummer. Wanneer 1 abonnee verschillende exemplaren van Klasse ontvangt, geldt het aanbod slechts voor 1 abonnement.

Je Lerarenkaart - Abonnees die recht hebben op een Lerarenkaart én hun abonnement betaalden voor 1 november kregen samen met het decembernummer van Klasse Magazine de Lerarenkaart voor het volgende kalenderjaar thuisbezorgd.

Lerarenkaart-houders die geen abonnee zijn, kunnen hun Lerarenkaart ophalen in hun lokaal afhaalpunt tot en met 10 juli. Waar dat is, kunnen ze nagaan op klasse.be/waarismijnlerarenkaart.

Je Lerarenkaart blijft geldig tot 31 december van het kalenderjaar dat op de kaart vermeld staat. Startende leraren die nieuw in dienst treden in het onderwijs, krijgen een proefnummer van Klasse Magazine én hun Lerarenkaart in de brievenbus. Afhankelijk van wanneer je in dienst treedt, krijg je dit proefnummer 2 à 4 maanden na je start.

Contactgegevens - Klasse beheert de gegevens van abonnees met de grootste zorg en houdt deze enkel bij voor eigen gebruik. Klasse kan de contactgegevens van abonnees gebruiken om hen te contacteren met informatie over hun abonnement of andere diensten van Klasse.

Privacy - Klasse hecht veel waarde aan de bescherming van persoonsgegevens en respecteert de privacy van abonnees. We gebruiken je gegevens voor beheer en betaling van je abonnement, communicatie over magazines en andere diensten van Klasse. Wanneer je een abonnement neemt, maken we ook een profiel voor je aan op Klasse.be, zodat je je abonnement ook zelf kan beheren. Dit betekent dat je als abonnee ook akkoord gaat met de gebruiksvoorwaarden van Klasse.be. Meer info kan je vinden in onze privacyverklaring.

is onderwijs en vorming

Abonnementsvoorwaarden - Het intekenen op een abonnement houdt in dat je deze abonnementsvoorwaarden aanvaardt. Klasse kan indien nodig de abonnementsvoorwaarden wijzigen. Deze abonnementsvoorwaarden vernietigen en vervangen dan alle voorgaande abonnementsvoorwaarden.

Klasse Magazine 74

Advertentie

Klasse Magazine – driemaandelijks tijdschrift

maart/april/mei 2024

Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming

Redactie Klasse – Koning Albert II-laan 15 – Postbus 134 – 1210 Brussel

Afgiftekantoor Brussel X – P-004699

Buitenblad

Niet alles haalt het magazine. Zoals deze inzichten tijdens een nagesprek of uitspraken die een beetje off topic zijn. Te mooi om te laten liggen, want ze tonen hoeveel wattages onderwijsmensen dagelijks trappen.

Leraar Sanne (p. 8): “Garnaalvissen op zeeklassen: ‘Juhuf, er staat water in mijn pak’. ‘Dat lijkt maar zo, met dat waadpak. Ik heb hetzelfde gevoel.’ Maar achteraf bleek dat pak compleet lek en dat kind helemaal doorweekt. Oeps, maar ook een mooie herinnering: ik zie hem zijn botten nog altijd uitkappen.”

Leraar Leen (p. 8): “Een leerling die je in de positieve zin verrast, daar word ik echt gelukkig van. Op eindreis ontpopte de schoolmoeë jongen die altijd maar wat lummelde in mijn lessen zich zo plots tot groepstrekker. En het strafste: die drive werkte ook na de reis op school nog door.”

Leraar Sven (p. 20): “Een leerling duaal kwam op zijn vorige stageplek steevast te laat. Motivatie onder nul. Sinds we een andere werkplek vonden, lijkt hij wel een andere jongen: altijd vrolijk, nooit een verkeerd woord en altijd op tijd. Of hoe belangrijk het is om de juiste mens op de juiste plek te hebben.”

Directeur Roos (p. 36): “Om onze leerlingen warm te houden in het koude Noorwegen, kregen ze allemaal een sjaal. Mét hun ontwerp voor de muurschildering die we ter plekke zouden maken. Herkenbaarheid en groepstrots verzekerd!”

Directeur Kelly (p. 42): “Leraren hebben een grote opdracht. Zij moeten keuzes maken, evenwicht vinden. Je kan niet elke les meteen beter maken. Niet iedereen vindt dat makkelijk te accepteren. Sommigen moeten helaas eerst tegen een burn-out aanlopen. Dat proberen we keihard te vermijden.”

Directeur Bob (p. 54): “Hoeveel je kan bereiken als team is on-waar-schijn-lijk. Die overtuiging leeft minder in onderwijs dan in sport. Veertien kinderen met twee coaches: je ziet het vaak. Waarom vinden we een leraar in z’n eentje voor twintig leerlingen dan de norm?”

PB- PP BBELGIE(N) - BELGIQUE 02164
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.