terdege-12-2016

Page 1

reformatorisch familieblad

Jan Lock

KlusHUIS

„We willen voorkomen dat mensen vluchten.”

Echtpaar Hofman rekent op tien jaar verbouwen.

baked egg custard

9 MAART 2016

» 33E JAARGANG » NUMMER 12

Werkloos:

"Soms krijg ik een

beetje

een

Jobgevoel” 9 maart 2016 . 33e jaargang nummer 12 . losse nummers € 3,95


“Toon dat je er bent, ontwikkel jezelf en wees proactief”

6

terdege • 9 maart 2016


Reportage

Niet stilzitten De crisis ligt achter ons en er is herstel, maar de werkloosheid neemt maar heel langzaam af. Ook de komende jaren wordt geen grote groei van de werkgelegenheid verwacht. Wat nu? „Er zijn zeker kansen. Sommige sectoren schreeuwen om specialisten.” tekst Ad Ermstrang beeld Tineke van der Eems

terdege • 9 maart 2016

7


Via Facebook op zoek

naar jonge

vrouwen

De vrouwenbond van de Christelijke Gereformeerde Kerken heet nu ‘CGK-vrouw’, de bondsdag ‘vrouwendag’ en een bezinningsavond ‘thema-avond’. „Ik zie het als mijn verantwoordelijkheid om ook jonge vrouwen aan te spreken”, aldus bondspresidente Rieke den Hertog. tekst Neline Boogert-Floor beeld Henk Visscher


portret

“Ik ben geen presidente geworden om alleen maar op de winkel te passen.”

dsaddasjkh sajhdhjkdjhksadsajhk dskjakjdakljdajsl

21


interview

Deel 4 28

terdege • 9 maart 2016


Voorpost in het roomse zuiden Zijn eerste kerkelijke ervaring deed Jan Houtman op in de gereformeerde gemeente van Maastricht. Hij zong er zonder orgel, beheerde de kolenkachel en kreeg doordeweeks catechisatie in de voorkamer bij de enige ouderling. tekst Huib de Vries beeld Jean Pierre Geussens

W

itte letters op de groene deur maken duidelijk dat Sint Bernardusstraat 14 tegenwoordig wordt bewoond door de familie Pereboom. De druk op de deurbel levert geen reactie op. „Ze zijn op vakantie”, weet een buurvrouw. Voor Jan Houtman (82) is het een teleurstelling. Hij had graag nog eens áchter de deur gekeken. Daar zat hij als jongen op zondag in “het zaaltje”, zoals zijn moeder de plaats van samenkomst van de gereformeerde gemeente in het centrum van Maastricht noemde. In de herinnering van Houtman liepen ze destijds naar een doorsnee woning. Pas later ontdekte hij wat voor een monumentaal pand het is. De gevelsteun boven de deur toont een zwart paard met eronder de woorden “Au Cheval Noir”. Destijds stond de statige woning uit 1743 in een groezelig buurtje, op een steenworp afstand van de Stokstraat, waar dames van lichte zeden achter de ramen zaten. „Bovendien was het oorlog, dus alles zag er minder fleurig uit dan nu.” De bordelen hebben plaatsgemaakt voor luxe winkeltjes. Ook de Sint

Bernardusstraat kreeg een facelift. Naast “Au Cheval Noir” lag een café, vertelt de buurvrouw. Dat verschaft Houtman helderheid over een gedenkwaardige gebeurtenis. „Tijdens een dienst kwam onder ons psalmgezang, zonder orgel, een beschonken zwerver binnenwaggelen. Hij probeerde mee te zingen, maar dat lukte niet al te best. Toen hij ouderling Kooman een slokje water zag nemen, riep hij: ‘Mij ook een.’ Door de alcohol zag hij het verschil tussen een kansel en een tapkast niet meer.”

Nonnenschool

Vader Houtman, afkomstig uit een boerenarbeidersgezin, mocht dankzij de bovenmeester gaan leren en werd ambtenaar bij het ministerie van financiën. „Onderdeel invoerrechten en accijnzen, met als standplaats Weert. Je had in die tijd maar te accepteren wat je kreeg toegewezen.” Toen zijn oudste zoon bijna zes jaar was, vroeg Houtman senior overplaatsing aan naar een plaats met een christelijke school. Bij voorkeur in Zuid-Holland. Per omgaande kreeg hij bericht dat hij in Maastricht was geplaatst. Die stad had ook een pro-

testantse school, voor de hervormden en de gereformeerden. En het handjevol leden van de gereformeerde gemeente. Een paar maanden na de verhuizing naar Maastricht brak de oorlog uit, en bliezen de terugtrekkende Nederlandse militairen de bruggen over de Maas op. Vanwege de bezetting van de christelijke school door de Duitsers ging de jonge Jan Houtman enige tijd met zijn klasgenoten naar een nonnenschool. Op zondag liep hij met zijn ouders naar het onderkomen van de gereformeerde gemeente. Die ontstond tijdens de aanleg van het Julianakanaal, dat tussen 1925 en 1935 werd gegraven. „Onder de werkers waren wat leden van de Gereformeerde Gemeenten, onder wie enkele jonge ambtenaren van Rijkswaterstaat. Die mensen zijn met elkaar een ruimte op de begane grond van Bernardusstraat 14 gaan huren. Daar hebben ze een simpel kerkzaaltje van gemaakt.” Houtman ziet het nog helder voor zich. „Tegen de achtermuur was een preekstoeltje getimmerd. De drie ramen aan de straatzijde waren beplakt met folie, maar op één plek zat een gaatje. Daar gluurde de straatjeugd

terdege • 9 maart 2016

29


�Wij willen niet gezien worden; de verrassing moet zo groot mogelijk zijn�


Duikvlucht met een Dornier 228-212 De Kustwacht patrouilleert elke dag boven de Nederlandse wateren. Ook ’s nachts. Kapiteins, smokkelaars en vissers zijn gewaarschuwd. Beet! Een Duitse kotter kan een procesverbaal tegemoet zien voor vissen in verboden gebied. Blik aan boord van een inspectievlucht over Noordzee en Waddenzee. tekst Gerard ten Voorde beeld Henk Visscher


Met begrip zoeken naar contact Hij zit aan het sterfbed van jong en oud en praat met hen en hun naasten. Huug Alblas werkt als zzp-verpleegkundige in de terminale thuiszorg. „Mijn taak is de resterende tijd zo comfortabel mogelijk te maken.” tekst Ad Ermstrang beeld Sjaak Verboom

Waar werkt u en waarom dit beroep?

„Sinds 2008 werk ik als zzp’er. Eerder in de psychiatrie, in het ziekenhuis en in de ouderenzorg. Wat me altijd geboeid heeft, is de drijfveer van mensen. Nu ben ik vaak 24 uur per dag bij ernstig zieke mensen. Zij hebben doorgaans een levensverwachting van maximaal drie maanden. Ieder beleeft het op z’n geheel eigen wijze en verdient steun en begrip. Hieraan wil ik een bijdrage leveren. M’n belangrijkste opdrachtgever is PrivaZorg, een neutrale organisatie.”

Wie:

Huug Alblas Woonplaats:

Alblasserdam Leeftijd: 61 Gezin:

Gehuwd, 6 kinderen Kerk:

Gereformeerde Gemeenten

46

terdege • 9 maart 2016

Weten uw collega’s van uw achtergrond?

„We weten van elkaar hoe we in het leven staan en dat leidt soms tot verschil van inzicht. Je adviseert elkaar, gevraagd of ongevraagd. Het gaat nogal eens over het starten van palliatieve sedatie, waarbij mensen meer slapen door medicatie. Belangrijk is hierbij je intentie. In onze tijd is veel mogelijk en we zijn geneigd ‘moeilijkheden op te lossen’. Men zegt dan: ‘Dit lijden is te zwaar, zo hoeft dat niet meer en het kan maar beter stop-

pen.’ Hoewel de huisarts voor het beleid verantwoordelijk is, heb je daar met elkaar zeker invloed op.”

Leidt dat tot gesprekken?

„Uiteraard, maar het belangrijkste is te spreken met de cliënt en de naaste familieleden. Omdat je niet ‘eigen’ bent, heb je soms goede ingang. Je maakt deel uit van het gezin: ik kook als dat nodig is, pak de stofzuiger of geef de badkamer een beurt. Ooit hielp ik een zoon met het plaatsen van een tuinhekje. Ma wilde dat graag nog netjes gerealiseerd zien. Een ideale gelegenheid voor contact. Je moet soms doorvragen. Open en belangstellend. Er komt dan veel los.”

Hoe probeert u de christelijke beginselen over te brengen?

„Ik ben gast. Het is hun huis en hun leven. Ik kom bij hen voor zorg en ondersteuning”. Bij gelijkgestemden is het niet zo moeilijk. Ook dat gebeurt gelukkig nog want door mond-totmondreclame ben je verbaasd hoe men je weet te vinden. Maar meestal kom ik in gezinnen


interview

“Hun leefwereld is veelal wat de televisie biedt”

Christen in de

samenleving

waar geen Bijbel in huis is. Hun leefwereld is veelal wat de televisie biedt. Van de ochtend tot ’s avonds het licht uitgaat. Ik vind dat belastend en vermoeiend. Voor het eten vraag ik stilte. Dat is vaak een opening voor gesprek. Een cliënt zei: ‘Wat vraag je dan precies?’ Ik heb uitgelegd dat het niet alleen om een zegen voor de maaltijd ging, maar dat ik ook vroeg om krachten voor hem en zijn vrouw. Dat het in deze moeilijke situatie nog zo draaglijk mogelijk mag zijn. Dat geeft duidelijkheid en wederzijds respect. ’s Nachts word je vaak geroepen. Ik slaap meestal in dezelfde kamer. Men heeft hevige pijn, is bang of heeft zorgen om elkaar of de kinderen. Luisteren en enkele regels uit Gods Woord kunnen dan veel doen. Zij zijn erg ontvankelijk. Het ‘Onze Vader’ of enkele regels uit de berijmde psalmen kunnen van toepassing zijn. Uiteraard nadat ik het gevraagd heb. Mensen hebben soms slechte ervaringen met ‘ons of de onzen’. Dat is droevig. Ik vraag in mijn gebed of ik geen aanleiding hoef te geven om Zijn Naam

te lasteren of te bespotten. Mensen doen dat niet opzettelijk. Weten vaak echt niet meer van God en gebod en verkeren in zwaar weer.”

Aan welke vorming heeft u het meest gehad?

„Vorming door de omgang met mensen. Ik heb interesse in wat hen beweegt. Hun religie, en dat bedoel ik echt niet spottend, kan Gods Woord zijn, maar ook hun motorfiets, voetbalclub of gezin. Je probeert aansluiting te vinden en in je handel en wandel uit te dragen waar jouw normen en waarden liggen.”

Kunt u een voorbeeld geven van een bijzondere ontmoeting?

„Enige tijd terug heb ik ’s nachts om vier uur met een vader en drie kinderen bij een zojuist overleden moeder gestaan. De vader zette psalm 43 vers 4 in en we zongen: ‘Dan ga ik op tot Gods altaren’. Dat was bijzonder, maar helaas een uitzondering.”

Wordt het moeilijker om voor uw christen-zijn

uit te komen?

„Ik wil dat graag zien als een opdracht en niet als een probleem. Als wij iemand een jas aangeven, trekken we die de ander niet over het hoofd maar houden we ‘m op, zodat men kan insteken. ‘Sla de ander niet om de oren’ met onze waarheden, hoe oprecht ook bedoeld, maar gedraag je en zoek contact met gunning en begrip. Opvattingen over de ernst van ons leven en de majesteit van ons sterven zijn veranderd. Ik twijfel niet aan de ‘ingeschapen Godskennis’ maar wil eerlijk bekennen daar soms toe te neigen. Bij de uitvaart is het ook niet altijd eenvoudig. Maar ik probeer er zeker te zijn. Vaker wordt de uitvaart afgesloten met een crematie. De ‘dienst’ vooraf is gelijk. Ik maak er deel van uit want heb er maanden bij gehoord. In de levenspresentaties bevinden zich foto’s die met mijn mobieltje zijn gemaakt. Het afsluitende moment is voor de naaste familie. Bij het samenzijn achteraf ben ik niet aanwezig. In de dagen daarna hebben we voldoende contact om met elkaar af te ronden.”

terdege • 9 maart 2016

47


„Twee jongens vertelden dat hun ouders op zee verdronken waren.”

“Sommigen barsten in tranen uit”

De meeste vluchtelingen hebben vier dagen gereisd.

„Wij hielpen hen uit het water en voorzagen hen van droge kleren.”

64

terdege • 9 maart 2016


Jongeren

Steeds paraat voor vluchtelingen Dag en nacht werkte hij door om vluchtelingen uit het water te helpen, schone kleren aan hen te geven en eten aan te bieden. Peter van de Ree was op Kos. Tussen weggeworpen zwemvesten en op een strand vol Syriërs en Pakistanen deed hij wat zijn hand vond om te doen. tekst Henrieke van Dam beeld Sjaak Verboom en Peter van de Ree

W

at zeg je als je werkgever op maandagmiddag vraagt of je zaterdagochtend meegaat naar het Griekse eiland Kos, vlak onder Turkije, om daar een week vluchtelingen te helpen? Peter van de Ree (21) uit NieuwBeijerland wist het meteen: hij ging mee. Het werk dat hij in Kos verzette, wil hij echter niet afdoen als een uitdagend avontuurtje. „Meerdere vluchtelingen dragen een trauma of een verhaal van verlies met zich mee. Dat komt heel dichtbij als je hen letterlijk uit het water helpt bij de kust van Kos. Je moet sterk in je schoenen staan om niet bij hun verdriet neer te gaan zitten.”

Vluchtroute

Peter is nuchter en rustig, als hij vertelt over zijn ervaringen op Kos. Maar koud laat het hem

niet, wat hij meemaakte aan de toegangspoort van Europa. De vluchtroute van de Syriërs kent hij inmiddels. „De meesten van hen hebben vier dagen gereisd door woestijn en wildernis: via Syrië, Irak en Iran bereiken ze Bodrum in Turkije. Daar verstoppen ze zich in het bos bij de kust, wachtend op een mensensmokkelaar om de oversteek naar Kos, ruim tien kilometer, te maken. Zo’n vijftien personen gaan er per keer in een motorbootje, maar als de bagage overboord wordt gegooid, kunnen er nog eens vijftien mensen bij. Als het op zee fout gaat, is het meteen verloren want geen van de inzittenden kan zwemmen. Haalt het bootje de oversteek, dan worden de vluchtelingen twintig meter voor de kust overboord gezet. Daar begint het werk van de Europese vluchtelingenorganisaties.”

Tranen

Dag en nacht werken die organisaties om de alsmaar toestromende vluchtelingen op te vangen. „Omdat wij er maar één week waren, hebben we zowel de dag- als de nachtdiensten gedraaid”, vertelt Peter. „Drie keer per dag werden er maaltijden verstrekt aan de vluchtelingen op Kos. Daarbij werkten we als hulporganisaties

“ ik zit nu op de 10.000.000 foto's”

“Misschien ga ik nog wel een keer terug”

terterdege • 24 december 2015

65


Woord en Daad ORGANISATIE: Woord en Daad WAAR: Gorinchem SINDS: 1973 FINANCIEEL: Voor circa 80 procent afhankelijk van achterban AANTAL MEDEWERKERS: 76 (60,5 fte) ACHTERBAN: Volle breedte gereformeerde gezindte

Onder de carport

70

terdege • 9 maart 2016

‘Crea Silverzwaan’ heet hun bedrijfje. Silly den Breejen (67) en Annie IJskes (70) begonnen, gesteund door nog drie dames uit de omgeving, in 2006 in Zwanenburg met de verkoop van spulletjes voor Woord en Daad. Kringloopartikelen, maar ook opgepimpte en compleet nieuwe producten. De dames hebben een website (www. creasilverzwaan.nl) en geven de verkoop een extra impuls door stands te huren op beurzen, markten en braderieën. Ook geven ze workshops. Ze schatten de jaarlijkse opbrengst voor Woord en Daad op 12.000 tot 15.000 euro. „De wat mooiere spullen staan ’s nachts binnen, een gedeelte blijft gewoon onder de carport. Er is nog nooit iets gestolen.”


De Boodschap

Arm

en

rijk verbinden Via comitéleden en tijdens vele presentaties wordt geld ingezameld voor het werk van Woord en Daad. Soms wordt er echt gesprokkeld en gaat het letterlijk over centen. Steun van de achterban, in gebed en gift, is onmisbaar. „We doen aan armoedebestrijding, maar proberen mensen ook aan het denken te zetten.” tekst Ad Ermstrang beeld Anton Dommerholt, Sjaak Verboom en Woord en Daad

De

boodschap j

Aflevering 4

over organisaties met een missie

terdege • 9 maart 2016

71


Blijven klussen Bijna twee jaar geleden kochten ze na enig zoekwerk hun droomwoning in Boskoop. Robert Hofman en Hilje Hofman-Wiltjer verbouwden voordat ze trouwden de woonkamer, de keuken en de slaapkamer. De rest volgt. „Ik denk dat we wel tien jaar nodig hebben.” tekst Ad Ermstrang beeld Anton Dommerholt en Istock

76

terdege • 9 maart 2016


Binnen

“Huren kwam geen seconde in me op”

A

an de buitenkant toont de tussenwoning in de Boskoopse Snijdelwijk niet veel anders dan haar soortgenoten. Tuintje voor, groot raam aan de straatzijde en daarnaast de voordeur. Eenmaal binnen verbaast de bezoeker zich direct over de enorme woonkamer en de prachtige open keuken, samen circa 55 vierkante meter. De kamer heeft geen radiatoren, de vloerverwarming vindt haar voeding via de houtkachel. De uit Waddinxveen afkomstige Robert (29) en de van oorsprong Friese Hilje (23) uit Elst waren al geruime tijd op zoek. Hilje opperde aanvankelijk de gedachte om tijdelijk te huren en nog wat door te sparen, maar Robert was heel resoluut. „Dat is geen seconde in me opgekomen. Kopen is investeren.” Via Funda speurden ze in Waddinxveen en omgeving. Robert: „We had-

“Kopen is investeren...”

den een aantal eisen geformuleerd. Ik wilde een garage. Ik klus graag en dat wil ik voortzetten. Daarnaast zochten we een huis met minstens drie slaapkamers. Ik kom uit een vrijstaande woning, zodat we eerst hebben gekeken of er in die sector iets te vinden was. Dat was echter onmogelijk, want voor een bedrag van rond de twee ton trof je alleen een bouwval of heel bijzondere panden. Een twee-onder-een-kapper of hoekwoning met garage moet in deze regio meestal ook nog het nodige opbrengen. Toen zagen we dit huis in Boskoop. Het heeft maar heel kort te koop gestaan, we waren zo rond. Het kwam vrij doordat de bewoon-

“We hebben handige mensen om ons heen”

ster, een oude mevrouw, naar een verzorgingstehuis ging.”

Supermarkt

Wat meespeelde bij de beslissing was de nabijheid van een kerk, een reformatorische basisschool en een supermarkt. Hilje: „Dat is de supermarkt die onlangs besloot de deuren op zondag toch maar dicht te houden, op verzoek van een brief van de kerkenraad. Ik ben naar de manager toe gegaan en heb hem daarvoor bedankt. We hadden deze omgeving al eerder verkend en weten dat het hier zondags heel rustig is. We vinden het fijn als dat zo blijft.” Dat was in het voorjaar van 2014. De aankoop werd gefinancierd uit een hypotheek en een deel van hun spaargeld. De rest van het eigen geld werd gereserveerd voor een eerste, forse verbouwing. De makelaar omschreef het pand als

terdege • 9 maart 2016

77


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.