kinderkrant-07-juni2010

Page 13

Voorleesverhaal

elk nummer een verhaal door Hans van Zijl

Het was wat druilerig weer boven de zee. Zelfs de meeuwen hadden geen zin om te vliegen. Piet Kwal had hier echter geen last van en liet zich met de stroom van de zee meevoeren. Hij zong een liedje over alle kwallen in het kwallenland en dacht aan hele leuke dingen zoals op vakantie gaan met Job en Nijntje. Tot hij plots de schaduw van iets groots gewaar werd, tot zijn schrik zag hij daarna een grote vis en erger nog het was een grote gevaarlijke haai, en ja hoor, het was Jan Haai het verschrikkelijke zeemonster. Het woeste beest voerde een gevaarlijke aanval op hem uit en Piet kon helemaal niets doen toen hij in de bek van de haai belandde.Via zijn grote bek kwam hij in de buik van de haai terecht waar het verschrikkelijk donker en waar hij bijna geen lucht kon krijgen. De kwal was verschrikkelijk bang en barstte in tranen uit en riep om hulp. Hij hoorde een klein stemmetje Help, Help, roepen en zag tot zijn verbijstering ook Nijntje in een hoek van de buik zitten die ook nog huilde van angst en verdriet. Nu ze Piet zo zag knapte ze zienderogen op en begon op opgeluchte toon haar verhaal te vertellen hoe ze in de buik terecht was gekomen. Eigenlijk was het hetzelfde verhaal als van Piet Kwal. Maar Piet onderbrak haar met de opmerking dat het beter is te gaan bedenken hoe ze uit de buik van de Haai moeten komen.

Het Wilhelmus

Voor het begin van elke WK wedstrijd zingen de Nederlandse voetbalspelers het Wilhelmus. Het is daarom leuk als jij, net zoals de Nederlandse voetballers, ons volkslied: het Wilhelmus mee kunt zingen! Hieronder staat daarom speciaal voor jou het Wilhelmus lied in het kort. Leer het uit je hoofd en zorg dat je het ook mee kunt zingen tijdens het WK voetbal!

‘Wilhelmus van Nassouwe ben ik, van Duitsen bloed, den vaderland getrouwe blijf ik tot in den dood. Een Prinse van Oranje ben ik, vrij onverveerd, den Koning van Hispanje heb ik altijd geëerd.’

Spandoek Wat heb je nodig: * Oud laken * Verf * Stiften * Touw Schilder op een spandoek een leuke kreet voor het WK voetbal. Bijvoorbeeld: * Wij gaan winnen! * Pas op, hier komen wij aan! * Er gaat geen WK voorbij of wij liggen vooraan de rij! Hang het spandoek voor in de tuin zodat iedereen het kan zien en iedereen kan mee genieten!

Wat ze niet wisten was dat Job de Vliegende Vis had gezien hoe de haai zowel Nijntje als Piet in zijn grote bek nam en doorslikte. Job was heel verdrietig en dacht hoe krijg ik ze weer levend uit die grote gemene haai. Hij besefte dat ook hij opgegeten moest worden om bij zijn vrienden te kunnen zijn en om dan met hen een plan te kunnen maken voor de ontsnapping. De grote gemene vis merkte hem op, terwijl Job stil bleef liggen, en stormde op hem af. met een grote hap verdween Job naar binnen en ging daarna met enorme snelheid via de keel naar de buik van de haai waar hij ook in het donker belandde. Hij hoorde Nijntje en Piet roepen en zuchtte opgelucht dat zijn vrienden nog leefden. Gelukkig zijn we weer bij elkaar, riep Nijntje verheugd. Ja, zei Job, maar we moeten als de bliksem proberen hier uit te komen, als dit te lang duurt is er geen zuurstof meer en dan stikken wij. Tja, zei Piet Kwal, laten we een list verzinnen, maar hij besefte dat dit niet makkelijk zou zijn. Job, de slimmerik, kwam uiteindelijk met een prachtig plan en wel als volgt: Piet als jij je kwallengif via je kwallensprieten in de buikwand spuit krijgt Jan Haai het erg benauwd en gaat hij waarschijnlijk niesen en niest ons dan uit. Zogezegd zo gedaan, Piet prikte met zijn kwallensprieten in de buikwand. Er gebeurde even niets maar dan na vijf minuten ontstond er een enorm lawaai alsof de wereld aan het vergaan was. De drie keken angstig om zich heen en vroegen zich af of het wel goed ging, en plots kwam er een enorme windkracht die hun meenam naar boven in grote bek van het groet beest, die openstond door de niesbui en schoten zo het water van de zee in. Het enige wat ze nog zagen waren de gemene oogjes van de Jan Haai. Zij vluchtten voor hun leven en zwommen naar het zeebodemhuisje van Job en verschansten zich daar. De haai was zeer boos en probeerde met zijn grote bek het huis uit de grond te rukken, maar dat lukte gelukkig niet want het bestond uit grote stenen die goed vastzaten aan de grond. Grommend van teleurstelling trok hij zich terug. De drie zuchtten van opluchting en Nijntje vroeg zich hardop af waarom zij altijd van die rare dingen beleefden en of ze niet gewoon zonder avonturen een leven van rust en theedrinken konden leiden. Natuurlijk Nijntje, zeiden Piet en Job. Zij dronken thee met daarbij heerlijke oesters en Nijntje gaf aan dat ze erg blij was en wat haar betreft het ook wel zonder gevaarlijke avonturen moest kunnen.

kinderkrant Kinderkrant

13


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.