2 minute read

PASTORALE

Een stukje van mij in de hemel

“Je bent een stukje van mij” had haar tweelingzus vaak tegen haar gezegd. Maar dat ging haar wat te ver, zij wilde liever wat afstand. Ze hadden wel samen in de buik van hun moeder gezeten en soms zeiden mensen dat zij twee lichamen waren van 1 persoon, maar “een stukje van mij”? Zo zou ze het zelf vroeger zeker niet gezegd hebben.

Advertisement

In de praktijk kon niemand de beide zussen uit elkaar houden. Ze zagen er echt helemaal hetzelfde uit, ze woonden in hetzelfde huis, ze hadden maar 1 portemonnee. Toen ze 82 werden, hadden ze samen een graf uitgezocht want “daarvoor werd het toen wel tijd”. Maar wie van de twee er eerst zou gaan, dat onderwerp durfden ze geen van beide aan te roeren. “Achteraf ben ik blij dat mijn zus het eerst is gegaan. Ik weet niet of zij het aan had gekund om mij te missen”. Zelf was ze er wonderwel doorheen gekomen. “Ik had het niet voor mogelijk gehouden, dat ik zo rustig kon blijven. Ik zat naast haar bed en ik zag die slangen lopen, met bloed enzo, maar ik ben toen helemaal niet in paniek geraakt!” Ze is er nog steeds verbaasd over.

“Misschien moet u nu uw zus maar even beetpakken” had de verpleegkundige op de Intensive Care tegen haar gezegd, toen het op het einde liep. Dat had ze gedaan. “We hadden er nooit over gepraat, hoe we aankeken tegen de dood. Ik heb toen maar gewoon gezegd wat we altijd zeiden, vanaf dat we kind waren: Ik ga slapen, ik ben moe, ‘k sluit mijn oogjes beide toe, Here houd ook deze nacht over ons getrouw de wacht… En zo is ze gegaan, mijn zus.”

Naderhand spraken mensen in het dorp haar wel eens aan: “Wie van jullie is er nu gestorven?” Ze vraagt zich af wat de mensen nu denken. “Misschien denken ze dat ik er een beetje luchtig over doe, over het gemis. Iedereen had gedacht dat ik het niet zou overleven. Maar ik ben er nog. Daaraan kun je zien dat God bestaat, anders had ik het niet gered. Ik denk nu: er is al een stukje van mij in de hemel…”

Ds. Lida Tamminga, geestelijk verzorger