Duurzaam Gebouwd Magazine #37

Page 1

Duurzaam Gebouwd # 37 | juni 2017

VBI GreenScore

Hoe bouwt u aan de toekomst?

Karin Schrederhof en Bert Wijbenga van Nieuwenhuizen (Woonbron):

Sensata, Hengelo

‘We pakken verduurzamingsmaatregelen heel pragmatisch aan’ # 37 | juni 2017

Duurzame gebouwen op de meest duurzame wijze realiseren, dat is de uitdaging. VBI GreenScore helpt u met 21 oplossingen in de Nationale Milieu Database om aanzienlijk beter te presteren en biedt bovendien hoge waarderingen in bijvoorbeeld BREEAM en GPR. Zo bouwt VBI mee aan duurzame oplossingen voor de dag van morgen. Flexibel comfort noemen we dat.

Gezonde gebouwen

Circulaire economie

Met onder andere het project ‘Living lab voor moderne kantooromgeving’, ‘Data zorgen voor beter comfort’ en ‘Hanzehogeschool onderzoekt gezonde werkomgeving’.

Met onder andere het rondetafelgesprek ‘Pionieren met C2C’, het project ‘Circl van ABN AMRO is bouwen 3.0’ en een interview ‘Circulariteit stagneert innovatie’.

Smart Buildings en privacy Waarde toevoegen met WELL

Meer weten? Bel +31 (0)26 379 79 79 of volg ons via @flexibelcomfort

www.vbi.nl

Terugblik Building Holland 2017


1

2

3

Unica biedt Label C garantie voor kantoren

4

Sustainable buildings Sustainable relationships 1) De Kromhout Kazerne is door BREEAM-NL op meerdere vlakken excellent beoordeeld. 2) Het energielabel van het gerenoveerde a.s.r. hoofdkantoor ging van G naar A++ waardoor het energieverbruik met ruim vijftig procent is gereduceerd. 3) Uitgangspunt bij Rijkskantoor ‘de Knoop’: zo min mogelijk slopen en zoveel mogelijk hergebruiken. 4) Cradle-to-cradle Stadskantoor Venlo wekt meer energie op dan dat het gebruikt, heeft een gesloten waterkringloop en zuivert zelfs de lucht.

Kijk voor meer informatie op www.labelcgarantie.nl Tijdens Building Holland 2017 gaan wij graag met u in gesprek over deze en andere projecten. U bent van harte welkom op stand 11.063.

ONDERDEEL VAN

Unica Ecopower

T 033 247 80 80

E ecopower@unica.nl


Duurzaam Gebouwd

Op zoek naar de duurzame bron

10

Wooncorporatie Woonbron bezit ruim 45.000 woningen en 4.000 overige vastgoedeenheden in Rotterdam, Nissewaard, Delft en Dordrecht. Verduurzaming is een opdracht die met hoofdletters wordt geschreven door bestuursvoorzitter Bert Wijbenga van Nieuwenhuizen en Karin Schrederhof, directeur met duurzaamheid in haar portefeuille.

Thema: Gezonde Gebouwen • Interview: ‘We gaan effect meten met data-analyse’ • Project: Living lab voor moderne kantooromgeving • Project: Data zorgen voor beter comfort • Project: Hanzehogeschool onderzoekt gezonde werkomgeving • Interview: ‘War for talent daagt werkgevers uit om gebouwen gezond te maken’ • Korte berichten uit de markt

19 Thema: Circulaire Economie • Interview: C3 Living maakt duurzaam wonen bereikbaar voor iedereen • Algemeen: Inzetten op toepassen circulaire bouwmaterialen • Project: Circl van ABN AMRO is bouwen 3.0 • Algemeen: Slim hout aan de gevel • Project: Logistiek centrum New Logic VI herbergt tal van slimme oplossingen

77

• Rondetafelgesprek: Pionieren met C2C • Interview: ‘Circulariteit stagneert innovatie’ • Korte berichten uit de markt

duurzaam gebouwd | juni 2017

3


Whitepaper – De impact van Cradle to Cradle Duurzaam Gebouwd ontwikkelt een whitepaper over de impact van Cradle to Cradle in een project. Hierin krijgt u onder andere een introductie in Cradle to Cradle: wat is het, wat kan het en welke toegevoegde waarde heeft het fenomeen voor uw organisatie? Daarnaast laten we u zien welke invloed en impact de certificeringsmethodiek en het gedachtegoed kan hebben in een project en wat het de opdrachtgever oplevert. In de whitepaper, die binnenkort op DuurzaamGebouwd.nl verschijnt, vindt u onder andere een beantwoording van de volgende vragen: • Hoe gaat een Cradle to Cradle-certificering in zijn werk? • Wat is het verschil voor een opdrachtnemer en opdrachtgever om een project C2C te maken? • Welke winst levert een of meerdere C2C-certificeringen op aan een opdrachtnemer? • Waarom is het belangrijk om met C2C en de circulaire economie aan de slag te gaan? Houd DuurzaamGebouwd.nl in de gaten voor meer informatie over deze gratis whitepaper over Cradle to Cradle.

Duurzaam Gebouwd op Social Media Bent u al lid van onze social kanalen? De komende tijd wordt u meer betrokken bij onze events en zullen wij uw mening vragen rondom diverse stellingen. Laat uzelf zien, wees transparant, ga in gesprek, deel en groei. U zult zien, er gaat een wereld voor u open.

4

juni 2017 | duurzaam gebouwd


Eventkalender Duurzaam Gebouwd organiseert in 2017 verschillende evenementen met diverse thematieken. Zo vinden er Duurzaam Gebouwd Op Locatie-bijeenkomsten plaats met de thema’s Industrieel Bouwen, BIM en Gemeentelijk Duurzaamheidsbeleid. Ook organiseert Duurzaam Gebouwd een seminarreeks specifiek voor corporaties.

Duurzaam Gebouwd Op Locatie Duurzaam Gebouwd Op Locatie: Industrieel Bouwen Datum: 4 juli Locatie: RDM Rotterdam Duurzaam Gebouwd Op Locatie: Circulair Bouwen Datum: 14 september Locatie: Interface Awarehouse, Scherpenzeel Duurzaam Gebouwd Op Locatie: BIM Datum: 31 oktober

Duurzaam Gebouwd Congres 2017

De datum van het Duurzaam Gebouwd Congres 2017 is bekend*! Op 23 november 2017 reizen het Duurzaam Gebouwd Congres en de vele honderden bouw- en vastgoedprofessionals af naar een provincie om daar de gebouwde omgeving ingrijpend te verduurzamen. Dit alles aan de hand van een specifiek thema. Vorig jaar vond het Duurzaam Gebouwd Congres plaats in de Kunstlinie Almere Flevoland. Daar werd gediscussieerd over de grondstoffen van de toekomst en de versnelling naar een circulaire provincie zonder afval. Bent u nog nooit aanwezig geweest op het Duurzaam Gebouwd Congres of wilt u een van de vorige congressen herbeleven? Bekijk dan de fotoreportages op ons Flickr-account: Flickr.com/ photos/duurzaam-gebouwd/albums/ *Onder voorbehoud van wijzigingen

Duurzaam Gebouwd Op Locatie: Gemeentelijk Duurzaamheidsbeleid Datum: 14 november Duurzaam Gebouwd Op Locatie: Nul op de Meter Datum: 7 december Ook aanwezig zijn bij een Duurzaam Gebouwd Op Locatiebijeenkomst? Schrijf u in op www.DuurzaamGebouwd.nl. Klik op ‘Duurzaam Gebouwd Op Locatie’ aan de linkerzijde en schrijf u in voor een bijeenkomst naar keuze. Ook worden in 2017 nog diverse seminars gehouden die zijn toegespitst op specifieke doelgroepen. Dit jaar vinden nog seminars plaats met de thema’s Corporaties en Zorgvastgoed. Duurzaam Gebouwd Corporaties (seminars) 20 juni: Hoofddorp – Het Oude Raadshuis 22 juni: Zwolle – Urbana 29 juni: Eindhoven – Woonbedrijf 4 juli: Rotterdam – RDM

Duurzaam Gebouwd Nieuwsbrief Blijf op de hoogte van actuele ontwikkelingen binnen de bouwen vastgoedsector en schrijf u in voor de Duurzaam Gebouwd Nieuwsbrief. Lees interviews, marktvisies, onderzoeken en andere relevante content als eerste in deze nieuwsbrief. Inschrijven is volledig gratis: ga naar DuurzaamGebouwd.nl en u vindt de mogelijkheid om u aan te melden linksonder (onder het expertpanel).

duurzaam gebouwd | juni 2017

5


VolkerWessels bouwt aan een betere levenskwaliteit

Wij geloven in een toekomst waarin levenskwaliteit centraal staat. Een leefomgeving die bijdraagt aan natuurlijk kapitaal, gezondheid, werk en sociale participatie. Een leefomgeving opgebouwd uit sociale en technologisch hoogstaande wijken en buurten. Waar alles aanwezig is en niets verloren gaat. Een leefomgeving die haar bewoners tijd bespaart en optimaal laat genieten van wonen, recreĂŤren en sporten. Een leefomgeving die slim ontworpen is. Een leefomgeving die verder gaat dan het faciliteren van woongenot. Een leefomgeving die bijdraagt aan levenskwaliteit.

www.volkerwessels.com

@volkerwessels

/volkerwessels

/volkerwessels


Duurzaam Gebouwd

Inhoud

Editorial

10

We moeten groots denken!

Groot Interview: Bert Wijbenga van Nieuwenhuizen en Karin Schrederhof

Thema: Gezonde gebouwen 20 22 27 32 36 41 45 50

Interview ‘We gaan effect meten met data-analyse’ Project Living lab voor moderne kantooromgeving Project Data zorgen voor beter comfort Project Hanzehogeschool onderzoekt gezonde werkomgeving Interview ‘War for talent daagt werkgevers uit om gebouwen gezond te maken’ Korte berichten uit de markt Partnerpagina’s RVO.nl biedt ondersteuning bij de verduurzaming van gebouwen Partnerpagina’s Beton Bewust Koplopers ontvangen eerste BetonBewust|CSC certificaten op Building Holland

54 56 60 66 70 74

Partnerpagina’s NeVaP ‘Toekomstbestendige woningen, winkels en kantoren, daar gaan we voor!’ Partnerpagina’s GPR Circulair bouwen met de CPG! – hoe circulariteit eenvoudig meetbaar is geworden Partner uitgelicht ‘Zestig tot tachtig procent lager energieverbruik dankzij led’ Algemeen Smart Buildings en privacy Interview Veranderende gebouwde omgeving Algemeen Eerste gasloze studentenvereniging van Nederland

Thema: Circulaire Economie 77

Interview C3 Living maakt duurzaam wonen bereikbaar voor iedereen 82 Algemeen Inzetten op toepassen circulaire bouwmaterialen 89 Project Circl van ABN AMRO is bouwen 3.0 95 Algemeen Slim hout aan de gevel 99 Project Duurzaam dankzij innovaties 105 Rondetafelgesprek Pionieren met C2C 109 Interview Circulariteit stagneert innovatie 115 Korte berichten uit de markt 116 C2C-Congress: ‘Venlo zit niet stil’ 121 Building Holland 2017 127 Interview Sensata Technologies heeft primeur met geopolymeerbeton 131 Algemeen Compensatiesteen geeft gebouwen meerwaarde 134 Interview Gezamenlijke taal spreken om gezonde gebouwen te bouwen 138 Interview ‘We willen waarde toevoegen’ 144 Korte berichten uit de markt

Toch enigszins geschrokken las ik onlangs, dat in 2016 het percentage duurzame energie afgenomen is ten opzicht van 2015. Dit onderstreept maar weer eens dat we nog geen oplossing hebben om Nederland versneld te verduurzamen. Dat is een groot probleem. Want niemand onderdeel wil zijn van het probleem, maar onderdeel van de oplossing. Mijn visie is dan ook dat wij ons als eigenaren van de oplossing moeten gaan gedragen! En dat kan. Wij moeten, als bouw- en vastgoedsector, voortaan integraal en multidisciplinair naar Nederland kijken. Alsof het land één project is. Als we problemen zo groot mogelijk maken komen we ook met zo groot mogelijke oplossingen. Ik ben ervan overtuigd dat wij op deze manier de benodigde versnelling kunnen inzetten! Dagelijks word ik geïnspireerd door gedreven mensen. Uit de publieke sector, maar zeker ook uit de private sector. Ik zie geen probleem waar nog geen oplossing voor is bedacht. Of het nu gaat over het verduurzamen van scholen, de realisatie van ecologische verbinding, het bouwen van woningen waarin je gezonder kunt leven of gebouwen waarin groente wordt verbouwd: ik kan het zo gek niet bedenken of er is een oplossing voor. De afgelopen periode heeft aangetoond dat we weten dat de renovatie of nieuwbouw van één duurzaam kantoor of één NOMwoning geen probleem is. Ik ben dan ook van mening dat, willen we echt duurzame versnelling inzetten, we oplossingen moeten bedenken op een groter schaalniveau. Ofwel, op gebiedsniveau. Geïnspireerd door menig wethouder die al op grotere schaal denkt, wil ik iedereen uitdagen om kleinschalige of bewezen oplossingen op te schalen. Want als we eenvoudig één school kunnen voorzien van zonnepanelen op het dak, waarom dan niet het gesprek aangaan om alle daken te voorzien van duurzame energie? Een ander voorbeeld. We weten dat bomen bijdragen aan de afname van hittestress, de afvang van CO2 en fijnstof, gezondheid en waarde-beleving. Waarom doen wij dit nog niet? Laten we ook, net zoals in New York, hele steden gaan vergroenen met een miljoen bomen! Dat heeft impact. Daarom een oproep. Laten we de proef op som nemen. Laten we stoppen met experimenteren op gebouwniveau. In plaats daarvan moeten we (door)leren op gebiedsniveau. Waarom wordt de markt niet gevraagd naar energietransities op wijk- of gemeenteniveau? Waardestromen vinden niet alleen op gebouwniveau plaats, maar hebben ook invloed op de aangrenzende gebouwen. Op het moment dat hele wijken worden opgeknapt vindt de echte waardeontwikkeling plaats en daarmee ook de investeringsruimte om wijken te verduurzamen. Dit betekent dat het tijd wordt dat we integraal en multidisciplinair op gebiedsniveau aan de slag gaan, om zo Nederland klaar te maken voor de 21ste eeuw. Kortom, laten we groots denken! Onno Dwars

Commercieel directeur Ballast Nedam Development en expert Duurzaam Gebouwd

duurzaam gebouwd | juni 2017

7


Energiemanagement bespaart energie en kosten Het toepassen van energiemanagementsystemen (EMS) wordt een verplichte maatregel in bedrijfstakken waar het in energiegebruik van bedrijfsgebouwen voornamelijk wordt veroorzaakt door klimaatinstallaties. Met behulp van een EBS (Energie registratie- en Bewaking Systeem, een onderdeel van EMS), is het relatief eenvoudig om concrete aanpassingen/acties door te voeren die kunnen leiden tot forse energie- en daarmee kostenbesparingen.

Energiemanagement en gebouwbeheersysteem in één Kieback&Peter levert een energiemanagement en gebouwbeheersysteem in één: QANTEON. Het is ontwikkeld voor technische installaties in kleine en middelgrote gebouwen en rekent af met complexe en dure gebouwbeheersystemen. Dankzij inzicht kunnen aanzienlijke energiebesparingen worden gerealiseerd.

stellingen tot unieke 3D-weergaven. Daardoor kunt u snel en efficiënt werken. Alle details zijn direct uit het aanzicht naar voren te halen, het zoeken naar installatiedetails behoort tot het verleden.

Responsive design en HTML5

Het bespaart bovendien op investerings- en installatiekosten, want waar voorheen twee systemen voor nodig waren, maar ook twee scholingen, twee in bedrijfstellingen, et cetera, volstaat nu één geïntegreerd systeem.

Eenvoudige intuïtieve bediening Met QANTEON bent u snel enthousiast mede dankzij de consequente en intuïtieve bedienfilosofie die het u makkelijk maakt. Het programma is prestatiegericht en zeer flexibel, want het kan eenvoudig aan elk gebouwtype en de wensen van de individuele beheerder worden aangepast. Bij QANTEON staat het betreffende installatiedeel altijd in het middelpunt. Een installatiedeel kan met een druk op de knop op verschillende manieren worden getoond. Van de bekende DIN-voor-

De bediening is zowel op een PC, tablet of een Smartphone mogelijk. Dit is voor elk apparaat geoptimaliseerd, zodat het voor de beheerder altijd eenvoudig en duidelijk is. Het programma is in HTML5 geschreven en is daarmee niet afhankelijk van besturingssystemen en hardware. Daardoor is eenvoudige integratie mogelijk, maar het kan ook als stand alone functioneren. De communicatie tussen de QANTEON-server en de clients geschiedt uitsluitend met een beveiligd protocol. Zo zijn data en installatiedelen optimaal beschermd tegen onbevoegd gebruik. (0341) 27 80 20 info@kieback-peter.nl www.qanteon.com


DUCO AT HOME

Natuurlijk ventileren

een verademing!

Skyfall - De Panne (BE)

Een gezonde en comfortabele leefomgeving in combinatie met een laag energieverbruik dankzij een evenwichtige combinatie van basisventilatie, ventilatieve koeling en buitenzonwering. Dat is de succesformule voor Duco’s slimme woonconcepten. De Vraaggestuurde Natuurlijke Ventilatiesystemen (VNV) van Duco zetten de standaard voor ventilatie in elke woning: het Duco CO2 System, het Duco Comfort (Plus) System en het DucoTronic (Plus) System.

We inspire at www.duco.eu


‘Ook in duurzaamheid moeten we ons als rentmeester gedragen’ Karin Schrederhof en Bert Wijbenga van Nieuwenhuizen

10

februari 2017 | duurzaam gebouwd


Groot interview Duurzaamheid is voor Woonbron topprioriteit en onderdeel van vastgoedkwaliteit

Op zoek naar de duurzame bron Wooncorporatie Woonbron bezit ruim 45.000 woningen en 4.000 overige vastgoedeenheden in Rotterdam, Nissewaard, Delft en Dordrecht. Verduurzaming is een opdracht die met hoofdletters wordt geschreven door bestuursvoorzitter Bert Wijbenga van Nieuwenhuizen en Karin Schrederhof, directeur met duurzaamheid in haar portefeuille. Tekst: Tom de Hoog. Beeld: Sanne van der Most.

Wat betekent duurzaamheid voor jullie als persoon? Wijbenga van Nieuwenhuizen: “Je bent echt heel dom als mensheid door te doen alsof deze wereld niet kapot kan. Dat kan namelijk wel. Wees dus wijs met het verstand dat je als mens hebt. Zo zitten we met twintig bestuurders van grote corporaties in De Vernieuwde Stad en daarvan ben ik bestuurslid. Recent was daar Bernice Notenboom, wereldreizigster en klimaatjournalist met een persoonlijk verslag. Zij vroeg aan de groep: “Wat is voor jullie de Noordpool?” Nou, iedereen zei dingen als sneeuw, ijs en ijsberen. Ze liet ons schrikken, want in de zomer van 2017 kun je over de Noordpool gaan en zie je ijs noch sneeuw. Iedereen was er stil van. De Noordpool zonder ijs is, voor zover wij als mensen weten, nog nooit voorgekomen. Ik moet zeggen, dat kwam wel even binnen. Mijn persoonlijke motivatie is dan toch om een klein radertje in het geheel te zijn, dat een bijdrage kan leveren aan wat wereldleiders in Kyoto en Parijs hebben afgesproken. Daarnaast is het een fascinerend vraagstuk waar we allemaal in zitten. Dat geldt voor de sector van de bouw en de toeleveranciers en de

‘Iedereen zoekt naar de duurzaamheidsgraal’

wetenschap die daartegenaan zit ook. Iedereen zoekt naar de duurzaamheidsgraal. Ik heb kinderen in van in de twintig en ik merk dat het bij hen heel erg speelt, duurzaamheid. Daar hebben ze het over en ik zie het terug in hun productkeuzes en politieke voorkeuren. Ik zie ook dat de nieuwe generatie meer dan de mijne zich ervan bewust is dat we een omslag moeten maken.” Schrederhof: “Ik vind dat waar je dat kunt je iets aan duurzaamheid en vooral aan CO2-reductie moet doen. Wie je ook bent en wat je positie ook is. Wat het volgens mij bijzonder maakt in de corporatiewereld, is dat het in evenwicht moet zijn met wat dat voor onze huurders betekent. Die zitten echt niet met dat duurzaamheidsvraagstuk, maar wel met het overleven van elke dag. Juist daarin de balans zoeken maakt het voor mij zo leuk om in de corporatiesector te werken. En dat betekent: aanvaardbaar huurbeleid, aandacht voor armoedebestrijding, bedenk het maar… Dat is een zeer fraaie combinatie.”

Hoe past duurzaamheid in de context van een woningcorporatie? Wijbenga van Nieuwenhuizen: “Corporaties zijn stichtingen die werken met middelen die over decennia zijn opgebouwd. Bestuurders en directeuren van corporaties voelen zich in die zin ook wel rentmeester. Het gaat erom dat je echt zorgvuldig met dat geld omgaat en dat is in het recente verleden soms te weinig gebeurd. Mede daardoor ervaren we nu een grote verantwoordelijkheid. Ook in duurzaamheid moeten we ons als rentmeester gedragen. Dus wel aan duurzaamheid bijdragen, maar geen risicovolle dingen doen waarvan uiteindelijk de rekening bij de huurder terechtkomt. Dat is een spannend punt. Je wilt eigenlijk heel hard gaan en het is ook maatschappelijk van ons gevraagd om tempo te maken in duurzaamheid en minder CO2-uitstoot uit de woningen te realiseren. Daarbij moeten

duurzaam gebouwd | juni 2017

11


Profiel Bert Wijbenga van Nieuwenhuizen Bert Wijbenga van Nieuwenhuizen (53) volgde het Christelijk Lyceum in Zeist en behaalde zijn inspecteursdiploma aan de Nederlandse Politie Academie. Vervolgens studeerde hij voor zijn master Political Sciences aan de Vrije Universiteit in Amsterdam en behaalde zijn master Executive Master of Police Management. Hij werkte van 1986 tot 2006 bij de politie waar hij opklom tot korpschef. In 2011 maakte hij de overstap naar Woonbron, waar Wijbenga van Nieuwenhuizen voorzitter van de Raad van bestuur is. Daarnaast is hij sinds 2013 lid van de Raad van Commissarissen, Regionale Ambulance Voorziening in de Veiligheidsregio Kennemerland. Verder is hij sinds 2016 lid van de adviesraad van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA), bestuurslid sinds 2014 van BouwPower van VNO-NCW West en sinds 2013 lid van de Raad van Toezicht van Abrona. Wijbenga van Nieuwenhuizen heeft diverse nevenfuncties waaronder lid van het dagelijks bestuur en werkgroepvoorzitter van De Vernieuwde Stad en het voorzitterschap van De Groene Huisvesters.

we wel elke euro kunnen verantwoorden, dus willen we geen onverantwoorde experimenten.”

Hoe is duurzaamheid geborgd in het denken en doen bij Woonbron? Wijbenga van Nieuwenhuizen: “Duurzaamheid is voor ons een topprioriteit en onderdeel van vastgoedkwaliteit. Dus als we praten over duurzaamheid, dan brengen we dat altijd in verbinding met hoe bewoners de kwaliteit van het vastgoed ervaren. Als dat beeld goed is, dan is het ook heel goed mogelijk om uiteindelijk CO2-doelen te bevorderen of om een beter label voor woningen te krijgen.” Schrederhof: “Het is geen losstaand ding. Ik houd bij wat er in de markt gebeurt en probeer dat naar binnen toe te brengen. Dat vertaalt zich inderdaad naar het kwaliteitsbeleid van het vastgoedbeleid en de uitvoering daarvan zit ook gewoon in de staande organisatie. Dus of bij de onderhoudsafdeling of bij het projectbureau dat met renovaties de slagen maakt om die woningvoorraad te verduurzamen.”

Het zit echt in de genen? Wijbenga van Nieuwenhuizen: “Duurzaamheid moet je zien als onderdeel van je core business. Veel corporaties hebben moeite om duurzaamheid in hun normale bedrijfsvoering te brengen. Dat snap ik helemaal, want om te verduurzamen in vastgoed moet je eigenlijk naar alle aspecten van het bedrijf kijken: inkoop, huurbeleid, planmatig onderhoud, projecten en financiën. Voor ons hielp het door te zeggen dat duurzaamheid een belangrijke factor is van de kwaliteit die wij aan onze woningen willen verbinden naar de bewoners toe.”

12

juni 2017 | duurzaam gebouwd

De visie van Woonbron is om goede en betaalbare woningen te bieden voor huishoudens met een smalle beurs. Verbindt zich dat met dure verduurzaming? Schrederhof: “In het verleden was verduurzaming heel erg gericht op labelstappen maken en te behalen WWSpunten. Dat heb je nu minder, omdat we passend toewijzen en dus ook moeten zorgen dat die woningen bereikbaar zijn voor de mensen. Dat is heel goed geborgd vanuit dat passend toewijzen en ons huurbeleid. Het was voor ons ook de reden om duurzaamheid onderdeel van het kwaliteitsbeleid te maken. Zo is het niet afhankelijk van

‘In het verleden was verduurzaming gericht op labelstappen maken’


Groot interview

alleen het terugverdienen van de investering, maar veel meer van het moment waarop een woning vrijkomt. Die woning verhuren we dan de komende twaalf jaar met een mutatiegraad van acht procent. Dan is de vraag: ‘Hoe moet die woning er gedurende die periode uit zien?’ Dat betekent dat het aanbrengen van dubbel glas eigenlijk een hele normale actie is of bij het vervangen van dakbedekking gelijk isolatie aanbrengen. Of we vervangen een oude verwarmingsketel. Zo hebben we verduurzamingsmaatregelen heel pragmatisch gemaakt.”

Over welk deel van de portefeuille hebben we het? Schrederhof: “Dat is gekoppeld aan onze investeringsportefeuille, dus uitgedrukt in geld. We investeren op basis van urgentie, dus waar renoveren het hardst nodig is.” Wijbenga van Nieuwenhuizen: “Ik denk dat het 50/50 is, als het gaat om verhoudingsgetallen. We investeren jaarlijks een kleine € 50 miljoen en in het onderhoud eenzelfde bedrag. Duurzaamheid krijgt daarin een steeds groter aandeel. Kijk, het is een combinatie van onderhoud en investeringen, dus kies je bij het verduurzamen van woningen wel liever de logische momenten. Behalve als er een probleem is zoals bijvoorbeeld legionella in een complex, dan moeten we aan de slag en dan combineren we dat gelijk met verduurzamingsmaatregelen.”

Welke technische oplossingen hebben de voorkeur?

Profiel Karin Schrederhof

Schrederhof: “Isolatie van daken, vloeren en gevels. Plus verbeterde mechanische ventilatie en zonnepanelen. Waar nodig de verwarmingsketel vervangen. Dan is er ook de energietransitie in Nederland en dan zit je natuurlijk in de grote steden heel snel met de vraag of aansluiten op een warmtenet kan. Ik denk dat we tussen nu en tien jaar stoppen met ketelvervanging en veel meer gaan aansluiten op een warmtenet. Kijk naar Rotterdam: daar is sinds jaar en dag op Noord de stadsverwarming van Eneco. En er is de concessie gegeven aan Nuon om een warmtenet op Zuid aan te leggen. Ook Delft is weer bezig om een warmtenet op te zetten en Dordrecht heeft HVC, een warmtebedrijf dat de gemeente voor de helft heeft gefinancierd. Alleen Nissewaard heeft deze oplossing nog niet.”

Karin Schrederhof (59) werd geboren in Rotterdam en woonde daar lang. Nu woont ze al meer dan 25 jaar in Delft met haar partner. Haar twee kinderen studeren en zijn inmiddels het huis uit. Zijzelf deed HTS bouwkunde en volgde de Academie van Bouwkunst in Rotterdam. Na haar opleiding heeft Schrederhof altijd in de Volkshuisvesting gewerkt. Eerst als bewonersondersteuner, later in de stadsvernieuwing en vervolgens bij adviesbureaus en corporaties. Bij Woonbron werd zij directeur in Delft en aansluitend ook in Rotterdam Delfshaven. Als directeur is zij verantwoordelijk voor de financiële administratie en het programma Duurzaamheid van Woonbron. Karin Schrederhof is voorzitter van de PvdA in Delft.

Hoe kijkt Woonbron naar innovaties? Wijbenga van Nieuwenhuizen: “Wat ik leuk vind, is dat Karin en ik nu ruim zes jaar samen optrekken in het dossier ‘Duurzaamheid’. En, er gebeurt heel veel. Er zijn mondiale, menselijke en fascinerende ontwikkelingen en uitdagingen. Denk maar aan de steeds efficiëntere opwekking van zonne-energie en steeds meer efficiënte opslag van energie. Nu moeten we opgewekte energie nog terug op het net brengen, maar straks kunnen we het opslaan in een batterij. Toen wij hier begonnen, waren er volgens mij nog nauwelijks elektrische auto’s. Nu struikel je er bijna over. Een voorbeeld van innovatie die bijdraagt aan

woonkwaliteit: bij een pilot in Delft is een warmte-/koudeinstallatie verwerkt in een Gaudi-achtige golvende design balkongevel. In het hart van dat balkon zit dan een warmtekoudeopslag (WKO) die uit de buitenlucht warmte haalt om de woning te verwarmen.”

Innovatie drijft verduurzaming? Wijbenga van Nieuwenhuizen: “Zeker, ik hoop dat wij als opdrachtgevers naar de bouwsector en als eigenaren van huurwoningen geholpen worden door belangrijke

duurzaam gebouwd | juni 2017

13


Wijbenga van Nieuwenhuizen: “Wat ik wel vind is, dat het nogal begrotelijk is voor ons als eigenaar.” Schrederhof: “Ik denk dat stedelijke corporaties met een woningmarkt die heel erg wisselend kan zijn, heel erg gaan kiezen voor lichte isolatie en duurzame energie. En daar kan de variant van die woning helemaal in een ‘theemuts zetten’ en all-electric maken heel kwetsbaar zijn. Immers, het is duur en het verlangt gewoon een exploitatietermijn van ten minste dertig jaar.”

Hoe nemen jullie bewoners mee in verduurzaming? Schrederhof: “Volgens mij is tachtig tot negentig procent van onze renovaties in bewoonde staat. Dat betekent dat die bewoner weet dat er een aannemer komt om een klus te klaren. Veelal is dat onderhoud gecombineerd met een duurzaamheidsingreep. Daarvoor moet een bewoner goedkeuring geven als dat een huurverhoging oplevert. Daarom gaan we in onze regio’s vooraf langs bij de bewoners om ze te informeren en ook die mogelijke huurverhoging te bespreken.”

Dat klinkt mooi, maar een huurverhoging lijkt me een drempel voor een huurder… Bert Wijbenga van Nieuwenhuijzen: “Wij moeten geen beloftes doen over de woonlasten, die niet in de praktijk waargemaakt worden.”

innovaties in dit gebied. Dat kan zijn dat Samsung, LG of Hitachi betere WKO-installaties creëren of misschien wel dat universiteiten daar wat aan doen. Of bijvoorbeeld ondernemers die een alternatief bedachten voor lood met dezelfde eigenschappen. Zij kwamen met een kunststofvariant die weinig schade geeft in de productie, maar die op een fantastische manier in de bouw toepasbaar is voor dezelfde prijs. Ik hoop dat ze in de praktijk waarmaken wat het nu lijkt, want dan mogen ze van mij de Nobelprijs krijgen. Dit soort mensen, innovatief en ondernemend, gaan echt doorbraken geven. Als opdrachtgevers zijn we daarom heel erg op ons qui-vive. Wat gebeurt er? Waarop kunnen we meeliften? Ik hoop dat heel breed in de bouw, bij de toeleveranciers en in de installatiewereld het besef er is dat degene die hiervoor de goede producten realiseert een grote omzet kan maken.”

Wijbenga van Nieuwenhuizen: “Inderdaad, dat is een verantwoordelijkheid voor ons. Wij moeten geen beloftes doen over de woonlasten, die niet in de praktijk waargemaakt worden. Dus laat ik eerlijk zijn: dat zijn hele bewerkelijke processen. We hebben ook een aantal dingen in de wet waaraan we gebonden zijn, bijvoorbeeld dat zeventig procent van de huurders akkoord moet gaan met een bepaalde ingrijpende maatregel. Dat betekent voor ons: heel veel communiceren, uitleggen en vertrouwen wekken.” Schrederhof: “Er is trouwens nog geen project gestopt, omdat die zeventig procent niet is gehaald.”

Hoe zit het met circulair gebruik van materialen? Schrederhof: “Dan noem ik graag onze samenwerking met New Horizon. Het is niet leuk, maar we moeten ook

Zijn all-electric oplossingen mogelijk bij corporatiewoningen? Schrederhof: “Als je kijkt naar verduurzaming, dan kan je of een heel klein beetje isoleren, duurzame energie inbrengen of iets meer isoleren en all-electric inbrengen. Voor een deel van de grondgebonden voorraad is all-electric een optie. De keuze daarvoor vindt bij ons echter niet heel veel plaats, omdat we weinig grondgebonden woningen hebben en ook weinig met een hele lange exploitatietermijn in grondgebonden wegzetten.”

14

juni 2017 | duurzaam gebouwd

Karin Schrederhof: “Ik vind dat waar je dat kunt je iets aan duurzaamheid en vooral aan CO2-reductie moet doen.”


Groot interview

‘Ik denk dat we tussen nu en tien jaar stoppen met ketelvervanging en veel meer gaan aansluiten op een warmtenet’

Bert Wijbenga van Nieuwenhuizen en Karin Schrederhof: “Wat ik leuk vind, is dat Karin en ik nu ruim zes jaar samen optrekken in het dossier ‘Duurzaamheid’.”

wel eens woningen slopen. De sloopaannemers die we voorheen om offertes vroegen, kwamen altijd met onderling zeer afwijkende bedragen. Nu werken we samen met New Horizon Urban Mining. Dat bedrijf treedt op als een tussenpersoon, koopt het sloopmateriaal in en verkoopt het aan bedrijven die er weer nieuwe materialen van maken. Het principe van ‘uw afval is onze grondstof’.”

Snappen gemeenten en de landelijke overheid goed wat jullie willen? Schrederhof: “Het verschilt in het kader van de prestatieafspraken op duurzaamheid wel per gemeente heel erg. Een enthousiaste jonge gemeente als

Nissewaard ziet ons echt als partner. De extreme andere kant is misschien wel Rotterdam waar men nog steeds op twee lijnen stuurt: de ene lijn is de CO2-reductie, middels warmtenetten en aansluitingen daarop. Aan de andere stroming is de ambtelijke kant van die prestatieafspraken, die nog heel erg op die labels stuurt. Nou, dat wordt nog wel zoeken met elkaar! Een hot item voor ons.” Wijbenga van Nieuwenhuizen: “Landelijk ben ik in blijde verwachting van een nieuw kabinet. Ik reken er echt op, want ik vind dat het de verantwoordelijkheid van een nieuw kabinet is duurzaamheid in de top drie te hebben. En het goede is, dat is belangrijk voor de wereld, maar het is ook business.”

duurzaam gebouwd | juni 2017

15


THE ROAD TO ALL-EL SAMEN BOUWEN AAN MEERWAARDE Alklima, exclusief importeur van de warmtepompconcepten van Mitsubishi Electric, staat voor kennisdeling en verregaande verticale integratie binnen de bouwkolom. In verschillende bouwprojecten komt deze ‘samenwerking met meerwaarde’ naar voren. De kennis die wij en verschillende partners opdoen wordt weer terug in de keten gestuurd, zodat er gezamenlijk geïnnoveerd kan worden.

Mainport Hotel, Rotterdam


ECTRIC

Nieuwbouw Morgen Wonen

Fit For Free, Leiden

ALKLIMA.NL


“We zijn er trots op dat we dit project straks op onze referentielijst mogen zetten.”

U wilt een luxe uitstraling aan uw woningen. Wij bieden robuust BUVA hang- en sluitwerk èn denken mee over het sluitplan. Het hang- en sluitwerk in de appartementen van Kanaleneiland in Utrecht is van goede kwaliteit. De schilden en krukken zijn wat robuuster en bezorgen de woningen een luxe uitstraling. “Dat was een bewuste keus van de opdrachtgever”, vertelt Jerd Hesterman, accountmanager van BUVA. “Wij hebben hen hierin geadviseerd. Ook over het sluitplan hebben we meegedacht. De bewoners kunnen nu voor de hoofdentree en de entree van hun appartement dezelfde sleutel gebruiken.” Bij de leveringen van het hang- en sluitwerk gaat BUVA systematisch te werk. Heijmans krijgt de materialen per portiek aangeleverd. Zo kan er eigenlijk niks fout gaan. Wilt u meer weten over kwalitatief hang- en sluitwerk voor uw woonproject? Neem direct contact op met BUVA via 0180 - 697500 of download de brochure op buva.nl.


Thema

Gezonde Gebouwen 20 Interview ‘We gaan effect meten met data-analyse’

22 Project Living lab voor moderne kantooromgeving

27 Project Data zorgen voor beter comfort

32 Project Hanzehogeschool onderzoekt gezonde werkomgeving

36 Interview ‘War for talent daagt werkgevers uit gebouwen gezond te maken’

41 Korte berichten uit de markt


HR-manager Jolanda Sappelli over gezond gebouw a.s.r.

‘ We gaan effect meten met data-analyse’ Wie het gerenoveerde pand van a.s.r. in Utrecht ooit bezocht, weet dat gezonde gebouwen echt bestaan. Je voelt je er prettig en het is logisch dat medewerkers dan minder vaak ziek zijn en beter presteren. Toch kan het bedrijf het effect van de mensvriendelijke architectuur op de prestaties niet aantonen. HR-manager Jolanda Sappelli: “We gaan binnenkort met data-analyse aan de slag.” Tekst: Ton Verheijen

Het schijnt dat alzheimerpatiënten minder medicatie nodig hebben in een gebouw met veel daglicht. Het schijnt dat kinderen beter presteren in een klaslokaal met een acceptabel CO2-niveau. Het schijnt dat mensen minder stress ervaren in een pand met een goede akoestiek. Het schijnt dat… zodra we praten over gezonde gebouwen,

In de tuin wonen vleermuizen, egels, salamanders, bijen, ooievaars en ringslangen.

20

juni 2017 | duurzaam gebouwd

buitelen de veronderstellingen over elkaar heen. En dat is logisch, want licht, lucht en geluid hebben veel invloed. Maar het is lastig om harde bewijzen te leveren. Ook een gesprek met HR-manager Jolanda Sappelli van verzekeraar a.s.r. doet daar niets aan af. De renovatie


Gezonde gebouwen

Geen eigen kamer… daar moeten sommigen leidinggevenden aan wennen.

van het hoofdkantoor in Utrecht was een groot succes, daar niet van. Het pand won diverse prijzen: Beste kantoorgebouw van Nederland (2015), Bouwpluim 2016, Bouwprijs 2017 en meest duurzame renovatie volgens de Dutch Green Building Council. Een bezoek aan a.s.r. onderschrijft dat het hier aangenaam toeven is. Het gaat te ver om alle technische hoogstandjes te beschrijven maar de tuin naast het kantoor spreekt boekdelen. Er wonen vleermuizen, egels, salamanders, bijen, ooievaars en ringslangen.

Met de renovatie is de trots gegroeid en dat zie je terug in de engagement van medewerkers Wat is het effect van dit gebouw op ziekteverzuim, arbeidsproductiviteit en medewerkerstevredenheid? Sappelli: “Momenteel hebben we nog geen data waaruit blijkt dat het verzuim is gedaald sinds de renovatie. We implementeren nu een nieuw HR-systeem dat uitgebreidere data genereert en betere rapportagemogelijkheden biedt. Ook hebben we geïnvesteerd in data-analyse. We verwachten binnenkort te kunnen onderzoeken of het gebouw ook echt leidt tot lager ziekteverzuim en hogere arbeidsproductiviteit. Al blijft dat laatste natuurlijk moeilijk vast te stellen in een kennisintensieve organisatie als de onze.”

De renovatie van de betonnen kolos uit 1970 was hard nodig. Sappelli: “Voor de renovatie was het hier donker, krap en hokkerig. Dat gaf een gevoel van beperkingen.” Met de renovatie is de trots gegroeid, vertelt Sappelli. En dat zie je terug in de engagement van medewerkers. Zelfs tijdens de verbouwing, toen bouwvakkers en medewerkers bijna over elkaar struikelden, steeg de medewerkerstevredenheid. Het gebouw werd ruim 50 procent energiezuiniger. Het energielabel ging van G naar A++. Plaats- en tijdonafhankelijk werken was een belangrijk uitgangspunt. Het resultaat daarvan was een grote diversiteit aan flexibele werkplekken. Sappelli gelooft dat mensen al met al hun werk efficiënter uitvoeren, de klant beter bedienen en hun werk/privé-balans beter op orde hebben. Een ander belangrijk uitgangspunt van de renovatie was duurzaamheid. Sappelli: “Denk aan materiaalgebruik, papierloos werken, de klimaatregeling, hergebruik van materialen, de schoonmaak alleen op plekken waar mensen hebben gewerkt en ons parkeerbeleid. Medewerkers worden gestimuleerd om met het openbaar vervoer te komen.”

Vitaliteitsbeleid Hoort dit alles bij het vak van de HR-manager? Sappelli: “Dat vind ik wat ver gaan. Maar de impact op welzijn hoort zeker bij ons werk, want dat gaat over minder ziekteverzuim en hogere arbeidsproductiviteit. Daarom nemen we veel initiatieven om het gebouw nog gezonder en stimulerender te maken, meestal in overleg met facilitaire zaken. Maar HR is binnen a.s.r. verantwoordelijk voor het vitaliteitsbeleid en de initiatieven moeten passen binnen dit beleid.” Duurzaam plaats- en tijdonafhankelijk werken dus, en wel zonder vaste werkplekken. Ook de directie moet mee. Sappelli: “Geen eigen kamer… daar moeten sommigen leidinggevenden aan wennen. Ook is het soms lastig concentreren of bellen in open ruimtes waar we met elkaar werken. Op dinsdag en donderdag is het soms moeilijk om een vergaderruimte te boeken. Een goede spreiding van plaats- en tijdonafhankelijk werken over de dagen is dan belangrijk.” Een gezond en inspirerend gebouw is volgens Sappelli één van de onderscheidende factoren geworden in de werkgeverspropositie van a.s.r.: “De arbeidsmarkt wordt krapper en we merken dat het moeilijker wordt om met talenten in gesprek te komen. Maar als we ze eenmaal binnen hebben, dan kiezen ze vaak voor ons. Dat komt niet alleen door ons gebouw, maar het speelt wel een belangrijke rol.”

duurzaam gebouwd | juni 2017

21


Het nieuwe kantoor van Plantronics is demontabel en de gebruikte materialen zijn volledig recyclebaar en zijn op een milieuvriendelijke manier geproduceerd en verwerkt.

Living lab voor moderne kantooromgeving Sinds november 2016 zit geluidspecialist Plantronics met zijn kantoor in Park20|20 in Hoofddorp. Dit gebouw is niet alleen beoordeeld met BREEAM-NL Excellent, maar beschikt ook over allerlei geluiddempende maatregelen. “We gaan duurzaam om met alle energie. Met die van de natuur en van onze medewerkers.” Tekst: Tim van Dorsten

‘One small step for a man, one giant leap for mankind.’ In 1969 sprak de Amerikaanse astronaut Neil Armstrong deze woorden toen hij als eerste mens voet op de maan zette. “En wij waren daarbij”, vertelt Darrin Caddes, vice-president Corporate Design bij Plantronics. “Onze

22

juni 2017 | duurzaam gebouwd

Snoopey-headset maakte het namelijk mogelijk dat wij op aarde hem deze zin konden horen zeggen.” Bij wijze van kennismaking staat een replica van deze headset op de begane grond van het nieuwe Plantronicskantoor. Volgens Caddes geeft deze functionaliteit goed


Gezonde gebouwen

aan wat voor deze geluidsspecialist belangrijk is. “Ons doel is om mensen met elkaar te verbinden.”

Flexibel gebouw Dit beaamt zijn collega Özgün I ik. “Al onze producten zijn hierop gericht: onze koptelefoons, onze headsets en onze software. Als onze klanten met ons in gesprek zijn, dan willen we zo weinig mogelijk ruis op de lijn. Figuurlijk en letterlijk. Figuurlijk, in de zin dat we elkaar begrijpen en letterlijk, zoals de wind kan ruisen in je headset.” I ik was vanaf mei 2014 betrokken bij het nieuw te bouwen pand. Eerst als IT-specialist, maar inmiddels is hij manager Global Facilities and Workplace Services. “Een belangrijke voorwaarde bij de komst van dit pand was de flexibiliteit. Dit is nodig voor onze benadering van slimmer werken. Zo kunnen we het blijven aanpassen en verbeteren om te blijven voldoen aan de wensen van onze medewerkers.”

Soundscaping en noise cancelling In het nieuwe kantoor maakt Plantronics gebruik van twee soorten maatregelen om zijn medewerkers zo goed mogelijk te laten functioneren: soundscaping en noise cancelling. Zo is door het hele kantoor het geluid van stromend water te horen. Om dit auditieve effect te versterken, staat op iedere verdieping een waterval.

‘Een belangrijke voorwaarde bij de komst van dit pand was de flexibiliteit’

Effecten van storend omgevingsgeluid Uit onderzoeken van onder meer Plantronics, Oxford Economics, TNO en Maastricht University blijkt: • Klacht nummer 1 op het werk is storend omgevingsgeluid • Meest voorkomende gevolg van storend omgevingsgeluid is een lagere productiviteit • Voor 50% van de medewerkers vermindert omgevingsgeluid hun tevredenheid op het werk • 64% van de medewerkers zegt dat hun productiviteit stijgt als ze storend omgevingsgeluid en afleiding kunnen blokkeren • 48% van de medewerkers kan zich beter op zijn taak richten zonder storend omgevingsgeluid en afleiding • 35% van de medewerkers zegt minder fouten te maken als er geen storend omgevingsgeluid en afleiding is • Gemiddeld hebben mensen 23 minuten nodig om hun concentratie weer terug te krijgen • Luid en storend omgevingsgeluid kan zorgen voor een hoge bloeddruk, hartziekte, ergernis en slaapstoornis • Het juiste geluidsniveau verhoogt de werknemerstevredenheid

Op iedere verdieping staat een waterval om het auditieve effect van stromend water te versterken.

“Uit onderzoek dat we hebben laten uitvoeren, blijkt dat veertig procent van de Nederlanders een negatieve invloed ondervindt van geluid van collega’s op zijn productiviteit. Met name woorden trekken de aandacht. Het duurt daarna zo’n twintig minuten voordat de concentratie weer terug is”, legt hij uit. “Natuurlijk en rustiek geluid kan de negatieve invloed van achtergrondgeluiden verminderen. Bij veel rumoer kunnen we dit geluid ook versterken. Dit heet soundscaping.” Daarnaast beschikken de muren, plafonds en vloeren over geluiddempende, geluidafstotende en geluidwerende materialen. Door het hele pand loopt bijvoorbeeld een crystal wall, die is uitgevoerd in een kristalstructuur met absorberende materialen. Een interactieve geluidstafel op de eerste verdieping toont de effecten van geluid op de activiteiten van medewerkers en laat de werking van beide maatregelen zien.

Gebouwd voor oog en oor Plantronics voelde het zich aan haar stand verplicht om voor een prettige werkomgeving te zorgen. “Als audiocommunicatiespecialist hebben we onze jarenlange kennis en ervaring ingezet om communicatie- en geluidsproblemen op te lossen”, geeft topman Joe Burton aan. I ik vult hem aan: “Ons doel is dat onze medewerkers

duurzaam gebouwd | juni 2017

23


Stap voor stap naar een lagere energierekening en een hoger comfort

SNEL VERDIENEN: LEDVERLICHTING ENERGIE OPWEKKEN: ZONNEPANELEN ISOLEREN: GROENDAK

Samen met onze leveranciers bieden wij een breed assortiment aan producten en oplossingen waarmee u stap voor stap kunt verduurzamen. Oplossingen die energie besparen, energie opwekken en het wooncomfort verhogen. Onze specialisten voorzien u van deskundig en objectief advies. Samen bouwen we aan een groene toekomst. Meer informatie: tu.nl/groen

VERDUURZAMEN IN GOEDE HANDEN


Gezonde gebouwen

Kantoor Plantronics Een interactieve geluidstafel op de eerste verdieping toont de effecten van geluid op de activiteiten van medewerkers en laat de werking van beide maatregelen zien.

’s avonds niet zo moe zijn. We willen dat ze hun energie enkel op hun werk hoeven te richten en niet ook op hun concentratie. We hebben dit kantoor niet alleen gebouwd voor het oog, maar ook voor het oor. We gaan het liefst duurzaam om met alle energie. Met die van de natuur en van onze medewerkers.” Hiermee doelt hij onder meer op de groene gevel van het pand, dat gebouwd is volgens het cradleto-cradle-principe en mede hierdoor over het duurzaamheidscertificaat BREEAM-NL Excellent beschikt. Het gebouw is demontabel en de gebruikte materialen zijn volledig recyclebaar en zijn op een milieuvriendelijke manier geproduceerd en verwerkt. Ramen van de vloer tot het plafond zorgen voor de ruime aanwezigheid van natuurlijk licht. Daarnaast zorgen 158 zonnepanelen op het dak voor een kwart van de benodigde energie van het pand. Het watersysteem verzamelt, filtert, zuivert en hergebruikt grijs water. Een scherm in de entreehal toont onder meer de opgewekte energie en de CO2-besparing van het pand: sinds de opening is een kleine honderd bomen aan CO2uitstoot bespaard.

Meedenken over verbeteringen Ondanks de stappen voorwaarts die Plantronics de afgelopen jaren heeft gemaakt, is volgens I ik het

Het nieuwe kantoor van Plantronics op het Hoofddorpse bedrijventerrein Park|2020 is een ontwerp van het architectenbureau Willem McDonough + Partners. Daarnaast zijn de architectenbureaus N30 en Gensler betrokken geweest bij het ontwerp van de kantoorruimten. In dit gebouw werken zo’n 120 medewerkers voor klanten uit Europa en Afrika. Naast open werkplekken beschikt het pand over veel ruimten voor ontmoetingen tussen medewerkers, partners en klanten.

eindstation nog niet bereikt. “Vanuit hier gaan we verder met ons onderzoek: aan de ene kant willen we nog verder verduurzamen, aan de andere kant gebruiken we dit pand om onze eigen oplossingen te testen en te verbeteren. We beschouwen ons kantoor dan ook als een living lab voor de moderne werkomgeving. Zo geven we regelmatig rondleidingen aan geïnteresseerde bedrijven, die naar onze wijze van aanpak komen kijken. Verder nodigen we werknemers uit om mee te denken over verbeteringen.” Burton sluit zich hierbij aan. “Sinds onze oprichting willen we weten en begrijpen wat de wensen van onze klanten zijn. Deze kennis gebruiken we nu om een open kantoortuin te laten dienen als een smart working place. Daarnaast laten we zien wat in de toekomst op het gebied van kantoorinrichting mogelijk is, bijvoorbeeld met onze eigen innovaties op het gebied van headsets.”

duurzaam gebouwd | juni 2017

25


Duurzame, aardbevingsbestendige en snelle woningrenovatie Renolution is een gepatenteerd product

GARANTIE

wij garanderen u: 1. Prachtige renovaties van met name 50’er, 60’er en 70’er jaren huizen en appartementen. In voorkomende gevallen hoeven bewoners zelfs hun woning niet uit. 2. Na een prefab bouwtijd onder droge en geconditioneerde omstandigheden staat uw ‘vernieuwbouwde’ (of nieuwe) woning binnen één dag. 3. U bespaart met Renolution: - op bouwtijd en bouwkosten; - op energieverbruik (energieneutraal of zelfs ‘Nul op de meter’). 4. Een aardbevingsveilige woning door slim doordachte lichtgewicht prefab gevel(staalframe)- en dakconstructies.

Renolution BV • Welleweg 6 • 7462 GH Rijssen info@renolution.nl • +31 (0)54 876 35 74


Gezonde gebouwen Prestatiegericht beheer en onderhoud in Nationaal Muziekkwartier Enschede

Het Nationaal Muziekkwartier Enschede omvat onder meer het Wilminktheater (zie foto), het poppodium Atak en de Muziekschool Twente.

Data zorgen voor beter comfort Sinds 2011 verzorgt Strukton Worksphere het prestatiegerichte beheer en onderhoud van het Nationaal Muziekkwartier Enschede. Dit zorgde voor een flinke energiereductie en een gezonder gebouw. Inmiddels gebruikt dit technologiebedrijf data om onderhoudswerkzaamheden te voorspellen. “Datamanagement in relatie tot techniek wordt steeds belangrijker bij een prettige en gezonde werk- en leefomgeving in gebouwen.” Tekst: Tim van Dorsten

“Enkele dagen nadat ons twintigjarige prestatiecontract inging, kregen we een brief van de brandweer: ‘Als de tekortkomingen met betrekking tot de brandveiligheid binnen twee weken niet worden hersteld, dan sluiten we het pand’”, herinnert teamleider Vastgoed en Technische Projecten Nihad Mesevic van de gemeente Enschede zich.

Hoe anders is de beleving zo’n zes jaar later. Het Wilminktheater en het Muziekcentrum Enschede kennen de afgelopen jaren alleen maar stijgende bezoekersaantallen. Vanaf 2015 was er tweemaal een stijging van ruim zes procent. Ongetwijfeld is dit ook te danken aan de betere economische tijden, maar blijkbaar

duurzaam gebouwd | juni 2017

27


25 jaar prestatiegarantie op uw duurzame klimaatsysteem Een duurzaam en gezond klimaatsysteem dat tot 25 jaar optimaal functioneert? Dat kan zeker, dankzij onze resultaatgerichte totaalbenadering van duurzaam en comfortabel wonen. Vanaf de situatieschets en het ontwerp tot en met de projectuitvoering en de energiemonitoring. Onze prestatiegaranties zijn gesteund op; VSHFLĂ€HNH H[SHUWLVH RS KHW YODN YDQ HQHUJLHWUDQVPLVVLH warmtevermogen, warmteafgifte, warmtepomptechniek, ventilatie en luchtverdeling; versterkende partnerships met specialisten, kennisbedrijven en installatiebedrijven in Nederland

BEZOEK ONZE GREEN IGLOO SEMINARS Schrijf je in op greenigloo.nl

Orcon & Thercon bv | Landjuweel 25 | 3905 PE Veenendaal | Tel: +31 (0)318 54 47 00 E-mail: info@greenigloo.nl | www.greenigloo.nl


Gezonde gebouwen

‘We laten het theaterpersoneel de bezoekers naar hun ervaringen vragen hoe zij het gebouw ervaren’

Nihad Mesevic van de gemeente Enschede (links) en Twan van Oorschot van Strukton Worksphere in de Holland Casino Zaal van het Wilminktheater.

hebben de bezoekers het erg naar hun zin in het Nationaal Muziekkwartier. Dit heeft mede te maken met de prestatieeis die gemeente Enschede als gebouweigenaar aan Strukton Worksphere heeft meegegeven op het gebied van klanttevredenheid: minimaal een zeven. “Dit onderzoeken we sinds vorig jaar met inhoudelijke enquêtes aan direct betrokkenen”, vertelt klantmanager Twan van Oorschot van Strukton Worksphere. “Daarnaast laten we het theaterpersoneel de bezoekers vragen hoe zij het gebouw ervaren, bijvoorbeeld op het gebied van comfort en geluid, maar ook beleving.”

Eén verantwoordelijke partij Het Nationaal Muziekkwartier staat sinds 2008 in het centrum van Enschede, op een steenworp afstand van het NS-station, en omvat onder meer het Wilminktheater, het poppodium Atak en de Muziekschool Twente. De eerste paar jaar werden echter gekenmerkt door vele storingen en comfortklachten. “Die zorgen niet alleen voor veel ontevreden gebruikers, maar ook voor veel te hoge

Vastgoed gemeente Enschede De gemeente Enschede wil af van een deel van haar vastgoed. Ze beschouwt het eigendom en beheer hiervan namelijk niet meer als haar taak. “We stoten vastgoed af dat in ons bezit is, tenzij het om een maatschappelijke functie gaat waarin de markt niet voorziet”, vertelt Mesevic. “In het Nationaal Muziekkwartier zagen de beleggers te veel risico’s. Daarom hebben we gekozen voor de oplossing om één partij verantwoordelijk te maken voor het beheer en onderhoud.” In zo’n drie jaar tijd heeft de Overijsselse gemeente ongeveer dertig gebouwen verkocht. “We beschikken nu over 142 gebouwen in onze vastgoedportefeuille. Onze verwachting is dat we in de toekomt maximaal zo’n honderd gebouwen in beheer hebben.”

kosten”, vertelt Mesevic. “Die hoge kosten waren mede het gevolg van 64 externe partijen die erbij betrokken waren. Dat aantal wilden we terugbrengen naar één partij.” Deze ene partij is inmiddels Strukton Worksphere: voor in het totaal twintig jaar zorgt dit technologiebedrijf voor het technische beheer en het onderhoud. “Vanwege de ontevreden huurders zijn we met hen in gesprek gegaan”, geeft Mesevic aan. “Hierbij stelden we ons de vragen: wat zijn de wensen van de huurders en waar willen we naartoe?”

Eerste gebouw met prestatiecontract Op die eerste vraag was geen eenduidig antwoord te geven. Het Wilminktheater is hoofdhuurder van het pand, maar ook de mening van de theaterbezoekers vormt een belangrijke maatstaf. Daarnaast heeft bijvoorbeeld Atak – onderhuurder van het Wilminktheater – andere wensen, eisen en een andere klandizie. “Daarom hebben we besloten om met een prestatiecontract te werken”, legt Mesevic uit. “Alle installaties moeten goed functioneren en het klimaat moet comfortabel zijn. Met daarbij een zeven als minimaal rapportcijfer van de gebruikers en de bezoekers, waarbij we een zo gezond mogelijk gebouw willen hebben. Het Nationaal Muziekkwartier was het eerste gebouw waarbij we dit doen. Een proefproject dus. Inmiddels hebben we deze werkwijze ook toegepast bij andere gebouwen.” Dit prestatiecontract omvat eisen als een daling in het aantal storingen, klachten en energieverbruik en een stijging van de CO2-reductie. Daarnaast dient Nationaal Muziekkwartier in 2031 zelf voor twintig procent van de energieopwekking te zorgen. “De afgelopen paar jaar hebben we vooral gestuurd op menselijke en organisatorische aspecten”, laat Van Oorschot weten. “Laat personeel bijvoorbeeld de verlichting uitdoen als het een ruimte verlaat. Daarnaast kopen we het gebouwonderhoud op een andere manier in. Zo hebben we gezorgd voor een energiebesparing van zestien procent. De komende jaren richten we ons op de vervanging van de installaties.”

Toekomstig onderhoud Om een beter beeld te krijgen op het toekomstige beheer en onderhoud, zet het technologiebedrijf sinds dit jaar zijn platform Strukton Pulse in. “Dit past bij onze propositie om te komen tot ‘gezonde gebouwen’”, legt Van Oorschot

duurzaam gebouwd | juni 2017

29


Lichtreflectie 87%, kostenbesparing 16% Recyclingprogramma: 15 miljoen m2 Cradle to Cradle™ gecertificeerd Makkelijk afvalbeheer Minder impact op het milieu.

The information is given for guidance only. Photos credits: Thinkstock - aressy.com - 07/16 - 10166

100% focus op welzijn

MINDER AFVAL. MEER RECYCLING. www.armstrong-plafonds.nl www.armstrongplafonds.be


Gezonde gebouwen

uit. “Hierbij kijken we niet naar de techniek alleen, maar bovenal naar de werking van het gebouw als geheel. Het is namelijk bewezen dat een gezond gebouw de concentratie en productiviteit verhoogt, het ziekteverzuim verlaagt en het gevoel van comfort vergroot. Op basis van data van alle installaties die in en rond een gebouw aanwezig zijn, monitort het Pulse-platform voortdurend de prestaties en kan er worden ingegrepen voordat het comfort in het gebouw achteruit gaat. We hebben dit gebouw voorzien van slimme meters en sensoren om de temperatuur, luchtvochtigheid en luchtkwaliteit te meten. Gebouwen bestaan steeds vaker uit complexe systemen van sensoren en technologie. Door de installaties optimaal in te regelen, kunnen we het gewenste comfort bereiken bij minimaal energieverbruik, een maximale levensduur en zo hoog mogelijk comfort.” Mesevic roemt met name het voorspellende aspect van Strukton Pulse. “Veel platforms bieden monitoring als mogelijkheid. Dit is het eerste platform dat voorspelt wanneer onderhoud of vervanging plaats dient te vinden. Dit geeft mij als gebouweigenaar nog meer inzicht.” Dit online platform voorspelt situaties aan de hand van data, die afkomstig zijn van de sensoren en slimme meters.

Een van de zalen van poppodium Atak.

Poppodiumm Atak heeft andere wensen, eisen en een andere klandizie dan het Wilminktheater.

Theatergerelateerde installaties Sinds dit jaar heeft Strukton Worksphere, in overleg met de toneelmeester, naast de gebouwgebonden ook de theatergerelateerde installaties in beheer genomen. Dit omvat: • theaterverlichting • geluid • theatertrekwandinstallatie Een van de verbetervoorstellen is het vervangen van de tl-verlichting voor led-varianten.

“We laten op dit gebouw Strukton Pulse met haar 250 algoritmen los”, verklaart Van Oorschot. “Zo kunnen we sturen op bijvoorbeeld de geëiste jaarlijkse CO2reductie van twee procent.”

Transparant en eerlijk Iedere maand, kwartaal en jaar bespreekt Van Oorschot met Mesevic en een vertegenwoordiger van hoofdhuurder Wilminktheater de resultaten en de eventuele klachten. “Hierbij zijn we transparant en eerlijk naar elkaar toe”, geeft Van Oorschot aan. “Alleen zo werkt een samenwerking goed. Met de kleuren groen, oranje en rood geeft iedere partij aan wat goed gaat en wat beter kan en moet. Zo voorkomen we dat eventuele problemen escaleren.” Overigens verwacht hij dat dit overleg dankzij Strukton Pulse een ander karakter kan krijgen. “Opdrachtgevers en gebouwhuurders kunnen namelijk ook deze gegevens inzien en vooruit kijken. Daarnaast geeft dit platform de mogelijkheid om apparaten te bedienen, bijvoorbeeld als een warmtepomp aanslaat terwijl dit niet gewenst is.” Inmiddels zijn er meer dan 550 gebouwen in Nederland hierop aangesloten. “Met het behaalde informatiebeveiligingscertificaat ISO 27001 kunnen onze opdrachtgevers aantonen dat Strukton Pulse voldoet aan alle normeisen op het gebied van informatiebeveiliging. Hiermee garanderen we dat ze dit systeem veilig kunnen gebruiken. Door continu vooruit te kijken, zijn we steeds beter in staat om ons te richten op de nieuwe wensen en eisen van de gebruikers. Zo kunnen we contracten verder ontwikkelen en nieuwe innovaties inbrengen om een zo gezond mogelijke en prettige werk- en leefomgeving te krijgen, waar bezoekers en artiesten graag heen gaan.”

‘Met de kleuren groen, oranje en rood geeft iedere partij aan wat goed gaat en wat beter kan en moet’ duurzaam gebouwd | juni 2017

31


Hanzehogeschool onderzoekt in eigen gebouw gezonde werkomgeving Een gezond binnenklimaat voorkomt klachten bij gebruikers van gebouwen, zo blijkt uit vele onderzoeken. Maar het is ook belangrijk dat diezelfde gebruikers gezonde gedragspatronen ontwikkelen, op het vlak van beweging, ontspanning, voeding en sociaal contact. Hoe zou je al die zaken in een levensechte werksituatie bijeen kunnen brengen? Tekst: Harmen Weijer

Op de Hanzehogeschool in Groningen wordt deze opmerkelijke combinatie getest. Dat gebeurt in een zogeheten Living Lab. Hierbij wordt met behulp van sensoren het binnenklimaat in de gaten gehouden, terwijl de gezondheid van 20 medewerkers met zogeheten wearables nauwgezet wordt gemonitord. Rode draad in dit Living Lab: de gebruiker staat centraal.

gedrag. Het doel is dat ze met deze informatie zelf actie kunnen ondernemen, op een manier die aansluit bij hun persoonlijke behoeften. In de tweede plaats creëren we op deze manier een omgeving waarin we op een unieke manier kunnen experimenteren met allerlei producten en interventies, om er zo achter te komen wat echt effectief is voor het bevorderen van gezond werken.”

Om deze levensechte werksituatie goed te kunnen realiseren is innovatie gevraagd door samenwerking tussen praktijk, onderzoek en onderwijs. “Daar hebben we bij de Hanzehogeschool een succesvol concept voor: Innovatiewerkplaatsen”, vertelt Jan Gerard Hoendervanger. Hij is onderzoeker bij het Kenniscentrum NoorderRuimte van de Hanzehogeschool en projectleider van het Living Lab voor een gezonde werkomgeving. De Innovatiewerkplaats Healthy Workplace is opgezet in samenwerking met Menzis, Planon, Engie Services, Measuremen en Health2Work. Doelstelling is het bevorderen van gezondheid in de werkomgeving in combinatie met sensortechnologie. Hoendervanger: “Een uitgekiend ontwerp van lay-out en inrichting bevordert gezonde gedragspatronen van medewerkers. Hetzelfde effect heeft feedback over gedrag en gezondheid op basis van zelfmeting. Daar doen we bij de Hanzehogeschool al jaren onderzoek naar, in het zogeheten Quantified Self Institute. In dit instituut kijken we naar de effecten en betrouwbaarheid van wearables zoals stappentellers en hartslagmeters. En nu combineren we dat in de fysieke werkomgeving, zodat we niet alleen bij medewerkers metingen kunnen doen, maar dat ook kunnen relateren aan de plek en de omgevingsfactoren in het kantoor.”

‘Action researcher’

De onderzoekers zullen de mensen die in het Living Lab werken informatie bieden over hun werkomgeving. “Denk aan licht, CO2-gehalte, geluid. Daarnaast willen we hen informeren over hun gezondheid, stressniveau en

32

juni 2017 | duurzaam gebouwd

Het Living Lab concept wordt in het Kenniscentrum NoorderRuimte van de Hanzehogeschool ontwikkeld en tegelijkertijd in het echt getest. “Hier doen medewerkers, docenten en onderzoekers van de Hanzehogeschool hun dagelijkse werk. In dit kantoor hebben we sensoren geïnstalleerd. We hebben twintig medewerkers bereid gevonden vrijwillig mee te werken aan het onderzoek in de rol van een zogeheten ‘action researcher’. Dat houdt in dat ze actief deelnemen en dat ze hun observaties en bevindingen vastleggen en regelmatig uitwisselen. Ze krijgen wearables om, waarmee we hun fysieke activiteit registreren. En ze krijgen een app op hun smartphone. Via die app vuren wij gerichte vragen af als: hoe ervaar je de temperatuur en het geluid op dit moment? Maar ze kunnen ook vragen verwachten over hun stressniveau.” Dergelijke subjectieve metingen zijn belangrijk als aanvulling op de objectieve data die door de sensoren worden verzameld, stelt Hoendervanger. “Dankzij plaatsbepaling via iBeacon technologie kunnen we alle data relateren aan specifieke zones in de werkomgeving.” Het zijn juist de individuele behoeften die het Living Lab wil onderzoeken. “Want uit eerder onderzoek van ons Quantified Self Institute naar wearables blijkt dat het effect van deze apparaten bij de meeste gebruikers na een paar weken wegebt. Met die wetenschap gaan wij in dit Living Lab ook continue en persoonlijke ondersteuning aanbieden,


Gezonde gebouwen

Het Living Lab wil individuele behoeften onderzoeken.

bijvoorbeeld via e-coaching”, aldus Hoendervanger. Hij stelt dan ook dat bij smart buildings meer dan alleen naar de gebouwen moet worden gekeken. “We kunnen nu al veel meten in gebouwen, en daardoor kunnen we gebouwen energie-efficiënter, gezonder en comfortabeler maken. Veelal hebben gebruikers eigenlijk geen idee van wat er gebeurt in hun kantoor. Wij hebben echter een ander vertrekpunt: de gebruiker staat centraal.” Dat geldt ook voor de data die verzameld wordt, want, erkent Hoendervanger, het Living Lab kan al snel een Big Brother-gevoel oproepen. “De deelname is dan ook vrijwillig en de data blijft van de mensen zelf. Wij vragen hen toestemming om die data – in geanonimiseerde vorm – te gebruiken voor onderzoeksdoeleinden. Vertrouwelijkheid van data is zeker in de relatie tussen werknemer en werkgever van groot belang. Want het moet niet zo zijn dat de verkregen data over bijvoorbeeld stress door de werkgever wordt gebruikt tegen de werknemer. Ook deze juridische aspecten vragen om innovatie, en vormen daarom onderdeel van het totale onderzoek”, zegt Hoendervanger.

Innovatieve sensoren Vanaf begin april is het Kenniscentrum NoorderRuimte in de Hanzehogeschool volgehangen met sensoren. “Daar gebruiken we bestaande sensoren voor, maar we gaan in de loop van het onderzoek ook aan de slag met nieuwe sensoren. We beginnen relatief simpel waarbij sensoren bekende factoren als temperatuur, CO2 en luchtvochtigheid meten. Via een Internet of Things-platform wordt die data op één plek samengebracht om te kunnen analyseren.” In een latere fase worden daar nieuwere sensoren aan toegevoegd. “Hoog op ons verlanglijstje staan sensoren om geluid en licht te meten. Dat willen we echter goed voorbereiden, want we weten dat dit heel nauw steekt. Bij licht gaat het over sterkte en kleur maar ook op welke plekken je meet. En bij geluid zijn er ook verschillende vormen om rekening te houden; denk aan spraak, verkeer van buiten of geluid van installaties binnen in het gebouw. En nog een stap verder gaat het om metingen van fijnstof en bacteriën.” Die laatste elementen zijn voor het welzijn en de prestaties vermoedelijk van groter belang dan medewerkers

duurzaam gebouwd | juni 2017

33


Rainbox 3S infiltratiekratten Duurzaam omgaan met regenwater

Na regen komt Duborain Slim en duurzaam omgaan met regenwater kan voortaan ook eenvoudig en snel met het Duborain assortiment. De Rainbox 3S infiltratiekratten van DYKA zijn bijvoorbeeld snel en foutloos te plaatsen. De kratten zijn standaard omhuld met geotextiel. Dit voorkomt dat zand het infiltratiebekken binnendringt en verhoogt de levensduur van de kratten.

Inspecteer- en reinigbaar

Duborain regenwaterbeheer

De Rainbox 3S kratten zijn langs alle kanten voorzien van

De Rainbox 3S infiltratiekrat is een onderdeel van het Duborain

verschillende aansluitmogelijkheden. Zo is inspectie en reiniging

regenwaterbeheer assortiment. Deze duurzame oplossingen

altijd mogelijk. Dit houdt de kratten in optimale conditie. Met de

van DYKA spelen in op steeds intensievere regenbuien.

3S krat voldoet u niet alleen aan de eis om regenwater af te koppelen van afvalwater. U voorkomt zowel lokale

Meer weten of ontvangt u graag onze documentatie?

wateroverlast als uitdroging van de bodem.

Bel met onze experts, +31(0)521 - 53 44 80.

DYKA | +31(0)521 - 53 49 11 | info@dyka.nl | www.dyka.nl


Gezonde gebouwen

Hoog op ons verlanglijstje staan sensoren om geluid en licht te meten.

momenteel opmerken. “In kantooromgevingen gaan de meeste klachten over temperatuur of te weinig licht. Een te hoog CO2-gehalte of bacteriën neemt men niet direct waar. Terwijl het mogelijk veel meer impact heeft op hun gezondheid. Dit onderzoek moet dat aan het licht brengen, en mensen in actie brengen er iets aan te doen. Dat kan zijn dat ze even in beweging moeten komen, een raam open moeten zetten of wellicht moet de vergadering beëindigd worden. Of beter: voortgezet in de vorm van een wandeling.” Die feedback kan op verschillende manier worden gegevens aan medewerkers. Hoendervanger: “Dat kan door displays in verschillende ruimten aan te brengen, die bijvoorbeeld rood kleuren als er te veel CO2 in de lucht is. Die displays bestaan ook al. Maar we denken ook aan pushmeldingen via een app op je smartphone. In dit Living Lab gaan we onderzoeken welke vorm en frequentie van feedback het beste aansluit bij de behoeften.”

Experimenteren Door het in een Living Lab te brengen kunnen veel producten die op de markt zijn – voor zowel gebouwen als gebruikers – hier getest worden. “Dat doen we nu al met de technologie van onze partners, ENGIE Services, Planon,

en Measuremen. En we doen onderzoek rondom de ingebruikname van zit-/sta-bureaus die Health2Work heeft geplaatst. In de toekomst willen we graag ook producten van andere bedrijven testen. We gaan onderzoeken welke interventies daadwerkelijk bijdragen aan gezondheid en welzijn, omdat er op dat vlak veel vragen leven bij werkgevers.” We staan nadrukkelijk open voor verbreding van het samenwerkingsverband met een aantal sponsors”, nodigt Hoendervanger andere bedrijven uit voor aansluiting. “Dit kunnen bedrijven zijn die het interessant vinden om hun producten te laten testen in het Living Lab. Maar we worden ook gesponsord door bedrijven die samen met ons voorop willen lopen op het gebied van de gezonde werkomgeving, zoals AM Real Estate Develpment. Er is ook warme belangstelling van enkele grote werkgevers die als eerste willen profiteren van de kennis die wij ontwikkelen, omdat vitaliteit en duurzame inzetbaarheid hoog op hun agenda staan.”

Volg het project of neem contact op via: www.healthy-workplace.nl

duurzaam gebouwd | juni 2017

35


Ambassadeurs streven naar breed begrip voor gezonde gebouwen

‘War for Talent daagt werkgevers uit om gebouwen gezond te maken’ Wat maakt gezonde gebouwen nu gezond? Wat moet je daarvoor als gebouweigenaar of ontwikkelaar doen? En misschien nog wel veel belangrijker: wat is het belang van een gezond gebouw? De coalitie Gezonde Gebouwen die een aantal jaar geleden is gestart, maakt zich hard om het begrip gezonde gebouwen in de haarvaten van de bouwkolom te brengen. Twee ambassadeurs van de coalitie geven hun visie op gezonde gebouwen. Tekst: Harmen Weijer

“Natuurlijk wil iedereen wonen, werken, verblijven en recreëren in een gezond gebouw. Daarover is geen discussie. Sterker nog, gebruikers moeten erop kunnen vertrouwen dat een gebouw een bijdrage levert aan hun

Eerste paal WTC Utrecht de grond in.

36

juni 2017 | duurzaam gebouwd

welzijn. ” Zo begint de beginselverklaring die de coalitie Gezonde Gebouwen heeft opgesteld, inmiddels al weer ruim twee jaar geleden. De coalitie heeft zich voorgenomen om het begrip Gezonde Gebouwen de komende jaren


Gezonde gebouwen

terug. Dat kwam omdat bij steeds meer kantoorpersoneel het werkplezier afnam vanwege geluidsoverlast, minder vastigheid en meer van dit soort redenen. We moesten op zoek naar het “Nieuwe Werken 2.0.” In die nieuwere variant staat die personeelskant juist centraal. En dat is ook goed te meten in het WELLcertificaat, vindt Van Miltenburg. “Een jaar of vier geleden kwam de WELL-gedachte vanuit de Verenigde Staten over waaien, en daar zijn we bij aangehaakt. We hebben partnerships gesloten met onder andere het Blue Building Institute, Duurzaam Gebouwd en uiteraard met de Coalitie Gezonde Gebouwen. Maar ook zijn we gaan samenwerken met het Quantified Self institute van de Hanzehogeschool die de broodnodige wetenschappelijke onderbouwing van maatregelen voor gezonde gebouwen realiseert.”

Productiever

WTC Utrecht.

betekenis te geven. Want, zo stellen de opstellers van die beginselverklaring: “Er wordt veel gesproken en geschreven over ‘Gezonde Gebouwen’. Toch is er over het algemeen een grote kakofonie aan interpretaties en meningen. Er worden dan ook verschillende betekenissen gegeven aan het begrip ‘Gezonde gebouwen’.”

Het resultaat is dat AM Real Estate Development gezamenlijk met BAM het eerste WELL-gecertificeerde kantoorgebouw bouwt: het WTC-kantoor op het Jaarbeursplein in Utrecht. “Opdrachtgever CBRE Global Investors is niet zomaar een investerende partij; zij hebben in Los Angeles zes jaar geleden het eerste WELLgecertificeerde kantoor ter wereld gebouwd. Zij hebben daar, het is hun eigen hoofdkantoor, ook onderzoek gedaan hoe dit onder gebruikers wordt gewaardeerd. En de cijfers zijn opmerkelijk: zo geeft 83 procent van de medewerkers aan productiever te zijn, en van hen zegt 90 procent dat hun werkomgeving en -klimaat daaraan heeft bijgedragen.” Volgens Van Miltenburg helpt het WELL-concept richting te geven aan het gezond maken van je gebouw. “Waar duurzame gebouwen tot nu toe duidelijk sturen op technische verbeteringen voor een optimaal kantoor, gaat

Het is aan onder anderen de ambassadeurs van de Coalitie om die definitie scherp te stellen en breed uit te dragen. “Wij hebben een korte en krachtige definitie van een gezond gebouw”, vertelt één van de ambassadeurs van de Coalitie, Raymon van Miltenburg van AM Real Estate Development. “Deze moet bijdragen aan de kwaliteit van leven van de mensen die er gebruik van maken. Van daaruit kijken hoe we dat kunnen invullen. Wij hebben commercieel vastgoed en dan kijken we altijd al naar hoe we het gebouw zo gebruikers-specifiek mogelijk kunnen maken. En daarbij is de meer softere kant van het gebouw steeds vaker het uitgangspunt, zoals een gezonde werkomgeving zodat gebruikers effectiever en efficiënter kunnen zijn.”

Medewerkers centraal Het werd bij AM Real Estate Development pas echt urgent toen een paar jaar geleden de nadelen van het Nieuwe Werken in kantoorgebouwen kwamen boven drijven. “Denk vooral aan kantoortuinen en flexwerkplekken, waarmee kosten gereduceerd konden worden op werkplekken. Maar wat bleek: de productiviteit van werknemers liep

Raymon Van Miltenburg, AM Real Estate Development.

duurzaam gebouwd | juni 2017

37


NIEUW

!

Aerostop Building Systems MINDER ENERGIEVERBRUIK, MINDER CO2-UITSTOOT MEER COMFORT, GEEN TOCHT EN EEN BETER BINNENKLIMAAT BETERE GELUIDSWERING EN THERMISCHE ISOLATIE

SLIM EN DUURZAAM LUCHTDICHT BOUWEN De wettelijke eisen m.b.t. het energieverbruik in gebouwen worden steeds strenger. Luchtdicht bouwen wordt cruciaal om aan deze nieuwe normen te kunnen voldoen. Een goede luchtdichtheid is belangrijk voor een gezond en comfortabel binnenklimaat zonder tocht en vochtproblemen en levert ook een flinke besparing op, omdat er geen energieverspilling meer plaatsvindt in het gebouw. Bostik heeft de speciale productlijn Aerostop Building Systems ontwikkeld voor luchtdicht en energiezuinig bouwen met o.a. een speciale en elastische montagelijm, afdichtingskit, pu-schuim en coating, afdichtingsfolies, expansie- en butyltapes. Hierdoor kan de slimme vakman snel en eenvoudig de juiste producten kiezen. Kijk voor meer informatie op: www.bostik.nl of neem contact met ons op, tel: 073- 6 244 244.


Gezonde gebouwen

als een van de belangrijkste taken van de industrie om een bijdrage te leveren aan de vitaliteit en gezondheid van de gebouwgebruikers. “We brengen in de gebouwde omgeving – kantoren, woningen, scholen, recreatie – 70 tot 80 procent van onze tijd door.” Hoewel al veel gebeurt om gebouwen gezonder te krijgen, is er veel potentieel in zowel nieuwbouw als in de bestaande bouw, zowel woningen als kantoren. “Daar staat veel op stapel om gerenoveerd te worden. Als je dan toch bezig bent, doe dat dan ook zo goed, lees: gezond, mogelijk.” Dat kunnen hele grote stappen zijn, maar gezond bouwen kan al met kleine stappen. “The Edge is absoluut een heel mooi voorbeeld, maar wellicht in veel gevallen voor kleinere bedrijven een brug te ver. In de woningbouw maken we ook stappen. Het wordt tijd dat we daarover in gehele bouwkolom veel vertellen, vanuit intrinsieke motivatie.” Dat laatste – intrinsieke motivatie - vindt Van Heuveln heel belangrijk, want het draait niet alleen om het leveren van de juiste apparaten. “Onze kennis en knowhow is minstens net zo belangrijk als de kwaliteit van de apparaten die wij aanbieden. De steeds dichtere gebouwen die we bouwen en renoveren, ontkomen niet aan goede ventilatie. We kijken bij gezonde gebouwen heel specifiek naar de wens van de klant.” Erik van Heuveln, Zehnder.

WELL een stuk verder. Dat koppelt hier nog eens drie elementen aan vast, die meer met mensen te maken hebben: voeding, fitness en de geestelijke gezondheid. Dus het gaat niet alleen om werken in een duurzaam kantoor, maar ook in een inspirerende omgeving.”

War for Talent Dat techniek daarbij kan helpen, beseft Van Miltenburg maar al te goed. “Om dit realiseren gaat het om de juiste temperatuur, ventilatie en licht. Maar ook een gezonde en groene omgeving levert punten op.” Maar hoe druk je deze softere elementen uit in waarde? Want – zo krijgt Van Miltenburg ook vaak te horen – beleggers willen deze meerinvesteringen kunnen doorberekenen aan de huurder. “Waar wij in proberen te overtuigen is dat de eindwaarde van dit soort gezonde gebouwen – ook heel belangrijk voor beleggers - beïnvloed wordt door hoe je nu met je gebouw omgaat. Denk aan flexibiliteit, gezondheid, comfort en duurzaamheid: deze vier punten gaan de komende jaren de prijzen van gebouwen bepalen. Je ziet nu al een splitsing tussen goed en slecht vastgoed. En vergeet ook niet dat in de ‘War on Talent’ steeds meer werknemers hun werkgever kiezen om hun goede werkomgeving. Dan moet het gebouw goed voor elkaar zijn.”

Coalitie typisch Nederlands Als onderneming met een Zwitsers moederbedrijf en actief in meerdere Europese landen heeft Zehnder een goed overzicht van de stand van zaken in Nederland ten opzichte van Europa op het gebied van het gezonder maken van onze gebouwen. Van Heuveln: “Op het gebied van het ‘waarderen’ van installaties lopen andere landen wellicht wel voor. De aandacht voor installaties in de woningbouw is in Duitsland, Zwitserland en ook België vaak groter. Waar Nederland verder in is, is de manier van samenwerken. De Coalitie Gezonde Gebouwen is typisch Nederlands. Marktpartijen – concurrent of niet – zoeken elkaar op en we leren direct van elkaar”, aldus Van Heuveln.

Vitaliteit van gebruikers Voor de industrie ligt een schone taak weggelegd om met steeds minder installaties gebouwen gezond te maken, weet Erik van Heuveln van Zehnder. Hij ziet het

Woning met Zehnder ComfoSpot, een decentrale WTW unit, met warmte- en vochtterugwinning.

duurzaam gebouwd | juni 2017

39


Als slopen

écht duurzaam moet zijn!

SLOOPWERKEN I ASBESTVERWIJDERING I BODEMSANERING INFRASTRUCTURELE WERKZAAMHEDEN Oskam Groep Uraniumweg 27 -3542 AK Utrecht Tel.: 030 – 666 66 66 E-mail: info@oskam.nl

www.oskam.nl


Gezonde gebouwen

High-end luchtfilter voor verbouwd stadskantoor gemeente Alkmaar De Gemeente Alkmaar zet met haar duurzaamheidsprogramma groot in op het terugdringen van de CO2-uitstoot. Een voorbeeld is te vinden in het eigen stadskantoor.

Rob Kreeberg, coördinator onderhoud en projecten vastgoed van de Gemeente Alkmaar: “De hele regio is aan het verduurzamen. Samen met de ondernemers werken wij aan een leefbare en gezonde stad. Als gemeente spelen we daarin een belangrijke rol. Niet alleen omdat we zelf veel vastgoed bezitten, maar ook omdat we de ervaring die we op deze manier opdoen weer delen met de ondernemers”. Onlangs is het stadskantoor van de gemeente verbouwd. Kreeberg: “Bij onderhoud of verbouwingen bekijken we altijd of we kunnen verduurzamen. Mogelijkheden tot verbeteren nemen we dan meteen mee in de werkzaamheden. Het zoeken naar duurzame alternatieven en manieren om energie te besparen zit eigenlijk in ons DNA.”

Energiebesparing door nieuw luchtfilter Tijdens de verbouwing van het stadskantoor is de klimaatinstallatie geoptimaliseerd en is het verbouwde gedeelte aangesloten op de warmte-koudeopslag. ENGIE plaatste een extra luchtbehandelingskast en de gemeente koos voor het gebruik van een nieuw energiezuinig luchtfilter. Niels de With, contractmanager bij ENGIE: “Als Technisch Dienstverlener denken we met onze klanten mee en proberen op ons vakgebied de beste integrale oplossing te bieden.” Stadskantoor Alkmaar. (bron: MichielverbeekNL)

Lees het volledige artikel op DuurzaamGebouwd.nl.

Dakraam met geïntegreerde suskast in studentencomplex Duurzaam Gebouwd-partners FAKRO en BUVA ontwikkelden samen een dakraam met geïntegreerde suskast voor extra ventilatie in diverse ruimten. De oplossing werd toegepast in een studentencomplex aan de Pieter Vlamingstraat in Amsterdam. Dit complex is eigendom van Woonstichting de Key. De 145 zelfstandige studentenwoningen zijn niet groot maar bieden wel veel comfort. De uitdaging bij het complex was de beperkte verdiepingshoogte. In de praktijk betekent dit dat er geen ruimte is om een dakraam en suskast apart toe

te passen. De ontwikkelde oplossing door de twee partners combineert beide systemen in één pakket. Door toepassing van zowel raam als suskast, krijgen de studenten een gezonde woonruimte, voldoende daglicht en frisse lucht. Er is sprake van een hoge geluidswering, de oplossing voldoet aan alle eisen van wind- en waterdichtheid en kan worden meegenomen in de EPC-berekening. Er is tevens minder inbouwruimte nodig en minder inbouwtijd.

duurzaam gebouwd | juni 2017

41


Durven en doen bij Duurzaam Gebouwd Seminars ‘Durven en doen’ luidde het advies tijdens de Duurzaam Gebouwd Scholen Seminars in de Brede Bossche School Boschveld in ’s-Hertogenbosch. Hoe je als school je binnenklimaat verbetert vormde een van de aandachtspunten gedurende de bijeenkomst. “Niet lullen maar poetsen”, trapte adviseur Theo Verhagen van Alklima / Mitsubishi Electric zijn presentatie af. “Scholen zijn normaliter slecht geïsoleerd met een ondermaats binnenklimaat. ’s Ochtends gaan de zonneluifels naar beneden om warmte zo veel mogelijk buiten te houden. Uiteindelijk lukt dat niet, wordt het stikwarm in de lokalen en hebben studenten en docenten het daglicht niet gezien.” Hij pleit dan ook voor meer aandacht voor betere ventilatie en goede temperatuurregeling in het onderwijs. “Met het City Multi R2-systeem kun je gelijktijdig koelen en verwarmen in verschillende ruimtes. Door warmteterugwinning toe te passen kun je direct energie en geld besparen. 85 procent van de warmte in ruimtes wordt met een wtw-systeem behouden. Daarnaast heb je slechts 10 procent energie nodig om de verse toevoer van lucht te verwarmen.” Ook accountmanager Dirk van

Elderen van AFPRO Filters presenteerde mogelijkheden om het binnenklimaat op te waarderen. “De concentratie van fijnstof is in scholen vaak hoger dan in andere gebouwen, omdat ze worden gebouwd langs drukke wegen.” Lees het volledige verslag op DuurzaamGebouwd.nl.

Adaptieve conditionering van nieuwe LocHal De bouw van de LocHal in de Spoorzone Tilburg is gestart. De hal biedt ruimte aan een groot forum, werkplekken, conferentiezalen, expositieruimtes en muziekzaal. Het nieuwe gebouw werd ontworpen door het team van CIVIC architects, Braaksma & Roos architecten, Arup en Inside Outside. De opdracht werd gegeven door Gemeente Tilburg. Het gebouw moet een pioniersfunctie vervullen en wordt plaatselijk en adaptief geconditioneerd. De open stadshal krijgt een tussenklimaat passend bij de functie van overdekt forum, zitplekken op de trap worden verwarmd en gekoeld en kantoren hebben een eigen subklimaat. Het klimaat moet door de diverse ingrepen flexibel en comfortabel worden, met behoud van de monumentale schil. Arup is betrokken als adviseur, Binx verzorgt Engineer & Construct en Bibliotheek Midden-Brabant vroeg Mecanoo om de inrichting op te pakken. De LocHal wordt naar verwachting in 2018 voor de Tilburgers opengesteld.

42

juni 2017 | duurzaam gebouwd


Gezonde gebouwen

Gezond en veilig wonen bij praktijkdag De praktijkdag Gezond en Veilig Wonen 2020 gaat in op gezond wonen en werken en op de uitdagingen die dit meebrengt voor de bouw- en vastgoedsector. Op 29 juni worden diverse vragen beantwoord over deze onderwerpen. Het podium voor de praktijkdag, georganiseerd door Duurzaam Gebouwd-partner Nieman Groep in samenwerking met TriaCon en Subvention, is het CineMec in Ede. Bij de bijeenkomst wordt ingegaan op opgaven als vergrijzing, gezondheid en integrale veiligheid. Vragen als ‘Is mijn huis veilig bij brand?’ en ‘Waar moeten we op

letten om het digitaal veilig te houden als onze gebouwen onderdeel worden van het Internet of Things?’ passeren de revue. Duurzaam Gebouwd-expert Harm Valk vertolkt de rol van dagvoorzitter. Hij voelt sprekers als ambassadeur sector wonen André Meester van brancheorganisatie VLA en Jasper Grevers van De Haan Advocaten & Notarissen aan de tand. Meer informatie over het volledige programma vindt u op de website www.gezondwonenenwerken.nl.

Natuurlijke ventilatie voor zorgbehoevenden In het centrum van Emmen heeft woningcorporatie Domesta een 24 meter hoge woontoren met 34 appartementen gebouwd. Dit gebouw, dat de naam ZuidEsch heeft gekregen, is vooral bedoeld voor senioren of mensen met een actieve, persoonlijke zorgvraag. ZuidEsch beschikt over 34 appartementen, waarbij een gezond binnenklimaat en een hoog wooncomfort een belangrijk doel was. De keuze viel hierbij op het concept ‘DUCO at CARE’. Samen met Domesta en architectenbureau COarchitecten zette zonwering- en ventilatiespecialist Duco een tweejarig samenwerkingsverband op. “In samenspraak hebben we het complete gebouw voorzien van een slimme mix van doekzonwering en vraaggestuurde natuurlijke ventilatie op basis van CO2- en vochtsturing. Hierbij zorgt het DucoTronic System ervoor dat iedereen op elk moment van de dag kan beschikken over gezonde leefomgeving”, aldus marketingmanager Hendrik Dejonghe van Duco. Dit systeem maakt gebruik van TronicTwin 120 AK, een elektronisch gestuurd ventilatierooster met geïntegreerde zonwering (zie foto). Dit systeem ventileert enkel waar en wanneer nodig en in de juiste hoeveelheid.

efficiënte, zonale luchtafvoer. Dit vermijdt ophoping van vervuilde en vochtige lucht.

Vochtpercentage onder 60 procent ZuidEsch is opgeleverd in juni 2015. “Aanvankelijk kende deze woontoren kinderziektes door een te hoge concentratie bouwvocht”, weet Dejonghe. “Maar dankzij een goede werking van het ventilatiesysteem bleek het vochtpercentage al na enkele weken te zijn gezakt van 90 procent naar ruim onder de beoogde 60 procent. Dit tot volle tevredenheid van de bewoners.”

ZuidEsch beschikt over 212 van deze roosters, waarvan 140 met zonwering. Die zonwering is verbonden met een zon- en windautomaat, die de textieldoeken laat zakken als de zon doorbreekt en automatisch optrekt bij een toenemende windkracht. “De veelzijdigheid van dit concept kwam prima tot uiting in dit project”, vindt Dejonghe. “Er is een groeiende aandacht voor ‘gezondmakende’ technieken en als fabrikant dienen we met onze systemen hierop in te spelen.” Daarnaast heeft Duco elk appartement voorzien van een mechanische DucoBox Focus-ventilatiebox, voor een

duurzaam gebouwd | juni 2017

43


D E S I G N I N G

I N N O V A T I V E

S O L U T I O N S

VISION in keeping the world COOL since 1967 50 JAAR CARRIER NEDERLAND Op 19 juni 2017 viert jubilerend airco specialist Carrier Airconditioning Nederland officieel haar 50 jarig bestaan. In 1915 startte Willis Haviland Carrier - uitvinder van het systeem - hiertoe zijn eigen onderneming: Carrier Engineering Corporation. Carrier is in 50 jaar geĂŤvolueerd van een gasgestookte heater-producent naar een innovatieve warmtepompleider die in al uw koel- of verwarmingsbehoefte kan voorzien.

Oprichter Willis Carrier

088 567 67 00 www.carrier.nl


Gezonde gebouwen

Samenwerken om comfort in woningen te verhogen Door samen te werken willen bouwbedrijf De Meeuw en de TU/e-faculteit Industrial Design innovaties realiseren, die de beleving en het comfort van de gebouwgebruikers verhogen. Deze samenwerking past in het streven van De Meeuw om samen met partners innovatieve oplossingen te ontwikkelen die passen in een tijd waarin mensen anders gaan wonen, werken en leven. “De samenwerking met TU/e helpt ons om de dynamische bouwmethode die wij als specialist in flexibel bouwen gewend zijn te hanteren, te verrijken naar de binnenzijde van de gebouwen en woningen”, legt marketingmanager Dennis Bol uit. “En daarbij optimaal gebruik te maken van de laatste technologische ontwikkelingen. Wat vandaag nog niet bestaat, kan morgen al realiteit zijn. Dat vraagt om vermogen om vooruit te kijken en vooruit te denken.” Deze samenwerking is gestart met een pilot waarin 31 studenten aan innovaties werkten voor het Nezzt, een flexibel woonconcept van De Meeuw. Dit vormt een flexibele woonomgeving die mee verandert met de behoeften en wensen van bewoners in de verschillende fasen van hun leven. Voor de Eindhovense universiteit betekent deze samenwerking een kans om studenten te laten kennismaken met de praktijk van de bouw. In 13 projectgroepen hebben ze gewerkt aan slimme oplossingen, zoals een lamp met een ingebouwde to-do-list, een keuken die actief helpt met koken

en een designobject dat inzicht geeft in energieverbruik en besparing stimuleert. “In deze samenwerking leren studenten wat erbij komt kijken om ideeën en innovaties daadwerkelijk toe te passen in de praktijk”, vindt assistent-professor Bart Hengeveld. “De Nezzt-context biedt studenten een concreet canvas waarop ze hun ideeën over leven met technologie kunnen loslaten.”

Hoe waarborg je welzijn en productiviteit in gebouwen? Steeds meer partijen in de bouwkolom onderstrepen het belang van gezonde gebouwen. Termen en keurmerken als ‘WELL’ en ‘biofilisch bouwen’ trekken de aandacht. Gebouwen moeten zorgen dat mensen lekker in hun vel zitten en de productiviteit verhogen. Op 28 maart vond bij Vlint een RoundTable-discussie plaats met twaalf installatie- en bouwexperts over de laatste stand van zaken omtrent Gezonde Gebouwen. Daarbij was aandacht voor de vraag hoe dit concept verder uitgewerkt moet worden en hoe de bouwsector kan waarborgen dat gebruikers op de langere termijn verzekerd blijven van gezonde gebouwen. “In the battle for talent moeten kantoren aantrekkelijk zijn voor nieuwe werknemers”, stelt Kor Foekens, commercieel directeur van Colt International. “In de bouwsector is echter veel debat over de vraag hoe bouwend Nederland het concept ‘Healthy Building’ moet operationaliseren. Vaak wordt gewerkt met kwantificeerbare parameters als de hoeveelheid daglicht, warmte, koude en zuivere lucht.” Volgens Ellis ten Dam van Royal HaskoningDHV betekent aandacht voor kwantificeerbare parameters niet automatisch een tevreden eindgebruiker. “Bouwen heeft ook gevoelsaspecten. Een gezond gebouw moet bijvoorbeeld inspireren. De manier waarop een gebouw dat doet, hangt sterk samen met het doel van een gebouw. Een gebouw waarin architecten werken, moet bijvoorbeeld esthetisch anders zijn vormgegeven dan een onderwijsgebouw.” Een tweede moeilijk te kwantificeren aspect is de mate waarin een

gebouw zorgt voor sociale cohesie. Dick van Ginkel, actief bij Van Wijnen, vertelt dat na een verbouwing mensen soms opeens ergens anders in een kantoor vergaderen of hun boterham eten. “Een gebouw kan dan bijdragen aan welzijn door de hoeveelheid beweging die mensen krijgen en de saamhorigheid die ontstaat.” Benieuwd naar de overige uitkomsten van het rondetafelgesprek omtrent Gezonde Gebouwen? Lees dan het volledige artikel op DuurzaamGebouwd.nl.

duurzaam gebouwd | juni 2017

45


Energiebesparingsverkenner: direct inzicht in duurzame woningmaatregelen Het Energielabel Woningbouw geeft aan hoe energiezuinig het huis is. Hoe beter het label, hoe vriendelijker de energierekening. Maar welke energiebesparingsmogelijkheden passen bij welke woning? En hoe laat je woningeigenaren zien dat een goed label naast geld ook extra comfort oplevert? Door een overzicht te bieden van mogelijkheden, impact, kosten en baten. De Energiebesparingsverkenner is een online tool waarmee dit binnen twee minuten kan. Het verkennen van verduurzamingsmogelijkheden is een tijdrovende klus. Veel softwareprogramma’s vragen om het handmatig invullen van specifieke gebouwgegevens. Maar woningexperts willen juist snel en eenvoudig een indicatief besparingsoverzicht kunnen presenteren. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) heeft daarom de gratis de Energiebesparingsverkenner.nl (EBV) ontwikkeld. Vier vragen aan projectleider Marijke Wobben van RVO.nl.

Voor wie is de tool en wat levert het op? Wobben: “De tool is voor professionals die huizen verhuren, aankopen, verkopen, of verbouwen. Aan de hand van voorbeeldwoningen van de Nederlandse Woningvoorraad worden energiebesparende maatregelen doorberekend die je kan treffen. Dit schept een beeld van de impact van maatregelen op bijvoorbeeld de energierekening, wooncomfort, energielabel of energie-index.”

Hoe werkt de Energiebesparingsverkenner? “De database bestaat uit zo’n 10 miljoen voorberekeningen. De gebruiker selecteert een woning of meerdere woningen en stelt de uitgangssituatie vast. Wat is het woningtype? Is er dubbelglas? De tool biedt vervolgens verschillende scenario’s. Deze kun je vergelijken en inzetten bij beheer, advies, planmatig onderhoud of voor een snelle inventarisatie van de staat van een woning of complex. Nieuw is de budgetverkennersoptie. Stel, je hebt 10.000 euro te besteden. Dan laat de budgetverkenner zien welke maatregelen met dat bedrag de meeste impact hebben. Dit biedt een indicatie of de financiële investering opweegt tegen de gewenste resultaten.”

Is maatwerk mogelijk? “De EBV berekent gemiddelden. Wil je bijvoorbeeld gebruikte investeringskosten vervangen met eigen prijzen, dan kun je je gratis registeren en deze eigen gegevens invoeren. Ook is de database van de EBV toegankelijk via een API of webservice. Wie vervolgens een eigen

46

juni 2017 | duurzaam gebouwd

userinterface bouwt, kan de berekeningen integreren in de eigen dienstverlening, deze data anders toepassen en presenteren aan een specifieke doelgroep. Twaalf partijen doen dit al, waaronder Essent en Milieucentraal via de website VerbeterUwHuis.nl.”

Hoe up-to-date is de data? “Berekeningen worden jaarlijks geüpdatet. Daarbij wordt de EBV na de zomer vernieuwd met nog meer besparingsmogelijkheden, zoals een hybride warmtepomp, pelletkachel of super isolatie. Maatregelen die in de transitie naar energieneutraal wonen echt noodzakelijk zijn.”

Zelf in een paar stappen ontdekken hoe de EBV werkt? Kijk dan op https://energiebesparingsverkenner.nl.


‘Laat energiebesparing aansluiten bij levensgebeurtenissen’ Bedrijven kunnen meer energiebesparingsproducten verkopen als ze beter aansluiten bij bestaande levensgebeurtenissen. Dit is een van de zeven gouden marketingtips, die marketingspecialist Marcel Aalders in opdracht van RVO.nl beschreef voor de bouw- en installatiesector. “Als mensen ergens geld aan willen uitgeven, doen ze dat liever aan een nieuwe keuken of een vakantie dan aan energiebesparing. Energie is helaas geen sexy product en dat stelt andere eisen aan marketing. Het is om die reden belangrijk dat installateurs weten aan te sluiten bij bestaande levensgebeurtenissen. Dan heb je een veel grotere kans dat mensen bereid zijn om energiebesparende maatregelen te nemen dan wanneer je zelf een trigger moet creëren”, weet marketingspecialist Marcel Aalders.

1 2 3

Denk vanuit de klantreis

Focus op rationele én emotionele motieven Organiseer collectieve vraag en gevoel van urgentie

4

Prikkel mensen met zelfinzicht

5

Neem barrières zoveel mogelijk weg

6

Houd het simpel, persoonlijk en toegankelijk

7

Mobiliseer tevreden klanten

Zeven gouden tips Aalders verzamelde samen met RVO.nl de afgelopen drie jaar inzichten over het vermarkten van energiebesparing in de bestaande bouw en kwam met zeven gouden tips die helpen woningeigenaren te stimuleren te investeren in een energiebesparende woning. ‘Denk vanuit de klantreis’, is de eerste van deze zeven marketingtips. Dat impliceert een stap-voor-stap-benadering.

Koplopers “Iemand die nog amper over energiebesparing heeft nagedacht en in de bewustwordingsfase zit, gaat echt niet in één keer over tot het nemen van maatregelen. Zorg dan eerst voor een positieve intentie, die tot oriëntatie op oplossingen leidt. Als je het stap voor stap doet, kun je de klant veel makkelijker meenemen naar de volgende fase.” Hij denkt dan ook niet dat complete nul-op-de-meterrenovaties echt aan zullen slaan in de particuliere woningmarkt. “Er zullen wel een paar koplopers zijn die dat willen, maar de meeste mensen hebben niet de motivatie om hun huis in één keer aan te pakken.”

Slimme propositie Het is volgens Aalders essentieel dat bedrijven focussen op emotionele én rationele drijfveren; de tweede gouden marketingtip. “Ja, een lage energierekening speelt een rol, maar comfort is vaak een belangrijkere beweegreden. Kom met een slimme propositie en probeer zo bij de mensen binnen te komen. Als je ergens al zonnepanelen mag plaatsen, is het makkelijker om daarna een voorstel te doen voor isolatie.” Concreet zouden installateurs bijvoorbeeld gratis warmtescans aan kunnen bieden, stelt Aalders voor.

Mobiliseer tevreden klanten

Zeven gouden marketingtips.

De laatste van de zeven gouden marketingtips ‘Mobiliseer tevreden klanten’ is ook erg belangrijk voor de bouwsector. “De bouw heeft vanuit het verleden toch te maken met een slecht imago, waardoor mensen huiverig zijn om met een verbouwing te beginnen. Dit kan alleen op de lange termijn opgelost worden, door te laten zien dat je wel betrouwbaar bent. En maak van tevreden klanten promotors. Er is geen betere reclame denkbaar”, aldus Aalders. Lees meer hierover op: www.energieplein20.nl

duurzaam gebouwd | juni 2017

47


PAKT U DE KOPPOSITIE? Duurzaam Gebouwd is hĂŠt integrale kennisplatform voor waardecreatie in de bouw- en vastgoedsector. Dankzij onze kennis en unieke netwerk van professionals weten wij als geen ander welke vraagstukken er leven in de sector en verbinden we partijen om te komen tot innovatieve concepten en samenwerkingsvormen. Dit doen we door:

Communiceren Communiceren over trends en ontwikkelingen rondom duurzaam bouwen en innovaties binnen de sector

Verbinden Verbinden van personen en partijen door (netwerk) evenementen

Activeren Activeren van community door voorbeelden te geven van integrale samenwerking en succesvolle co-creatietrajecten

In 2017 behandelt Duurzaam Gebouwd de volgende thema’s: Juni 2017

Circulaire Economie

Juli 2017

Duurzame Scholen

Augustus 2017

BIM

September 2017

Gemeentelijke Duurzaamheidsbeleid (o.a. Gebiedsontwikkeling)

Oktober 2017

Prestatiecontracten (o.a. Kwaliteitsborging, Energieprestatiecontracten) en Gebouwschil

November 2017

Renovatie en Maatschappelijk Vastgoed

December 2017

Duurzame Energie (o.a. BENG)


Word nu partner van Duurzaam Gebouwd en haak aan op de thematieken van dit jaar! Kom tijdens de evenementen in contact met ons netwerk van ruim 250 partners die net als u in contact willen komen en blijven met de koplopers in de sector

Deel uw kennis of doe kennis op over specifieke thema’s

Positioneer u als koploper en vergroot uw naamsbekendheid bij de juiste doelgroep via onze off- en online kanalen

Dit jaar nog koploper worden? Ga nu naar: www.duurzaamgebouwd.nl/word-partner


Mebin CRH Cementbouw VBI Bosch Beton en Orcem ontvangen hun certificaten en verklaring.

Koplopers ontvangen eerste BetonBewust|CSC certificaten op Building Holland De BetonBewust|CSC-certificering moet vanaf nu de nieuwe standaard vormen voor bouwen met beton in Nederland. De methodiek geeft inzage in de manier waarop een organisatie werkt, binnen de kaders van milieuvriendelijkheid, sociale, economische verantwoordelijkheid en niet te vergeten verantwoorde herkomst van grondstoffen en hergebruik.

Sinds 1 februari 2017 is het certificeringssysteem in Nederland in gebruik. Duurzaam Gebouwd-expert Stefan van Uffelen, tevens werkzaam bij World Business Council for Sustainable Development, vertelde meer over de harmonisering van CSC en Beton Bewust. “Sinds 2014 hebben we de met FSC vergelijkbare certificering voor beton ontwikkeld. In Nederland is dat opgepakt voor VOBN, de Vereniging van Ondernemingen van Betonmortelfabrikanten in Nederland," en geharmoniseerd met het al bestaande keurmerk Beton Bewust, laat Van Uffelen weten. In Nederland heet het keurmerk BetonBewust|CSC.

50

juni 2017 | duurzaam gebouwd

Voordelen van verantwoord beton Met het keurmerk wordt aangetoond dat beton op een verantwoorde manier wordt geproduceerd en wordt ingezet. Volgens Duurzaam Gebouwd-expert en VOBN-directeur Ron Peters zijn er zowel voor opdrachtgevers als voor opdrachtnemers voordelen. Peters: “Het keurmerk geeft zekerheid en beloont inspanningen voor verduurzaming voor beton. Voordeel voor de opdrachtgever is onder andere dat het keurmerk opgenomen wordt in de milieulijst MIA en Vamil. Dat betekent een fiscaal voordeel. Het keurmerk wordt


waarschijnlijk ook opgenomen in de ImpactLening van de Rabobank. Daarnaast verwachten we binnenkort een erkenning van het systeem in BREEAM-NL.” De afgelopen maanden werkten diverse bedrijven hard om de eerste certificaten van BetonBewust|CSC in de wacht te slepen. Tijdens het driedaagse integrale event Building Holland werden deze eerste certificeringen uitgereikt. Betonmortelproducenten Mebin en CRH/Cementbouw ontvingen de eerste zilver certificaten. Beide bedrijven lieten weten verguld te zijn met de certificaten. “Als een van de vooraanstaande organisaties binnen onze sector neemt Cementbouw duurzaamheid zeer serieus”, laat directeur André Barendregt van Cementbouw Betonmortel weten. “Zowel binnen het productieproces, de logistiek en het personeelsbeleid als in onze relaties met opdrachtgevers nemen we onze verantwoordelijkheid en speelt duurzaamheid een voorname rol. Duurzaamheid stimuleert Cementbouw tot productontwikkeling en innovaties. We omarmen het feit dat onze sector met het BetonBewust|CSC keurmerk zichtbaar duurzamer wordt en de transparantie nog verder wordt verbeterd.”

Mebin ontvangt BetonBewustCSC.

CO2-reductie inzichtelijk maken Ook Mebin reageert enthousiast op de onderscheiding. “Als producent gebruiken wij het certificaat om voor onze afnemers inzichtelijk te maken hoe groot de CO2-reductie is die zij kunnen realiseren door onze gecertificeerde producten af te nemen”, laat general manager Ronel Dielissen-Kleinjans van Mebin weten. “We zijn trots dat we behoren tot de eerste bedrijven die beschikken over het certificaat. Doordat we al gecertificeerd waren voor

Een korte geschiedenisles over het ontstaan van BetonBewust|CSC: de Concrete Sustainability Council (CSC) werd in februari 2014 gelanceerd, tijdens een internationale conferentie in Medellín (Colombia), georganiseerd door de Amerikaanse beton Association (FIHP) en de nationale beton Association (NRMCA). Het doel van CSC is om een wereldwijde standaard voor het verantwoord inkopen van grondstoffen en het bijbehorende certificeringssysteem voor betonproducten te ontwikkelen. Vanaf 1 januari 2017 is in Nederland BetonBewust|CSC de verantwoordelijke instelling voor het certificeringssysteem. De eisen die VOBN stelde met het sinds 2012 bestaande keurmerk Beton Bewust zijn voor een belangrijk deel de basis geweest voor het mondiale keurmerk.

De eerste certificaathouders • • • • •

Mebin BV (32 certificaten) CRH - Cementbouw (8 certificaten) VBI (1 certificaat) Bosch Beton (1 certificaat) Orcem (1 verklaring)

Ron Peters (links) en Stefan van Uffelen aan het woord.

Beton Bewust konden we redelijk snel aanhaken bij CSC. We hebben met ons team in 3 maanden tijd alles op orde kunnen brengen om het internationale certificaat te krijgen.” Bijzonder aan de onderscheiding van Mebin is dat alle 32 betoncentrales zijn bekroond. VBI en Bosch Beton mochten voor het eerst een bronzen certificaat in ontvangst nemen. “Het certificaat draagt bij aan het verbeteren van de duurzaamheid in de gehele bouwketen”, laat directeur duurzaamheid en MVO Thies van der Wal van VBI weten. Daarnaast heeft producent van bindmiddelen ORCEM als eerste een verklaring ontvangen als toeleverancier van grondstoffen. Hoewel toeleveranciers van grondstoffen op dit moment nog geen certificaat kunnen krijgen, dragen hun prestaties wel bij aan de door betonproducenten te behalen score voor hun certificaat. Het realiseren van duurzame gebouwen en constructies met beton is alleen mogelijk wanneer de gehele keten daaraan een actieve bijdrage levert. De verwachting is dan ook dat het hebben van het keurmerk BetonBewust|CSC door opdrachtgevers als randvoorwaarde wordt gesteld. Meer beton producerende bedrijven zullen zich dan ook laten certificeren en een zo hoog mogelijk niveau in de range – brons, zilver, goud en platinum – willen behalen.

duurzaam gebouwd | juni 2017

51



RT 82 HI+ PASSIEFHUIS GECERTIFICEERD RAAMSYSTEEM MET GROOTSTE VORMGEVINGSVRIJHEID IN DE MARKT

Maak kennis met de hoogste vorm van M OOHHIFRPIRUW +HW 3DVVLHIKXLV SK% JHFHUWLοFHHUGH rraam- en deursysteem RT 82 HI+ is uniek in ]]õQ VRRUW 0HW HHQ LQERXZGLHSWH YDQ VOHFKWV 82mm en een Uf ZDDUGH YDQ : P2. LV KHW 8 o op dit moment het minst diepe systeem met de K KRRJVWH LVRODWLHZDDUGH LQ GH PDUNW 'LW DOOHV PHW E EHKRXG YDQ YUõKHLG LQ YRUPJHYLQJ ZDDUGRRU X G GLW SURGXFW LQ ]RZHO UHQRYDWLH DOV QLHXZERXZ NXQW ttoepassen. Neem vandaag nog contact op om dit VV\VWHHP WRH WH SDVVHQ LQ XZ SURMHFW

3DVVLHIKXLV JHFHUWLοFHHUG PHW

LVRODWLHZDDUGH YDQ 8f : P2K 0LQLPDOH LQERXZGLHSWH YDQ PP 9HUNUõJEDDU LQ YHUVFKLOOHQGH YRUPJHYLQJHQ 0HW PLQLPDOH DDQ]LFKWEUHHGWH YDQDI PP +RJH OHYHQVGXXU RQGHUKRXGVDUP

kawneer.nl

HQ UHF\FOHEDDU


‘Toekomstbestendige woningen, winkels en kantoren, daar gaan we voor!’ Dat is de quote, die journalist Tom de Hoog heeft uitvergroot in zijn artikel ‘De Week Van… Mariëlle Wieman’. Dit weekverslag is recent gepubliceerd op www.duurzaamgebouwd.nl. In maart ben ik namelijk een week lang door Tom de Hoog gevolgd bij mijn werkzaamheden op het gebied van het verduurzamen van de gebouwde omgeving. Een hele eer! Tekst: Mariëlle Wieman

In dit artikel neem ik u ter nadere kennismaking met NeVaP graag mee op ‘expeditie’ door onze recente events, waarbij de toekomstbestendigheid van woningen, winkels en kantoren centraal stonden.

7 februari 2017: ‘Green Retail Expedition’ Wij waren deze middag, samen met NRW (Nederlandse Raad Winkelcentra), inhoudelijk en organisatorisch verantwoordelijk. NeVaP werkt al jaren aan het versneld verduurzamen van winkelvastgoed, omdat deze vastgoedcategorie nog steeds achterblijft, zeker als je deze vergelijkt met kantoren en woningen. Samen met NRW en gezaghebbende brancheorganisaties en platforms hebben wij vorig jaar de krachten gebundeld in het ‘Platform Duurzaam Winkelvastgoed’. De Kick Off van dit platform vond op 7 februari jongstleden plaats. Duurzaamheid staat

namelijk niet bij alle stakeholders in de winkel(vastgoed) sector hoog op de agenda. Zo zijn bijvoorbeeld de mogelijke gevolgen van geldende milieuwetgeving met de bijbehorende sancties nog onvoldoende bekend bij retailers, ontwikkelaars, vastgoedeigenaren en vastgoedmanagers. Tijdens de Green Retail Expedition hebben experts en koplopers laten zien hoe aantrekkelijk en noodzakelijk verduurzaming uiteindelijk is. Ruim honderd deelnemers hebben hun input en feedback gegeven tijdens deze Kick Off om de targets voor de komende maanden vast te stellen. Op dinsdag 7 november vindt het vervolg op deze Green Retail Expedition plaats, wederom in Het Oude Magazijn in Amersfoort.

Het event ‘In 2023 uw kantorenportefeuille naar Label C; doet u mee?’ tijdens Building Holland.

54

juni 2017 | duurzaam gebouwd


NeVaP

Event bij ANNE in Utrecht.

9 maart 2017: Event ‘Uw woningportefeuille energieneutraal! Bijzonder of al heel normaal?’ Ons event vond plaats in Utrecht bij het net geopende ANNE, dat staat voor Alle Nederlanders Naar Energieneutraal. Bijzonder aan deze middag was dat ruim zestig professionals, werkzaam bij corporaties en bij commerciële beleggers, vastgoedmanagement-organisaties en adviesbureaus, veel kennis en ervaring hebben uitgewisseld over het verduurzamen van bestaande woningen. Belangrijke conclusie was dat je de klant – lees je huurder – moet proberen te mobiliseren om te komen tot het (versneld) verduurzamen van zijn of haar woning. In samenwerking met een adviesbureau heeft Mitros bijvoorbeeld negen huurdersprofielen ontwikkeld. Elk huurdersprofiel, zoals de ‘Jonge Starter’ en de ‘Solitaire Medior’ vergt een andere aanpak om te komen tot het verduurzamen van woningen. Bastiaan Staffhorst, Manager Strategie & Advies bij Mitros, adviseerde de deelnemers om oog te hebben voor de verschillen binnen je huurderspopulatie. Durf vooral ook te variëren!

12 april 2017: Event ‘In 2023 uw kantorenportefeuille naar Label C; doet u mee?’ Op de tweede dag van Building Holland organiseerden wij dit event over het versneld verduurzamen van de bestaande kantorenportefeuille. Ruim zestig deelnemers kregen vanuit verschillende invalshoeken interessante presentaties voorgeschoteld van EIB, Rabo Real Estate Finance, Rijksvastgoedbedrijf en Cushman & Wakefield. Nynke Sijtsma, Hoofd Architectuur & Techniek bij het Rijksvastgoedbedrijf liet in haar krachtige presentatie zien hoe het Rijksvastgoedbedrijf verder kijkt dan label C in 2023. Met de zevenduizend panden die het in portefeuille heeft, richt het Rijksvastgoedbedrijf zich op energieneutraal en circulair. Het heeft daarbij een voorbeeldrol voor de sector. Het Rijksvastgoedbedrijf stuurt op de einddoelen en heeft hiervoor een gestructureerde aanpak opgesteld. Kortom, een stimulans voor de deelnemers, om nog meer en nog sneller werk te maken van het verduurzamen van hun kantorenportefeuilles.

NeVaP is hét onafhankelijke kennis- en innovatieplatform in de vastgoedexploitatie-sector. Onze doelstelling is het aanjagen van de innovatie en het verhogen van de kwaliteit. Wij organiseren maandelijkse events op het snijvlak van innovatie en vastgoedexploitatie, verzenden wekelijkse nieuwsbrieven, doen onderzoek of laten dit doen en gaan samenwerkingsverbanden aan. Bij NeVaP zijn inmiddels ruim zeshonderd senior vastgoedprofessionals aangesloten. NeVaP en Duurzaam Gebouwd hebben sinds medio 2014 een duurzaam samenwerkingsverband, met als doel kennis en ervaring te ontsluiten tussen opdrachtgevers en opdrachtnemers, die écht het verschil willen maken bij het verduurzamen van de gebouwde omgeving. Meer weten? Zie www.nevap.nl

20 april 2017: Event ‘Hoe brandveilig is úw vastgoed(portefeuille), asset en property manager?’ Toekomstbestendig vastgoed gaat verder dan sec het verduurzamen van vastgoed. Vandaar dat wij op 20 april een event over brandveilig vastgoed bij Falck Prevention in Utrecht hielden. Deze middag startte met een brandveiligheidstraining op hun oefenterrein, om de gevaren van brand zelf te kunnen ervaren. Aansluitend vonden boeiende pitches plaats, waarin verschillende aspecten van brandveiligheid ten aanzien van bestaand vastgoed werden belicht. Het vervolg op dit event, met als titel ‘Veilige gebouwen, gezonde gebruikers! De assetmanager in zijn kracht!’ vindt op donderdag 7 september plaats. Bent u geïnteresseerd geraakt in onze ‘expeditie’ op weg naar toekomstbestendige kantoren, winkels en woningen en maakt u graag deel uit van onze community van senior vastgoedprofessionals? Wij verwelkomen u graag als NeVaP lid! Op onze website treft u alle informatie aan, zie www.nevap.nl.

Over de auteur Drs. Mariëlle Wieman RAE (1971) is directeur van NeVaP. Zij is bedrijfskundige, verenigingskundige en gecertificeerd commissaris. Ook is Mariëlle hoofd- en eindredacteur van ‘Handboek Vastgoedmanagement’ (Noordhoff Uitgevers, 2010) en ‘Vastgoedexploitatie’ (Noordhoff Uitgevers, 2016). Zij is sinds 2014 lid van het Expertpanel van Duurzaam Gebouwd en jurylid van de ABN AMRO Duurzame 50 Vastgoed NL.

duurzaam gebouwd | juni 2017

55


Circulair bouwen met de CPG! – hoe circulariteit eenvoudig meetbaar is geworden Auteurs: John Mak, Johanna Quelle-Dreuning

Er wordt veel over circulair bouwen gesproken en beleidsmatig op papier gezet. Maar als het puntje bij het paaltje komt, is er nog weinig concreet zichtbaar. En blijft sturing op duurzaamheid bij nieuwbouw en renovatie meestal beperkt tot de energieprestatie. Als we circulariteit zo belangrijk vinden, waarom is het dan nog niet in beeld? De energieprestatie is meetbaar te formuleren en te controleren. Voor de materiaalprestatie geldt dat met de MPG (milieuprestatie gebouw) ook, maar circulariteit gaat verder. Een hulpmiddel om circulariteit meetbaar en bespreekbaar te maken ontbreekt, en dat lijkt een essentieel knelpunt. Zeker ook bij juridische processen, zoals aanbestedingen en gunningen.

Circulariteit meetbaar gemaakt! De makers van de GPR software zijn er mee aan de slag gegaan, en wat blijkt? Circulariteit van een gebouw kwantificeren kan wel! En zelfs zonder veel extra moeite, want in elke GPR Gebouw-berekening zijn de benodigde bouwstenen al aanwezig. Met de zogenaamde CirculariteitsPrestatie Gebouw, afgekort CPG, is een index ontwikkeld die met eenvoudig beschikbare data weergeeft hoe circulair een gebouw is. De basis van de CirculariteitsPrestatie (CPG) is de DuurzaamheidsPrestatie (DPG = MPG + EPG*), aangevuld met andere bouwstenen uit GPR Gebouw 4.3 die ook kwalitatieve aspecten adresseren.

Wanneer is een gebouw circulair? Volgens het Brundtland-rapport betekend duurzame ontwikkeling: zorgdragen voor een leefbare aarde nu en later. Een voorwaarde is dat we uitputting van voorraden voorkomen. Denk aan eindige grondstoffen zoals metalen, fossiele brandstoffen zoals kolen, olie en gas, ‘schone’ lucht, water, bodem en biodiversiteit. Dit bereiken we door circulair te bouwen en te beheren: voorraden in een gesloten kringloop houden en producten te produceren en toe te passen zonder schadelijke emissies naar lucht, water en bodem.

Hoofdstrategieën circulair bouwen en hun substrategieën De circulariteit van een gebouw in beeld gebracht met de CPG-index is ingedeeld in 5 hoofdstrategieën: benut het beschikbare, gebruik hernieuwbaar, minimaliseer milieuimpact en creëer voorwaarden voor zowel een lange huidige cyclus als ook voor lange toekomstige cycli. Bij elke hoofdstrategie horen primaire en secundaire sub-

56

juni 2017 | duurzaam gebouwd

Figuur 1: Circulair meetbaar vanuit strategieën en substrategieën (parameters)

strategieën. Hierdoor ontstaat een hanteerbare indeling van het begrip circulariteit, dat aan zo vele onderwerpen raakt. 1. Benut beschikbare materialen en producten: behoud, hergebruik, secundair 2. Gebruik hernieuwbare grondstoffen: biobased, duurzame energie, grijs of hemelwater 3. Minimaliseer milieu-impact: DuurzaamheidsPrestatie (DPG = EPG + MPG) 4. Creëer voorwaarden voor een lange cyclus: vasthouden water, levensduur 5. Creëer voorwaarden voor toekomstige cycli: herbruikbaar, recyclebaar In het overheidsbeleid en de Bouwagenda zijn het tegengaan van de klimaatverandering en de uitputting van grondstoffen belangrijke opgaven die horen bij een circulaire gebouwde omgeving. Deze twee opgaven staan in de lichtblauwe velden in figuur 1, met een relatie naar beleidsontwikkelingen zoals VANG, BENG en het materialenpaspoort.


Renovatie hoofdgebouw TU Eindhoven - de Atlas bron: teamv.nl/project/hoofdgebouw-tue

Figuur 2: Voorbeeld invulling CirculariteitsPrestatie Gebouw (CPG).

Gebouwen van hogescholen en universiteiten gemeten op circulariteit Nieuwbouw Energy Academy Rijksuniversiteit Groningen bron: rug.nl/groundbreakingwork/projects/eae Figuur 3: CPG-indices onderwijsgebouwen

Hoe wordt de CPG-index berekend? De berekening van de CPG-index is niet complex of tijdrovend. Dat is niet nodig om toch betekenisvolle resultaten te krijgen. Voor het opstellen van de hoofd- en substrategieën zijn onderdelen uit GPR Gebouw gebruikt. Vanzelfsprekend zijn dat de DPG en het subthema circulair materiaalgebruik. Per substrategie wordt de input uit GPR Gebouw omgezet in een score op een schaal van 1 tot 10. De scores op de substrategieën worden onderling gewogen opgeteld tot de scores op de strategieën en levert vervolgens de CirculariteitsPrestatie Gebouw (CPG), zie figuur 2.

In een onderzoek in opdracht van RVO (Meerjarenafspraken) naar de integrale prestatie van recent gerealiseerde HBO- en universitaire gebouwen is de ontwikkelde CPGmethode toegepast. De resultaten tonen aan dat alle vier onderwijsgebouwen beter scoren op circulair dan de referenties.

Nieuwsgierig naar de CirculariteitsPrestatie van uw gebouwen? De makers van de GPR software helpen u graag om de CPG van uw gebouwen in beeld te krijgen. Wellicht wordt u positief verrast, of blijken er voor de hand liggende mogelijkheden te zijn die uw circulariteits-score verbeteren? Neem vrijblijvend contact op via info@gprsoftware.nl of bel 030 677 8777.

CPG

CirculariteitsPrestatie = DPG + circulair materiaalgebruik

De CPG is de DPG aangevuld met andere bouwstenen uit GPR Gebouw 4.3 die ook kwalitatieve aspecten adresseren. De CPG geeft met eenvoudig beschikbare data weer hoe circulair een gebouw is.

DPG

DuurzaamheidsPrestatie = EPG + MPG

De DPG aggregeert de resultaten van de EPG en MPG tot één getal, dat uitsluitsel geeft over welke bouwkundige en installatietechnische keuzes onder de streep het meest duurzaam zijn. (bron: gprsoftware.nl). Zie ook het eerder verschenen artikel ‘Belemmert uitmuntende energieprestatie een goede milieuprestatie?’ in Duurzaam Gebouwd-editie februari 2016.

MPG

MilieuPrestatie

De milieubelasting gedurende de levensloop van een gebouw wordt samengebracht tot een schaduwprijs in euro´s. De MPG wordt berekend volgens de bepalingsmethode Milieuprestatie en GWW-werken, een levenscyclusbenadering (LCA), waarbij alle milieubelasting vanaf de winning van grondstoffen tot aan de sloop en afvalverwerking wordt bepaald. (bron: gprsoftware.nl)

EPG

EnergiePrestatie

De EPG is een genormeerde methode om de energieprestatie van zowel woningbouw als utiliteitsbouw, te berekenen. (bron: www.ensie.nl)

duurzaam gebouwd | juni 2017

57


Duurzaam renoveren Milieubewust gebruik van gebouwen is geen modetrend, maar een must. Groen gebruik vertalen wij in verantwoorde na-isolatie. In een nieuwe interieurindeling met hergebruik van bestaande elementen. In slimme prefab-oplossingen voor sanitair en keukens. En meer. Bij Faay Vianen vindt u dĂŠ oplossing voor elke renovatie. Voor droge, natte en hygiĂŤnische ruimten. Voor retail, utiliteitsbouw en woningen. Met doordachte wandsystemen en plafonds. Gemaakt van hernieuwbare grondstoffen. En duurzaam geproduceerd natuurlijk. Kijk op faay.nl. Of bel (0347) 37 66 24.

onuitputtelijke grondstoffen

brandwerend

snel te monteren

geluidwerend

schroefvast

thermisch isolerend

dubo


LG verovert Nederland met haar duurzame All-electric oplossingen

Therma V lucht-water warmtepomp

ESS – Energie Opslag

NeON R Solar

Energie module

Multi V 5 warmtepomp

LG verovert Nederland met haar duurzame All-electric oplossingen. Een complete woonwijk energieneutraal maken, een school ‘BENG’ opleveren en een hotel als allereerste in de markt voorzien van een all-electric oplossing. LG realiseert het dankzij haar complete pakket van warmtepompen, zonnepanelen en energieopslag. Meer weten? Onze duurzaamheidsexperts staan dagelijks voor u klaar om samen de volgende energie-uitdaging aan te gaan. Laat u op lgklimaat.nl/referenties inspireren door onze gerealiseerde projecten.


Zorgorganisatie creëert thuisgevoel voor dementerende ouderen

Ruime daglichttoetreding in het atrium.

‘Zestig tot tachtig procent lager energieverbruik dankzij led’ Zorgorganisatie Beweging 3.0 heeft in Amersfoort voor het Sint Elisabeth Verpleegen Gasthuis een nieuw woonconcept voor dementerende ouderen geïntroduceerd. Verlichting speelde daarin een belangrijke rol, want goed licht heeft een positief effect op het welbevinden van de bewoners. Aan leverancier en adviseur Led Supply Europe uit Heteren was het de taak om aan die wens gehoor te geven. “De doelgroep is heel specifiek en per ruimte moet je een afweging maken.” Tekst: Gerrit Tenkink Beeld: Marco Vellinga

60

juni 2017 | duurzaam gebouwd


Partner uitgelicht

Zorgorganisatie 3.0 Beweging is met 2.300 medewerkers en ruim 1.700 cliënten een van de grotere zorgorganisaties in Midden-Nederland. Een van haar locaties, het Sint Elisabeth Verpleeg- en Gasthuis, biedt onderdak aan honderd dementerende ouderen. Voor de opdrachtgever stond het welbevinden van de specifieke doelgroep voorop, maar waren op de achtergrond ook Total Cost of Ownership en aspecten rond verduurzaming belangrijk. Projectmanager Ton Goeman van Beweging 3.0 legt uit hoe het verpleegtehuis eruit ziet na de verbouwing: ”Onze bewoners zijn verdeeld over twaalf woongroepen, die zijn georganiseerd als een huisgezin. Hierbij spelen mantelzorgers en familie een belangrijke rol. De woongroepen zijn ontworpen als een huis, met een eigen voordeur, een woonkamer en een keuken, een toilet, slaapkamers en een buitenruimte.” De uitgangspunten van Healing Environment en Evidence Based Design zijn verwerkt in het ontwerp, waarbij een gezonde omgeving met voldoende licht, een goede luchtkwaliteit, heldere routing, kleur en structuur bijdragen aan de kwaliteit van leven. Goeman: “We hebben belevingshoeken met thema’s en met een bijbehorende sfeer ingericht. Bijvoorbeeld een bushalte en een bioscoophoek met vijftigerjaren sfeer.”

Geen sloop Na een uitgebreide selectie kwam architectenbureau Ebbens Architecten uit Epe uit de bus als het bureau dat het best aansloot bij de visie van de opdrachtgever. Mede omdat het bureau een heldere ontwerpvisie presenteerde en de nodige ervaring heeft met de zorggerelateerde bouw. Voor projectarchitect Michiel Kobussen en de opdrachtgever was sloop geen optie. “Samen met de opdrachtgever waren erover eens dat het gebouw, begin jaren tachtig gebouwd, nog in goede staat verkeerde en qua structuur en indeling voldeed aan onze wensen. Ook vanuit de duurzaamheidsgedachte was sloop geen optie en hebben we dus gekozen voor herontwikkeling. Het huis staat weliswaar niet op de gemeentelijke monumentenlijst, maar het is wel een markant en beeldbepalend gebouw.

De huiskamers hebben een vijftigerjaren uitstraling.

‘Neem eerst een gebouw een tijd in gebruik en kies dan al dan niet voor pv-panelen’ Daarom wilden we ook aan de zichtzijde van het gebouw niet veel aanpassingen maken.”

Flinke puzzel Renovatie en herontwikkelingen brengen ‘beperkingen’ met zich mee. Kobussen zag zich dan ook voor een aantal uitdagingen en een flinke puzzel geplaatst. Bovendien moest de renovatie in twee fases plaatsvinden om een thuis te blijven bieden aan een groot deel van de oorspronkelijke bewoners. “We wilden dat alle groepen een eigen toegang tot het gebouw zouden krijgen. Vroeger was er een grote hoofdingang met een centraal trappenhuis en een diensttrappenhuis, maar dat laatste is overbodig geworden. Het diensttrappenhuis is nu alleen nog toegankelijk voor eigen medewerkers en diensten. In plaats daarvan hebben we twee separate trappenhuizen gebouwd, zodat de groepen hun eigen entree hebben.”

Verlichting Verlichting speelt een belangrijke rol bij het welbevinden van dementerende ouderen. Ebbens architecten schreef het lichtplan in samenspraak met VIAC Houten en Flint Interieurarchitecten. Een belangrijke adviserende rol was daarbij weggelegd voor LSE (Led Supply Europe) uit Heteren, de leverancier van de lichtarmaturen. “De doelgroep is heel specifiek en per ruimte moet je een afweging maken”, legt LSE-lichtadviseur Nico Robbertsen uit. “In de gangpaden is de oriëntatieverlichting aangebracht in de lambrisering om zo de looplijnen aan te lichten. Bij de voordeur van de bewonerskamer hebben we een soort buitenverlichtingsarmatuur aangebracht om te benadrukken dat het gaat om de entree van de woning. Om een koppeling te maken tussen de huiskamer en de keuken hebben we een daglichtplafond geplaatst, zodat de bewoners als het ware vanzelf vanuit de keuken naar de huiskamer begeleid worden. Boven de keukentafel is zogeheten tuneable white aangebracht, waarbij de Kelvinwaarde zich gaandeweg de dag aanpast aan het daglicht. En in ruimtes met een vergader- of kantoorfunctie, de ruimtes waar de bewoners dus niet komen, hebben we gebruik gemaakt van zogeheten dynamisch schakelen. Het betekent dat bij binnenkomst het licht bij inschakelen direct op volle sterkte brandt. Na het verlaten van de ruimte geldt een nabrandtijd van tien minuten.” Als het gaat om energiebesparing ligt het voor de hand om bij verlichting te denken aan aanwezigheidsdetectie. Dan komt echter de specifieke problematiek van de doelgroep om de hoek kijken. Goeman: “Dementerende ouderen zijn eraan gewend om het licht aan te doen met een lichtknop.

duurzaam gebouwd | juni 2017

61


t DWA werk voor mijn toekomst

‘Wij maken duurzaamheid werkend!’ Wij praten niet alleen vrijblijvend over duurzaamheid, maar wij zorgen er voor dat daadwerkelijk aantoonbaar duurzame oplossingen gerealiseerd worden op het gebied YDQ HQHUJLH HIĀFL­QWLH HQ ]RUJ YRRU KHW PLOLHX 'LW LV ]RZHO HHQ EHORIWH DOV HHQ XLWGDJLQJ Met ‘werkend’ bedoelen we dat wij staan voor HHQ G\QDPLVFKH EHQDGHULQJ YDQ GXXU]DDPKHLGVvraagstukken, waarbij we 24/7 ontwikkelingen PRQLWRUHQ HQ UHVXOWDWHQ NXQQHQ DDQWRQHQ

ZZZ GZD QO

GAAT U OOK VOOR EEN SNELLE INSTALLATIE? Dan kiest u voor het RAUTHERM SPEED klittenbandverlegsysteem, voor een snelle 1-mansmontage

Tot ale e hoogt o pb o u w h t s van slec

21mm!

REHAU N.V., Watergoorweg 79, 3861 MA Nijkerk, tel. 033 247 99 11, nijkerk@rehau.com, www.rehau.nl/rautherm-speed


Partner uitgelicht

Het Sint Elisabeth Verpleeg- en Gasthuis in Amersfoort biedt onderdak aan honderd dementerende ouderen.

‘We hebben belevingshoeken met thema’s en met een bijbehorende sfeer ingericht’ Als het licht reageert op hun aanwezigheid, kunnen ze daarvan ernstig in de war raken. Uiteraard is dat iets wat je niet wilt.”

Lager energieverbruik In de eerste plannen wilde de opdrachtgever uit kostenoverweging de oude armaturen terugplaatsen en de conventionele verlichting zoveel mogelijk in stand houden. Vanuit het oogpunt van Total Cost of Ownership (TCO) kwam men echter tot een andere conclusie: de keuze viel op honderd procent ledverlichting en aangepaste armaturen. “Aanschaf van nieuwe armaturen en verlichting was inderdaad een flinke kostenpost”, weet Robbertsen, “maar een rekensom laat zien dat nu, met led, zo’n zestig tot tachtig procent minder energie wordt verbruikt.” Volgens Goeman is dat niet de enige besparing. “Kijk naar het totale plaatje: een conventionele HPL-lamp heeft een levensduur van een jaar. Een ledlamp hoef je gemiddeld maar één keer per vijf jaar te vervangen. Als je dan het rekensommetje maakt dat de technische dienst gemiddeld zo’n tien minuten bezig is met het vervangen van een lamp,

dan ligt de conclusie voor de hand. Daarbij komt nog een belangrijk aspect. Los van het veiligheidsaspect kunnen bewoners ernstig ontregeld raken door een technische man die met zijn trap de woonkamer inkomt om een lamp te vervangen. Conventionele verlichting gaat dus ook ten koste van hun welbevinden.”

Zonnepanelen? Ook bij andere onderdelen is in overleg met de architect en de adviseur een zorgvuldige afweging gemaakt, stelt Goeman. “Daar waar mogelijk hebben we aan energiebesparende en verduurzamende maatregelen voldaan, maar het budget en de specifieke doelgroep kent zijn beperkingen.” Hij is kritisch en voorzichtig over bepaalde investeringen en kijkt hij graag de kat uit de boom. “Zo hebben we een zorgvuldige afweging gemaakt bij de aanschaf van pv-panelen en ledverlichting. Maar daarbij speelt nog een ander aspect. Ik zie bij een renovatie of nieuwbouw vaak dat de opdrachtgever direct overgaat tot de aanschaf van zonnepanelen. Dat vind ik vreemd: je kunt nooit exact berekenen wat het energieverbruik is na ingebruikname van het gebouw. Ik denk dat het verstandig is om het gebouw eerst een tijd in gebruik te hebben en dan vervolgens al dan niet te kiezen voor pv-panelen. Kies je dan voor pv-panelen, dan kun je het aantal heel exact afstemmen op je energieverbruik. Ook dat is een vorm van energiebewust en duurzaam investeren.”

duurzaam gebouwd | juni 2017

63


©Van Dongen-Koschuch Architects

CARLISLE® biedt duurzame EPDM afdichtingen voor daken, gevels en gebouwen. Voor elk project een passende oplossing. Maatgerichte service: Individueel technisch advies en productbeoordelingen, van ontwerp tot realisatie. \

‘De Rotterdam’ en de woontorens ‘Boston & Seattle’ op de Wilhelminapier in Rotterdam.

Y

Het ‘Pakhuismeesteren’ op de Kop van Zuid van Rotterdam.

[

Het ‘Atrium’ op de Zuidas in Amsterdam.

Uw EPDM kennispartner. ©AWG Architecten

©MVSA Architects

WWW.CCM-EUROPE.COM



Smart buildings en privacy Recente onderzoeken wijzen uit dat in 2030 ongeveer zestig procent van de wereldbevolking in stedelijke regio’s zal wonen. Deze snelle verstedelijking veroorzaakt grote druk op onder meer energie, infrastructuur en transport. Om deze uitdagingen het hoofd te bieden, zijn steden druk bezig met het implementeren van nieuwe technologieën. Er ontstaan smart cities waarbij onderdelen van de stad met elkaar verbonden zijn via een netwerk van sensoren, internet en state of the art apparatuur. Deze voortschrijdende technologische ontwikkelingen hebben gevolgen voor de privacy. Tekst: Sander Engels

Volgens een rapport van Buildings Performance Institute Europe van begin dit jaar is Nederland samen met Zweden, Finland en Denemarken koploper in Europa als het gaat om ‘smart-readiness’. In deze landen wordt specifiek beleid gevoerd gericht op het tot stand brengen van voornoemde transitie naar smart cities.

natuurlijke persoon waarvan de identiteit redelijkerwijs zonder onevenredige inspanning direct of indirect vast te stellen is.

In de bouw volgen de innovatieve ontwikkelingen elkaar dan ook in rap tempo op. Zo komen er steeds meer smart buildings waarin de laatste technologieën zijn verwerkt. In deze smart buildings zijn bijvoorbeeld licht- en warmteschakelaars aangesloten op bewegingssensoren en registreren camera’s wie zich in het pand bevindt. Deze voortschrijdende technologische ontwikkelingen hebben gevolgen voor de privacy. Door het aan elkaar koppelen van losse systemen in een netwerk worden persoonsgegevens steeds vaker centraal opgeslagen, doorzoekbaar gemaakt en geanalyseerd. Het recht op privacy schrijft echter voor dat deze persoonsgegevens zorgvuldig worden behandeld. Hierdoor is het de vraag of dit recht voldoende geborgd is als het gaat om smart buildings.

Wet bescherming persoonsgegevens Op dit moment wordt het wettelijk kader rond de privacy in Nederland gevormd door de Wet Bescherming Persoonsgegevens. Daarin is onder meer vastgelegd wat persoonsgegevens zijn en wie daarvoor verantwoordelijk is. Een persoonsgegeven is elk gegeven betreffende een

66

juni 2017 | duurzaam gebouwd

Sander Engels, AKD.


Algemeen

technische en organisatorische maatregelen te nemen om de verzamelde persoonsgegevens te beveiligen tegen verlies of tegen enige vorm van onrechtmatige verwerking. Indien er toch onverhoopt sprake is van een datalek, waarbij persoonsgegevens worden blootgesteld aan vernietiging, wijziging of vrijkomen, dient de degene die de persoonsgegevens verwerkt, direct zowel de betrokkene als de Autoriteit Persoonsgegevens in kennis te stellen als er een aanzienlijke kans bestaat op ernstige gevolgen voor de bescherming van die persoonsgegevens of ongunstige gevolgen voor de persoonlijke levenssfeer van de betrokkene.

In smart buildings zijn licht- en warmteschakelaars aangesloten op bewegingssensoren en registreren camera’s wie zich in het pand bevindt.

‘Het recht op privacy schrijft voor dat persoonsgegevens zorgvuldig worden behandeld’ Op grond van de Wet bescherming Persoonsgegevens dient degene die persoonsgegevens verwerkt, dit zorgvuldig te doen en de persoonsgegevens alleen voor gerechtvaardigde doeleinden te verzamelen. Gerechtvaardigde doeleinden in relatie tot smart buildings zijn bijvoorbeeld beveiliging en een efficiënte omgang met energie. Zo staat de Wet bescherming Persoonsgevens het in principe toe dat werknemers en bezoekers om beveiligingsredenen pasjes meekrijgen waarmee zij hun positie in het gebouw regelmatig kenbaar maken. Hetzelfde geldt voor beveiligingssensoren die registreren of iemand aanwezig is om het licht en de temperatuur te regelen. Het wordt echter een ander verhaal indien de bewegingssensoren ingezet worden om te controleren of werknemers aan het werk zijn. Dit kwalificeert niet meer als gerechtvaardigde doeleinden op grond van de Wet bescherming Persoonsgegevens. Ook als data gebruikt wordt voor andere doeleinden dan waarvoor de data oorspronkelijk verzameld was, is dat in strijd met Wet bescherming Persoonsgegevens. Daarom dient de betrokkene, degene van wie de persoonsgegevens verwerkt worden, in principe voor het moment van verkrijging geïnformeerd te zijn over de doeleinden van de verwerking van zijn persoonsgegevens. Daarnaast dient degene die de gegevens verwerkt onder de Wet bescherming persoonsgegevens passende

Niet-naleving van deze verplichtingen kan onder de huidige regelgeving leiden tot een bestuurlijke boete van maximaal € 820.000 of 10% van de jaaromzet van een onderneming. Ook is het mogelijk dat de bestuurders van de organisatie persoonlijk aansprakelijk worden gehouden. Aansprakelijkheid van een bestuurder kan immers ook voortvloeien uit het onvoldoende beveiligen van persoonsgegevens of het niet melden van een datalek aan de betrokkenen of de Autoriteit Persoonsgegevens.

Algemene Verordening Persoonsgegevens Vanaf 25 mei 2018 zal er echter een nieuwe privacy verordening gaan gelden in de gehele Europese Unie, in plaats van 28 verschillende nationale wetten. Dit wordt de Algemene Verordening Gegevensbescherming. Vanaf dat moment zijn alle organisaties die persoonsgegevens verwerken verplicht om aan de nieuwe privacy-verordening te voldoen. De Algemene Verordening Gegevensbescherming brengt een aantal nieuwe verplichtingen met zich mee. Zo zullen organisaties onder meer verplicht worden om een privacybeleid vast te leggen en een Privacy Impact Assessment (PIA) uit te voeren wanneer persoonsgegevens worden verwerkt die grote privacyrisico’s met zich meebrengen. Een PIA is een onderzoek dat zich richt op de mogelijke impact van die verwerking op de privacy. Ook geldt er straks een documentatieplicht voor de verwerkingen van persoonsgegevens en worden organisaties die veel persoonsgegevens verwerken, zoals gemeenten, verplicht een functionaris gegevensbescherming aan te wijze die binnen de organisatie verantwoordelijk is voor het naleven van de Algemene Verordening Persoonsgegevens.

Privacy by design and privacy by default De twee belangrijkste principes van de Algemene Verordening Gegevensbescherming vormen privacy by design en privacy by default. Privacy by design houdt in dat er in een vroeg stadium nagedacht wordt over het goede gebruik van persoonsgegevens binnen een organisatie, de noodzaak van het gebruik van deze gegevens en de bescherming ervan. Zo dienen organisaties bijvoorbeeld al tijdens de ontwikkeling van informatiesystemen in smart buildings aandacht te besteden aan privacy-verhogende

duurzaam gebouwd | juni 2017

67


Management Advies Automatisering Bouw Huisvesting Vastgoed

Als je kunt delen, kun je ook vermenigvuldigen

foto: Herman Zonderland

De deskundigen in onze sector zijn het er met elkaar over eens: de vragen van morgen zijn wezenlijk anders dan die van gisteren en vandaag. En wat was komt voor het merendeel niet meer terug. Bedrijven en hun medewerkers zullen zich opnieuw moeten uitvinden en daar zit de innovatiekracht die ongekend groeit. Vele nieuwe initiatieven worden genomen en start-up’s ontstaan. Ook Brink Groep heeft daarin heel fors geïnvesteerd. We zijn er van overtuigd dat we, door onze kennis en ervaringen met onze stakeholders te delen, het meest van betekenis kunnen zijn voor onze (potentiële) opdrachtgevers en onze medewerkers en de wereld om ons heen. Hans de Jonge, directievoorzitter Brink Groep

brinkgroep.nl/duurzaam


Elektrische geiser Een oplossing voor het warme tapwater in de energietransitie. Het ideale warmtapwaterapparaat ! Made in Germany. www.clage.nl

Voornoemde verplichtingen uit de Algemene Verordening Persoonsgegevens dienen strikt nageleefd te worden. Indien organisaties zich niet houden aan deze verplichtingen, kan de Autoriteit Persoonsgegevens organisaties straks een boete opleggen van maximaal â‚Ź 20 miljoen of 4% van de wereldwijde omzet van de onderneming.

Wees goed voorbereid Organisaties kunnen echter nu al stappen ondernemen ter voorbereiding op de Algemene Verordening Persoonsgegevens. Dit kunnen zij doen door na te gaan welke huidige processen, diensten, en goederen aangepast moeten worden om te kunnen voldoen aan de Algemene Verordening Persoonsgegevens. Vanaf 25 mei 2018 geldt er een nieuwe privacy-verordening in de hele Europese Unie.

maatregelen, ook wel Privacy Enhancing Technologies genoemd, en dataminimalisatie: alleen die gegevens worden verwerkt die noodzakelijk zijn voor het doel van de verwerking. Privacy by default betekent dat de instellingen van een systeem zodanig zijn dat maximale privacy wordt betracht. Het gaat om producten of diensten waarbij gebruikers zelf de mogelijkheid wordt geboden om persoonsgegevens te delen of af te staan. Privacy by default verplicht organisaties om in dit soort situaties de privacy van hun gebruikers te beschermen door de instellingen en functies van de producten of diensten standaard (by default) op de meest privacyvriendelijke stand te zetten.

Organisaties moeten straks kunnen aantonen dat zij handelen in overeenstemming met de Algemene Verordening Persoonsgegevens. In dat kader doen organisaties er dan ook verstandig aan om een privacybeleid vast te stellen (als dat nog niet is gedaan) en reeds te documenteren welke persoonsgegevens verwerkt worden en met welk doel. Daarnaast is het van belang dat organisaties vertrouwd raken met de onder de Algemene Verordening Persoonsgegevens verplichte uitgangspunten van privacy by design en privacy by default en dat organisaties deze uitgangspunten borgen bij de ontwikkeling van producten en diensten. Op deze manier zijn organisaties maximaal voorbereid op de inwerkingtreding van de Algemene Verordening Persoonsgegevens.

duurzaam gebouwd | juni 2017

69


Marjet Rutten spreekt… Winy Maas

Veranderende gebouwde omgeving De bouwomgeving verandert. Als het aan architect Winy Maas ligt niet alleen in figuurlijke zin, maar ook letterlijk. Barbapapa is er niets bij. Kleedjes waarvan je met je mobiel een tafel maakt of gebouwen die inklappen. Hij is niet bang om te dromen en te experimenteren. Hoe ziet de ontwerper van onder meer de Rotterdamse Markthal de stad van de toekomst? Tekst: Marjet Rutten

Hoe snel veranderingen komen en hoe radicaal ze zijn, weten we niet. Wat we wel weten, is dat er nog genoeg te ontdekken is. En dat doet Winy Maas graag. Ik word nog wel eens beschuldigd dat ik het beroep van de architect niet op waarde schat. Het klopt dat ik verwacht dat veel

Winy Maas: “Nieuwsgierigheid is fundamenteel aan ons bestaan.”

70

juni 2017 | duurzaam gebouwd

werk dat architecten nu doen in de toekomst wordt overgenomen door klanten zelf en computers. Maar dat betekent niet dat ik geen enorm belangrijke rol voor de architect zie, met kansen voor de toekomst. Een architect die dat wat mij betreft als geen ander weet in te vullen


Interview

MVRDV is er ook niet vies van om zelf in innovatie te investeren. Maas is vooral geïnteresseerd in hoe de stad van de toekomst eruit kan zien. Daarmee anticiperend op samenlevingen die we denken nodig te hebben. “Meer mensen bij elkaar op bepaalde plekken vraagt om dichtheid te accepteren en te voorkomen dat mensen claustrofobisch worden. Transparantie en openheid. Om landbouw te integreren in de stad heb ik gevels nodig waarin sla gekweekt kan worden of beesten rond kunnen rennen. De stad van de toekomst is nog dichter en compacter. De straten kunnen kleiner door andere mobiliteit.”

Van real estate naar surreal estate

Een illustratie van het Barbapapa-project van de Why Factory.

en voor wie ik enorm veel bewondering heb, is MVRDVmedeoprichter Winy Maas. Vandaar dat hij bovenaan mijn wenslijst stond om te interviewen en te vragen naar zijn verwachtingen voor de toekomst.

‘Het verbaast me dat ik in Wageningen – behalve landschapsarchitecten – geen architect zie’ Nieuwsgierigheid belonen Innovatie is hem niet vreemd. “Nieuwsgierigheid is fundamenteel aan ons bestaan”, vertelt Maas. “Die nieuwsgierigheid moeten we meer belonen. Veel te vaak reageert iedereen uit angst en gaat meteen op de rem zitten. In onze cultuur moet meer ruimte zijn om te experimenteren. Meer respect voor het experiment. Ook in het onderwijs en de mediacultuur. Niet altijd alles gelijk afschieten.”

Innovator Marjet Rutten, tevens expert van Duurzaam Gebouwd, gaat in een serie in gesprek met visionairs in en om de sector. Deel 1 is een gesprek met Winy Maas, medeoprichter van architectenbureau MVRDV.

De doelstelling van de toekomst vraagt om nieuwe materialen. Werk aan de winkel voor materiaalkundigen. Het meest spannende en futuristische waaraan Maas werkt, is wat mij betreft het Barbapapa-project van de Why Factory: een internationale denktank en onderzoeksinstituut dat wordt gerund door MVRDV en de TU Delft en onder zijn leiding staat. “Met elektronische vervorming kunnen moleculen in rubber groter en kleiner worden. Dan krijg je fantastisch materiaal. Stel: je maakt er een vloer van. Met mijn mobiel zeg ik dan tegen de vloer: ‘Word een stoel.’ En weer terug. Verdunnen en verdichten. Als je daarover verder doordenkt, dan kun je ook gebouwen verdunnen en verdichten. Ben je niet in een gebouw, dan verklein je het met 60 à 65 procent. Hoeveel mensen kunnen we dan wel niet op de planeet laten wonen?“ Met de Why Factory wordt de vraag gesteld aan fabrikanten of zij het bijvoorbeeld ook transparant kunnen maken. Zo dun, zo filigraan. Of dat het kan scheuren. Dat je er doorheen kunt gaan. En dat het weer sluit. “We gaan van real estate naar surreal estate. Dan is er geen real estate meer, dan is alles energie geworden. Het vraagt van bijvoorbeeld TU’s dat ze meer in materialen en software investeren. Daarop zou de markt ook decanen aan moeten spreken.”

Zelfherstellende verf Het duurt nog wel even. Het is een ballon die is opgelaten. Het is mogelijk, maar het is nog erg duur. De uitdaging is om telkens weer budgetten los te krijgen om een volgende stap te maken. De eerste resultaten kunnen we bijvoorbeeld bij verf zien. Verf die verandert en die zichzelf kan herstellen door gebruik te maken van nanotechnologie. Waar voor velen in de bouwsector 3D printing nog erg futuristisch is, is Maas al een paar stappen verder. “3D printing is een tussenstap. Daarna krijgen we Barbapapa en dat is veel interessanter.” Andere ontwikkelingen waarvoor veel aandacht zou moeten zijn: “Bio natuurlijk. We willen ook Barbapapa maken van gerecycled materiaal waarin ook weer planten zich kunnen nestelen. Werk aan de winkel voor Wageningen. Het verbaast me dat ik in Wageningen – behalve landschapsarchitecten – geen architect zie.”

duurzaam gebouwd | juni 2017

71


WARMTEPOMPEN

De lucht/water warmtepomp voor u! STULZ introduceert de Q-Ton!

warmtepomp. Deze krachtpatser is efficiënt en uitermate geschikt voor onder andere restaurants, winkels, fitness centra en nog veel meer! Meer informatie over deze duurzame machine? Neem dan contact met ons op via www.stulz.nl

DE IDEALE RENOVATIE VOOR ELKE GEVEL MET E-BOARD ISOLATIE AAN DE BUITENZIJDE.

Voor

Het E-Board gevelisolatiesysteem bestaat uit hoogwaardige ECO-EPS isolatiepanelen. Hierop verlijmt de aannemer handvorm steenstrips naar keuze uit ons uitgebreide assortiment. Door de speciale geleidingsrichels op het paneel gaat dat snel en eenvoudig met een vaste voegbreedte.

Na

E-Board biedt: • Tot 40% energiebesparing • Duurzame en onderhoudsvrije upgrading • Snelle, eenvoudige en schone montage • Sterke besparing op sloopkosten

Tel.: +31 (0)416 39 66 96, www.vandersandengroup.nl/eboard


Interview

hebben. “WEGO maakt je huis op maat. Stel, jij wil een koepel in je huis. Tja, dat is lastig voor de bovenbuurman. Wij werken aan software die van iedereen de wensen inventariseert en dat uit-onderhandelt. Het optimaliseert en zet het als het ware als een puzzel in elkaar. Iedereen zijn EGO is gestimuleerd, maar in samenwerking. Vandaar WEGO.” Als we dat combineren met Barbapapa-materiaal, dan ligt de wereld aan onze voeten.

Investeren in innovatie

MVRDV werkt in het WEGO-project aan software die van iedereen de wensen inventariseert en dat uit-onderhandelt.

Power to the People Binnen de Why Factory werkt hij ook aan het WEGOproject waarmee gebruikers in de toekomst meer stem

Leuk al die ontwikkelingen, maar wie betaalt het? “Helaas krijgen wij te weinig geld om te investeren in dit soort software. Het gaat snel om miljoenen. Het komt wel mondjesmaat binnen. In Noorwegen hebben we een project gehad en ook voor de Floriade zijn we bezig met softwaremodellen.” Ah, we zijn weer afhankelijk van projectgebonden investeringen van opdrachtgevers. Het lijkt mij niet dat je daarmee echt kan doorpakken en projectoverstijgende oplossingen ontwikkelt. “Dat klopt. Het geld zou eigenlijk vanuit onderwijs en bedrijfsleven moeten komen. En niet afhankelijk zijn van bijvoorbeeld de gemeente Almere.” Hoe gaan we dat voor elkaar krijgen? “Met Europa realiseren we grote fondsen voor innovaties. Dat betalen wij met zijn allen en daar hebben wij allemaal ja tegen gezegd. Dat is fantastisch. Helaas zijn alleen de onderzoeksbudgetten voor de gebouwde omgeving relatief laag als je dat vergelijkt met bijvoorbeeld landbouw en zorg. Als je ziet wat er omgaat in de bouw. Ik zou daarvan graag 8 procent investeren in innovatie. Wij proberen dat in onze projecten ook te doen. Het is in ieder geval nu veel te weinig. Dat kunnen we met elkaar beter doen. Misschien een fonds vanuit de winsten van ontwikkelaars en beleggers of binnen het bestaande belastingstelsel. Die discussie moet gevoerd worden.” For the record: als het kwalitatief goed genoeg is en de financiers ermee eens zijn, dan stelt MVRDV het graag open source beschikbaar.

Toekomstige rol van de architect

‘De stad van de toekomst is nog dichter en compacter, de straten kunnen kleiner door andere mobiliteit’ Winy Maas (Schijndel, 17 januari 1958) is een Nederlands architect, landschapsarchitect, hoogleraar en urbanist. In 1991 richtte hij samen met Jacob van Rijs en Nathalie de Vries de MVRDV op. Enkele gebouwen van zijn hand zijn de Markthal in Rotterdam en de woon-zorgcomplexen (wozoco’s) in Amsterdam. Deze bouwwerken hebben zowel Maas als MVRDV internationaal bekendheid gegeven.

Er verandert het nodige ten aanzien van de rol van de architect. Hoe zie jij die toekomstige rol? “De architect is iemand die maakt voor de toekomst. De beste architect ooit, Leonardo da Vinci, was ook altijd aan het ontwikkelen voor die toekomst. Architecten van nu zouden zich veel meer met die rol bezig moeten houden en hun werk ook breder moeten interpreteren. Hou je bezig met onderzoek, met financiers en met communicatie. Waar heb je het over? Trek je mond open en geef je mening over hoe de samenleving in elkaar zit. Alle veranderingen in de samenleving maken de rol van de architect steeds uitgebreider.” Wat is het belangrijkste om in deze veranderende wereld te slagen? “Ben niet alleen met jezelf bezig, maar ga ongelooflijk met elkaar samenwerken. Stel daar ruimte, tijd en geld voor beschikbaar. Doe je dat niet. Dan ben je totaal niet interessant.”

duurzaam gebouwd | juni 2017

73


Eerste gasloze studentenvereniging van Nederland Als eerste studentenvereniging van Nederland heeft het Amsterdamse L.A.N.X. vrijdag 12 mei officieel de gaskraan dichtgedraaid. Een goede stap, vond wethouder Duurzaamheid Abdeluheb Choho. “Dankzij jullie kan ik anderen laten zien dat het kan.” Tekst: Tim van Dorsten

Niet een cv-ketel maar vier warmtepompen en restwarmte uit de bierkoeling zorgen nu voor de verwarming van de drie monumentale panden in het centrum van Amsterdam, waarin de studentenvereniging L.A.N.X. gehuisvest is. “Toen de bestaande installaties aan vervanging toe waren, wilde L.A.N.X advies van ons”, vertelde Johan Zonderland. Als adviseur werkt hij voor het adviesbureau De Groene Grachten. “Wij werkten drie opties uit; de vereniging koos voor het meest ambitieuze plan: aardgasloos.”

Maatschappelijk betrokken Een logische stap, vond voorzitter Max Garschagen. “Als studentenvereniging zijn we altijd al maatschappelijk betrokken geweest. En hiermee zorgen we ervoor dat onze energierekening daalt en het comfort toeneemt.” Hiervoor zorgen vier warmtepompen en twintig zonnepanelen op het dak. Daarnaast verwarmt 75 procent van de uitgaande lucht de binnenkomende lucht dankzij een grote luchtbehandelingskast. “Door dit proces om te draaien,

Studentenvereniging L.A.N.X. heeft drie aaneengeschakelde monumentale gebouwen in het centrum van Amsterdam van het gas af gehaald.

74

juni 2017 | duurzaam gebouwd


Algemeen

was het belangrijkste uitgangspunt bij het ontwerp van de ventilatieboxen om een degelijk systeem te realiseren dat tegen een stootje kan.” In het totaal was H2O een kleine zes maanden met deze renovatieklus bezig. “We werken vaker samen met De Groene Grachten”, vertelde hij. “Maar dit was het eerste grootschalige project: drie aparte rijksmonumenten die L.A.N.X. als één gebouw behandelde. Daarnaast maakte de locatie – Amsterdamse binnenstad – het logistiek lastig.”

Bedrijfsvoering ging door

De restwarmte van de bierkoeling verwarmt de benedenzalen.

Daar kwam bij dat de studentenvereniging het pand open wilde houden voor hun verschillende activiteiten. “De dagelijkse bedrijfsvoering ging gewoon door”, liet Van Els weten. “Samen met aannemer Wever hebben we ervoor gezorgd, dat de studenten geen last van de bouwwerkzaamheden hadden.” Met dit bouwbedrijf had H2O dagelijks contact. De waarde hiervan werd duidelijk toen de achtergevel achter de oude luchtbehandelingskast verzwakt bleek te zijn. “Daar kwamen we achter toen we de oude kast weghaalden. Het duurde twee tot drie weken om deze gevel te verstevigen, maar uiteindelijk heeft hierdoor het project geen achterstand opgelopen.”

Dezelfde hoeveelheid elektriciteit

Op het dak staan vier warmtepompen (linksachter) en zijn twintig zonnepanelen geïnstalleerd.

kunnen we ook zorgen voor koeling”, legde Guido van Els van installatiebedrijf H2O uit. “L.A.N.X. heeft nu dus ook de optie tot koelen. Dit was voorheen niet mogelijk, vanwege de sterk verouderde luchtbehandeling. Verder

Vijf jaar De Groene Grachten Met de renovatie van deze drie monumentale panden vierde De Groene Grachten ook haar vijfjarige bestaan. Dit adviesbureau is een initiatief van wijlen astronaut Wubbo Ockels en zet zich in het hele land in voor duurzame, historische panden. Wat begon met grachtenpanden, is inmiddels uitgebreid naar onder meer kerken, forten en musea. Ockels’ weduwe Joos is als secretaris nog steeds bij De Groene Grachten betrokken. Vorig jaar februari besteedde Duurzaam Gebouwd Magazine al uitgebreid aandacht aan De Groene Grachten in het artikel ‘1,5 miljoen Nederlandse oude gebouwen verduurzamen’.

Dankzij de gloednieuwe installaties is volgens Zonderland de verwachting dat L.A.N.X. nagenoeg evenveel elektra gebruikt. “Met dezelfde hoeveelheid elektra bespaart de vereniging zo 36.000 m3 gas. Met de twintig pv-panelen wekken we energie op voor één huishouden, maar in dit geval komt dit neer op enkele procenten van het totaal benodigde hoeveelheid elektriciteit. Wel is het ongeveer gelijk aan het elektriciteitsgebruik overdag. L.A.N.X. heeft een grootverbruikersaansluiting, waardoor er niet gesaldeerd kan worden. Zodra een betaalbare batterij op de markt komt, wil de vereniging meer pv-panelen installeren.”

Restwarmte voor benedenzalen Daarnaast verwarmt de restwarmte van de bierkoeling de benedenzalen. Verder is het toilet voorzien van sensoren, waarmee de studenten 840.000 liter en € 2.000 per jaar aan water besparen. Ook beschikken de panden inmiddels over infraroodverwarming om de bestuurskamer bij te warmen, ledverlichting en dak- en raamisolatie. De komende jaren verzorgt H2O het onderhoud aan de installaties. “Dat bieden wij altijd aan”, vertelde Van Els. “Onze intentie is om dit de komende tien jaar te doen.”

Gasloos Amsterdam De Amsterdamse wethouder Duurzaamheid Abdeluheb Choho reageerde enthousiast op deze verduurzamingsslag. “Begin dit jaar hebben we als gemeenteraad besloten om Amsterdam van het gas af te halen. De grootste opgave hierbij is de binnenstad. Daarom ben ik ook blij met jullie initiatief: zo kan ik anderen laten zien dat het kan.”

duurzaam gebouwd | juni 2017

75


Zelf duurzaamheid meten, verbeteren en monitoren? CFP heeft CSR-Manager ontwikkeld, software dat de duurzaamheidsprestaties van uw organisatie in ĂŠĂŠn overzicht laat zien. De software is ook ontwikkeld om besparingsmogelijkheden in uw gebouw te identificeren. CSR-Manager laat diverse maatregelen zien waarmee u grote besparingen in uw gebouwen kunt realiseren. Dus bent u op zoek naar een manier om zelf uw totale duurzaamheidsprestatie te meten, verbeteren en monitoren? www.CSR-Manager.nl

Kennismaken met CSR-Manager? Ga naar CSR-Manager.nl voor meer informatie of bekijk de online demo.


Thema

Circulaire Economie 78 Interview C3 Living maakt duurzaam wonen bereikbaar voor iedereen

82 Algemeen Inzetten op toepassen circulaire bouwmaterialen

89 Project Circl van ABN AMRO is bouwen 3.0

95 Algemeen Slim hout aan de gevel

99 Project Duurzaam dankzij innovaties

105 Rondetafelgesprek Pionieren met C2C

109 Interview ‘Circulariteit stagneert innovatie’

115 Korte berichten uit de markt


C3 Living maakt duurzaam wonen bereikbaar voor iedereen De vraag naar flexibele vormen van huisvesting groeit alsmaar door. De markt wordt overspoeld met ideeën. Het op Cradle 2 Cradle-principes gebaseerde C3 Living onderscheidt zich, omdat het zich richt op het realiseren van duurzame eenpersoonswoningen in sociale huisvesting. De ambities zijn sterk in Noord-Limburg, de bakermat van C3 Living. Er wordt hardop gesproken over duizend units in 2020. Tekst: Ton de Kort

Aan de wieg van de C3 Living units staat maatschappelijke onderneming Rendiz uit Panningen. Directeur Peter Broekmans merkte dat er vraag was naar flexibele, tijdelijke woonruimte: “Wij verzorgen onder meer de dagbesteding voor het Leger des Heils, voor dak- en thuislozen. De gemeente Venlo wilde die groep een dak boven het hoofd

Het interieur van de C3 Plus-woning.

78

juni 2017 | duurzaam gebouwd

gaan bieden. Alleen; er waren geen woningen. Wij zijn toen gaan kijken of we daar iets in konden betekenen.” In Amsterdam stuitte men op woonunits, gebaseerd op gebruikte zeecontainers. “Wij wilden het net even anders gaan doen”, vervolgt Broekmans. “De units wilden we


Circulaire economie

volgens de Cradle to Cradle-uitgangspunten ontwikkelen. We wilden bovendien onze doelgroep, dak- en thuislozen uit de regio, mee laten bouwen.”

Acht units Het eerste project werd in december 2016 gerealiseerd in Oostrum, bij Venray. Daar werden zes units geplaatst. Daarna volgde er één in Horst en één unit in Den Bosch. Daar blijft het niet bij. Marco Baetsen, adviseur vastgoedontwikkeling bij C3 Living: “De overkoepelende visie van Rendiz is onderscheidend, met de C2Cambitie, de focus op sociale huisvesting en het creëren van arbeidsplaatsen in onze productie. Duurzaam gaan bouwen is een kwestie van de goede dingen doen.” De belangstelling voor C3 Living is groot. Broekmans: “We zijn met veel gemeenten en woningcorporaties in gesprek, in Nederland én Duitsland.” Baetsen vult aan: “In Almere wordt een eerste locatie ontwikkeld van 48 woningen. Elders in Almere komt een tweede locatie, voor nog eens 60 woningen.” Wie kiest voor C3 Living, kiest niet alleen voor een duurzame woning. “Wij leveren de woning, de financiering, de verhuur en een overeenkomst dat we de unit weer terugnemen”, verduidelijkt Broekmans. Die terugname van woningen aan het eind van de exploitatietermijn is een concrete vertaling van de C2Cambitie van C3 Living. De units worden onder andere uitgerust met Cradle to Cradle-materialen en voorzien van infraroodpanelen voor verwarming en zonnepanelen voor het opwekken van duurzame energie. De units komen van Faay in Vianen, producent van milieuvriendelijke wand- en plafondsystemen. “Wij hebben in 2014 het eerste contact met Rendiz gelegd”, vertelt directeur Mark Faay. Al snel werd David van Mourik, verantwoordelijk voor de projecten en concepten, erbij betrokken. “Dit is immers geen standaard project”, weet Faay. Van Mourik stelt dat het technisch niet zo’n lastige klus was: “Wij zagen mogelijkheden tot ontzorging, door het voorboren van stopcontacten en het meeleveren van de elektrische installatie en het plafond bijvoorbeeld. We zijn aan de slag gegaan met de Cradle to Cradle-ambitie.” Faay stelt dat zijn bedrijf geprikkeld werd: “Ook door de wens om te werken met mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Dan heb je het zowel over de mensen op de werkvloer als over uitbesteding, in ons geval aan de PAUW bedrijven in IJsselstein en Breukelen.”

Verdienmodel Faay werkte al met diverse unitbouwers samen. “Het verdienmodel voor tijdelijke accommodaties was er eigenlijk al langer maar is nooit concreet geworden. De bouw is best traditioneel. Alléén lukt het niet. Daar heb je partners voor nodig.” Broekmans stipt een belangrijk verschil aan: “Het vertrekpunt was anders. De woning is hier een middel om doelen te bereiken. Wij hebben niet

De C3 Plus-units van de buitenkant.

gekeken vanuit de visie van een ontwikkelaar, maar vanuit andere ambities.” Daarbij werd ook aangeklopt bij het C2C ExpoLAB in Venlo. Consultant Bas van de Westerlo ontving Rendiz met open armen: “Venlo is nationaal de koploper op het gebied van Cradle to Cradle.” Rendiz putte volop inspiratie uit de contacten in Venlo. Broekmans: “Veel gemeentes zijn van: eerst zien, dan geloven. We zijn met z’n allen missionariswerk aan het doen.” Van de Westerlo benadrukt het belang van elkaar inspireren. “Je moet inspireren, verleiden en ontzorgen. Laat zien waarom je keuzes maakt.” De C3 Living units zijn breed inzetbaar. Ze kunnen worden gebruikt als tijdelijke woning, maar ook als hotel, kantoor of zorglocatie. “Met een tijdelijke ontheffing mogen ze 10 jaar staan, als de bestemming niet wonen is”, weet Marco Baetsen. “De levensduur van de woning is wel 40 tot 50 jaar, bij normaal onderhoud.” Venlo mag een Cradle to Cradle-bolwerk zijn: de C3 Living units staan er nog niet. Dat vindt Van de Westerlo niet erg: “Je ziet dat andere regio’s het gaan omarmen. Er wordt gewerkt met goede materialen. De units zijn zo ontworpen dat ze ook weer ook uit elkaar te halen zijn. Ze staan er niet oneindig, maar worden dus géén afval.” Broekmans onderstreept dat de C2C-ambitie direct is uitgesproken. “We willen het maatschappelijk verantwoord doen.”

Kapstok In nauwe samenwerking met het C2C ExpoLAB werd bepaald op welke thema’s men zich wilde gaan richten. Bas van de Westerlo: “Allereerst het materiaalgebruik, de keus voor gezonde materialen. Dan het design for disassembly. Dat betekent het ontwerpen om de unit uiteindelijk weer uit elkaar te halen. Dat vraagt een ommezwaai van een lineaire naar een cyclische gedachte. Ook belangrijk was een gezond binnenklimaat, en ook energie en water en het antwoord op de vraag: wat voeg je toe? Dat was de kapstok waarmee we verder zijn gegaan.” Mark Faay: “Bij onze eerste contacten was er sprake van een standaard oplossing. Daarna werden de details verder uitgewerkt. Het ging om hetzelfde element, maar dan met extra toeters en bellen. Ons wandsysteem was overigens al demontabel.”

duurzaam gebouwd | juni 2017

79


Warmtepompen & chillers met natuurlijke koudemiddelen

1

2

Grote prestaties

Hoge efficiĂŤntie

Milieuverantwoord

Eenvoudige bediening

Betrouwbaar uwbaar op lange e termijn j

3

Klaar voor BREEAM en BENG Warmtapwatervoorziening: De Mitsubishi Heavy Industries Q-ton (1) is een lucht-waterwarmtepomp welke CO2 gebruikt als een natuurlijk koudemiddel en is geschikt voor de (warm) tapwatervoorziening van hotels, verzorgingstehuizen, appartementen en sportcentra etc. Koeling en verwarming: TripleAqua (2) is een unieke klimaatoplossing die zowel koelt, verwarmt als de overtollige energie intern opslaat voor later gebruik. Resultaat tot wel 50% minder energieverbruik dan conventionele klimaatoplossingen. Koeling: De Coolmark luchtgekoelde propaan chiller (3) is speciaal ontworpen voor werking met het milieuvriendelijke natuurlijke koudemiddel R290, resultaat 25% hogere COP. Capaciteitrange 30 tot 1380 kW

Coolmark B.V. Postbus 393, 2990 AJ Barendrecht Tel: +31 (0)180 751 300 info@coolmark.nl, www.coolmark.nl

Importeur van Nederland voor


Circulaire economie

komt neer op 250 tot 300 units per jaar. Dat is realistisch. Sterker nog: uit recent onderzoek blijkt dat er 400.000 eenpersoons huishoudens bijkomen in de komende acht jaar.”

C3 basic-woningen op een rijtje.

Baetsen stelt dat de unit het middel is, niet het doel. “Ons doel is om kansen te creëren voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Social return is, naast duurzaamheid, ons startpunt. Dat doen we er niet even bij. We brengen een aantal elementen samen. Daar willen we de hele keten in binden, van ontwikkelaar tot verhuur.” De units meten 3,5 bij 9,2 meter. “Dus er kan er op 30 vierkante meter al een staan.” Rendiz is met een grote ontwikkelaar in gesprek over zogenaamde pauzelandschappen: een tijdelijk bestemming geven aan grond die nog niet gebruikt wordt. Daarin ziet men mogelijkheden. “We wachten de ervaringen af en schalen dan op”, klinkt Broekmans voortvarend. “We groeien bewust”, stelt Baetsen. Van de Westerlo ziet dat de versnelling gemaakt wordt: “De beweging van lineair naar circulair is zichtbaar. Kringlopen sluiten met leveranciers heeft tijd nodig.”

Bekroning

En een C3 Basic woning van binnen.

Rendiz en Faay legden contractueel vast dat de materialen terug kunnen worden geleverd aan de leverancier. “We gaan gebouwen steeds meer als grondstoffenbanken zien”, weet Van de Westerlo. “Wat erin komt moet goed zijn. Het komt er immers óók weer een keer uit.” Baetsen voegt toe dat C3 Living méér een dienst dan een product is. “Wij verkopen wonen. Dat hoeft niet plaatsgebonden te zijn. De units zijn zo ontworpen dat ze bijvoorbeeld vijf jaar op de eerste locatie als individuele woningen staan, om vervolgens tien jaar als complex duurzame woonruimte te bieden. Dit maakt dat bijvoorbeeld woningcorporaties een flexibele vastgoed portefeuille op kunnen gaan bouwen. Zo kunnen ze inspelen op trends in de woningmarkt. Om dit mogelijk te maken zijn we overgestapt op een stalen frame, in plaats van de zeecontainer. Hierdoor kunnen we nog beter onze C2C-ambities vertalen naar een concreet product.” Mark Faay vult aan: “Ik heb het idee dat een hoop instanties duurzaam bouwen maar duur bouwen vinden. Die mindset moet worden veranderd. C3 Living bewijst het tegendeel.”

Eenpersoons huishoudens Het evalueren met gebruikers luistert nauw. “De gebruiker in Den Bosch rapporteert bijvoorbeeld wekelijks”, vertelt Baetsen. Hij ziet enorme mogelijkheden voor eenpersoons woningen. “Steeds meer onderzoeken wijzen uit dat dit een trend is die we niet kunnen ontkennen. Wij spelen in op een niche in de markt.” Broekmans durft wel over aantallen te spreken. “De ambitie is dat er in 2020 duizend staan. Dat

Broekmans ziet vol vertrouwen de toekomst tegemoet en is trots op wat al bereikt is: “In Panningen zijn we nu met de eerste statushouders en daklozen aan het werk. Er zijn ook bewoners die hun eigen onderdak mee bouwen en meubilair mee opknappen.” De ultieme bekroning kwam tijdens het C2C congres in Venlo. Daar werd het Cradle to Cradle-certificaat uitgereikt voor onder ander het Faaywandpaneel VP54, wat de basis vormt voor de C3 Living unit. Van de Westerlo: “Dat is de ultieme plek om te laten zien wat C3 Living is, wat het voor de markt kan betekenen en hoe we onze toeleveranciers uitdagen. Dat is bijna 1 + 1 = 4.” Faay plaatst de kanttekening dat in bouwend Nederland niet iedere partij even enthousiast is om voor Cradle to Cradle te gaan. “Er zijn veel duurzaamheidslabels”, beseft Van de Westerlo. “Ik denk dat Faay de juiste keus heeft gemaakt. Je wordt met de C2C-certificering echt langs de lat gelegd. Nu moeten opdrachtgevers de meerwaarde gaan zien.” “Wij zijn overtuigd geraakt”, laat Van Mourik weten. Dat hoort Baetsen met genoegen aan: “Het gaat om bewustwording van de behoefte aan anders bouwen. Kleiner wonen is een trend. Maar C3 Living is ook ideaal als studentenwoning, zorgunit, voor gescheiden ouders met een kind of de geestelijke zorg.” Faay ziet de certificering voor zijn bedrijf nog maar als een begin: “We hopen dit jaar nog stroomtechnisch zelfvoorzienend te zijn. Er komen 3200 zonnepanelen op onze locatie”, laat hij met gepaste trots weten. Die groei is er ook op andere fronten: “Wij merken dat er handjes tekort zijn na de economische crisis. Prefab is daar een van de oplossingen voor.” C3 Living speelt in op deze tendens, geïnspireerd door de C2C-filosofie en maakt duurzaam wonen bereikbaar voor iedereen.

duurzaam gebouwd | juni 2017

81


Circulaire economie biedt veel kansen

Inzetten op toepassen circulaire bouwmaterialen Ontwerpers vervullen een cruciale rol in het toepassen van circulaire bouwmaterialen. Daarom ondertekende de Branchevereniging Nederlandse Architectenbureaus (BNA) begin dit jaar samen met 180 publieke en private partijen het Grondstoffenakkoord. Tekst: Gerrit Tenkink

Met de ondertekening van dit akkoord onderschrijven de partijen het belang van een snelle transitie naar een circulaire ontwerp- en bouwpraktijk. In het Grondstoffenakkoord staan afspraken om de Nederlandse economie te laten draaien op herbruikbare grondstoffen. Bij de ondertekening van het akkoord benadrukte minister

Henk Kamp van Economische Zaken dat er kansen zijn voor de Nederlandse economie door kostenbesparingen en het ontstaan van een nieuwe maakindustrie. “Een circulaire economie is niet alleen goed voor ons klimaat, maar levert ook inkomsten en banen op. Onderzoek laat zien dat tot 2023 de circulaire economie in Nederland

Begin dit jaar zetten 180 publieke en private partijen hun handtekening onder het Grondstoffenakkoord.

82

juni 2017 | duurzaam gebouwd


Circulaire economie

Circulair en biobased bouwen zijn de uitgangspunten bij het Kenniscentrum Biobased Economy in Oosterwolde. (bron: Paul de Ruiter architects)

goed is voor een marktwaarde van € 7,3 miljard per jaar en 54.000 banen. Kansen volop dus in het bedrijfsleven en dat geldt niet in het minst voor de bouwwereld. Deze nog altijd relatief conservatieve industrie krijgt op deze manier volop kansen om de handschoen op te pakken.”

Slim materiaalgebruik Volgens BNA hebben ontwerpers een voortrekkersrol. In het beleidsplan 2017-2020 dat BNA onlangs presenteerde, heeft de organisatie technologische en duurzame ontwikkeling als speerpunten voor deze jaren uitgeroepen. “Daarin zijn de circulaire economie en slim materiaalgebruik cruciaal”, stelt BNA-directeur Fred Schoorl. “De ondertekening van het Grondstoffenakkoord is wat ons betreft een logische stap. Als branchevereniging voor de architecten voeren wij de komende jaren een meerjarenprogramma uit, waarin de bijdrage vanuit architecten wordt ontwikkeld via onderzoek, educatie en belangenbehartiging. Architecten zijn voorlopers, vernieuwers en verbeelders in de bouwketen.” De organisatie verwacht dat de komende jaren de maatschappij, de markt en het vak ingrijpend veranderen. Deze veranderingen bieden nieuwe kansen voor een maatschappelijke betrokken en ondernemende architectuurbranche en BNA wil de branche hiervoor klaarstomen. Zo verwacht ze dat technologie en duurzaamheid de komende jaren de twee bepalende thema’s worden. Een duurzame ontwikkeling staat in relatie met klimaatverandering, leefbare steden en de uitputting van grondstoffen en energie, maar heeft ook te maken met het bevorderen van gezondheid en het comfort van de gebruiker.

‘Als je circulair bouwt, komt een duurzaamheidscertificering eerder in zicht’ Smart architect Om een en ander inhoud te geven, wil BNA de komende jaren de nadruk leggen op een programma voor de smart architect, die met zijn kennis en techniek vooruitloopt op duurzame en technologische ontwikkelingen, slim samenwerkt met partijen binnen en buiten de bouw en als strategisch partner voor opdrachtgevers functioneert. De architectenorganisatie streeft naar een sterkere onderlinge verbinding, persoonlijk en virtueel. Dit leidt, stelt de organisatie, tot wederzijdse voordelen, bijvoorbeeld op het gebied van kennis omtrent grondstoffen en hergebruik van materialen.

Goede gedachte Paul de Ruiter Architects is een koploper op het gebied van biobased en circulair bouwen. Daarnaast beschouwt BNA dit bureau als smart architect. Martijn van Gameren, architect bij Paul de Ruiter, juicht de ondertekening van het Grondstoffenakkoord toe. “Circulair bouwen is een goede gedachte. We moeten de aarde niet verder uitputten en zo ver mogelijk wegblijven van het gebruik van fossil based products. Ik zie dat deze bewustwording langzaam maar

duurzaam gebouwd | juni 2017

83



Circulaire economie

Materiaalhergebruik bij renovatie a.s.r.-hoofdkantoor Niet alleen architecten zijn leidend voor wat betreft het hergebruik van materialen. In veel gevallen is het ook de opdrachtgever die heel duidelijk de lijnen uitzet en de bouwaannemer of architect te verstaan geeft dat zij zich aan deze kaders moeten houden. Zo’n opdrachtgever is verzekeraar a.s.r. in Utrecht. a.s.r.’s hoofdkantoor stamt uit begin jaren zeventig. Architect Team V en hoofdaannemer Ballast Nedam kregen het verzoek om het pand duurzaam en energie-efficiënt te renoveren. In 2011 werd een start gemaakt met de renovatie. Het laatste deel werd eind 2015 opgeleverd en officieel geopend in 2016. Volgens a.s.r.woordvoerder Anita Wassink sloot het hergebruik van materialen exact aan bij het maatschappelijk verantwoord ondernemerschap zoals de verzekeraar dat voor ogen heeft. “Wij willen een maatschappelijk verantwoorde onderneming zijn. Daarbij hoort dat wij de keuze hebben gemaakt voor een duurzame renovatie in plaats van nieuwbouw.”

Negen verschillende afvalstromen “De materialen die we konden hergebruiken in ons eigen pand, zijn daar ook daadwerkelijk voor gebruikt. De 23.000 ton puin van de betonnen gevelelementen, dat vrijkwam bij de sloop, werd hergebruikt als verharding onder de fietspaden. Verder werden de metalen binnenwanden als tijdelijke scheidingswanden ingezet tussen het kantoorgebied en het bouwgebied. Daarnaast zijn alle vloergoten waar de bekabeling doorheen loopt volledig hergebruikt”, zegt Wassink. Ze geeft aan dat de materialen die niet geschikt waren voor het gerenoveerde a.s.r.-gebouw, werden aangeboden bij een bewerkings-, verwerking- en eindverwerkingsinrichting. “Samen met de aannemer en het sloopbedrijf hebben we ervoor gezorgd dat deze materialen op de juiste manier verwerkt werden. Zo hebben we negen verschillende afvalstromen gecreëerd. Per bouwfase werden de volgende afvalfracties gescheiden: puin, B-hout, metaal, bouw- en sloopafval, gips, glaswolisolatie, tapijt, klein chemisch afval en huishoudelijk afval.” Als voorbeeld noemt Wassink het hout dat werd afgevoerd richting de houtverwerker, die het verwerkt tot houtpellets, pallets of spaanplaat. Ook het gips kreeg een honderd procent herbestemming. “De onderkant van het oude tapijt wordt als grondstof ingezet voor dakbedekking. Daarnaast hebben we al onze bureaustoelen, zo’n drieduizend stuks, laten revitaliseren. De bekleding is vervangen en de oude bekleding is verwerkt in bijvoorbeeld paardendekens. De stoelen zijn technisch helemaal nagekeken en schoongemaakt, zodat ze weer jaren geschikt zijn voor gebruik.” Lees op pagina 20 ook het interview met a.s.r.’s HR-manager Jolanda Sappelli over het nieuwe hoofdkantoor van a.s.r.

zeker op gang komt. Hergebruik van materialen is goed uit te leggen, ook aan de opdrachtgever. Als je circulair bouwt komt een duurzaamheidscertificering, bijvoorbeeld

BREEAM, eerder in zicht. Het straalt af op je bedrijf en de waarde van het gebouw gaat omhoog. Zo’n investering betaalt zich dan op die manier vanzelf terug.”

duurzaam gebouwd | juni 2017

85


PLAFONDINLEGARMATUREN

ESYLUX QUADRO-SETS DE INTELLIGENTE LICHTSYSTEMEN VOOR ELK KANTOOR

HET EERSTE EFFICIËNTE SYSTEEM VOOR BIOLOGISCH WERKZAAM LICHT OP DE WERKPLEK, INBOUWGEREED – MET SLECHTS ÉÉN ARTIKELNUMMER • • • • • • • •

QUADRO-SET CELINE 4x LED-armaturen, separate sensortechniek en regeleenheid, kabels

Optimaal voor kantoren tot 20 m² Schaalbaar voor alle ruimtegroottes Compleet systeem, direct gereed voor inbouw Ideaal ombouwsysteem voor de vervanging van conventionele plafondinlegarmaturen Eenvoudige plug&play installatie Zeer geschikt voor de aanpassing/renovatie van individuele, in gebruik zijnde ruimtes Biologisch werkzaam licht met SymbiLogic™ Technology CELINE art.nr. 600 x 600 mm EQ10122736 – KNX-uitvoering NOVA art.nr. 600 x 600 mm EQ10110344 – KNX-uitvoering

PERFORMANCE FOR SIMPLICITY ESYLUX Nederland B.V. | info@esylux.nl | www.esylux.nl

NEW with

QUADRO-SET NOVA 4x LED-armaturen, geïntegreerde sensortechniek en regeleenheid, kabels


Circulaire economie

Uitgangspunt bij het Kenniscentrum Biobased Economy is dat de gebruikte bouwmaterialen langer meegaan dan de tijd die ze nodig hebben om in de natuur te groeien. (bron: Paul de Ruiter architects)

Experimenteren Wat betreft Van Gameren mogen de ontwikkelingen nog wel wat sneller gaan. Zo is hij in het Friese Oosterwolde bezig met de ontwikkeling van het Kenniscentrum Biobased Economy. De bouw hiervan start in september 2017, de oplevering vindt in september 2018 plaats. Tot nu toe werd er in woningbouw al wel geëxperimenteerd met biobased bouwen, maar het Kenniscentrum in Oosterwolde is het eerste utiliteitsgebouw in Nederland waar deze principes op zo’n grote schaal worden toegepast. De gebruikte materialen zijn zo veel mogelijk biobased. Muren zijn van hennepbeton, er is een houten constructie, een lemen vloer en voor de stopcontacten zijn maisstengels het basismateriaal. Voor de gevel is een lattenstructuur op basis van een biocomposiet ontwikkeld. “Ons uitgangspunt is dat het product langer meegaat dan dat het tijd nodig heeft om te groeien. De gebruikte bomen zijn minimaal dertig jaar oud, dus moet het hout voor de constructie ook minimaal dertig jaar meegaan. Zo ontstaat een gebouw dat CO2 oplevert.” Het Kenniscentrum in Oosterwolde bestaat voor tachtig procent uit biobased producten en voor de vloerbedekking en het plafondsysteem is cradle-to-cradle het uitgangspunt. “We kunnen nog niet zeggen dat het volledige gebouw biobased is, maar ik ben ervan overtuigd dat dat over een paar jaar lukt”, zegt Van Gameren.

Hij merkt dat de markt veel belangstelling heeft voor circulair of biobased bouwen. “Enerzijds is er nog argwaan, zeker als het om niet-gecertificeerde producten gaat. Anderzijds gaan de bedrijven graag mee op de ontdekkingstocht naar hergebruikte of nieuwe materialen. Wij proberen ook zoveel mogelijk partijen te interesseren voor deze principes, want: hoe meer zielen, hoe meer kennis.”

Recyclen Maar a.s.r. keek bij de renovatie van het gebouw niet alleen of het oude materiaal hergebruikt kon worden. Ook werd gekeken of de nieuwe materialen op termijn geschikt zijn voor hergebruik. Een mooi voorbeeld daarvan is de keuze voor de vloerbedekking. Op het moment dat deze vervangen moet worden, is het mogelijk deze voor honderd procent te recyclen. ”Tegen die tijd worden materialen op eenzelfde manier gesloopt en afgevoerd, zoals dat nu ook is gedaan. Daarbij zijn sommige materialen te gebruiken voor een andere bestemming en andere materialen worden op een milieuvriendelijke wijze vernietigd.” Of het circulaire gebruik van materialen heeft gezorgd voor hogere of lagere kosten, daarover doet de verzekeraar geen mededelingen. “Het enige wat we wel willen zeggen, is dat de totale renovatie binnen het budget en de planning is gerealiseerd”, aldus Wassink.

duurzaam gebouwd | juni 2017

87


BEWEGINGSMELDERS

NIEUW

Serie 18

PIR bewegings- en aanwezigheidsmelders

• 18.5D.8.230.0000: - Voor directe besturing van 8 Dali voorschakelapparaten of LED drivers • 18.51.8.230.B300: - Instelbaar via Bluetooth met Android en iOS smartphones • 18.5K.9.030.0000: - Bewegings- en aanwezigheidsmelder met KNX bus • 19.6K.9.030.4300: - KNX schakelactor met 6 relaisuitgangen FINDER RELAIS NEDERLAND B.V. Industrieweg 13 A / 1521 NC WORMERVEER Tel.: +31 (0)20 615 65 57 E-mail: finder.nl@findernet.com

www.findernet.com


Circulaire economie ‘Green landmark’ op Amsterdamse Zuidas grotendeels voor iedereen toegankelijk

Een groot deel van het gebouw is voor iedereen toegankelijk.

Circl van ABN AMRO is bouwen 3.0 Het hoofdkantoor van ABN AMRO op de Zuidas krijgt een bijzonder broertje: het Circulair Paviljoen. Vlak voor het kantoor op het Gustav Mahlerplein is dit paviljoen vrijwel gereed voor opening. Aanvankelijk was de bedoeling dat het paviljoen een aanvulling op vergaderruimtes zou worden, gebouwd op een conventionele manier. Gaandeweg het ontwerpproces schakelde de bank over op meer circulair bouwen. Waarbij ook de functie een meer openbaar karakter krijgt met een restaurant en een rooftopbar, die voor iedereen toegankelijk zijn. Tekst: Harmen Weijer

Het Gustav Mahlerplein is de poort van de Amsterdamse Zuidas. Vanuit de metro en de trein lopen vele kantoormedewerkers via het plein iedere dag naar hun werk, tussen de middag lunchen velen van hen er, en na het werk is het een prima plek om na te borrelen. Om deze ‘groene loper’ én het plein te vervolmaken heeft ABN AMRO al

jaren geleden het idee geopperd er een vergadercentrum te realiseren, vertelt Mark van Rijt, directeur Facility Management ABN AMRO. “Dat kwam voort uit onze eigen wensen: het kantoor aan het Mahlerplein was aanvankelijk gebouwd voor 3500 medewerkers, maar inmiddels werken er 6.000 mensen. Dat is op zich al duurzaam, want we

duurzaam gebouwd | juni 2017

89


Duurzaam & Gezond

Met zo’n 50 gedreven medewerkers ondersteunt en ontzorgt Radiair Totaalinstallatie haar klanten al meer dan 40 jaar met oplossingen op het gebied installatietechniek, elektrotechniek, regeltechniek, beveiliging en service en onderhoud. Met specialismen op elk vakgebied, binnen onze eigen organisatie, kunnen wij meedenken en meepraten met technologische installaties.

De gezondheid van een gebouw is van het hoogste belang. Dit heeft namelijk grote invloed op het welzijn van de bezoekers en medewerkers. Uit onderzoek blijkt dat de productiviteit van medewerkers in een gezond gebouw met procenten toeneemt en het ziekteverzuim afneemt. Een gezond gebouw gaat in combinatie met duurzame installaties. Zo breng je twee belangrijke factoren bij elkaar en creĂŤer je de ideale situatie.

DUURZAAM & GEZOND Totaalinstallateur

Advies

Ontwerp

Realisatie

Duurzame samenwerking

Gezond en fris binnenklimaat

Duurzame technieken

Nazorg & Beheer

info@radiair.nl

www.radiair.nl

0348 55 23 66

Ambachtsweg 11 3411 MJ Lopik


Circulaire economie

bijvoorbeeld op deze locatie ervan gebruik zouden willen maken voor meetings met hun klanten. En zoals we nu al kunnen zien wordt van de vergaderruimten ’s avonds minder gebruik gemaakt door onze medewerkers. Waarom zouden we deze dan niet openstellen voor de omgeving?”

Circulaire tuin

De tuin van het Circulair Paviljoen.

hebben ondanks een bijna verdubbeling van medewerkers geen tweede kantoor gebouwd. Maar we liepen wel tegen de grenzen van het pand aan. Bovendien is een plein pas echt een plein als je het goed omsluit met gebouwen. En het hoofdkantoor staat iets naar achteren.” Het aanvankelijke ontwerp, dat werd neergelegd door De Architecten Cie., was vrij traditioneel. Terwijl de doelstelling van ABN AMRO steeds duurzamer is geworden. “Dat traditionele ontwerp probeerden we duurzamer te maken, door te gaan sleutelen aan het ontwerp met toevoegingen van bijvoorbeeld duurzamere materialen. Uiteindelijk liepen we hier helemaal op vast. We hebben dit ontwerp dan ook weggegooid en zijn opnieuw begonnen met ontwerpen.” Architecten Cie. ontwikkelde vervolgens in samenwerking met TRAJECT Adviseurs & Managers twee jaar geleden een meer circulair concept. Van Rijt: “Circulaire economie was iets waar we op dat moment zeker over nadachten, maar meer voor de wat langere termijn.”

Open voor groot publiek Het circulaire ontwerp van het gebouw werd uitstekend ontvangen door ABN AMRO. Als een resultaat daarvan is ook de functie van het gebouw – vergadercentrum als uitbreiding van het eigen kantoor – gewijzigd naar een meer duurzame functie. “Als je kijkt naar de 3 P’s realiseren we met dit paviljoen voor wat betreft ‘planet’ een green landmark. Ook met het bouwen op deze circulaire manier laten we zien dat het qua profit mogelijk is. Toen we nadachten over de people-kant kwam het idee op om het gebouw voor een groot publiek openbaar te maken. Het restaurant op de begane grond en de rooftopbar op het dak zijn voor iedereen toegankelijk. Daarmee betrekken we het publiek meer bij de bank en maken we echt contact met de omgeving.” En dat gaat waarschijnlijk nog verder dan nu wordt gedacht. De vergaderruimtes die ondergronds zijn gerealiseerd, zijn op dit moment nog voor ABN AMRO bedoeld. Van Rijt: “Maar nu al denken we er over om deze beschikbaar te stellen voor onze klanten, als die

Circulair bouwen gaat ver in het Circulair Paviljoen. Het begint al in de circulaire tuin die tussen het hoofdkantoor en het paviljoen wordt gerealiseerd, vertelt Merijn van den Bergh, directeur van het Circulair Paviljoen. “In de tuin wordt gebruik gemaakt van gebruikt zand en tegels, maar ook van eerder gebruikte planten. De bomen komen uit een bomenasiel. Er komen bijenhotels in, waardoor bijen kunnen zorgen voor een goede verscheidenheid van bloemen op de gehele Zuidas. We hebben al zes bijenkassen in de tuin bij het huidige kantoor. De honing verkopen we al in het bedrijfsrestaurant en straks in het restaurant van het Paviljoen.” Op het beton na zijn alle materialen demontabel en opnieuw te gebruiken. Bovendien komt al het nieuwe hout – voor bijvoorbeeld de balken in het restaurant – uit een lariksproductiebos in Limburg. In de vergaderruimten wordt gebruik gemaakt van ‘tweedehands’ binnenkozijnen. “Onze leverancier New Horizon haalt de kozijnen uit slooppanden, zogeheten oogstpanden waar nog meer wordt uitgehaald, zoals leidingwerk en kabelgoten. Deze kozijnen worden ook niet opnieuw geschilderd, maar wel met een biologische beits beschermd. Ze houden de look and feel die ze oorspronkelijk al hadden.” Deze robuuste, basics-uitstraling is illustratief voor de rest van het Paviljoen. Zo zijn de ventilatiekanalen en het leidingwerk aan het plafond niet weggewerkt achter een systeemplafond. Zelfs de temperatuurregelaars van de vloerverwarming worden niet weggewerkt. Om toch te zorgen voor een goede akoestiek is op het plafond speciaal akoestisch materiaal aangebracht. Van den Bergh: “Dat materiaal is op een bijzondere en uiteraard circulaire wijze verkregen. Het is namelijk gemaakt van gerecyclede spijkerbroeken. Het gaat om 16.000 oude spijkerbroeken, waarvan circa 1.000 afkomstig van ABN AMRO-medewerkers. We hebben daarvoor vorig jaar een inzamelingsactie onder ons personeel gehouden, en we sparen nog steeds. Daarnaast worden vezels uit onze bedrijfskleding, 25.000 kilo in totaal, verwerkt in het stucsel

‘De ‘tweedehands’ binnenkozijnen haalt onze leverancier New Horizon uit zogeheten oogstpanden’ duurzaam gebouwd | juni 2017

91


SL 38

Nieuw ultraslank aluminium raam- en deursysteem

SL 38 Classic

SL 38 Cubic

SL 38 Ferro

De doorontwikkeling van het meest succesvolle raam- en deursysteem van Reynaers resulteerde in het nieuwe SL 38. Ultraslank en toch voldoet dit systeem aan alle moderne technische speciÔcaties waaronder een hoge isolatiewaarde én brandwerendheid. SL 38 is beschikbaar in drie stijlen: Classic, Cubic en Ferro. De strakke uitstraling past uitstekend bij renovatieprojecten als vervanging van stalen ramen en ook in nieuwbouw levert SL 38 een belangrijke bijdrage aan de detaillering van een gebouw. Interesse voor een proÔlering op maat? Neem contact op met de adviseurs van Reynaers.

Kijk op www.reynaers.nl of bel +31 (0)492 – 56 10 20


Circulaire economie

voor het afwerken van de grote TEDx-achtige ruimte in de achterste vleugel van het Paviljoen. Met deze vezels krijgt het stucwerk een dempende akoestische werking.” Ook het meubilair is deels afkomstig uit oude ABN AMRO kantoorgebouwen; het zijn afgedankte maar nog steeds prima te gebruiken stoelen en tafels uit andere kantoorpanden.

‘Dankzij zo veel mogelijk natuurlijke ventilatie is een minimum aan installaties nodig’

Gelijkspanning Voor verwarming maakt het Circulair Paviljoen gebruik van een bodemwisselaar op tachtig meter diep onder het Paviljoen. En dankzij zo veel mogelijk natuurlijke ventilatie is een minimum aan installaties nodig. Opmerkelijk is dat het Paviljoen is uitgelegd op gelijkspanning in plaats van de gebruikelijke wisselstroom. Van den Bergh: “Dat is gezien de 500 zonnepanelen op ons dak een duurzame keuze, zodoende hebben we minder omvormingsverlies. Dat zorgt wel voor een uitdaging omdat de meeste apparaten nog niet zijn berekend op gelijkspanning. En om te voorkomen dat we dat weer gaan omvormen, willen we zo spaarzaam mogelijk omgaan met laptops, beeldschermen en beamers vanwege de beperkte beschikbaarheid van stroom.” ABN AMRO wilde met een stroomaansluiting van 160 kVA het Paviljoen laten bedruipen. “Een flink deel is nodig voor de keuken; al hadden wij de lat hoog gelegd. We wilden namelijk niet meer dan 35 kVA beschikbaar stellen voor keukengebruik”, vertelt Van den Bergh. “Maar gemiddeld gebruiken 200 mensen de pantry’s in de vergaderruimten; zijn er 160 mensen in het restaurant op de begane grond en kunnen er 80 mensen in de rooftopbar zitten. Er was

De buitenzijde van het paviljoen vanaf de Mahlerlaan.

geen partij te vinden die dit binnen de gevraagde 35 kVA kon houden; de meesten hebben 200 tot 250 kVA nodig. De partij waarmee we nu werken, Vermaat, kan met 100 kVA uit de voeten. Dus komen we in de knel met onze doelstelling. Daarom kijken we serieus naar opslag, maar er zijn nog te weinig partijen die gelijkstroom kunnen opslaan en weer als gelijkstroom kunnen terugleveren.” Het gevolg is dat alsnog is aangesloten op de hoofdaansluiting van het grote ABN AMRO-kantoor. “Maar wel hebben we er KPI’s op gezet om ieder jaar te reduceren, en te kijken naar goede energieopslagmethoden.”

Liftschacht De gelijkspanningsregelaar is in een opmerkelijke technische ruimte gesitueerd. Want passend in de circulaire gedachte is één van de twee liften geschrapt. In die liftschacht is de gelijkspanningsregelaar opgenomen. “Onze liftleverancier, Mitsubishi Elevator Europe, gaf aan dat één lift voldoende is voor onze capaciteit. Bovendien biedt Mitsubishi de mogelijkheid om de lift niet aan te kopen, maar alleen verticale liftbewegingen af te nemen. Dat past helemaal in de circulariteit van het Paviljoen. We hebben de liftschacht wel laten zitten om het verhaal te kunnen vertellen dat niet alles goed gaat in deze nieuwe manier van bouwen”, aldus Van den Bergh. Het restaurant op de begane grond staat open voor iedereen. “Daarnaast gaan we zogeheten shared diners organiseren. Daarbij worden klanten en mensen uit de omgeving uitgenodigd om met elkaar aan lange tafels te komen dineren; dat biedt een kans om tot gesprekken met elkaar te komen. Op 18 mei is de eerste al geweest.” Op het dak liggen 500 bijzondere zonnepanelen, want ze zijn uitgevoerd zonder metalen rand. “Dat heeft als voordeel dat er ruimte is om meer zonnepanelen neer te leggen, maar ook aan de gevel te hangen. Want ook dat is de bedoeling.” Al deze circulaire maatregelen zijn niet onopgemerkt gebleven. Niet alleen eigen medewerkers, klanten, scholieren en studenten, maar ook het Amerikaanse certificeringsinstituut voor gezond bouwen, WELL, ziet het Circulair Paviljoen als een ideale manier om meer voet aan Nederlandse wal te krijgen. “De certificering is nog niet helemaal rond, maar we zetten in op WELL-certificaat Goud. Zodat we nog een uitdaging hebben om in de toekomst voor het hoogste certificaat Platinum te kunnen gaan”, besluit Van den Bergh.

duurzaam gebouwd | juni 2017

93


Wie aantoonbaar duurzaam wil bouwen, eist ... De nieuwe standaard in Nederland Opdrachtgevers willen duurzaam bouwen en eisen aantoonbaar duurzame bouwproducten. Het keurmerk BetonBewust | CSC helpt duurzaam bouwen waar te maken door zekerheid te bieden over de verantwoorde herkomst van grondstoffen, een milieuvriendelijke productieproces en optimale recyclebaarheid. Bovendien profiteert de afnemer van de kennis van de gecertificeerde leverancier die continu bezig is met de innovatie van het betonproduct om (nog) betere bouwresultaten te realiseren.

De garantie voor duurzaam beton

Samenwerken als voorwaarde

Nederland telt ongeveer 400 betonfabrikanten, 170 beton-

Het realiseren van duurzame gebouwen of constructies met

mortelcentrales en 50 grondstofleveranciers. Een deel daarvan

beton is alleen mogelijk wanneer opdrachtgevers, aannemers,

mag nu al het exclusieve BetonBewust | CSC keurmerk voe-

constructeurs en toeleveranciers daaraan een actieve bijdrage

ren. Deze bedrijven voldoen aan strenge eisen als het gaat om

leveren. Het is een continuproces waarin alle partijen belemme-

verantwoorde herkomst van materialen en grondstoffen, milieu-

ringen weg nemen, kansen benutten en innovaties bevorderen.

management en reductie van CO2, hergebruik, integriteit,

BetonBewust | CSC leveranciers garanderen hun opdracht-

veiligheid, impact op de omgeving en arbeidsomstandigheden.

gevers in dit proces dat zij een waardevolle bijdrage leveren.

Waarom is BetonBewust | CSC belangrijk?

Onafhankelijk

Prestaties

Betrouwbaar

Fiscaal voordeel

De certificaten worden geauditeerd en uitgegeven door een onafhankelijke certificeringspartij

Het gebruik van het certificaat versterkt de prestaties van het bedrijf en staat borg voor verantwoorde herkomst en duurzame resultaten.

Het BetonBewust | CSC certificeringssysteem is wereldwijd getest door grote en kleine bedrijven/ producenten

In de nieuwe milieulijst van de Milieu-

Meer informatie: www.betonbewust-csc.nl

investeringsaftrek (MIA) en de Willekeurige afschrijving milieu-investeringen (Vamil) is duurzaam beton met ten minste 30% gerecycled materiaal opgenomen. EĂŠn van deze voorwaarden is een certificaat op basis van het certificeringsprogramma BetonBewust | CSC.

Meer informatie: Beton Bewust|CSC | Regional System Operator CSC | Postadres: Postbus 194, 3440 AD Woerden Telefoon: 0318-557474 | info@betonbewust-csc.nl | www.betonbewust-csc.nl Voor meer informatie en keurmerkhouders www.betonbewust-csc.nl


Circulaire economie Verrijking van vurenhout met polypyrrool leidt tot verbeterde duurzaamheidsklasse

Slim hout aan de gevel De houtsector timmert aan de weg. Zo zien we steeds meer houten gevelbekleding. Sommige houtsoorten zoals western red cedar en tropische houtsoorten als ipé hebben geen verdere behandeling nodig. Minder duurzame houtsoorten worden gemodificeerd. Een innovatieve techniek hiervoor is het verrijken van vurenhout met polypyrrool (PPy). Inmiddels zijn de eerste projecten opgeleverd. Tekst: Gerrit Tenkink

Eerst het proces: het vurenhout wordt voorzien van het monomeer pyrrool en een geschikt oxidatiemiddel. Dat kan met allerlei methodes zoals dompelen of impregneren. Als het oxidatiemiddel in contact komt met pyrrool ontstaat polypyrrool: gepolymeriseerd pyrrool. Het polypyrrool geeft het hout een unieke diepzwarte kleur. Afhankelijk van het precieze proces leidt een verrijking van vurenhout met polypyrrool tot een verbeterde duurzaamheidsklasse. Er is potentie voor duurzaamheidsklasse 2-3, terwijl vurenhout van zichzelf klasse 4-5 is. Daarmee komt het in de buurt van douglas en lariks en thermisch gemodificeerd hout. De UV-bestendigheid van de zwarte kleur zal vijf tot tien jaar zijn, afhankelijk van het gevolgde proces. Voor de productie van pyrrool kan gebruik gemaakt worden van biomassa. Dat sluit mooi aan op de vraag naar biobased materialen.

In de stad Groningen ontwierp architect Ben van der Meer voor een particulier een uitbouw van de woning: ‘De Vleugel’. (foto: Harry Cock)

Polypyrrool heeft voor bouwproducten een aantal interessante eigenschappen. Puur polypyrrool is waterafstotend, brandvertragend, UV-bestendig, geleidend en stralingabsorberend. Een van de uitdagingen is om deze eigenschappen over te brengen op vurenhout en andere materialen, zodat er producten met meerdere functies kunnen worden gemaakt. Voor de toepassing in de gevels van de proefprojecten is vooral de eigenschap van UV-bescherming getest en de geschiktheid voor buitentoepassing. Andere eigenschappen kunnen verder geëxploreerd worden voor toepassing in de bouw, maar dat vergt nog veel onderzoek.

Mogelijkheden in de bouw

‘Door behandeling met polypyrrool krijgt vurenhout de duurzaamheidsklasse 2-3 in plaats van 4-5’

In september 2015 is een onderzoek gestart met steun van het nationale regieorgaan praktijkgericht onderzoek SiA om de mogelijkheden voor het gebruik van polypyrrool in de bouw in kaart te brengen. Daarbij worden de mogelijkheden verkend op verschillende biobased materialen als hout, bamboe en biocomposieten. Aan het einde van het project wordt ook een demonstratieproject gerealiseerd, waarbij polypyrrool-producten daadwerkelijk worden toegepast.

duurzaam gebouwd | juni 2017

95


Een installatie bij Mevo Houtindustrie in Helmond. (foto: Innovita/Saxion)

Nieuwe ketens van bedrijven worden gevormd om de nieuwe materialen en producten te realiseren. Dit onderzoeksproject wordt geleid door het lectoraat Innovatieve Technologie voor de Bouw van hogeschool Saxion Enschede. Circa twintig MKB-bedrijven hebben zich aangesloten bij het project. Onderzoeksinstituut TNO is als belangrijke kennispartner betrokken en heeft het idee geïnitieerd om hout en natuurlijke materialen met polypyrrool te verrijken. Ook Andries van Eckeveld, eigenaar van het bedrijf Innovita, is nauw betrokken bij de ontwikkeling en het op de markt brengen van met PPy-verrijkt hout. Hij ziet veel potentie. “Er is sprake van een biobased herkomst. Daarnaast is het productieproces relatief energiezuinig; er is bijvoorbeeld geen hoge temperatuur nodig. De applicatie zoals nu bedacht is, vraagt in de praktijk niet meer dan een doorlooptijd van een week. Zo’n product kan financieel concurrerend zijn. Misschien wel het mooiste unique selling point is de fraaie matte uitstraling. Ik merk dat veel architecten die uitstraling aantrekkelijk vinden.”

hebben apparatuur ontwikkeld om met de grondstoffen overweg te kunnen”, vertelt directeur Olaf Vijn. “Ook is meetapparatuur ontwikkeld om de parameters van de vloeistoffen in de gaten te houden. Dit zijn allemaal zaken die nog niet op de markt te krijgen zijn en die we zelf hebben moeten uitdenken. Investeringen zijn voornamelijk gedaan in het vooronderzoek om met schimmel- en QUVtesten te onderzoeken wat de duurzaamheid is en hoe lang het hout onderhoudsvrij wordt. Hier zijn tot nu toe enkele tonnen aan onderzoeksgeld in geïnvesteerd.” Hij is ervan overtuigd dat het product zijn weg naar de markt zal vinden. “Nu gaat onze voorkeur uit naar vurenhout, maar er zijn ook andere houtsoorten mogelijk. Elke houtsoort vraagt echter een eigen aanpak en als we dat allemaal zouden onderzoeken, dan zou dat het project in dit stadium alleen maar vertragen. Later willen wij wél andere houtsoorten onderzoeken, zoals hardhoutsoorten met een lage duurzaamheidsklasse of waar veel spint in

Verdienmodel Als een van de bedrijven is Mevo Houtindustrie ervan overtuigd dat met PPy verrijkt hout een grote kans van slagen heeft. Sterker nog, het bedrijf heeft al geïnvesteerd in een proefinstallatie om het hout te behandelen. “We

96

juni 2017 | duurzaam gebouwd

‘Het polypyrrool geeft het hout een unieke diep zwarte kleur’


Circulaire economie

aanwezig is. Ook willen we houtsoorten onderzoeken, die wel al een hoge duurzaamheid hebben, maar waar de kleur ‘zwart’ een rol speelt. Deze zwarte uitstraling die we met dit procedé produceren, is uniek en valt erg in de smaak bij architecten en projectontwikkelaars. Uiteraard gaan wij van een winstgevend businessmodel uit, anders zouden we geen geld erin steken. Het grote voordeel van de behandeling is dat je met een laagdrempelige methode een houtsoort met een lage duurzaamheid naar een hogere brengt. Waarbij je direct ook een unieke kleur en uitstraling eraan geeft, die al snel vijf tot tien jaar onderhoudsvrij is. De belangstelling is groot: we hebben voldoende enthousiaste architecten en aannemers als volgers, die al verschillende pilots met ons hebben uitgevoerd en vooraan in de rij staan om met dit product aan de gang te gaan zodra het gereed is voor de markt.” Mede vanwege de monitoring door wetenschappers heeft Vijn vertrouwen in de optimalisering van het product. “We zijn nu bijvoorbeeld bezig met procesvariabelen. Daarbij kun je denken aan de manier van impregneren, de optimale samenstelling van het oxidatiemiddel en de duur van het dompelen of impregneren.”

‘Er is sprake van een biobased herkomst en het productieproces is relatief energiezuinig’

Hoe dan ook heeft Van Eckeveld over aandacht niet te klagen. “Het meest positieve vind ik de geïnteresseerde reacties die we krijgen op het biobased concept en op de uitstraling van het met polypyrrool verrijkte vurenhout”, licht hij toe. “Daarmee dragen we actief bij aan verduurzaming in de bouwbranche met veel esthetische kwaliteit.” Op dit moment zijn her en der in het land enkele proefprojecten uitgevoerd met polypyrrool behandeld hout. Na de zomer openen Saxion en andere betrokken partijen een demowoning in Deventer, waarin meerdere varianten naast elkaar worden getest.

Duurzaamheid en schoonheid Het PPy-behandelde hout kleurt zwart. Dat trok de aandacht van architect Ben van der Meer van het Groningse architectenbureau Vector-i. Van Eckeveld attendeerde hem op het hout en hij paste het toe bij de uitbouw van een woning in Groningen. “Ik heb mijn voelsprieten uitstaan naar biobased producten. Wat mij betreft komen duurzaamheid en schoonheid bij dit product bij elkaar. Gelukkig wist ik een opdrachtgever te vinden die ook geïnteresseerd is in de pioniersgedachte en de toekomstmogelijkheden van dit product. Er is veel mogelijk en ik vind het interessant om die ontwikkelingen te volgen. Ik probeer mijn klanten altijd te motiveren om te kiezen voor verandering en milieuvriendelijke producten. Je hebt pioniers nodig om te veranderen.” In de stad Groningen ontwierp Van der Meer voor een particulier een uitbouw van de woning: ‘De Vleugel’. Het ontwerp ontving de publieksprijs ‘Dag van de Architectuur 2016’. “Ik werd in eerste instantie getriggerd door de prachtige kleur van het hout. De kleur zwart komt heel natuurlijk over. Later bleek dat het product licht elektrisch geleidend is. Dit soort aspecten is voor mij extra reden om de ontwikkelingen op de voet te volgen.”

Esthetische kwaliteit Uiteraard gaat het ontwikkelproces niet in een rechte lijn omhoog. “Bij dit soort ontwikkelingen stuit je gaandeweg op allerlei kinderziekten”, merkt Van Eckeveld. “Het uitlogen van het oxidatiemiddel is bijvoorbeeld een punt van bijzondere aandacht: in sommige situaties kan vervuiling op onderliggende bouwdelen ontstaan. Dit probleem hebben we in de laboratoriumsetting inmiddels onder de knie. Ook ontwikkelen we een methode om bijvoorbeeld zaagkantjes en beschadigingen bij te werken tijdens of na de montage.”

Misschien wel het mooiste unique selling point: de fraaie matte uitstraling. (foto: Innovita/Saxion)

duurzaam gebouwd | juni 2017

97


De nieuw ROCKFON Eclipse™ kaderloze plafondeilanden krijgen voortaan een strakke A afwerking en het superieure superwitte oppervlak van ROCKFON Blanka®

www.rockfon.nl


Circulaire economie

Logistiek centrum New Logic VI herbergt tal van slimme oplossingen Rhenus Contract Logistics maakt sinds eind februari gebruik van een nieuw duurzaam logistiek centrum in het Brabantse Son en Breugel. Op bedrijventerrein Ekkersrijt realiseerde bouwbedrijf Heembouw in slechts zeven maanden tijd de nieuwe huisvesting voor de logistiek dienstverlener. Tekst: Henk-Jan Hoekjen

Het in opdracht van ontwikkelaar Dokvast gerealiseerde project New Logic VI blinkt uit in duurzaamheid. Binnenkort wordt het pand gelauwerd met het BREEAM-Outstandingcertificaat. Dit is onder meer te danken aan een slim verlichtingssysteem van aanbieder TRILUX. Betrokkenen geven tekst en uitleg. Dokvast heeft zich de laatste jaren leren kennen als een ontwikkelaar die zich sterk maakt voor de ontwikkeling van duurzaam logistiek vastgoed. Deze insteek heeft onder meer geleid tot een serie gebouwen met de naam ‘New Logic’. Op bedrijventerrein Ekkersrijt verrees recentelijk het zesde project dat onder deze naam gerealiseerd werd.

New Logic VI is een door Habeon Architecten ontworpen distributiecentrum van 53.000 vierkante meter, dat ondertussen in gebruik is genomen door huurder Rhenus Contract Logistics. Enige jaren geleden streek het van oorsprong Duitse bedrijf reeds neer op het oostelijke gedeelte van bedrijvenpark Ekkersrijt. Maar gezien de groei van Rhenus – met name op het gebied van ‘health-tech’ en mediaproducten – was een uitbreiding van de logistieke capaciteit noodzakelijk. De oplossing werd gevonden in New Logic VI. Dankzij een ‘lean’-bouwmethode had aannemer Heembouw slechts 7 maanden nodig om het gebouw te realiseren. Afgelopen februari kon Rhenus het gebouw in gebruik nemen.

Het meest in het oog springende aspect van het door Dokvast ontwikkelde New Logic VI is ongetwijfeld de bijzondere gevel.

duurzaam gebouwd | juni 2017

99


project

wandbekleding meubelbekleding gordijnstoffen

Vescom Nederland B.V. t +31 493 350 767 e nederland@vescom.com www.vescom.nl


Circulaire economie

Het logistieke centrum is uitgerust met 108 docks; de maximale opslaghoogte van het duurzame gebouw bedraagt 12,2 meter.

Maaiveld Het door Dokvast ontwikkelde New Logic VI is in meerdere opzichten opmerkelijk. Het meest in het oog springende aspect is ongetwijfeld de bijzondere gevel. Habeon Architecten voorzag het pand van een bijzondere witte ‘golf’, die de gevel een geheel eigen herkenbare signatuur geeft. Maar behalve de gevel is er nog wel wat meer bijzonders te melden over het project in Son. Want New Logic VI is niet alleen esthetisch, maar ook functioneel een project dat boven het maaiveld uitsteekt. Met name op het gebied van duurzaamheid is alles uit de kast gehaald. Dat begon al tijdens het ontwerpproces: Habeon

Architecten (overigens een onderdeel van de Heembouw Groep) kreeg voor het ontwerp de BREEAM-kwalificatie ‘Outstanding’, met een score van 87,1 procent. En voor het uiteindelijk gerealiseerde gebouw wordt binnenkort naar verwachting eveneens het predicaat ‘Outstanding’ in de wacht gesleept. New Logic VI behoort daarmee tot de top 5 meest duurzame distributiecentra in Nederland. “We geloven sterk in het belang van duurzaamheid”, zegt Jos Klanderman, managing director van Dokvast. “In de toekomst zullen de normeringen steeds strenger worden. Wij willen daarop vooruit lopen omdat we willen dat onze huurders een gebouw hebben dat nu al voldoet aan alle toekomstige voorwaarden.” De duurzaamheid van het pand – en van de eerdere New Logic-projecten van Dokvast – is te danken aan tal van maatregelen. “Voor een ‘Outstanding’-beoordeling moet je minimaal 85 procent halen, wat inhoudt dat je op credits moet scoren”, zegt Rudy van de Water, die namens Quadrant4 als BREEAM-adviseur bij het project betrokken was. “Bij New Logic VI wordt deze score behaald dankzij een combinatie van factoren, waaronder de hoge isolatiewaarde, de duurzame materialen en de uitgebalanceerde wijze waarop de ventilatie en de koeling van het pand gerealiseerd zijn.” Voorts is het dak voorbereid op de toekomstige plaatsing van zonnepanelen.

Building Dashboard Een ander opmerkelijk aspect van het project is het feit dat in New Logic VI voor het eerst gebruik gemaakt is van de door Dokvast ontwikkelde unieke Building Dashboard App, waarmee het verbruik en de financiële effecten van de verschillende duurzame besparingsmaatregelen overzichtelijk in kaart gebracht kunnen worden. Via de app zijn de meterstanden van elektriciteit, gas en water per unit, afdeling of van het gehele pand te bekijken. Ook onderhoud, reparatieverzoeken en storingen kunnen op gebruiksvriendelijke manier via de iPad worden gemeld. “Systemen en gebouwcomponenten zijn flexibel aan te passen en communiceren met elkaar”, vertelt Jos Klanderman over dit aspect van New Logic VI. “Hiermee krijg je meer inzicht doordat het gebouw zélf meldt wanneer er bijvoorbeeld excessen zijn in het energiegebruik.” De toepassing van deze opmerkelijke innovatie levert geen BREEAM-punten op. “Maar het is zeker zo dat deze innovatie een positieve invloed heeft op het energieverbruik”, benadrukt BREEAMadviseur Van de Water. “Want dankzij het inzicht dat het dashboard biedt, wordt men in de dagelijkse praktijk getriggerd om energiezuiniger te denken. Ook worden eventuele problemen veel sneller gedetecteerd. Dat werkt zeker mee in het verhogen van de duurzaamheid.”

Intelligente sensoren Een van de opmerkelijke aspecten is de slimme ledverlichting, die zorgt voor een optimaal visueel comfort.

Eén van de aspecten die op die manier te monitoren is, is de verlichting die in New Logic VI is geïnstalleerd. Het distributiecentrum is uitgevoerd met een intelligent lichtmanagementsysteem, waarbij elk armatuur zijn

duurzaam gebouwd | juni 2017

101


NIEUW

EĂŠn innovatief profielsysteem voor alle dubbel- en tripleglas oplossingen SOFTLINE 82 NL: het kunststof profielsysteem dat speciaal is ontwikkeld voor triple glas. Met SOFTLINE 82 NL worden hogere isolatiewaarden bereikt, wat resulteert in een lager energieverbruik en minder CO2 uitstoot. Het dikwandige profiel (wandsterkte klasse A!) zorgt voor vaster zittende schroeven en extra stevige hoekverbindingen waardoor ramen en deuren vele jaren lang perfect

functioneren. Kenmerkend is ook het Dutch design dat past bij

de Nederlandse bouwstijlen.

Meer comfort, minder energieverbruik en 100% recyclebaar: SOFTLINE 82 NL maakt het verschil!

www.vekakozijn.nl


Circulaire economie

aan te sturen via de iPad. Dit is the internet of things.” Lichtadviseur Bosschart spreekt in dit opzicht van een ‘huzarenstukje’, en ook BREEAM-expert Van de Water is enthousiast over de innovatieve oplossing: “Het lichtsysteem leidt tot een veel lager energieverbruik”, zegt hij. “Dit is onder meer te danken aan het feit dat het licht per gebied te regelen is. Dankzij de software kun je heel eenvoudig zorgen dat er alleen licht is – in de juiste hoeveelheid – waar je het licht nodig hebt.”

Flexibiliteit

New Logic VI wordt gehuurd door logistiek dienstverlener Rhenus Contract Logistics.

eigen IP-adres heeft. Hierdoor is de verlichting slim aan te sturen: elk gebied in de ruime hal krijgt de verlichting die het nodig heeft. Het verlichtingsysteem werd geleverd door verlichtingsfabrikant TRILUX, dat in nauwe samenwerking met Dokvast een op maat gemaakte verlichtingsoplossing realiseerde. “Al onze gebouwen worden gerealiseerd op basis van teamwork en partnerschap”, aldus Dokvast-directeur Klanderman over de samenwerking. “We kozen in dit project voor TRILUX omdat dit een partij is die stappen vooruit wil zetten. Gezamenlijk hebben we de onderliggende software gebouwd die het de huurder mogelijk maakt om de verlichting flexibel in te zetten.” De basis van de TRILUX-oplossing die in Son werd toegepast, bestaat uit modulaire ledlichtlijnen die speciaal ontwikkeld zijn voor gebruik in logistieke hallen. “Deze worden aangestuurd door een op maat ontwikkelde versie van het lichtmanagementsysteem LiveLink”, vertelt TRILUX’ Key Accountmanager Industrie en Logistiek James Bosschart. “De E-line ledlichtlijnen zijn uitgerust met geïntegreerde noodverlichting en intelligente sensoren, waardoor de verlichting verbonden is in een netwerk.” De sensoren registreren onder meer aanwezigheid en daglicht en dimmen de verlichting automatisch als kunstlicht niet nodig is. Ook genereren de sensoren allerlei data, die inzicht geven in bijvoorbeeld de onderhoudsbehoefte en het energieverbruik. Deze gegevens worden opgeslagen in het Building Dashboard van Dokvast. “De status van het gebouw kan iedere minuut worden uitgelezen via een app”, aldus Klanderman. “De klant kan naar wens zelf de lichtsterkte regelen door middel van gecombineerde bewegingsdetectie, daglichtregeling en dimmen. Allemaal

TRILUX heeft als totaalaannemer voor de verlichting het projectmanagement gevoerd in alle verlichtingsvraagstukken, van BREEAM-ready lichtplan en productlevering tot installatie en onderhoud. “We hebben dit project ‘turn key’ uitgevoerd”, zegt James Bosschart. “We hebben allerlei creatieve en innovatieve oplossingen kunnen bieden. Zo hebben we een speciale aanpassing gedaan op ons LiveLink-systeem, waardoor het helemaal op maat gesneden is voor dit project. We hebben bijvoorbeeld een app ontwikkeld die de plattegrond van de hal visualiseert. Daardoor kan de verlichting laagdrempelig geregeld worden.” Een ander bijzonder aspect van het project is het feit dat er meer vermogen geïnstalleerd is dan in de regel toegepast wordt in logistieke hallen. “Normaal gesproken kies je in een dergelijke ruimte voor 185 lux”, zegt de TRILUX-lichtadviseur. “Maar in New Logic VI hebben we er meer vermogen toegepast. We dimmen naar het gewenste lichtniveau. Op die manier kom je veel beter tegemoet aan de gewenste flexibiliteit.” Bij het vaststellen van de juiste niveaus hebben de gebruikers een belangrijke stem in het kapittel, benadrukt Bosschart. “De Rhenusmedewerkers komen uit een situatie waar voortdurend overal hetzelfde lichtniveau was. In deze nieuwe hal wordt met behulp van sensoren het licht gedimd op de plekken waar niemand aanwezig is. Dat moet je natuurlijk goed instellen, in overleg met de mensen die er dagelijks gebruik van maken.”

Sociale duurzaamheid Het resultaat van de inspanningen van de betrokken partijen is een duurzame en toekomstbestendige logistieke hal, met lage energiekosten en een zeer hoog visueel comfort voor de medewerkers van Rhenus. En dat is belangrijk, want wetenschappelijk onderzoek laat zien dat er een nauwe correlatie is tussen lichtniveau, productiviteit en ziekteverzuim: medewerkers die in goed licht werken, voelen zich prettiger en presteren daardoor beter. Dat is een aspect van (sociale) duurzaamheid dat, mede dankzij de vele gebruiksvriendelijke ‘smart’ oplossingen die beschikbaar komen voor de bouwsector, de komende jaren steeds meer aandacht zal gaan krijgen. “Dit is voor ons een belangrijk project”, zegt James Bosschart dan ook. “Hier zijn oplossingen ontwikkeld die in de toekomst gemeengoed zullen gaan worden.” Jos Klanderman van Dokvast is het er helemaal mee eens: “Met dit project lopen we voorop.”

duurzaam gebouwd | juni 2017

103


Isolatieoplossingen van Termokomfort

Milieubewust en innovatief! Door alle aandacht voor energiebesparing en milieu in de media is het isoleren van woningen en gebouwen ‘hotter’ dan ooit. Bij Termokomfort is de isolatie van gebouwen pas echt in ‘groene’ handen. Dat komt onder andere omdat we recyclebare en biologisch afbreekbare grondstoffen voor onze isolatieproducten én -systemen gebruiken die zorgen voor een minimale belasting van het milieu. BioFoamPearls bijvoorbeeld is 100% plantaardig, cradle-to-cradle gecertifi ceerd en biedt de allerhoogste isolatiewaarde in de markt.

100% natuurlijk product Gecertificeerd energiezuinig Hoogste isolatiewaarden in de markt 100% veilig voor mens en milieu Flexibel in de verwerking Inzetbaar voor vele vormen van isolatie

dakisolatie

spouwisolatie

kruipruimteisolatie

Bel vandaag nog voor een vrijblijvend gesprek en wij vertellen u graag hoe Termokomfort de beste ‘groene’ isolatieoplossingen in de markt kan bieden! akoestische isolatie

(036) 538 75 58 www.termokomfort.nl

maakt het behaaglijk


Circulaire economie

Pionieren met C2C In Venlo ligt de duurzame lat hoog: de gemeente wil in 2030 energieneutraal zijn en zet bovendien fors in op Cradle to Cradle (C2C). De Floriade, het nieuwe stadskantoor en basisschool De Zuidstroom zijn hiervan het sprekende bewijs. En ook bij sportzaal Zuid – tevens onderwerp van een recent rondetafelgesprek – laat de gemeente zich inspireren door de C2C-principes. Tekst: Wilma Schreiber, Beeld: Peer Odekerken

De nieuwe sportzaal – 1.200 vierkante meter brutovloeroppervlak plus een openbare buitenruimte met 24 parkeerplaatsen – moet voorzien in de groeiende behoefte aan ruimte voor het sportonderwijs van met name het basis- en speciaal onderwijs in Venlo-Zuid. C2C vormt de rode draad bij de bouw. “De gemeente Venlo heeft C2C omarmd om de regio een nieuw economisch perspectief te bieden”, verklaart projectleider Ralph Thijssen van de gemeente Venlo. Bas van de Westerlo van C2C Expolab werd gevraagd zitting te nemen in het ontwerpteam. “Hij hielp ons onze C2C-ambities te formuleren en samen hebben we het programma van eisen opgesteld.” Het ontwerpteam werd verder aangevuld met Quant Architectuur en installatietechnisch adviesbureau Volantis. Tijdens de aanbesteding moest blijken of de C2C-ambities van de gemeente Venlo binnen budget te realiseren waren.

De deelnemers poseren op de locatie van de rondetafel, het C2C ExpoLAB in Venlo. Eric Hasselmann, Bas van de Westerlo, Max Markusse, Ralph Thijssen, Remco Ververs en Diana Verkooijen.

“De perceptie is toch dat C2C bouwen per definitie duurder is. In de normbedragen voor sportvoorzieningen ontbreekt het duurzaamheidsverhaal en bijkomende kosten. Het is dan ook van belang kosten en baten goed in beeld te brengen. En vervolgens te bepalen waar je wel en niet C2C op inzet”, aldus Diana Verkooijen-Schram, planeconoom bij de gemeente Venlo. “We hebben het plan doorgerekend op direct en indirect rendement. Daaruit bleek dat het geplande investeringsbudget te laag was. Vandaar dat we de raad verzocht hebben om extra geld.”

Andere zienswijze C2C bouwen vergt een andere zienswijze, aldus Thijssen. “Je moet het benaderen als een investering in levensduur. Een lucht/water-warmtepomp is qua aanschaf duurder dan een cv-ketel, maar je bent niet afhankelijk van gas, bespaart op energiekosten en beperkt de CO2-uitstoot.” Op basis van de businesscase wist het projectteam de raad te overtuigen. Verkooijen: “Voor een Total Cost of Ownership (TCO)-benadering hebben we de beschikbare budgetten voor investering en exploitatie in de gemeentelijke begroting samengevoegd. De investering is wat hoger, maar de exploitatievoordelen dekken deze meerkosten ruimschoots af. Concreet: een voordeel van € 300.000 over veertig jaar op de gemeentelijke begroting.” Het ontwerp van de sportzaal weerspiegelt de uitgangspunten van C2C. “We hebben gekozen voor een bijna volledig demontabele sportzaal en werken zo veel mogelijk met gezonde en veilige materialen, zoals een Accoyahouten gevelconstructie. Een geheel houten constructie was helaas niet mogelijk, vanwege de vrije hoogte-eisen voor sportzalen in relatie tot de voorwaarden in het bestemmingsplan. Vandaar de stalen constructie en een plint van ClickBrick”, aldus Max Markusse, directeur en projectarchitect bij Quant Architectuur. “De materialen die we gebruiken, beschikken over materiaalpaspoorten en dankzij de gekozen bouwmethodiek behouden verschillende materialen restwaarde. Als het gebouw ooit zijn functie vervuld heeft, kunnen ze als grondstof dienen voor andere toepassingen.”

duurzaam gebouwd | juni 2017

105


All electric In het plan van eisen lag de focus op drie thema’s, die tevens het uitgangspunt voor de aanbesteding vormden. Allereerst schone energie. Ten tweede een materialenbank met restwaarde en ten derde een gezonde plek om te leren en te sporten. Partijen werd tevens gevraagd waar zij kansen zagen voor C2C. Daarnaast overlegde de gemeente Venlo een programma van wensen en moesten inschrijvende ontwerpende partijen een kansen- en risicodossier opstellen. Dit dossier telde voor 20 procent, kwaliteit voor 80 procent mee in de beoordeling. “Tot de wensen behoorden bijvoorbeeld: geen gasaansluiting, 30 procent van de energie zelf opwekken en financiële restwaarde op de C2C-gecertificeerde materialen”, aldus Van de Westerlo. “In het ontwerptraject lag de lat al wat hoger en bij de selectie van de aannemer hebben we die weer hoger gelegd.” Bij de aanbesteding werd tevens aangestuurd op een all electric gebouw, verklaart Eric Hasselmann, senior projectleider en adviseur gebouwinstallaties bij Volantis. “We hebben het zo proberen te ontwerpen dat er sprake is van een 100 procent plus gebouw, met andere woorden, het gebouw wekt meer energie op dan het zelf nodig heeft”, zegt hij. “Daarnaast was de uitdaging om zo veel mogelijk C2C-materialen te gebruiken, in luchtslangen, isolatie en leidingwerk. Dat is pionieren in de gesprekken met leveranciers, de installatiemarkt is nog niet zo ver.” Van Westerlo herkent dit beeld. “Als je leveranciers vraagt hoe hun materialen kunnen worden hergebruikt of geupcycled, en wat dan de restwaarde van hun producten is, vallen ze soms van hun stoel. Het is dan ook goed om hen zo vroeg mogelijk mee te nemen in ambities en proces. Nu heeft de aannemer nog een jaar de tijd om partijen aan te schrijven voor het hergebruik van materialen en het opstellen van een materiaalpaspoort en een groensloopplan.”

Max Markusse (links) en Bas van de Westerloo ondersteunden de gemeente Venlo bij het opstellen van de C2C-ambities.

Kwaliteit boven prijs Alles blijft een grondstof. Hoewel wellicht niet 100 procent haalbaar, is dit wel de ambitie voor de sportzaal. “In de eisen en gunningcriteria, en tijdens de pre-bid meeting hebben we heel duidelijk gemaakt dat we zo ver mogelijk willen gaan in C2C en dat we niet gaan concurreren op prijs. Die hebben we vastgezet en de aannemer die het dichtst bij het C2C-ideaal weet te komen, wint. Zo wilden we hen prikkelen om zo veel mogelijk onze wensen te vervullen en met eigen ideeën te komen”, zegt senior inkoper Remco Ververs. “Neem de solar tubes voor extra daglicht in de kleedkamer. Die waren op basis van de begroting niet haalbaar en zijn daarom opgenomen in de wensenlijst”, vult Diana Verkooijen aan. Zowel gemeente als bouwpartijen profiteren als kwaliteit zwaarder weegt dan prijs, aldus Remco Ververs. “Als gemeente krijgen we meer voor het vastgestelde budget en voor bouwpartijen is het prettig als ze een werk kunnen binnenhalen op kwaliteit.” Drie van de vier uitgenodigde partijen gaven aan het werk plus alle wensen binnen budget te kunnen uitvoeren. Uiteindelijk won Willems Bouwbedrijf, eveneens in Venlo, de aanbesteding. “Het was een close finish. Dit bedrijf onderscheidde zich door verder te kijken dan het gebouw en ook de positieve effecten op de omgeving mee te nemen. Bijvoorbeeld door de mogelijkheden om energie op te slaan te onderzoeken en deze beschikbaar te stellen aan de omgeving in de vorm van krachtstroom of een laadpaal.”

Leermoment “We hebben het zo proberen te ontwerpen dat er sprake is van een 100 procent plus gebouw”, aldus Eric Hasselmann en Max Markusse.

106

juni 2017 | duurzaam gebouwd

Voor het ontwerp vond ook interactie plaats met de naastgelegen basisschool De Zuidstroom, die twee jaar geleden eveneens volgens de C2C-principes werd gebouwd. “Het is de bedoeling dat de school en gymzaal zo veel mogelijk één gebied vormen. We kijken bijvoorbeeld hoe we binnen


Circulaire economie

de veiligheidseisen een klimwandje op de buitenmuur van de sportzaal kunnen realiseren”, stelt Markusse. Ook het creëren van bewustwording bij kinderen, ouders, leerkrachten en omwonenden is een doel. “Het C2Cverhaal wordt meegenomen in het lesprogramma. Een vegetatiedak, dat vlinders en bijen aantrekt, is dan een sprekend voorbeeld. Bovendien houdt het regenwater vast, zodat de kleedkamers minder heet en daarmee comfortabeler worden.” Een scherm in de hal geeft informatie over de hoeveelheid opgewekte energie en de luchtkwaliteit. In de uitvoering zullen er zeker nog uitdagingen overblijven, zo stellen de projectteamleden. Markusse: “Elk gebouw is weer een leermoment. Zo is het programma van eisen voor een sportzaal heel hard en duidelijk, waardoor we een deel van het gebouw toch niet demontabel konden bouwen. Die kennis neem je mee naar een volgend project.” Eric Hasselmann beaamt dit. “Het is altijd even zoeken om binnen het bestek een goed duurzaam project te maken en om beleid om te zetten in een concreet project. Het rondkrijgen van de businesscase fungeert dan als katalysator om zaken toch te realiseren. In eerste instantie waren er sheddaken gepland, maar die optie verviel omdat sporters verblind konden raken door de lichtinval. Dan komt een oplossing als solar tubes in beeld. Zo kom je steeds een stapje verder”, zegt hij. “Daarnaast is het voor een vlotte realisatie van belang dat partijen in de uitvoering ook echt gaan samenwerken, dit begint met een gezamenlijke planning.”

Remco Ververs en Ralph Thijssen: “De gemeente Venlo heeft C2C omarmd om de regio een nieuw economisch perspectief te bieden.”

Uitstraling Ook voor de gemeente Venlo blijft het pionieren. “Het kost moeite om iets nieuws in de markt te zetten. Je kunt wel een C2C gebouw als eis stellen, maar referentieprojecten

Diana Verkooijen: “In de normbedragen voor sportvoorzieningen ontbreekt het duurzaamheidsverhaal en bijkomende kosten.”

ontbreken vooralsnog. Hoe vind je dan een betrouwbare bouwpartner? We wilden ook niet overspecificeren en hebben erop vertrouwd dat bedrijven die werkelijk iets willen en kunnen op dit vlak wel zouden reageren”, zegt Remco Ververs. Voor Bas van Westerlo is het proces de mooiste uitdaging. “Steeds opnieuw samen kijken welke stappen we kunnen zetten en de bestaande eisen en wensen als een minimum beschouwen. Zo zijn we in dit traject gegaan van geen gas naar 30 procent energie zelf opwekken naar 100 procent plus zelf opwekken. En van tien naar meer dan twintig C2C-producten, en van twee naar ruim vijf materialen met restwaarde”, zegt hij. “Elk project vormt zo de basis voor een volgend, nog groener project: nu een wens, volgende keer een eis. De gemeente Venlo en externe ontwikkelpartijen lopen voorop met C2Cprojecten. Dit zal ongetwijfeld verdere uitstraling hebben tot buiten de gemeente en de regio.” Ook Max Markusse signaleert dat de bewustwording toeneemt. “Naarmate C2C tastbaarder wordt, zie je het enthousiasme toenemen en merk je dat aannemers, installateurs en fabrikanten erin meegaan.” Eric Hasselmann stelt dat het TCO-denken ontwikkelingen kan versnellen. “Als je in het kader van voorzieningen kijkt naar het totale traject, de lange termijn en bijkomende effecten, kan dat C2C eerder naar een hoger plan brengen.” Verkooijen benadrukt tot slot nogmaals het hogere doel dat de gemeente Venlo nastreeft. “Het economisch perspectief van de regio en de gezondheid van de inwoners staan voor ons voorop. De kracht zit in de indirecte baten. In volgende projecten willen we dan ook het geleerde veel meer uitbouwen en nog concreter maken voor de toekomst.” “Als bestuurder word ik blij van werken volgens C2C”, aldus Wim van den Beucken, wethouder Financiën, Organisatie en Duurzaamheid bij de gemeente Venlo. “Het inspireert, maakt energie los en bevrijdt ons van knellende concepten. We werken nu daadwerkelijk aan een prettig en gezond leefklimaat voor onze inwoners. En daarbij voegen we waarde toe aan onze omgeving en economie.”

duurzaam gebouwd | juni 2017

107


Design radiatoren

Comfortabele ventilatie

Verwarmings- en koelplafondsystemen

Clean air solutions

Altijd het beste klimaat voor

Met de Zehnder ComfoAir E haalt u een onovertroffen binnenklimaat in huis. Gezond, comfortabel, energiezuinig en vooral heel stil. Deze nieuwste ventilatie-unit met warmteterugwinning van Zehnder is de stilste van alle ventilatietoestellen in de markt. Zo stil dat het geluidsniveau in de woning veel lager zal uitvallen dan alle wettelijke bepalingen op dit moment voorschrijven. En dankzij nieuwe en gepatenteerde warmtewisselaartechnologie ventileert u bovendien nog 30% zuiniger vergeleken met vergelijkbare units in de markt. Daar worden uw klanten echt wel even stil van, denkt u ook niet? De nieuwe Zehnder ComfoAir E maakt uw werk in elk opzicht gemakkelijker en levert u gegarandeerd tevreden klanten op – om nog maar te zwijgen van de kwaliteitsgarantie, de technische expertise en service-support van een gerenommeerd merk waar u uw voordeel mee doet. Meer informatie over de Zehnder ComfoAir E vindt u op www.ComfoAirE.com


Circulaire economie ‘We moeten uitvinden, veranderen, innoveren’

‘Circulariteit belemmert innovatie’ Michael Braungart, de man die mede de wereld liet kennismaken met het fenomeen Cradle-to-Cradle gaf begin maart 2017 een keynote tijdens het C2C-Congress Venlo. Met pittige uitspraken beargumenteerde hij zijn standpunten. Dat hij geen eco-diplomaat is maar streng in de leer werd snel duidelijk. Tekst: Tom de Hoog, Beeld: Robert Tjalondo

Het In Practice Congress van het C2C-Congress Venlo werd gehouden in De Maaspoort.

duurzaam gebouwd | juni 2017

109


THE PROOF IS IN THE EXPERIENCE. ALL-IN VERZEKERDE GARANTIE

BEWEZEN LEVENSDUUR

WÉDÉFLEX ESTABLISHED DEALERS

Uitsluitend de allerhoogste kwaliteit, daaraan doen wij geen enkele concessie. Zo garanderen we al bijna 40 jaar onovertroffen perfectie. Zowel van onze innovatieve en hoogwaardige producten als van de

unieke verwerking daarvan. Natuurlijk altijd met de signatuur van onze Wédéflex Established Dealers. Want samen leveren we al bijna 40 jaar het waterdichte bewijs. Wédéflex. The proof is in the experience.

Wédéflex Duurzame Daksystemen Zuid-Willemsvaart 14, Postbus 811, 5201 AV ’s-Hertogenbosch Telefoon: 073 - 613 10 40, Fax: 073 - 614 62 46, E-mail: info@wedeflex.nl, Internet: www.wedeflex.nl


Circulaire economie

Michael Braungart tijdens C2C-Congress Venlo: "Ik had niet eens verwacht dat Cradle to Cradle tijdens mijn leven aan zou slaan."

“Het circulair maken van materialen en dat duurzaam noemen is onzin”, aldus Braungart. “Rommel moet je niet circulair blijven gebruiken, want het blijft rommel. Bovendien, wie wil 500 jaar dezelfde spullen blijven gebruiken. Laten we de overvloed van dingen vieren. Kijk naar de zon, een onuitputtelijke bron van energie.” Braungart is gewoon fel tegen al die verzinsels die volgens hem ‘cradle to grave’-ideeën zijn. Het is lineair denken in cirkels en dat een circulaire economie noemen, zegt hij. Zoals afvalzakken maken van gerecycled plastic voor afval dat op een vuilnishoop of in de vuilverbranding verdwijnt. “Als je dit soort dingen laat doorgaan, verziek je het hele idee achter cradle to cradle. Dit kan echt niet en het moet stoppen. Ik ben daarin niet diplomatiek, het gaat om iets fundamenteels”.

Verduurzamen vraagt verstand Braungart plaatste zijn opmerkingen over het stagnerende karakter van circulariteit in een groter kader: “De Europese Commissie investeert jaarlijks 670 miljoen in circulaire economie, maar het komt erop neer dat oude troep in nieuwe spullen wordt gestopt. En dat noemen ze dan circulaire economie. Dat is zo jammer! Vanuit een Europees perspectief helpt het niet als niet alle landen meedoen en juist daarvoor heb ik me ingezet. In Spanje en Italië was nog nooit een milieudebat, anders dan in Nederland. In

‘Circulaire economie is lineair denken in cirkels’ dit land schreef iemand als Wouter van Dieren in de jaren ‘90 een belangrijke bijdrage voor het rapport van de Club van Rome. Hij schreef de écht intelligente hoofdstukken! Nu is men in Nederland de basisprincipes achter echte duurzaamheid een beetje vergeten. Mensen zijn op de een of andere manier niet in staat om goed na te denken over echt complexe zaken, zoals hij die aansneed. De les is dat het in simpele en overzichtelijke stappen moet.”

Indringende voorbeelden Tijdens het C2C-Congress Venlo strooide Braungart kwistig met voorbeelden en oneliners die duidelijk maken dat ‘goed doen’ nog niet zo eenvoudig is. Zo stelde hij dat het systeem waarin de mensheid zit, niet zozeer gericht is om dingen niet te doen, maar veel eerder ons allemaal de indruk te geven dat we druk bezig zijn. Dit terwijl er feitelijk weinig tot niets gebeurt. Hij noemt dat ‘ecologism’ omdat

duurzaam gebouwd | juni 2017

111


Sneller, eenvoudiger HQ HƱFLÈQWHU ZLQVWDOOHUHQ®

VWHNHUEDDU LQVWDOOHUHQ YRRU GH ZRQLQJERXZ

WWW.WINSTALLEREN.COM WWWWINSTALLEREN COM


Circulaire economie

‘Fijnstof is vele malen dodelijker dan het verkeer’

het ecologie niet vooruit helpt maar ons alleen maar bezig houdt. Zo blijven we volgens hem alleen maar praten over hoe we plastic uit de oceanen moeten krijgen in plaats van dat we voorkomen dat het erin terechtkomt. Ook de palmolie waarvan we in Europa 3 miljoen ton gebruiken om er ‘biodiesel’ mee te maken is een ramp volgens hem. “Aan de Erasmus Rotterdam School of Management leren studenten dat vanwege de grote raffinaderijbelangen in die stad de productie van palmolie elders niet gestopt kan worden. Hoe kun je een dergelijke grove schending van het milieu elders goedpraten en hier in Nederland doen alsof je groen bezig bent”, zegt hij daarover.

Fijnstof dodelijker dan verkeer Braungart maakte zijn gehoor in Venlo ook deelgenoot van zijn grote zorgen rondom fijnstof. “Fijnstof maakt jaarlijks ongeveer 150 duizend slachtoffers in de Europese Unie. Dat is vele malen meer dan dat er verkeersdoden zijn. Onze gebouwen isoleren we zó goed dat de binnenluchtkwaliteit vijf tot acht keer slechter is dan de buitenlucht. Dus als je een gebouw gaat isoleren, moet je wel eerst kijken wat er in een gebouw zit aan materialen. Als je de verkeerde dingen perfect wilt maken, ben je perfect verkeerd bezig.” Niet alle innovaties juicht Braungart toe. “Neem 3D-printen, dat gebeurt met de meest giftige stoffen in de vorm van vluchtige organische verbindingen en is zo een grote bron van fijnstof. [ Zo blijkt ook uit het RIVM-rapport uit 2016 ‘Risico’s van 3D-printen in een consumentenomgeving’, red.]” Hij weet waarover hij spreekt, want decennia eerder was hij nauw betrokken bij de ontwikkeling van fijnstofarme inktcartridges voor Océ. Die kwamen echter nooit op de markt omdat het bedrijf werd gekocht door een andere firma die daar niets in zag.

Kennis van materiaaleigenschappen cruciaal Met nog meer voorbeelden over hoe gevaarlijk het ontbreken van kennis over het verkeerd gebruik van materialen is, zette Braungart in Venlo de toon. “Ik analyseer al 28 jaar melk en dan doel ik op borstvoeding. Geen enkel monster daarvan voldoet aan de strenge eisen die wij stellen aan koemelk voor wat betreft verontreiniging.” Vervolgens filosofeerde hij over Venlo als ‘gezonde stad’ waar borstvoeding werkelijk gezond en vrij van gevaarlijke stoffen is. “Stoffen die bijvoorbeeld in brandvertragers zitten die worden toegepast in gebouwen en producten. Bijna een derde van alle chemische

verbindingen die we aantreffen in borstvoeding is afkomstig van bouwmaterialen”, weet hij daarover te melden. Om daarna de volgens hem ridicule naamgeving van huidige gecertificeerde gebouwen op de korrel te nemen. “Dat gebeurt met termen als ‘platinum’ en ‘brons’, maar dat zijn zeer toxische materialen, Dan kan je net zo goed cyanide als certificeringsterm gebruiken.” Kennis van eigenschappen van materialen is essentieel en daarom ondersteunt Braungart van harte het initiatief Buildings as Material Banks (BAMB). “Met BAMB maak je gebouwen goedkoper en kun je er betere materialen voor gebruiken. Als bijvoorbeeld de façade eigendom blijft van de fabrikant zal deze niet de goedkoopste maar juist de meest geschikte materialen kiezen. En, als zonnepanelen als een service geleverd worden, kunnen ze in Europa gemaakt worden. Zo voorkom je import van goedkope dumpproducten uit Azië.” Gebouwen spelen sowieso een belangrijke rol in de oplossingen die hij voor zich ziet. “Klimaatneutraal? Heb je ooit een klimaatneutrale boom gezien? Waarom maken we geen gebouwen als bomen? Gebouwen die de lucht zuiveren, het water reinigen. Gebouwen die voordelen opleveren als een goed binnenklimaat.” Fijntjes wijst hij erop dat Nederland een forse achterstand heeft opgelopen door zijn keynote af te ronden met ‘So let’s make the Netherlands C2C again’ als parafrase op een bekende slagzin.

Toch een optimist In gesprek met Braungart na zijn keynote meldt hij toch wel een optimist te zijn al ziet hij dat het mensen tijd kost om een omslag te maken. “Ik ben er nu 25 jaar mee bezig. Ik had niet eens verwacht dat Cradle-to-Cradle tijdens mijn leven aan zou slaan. Ik ben dus helemaal niet pessimistisch. Integendeel, ik zie dat steeds meer mensen ermee aan de slag gaan. Het gaat erom te denken aan de overvloed die er is en wat we daar mee doen. De zon bijvoorbeeld is een geweldige en onuitputtelijke bron. We moeten innovatief zijn, we moeten niet kiezen voor alleen maar ’sustainable’. Dan verandert er niets. We moeten uitvinden, veranderen, innoveren. We moeten ook echt een partner zijn voor andere levensvormen op aarde, wat het thema van mijn nieuwe boek zal zijn.” Toch kan hij het niet laten te wijzen op het stupide van circulair gebruiken van vervuilde materialen. Dat illustreert hij door een glas te pakken: “Hier zit 24 procent lood in. Dat loogt eruit als je er bijvoorbeeld sinaasappelsap in doet. Wil jij hieruit drinken?” Zo houdt Michael Braungart het debat scherp, zo veel is zeker.

‘ Waarom maken we geen gebouwen als bomen?’ duurzaam gebouwd | juni 2017

113


Air Excellent koppelt uw woning moeiteloos aan een gezond binnenklimaat!

Optimaal binnenklimaat met Air Excellent! Het Ubbink Air Excellent luchtverdeelsysteem is een modulair systeem, dat geschikt is voor alle mechanische ventilatiesystemen met of zonder warmteterugwinning. Voordelen: • Verlaging energieverbruik en geluidsniveau door lagere drukverliezen • Beperkte geluidsoverdracht, geluidsarm, geen kanaalaftakkingen • Professionele inregeling, bewoners kunnen dit niet aanpassen • Anti-statisch en anti-bacterieel • Ontwerpvrijheid door combinatiemogelijkheden ronde en halfronde kanalen • Hoeft niet ingestort, maar kan wel; flexibele huisvesting • Past op iedere ventilatie-unit, ongeacht het merk • TÜV SÜD gecertificeerd • Geschikt voor nieuwbouw en renovatie

Halfrond kanaal

Rond kanaal

Ubbink, voor uw gemak! www.ubbink.nl/optimaalbinnenklimaat

Koppelstuk rond/halfrond


Circulaire economie

Circulaire kansen voor bouwkeramiek Tekst: Arie Mooiman Producten maken die de tand des tijds kunnen weerstaan en aan het eind van hun levensduur kunnen worden gerecycled; produceren met een langetermijnvisie is de bouwkeramische industrie eigen. Deze sector is dan ook uitstekend gepositioneerd om invulling te geven aan het Rijksbrede programma ‘Nederland circulair in 2050’, dat afgelopen herfst van start ging. Praktijkervaring toont aan dat keramische bouwproducten uitermate geschikt zijn voor de beoogde toepassingen. De keramische industrie heeft door de tijd heen nooit ingezet op nieuwe keramische producten met een verkorte technische levensduur. De populaire keramische bouwproducten metselbaksteen, straatklinker, keramische

Kleiwinning draagt bij aan de bescherming tegen hoogwater.

dakpan en tegels zijn weinig trendgevoelig waardoor de economische levensduur niet korter is dan de technische levensduur. Keramische bouwproducten worden daardoor lang en duurzaam gebruikt, hebben nauwelijks onderhoud nodig en zijn vervolgens herbruikbaar en/of te recyclen tot een nieuwe grondstof. Wat betreft grondstof en gebruik voldoen heel veel keramische bouwproducten dus al aan de kenmerken van de ‘circulaire economie’. Oftewel: what’s new? Wat betreft levensduur en hergebruiksmogelijkheden kunnen er wel vraagtekens worden gezet bij het toenemend gebruik van allerlei dunne gevelproducten die vast worden gelijmd aan een achterliggende isolatielaag. Er bestaan enkele robuuste ophangsystemen en droogstapelsystemen voor de realisatie van demontabele baksteengevels. In het kader van de circulaire economie past de ontwikkeling van meer van dergelijke systemen en (her)introductie van eenvoudiger te verwijderen mortels. Het volledige artikel ‘Circulaire kansen voor bouwkeramiek’ is te lezen op DuurzaamGebouwd.nl. Hierin leest u meer over de doelstellingen voor de bouw binnen het kader ‘Nederland circulair in 2050’ en de uitdagingen voor de bouwkeramiekbranche om emissies terug te dringen. Bekijk ook het thema-dossier ‘Circulaire Economie’ voor meer artikelen binnen dit actuele onderwerp.

Samenwerking voor volledig circulaire gevels De Meeuw en DUS Architecten werken aan een volledig circulaire 3D design gevel die steeds kan worden aangepast aan behoeften van gebruikers. De gevel is digitaal ontworpen en geproduceerd en bestaat voor 100% uit recyclaat. “In een tijd waarin overheden maar ook gebruikers eisen dat gebouwen steeds flexibeler en duurzamer worden, zochten wij naar een oplossing voor de lastig te recyclen gevel”, geeft commercieel directeur Els van Mierop van De Meeuw aan. De nieuw te ontwikkelen 3D design gevels kunnen na 1, 5, 15 of 20 jaar 100% worden hergebruikt, zonder dat er nieuw materiaal wordt toegevoegd. De gevel wordt vermalen tot kunststof korrels waarmee een volledig nieuw ontworpen gevel kan worden geprint. Bij de totstandkoming van de initiële gevel is de ambitie om geen gebruik te maken van nieuwe grondstoffen maar van recyclaat.

Mock-up en eerste gevels Medio juni 2017 presenteren De Meeuw en DUS architecten de eerste mock-up van een onderdeel van de toekomstige 3D geprinte gevels. Naar verwachting worden de eerste gevels over zo’n 1,5 jaar geïntroduceerd.

Gevel wordt korrel wordt gevel.

duurzaam gebouwd | juni 2017

115


C2C-Congress: ‘Venlo zit niet stil’ Venlo staat al een tijd bekend als de Cradle to Cradle-hoofdstad van de wereld. Toen haar nieuwste aanwinst, het stadskantoor Venlo, uit de steigers was, kwamen filmcrews uit alle werelddelen een kijkje nemen. De boodschap van gemeente Venlo tijdens dit het driedaagse C2C-Congress was eenvoudig: “We zitten niet stil en blijven innoveren.” Tekst: Marvin van Kempen

Kennisdelen over en toepassing van Cradle to Cradle waren de hoofdonderwerpen van het In Practice Congress van het C2C-Congress Venlo. Onder leiding van dagvoorzitter Tom van ’t Hek vertelden ‘leaders in C2C’ gedurende de hele dag over successen, uitdagingen en de toekomst van de circulariteitsmethodiek. Burgemeester Antoin Scholten van Venlo sprak zijn ambities uit voor de toekomst. “We willen een innovatieve regio zijn. Daarbij staan we pas aan het begin van een nieuwe economische orde en krijgen we te maken met felle schaarste van grondstoffen. Dat houdt in dat we met een flinke vaart de circulaire economie moeten aanjagen.” Volgens hem moet dat wel samen gebeuren. “Het gaat erom dat we samen oplossingen verzinnen en kansen pakken.”

Strijd om onze planeet De ‘Planet’-component in ‘People, Planet, Profit’ werd vervolgens belicht door André Kuipers. De kwetsbaarheid van onze planeet moet bij een groot deel van de wereldwijde bevolking nog doordringen. “We hebben maar één planeet, maar niet iedereen lijkt dat te beseffen”, vertelde Kuipers. De vernietiging van de aarde is al een tijdje bezig, waardoor een inhaalslag nodig is. “We weten veel over de schade die we toebrengen aan onze planeet. Kijk bijvoorbeeld eens naar de enorme toename van de CO2-uitstoot.” “We moeten handelen nu het nog kan, want de biodiversiteit neemt af. Er verdwijnen soorten van onze planeet die niet meer terugkeren. Onze bossen zijn in gevaar en we geven onze planeet niet de kans om zich te helen. Ook en vooral in Nederland is het probleem groot.” Kuipers wijst naar een grote rode vlek. “Dit vormt de CO2-uitstoot die we met elkaar veroorzaken. Die informatie over de vervuiling van onze planeet is bijzonder belangrijk, om duidelijk te maken dat iedereen actie moet ondernemen.”

116

juni 2017 | duurzaam gebouwd

“We moeten handelen nu het nog kan, want de biodiversiteit neemt af. Er verdwijnen soorten van onze planeet die niet meer terugkeren.”

‘We hebben maar één planeet, maar niet iedereen lijkt dat te beseffen’ Cradle to Cradle kan een grote bijdrage leveren om de balans weer terug te krijgen en planeet groener te maken. “Niet alle ideeën binnen dit gedachtegoed zetten zoden aan de dijk. Maar als slechts 1 van de 10 ideeën echt voldoende vorm krijgt, dan zijn we misschien nog op tijd om de aarde te redden.” De urgentie om stappen te zetten klonk door in aansluitende presentaties. Ook C2C-grondlegger Michael Braungart was ervan overtuigd dat de bouw- en vastgoedsector geen seconde meer mag verliezen om de schade in te halen. “Dan moeten we wel de goede dingen gaan doen en onszelf niet voor de gek houden.”


C2C-Congress Venlo

Nieuwe manier van leven Na de workshops stond het winnende team van de Venlo Circular Challenge op het podium. 48 hoogopgeleide studenten kregen binnen deze uitdaging de vraag om samen te werken in een team en een innovatieve oplossing te bedenken voor organisaties als Océ, Office Depot en Sun. Het winnende team nam de opgave over Océ onder de loep en zorgde voor een vernieuwde communicatiestrategie omtrent het doorbreken van vooroordelen over remanufacturing. “Breid uit naar een Cradle to Cradle-regio of zelfs provincie.”

Behoud kostbare elementen Braungart liet zich kritisch uit over Cradle to Cradleoplossingen die niet als Cradle to Cradle gezien mogen worden. “De circulaire economie moet niet een lineaire economie zijn waar we cirkeltjes omheen bouwen. Cradle to Cradle draait om echte innovatie, het behoud van kostbare elementen en het upcyclen, niet downcyclen.” Hij deed een oproep aan Venlo om haar Cradle to Cradlepositie verder uit te bouwen. “Breid dit uit naar een Cradle to Cradle-regio of zelfs provincie. Daag vervolgens nabij liggende regio’s en buurlanden uit om deelgenoot te worden van een volledig circulaire omgeving.” Gebouwen die als bomen fungeren in een groene stad kunnen uitkomst bieden om de problemen die Kuipers eerder schetste het hoofd te bieden, zegt Braungart. [lees het volledige artikel op pagina 109.] “Daarnaast kunnen gebouwen als materialenbanken een verschil maken, zoals het stadskantoor Venlo. De impact die de gemeente met dit soort projecten heeft en de communicatie eromheen, juich ik toe.”

Leren (en) communiceren

Mark Faay (links) nam de twee onderscheidingen voor Flax Board – Gpysum Drywall en Flax Board – Fibre Drywall in ontvangst.

Daarna vond een Cradle to Cradle-certificaatuitreiking plaats. Maar liefst twee certificaten werden overhandigd door Geoffrey van Elderen van assessororganisatie Tebodin aan Faay. Directeur Mark Faay nam de onderscheidingen voor Flax Board – Gypsum Drywall en Flax Board – Fibre Drywall in ontvangst: “In twee tot drie maanden hebben we deze certificaten behaald. Eigenlijk werkten we al volgens de regels van Cradle to Cradle. Daar kwamen we achter toen we een quickscan deden.”

Het belang van communicatie kwam ook aan de orde tijdens een discussiepanel tussen zes C2C-leiders. “Het gaat erom dat we verhalen vertellen en kennis delen over wat C2C kan opleveren in de breedste zin”, vond directeur Lewis Perkins van het Cradle to Cradle Product Innovations Institute. Daar sloot Michel Weijers van gemeente Venlo zich bij aan. “Het gaat om bewustmaking. De meeste mensen zijn zich niet bewust van de kwaliteit van de binnenlucht.” Kraaijvanger-architect Hans Goverde voegde daar het element educatie aan toe. “Idealiter brengen we onze goede voorbeelden ook bij jongeren onder de aandacht en voeden we hen ermee op.” Ook intern moet de communicatie op orde zijn. “Dat wordt vaak vergeten, maar alle neuzen moeten dezelfde

Het winnende team van de Venlo Circular Challenge bedacht een innovatieve oplossing voor Océ.

duurzaam gebouwd | juni 2017

117


“De meeste mensen zijn zich niet bewust van de kwaliteit van de binnenlucht.”

kant op staan om succesvol te werken aan circulaire businesscases”, vond ontwikkelaar Owen Zachariasse van Delta Development Group. Dat onderstreepte CSR manager Rob Kragt van tapijtfabrikant Desso. “De kennis zit namelijk al in je bedrijf. Externe adviseurs kunnen een bijdrage leveren, maar de belangrijkste input komt uiteindelijk uit je eigen medewerkers.” De partijen waren het erover eens dat de door Kuipers geschetste achterstand kan worden ingelopen. “Mits we op de juiste manieren samenwerken aan goede initiatieven”, vertelde Weijers. “Inspireer de jeugd, leer

Network Dinner Een Network Dinner voor ruim 150 uitgenodigde gasten vormde het startschot voor het congres. De sfeervolle kerk Domani bood het decor voor een netwerkmoment en een eerste succesvolle verbinding tussen de deelnemers. Een openingsvideo liet een impressie zien van diverse projecten uit de regio Venlo. De Zuidstroom, paradepaardje Stadskantoor Venlo en verschillende bedrijven uit de omgeving die Cradle to Cradle succesvol hebben geïmplementeerd passeerden de revue. Vervolgens verwelkomde burgemeester Antoin Scholten de gasten. Zijn speech was er vooral op gericht om te laten blijken dat Venlo altijd in beweging is. “We staan bekend als Cradle to Cradle-hoofdstad van de wereld. Tien jaar geleden was dit nog een droom van ons, toen aangewakkerd door de documentaire ‘Afval is voedsel’ van VPRO-programma Tegenlicht.” Hij meldde op zoek te zijn naar partijen die zich bij de gemeente willen aansluiten om verder te komen. “Onze doelstellingen om Cradle to Cradle hoofdstad van de wereld te blijven kunnen we niet alleen verwezenlijken. Daar

Wethouder Wim van den Beucken en burgemeester Antoin Scholten heetten de deelnemers welkom aan het Network Dinner in Domani te Venlo.

118

juni 2017 | duurzaam gebouwd

hen over de principes van C2C. Ontdek daarnaast hoe je grensoverschrijdende samenwerkingen kunt opstarten en schets samen een nieuwe toekomst”, aldus Braungart.

Kennis op de proef Na de lunch was het tijd voor de deelnemers om het geleerde in de praktijk te brengen tijdens de twee workshoprondes. Zo vond de workshop ‘Venlo Regionomics’ plaats, waarin de gemeente Venlo, C2C ExpoLAB en de Blue Innovation Centre opriepen om duurzame oplossingen te verzinnen voor regionale problemen. De kennis van deelnemers over de diverse aanwezige elementen en kenmerken van Venlo werden hier op de proef gesteld. Dit alles om C2C in bredere, regionale context te plaatsen. “Wat hebben we zoal in Venlo waarvan we gebruik kunnen maken?”, vragen Desiree Driesenaar en Bart Verlegh. “Marktleiders in de industrie in niches”,

hebben we de juiste partners met aansluitende visies bij nodig.” De inspanningen die Venlo de afgelopen tien jaar leverde bleven niet onopgemerkt. Prins Carlos de Bourbon de Parme wijdde een deel van zijn keynote aan de resultaten van de gemeente. “Deze gemeente inspireert, enthousiasmeert en neemt bedrijven mee in hun avontuur. Het zou zonde zijn om het hierbij te laten.” Hij vond dat de waarde en impact van Cradle to Cradle steeds duidelijker wordt. “Venlo neemt een voortrekkersrol als het gaat om het communiceren van de voordelen die samenhangen met het inzetten van Cradle to Cradle. Dat moet ze niet alleen blijven doen, ze moet er ook voor zorgen dat ze anderen in dit enthousiasme meeneemt”, aldus de prins. Daarom riep hij op om op om aan te haken. “Help Venlo en jezelf een gezonde businesscase te formuleren.” Die samenwerking aan een duurzame toekomst moest volgens hem een belangrijke uitkomst zijn van het Network Dinner, op deze eerste dag van het C2C-Congress Venlo. Na de keynote van prins Carlos startte een optreden van talentvolle jongeren van het Valuas College. Na een klassiek ensemble volgde er een zangvertolking van enkele nummers. Een uitgebreide netwerkborrel wachtte na het dessert.

Het Network Dinner vond plaats in Domani, een voormalige kerk die dient als cultureel podium in Venlo.


C2C-Congress Venlo

Deelnemers aan de Experience Tour deden onder andere de productiefaciliteit van AGMI aan.

Experience Tour De derde en laatste dag van het C2C-Congress Venlo stond in het teken van een heuse Experience Tour: een belevenistocht langs drie projecten met succesvolle C2C-implementaties. Gesplitst in drie groepen van ongeveer 30 personen gingen de deelnemers op pad om praktijkervaring op te doen met Cradle to Cradle. Het op Cradle to Cradle-geïnspireerde stadskantoor kent allerlei duurzame snufjes en maatregelen, die uitgebreid werden bekeken door de deelnemers. Onder andere de verticale tuin met vele plantensoorten kreeg aandacht. Deze tuin zuivert de lucht van de naastgelegen autoweg en spoorbaan. Verder konden deelnemers de groene wanden in het interieur bewonderen, die bijdragen aan luchtvochtigheid, zuurstofgehalte en akoestiek.

Innovatieve constructies van aluminium De busrit naar AGMI was interactief. Een film liet zien op welke manier AGMI zijn productieprocessen verduurzaamt. Vervolgens konden deelnemers met eigen ogen zien hoe deze leverancier voor traffic & lighting duurzaam te werk gaat. De Venlose leverancier maakt bebording, bewegwijzering, draagconstructies en meer elementen die het verkeer in Nederland veiliger

vindt een van de deelnemers. “Een groot aantal Cradle to Cradle-bedrijven” en “Gemotiveerde mensen die gepassioneerd aan projecten werken”, vertellen anderen. De deelnemers aan de workshop werd gevraagd om nieuwe kansen te formuleren om de regio verder te verduurzamen. Het toekomstbestendig maken van de talrijke distributiecentra en de ontwikkeling van nieuwe, innovatieve producten met internationale samenwerkingspartners kwamen als kansrijk naar voren.

Positieve impact van innovaties Lewis Perkins van het Cradle to Cradle Product Innovations Institute verzorgde de afsluitende keynote. “Met Cradle to Cradle kunnen we een positieve impact maken. Een kritische noot daarbij is dat veel oplossingen zijn gebaseerd op reductie. Dat staat lijnrecht tegenover

Tijdens een bezoek aan C2C ExpoLAB stond het bekijken van projecten en producten op het programma.

maken. Hierbij kwam de innovatie Verkeerskundige Draagconstructies (VDC) onder de aandacht. Vanzelfsprekend stonden circulaire producties centraal. Zo kwam het aluminium VICA-portaal onder de aandacht. VICA staat voor Veelzijdige Innovatieve Constructies van Aluminium en heeft het Cradle to Cradle Bronze certificaat. Het derde en laatste deel van de Experience Tour leidde de deelnemers naar het C2C ExpoLAB. Daar discussieerden deelnemers over Cradle to Cradle en vormde onder andere de aanwijsbare impact op gezondheid een gespreksonderwerp. “Het hard maken van zachte waarden vormt de sleutel om te onderstrepen wat gezonde materialen kunnen bijdragen aan het werkklimaat”, zei managing director Michel Weijers van C2C ExpoLAB. Naast de korte discussie konden deelnemers hier kennismaken met C2C-gecertificeerde producten en duurzame projecten. De reis kwam ten einde in de Maaspoort, waar een lunch en netwerkmoment de officiële afsluiting vormde van drie dagen kennisdeling rondom circulariteit.

hoe we als mensen willen werken. We willen innoveren en zijn creatievelingen.” De innovaties die het meest doordringen in onze maatschappij, zijn de oplossingen die een nieuwe manier van leven betekenen. BuiltPositive is een initiatief dat moet bijdragen aan dergelijke noviteiten. “Dit doen we samen met Desso, Google en andere partijen. We vroegen ons gezamenlijk af of gebouwen niet gewoon materialenbanken zijn met voedingsstoffen voor volgende cycli.” De beweging moet innovaties teweegbrengen die een positieve impact hebben op de gebouwde omgeving en op mensen. “Daarbij moeten we het perspectief toelichten en verdedigen. Als consortium moeten we ervan overtuigd zijn dat deze manier de enige juiste is. En dat ook actief uitdragen.”

duurzaam gebouwd | juni 2017

119


GEVEL ISOLATIE SYSTEMEN In ruim 35 jaar hebben onze adviseurs talloze adviezen op het gebied van gevelisolatiesystemen uitgebracht bij nieuwbouw- en renovatieprojecten. We vinden het geweldig om u hierin te kunnen ondersteunen: van inspiratiefase tot aan de daadwerkelijke realisatie van het gevelisolatiesysteem. Samen laten we zien hoe mooi duurzaam kan zijn! Laat u inspireren op www.strikotherm.nl!


Building Holland 2017

Veel aandacht voor innovatie Building Holland 2017 stond in het teken van het invullen van grote maatschappelijke opgaven als vergrijzing, mobiliteit en gezondheid. Dit jaar werd aandacht geschonken aan innovatieve oplossingen binnen zes bijzonder actuele thema’s: Woningen, Kantoren, Scholen, Zorgvastgoed, Scholen, Logistiek Vastgoed en Leisure & Retail. Technologische veranderingen hebben veel invloed op de bouw- en vastgoedsector, waarbij echte koplopers deze nieuwe ontwikkelingen omarmen in plaats van ze af te stoten. In 2017 kreeg de familie van koplopers een gezicht: robot Pepper. Pepper staat voor innovatie, technologische verandering, automatisering en productie via 3D-printing. Ze was gedurende het driedaagse integrale event aanwezig en ging bijvoorbeeld op de foto met geïnteresseerde bezoekers en partners. Dit jaar was de eer aan voorzitter Doekle Terpstra van UNETO-VNI om Building Holland 2017 te openen. “We moeten in beeld krijgen welke vragen de klant heeft en daar actief concepten op ontwikkelen”, gaf de nieuwe voorzitter van de installateurskoepel aan. Dat moet volgens hem in co-creaties, waarbij alle ketenpartners actief

Tijdens expertmeetings ging men dieper op de materie in.

De opening door Doekle Terpstra.

duurzaam gebouwd | juni 2017

121


worden betrokken. “De partners van Building Holland en de bezoekers laten zien dat het speelveld fundamenteel verandert. Zij illustreren het nieuwe denken.” De voorzitter verwacht dat energie en duurzaamheid de ruggengraat worden van de uiteindelijke coalitie.

Duurzaamheid als verbindende factor Ook de installateurskoepel wil een steentje bijdragen aan het nieuwe denken en handelen. “Duurzaamheid wordt de verbindende factor van alle partijen die werken aan de toekomst. Daarbij gaan we steeds meer naar co-creatie en partnerships. We willen de lat in onze eigen vereniging hoog leggen.” Hij beschreef ten slotte een gevaar voor Side Events zoals het GuarantEE event hadden vaak een internationaal karakter.

partijen die niet meegaan met de vernieuwende visie. “Wie niet bouwt, ontwikkelt of ontwerpt met dit proces in het achterhoofd, neemt een risico voor de eigen bedrijfsvoering. Vind elkaar tijdens dit event en verander de sector.”

Nieuwe manier van omgang met de omgeving Direct na de openingsspeech van Terpstra vertelde architect Kunlé Adeyemi over een nieuwe manier van omgaan met de omgeving en maatschappelijk ontwerpen. “Ik gun jullie een glimp van de toekomst, beïnvloed door het verleden en uitdagingen van het heden. We willen winst maken, maar hebben ook een sociaal en maatschappelijk bewustzijn. Daarom is het zinvol om de focus te leggen op research, zodat we belangrijke maatschappelijke problemen op de juiste manier kunnen aanpakken.” Hij pleit daarbij voor een grotere focus op duurzame ontwikkeling en klimaatverandering. “Daarvoor hebben we een tool ontwikkeld om demografische, economische, sociale, politieke en andere factoren beter te begrijpen. Als architecten kunnen we ons niet meer alleen focussen op design, maar hebben we inzage nodig in deze factoren om er passende oplossingen voor te bedenken.” Hij ziet urbanisatie als een fundamentele verandering van het verleden naar het heden. Een verandering die nog wel even door zal zetten en zelfs de grootste vijand kan worden van de mens. “We maken gigantische steden. Dat kan ons parten spelen, zoals in New York tijdens de superstorm Sandy, die de stad platlegde.

Weet wat erin zit Ook het onlangs gelanceerde Madaster kreeg de nodige aandacht. “Dit is een online bibliotheek voor bouwmaterialen”, legde architect en visionair Thomas Rau uit. Ieder jaar worden we geconfronteerd met de consequenties van beslissingen uit het verleden in de vorm van gebouwen. Door bij ieder gebouw na te denken wat de toekomstige functie kan zijn, kunnen we de toekomst beter

122

juni 2017 | duurzaam gebouwd

Het antwoord op BENG: Brick BENG BENG-appartementengebouwen zijn prima te realiseren met baksteengevels. Dat blijkt uit onderzoek van Duurzaam Gebouwd-partner KNB. KNB-voorzitter Dick Tommel overhandigde op Building Holland de onderzoeksresultaten aan programmaleider Claudia Bouwens van het Lente-akkoord, tevens Duurzaam Gebouwd-expert. KNB liet het onderzoek doen omdat nieuwe regelgeving bepaalt dat alle nieuwbouwwoningen vanaf 1 januari 2021 bijna energieneutraal moeten zijn (BENG). Deze eis plaatst de bouwkolom voor nieuwe uitdagingen, zeker voor gestapelde woningen. Zo is een van de eisen voor BENG dat de energievraag voor verwarmen en koelen sterk wordt beperkt. Daarvoor moeten de luchtdichting en isolatiewaarde van de thermische schil van hoog niveau zijn. Uit het onderzoek blijkt dat een BENG appartementengebouw uitgevoerd met zelfdragende buitenspouw koudebruggen voorkomt en voor een sterke reductie van het aantal onderbrekingen in het isolatiepakket zorgt. Hierdoor is het gebouw optimaal te isoleren. Lees meer over de uitkomsten van het onderzoek op Duurzaamgebouwd.nl.

Voor de woningbouw: paraplulabel Wattz Speciaal voor de woningbouw presenteerde Alklima/Mitsubishi Electric samen met Zehnder en ABB het paraplulabel Wattz. Het idee achter dit label is om hieraan steeds meer producten toe te voegen met toegevoegde waarde in verduurzaming. Er zijn 3 versies: Wattz-up, Wattz-smart en Wattz-in. Wattz-up is een gepatenteerde dakkap met als grote voordeel een efficiencyslag voor de installateur. De warmtepomp is vanuit binnenuit te monteren en te onderhouden. Bijzonder aan Wattzup is de prefab constructie met afvoer voor condens en wtwaansluitingen. Gebouwen slimmer maken kan met Wattz-smart, een remote monitoringssysteem dat het mogelijk maakt om energiestromen in woningen en kantoren efficiënt te managen. Ten slotte presenteerde de leverancier van klimaatoplossingen een kant-en-klare NOM-ready verwarmings-, ventilatie- en tapwatermodule voor nieuwbouw en renovatie: Wattz-in. De modulaire oplossing ontstond uit de samenwerking met Zehnder en ABB. Opvallend is dat deze Wattz-in is samen te stellen zoals Lego: aan de hand van de wensen en eisen kan samenstelling van elementen plaatsvinden.


Building Holland 2017

Ondertekening grondstoffenakkoord op Building Holland 2017 Heijmans tekende op Building Holland 2017 het Nationaal Grondstoffenakkoord. “Met het onderschrijven van het grondstoffenakkoord bevestigen we de verantwoordelijkheid van de bouwwereld om zuiniger en slimmer met grondstoffen om te gaan.” Het grondstoffenakkoord vormt een belangrijke stap om sneller tot een circulaire economie te komen. “We delen onze kennis om zo bij te dragen aan een meer circulaire toekomst”, geeft Frits Lely, Manager Commercie & Marktontwikkeling van Heijmans aan. Hij ziet de Heijmans One, het verplaatsbare en opnieuw inzetbare huis als voorbeeld van deze duurzame toekomst. “De One kan ingezet worden op ongebruikte stukken grond in de stad en vormt hiermee een slimme benutting van pauzelandschappen.”

Eerste BetonBewust|C2C certificaatuitreikingen op Building Holland 2017 De eerste BetonBewust|C2C certificaten werden op Building Holland uitgereikt. De eerste bedrijven die het certificeringsproces met goed gevolg hebben afgerond zijn onder andere Mebin, CRH / CementBouw en VBI. Lees meer over de uitgifte van deze eerste BetonBewust|C2C op pagina 52.

Tijd voor een hapje, een drankje en het uitwisselen van je visitekaartje.

vorm geven.” Volgens hem helpt het materialenpaspoort hierbij. “Ieder product is uniek, maar we verbranden veel materialen om hiervan energie te maken. Zo’n paspoort haalt materialen uit de anonimiteit.” Dit heeft Rau onder meer gedaan bij het gemeentehuis in Brummen en het kantoor van Alliander in Duiven. “Volgend jaar komt het nieuwe hoofdkantoor van Triodos Bank erbij, dat we gebruiken als een materiaalbank.

Integraal platform als droom Ook Theo Ockhuijsen, directeur van Innovatie Express en lid van het Duurzaam Gebouwd-expertpanel, was het erover eens dat de sector gebouwen op een heel andere manier gaat neerzetten. “Hoewel we daar misschien collectief wat in achterlopen. Daarom is mijn droom dat we naar een integraal platform gaan, waarin we beter met elkaar samenwerken en gebruikmaken van elkaars kennis.”

Naar healing environments en welbevinden

De uitreiking van de eerste BetonBewust CSC certificaten.

Om onze toekomst niet in de prullenbak te gooien moet de transitie naar healing environments en welbevinden veel sneller. “Durf verder te kijken dan vandaag en zet in op gezonde omgevingen.” Dat vonden Marianne Davidson, vastgoedontwikkelaar en manager innovatie bij VolkerWessels en architect Thomas Bögl van LIAG Architecten. “Ik ben trots op wat de bouw- en vastgoedsector maakt, maar durven we wel verder te kijken dan vandaag?”, vroeg Davidson. “Een gebouw moet er tot de eeuwigheid kunnen staan. Als we het dan toch moeten weghalen, laten we dan goed nadenken over hoe we dit circulair kunnen oplossen.” Naast een grotere inzet op circulariteit zag zij kansen om het welbevinden van de mens centraal te stellen. “Daar zetten we al goede stappen in, bijvoorbeeld met ZuiverWonen. Dit concept focust op levenskwaliteit. De woning is voor bijna 90% circulair en bestaat voor bijna de helft uit biobased materialen.” Ze pleitte om meer te leren van de wetenschap, om zo een healing environment te scheppen “Sectorbreed moeten we beter nadenken over hoe we de gebruiker gezonder kunnen maken.”, vertelde Davidson.

duurzaam gebouwd | juni 2017

123


RockZeroÂŽ Daksystemen DĂŠ prefab dakoplossing, als elk detail telt. Uitermate geschikt voor zonnepanelen als volledige dakdichting. rockwool.nl/rockzero

Isolatiewaardes Rc 7, 8, 9 en 10+

Uitstekende akoestische prestaties

Geen koudebruggen

Hoge warmte-accumulatie

Luchtdicht en dampopen

Brandveilig

FIRESAFE INSULATION


Building Holland 2017

Green Tie Gala 2017: Meer podium voor Young Professionals Claudia Reiner won tijdens het Green Tie Gala 2017 de ABN AMRO Duurzame 50. De vicevoorzitter van UNETO-VNI en directeur van Caris & Reiner leidde de top 3, die verder bestond uit Biense Dijkstra (2) en Thomas Rau (3).

met koplopers en die wil je stimuleren”, legde Van Rijt uit. “Ook willen wij het goede voorbeeld geven. Dat doen we onder andere met ons circulaire paviljoen.” Dit experiment voltrekt zich aan de Zuidas. “Hierdoor krijgen we meer kennis om onze klanten nog beter van dienst te zijn.”

Gastvrouw Pernille La Lau opende het gala, met een korte terugblik naar enkele visies die eerder op de dag de revue passeerden. “Het viel me op dat diverse sprekers ervan overtuigd zijn dat we hard op weg zijn naar een duurzaam ontwikkel-, productie- en realisatieproces, maar de bewoner wordt nog niet meegenomen. Het wordt tijd dat we oplossingen gaan bedenken die maatschappelijk relevant zijn”, luidde zij de feestelijkheden in. Voormalige premier van België Guy Verhofstadt verzorgde een keynote. Hij liet grenzen vervagen in zijn verhaal over een energieneutraal Europa in 2050. “Diverse crisissen wakkeren een grotere focus op duurzaamheid aan”, aldus de oud-premier. “Problematiek omtrent immigratie, veranderende zorgbehoeften en het revitaliseren van krimpgebieden zorgen ervoor dat bouw- en vastgoedsector verder inzetten op toekomstbestendige oplossingen.”

Meer podium voor jonge professionals

‘Het goede voorbeeld geven’ Managing director Mark van Rijt van ABN AMRO liet daarna weten waarom de bank zich aan het Green Tie Gala verbindt met de ABN AMRO Duurzame 50. “De zaal zit vol

Naast de ABN AMRO Duurzame 50 werd dit jaar voor het eerst de Young Professional Award uitgereikt. Sector Banker Bouw Petran van Heel van ABN AMRO legt uit waarom de award in het leven werd geroepen: “Jonge professionals moeten een net zo groot podium hebben als de ABN AMRO Duurzame 50.” De gelukkige winnaar van de prijs was Groene Grachten-directeur Suze Gehem.

‘Dit voelt als een Oscar’ Vicevoorzitter Claudia Reiner van UNETO-VNI kreeg de prijs overhandigd door Jan Willem van de Groep en gastvrouw Pernille La Lau. “Als je je al jaren bezighoudt met verduurzaming voelt dit als een Oscar”, liet zij weten over de winst. Ze prees daarna Building Holland als integraal platform. “Dit is een van de eerste podia waar de verbinding wordt gelegd tussen alle disciplines. We moeten de verbinding maken naar maatschappelijke waarde.” De avond werd afgesloten met een netwerkborrel onder begeleiding van Glennis Grace en EVE. Daarna betraden DJ’s Jan Willem van de Groep en Woud Janssen het podium en zorgden voor een energieke houseset.

Het spectaculaire Green Tie Gala 2017.

duurzaam gebouwd | juni 2017

125


Energy Innovation First Boilers, ventilatiewamtepompen en kokend watersystemen

Veilig en vertrouwd. Het is een belofte die wij al meer dan 100 jaar waarmaken. Een belofte die echter begint bij vernieuwing en de bevlogenheid van onze medewerkers om dingen anders, liefst beter te doen. Voor alles werken wij aan duurzame, energiebesparende oplossingen. Dat maakt ons vaak de nummer ĂŠĂŠn als het gaat om innovatieve ventilatieen warmwatersystemen. Door actief met partners samen te werken leveren wij totaalconcepten die ook u op voorsprong zetten door hun veiligheid, comfort, lange levensduur en lage energiekosten.

www.inventum.com


Interview

Sensata Technologies heeft primeur met geopolymeerbeton De internationale sensorgigant Sensata Technologies Holland betrok januari 2017 een nieuw pand in het Overijsselse Hengelo. Het gebouw is het eerste in de wereld met dakvloeren van geopolymeerbeton. Deze kanaalplaatvloeren zorgen voor een CO2-reductie van 65 procent ten opzichte van de ‘grijze’ kanaalplaat. Tekst: Marvin van Kempen, Beeld: Dirk Verwoerd

Het startschot voor de ontwikkeling van dit innovatieve en duurzame beton werd twee jaar geleden gegeven tijdens Building Holland 2015. Op dit driedaagse event voor de bouw- en vastgoedsector werd een akkoord met de Green Deal Verduurzaming Betonketen gesloten om tot verdere ontwikkeling van beton te komen en dit in een nog te realiseren nieuwbouw als eerste toe te passen. “Het idee daarbij was om tot het uiterste te gaan. Met verschillende partners zochten we aansluiting om tot een innovatie te komen, die voor een grote impact zou zorgen in de betonsector. Beton is immers wereldwijd verantwoordelijk voor ongeveer acht procent van de CO2-uitstoot. Daar moeten we iets mee”, schetst eigenaar Gerard Schröder van Schröder Vastgoed. Een gebouw als grondstoffenbank prikkelt leveranciers om met buitengewone innovaties te komen.

Marktleider in prefab kanaalplaatvloeren VBI formuleerde op dat moment ambities op het gebied van CO2-reductie met behulp van geopolymeren als bindmiddel, in plaats van cement. “Geopolymeren zijn anorganische bindmiddelen die bestaan uit reactieve aluminium- en siliciumhoudende hoofdbestanddelen en een sterke alkalische activator. Dit innovatieve beton wilden we graag als pilot inzetten en we zochten een opdrachtgever die deze ambitie met ons deelde”, vertelt adviseur bouwconcepten Peter Musters van VBI. Nadat hij de voordelen van de techniek en de sterk verminderde milieu-impact onder ogen kreeg, besteedde Schröder dit aan. “We vernamen dat er proeven waren met cementloos beton. De ambitie was niet zozeer om cementloos te zijn, maar om de uitstoot van emissies sterk te beperken of zelfs naar CO2-negatief beton te gaan.”

Pionieren in beton De verdeler van de WKO is ondergebracht in de parkeergarage. Het gebouw heeft geen gasaansluiting.

Een gedeelte van de dakvloeren is met geopolymeren geproduceerd en daarmee heeft Sensata een wereld-

duurzaam gebouwd | juni 2017

127


solid-air.nl

Innovatieve oplossingen voor lucht- en klimaattechniek Solid Air Climate Solutions ontwikkelt en produceert innovatieve oplossingen voor een gezond en comfortabel binnenklimaat. Systemen die ruimtes voorzien van frisse lucht en de juiste temperatuur. Alles op het gebied van klimaatbeheersing en luchttechniek, van roosters en luchtbehandelingskasten tot en met klimaatplafonds, brandwerende producten en koelconvectoren. Producten van Solid Air Climate Solutions onderscheiden zich onder meer door efficiënt warmte- en koudetransport, lage temperatuurverwarming, hoge lekdichtheidsklasses en het gebruik van duurzame materialen. U komt Solid Air producten tegen in utiliteits- en woningbouw, retail, industrie, zorginstellingen, ziekenhuizen en zwembaden, maar ook in de scheepsbouw. Zowel nationaal als internationaal.

De kracht van Solid Air Climate Solutions

•Alle disciplines in huis:

•Zeer korte levertijden van zowel

Luchtbehandeling, klimaatplafonds, luchtverdeeltechniek, brandwerende producten en koelconvectoren

•Breed en bekend productenpakket met goede energieprestaties

standaard producten als maatwerk

•Eigen productontwikkeling en testfaciliteiten •Flexibel en snel bij specifieke klantwensen •Uitstekende documentatie van al onze producten •Gemotiveerde medewerkers Tel +31 20 696 69 95 mail@solid-air.nl

Solid Air® Climate Solutions maakt deel uit van de Nijburg Industry Group. Een internationaal actieve organisatie die naast Solid Air® Climate Solutions bestaat uit Velu® Klimaattechnische Groothandel en Nijburg® Klimaattechniek (engineering, installatie en montage).

Luchtbehandeling

Klimaatplafonds

Luchtverdeeltechniek

Brandwerende producten

Koelconvectoren


Interview

primeur. “We monitoren nu ook hoe de vloeren op de lange termijn presteren”, voegt Musters toe. “Op vier plekken zijn deze geopolymeervloeren toegepast. Alle overige vloeren, in totaal 10.500 m2, zijn vloeren met een lage milieubelasting. Dit zijn de zogenaamde GreenScorevloeren, elementen met een andere cementsamenstelling.

Ze zijn opgenomen in de Nationale Milieudatabase als categorie 1-data. Deze vloeren zorgen voor een CO2-reductie van bijna 100 ton CO2 in dit project, een mooie bijdrage aan de klimaatdoelstellingen.” Pionieren in beton levert de nodige punten op bij de BREEAM-NL certificering die het pand in de wacht heeft gesleept. “We hebben het ontwerpcertificaat op het niveau Excellent ontvangen met een score van 74 procent. Het innovatieve beton zorgt er onder andere voor dat we credits verdienen in de categorie materiaal”, laat Schröder weten. Ook in andere categorieën wordt bovengemiddeld gescoord. Opvallend is de categorie water, met een score van honderd procent. “Er zijn 450 gesloten wisselaars aangebracht in het zand onder de bestrating. Die zijn tot dertig meter diep in de bodem aangebracht. Dit is een milieuvriendelijk WKO-systeem met warmtepompen dat zorgt voor circa 70 procent energiebesparing.”

Gebouwelementen opnieuw gebruiken

Peter Musters en Gerard Schröder voor de groene wand bij de entree.

Bij het project is er bijzondere aandacht voor ‘Design for Reassembly’. “Deze methodiek is erop gebaseerd dat we na het gebruik van het casco en na demontage van het gebouw elementen opnieuw kunnen gebruiken. Hierdoor maken we een zo klein mogelijke impact op het milieu en dragen we bij aan het in de kringloop houden van producten”, aldus Schröder. “Daarnaast geven we invulling aan de flexibiliteitswensen door een grote mate van indeelbaarheid en aanpasbaarheid te realiseren. Op een later tijdstip kunnen we de gevel vervangen of zelfs een verdieping bovenop het gebouw plaatsen.” In totaal past VBI minimaal dertig volumeprocenten secundaire grondstoffen toe en biedt ze garantie op retourname van de kanaalplaatvloeren. Een materialenpaspoort is een speerpunt van de ontwikkeling. “Wij vinden het belangrijk om te weten wat voor materialen in een gebouw zitten”, vertelt Schröder. “Ook opdrachtgevers en financiers voelen anno 2017 de noodzaak om inzichtelijk te hebben of de grondstoffen en materialen die in een gebouw zitten decennia meekunnen en welke waarde hieraan hangt.” Ook Musters ziet het paspoort als een goede volgende stap richting gezonde circulaire gebouwen. “Door het gebouw als een grondstoffenbank te zien prikkel je leveranciers om met buitengewone innovaties en hoge kwaliteit te komen.” Het grondstoffenakkoord, dat Nederland in 2050 volledig circulair moet maken, jaagt verder aan om beter na te denken over toepassing van grondstoffen. “Het akkoord geeft goed aan dat we een grondstoffenprobleem hebben. Met alleen wet- en regelgeving komen we er echter niet. We hebben opdrachtgevers nodig die durven te vragen naar hoge kwaliteit en toekomstbestendigheid”, vertelt Schröder. Door actief kennis te delen over grondstofuitputting en voordelen uit de dragen van een circulair gebouw moet het bouwpeloton door de kopgroep op sleeptouw worden genomen. “Door toepassingen en vernieuwingen uit te dragen, versnel je vooruitgang. Ook dat is een reden om dit te doen”, besluit Musters.

duurzaam gebouwd | juni 2017

129


circulariteit met BIM ontwerp – uitvoering – beheer – sloop – hergebruik

Wie goed kijkt, kiest voor ARCHICAD

www.kubusinfo.nl

Vertrouwen is goed, checken is beter

Laat geen issue meer verloren gaan

Architect: RAU Fotograaf: Marcel van der Burg


Algemeen

Compensatiesteen geeft gebouwen meerwaarde De CO2-uitstoot in Nederland moet omlaag. Er staan scherpe doelstellingen op de agenda richting 2020 en verder en daarom is er volop aandacht voor alternatieve productietechnieken en producten. De Compensatiesteen is zo’n alternatief. In één kuub van deze innovatieve bouwsteen wordt namelijk 250 kilo CO2 opgeslagen. “Op termijn moet dit materiaal de nieuwe standaard zijn.” Tekst: Marvin van Kempen

De RuwBouw Groep staat bekend om casco-oplossingen, variërend van prefab betonnen wanden tot Calduran kalkzandsteen. “Normaal gesproken innoveren we van buiten naar binnen”, vertelt manager marketing en innovatie Bas Boom. “We luisteren naar de marktvraag en vertalen dat naar een nieuwe propositie. Bij deze noviteit verliep het andersom: we liepen tegen de techniek van

carbonatatie aan en wilden dit versneld toepassen in de bouwsector.” Het natuurlijke proces zien we terug in de natuur, waar harde soorten kalksteen ontstaan. Deze steensoorten ontstaan mede door CO2 en vormen een natuurlijke opslag van het broeikasgas. “We ontwikkelden een materiaal dat

“We liepen tegen de techniek van carbonatatie aan en wilden dit versneld toepassen in de bouwsector.”

duurzaam gebouwd | juni 2017

131


Klemko Techniek B.V. Tel.:

+31 (0) 88 0023300

E-mail:

info@klemko.nl

Universele LED dimmer

NIEUW!

UNIVERSELE LED DIMMER Dimt vrijwel alle soorten led verlichting Onze nieuwe dimmer is uitermate geschikt om diverse soorten ledverlichting 2-draads te dimmen. Of u nu retroďŹ t of professionele verlichting met een leddriver toepast, de Klemko D-PAF200-LED is in staat om deze te dimmen met fase afsnijding (tronic, trailing edge, RC). De inbouwdimmer is af te werken met vrijwel alle gangbare afdekmaterialen van de bekende merken. De D-PAF-200-LED is voorzien van een insteek wisselcontact voor integratie in hotelschakelingen. Tevens is de dimmer voorzien van een dubbele fase invoer om door te kunnen lussen. Uitgevoerd met een traploze naregeling om de onderzijde van het vermogen tussen 5% en 30% in te stellen.

ARTNR 891042 TYPE D-PAF200-LED

Minimale belasting van slechts 1 W Universeel afdekbaar 4 mm as met 6 mm as-adapter 2-draads dimmer Geschikt voor retrofit Geschikt voor led met externe driver Fase afsnijding Fijnafstelling tussen 5% en 30%

www.klemko.nl


Algemeen

zeer innovatief en industrieel. We gebruiken geen ovens en er is geen warmte-energie nodig voor de verharding.” “Dit nieuwe materiaal valt niet onder beton en kalkzandsteen, dus we moesten het product als nieuw materiaal laten certificeren”, legt Boom uit. “Daarom lieten we de LCA berekenen om de milieufootprint van het product in kaart te brengen. Daarnaast hebben we een DUBOkeur verkregen, die bewijst dat dit product tot een milieuvriendelijke keuze behoort.” Het keurmerk is ontvangen voor zowel dragende als niet-dragende toepassingen.”

Wanneer de steen uiteindelijk in het gebouw verwerkt is, merken gebruikers geen verschil met panden opgebouwd uit andere soorten steen.

Wanneer de steen uiteindelijk in het gebouw verwerkt is, merken gebruikers geen verschil met panden opgebouwd uit andere gesteenten. “Het is robuust, goed geluidsisolerend en heeft een eindeloze levensduur. Opdrachtgevers ervaren grote voordelen, omdat zij weten dat hun woningen of gebouwen zijn opgebouwd uit duurzame materialen en hierdoor meer waard zijn”, aldus Boom.

Opschalen dit proces imiteert”, vertelt hoofd R&D Frans Temmermans. “In een afgesloten ruimte voegen we CO2 toe aan de steen, waardoor een scheikundige binding ontstaat. Je kunt de structuur vergelijken met een harde kalksteensoort; we hebben hiervoor geen kalk of cement nodig.”

Producten vergelijkbaar in milieu-impact zijn onder andere biobased materialen als hennep en leem. “Maar die zijn vooral kleinschalig te produceren en niet fabrieksmatig in

Nieuwe samenstelling Om de CO2 in de steen te binden, vindt een reactie plaats met het bindmiddel dat uit staalslakken bestaat. “Dit is een restproduct uit de staalindustrie. Door deze reactie krijgt de steen een nieuwe samenstelling, waarin CO2 is omgezet in een andere scheikundige verbinding.” Uit dit proces ontstaat de compensatiesteen. “Deze steen kent alle gangbare kwaliteiten van stenen die nu toegepast worden in de bouw van woningen of utiliteitsgebouwen”, voegt Boom toe. “Het is dezelfde steen, maar dan circulair en extreem duurzaam in zijn footprint. Hij neemt 250 kg CO2 per m3 Compensatiesteen op. Die opname van broeikasgassen is permanent en onomkeerbaar”, aldus Temmermans. Duurzamer en duurder worden vaak in dezelfde adem genoemd. “Daarom stuurden we er specifiek op om prijsneutraal te zijn en in de bandbreedte van kalkzandsteen te blijven”, zegt Boom. “Deze toekomstbestendige steen is betaalbaar en kan traditioneel worden verwerkt. Tegelijkertijd is het productieproces juist

Het productieproces van de Compensatiesteen werd live getoond op Building Holland 2017. Bekijk de presentatie van het CO2opname en verhardingsproces op het YouTube-kanaal van Building Holland.

Compensatiesteen is in al zijn toepassingen het meest duurzame gecertificeerde bouwproduct.

grote getallen. Daarentegen is de compensatiesteen wel geschikt voor grote projecten die snel gebouwd moeten worden. Op termijn moet dit materiaal de nieuwe standaard zijn.” Boom ziet de innovatie dan ook als een doorbraak in milieuvriendelijke massaproductie. “We hebben iets in handen dat dezelfde kwaliteiten heeft als de stenen die we allemaal kennen. Tegelijkertijd is het milieuvriendelijke industriële productieproces revolutionair en eenvoudig opschaalbaar. We willen de techniek breed beschikbaar maken en samen met de markt opschalen.”

duurzaam gebouwd | juni 2017

133


Built Positive: aanjager voor meer circulaire gebouwen

Gezamenlijke taal spreken om gezonde gebouwen te bouwen Afgelopen november heeft het Cradle to Cradle Product Innovation Institute het initiatief genomen om Built Positive op te richten. Deze beweging moet ertoe leiden dat bedrijven van circulaire materialen gezonde gebouwen maken. “Een belangrijke eerste stap is dat alle bedrijven dezelfde taal spreken wat betreft gezonde materialen en wat circulair betekent op materiaal- en gebouwniveau.” Tekst: Tim van Dorsten

Met als doel om zo snel mogelijk het eerste volledig circulaire gebouw te bouwen van uitsluitend Cradle to Cradle-gecertificeerde producten, lanceerde de onafhankelijke organisatie Cradle to Cradle Product Innovation Institute (C2CPII) tijdens Building Holland de beweging Built Positive. Een dag na het Built Positive

Stadskantoor Venlo.

134

juni 2017 | duurzaam gebouwd

Event introduceerde Thijs Maartens namens C2CPII deze beweging aan het publiek bij Building Holland. “Uit ons marktonderzoek blijkt dat het bouwen van ‘gezonde gebouwen’ steeds meer gemeengoed wordt. Nu willen we samen met bouwbedrijven zorgen voor een waardepropositie voor circulaire systemen.”


Interview

Zes pijlers van Built Positive • Circular design: alles is voeding voor iets anders. • Material health: een kwaliteitswaarborging en het behoud van waarde van materialen, die geverifieerd veilig en gezond zijn. • Design for disassambly and recovery: gebouwen die ontworpen worden om eenvoudig uit elkaar te halen om zo producten en componenten eenvoudig terug te winnen en hun waarde te behouden. • Value chain collaboration and integration: vroege en veelvoudige contacten met de supply chain tussen producenten, architecten, eigenaren en ontwikkelaren en banken en financiers om circulaire oplossingen in kaart te brengen en sneller tot uitvoer te laten komen. • Qualifying value from molecule to metropolis: identificatie, optimalisatie en verificatie van slim ontworpen en samengevoegde materialen zorgen voor de circulaire gebouwen. • Policies and standards: overheden kunnen de juiste voorwaarden scheppen met beleid, subsidies, standaarden en regulering.

Terug naar de basis In zijn ogen is dit hard nodig. “Om bij de bouw van een gebouw een duurzaamheidsstandaard zoals BREEAM en LEED te halen, draait het er nu voor sommigen om genoeg punten te scoren.Wij zien dat bijvoorbeeld architecten steeds verder verwijderd raken van hun duurzaamheids- en kwaliteitsprincipes. Met Built Positive willen we terug naar de basis en van circulaire, gezonde materialen een circulair gebouw maken.” De materialen vormen namelijk de basis van ieder bouwwerk. “Dat was in 2002 ook de voornaamste gedachte achter het boek ‘Cradle to Cradle: Remaking the way we make things’ van William McDonough en Michael Braungart”, legt Maartens uit. “Het streven is dat we onszelf voorzien in wat we nu nodig hebben en toekomstige generaties meer mogelijkheden bieden. Om het potentieel van deze filosofie volledig te omarmen, is in 2010 de onafhankelijke organisatie Cradle to Cradle Product Innovation Institute opgericht.” Het doel van Built Positive is om de waarde van innovatie die bij veel Cradle to Cradle-gecertificeerde producten op productniveau is toegepast, te vertalen naar innovaties op gebouwniveau. Hierbij zoekt de C2CPII nadrukkelijk de hulp van bedrijven uit de bouwsector. Inmiddels hebben de architectenbureaus 3XM en Kraaijvanger, ontwikkelaar Delta Development Group en zelfs technologiebedrijf Google zich als partner aangesloten. “Samen met al deze bedrijven willen we voor een blauwdruk zorgen en een

Ontstaan C2CPII Namens Delta Development was Coert Zachariasse in 2010 betrokken bij de oprichting van Cradle to Cradle Product Innovation Institute. Op DuurzaamGebouwd.nl vertelt hij hoe dit is gegaan.

Het kantoor van FIFPro, de internationale die zich bezighoudt met professionele voetballers, op het Cradle to Cradle-bedrijventerrein Park20|20.

digitaal curriculum met de best practices. Het voornaamste hierbij is dat we dezelfde taal spreken", aldus Maartens.

Aandacht genereren Een van die aansprekende voorbeelden is Stadskantoor Venlo, waarbij Kraaijvanger Architecten voor het ontwerp heeft gezorgd. “Vanwege dit ontwerp is ons tijdens Building Holland gevraagd om ons bij Built Positive aan te sluiten”, vertelt directeur/architect Hans Goverde. “Dat is een eer: deze beweging wil goede voorbeelden die waarde toevoegen en zorgen voor een impact naar de toekomst. Hieraan willen we graag bijdragen, want in onze ogen is er geen weg meer terug.” Hoewel het Limburgse gebouw pas afgelopen oktober is geopend, hebben inmiddels 16.000 bezoekers uit binnenen buitenland dit nieuwe kantoorpand bezocht. “Dit heeft er onder meer toe geleid dat we in Taiwan in gesprek zijn voor een circulaire gebiedsontwikkeling.” Dit laatste ziet hij als een belangrijk gevolg, waarvoor dit gebouw heeft gezorgd. “Samen met de gemeente hebben we voor awareness gezorgd. Het Stadskantoor Venlo is een blikvanger, dat ook nog eens een positief effect op de omgeving heeft.”

Gezondheid als totaalbenadering Waar zijn architectenbureau zich eerst richtte op energiebesparing, staat inmiddels gezondheid centraal. Goverde beschouwt dit als een totaalbenadering. “Toen wij ons voorstel aan de gemeente Venlo presenteerden, lichtten we alleen onze visie op Cradle to Cradle toe. Dit heeft namelijk een holistische benadering met betrekking tot niet alleen de bouwsector, maar de volledige maatschappij.” Daarbij spreekt hij enthousiast over de samenwerking met andere bedrijven. “Het voornaamste is dat we van elkaar leren. Ik denk dat we aan de vooravond staan van de omslag naar gezonde gebouwen, die we wellicht zelf niet meer bezitten maar alleen nog gebruiken.”

duurzaam gebouwd | juni 2017

135


WWW.HEATEL.NL Mercuriusplein 38A - 2685 LP Poeldijk +31 (0)174 38 63 61 - info@heatel.nl


Interview

Het interieur van het Inspiratiehuis 20|20, met onder meer een uitgebreide keukencollectie van Bosch, Siemens, Gaggennau en NEFF. Ook dit gebouw staat op Park20|20 in Hoofddorp.

‘Goede, rendabele businesscases zijn nodig om banken te overtuigen te investeren in Cradle to Cradle-projecten’ Het lastige is volgens hem dat de financiële wereld de omslag moet maken. “Dat beaamde Jeroen van Muiswinkel van Rabobank Real Estate Finance, die net als ik tijdens het Built Positive Event bij Builing Holland in een paneldiscussie zat. Volgens hem zijn goede, rendabele businesscases nodig om banken te overtuigen om te investeren in Cradle to Cradle-projecten.” Bij Stadskantoor Venlo is hierbij overigens de eerste stap gezet: “De universiteiten van Aken, Maastricht en Berkeley zijn bezig om het ziekteverzuim te monitoren en dit financieel door te rekenen”, legt Goverde uit. “Uit de eerste resultaten blijkt dat gebouweigenaren geld kunnen verdienen door voor een gezond, circulair gebouw te zorgen.”

Over de grenzen Het Cradle to Cradle Product Innovation Institute werkt ook samen met de Green Building Councils uit Duitsland (DGNB), Denemarken en het Verenigd Koninkrijk om Built Positive en de achterliggende gedachte verder uit te dragen. Op DuurzaamGebouwd.nl vertelt DGNB-CEO dr. Christine Lemaitre waarom ze aan deze beweging deelneemt.

Positieve wereld Als ontwikkelaar van het Cradle to Cradle-bedrijventerrein Park20|20 hoort Delta Development ook bij deze beweging. “We zijn van begin af aan hierbij betrokken”, vertelt vastgoedontwikkelaar Owen Zachariasse. “Bij zowel de oprichting van Cradle to Cradle Product Innovation Institute (zie kader) als Built Positive. De aanzet tot deze beweging is gezet bij het C2CPII-gala in New York. Daar zorgden eerst de modeontwerpers voor de beweging Fashion Positive. Dit idee is verlengd naar de bouwsector. We willen namelijk allemaal hetzelfde: een positieve wereld.” Binnen Built Positive neemt Delta Development een leidende rol in. “Dat komt door onze tien jaar lange ervaring met Park20|20. De Cradle to Cradle-beweging wordt steeds groter, omdat steeds meer gepassioneerde bedrijven zich hierbij aanmelden. Daarnaast beschikt Cradle to Crade inmiddels over een third party certification: een belangrijk onderdeel in de volwassenwording van Cradle to Cradle.” Delta Development ziet Built Positive als een beweging om kennis te delen en waarde te creëren. “We beschouwen de andere aangesloten bedrijven als sparringpartners”, geeft Zachariasse aan. “Enerzijds zorgt dit voor een competitief aspect, waarbij we elkaar beter maken. Anderzijds creëren we zo gezamenlijk toegevoegde waarde. We beschouwen het allemaal als onze verantwoordelijkheid om voor circulaire, gezonde bouwen te zorgen. En dat is ook een belangrijk onderdeel: we zorgen voor consensus in de gefragmenteerde bouwsector.”

duurzaam gebouwd | juni 2017

137


WELL-certificaat brengt gezonde gebouwen in kaart

‘We willen waarde toevoegen’ De gezondheid van de gebruikers van gebouwen wordt steeds belangrijker voor gebouweigenaren en huurders. Maar hoe weet je of een gebouw gezond is? En hoe bevorder je de gezondheid van gebruikers? Sinds kort is er in Nederland een methodiek aan de hand waarvan verschillende gezondheidsaspecten van een gebouw in kaart gebracht kunnen worden. Het gaat om de in de Verenigde Staten ontwikkelde WELL Building Standard. Drie betrokkenen geven tekst en uitleg over deze certificeringmethode. “WELL betekent een nieuwe stap in het creëren van waarde in de gebouwde omgeving.” Auteur: Henk-Jan Hoekjen. Foto’s: Christiaan Krop.

Draait het in de bouwwereld alleen om de stenen, of zijn er ook nog andere zaken van belang? De vraag stellen is hem beantwoorden. Partijen die zich alleen richten op het stapelen van stenen hebben de trein naar de toekomst gemist. Want als er de afgelopen jaren iets duidelijk is geworden, dan is het dat het langetermijnsucces van ondernemingen vooral afhankelijk is van de waarde die zij kunnen toevoegen. De toegenomen aandacht voor de duurzaamheid van de gebouwde omgeving kan hierbij als voorbeeld dienen. Waar een certificaat als BREEAM aanvankelijk (ook) als marketingtool werd ingezet, heeft de inhoudelijke

component ondertussen de overhand gekregen: gebouwen worden duurzamer, niet omdat duurzaamheid nog een unique selling point (usp) zou zijn voor de ontwikkelaar, maar omdat een groen gebouw simpelweg de nieuwe standaard in de markt is geworden, die bijdraagt aan het verhogen van de kwaliteit van de gebouwde omgeving. Wie niet in staat is tegemoet te komen aan deze duurzaamheidvraag, prijst zichzelf uit de markt. “Ik denk dat we in zekere zin aan het einde van het begin van het duurzaamheidsdenken zijn beland”, zegt Coert Zachariasse, CEO van vastgoedontwikkelaar Delta, hierover. “Duurzaamheid is geen usp meer. Het is nu echt een inhoudelijke vraag geworden.”

Volgende stap Zachariasse weet waarover hij praat. Als directeur van Delta is hij de voorbije jaren betrokken geweest bij een aantal spraakmakende projecten op het gebied van de verduurzaming van de gebouwde omgeving. Het meest aansprekende voorbeeld in dit opzicht is wellicht Park 2020 in Hoofddorp, waar mede op initiatief van Delta een Cradle to Cradle-gecertificeerd kantorenpark gerealiseerd wordt, dat voor de bouwwereld een nieuwe duurzaamheidsstandaard zet.

Van links naar rechts: Coert Zachariasse, Antwan van Haaren en Tim Beuker.

138

juni 2017 | duurzaam gebouwd

“En nu is het tijd om een volgende stap te zetten in het creëren van waarde”, stelt de Delta-CEO. “Behalve duurzaamheid is ook de gezondheid van medewerkers in gebouwen een belangrijk onderwerp. Ik denk dat de aandacht voor dit thema dezelfde functie kan hebben als de nadruk op duurzaamheid van een jaar of tien geleden: het kan een grote marketingwaarde vertegenwoordigen. Tegelijkertijd moet het natuurlijk meer zijn dan dat. De gezondheid van gebouwen kan alleen een blijvend belangrijk onderwerp worden wanneer we erin slagen


Interview

kwalitatieve gezondheidsaspecten uit te drukken in meetbare resultaten.” Zachariasse zeer geïnteresseerd in de WELL Building Standard, omdat deze standaard de zo gewenste kwantitatieve handvatten voor de gezondheid van een gebouw geeft. WELL is een door de Amerikaanse vastgoedorganisatie Delos ontwikkelde methodiek aan de hand waarvan de gezondheid van gebouwen in kaart gebracht wordt. Een WELL-keurmerk geeft aan dat een werkomgeving voldoet aan bepaalde eisen op het gebied van comfort en gezondheid. De holistische WELL-methode wordt in ons land onder meer gebruikt door ingenieurs- en adviesbureau DGMR en dochterbedrijf BBA Binnenmilieu, die jarenlange ervaring hebben in het gezond maken van gebouwen. “We zijn met WELL begonnen omdat ontwikkelaars inzichtelijk wilden maken voor huurders hoe gezond hun gebouwen zijn.”, zegt Tim Beuker, Adviseur bij BBA en tevens de eerste WELL Accredited Professional in Nederland. “WELL biedt een methodiek waarmee we op basis van ongeveer honderd verschillende criteria – ‘features’ – precies kunnen laten zien hoe gezond een gebouw is.” En dat is belangrijk, vult zijn collega Antwan van Haaren, senior adviseur bij DGMR, aan. “Want er is veel wetenschappelijk onderzoek beschikbaar waaruit blijkt dat aandacht voor gezondheid in een gebouw zorgen voor een sterke stijging van de productiviteit en een daling van het ziekteverzuim. Wanneer je weet dat de personeelskosten van een gemiddelde organisatie zo’n 90 % van de totale bedrijfskosten uitmaken, dan is duidelijk dat er met de aandacht voor gezondheidsaspecten van gebouwen veel kosten bespaard kunnen worden.”

Zeven thema’s Het WELL-certificaat is gebaseerd op die beschikbare wetenschappelijke kennis. Aan de hand van de data die in de loop der jaren verzameld is, is een serie criteria opgesteld aan de hand waarvan de prestaties van gebouwen precies in kaart gebracht kunnen worden. Die criteria zijn ondergebracht in zeven thema’s: luchtkwaliteit (Air), licht (Light), thermisch & akoestisch comfort (Comfort), waterkwaliteit (Water), voeding (Nourishment), beweging en activiteit (Fitness) en geestelijke gezondheid (Mind). Als WELL Accredited Professional is Beuker in staat om gebouweigenaren wetenschappelijk gefundeerd te adviseren over allerlei aspecten die aantoonbaar tot een beter gebouw leiden, zoals onder meer uitzicht op groen, de eisen die gesteld kunnen worden aan optimale akoestiek en de kwaliteit van het voedsel in de bedrijfskantine. “Het bijzondere van WELL is dat we de werkelijke prestaties van gebouwen op deze zeven vlakken ook echt meten”, vult hij aan. “Het gaat er dus niet alleen om of een gebouw is uitgerust om in principe de juiste prestatie te leveren. Een gebouw wordt alleen voorzien van de ‘WELL-sticker’ wanneer de prestatie daadwerkelijk geleverd wordt.”

“Gezondheid in een gebouw zorgt voort een sterke stijging van de productiviteit en een daling van het ziekteverzuim.”

Het certificaat biedt volgens Beuker en Van Haaren voordelen aan alle stakeholders. Voor gebouwgebruikers is het bijvoorbeeld van belang dat zij in een prettig binnenklimaat kunnen werken, waar het niet te warm of te koud is en waar hun lichamelijke en geestelijke behoeftes optimaal bediend worden. En hun werkgevers profiteren van WELL omdat een gezonde werkomgeving tot een hogere productiviteit en een lager ziekteverzuim leidt. Bovendien kan een gezond gebouw werkgevers helpen om high potentials aan zich te binden in de war for talent, een niet onbelangrijk voordeel in een snel krimpende arbeidsmarkt. En vastgoedontwikkelaars onderscheiden zich met een WELL-gebouw in de markt. Als de voortekenen niet bedriegen, gaat het WELLcertificaat de komende jaren dan ook een grote opmars maken in de Nederlandse bouwwereld. Delta-CEO Coert Zachariasse geeft desgevraagd aan dat zijn bedrijf op korte termijn een nieuw bedrijfsgebouw op Park 2020 én een woningbouwproject wil realiseren op basis van de WELL-methodiek en daarin samen optrekt met DGMR. Ook Antwan van Haaren merkt dat de belangstelling voor gezonde gebouwen in de dagelijkse praktijk snel toeneemt. “Ik zit als senior adviseur al vroeg in een ontwikkelproces aan tafel. De gezondheid van gebouwen is dan vaak een gespreksonderwerp; veel partijen willen er wat mee doen. Dat is begrijpelijk, want een gezonder gebouw heeft meer

duurzaam gebouwd | juni 2017

139



Interview

waarde.” Zachariasse knikt. Volgens de Delta-directeur is het zelfs voorstelbaar dat de gezondheidsprestaties van een gebouw in de toekomst deel worden van het verdienmodel van gebouweigenaren. “Bijvoorbeeld door de huurprijs deels afhankelijk te laten zijn de gezondheidsprestaties van een gebouw. Daarvoor is het overigens wel belangrijk om nog een slag te maken op het gebied van het kwantificeerbaar maken van die prestaties.”

Terugverdientijd De WELL Building Standard zet op dit terrein een behoorlijke stap voorwaarts. De wetenschappelijke basis van de methodiek biedt goede handvatten om de gebouwde omgeving kwantificeerbaar gezonder te maken. Beuker, Van Haaren en Zachariasse verwachten dan ook dat deze certificeringmethode in ons land snel terrein zal winnen, ook omdat de kosten zich relatief gemakkelijk laten terugverdienen wanneer men de investeringskosten van de maatregelen afzet tegen de productiviteitswinst. Van het certificeringtraject kan bovendien een stimulerende werking uitgaan: omdat in de WELL Building Standard precies staat beschreven aan welke aspecten gebouweigenaren moeten denken om tot een gezonde werkomgeving te komen, kan het traject leiden tot bewustwording op tot dan toe niet in kaart gebrachte relevante terreinen. De WELL Building Standard is een internationaal geldende certificering, die in drie gebouwtypologieën (New and Existing Buildings, New and Existing Interiors en Core and Shell) in drie varianten uitgereikt kan worden (Silver, Gold en Platinum). Grofweg zijn er twee randvoorwaarden te noemen waaraan in ieder geval voldaan moet worden wanneer een WELL-certificaat wordt nagestreefd: een gebouw moet minimaal voldoen aan de klasse B-eisen uit de gangbare normen en een gebouw moet toegankelijk zijn voor minder validen. Het certificeringsproces vindt vervolgens plaats op basis van vooraf vastgestelde

“Duurzaamheid is geen usp meer. Het is nu echt een inhoudelijke vraag geworden.”

‘We zijn met WELL begonnen omdat ontwikkelaars inzichtelijk wilden maken voor huurders hoe gezond hun gebouwen zijn.”

prestatie-eisen, waarbij getracht is de bewijslast voor gebouweigenaren zo gering mogelijk te houden. De certificering is met name gebaseerd op de metingen die verricht worden door de WELL Assessor. Wanneer uit die metingen blijkt dat een gebouw daadwerkelijk voldoet aan de gestelde eisen op het gebied van gezondheid en comfort, wordt het WELL-certificaat uitgereikt. Daarmee is de kous overigens niet af. “Positief aan WELL is dat het certificaat niet oneindig geldig is maar dat er iedere 3 jaar opnieuw gemeten wordt”, zegt Beuker. “Veranderingen in het gebruik, de werkplekindeling of bijvoorbeeld onvoldoende onderhoud kunnen ervoor zorgen dat een gebouw in de loop van de tijd minder gezond wordt. Door na 3 jaar opnieuw een verkort certificeringproces te doorlopen, zorg je ervoor dat een WELL-gebouw ook gezond blijft.” Dat is belangrijk, want het WELL-certificaat is niet het doel, maar een middel. Het doel is het verbeteren van de kwaliteit van de gebouwde omgeving door het realiseren van gezonde gebouwen.” De beide andere gespreksgenoten knikken. “Het gaat er uiteindelijk om waarde te creëren, allereerst voor de gebruikers maar ook voor de hele keten”, zegt Zachariasse. “WELL is een veelbelovende methodiek om op dit vlak een nieuwe stap te zetten.”

duurzaam gebouwd | juni 2017

141


RETHINK CLIMATE IMPROVE LIFE

Dus wij dachten –

onze klimaatoplossingen draaien om jou, volgens de standaarden van morgen

VRV: Het perfecte klimaat voor jou in elke ruimte • Één systeem dat duurzaam verwarmt, koelt en ventileert. • Slimme klimaatbeheersing in zones en ruimtes. • Modulair en uitermate geschikt voor nieuw én bestaande bouw. • BREEAM Excellent. Daikin is dé HVAC-R partner om BREEAM-doelstellingen te behalen.

www.daikin.nl


Korte berichten uit de markt

Waar komt de MPG vandaan? Na jaren van ervaring opdoen met de Milieuprestatieberekening Gebouw (MPG) wordt het eindelijk serieus. Niet alleen het aanleveren van een berekening is vanaf 1-1-2018 verplicht, het resultaat moet voldoen aan de grenswaarde van 1,0 €/m2 bvo per jaar. Reden voor ons u informeren over het ontstaan van de MPG, wat het voor u gaat betekenen en het toekomstperspectief van de MPG. Tekst: John Mak en David Anink

De grenswaarde voor de MPG is het resultaat van een traject dat in de jaren ‘90 startte. In die tijd was de levenscyclusbenadering (LCA) breed geadopteerd voor bouwproducten als antwoord op de kwalitatief onderbouwde milieuvoorkeurslijsten. W/E ontwikkelde samen met IVAM het rekeninstrument EcoQuantum en toonde dat ook op gebouwniveau een LCA mogelijk was.

De resultaten presenteerden we op een internationaal congres in Parijs in 1997. In Nederland werd het toegepast, onder andere in het kader van een Europees LIFE-project. Begin van deze eeuw mislukte een poging van het ministerie van het toenmalige VROM om de milieuparagraaf in te vullen op basis van de LCA-methodiek. W/E besloot de methodiek toegankelijker te maken en via GPR Gebouw aan te bieden. In een grootschalig traject met gemeenten, ontwikkelaars, corporaties en architecten bleken de ervaringen daarmee positief. Er groeide breed draagvlak voor een prestatiegerichte benadering van de milieukwaliteit van gebouwen, bij zowel gemeenten als marktpartijen. Er ontstonden vergelijkbare initiatieven, zoals GreenCalc. En daarmee voor de praktijk ook het knelpunt dat de verschillende instrumenten weliswaar een vergelijkbare aanpak kenden, maar door net andere rekenregels en data niet altijd dezelfde resultaten gaven. Dit was aanleiding voor een harmonisatietraject, waarin de instrumenteigenaren bereid bleken kennis en data te delen. Het resultaat hiervan is de Nationale Bepalingsmethode en de Nationale Milieudatabase, in beheer van Stichting BouwKwaliteit (SBK). Dit vormt de basis voor de MPG-berekening. Het resultaat van de MPG-berekening toont de milieubelasting van de materialen die in een gebouw zijn toegepast in de gehele levensduur, dus van de winning van de grondstoffen tot en met de sloop van het gebouw en eventueel hergebruik van producten en materialen. Hoe lager de MPG, hoe duurzamer het materiaalgebruik. Lees het volledige artikel op DuurzaamGebouwd.nl.

Uitbreiding criteria Forest50 De Forest50 wordt uitgebreid met enkele nieuwe criteria, zoals rapportage over CO2-opslag in hout en de toepassing van minder bekende tropische houtsoorten. De Forest50 is een ranking van de grootste 50 bouwbedrijven in Nederland die aantoonbaar goed presteren met betrekking tot inkoop en toepassing van duurzaam hout. De nieuwe criteria worden dit jaar geïntroduceerd. De ranking moet de transparantie vergroten over het gebruik van hout uit verantwoord beheerde bossen. Criteria als percentage duurzaam ingekocht hout op groepsniveau en communicatie omtrent duurzaam houtgebruik in het jaarverslag waren al onderdeel van deze ranking. Daar worden onder andere communicatie over de CO2-opslag in hout, de toepassing van minder bekende tropische houtsoorten en de gezondheid van materialen aan toegevoegd.

Het is nog niet te laat om meer punten te scoren. Tot 1 juli 2017 kunnen nog punten worden verdiend. De individuele resultaten worden aan de beoordeelde bedrijven voorgelegd ter verificatie. Download het ‘Scoreformulier Forest50-2017’ op de website van FSC Nederland: www.FSC.nl.

duurzaam gebouwd | juni 2017

143


Het gebouw anno nu...

...heeft niet meer tot in eeuwigheid dezelfde functie.

— Kan een gebouw flexibel van bestemming veranderen? Natuurlijk!

De wereld verandert immers snel en herbestemmen is vaak duurzamer dan opnieuw bouwen. Een flexibele basis is daarbij een vereiste. ABB maakt dit mogelijk. Met geavanceerde installaties die eenvoudig aan te passen zijn. ClixysÂŽ bijvoorbeeld; een flexibel aftaksysteem voor verlichting, bediening en contactdozen. Maar ook slimme stekerbare contactpunten en automatiseringsoplossingen. Dat maakt herbestemmen kinderspel. Ontdek de vele flexibele oplossingen van ABB op: www.abb.nl/lowvoltage


Korte berichten uit de markt

Claudia Reiner wint ABN AMRO Duurzame 50 Claudia Reiner is de winnares van de ABN AMRO Duurzame 50. De vice-voorzitter van UNETO-VNI en directeur van Caris & Reiner leidde de top 3, die verder bestond uit Biense Dijkstra (2) en Thomas Rau (3).

met verduurzaming voelt dit als een Oscar”, liet zij weten over de winst. Ze prees daarna Building Holland als integraal platform. “Dit is een van de eerste podia waar de verbinding wordt gelegd tussen alle disciplines. We moeten de verbinding maken naar maatschappelijke waarde.”

De ABN AMRO Duurzame 50 wordt uitgereikt aan de persoon die over genoeg daadkracht, charisma, contacten en visie beschikt om de gebouwde omgeving te verduurzamen. “ABN AMRO heeft de ambitie de transitie naar duurzaam vastgoed in Nederland te versnellen”, vertelt Petran van Heel, Sector Banker Bouw van ABN AMRO. “Niet alleen op het gebied van nieuwbouw, maar juist ook bij de verduurzaming van bestaande gebouwen.” Dit jaar bestond de vakjury uit onder anderen Marc Hopman, Natalie Hofman, Maarten Vermeulen en Maxime Verhagen. Door de ABN AMRO Duurzame 50 te winnen vormt Claudia Reiner de juryvoorzitter van de verkiezing van volgend jaar. Reiner kreeg de prijs overhandigd door Jan Willem van de Groep, Petran van Heel en gastvrouw Pernille La Lau. “Als je je al jaren bezighoudt

Claudia Reiner kreeg de prijs overhandigd door Jan Willem van de Groep, Petran van Heel en gastvrouw Pernille La Lau.

De Paleistuinen in Utrecht vult Sustainable Development Goals in De verkoop van het project ‘De Paleistuinen’ in Utrecht is gestart. Ballast Nedam Development ontwikkelt de 18 villa’s in Parkwijk Utrecht, ten noorden van de

Burgemeester MiddelweerdbaanDe woningen liggen aan de zuidrand van het Maximpark en voor de architectuur is gekozen voor de stijl van ‘Art Nouveau’. Het project Paleistuinen geeft invulling aan de doelen die in de Sustainable Development Goals worden genoemd. Ballast Nedam ondertekende recentelijk deze doelstellingen, ingesteld door de Verenigde Naties. De organisatie rolt deze nieuwe aanpak verder uit op meerdere projecten. Koopsommen variëren van € 585.000 tot € 759.000 vrij op naam en zijn minimaal 190 m2 groot. De EPC is 25 procent lager dan voorgeschreven. Ballast Nedam heeft een standaardpakket aan duurzaamheidsmaatregelen bij deze nieuwe projecten. Zo voorzien de woningen voor een groot deel in de eigen elektriciteitsbehoefte, wordt de emissie van schadelijke stoffen naar grondwater beperkt door geen gebruik te maken van koper, zink of lood en wordt gebruikgemaakt van waterbesparende kranen. Daarnaast kunnen kopers kiezen voor aanvullende maatregelen zoals een sedumdak, extra pv-panelen op het dak of veranda en een 50 procent lagere EPC.

duurzaam gebouwd | juni 2017

145


Duurzaam Gebouwd Colofon

Website

Duurzaam Gebouwd is een uitgave van DGB BV

www.duurzaamgebouwd.nl

en verschijnt in een oplage van 12.500 exemplaren.

www.buildingholland.nl

Uitgeverij / redactieadres

Verspreiding

DGB BV, Beekhuizenseweg 11, 6881 AA Velp

DGB BV, info@duurzaamgebouwd.nl

T: +31 (0)85 273 59 70

Opmaak en druk

Redactie

Real Concepts BV, Velp

Tijdo van der Zee, Eindredactie Bekijk voor het volledige colofon de website van Duurzaam Gebouwd Tim van Dorsten, Redactie

(DuurzaamGebouwd.nl) en klik op ‘Over Duurzaam Gebouwd’. Hier vindt u

E: vandorsten@duurzaamgebouwd.nl

tevens meer uitleg over onder andere de missie van Duurzaam Gebouwd.

T: +31 (0)85 273 59 70 Marvin van Kempen, Redactie E: vankempen@duurzaamgebouwd.nl T: +31 (0)85 273 59 70 Aan Duurzaam Gebouwd nr. 37 werkten mee: Ton Brands, Johanna Quelle-Dreuning, Wil Groenhuijzen, Henk-Jan Hoekjen, Tom de Hoog, Remco Kerkhoven, Sanne van der Most, Marie van der Poel, Ingrid Rompa, Wilma Schreiber, Gerrit Tenkink, Robert Tjalondo, Ton Verheijen, Harmen Weijer, Bert Wiltjer, Mariëlle Wieman.

146

juni 2017 | duurzaam gebouwd

Alle advertentieplaatsingen worden afgesloten conform de Regelen voor het Advertentiewezen, gedeponeerd bij de rechtbanken in Nederland. Vrijwaring Uitgever en auteurs verklaren dat deze uitgave op zorgvuldige wijze en naar beste weten is samengesteld. Evenwel kunnen uitgever en auteurs op geen enkele wijze instaan voor de juistheid of volledigheid van de informatie. Uitgever en auteurs aanvaarden dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor schade, van welke aard dan ook. © DGB BV Het verlenen van toestemming tot publicatie in Duurzaam Gebouwd houdt in dat de uitgever met uitsluiting van ieder ander onherroepelijk door de auteur gemachtigd is de door derden verschuldigde vergoedingen voor kopiëren, als bedoeld in art. 17 lid 2 van de Auteurswet 1912 en in het Koninklijk Besluit van 20 juni 1974 (Stb. 35) ex en art. 16b van de Auteurswet 1912; te innen en/of daartoe in een buiten rechte op te treden. ISSN 2210-5689


1

2

3

Unica biedt Label C garantie voor kantoren

4

Sustainable buildings Sustainable relationships 1) De Kromhout Kazerne is door BREEAM-NL op meerdere vlakken excellent beoordeeld. 2) Het energielabel van het gerenoveerde a.s.r. hoofdkantoor ging van G naar A++ waardoor het energieverbruik met ruim vijftig procent is gereduceerd. 3) Uitgangspunt bij Rijkskantoor ‘de Knoop’: zo min mogelijk slopen en zoveel mogelijk hergebruiken. 4) Cradle-to-cradle Stadskantoor Venlo wekt meer energie op dan dat het gebruikt, heeft een gesloten waterkringloop en zuivert zelfs de lucht.

Kijk voor meer informatie op www.labelcgarantie.nl Tijdens Building Holland 2017 gaan wij graag met u in gesprek over deze en andere projecten. U bent van harte welkom op stand 11.063.

ONDERDEEL VAN

Unica Ecopower

T 033 247 80 80

E ecopower@unica.nl


Duurzaam Gebouwd # 37 | juni 2017

VBI GreenScore

Hoe bouwt u aan de toekomst?

Karin Schrederhof en Bert Wijbenga van Nieuwenhuizen (Woonbron):

Sensata, Hengelo

‘We pakken verduurzamingsmaatregelen heel pragmatisch aan’ # 37 | juni 2017

Duurzame gebouwen op de meest duurzame wijze realiseren, dat is de uitdaging. VBI GreenScore helpt u met 21 oplossingen in de Nationale Milieu Database om aanzienlijk beter te presteren en biedt bovendien hoge waarderingen in bijvoorbeeld BREEAM en GPR. Zo bouwt VBI mee aan duurzame oplossingen voor de dag van morgen. Flexibel comfort noemen we dat.

Gezonde gebouwen

Circulaire economie

Met onder andere het project ‘Living lab voor moderne kantooromgeving’, ‘Data zorgen voor beter comfort’ en ‘Hanzehogeschool onderzoekt gezonde werkomgeving’.

Met onder andere het rondetafelgesprek ‘Pionieren met C2C’, het project ‘Circl van ABN AMRO is bouwen 3.0’ en een interview ‘Circulariteit stagneert innovatie’.

Smart Buildings en privacy Waarde toevoegen met WELL

Meer weten? Bel +31 (0)26 379 79 79 of volg ons via @flexibelcomfort

www.vbi.nl

Terugblik Building Holland 2017


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.