Thuiskijkonderzoek Stichting Filmonderzoek januari 2017

Page 1

Stichting Filmonderzoek

HOE KIJKT NEDERLAND THUIS NAAR FILMS? Een kwantitatief onderzoek naar de Nederlandse thuiskijker (leeftijd 16+)

Onderdeel van de Bioscoopmonitor


Hoe kijkt Nederland thuis naar films? Een kwantitatief onderzoek naar de Nederlandse thuiskijker (leeftijd 16+)

Themaonderzoek behorend bij de Bioscoopmonitor

Een onderzoek in opdracht van Filmdistributeurs Nederland (FDN) en de Nederlandse Vereniging van Bioscopen en Filmtheaters (NVBF)

Amsterdam, januari 2016

Š 2016, SFO. Alle rechten voorbehouden. De in dit document vermelde gegevens zijn strikt vertrouwelijk. Publicatie en inzage aan derden, geheel of gedeeltelijk, is zonder toestemming van Stichting Filmonderzoek niet toegestaan. Wijzigingen voorbehouden. Aan de inhoud kunnen geen rechten worden ontleend. 1


Inhoud Management summary ............................................................................................................. 3 1.

Inleiding ............................................................................................................................ 6 1.1

Aanleiding ............................................................................................................................ 6

1.2

Onderzoeksdoelstelling ....................................................................................................... 6

1.3

Onderzoeksmethode ........................................................................................................... 6

2.

Inhoudelijke oriĂŤntatie ...................................................................................................... 7

3.

Resultaten....................................................................................................................... 10 3.1

Bereik en frequentie thuiskijken ....................................................................................... 10

3.1.1.

Bereik thuis kijken ..................................................................................................... 10

3.1.2

Thuis kijken en bioscoopbezoek ................................................................................ 11

3.1.3

Niet-thuiskijkers......................................................................................................... 12

3.1.4

Demografische kenmerken van de thuiskijker .......................................................... 12

3.1.5

Frequentie thuis kijken .............................................................................................. 13

3.2

Thuiskijkgedrag .................................................................................................................. 14

3.2.1

Schermgebruik........................................................................................................... 14

3.2.2

Betaalde diensten ...................................................................................................... 17

3.2.3

Gebruik diensten ....................................................................................................... 19

3.2.4

Bioscoop- en filmtheaterbezoekers en betaald thuiskijken ...................................... 24

Bijlagen .................................................................................................................................. 25 Bijlage 1: Opzet en uitvoering van het onderzoek ........................................................................ 26 Bijlage 2: Literatuurlijst.................................................................................................................. 29 COLOFON ............................................................................................................................... 30

2


Management summary In de Bioscoopmonitor worden de demografische kenmerken van de bioscoop- en filmtheaterbezoeker belicht. Maar de veranderende thuismarkt vraagt ook om inzicht in hoe men thuis naar films kijkt. Dat gaf voor de filmsector aanleiding in kaart te brengen hoe Nederlanders (van 16 jaar en ouder) thuis films consumeren. In het onderzoek is bestudeerd welke diensten en schermen worden gebruikt om thuis films en ook series te kijken. Het onderzoek is een nulmeting, een eerste verkenning van het thuiskijkgedrag van Nederlanders. Thuis films en series kijken Het thuis kijken naar films is populair vermaak voor Nederlanders van 16 jaar en ouder. Slechts 11% van de Nederlanders kijkt nooit thuis naar films. Ook series worden veel bekeken, slechts 12% kijkt nooit thuis naar series. Het thuis kijken van films en series gaat hand in hand; slechts 6% van de Nederlanders kijkt nooit naar films en series. Series worden thuis frequenter bekeken dan films. Een vijfde van de Nederlandse bevolking kijkt thuis dagelijks een aflevering van een serie. Een derde van de Nederlandse bevolking kijkt thuis wekelijks een film. Zowel ten aanzien van series als films zijn Millennials (16 tot 29 jaar) de meest frequente thuiskijkers. Millennials gebruiken ook aanzienlijk vaker kleine schermen zoals laptops, tablets en smartphones om films en series te kijken. Het traditionele televisiescherm wordt door hen dan ook minder gebruikt dan door andere leeftijdsgroepen. Iets meer dan de helft van de Nederlanders van 16 jaar en ouder (56%) betaalt weleens om thuis een film te kijken, via betaalde online diensten, betaalde filmzenders of dvd en blu-ray. Dit is gelijk aan het percentage Nederlanders dat weleens naar de bioscoop gaat. Van alle betaalde thuiskijkmogelijkheden worden abonnementsdiensten het meest gebruikt. Voor het thuis kijken van een film maakt 37% van de Nederlanders hiervan gebruik. 23% van de Nederlanders maakt voor het thuis kijken van een film gebruik van pay per view-diensten. 22% van de Nederlanders gebruikt illegale diensten om films te kijken.

Hoe kijken Nederlanders (16+) naar films en series? TV-uitzending

64%

Abonnementsvorm

32% 16%

Illegaal

16% 14% 0%

10%

20%

37%

32%

DVD/Blu-ray

PPV

71%

22% 23% 30%

Films

40%

50%

60%

Series

Figuur MS.1. Hoe kijken Nederlanders (16+) naar films en series?

3

70%

80%


Grote overlap tussen illegaal en betaald kijken 22% van de Nederlanders maakt gebruik van illegale diensten (streamen en downloaden) om films te kijken, 16% van de Nederlanders doet dat voor series. Er bestaat een grote overlap tussen het gebruik van betaalde diensten en illegale diensten voor het kijken van films en series. De meerderheid doet beide tegelijk, met name Millennials. 87% van de Millennials maakt zowel gebruik van illegale als legale, betaalde diensten om films te kijken. Verschillen in thuiskijken per generatie Uit de resultaten komt duidelijk naar voren dat leeftijd de belangrijkste onderscheidende factor is in kijkgedrag. Millennials (16 tot en met 29 jaar) hebben beduidend andere manieren van kijken dan oudere doelgroepen. Zo maken Millennials meer gebruik van abonnementsdiensten dan de andere generaties en maken ze ook aanzienlijk meer gebruik van illegale diensten om films te kijken. Omdat Millenials ook veel gebruik maken betaalde diensten (met name abonnementsdiensten), zijn het vooral de oudere generaties die eerder enkel gebruik maken van illegale diensten om thuis films te kijken.

Gebruik van diensten per generatie 79% 83% 78%

TV-uitzending Abonnementsdiensten Illegale diensten DVD/Blu-Ray

27%

Pay per view diensten

21% 0%

Millennials

57%

27%

8%

20%

71%

46%

23%

45% 40%

34% 30% 40%

Generatie X

60%

80%

100%

Babyboomers

Figuur MS.2. Gebruik van diensten om een film te kijken door thuiskijkers per generatie (leeftijd 16+)

Thuiskijken en bioscoopbezoek Er bestaat een positieve samenhang tussen het kijken naar films thuis en het bezoeken van de bioscoop. In plaats van elkaar te vervangen, lijkt het elkaar juist te versterken. Van de bioscoopbezoekers kijkt ook 96% thuis naar films. 79% van de bioscoopbezoekers betaalt om thuis naar films te kijken. Ze doen dit voornamelijk door gebruik te maken van abonnementsdiensten (55% van de bioscoopbezoekers). Over het algemeen maken bioscoopbezoekers eerder gebruik van zowel betaalde als illegale diensten dan niet-bioscoopbezoekers om thuis naar films en series te kijken. Aanvullend: thuiskijken toen en nu De omzet in de thuismarkt is sterk gedaald in de afgelopen jaren. Zijn minder Nederlanders gebruik gaan maken van betaalde diensten? Of zijn ze minder frequent gaan kijken? Op basis van dit onderzoek kan hierover een aanname gedaan worden, aangezien Stichting Filmonderzoek in 2005 eens eerder het thuiskijkgedrag onderzocht. Toen kocht 51% en huurde 36% van de Nederlanders weleens een dvd. Op basis hiervan kan aangenomen worden dat de dalende omzet in de thuismarkt waarschijnlijk veroorzaakt is door een lagere frequentie van betalen voor films. Nederlanders kiezen er vaker voor 4


om óók illegale kanalen te gebruiken of gebruiken vaker abonnementsdiensten (die een lagere opbrengst genereren). Zo is het gebruik van illegale diensten in ruim 10 jaar tijd gestegen van 11% tot 22%. Hoe dit zich verder zal ontwikkelen – ook in relatie tot bioscoopbezoek, zal door verdere monitoring duidelijk kunnen worden.

5


1.

Inleiding

1.1

Aanleiding

In de Bioscoopmonitor worden de demografische kenmerken van de bioscoop- en filmtheaterbezoeker belicht. Maar de veranderende thuismarkt vraagt ook om inzicht in hoe men thuis naar films kijkt. Dat gaf voor de filmsector aanleiding in kaart te brengen hoe Nederlanders (van 16 jaar en ouder) thuis films consumeren. De thuismarkt is in de afgelopen jaren sterk veranderd. De verkoop van dvd’s en blu-rays komt steeds meer onder druk te staan. Zo is de omzet sinds 2010 met 70% gedaald. Het aanbod en de omzet van video on demand (zowel abonnementsdiensten als pay per view) zijn daarentegen in de afgelopen jaren toegenomen. Deze toename heeft echter het verlies in de fysieke markt niet kunnen compenseren. Het veranderende aanbod van platformen en met name het kijken via illegale bronnen hebben hier een grote rol in gespeeld. De focus van de meting ligt op het kijken van films, waarbij in relatie tot film kijken ook aandacht is besteed aan het kijken van series. In het onderzoek is bestudeerd welke diensten en schermen worden gebruikt om thuis films en series te kijken. Ook is bekeken welke relatie er bestaat tussen thuis films kijken en bioscoopbezoek. Het onderzoek is een nulmeting, een eerste verkenning van het thuiskijkgedrag van Nederlanders.

1.2

Onderzoeksdoelstelling

Het doel van het onderzoek is om te belichten hoe Nederlanders van 16 jaar en ouder thuis naar films kijken, zowel betaald als onbetaald. Ook het kijken van series is hierbij meegenomen. Wie zijn de thuiskijkers? Hoe vaak wordt er thuis gekeken? Welke diensten en schermen worden hiervoor gebruikt? De centrale onderzoeksvraag waar dit onderzoek antwoord op wil geven luidt dan ook als volgt: Wat is het huidige kijkgedrag van Nederlanders (16+) ten aanzien van het thuis kijken van films en series?

1.3

Onderzoeksmethode

Het onderzoeksrapport bestaat uit een kwantitatief onderzoek welke is uitgezet binnen een representatief panel van Nederlanders van 16 jaar en ouder.1 Voorafgaand is een literatuurverkenning uitgevoerd. Deze inhoudelijke oriĂŤntatie heeft als doel om voor de lezer het tot nu toe bekende thuiskijkgedrag van Nederlanders in kaart te brengen en een beeld te schetsen van bestaand onderzoek naar het thuis kijken van films en series.

1

Zie voor meer details over de onderzoeksopzet Bijlage 1.

6


2.

Inhoudelijke oriëntatie

In deze inhoudelijke oriëntatie zal in kaart worden gebracht wat binnen de filmbranche tot dusver bekend is over het thuiskijkgedrag van Nederlanders. Hierbij zal kort een beeld worden geschetst van de opkomst van video on demand (vod) en de gevolgen hiervan voor de bioscoop- en thuismarkt. Tevens zal kort worden ingegaan op het illegaal downloaden of streamen van videocontent. Opkomst video on demand In 2005 startte videotheekketen Videoland de eerste online video on demand-dienst in Nederland, waarbij men online films kon downloaden. Zes jaar later deden Pathé Thuis en videostreamingdienst Ximon.nl hun intrede, waarna in 2013 Amerikaanse vod-dienst Netflix uitbreidde naar Nederland. In Nederland heeft vod met name sinds 2013 een hoge vlucht genomen. Volgens het Dutch Consumer Video Behaviour rapport van Telecompaper waren er eind 2015 1,3 miljoen Nederlandse huishoudens met een Netflix-abonnement, dit staat gelijk aan 17% van alle Nederlandse huishoudens.2 Ook Videoland neemt toe in populariteit. Zo zou het aantal abonnees van de videodienst naar eigen zeggen in 2015 met meer dan 200% zijn gegroeid.3 Daarnaast zijn er ook meer spelers op de markt gekomen, waaronder televisieproviders zoals KPN met haar videostreamingdienst ‘Play’. Binnen video on demand kan grofweg een onderscheid worden gemaakt tussen pay per view en subscription video on demand (svod). Waar men bij pay per view net als bij dvd of blu-ray betaalt voor één film, betaalt men bij svod een vast bedrag per maand voor een onbeperkte kijktijd. De omzet van video on demand (zowel svod als pay per view) is toegenomen (zie figuur 1). Er zijn geen cijfers bekend over de verdeling tussen svod en pay per view, oftewel het is niet bekend of de groei door svod of pay per view is gekomen. Gekeken naar de totale groei van de vod markt wordt duidelijk dat die groei niet sterk genoeg is geweest om het verlies in de fysieke markt te kunnen compenseren. Terwijl het aantal vod-aanbieders groeide in de afgelopen jaren en de consument steeds bekender werd met deze nieuwe vorm van mediaconsumptie, daalde de verkoop van dvd’s en blu-rays zeer sterk. Zo is de omzet van deze fysieke dragers sinds 2010 gedaald met maar liefst 70%.

Omzet in Euro's (x 1 mln.)

Omzet verkoop en verhuur dvd en blu-ray en omzet video on demand 400 350 300 250 200 150 100 50 0

2010

2011

VoD

24

53

Dvd/blu-ray

339

283

2012

2013

2014

2015

72

88

121

172

224

169

129

102

Figuur 1. Omzet verkoop en verhuur dvd en blu-ray en omzet video on demand, bron: NVPI/GfK Retail. 2

Sanne de Bruyckere en Rianne Bosman, “Video Behaviour of Dutch Consumers 2015 Q4”, (Telecompaper, 2016). Rutger Mackenback en Remco de Stigter, “Is video on demand het begin van het einde voor TV en bioscoop?”, (Rotterdam: Stroom Mediacommunicatie, 2016). 3

7


Uit de meest recente Media:Tijd rapportage van onder andere het SCP en SKO, blijkt echter dat Nederlanders over het algemeen niet minder zijn gaan kijken naar videocontent.4 Wel is de manier waarop we kijken veranderd. Dit veranderend kijkgedrag kan van invloed zijn geweest op de omzet binnen de home entertainment. De meeste tijd (78%) besteedt men nog altijd aan het live kijken (gelijk aan de uitzending) van televisieprogramma’s, maar deze lineaire kijktijdsbesteding is in 2015 ten opzichte van 2013 gedaald met 7 minuten per dag. Zowel het uitgesteld kijken van televisiecontent als het kijken van gestreamd, gedownload of gekocht videomateriaal is daarentegen toegenomen met 5 minuten per dag. Hierbij zijn met name de 13- tot 25-jarigen minder lineair gaan kijken en meer tijd gaan besteden aan het kijken van gestreamde, gedownloade of gekochte videocontent.5 Deze ontwikkeling zou direct verband kunnen houden met de toename van het gebruik van vod en met name abonnementsdiensten, zo stelt bijvoorbeeld mediacommunicatiebureau Stroom in een whitepaper over Netflix. Abonnementsdiensten (svod) zijn met name populair bij jongeren. De NOM Doelgroep Monitor geeft aan dat 20% van de 14- tot 21-jarigen voornamelijk films op Netflix kijkt. Hoewel 27% van de jongeren ook nog veelal films op televisie kijkt, zijn het met name de jongeren die in 2015 minder televisie zijn gaan kijken. Dit komt deels doordat een deel van de lineaire televisiekijktijd is vervangen door het online kijken van televisieprogramma’s.6 Voor het bioscoopbezoek lijken vod-diensten vooralsnog geen grote bedreiging te vormen, aangezien het bioscoopbezoek sinds de introductie van vod alleen maar is gestegen. Daarnaast bleek al uit eerder onderzoek van Stichting Filmonderzoek in de Bioscoopmonitor dat mensen die thuis naar films kijken (legaal of illegaal) ook veel naar de bioscoop gaan.7 Volgens prof. dr. ir. Hans Mommaas, hoogleraar Regional Sustainability Governance, is de komst van vod voornamelijk van invloed op de manier waarop men televisie kijkt. Er zal volgens hem altijd nog een groot publiek overblijven dat liever collectief kijkt naar een groot scherm dan thuis op de bank.8 Film kijken via illegale bronnen Naast pay per view en abonnementsdiensten zijn Nederlanders ook gebruik gaan maken van illegale kijkmogelijkheden. Van alle generaties is het vooral de jongere generatie die gebruikmaakt van illegale bronnen, zo blijkt uit onderzoek in opdracht van de European Union Intellectual Property Office (EUIPO).9 Om meer inzicht te verkrijgen in de motivaties van deze generatie om illegale content te gebruiken, heeft GfK in opdracht van EUIPO een grootschalig internationaal onderzoek uitgevoerd naar de beweegredenen van jongeren van 15 tot 24 jaar. Hieruit blijkt onder meer dat films en series, in vergelijking met andere content zoals muziek en games, het vaakst worden verkregen middels illegale bronnen. De belangrijkste reden voor het gebruik van illegale bronnen is dat het gratis of in ieder geval

4

Annemarie M. Wennekers, Dunya M. M. van Troost en Peter R. Wiegman, “Media:Tijd 2015” (Amsterdam/Den Haag: NLO, NOM, SKO, BRO, SCP, 2016), 12. 5 Wennekers, Van Troost en Wiegman, “Media:Tijd 2015”, 29-31.; Nathalie Sonck en Jos de Haan, “Media:Tijd in beeld. Dagelijkse tijdsbesteding aan media en communicatie”, Het culturele draagvlak deel 14, (Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau, 2015), 72. 6 Mackenback en De Stigter, “Is video on demand het begin van het einde voor TV en bioscoop?”. 7 Stichting Filmonderzoek, “Bioscoopmonitor 2008” (2009); Stichting Filmonderzoek, “Bioscoopmonitor 20092010” (2010). 8 Nina van ‘t Sant, “Is Netflix wel zo’n grote concurrent voor de bioscoopindustrie als men denkt?”, Stichting Filmonderzoek, 2015, www.filmonderzoek.nl/netflix-bioscoopindustrie. 9 European Union Intellectual Property Office, “Intellectual Property and Youth – Scoreboard 2016”, 2016.

8


goedkoper is. Daarnaast is 38% van de jongeren van mening dat wat ze doen niet verkeerd is, omdat het voor hun eigen persoonlijke gebruik is. Andere veelgenoemde redenen voor het gebruik van illegale bronnen zijn onder meer dat de gezochte content sneller beschikbaar is op illegale platforms en dat illegale bronnen over een groter aanbod beschikken.10 Zou er legale content beschikbaar zijn tegen een voor jongeren betaalbare prijs, dan zou iets meer dan de helft van de huidige downloaders/streamers stoppen met het gebruik van illegale bronnen. Voor circa een derde van de jongeren zou het risico op represailles een reden zijn om te stoppen met het gebruik.11 Een verbetering van de communicatie zou daarnaast ook een belangrijke bijdrage kunnen leveren. Zo blijkt uit het onderzoek dat jongeren veelal over onvoldoende kennis beschikken van de gevolgen van downloaden en streamen voor makers en andere betrokken partijen. De informatie over illegaal gebruik van online content die zij tot nog toe te zien en te horen krijgen roept onder jongeren vooral veel weerstand op. De vergelijking van illegaal downloaden met diefstal wordt als oneerlijk gezien. Dit idee wordt versterkt door de weelde en status van sommige artiesten en makers, waardoor makers in hun ogen het geld dat zij mislopen door downloaden niet werkelijk zullen missen. In plaats van de beschuldigende toon die jongeren in veel anti-piraterij ontdekken, zien zij graag neutrale, concrete informatie over de gevolgen van piraterij en de voordelen van mogelijke alternatieven, zodat zij hun eigen mening kunnen vormen over het gebruik van illegale bronnen.12

10

Ibidem, 13, 14. Ibidem, 15. 12 Ibidem, 53-59. 11

9


3.

Resultaten

3.1

Bereik en frequentie thuiskijken

3.1.1. Bereik thuis kijken Grote meerderheid van Nederlandse bevolking kijkt thuis films en series Het thuis kijken van films en series is populair vermaak voor Nederlanders van 16 jaar en ouder. Van de Nederlandse bevolking (16+) kijkt respectievelijk 89% en 88% weleens films of series thuis. Het thuis kijken van series en het thuis kijken van films lijken hand in hand te gaan. Zo kijkt 95% van de seriekijkers thuis ook films en kijkt 94% van de filmkijkers thuis ook series. 83% van de Nederlanders kijkt thuis zowel films als series (zie figuur 2). Daarnaast geldt, hoe vaker men films kijkt des te vaker men ook series kijkt en andersom (zie figuur 3).

Kijkgedrag thuiskijkers 6% 5%

6%

83%

Enkel seriekijker

Enkel filmkijker

Zowel film- als seriekijker

Geen kijker

Figuur 2. Kijkgedrag met betrekking tot thuis kijken films en series Nederlanders (16+).

Samenhang kijkfrequentie films en series Frequentie serie kijken

5 4 3 2 1 1

2

3

4

5

Frequentie film kijken Figuur 3. Samenhang tussen frequentie waarmee men thuis films kijkt en waarmee men thuis series kijkt. Leesvoorbeeld: Hoe frequenter men films kijkt, des te frequenter kijkt men ook series.13

13

1=Nooit 2=Minder dan maandelijks 3=Maandelijks 4=Wekelijks 5=Dagelijks.

10


3.1.2 Thuis kijken en bioscoopbezoek Positieve samenhang tussen bioscoopbezoek en thuis films kijken Er is een positieve samenhang tussen het bezoeken van de bioscoop en het thuis kijken van films. Van de bioscoopbezoekers kijkt namelijk 96% ook thuis naar films. Slechts 9% van de Nederlandse bevolking (16+) kijkt nooit films, niet thuis en niet in de bioscoop (zie figuur 4).

Filmkijkgedrag Nederlandse bevolking 2%

9% Kijkt geen films Kijkt alleen thuis naar films Bezoekt de bioscoop ĂŠn kijkt thuis films

38%

51%

Bezoekt de bioscoop, maar kijkt thuis geen films

Figuur 4. Filmkijkgedrag Nederlanders (16+).

Net als bij de verhouding van film kijken en series kijken geldt in relatie tot bioscoopbezoek: hoe vaker men thuis films en series kijkt, des te vaker bezoekt men de bioscoop. Dit geldt sterker voor filmkijkers dan seriekijkers (zie figuur 5).14

Frequentie films kijken

Samenhang frequentie films kijken en bioscoopbezoek 5 4 3 2 1 1

2

3

4

5

6

7

Frequentie bioscoopbezoek Figuur 5. Samenhang tussen frequentie films kijken en bioscoopbezoek.

14

X-as: 1=Nooit 2= 1-2 keer 3= 3-4 keer 4= 5-11 keer 5=Gemiddeld 1 keer per maand 6=Gemiddeld 2 tot 3 keer per maand 7= Gemiddeld 1 keer per week of vaker. Y-as: 1=Nooit 2=Minder dan maandelijks 3=Maandelijks 4=Wekelijks 5=Dagelijks.

11


3.1.3 Niet-thuiskijkers Geen interesse belangrijkste reden voor niet-kijkers Hoewel het thuis kijken van films of series een populaire bezigheid is, doet een klein gedeelte van de Nederlandse bevolking dit nooit. Ongeveer 6% van de Nederlandse bevolking kijkt geen films of series. Dit zijn voornamelijk ouderen (65-plussers), laagopgeleiden en inwoners van niet stedelijke gebieden. De meest voorkomende reden om geen films of series te kijken is desinteresse, gevolgd door een lage prioriteit (‘ik wil mijn vrije tijd liever aan andere dingen besteden’). Gezien de kleine aantallen respondenten die geen films of series kijken, kunnen er geen statistisch onderbouwde uitspraken worden gedaan over significante verschillen tussen demografische groepen.

Redenen voor niet-kijkers om thuis geen films of series te kijken 54%

Geen tot weinig interesse

67%

37% 43%

Vrije tijd liever aan andere dingen besteden 11%

Films kijk ik het liefst in de bioscoop Wil geen geld eraan besteden

9% 6%

Te weinig vrije tijd

8% 9% 5% 4%

Anders, namelijk

3% 1%

Ik weet niet hoe dit werkt

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% Films

Series

Figuur 6. Redenen om thuis geen films of series te kijken voor niet-kijkers (16+), N=182. Meerdere antwoorden mogelijk.

3.1.4 Demografische kenmerken van de thuiskijker Jongeren fervent film- en seriekijker Binnen de groep Nederlanders die thuis films of series kijken, vormen jongeren de grootste groep. Zo geeft respectievelijk 98% van de 16- tot 29-jarigen aan thuis weleens films te kijken, ten opzichte van 78% van de 55-plussers. Voor series betreft dit 95% van de 16- tot 29-jarigen ten opzichte van 79% van de 55-plussers. De leeftijdsgroep 16 tot 23 jaar is daarnaast ook het vaakst in een bioscoop te vinden. Naast jongeren, geven ook degenen met hogere inkomens, inwoners van zeer sterk stedelijke gebieden, mensen met thuiswonende kinderen en hoogopgeleiden significant vaker aan thuis films en series te kijken. Verder geven vrouwen (90%) significant vaker aan thuis series te kijken dan mannen (87%).

12


Verdeling film- en seriekijkers per generatie 98%

100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%

95%

95%

93%

78%

Millennials (16-29 jaar)

Generatie X (30-54 jaar) Films

79%

Babyboomers (55+)

Series

Figuur 7. Verdeling film- en seriekijkers in de Nederlandse bevolking per generatie.

3.1.5 Frequentie thuis kijken Een derde van de Nederlanders kijkt wekelijks een film Thuis worden series frequenter bekeken dan films. Zo kijkt 64% van de Nederlanders wekelijks tot dagelijks een serie ten opzichte van 37% van de Nederlanders die wekelijks tot dagelijks een film kijkt (zie figuur 8). Millennials geven significant vaker dan de andere generaties aan dagelijks series en wekelijks films te kijken. Ook is een onderscheid te zien tussen mannen en vrouwen. Terwijl mannen vaker wekelijks een film kijken, kijken vrouwen vaker wekelijks een serie. Daarnaast kijken inwoners van zeer stedelijke gebieden vaker wekelijks series en films dan inwoners van andere woongebieden.

Frequentie thuis films of series kijken 50% 45% 40% 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0%

43% 33% 26%

26%

21% 11% 12%

13%

11% 4%

Nooit

Minder dan maandelijks

Maandelijks Films

Wekelijks

Dagelijks

Series

Figuur 8. Nederlandse bevolking (16+) verdeeld naar thuis-kijkfrequentie films en series.

13


Frequentie thuis kijken films en series per generatie 45% 40% 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0%

39% 35%

29%

27% 22% 15%

Dagelijks series

Millennials

Wekelijks films

Generatie X

Babyboomers

Figuur 9. Percentage dagelijkse seriekijkers en wekelijkse filmkijkers per generatie.

3.2

Thuiskijkgedrag

In dit hoofdstuk wordt het thuiskijkgedrag van Nederlanders (16+) belicht. Via welke schermen kijken ze naar films en series? Maken ze gebruik van betaalde diensten en welke diensten worden er gebruikt?

3.2.1 Schermgebruik Voor het thuis kijken van films en series worden grotendeels dezelfde schermen gebruikt (zie figuur 10). Alleen bij de twee kleinste schermen zijn relevante verschillen te zien. Zo worden tablets en smartphones vaker gebruikt om series te kijken dan films. Deze kleine schermen worden vaker gebruikt door inwoners van zeer sterk stedelijke gebieden, Millennials (met name de 16- tot 23-jarigen) en mensen met thuiswonende kinderen. Bijna alle Nederlanders van 16 jaar en ouder die thuis weleens films of series kijken maken voornamelijk nog gebruik van het traditionele televisiescherm. Iets meer dan een vijfde van de thuiskijkers (16+) gebruikt een laptop om thuis films of series te kijken. Met name Millennials (voornamelijk de 16- tot 23-jarigen), vrouwen, hoogopgeleiden en mensen met thuiswonende kinderen gaven vaker dan andere demografische groepen aan films en series te kijken via een laptop. De vaste computer (PC) wordt door ongeveer een tiende van de thuiskijkers gebruikt, waarbij vaker door (jonge) mannen dan door andere groepen.

14


Schermgebruik film- en seriekijkers 96% 94%

Televisie 22% 23%

Laptop 12%

Tablet

PC

8% 9%

Smartphone

6% 9% 0%

18%

20%

40%

Films

60%

80%

100%

Series

Figuur 10. Schermgebruik film- en seriekijkers. Meerdere antwoorden mogelijk.

Grote generatieverschillen wat betreft schermgebruik Met betrekking tot schermgebruik zijn met name verschillen te zien tussen generaties (zie figuur 11). Ook bioscoopbezoekers en niet-bioscoopbezoekers verschillen hierin aanzienlijk (zie figuur 12). Hoewel bioscoopbezoekers gewend zijn films op groot scherm te zien (in de bioscoop), kijken zij thuis vaker films en series op kleine schermen, zoals laptop, tablet en smartphone, dan niet-bezoekers. Het is aannemelijk dat dit grotendeels te verklaren is door het grote aantal jongeren binnen het bioscooppubliek.

15


Schermgebruik per generatie 90%

97% 98%

TV

Films 83%

Films

7%

Series Films Series

13%

18%

21%

9%

Films

1%

Series

1%

25%

16%

5%

26%

7%

Films

8% 5%

Series

8% 5% 0%

60%

17%

6%

97% 97%

56%

16%

6%

PC

Smartphone

Tablet

Laptop

Series

10%

13% 15%

20%

30% Millennials

40%

50%

Generatie X

60%

70%

80%

90%

100%

Babyboomers

Figuur 11. Schermgebruik film- en seriekijkers per generatie. Meerdere antwoorden mogelijk.

Smarthpone

Tablet

Laptop

Schermgebruik (niet-)bioscoopbezoekers Film

11%

Serie

11% 7%

Film

Film

3%

Serie

4% 0%

32%

16%

11%

Serie

30%

23%

8% 14% 20%

40%

Niet-bioscoopbezoeker

60%

80%

100%

Bioscoopbezoeker

Figuur 12. Schermgebruik voor films en series van (niet-)bioscoopbezoekers. Meerdere antwoorden mogelijk.

16


3.2.2 Betaalde diensten 56% van de Nederlanders (16+) maakt gebruik van betaalde diensten voor het thuis kijken van films Films en series kunnen thuis op verschillende manieren bekeken worden. Het meest interessant zijn de manieren waarbij er wordt betaald voor de content, zoals het kijken via dvd of blu-ray of via betaalde online diensten (pay per view of abonnementsdiensten). Respectievelijk 56% en 44% van de Nederlanders maakt wel eens gebruik van betaalde diensten voor het thuis kijken van een film of serie door middel van abonnementsdiensten, betaalde filmzenders, pay per view-diensten of dvd’s/blurays.

Bereik betaalde diensten 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30%

56% 44%

20% 10% 0% Films

Series

Figuur 13. Bereik van betaalde diensten door het thuis kijken van films en series in de Nederlandse bevolking (16+).

Profiel thuiskijkers die gebruik maken van betaalde diensten Thuiskijkers die gebruik maken van betaalde diensten zijn, vaker dan de niet-betalende kijkers, hoger opgeleiden en mensen met hoge inkomens. Daarnaast wonen zij vaker in zeer sterk stedelijke gebieden. Wat betreft gezinsvorm zijn betalende kijkers vaker mensen met kinderen. Het bereik van betaalde diensten is het hoogst onder de leeftijdsgroep 16 tot 29 jaar, evenals onder scholieren en studenten. Het gebruik van illegale diensten is echter onder deze groep ook hoog (zie 3.2.3 “gebruik diensten�). In 2005 is ook onderzocht wat het bereik was van betaalde diensten en producten. 51% van de Nederlanders kocht in 2005 wel eens een dvd en 36% huurde wel eens een dvd. Met name gezinnen, mensen met een modaal of bovenmodaal inkomen en midden tot hoog opgeleiden huurden wel eens een dvd. Dit profiel komt grotendeels overeen met de huidige kijkers.

17


Babyboomers

Generatie X

Millennials

Bereik betaalde diensten per generatie Films

80%

Series

70%

Films

65%

Series

50%

Films

32%

Series

22%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

Figuur 14. Bereik betaalde diensten voor het kijken van films en series in de Nederlandse bevolking (16+) per generatie.

Betaalde diensten en de bioscoopbezoeker Meer dan twee derde van de mensen die betaalde diensten gebruikt (ook wel “betalende thuiskijkersâ€?) is bioscoopbezoeker (68%), vergeleken met 56% van de Nederlandse bevolking. Van de betalende thuiskijker is ongeveer 16% filmtheaterbezoeker. Dit percentage ligt iets hoger vergeleken met de Nederlandse bevolking, waarvan 12% filmtheaterbezoeker is. Hoewel betalende thuiskijkers voornamelijk incidenteel naar de bioscoop gaan, gaan zij frequenter naar de bioscoop dan het gemiddelde Nederlandse bioscooppubliek (zie figuur 15). Evenals het Nederlandse bioscooppubliek bezoeken betalende thuiskijkers voornamelijk commerciĂŤle bioscopen (76%).

18


Frequentie bioscoopbezoek en betalende thuiskijkers 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%

83% 75%

14%

13%

11%

4% Incidenteel

Regelmatig

Nederlands bioscooppubliek (16+)

Frequent

Betalende thuiskijkers (16+)

Figuur 15. Frequentie bioscoopbezoek van het Nederlands bioscooppubliek en van de betalende thuiskijkers.

3.2.3 Gebruik diensten Nederlanders kijken het meest films en series via televisie-uitzending. Hierna volgen abonnementsdiensten, dvd’s en blu-ray’s, illegale diensten en pay per view diensten.

Gebruik diensten films en series TV-uitzending

64%

Abonnement

32%

DVD/Blu-ray

16%

Illegaal

16%

Pay per view

14% 0%

10%

20%

71%

37%

32%

22% 23% 30%

40%

Films

Series

50%

60%

70%

80%

Figuur 16. Gebruik van aanbieders/kanalen van films en series door de Nederlandse bevolking (16+). Meerdere antwoorden mogelijk.

Verschillende dienstvoorkeuren voor verschillende generaties Hoewel alle generaties thuis het meest via televisie-uitzendingen kijken, verschillen zij duidelijk in hun voorkeur voor andere diensten. Zo kijken Millennials, naast televisie-uitzendingen, vooral films via abonnementsdiensten, gevolgd door illegale diensten. Ook Generatie X maakt om films te kijken, na televisie, het meest gebruik van abonnementsdiensten. Voor hen volgen hierop echter geen illegale diensten maar het gebruik van dvd’s en blu-rays. Onder de Babyboomers is weer een ander patroon te zien. Zij kijken voornamelijk films via dvd’s en blu-rays, gevolgd door abonnementsdiensten. Van de drie generaties kijken Babyboomers het minst via illegale diensten.

19


Gebruik van diensten per generatie 79% 83% 78%

TV-uitzending

Abonnementsdiensten

23%

Illegale diensten

57%

27%

8%

DVD/Blu-Ray

45% 40%

27%

Pay per view diensten

21% 0%

10%

Millennials

20%

71%

46%

34% 30%

30%

40%

Generatie X

50%

60%

70%

80%

90%

Babyboomers

Figuur 17. Gebruik van filmdiensten door thuiskijkers per generatie. Leesvoorbeeld: 71% van de thuiskijkende Millennials gebruikt weleens abonnementsdiensten om thuis een film te kijken.

Kijken via televisie-uitzendingen Nederlanders van 16 jaar en ouder kijken voornamelijk films (71%) of series (64%) op de traditionele manier, namelijk via (al dan niet uitgestelde) televisie-uitzendingen (zie figuur 16). Deze groep beslaat bijna alle thuiskijkers (voor een beschrijving van deze groep, zie 3.1.4). Een kleinere groep, namelijk 15% van de Nederlanders (16+), kijkt allÊÊn films via televisie-uitzendingen en betaalt niet voor het kijken van films. Deze groep bestaat voornamelijk uit samenwonende stellen zonder thuiswonende kinderen. De mensen in deze groep zijn veelal gepensioneerd. Vooral oudere leeftijdsgroepen vallen binnen deze groep, met name 65+. Gebruik dvd/blu-ray Films worden aanzienlijk vaker bekeken via dvd/blu-ray dan series, respectievelijk door 32% en 16% van de Nederlanders van 16 jaar en ouder. Regelmatige bioscoopbezoekers, hoog opgeleiden en mensen met thuiswonende kinderen gaven vaker aan thuis te kijken middels dvd’s/blu-rays dan andere demografische groepen. Gebruik betaalde online diensten Gebruik abonnementsdiensten Films en series worden door respectievelijk 37% en 32% van de Nederlanders (16+) bekeken via abonnementsdiensten zoals Netflix en Videoland, oftewel betaalde diensten. Jongeren en 30- tot 39jarigen, vrouwen, mensen met thuiswonende kinderen, inwoners van zeer sterk stedelijke gebieden, hoogopgeleiden, regelmatige bioscoopbezoekers en mensen binnen de laagste en hoogste inkomens, hebben vaker dan andere demografische groepen aangegeven gebruiker te zijn van abonnementsdiensten. Gebruik pay per view-diensten Iets meer dan een vijfde van de Nederlandse bevolking (23%) kijkt thuis films middels pay per viewdiensten, oftewel betaling per film. Bij series ligt dit percentage op 14%. Mensen met hoge inkomens (2600+ euro netto per maand), mensen met thuiswonende kinderen en mensen in de leeftijdsgroepen 20


16-23 jaar en 30-39 jaar, hebben vaker dan andere demografische groepen aangegeven weleens gebruik te maken van pay per view. Abonnementsgebruikers en pay per view-gebruikers vertonen op meerdere vlakken overeenkomsten, maar verschillen ook van elkaar. Zo is het bereik onder jongeren bij beide groepen hoog, maar zijn abonnementsgebruikers aanzienlijk jonger dan gebruikers van pay per view diensten (bijvoorbeeld respectievelijk 73% en 35% van de 16- tot 23-jarigen). Over het algemeen zijn onder pay per viewgebruikers meer verschillende doelgroepen te vinden dan onder gebruikers van abonnementsdiensten. Van pay per view-gebruikers is dan ook minder duidelijk een profiel te schetsen. De samenhang tussen gebruikers van abonnementsdiensten, pay per view-gebruikers en gebruikers van illegale diensten is groot. Meer dan een derde van de abonnementsgebruikers, maakt ook gebruik van pay per view-diensten (41%) of illegale diensten (38%). Daarnaast kijkt 65% van de pay per viewgebruikers ook via abonnementsdiensten en 32% via illegale diensten (zie figuur 18).

ppv svod

illegaal

Figuur 18. Samenhang gebruik pay per view, abonnementsdiensten en illegale diensten.

Gebruik illegale diensten Naast betaalde diensten geeft iets meer dan een vijfde van de Nederlanders (16+) aan (onder meer) op illegale manieren films te kijken (22%), zoals middels downloaden via torrentssites en streamen via bijvoorbeeld Popcorn Time. In 2005 betrof dit volgens de Bioscoopmonitor 11% van de Nederlandse bevolking. Het gebruik van illegale diensten voor het downloaden van films is dus toegenomen. Voor series ligt het percentage illegale kijkers lager, namelijk 16%. Millennials hebben vaker dan andere generaties aangegeven gebruik te maken van illegale diensten (zie figuur 17). Naast Millennials zijn ook mannen, inwoners van zeer sterk stedelijke gebieden, mensen met thuiswonende kinderen, hoogopgeleiden, regelmatige bioscoopbezoekers en mensen met een laag inkomen vaker gebruiker van illegale diensten. Eenzelfde patroon geldt voor seriekijkers. Naast de illegale manier van kijken, wordt door de grote meerderheid van de illegale filmkijkers (79%) ook weleens betaald om thuis een film te kunnen zien. Wanneer ingezoomd op de verschillen tussen generaties ligt dit percentage het hoogst onder Millennials (87%) gevolgd door Babyboomers (75%) en 21


Generatie X (72%). Dit is een opvallend resultaat gezien verwacht werd dat Millennials vaker enkel illegaal zouden kijken dan oudere generaties. Uit de resultaten blijkt echter dat dit niet het geval is en dit juist geldt voor Generatie X (zie figuur 20). Ongeveer 4,5% van de Nederlandse bevolking betaalt niet voor het thuis kijken van films en maakt gebruik van illegale diensten (zie figuur 19). Deze illegale kijkers zijn voornamelijk mannen. Daarnaast zijn het ook vaak stellen met kinderen. De meeste van hen kijken wel films via televisie-uitzendingen. Wanneer bioscoopbezoekers uit de groep worden weggelaten, komt het percentage filmkijkers dat niet betaalt uit op 1,9% van de Nederlanders.

Kijkt illegaal naar films (22% van de Nederlanders)

4,5%

17,5%

Kijkt enkel via illegale diensten naar films (en via televisieuitzendingen) Kijkt via illegale diensten en legale betaalde diensten naar films Figuur 19. Verdeling van illegale filmthuiskijkers binnen de Nederlandse bevolking (16+).

Kijkt illegaal naar films per generatie Millennials

8% (13%)

Generatie X

8% (28%)

49% (87%)

20% (72%)

6% (75%)

Babyboomers 2% (25%) 0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

Kijkt enkel via illegale diensten naar films Kijkt via illegale diensten en legale betaalde diensten naar films Figuur 20. Leesvoorbeeld: Van de thuiskijkende Millennials kijkt 57% weleens illegaal naar films. Van de thuiskijkende Millennials die weleens illegaal naar films kijken, betaalt 87% weleens voor films.

22


Omdat het bereik van illegale diensten onder Millennials hoog is, maakt een groter deel van hen gebruik van zowel illegale als betaalde diensten (49%), dan uitsluitend van betaalde diensten (38%) (zie figuur 21).

Gebruik betaalde en illegale diensten per generatie Millennials

8%

Generatie X

8%

Babyboomers

49%

20%

2% 6%

0%

38%

10%

52%

20%

41%

20%

30%

5%

51%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

kijkt uitsluitend via illegale diensten

kijkt via betaalde én via illegale diensten

kijkt via betaalde diensten

kijkt uitsluitend via tv-zenders

100%

Figuur 21. Gebruik betaalde en illegale diensten om films te kijken per generatie door thuiskijkers. Leesvoorbeeld: 49% van de thuiskijkende Millennials kijkt films via betaalde én via illegale diensten.

Demografische kenmerken per dienst Samenvattend zijn per dienst de volgende onderscheidende demografische kenmerken weer te geven: Tabel 1. Schematische weergave demografische kenmerken per dienst, voor het kijken naar films. Alleen significante resultaten.

Abonnementsdiensten

Pay per view

Dvd/Blu-Ray

Illegaal

                  

16 tot 29 jaar en 30 tot 39 jaar Vrouwen Met thuiswonende kinderen Zeer sterk stedelijke woonplaatsen Laagste en hoogste inkomen Hoog opgeleid Regelmatige bioscoopbezoekers 16 tot 23 jaar en 30 tot 39 jaar Hogere inkomens Met thuiswonende kinderen Regelmatige en frequente bioscoopbezoekers Met thuiswonende kinderen Hoog opgeleid 16 tot 29 jaar en 30 tot 39 jaar Mannen Zeer sterk stedelijke woonplaatsen Laagste inkomen Met thuiswonende kinderen Hoog opgeleid 23


  

TV-uitzending (niet via betaalde diensten)

Regelmatige bioscoopbezoekers 55+ Zonder thuiswonende kinderen

3.2.4 Bioscoop- en filmtheaterbezoekers en betaald thuiskijken Bioscoopbezoekers zijn over het algemeen ferventer thuiskijker dan niet-bioscoopbezoekers, zoals aangegeven in paragraaf 3.1.2. Ook betalen doen ze vaker voor het kijken van films dan nietbioscoopbezoekers. 79% van de thuiskijkende bioscoopbezoekers betaalt voor het thuis kijken van films. 55% van de bioscoopbezoekers doet dat door gebruik te maken van abonnementsdiensten. Maar bioscoopbezoekers betalen niet alleen meer voor films thuis, ze maken ook meer gebruik van illegale diensten dan niet-bezoekers. 37% van de bioscoopbezoekers maakt gebruik van illegale diensten voor het kijken van een film (zie figuur 21). Ook filmtheaterbezoekers betalen thuis eerder voor films dan niet-filmtheaterbezoekers. 74% van de filmtheaterbezoekers betaalt om thuis naar films te kijken.

Gebruik diensten per bioscoopbezoeker 29%

Abonnementsdiensten Illegale diensten

Films

55%

16%

37% 27%

DVD/Blu-Ray

22%

Pay per view diensten

44% 32% 77% 83%

TV-uitzending 24%

Abonnementsdiensten 11%

Series

Illegale diensten

49%

27%

12%

DVD/Blu-Ray

23% 15% 18%

Pay per view diensten

73% 74%

TV-uitzending 0%

10%

20%

30%

40%

Niet-bioscoopbezoeker

50%

60%

70%

80%

90%

Bioscoopbezoeker

Figuur 22. Gebruik diensten van thuiskijkers gegroepeerd naar wel/niet bioscoopbezoeker.

24

100%


Bijlagen

25


Bijlage 1: Opzet en uitvoering van het onderzoek Onderzoekspopulatie In dit onderzoek wordt een beeld geschetst van het kijkgedrag van Nederlanders van 16 jaar en ouder ten aanzien van het thuis kijken van films en series. Waar mogelijk worden uitspraken gedaan welke gelden voor de gehele Nederlandse bevolking van 16 jaar en ouder. Daarnaast wordt er gesproken over ‘de thuiskijkers’. Dit zijn Nederlanders van 16 jaar en ouder die in de afgelopen 12 maanden thuis weleens een film of serie hebben gekeken. Deze aanduiding staat vermeld bij de desbetreffende resultaten.

Deelvragen  

Op welke manier en hoe vaak kijken Nederlanders van 16 jaar en ouder thuis naar films en series? Wie zijn de thuiskijkers? o Op het gebied van: leeftijd, geslacht, opleiding, inkomensniveau, samenstelling huishouden en type bioscoopbezoeker. Welke verschillende diensten en schermen gebruikt men?

Kwantitatief onderzoek Het onderzoek is uitgevoerd middels een kwantitatief onderzoek, waarbij is gekozen voor een online surveyonderzoek. Het onderzoek is eind juni 2016 uitgezet in het CentERpanel van onderzoeksinstituut CentERdata. Vanwege een ondervertegenwoordiging van jongeren in het CentERpanel is ervoor gekozen om extra jongeren in de leeftijd van 16 tot 29 jaar bij te werven vanuit het LISSpanel. Dit panel is eveneens ondergebracht bij CentERdata. Veldwerk en omschrijving steekproef In totaal hebben 3.903 respondenten de uitnodiging gekregen om deel te nemen aan het onderzoek. Hier hebben 2.967 respondenten gehoor aan gegeven. In totaal waren de antwoorden van 2.956 respondenten bruikbaar voor verdere analyses. Het databestand is gewogen op leeftijd. Representativiteit en betrouwbaarheid Er is veel aandacht voor de representativiteit van de onderzoeksresultaten voor de Nederlandse bevolking. Zo is het CentERpanel waarin de metingen zijn verricht gebaseerd op kans-steekproeven in plaats van zelfselectie. Op basis van postcodes wordt een adressensteekproef getrokken. Indien de gekozen respondenten niet beschikken over een eigen computer met internetaansluiting wordt door CentERdata een pc verstrekt waarmee de vragenlijsten kunnen worden ingevuld. CentERdata monitort continu het panel om een afspiegeling van de Nederlandse bevolking te behouden. De representativiteit van de onderzoeksresultaten wordt zodoende onder andere gewaarborgd door gebruik te maken van aselecte steekproeven met tevens een lage non-respons. Subgroepen binnen de steekproef geven een schatting weer van de werkelijkheid. Van deze schatting kunnen we aangeven hoe betrouwbaar en nauwkeurig deze is, op basis van de omvang van de subgroep in de steekproef, de gevonden percentages en het betrouwbaarheidsniveau. Binnen marktonderzoek is het gangbaar om een betrouwbaarheidsniveau aan te houden van 95%. Dat wil zeggen dat wanneer het resultaat statistisch significant is, er met 95% zekerheid kan worden gesteld 26


dat het resultaat niet op toeval berust. In onderstaand nomogram is de samenhang tussen de grootte van de subgroep in de steekproef, het betrouwbaarheidsniveau en de gevonden percentages te zien.

Nomogram 20% 18% 15% 13% 10% 8% 5% 3%

0% 25

150 275 400 525 650 775 900 1025 1150 1275 1400 1525 1650 1775 1900 gevonden percentages: 90% of 10%

gevonden percentages: 50%

Figuur 23. Nomogram; samenhang tussen de grootte van de subgroep in de steekproef, betrouwbaarheidsniveau en gevonden percentages.

In dit onderzoeksverslag is ervoor gekozen om te werken met zogenaamde puntschattingen in plaats van betrouwbaarheidsintervallen. Een voorbeeld: 56% van de respondenten van zes jaar en ouder heeft aangegeven in 2015 een bioscoop te hebben bezocht. Omdat het hier een steekproef betreft, is het onwaarschijnlijk dat het werkelijke percentage Nederlanders van zes jaar en ouder dat in 2015 een bioscoop heeft bezocht exact gelijk is aan 56%. Bij het gebruik van betrouwbaarheidsintervallen zou gesteld kunnen worden dat het percentage ligt tussen de 54% en 59%. Een puntschatting wordt daarentegen uitgedrukt in een enkele waarde; in dit geval 56%.

Operationalisering van de vragenlijst In de vragenlijst is gevraagd naar algemene gegevens zoals demografische kenmerken, bioscoopbezoek en kijkfrequentie van films en series thuis. Daarna is dieper ingegaan op het kijkgedrag van mensen die thuis films en series kijken. Hierbij is bijvoorbeeld gevraagd naar welke diensten men gebruikt en via welke schermen men kijkt. Om sociaal wenselijke antwoorden zoveel mogelijk te voorkomen, is het woord ‘illegaal’ (als in ‘illegaal downloaden/streamen’) niet gebruikt. In plaats daarvan is dit gedrag achterhaald met andere woordkeuzes (bijvoorbeeld ‘gratis kijken’). In de resultaten zijn de diensten gegroepeerd, zie voor een schematische weergave onderstaande tabel.

27


Tabel 2. Schematische weergave diensten per dienstgroep.

Dienstgroepen Films en series

Betaald Pay per view - Via TV-providers zoals KPN/Ziggo - Pathé Thuis - Google Play - Itunes Abonnementsdiensten - Netflix - HBO - Film1 - Videoland Dvd/blu-ray - Gekocht - Gehuurd/geleend

Niet-betaald TV (incl. uitgesteld kijken) Illegale diensten - Downloaden via torrentssites - Downloaden via nieuwsgroepen - Popcorn Time en andere streamingsites

Verwerking resultaten De resultaten zijn voornamelijk beschrijvend gerapporteerd in de vorm van percentages. Om te achterhalen of er verschillen bestaan tussen generaties is de variabele ‘leeftijd’ gegroepeerd naar drie generatiegroepen, te weten; Millennials (16-29 jaar), Generatie X (30-54 jaar) en Babyboomers (55+). Waar mogelijk is een correlatieanalyse uitgevoerd. Middels een correlatieanalyse kan worden bekeken óf er een verband bestaat tussen variabelen. Dit duidt echter nog geen causaal verband aan.

28


Bijlage 2: Literatuurlijst Bruyckere, Sanne de, en Rianne Bosman. “Video Behaviour of Dutch Consumers 2015 Q4”. Telecompaper, 2016. European Union Intellectual Property Office. “Intellectual Property and Youth – Scoreboard 2016”. 2016. Mackenback, Rutger, en Remco de Stigter. “Is video on demand het begin van het einde voor TV en bioscoop?” Rotterdam: Stroom Mediacommunicatie, 2016. Sant, Nina van ‘t. “Is Netflix wel zo’n grote concurrent voor de bioscoopindustrie als men denkt?”. Stichting Filmonderzoek. 2015. www.filmonderzoek.nl/netflix-bioscoopindustrie. Sonck, Nathalie, en Jos de Haan. “Media:Tijd in beeld. Dagelijkse tijdsbesteding aan media en communicatie”. Het culturele draagvlak deel 14. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau, 2015. Stichting Filmonderzoek. “Bioscoopmonitor 2008”. 2009. ---. “Bioscoopmonitor 2009-2010”. 2010. Wennekers, Annemarie M., Dunya M. M. van Troost en Peter R. Wiegman. “Media:Tijd 2015”. Amsterdam/Den Haag: NLO, NOM, SKO, BRO, SCP, 2016.

29


COLOFON Stichting Filmonderzoek heeft dit onderzoek uitgevoerd in het kader van de Bioscoopmonitor, in opdracht van Filmdistributeurs Nederland (FDN) en Nederlandse Vereniging van Bioscopen en Filmtheaters (NVBF)

Adres Krijn Taconiskade 276 1087 HW Amsterdam T: 020 4266119 E: info@filmonderzoek.nl www.filmonderzoek.nl

Onderzoeker Dinah Timmer, MSc Literatuuronderzoek Aline Willemsen, MA Project supervisie Jorien Scholtens, MA

Š 2016, SFO. Alle rechten voorbehouden. De in dit document vermelde gegevens zijn strikt vertrouwelijk. Publicatie en inzage aan derden, geheel of gedeeltelijk, is zonder toestemming van Stichting Filmonderzoek niet toegestaan. Wijzigingen voorbehouden. Aan de inhoud kunnen geen rechten worden ontleend.

30


Illegaal films kijken: we doen het allemaal Onder alle generaties... Babyboomers

Generatie X

Millennials 16 - 29 jaar

30 - 54 jaar

55+

51%

20%

Betaalt (bv. via pay per view of abonnement)

Kijkt illegaal, maar betaalt ook

38%

52%

5%

49%

41%

20% 6%

8% 2%

Uitsluitend illegaal

... is er een grote overlap tussen illegaal en legaal... ers m

Babybo o

M il

ials nn le

Ge

Kijkt uitsluitend via tv-zenders

8%

ILLEGALE DIENSTEN PAY PER VIEW

34%

21%

n e r a ti e X

57%

8% 27%

30%

ABONNEMENTSDIENSTEN

71% 23%

46%

DVD

/ BLU-RAY

... ondanks de grote verscheidenheid aan diensten

45%

27%

40%

© 2017


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.