GD Herkauwer 77

Page 1

Samen werken aan diergezondheid

Herkauwer

Dennis Smit is BVD-vrij:

“Nu ben ik klaar voor de toekomst�

Verwerpersprotocol

Voer- en watermanagement bij hittestress

Mineralenvoorziening resultaten uit het GD-lab

77 AUGUSTUS 2014


STARTVAC

®

Polyvalent geïnactiveerd vaccin tegen rundermastitis, in emulsie voor injectie

Breek met het verleden

VACCINEER!

STARTVAC®, Polyvalent geïnactiveerd vaccin tegen rundermastitis, in emulsie voor injectie. Gehalte aan werkzame bestanddelen: samenstelling per dosis (2 ml): Escherichia coli J5, geïnactiveerd > 50 RED60 *; Staphylococcus aureus (CP8) stam SP 140, geïnactiveerd, die Slime Associated Antigenic Complex (SAAC) tot expressie brengt > 50 RED80 ** *RED60: Rabbit Effective Dose (effectieve dosis bij konijnen) bij 60% van de dieren (serologie). **RED80: Rabbit Effective Dose (effectieve dosis bij konijnen) bij 80% van de dieren (serologie). Doeldiersoort: rundvee: koeien en vaarzen. Indicaties: voor immunisatie van kuddes gezonde koeien en vaarzen, in kuddes melkrundvee met herhaalde mastitisproblemen, om het optreden van subklinische mastitis en het optreden en de ernst van de klinische verschijnselen van klinische mastitis veroorzaakt door Staphylococcus aureus, coliformen en coagulase-negatieve stafylokokken te verminderen. Het volledige immunisatieschema levert immuniteit op vanaf ongeveer dag 13 na de eerste injectie tot ongeveer dag 78 na de derde injectie (overeenkomend met 130 dagen post-partus). Dosering en wijze van toediening: intramusculair gebruik. De injecties dienen bij voorkeur afwisselend aan beide zijden van de nek gegeven te worden. Het vaccin vóór toediening op een temperatuur van +15 °C tot + 25 °C laten komen. Schudden voor gebruik. Dien één dosis (2 ml) toe door middel van een diepe intramusculaire injectie in de nekspieren en volgens het volgende schema: eerste injectie: 45 dagen voor de verwachte datum van de partus, tweede injectie: 35 dagen daarna (overeenkomend met 10 dagen vóór de verwachte datum van de partus), derde injectie: 62 dagen na de tweede injectie (overeenkomend met 52 dagen post-partus). Het volledige immunisatieprogramma dient bij elke dracht herhaald te worden. Contra-indicaties: geen. Bijwerkingen: er kunnen na toediening van één dosis vaccin lichte tot matige, voorbijgaande, plaatselijke reacties optreden. Dit zijn voornamelijk: zwelling (gemiddeld tot 5 cm2), die meestal binnen 1 of 2 weken verdwijnt. In sommige gevallen kan er ook pijn optreden op de plaats van de injectie, die spontaan in maximaal 4 dagen verdwijnt. Er kan in de eerste 24 uur na injectie een gemiddelde voorbijgaande stijging van de lichaamstemperatuur voorkomen van ongeveer 1 °C, bij sommige koeien tot 2 °C. Wachttijd: nul dagen. Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant: LABORATORIOS HIPRA, S. A., Avda. La Selva 135, 17170 Amer (Girona), Spanje. Registratienummers: EU/2/08/092/003, EU/2/08/092/004 en EU/2/08/092/006. Op diergeneeskundig voorschrift. Verpakking: 20 x 1 dosis, 1 x 5 doses en 1 x 25 doses. Verdeler: HIPRA BENELUX NV, Adequat Business Center, Brusselsesteenweg, 159, 9090 Melle, België, e-mail: benelux@hipra.com

www.startvac.com

Hipra Benelux, N.V. Diakenweg 11 2033 AP Haarlem NEDERLAND Tel.: +31(0)235 332 526 Fax: +31(0)235 401 125 www.hipra.com


| Voorwoord

| INHOUD 04 Nieuws & Tips 10 Melkveehouder Dennis Smit over zijn BVD-vrijstatus

14

14 Mineralen, wat bij te voeren?

17 Voer- en watermanagement bij hittestress

18 Interview: een nadere

kennismaking met GD-directeur Ynte Schukken

17

21

Wegwijs op VeeOnline

23 Vraag en antwoord 24 Vind de oorzaak van verwerpen met het verwerpersprotocol

24

27 Buitendienst ‘on the road’ 28 Diergezondheid volgens: Jan Jaap van Nes

Bereikbaarheid U kunt de GD telefonisch bereiken via 0900-1770. Van maandag tot en met vrijdag van 08.00 tot 17.00 uur. Tarieven Alle genoemde GD-tarieven in deze uitgave zijn exclusief BTW en € 9,60 basiskosten. Ophaaldienst voor sectie- en monstermateriaal Aanmelden: telefonisch 0900-202 00 12 (24 uur per dag). Wij halen het materiaal dan zo spoedig mogelijk bij u op. Sectie- en monstermateriaal kunt u brengen van maandag tot en met vrijdag van 8.00 tot 17.00 uur.

COLOFON

GD Herkauwer is een uitgave van de GD | Redactie Ria Huijben, Jet Mars, Helen de Roode, Linda van Wuijckhuise | Eindredactie Yoni Pasman | Redactieadres GD, Marketingsupport & Communicatie, Postbus 9, 7400 AA Deventer, T. 0900-1770, F. 0570-63 41 04, redactie@gddiergezondheid.nl, www.gddiergezondheid.nl Productiecoördinatie Senefelder Misset | basisontwerp Fokko-Ontwerp VORMGEVING X-Media Solutions Doetinchem | Druk Senefelder Misset Doetinchem Abonnementen GD Herkauwer wordt gratis toegezonden aan relaties van de GD. Een jaar­ abonnement (4 nummers) voor personen buiten de doelgroep kost € 18,15 (excl. BTW) | Advertenties PSH Mediasales, T. 0314-35 58 00 Verschijningsfrequentie 4 keer per jaar | Suggesties Als u suggesties heeft voor dit blad, kunt u deze via redactie@gddiergezondheid.nl doorgeven aan de redactie. Overname van artikelen is toegestaan uitsluitend na t­oestemming van de uitgever.

Groei Waar ik kom wordt gebouwd of liggen er plannen. Grote, moderne stallen vervangen oude stallen: Nederlandse melkveebedrijven zijn massaal aan het uitbreiden. Zo ook de veehouders die in deze GD Herkauwer aan het woord komen. Begrijpelijk, want vanaf 2015 vervalt het quotum en mag u meer melk leveren. Maar groei heeft ook een keerzijde. Meer koeien per bedrijf betekent vaak ook meer werk voor melken, voeren en voederwinning. Op veel (gezins)bedrijven resulteert dit in minder uren aandacht per koe. U begrijpt: in de nieuwe situatie gaat goed management een nog grotere rol spelen. Daarnaast vraagt de maatschappij om meer duurzaamheid. Een langere levensduur vraagt om meer aandacht voor diergezondheid. U kunt ervoor kiezen om langer door te dokteren, maar dat kost vaak veel extra tijd en frustratie. Nog beter is te kiezen voor preventie. Samen met de GD kunt u de gezondheid van uw veestapel gemakkelijk in de gaten houden. Door gezondheidsproblemen te voorkomen en de weerstand van het vee te verhogen, kunt u plezieriger en duurzamer doorboeren. Daar heeft niet alleen u profijt van, maar wij allemaal. IR. LIEUWE ROOSENSCHOON, SECTORMANAGER HERKAUWERS

ISSN: 1875a-2594 Adreswijzigingen: bel 0900 1770 (lokaal tarief)

GD Herkauwer | Augustus 2014 |

3


NIEUWS & TIPS

Brucellose-onderzoek Verwerpers kunnen veel schade veroorzaken. Op een melkveebedrijf is sprake van een probleem wanneer in een jaar meer dan 3 procent van de runderen verwerpt. In dat geval wordt onderzoek naar de oorzaak geadviseerd, zodat een gerichte aanpak mogelijk is. Volgens de EU-regelgeving bent u verplicht om runderen binnen zeven dagen na verwerpen (meer dan drie weken te vroeg gekalfd) te laten onderzoeken op brucellose. De dierenartskosten voor visite, bloedtappen en onderzoek worden door de overheid vergoed en dus niet bij u in rekening gebracht.

Mineralen nodig? De hoeveelheid mineralen in gras en graskuilen is afhankelijk van de grondsoort, de bemesting, de groeisnelheid en het oogsttijdstip. Diergroepen op uw bedrijf die langdurig alleen ruwvoer krijgen (oudere pinken en droge koeien) kunnen tekorten hebben aan bepaalde mineralen. Dit kan resulteren in bijvoorbeeld doodgeboorten, meer mastitis, verminderde vruchtbaarheid en een lagere weerstand. Om de mineralenvoorziening te controleren, kunt u bij vijf dieren onderzoek laten doen. De mineralenvoorziening bij melkgevende dieren kunt u ook monitoren via tankmelk (www.mineralencheck.nl). Laat daarnaast van de belangrijkste graskuilen die u gaat voeren deze stalperiode niet alleen de voederwaarde maar ook de mineralen bepalen. Op basis van de uitslagen kan uw voerleverancier u gericht adviseren of aanvullingen nodig zijn.

GD Masterclasses 2014 ‘Minder of meer mineralen voeren?’, dat is de vraag die centraal staat tijdens de GD Masterclasses 2014. Na een succesvolle serie masterclasses over IBR en BVD eind 2013, konden deelnemers en andere melkveehouders de afgelopen maanden online stemmen voor het thema van 2014. Veruit de meeste stemmers wilden graag eens met de GD in gesprek over voeding/mineralen. De GD Masterclasses worden vanaf eind oktober door het hele land gehouden. Doel is ook dit jaar u weer een boeiende middag of avond te bezorgen, vol nuttige kennis en bruikbare tips op het gebied van diergezondheid. De presentaties worden deze keer verzorgd door dr. Guillaume Counotte (toxicoloog), dr. Jan Muskens (rundveedierenarts) en dr. Jan Veling (rundveedierenarts); alle drie deskundig op het gebied van voeding in relatie tot diergezondheid en om die reden ook lid van het GD Mineralenteam. Meer informatie over de GD Masterclasses vindt u op www.melkmeesters.nl. Hier kunt u zich binnenkort ook aanmelden voor een masterclass bij u in de buurt.

Bij deelname aan de GD-programma’s voor IBR, leptospirose, Neospora en/ of Salmonella wordt het bloedmonster zonder extra kosten onderzocht op de ziekte waarop het programma betrekking heeft. Ook als u niet aan deze programma’s deelneemt kunt u (op eigen kosten) aanvullend onderzoek aanvragen. Extra onderzoek vergroot de kans op het achterhalen van de oorzaak, zodat u gericht preventieve maatregelen kunt nemen. Toont het bloedonderzoek vervolgens niet een van de bekendste infectieuze oorzaken aan? Op pagina 24 en 25 van deze GD Herkauwer leest u wat u in dat geval nog meer kunt doen.

4

Na de succesvolle serie masterclasses over IBR en BVD eind 2013 is het thema voor de GD Masterclasses van 2014 bekend: voeding en diergezondheid. Kijk voor meer informatie op www.melkmeesters.nl.


tekst: redactie |

NIEUWS & TIPS

Eerste longworminfecties extreem vroeg Dit weideseizoen is al vóór 1 juli op meerdere bedrijven verspreid over heel Nederland klinische longworm vastgesteld. De eerste uitbraak was in Drenthe bij een koppel melkvaarzen. Daarna vonden uitbraken plaats op een bedrijf in Liemers (bij zoogkoeien die permanent geweid werden), op een bedrijf in de Achterhoek (via sectie vastgesteld) en op bedrijven in Noord-Holland en Zeeland.

Normaliter vindt de overwintering van longworm plaats in het dier en treden klinische infecties pas op vanaf eind augustus. Dat de klinische problemen zo vroeg na het uitscharen van de dieren optreden, is een aanwijzing voor een overwintering van longwormlarven op de weide. Het jaar 2014 is tot juni zeer zacht geweest, met een zachte winter en een vroeg en relatief warm voorjaar.

Tankmelk Worminfecties

Omdat de eerste worminfecties dit jaar zo vroeg na het uitscharen zijn geconstateerd, lijkt het erop dat longwormlarven hebben overwinterd op de weide.

Risico’s van samen materiaal gebruiken Dieren die ziek zijn scheiden ziektekiemen uit in slijm, mest of uitvloeiing. Het is zeker niet altijd te zien of dieren ziektekiemen uitscheiden. Houd hier rekening mee als u samen met andere veehouders materialen gebruikt, zoals een veekar, een voermengwagen, gereedschap of vaste mestfractie. Als u deze materialen tussendoor niet ontsmet, kunt u ziekten op uw bedrijf inslepen. De ziektekiemen zitten ook aan de overall, het is dus belangrijk bedrijfskleding aan te trekken als u bij elkaar in de stal komt.

Leverbotprognose In het voorjaar van 2014 waren er veel leverbotslakken. Hoe de situatie zich verder ontwikkelt hangt af van de weersomstandigheden deze zomer. Medewerkers van de GD zoeken tussen maart en november op vaste controlebedrijven naar leverbotslakken en besmettingen met leverbot. Op basis van de resultaten geven we begin september de voorlopige leverbotprognose, die rond de derde week van september op de GD-website staat (www.gddiergezondheid.nl).

Wist u dat het mogelijk is om in één keer een overzicht van de wormstatus op uw bedrijf te krijgen? Dat kan door u aan te melden voor Tankmelk Worminfecties. Wanneer u zich vóór 1 oktober aanmeldt, krijgt u in oktober al een overzicht van eventuele longworm-, leverbot- en maagdarmworminfecties op uw bedrijf, met bijpassend advies. Meer informatie over dit onderzoek vindt u op de GDwebsite: www.gddiergezondheid.nl.

BVD type 2 aangetoond Bij vier vleeskalverbedrijven in Nederland waar een uitbraak van BVD type 2 vermoed werd, is de infectie inderdaad vastgesteld. Op moment van drukken van dit blad waren er geen andere verdachte gevallen bekend. Op de besmette bedrijven zijn hygiënemaatregelen geadviseerd om de verspreiding binnen het bedrijf in te perken en besmetting naar andere bedrijven te voorkomen. Houd voor eventuele verdere ontwikkelingen de website van de GD in de gaten, www.gddiergezondheid.nl. GD Herkauwer | Augustus 2014 |

5


Samen werken aan diergezondheid

QuickScan BVD Snel weten hoe het zit

Weet u hoe het zit met BVD op uw bedrijf? De QuickScan BVD geeft u snel een compleet en betrouwbaar beeld. Dankzij een unieke en uitgekiende combinatie van drie onderzoeken weet u niet alleen direct óf er sprake is van BVD, maar ook wáár u het moet zoeken. Check hoe u ervoor staat en bestel de QuickScan BVD à € 137,25 (excl. btw en basiskosten) via www.gddiergezondheid.nl/bvd

Kies voor de BVD-aanpak van de GD: Gezonde koeien. Meer weerstand. GD, Postbus 9, 7400 AA Deventer, T. 0900-1770, www.gddiergezondheid.nl


tekst: redactie |

NIEUWS & TIPS

Frederik Waldeck nieuwe GDrundveedierenarts

Onze website

Op www.gddiergezondheid.nl vindt u een schat aan informatie over (de aanpak van) dierziekten, ziektepreventie en mogelijke laboratoriumonderzoeken om bij problemen de diagnose te laten stellen. Op de startpagina voor rundveehouders (www.gddiergezondheid.nl/rund) staan alle actualiteiten die voor u van belang zijn overzichtelijk gepresenteerd. Vanuit hier navigeert u ook eenvoudig naar de informatie die u zoekt.

Risico’s van schapen op een rundveebedrijf

Rundveedierenarts Frederik Waldeck is per 1 augustus begonnen bij de GD. Hij neemt behoorlijk wat kennis mee op het gebied van BVD. In zijn nieuwe functie houdt hij zich, samen met GD-rundveedierenarts Linda van Duijn, dan ook met name bezig met (de aanpak van) deze infectieziekte. Voorheen was Waldeck werkzaam bij de Universitaire Landbouwhuisdierenpraktijk (ULP), waar hij in 2012 betrokken was bij de actie ‘ULP zonder BVD’. Doel was om bij zoveel mogelijk melkveebedrijven de BVDsituatie in beeld te brengen (GD Herkauwer sprak hem hierover in een interview, zie nummer 72, red.). Met zijn expertise aan boord staan we samen nog sterker in de strijd tegen BVD.

Vaste mestfractie als ligboxstrooisel?

De aanwezigheid van schapen kan een risico vormen op een rundveebedrijf.

Schapen kunnen ziekten hebben die een risico opleveren voor uw koeien. Zo is Boosaardige Catarraal Koorts (BCK) een virusziekte waar schapen zelf geen last van hebben, maar die wel dodelijk is voor koeien. Daarnaast kan een infectie met leverbot in de winter worden onderhouden (of zelfs verergerd) door de schapen op het land, en kunnen de koeien daar daarna last van krijgen.

Ook worden incidenteel BVD-dragers bij schapen geboren. Deze lammeren gaan meestal vrij snel dood, maar dan kan het virus zich al verspreid hebben. Voor de gezondheid van uw koeien kan het dus verstandig zijn afscheid te nemen van het koppeltje schapen. En als u schapen de grasmat wilt laten onderhouden in de winter, spreek dan preventieve maatregelen af met de schapenhouder.

Veehouders maken in toenemende mate gebruik van de vaste mestfractie als ligboxstrooisel. In mest aanwezige ziektekiemen als Klebsiella, Salmonella en paratuberculose kunnen in dit materiaal aanwezig blijven of zelfs groeien. Wees u bewust van dit risico als u dit materiaal gebruikt.

Vliegenpreventie Vliegen zijn vervelende lastpakken, voor u en voor uw dieren. Ze zijn niet alleen irritant, maar kunnen ook ziekten overbrengen, zoals wrang en houw. Het dagelijks verwijderen van voerresten op de voergang verlaagt het aantal vliegen in de stal. Dat is ook goed voor de voeropname, omdat koeien vers voer, dat niet warm, broeiend en bespeekseld is, beter opnemen. GD Herkauwer | Augustus 2014 |

7


TIJDELIJKE

ACTIE GRATIS

GD DRINKBAKCHECK

GD Pakket basis (2 metingen per jaar)

BIJ EEN VOLLE PALLET DIAMOND V Bel of mail ons vrijblijvend voor meer informatie! Actievoorwaarden op www.speerstra.com (Actie loopt tot 31 oktober 2014)

speerstra.com

T +31 (0)514 569 001 mail@speerstra.com

?

Op zoek naar

em b r y o ’ s

u i t d e b est e

koefami l i es

EMBRYO´S: De ideale manier om de beste koefamilies binnen uw bedrijf te krijgen zonder veterinaire risico’s!

R O IM P

T

R

O

P

25

S

O

WWW.ALH-GENETICS.NL

C

E

S

Y R

B

M

T O

experience

K

years

E

ALH_2014-05_GezondheidsdienstDieren.indd 2

X

DAMMELAAN 31 | 9104 GS DAMWOUDE | TEL.: 0511-424243 FAX: 0511-423525 | INFO@ALH-GENETICS.NL | WWW.EMBRYOSALE.COM

E

T

www.alh-genetics.nl L IV

www.embryosale.com

Like us at:

20-05-14 17:00


tekst: redactie |

Winnaars BVD-grijpspel André en Jenneke Schoonman uit Brummen zijn de gelukkige winnaars van het ‘grijpspel’ dat de GD 27 en 28 juni organiseerde op de Nationale Rundvee Manifestatie (NRM) in Zwolle. Onder het motto ‘Lukt het u om de BVD-drager te vangen?’ werden bezoekers op de stand uitgedaagd om met een grijparm een bal met koetje te ‘grijpen’. “Ik dacht, die drager ga ik even vangen”, aldus André. “We weten uit ervaring wat een ellende BVD kan veroorzaken op je bedrijf en doen er alles aan om BVDdragers buiten de deur te houden.” André en Jenneke kregen de prijs, een CowParade Koe en een mooie bos bloemen, uit handen van GD-buitendienstmedewerker Sietske Zantinge.

NIEUWS & TIPS

Elburgse veehouders slaan handen ineen tegen Neospora

“Ik dacht, die drager ga ik even vangen”, aldus André Schoonman.

In Elburg is een groep veehouders gezamenlijk begonnen met het plaatsen van Neospora-waarschuwingsbordjes langs de weilanden. De actie kreeg lokaal veel aandacht, onder andere omdat één van de bordjes werd geplaatst door een plaatselijke wethouder, Henk Wessel. De initiatiefnemers, melkveehouder Sjaak ten Have en zijn buurtgenoot Gerrit Pompert, werden onlangs in het zonnetje gezet door GD-buitendienstmedewerker Albertine van ’t Hoog.

Eerste plaats voor GD Running Team!

Een deel van het GD Running Team.

Het GD Running Team heeft zaterdag 14 juni tijdens de Zwolse Halve Marathon een topprestatie neergezet door de eerste plaats te bemachtigen tijdens de Rabobank Business Run. In totaal deden 76 bedrijventeams mee aan de halve marathon, waaronder de ervaren teams van Rabobank, Windesheim, Salverda en Landstede. Het GD Running Team liet laatstgenoemde met een minimaal verschil van 18 seconden achter zich.

Sjaak ten Have en zijn buurtgenoot Gerrit Pompert worden in het zonnetje gezet vanwege hun inzet tegen Neospora.

Feestelijke uitreiking eerste S. aureus-onverdacht certificaten Tijdens een feestelijke bijeenkomst op de Nationale Rundveemanifestatie in Zwolle nam melkveehouder Jan Jaap van Nes het eerste S. aureus-onverdacht certificaat in ontvangst; hij scoort al vijf jaar lang bij elk tankmelkonderzoek nul punten voor S. aureus, een unieke prestatie. Van Nes ontving het bijzondere certificaat uit handen van NRM-speaker Alice Booij. Zij roemde de jonge melkveehouder -die zelf aangaf ‘niets bijzonders’ te doen- om zijn kennelijk toch zeer secure werkwijze.

Op de achterkant van deze GD Herkauwer leest u wat Jan Jaap van Nes doet aan diergezondheid. Behalve Van Nes ontvingen ook de andere daarvoor in aanmerking komende aanwezigen hun certificaat. Zij hadden een persoonlijke uitnodiging voor de exclusieve bijeenkomst ontvangen. Ga voor meer informatie over de S. aureus-onverdacht status en de mogelijkheid tot aanmelden naar www.gddiergezondheid.nl/uga. Alice Booij feliciteert Jan Jaap van Nes.

GD Herkauwer | Augustus 2014 |

9


reportage | tekst: DRS. YONI PASMAN

Melkveehouder Dennis Smit

BVD-vrij met

oog op de toekomst De palen voor de nieuw te bouwen uitbreiding van het woonhuis staan al in de grond en de nieuwe stal is gebouwd. Melkveehouder Dennis Smit uit Ursem is op eigen kracht aan het uitbreiden. Een jaar geleden kwam hij erachter dat hij drie BVD-dragers had, maar sinds kort heeft hij de BVDen IBR-vrij status en is hij klaar voor de toekomst. Momenteel heeft het Ursemse bedrijf 85 melkkoeien en 80 stuks jongvee. “De groei is een paar jaar geleden al ingezet. Ik ben op eigen kracht aan het groeien naar 115 melkkoeien. De nieuwe jongveestal is al in gebruik genomen, en ik verhuur nu een deel van de oude jongveestal aan mijn zwager. De bedoeling is om daar straks het melkvee te huisvesten, zodat het bedrijf kan doorgroeien.� Sinds 1999 runt Dennis het bedrijf, dat ooit gekocht was door zijn ouders. Hij was

10

nog maar 17 jaar, maar door gezondheidsproblemen van zijn vader maakte hij snel zijn school af om het bedrijf draaiende te houden. Sinds 2011 woont hij weer waar hij geboren is, samen met zijn vrouw en twee jonge kinderen.

Niet fit De jonge veehouder heeft nu de BVD- en IBR-vrij status, maar weet inmiddels dat een infectie ieder bedrijf kan treffen. Ongeveer anderhalf jaar geleden merkte hij dat sommige koeien niet helemaal fit


Wat doet de QuickScan BVD? De QuickScan BVD is een éénmalige en vrijblijvende check die bestaat uit drie onderdelen: •O nderzoek op BVD-afweerstoffen in tankmelk. Zo weet u of er koeien met afweerstoffen in uw koppel melkvee aanwezig zijn en dus of uw melkvee (mogelijk in het verleden) in aanraking is geweest met BVD. • Onderzoek op BVD-virus in tankmelk. Zo weet u of er BVD-virusdragers aanwezig zijn onder uw melkgevende koeien. • Onderzoek op vijf bloedmonsters van kalveren in de leeftijd van acht tot en met twaalf maanden, op afweerstoffen tegen BVD. Deze dieren fungeren als ‘verklikkers’ en vertellen u of BVD een rol speelt in uw jongveestapel. Na de QuickScan BVD weet u dus of BVD een rol speelt op uw bedrijf, of er wellicht dragers aanwezig zijn én waar de eventuele BVD-besmetting zich bevindt. Ook wordt duidelijk in hoeverre uw veestapel gevoelig is voor een besmetting met BVD.

waarvan de melkproductie hoog lag. De andere twee waren geen toppers. Bij de hoogdrachtige vaars twijfelde hij nog even. Eerst laten afkalven of niet? Maar de veehouder wist ook dat wachten geen optie was. “Ik kan haar wel laten lopen, maar ze kan in de tussentijd ook andere dieren besmetten.” Daarbij is een kalf van een drager altijd ook een drager. “Als ik er toch mee aan de gang ga, ga ik geen halve maatregelen nemen. Gelukkig werden in de maanden daarna geen nieuwe dragers gevonden en was ik na tien maanden ook BVD-vrij.”

Melkveehouder Dennis Smit: “Het doel is ervan vrij te raken, daar gaan we straks toch naartoe” Toekomst

waren. “Je hebt wel eens dieren die het ‘net niet goed doen’, die achterblijven. Ik merkte dat bepaalde dieren minder goed reageerden op antibiotica. De dierenarts vroeg of ik al aan BVD had gedacht.” Dennis liet een QuickScan BVD doen, een eenmalige check die bestaat uit drie onderzoeken (zie kader). “Bij BVD heb je zo’n idee van wegkwijnende en leegschijtende dieren, dat was hier niet. Ik dacht dat zal bij mij niet aan de hand zijn, maar je wilt het toch uitsluiten. Zo’n QuickScan is een kleine investering en dan weet je hoe het zit.” Toen er toch een ongunstige uitslag uitkwam, was Dennis erg geschrokken. In de tankmelk werden zowel afweerstoffen als virus aangetoond en ook in alle bloedmonsters van de vijf kalveren werden afweerstoffen gevonden. “Dat kwam als een donderslag bij heldere hemel.”

Dragers De QuickScan BVD toonde virus én afweer-

stoffen aan. Dat betekent dat de dieren in aanraking zijn geweest met het virus en dat er virusdragers op het bedrijf aanwezig moeten zijn. Dennis besloot daarom in het programma BVD Virusvrij te stappen en dus structureel alle dragers in de koppel op te sporen en af te voeren. Hierbij koos hij ervoor ook maar meteen IBR en Neospora aan te pakken. “Als ik toch alles liet tappen, kon ik net zo goed IBR en Neospora er ook bij doen. Het onderzoek kon gewoon met dezelfde buisjes.” Er werden geen dieren met afweerstoffen tegen IBR gevonden, dus het IBR-vrij certificaat was meteen binnen. Een tweedekalfs-, een derdekalfskoe en een hoogdrachtige vaars bleken wel het BVD-virus uit te scheiden, dus drager te zijn. “De dierenarts zei: BVD-dragers worden niet oud, maar bij mij dus wel.”

Geen halve maatregelen

Dennis is erg blij met zijn BVD- en IBRvrijstatus. “BVD- en IBR-vrije dieren zijn gezonder. En door de diergezondheid te optimaliseren hoef ik minder medicijnen te gebruiken.” Als de koeien nu wat hebben, kan hij in ieder geval BVD en IBR als onderliggende oorzaak uitsluiten. De vrijstatussen leveren hem daarbij ook nog punten op voor Koe-Kompas. “We gaan er straks toch naartoe, dan hoef je dat traject niet meer door. Nu ben ik klaar voor de toekomst.”

Campagne start dit jaar Kort na het interview werd bekend dat de Nederlandse rundveehouderij dit jaar een campagne start om de rundveeziekten BVD en IBR uit te bannen. De campagne is een initiatief van LTO Nederland, SBK, CRV, en NZO. Doel is om als sector zowel IBR-vrij als BVDvrij te raken. De initiatiefgroep gaat de komende maanden kijken of er een sluitende regelgeving kan komen, zodat álle rundveehouders meedoen. Daarna start de groep met het ontwikkelen en invoeren van instrumenten en een communicatiecampagne.

Het was voor Dennis vooral moeilijk om afstand te doen van de tweedekalfskoe, GD Herkauwer | Augustus 2014 |

11


Samen werken aan diergezondheid

Aureus onder controle Aureus-mastitis, dat wil ik nooit meer meemaken. Daarom ga ik voor de S. aureus-onverdacht status.”

“Het is al jaren geleden, maar ik herinner me de ergernis en de trammelant nog als de dag van gisteren. Als je S. aureus eenmaal op je bedrijf hebt, worden de dieren aan de lopende band besmet. En het verraderlijke is dat je het niet ziet, maar je celgetal schiet wel omhoog en de productie wordt minder. S. aureus is nauwelijks te behandelen. Door afvoer van dieren en de juiste managementmaatregelen hebben we de bacterie uiteindelijk onder controle gekregen en heb ik weer een laag celgetal. Nu ga ik voor de S. aureus-onverdacht status, dat geeft me een gerust gevoel.” Herbert Verploegen, melkveehouder in Winssen. S. aureus-onverdacht status UGA lanceerde tijdens de NRM de S. aureus-onverdacht status. De status is te behalen via Tankmelk Uiergezondheid. S. aureus onder controle betekent fittere koeien, meer werkplezier en een hogere levensproductie. Bovendien biedt de status u een goede basis om succesvol selectief droog te zetten. Ga voor meer informatie en aanmelden naar www.gddiergezondheid.nl/uga.

UGA is de UierGezondheidsAanpak van de GD: Gezonde uiers. Meer melk. GD, Postbus 9, 7400 AA Deventer, T. 0900-1770, www.gddiergezondheid.nl


Onze melktechniek

Uw succes

Levensduur Bennie Kenkhuis uit Bornerbroek (Ov) “We leveren al 28 jaar eersteklas melk met een GEA melkinstallatie. Levensduur is een belangrijk thema in ons management. Om elk risico van bacterieoverdracht uit te sluiten hebben we bewust gekozen voor het IQ vier kwartieren melkstel van GEA”. Zeer belangrijk om goed en snel te kunnen melken, is de juiste positionering van het melkstel. De juiste slanggeleiding en een uitgebalanceerd IQ melkstel zijn daarbij dé oplossingen. Bij een zij aan zij melkstal wordt bijvoorbeeld vaak gekozen voor een zogenaamde “Posi Balance” die ongeacht de uierhoogte de slang optimaal geleidt. Kiest u voor nog meer arbeidsgemak dan kiest u voor een geleiding die het gehele melkstel “draagt”.

Vier afzonderlijke kamers voorkomen kruisbesmetting

Het IQ melkstel werkt arbeidsbesparend

Kijk en luister naar de interessante ervaringen van collega veehouders op www.gea-farmtechnologies.com

engineering for a better world

GEA Farm Technologies


monitoring | tekst: DR. GUILLAUME COUNOTTE EN DRS. LINDA VAN WUIJCKHUISE

Mineralen: wat bij te voeren? Omdat dieren mineralen en spoorelementen nodig hebben om goed te kunnen functioneren, is het belangrijk te weten wat ze daadwerkelijk opnemen. Zowel te weinig als te veel bijvoeren is schadelijk voor de gezondheid. De GD doet voor rundveebedrijven onderzoek in tankmelk, bloed en leverbiopten naar de opname van mineralen en spoorelementen.

Wat zijn mineralen en spoorelementen? Mineralen zijn stoffen die dieren dagelijks in behoorlijke hoeveelheden nodig hebben, bijvoorbeeld calcium, magnesium, natrium, kalium en fosfor. Spoorelementen zijn stoffen die dieren in kleine hoeveelheden nodig hebben om goed te kunnen functioneren, bijvoorbeeld seleen, jodium, koper, zink en ijzer. De behoefte aan spoorelementen verschilt met de leeftijd van het dier: een kalf heeft voor zijn groei een andere behoefte dan een volwassen dier.

Wanneer langere tijd onvoldoende mineralen of spoorelementen met het voer worden opgenomen, kan een tekort ontstaan. Het Nederlandse grasland (zeker op zandgronden) bevat bijvoorbeeld weinig seleen en koper. Maar ook een overmaat aan mineralen of spoorelementen is schadelijk. De klachten bij een tekort of overmaat zijn vaag: tegenvallende groei, verminderde weerstand, lagere vruchtbaarheid, minder melk, enzovoort. Daarom wordt bij deze vage klachten vaak geadviseerd te controleren op de status van mineralen en spoorelementen. Want voordat u beslist bij te voeren geldt: meten is weten.

Om een algemeen beeld te krijgen van de mineralen- en spoorelementenopname bij koeien in Nederland, vindt u hier de resultaten van de onderzoeken die de GD van 2000 tot april 2014 voor Nederlandse bedrijven uitvoerde. Afhankelijk van het mineraal of spoorelement kan de opname worden gemeten in tankmelk, bloed of leverbiopten.

Selenium Selenium is voor runderen een belangrijk spoorelement en is ingebouwd in het enzym GSH-Px. Het is van belang voor de weerstand van dieren, maar ook voor de benutting van jodium in de schildklierhormonen. De voorziening van selenium en jodium kan in bloed worden gemeten, maar ook in tankmelk via dé Mineralencheck (tankmelkonderzoek op seleen, jodium en koper, zie www.mineralencheck.nl). De gemiddelde GSH-Px-waarden van de afgelopen jaren zijn te zien in figuur 1. De waarden zijn gevonden in bloedmonsters die sinds 2000 zijn aangeboden aan de GD. Er is duidelijk een golfbeweging te zien, doordat de dieren in de weideperiode gras eten met weinig seleen en in de stalperiode gesupplementeerd worden. Omdat we selenium meten door de GSH-Px-waarden te bepalen, geven de genoemde waarden een afspiegeling van de seleniumvoorziening met een vertraging van zes tot acht weken. Die vertraging is er overigens niet bij onderzoek op tankmelk.

Koper De bepaling van koper in bloed geeft een indruk van de voorraad in de lever: is het kopergehalte in bloed te laag, dan is de voorraad koper in de lever uitgeput. Maar als de waarden normaal zijn, weet je niet hoe groot de voorraad in de lever is. In tabel 1 staan de resultaten voor koper in bloed, gevonden in het GD laboratorium van 2000 tot 2014. Omdat de gemiddelde koperwaarde sinds 2010 lijkt te dalen, is koper ook onderdeel van dé Mineralencheck. 2000-2011 (n=54.370)

> 2012 (n=13.119)

Referentie 7,5 - 18 µmoI/L

87,31 %

88,74 %

Te laag

8,37 %

9,45 %

Te hoog

4,31 %

1,81 %

Tabel 1: Koper in bloed van runderen van 2000 tot 2014. (Bron: GD-laboratorium)

Spoorelementenvoorraden Van veel spoorelementen wordt de voorraad in de lever opgeslagen. Leverbiopten zijn bij levende dieren dan ook de beste maat om de status van koper, kobalt, zink en ijzer te bepalen. Bij ter sectie aangeboden runderen, waarbij geen duidelijke doodsoorzaak is te vinden, wordt door de GD aanvullend onderzoek gedaan naar spoorelementen in de lever. De resultaten zijn weergegeven in tabel 2.

Als sinds 2002 houdt de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD) zich intensief bezig met de uitvoering van de diergezondheidsmonitoring in Nederland. Hiervoor werken wij intensief samen met onder andere de diersectoren, de zuivel, het ministerie van EZ, dierenartsen en veehouders. Deze rubriek verhaalt over bijzondere gevallen, speciaal onderzoek en opvallende resultaten die het werk van de monitoring oplevert. Samen werken we aan diergezondheid in het belang van dier, dierhouder en samenleving.

14


© GD Monitor 2014

700

gemiddelde waarden

GSH-PX (UgHb)

600 500

% te hoog

Kobalt (0,2-7,0)

29

71

0

IJzer (150-1500)

84

7

9

Koper (100-600)

61

23

16

Zink (100-500)

59

18

23

300 200

Tabel 2: Spoorelementen in de lever van runderen van 2000 tot 2014 (n=855; mg/kg droge stof lever). (Bron: GD-laboratorium).

1-2015

1-2014

1-2013

1-2012

1-2011

1-2010

1-2009

1-2008

1-2007

1-2006

1-2005

1-2004

1-2003

1-2002

1-2001

1-2000

jaar

Behoefte per leeftijdsgroep

Figuur 1: GSH-Px-waarden in bloed.

2000

ijzer (mg/kg ds)

% te laag

400

100

1500

1000

500

0

0-5

6 - 11

12 - 23

24 - 47

GD Monitor 2013

Zink (mg/kg ds)

© GD laboratorium 2014

Figuur 2: IJzergehalte in lever.

600

gemiddelde waarden

400

200

variatie in waarden

0-5

6-11

12-23

24-47

>48

Leeftijd (in maanden)

Figuur 3: Zinkgehalte in lever.

gemiddelde waarden

400

200

variatie in waarden 0-5

6-11

12-23

24-47

Leeftijd (in maanden)

Figuur 4: Kopergehalte in lever.

Conclusie

In figuur 4 is het gemiddelde kopergehalte weergegeven, afhankelijk van de leeftijd van de runderen. De grafiek laat een opvallend facet zien. Kalveren worden geboren met een kopergehalte van 350 tot 450 mg/kg ds in de lever. Zijn de gevonden waarden lager, dan is de kopervoorziening van de moederdieren te laag. Kalveren ouder dan acht maanden krijgen vaak geen supplementen of krachtvoer meer, waardoor het koper uit de lever langzaam wordt verbruikt. Op een leeftijd van 12 tot 23 maanden komt het op een dieptepunt, dat soms te laag is voor een

Omdat mineralen en spoorelementen nodig zijn voor het functioneren van een dier, is het goed om geregeld de voorziening te controleren. Te lage of te hoge giften kunnen immers gezondheidsproblemen veroorzaken. Zeker op zand- en veengronden in Nederland kan het ruwvoer te weinig mineralen en spoorelementen bevatten. U kunt de voorziening controleren in tankmelk, bloed (bij jongvee en nietmelkleverende dieren) of levermonsters. De resultaten kunt u met de voerleverancier gericht gebruiken bij de overweging óf en wélke mineralen u al dan niet gaat bijvoeren.

goede groei, weerstand en vruchtbaarheid. Wanneer de koeien volwassen zijn krijgen ze krachtvoer en (droogstands)mineralen, daardoor stijgt het koper in de lever weer tot gewenste waarden.

Monitoring via laboratoriumonderzoeken © GD laboratorium 2014

600

Twee elementen waarvan de behoefte voor jonge en volwassen runderen duidelijk verschilt, zijn ijzer en zink. Op zich logisch: ijzer en zink zijn nodig voor de groei, respectievelijk voor de vorming van bloed en lichaamscellen. Dat zie je terug in de gehalten van ijzer en zink in de lever (figuur 2 en 3). > 48

leeftijd (maand)

Koper (mg/kg ds)

% binnen referentie waarden

MONITORING

Gemiddelde en variatie van mineralen en spoorelementen, gevonden in bloed (GSHPx) en lever (ijzer, zink en koper) van 2000 tot 2014. (Bron: GD-laboratorium)

Element (referentie)

>48

De GD gebruikt diverse instrumenten om de diergezondheid in Nederland te monitoren. Een daarvan is de GD Veekijker. De GD Veekijker bestaat uit een team van ervaren en deskundige dierenartsen, aan wie vooral practici signalen uit het veld kunnen melden via telefoon of e-mail. Deze informatie helpt de GD om nieuwe aandoeningen tijdig op te sporen en trends te ontdekken en te volgen. Soms leiden vragen bij de GD Veekijker tot nader onderzoek. In dit artikel is een onderzoek besproken dat is gestart naar aanleiding van vragen die de GD Veekijker kreeg over de interpretatie van mineralenonderzoeken en de mineralenvoorziening van jongvee en volwassen koeien. Het onderzoek is gebaseerd op uitslagen van onderzoek op mineralen/spoorelementen in bloedmonsters, tankmelkmonsters en leverbiopten die rundveebedrijven van 2000 tot 2014 opstuurden naar de GD. Bij dit soort onderzoeken worden uitslagen voorafgaand aan de analyse altijd geanonimiseerd.

GD Herkauwer | Augustus 2014 |

15


KLAVO RHENEN - Kalverhokken op maat KLAVO RHENEN is een jong bedrijf dat zich heeft gespecialiseerd in makkelijk verplaatsbare hokken voor jonge kalveren.

Voor meer informatie bel: 0317-619918 of 06-27122638 of kijk op: www.kalverenhotel.nl

HITTESTRESS?

DE NIJBORG AGRI B.V.

De oplossing: ABBI-FAN Ventilatoren! n 20%

zuiniger n duurzaam n 50.660 m3/u luchtopbrengst n toerentalregeling n zuinigheidsklasse A

Voor levering en montage van: silo’s & vijzels voederinstallaties stalinrichtingen ventilatiegordijnen

type 140-XG: 17,8 W/1000m3/u

De Hooge Hoek 8 - 3927 GG Renswoude Tel. 0318-572923 – fax 0318-572725 www.nijborgagri.nl - info@nijborgagri.nl

Transportweg 50 3371 MB Hardinxveld-Giessendam Tel. 0031-184-711344 Fax 0031-842-103733 Info@abbi-aerotech.com www.abbi-aerotech.com

AGRI SERVICE JEUKEN B.V. A

+ B

C

M

Y

CM

MY

CY CMY

K

RISORSA® – UIER- 21-07-14 RISORSA AGRI EASY SERVICE JEUKEN B.V. VERZORGINGSMIDDEL Dip spray producten en te gebruiken bij melkrobotsystemen ® ® tot de volgende ue l! RISORSA is een twee componenten middel datEUTERRISORSA EASY FNoremelkbeurt e RISORSA m een beschermend laagje om de spenen vormt. De spenen

ad AeroNL 90x63kleur.indd 1 ®

e Nieuw e! formul

Anzeige Agri Risorsa A5-ha-4c 24.09.2008 10:07 Uhr Seite 1

C

M

Y

CM

MY

CY CMY

+ Bim Milchroboter AEinsetzbar C

+ B

A

+ B

A

Anzeige Agri Risorsa A5-ha-4c 24.09.2008 10:07 Uhr Seite 1

M

Y

CM

MY

CY CMY

+ B

K

®

PFLEGEMITTEL

15:09

Tectonik®

pour-on

worden door glycerine en melkvet verzorgd. RISORSA® kan bacteriën in korte tijd verwijderen. Conserveringsstoffen verhinderen de overdracht eindoor Zwei-Komponenten Pflegemittel, was van bacteriënRISORSA van koe®opistkoe middel van de dipvloeistof. K bis zum nächsten Melken einen schützenden Film um die ® Zitzen bildet. Die Zitzen werden durch Glyzerin und een zichtbare bescherming RISORSA vormt tot de volgende melkbeurt ® Milchfett gepflegt. RISORSA kann Bakterien in kurzer Zeit beseitigen. Konservierungsstoffe verhindern eine de uiers tussen RISORSA® beschermt Keimübertragung durchhet diemelken Diplösung von Kuh zu Kuh. RISORSA® ist Baua gemeldet. RISORSA® wird gemäß middelNorm van melkvet glycerine voor huidRISORSA® zorgt der door ISO 9001 und GMPenproduziert. ® bildet bis zum folgenden Melken einen sichtRISORSA verzorging voor een soepele tepelhuid baren Schutz. ® RISORSA schützt das 1Euter zwischen Milchvorgängen. werking binnen minuut tegenden stafylokokken, RISORSA® geteste RISORSA® sorgt durch Melkfett und Glyzerin als hautpflestreptokokkengende agalactiae en E-coli. für eine geschmeidige Zitzenhaut. Komponenten ® Geprüfte Desinfektionswirkung innerhalb einer e RISORSA u N em e l! geproduceerd volgens de ISO 9001 Streptococcus norm. RISORSA® wordt Minute gegen Staphylococcus aureus, For agalactiae und Echerichia coli. Farma GMP.

® ® RISORSARISORSA STRONGSTRONG Leichte Schutzfilmbildung Vormt een + B bescherming A lichte

e Nieuw e! formul

®

® BARRIER RISORSARISORSA BARRIER Schutzfilmbildung e Vormt een extremeExtreme bescherming Nieuw e! formul

u e l! N em e For

AGRI SERVICE JEUKEN B.V. HEERBAAN 114 6566 ET MILLINGEN A/D RIJN (NL) TEL: 0031 481 433661 • FAX 0031 481 432075 TEL.: +31 (0)6 53195804 • www.agriservicejeuken.nl

Vliegenvrij is rust in de wei! langste minimale werkingzaamheid (7weken) effectief tegen vliegen én knutten lage dosering - economisch in gebruik In 1 en 2,5 liter verpakking Verkrijgbaar bij uw dierenarts en leverancier van agrarische benodigdheden.


tekst: mark van raalte en hans miltenburg | hittestress

Als de temperatuur en luchtvochtigheid oplopen, kunnen koeien niet alleen last krijgen van hittestress: het warme weer kan ook invloed hebben op de voer- en wateropname. Dat kan gevolgen hebben voor de productiviteit. Voldoende ventilatie, schoon drinkwater en een goede mineralenvoorziening verkleinen de kans op hittestress.

Voer- en watermanagement bij hittestress De kans op hittestress kan op verschillende manieren worden verkleind, bijvoorbeeld door de koeien op warme perioden van de dag binnen te huisvesten. Voordeel hiervan is dat ze voldoende en schoon drinkwater kunnen opnemen en eventueel extra kunnen worden bijgevoerd. Een frisse stal met een goede ventilatie en schone en droge ligplaatsen zijn daarbij wel van belang. Daarnaast is het belangrijk extra aandacht te besteden aan voeren watermanagement.

Temperatuur ºC

45

dodelijke stress 40

ernstige stress 35

© GD Monitor 2014

Figuur 1 toont tot welk stressniveau de verschillende combinaties van temperatuur en luchtvochtigheid kunnen leiden.

matige stress

30

lichte stress

25

geen stress

20 0

25

50

75

100

Relatieve luchtvochtigheid

Figuur 1: Hittestress afhankelijk van temperatuur en luchtvochtigheid

Mineralenvoorziening Warm weer kan invloed hebben op de verhouding van de opname van ruwvoer en

krachtvoer. Bij hogere temperaturen kan een koe relatief meer krachtvoer opnemen met als mogelijk gevolg pensverzuring. Het voeren van een buffer, zoals natriumbicarbonaat, kan dan ondersteunend werken. Bij energierijke rantsoenen is het verstandig om ook het kation-anionverschil in de gaten te houden. Een te klein verschil versterkt het effect op de drogestofopname. Wijzigingen in de drogestofopname beïnvloeden ook de opname van mineralen en vitaminen, zoals vitamine A en E en selenium, koper en kobalt. Bloedonderzoek kan inzicht geven in de status. En met dé Mineralencheck is het nu ook mogelijk via tankmelkonderzoek periodiek de jodium, koper- en seleniumvoorziening te bewaken (zie www.mineralencheck.nl).

Watervoorziening Melkkoeien hebben een fors hogere vochtbehoefte als de temperatuur en luchtvochtigheid oplopen. Maar ook de hoeveelheid beweging, en dus geproduceerde warmte, is belangrijk. Het dier moet meer drinken om zijn lichaamstemperatuur te kunnen verlagen. Schoon en smakelijk water is dan van belang. Een volwassen koe heeft dagelijks 0,05 liter water per kilogram lichaamsgewicht nodig en per kilogram melk nog 2 liter water extra. Bij een koe met een gewicht van 650 kilogram en een melkproductie van 40 kilogram is dit dus

circa 110 liter water per dag. Bij ernstige hittestress loopt de behoefte op tot 0,20 liter per dag per kilogram lichaamsgewicht, dit is bij 40 kilogram melk dus circa 200 liter water per dag. Ook de watertemperatuur moet goed zijn: water van 20 °C is beter dan gekoeld water. Zorg ervoor dat er genoeg drinkbakken zijn: één sneldrinker per 15 koeien (meer dan 20 liter per minuut) of één voorraadbak per 20 koeien (meer dan 50 liter en meer dan 30 liter per minuut). In de drinkbak heeft water niet altijd dezelfde kwaliteit als op de plek waar het de stal binnenkomt. Langdurig gebruik van minder geschikt water is een risico voor de gezondheid van de dieren. Slechte waterkwaliteit leidt zelfs tot schade. Het is daarom verstandig om periodiek de waterkwaliteit in de drinkbakken te controleren. Dit kan met de GD Drinkbakcheck Rundvee.

Wanneer is sprake van hittestress? Bij een temperatuur vanaf 20 °C en een luchtvochtigheid van 60 tot 80% heeft een koe al last van hittestress. Hittestress leidt tot algehele malaise, met als gevolg een verminderde voeropname en melkproductie en in een later stadium vaak uiergezondheids- en klauwproblemen.

GD Herkauwer | Augustus 2014 |

17


interview | tekst: ING. BERT DE LANGE

GD-directeur Ynte Schukken:

“Een hoge diergezondheidsstatus is niet alleen goed voor het dier zelf, de veehouder merkt het ook door meer werkplezier en lagere kosten.”

Zowel dier, veehouder als samenleving hebben belang bij uitstekende diergezondheid Ongeveer een jaar geleden kwam hij terug uit de Verenigde Staten om bij de GD aan de slag te gaan. Tijd voor een nadere kennismaking met een veelzijdig man die hamert op het belang van een hoge diergezondheidsstatus van Nederland. Een ding heeft Ynte Schukken in het afgelopen jaar wel geleerd: de GD is een organisatie die de kunst van het balanceren verstaat. “We werken als GD voor de boeren, de dierhouders. Tegelijkertijd moeten de overheid en de samenleving de overtuiging hebben dat ons werk betrouwbare resultaten oplevert. Onze monitoringsopdracht is daar een mooi voorbeeld van. Om die taak goed uit te voeren is het cruciaal dat we middenin de veehouderijsector staan, omdat we daardoor signalen over ziekten snel binnen krijgen. Diezelfde sector en de samenleving willen er vervolgens op kunnen bouwen dat we bevindingen die de dier- en volksgezondheid raken, direct terugkoppelen. Dat kan alleen als we dat vertrouwen als GD ook waarmaken.” Het lukt de GD om die balans te vinden, zegt Schukken, en dat is mede te danken aan de transparante werkwijze. “We laten

18

alles zien wat we doen. Als GD zijn we objectief en kennisgedreven. We baseren ons niet op gevoel maar zijn daarmee niet gevoelloos. Noem het ingebouwde objectiviteit. Als we uitspraken doen, dan baseren we die op bevindingen die we in de praktijk opdoen of ontdekken via toegepast onderzoek. Ik merk dat onze klant deze manier van werken steeds meer herkent en waardeert.” Schukken hamert op het belang van een hoge diergezondheidsstatus van Nederland. “Dat is niet alleen goed voor het dier zelf, de veehouder merkt het ook door meer werkplezier en lagere kosten. En gezien de raakvlakken tussen dier- en volksgezondheid profiteert de samenleving ervan, wat bovendien zal bijdragen aan de ‘license to produce’ van de veehouderij in Nederland.”

Antibiotica-discussie Dat de GD zich bewust is van de veelheid aan belangen die er spelen, blijkt ook uit de missie van de GD, zo vindt Schukken. Die luidt: ‘Samen werken aan diergezondheid, in het belang van dier, dierhouder en samenleving’. De GD-directeur: “Op korte termijn kunnen de belangen op gespannen voet staan, maar op lange termijn stemmen ze overeen. In de discussie over de reductie van antibioticumgebruik komt dat goed naar voren. Iedereen is het er wel over eens dat het onontkoombaar en zinvol is om zo min mogelijk antibiotica te gebruiken om resistentie tegen te gaan. Maar op korte termijn zie je dat het op veehouderijbedrijven pijnpunten kan geven, omdat je een bepaald antibioticum niet meer mag toedienen, of omdat een andere werkwijze wordt gevraagd, bijvoorbeeld bij selectief droogzetten. We kunnen daar op twee manieren mee omgaan:


blijven benoemen dat het vroeger allemaal beter en makkelijker was, of de uitdaging aangaan en als eerste in de wereld met creatieve oplossingen komen die voor zowel dier, dierhouder, als samenleving van waarde zijn.” Het is volgens hem aan organisaties als de GD om altijd te proberen oplossingen te vinden om daarmee als dierhouderij in Nederland een signaal van innovatie en kwaliteit de wereld in kunnen sturen. “We doen bijvoorbeeld volop onderzoek naar het ontwikkelen van gevoeligheidsbepalingen op bedrijfsniveau. Die bepalingen stellen veehouders en dierenartsen in staat om een rationele keuze te maken uit de beschikbare antibiotica. En dat betekent uiteindelijk gezondere dieren, lagere kosten en een verminderde resistentieontwikkeling.”

Ynte Schukken 1990: Universiteit Utrecht: Promoveert op zijn onderzoek naar het verloop van klinische mastitis op bedrijven met een laag tankcelgetal. 1990-1999: Universiteit Utrecht: Onderzoeker, dierenarts en universitair docent aan de Faculteit Diergeneeskunde. 1999-2013: Cornell University: Hoogleraar en leidinggevende bij dochteronderneming Quality Milk Production Services. 2013-heden: Gezondheidsdienst voor Dieren: Directeur Diergezondheid.

Vroeger heffingen, nu betaalde dienstverlening Als directeur Diergezondheid bezoekt Ynte Schukken veel klanten. Daarbij heeft hij ervaren dat het beeld van de GD als een overheidsgerelateerde ‘dienst’ nog leeft. “Vanuit de historie is dat goed verklaarbaar, maar de GD heeft in de afgelopen jaren grote veranderingen ondergaan. We verdienen ons geld niet meer met heffingen of subsidies, maar volledig via betaalde dienstverlening. Het uitvoeren van labonderzoek is een belangrijke inkomstenbron. De diverse diergezondheidsprogramma’s dragen ook financieel bij en de GD voert tal van projecten uit voor het bedrijfsleven. Daarnaast vervult de GD een spilfunctie in de Monitoring Diergezondheid, dat als doel heeft om tijdig dierziekten of onbekende aandoeningen te signaleren.” En de GD is nog volop in beweging, zo constateert Schukken. “We blijven investeren in nieuwe producten en diensten. Verder zijn we volop bezig met een grote digitaliseringslag; denk aan de ontwikkeling van VeeOnline waar onze klant zijn labuitslagen, gezondheidsstatussen en bedrijfsgezondheidsplannen kan vinden. Ook ondergaat het veterinaire laboratorium, met vier miljoen bepalingen één van de grootste ter wereld, binnenkort een metamorfose, met als doel om de prijskwaliteitverhouding en de doorlooptijden verder aan te scherpen.

Inkomsten vanuit de markt • Voorheen: heffing per dier (Landbouwschap) en basis-subsidies. • Daarna: afbouw heffingen en subsidies. • De GD is een BV: met volledig betaalde dienstverlening door levering van producten en diensten. 1980 1990 2000

Levering betaalde producten en diensten Heffingen & subsidies

Schukken is ervan overtuigd dat de Nederlandse veehouderij er baat bij heeft om tijdig op dit soort ontwikkelingen in te spelen. “Recent was er een internationale conferentie over de resistentieproblematiek. De grote reductie in het gebruik van antibiotica in de Nederlandse veehouderij is daar gelukkig niet onopgemerkt gebleven. Dat geeft ons imago en onze producten in het buitenland nu en in de toekomst extra waarde.”

Kracht van programma’s

De GD is objectief en kennisgedreven, zegt Schukken. “Als we uitspraken doen, dan baseren we die op bevindingen die we in de praktijk opdoen of ontdekken via toegepast onderzoek.”

2013

Schukken hecht sterk aan een goede relatie met de dierenartsenpraktijken. “Om de veehouders goed van dienst te zijn hebben we elkaar nodig. We zien tegelijkertijd dat steeds meer dierenartsenpraktijken zelf bepaalde testen kunnen uitvoeren.” Schukken ziet dat niet als een bedreiging. “Nee, dat is een verschuiving die al enige tijd gaande is en altijd door zal gaan.

En dan niet alleen van de GD naar de dierenarts, ook van universiteit naar de GD en zeker ook van de dierenarts naar de veehouder, die via allerlei nieuwe technieken zelf bepalingen uit kan voeren op het eigen bedrijf. Als GD spelen we hierop in door fors te investeren in innovatie. Daardoor blijken we in staat iedere keer nieuwe en betere testen te ontwikkelen.” Bovendien is de GD meer dan een veterinair laboratorium. “We doen veel onderzoek en werk waar de praktijk direct iets aan heeft. En de GD, zo heb ik ontdekt nu ik zelf een jaar ‘binnen’ heb mogen kijken, is heel sterk in het uitvoeren van diergezondheidsprogramma’s. Dat vraagt veel meer kennis en werk dan ik had gedacht, maar deze programma’s zijn essentieel voor het diergezondheidsmanagement op de bedrijven en voor de diergezondheidsstatus van Nederland.” GD Herkauwer | Augustus 2014 |

19


REXTON W 4WD VANAF ¤ 23.999

excl BTW excl BPM op grijs kenteken*

Afgebeeld model: Rexton W Sapphire

met hoog aanhanggewicht voor de professional GRATIS ➔ Ombouw naar grijs kenteken standaard dak ➔ Elektrisch schuifdak ➔ Metallic lak

* Aanbod enkel geldig bij zakelijke aanschaf en gebruik. Meer info: surf naar www.ssangyong.nl

GARANTIE PECHHULP

DRIVEN BY YOU

7,3 - 7,8 l/100 KM. 193 - 206 G CO2/KM * Adviesprijs voor Rexton W 4WD MT Quartz incl ombouw grijs kenteken standaard dak, elektrisch schuifdak en metallic lak. Aanbod enkel geldig bij zakelijke aanschaf en gebruik.

Meer melk uit gras! .000 liter koe, Hét grasmengsel voor de 10 as: levert meer melk per kilo gr

MilkMax en MilkMax Tetra

Innoseeds BV • Postbus 1 • 4420 AA Kapelle • Tel. +31 (0)113 347 911 • Fax +31 (0)113 330 110 • www.innoseeds.nl • info@innoseeds.nl


VeeOnline | tekst: DRS. Jessica Hirsch-van Stek

Wegwijs op

VeeOnline

Als veehouder bent u dagelijks bezig met diergezondheid. Daar kunt u VeeOnline goed bij gebruiken. Als u bent ingelogd en bovenaan de pagina klikt op Mijn bedrijf, dan ziet u het volgende scherm:

Welkom ‘Uw Naam’

Mijn bedrijf

Registratie

Lab

Contact

000000

( Uitloggen )

www.gddiergezondheid.nl

A

A

A

Home Stallijst

Aan- en afgevoerde dieren

Stallijsten

0123456 Verklaringen en certificaten

Bedrijfsgezondheidsplan

Home Bedrijfsbehandelplan

Vanuit uw stallijst kunt u gemakkelijk VKI- en afvoer/exportmeldingen doen en gezondheidsverklaringen/paspoorten aanvragen.

012345 Uw naam naam@mail.nl

GD Relatienummer Cowtrack (VKI) veehouder UBN Geplande onderzoeken Naam E-mailVaccinaties Contactgegevens

Mijn instellingen

Machtigingen / mijn relaties

Rund Kip Verklaringen en certificaten

Registratie openbaar register

Bedrijfstype

Melkveehouderij

DA Praktijk

DAP Nederland, Utrecht Contactgegevens

Onder verklaringen en certificaten kunt u online diverse gezondheidsverklaringen aanvragen.*

Zuiverlfabriek Naam

Tank Contactgegevens

Nederlandse Melkleverancier

Gemiddeld aantal aanwezige runderen laatste jaar Volwassen Jongvee Totaal 0

0

0

Bedrijfsgezondheidsplan en bedrijfsbehandelplan

details

Zorg ervoor dat u zowel het BGP als het BBP voorziet van een digitale hand­tekening.

Attenties Geplande onderzoeken Er bestaat 1 nog niet verwerkt gepland onderzoek rund voor de komende 100 dagen.

Status en deelname Rund Kip Programma of product BVD IBR

Leptospirose Leverbot Maagdarmwormen Neospora Paratuberculose Salmonella Uiergezondheid Worminfecties Bedrijfsbehandelplan Bedrijfsbehandelplan

Status

Deelname

Rapportage

Cowtrack/VKI Geplande onderzoeken Hier ziet u welke onderzoeken binnenkort nodig zijn t.b.v. de certificeringsprogramma’s.

Via CowTrack kunt u VKI-meldingen doen en runderen aanmelden bij uw handelaar.

Deelnemer

23-06-2014

Deelnemer

25-06-2014

Uw labuitslagen nu in één duidelijk overzicht! Ga naar Mijn labuitslagen >>

[Versie 3.4.1.6] Copyright

© De Gezondheidsdienst voor Dieren B.V. Alle rechten voorbehouden. Voorwaarden | Disclaimer |

Privacy

Volg ons op Twitter

* Let op: hiervoor heeft u de betaalde module “Van en Naar de Stal” nodig. De kosten voor deze module zijn € 0,21 per aanwezig dier per jaar.

GD Herkauwer | Augustus 2014 |

21


STALHYGIËNEKALK

KALKSTROMATRAS

pH 10,3

• Hoge pH van 10,3 zorgt voor hygiëneverbetering in de box • Zeer krachtige drogende werking • Voor gebruik op rubberen matten/matrassen • Ook geschikt voor opmengen met dikke fractie en compost voor extra droging en hygiëne • Droogt loop- en ligvlakken, verbetert slipvastheid • Ook geschikt voor de kalverbox • Geen schrale spenen, zacht voor de hakken • Toegestaan in de biologische bedrijfsvoering • Natuurproduct, geen restproduct uit de industrie • Zeer fijn eindproduct, los gestort, 1000 kg big bag of zakgoed www.agrikal.nl www.kalkstromatras.nl info@agrikal.nl

pH 9,4

Immuunsysteem natuurlijk in balans

• Hoge pH van 9,4 zorgt voor hygiëneverbetering in de box • Droog ligbed • Maximaal comfort, zacht voor de hakken • Schoon vee, plakt niet aan de huid • Geen schrale spenen • Extra fijn met frisse kleur • Zorgt voor stabiele matras • Verbetert de kwaliteit van de mest en dus de pH van uw grond • Toegestaan in de biologische bedrijfsvoering • Natuurproduct, geen restproduct uit de industrie • Rul eindproduct, los gestort, of 1000 kg big bag

Hoevensestraat 4 6595 ME Ottersum

+31(0)6 - 24 69 70 90 +31(0)6 - 51 26 91 09

Dieren hebben na behandeling gezondere uiers en hogere productie!

...natuurlijk gezonder!

Alfred van Hateren

Veearts / adviseur koegezondheid Tel.: (+49) (0) 173 651 4118 Dieren hebben na behandeling gezondere uiers en hogere productie! Het is geen wondermiddel (deze bestaan echter niet), doch bij een consequente aanwending 2 maal daags gedurende vier dagen “uitwendig” krijg je gezonde uiers. Toepassing bij voorkeur op schone uiers met korte beharing. Het product geeft een ongeveer 10 keer sterkere uierdoorbloeding dan andere uier verzorgingsproducten. Naar onze ervaring (mijn ervaring) zijn 90 procent van de veehouders zeer tevreden over Udder Comfort en bestellen automatisch opnieuw. Een aantal veehouders behandelen alle vaarzen gedurende 4 dagen rond het afkalven. Statistieken geven weer dat deze behandelde dieren gedurende de gehele lactatie minder frequent mastitis, lager cel getal en soepele uiers hebben. Tevens produceren deze gezondere uiers 3 liter melk per dag per dier meer dan onbehandelde dieren. Kort samengevat is Udder Comfort bij consequent gebruik een uitstekend en voordelig product.

Kwaliteits-uiers geven kwaliteitsmelk Etherische oliën – natuurlijke ingrediënten – zachte en gezonde uiers om kwaliteitsmelk te produceren Voor uw dealers zie:

www.comfortsolutionseurope.com of bel (+31)(0)599 481786

Aanvullend voeder ter ondersteuning van de algemene gezondheid van rundvee VetrinolTM bevat een gepatenteerd knoflookextract afgeleid van gestandaardiseerden gestabiliseerd allicine.

InQpharm Animal Health Europe B.V. Bestellingen en klantenservice: 030 89 05 799 info-eu@inqpharm.com www.vetrinol.com Bekijk onze video


In de rubriek ‘Vraag & Antwoord’ beantwoorden GD-dierenartsen vragen vanuit de praktijk die ons op één of andere manier bereiken.

?

Vraag: Ik voer geregeld mest aan, met welke risico’s moet ik rekening houden?

Antwoord van rundveedierenarts Maarten Weber Aangevoerde rundveemest kan Salmonella- en paratuberculosebacteriën bevatten, en mest afkomstig van varkensbedrijven naast Salmonella ook de varkensspoelworm. Voer daarom geen mest aan. Als u ondanks de risico’s toch rundermest aanvoert, gebruik de aangevoerde mest dan op bouwland om het risico op verspreiding van ziektekiemen uit de mest te verkleinen. Als u toch grasland moet bemesten met aangevoerde rundermest, dan is het advies om na het uitrijden minimaal zes weken te wachten met het weiden van volwassen runderen. Voer in deze periode ook geen vers gras afkomstig van dit land. Daarnaast is het verstandig om tenminste een jaar na bemesting geen kalveren jonger dan één jaar te weiden op de betreffende percelen, om paratuberculosebesmettingen te voorkomen. Aangevoerde varkensmest is nooit veilig te gebruiken op grasland dat bestemd is voor ruwvoerwinning of beweiding. De eieren van de varkensspoelworm blijven op grasland erg lang infectieus. Gebruik aangevoerde varkensmest daarom uitsluitend op bouwland.

?

Vraag: Is fluitenkruid in graskuil giftig?

Antwoord van rundveedierenarts Linda van Wuijckhuise: Nee fluitenkruid is niet giftig. Maar fluitenkruid behoort tot de schermbloemigen, en daaronder valt wel een aantal zeer giftige planten dat veel op elkaar lijkt, bijvoorbeeld de waterscheerling en gevlekte scheerling. Als u wilt weten of bepaalde planten giftig zijn, heeft de GD een aantal deskundigen in dienst die u kunnen helpen. Zij kunnen vragen beantwoorden en gevonden planten (ook gedroogde, mits er nog bladeren aan de stengels zitten) op naam brengen.

Vraag & Antwoord

?

Vraag: Ik heb de afgelopen periode vaker doodgeboren kalveren bij vaarzen, waar moet ik aan denken?

Antwoord van rundveedierenarts Jan Muskens: Op sommige melkveebedrijven treedt een sterke stijging op van doodgeboren kalveren uit vaarzen. Deze stijging duurt meestal enkele maanden, maar in sommige gevallen tot wel een jaar of enkele jaren. Er is geen eenduidige oorzaak bekend, in de literatuur en vanuit de praktijk worden erfelijkheid, infecties, mineralentekorten, vervetting en overmatige stress als mogelijke oorzaken genoemd. • Het is aangetoond dat een erfelijke component een rol speelt bij doodgeboorten. Maar dit verklaart slechts in beperkte mate de hoge percentages doodgeboorten die op probleembedrijven (soms plotseling) optreden. • Waarschijnlijk is de rol van infecties, zoals BVD, bij sterk verhoogde percentages doodgeboren kalveren gering in Nederland. • Het is op probleembedrijven zinvol om de voeding van de (hoog)drachtige pinken te bekijken. Mogelijk is vervetting van pinken een risicofactor. Controleer bij de rantsoenberekening ook of de eiwitvoorziening voldoende was. Daarnaast kunnen tekorten aan mineralen of vitaminen mogelijk een rol spelen, als de pinken bijvoorbeeld langere tijd geen extra mineralen hebben gehad. Het is dan zinvol een vijftal hoogdrachtige pinken te onderzoeken op selenium, vitamine E, magnesium en koper. Meteen extra mineralen geven zonder eerst de mineralenstatus vast te stellen, is niet aan te raden. Mogelijk krijgen dieren dan een overmaat, bijvoorbeeld aan selenium. • Probeer de laatste weken voor afkalven zoveel mogelijk stress bij de dieren te voorkomen. Stressfactoren zijn bijvoorbeeld het verplaatsen enkele tot meerdere dagen voor afkalven en overbezetting aan het einde van de dracht.

Ook een vraag? Laat het ons weten en mail uw vraag naar redactie@gddiergezondheid.nl onder vermelding van Vraag & Antwoord GD Herkauwer.

GD Herkauwer | Augustus 2014 |

23


ONDERZOEK | tekst: DRS. DEBORA SMITS EN DRS. YONI PASMAN

Vind de oorzaak van verwerpen

Een protocollaire aanpak van verw

24


erpersproblemen bij melkvee Omdat verwerpen voor rundveebedrijven een lastig en kostbaar bedrijfsprobleem kan zijn, heeft de GD met financiering van de Zuivel een verwerpersprotocol ontwikkeld. Het is vooral geschikt voor bedrijven waar te veel dieren verwerpen door andere dan de bekendste infectieuze oorzaken. Als op een melkveebedrijf in korte tijd meerdere dieren verwerpen, of wanneer het percentage abortus langere tijd aan de hoge kant is (meer dan 3 procent van de runderen verwerpt in een jaar), is het belangrijk te weten wat hiervan de oorzaak is en wat u hieraan kunt doen.

uiteraard af van de gevonden risicofactor. Op de website van de GD is niet alleen het verwerpersprotocol voor u beschikbaar, er zijn ook plannen van aanpak gemaakt voor verschillende risicofactoren die tijdens bedrijfsbezoeken op verwerpersbedrijven herhaaldelijk naar voren kwamen.

Belangrijkste oorzaken uitsluiten Voor iedere verwerper (meer dan drie weken te vroeg gekalfd) is het wettelijk verplicht om bloed te laten tappen van het moederdier voor onderzoek op brucellose. De dierenartskosten voor visite, bloedtappen en onderzoek worden door de overheid vergoed en dus niet bij u in rekening gebracht. Bij deelname aan de GD-programma’s voor IBR, leptospirose, Neospora en/of Salmonella wordt het bloedmonster zonder extra kosten automatisch ook onderzocht op de ziekte waarop het programma betrekking heeft. Het is vaak een eerste stap om in elk geval deze infecties, maar ook BVD, als oorzaak te onderzoeken. Een andere belangrijke stap in de diagnostiek is sectie van de verworpen vrucht, indien mogelijk met nageboorte.

Inzet protocol Als na het uitvoeren van deze onderzoeken geen infectie als oorzaak aangewezen kan worden voor het probleem, is het verwerpersprotocol een goed hulpmiddel om te zoeken naar andere mogelijke oorzaken. Het is zinvol om samen met uw dierenarts de bedrijfsvoering na te lopen aan de hand van het protocol. Met behulp van vragen en informatie zoekt u naar risicofactoren die (mede) oorzaak kunnen zijn van de heersende problematiek. Op basis van de gevonden risicofactoren die het probleem mogelijk veroorzaken, kunt u besluiten om aanvullend onderzoek te doen of om maatregelen te nemen. Wat deze maatregelen moeten zijn, hangt

Geen invuloefening

Caroline Huetink, rundveedierenarts bij Dierenkliniek ‘t Leijdal in Chaam: “Vorig jaar belde ik met de Veekijker omdat ik op een bedrijf was met een aantal verwerpers. De GD heeft me toen gevraagd om het verwerpersprotocol te testen. Later heb ik het nog eens gebruikt op een ander bedrijf, dat ik wekelijks bezoek en dus heel goed ken. Juist dan is het een valkuil om bepaalde dingen over het hoofd te zien. Soms ben je geneigd om lukraak mogelijke oorzaken op te noemen, maar met het protocol ga je heel systematisch aan de gang.”

Checklist “Het bedrijf had een aantal verwerpers en in de bloedjes was geen oorzaak te vinden. Het protocol gebruikten we als checklist. Het is behoorlijk uitgebreid en er stonden ook dingen bij waar we zo snel niet aan hadden gedacht, zoals over voeding. Een directe oorzaak hebben we niet gevonden, maar in dit geval was het goed om bepaalde oorzaken uit te sluiten. Het probleem heeft zich in ieder geval niet meer voorgedaan.”

Het protocol is te vinden op www.gddiergezondheid.nl/diergezondheid/ management/Verwerpersprobleem. Ook na het gebruik van het protocol is het helaas niet zo dat in alle gevallen een oorzaak kan worden gevonden. Wel kunt u, door structureel de bedrijfsvoering na te lopen, de kans verkleinen dat u een oorzaak over het hoofd ziet.

die verwerpen kunnen veroorzaken. Zo realiseerde ik me door het protocol dat koeien ook vanuit een gewrichtsontsteking kunnen verwerpen. Op het eerste bedrijf waren inderdaad drie verwerpers met dikke hakken. Dat werd ook bevestigd met pathologisch onderzoek: bij twee van deze gevallen werd de bacterie pyogenes (een veel voorkomende veroorzaker van gewrichtsontsteking) gevonden in de verworpen vrucht.”

Samen “Het protocol verbreedt mijn blik, maar ook die van de veehouder. Het is wel belangrijk om het samen te doen, zodat de dierenarts toelichting en context kan geven, dan werkt het het beste en kan er een goed advies uit voortvloeien. Het is daarnaast geen invuloefening, maar ook een handvat om de verwerpersproblematiek eens wat dieper te bespreken met de veehouder.”

Heleboel oorzaken “Veehouders denken bij verwerpen vaak meteen aan Neospora of toxines in het voer, maar er zijn een heleboel dingen

GD Herkauwer | Augustus 2014 |

25


Samen werken aan diergezondheid

Minder of meer mineralen voeren? Dé Mineralencheck. Zeker weten.

Krijg zekerheid over de jodium-, koper- en seleniumvoorziening bij uw melkgevende koeien. Dé Mineralencheck geeft inzicht via tankmelkonderzoek en helpt bij te sturen waar nodig. GD, Postbus 9, 7400 AA Deventer, T. 0900-1770, F. 0570-63 41 04 www.gddiergezondheid.nl, info@gddiergezondheid.nl

Meld u aan www.mineralencheck.nl

GD 14.103

Doe dé Mineralencheck


tekst: redactie | GD BUITENDIENST

Buitendienst ‘on

the road’

Samen werken aan diergezondheid. Dat is de missie van de GD. Daarom zijn de 16 buitendienstmedewerkers van de GD sinds een aantal maanden rechtstreeks bereikbaar voor melkveehouders. Ze krijgen te maken met allerlei vragen. Nico Konijn

Mark van Raalte

Jan Strampel

Nico Konijn

Walter Schouten

Sabine Tijs Anton Gosselink

Chantal Winterman Schrijver

Anita Wolthuis Bronsvoort Walter Schouten

Sietske Zantinge

Chris Raatgever Petra Reijnen Leonie Noordam

Heleen Worm

Toine van Erp Theo Scheepens Theo Scheepens Hans Miltenburg Toine van Erp

Jan Strampel “Geregeld heb ik contact met Marcel, een jongvee-opfokker met meerdere locaties, waar hij voor een heel aantal melkveehouders het jongvee opfokt. Het is voor Marcel soms een hele puzzel om alles qua statussen goed te laten verlopen, zodat de melkveehouders geen statusproblemen krijgen zodra het jongvee terugkomt. Soms gebeurt het dat een melkveehouder op het moment van aanleveren van kalveren in observatie staat voor bijvoorbeeld Leptospirose. Dit heeft dan direct gevolgen voor de status van het opfokbedrijf, dat ook in observatie komt. Wanneer er dan bijna gelijktijdig vaarzen richting een ander melkveebedrijf gaan krijg je een sneeuwbaleffect. Marcel laat dit niet lopen en neemt dan direct contact op met mij als zijn buitendienstmedewerker. Samen kijken we dan naar een manier om het probleem zo snel mogelijk op te lossen, met volledige waarborging van de betreffende status.”

Anton Gosselink “Bij het UGA-team kwam een telefonische vraag binnen over een natte meting. Wat we tijdens zo’n meting doen en of er altijd wat uitkomt? Ruim een jaar later kreeg ik weer dezelfde stem aan de telefoon: “We gaan het toch maar doen!” Bij de ochtendmelking afgesproken, op pad bij zonsopkomst, prachtig. Bij de eerste rondes melken werd al duidelijk dat de koeien het melken niet als plezierig ervaren: ze stonden onrustig te trappelen en de spenen waren na afname duidelijk zwaar belast. En de veehouder gaf aan dat er te veel klinische mastitis op het bedrijf voorkwam. En daar had hij iedere dag weer last van. Met de metingen en waarnemingen ben ik weer terug naar het kantoor gegaan, waar ik de adviezen in een rapport heb verwerkt en naar de veehouder verstuurd. Daar zijn ze vervolgens mee aan de slag gegaan. Na twee weken kreeg ik weer dezelfde stem aan de telefoon: “De koeien zijn veel rustiger en de speenconditie wordt beter. Dat hadden we veel eerder moeten doen.”

Ook een vraag? Kijk op www.gddiergezondheid.nl/ contact voor meer informatie en voor de buitendienstmedewerkers bij u in de regio!

GD Herkauwer | Augustus 2014 |

27


Diergezondheid volgens: Diergezondheid volgens Jan Jaap van Nes Melkveehouder Jan Jaap van Nes uit Dwingeloo ontving als eerste het S.aureus-onverdacht certificaat (zie pagina 9 van deze GD Herkauwer, red.). “Toen ik hoorde dat ik al vijf jaar nul punten scoor op S. aureus, wist ik niet dat het zo uniek was. Ik doe m’n best, voor mij is het normaal. Het is misschien ook wel een prestatie, zo’n S.aureus-onverdacht status is een erkenning voor waar je mee bezig bent. Het maakt je bewust van waar je staat.”

Gezondheid op koppelniveau “Het liefst kijk ik naar de gezondheid van de koeien op koppelniveau, zo bekijk ik na elke tankmelkuitslag het tankcelgetal. Er is hier heel weinig klinische mastitis. Momenteel zitten we rond de 150.000 cellen per milliliter, maar laatst zat er een koe bij met E. coli en dan zie je dat het celgetal omhoog schiet. Als dat gebeurt kijken we meteen wat er aan de hand is. Mijn dierenarts onderzoekt ze dan op individueel niveau.”

Doorgroeien “We hebben nu 130 melkgevende koeien, maar we willen doorgroeien naar 150. Omdat we veel jongvee hebben om door te groeien, kunnen we momenteel veel meer insemineren met Belgisch blauw. Ik ben heel erg gericht op de productie en op het celgetal. We hebben ooit op 10.000 liter gezeten, nu zitten we op zo’n 8.800 door de forse groei die we hebben doorgemaakt. De koppel heeft genetisch gezien de potentie om op die 10.000 te komen. Dat is geen doel op zich, maar wel een streven.” “Ik melk altijd met handschoenen, gebruik voor elke koe een ander papieren doekje en ik dip na met twee componenten, dat werkt super. Ik wil dat mijn koeien wereldkampioen worden, dus dan moet je ze ook als topsporters behandelen.” GD, Postbus 9, 7400 AA Deventer, T. 0900-1770, F. 0570-63 41 04, www.gddiergezondheid.nl, info@gddiergezondheid.nl


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.